MEE NEDERLAND - MEE Gelderse Poort...- signaleren, activeren en samenwerken. 1.1.2 Vraagprofielen en...
Transcript of MEE NEDERLAND - MEE Gelderse Poort...- signaleren, activeren en samenwerken. 1.1.2 Vraagprofielen en...
MEE NEDERLAND 17 juni 2010
Maatschappelijke Business Case (mBC)
MEE als Publieke Waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 1
Voorwoord
De ‘United Nations Declaration on the Rights of Persons with Disabilities’ (2007)
vormt een internationaal erkend sociaal-politiek kader voor participatie en
inclusie van mensen met beperkingen in elke samenleving. Het afkondigen,
onderschrijven en ratificeren van verdragen of conventies leidt ook in dit geval
niet vanzelf tot de beoogde doelen. Mensen met beperkingen en hun directe
omgeving zijn – mede door de complexiteit van problematiek en van regelingen –
aangewezen op praktische, persoonlijke en professionele ondersteuning om hun
eigen situatie te onderkennen en te verbeteren. Instellingen en bedrijven in de
samenleving hebben daarnaast ook behoefte aan informatie en ondersteuning
om participatie van mensen met beperkingen te faciliteren.
Nederland kent met de MEE-organisaties en hun voorlopers, de ‘Sociaal
Pedagogische Diensten’, een lange traditie van professionele ondersteuning
gericht op het bevorderen van de kwaliteit van leven van mensen met
beperkingen. Participatie in de samenleving is daarvan een kerndoel. Het
specifieke van MEE-organisaties is dat zij direct en persoonlijk in contact staan
met de cliënten, deze helpen, voor hen bemiddelen en hen ondersteunen waarbij
zoveel als mogelijk van algemene voorzieningen wordt gebruik gemaakt. De
werkwijze van MEE volgt daarmee het ‘ondersteuningsmodel’ dat internationaal
staat voor het meest recente en wetenschappelijk onderbouwde best-practices
model1. MEE brengt ondersteuningsbehoeften op een professionele manier in
kaart, signaleert problemen vroegtijdig en pakt ze aan in samenwerking met
bijvoorbeeld algemene voorzieningen zoals scholen, eerstelijnsgezondheidszorg,
gemeenten, buurtwerk, bedrijven. Waar nodig wordt gericht begeleid bij het
kiezen en toeleiden naar een gespecialiseerde voorziening. Zoveel als mogelijk
wordt gebruik gemaakt van ‘natuurlijke’ hulpbronnen in de omgeving van de
persoon.
Dit onderzoek geeft een antwoord op de vraag in hoeverre MEE-organisaties bij
het realiseren van deze missie effectief en efficiënt zijn. Eerst worden een aantal
cases uit de praktijk gepresenteerd. Deze laten de effecten van de ondersteuning
van MEE zien op individueel niveau. Vervolgens wordt de methodiek van de
‘Maatschappelijke Businesscase’ gebruikt om een kosten–baten analyse te maken
in termen van maatschappelijk en economisch nut van MEE-activiteiten. Daarmee
wordt de ‘social return on investment’ zichtbaar gemaakt (‘wat krijgt de
samenleving terug voor de middelen die worden geïnvesteerd?’) en wordt een
bijdrage geleverd aan ‘evidence based’ werken.
1 Schalock, R.L., Borthwick-Duffy S.A., Bradley, V.J., Buntinx, W.H.E., Coulter, D.L., Craig, E.M.,
Gomez, S.C., Lachapelle, Y., Luckasson, R., Reeve, A., Shogren, K.A., Snell, M.E., Spreat, S.,Tassé,
M.J., Thompson, J.R., Verdugo-Alonso, M.A., Wehmeyer, M.L., & Yeager, M.H. (2010).Intellectual
Disability: Definition, Classification, and Systems of Supports (Eleventh edition).Washington, D.C.:
AAIDD.
Voorwoord van Dr. W.H.E. Buntinx
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 2
Met dit rapport wil het expertteam naar buiten inzicht bieden in de werkwijze van
MEE-organisaties. Gelijktijdig wil het team informatie aandragen waarmee naar
binnen, ontwikkelingslijnen voor de toekomst verhelderd kunnen worden. In het
perspectief van de genoemde UN conventie spelen MEE-organisaties in
Nederland immers een cruciale rol.
Het expertteam wil graag alle MEE-organisaties bedanken die data hebben
aangeleverd om deze maatschappelijke businesscase uit te werken. Het team
dankt ook de klankbordgroep voor hun rol als kritische en creatieve
sparringpartner tijdens het project.
Utrecht 2010,
namens het expertteam:
drs. L.P. van Felius
dr. W.H.E. Buntinx
drs. P.A.M. van den Broek
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 3
Managementsamenvatting
Voor u ligt de ‘maatschappelijke Business Case’ ofwel mBC van de MEE-
dienstverlening. Hieraan ten grondslag ligt de vraagstelling van MEE om de
waarde van de eigen dienstverlening te verduidelijken. Deze mBC beschrijft deze
waarde vanuit zowel het oogpunt van de cliënt als van de maatschappij.
De aanpak verliep via vier bijeenkomsten met een expertteam van externen en
klankbordgroep van MEE bestuurders en werknemers uit alle regio’s en
disciplines. Vanuit de MEE organisaties zijn tientallen cliëntverhalen en
kengetallen verzameld en geanalyseerd. Gezamenlijk is het stappenplan van de
mBC gevolgd om de effecten van dienstverlening door MEE te verzamelen en te
kwantificeren.
Het resultaat is drieledig: de case van de cliënt, de case van de maatschappij en
de case van MEE:
► De case van de cliënt illustreert in zeven verhalen dat de inzet van MEE
inspeelt op de behoeften en wensen van de cliënt, met name daar waar
het gaat om complexe problematiek, de vraag naar specifieke
deskundigheid en een stelseloverstijgende, integrale aanpak. Cliënten zijn
aan het woord en laten zien dat MEE uniek is door er in kritieke situaties
te zijn. De verhalen beschrijven de bijdrage aan het versterken van de
zelfredzaamheid, het sociale netwerk en het meedoen in de
maatschappij.
► De case van de maatschappij beschrijft de maatschappelijke effecten voor
stakeholders als de zorgverzekeraars, diverse ministeries en gemeenten.
Een aantal effecten is gekwantificeerd: een lager beroep op opvang en
intensieve ondersteuning, het verminderen van het beroep op
gespecialiseerde kinderopvang en speciaal onderwijs, het voorkomen van
overlast, huisuitzetting, schulden en het doen van een beroep op de
Wajong, Wsw of dagverblijf AWBZ. Het maatschappelijk rendement
behaald met deze effecten is geraamd op €390 miljoen.
► De case van MEE geeft een conclusie op basis van bovenstaande twee
perspectieven. Hieruit blijkt dat MEE fungeert als de netwerkpartner in de
keten voor mensen met een beperking. Laagdrempelig en
oplossingsgericht zoals cliënten aantonen. MEE heeft specifieke kennis
over de doelgroep wat resulteert in een betere aansluiting op de
levensfase en potentie van de cliënt.
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 4
De maatschappelijke businesscase trekt ten slotte enkele conclusies. Kern
daarvan is dat MEE in vele gevallen maatschappelijke kosten verlaagt, uitstelt of
voorkomt. In de mBC is dit aangetoond voor een vijftal thema’s: 1) de kost gaat
voor de baat, 2) regulier in plaats van speciaal, 3) meewerken & meedoen, 4)
voorkomen is beter dan genezen en 5) eigen huis en haard.
Vanuit deze verhalen, effecten en thema’s is aannemelijk gemaakt dat MEE elke
geïnvesteerde euro minimaal vier keer terugverdient voor de maatschappij,
maar vooral dat MEE een onmisbare schakel in de keten vormt, in een
economisch en sociaal tijdsgewricht waarin de zelfredzaamheid en
maatschappelijke participatie van mensen met een beperking in het gedrang
raakt.
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young
Inhoudsopgave
VOORWOORD 1
MANAGEMENTSAMENVATTING 3
1. INLEIDING 1
1.1 Cliëntondersteuning MEE 1
1.1.1 Visie op cliëntondersteuning 2
1.1.2 Vraagprofielen en dienstenportfolio 2
1.2 Maatschappelijke Business Case 3
1.2.1 Wat is een mBC? 3
1.2.2 De mBC als levend document 4
1.3 Leeswijzer 5
2. HET PERSPECTIEF VAN DE CLIËNT 6
2.1 Op momenten, dat het nodig is 6
2.2 Verborgen kansen onthullen 9
2.3 Weer op weg helpen 11
2.4 Gewoon als het kan 12
2.5 Grip krijgen op de situatie 13
2.6 Aan het werk 14
2.7 Soms zijn oplossingen zo eenvoudig 16
2.8 Conclusie: MEE door de ogen van de cliënten 17
3. HET PERSPECTIEF VAN DE MAATSCHAPPIJ 18
3.1 Van persoonlijke impact naar maatschappelijk effect 19
3.2 Stakeholders 19
3.3 Kwalitatieve effecten 20
3.4 Kwantitatieve effecten 22
3.4.1 De kost gaat voor de baat: geïndiceerde dagbesteding &
ondersteuning 22
3.4.2 Regulier in plaats van speciaal: opvang & onderwijs 23
3.4.3 Meewerken & meedoen: arbeid 24
3.4.4 Voorkomen is beter dan genezen: overlast & criminaliteit 24
3.4.5 Eigen huis en haard: huisuitzetting & schulden 25
3.5 Impactkaart 25
3.6 Conclusie: maatschappelijke baten MEE 25
Inhoudsopgave
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young ii
4. DE CASE VAN MEE 27
4.1 De publieke waarde van MEE 27
4.1.1 De Kost gaat voor de baat 27
4.1.2 Regulier in plaats van speciaal 28
4.1.3 Op weg naar arbeid 28
4.1.4 Voorkomen is beter dan genezen 28
4.1.5 Eigen huis en haard 29
4.2 Het maatschappelijke effect van MEE 30
4.3 Conclusie: MEEr waarde voor individu & maatschappij 31
Bijlagen
► Literatuurlijst
► Samenstelling expertteam en klankbordgroep mBC
► Lijst met afkortingen
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 1
1. Inleiding
Dit document beschrijft een aantal onderdelen van de ‘maatschappelijke
Business Case’ van de MEE-dienstverlening (hierna te noemen ‘mBC MEE’). Het
heeft tot doel om gefaseerd vanuit verschillende perspectieven een totaalbeeld
van de MEE-dienstverlening te beschrijven. MEE gebruikt dit om het eigen
dienstverleningsconcept en de waarde die de MEE-dienstverlening heeft voor
cliënt en maatschappij te verduidelijken.
De waarde van de MEE-dienstverlening voor individuele cliënten en de
samenleving is al langer bekend. De preventieve werking als wezenskenmerk van
de MEE-cliëntondersteuning is benoemd: door ondersteuning op maat wordt een
(onnodig) beroep op andere, i.c. zwaardere of duurdere voorzieningen en
ondersteuning voorkomen, uitgesteld of verminderd. Eerder is onderzoek
verricht naar de vraag hoe en waar deze preventieve werking tot stand komt.2
Dat onderzoek richtte zich vooral op de zorg. Duidelijk was dat er ook een
preventieve werking uitgaat van de MEE-cliëntondersteuning op andere
domeinen zoals de sociale zekerheid, het onderwijs en justitie.
Met deze mBC gaan de MEE-organisaties een aantal stappen verder. Deze
beoogt de maatschappelijke baten ook in kwantitatieve zin te benoemen. Juist in
een tijd dat de nadruk steeds meer komt te liggen op kosten, bezuinigingen en
herschikking van financiële middelen is inzicht in de baten van belang. Verder
beperkt de mBC zich niet tot een maatschappelijk deelterrein, maar neemt deze
het gehele bereik van de MEE-dienstverlening tot uitgangspunt. Cliëntvragen en
maatschappelijke problemen beperken zich namelijk niet tot strikt gescheiden
gebieden. Juist de samenhang van problemen en de daarbij te kiezen
oplossingen vragen om een integrale en stelseloverstijgende benadering. Alleen
dan zijn maatschappelijke baten te boeken en meerkosten te voorkomen. Dat is
de insteek van MEE.
1.1 Cliëntondersteuning MEE
Met haar dienstverlening bevordert MEE de integratie en participatie van
mensen met een beperking. MEE draagt bij aan de kwaliteit van leven van
mensen met een beperking. MEE heeft een visie ontwikkeld om deze unieke
vorm van cliëntondersteuning ook in de toekomst te waarborgen.
2 Onderzoek naar preventieve functie van MEE-cliëntondersteuning t.o.v. de zorg. Berenschot,
Erasmus Universiteit Rotterdam, Universiteit van Tilburg, Utrecht, 31 oktober 2006.
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 2
1.1.1 Visie op cliëntondersteuning
Een vroegtijdige signalering van beperkingen is van groot belang. Dit is een taak
van instanties waarmee mensen met een beperking in aanraking komen
waaronder huisartsen, consultatiebureaus, leerkrachten, Wmo-loketten en
Centra voor Jeugd en Gezin. Waar nodig ondersteunt MEE hen daarbij. MEE
biedt cliënten hulp bij het verkrijgen van een samenhangend
ondersteuningsaanbod, het maken van keuzen en de evaluatie van de
ondersteuning. Verder adviseert MEE algemene instellingen, overheden en
werkgevers hoe zij hun activiteiten zodanig kunnen inrichten dat ook mensen
met een beperking er gebruik van kunnen maken, zodat specialistische hulp niet
nodig is.
De cliëntondersteuning van MEE heeft de volgende kenmerken:
- versterken cliënt en sociaal netwerk;
- stelseloverstijgend, integraal en in alle levensfasen;
- vraaggericht en laagdrempelig;
- professioneel en betrokken;
- landelijke dekking en uniform;
- signaleren, activeren en samenwerken.
1.1.2 Vraagprofielen en dienstenportfolio
Op basis van een analyse van de vragen die de afgelopen jaren zijn gesteld aan
MEE en de maatschappelijke vraag, heeft MEE in overleg met de
cliëntenorganisaties vier vraagprofielen geformuleerd:
► ontwikkeling en opvoeding;
► leren en werken;
► samenleven en wonen;
► geldzaken en regelgeving.
Lokale omgeving
Samenleving
Sociaal Netwerk
Cliënt
Lokale omgeving
Samenleving
Sociaal Netwerk
Cliënt
Lokale omgeving
Samenleving
Sociaal Netwerk
Cliënt
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 3
Binnen ieder vraagprofiel vloeien uit de individuele dienstverlening
maatschappelijke taken voort. Hiermee draagt MEE bij aan de bewustwording
en aanpak van onbedoelde uitsluitingsmechanismen.
In het model zijn tevens de vier schillen van de integrale benadering zichtbaar:
Schil 1 Versterken cliënt; door versterken van de eigen kracht
en zelfredzaamheid.
Schil 2 Versterken van het sociale netwerk (familie, vrienden en
andere betrokkenen).
Schil 3 Activeren en versterken van de lokale omgeving.
Schil 4 Bijdragen aan bewustwording en aanpak van onbedoelde
uitsluitingsmechanismen in de samenleving.
Vanuit dit model zijn alle individuele vraagprofielen van cliënten samen te
stellen. Het vormt de basis voor het dienstenportfolio van MEE. In nevenstaande
figuur is een vereenvoudigde weergave te zien. Deze dient om bij de casuïstiek
het bijbehorend vraagprofiel kleur te geven.
1.2 Maatschappelijke Business Case
1.2.1 Wat is een mBC?
Een mBC is een gestructureerde kosten-baten afweging waarin het economische
én het maatschappelijke nut samenkomen. Deze mBC kijkt naar de MEE-
dienstverlening. Deze dienstverlening is niet statisch maar continu in
ontwikkeling. Deze dynamiek hangt samen met veranderingen in cliëntvragen en
maatschappelijke opgaven. Vraaggerichtheid en maatschappelijk relevantie zijn
belangrijke uitgangspunten voor de dienstverlening van MEE. Dit heeft geleid tot
door de MEE-organisaties opnieuw geformuleerde vraagprofielen en
dienstenportfolio.
De mBC zet voor een aantal typen dienstverlening haar kosten af tegen de te
verwachten maatschappelijke baten. Zo heeft de maatschappij bijvoorbeeld baat
bij de substitutie van formele zorg door mantelzorg of het voorkomen van dure
zorg en opnames door preventie. Deze baten zijn geschat en gekwantificeerd
gebruikmakend van onderzoek en literatuur en door te werken met
geredeneerde aannames en expert opinions. De mBC MEE is opgesteld door een
expertteam bestaande uit verschillende externe experts en een klankbordgroep
van inhoudelijke MEE deskundigen (zie bijlage).
Er is op onderdelen gebruik gemaakt van een door Ernst & Young in andere
mBC’s toegepast model. Door een inzicht in de reële kosten van de MEE-
diensten en hun potentiële waarde in maatschappelijke baten kan een
vergelijking gemaakt worden. Op deze wijze krijgen stakeholders en (potentiële)
financiers een zo concreet mogelijk inzicht in het functioneren van MEE en de
maatschappelijke effecten die zij ressorteert.
Ontwikkeling enopvoeding
Leren en werken
Geldzaken enregelgeving
Samenlevenen wonen
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 4
1.2.2 De mBC als levend document
Aan deze mBC MEE ligt een zorgvuldig en intensief ontstaansproces ten
grondslag. Daarin zijn noodzakelijkerwijs keuzen gemaakt met het oog op de
beschikbare tijd, de beschikbare informatie en het overleg met relevante
betrokkenen. Dit heeft geresulteerd in een selectie van casuïstiek en
maatschappelijke baten. Naast het zoveel mogelijk gebruik maken van feitelijke
gegevens, literatuur en experts zijn ook beredeneerde aannames en
inschattingen gemaakt. Deze zijn weergegeven, of, in het kader van beknoptheid
en leesbaarheid, te allen tijde op te vragen bij MEE.
Deze mBC vormt de basis voor een verdere articulatie van diensten en
doelgroepen. Overleg met stakeholders, financiers en verder onderzoek kunnen
daarbij voortschrijdend inzicht genereren in kosten en baten. MEE nodigt
deskundigen en geïnteresseerden uit om mee te denken in dit
waarderingsproces. Door dit te verwerken in deze levende mBC zijn aannames
steeds scherper te maken en effecten nader te kwantificeren.
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 5
1.3 Leeswijzer
Een maatschappelijke Business Case (mBC) kent een logische opbouw waarin
onderling verbonden perspectieven samenkomen tot één gedeelde kosten-baten
afweging van de MEE-dienstverlening. Drie van de vijf3 perspectieven komen in
deze mBC aan bod: het cliëntperspectief, de maatschappelijke case en de
concluderende businesscase van MEE. Vanuit casuïstisch beschreven
cliëntverhalen redeneren we door naar een aantal casussen die de kosten en
maatschappelijke effecten van MEE beschrijven.
Hoofdstuk twee begint met de MEE-dienstverlening te beschrijven door de ogen
van de cliënt. De vraag die dit hoofdstuk beantwoordt is hoe de MEE-
dienstverlening de ondersteuningsbehoeften van de cliënt beantwoordt en hoe
zij op het niveau van het individu en zijn/haar omgeving waarde creëert bij het
verlenen van diensten.
De Maatschappelijke Case weegt in hoofdstuk drie de MEE-dienstverlening
vanuit het perspectief van de maatschappij. Middels een stakeholderanalyse en
de impactkaart is, deels kwalitatief en deels kwantitatief, inzichtelijk gemaakt
waar de maatschappelijke baten van de MEE-dienstverlening te behalen zijn.
Het afsluitende hoofdstuk vier brengt de onderscheiden perspectieven (cliënt en
maatschappij) samen en plaatst deze in de context van de vraagprofielen en
dienstenportfolio van MEE. De analyse over het dekken van kosten vanuit de
maatschappelijke baten vindt hier plaats.
Afsluitend trekt de maatschappelijke Business Case conclusies over de
levensvatbaarheid van de MEE-dienstverlening, haar succesfactoren & risico’s
en geeft daarbij een aantal aanbevelingen.
3 Het businessmodel en de organisatorische case uit de standaard mBC methode zijn zich nog aan het
opbouwen rond een intern traject gericht op de vernieuwing van het dienstenportfolio, de
governance-structuur, het kwaliteitsbeleid en de implementatie hiervan binnen de MEE organisaties.
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 6
2. Het perspectief van de Cliënt
Dit hoofdstuk beschrijft vanuit het perspectief van de cliënt in een aantal
casussen de cliëntondersteuning van MEE. De casussen zijn aan de praktijk
ontleend, waarbij omwille van de privacy van cliënten de namen zijn veranderd.
De beschrijvingen zijn bedoeld ter illustratie van de variatie van cliëntsituaties
en vragen waar MEE zich in heeft gespecialiseerd. De afzonderlijke casuïstiek is
dan ook afzonderlijk en waar gewenst in delen te lezen. Naast de beschrijvingen
staan kaders met de vraagprofielen die aan de orde zijn. Een woordenwolk geeft
de belangrijkste items van de casus aan. Afsluitend aan iedere casus zijn de
baten op persoonlijk en maatschappelijk niveau nogmaals samengevat.
2.1 Op momenten, dat het nodig is
Laurens heeft niet aangeboren hersenletsel (NAH). Toen Laurens in 1999
geschept werd door een auto was hij een gezonde jongen van 10 jaar. Hij is
zwaar gewond. Nadat Laurens bijkomt uit zijn coma blijkt dat hij blijvend letsel
houdt. Hij is halfzijdig verlamd, eenzijdig blind en heeft hersenletsel. De jaren die
volgen zijn zwaar voor Laurens, het gezin en de omgeving. Een lange weg volgt
om voor Laurens en zijn gezin de beste zorg en begeleiding te organiseren.
Laurens moet alles opnieuw leren. Vanuit het ziekenhuis kan Laurens niet naar
huis. Hij gaat naar een kinderrevalidatiecentrum en bezoekt daarnaast de
Mytylschool van het revalidatiecentrum. Laurens heeft het moeilijk in het
kinderrevalidatiecentrum. Hij heeft heimwee naar huis. Zowel het
kinderrevalidatiecentrum als de school typeert Laurens als een moeilijk en
onhandelbaar kind. Zij adviseren Laurens op te laten nemen in de
kinderpsychiatrie.
Naar huis of niet?
De ouders van Laurens willen dit niet en vinden dat hij weer thuis moet komen
wonen. Zij melden zich aan bij MEE. De MEE-consulent staat naast de ouders en
ondersteunt hen in de gesprekken met de professionals van het
kinderrevalidatiecentrum en de school. MEE ondersteunt de ouders bij het
maken van keuzes, het in kaart brengen van de mogelijkheden van speltherapie
en het aanvragen van de benodigde indicaties. Al snel blijkt dat de
indicatiecommissie er van uitgaat dat Laurens nu verstandelijk gehandicapt is.
Ondersteuning MEE - Helpen bij het maken van keuzen en
die verwezenlijken - Ondersteunen in woon- en
begeleidingsmogelijkheden - Ondersteunen in aanvragen van
juiste indicaties
CLIËNTPROFIEL Laurens 21 jaar Niet Aangeboren Hersenletsel
Ontwikkeling enopvoeding
Leren en werken
Geldzaken enregelgeving
Samenlevenen wonen
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 7
Met ondersteuning van de MEE-consulent wordt na enige tijd een nieuwe
indicatie op grond van zijn lichamelijke beperking afgegeven. Dit betekent dat in
de thuissituatie passende zorg gericht op hersenletsel ingezet kan worden.
Na een jaar komt Laurens eindelijk weer thuis wonen. Het is duidelijk dat
Laurens is veranderd. Hij kan niet tegen te veel prikkels en heeft veel structuur
en begeleiding nodig. De structuur van het gezin lijkt hier goed bij te passen. De
MEE-consulent evalueert met Laurens en de ouders of de oplossing voldoet aan
de ondersteuningsbehoefte, hoe de verleende MEE-dienstverlening is geweest
en sluit af.
Het leven weer oppakken
Voor het ongeluk van Laurens had ieder kind zijn eigen plek binnen het gezin.
Sinds Laurens weer thuis is wordt duidelijk dat het oorspronkelijke evenwicht is
verstoord. Laurens is erg veranderd en heeft een centrale plek in het gezin waar
zijn twee broers en zus rekening mee moeten houden. Dit veroorzaakt
spanningen binnen het gezin.
Moeder benadert MEE weer voor ondersteuning. De mogelijkheden binnen het
gezin en het sociaal netwerk worden bekeken. De MEE-consulent helpt bij het
inzetten van het eigen netwerk. Opa en oma komen een dagdeel per week om
een spelletje met Laurens te doen. Vanuit de kerkgemeenschap wordt een kring
opgezet, zodat Laurens iedere zondagmiddag door een ander gezin wordt
opgevangen. Laurens vindt dit erg leuk. Op deze manier krijgen de ouders meer
ruimte voor de andere kinderen.
Bij de ouders van Laurens groeit langzaam het besef dat hun kind blijvend
veranderd is en altijd afhankelijk zal zijn van zorg en begeleiding van buitenaf.
Een moeilijk acceptatieproces. De MEE-consulent verleent psychosociale
ondersteuning in de verwerking. Daarnaast worden ook praktische zaken
besproken zoals de mogelijkheden van ondersteuning in de thuissituatie. De
andere kinderen in het gezin en de mensen van de pool vanuit de kerk krijgen
van de MEE-consulent voorlichting over wat hersenletsel betekent en wat van
belang is in de omgang.
Dit gaat een tijdje goed. Toch blijkt in de praktijk dat de begeleiding en de
structuur die Laurens nodig heeft erg belastend is voor het gezin. Samen met de
moeder worden de mogelijkheden bekeken en volgt een indicatie-aanvraag voor
begeleiding thuis en voor een logeerhuis voor één weekend per maand. De
ouders kiezen voor een PGB zodat ze de zorg in kunnen kopen die zij voor
Laurens willen. Laurens gaat naar kunstzinnige therapie en leert om zijn
frustraties en impulsen te uiten en te reguleren. Laurens gaat regelmatig
logeren in het logeerhuis. Voor Laurens en zijn ouders keert de rust weer terug.
De MEE-consulent evalueert en sluit het contact weer af.
Ondersteuning MEE - Plaatsing binnen algemene
voorzieningen mogelijk maken - Structuur en dagritme aanbrengen in
het gezin - Opvoedkundige begeleiding en
ondersteuningVergroten zelfstandigheid en zelfredzaamheid Laurens en zijn gezin
Ondersteuning MEE - Versterken eigen kracht gezin en
mobiliseren sociaal netwerk - Psychosociale hulp bij verwerking en
acceptatie - Voorlichting over gevolgen van
hersenletsel en tips voor de omgang - Inzetten vrijwilligers uit sociaal
netwerk in de thuissituatie
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 8
De juiste schoolkeuze
Laurens gaat al vanaf het moment dat hij thuis is vijf dagen in de week naar een
kinderdagcentrum. Na enkele maanden blijkt dat hij meer druk en prikkels
aankan. Besloten wordt dat Laurens in het nieuwe schooljaar naar de
Mytylschool gaat. Na enige tijd gaat het mis. Laurens wordt overvraagd. Hij is
weliswaar normaal begaafd, maar sociaal emotioneel loopt hij achter. Laurens
gaat van de Mytylschool naar een school voor zeer moeilijk lerende kinderen
(ZMOK). Ook daar gaat het mis. Er is te weinig structuur en te weinig kennis van
de gevolgen van hersenletsel. Laurens heeft driftbuien en loopt regelmatig weg.
Moeder schakelt MEE weer in. Laurens wordt na enige tijd geschorst op school
en gaat na bemiddeling van MEE tijdelijk terug naar het kinderdagcentrum.
Laurens ervaart dit als een vernedering, maar de structuur en de begeleiding die
hij daar wel krijgt doen hem goed. Laurens wordt weer rustiger. De MEE-
consulent gaat samen met de moeder van Laurens op zoek naar een andere
school.
Op zichzelf wonen
Door de problemen op school wordt de begeleiding in de thuissituatie steeds
zwaarder. Laurens vraagt veel zorg en aandacht van de ouders. De vaste
structuur vraagt om aanpassing van iedereen. Vooral de andere kinderen in het
gezin hebben daar veel last van. Samen met de MEE-consulent gaat moeder op
zoek naar een passende woonplek. Dit is een hele zoektocht die 2 jaar duurt.
Laurens geeft aan dat hij heel graag op zichzelf wil gaan wonen. Uiteindelijk
wordt door bemiddeling van MEE een plek voor Laurens gevonden in een
antroposofische instelling. De structuur, de programma’s en de kunstzinnige
therapie geven Laurens rust en duidelijkheid. Hij functioneert goed en gaat
daarnaast naar het praktijkonderwijs. De MEE-consulent evalueert en sluit het
contact af.
Na enige tijd vindt de instelling dat Laurens zover is dat hij op zichzelf kan gaan
wonen in de wijk. Daar zijn echter te veel prikkels, is geen structuur en wordt
teveel gevraagd van de eigen verantwoordelijkheid van Laurens. Het gaat slecht
met Laurens. Hij verzorgt zichzelf niet meer, heeft regelmatig driftbuien en
loopt dan weg. Op een gegeven moment komt een kennis van moeder Laurens
tegen in de binnenstad van Zwolle. Laurens had de trein vanuit Zutphen
genomen.
Op zijn plaats
De MEE-consulent wordt weer ingeschakeld en er begint opnieuw een zoektocht
naar een passende woonplek. Die wordt gevonden in een specifieke instelling
binnen de gehandicaptenzorg voor mensen met NAH. Laurens is nu 21 en gaat 5
dagen per week naar de dagbesteding. Het gaat nu goed met Laurens, hij is trots
op zijn eigen kamer en op zijn werk. De MEE-consulent evalueert en sluit weer
af.
Ondersteuning MEE - Ondersteuning in vinden van juiste
woonplek voor Laurens die ook past bij zijn levensfase
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 9
Persoonlijke baten
Voor Laurens en zijn familie is MEE een stabiele factor waarop een beroep
gedaan kan worden als daar aanleiding toe is. MEE biedt overzicht, duidelijkheid
en ondersteunt bij het zelfstandig maken van keuzen. Het gezin is daardoor in
staat zelf de regie te houden, de eigen kracht te benutten en het eigen netwerk
in te zetten. De inzet van professionele hulp en voorzieningen sluit beter aan en
ervaren wordt dat de gezinssituatie zo gewoon mogelijk in stand gehouden kan
worden.
Maatschappelijke baten
Met behulp van MEE is voorkomen dat Laurens vroegtijdig opgenomen werd in
de kinderpsychiatrie. In plaats daarvan werd het mogelijk met inzet van het
gezin en het eigen netwerk om Laurens in de thuissituatie op te laten groeien.
Ook de direct betrokkenen worden voorgelicht over NAH. De begeleiding van
MEE heeft overbelasting van het gezin zoveel mogelijk voorkomen. Een beroep
op duurdere voorzieningen is verminderd en uitgesteld. De betrokkenheid van
MEE heeft een aantal malen geleid tot de-escalatie van de problematiek en
geresulteerd in een voor Laurens geschikte oplossing.
2.2 Verborgen kansen onthullen
Latifa is 14 wanneer ze, met toestemming van haar ouders, door de intern
begeleidster van school bij MEE wordt aangemeld. Latifa zit op het VMBO en
verzuimt veel, is brutaal tegen leerkrachten, heeft veel ruzies en haar
leerprestaties zijn slecht. Opvallend aan Latifa is dat ze vaak optrekt met veel
jongere kinderen en kinderlijk spel en gedrag vertoont, maar ook uitdagend
gedrag naar jongens laat zien. Ze draagt uitdagende kleding, is zwaar
opgemaakt. Vaak hangen oudere jongens om het schoolplein waarmee ze achter
op de scooter wegrijdt. Latifa komt steeds vaker met sieraden en dure kleren op
school en leerkrachten maken zich zorgen om mogelijke betrokkenheid in het
circuit van loverboys.
Latifa wordt als zorgleerling besproken in het zorgadviesteam (ZAT) waar een
consulent van MEE ook aan deelneemt. Bij de MEE-consulent gaan belletjes
rinkelen als ze hoort van de gedragsuitersten van Latifa. Ze informeert of haar
niveau al eens getest is. Dat is niet het geval. De MEE-consulent adviseert de
schoolpsycholoog haar te testen. Uit de test blijkt dat Latifa een totaal IQ van 64
heeft. Latifa wekt met ‘haar vlotte babbel’ verwachtingen die ze niet kan
waarmaken. Ze wordt overvraagd door anderen, omdat zij haar inschatten op
een normale intelligentie. Dit leidt vaak tot bestraffen en/of corrigeren. Dit
maakt haar onzeker en gefrustreerd waardoor Latifa negatief gedrag ontwikkelt.
Vanwege haar mooie verschijning krijgt ze positieve bevestiging van jongens,
maar ze overziet de consequenties niet. Haar ontwikkelingsleeftijd ligt nu
eenmaal een stuk lager dan haar kalenderleeftijd.
CLIËNTPROFIEL Latifa 14 jaar Verstandelijke beperking
Ontwikkeling enopvoeding
Leren en werken
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 10
De ouders van Latifa worden samen met de MEE-consulent op school
uitgenodigd om de testresultaten en de consequenties voor Latifa’s
schoolniveau te bespreken. De ouders zijn geschokt en boos, maar herkennen
het probleemgedrag ook in de thuissituatie. Zij accepteren de uitkomst van het
psychologisch onderzoek niet en verwijten school te weinig aandacht te hebben
voor Latifa’s leerprestaties. Ze eisen bijlessen van school. Van verder onderzoek
naar onderwijs dat beter bij haar niveau aansluit willen ze niets weten. De MEE-
consulent stelt voor om bij de ouders thuis dieper in te gaan op de boodschap
van school en met hen te praten over de zorgen rond Latifa’s gedrag die wel
door ouders worden gedeeld. De ouders stemmen hiermee in.
De consulent voert een aantal gesprekken met de ouders en investeert vooral in
de uitleg over verschillende vormen van intelligentie. Er volgt uitleg over hoe het
verschil tussen kalender- en ontwikkelingsleeftijd bij mensen met een
verstandelijke beperking werkt. Ook wordt dieper ingegaan op het psychologisch
onderzoek.
Intussen gaat Latifa door en wordt ze op een dag door de politie thuisgebracht
met de mededeling dat ze als minderjarige uit een groep jongeren is gepikt die
verwikkeld was in een drugruzie. De ouders schrikken, maar zijn vooral geraakt
door de naïviteit in Latifa’s reactie. Het dringt langzaam tot de ouders door dat
er een relatie is tussen haar gedrag en haar beperking. De ouders bellen MEE.
Nu de ouders de diagnose herkennen en er achter kunnen staan kan een
hulpaanbod worden opgesteld.
Latifa wordt aangemeld bij het Inter Disciplinair Team. Dit team ondersteunt
Latifa en haar ouders bij het verzamelen van de benodigde
onderwijsrapportages ten behoeve van een indicatie voor speciaal onderwijs.
Uiteindelijk wordt gekozen voor het Praktijkonderwijs in een ander deel van de
stad. Aanvankelijk is er veel weerstand bij Latifa, maar na enige tijd gaat ze zich
prettig voelen. De andere benaderingswijze, met een ander soort lessen meer
gericht op de praktijk, maakt dat Latifa veel beter ‘scoort’. Voor het eerst gaat
ze succeservaringen opdoen. Er ontstaat een concreet beroepsperspectief. Ze
wil graag de verzorging in wat ook haalbaar is binnen haar mogelijkheden. Ze
weekt zich langzaam los van haar vorige vriendengroep, legt nieuwe contacten
binnen school en gaat met vriendinnen sporten en bij een majoretteclub.
De ouders van Latifa volgen een cursus opvoedingsondersteuning waarin
handvatten geboden worden hoe om te gaan met een kind met een
verstandelijke beperking. Hierin worden ze ondersteund door de MEE-consulent.
In de thuissituatie observeert de consulente de omgang tussen Latifa en haar
ouders en worden gedragsalternatieven doorgesproken die passen binnen de
gezinscultuur. Hierdoor herstellen de gezagsverhoudingen zich weer binnen het
gezin.
Ondersteuning MEE - Signaleren van mogelijke (verborgen)
verstandelijke beperking - Begeleiden ouders bij herkenning en
acceptatie - Consultatie onderwijs - Begeleiden naar passend onderwijs - Opvoedingsondersteuning
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 11
Persoonlijke baten
De ouders van Latifa zijn uiteindelijk blij dat de reden van haar moeilijke gedrag
duidelijk is geworden. De ouders en Latifa hebben zich in het aanvankelijk
slechte nieuws weten te voegen waardoor Latifa aan haar toekomst kan gaan
bouwen op haar eigen niveau, binnen haar eigen mogelijkheden.
Maatschappelijke baten
Voorkomen is dat Latifa in het loverboy circuit/criminaliteit terecht is gekomen.
Dit had kunnen leiden tot het voortijdig verlaten van school. Zonder erkenning
van haar beperking zou Latifa ook op de arbeidsmarkt een onzekere toekomst
tegemoet zijn gegaan omdat ze voortdurend boven haar niveau was
aangesproken.
2.3 Weer op weg helpen
Mevrouw Snel heeft een herseninfarct gehad. Vanuit een gemeentelijk project
(pgb Welzijn) kunnen chronisch zieken in aanmerking komen voor een
geldbedrag van maximaal € 450, - voor vrijetijdsbesteding. In dit kader brengen
MEE-consulenten huisbezoeken aan mensen die in aanmerking komen voor het
project, zoals mevrouw Snel. Tijdens het eerste huisbezoek aan mevrouw Snel
en haar man blijkt dat de familie Snel helemaal is vastgelopen. De MEE-consulent
treft een enorme puinhoop aan. Overal verspreide papieren, etensresten en
rommel. De reguliere hulpverlening wil niet meer komen. Ook blijkt dat de
familie Snel een enorme betalingsachterstand heeft bij verschillende
organisaties.
In een aantal huisbezoeken brengt de MEE-consulent in kaart wat bij de familie
Snel nodig is om uit deze negatieve situatie te komen. De problemen, wensen en
mogelijke oplossingen worden door de MEE-consulent geïnventariseerd.
Verschillende zaken worden in onderlinge samenhang bekeken, zoals het wonen,
het huishouden, de financiën, de mobiliteit, de sociale relaties en de
vrijetijdsbesteding.
MEE legt contact met een aantal instanties waaronder de zorgorganisatie voor
geestelijke gezondheidszorg waar mevrouw Snel eerder onder behandeling was
vanwege haar herseninfarct. De MEE-consulent brengt de hulpverlening weer op
gang en brengt de familie Snel in contact met organisaties die ondersteunen bij
het invullen van belastingformulieren. Al snel blijkt dat er veel fiscale voordelen
voor chronisch zieken zijn waarvan de familie Snel niet op de hoogte is. Het geld
dat hierdoor beschikbaar komt, geeft de familie Snel ruimte om hun financiële
problemen aan te pakken. Samen met de familie Snel gaat de MEE-consulent aan
de slag met diverse gemeentelijke regelingen waarvoor zij in aanmerking komen.
Eén daarvan is het project pgb welzijn waardoor invulling gegeven kan worden
aan de vrijetijdsbesteding. De MEE-consulent heeft vastgesteld dat de familie
Snel ook na 2 jaar nog steeds tevreden is, zij hun leven weer op de rails hebben
en dat er een prima contact is met de reguliere hulpverlening.
CLIËNTPROFIEL Familie Snel Mevrouw: 57, Meneer: 72 Chronisch ziek/NAH
Geldzaken enregelgeving
Samenlevenen wonen
Ondersteuning MEE - Signaleren problematiek achter
eenvoudige vraag - Structuur en dagritme aanbrengen in
het gezin - Heractiveren betrokken
hulpverlening - Isolement doorbreken door zinvolle
vrijetijdsbesteding - Tips, adviezen en hulp bij financiële
regelingen
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 12
Persoonlijke baten
De familie Snel is met hulp van MEE in staat geweest de negatieve situatie te
doorbreken. De vastgelopen hulpverlening is weer op gang gebracht. Door de
inzet van MEE is voorkomen dat de familie Snel nog dieper in de problemen
raakt en is zij weer op weg geholpen.
Maatschappelijke baten
De familie Snel is met de gerealiseerde ondersteuning in staat maatschappelijk
te participeren. Met de inzet van MEE is voorkomen dat de situatie uit de hand
loopt en dat er onoverkomelijke financiële problemen zijn ontstaan. Een
eventueel beroep op meer ingrijpende zorg of maatschappelijke voorzieningen is
daarmee voorkomen.
2.4 Gewoon als het kan
Elise is 2 jaar en heeft het Syndroom van Down. Omdat Elise extra zorg nodig
heeft bij de voeding, hebben de ouders er voor gekozen dat Elise overdag altijd
thuis is bij haar moeder. De voeding gaat nu een stuk beter en de ouders willen
graag voor Elise een passende dagbesteding. De ouders zijn door de kinderarts
naar MEE verwezen met het advies om Elise aan te melden voor een plaats op
het Kinderdagcentrum voor kinderen met een beperking.
Samen met de MEE-consulent wordt op een rijtje gezet welke aspecten voor de
ouders van belang zijn in de opvoeding en voor de toekomst van hun kind. Hier
komen twee belangrijke punten uit. Elise moet zoveel mogelijk in contact komen
met de ‘gewone’ buitenwereld en haar zelfstandigheid moet zoveel mogelijk
bevorderd worden. Voor de ouders heeft het eerste punt nu prioriteit omdat
Elise al langer bij moeder thuis is geweest dan de ouders oorspronkelijk hadden
gewenst. De MEE-consulent komt met het voorstel de mogelijkheden van de
peuteropvang in hun eigen wijk te onderzoeken.
De MEE-consulent bereidt met de ouders de gesprekken met de peuteropvang
voor. Er is geïnventariseerd welke zorg hun dochter nodig heeft en wat de
verwachtingen en wensen van de ouders zijn. De ouders willen graag beginnen
met eerst een dag op de peuteropvang. Wanneer het goed gaat willen ze na
enkele maanden dat Elise twee dagen naar de peuteropvang gaat. De ouders
voeren twee gesprekken met de leiding van de peuteropvang. De opvang geeft
aan dat het voor Elise van belang is dat de gewenningsperiode zo kort mogelijk
gehouden wordt en dat ze daarom graag direct met twee dagen willen beginnen.
Na een gesprek met de MEE-consulent komen de ouders en de opvang tot
overeenstemming over een plaatsing die direct met twee dagen start. De MEE-
consulent, de ouders en de opvang spreken af na 2 maanden de plaatsing te
evalueren. Als dan blijkt dat het niet goed gaat met Elise op de peuteropvang
kan alsnog een plaatsing op het Kinderdagcentrum overwogen worden.
CLIËNTPROFIEL Elise 2 jaar Down-syndroom
Ontwikkeling enopvoeding
Leren en werken
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 13
Na twee maanden blijkt dat het met Elise heel goed gaat en zij kan in ieder geval
tot haar vierde verjaardag op de peuteropvang opvang blijven. Ook blijkt dat een
uitbreiding met een dag tot de mogelijkheden behoort.
Persoonlijke baten
De ouders van Elise kunnen beter invulling geven aan hun opvoedingswens. Elise
wordt op de reguliere wijze opgevangen en hoeft niet naar een dagcentrum voor
kinderen met een beperking. Er zijn voorlopig voldoende mogelijkheden om haar
ontwikkeling te stimuleren.
Maatschappelijke baten
Door de ondersteuning van MEE is reguliere opvang gerealiseerd in plaats van
de oorspronkelijk gevraagde AWBZ-zorg (dagcentrum voor kinderen met een
beperking). Uitgaande van een plaatsing van 2 dagen per week in eerste jaar en
3 dagen in tweede jaar kan vastgesteld worden dat sprake is van een besparing
van ruim € 25.000, - . De ‘gewone’ peuteropvang dichtbij huis bevordert
participatie op de langere termijn. De begeleiding van Elise is gedemedicaliseerd
en het proces van problematiseren van de beperking is gestopt. De ouders leren
om verder te kijken dan alleen het medische probleem van Elise. In plaats van
steeds verder in het medische circuit en de gespecialiseerde zorg terecht te
komen, worden de ouders in een ander spoor geleid. Zij kunnen zich meer
richten op participatie van hun dochter. Dit geeft op de lange termijn
besparende effecten.
2.5 Grip krijgen op de situatie
Van een echtpaar hebben beide partners een licht verstandelijke beperking. Bij
elk van hun vijf kinderen is een beperking of stoornis gediagnosticeerd (ADHD,
autisme, spina bifida). Moeder meldt zich bij de huisarts omdat zij het niet meer
ziet zitten. Ze heeft last van depressies en kan de thuissituatie niet meer aan. De
huisarts verwijst moeder door naar MEE.
De MEE-consulent gaat op huisbezoek. Het blijkt dat de ouders niet meer weten
hoe ze met alle problemen van hun kinderen om moeten gaan. Ook zijn er
financiële problemen. De MEE-consulent zet met de ouders alles op een rij. Ze
brengt met hen de situatie in kaart: de problemen, de mogelijke oplossingen en
de betrokken instanties. Ze bespreekt met hen wat een goede aanpak is en
stippelt met hen een traject uit om weer grip te krijgen op de situatie.
De MEE-consulent helpt de ouders bij het krijgen van de benodigde zorg en
ondersteuning. Er komt praktische thuishulp en pedagogische
gezinsbegeleiding. Verder ondersteunt de MEE-consulent de ouders bij de
contacten met de andere bij het gezin betrokken hulpverleners en instanties
(artsen, psychologen, speciaal onderwijs). Op verzoek van de ouders is de MEE-
consulent de spin in het web die overzicht heeft over de gezinssituatie, de
problematiek en de onderling afgestemde inzet van de hulpverleners.
Ondersteuning MEE - Inzicht krijgen in wensen, hulpvraag
en mogelijkheden - Helpen bij het maken van keuzes en
die verwezenlijken - Voorbereiden gesprekken met
professionals - Peuteropvang in de wijk bereid
vinden een kind met een beperking op te nemen
- Ondersteuning in de opvoeding
CLIËNTPROFIEL Gezin 2 volwassenen, 5 kinderen LVG, ADHD, Autisme, LG
Ontwikkeling enopvoeding
Leren en werken
Geldzaken enregelgeving
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 14
Op advies van de MEE-consulent volgen de ouders een cursus 'omgaan met
schulden'. Hierdoor krijgen ze meer grip op hun financiële situatie.
Na verloop van tijd besluiten de ouders te gaan scheiden. De vijf kinderen gaan
bij de moeder wonen. De MEE-consulent ondersteunt het gezin tijdens de
scheiding en geeft advies bij het opvoeden van de kinderen. Hierdoor wordt de
leefsituatie overzichtelijk voor moeder. De MEE-consulent is voor het gezin een
stabiele factor waar indien nodig op teruggevallen kan worden.
Persoonlijke baten
De draagkracht van het gezin is vergroot. Het gezin krijgt meer grip op de eigen
situatie. Gevoelens van onmacht en ‘verdrinken’ zijn verminderd. Vraagstukken
zijn terug gebracht tot behapbare brokken. Het gezin is, weliswaar met
ondersteuning, in staat stapsgewijs de situatie onder controle te brengen en te
houden.
Maatschappelijke baten
Zonder betrokkenheid van MEE was uithuisplaatsing van de kinderen een reële
optie geweest. Deze waren dan terecht gekomen in verschillende pleegzinnen of
instellingen voor jeugdzorg of gehandicaptenzorg. Door het integraal aanpakken
van de problemen is een verergering van de psychische klachten van moeder
voorkomen en daarmee psychiatrische behandeling.
2.6 Aan het werk
Sabine is 27 jaar en zwakbegaafd. Ruim negen jaar geleden is zij, na de
Praktijkschool, met een Wajong-uitkering thuis komen te zitten. Sabine heeft
veel schulden en heeft moeite om haar huishouden te voeren waardoor zowel
Sabine als het huis verwaarlozen. Sabine heeft last van depressieve klachten.
Sabine komt via een vriendin in contact met MEE. De MEE-consulent maakt
samen met Sabine een ondersteuningsplan. Hierin staat welke problemen Sabine
heeft bij het inrichten van haar leven. In het ondersteuningsplan wordt een route
uitgestippeld waarlangs Sabine aan oplossingen kan werken. Het plan geeft aan
wat zij zelf kan en moet doen en welke hulp zij daarbij van MEE en andere
organisaties kan krijgen. Naast de aanpak van de schulden en het organiseren
van het huishouden richt dit zich op het vinden van een geschikte werkplek. Om
te weten te komen wat Sabine voor werk wil doen en waar haar mogelijkheden
liggen, neemt de MEE-consulent een arbeidsinteresse- en capaciteitentest af.
Hieruit blijkt dat Sabine graag met mensen werkt en iets met dienstverlening
doet.
De MEE-consulent legt contact met een verzorgingshuis in de buurt en regelt dat
Sabine aan de slag kan in de huishouding. Sabine krijgt een betaalde baan voor 6
maanden. Om haar baan ook te kunnen behouden en om voortijdige uitval van
Sabine te voorkomen, regelt de MEE-consulent een jobcoach bij een re-
Ondersteuning MEE - Creëren van overzicht en in kaart
brengen van problemen en mogelijke oplossingen
- Coördineren van samenwerking tussen diverse betrokken instanties bij het gezin vanuit integrale aanpak
- Opvoedkundige begeleiding en psychosociale ondersteuning om het gezin weer op de rails te krijgen
- Financieel begeleiden en financiële zaken weer op orde brengen
CLIËNTPROFIEL Sabine 27 jaar Zwakbegaafd
Leren en werken
Samenlevenen wonen
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 15
integratiebedrijf. Deze begeleidt Sabine bij het leren van de benodigde
vaardigheden en het wennen aan het werkritme. Problemen met het werk
kunnen Sabine en haar werkgever met de jobcoach bespreken, zodat tijdig naar
oplossingen gezocht kan worden. MEE blijft betrokken vanwege het inzicht in de
totaalsituatie van Sabine. MEE heeft samen met Sabine de afspraak met het
verzorgingshuis dat als dit half jaar goed gaat, de werkgever het contract
verlengt. Na zes maanden is het contract van Sabine verlengd. Net als bij andere
werknemers wordt met Sabine periodiek bekeken welke andere mogelijkheden
zich binnen deze organisatie voordoen. Ervaring, kennis en vaardigheden
kunnen tot nieuwe kansen leiden, ook eventueel bij een andere organisatie.
Sabine heeft veel plezier in haar werk wat haar veel voldoening geeft. Het
contact met collega’s en bewoners vindt zij fijn. Zij voelt zich gewaardeerd en
merkt dat zij minder vaak ongelukkig of neerslachtig is. Door de regelmaat die
het werk haar biedt, merkt Sabine dat ze ook beter in staat is haar huishouden
op orde te krijgen. Ze heeft meer energie en zin om boodschappen en
huishoudelijke klusjes te doen. Samen met de MEE-consulent is ook een begin
gemaakt met het aanpakken van haar schulden. De inkomsten en uitgaven zijn
op een rijtje gezet. Het is de bedoeling dat Sabine iedere maand een beetje van
haar schulden gaat afbetalen. Sabine heeft er vertrouwen in dat zij met een
vaste baan haar financiële zaken blijvend op orde kan krijgen.
Persoonlijk baten
Sabine is met de inzet van MEE er in geslaagd een positieve wending te geven
aan haar leven. Ze heeft werk gevonden en krijgt haar huishouden en financiën
op orde. Dit geeft haar een goed gevoel.
Maatschappelijke baten
Sabine participeert mede dankzij MEE op de arbeidsmarkt en in de maatschappij.
Met haar werk in het verzorgingshuis draagt zij haar steentje bij aan de
verzorging van ouderen. Doordat zij haar inkomen zelf verdient doet zij geen
beroep meer op een Wajong-uitkering. In de afgelopen jaren heeft UWV haar al
meer dan € 100.000,- uitgekeerd. De werkervaring geeft haar een goede opstap
voor een eigen loopbaan. Hiermee is ook een mogelijke verslechtering van haar
leefsituatie en persoonlijke gezondheid voorkomen. Een verdergaand beroep op
andere collectieve voorzieningen is daardoor niet nodig.
Ondersteuning MEE - Inzicht krijgen in problematiek - Structuur en dagritme aanbrengen - Helpen bij maken van keuzes en die
verwezenlijken - Van Wajong naar betaalde baan
begeleiden - Stimuleren van geloof in eigen
kunnen - Financiële situatie in kaart en op
orde brengen
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 16
2.7 Soms zijn oplossingen zo eenvoudig
Debbie is 10 jaar en heeft een licht verstandelijke beperking. Zij is de oudste
dochter van een jonge moeder in een gezin met vier kinderen. Debbie zit op
speciaal onderwijs. Op school wordt ze gepest en buiten school heeft Debbie ook
veel moeite aansluiting te vinden. Debbie is heel erg druk en heeft soms last van
woede uitbarstingen. Ze vraagt veel extra aandacht binnen het gezin. Moeder is
overbelast en meldt zich bij MEE.
De MEE-consulent gaat op huisbezoek. Na het eerste gesprek stelt de consulent
voor dat het gezin meedoet aan het project informele netwerkondersteuning. In
dit project worden studenten (o.a. MWD, pedagogiek) gekoppeld aan een cliënt
met een ondersteuningsvraag. Dit is een onderdeel van de stage. In dit geval
wordt Lotte, HBO-studente pedagogiek, gevonden. De kennismaking met Debbie
en haar moeder verloopt goed. In een aantal weken ontstaat een goede band
tussen Lotte, Debbie en moeder. Lotte gaat op zoek naar een geschikte
vrijetijdsbesteding in de wijk voor Debbie. Dit geeft moeder meer ruimte om tijd
aan de andere kinderen te besteden.
De inzet van Lotte resulteert in een wekelijks ‘baantje’ voor Debbie bij de
‘Buurtrangers’. Dat is een groepje kinderen uit de buurt dat elke woensdag 1½
uur straatafval prikt voor een hele kleine (symbolische) vergoeding van 0,50
eurocent. Debbie heeft het erg naar haar zin met de andere kinderen en maakt
nieuwe vrienden. Ze heeft genoeg vertrouwen gekregen om ook zonder Lotte er
op uit te gaan.
Persoonlijke baten
Debbie krijgt een positiever zelfbeeld omdat ze nuttig werk doet en omdat ze
tegelijkertijd bouwt aan contacten met andere kinderen. Ze heeft een
vrijetijdsbesteding gevonden die straks ook zonder Lotte kan doorgaan. De
moeder van Debbie heeft elke week enkele uren de tijd om iets te ondernemen
met de andere kinderen.
Maatschappelijke baten De inzet van de student voorkomt dat voor Debbie of haar moeder een beroep
gedaan wordt op de betaalde hulpverlening. Het project informele netwerken
versterkt verder de binding met de wijk. Het project biedt daarnaast
stagemogelijkheden voor studenten. Zo snijdt het mes aan twee kanten. Lotte
doet relevante ervaring op en Debbie en haar moeder hebben er tijdelijk een
waardevolle hulpbron bij.
Ondersteuning MEE - Ondersteunen van informele
netwerken - Matchen van cliënt en stagestudent - Versterken eigen kracht en
bevorderen geloof in eigen kunnen - Stimuleren van vinden van leuke
vrijetijdsbesteding
- Voorwaarden creëren voor het sluiten van vriendschappen
- Organiseren van het ontlasten van moeder
CLIËNTPROFIEL Debbie 10 jaar LVG
Samenlevenen wonen
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 17
2.8 Conclusie: MEE door de ogen van de cliënten De casussen illustreren het uitgangspunt dat mensen met beperkingen in eerste
instantie terecht kunnen bij algemene instellingen en organisaties op het gebied
van onder meer opvoeding, onderwijs, zorg, arbeid en inkomen. De inzet van
MEE is aan de orde als het gaat om complexe problemen en specifieke
deskundigheid en een stelseloverstijgende integrale aanpak vereist zijn:
► Op momenten dat het nodig is,
► verborgen kansen onthullend,
► weer op weg helpend,
► ‘gewoon’ als het kan en speciaal als het moet
► weer grip krijgend op de situatie.
Versterking van eigen kracht en het sociale netwerk in de directe omgeving
dragen bij aan het benutten van de eigen en informele hulpbronnen, alvorens
formele en meer geïnstitutionaliseerde ondersteuning nodig is. Dit is een
wezenlijk en uniek kenmerk van de MEE-ondersteuning.
Regie vanuit de optiek van de cliënt en het organiseren van een samenhangend
ondersteuningsaanbod waarborgen een optimale aansluiting tussen vraag en
oplossing. Cliënten spreken zich positief uit over de bereikte resultaten. Mensen
voelen zich (h)erkend en betrokken. Dit draagt bij aan duurzame oplossingen,
vermindert bureaucratie en bevordert de kwaliteit van leven van mensen met
een beperking.
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 18
3. Het perspectief van de maatschappij
Het vorige hoofdstuk heeft aan de hand van een aantal aan de praktijk ontleende
casussen de waarde van de MEE-dienstverlening voor de individuele cliënt
beschreven. Dit hoofdstuk gaat in op de impact die MEE heeft op de
samenleving. Effecten worden beschreven, gewogen en uitgedrukt in een
‘maatschappelijk rendement’. Dit gebeurt in kwalitatieve en kwantitatieve
termen. Dit hoofdstuk berekent de maatschappelijke baten vanuit een analyse
van financiële kosten en opbrengsten.
Een voorbeeld. De inzet van mantelzorgers of vrijwilligers creëert een
maatschappelijke waarde, doordat hun werk een substitutie biedt voor door
belasting of sociale premies betaalde maatschappelijke voorzieningen (bv. zorg).
Stel dat iedere euro die de overheid investeert in het bevorderen van
mantelzorg de maatschappij het vijfvoudige aan besparing oplevert door de
afname van zorgconsumptie. Dit geeft een maatschappelijk rendement van 1:5.
Hoe gunstiger deze verhouding hoe meer gerechtvaardigd de investering van die
ene (publieke) euro.
In dit hoofdstuk ligt de focus op een aantal maatschappelijke terreinen van de
MEE-dienstverlening. De keuze van onderwerpen is binnen het gegeven
tijdsbestek vooral gebaseerd op de beschikbaarheid van adequate gegevens en
de mogelijkheid voor het maken van reële veronderstellingen. De geselecteerde
onderwerpen hebben betrekking op alle vier vraagprofielen en zijn exemplarisch
voor de totale MEE-dienstverlening.
Het opstellen van een maatschappelijke businesscase is een waarderingsproces
waarin wordt getracht tot de best mogelijke benadering te komen. Uit de
literatuur en praktijk zijn inmiddels afdoende voorbeelden beschikbaar die
aangeven dat de het op vergelijkbare wijze doorrekenen van maatschappelijke
effecten een beproefde en geaccepteerde methode is.4
4 I) Social Return on Investment, Valuing what matters, New Economics Foundation, London, 2004;
II) Meer dan vijfentwintig mBC’s binnen het Transitieprogramma in de Langdurende Zorg, VWS, 2010;
III) Maatschappelijke baten. Deelrapport van de VTV 2010 Van gezond naar beter, RIVM, Utrecht
2010.
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 19
3.1 Van persoonlijke impact naar maatschappelijk effect
Uit het voorgaande hoofdstuk blijkt dat de MEE-dienstverlening belangrijke
persoonlijke baten heeft voor individuele cliënten, hun directe familie en
omgeving. Veel van deze effecten dragen bij aan de ‘kwaliteit van leven’,
individueel geluk, regie over het eigen bestaan en de empowerment van
kwetsbare burgers.
Door het versterken van de eigen kracht en het eigen netwerk kunnen mensen
met een beperking participeren op allerlei maatschappelijke deelterreinen. Het is
daarbij wel van belang naast persoonlijke baten ook het maatschappelijk
perspectief in ogenschouw te nemen. Daarom beoordelen we in dit hoofdstuk de
maatschappelijke effecten van de MEE- dienstverlening. Kwalitatief
beschrijvend, maar op vijf deelterreinen ook geschat in harde euro’s aan
maatschappelijke baten.
De Nederlandse samenleving wil toegankelijk zijn voor mensen met beperkingen.
Hiertoe heeft Nederland zich internationaal verbonden aan het realiseren van
een aantal fundamentele participatiedoelstellingen. In 2006 heeft de VN het
Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap opgesteld. Nederland
heeft dit verdrag in 2007 ondertekend en is voornemens dit in 2010 te
ratificeren. Dit verdrag bekrachtigt de rechten van mensen met een beperking
zoals vrijheid van keuze, onafhankelijkheid, persoonlijke autonomie en de
volledige en daadwerkelijke participatie en opname in de samenleving.
De bijdrage die MEE levert aan het bereiken van het beleidsdoel ‘meedoen’ voor
mensen met beperkingen is een beduidende maar multi-dimensionale
maatschappelijke baat die lastig in kwantitatieve termen is te vertalen. In dit
hoofdstuk belichten wij hiervan enkele deelaspecten, waarbij de som der delen
slechts een fractie van het geheel beschrijft.
3.2 Stakeholders
Bij de analyse van de maatschappelijke baten gaat het om de bijdrage die MEE
levert aan zogeheten stakeholders. Een belangrijke stakeholder in de zin van
strategische partner voor MEE zijn natuurlijk de cliëntenorganisaties. De mBC
hanteert een ander stakeholdersbegrip en richt zich op stakeholders in
financieel-economische zin. Het gaat om het identificeren van effecten die de
MEE-dienstverlening heeft op het functioneren of presteren van andere
maatschappelijke partijen.
Mensen met beperkingen hebben levensbreed en levenslang
ondersteuningsvragen. Afhankelijk van hun beperking, levensfase en
hulpbronnen in hun omgeving kunnen zij behoefte hebben aan ondersteuning op
een of meerdere specifieke levensgebieden.
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 20
De MEE-dienstverlening strekt zich daarom uit over een groot aantal
maatschappelijke deelterreinen (opvoeding en ontwikkeling, leren en werken,
samenleven en wonen, regelgeving en geldzaken). MEE staat vaak aan het begin
van de ondersteuningsketen en weet vanuit de integrale cliëntsituatie ketens
met elkaar te verbinden. Een goede vraagverduidelijking en beeldvorming, in
combinatie met een gecoördineerde inzet van informele en formele
hulpbronnen, leiden tot een zo optimaal mogelijke inzet van maatschappelijke
middelen. MEE is daarmee de netwerkpartner in de keten voor veel andere
maatschappelijke partijen: landelijke, regionale en lokale overheden,
uitvoeringsorganisaties, instellingen (zorg, onderwijs, jeugdzorg, welzijn, arbeid)
en instanties als politie en justitie.
De navolgende paragraaf beschrijft voor een aantal stakeholders in kwalitatieve
termen de baten van de MEE-dienstverlening. Daaropvolgend is er voor een
aantal van deze effecten een kwantitatieve onderbouwing gegeven.
3.3 Kwalitatieve effecten
Deze paragraaf bevat een opsomming van effecten van de MEE-dienstverlening
voor een selectie van stakeholders:
► Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
► Programmaministerie voor Jeugd en Gezin;
► Ministerie van Justitie;
► Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
► Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
► Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
► Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
► Ministerie van Verkeer en Waterstaat;
► Gemeenten;
► Zorgverzekeraars (Zvw) en Zorgkantoren (AWBZ).
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 21
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Programmaministerie
voor Jeugd en Gezin
► verminderd beroep op (zwaardere) geïndiceerde AWBZ-zorg en jeugdzorg
► voorkomen van escalatie en crisissituaties (preventief)
► door vroegsignalering voorkomen en verminderen van ondersteunings-
en zorgbehoefte in latere levensfases
► betere aanpak van multiprobleem-situaties
► kortere, snellere en betere (stelseloverstijgende) ketens van begeleiding,
zorg en ondersteuning
► snellere indicatiestelling door CIZ en Bureaus jeugdzorg door goede
voorbereiding door MEE in het kader van de vraagverduidelijking
Ministerie van Justitie en Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties
► minder jeugdproblematiek door vroegtijdige onderkenning en
ondersteuning (criminaliteit, vandalisme, drugsgebruik, loverboy-
problematiek)
► minder ondertoezichtstellingen
► minder huisuitzettingen, minder maatschappelijke overlast en minder
schuldproblematiek
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
► meer gebruik van reguliere kinderopvang en minder gebruik
gespecialiseerde kinderopvang
► een effectievere en efficiëntere aansluiting tussen regulier en speciaal
onderwijs
► minder voortijdig schoolverlaten
► snel oppakken van signalen op school over mogelijke problemen in de
thuissituatie
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
► toeleiden van mensen met een beperking naar passende arbeid en
daardoor lager beroep op regelingen als Wajong, sociale
werkvoorziening, WW en bijstand
► snellere claimbeoordeling door UWV Werkbedrijf door MEE voorbereiding
► ondersteuning van werkgevers, inkomensverzekeraars en werknemers bij
re-integratie van medewerkers met een beperking
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
► een betere toegankelijkheid en beschikbaarheid van huisvesting en
woonvoorzieningen voor mensen met een beperking
► een meer op mensen met beperkingen toegespitste
verkeersinfrastructuur: een betere toegankelijkheid en beschikbaarheid
van mobiliteitsvoorzieningen
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 22
Gemeenten
► grotere maatschappelijke participatie door betere toegankelijkheid van
algemene voorzieningen (o.a. welzijn, sport en vrije tijd) voor mensen
met een beperking
► vergroten van samenhang van gemeentelijke voorzieningen voor mensen
met een beperking
► ontlasten en ondersteunen mantelzorgers/familie
► ondersteunen bij het functioneren van Wmo-loketten, Centra voor jeugd-
en gezin en de inclusieve samenleving
Zorgverzekeraars (Zvw)/Zorgkantoren (AWBZ)
► betere inzet van langdurende en kortdurende zorg door vermindering van
verkeerde bed-problematiek en verkeerde loket-problematiek
► realiseren van ketenzorg
► signaleren van knelpunten in zorgaanbod
► minder zorgconsumptie door mensen met beperkingen door vroegtijdige
signalering en preventie
► verminderd beroep op huisartsen
3.4 Kwantitatieve effecten
Bovenstaande uitwerking van maatschappelijke effecten geeft een goed beeld
van de preventieve en substituerende werking van MEE. In de komende
paragraaf bouwen we hierop verder met een kwantificering van een aantal
specifieke maatschappelijke baten (effecten).
Per onderdeel zijn de kengetallen benoemd om inzicht te krijgen in de omvang
en impact van de gemaakte of bespaarde kosten. De getallen zijn zorgvuldig tot
stand gekomen door gezamenlijke inbreng en weging van het expertteam en de
klankbordgroep. Per voorbeeld is er een omschrijving van de baat gegeven, een
overzicht van bijbehorende maatschappelijke kosten, de kosten van MEE en een
concluderende kwantificering van de baat5. Elk voorbeeld wordt in hoofdstuk
vier voorzien van de bredere context van de MEE dienstverlening.
3.4.1 De kost gaat voor de baat: geïndiceerde dagbesteding & ondersteuning
MEE ondersteunt jaarlijks ruim 41.000 cliënten bij hun aanvraag voor
geïndiceerde ondersteuning door andere organisaties. In ongeveer 60% gaat het
om het verbeteren van de thuissituatie. Bij 7.380 cliënten (30%) kan MEE een
beroep op geïndiceerde ondersteuning als logeren en dagbesteding voorkomen,
verminderen of uitstellen. Voor de berekening zijn de volgende kengetallen
gebruikt:
5 De berekeningen die hieraan ten grondslag liggen zijn omwille van leesbaarheid en complexiteit niet
afgebeeld maar op verzoek beschikbaar.
Ontwikkeling enopvoeding
Samenlevenen wonen
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 23
- Logeeropvang: gem. 2 dagen in de week: €1.277,64 per cliënt per jaar
- Logeeropvang: 50% geen gebruik logeeropvang, 50% pas na 2,5 jaar
- Dagbesteding: 102 dagen op jaarbasis gemiddeld, €6.324 per cliënt
- Dagbesteding: 1/3 niet; 1/3 2,5 jaar later 1/3 één dagdeel in plaats van vier
- Beide groepen: Gemiddeld 5 jaar à €1.500 extra ondersteuning thuis
- Beide groepen: kosten MEE traject: éénmalig €1.500
Op basis van bovenstaande aannames leidt dit na weging en berekening tot een
baat van €38.800.000 bij het voorkomen van geïndiceerde ondersteuning en
dagbesteding.
Verder biedt MEE op jaarbasis aan 7.900 cliënten kortdurende ondersteuning.
Bij 1.975 cliënten (25% van deze groep) leidt dit tot geen beroep, een lager of
een later beroep op meer intensieve ondersteuningsvormen. De kengetallen zijn
als volgt:
- Kortdurende begeleiding: -15% van de ZZP kosten à €9.581 per jaar,
- Looptijd gemiddeld 10 jaar
- Kortdurende begeleiding: kosten MEE traject: eenmalig €3.000.
Na weging en berekening levert het voorkomen van intensieve
ondersteuningsvormen een maatschappelijke baat op van €183.300.000.
3.4.2 Regulier in plaats van speciaal: opvang & onderwijs
Van de ruim 3.200 cliënten die MEE jaarlijks begeleidt naar kinderdagopvang
gaan zo’n 428 cliënten naar de reguliere kinderopvang. De helft (214) daarvan
zou zonder de inzet van MEE naar de speciale kinderopvang zijn gegaan. Enkele
kengetallen voor de berekening zijn:
- (Kinder-)dagverblijf AWBZ: €20.000 per jaar (Nza);
- De kosten MEE traject bedragen €1.225
- Reguliere dagopvang: €15.000 per jaar waarvan €7.500 voor overheid;
De weging en berekening duiden op een baat van €9.700.000 als gevolg van de
inzet van MEE.
MEE begeleidt bijna 2.100 cliënten per jaar naar het basisonderwijs. Bij
tweederde van de cliënten is dat speciaal onderwijs. Eenderde van de cliënten
neemt deel aan het regulier onderwijs. De helft hiervan (342 cliënten) zou dat
zonder MEE niet gedaan hebben en eveneens naar het speciaal onderwijs zijn
gegaan. Enkele kengetallen:
- Kosten ‘niet-zorg-leerling’ in het regulier onderwijs: €8.400 (CPB)
Baten logeren & dagbesteding:
€38.800.000
Baten intensieve ondersteuningsvormen:
€183.300.000
Leren en werken
Baten gespecialiseerde kinderopvang:
€9.700.000
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 24
- Speciaal onderwijs totaal: €24.400; regulier + rugzak: €14.500 - 26.500
- De kosten MEE traject bedragen eenmalig €4.300
- Alle MEE cliënten in het regulier onderwijs hebben een ‘rugzak’
- Conservatieve besparingsperiode is 6 jaar
Voor 342 leerlingen leidt dit na weging en berekening tot een maatschappelijke
baat van €18.800.000 als gevolg van de inzet van MEE.
3.4.3 Meewerken & meedoen: arbeid
In dit rekenvoorbeeld gaat het om mensen die uitstromen uit het (speciaal)
onderwijs of een (Wajong-)uitkering hebben. Ruim 1760 cliënten (45%) begeleidt
MEE naar een reguliere werkplek. De helft was daar zonder MEE ook gekomen,
de andere 880 cliënten doet een beroep op Wajong, een beschutte werkplek, of
dagbesteding AWBZ. De berekening is opgezet vanuit gegevens van MEE in
combinatie met de volgende kengetallen:
- Wajong uitkering: €10.500 per jaar
- WSW plek netto met verrekening opbrengsten: €24.000 (SEOR, 2005)
- Dagbestedingsplaats AWBZ: €20.000 per jaar
- Verhouding Wajong: WSW : AWBZ = 5 : 4 : 1
- Conservatieve schattting: 8 jaar geen beroep op speciaal werk/inkomen
- De kosten MEE traject bedragen eenmalig €1.390
Weging en berekening leiden tot een maatschappelijke baat van €108.800.000
als gevolg van de inzet van MEE.
3.4.4 Voorkomen is beter dan genezen: overlast & criminaliteit
Veel maatschappelijke problemen als overlast, vandalisme en criminaliteit
worden veroorzaakt door mensen met een beperking. De groep met een (licht-)
verstandelijke beperking, een autistische aandoening of niet-aangeboren
hersenletsel (NAH) is ‘oververtegenwoordigd’. Antisociaal gedrag bij jeugdigen is
een goede voorspeller voor maatschappelijke kosten (Scott e.a., 2001). Juist bij
deze groep zijn meerkosten te bestrijden op de terreinen justitie en politie,
onderwijs, sociale zekerheid, gezondheidszorg en welzijn.
- Meerkosten antisociaal gedrag zijn €15.713 in 10e tot 28e levensjaar
- Op basis van prevalentiecijfers: 2.500 MEE-cliënten
- Bij 1 op de 10 is 50% te besparen, bij 4 op de 10 is 25% te besparen
- De kosten MEE traject bedragen gemiddeld €1.462
Dit leidt tot een maatschappelijke baat van ruim €5.900.000 voor de hier
benoemde doelgroep.
Baten speciaal onderwijs:
€18.800.000
Baten Wajong, WSW of dagverblijf AWBZ:
€108.800.000
Baten overlast en criminaliteit:
€5.900.000
Leren en werken
Ontwikkeling enopvoeding
Samenlevenen wonen
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 25
3.4.5 Eigen huis en haard: huisuitzetting & schulden
Financiële problemen kunnen verder escaleren en leiden tot problematische
schulden en huisuitzettingen bij de MEE doelgroep. Landelijk hadden in 2009
zo’n 4.925 MEE-cliënten (=4,8%) een hulpvraag op het gebied van
schuldhulpverlening. De aanpak hiervan is complex en gevarieerd.
Brongegevens vanuit de MEE organisaties over de hierop gerichte diensten (bij
crisis/geen crisis, preventie etc.) geven ons een goed beeld van de kosten. De
kengetallen voor deze baat zijn:
- Schulden, bij 25% gem. €7.500 aan oninbaar/incassoschulden; €2.000 aan
nutsvoorzieningen; €4.000 overige crediteuren en €1.000 voorkomen
schuldhulp
- Huisuitzetting: bij 25% 7.500 kosten uitzetting, €1.500 herhuisvesting
- Huisuitzetting: bij 10% maatschappelijke opvang: €29.000
- Huisuitzetting: bij 8% extra bijstand à gem. €9.500
- De kosten MEE traject bedragen gemiddeld €2.679
Voor de berekening is gebruik gemaakt van verhoudingen uit de studie van het
ISVH naar het rendement van integrale schuldhulpverlening (2007). Per saldo
leidt het voorkomen van schulden en huisuitzetting tot een baat van
€24.500.000,- op jaarbasis.
3.5 Impactkaart
Onderstaande figuur vat de in dit hoofdstuk voor een select aantal onderwerpen
berekende kwantitatieve impacts van de MEE-dienstverlening samen:
In totaal leiden de vijf voorbeelden tot een ingeschat jaarlijks maatschappelijk
rendement van ongeveer €390 miljoen euro.
3.6 Conclusie: maatschappelijke baten MEE
In dit hoofdstuk zijn de maatschappelijke effecten van de MEE-dienstverlening in
kwalitatieve en kwantitatieve termen beschreven. De dienstverlening van MEE
heeft baten voor een groot aantal stakeholders. De baten strekken zich uit over
diverse maatschappelijke domeinen of deelterreinen. De uitgewerkte
Onderwerp Maatschappelijk effect Baten
De Kost gaat voor de Baat Lager beroep op logeeropvang en dagopvang € 38.800.000
Lager beroep op intensievere ondersteuningsvormen € 183.300.000
Regulier in plaats van Speciaal Voorkomen gespecialiseerde kinderopvang € 9.700.000
Voorkomen speciaal onderwijs € 18.800.000
Meewerken en Meedoen Voorkomen Wajong, Wsw of dagverblijf AWBZ € 108.800.000
Voorkomen beter dan Genezen Verminderen kosten overlast en criminaliteit € 5.900.000
Eigen Huis en Haard Voorkomen (bijkomende) kosten huisuitzetting en schulden € 24.500.000
Totaal maatschappelijke baten: € 389.800.000
Baten huisuitzetting & schulden:
€24.500.000
Geldzaken enregelgeving
Samenlevenen wonen
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 26
voorbeelden op alle vier de vraagprofielen laten zien dat MEE substantiële
maatschappelijke baten bereikt. Bij de berekening van de kwantitatieve baten
van de voorbeelden is door het expertteam en de klankbordgroep een
inschatting aangehouden van de betrokken aantallen cliënten, aan MEE toe te
rekenen impact, kosten, opbrengsten en impactperiode.
Het totale rendement van de beschreven onderdelen is ingeschat op €390
miljoen. De maatschappelijke baten van de totale MEE-dienstverlening zijn nog
groter (zie §4.2).
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 27
4. De case van MEE
In de vorige hoofdstukken zijn de baten voor de cliënten van MEE en het
maatschappelijke rendement van de MEE-dienstverlening tot uitdrukking
gekomen. Dit in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin.
4.1 De publieke waarde van MEE
De MEE-dienstverlening heeft persoonlijke baten voor individuele cliënten.
Verder hebben verschillende stakeholders op uiteenlopende maatschappelijke
terreinen voordelen bij de MEE-dienstverlening.
Op basis van de vijf exercities in voorgaand hoofdstuk geven de komende
paragrafen een verdieping op wat MEE kan betekenen voor mensen met een
beperking waarbij het gaat om: 1) de kost gaat voor de baat, 2) regulier in plaats
van speciaal, 3) meewerken en meedoen 4) voorkomen is beter dan genezen en
5) eigen huis en haard.
4.1.1 De Kost gaat voor de baat
De ondersteuning van MEE richt zich op het verbeteren van de thuissituatie van
cliënten. Kortdurende begeleiding leidt tot het versterken van de draagkracht
van cliënten en gezinnen. Advisering, nieuwe vaardigheden en psychosociale
interventie dragen bij aan een betere acceptatie van beperkingen, reële
verwachtingen en voorkomen zo in veel gevallen escalatie van problemen.
Ouders en gezinsleden van mensen met beperkingen zijn daardoor beter in staat
om te gaan met de situatie.
De draaglast van het gezin kan verbeteren door extra ondersteuning in de
thuissituatie te organiseren, zoals thuiszorg (hulp in het huishouden,
persoonlijke verzorging ), woningaanpassingen of andere voorzieningen te
realiseren. MEE coördineert vanuit een integrale beoordeling van de
gezinssituatie en in overleg met de cliënt de aanvraag van de benodigde
vormen van ondersteuning.
Doordat MEE vooraan in de keten zit en laagdrempelig opereert is een beroep
op andere, meer intensieve en ingrijpende ondersteuning, in een deel van de
cliëntsituaties te voorkomen. Het ging in dit voorbeeld met name om
geïndiceerde (structurele) logeeropvang en dagverblijf, maar op alle terreinen is
dit effect zichtbaar. Het direct bieden van oplossingen die ruimte creëren in de
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 28
thuissituatie maakt een langdurig beroep op duurdere ondersteuning overbodig,
vermindert deze of stelt die uit.
4.1.2 Regulier in plaats van speciaal
Het is de bedoeling dat mensen met beperkingen zoveel mogelijk gebruik kunnen
maken van reguliere voorzieningen. Dit gaat niet altijd vanzelf. In dit voorbeeld
is de kinderopvang en het onderwijs belicht. MEE begeleidt gezinnen met
kinderen met beperkingen bij het vinden van een gepaste plek in de
samenleving, gericht op maximale ontplooiing en participatie.
Naast de directe ondersteuning van het gezin en het kind richt de inzet van MEE
zich op het contact en unieke netwerk met instellingen. Verder gaat het om het
inbrengen van expertise en consultatie. MEE realiseert hiermee in concrete
individuele situaties daadwerkelijk de inclusieve samenleving en werkt aan de
randvoorwaarden daarvoor.
4.1.3 Op weg naar arbeid
Mensen met beperkingen kunnen met hulpvragen op het gebied van arbeid
terecht bij MEE. Jaarlijks melden zich bij MEE 7.500 cliënten met uiteenlopende
hulpvragen rondom arbeid. Bij de helft probeert MEE deze cliënten te begeleiden
naar geschikt en betekenisvol werk. MEE is ook hier, net als bij de andere
dienstverlening de netwerkpartner in de keten.
Doordat deze cliënten regulier aan het werk gaan, doen zij geen onnodig beroep
op dure voorzieningen zoals een Wajong-uitkering, komen zij alsnog in
aanmerking voor een beschutte werkplek (sociale werkvoorziening, Wsw) of
maken zij gebruik van dagbesteding AWBZ. MEE speelt in op de behoeften en
potentie van de cliënt: regulier waar kan en speciaal waar het moet.
4.1.4 Voorkomen is beter dan genezen
Veel maatschappelijke problemen als overlast, vandalisme en criminaliteit
worden veroorzaakt door mensen met een beperking. Relatief vaak gaat het om
personen die een licht verstandelijke beperking hebben. Daardoor is MEE de
aangesproken en vrijwel enige instantie met de kennis en expertise om
succesvol vroegtijdig in te grijpen bij antisociaal gedrag.
Deels komt de ‘oververtegenwoordiging’ door in de beperking gelegen factoren
bij de persoon: niet meekomen, gevoeliger voor ‘verleidingen’ of het niet
erkennen en versluieren van cognitieve beperking door verbaal optreden.
Andere factoren vloeien voort uit de omgeving: niet (tijdig) herkennen van
beperking en daaruit voortvloeiende problematiek, niet om kunnen gaan met
beperking (instrumenten/expertise/vaardigheden hulpverlener of functionaris)
en de steeds hogere eisen die de maatschappij aan mensen stelt.
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 29
Antisociaal gedrag bij jeugdigen is een goede voorspeller voor maatschappelijke
kosten op allerlei sociaal-maatschappelijke terreinen waardoor
jeugddelinquentie of deelname aan het criminele circuit op de loer ligt.
Gedragingen met als uitersten stelen, liegen, brandstichten, weglopen,
oneerlijkheid, vernielen, wreedheid naar dieren en mensen, verkrachten,
excessief gebruik van geweld of zelfs gewapende overvallen kunnen leiden tot
maatschappelijke meerkosten bij: justitie en politie, onderwijs, sociale zekerheid,
gezondheidszorg en welzijn. Met name bij de MEE doelgroep zijn deze
meerkosten grotendeels te vermijden.
De inzet van MEE richt zich op het voorkomen of verminderen van de negatieve
spiraal door een vroegtijdige herkenning van de beperking. Zij biedt
ondersteuning aan persoon én omgeving bij het omgaan met de beperking en
daaruit voortvloeiende problematiek zoals antisociaal gedrag.
4.1.5 Eigen huis en haard
Financiële problemen zijn een indicator voor maatschappelijke problemen als
schulden, huisuitzettingen en maatschappelijke overlast. Vaak is sprake van een
complex van factoren waar MEE zijn dienstverlening op richt. Regelmatig is
niet (tijdig) onderkend dat een falen (zoals bij schuldaflossing) niet een
mentaliteitskwestie is, maar dat onderliggende problematiek en onvermogen
de oorzaak zijn. Financiële problemen kunnen verder escaleren en leiden tot
problematische schulden en huisuitzettingen.
Tot de categorieën mensen die bijvoorbeeld met huisuitzetting te maken krijgt
behoren verhoudingsgewijs veel (potentiële) cliënten van MEE. Mensen met
(licht-)verstandelijke beperkingen, een lichamelijke beperking, een autistische of
bijkomende problematiek. Een deel van deze (potentiële) cliënten is (nog) niet in
staat zich financieel te handhaven door de beperking (verstandelijk vermogen)
of daaruit voortkomende situatie (verdiencapaciteit, inkomenssituatie,
meerkosten handicap).
De inzet van MEE is afhankelijk van de behoefte en context verschillend van
aard. Het kan gaan om crisissituaties of een situatie waarin MEE preventief
handelt. Werken aan het verbeteren van de inkomenssituatie (werk/uitkering),
het omgaan met geld (budgettraining, begeleiding) of ondersteuning bij
schuldhulpverlening zijn voorbeelden van het brede pakket aan dienstverlening.
MEE kent de keten en betrekt maatschappelijke organisaties en hun specifieke
expertise, maar werkt vooraleerst aan de sociale en maatschappelijke
steunsystemen rondom de cliënt zelf.
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 30
4.2 Het maatschappelijke effect van MEE
De in deze mBC berekende kwantitatieve effecten betreffen een deel van de
totale MEE-cliënten en MEE-dienstverlening. Van belang is het besef dat de
individuele baten in termen van kwaliteit van leven, geluk of gezondheidswinst
niet meegenomen zijn in de berekeningen.
Deze vaak indirecte effecten in zowel maatschappelijke maar vooral persoonlijke
baten geven kleur en betekenis aan de selectie in deze mBC. Het vormt vooral
ook de reden waarvoor op zo’n 70 kantoren door ruim 3.600 medewerkers
iedere dag de vragen, wensen en behoeften van meer dan 100.000 cliënten
beantwoord en vervuld worden.
De totale geschatte maatschappelijke baat van € 390 miljoen in voorgaand
hoofdstuk heeft direct betrekking op 17.000 cliënten. Het gaat om jaarlijks
terugkerende baten. Van belang hierbij is de overlap, prevalentie, incidentie en
maatschappelijke impact van casuïstiek op waarde te schatten.
Het expertteam vindt een conservatieve aanname gerechtvaardigd dat binnen
de MEE populatie gelijksoortige problematiek drie maal zoveel voorkomt, echter
dat het maatschappelijk effect van MEE (gecorrigeerd voor de kosten van haar
diensten) tenminste een factor twee maal zo groot is. Omdat de vraag van een
cliënt vaak meerdere aspecten omvat (meerdere levensgebieden en
levensfasen), werkt MEE stelseloverstijgend. MEE is er voor de complexere
vraagstukken. Daar kan zij de meeste waarde toevoegen. In andere situaties kan
de impact van MEE minder direct herleidbaar zijn of lager.
Dit betekent dat, met een macro budget van €180 miljoen, conservatief
ingeschat, elke geïnvesteerde euro zichzelf minimaal vier keer terugverdient.
MEE is in diverse trajecten momenteel bezig om haar meerwaarde verder te
onderbouwen. Bij het beschikbaar komen van gegevens zal MEE deze aan haar
stakeholders ter beschikking stellen.
Ma
ats
cha
pp
elijk
eb
ate
n(€
mln
)
Aantal cliënten
17.000 51.000 100.000 +
390
780
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 31
4.3 Conclusie: MEEr waarde voor individu & maatschappij
De individuele ondersteuning van MEE, gericht op mensen met een beperking en
anderen in hun omgeving, heeft als doel hun eigen kracht zodanig te versterken
dat zij zichzelf kunnen redden, de regie over hun eigen leven kunnen voeren en
mee kunnen doen in de samenleving. Haar maatschappelijke taken daarbij
gericht op het bereiken van een inclusieve samenleving.
Geconstateerd wordt dat voor een groeiende groep, mede als gevolg van de
bezuinigingen, de zelfredzaamheid een belangrijk aandachtspunt wordt.
Uitgangspunt is de vraag van de cliënt, zijn mogelijkheden en beperkingen.
Omdat de vraag van een cliënt vaak meerdere aspecten omvat (meerdere
levensgebieden en levensfasen), werkt MEE stelseloverstijgend. MEE is er voor
de complexere vraagstukken. Met algemene vragen kunnen ook mensen met een
beperking terecht bij het Wmo-loket, het Centrum voor Jeugd en Gezin, het
Werkbedrijf, scholen, enz.
MEE werkt daarbij aanvullend, als netwerkpartner in de ketens, op die
momenten dat complexe vraagstukken de specifieke MEE-expertise over
beperkingen vereisen. De casuïstiek uit dit document op zowel cliëntniveau als
maatschappelijk niveau toont ons daarbij de publieke waarde van MEE.
_______________________________________________________________________
Conclusie:
Deze mBC geeft externe stakeholders inzicht in de waarde van de MEE-
cliëntondersteuning. Het laat in zeven sprekende cliëntcases en vijf
waardevolle maatschappelijke voorbeelden zien dat de onafhankelijke
expertise van MEE, de integrale stelseloverstijgende benadering en de
persoonlijke, levensbrede en levenslange focus op zelfredzaamheid en
meedoen een onvervangbare publieke waarde heeft.
_______________________________________________________________________
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 32
Bijlagen
► Literatuurlijst
► Samenstelling expertteam en klankbordgroep
► Lijst met afkortingen
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 33
Literatuurlijst
► Berenschot e.a., Onderzoek naar preventieve functie van MEE-
cliëntondersteuning t.o.v. de zorg, Erasmus Universiteit Rotterdam,
Universiteit van Tilburg, Utrecht, 31 oktober 2006.
► CPB, Zorg om zorgleerlingen. Een blik op beleid, aantal en kosten van
jonge zorgleerlingen. CPB document, No 192, Den Haag, november
2009.
► Ernst&Young, Toolbox Maatschappelijke Businesscase (mBC),
Transitieprogramma In de langdurende zorg, Utrecht, 2009.
► HHM, Zorgzwaartepakketten sector Gehandicaptenzorg 2010, Hoeksma,
Homans & Menting, Enschede, 30 juni 2009.
► ISHV, Maatschappelijk rendement Integrale Schuldhulpverlening,
Volkskredietbank Noordoost Groningen e.a., Appingedam, november
2007.
► Lieverse, G., Preventie van huisuitzettingen; een verkenning naar de
mogelijkheden van een preventieve aanpak van huisuitzettingen in
Haarlem, Utrecht, NIZW, 2000.
► Scott, S., e.a., Financial cost of social exclusion: follow up study of
antisocial children into adulthood, British Medical Journal, July 2001.
► Stichting MAAT Maatschappelijke Business Case (mBC)
Ondersteuningsteams: onafhankelijke vraagoplossers in de wijk,
Nijmegen, 2010.
► MEE-organisaties/MEE Nederland, Cliëntcasussen preventie werking MEE,
2009-2010.
► MEE-organisaties/MEE Nederland, De visie op cliëntondersteuning MEE,
Utrecht, maart 2010.
► MEE-organisaties/MEE Nederland, Gegevens Voorjaars- en
Najaarsmonitors MEE, Utrecht, 2007-2009.
► MEE-organisaties/MEE Nederland, Managementinformatie individuele
MEE-organisaties, 2008-2009.
► MEE-organisaties/MEE Nederland, Rapportage Analyse
dienstenstructuur, Utrecht, 18 mei 2009.
► Ministerie van VWS: Regeling van de Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2 december 2009, nr.Z/VU-
2973111, houdende wijziging van de Regeling subsidies AWBZ in
verband met aanpassingen ten behoeve van het jaar 2010 en wijziging
van een andere regeling, Staatscourant 2009 nr.18877, 10 december
2009.
► NZa, Onderzoeksrapport Elke dag goed besteed, Onderzoek dagbesteding
gehandicaptenzorg, januari 2008.
► NZa, Prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten,
beleidsregel CA-395, NZa, 2010.
► SEO, Tijdsinzet en productiviteit van MEE-organisaties, SEO economisch
onderzoek, Amsterdam, juli 2009.
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 34
► SEOR, Kosten perSW-plaats, SEOR, Erasmus Universiteit Rotterdam,
Rotterdam, februari 2005.
► Taskforce Kinderopvang/Onderwijs, Rapportage Taskforce
Kinderopvang/Onderwijs, Werkgroep Financiering en Economie, maart
2010.
► UWV, Kennismemo Kwantitatieve overwegingen bij de nieuwe Wajong,
Amsterdam, 11 juli 2008.
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 35
Samenstelling expertteam & klankbordgroep
Expertteam
1. Dhr. drs. L.P. van Felius
Ernst & Young Advisory
2. Dhr. dr. W.H.E. Buntinx
Buntinx Training & Consultancy
3. Dhr. drs. P.A.M. van den Broek Van den Broek Advies & Interim
Klankbordgroep
1. Mw. N.M. Degenhart
MEE Utrecht, Gooi en Vecht
2. Dhr. W. Feijten
MEE Nederland
3. Mw. dr. D.G.F.M. Gorgels
MEE Nederland
4. Mw. K. van der Meulen
MEE Nederland
5. Dhr. drs. L.J.A.M. Middelhoff
MEE Zuidoost Brabant
6. Mw. drs. C. Piket
MEE Gelderse Poort
7. Mw. I. Reuling
MEE Veluwe
8. Dhr. mr. H. de Vos
MEE Zuid-Holland Noord
9. Mw. M.A.M. de Valk
MEE IJsseloevers
10. Mw. A. Wiericx
MEE West-Brabant
MEE als publieke waarde
Alle rechten voorbehouden - Ernst & Young 36
Lijst afkortingen
ADHD = Attention Deficit Hyperactivity Disorder, oftewel
aandachtstekort/hyperactiviteitstoornis
AWBZ = Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BJZ = Bureau Jeugdzorg
CIZ = Centrum Indicatiestelling Zorg
CJG = Centrum voor Jeugd en Gezin
CPB = Centraal Plan Bureau
HBO = Hoger beroepsonderwijs
IQ = Intelligentiequotiënt
ISHV = Integrale schuldhulp verlening
J&G = Ministerie voor Jeugd en Gezin
LG = Lichamelijk gehandicapt
LVG = Licht verstandelijk gehandicapt
mBC = maatschappelijke businesscase
MEE = MEE is geen afkorting, maar drukt eerst en vooral uit wat
met het voorvoegsel ‘mee’ wordt bedoeld: meedoen,
meehelpen, meepraten, meepraten…
MEE staat voor ‘samen doen’ in de samenleving. MEE staat
voor onafhankelijke ondersteuning aan burgers met een
beperking, chronische aandoening en/of
ontwikkelingsachterstand.
MWD = Maatschappelijk werk en dienstverlening
NAH = Niet aangeboren hersenletsel
OCW = Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Pgb = Persoonsgebonden budget
RIVM = Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
SEOR = Zelfstandig onderzoeksbureau dat opereert onder de paraplu
van de Erasmus Universiteit Rotterdam als onderdeel van de
Erasmus School of Economics
SZW = Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
UWV = Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
VG = Verstandelijk gehandicapt
Vmbo = Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
VN = Verenigde Naties
VROM = Ministerie van Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en
milieubeheer
VWS = Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
V&W = Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Wet Wajong = Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten
Wmo = Wet maatschappelijke ondersteuning
Wsw = Wet sociale werkvoorziening
WW = Werkloosheidswet
ZAT = Zorgadviesteam
ZMOK = Zeer moeilijk opvoedbare kinderen
Zvw = Zorgverzekeringswet