Medische Innovatie

12
Multiple Sclerose Blijven bewegen, tot op de top van de Machu Picchu Juveniele artritis Kies voor een multi- disciplinaire aanpak Depressie Nooit eerder zoveel mensen thuis met depressie DEZE THEMABIJLAGE WORDT GEPUBLICEERD DOOR MEDIAPLANET EN VALT NIET ONDER DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE REDACTIE VAN DE STANDAARD MEDISCHE INNOVATIE Lees meer over het leven van de jonge student Maarten Janse na zijn hartaanval VOETBALLEN MET EEN INTERNE DEFIBRILLATOR DIE EXTRA AANDACHT VEREISEN 4 AANDOENINGEN 14 november Volgende week is Werelddiabetesdag Diabetes type 2 366 miljoen mensen getroffen

description

Themabijlage Medische Innovatie van Mediaplanet, verschenen in De Standaard op 6 november 2012.

Transcript of Medische Innovatie

Page 1: Medische Innovatie

Multiple ScleroseBlij ven bewegen, tot op de top van de Machu Picchu

Juveniele artritisKies voor een multi-disciplinaire aanpak

DepressieNooit eerder zoveel mensen thuis met depressie

DEZE THEMABIJ LAGE WORDT GEPUBLICEERD DOOR MEDIAPLANET EN VALT NIET ONDER DE VERANTWOORDELIJ KHEID VAN DE REDACTIE VAN DE STANDAARD

MEDISCHEINNOVATIE

Lees meer over het leven van de jonge student Maarten Janse na zijn hartaanval

VOETBALLEN MET EEN INTERNE DEFIBRILLATOR

DIE EXTRA AANDACHT VEREISEN

DIE EXTRA

4AANDOENINGEN

14 novemberVolgende week is Werelddiabetesdag

Diabetes type 2366 miljoen mensen getroffen

Page 2: Medische Innovatie

2 · NOVEMBER 2012

UITDAGING

Onze contreien in het kloppende hart van innovatie

“Geen enkele medische discipline is momenteel te stuiten in haar streven naar innovatieve oplossingen voor de preventie en behandeling van ziekten. Maar als we even een trotse blik willen richten op bodemeigen welslagen, dan zijn de biofarmaceutische middelen ongetwijfeld een prioritair onderwerp”, zegt Christine Vanormelingen van pharma.be.

Sinds het prille de-buut van deze the-rapeutische lijn spelen vorsers van bij ons hierin een baanbrekende rol. Meer nog, tot op he-

den kunnen we bogen op een sta-tuut van voortrekker bij de verdere ontplooiing van het betrokken do-mein.

Eiwitten aan de lopende band

1 Biofarmaceutische genees-middelen hebben als specifi ek

kenmerk dat ze worden aange-maakt door levende organismen, in tegenstelling tot de ‘klassieke’ ge-neesmiddelen, die aan chemische synthese ontspruiten. De eerste doorbraak op het vlak van biofar-maceutica was de ontwikkeling en het gebruik van recombinant DNA. Hiermee kunnen we voortaan een stukje DNA van een mens inbou-wen bij een bacterie of een niet-hu-mane cel, die daardoor een mense-lijk eiwit in massale hoeveelheden gaat produceren. Bedoeling is pati-enten te kunnen behandelen die het eiwit in kwestie niet of onvol-doende aanmaken. Recombinante eiwitten zijn intussen ontwikkeld voor een hele reeks ziekten, waar-onder de verderop besproken ziekte van Fabry. Er bestaan ook recombi-nante vaccins.

Een monoklonaal verweer

2 Bijna gelijktijdig met het re-combinant DNA maakte de

biofarmaceutische wetenschap een tweede sprong voorwaarts: de monoklonale antilichamen zagen het levenslicht. Deze middelen

kunnen bij patiënten worden inge-spoten om ziekteprocessen af te remmen. De eerste toepassing van monoklonale antilichamen in een brede groep patiënten betrof chro-nische infl ammatoire darmziekten en gewrichtsreuma. In beide geval-len hebben monoklonale antilicha-men ervoor gezorgd dat de ziekte vandaag bij een groter percentage van de patiënten onder controle kan worden gebracht. Intussen is ook kanker een belangrijk toepas-singsgebied, met een verbeterde overleving voor talrijke patiënten. Er bestaat een reeks andere indica-ties, zoals astma, osteoporose, huidaandoeningen, letsels van het netvlies, het voorkomen van afsto-tingsverschijnselen na transplan-tatie en het vermijden van bloed-klonters bij ingrepen op de slag-aders van het hart.

Lokale trots

3 Momenteel neemt België niet minder dan 12,4 pro-

cent van de Europese export van biofarmaceutische middelen voor zijn rekening (cijfers EFPIA en pharma.be, 2011). Dit terwijl we maar voor 2,8 procent bijdragen tot het totaal van de BNP’s van de 27 EU-landen, Zwitserland en Noor-wegen (cijfers OECD, 2010).

Biofarmaceutische bedrijven zijn de belangrijkste werkgevers in de verwerkende sector van ons land en investeren vooral in on-derzoek en ontwikkeling. Sinds 2000 zijn de uitgaven van de Bel-gische biofarmaceutische sec-tor aan onderzoek en ontwik-keling jaarlijks gemiddeld toe-genomen met 8,7 procent. De investering in onderzoek en

ontwikkeling van de biofarmaceu-tische sector vertegenwoordigt 38,8 procent van de totale uitga-ven aan onderzoek en ontwikke-ling van de Belgische verwerkende industrie.

De volgende stap

4 Het blijft niet bij recombinant DNA en monoklonale antili-

chamen – ook celtherapie wint aan belang. Nu al hebben Belgische pa-tiënten toegang tot een techniek waarbij met eigen kraakbeencellen een product wordt aangemaakt om kraakbeenletsels te herstellen. Stamceltherapie wordt nog niet in de erkende klinische praktijk ge-bruikt (behalve bij beenmergtrans-plantatie), maar dankzij bemoedi-gende onderzoeksresultaten komt deze mogelijkheid dichterbij, onder andere bij de behandeling van hart-infarct.

Werelddiabetesdag

5 Op 14 november is het Wereld-diabetesdag. We staan er mis-

schien niet meteen meer bij stil, maar diabetespatiënten die insuli-ne gebruiken, worden behandeld met een product geoogst op de voe-dingsbodem van het recombinant DNA. Recombinant humaan insuli-ne werd voor het eerst aangemaakt in 1978 en kwam vijf jaar later op de markt. Door het construeren van een molecule die licht afwijkt van onze lichaamseigen insuline, is men er zelfs in geslaagd patiënten nog beter te helpen. Een doorbraak is dus nooit een eindpunt: op het pad van de innovatie lokt de belofte van meer welzijn en gezondheid onverdroten vorsers steeds weer naar een nieuwe horizon.

“Door die reis naar Peru won ik een stuk van mij n onafhankelij kheid terug”

Rafaella DebackerMS-patiënte

PAGINA 10-11

MEDISCHE INNOVATIE,VIERDE EDITIE, NOVEMBER 2012

Managing Director:Christophe DemirEditorial & Production Manager:Evi VanparysJunior Production Manager:Daan De Becker

Business Developer:Leoni Smedts

Project Manager: Kristien Denteneer Tel: +32 2 421 18 26E-mail: [email protected]

Redactie: Bert Verbeke, Roosje Lowette, Caroline Stevens, Barbara Vandenbussche

Lay-out: I GraphicEmail: [email protected]

Print: CorelioDistributie: De Standaard

Mediaplanet contactinformatie:Tel: +32 2 421 18 20Fax: +32 2 421 18 31E-mail: [email protected]

D/2012/12.996/17

We make our readers succeed!

IN DE KIJKER

“Op het pad van de innovatie lokt de belofte van meer welzij n en gezondheid gedreven vorsers steeds weer naar een nieuwe horizon”

Christine VanormelingenCommunication Director & Spokeswoman pharma.be

@MediaplanetBE

/MediaplanetBelgium

tatie en het vermijden van bloed-klonters bij ingrepen op de slag-

Momenteel neemt België niet minder dan 12,4 pro-

cent van de Europese export van biofarmaceutische middelen voor zijn rekening (cijfers EFPIA en pharma.be, 2011). Dit terwijl we maar voor 2,8 procent bijdragen tot het totaal van de BNP’s van de 27 EU-landen, Zwitserland en Noor-

Biofarmaceutische bedrijven zijn de belangrijkste werkgevers in de verwerkende sector van ons land en investeren vooral in on-derzoek en ontwikkeling. Sinds 2000 zijn de uitgaven van de Bel-gische biofarmaceutische sec-tor aan onderzoek en ontwik-

Mediaplanet ontwikkelt hoogwaardigebijlagen die zich richten op een specifi ekthema en de daarbij behorende doelgroep. Zo brengen wij lezer en adverteerder dichter bij elkaar. Deze bijlage wordt gepubliceerd door Mediaplanet en valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van De Standaard.

Page 3: Medische Innovatie

NOVEMBER 2012 · 3

“Bij diabetes type 2 maakt de al-vleesklier te weinig insuline aan en/of zijn de lichaamscellen min-der gevoelig voor insuline,” opent Professor Chantal Mathieu. “We-reldwijd neemt het aantal mensen met diabetes type 2 epidemische vormen aan. Waren er in 2011 cir-ca 336 miljoen mensen met diabe-

tes type 2 dan zal dit aantal in 2030 stijgen tot 552 miljoen mensen. Ook in België is er een dramatische toe-name van het aantal gevallen. Dat geldt in het bijzonder voor 65 plus-sers, maar ook jongere mensen lo-pen steeds meer risico.”

Risicofactoren“Een aantal factoren bepaalt een verhoogd risico op diabetes type 2. Erfelijkheid is een eerste factor. Daarnaast speelt overgewicht een zeer belangrijke rol, zeker wanneer er sprake is van overtollig buikvet. Voorts verhoogt een tekort aan be-weging in grote mate de kans op di-abetes. Vaak hebben mensen er al mee te kampen zonder dat ze zich daarvan bewust zijn. Een aantal voorkomende klachten zijn onder meer dikwijls plassen, vermoeid-heid, verminderd gezichtsvermo-gen, krampen of tintelingen in de voeten of benen, veel dorst en een

droge mond. Vandaar dat mensen met een verhoogd risico – bijvoor-beeld zwangerschapsdiabetes, een te dikke buik, weinig beweging of een familielid met diabetes – best minstens jaarlijks hun bloedsuiker laten controleren door hun huis-arts. Diabetes is een sluipende ziek-te: hoe eerder de diagnose gesteld, hoe sneller men kan overgaan op een e� ectieve behandeling en een aanpassing van de levensstijl.”

Insulinepen“Omdat de alvleesklier uiteindelijk te weinig insuline aanmaakt zullen vele patiënten met type 2 diabetes ooit moeten overgaan op het zelf inspuiten van insuline. Dit is nood-zakelijk om verdere complicaties te vermijden. Voor het overgrote deel van de patiënten volstaat één in-spuiting per dag met langwerken-de insuline, bij een beperkt aantal anderen is twee inspuitingen per

dag noodzakelijk. Het toedienen van insuline resulteert onder meer in het zich fi tter en energieker voe-len. Het verhoogt met andere woor-den de levenskwaliteit van de pati-ent. Het inspuitmateriaal is in de loop der jaren enorm geëvolueerd. Tot medio jaren ’80 was het nog een hele klus om zelf insuline in te spuiten, verpleegkundige kennis was geen overbodige luxe. Door een toename van de medische kennis en door te luisteren naar de wensen van de patiënten ontwikkelde de medische industrie moderne hulp-middelen. Zo is het toedienen van insuline met een insulinepen bij-voorbeeld veel minder omslachtig dan met een insulinespuit.

Het zit tussen de oren“De angst voor het opstarten van een insulinebehandeling is vooral een psychologisch probleem, het zit eigenlijk tussen de oren. Het is echter heel belangrijk om op het juiste moment de stap te zetten naar een insulinebehandeling, in samenspraak met de behandelen-de arts. Op die manier kunnen er heel wat ernstige verwikkelingen vermeden worden. In het begin is het even wennen aan de spuit-techniek, maar snel wordt het inspuiten een fl uitje van een cent en maakt het deel uit van een dagelijkse routine. Het opstarten van een insulinebehandeling hoeft dus geen reden tot angst te zijn. Het is een makkelijk te nemen stap in de behandeling van diabetes, die noodzakelijk is om de levenskwali-teit optimaal te houden.”

“De angst voor insuline is vooral psychologisch”

WERELDWIJDE EPIDEMIE In 2011 waren er circa 336 miljoen mensen met diabetes type 2. Dit aantal zal in 2030 stijgen tot 552 miljoen mensen. FOTO: SHUTTERSTOCK

Mensen, bij wie diabetes type 2 is gediagnosticeerd, vrezen vaak dat hun leven compleet overhoop gehaald wordt. Het idee dat ze zich dagelijks insuline moeten inspuiten boezemt in eerste instantie angst in, maar later blijkt die vrees onterecht. Moderne, gebruiksvriendelijke hulpmiddelen zorgen immers voor een comfortabele en pijnvrije insulinetoediening.

NIEUWS

Ontkennen van diabetes heeft geen zinGewezen journalist Mark Vanlombeek is diabetes type 2 patiënt, lange tijd ontkende hij zijn stofwisselingsziekte.

“Tijdens een persconferentie – nu alweer zestien jaar geleden – viel ik zonder aanwijsbare reden fl auw. Via de medische dienst van de toenmalige BRT werd ik door-verwezen naar mijn huisdokter. Ik werd getest op diabetes en kreeg de raad om één en ander goed op te volgen. Voor mij was diabetes op dat moment echter een ver-van-mijn-bed show: ik deed toch aan sport, wat kon mij nu overkomen?”

Beter in mijn vel“Tien jaar lang woekerde onder-tussen de diabetes. Mijn huisdok-ter bleef aandringen op verder on-derzoek en toen stelde hij bij mij diabetes type 2 vast. Eén van de ge-volgen hiervan is dat ik nu mezelf met insuline inspuit. Daarnaast neem ik nog drie pillen per dag tij-dens de maaltijden. In de beginfa-se was het toedienen niet evident, maar na een aantal oefeningen rond de juiste techniek liep het ei-genlijk op wieltjes. Het inspuiten is een dagdagelijkse routine gewor-den en het belemmert me aller-minst in mijn activiteiten. Onder-tussen ben ik dankzij een gezon-dere levensstijl tien kilo gewicht kwijtgeraakt en daardoor voel ik me een pak beter in mijn vel.”

SAMEN GRENZEN VERLEGGEN

Mensen met diabetes staan centraal bij alles wat we doen san

ofi -

ave

ntis

Be

lgiu

m B

.GLA

.12.

10.0

2

De behoeften van de diabetespatiënt liggen aan de basis van onze gedrevenheid om de complexe behandeling van diabetes aan te pakken. Wij bieden u een brede waaier van oplossingen op maat zoals innovatieve glycemiemeters, gepersonaliseerde services en geneesmiddelen van hoogstaande kwaliteit. Wij staan klaar om zorgverleners en mensen met diabetes te ondersteunen voor een betere behandeling van diabetes.

010_10_282_ad_diabete_mediaplanet_nl.indd 1 29/10/12 11:46

BERT VERBEKE

[email protected]

Ontkennen

Chantal MathieuDiensthoofd endocrinologie UZ Leuven

Bekij k de video op: www.diabetes.be

Page 4: Medische Innovatie

4 · NOVEMBER 2012

Een huis kopen loopt nooit van een leien dakje. Naast de zoektocht naar een goede lening, is ook de keuze van de bijhorende schuldsaldover-zekering ontzettend belangrijk. Bij dat laatste komen mensen met dia-betes vaak voor onaangename ver-rassingen te staan. Via de medische vragenlijst kunnen verzekeraars te weten komen of iemand aan diabe-tes lijdt. Dan schiet de premie vaak de hoogte in, soms zelfs tot 300 pro-cent. Al jaren probeert de Vlaamse Diabetes Vereniging dit fenomeen een halt toe te roepen. Directeur Stijn Deceukelier legt uit.

Vinger aan de pols“Bij diabetes produceert het li-chaam geen of te weinig insuli-ne of is het ongevoelig voor het ef-fect ervan. Daardoor wordt de sui-ker – binnengekomen via de voe-ding – onvoldoende opgenomen in de verschillende cellen om daar als energiebron te dienen. Gevolg? De hoeveelheid suiker in het bloed stijgt en het bloed krijgt strope-rige eigenschappen. Als dat conti-nu gebeurt, worden eerst de klein-ste haarvaatjes zoals die in de ogen, nieren en voeten aangetast. Toch bestaan er tegenwoordig heel goe-de medicijnen om de suikerspie-gel optimaal te houden. Door die juist in te nemen of toe te dienen, gezond en evenwichtig te eten, ge-

noeg te bewegen en je bloedwaar-den regelmatig te controleren, hou je de vinger aan de pols. De kans op complicaties daalt dan enorm.”

Onduidelijke aanpakDie kennis vertaalt zich niet altijd in aangepaste premies. “Het groot-ste probleem is dat verzekeraars de premies niet altijd transparant be-rekenen. Mensen met diabetes die een schuldsaldoverzekering willen afsluiten, hebben er het raden naar welke criteria verzekeraars han-teren en hoe zwaar ze het gezond-

heidsrisico taxeren. Er bestaat wel een wetgevend kader, maar dat is vaag. Verzekeringsmaatschappijen interpreteren de wet elk op hun ei-gen manier en dat maakt het moei-lijk om te vergelijken. Elke verzeke-raar herverzekert trouwens de risi-co’s die hij indekt bij grote interna-tionale groepen die veel moeilijker doen over de inschatting van de ge-zondheidsrisico’s. Dus al had je een duidelijke nationale wetgeving, dan bots je nog op verschillende Europese of mondiale aanpakken. Bovendien gebruiken verzekeraars langetermijnstatistieken voor het verloop van de ziekte die steeds achterop lopen op de medische evolutie en vooruitgang. De behan-delingsmethoden zijn de laatste ja-ren veel verbeterd, maar dat zie je niet weerspiegeld in de statistieken waarop zij zich baseren.”

“Stel dat iemand met diabetes 50 tot 100 procent meer moet betalen voor zijn schuldsaldoverzekering dan een gezond persoon, dan blijft het onduidelijk hoe die premie tot stand komt. Je hebt zelfs geen mogelijkheid om hiertegen in be-

roep te gaan, wat toch een tekort-koming is in een moderne rechtstaat.”

Solidariteitsprincipe“De Vlaamse Diabetes Ver-eniging pleit voor een per-soonlijkere aanpak. Mensen met diabetes hebben soms een groter gezondheidsrisico, maar verdienen net omwille van het unieke karakter van de aandoening en de behan-deling een individuele beoorde-ling. Betrek de behandelende arts, laat die een nauwkeurige risico-in-schatting maken zodat een eventu-eel aangepaste premie relevant en realistisch is. En heeft iemand echt een hoger risico? Dan zijn wij voor-stander van een solidariteitsprin-cipe zoals dat ook toegepast wordt voor jongeren die een autoverze-kering willen nemen. Zonder die maatregel zou de rijdende jeugd to-renhoge premies moeten betalen.”

Eerlij ke premies voor mensen met diabetes

SCHULDSALDOVERZEKERING. Diabetici hebben recht op een betaalbare verzekering, maar verzekeringsmaatschappijen interpreteren de wet elk op hun eigen manier en dat maakt het moeilijk om te vergelijken. FOTO: SHUTTERSTOCK

■ Vraag: Op welk obstakel botsen mensen met diabetes wanneer ze een huis willen kopen?

■ Antwoord: Verzekeringsmaatschappij en rekenen hen soms een onredelij k hoge schuldsaldoverzekering aan.

NIEUWS

ROOSJE LOWETTE

r [email protected]

DIABETESDIABETES

1AANDOENING

PRAKTISCH

Weet wat je ondertekentGoed nieuws: sommige verzekeraars houden wél al rekening met de individuele situatie van elke aanvrager.

Als een persoon met diabetes aan bepaalde voorwaarden voldoet, rekenen bepaalde maatschap-pijen geen extra premie aan. Ver-schillende maatschappijen ver-gelijken loont dus de moeite. Lees sowieso altijd de kleine let-tertjes zodat je weet wat je onder-tekent.

Extra argumentenDe medische beoordeling ge-beurt door een verzekerings-arts, maar het is nuttig om ook je eigen arts te informeren over je aanvraag. Die kan extra argu-menten aanbrengen rond jouw behandeling. Bovendien kan hij jou helpen bij een betere diabe-tesregeling. Dat kan dan weer po-sitief bijdragen voor een eerlijke premie.

■ Deze video laat zien hoe het anders kan:

De gemiddelde glucosewaarde van de laatste 3 maanden moet lager zijn dan 64 mmol/mol (voorheen 8%). Zit je daarboven? Dan helpt het meestal om vaker af te spreken met je arts en je be-handelingsschema bij te sturen.

ZA zorgt voor u!V E R Z E K E R D L E V E N

MENSEN MET DIABETES NIET LANGER

GEDISCRIMINEERD

OP ZOEK NAAR EEN BETAALBARE SCHULDSALDOVERZEKERING? MEER INFO OP WWW.ZA.BE

ZA V

erze

kerin

gen,

Jan

Van

Rijs

wijc

klaa

n 16

2, 20

20 A

ntw

erpe

n | N

.V. to

egel

aten

ond

erco

de 10

12 vo

or d

e ta

kken

21,2

2, 23

| Ver

antw

oord

elijk

e ui

tgev

er: J

ohnn

y Ver

wim

p

Mensen met diabetes

hebben een groter gezondheidsrisico. In theorie kan dat een hogere premie betekenen, maar het moet individueel beoordeeld worden

Stijn DeceukelierDirecteur van de Vlaamse Diabetes Vereniging

! Meer info over diabetes en de video vind je op:

www.diabetes.beBellen kan ook altij d naar de gratis Diabetes Infolij n op:0800 96 333Personen met een specifi eke kennis rond diabetes staan er klaar voor al je vragen.

roep te gaan, wat toch een tekort-

met diabetes hebben soms een groter gezondheidsrisico, maar verdienen net omwille van het unieke karakter van de aandoening en de behan-

het anders kan:

De gemiddelde glucosewaarde

Page 5: Medische Innovatie

NOVEMBER 2012 · 5

PROFESSIONEEL INZICHT

“Depressie is een onevenwicht in de hersenen dat genezen kan worden”

“Een patiënt die medicatie krijgt voor de behandeling van depressieve symptomen en snel verbetering waarneemt, maakt veel meer kans op een volledig herstel op lange termijn, ook na 1 jaar”, zegt psychiater Dr. Erik Buntinx.

In medische termen spreekt men over een majeure depres-sie wanneer er ernstige kern-symptomen aanwezig zijn, zo-als verlies van interesse en on-vermogen om plezier te erva-ren”, zegt psychiater Dr. Erik

Buntinx. “Maar toegeven dat je depressief bent, is zeer confronte-rend. Er rust nog steeds een taboe op depressies. Het wordt nog té vaak ervaren als een zwakte in je persoonlijkheid, terwijl dat hoege-naamd niet het geval is. Integen-deel, het gaat om een onevenwicht in de hersenen dat, indien behan-deld, genezen kan worden.

Symptomen herkennenUit een recente studie blijkt dat het zeer belangrijk is dat iemand met depressieve klachten snel naar een (huis)arts gaat, en dat deze daar adequaat op reageert. De huisarts is cruciaal in de eerstelijnsbehan-deling van depressies. Hij of zij is het best geplaatst om snel een be-handeling met antidepressiva op te starten. Als de patiënt goed rea-geert op de behandeling, is gespeci-aliseerde hulp niet nodig. Wanneer dit niet het geval is – ook niet na een tweede poging - kan men de pa-tiënt best doorverwijzen naar een psychiater.

Of en hoe snel een behandeling met antidepressiva aanslaat, kan men makkelijk vaststellen. In vak-termen spreekt men van ‘vroeg-

tijdige respons’ als de patiënt zich na 2 weken al duidelijk beter voelt. Maar hij is dan nog niet volledig ge-nezen. Pas wanneer de kernsymp-tomen na 6 weken niet langer aan-wezig zijn, kan men spreken van genezing.

Vroege behandeling, volledig herstelEen vroegtijdige behandeling biedt de meeste slaagkansen op lange-re termijn. Uit wetenschappelij-ke studies blijkt dat de kans op een volledig herstel na 12 maanden het grootst is bij patiënten die een snelle respons en remissie verto-nen. Met andere woorden iemand die tijdens de eerste zes weken aan-houdend goed en uiteindelijk vol-ledig reageert op de behandeling, maakt het meeste kans om zich ook na 1 jaar nog goed te voelen. Patiën-ten die pas na een aantal maanden verbetering vertonen, lopen duide-lijk meer risico om niet volledig te herstellen, ook niet na 1 jaar.

De huidige antidepressiva zijn veilig, maar hebben nog altijd te-kortkomingen. Het eerste pro-bleem is dat ze traag werken: ten vroegste na 6 tot 8 weken kan men een duidelijke respons verwach-ten. Daarnaast is het zo dat slechts 30% van alle mensen die behandeld worden met antidepressiva, volle-dig herstelt. Het gebrek aan vroeg-tijdige respons speelt hierin een belangrijke rol.

Snelwerkend antidepressivum in de maakOp dit ogenblik is er nog geen snel-werkend antidepressivum op de markt, al wordt er wel aan gewerkt. Dit product zit in de testfase en zal pas ten vroegste in 2016 op de markt komen. Daarom blijft het be-langrijk dat patiënten vanaf het be-gin van hun depressie goed opge-volgd worden. Als een antidepres-sivum niet werkt, moet men een ander middel proberen (trial and error). Een zo snel mogelijke anti-

depressieve werking realiseren, is van cruciaal belang als men

een volledig herstel op lange termijn beoogt.

Erik Buntinx Psychiater

“Mensen die een vroegtij dige respons vertonen op hun behandeling met antidepressiva hebben 4,14 keer meer kansop eenvolledigherstel op langeretermij n”

EXPERTISE

REVOLUTIE IN BEHANDELING CATARACT

Wanneereen psychische aandoeningJE GEZIN TREFT…

Similes organiseert activiteitenvoor wie betrokken is op iemandmet psychische problemen.

nl.similes.be - 016 24 42 01

CAROLINE STEVENS

[email protected]

Dokter Johan Blankaert (Eye & Re-fractive Center, Ieper): “Bij cataract verduistert de natuurlijke ooglens in het oog, waardoor het zicht ach-teruit gaat. Dat kan verholpen wor-den met een operatie waarbij de troebele ooglens vervangen wordt door een perfect heldere kunst-lens. Enkele belangrijke stappen die de chirurg vroeger handmatig moest uitvoeren, kunnen nu over-genomen worden door de FEMTO-laser. Zo kan de laser het circulair openen van het kapsel van de lens voor zijn rekening nemen.”

Meer precisie “Het grootste voordeel van deze nieuwe technologie is de precisie. Een laser doet altijd exact hetzelf-de, de opening heeft keer op keer precies dezelfde vorm en grootte. En dat terwijl er bij een mensen-hand toch altijd een minieme va-riatie is. Bovendien hoeft de laser het oog niet open te maken tijdens deze voorbereidende stappen, wat wel het geval is als een chirurg ze voor zijn rekening moet houden. Een laser kan namelijk doorheen het oog zijn werk doen, doordat het hoornvlies helder is. Als chi-rurg kun je de laser in grote mate voorprogrammeren. Zodra de pa-tiënt plaatsneemt op het operatie-bed, wordt er exact uitgevoerd wat de chirurg geprogrammeerd heeft. M.a.w.: voortaan kan er dus meer precisie geboden worden bij het uitvoeren van essentiële stappen in de cataractchirurgie.” 

Goed nieuws voor wie cataract heeft: een revolutionaire laserbehandeling garandeert nu een nog preciezer resultaat.

ander middel proberen (trial and error). Een zo snel mogelijke anti-

depressieve werking realiseren, is van cruciaal belang als men

een volledig herstel op lange termijn beoogt.

hebben 4,14 keer meer kansop eenvolledigherstel op langeretermij n” CAROLINE STEVENS

[email protected]

FOTOTIP

Er zitten nu al meer dan 95 000 mensen meer dan een jaar thuis met een depressie of een andere mentale

aandoening. Twee jaar geleden waren dat er nog 10 000 minder. Dit zijn verontrustende cijfers, maar kunnen deels aan de crisis gewijd worden. Het is immers zo dat in tijden van economische crisis het aantal depressies altijd stijgt. Vooral preventie is hierin belangrijk. Het is cruciaal dat mensen zich goed voelen op hun werk.

NIEUWS

Record aantal mensen thuis met depressie

Page 6: Medische Innovatie

6 · NOVEMBER 2012

INSPIRATIE

“Helaas stopt de ziekte vaak niet op de leeftij d van 16 jaar en blij ft een groep patiënten (+/- 50%) ook op volwassen leeftij d nog gewrichts-ontstekin-gen krij gen”Prof. René Westhovens Kliniekhoofd reumatologie UZ Gasthuisberg Leuven

Vraag: Hoe kan je kinderen met juveniele idiopathische artritis (jeugdreuma) best behandelen?Antwoord: “Juveniele artritis vereist een multidisciplinaire aanpak. Niet alleen de juiste medicatie is van belang maar ook de totale benadering van het kind.”

Totaalaanpak voor kinderen met reuma verhoogt levenskwaliteitAan het woord is Prof.René Westhovens, kliniekhoofd reumatologie UZ Gasthuis-berg Leuven en hoogleraar reumatologie aan de KULeuven. In België lijden naar schatting zo’n 3.000 kinderen aan een ern-stige reumatische aandoening. “Juveniele idiopathische artritis (JIA) is de verzamel-naam voor een reeks reumatische ontste-kingsziekten bij kinderen beneden de 16 jaar”, zegt Prof. René Westhovens. “Net zo-als bij volwassenen onderscheiden we ver-schillende soorten reumatische ziekten:

■ Systemische aandoeningen: bij deze vorm (circa 20%) krijgt de patiënt koorts, huiduitslag, gezwollen gewrichten, een vergrote milt en lever, en domineert het algemeen gevoel van ziek zijn.

■ Polyarticulaire artritis: bij deze vorm gaan veel verschillende gewrich-ten ontsteken. Er ontstaan zwellingen en functiebeperkingen. Deze patiënten heb-ben soms eveneens de reumafactor zoals bij volwassen vormen van reumatoïde ar-tritis. Anderen hebben deze reumafactor niet maar de aandoening is zeker even des-tructief.

■ Pauci-articulaire JIA: bij deze vorm worden slechts enkele gewrich-ten, bijvoorbeeld polsen, enkels en knieën in sterke mate aangetast. Ook hierin zijn nog subgroepen zoals een juveniele spon-dylarthropathie, wat lijkt op de ziekte van Bechterew bij volwassenen, die vooral be-gint bij jongens van 12, 13 jaar. Daarnaast zijn er ook nog jongere patiënten met pau-ci-articulaire vormen die soms ook oogaf-wijkingen (ontstekingen van het regen-boogvlies) krijgen.

Impact op levenskwaliteit“De oorzaak van juveniele artritis is meest-al een combinatie van genetische en om-

gevingsfactoren. JIA is een fout in het im-muunsysteem, waardoor sto� en worden geproduceerd die ontstekingsreacties aan-wakkeren. De gevolgen voor de patiënt zijn pijn, functieverlies van de gewrichten en een algemene vermindering van de le-venskwaliteit. Specifi ek voor kinderen ko-men daar soms nog groeistoornissen bij. Als een kind heel ernstige ontstekingen van gewrichten heeft, zal het niet alleen qua lengte achterblijven, maar kan ook de groei op persoonlijk en maatschappe-lijk vlak in het gedrang komen. Deze kin-deren kunnen immers niet mee ravotten met hun leeftijdsgenootjes, ondervinden problemen op school, kunnen geïsoleerd geraken,… Juveniele artritis heeft met an-dere woorden een impact op alle aspecten van het dagelijks leven van het kind. Van-daar dat bij de therapie een totaalbenade-ring nodig is.”

Juiste medicamenteuze behandeling“In de eerste instantie dient jeugdreuma behandeld met de juiste medicatie”, zegt Prof.Westhovens. “Men gebruikt daar-voor ontstekingsremmers, methotrexaat, glucocorticoiden (voor acute opstoten) en de laatste tijd ook biologische medicijnen. De aanpak van de ernstige vormen vergt de specifi eke expertise van een kinderreuma-toloog. Men tracht zo snel mogelijk de ziek-te met de goedkope middelen onder con-trole te krijgen en de benadering verschilt a¢ ankelijk van het type jeugdreuma. Veel-al lukt dat goed. In de andere gevallen stap-pen we net als bij reumatische aandoenin-gen bij volwassenen over op de biologische medicatie. Het is erg belangrijk de medica-tie goed af te stemmen op het type aandoe-ning en aan preventie van nevenwerkin-gen te doen. Maar niet behandelen is na-tuurlijk geen optie: als je een kind met ern-stige juveniele artritis niet behandelt, is er

kans op blijvende invaliditeit of zelfs een verhoogde kans op complicaties en zelfs vervroegd overlijden. Daarnaast moet er bij de behandeling van JIA ook aandacht zijn voor fysieke activiteit en de begeleiding bij alle aspecten van opgroeien met een chro-nische ziekte waarbij de jongere recht heeft op een zo normaal mogelijk leven.”

Overgang naar volwassen reumazorg“Helaas stopt de ziekte vaak niet op de leef-tijd van 16 jaar en blijft een groep patiënten (ongeveer 50%) ook op volwassen leeftijd nog gewrichtsontstekingen krijgen”, zegt Prof.Westhovens. Vooral in de adolescentie wordt de jongere geconfronteerd met heel wat uitdagingen die moeilijker kunnen verlopen wanneer er nog een actieve ziekte bovenop komt. “Er moet dus een specifi eke overgang gemaakt worden naar de behan-deling als volwassene waar al deze proble-men gestructureerd aangepakt worden. In het UZ Gasthuisberg loopt een project (transitieproject) om de overgang tussen de behandeling van kinderen met reuma naar de volwassenentherapie te verbeteren via een doctoraatsonderzoek van Mevrouw Deborah Hilderson.”

“Wij hebben onderzocht hoe de over-gang traditioneel gebeurt, wat er eventu-eel beter kan, welke factoren belangrijk zijn om de levenskwaliteit van die patiënten te verbeteren, de rol van de ouders, enzovoort. De jongere moet zelf een goed inzicht krij-gen in zijn ziekte en zelf verantwoordelijk-heid opnemen wat betreft medicatie en therapietrouw. Een dergelijk transitiepro-ject moet op termijn leiden tot een e¥ ciën-tere aanpak en betere behandeling van alle chronische ziekten bij jongeren zoals dia-betes en nierziekten. Die jongeren hebben daar gewoon recht op.”

EXPERTISELEUVEN

KRAAKBEENCELIMPLANTATIE MAAKT WEEFSEL STEVIGER

Om ernstige schade aan het kraakbeen van een knie te herstellen, worden in laboratoria kraakbeencellen gekweekt, die nadien opnieuw bij de patiënt worden geïmplanteerd op de plaats van het letsel.

Professor Johan Vanlauwe, ortho-pedisch chirurg van het UZ Brus-sel, geeft meer uitleg over deze techniek. “Een kraakbeencel im-plantatie verloopt in twee stappen: Vooreerst nemen we tijdens een kijkoperatie een kleine hoeveel-heid gezond kraakbeenweefsel of biopsie bij de patiënt”, vertelt pro-fessor Vanlauwe. “Deze cellen wor-den in een gespecialiseerd labo-ratorium gekweekt om ze te laten vermenigvuldigen tot er voldoen-de kraakbeenvormende cellen ge-vormd zijn. Een paar weken later worden die cellen in het letsel aan-gebracht en ter plaatse gehouden door middel van een membraan dat geleidelijk resorbeert.”

CAROLINE STEVENS

[email protected]

Vragen over Reuma?NEEM CONTACT OP MET REUMANET!SAMEN PAKKEN WE REUMA AAN.

www.reumanet.be [email protected]

JEUGDREUMAJEUGDREUMA

2AANDOENING

Page 7: Medische Innovatie

NOVEMBER 2012 · 7

INSPIRATIE

KRAAKBEENCELIMPLANTATIE MAAKT WEEFSEL STEVIGER

■ Vermenigvuldigen zonder kwaliteitsverliesHet aantal cellen dat nodig is voor een kraakbeenimplantatie hangt af van de grootte van het letsel: Voor kraakbeenherstel zijn ongeveer 1 miljoen cellen per vierkante centi-meter nodig. “Het grootste letsel dat ik tot nu toe behandelde was zo’n 13 cm2. We hadden dus 13 miljoen cel-len nodig. Het probleem is dat kraak-beencellen tijdens het vermenig-vuldigingsproces hun goede eigen-schappen geleidelijk aan verliezen, waardoor ze niet meer in staat zijn goed kraakbeen te vormen. Jaren-lang onderzoek in ons land heeft er echter toe geleid dat men nu in staat is cellen te implanteren die aanlei-ding geven tot de vorming van kwali-tatief hoogwaardig kraakbeen. Deze technologie, kan hiervoor op wereld-wijde erkenning rekenen. Behalve de optimalisatie van het kweekpro-ces worden ook verschillende kwa-liteitscontroles uitgevoerd op het eindproduct: het geneesmiddel be-staande uit gekweekte kraakbeen-vormende cellen.”

Het gecontroleerde kweekpro-ces met diverse kwaliteitscontroles neemt een paar weken in beslag. Na 9 tot 13 weken implanteert de chi-rurg de cellen in het letsel. “Om de geïmplanteerde cellen ter plaatse te houden gebruiken we een collageen-membraan met een ruwe en een gladde kant”, legt professor Vanlau-we uit. “Op de ruwe kant verdelen we de cellen druppel per druppel tot het hele membraan verzadigd is. De ru-we kant komt tegen het bot, de glad-de tegen het gewricht.”

■ Voordelen techniekDe kraakbeencel implantatie biedt heel wat voordelen vergeleken bij an-dere technieken. Het gebruik van een geneesmiddel op basis van lichaams-eigen cellen resulteert in kwalitatief beter herstelweefsel met een ste-vigheid en functionaliteit vergelijk-baar met normaal kraakbeenweef-sel. Voor letsels die heel recent tot klachten geleid hebben, zijn de kli-nische resultaten zeer gunstig, zeker voor de groep van 18 tot 55 jaar. En de techniek verbrandt minder bruggen

dan microfractuur, waarbij er gaat-jes worden geprikt in het onderlig-gende bot, of mozaïekplastie, waar-bij gezonde kraakbeenbot cilinders worden geoogst op een plaats in het kniegewricht die dan vervolgens ge-bruikt worden om het letsel op te vullen.

■ Onmiddellijk in bewegingZoals steeds het geval is na de behan-deling van kraakbeenletsels, mag de patiënt onmiddellijk beginnen be-wegen, zolang hij maar niet op de knie steunt. “Je moet in het begin vermijden dat het gewricht volop be-last wordt, om het membraan en de geïmplateerde cellen te vrijwaren. De eerste weken steun je helemaal niet, daarna wordt de belasting ge-leidelijk opgedreven. Doorgaans kan de patiënt opnieuw op de geopereer-de knie steunen na 8 tot 10 weken.En bij de meeste patiënten is de knie vol-doende hersteld en stabiel om na 9 maanden opnieuw te gaan sporten!

BARBARA VANDENBUSSCHE

[email protected]

Sven Van Oosterwijck liep 7 jaar geleden een letsel van het kraakbeen in zijn knie op. De hedendaagse geneeskunde heeft zijn kraakbeen echter kunnen herstellen.

Er werden cellen van het kraakbeen weggenomen, in

cultuur gebracht en nadien op-nieuw geïmplanteerd. Sven loopt wekelijks lange afstanden en regel-matig neemt hij deel aan een mara-thon. Vanzelfsprekend is dat echter niet. Hij kreeg immers zo’n zeven jaar geleden last van zijn knieën. Na onderzoek bleek dat zijn kraakbeen beschadigd was. De precieze oor-zaak hiervan is niet helemaal dui-delijk, maar wellicht speelt ‘aan-leg’een rol. Het kan natuurlijk ook zijn dat er ooit iets gebeurd is wat hij niet meteen gemerkt heeft. Toen Sven in het leger zat deed hij im-mers veel aan sport, daar hij in een selectieteam zat dat aan competi-ties deelnam. “We moesten met on-ze combatschoenen en wapens lo-pen: loodzwaar! Bovendien liepen we vaak op een harde ondergrond.” Op een bepaald ogenblik werden de klachten zo erg en besliste Sven om naar de dokter te stappen.

ImplantatieNadat een kraakbeenletsel was vastgesteld, werd beslist

tot ‘kraakbeencel implantatie’. Tij-dens een kijkoperatie werd een stukje van het gezonde kraakbeen weggenomen. Dat werd in cultuur gebracht en een paar weken later opnieuw in de knie geïmplanteerd achter een soort vlies waarmee het defect afgedekt werd. Vervolgens

kon het helingsproces van het kraakbeen beginnen. “In het begin mocht ik enkele weken niet stap-pen. Daarna ging het geleidelijk be-ter. Elke week mocht ik vijf kg druk op het been bijzetten. Ik onderging enkele medische check-ups en ging naar de kinesist. Zo kon ik de omlig-gende spieren terug trainen en ver-sterken.” Het totale revalidatiepro-ces nam een jaar in beslag, maar dat betekent uiteraard niet dat je in de tussentijd moet stilzitten.

ProefpersoonDe operatie die Sven onder-ging, een kraakbeencel im-

plantatie, stond zeven jaar geleden nog in zijn kinderschoenen. Sven gaf zich destijds op als proefpersoon voor een onderzoek. Nu hebben honderden patiënten een dergelij-ke behandeling ondergaan. Sven is nog steeds heel tevreden over de keuze die hij toen nam. Wekelijks doet hij een duurloop van 25 tot 30 km, hij neemt regelmatig deel aan marathons en kan zonder proble-men skiën. “Voor mij is dat een hele opluchting. Tennis en voetbal zijn niet meer aan mij besteed, omdat pivoteren met mijn been schadelijk kan zijn. Maar anderzijds zijn er een heleboel sporten die ik terug kan doen en waar ik me goed bij voel.”

Sven loopt na operatie terug marathons

[email protected]

Iedereen heeft huidvlekjes. Het is perfect normaal onderdeel van het opgroeien en ouder worden. Af en toe kunnen deze vlekjes echter een teken zijn van iets gevaarlijker. Wist u dat 1 Belg op 6 zal huidkanker ontwikkelen voor zijn 85ste?

ZIJN UW ‘OUDERDOMSVLEKJES’ MISSCHIEN NIET ZO ONSCHULDIG ALS ZE ERUIT ZIEN? DOE HIER DE TEST.

Waar moet u op letten?Kijk uit voor vlekjes of plekjes op de huid die:

plots zijn ontstaan veranderen van grootte, kleur en/of vorm er anders uitzien dan alle andere vlekken op je huid een grillige rand hebben / verschillende kleuren hebben / groter zijn dan 6mm voorkomen op plaatsen die veel aan de zon zijn blootgesteld (hoofd, decolleté, handen,..) ruw of schilferend aanvoelen steeds terugkomen nadat je het korstje hebt afgekrabd jeuken bloeden of etteren er glanzend uitzien er uitzien als een wondje, maar niet genezen

Indien u een huidvlekje ontdekt dat beantwoordt aan 2 of meer van bovenstaande kenmerken, consulteer uw arts!

Eenvlekjegespot?

1LEO0013_B_Letters_50x255_NL.indd 1 28/03/12 18:08

INNOVATIEFModerne toepassingen maken herstel van kraakbeenletsels mogelijk.FOTO: PRIVÉ/SHUTTERSTOCK

Page 8: Medische Innovatie

8 · NOVEMBER 2012

“De ziekte van Fabry is een erfelij-ke, zeldzame aandoening. Het gen dat de ziekte veroorzaakt, bevindt zich op het X-chromosoom. Alhoe-wel zowel jongens als meisjes het genetisch defect kunnen overer-ven, zijn de ziektetekenen door-gaans meer uitgesproken bij jon-gens.”, zegt Prof. Bruce Poppe, me-disch geneticus in het UZ Gent. “Het klassieke ziektebeeld van Fa-bry wordt gekenmerkt door een brede waaier van uiteenlopende symptomen. Typische klachten op jonge leeftijd omvatten pijnscheu-ten in de ledematen, het niet goed verdragen van warmte, beperkte inspanningscapaciteit, buikpijn, pijnlijke tintelingen in de handen en vermoeidheid. De klachten ne-men geleidelijk aan toe in aantal en ernst. Klachten zoals oorsuizen en typische huidletsels kunnen ont-staan. Op latere leeftijd zien we - vooral bij mannelijke patiënten - het optreden van nierlijden met vaak evolutie naar nierfalen, hart-aantasting met een verdikking van de hartspier en hartritmestoornis-sen en hersenaantasting door be-roerte (CVA). De symptomen zijn vaak op eerdere leeftijd uitgespro-ken bij mannen maar ook vrouwen kunnen belangrijke ziektemani-festaties ontwikkelen.”

“Omdat het een ‘stapelingsziek-te’ is en het defect al vanaf de ge-boorte aanwezig is, duurt het en-kele jaren tot de eerste klachten op-duiken. De meeste kinderen met Fabry kunnen nog een vrij nor-maal leven leiden. Ze ondervinden wel problemen, maar vaak wordt de ziekte niet herkend”, zegt neu-roloog Dr. Dimitri Hemelsoet. “Dik-wijls gebeurt dat pas in een veel la-ter stadium, als er al schade is aan belangrijke organen zoals herse-nen, hart of nieren, bijvoorbeeld wanneer de patiënt als jongvolwas-sene een beroerte doormaakt.”

Onbekend en onbegrepen“Ook een aantal neuropsychologi-sche problemen zoals depressie en zelfs geheugen- en aandachtstoor-nissen kunnen waarschijnlijk ge-deeltelijk aan Fabry worden toege-schreven”, zegt Prof. Poppe. “Maar vaak worden die vage symptomen aan andere factoren gelinkt en

stuiten de patiënten en hun familie op veel on-begrip. Het is vaak een jarenlange, diagnosti-sche lijdensweg. Nochtans is het van cruciaal belang om zo snel mogelijk een juis-te diagnose te stellen, zodat een goede, multidisciplinaire be-handeling kan worden opgestart.”

Naast de lichamelijke en menta-le klachten, mag zeker ook de psy-chologische dimensie van de ziekte niet onderschat worden. “De pati-ent wordt vroeg of laat geconfron-teerd met de erfelijkheid van de ziekte. Dat kan erg confronterend zijn wanneer er een kinderwens is”, zegt Prof. Poppe.

Niet te genezen, wel te behandelen“Er is momenteel nog geen enkele behandeling die de ziekte van Fa-bry kan genezen”, zegt Dr. Hemel-soet. “Sinds een tiental jaren is er wel de enzymvervangende thera-pie. Om de twee weken krijgt de pa-tiënt via een infuus zijn medicatie toegediend. Met deze behandeling kunnen we bepaalde symptomen verbeteren of stabiliseren, of zelfs

h e -l e -

maal t e n

g o e d e keren zoals

bijvoorbeeld de pijnklach-ten en in som-mige gevallen de verdikking van de hartspier, maar de neurolo-gische klachten zoals beroerte zijn moeilijker te verhelpen.”

“Deze en-z y m ve r v a n-gende thera-pie is erg duur maar wordt in België volledig terugbetaald door het RIZIV, mits de patiënt aan be-paalde criteria vol-doet”, zegt Prof. Pop-pe. “De levenskwa-liteit van de patiënt

k a n d a n k-

zij de-ze therapie

op een aantal vlakken sterk

verbeterd wor-den. Op termijn

verwachten wij ook veel van gen-

therapie en van nieuwe, alterna-tieve therapie-en. Er is dus zeker hoop voor patiën-ten met de ziek-te van Fabry. In ons ziekenhuis

werken een neu-roloog, cardioloog,

oftalmoloog en ge-neticus multidisci-

plinair samen. Wij or-ganiseren één maal per

jaar een consultatieron-de voor patiënten met de ziekte van Fabry en er is onderling overleg waar-

bij problemen bespro-ken worden. Alleen zo kan een adequate behandeling en een

kwaliteitsvolle dienst-verlening voor de patiënt gegaran-deerd worden.”

INSPIRATIE

De ziekte van Fabry is een lysosomale stapelingsziekte, die ontstaat door een tekort aan het enzym alfa-galactosidase A. Hierdoor stapelen zich afvalstoffen op in de cellen van de belangrijkste organen in het lichaam zoals het hart, de nieren en de hersenen. Gelukkig is er de jongste jaren een doorbraak in de behandeling van de ziekte van Fabry.

EXPERTISE

Betere levenskwaliteitvoor patiënten metde ziekte van Fabry

CAROLINE STEVENS

[email protected]

“Op een dag kreeg ik een soort aanval. Ik belandde met ernstige pijnscheuten in de ledematen in het ziekenhuis, maar men vond niet meteen een oorzaak. Op mijn achttiende kreeg ik echter een lichte beroerte (TIA). Geluk-kig belandde ik bij een arts die ervaring had met erfelijke aan-doeningen. Daardoor werd vrij snel een juiste diagnose gesteld. Ik bleek te lijden aan de ziekte van Fabry, een stapelingsziekte. Mijn ouders noch ikzelf hadden daar ooit van gehoord. Pas ach-teraf legden wij de link met een familielid dat vroegtijdig aan een beroerte is overleden.”

Klachten sterk verminderd“Ik was amper negentien toen gestart werd met de enzymver-vangende therapie. In mijn ge-val heeft het vrij lang geduurd voordat de enzymtherapie aan-sloeg. Maar sindsdien zijn be-paalde klachten – pijn, maag-klachten – sterk verminderd. Daardoor kan ik nu een vrij nor-maal leven leiden. Mijn ziekte heeft weinig of geen invloed op mijn sociale en professionele le-ven. Ik ben webdesigner en kan fulltime werken, maar ik heb mijn weekends echt wel nodig om te recupereren want ik ben nog steeds snel vermoeid. Bo-vendien moet ik om de twee we-ken naar het ziekenh uis om een paar uur aan het infuus te lig-gen. Maar dat heb ik ingecalcu-leerd in mijn leven. Momenteel heb ik geen partner en sta ik dus nog niet te veel stil bij de erfe-lijkheid van Fabry. Ik probeer mijn eigen leven te leiden en zo-veel mogelijk te genieten, zon-der mij te laten afremmen door mijn ziekte.”

GETUIGENIS

“Op een dag kreeg ik een soort aanval”“Als kind ondervond ik weinig hinder van mijn ziekte. Er waren wel problemen –concentratiestoornissen, snel vermoeid - maar dat werd eerder toegeschreven aan luiheid dan aan een ziekte”, zegt Ruben.

CAROLINE STEVENS

[email protected]

FEITEN EN CIJFERS OVER DE ZIEKTE VAN FABRY

■ De ziekte van Fabry is een genetische aandoening die vooral mannen treft. Hoewel vrouwen deze aandoening ook kunnen ontwikkelen en aan dezelfde symptomen lij den.

■ Een man op 40.000 wordt getroffen door de aandoening. In het algemeen wordt 1 persoon

op 117.000 gediagnosticeerd met de ziekte van Fabry.

■ Er zijn veel verschillende symptomen en het ziektebeeld is erg divers, waardoor de diag-nose moeilij k te stellen is.

■ De eerste symptomen verto-nen zich meestal rond de kinder-tij d, vanaf een leeftij d van 4 jaar.

DE ZIEKTE VAN FABRYDE ZIEKTE VAN FABRY

3AANDOENING

Page 9: Medische Innovatie

NOVEMBER 2012 · 9

NIEUWS

Het leven van een jonge student naeen hartaanval

TOEKOMSTMaarten kijkt ernaar uit om binnenkort aan de slag te gaan als sportleraar.FOTO: PRIVÉ

“Ik voetbal al van in mijn jeugd en had een vaste stek in het eerste elf-tal van Keiberg, een ploeg in derde provinciale. Wat mij overkwam op 14 december 2011 was een comple-te verrassing, voordien had ik im-mers nooit lichamelijke klachten gekend. Ik had het ’geluk’ dat de hartaanval plaatsvond terwijl het buiten vrij koud was, wat al bij al ‘ideale’ omstandigheden waren. Ik heb eerst vier dagen in coma gele-gen, maar reeds na tien dagen kon ik naar huis. Hersenschade had ik niet opgelopen. Op die manier kon ik snel beginnen revalideren en mijn studies – aan het Sportkot – te-rug oppikken.”

Drie hartritmestoornissen“Tijdens het verblijf in het zieken-huis werd een interne defibrillator ingeplant. Bij een hartritmestoor-nis geeft de interne defibrillator een schok van 28 volt zodat mijn hart weer op zijn ‘normale’ ritme kan functioneren. De eerste we-

ken voelde het apparaatje – boven mijn borstspier – heel ongemak-kelijk aan, vooral als ik iets optilde met mijn linkerarm. Uiteindelijk leer je er mee leven en wen je aan het onnatuurlijke gevoel. Onder-tussen is het ‘alarm’ van de inter-ne defibrillator wel al drie keer af-

gegaan tijdens hartritmestoornis-sen. Het afgaan van de defibrillator is een zeer vreemde gewaarwor-ding. Het lijkt wel alsof een vracht-wagen over je heen rijdt, korte tijd wordt alles zwart voor de ogen en daarna moet je toch wel even be-komen.”

Operatie“Als gevolg van de hartritmestoor-nissen besloten de dokters om over te gaan tot een operatie. Con-creet werden vier longaders in de linkervoorkamer van het hart be-vroren, zij waren de aanleiding voor de hartritmestoornissen. Sinds die operatie voel ik me een pak geruster. Mijn studies hebben uiteindelijk niet geleden onder al-le gebeurtenissen. Ik ben ook te-rug aan het voetballen, maar niet meer in competitief verband. Tij-dens de trainingen doe ik mee aan zoveel mogelijk oefeningen, al-leen al te zware inspanningen laat ik achterwege. Mijn leven loopt weer op wieltjes en ik kijk uit om mijn opleiding dit jaar af te maken en nadien aan de slag te gaan als sportleraar.”

“Bij het afgaan van de defibrillator lijkt het alsof een vrachtwagen over je heen rijdt”

Maarten Janse22-jarige student Lichamelijke Opvoeding

BERT VERBEKE

[email protected]

Tijdens een vriendschappelijke voetbalwedstrijd tussen universitaire teams werd Maarten Janse (22) plots getroffen door een hartaanval. Dankzij de reanimatie door twee ploegmaats en een snelle opname in het ziekenhuis kon hij enkele weken later al weer de draad van zijn leven oppikken, mede ook met behulp van een interne defibrillator.

WAT IS EEN AED EN EEN INTERNE DEFIBRILLATOR? ■ Een interne defibrillator is

een pacemaker met extra mogelijkheden. Via sondes wordt het hartritme opgevolgd. Zo nodig wordt een elektrische ontlading doorheen het hart gejaagd om het niet efficiënte ritme te onderbreken.

■ Een automatische exter-ne defibrillator – AED – is een draagbaar toestel dat gebruikt wordt voor het reanimeren van een persoon met een circula-tiestilstand. De AED dient automatisch een elektrische schok toe om het gestoord hartritme te stoppen

Het plotse overlijden van jonge sporters heeft de

vraag naar een algemene harts-creening bij sportende kinderen in een stroomversnelling ge-plaatst. Zo wilde de Koninklijke Belgische Voetbalbond alle 400.000 jeugdspelers sportme-disch laten keuren, maar heeft dit idee inmiddels laten varen. Jonge wielrenners moeten zich overigens als langer medisch keuren om lid te kunnen worden van de Wielerbond. In Italië zijn hartonderzoeken al sinds de ja-ren ’80 verplicht voor competi-tiesporters vanaf 12 jaar, het aan-tal gevallen van plotseling hart-falen is er bijna tot nul herleid.

TegenstandersTegenstanders van het ver-plicht onderzoek vinden dat

het een vals gevoel van veiligheid geeft omdat het enkel focust op één medische kwaal en boven-dien zijn niet alle risico’s op te sporen zijn. Jonge sporters en hun ouders zouden zich node-loos ongerust maken omdat een screening vaak valse resultaten oplevert, terwijl er in feite niets aan de hand is. De belangrijkste kritiek luidt evenwel dat we nog te weinig weten over de proble-matiek om een definitieve oplos-sing aan te kunnen bieden.

Daarnaast zijn er ook heel wat voorstanders van een hart-onderzoek voor jonge sporters, al dan niet op verplichte basis. Sommigen vinden dan weer een screening op basis van een ge-richte vragenlijst van een arts, voldoende.

ZIN EN ONZIN VAN HARTSCREENING BIJ KINDEREN

Het risico op een hartstilstand op jonge leeftijd is erg klein, gemiddeld zouden vijf op de honderdduizend sporters risico lopen.

BERT VERBEKE

[email protected]

Page 10: Medische Innovatie

10 · NOVEMBER 2012

Blijven bewegen, zelfs als je Multiple Sclerose hebt. Die boodschap willen artsen zoveel mogelijk onderstrepen. Daarom bokste kinesist Paul Van Asch (vzw Move to Sport) samen met specialisten en vrijwilligers een heuse trektocht in elkaar.

Eind september 2012 vertrok een en-thousiaste groep mensen met MS naar Peru. Samen beklommen ze de Incatrail met als hoogtepunt de Ma-chu Picchu. Rafaella Debacker stapte mee en vertelt. “We zijn al drie weken terug, maar ik voel nog altijd de adre-naline van de reis.”

Nauwkeurige voorbereidingLang moest Rafaella niet nadenken toen ze de kans kreeg om mee te stap-pen. “Zonder nadenken zei ik ‘ja’. Pas toen het tot me doordrong dat ik twee weken aan de andere kant van de we-reld zou zitten, kreeg ik het benauwd. Ik lijd al 14 jaar aan MS en woon thuis in een heel beschermende omgeving. Hoe zou ik het er vanaf brengen op een

heel andere plaats?”Maar die angst maakte snel plaats

voor een ongeloofl ijke goesting. “Dit moest ik echt doen. Vier maanden voor we vertrokken, legden we een inspan-ningstest af. Op basis daarvan kregen we een persoonlijk sportplan. Drie keer in de week moesten we trainen met onze hartslagmeter. Die resultaten werden gescand en nauw opgevolgd. Iedere week werd de lat hoger gelegd zodat we op het einde 40 minuten kon-den lopen en even lang fi etsen.”

Bloed, zweet en tranenFysiek en mentaal klaar voor vertrek. Samen met acht andere patiënten, tien begeleiders waaronder twee art-sen en een reporter vertrok Rafaella naar Peru. “De eerste week bezoch-ten we verschillende plaatsen en ac-climatiseerden we vooral. Om te wen-nen aan de hoogte, stegen we elke dag een beetje meer. Pas de tweede week werd het menens. De staptochten voelden soms enorm zwaar aan. Af en toe klommen sommigen op een paard omdat het te vermoeiend was, maar het grootste stuk van de trekking leg-den we zelf af. ’s Avonds kookten de gidsen en aten we samen in een tent-je – allemaal doodmoe, maar zo vol-daan. Het laatste stuk naar de Machu Picchu was onbeschrijfl ijk. Het kostte

ons bloed, zweet en tranen, maar we waren allemaal zo blij: we did it!”

Blijven bewegenDebacker: “Doordat je de diagnose van MS krijgt en je omgeving je wilt helpen, geef je heel veel uit handen. Té veel soms. Ik besefte nooit hoe moeilijk ik het daarmee had. Door op trekking te gaan, heb ik het gevoel dat ik veel zelfstandigheid heb terug-gewonnen. En natuurlijk voel ik me fitter. Vroeger kon ik geen 15 minu-ten aan een stuk fietsen, terwijl ik te-genwoordig meer dan een uur sport. Wie had dat ooit kunnen denken? Met een persoonlijk bewegingsplan is het als MS patiënt echt mogelijk om je grenzen te verleggen. Wie in beweging blijft, ziet zijn levenskwa-liteit enorm stijgen.”

Rafaella: “Ik vond het hartverwar-mend om te zien hoeveel mensen zich engageren voor patiënten met MS. Je voelt dat je er niet alleen voor staat. Er gebeurt onderzoek, de media hebben aandacht en familie, vrien-den en sympathisanten zijn enorm begaan. Mijn vader heeft ook MS, maar vroeger bestond zulke omkade-ring nog niet.”

MS-patiënten overtreffen zichzelf in Peru

ROOSJE LOWETTE

[email protected]

GETUIGENISPERU

INSPIRATIE

“Ik lij d al 14 jaar aan MS en woon thuis in een heel bescher-mende omgeving”Rafaella Debacker

New in MS

For more than 30 years, Genzyme has been a

pioneer in the development of life-changing

therapies for patients suffering from rare and

debilitating diseases. As port of Sanofi , one of

the world’s largest pharmaceutical companies,

and through world-class research we aim to also

improve the lives of patients with multiple sclerosis.

For more than 30 years, Genzyme has been a

pioneer in the development of life-changing

therapies for patients suffering from rare and

debilitating diseases. As port of Sanofi , one of

the world’s largest pharmaceutical companies,

and through world-class research we aim to also

improve the lives of patients with multiple sclerosis.

GENZ/08-2012/MS-803

WORD ORGAANDONOR VIA FACEBOOK

■ Sinds kort kun je via Facebook aangeven of je orgaandonor wil zij n. Achteraf moet je wel nog het formu-lier afgeven op het gemeentehuis.

■ Via de tijdslijn op Facebook kan je sinds een maand klikken op levensgebeurtenis, en dan gezondheid en welzij n, om je als orgaandonor te registreren.

■ Facebook is vooral een manier om jezelf kenbaar te maken als donor en anderen te motiveren om dit ook te doen.

■ In Amerika en Groot-Brittannië steeg het aantal registraties na de in-voering van de Facebookapplicatie met meer dan 500%.

■ Vorig jaar stierven in ons land 66 mensen omdat ze niet op tij d een or-gaan kregen.

■ Op dit moment wachten 1.175

mensen op een orgaan. ■ Iedere Belg is automatisch

donor na zij n dood, maar de familie kan zich daar wel tegen verzetten.

■ Wanneer je je uitdrukkelij k laat registreren als donor, hoeven zij geen moeilij ke knopen meer door te hakken op een emotioneel erg zwaar moment.

■ Ook als je je op Facebook als orgaandonor hebt bekendgemaakt, moet je nog naar het gemeentehuis om een formulier af te geven.

■ Dat formulier kan je downloaden op www.beldonor.be

■ Je verklaring wordt dan in het bevolkingsregister geregistreerd en doorgestuurd naar de FOD Volksgezondheid.

■ Je kunt je beslissing later op elk moment herzien.

MULTIPLE SCLEROSEMULTIPLE SCLEROSE

4AANDOENING

Page 11: Medische Innovatie

NOVEMBER 2012 · 11

INSPIRATIE

BEWONDERENSWAARDIGMet een persoonlijk bewegingsplan is het als MS-patiënt echt mogelijk om je grenzen te verleggen.FOTO: JAN DE MEUE

MULTIPLE SCLEROSE: ZIEKTE MET VEEL ONZEKERHEDEN

Dokter D’hooghe, verbonden aan het MS centrum in Melsbroek, legt uit wat er gebeurt bij een ziekte als Multiple Sclerose.

“MS is een neurologische aandoening waarbij het

centrale zenuwstelsel op meer-dere plaatsen aangetast wordt door ontstekingen en vormen van zenuwschade. In het begin uit MS zich meestal onder de vorm van opflakkeringen – epi-sodes waarin je tijdelijk meer neurologische klachten hebt en die wijzen op ontstekingshaar-den in het centrale zenuwstel-sel. Deze fase heet de relapsing-remitting fase: na een opflakke-ring volgt vaak herstel en een stabiele periode. In het begin is verbetering dus mogelijk.”

Twee fases“Na een aantal jaren ver-liest de grootste groep lang-

zaamaan een aantal neurologi-sche functies zoals kracht en evenwicht. Ook het zicht, het ge-heugen en de concentratie kun-nen afnemen. Deze fase heet de progressieve fase. De neurologi-sche schade die hier optreedt, blijkt onomkeerbaar. De patiënt wordt stilaan a�ankelijk van een rolstoel en andere personen. Een minderheid van MS-patiën-ten heeft geen opflakkeringen en belandt meteen in de pro-gressieve fase.”

Onvoorspelbaar“Het ziekteverloop bij MS is onvoorspelbaar. Dat maakt

het bijzonder moeilijk om de ziekte een plaats te geven in je leven. Elke persoon heeft boven-dien andere klachten, er zijn geen twee patiënten met het-zelfde ziektebeeld. Dat bemoei-lijkt de diagnose, opvolging en behandeling enorm. En dat maakt van MS een ziekte met heel veel onzekerheden.”

“De behandelingen voor MS richten zich allemaal tot de re-lapsing-remitting fase van de ziekte en verminderen met suc-ces het aantal en de ernst van de ontstekingen. Of die behande-lingen ook de progressieve fa-se uitstellen of beïnvloeden, is onduidelijk. Wel weten we dat de achteruitgang bij patiënten in de progressieve fase niet af-neemt met medicatie. Daarom is verder onderzoek naar behande-lingen zo belangrijk.”

ROOSJE LOWETTE

[email protected]

Dr. Marie D’hoogheNeuroloog

Page 12: Medische Innovatie

Ik moest de laatste tijd hard drukken tijdens het toiletbezoek en had daarbij vrij veel pijn. Mijn stoelgang was dan ook erg hard. Fibrofalk, de oplossing!

Marielle, 56 jaar

20 zakjes PP: € 10,39 CNK 2836-53460 zakjes PP: € 28,36 CNK 2836-526

Het vezelrijke voedingssupplement, dat de darmfunctie reguleert, maar de stoelgang niet forceert.

Ik moest de laatste tijd hard drukken tijdens het toiletbezoek en had daarbij

elgang niet forceert.

Wanneer je darmen uit de pas lopen!

25-2012-BE

Ik voelde me helemaal opgeblazen en kon al twee dagen niet meer naar het toilet gaan. En toen kwam Fibrofalk!

Veronique, 27 jaar

Ik moest de laatste tijd hard drukken tijdens het toiletbezoek en had daarbij vrij veel pijn. Mijn stoelgang was dan ook erg hard. Fibrofalk, de oplossing!

Marielle, 56 jaar

Het vezelrijke voedingssupplement, d, d, at de darmfunctie regulee

Ik heb een laxeermiddel gevonden dat ik de komende maanden met een gerust hart kan innemen.

Isabelle, 32 jaar

Bevat voedingsvezels uit ispaghula oftewel

psylliumzaad of Plantago Ovata. Het is een

plantaardig zwelmiddel dat de darmwerking

bevordert door het binden van water. De

onverteerbare voedingsvezel verhoogt het

stoelgangvolume en houdt de ontlasting zacht

en makkelijk te transporteren.

Fibrofalk voor een betere darmwerking, nu verkrijgbaar in elke apotheek. www.fibrofalk.be