Lesbrief ''Dat is echt genieten!''
-
Upload
eduartdocumenten -
Category
Documents
-
view
540 -
download
3
description
Transcript of Lesbrief ''Dat is echt genieten!''
Lesbrief bij de exposities
ter gelegenheid van tien jaar galerie Help U Zelven
in samenwerking met Tricot Winterswijk
mei-augustus 2010
Kennismaken met beeldende kunst en toegepaste kunst
Dat is echt genieten!
Deze lesbrief is geschreven en samengesteld door
Rob Smolders voor Tricot Winterswijk,
expositieruimte voor moderne kunst/collectie Wim Izaks.
Tricot Winterswijk werkt voor dit project samen met
galerie Help U Zelven in Winterswijk.
De lesbrief is tot stand gekomen onder begeleiding van
Rose Figdor, adviseur EDU-ART.
Met dank aan de leden van de werkgroep
van het basisonderwijs,
‘de denktank’, voor het meedenken en de praktische bijdragen:
Nanja Dronkers
Wilma Floor
Jeanet Graaskamp
Anja Kruse
Simone de Moel-van Esser.
Vormgeving Robbert Zweegman
Voor alle vragen rond dit scholenproject
kunt u contact opnemen met:
Rob Smolders
06 414 252 37
De lesbrief verschijnt ter gelegenheid van
de twee jubileumexposities van Help U Zelven
bij het tienjarig bestaan van de galerie.
De exposities lopen van 16 mei tot en met 15 augustus 2010.
Help U Zelven Wilhelminastraat 9 Winterswijk.
Tricot Winterswijk Tricot 11 Winterswijk.
Openingstijden (buiten schoolbezoeken):
woensdag tot en met zondag, 12.00 tot 17.00 uur.
Voor informatie en beeldmateriaal: www.helpuzelven.nl
Colofon
Inleiding 4
Hoe wordt het project uitgevoerd? 6
Het verhaal van Carla Aalberts:
tien jaar galerie Help U Zelven 8
De voorbereidende les op school 12
Workshop voor leerkrachten 19
Het bezoek aan de tentoonstellingen 21
Verwerking op school 23
Bijlage 1: kijkwijzer 25
Bijlage 2: gastles van Mirjan Koldeweij 27
Inhoud
I
II
III
IV
V
VI
VII
Dat is echt genieten!
Galerie Help U Zelven en Tricot Winterswijk nodigen het
onderwijs uit te komen kijken naar kunst. Het presenteren van
beeldende en toegepaste kunst van hoge kwaliteit is onze
specialiteit. Nu voor het eerst maken we een educatief
programma dat scholieren en leerkrachten in staat stelt actief
met ons mee te doen. Want kijken naar kunst is niet alleen
passief vermaak. Het vraagt inlevingsvermogen, oefening,
meedenken. En als het goed is, heeft iedereen na het bekijken
van de tentoonstellingen zin om zelf aan de slag te gaan.
Kunst prikkelt de verbeelding. Kunst brengt je op ideeën die
je met je hoofd en je handen kunt uitvoeren.
Help U Zelven en Tricot Winterswijk presenteren dit programma
gezamenlijk. De aanleiding is het tienjarig bestaan van Help U
Zelven in mei 2010. Carla Aalberts heeft haar galerie in die tien
jaar een heel eigen gezicht gegeven, met textiel, mode,
vormgeving en beeldende kunst als vaste onderdelen. Zij heeft
oog voor mooie, bijzondere dingen. In deze lesbrief vertelt zij zelf
hoe haar belangstelling vorm krijgt in een expositieprogramma.
Er komen twee exposities. Eén in haar galerie en nog een in de
Tricot. Deze jubileumexposities hebben als thema meegekregen:
genieten. Die term hoor je de laatste tijd vaak. Toeristen en
recreanten komen naar Winterswijk om te genieten van het
landschap, de rust en de ruimte. Daar sluiten wij ons bij aan.
Er valt in Winterswijk veel te genieten, ook op het gebied van de
kunst en cultuur.
Deze lesbrief is tot stand gekomen in nauw overleg met de
basisscholen, onder andere met de interne cultuur-
coördinatoren. Met hen is de periode en de leeftijdsgroep
afgestemd. We richten ons met name op de groepen 5 en 6
van het basisonderwijs. Het lesmateriaal is zo samengesteld
dat leerkrachten van andere groepen het zonder veel moeite
ook voor jongere of oudere kinderen kunnen gebruiken.
Een werkgroep van leerkrachten en interne cultuur-
coördinatoren uit het basisonderwijs heeft intensief
meegedacht over de invulling van met name de praktische
opdrachten. Daarmee is het een gezamenlijk project geworden,
Lesbrief Dat is echt genieten! 4
I Inleiding
het eerste in een samenwerking die wat ons betreft nog jaren
mag duren.
Het doel is: leren kijken naar kunst, en vooral het plezier
ontdekken dat de beleving van kunst los kan maken. Natuurlijk
willen we ook bereiken dat het praktische kunstonderwijs
erdoor gestimuleerd wordt.
Groepen die het project van begin tot eind volgen zullen merken
dat het een cirkel beschrijft: we beginnen met vragen stellen
over het ervaren en ondergaan van kunst, dan volgt het kijken
naar de originele kunstwerken en vervolgens gaan de kinderen
zelf dingen maken die weer in een expositie gepresenteerd
kunnen worden. Van ondergaan naar zelf doen, een leerzaam
proces.
Tricot en Help U Zelven willen, gesteund door de gemeente
Winterswijk, een langdurige relatie opbouwen met het
onderwijs. Dan levert de energie die we nu hebben
geïnvesteerd, steeds meer op. Die energie komt nu al tot
uiting in het enthousiasme waarmee we aan dit project
hebben gewerkt. We trainen ook de leerkrachten in kunst-
beschouwing. Het provinciaal adviesbureau EDU-ART heeft
het hele traject intensief begeleid en daarmee is een stevig
fundament gelegd voor de toekomst.
Winterswijk, april 2010
Carla Aalberts, galerie Help U Zelven
Rob Smolders, Tricot Winterswijk
Lesbrief Dat is echt genieten! 5
Doelgroep: groepen 5 en 6 van het basisonderwijs.
Het lesmateriaal is ook toepasbaar in jongere en
oudere groepen, met aanpassingen naar eigen inzicht
van de leerkracht.
Stappenplan
Dit project is op verschillende manieren uit te voeren naar
gelang de mogelijkheden van leerkrachten en scholen.
Wat wordt van de leerkracht verwacht en waar liggen keuze-
mogelijkheden? Dat staat beschreven in het onderstaande
stappenplan.
Januari 2010
scholen hebben zich met een aantal groepen opgegeven voor
deelname aan het project
Begin april
scholen ontvangen deze lesbrief ten behoeve van de
leerkrachten.
scholen ontvangen ook
het bezoekrooster voor de beide tentoonstellingen
het rooster voor de workshops voor leerkrachten
een antwoordformulier voor de mogelijkheid werken van
leerlingen in te zenden voor de scholierenexpositie in de Tricot.
Vanaf medio april tot aan datum tentoonstellingsbezoek
(dag of dagen naar keuze leerkracht)
deelnemende groepen behandelen op school de voor-
bereidende les. Het gaat om één les in drie stappen, naar
eigen behoefte uit te breiden tot drie afzonderlijke themalessen
of extra praktische onderdelen.
Zondag 16 mei
officiële opening van de beide exposities
Maandag 17 mei en dinsdag 18 mei
workshops voor leerkrachten die met hun groep naar
de exposities komen.
Tijd: 16.00 – 17.30 uur.
Lesbrief Dat is echt genieten! 6
II Hoe wordt het project uitgevoerd?
—
—
.
.
.
—
—
—
Vanaf donderdag 20 mei
Deelnemende groepen bezoeken de tentoonstellingen bij
Help U Zelven en de Tricot. De leerkracht leidt tweemaal de helft
van de groep rond bij Help U Zelven. De andere helft van de
groep krijgt tegelijkertijd een rondleiding onder leiding van een
gids in de Tricot. Duur: 1,5 uur (2 x 45 minuten).
Elke groep brengt twee digitale camera’s mee waarmee een
kunstwerk of detail naar keuze van elk kind wordt vastgelegd
(met de naam van het kind leesbaar in beeld).
Na het tentoonstellingsbezoek
Leerkrachten bespreken op school (dag naar eigen keuze)
werken uit de tentoonstellingen met de leerlingen aan de hand
van de gemaakte foto’s.
Tot en met dit onderdeel dienen groepen het project te volgen
om effectief te kunnen zijn.
Daarna maken de kinderen individueel of in groepjes een
praktische opdracht op school waarin de kinderen de opgedane
ervaringen gaan verbinden met het maken van een eigen werk-
stuk. De uitvoering hiervan is door de leerkracht zelf in te vullen.
Er is een mogelijkheid beeldend kunstenaar Mirjan Koldeweij te
vragen een gastles te verzorgen. Elementen uit die les zijn als
bijlage bij deze lesbrief gevoegd.
Beeldmateriaal van Mirjan Koldeweij is te vinden op haar
website: www.kunstvankoldeweij.nl.
Deze les maakt geen vast onderdeel uit van het project.
Scholen dienen er zelf budget voor in te zetten.
Tenslotte doen wij de suggestie de werkstukken van de kinderen
te exposeren op school.
En om het voor de kinderen extra aantrekkelijk te maken is er
de mogelijkheid dat van elke groep één werkstuk wordt
tentoongesteld in de Tricot voor de resterende duur van de
tentoonstelling (tot en met 15 augustus). De werkstukken
mogen dan niet groter zijn dan 30 x 30 centimeter.
Carla Aalberts of Rob Smolders zal hiervoor uw school
bezoeken als de leerkracht heeft aangegeven hieraan mee te
willen doen. Hiervoor krijgt de leerkracht een antwoordformulier
waarop een selectiedatum kan worden aangegeven.
Digitale afbeeldingen van de deelnemende kunstenaars zijn te
vinden op de website van galerie Help U Zelven:
www.helpuzelven.nl. U kunt ze gebruiken als voorbereiding op
het tentoonstellingsbezoek en als geheugensteun achteraf.
Lesbrief Dat is echt genieten! 7
—
—
Carla Aalberts begon tien jaar geleden een galerie in de
Wilhelminastraat in Winterswijk. Op de gevel van het
huis staat: Help U Zelven, en dat is ook de naam van
haar galerie. Zij heeft die naam niet zelf bedacht.
Het huis was ooit een soort winkel voor de mensen die
werkten bij de textielfabriek Tricot die er tegenover
staat.
Waarom ben je een galerie begonnen?
Ik heb vroeger veel dingen gedaan die handig zijn als je een
galerie begint. Les geven in beeldende vakken (handenarbeid
en textiel), schrijven voor een krant, in besturen gezeten en ik
heb veel verschillende dingen georganiseerd. En ik had altijd al
veel belangstelling voor kunst en mooie dingen.
De galerie werd geopend op 1 mei 2000. Dat was precies
100 jaar nadat de winkel Help U Zelven werd opgericht.
We hebben het huis helemaal gerestaureerd zodat het er
weer uit ging zien zoals het was in 1925. Op het gebied van
beeldende kunst was er in Winterswijk niet veel. Ik ben
tentoonstellingen gaan maken met allerlei verschillende
kunstvormen. Werk in het platte vlak zoals schilderijen en
tekeningen. Ruimtelijk werk in diverse technieken zoals textiel,
keramiek, hout en papier. Ook laat ik veel werk zien van
vormgevers die sieraden, tassen, mode en interieurtextiel maken.
Hoe kies je uit wat je in een tentoonstelling wilt hebben?
Ik kies heel veel op mijn gevoel en dan past het ook meestal
bij me. Ik ga geregeld naar kunst kijken, lees tijdschriften over
kunst en praat met kunstenaars.Door veel te zien ga je vanzelf
leren wat je mooi vindt en waar je niet van houdt .Soms zijn er
ook verrassingen en ga ik iets mooi vinden wat ik daarvoor niet
mooi vond. Ik ben soms zelf verbaasd waarom ik iets heel erg
mooi vind en dikwijls heb ik niet eens een antwoord en laat ik
het maar zo.
Mijn voorliefde gaat wel uit naar textiel en keramiek dus kijk ik
daar extra naar en weet ik er ook veel van. Van het werk van
sommige kunstenaars hou ik heel veel en die mogen dan
wat vaker exposeren.
Verder ga ik altijd naar eindexamenwerk kijken van academie-
Lesbrief Dat is echt genieten! 8
III Even voorstellen: Carla Aalbers
studenten. Daar zie ik weer hele nieuwe en gedurfde dingen die
leuk zijn om in de galerie te exposeren.
Hoe richt je een tentoonstelling in?
Ik bekijk het werk goed en beslis dan wat bij elkaar kan staan of
hangen. Dat heeft met vormen, met kleuren en met grootte te
maken. Meestal plaats ik dingen bij elkaar die in harmonie zijn
met elkaar maar soms is het spannender om het contrast te
zoeken. De ruimte waarin tentoongesteld wordt is erg belangrijk,
je moet rekening houden met de ruimte om de werken heen, met
het licht en de hoogte.Als je van verschillende kunstenaars werk
bij elkaar hebt is het nog moeilijker om daar een eenheid in te
brengen.
Maar van tevoren heb ik natuurlijk al een keuze gemaakt voor
de kunstenaars zodat ik al weet dat ze bij elkaar passen. Als we
echt gaan inrichten bepalen we de definitieve keuze.
Je moet ook altijd goeie spullen hebben om het werk op te
hangen, mooie kubussen, prijslijsten en kaartjes met namen en
titels.
Wat heb je gekozen om te laten zien bij het tienjarig bestaan?
Ik had twee ideeën die allebei uitgevoerd worden omdat we
met de Tricot over extra ruimte kunnen beschikken. In de galerie
komen van ongeveer vijftig kunstenaars kunstwerken die
gemaakt zijn met, of in, een kartonnen doosje dat ik aan de
kunstenaars heb gestuurd. Ik heb er de tekst van een oud liedje
bijgedaan:
Ik zou je het liefst in een doosje willen doen,
En je bewaren, je heel goed bewaren…
Dat gaat over wat het kostbaarst is in je leven. De kunstenaars
hebben mij verrast met zoveel verschillende en mooi uitgevoerde
doosjes. De tentoonstelling wordt er heel gevarieerd en vrolijk
door.
In de Tricot krijgen tien kunstenaars de ruimte om hun werk
te laten zien. Daar zijn enkele kunstenaars bij die met textiel
werken:
Els van Baarle, die laag over laag werkt met was en verf,
papier en draad. Haar werk voert ze uit op grote lappen zijde
veelal gecombineerd met poëzieteksten.
Zij won vele textielprijzen en in de textielwereld geniet zij
internationale bekendheid.
Lesbrief Dat is echt genieten! 9
Petra Vonk maakt gebruik van de allernieuwste breitechnieken.
Haar ruimtelijke weefsels worden als raambedekking toegepast
in het interieur, bij scholen, kantoren en openbare gebouwen.
In haar modeaccessoires experimenteert ze verder met verfijnde
breisels in combinatie met kunststoffen en oud kant en in
breisels wordt de lasertechniek toegepast waardoor er weer
geheel nieuwe effecten optreden
Het werk van Helmie van de Riet concentreert zich op het
menselijk (vooral vrouwelijk) lichaam. Haar fascinatie voor
lichaamssappen, bloed, organische verbindingen, lichaams-
processen, laat ze zien door middel van grote textielinstallaties,
textiele beelden en tekeningen. Ze gebruikt vaak oude hand-
werktechnieken zoals punniken, haken en knopen om haar
installaties op te bouwen
Iris van Herpen maakt mode, kleding die niet of nauwelijks
draagbaar is. Het zijn sculpturen waarvan het lichaam de drager
mag zijn. Futuristische kledingstukken gemaakt uit leer, kunst-
stoffen en metaal. Het werk van Iris van Herpen trekt op dit
moment veel nationale en internationale belangstelling.
In 2009 werd zij genomineerd voor een van de Nederlandse
designprijzen in Eindhoven en dat vier jaar na haar afstuderen
aan de Academie van Arnhem!
Marian Bijlenga maakt objecten en ontwikkelt structuren.
Ze maakt gebruik van textiele materialen zoals katoen, papier en
paardenhaar. Op dit moment is ze bezig om te experimenteren
met glas in samenwerking met Barbara Nanning. Geliefde
thema's zijn de natuur, milieu en ecologie.
Daarnaast zijn er kunstenaars die met andere technieken en
materialen werken:
Het keramische werk van Simone van Bakel onderscheidt
zich door monumentale soberheid en perfectie. Van gietklei
maakt zij zowel toegepast als autonoom werk. De laatste jaren
richt ze zich vooral op glasobjecten.
De schilder H.F. van Steensel werkt in een combinatie van
olieverf en textiel waarmee ze op een uiterst vrije manier omgaat.
De risico's die ze daar bij loopt weet ze echter alle te vermijden.
Haar heldere kleurgebruik en de wijze van penseelvoering geven
haar werk een sterke associatie met textiel. Dikke boven elkaar
liggende lagen verf, worden op een authentieke manier
gecombineerd met draad, lappen stof, en andere materialen.
Lesbrief Dat is echt genieten! 10
Een van de jonge talenten is sieraadontwerpster Ursula
Woerner. Op een geheel eigen wijze combineert ze edele
metalen, edelstenen en parels met gevonden voorwerpen.
Afgietsels in zilver van alledaagse dingen, een oude zilveren
lepel of een oud ijzertje smeedt ze aan een tot een collier met
een klassieke uitstraling. Op deze expositie presenteert ze haar
sieraden in vreemde kastjes en glazen bollen waardoor er een
installatieachtig geheel ontstaat.
Cees Andriessen is vooral bekend om zijn tekeningen,
houtsneden en linosneden waarin hij een sierlijk, gevoelig
handschrift heeft ontwikkeld.
Als laatste de kunstenaar Balta. Als grafisch ontwerpster
concentreert zij zich de laatste tijd op installaties en
buitenbeelden. Van haar hand is o.a. het vuurwerkmonument in
Enschede. Voor deze expositie maakt zij een installatie ‘blind
date’ bestaande uit twee delen. Binnen in de ruimte komt een
tafel met geborduurd tafellaken, waarop twee borden en
menu kaart staan. Het straalt verveling en ongemak uit, hetgeen
verwijst naar de oppervlakkigheid van deze tijd en het
onvermogen tot communiceren.
Het tweede deel van de installatie bestaat uit teksten en
uitdrukkingen over het weer op de ramen van de Tricot,
verwijzend naar de eerste vorm van gesprekken die mensen
met elkaar voeren.
De bezoekers van de Tricot ontvangen een kaart met daarop
een van de weerteksten die door Balta zijn uitgezocht om hun
poëtische betekenis.
Lesbrief Dat is echt genieten! 11
In deze les gaan we proberen drie stappen te zetten:
wat is ervaren, voelen, beleven?
hoe spelen ontwerpers van functionele, dagelijkse
voorwerpen daarmee? (denk aan kleding, serviesgoed,
huizen enzovoort)
wanneer noemen we iets kunst en wat heeft dat met
gevoel te maken?
De les bestaat uit:
Een onderwerp waarover iedereen kan meepraten
(kan een boswandeling zijn maar ook iets dat zich in de
school heeft afgespeeld).
Een kringgesprek waarvan notities bewaard blijven.
Verder kan gebruik worden gemaakt van voorwerpen
zoals kleding, serviesgoed, een sieraad.
Voorbereidende les, stap 1
Z I N T U I G E N
De leerkracht kiest iets, of organiseert iets, waaruit de kinderen
zoveel mogelijk zintuiglijke ervaringen halen. Bijvoorbeeld, als
daar tijd voor is, een boswandeling waarbij geuren, kleuren,
warm of koud, ruw of glad, licht of donker, geluiden, worden
benoemd. Iets vergelijkbaars kan ook in de klas of op het
schoolplein plaatsvinden.
De site: www.proefjes.nl geeft onder het trefwoord zintuigen
allerlei suggesties voor de groepen 1 tot en met 4.
Voorbeelden
Proeven: Brood met verschillende soorten beleg. (Boterham in
4 of 6 stukjes) Blinddoek voor en raden wat er op het brood zit.
Erg leuk.
Geurdoosjes (van de fotograaf) per groepje zelf vullen
(o.b.v. een ouder, bijv.) in het park en terug op school elkaar
laten ruiken met blinddoek voor.
(Geurtjes als aarde, gras, bloeiende bloemen, voor de grap
misschien aanvullen met koffie, (af)wasmiddel o.i.d.)
Lesbrief Dat is echt genieten! 12
IV De voorbereidende les op school
1
2
3
—
—
Voeldoos met bijzondere voorwerpen en laten raden wat ze
voelen. (op een blad laten invullen)
Zien: idem met voorwerpen bekijken en bedekken.
Opschrijven/vertellen wat je je nog herinnert. (KIM-spel)
Arabisch gezegde: Ervaring is de bril van het verstand.
Kringgesprek
In het kringgesprek gaat het over zintuigen, waar ze voor dienen,
wat je ermee kunt.
Laat ieder kind opschrijven wat voor hem of haar belangrijk is.
Die aspecten komen van pas als ze aan het eind van het project
zelf iets gaan maken.
Is alles wat je door je zintuigen leert kennen ook fijn?
Of kan het ook niet fijn zijn?
Kunnen dingen fijn zijn voor de een, en vervelend voor de ander?
Hoe komt dat?
Het kan altijd twee kanten op: dingen die je proeft kunnen lekker
zijn, of vies.
Dingen die je voelt kunnen fijn zijn of naar.
Dingen je ruikt kunnen lekker ruiken of stinken.
Het komt natuurlijk ook voor dat dingen niet bijzonder prettig
zijn en ook niet vervelend. Iets ertussenin. Gewoon. Dat is bij
heel veel dingen zo.
Maar als je mocht kiezen, dan zou je steeds voor fijn kiezen.
Of voor lekker. Fijn is verbonden met mooie dromen, met
plannen die je maakt (bijvoorbeeld voor de vakantie), met wat
je later wil worden. Je wil het liefst iets worden dat je fijn vindt.
Of eten wat je lekker vindt.
Toch kan het leven niet alleen maar fijn zijn. Kijk maar eens
hoeveel mensen (en zeker ook kinderen) niet kunnen kiezen wat
ze willen eten, aantrekken, naar welke school ze gaan.
Heel veel dingen die wij fijn noemen, hebben te maken met
genoeg geld en vrije tijd en goede winkels. We noemen dat
allemaal samen ook wel ‘luxe’. De mensen in Nederland leven
in luxe omdat ze bij heel veel dingen kunnen kiezen wat ze het
liefste willen.
En als je heel veel geld hebt, kun je steeds meer dingen
bedenken die je fijn vindt om te hebben.
Een eigen zwembad.
Een dure sportauto.
Een boot.
Dure kleren.
Lesbrief Dat is echt genieten! 13
—
—
Heeft luxe nog iets te maken met je zintuigen? Eigenlijk niet.
Luxe is een idee in je hoofd. Dat je meer hebt dan een ander,
bijvoorbeeld. Dat je alles kunt kopen wat je wilt. Dat je kunt laten
zien dat je een goede smaak hebt: kleren van het goede merk,
een mooie auto, een spannend kapsel.
Heb je luxe nodig om je fijn te voelen? Nee.
Kinderen die arm zijn, kunnen zich heel fijn voelen bij hun familie
of vriendjes.
Soms beleef je meer plezier aan een kartonnen doos die een
huis kan voorstellen, of een auto, dan aan heel duur speelgoed.
Fijn heeft ook te maken met tevreden zijn. Met waarderen wat je
hebt.
Voorbereidende les, stap 2
M O O I E D I N G E N D I E O O K N U T T I G Z I J N
Vervolg kringgesprek
Als mensen kunnen kiezen tussen lekker en vies,
kiezen ze lekker.
Als ze kunnen kiezen tussen mooi en lelijk,
kiezen ze mooi.
Daarom zijn er mensen die proberen steeds nieuwe, lekkere
gerechten te bedenken. Dat zijn koks in goede restaurants.
Wat ze maken moet lekker zijn en ook verrassend. Niet steeds
hetzelfde.
Je hebt ook mensen die nieuwe kleding bedenken en ontwer-
pen. Hoe noem je die? Modeontwerpers.
Waar moet je rekening mee houden als je kleding ontwerpt?
Alleen dat het mooi is? Nee, dat is niet genoeg. Je moet het
kunnen dragen. Het moet goed zitten. En ze moeten erbij zeggen
voor welk moment de kleding het meest geschikt is. Voor de
zomer of de winter? Alleen voor een feest of ook naar school?
Voor jongens of voor meisjes? Voor wie van kleur houdt of voor
wie zwart-wit het mooist vindt? Voor jonge mensen of oude?
Er zijn mensen die meubels ontwerpen. Waar moet je aan
denken als je een stoel ontwerpt? Of een lamp?
Je hebt mensen die sieraden ontwerpen.
En je hebt mensen die serviesgoed ontwerpen. Borden en
kopjes, glazen, bloemenvazen.
Lesbrief Dat is echt genieten! 14
Voorbeelden zijn te vinden op de cd met afbeeldingen uit de
tentoonstelling)
Suggestie om als verwerking met de kinderen te doen:
Iris van Herpen – kleding;
Simone van Bakel – keramiek;
H.F van Steensel – gemengd materiaal
Mogelijke opdracht:
Kies als leerkracht een van deze kunstenaars om hun werk
wat beter te bekijken. Natuurlijk kan je ze ook alle drie verder
uitdiepen en daarna de kinderen zelf uit de volgende opdrachten
laten kiezen.
N.a.v. Iris van Herpen:
Nodig:
een (oud) t-shirt ong. maat M ;
smalle stroken papier max. 2 cm breed;
textiellijm
Opdracht:
Door stroken plat, bollend, gekruld, opgerold e.d. op of aan het
shirt te plakken maak je een t-shirt om op een modeshow te
laten zien. Het moet dus ook draagbaar zijn!
Laat de kinderen de shirts aan een kledinghangertje hangen,
zodat er goed ruimtelijk gewerkt kan worden. Bijv. aan een paar
draden in de klas ophangen. De hangertjes met een wasknijper
op z’n plaats houden.
De modeshow kan voor de hele school gehouden worden of
voor ouders.
Suggestie groep 1-2:
Laat de kinderen het shirt met de stroken (plat opgeplakt)
versieren.
Groep 3-4:
Laat de kinderen symmetrie aanbrengen in de linker- en
rechterhelft.
N.a.v. Simone van Bakel:
Nodig:
Fijne klei; stokjes, wc-rolletjes, lapjes stof, sinaasappelnetjes,
gaas e.d. om reliëf aan te kunnen brengen.
Opdracht:
Maak je eigen ‘nachtbeker’ (die je zelfs in het donker kan
herkennen).
Lesbrief Dat is echt genieten! 15
—
—
—
—
—
N.a.v. H.F. Steensel:
Nodig:
Tekenvel (A3 formaat), kleurpotloden, stiften, wasco, verf e.d.,
kosteloos materiaal, kranten (lijm, penselen).
Opdracht:
‘Kan je me nog vinden?’
Begin met een tekening van jezelf of een (uitgeprinte) foto.
Daarop, over, naast laat je stukjes van dingen van jezelf zien,
bijv. je slaapkamer: een stukje behang, een stukje gordijn;
je hobby’s: een stukje van een bal, een beeldscherm;
je lievelingsdieren: pantervlekken, paardenhoofdstel enz.
Uiteindelijk moet de foto/tekening van jezelf nog wel terug te
vinden zijn.
Gebruik daarvoor verschillend materiaal, let daarbij op
doorzichtig en dekkend materiaal.
Voorbereidende les, stap 3
K U N S T
Vervolg kringgesprek
Soms, als we iets mooi vinden, noemen we het kunst.
Kunst kun je op heel veel plaatsen vinden. Bij je thuis aan de
muur, bijvoorbeeld. In een museum. Op straat.
Wie kan voorbeelden noemen van kunstwerken op straat?
Wat hangt er bij jullie thuis aan de muur? Een ingelijste foto?
Een schilderij of tekening? Een poster?
En nu een moeilijke vraag: waarom hangt dat daar? Wie heeft er
iets aan?
De meeste mensen hangen wel iets aan de muur in hun huis.
En ze zetten dingetjes op de vensterbank of in de kast.
Dingen die ze mooi vinden, niet omdat ze nuttig zijn.
Een huis zonder mooie dingen is kaal en ongezellig.
Bloemen in een mooie vaas, ook zoiets.
Hebben die mooie dingen iets met kunst te maken? Ja. Als je je
omgeving versiert met mooie dingen, voel je je prettig. Niet
iedereen vindt hetzelfde mooi. Dus wat jij kiest, of wat je ouders
kiezen, maakt ook dat jullie huis anders is dan het huis van de
buren.
Door te laten zien wat je mooi vindt, laat je ook zien wie je bent.
Dat je van rood houdt of van geel. Van bloemen of van glas.
‘Houden van iets’, daarmee zeg je iets over je gevoel.
Lesbrief Dat is echt genieten! 16
—
Dingen helpen ons iets over onze gevoelens te zeggen.
Dan zijn die dingen toch nuttig. Niet omdat je er water in kunt
doen of er brood mee kunt snijden, maar omdat je er iets mee
kunt zeggen zonder woorden.
Is dat dan kunst? Misschien.
Kunst noemen we dingen die gemaakt zijn door een kunstenaar.
Een kunstenaar maakt dingen die met zijn gevoel te maken
hebben. Wat hij mooi vindt maar ook waar hij een hekel aan
heeft. De kunstenaar vertelt een verhaal zonder woorden. Hij laat
zien wie hij is, wat hij meegemaakt heeft, wat hij mooi vindt of
belangrijk. Wat hij goed kan.
Soms herken je iets in een kunstwerk dat iemand anders
gemaakt heeft. Dat is fijn omdat die ander jou helpt om iets te
zeggen zonder woorden.
Soms herken je er helemaal niets in. Dan is die kunstenaar in zijn
hoofd bezig met heel andere dingen dan waarmee jij bezig bent.
Als je nieuwsgierig bent, blijf je toch kijken om er meer van te
weten te komen. Als het je niets kan schelen, dan ga je wat
anders doen.
Je kunt natuurlijk ook zelf iets tekenen en daarmee een verhaal
vertellen zonder woorden. Dat is heel persoonlijk: die tekening is
gemaakt door jou en hij gaat over jou. Als iemand anders de
tekening mooi vindt, heb je iemand een plezier gedaan met wat
jijzelf belangrijk vond om te laten zien. Zo werkt het met kunst
ook.
Je hebt veel soorten kunst. Dingen die aan de muur hangen:
schilderijen, tekeningen, foto’s. Dingen die op de vloer staan:
beelden. Je hebt kunst die beweegt, die ruikt, die licht geeft.
Je hebt videofilms die kunst zijn. En verhalen en gedichten, dat
is kunst met woorden. Dan heb je nog muziek en dans.
Suggestie voor uitwerking naar aanleiding van het taalwerk
van Balta.
N.a.v. Balta
Associaties m.b.v. locatie of voorwerp waar historie aan zit.
Bijvoorbeeld een huis:
Waar staat het, wat was dit vroeger: bos, wei, heide?
Welke machines zijn gebruikt om het huis te bouwen?
Welk materiaal is voor dit huis gebruikt:
Hout: waar komt dat vandaan?
Glas: wat is daar voor nodig?
Lesbrief Dat is echt genieten! 17
Kunststof: waar komt dat vandaan?
Waar wordt het van gemaakt?
Baksteen: waar komt dat vandaan?
Waar wordt het van gemaakt?
Vanuit elke vraag wordt een van de antwoorden als steekwoord
gebruikt. Zo krijg je bijv het volgende lijstje: wei – betonmolen –
tropisch regenwoud – vuur – plastic korrels – rivier.
Geef de kinderen de opdracht een tekening te maken waarin
alle elementen van het bovenstaande lijstje terug te vinden is.
Laat ze zelf een titel verzinnen die verwijst naar het uitgangspunt:
‘huis’.
Lesbrief Dat is echt genieten! 18
Het project met het thema ‘genieten’ is helemaal
gebouwd rond de twee exposities die Help U Zelven
en Tricot Winterswijk aanbieden. Het bezoek aan de
beide tentoonstellingen is dan ook een belangrijk
moment. De leerlingen komen dan oog in oog te staan
met originele kunstwerken van hoge kwaliteit, uit het
hele land nar Winterswijk gehaald en prachtig
uitgestald.
Het tentoonstellingsbezoek moet eigenlijk een ervaring
zijn die kinderen niet snel vergeten.
De leerlingen worden begeleid door een geschoolde rondleider
in de Tricot.
Bij Help U Zelven gaat de leerkracht zelf met de kinderen langs
de kunstwerken.
Voor sommigen leerkrachten is dat misschien even wennen
omdat ze hier geen ervaring mee hebben.
Is dat wel verstandig, zullen ze misschien denken?
Kunnen ze dat niet beter overlaten aan iemand die daarvoor
opgeleid is?
Wij denken van niet.
Wij denken dat het van groot belang is dat de leerkracht het
tentoonstellingsbezoek op dezelfde, intensieve manier
meemaakt als de kinderen. En dat het goed is als wij ook de
leerkrachten opleiden tot ervaren kunstkijkers, zodat ze de
volgende keer weer met plezier komen.
Wat heeft de leerkracht nodig om een rondleiding te kunnen
verzorgen?
Hij of zij moet weten waar de tentoonstelling over gaat.
Daarvoor is deze lesbrief en de workshop.
Het onderwerp moet met de kinderen al besproken zijn.
Daarvoor zorgt de voorbereidende les.
De kinderen moeten worden voorbereid op het tentoonstellings-
bezoek. Wat is een tentoonstelling, wat kun je er beleven, wat is
het verschil tussen kunst en een foto van kunst? Wat mag er wel
en niet in een tentoonstelling?
Lesbrief Dat is echt genieten! 19
V De workshop voor leerkrachten
—
—
—
Eén ding is zeker: er mag worden gepraat in de tentoonstelling.
Nodig de kinderen uit om hardop te zeggen wat ze zien en
vinden.
Om ervoor te zorgen dat de leerkrachten weten wat er in de
exposities te zien is en hoe wij (en zij) met de kinderen er
een gesprek over kunnen voeren, organiseren wij een voor-
bezichtiging voor leerkrachten (en rondleiders), kort na de
officiële opening van de exposities.
Deze workshops duren anderhalf uur en worden gegeven op
maandag 17 mei en dinsdag 18 mei, steeds vanaf 16.00 uur.
In het bezoekrooster staat welke leerkrachten wanneer worden
verwacht.
Lesbrief Dat is echt genieten! 20
—
Voorbereiding door leerkrachten:
de workshop bijwonen
groepsindeling maken
ouders regelen voor het rijden en hen voorbereiden
op het bezoek
twee digitale camera’s regelen (met opgeladen
batterijen)
Het is waarschijnlijk de eerste keer dat de kinderen met de hele
groep naar een kunsttentoonstelling gaan kijken. Bereid ze
daarop voor.
Belangrijke tips:
Creëer met elkaar een fijne, rustige sfeer. In een rustige
omgeving wordt beter gekeken en kunnen de kinderen elkaar
beter verstaan.
Leg uit dat je kunstwerken niet mag aanraken omdat ze
kwetsbaar zijn en beschadigd kunnen raken. Ook al is het
soms verleidelijk, het kan echt niet.
Houd de groep bij elkaar en de aandacht centraal.
Op plaatsen waar de groep langer blijft gaan de kinderen zitten.
Ouders zijn van harte welkom om me te lopen met de
rondleiding. Ze krijgen een informatieblad zodat ze weten
waar de tentoonstelling over gaat. En wij vragen hen als de
groep vertrekt aan te geven wat ze het mooist vonden.
Er zijn twee tentoonstellingen die we gaan bekijken.
Daarvoor is anderhalf uur nodig.
De leerkracht meldt zich met de groep bij de Tricotruimte
(ingang tussen de beide gebouwen, bij de grote bloempotten).
De groep wordt gesplitst. De ene helft gaat met een rondleider
van Tricot eerst de Tricot bezoeken. De andere helft gaat met
de eigen leerkracht galerie Help U Zelven bezoeken.
Na 45 minuten komen de beide groepen elkaar tegen bij de
ingang van Tricot. De leerkracht neemt de andere helft van de
klas mee naar Help U Zelven.
Na het tweede deel verzamelen de kinderen zich weer bij de
Tricot.
Lesbrief Dat is echt genieten! 21
VI Het bezoek aan de tentoonstellingen
—
—
—
—
Elke leerkracht brengt twee kleine digitale camera’s mee en
bordjes met goed leesbaar de namen van de kinderen in de
groep. De kinderen kiezen in een van de tentoonstellingen
iets dat ze bijzonder aanspreekt. Met behulp van een leeg
diaraampje bepalen ze hun keuze voor een uitsnede die daarna,
met de naam van het kind erbij, wordt gefotografeerd.
Samengevat
Leerkracht:
Twee keer een halve klas meenemen naar en rondleiden in
Help U Zelven.
Duur:
Twee keer 45 minuten.
Meenemen:
Twee digitale camera’s
Kleine, op de foto goed leesbare naambordjes van de kinderen.
In de Tricot exposeren tien kunstenaars. De rondleider kiest een
aantal plekken uit waarbij de kinderen gaan zitten om rustig te
kunnen kijken en praten.
In galerie Help U Zelven is het heel vol, er zijn meer dan vijftig
kunstwerken. Probeer ze niet allemaal te bespreken. Kies er
enkele uit en bespreek ze met de kinderen. Stel vragen waarvoor
de kinderen goed moeten kijken en probeer te ontdekken wat de
kunstenaars met het doosje hebben gedaan.
Na afloop krijgen alle kinderen een eenmalige gezinstoegangs-
kaart om met hun gezinsleden nogmaals naar de exposities te
komen.
Lesbrief Dat is echt genieten! 22
Voorbereiding:
zorg dat de foto’s die in de tentoonstelling zijn gemaakt,
beschikbaar zijn!
Uitgangspunt:
wat vinden kinderen zo fijn of kostbaar of waardevol dat
ze het de vorm van een kunstwerk zouden willen geven?
Welke bijzondere ervaringen willen ze vastleggen?
Start:
groepsgesprek aan de hand van een werk dat de voorkeur had
van een van de leerlingen.
Bespreken aan de hand van de kijkwijzer.
Waarom is het mooi of bijzonder?
Wat herinneren de andere kinderen zich van de exposities?
Welke keuzes maken zij?
Deze keuzes bespreken op dezelfde manier als die van de
leerkracht.
Teruggrijpen op de notities gemaakt in de voorbereidende les:
wat is voor ons genieten?
Wat zou ik zelf willen maken?
Deze vraag nu leiden naar een kunstwerk dat de kinderen zelf
gaan maken.
Praktische opdracht waarin wordt teruggekeken:
we hebben over ervaren en voelen gesproken en we hebben
kunst bekeken.
Hoe geef je dat vorm?
Motto: proberen kinderen te laten doen wat ze normaal niet
doen.
De kinderen gaan zelf een werkstuk maken.
Ze houden rekening met:
Functie:
wat willen ze dat het resultaat is? Iets nuttigs of iets moois of
allebei? Een doosje om dingen in te bewaren, een doosje als
kunstwerk, een doosje op wielen als speelgoed, iets anders?
Materiaalkeuze:
verf, textiel, papier, gips, knopen, foto’s, andere?
Lesbrief Dat is echt genieten! 23
VII Verwerking op school
Wat vinden ze mooi? Hebben ze zelf een idee, hebben ze iets
gezien in de tentoonstelling dat ze bezighoudt?
Onderwerp:
Waar gaat het over? Hun huisdier, een verzameling, een
vakantie, lekker eten, koud of warm, muziek, mode?
Of is het klaslokaal een hele grote doos waar we met z’n allen
inzitten en die we mooi gaan maken? Dan doen we het samen
en verdelen we de taken.
Vergeet niet om foto’s te maken van het eindresultaat!
Hoe maak je een tentoonstelling?
Nu alle kinderen zo druk bezig zijn geweest om zelf iets te
maken, is de mooiste manier om het af te maken een expositie
in de school te maken.
Hoe doe je dat?
Lees nog eens over hoe Carla Aalberts het aanpakt.
Je gaat eerst selecteren: rustig kijken, beschrijven wat er
allemaal is, benoemen wat bij elkaar past. Je maakt groepjes
van werken.
Hoe ga je ze neerzetten? Welke materialen heb je? Tafels,
sokkels, vensterbanken?
Zorg voor een rustige omgeving en een rustige, monochrome
achtergrond. Op die manier is alles goed zichtbaar. Let ook op
dat je de mooie kant van de werkstukken goed in het zicht hebt.
Er moet natuurlijk ook informatie bij. een kaartje waarop de
naam van de maker staat. En misschien de foto die hij of zij bij
het tentoonstellingsbezoek heeft laten maken.
Wat nog meer?
Vraag je af: wie is je publiek? Wat weten zij van het project
waar de kinderen aan gewerkt hebben? Misschien moet er een
informatieblad bij waar het allemaal kort wordt samengevat.
Lesbrief Dat is echt genieten! 24
Is kijken naar kunst met kinderen moeilijk?
Meestal niet. Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en ze denken
minder in hokjes dan veel volwassenen. Dat maakt het plezierig
om met hen over kunst te praten. Kunstenaars willen iets
origineels en verrassends laten zien en kinderen laten zich graag
verrassen.
Kunst is een communicatiemiddel. De kunstenaar probeert en
ander iets te zeggen, meestal zonder woorden te gebruiken.
Hij spreekt in beelden. Dat is niet zomaar. Als hetzelfde even-
goed met woorden te zeggen was geweest, was de kunstenaar
wel schrijver geworden.
Beelden zijn zelf een vorm van taal. En kijken is de manier om die
taal te leren begrijpen.
Begin met kijken met een open houding, zonder vooroordelen.
Neem de tijd.
Laat kinderen elkaar aanvullen: wat zie je allemaal?
Wat valt je op?
Laat de kinderen de verschillende aspecten benoemen.
Welke materialen zijn gebruikt?
Is het werk groot of klein?
Zijn er herkenbare dingen?
Gaat er rust van uit of maakt het onrustig?
Elke mening telt. De leerkracht maakt geen onderscheid tussen
goede en foute opmerkingen maar helpt de leerlingen te
verwoorden wat die vindt en waarom.
Open vragen van de leerkracht helpen daarbij.
Kijken naar kunst roept ook associaties op. Daar moet ook alle
ruimte voor zijn. Die associaties maken het kunstwerk rijker van
betekenis. Er ontstaat een verbinding tussen de beleving van de
kunstenaar en die van de kijker (dus ook het kind).
Kinderen kunnen soms rare gedachtesprongen maken.
Dat kunnen leuke aanknopingspunten zijn om met elkaar over
te praten.
Lesbrief Dat is echt genieten! 25
Bijlage 1: kijkwijzer
—.
.
.
—.
.
.
.
Tip
In een kringgesprek wordt waarschijnlijk meer gezegd dan de
deelnemers zich achteraf kunnen herinneren. Daarom kan het
nuttig zijn aantekeningen te maken en dingen vast te houden. Je
zou zelfs een collage van trefwoorden en stukjes beeldmateriaal
kunnen maken om de veelzijdigheid van de kunst te benaderen.
Als kinderen in stat zijn dingen die ze in een tentoonstelling
hebben gezien te combineren met beelden uit hun eigen
belevingswereld, hebben ze goed gekeken. Dat blijft ze bij.
Kinderen kunnen ook verbanden leggen met andere kunst-
vormen zoals muziek of dans.
Het ordenen van materiaal in een tentoonstelling is een manier
om overzicht te krijgen in de veelheid van meningen en
associaties. Je kunt dingen groeperen rond thema’s die de
kinderen zelf bedenken.
En tenslotte is het bezig zijn met kunstbeschouwing zelf de
moeite waard om te registreren, bijvoorbeeld op foto of video,
of door middel van tekeningen, aangevuld met notities.
Lesbrief Dat is echt genieten! 26
‘Ge Niet en Meer’
Ik zal mij even voorstellen. Ik ben Mirjan Koldeweij, woon en
werk in Eibergen. Als beeldend kunstenaar maak ik vooral
monumentale objecten met een eigen gelaagdheid van diverse
materialen zoals metaal, hout, papier en maak ik werk in
opdracht voor particulieren, instellingen en gemeentes. Als
kunstenaar neem ik zelf deel aan de tentoonstelling ‘Genieten’
bij galerie Help U Zelven. Daarnaast ben ik werkzaam als
beroepskunstenaar in de klas en verzorg kunstlessen en
projecten voor primair en voortgezet onderwijs. Veelal ontwikkel
ik voor speciale thema’s een project op maat.
Vindt u het lastig praktisch gezien de vertaalslag te maken met
de leerlingen, als ruimtelijk vormgever heb ik hier veelal mee van
doen en als kunstenaar durf ik het anders aan te pakken.
De meerwaarde is om vanuit het eigen gevoel van idee naar
resultaat te komen door het gebruik van de opgedane
ervaringen. Hieronder leest u wat ik u aanbied.
Gastles ‘Ge Niet en Meer’
Ik stel me voor en laat zien wat ik maak, dit aan de hand van
mijn eigen echte werk dat ik ook bespreek met de kinderen.
De leerlingen leren door naar kunst te kijken, te praten meer
inzicht te krijgen in hun eigen leefwereld en die van een ander.
Uitgaande van de inspiratie middels een foto die de leerlingen
hebben opgedaan bij de tentoonstelling ‘Genieten’, en
daarnaast de verhaaltjes die ze hebben geschreven, de
materialen die ze meebrengen waarvan ze genieten of die een
bepaalde emotionele waarde hebben, gaan we met de
leerlingen vrij en vanuit hun gevoel met elkaar associëren over
datgene wat ze hebben ervaren. Mijn missie is de eigen inbreng
van de leerlingen en dat ze zich leren in te leven in hun eigen
kunstwerk. Ze niet alleen laten kijken, maar ook leren zien en
laten ondervinden (dieper ingaan op verschillende aspecten).
De leerlingen leren op basis van hun belevingen hun eigen
fantasie om te zetten in een eigen of gezamenlijk gemaakt
ruimtelijk kunstwerk. De kwaliteit van deze gastles is dat aan
het gemaakte kunstwerk hun eigen gevoel, de eigen inbreng en
fantasie van de leerlingen te zien is en dat is genieten.
Lesbrief Dat is echt genieten! 27
Bijlage 2:
gastles van beeldend kunstenaar
Mirjan Koldeweij
De moeilijkheid om een kunstwerk werkelijk te maken zit vooral in
de omzetting van 2- naar 3-dimensionaal. Met behulp van het
basismateriaal bamboe, tape en ijzerdraad met daarbij de eigen
meegebrachte materialen of voorwerpen ondervinden de
leerlingen dat het kunstwerk werkelijk zal gaan staan in de
ruimte. Hiervoor wordt het driehoekprincipe uitgelegd. In de
uitvoering krijgen ze de volledige vrijheid qua afmeting.
Deze les is ook heel goed toe te passen in de bovenbouw.
Mocht u interesse hebben of vragen neem gerust geheel
vrijblijvend contact met me op. Zie voor meer informatie
www.kunstvankoldeweij.nl en/of mail naar
Ik ben te bereiken op: 0545 474421 / 06 3089 3026
Ochtendworkshop, 1 klas (3 uur) 145,- euro
Materiaal bamboe/tape/ijzerdraad 2,- euro per leerling
Reiskosten 0,19 euro per km
Middagworkshop, 1 klas (2 uur) 105,- euro
Materiaal bamboe/tape/ijzerdraad 2,- euro per leerling
Reiskosten 0,19 euro per km
Beschikbaar op maandag, dinsdag en donderdag
Mirjan Koldeweij
Groenloseweg 37
7151HH Eibergen
Lesbrief Dat is echt genieten! 28