Leesvoer nr. 5 - 2010
-
Upload
de-heus-voeders-bv -
Category
Documents
-
view
236 -
download
1
description
Transcript of Leesvoer nr. 5 - 2010
Jaargang 13 | nummer 5 | december 2010
2010
5
Zorgen over antibiotica
All in-all out heeft de toekomst
Anders voeren door de robot
Leesvoer
In dit nummer
U vindt alles over Leesvoer ook op internet. Ga naar
www.de-heus.nl
Op de cover
Henk Arfman nam dit jaar een melkrobot in
gebruik
6
2 De Heus · Leesvoer 5 | december 2010
r u n d v e e
Koeien moeten altijd ruwvoer hebben 6
Variabele zomerkuilen met lagere VEM 14
Meer smakelijk ruwvoer van eigen land 16
De kunst van de wormenkweek 24
Hulpmiddel bij de mestboekhouding 26
v a r k e n s
Werken met gezondere varkens 12
Succesvol bijproducten voeren 18
Twee vliegen in een klap 20
Voer met advies leidt tot betere resultaten 27
p l u i m v e e
Kijk op een gezonde vleeskuikenhouderij 8
Vertrouwen is heel belangrijk 22
a l g e m e e n
Henk de Heus over 100 jaar De Heus 4
Duurzame en onderhoudsvriendelijke stal 10
Welkom 3
Ontmoet De Heus 11
Bedrijf en gezin 21
12
22
24
'Wij leveren het beste
wormenvoer van Nederland'
Vakman en ondernemerEen veehouder is een ondernemer. Hij bestuurt zijn bedrijf, neemt beleidsbeslissingen en kijkt vooruit. Veel hangt af van de kwaliteiten van de ondernemer. Als hij of zij de juiste beslissingen neemt heeft het bedrijf daar veel profijt van.Net zo belangrijk is de ondernemer als vakman. De vakman heeft kijk op de situatie. Hij ziet direct waar het mis gaat en grijpt in nog voordat een probleem zich openbaart. Een goede varkenshouder ziet aankomen of een dier ziek wordt en grijpt tijdig in. Het lijkt net alsof zich bij hem of haar geen problemen voordoen.In dit nummer van Leesvoer ziet u fraaie staaltjes van ondernemerschap en knap vakmanschap. U ziet ondernemende veehouders die het beste halen uit zichzelf en hun bedrijf.
Van de redactie
colofonLeesvoer is het huisorgaan van De Heus
Uitgever: De Heus Voeders B.V.
Redactieraad: Patrick van Vugt, Franko van
Lankvelt, Nico Woudenberg, Jeroen
Verdenius, Augustine van Ree
Redactieadres: Postbus 396 6710 BJ Ede,
telefoon 0318 – 675 497
e-mail [email protected]
Productie: Iris commmunicatie & reclame,
Lichtenvoorde
Druk: BDU Barneveld
Leesvoer 5 | december 2010
Welkom!
Jeroen Verdenius, Hoofd Marketing & Communicatie
} [email protected] 578 is de snelste koe van Nederland met een productie van 100.000 kg. De koe van de familie Stuij in Ottoland leverde daarmee een superprestatie. Dat Teaske 578 dit najaar deze hoeveelheid melk produceerde, is op zichzelf nog niet bijzonder, want Teaske is de 24ste koe op een rij op dit bedrijf met 125 melkkoeien. Wel bijzonder is het feit dat deze mijlpaal is gehaald in de derde lactatie, in 1.781 dagen met een gemiddelde dagproductie van 56,6 kg melk. De piekproductie van Teaske is 90 kg per dag. De drang om melk te produceren komt niet helemaal uit de lucht vallen: Jocko maal Adison geeft een koe die drang heeft veel melk te produceren. Om zoveel melk te produceren moet Teaske 578 wel veel vreten. Het basisrantsoen bestaat uit volop kuilgras, 16 kg perspulp, 8 kg bierbostel en 5 kg brok. Daarnaast krijgt ze extra brok in de voerbox.
Leesvoer wordt gedrukt op FSC
gecertificeerd Houtvrij silk mc papier.
Snelle Teaske
Sjaak en Dirk Stuij en Teaske
foto: Veeteelt
Symposia zeugenhouderij drukbezocht
In oktober organiseerde De Heus drie symposia over rendementsverbete-ring in de zeugenhouderij. Met ruim 200 deelnemers was de belangstel-ling boven verwachting.
De sprekers vertelden dat de vraag naar grote koppels biggen in binnen- en buitenland groeit. Kleinere zeugenhouders kunnen hier op inspelen met het meerwekensysteem. Een andere optie is bedrijfsvergroting. Hiervoor kwamen de sprekers met praktische tips. Als u meer wilt weten over dit onderwerp dan kunt u contact opnemen met uw specialist. Zij vertellen u er graag meer over. Zie ook pagina 20.
4 De Heus · Leesvoer 5 | december 2010
a l g e m e e n
et de uitdraai van een manuscript in de
hand loopt Henk de Heus naar de grote
zwarte vergadertafel in zijn kamer op de
bovenste verdieping van het hoofdkantoor dat uit-
kijkt op de drukke snelwegen rond Ede. Het is het
concept van een boek over de lange geschiedenis
van familiebedrijf De Heus. Volgend jaar, in 2011,
bestaat de onderneming een eeuw.
Het was zijn grootvader die in 1911 een meelzaak
in Barneveld startte. Niets duidde er toen op dat
het bedrijf ooit zou uitgroeien tot een toonaange-
vende onderneming die gerekend kan worden tot
de grootste twintig veevoerbedrijven van de wereld.
De Eerste Wereldoorlog die in 1914 uitbrak, legde
het eenmanszaakje stil. ‘Mijn grootvader heeft een
lange aanlooptijd nodig gehad,’ vertelt Henk de
Heus. Ook zijn vader had het niet gemakkelijk. Na
de economische crisis van de jaren dertig, volgde
de Tweede Wereldoorlog. ‘Schoorvoetend heeft
mijn vader de draad daarna weer opgepakt.’
Henk had meer geluk. Toen hij in 1965 bij zijn vader
in de zaak kwam, maakte de agrarische productie in
Nederland een ongekende groei door. Hoe groter de
veestapel, hoe meer voer er nodig was. ‘Als voerfa-
briek groeiden we automatisch mee.’ Henk de Heus
tekent een grafiek met een omhooglopende lijn.
‘Er waren jaren bij dat we een groei van 10 procent of
meer hadden.’ Wat was zijn geheim? ‘Iedere goede
onderneming is gebaseerd op een juiste organisatie.
Dat is het fundament. Met goede medewerkers die
efficiënt en kostenbewust zijn. Bovendien gingen de
verdiende centen allemaal weer terug in het bedrijf.
Een familiebedrijf is immers gericht op de lange
termijn en continuïteit. Om te zorgen dat de onderne-
ming er over twintig jaar nog weer beter voor staat.’
Maar het ging Henk de Heus niet alleen om de
cijfers. ‘Leidinggeven is mensenwerk. Je moet
met mensen willen samenwerken. Samen ups en
downs meemaken. Je moet op twee fronten actief
zijn: binnen de eigen onderneming en bij klanten.’
Met zichtbaar plezier vertelt hij over de periode
toen zakendoen nog zo anders ging. ‘We kenden
de meeste klanten persoonlijk. We waren op de
hoogte van hun wel en wee. Mijn vrouw komt ook
uit een zakengezin en had eenzelfde opvoeding
genoten. We waren aanwezig bij vele huwelijkspar-
tijen. We deelden in de blijdschap van de geboorte
van een kind, maar ook in verdriet in droevige om-
standigheden. Ik heb er flink aan moeten wennen
dat het niet meer mogelijk was om die banden aan
te houden toen het bedrijf echt begon te groeien.’
Henk de Heus staat op om een blik te werpen op
het computerscherm bij zijn bureau waarop hij kan
zien wat de grondstoffenmarkt van Chicago doet.
Vroeger ging alles per telefoon, maar zonder
mobieltje natuurlijk, vertelt hij. Als Henk de Heus
met zijn gezin op vakantie ging, hield hij de beurzen
bij. ‘Het kwam wel eens voor dat ik uren in de
hotelkamer of op een postkantoor zat te bellen.’
Toch ging het ook Henk de Heus niet altijd voor de
wind. ‘In de jaren zeventig was het ondernemers-
klimaat bijzonder guur,’ zegt hij. Maar daarna ging
het flink bergopwaarts. ‘Toen ik wist dat mijn beide
zonen geïnteresseerd waren in het voortzetten van
het bedrijf, zijn we om de tafel gaan zitten. We kwa-
men tot de conclusie dat we aan schaalvergroting
moesten doen om op de lange termijn de kosten
Henk De Heus over 100 jaar De Heus
'Wij zijn nauw verbonden met het boerenbedrijf'm
100 jaar familiebedrijf
In 1911 begon Hendrik Antoine de Heus in Barnevel een eigen zaak. Hij was zoon van een oude molenaarsfamilie die in Wijk bij Duurstede de bakermat had. Daar schilderde de beroemde 17e eeuwse schilder Ruijsdael een molen die in 1786 in handen kwam van de familie De Heus. Hendrik Antonie is de grondlegger van de tegenwoordige onderneming De Heus. Hij is de over-grootvader van Co en Koen de Heus, die hun vader opvolgden in de directie. Ooit begon Hendrik Antonie de Heus een bescheiden eenmanszaak, letterlijk gerund met paard en wagen. In de jaren '70 en '80 groeide het bedrijf op basis van autonome groei uit tot één van de grootste familiebedrijven in de Nederlandse mengvoederindustrie. Door overnames van Brokking en Koudijs-Wouda, later gevolgd door Sondag Voeders, ging het bedrijf in de ja-ren negentig tot de grootste mengvoederfabrikantan van Europa behoren. Na 2000 groeide De Heus internationaal verder door. Na 100 jaar is het bedrijf een toonaangevende mengvoederonderneming, die zich nog altijd honderd procent familiebedrijf kan noemen.
Het schilderij met de molen van de familie
De Heus is te bewon-deren in het Rijksmu-seum in Amsterdam
De Heus · Leesvoer 5 | december 2010 5
te drukken en concurrerend te blijven.’ De omstan-
digheden waren gunstig voor vader Henk en zoons
Co en Koen. Veel families die eigenaar waren van
concurrerende voerbedrijven, zoals Brokking en
Sondag, hadden geen opvolgers.
Ook Koudijs bleek te koop. Er kwam een reeks
van acquisities op gang. ‘De kunst is niet om een
bedrijf te verwerven, maar om het helemaal te
integreren. Niet alleen de administratie en de
productie. Het gaat er ook om de mensen op de
goede plekken te krijgen zodat zij en het bedrijf
sterker worden.’ Henk de Heus lacht bij de
herinnering. ‘Het waren heel spannende tijden.’
Niet lang daarna werd de sprong naar het buitenland
gemaakt. Inmiddels is De Heus actief in veertig lan-
den.’ Terwijl zijn zoons het bedrijf helemaal overna-
men, deed Henk de Heus een stap terug. ‘Sinds 2000
zit ik niet meer in de daily business. Als voorzitter van
de raad van commissarissen ben ik niet meer van
ieder detail op de hoogte. Vanaf de zijlijn geef ik ad-
viezen. Een bedrijf dat je opbouwt, dat blijft je baby.’
Ook al is er meer afstand, voor zijn klanten klopt nog
steeds zijn hart. ‘We zijn voerfabrikanten. Maar zo-
wel emotioneel als zakelijk zijn we nauw verbonden
met het boerenbedrijf. De meeste boeren vinden
het aantrekkelijk als een van de zonen de opvolger
wordt. Dat hebben wij als De Heus ook altijd gehad.
Daarom begrijpen we elkaar heel goed.’ Ook profes-
sioneel heeft hij een grote waardering voor de Ne-
derlandse agrariër. ‘Wij hebben de beste boeren van
de wereld. Ze zijn efficiënt en marktgericht. Je zou
er beretrots op moeten zijn.’ Het steekt hem enorm
dat de politiek in Den Haag agrariërs zo dwars zit.
Hij begint op dicteertoon te spreken. ‘Als je naar de
verhalen van al die stedelingen luistert, krijg je het
idee dat het boerenbedrijf beter opgedoekt zou kun-
nen worden. Hopelijk komt er de komende jaren een
kentering in de benadering van de agrarische sector
en met een wat meer positieve benadering, kunnen
er nog mooie resultaten geboekt worden.’
Met gepaste trots kijkt hij uit naar het aanstaande
jubileum van De Heus. ‘Het is best bijzonder dat
een bedrijf meer dan honderd jaar bestaat. Maar
het kan alleen in een familie met capabele opvol-
gers, die er vol voor gaan. Zij kunnen dat op hun
beurt alleen maar samen met een goed team van
medewerkers.’ Hij glimlacht bij de vraag of er al
een volgende generatie klaar staat om De Heus
verder de toekomst in te leiden. ‘Het is nog echt
te vroeg om daar iets over te zeggen. Ze zitten
allemaal nog op de basisschool.’
'Wij zijn nauw verbonden met het boerenbedrijf'
Henk de Heus:
'We hebben de beste boeren ter wereld'
6 De Heus · Leesvoer 5 | december 2010
enk Arfman en zijn zoon André staan op
de balustrade van de nieuwe stal, die ge-
bouwd is net buiten het achtkastelendorp
Vorden in de Achterhoek. Onder hen loopt het kop-
pel melkkoeien in de nieuwe zesrijige ligboxenstal.
Het zijn er nu nog 127, maar er is groei mogelijk tot
190 koeien. De dieren gaan hun gangetje. Een aan-
tal staat nog aan het voerhek en plukt uit het verse
gras dat Henk vanmiddag voor de laatste keer dit
seizoen heeft gebracht. Het gras is nog opmerkelijk
fris voor half november.
Henk kijkt met plezier naar de koeien: ‘Aan som-
mige dieren kun je nog merken dat ze gewend
waren twee keer per dag gemolken te worden.
’s Morgens en ’s avonds is het even wat drukker bij
de melkrobot.’ De meeste koeien hebben inmiddels
hun eigen ritme gevonden. Regelmatig maken ze
op hun gemak een rondje. Ze stappen uit de ligbox,
lopen langs de robot, het voerhek, de waterbak en
weer terug naar de box.
Arfman en zijn zoon hebben sinds begin dit jaar de
stal in gebruik, inclusief twee DeLaval-melkrobots.
De keuze voor de robots was niet moeilijk. ‘Het
hoort erbij tegenwoordig’, zegt Henk Arfman.
Het in gebruik nemen van de robots ging soepel.
‘Je bent er de eerste maand wel druk mee’, zegt
André. ‘Maar daarna loopt het bijna vanzelf.’ Erg
handig zijn de klaphekjes die toegang verlenen tot
de wachtruimte voor de robots. De koeien kunnen
de wachtruimte wel binnen, maar er niet meer uit.
De enige weg is door de robot, zodat ze vanzelf
worden gemolken.
VoedingEen belangrijk punt bij het melken met robots is
de voeding. Allereerst is het zaak om de koeien
de klok rond te laten beschikken over voldoende
goed ruwvoer. De dieren zijn namelijk gewend om
zich op elk moment van de dag te laten melken. Ze
moeten ook op elk moment van de dag ruwvoer
kunnen vreten. Er moet niet alleen voer voor het
voerhek liggen, de koeien moeten er ook goed bij
kunnen. ‘Ik heb een kleine shovel met een schuif-
bord ervoor’, zegt Henk. ‘Daarmee schuif ik het
voer makkelijk voor de koeien. Eén keer gas geven
en het is weer gebeurd.’
Naast ruwvoer krijgen de koeien krachtvoer. De
krachtvoerautomaten in de robot verstrekken
eiwitrijke Rucom in meelvorm. Arfman heeft ervoor
gekozen om dit voer in de robot te verstrekken, om-
dat elke koe deze eiwitaanvulling nodig heeft en elke
koe ook in de robot komt om gemolken te worden.
De hoogproductieve dieren kunnen aanvullend ener-
gierijk krachtvoer krijgen dat in twee krachtvoerau-
tomaten in de stal wordt verstrekt. Deze dieren heb-
ben extra energie nodig voor een hoge productie.
Het verstrekken van eiwitrijk voer in de robot heeft
een nevenvoordeel. Zolang de dieren daar nog
krachtvoer krijgen, krijgen ze ook eiwit. Maar lopen
ze tegen de droogzetperiode, dan krijgen ze geen
Rucom meer. Door het tekort aan eiwit valt de
melkproductie bijna vanzelf weg.
Slimme beesten‘Koeien zijn slimme beesten’, zegt Arfman. ‘Dat
heb ik wel gemerkt toen ze erachter kwamen dat
ze extra brok konden krijgen door tegen de zijwand
van de voerbak te stoten. Als de vijzel van de
dosator stopt, ligt er nog Rucom-meel of kracht-
Een koe die tweemaal daags wordt gemol-
ken heeft een vast ritme. Bij een melkrobot
heeft een koe ook een vast ritme, echter
elke koe haar eigen ritme. Daarom moet je
koeien die hun eigen gang gaan anders ver-
zorgen en voeren, zo heeft Arfman ontdekt.
Familie arFman Helemaal gewenD aan De melkrobot
r u n d v e e
Koeien moeten altijd ruwvoer hebben
HDe kuilen liggen tegen
de nieuwe stal
Met een kleine shovel schuift André gemak-kelijk het voer voor de
koeien
De Heus · Leesvoer 5 | december 2010 7
voerbrok op de rand. Door te stoten valt dat voer
naar beneden. Je zag gewoon dat de ene koe het
van de andere koe leerde.’ Inmiddels kreeg Arfman
van de leverancier een oplossing aangereikt. Dit is
een vijzel die na het doseren van de portie voer iets
terugdraait. Het is nu uit met de extra porties voer
en ook met het gebons in de box.
GeschiedenisEen wandeling over het bedrijf van Arfman is een
wandeling door de geschiedenis. Het begint al
met de omgeving. Je komt bij de boerderij via een
fraaie, bochtige eikenlaan die de grens met een
eeuwenoude es afbakent. De plek van de boerderij
wordt al meer dan achthonderd jaar bewoond.
Vanaf het erf kijk je op een historisch kasteel. Het
achterhuis van het bedrijf waar Arfman woont, da-
teert van een eeuw geleden. Daartegenover staat
een typische jarenzeventigligboxenstal die in 1991
uitgebreid is tot een capaciteit van 110 koeien.
‘De stal raakte steeds voller en voldeed niet meer
aan de eisen van deze tijd’, zegt Henk. ‘Het bedrijf
moest verder groeien en daarom zijn we begonnen
aan de laatst gebouwde stal.’
Het nieuwe bouwwerk is een hypermoderne stal,
vastgeplakt aan de oude ligboxenstal en mooi
ingepast in het landschap. Dat pakt ook qua loop-
lijnen gunstig uit. Vanaf het woonhuis lopen André
en Henk over de deel van de oude boerderij waar
nog wat jongvee staat. Vervolgens steken ze het erf
over en komen in de ligboxenstal met de pinken en
vaarzen rechts en de droge koeien en de afkalfstal
links. De voergang loopt door in de voergang van
de nieuwe stal. Ze slaan de hoek om en staan oog
in oog met de melkrobots. ‘Het is toch een hele
vooruitgang voor de koeien’, zegt Henk. ‘In de
oude stal was het vol, krap en benauwd. Hier in
de nieuwe stal hebben ze een luxe leventje, volop
ruimte en frisse lucht.’ De veehouder zelf is er ook
mee in zijn nopjes. Hij houdt ervan om zijn bedrijf
geleidelijk aan te laten groeien en nu kunnen hij en
zijn zoon weer ‘een paar jaar’ verder.
Henk en zoon André Arfman
in het kort Wie? Ans, Henk en André Arfman Wat? MelkveebedrijfWaar? VordenHoeveel? 127 melkkoeienProductie? 9.111 kg melk, 4,43 procent vet, 3,62 procent eiwitWaarom? nieuwbouw ligboxenstal met 190 plaatsenOpvallend? Uitgekiende voeding van het melkvee
Henny ter Balkt
Specialist Rundvee
p l u i m v e e
8 De Heus · Leesvoer 5 | december 2010
n september kwam in het nieuws dat een
vrouw was overleden aan de besmetting door
antibioticumresistente ESBL-bacteriën. De
besmetting en het overlijden van de vrouw zette
iedereen op scherp. Enkele maanden later is de
scherpte een beetje van discussie af, maar maken
veel mensen in de pluimveehouderij zich nog wel
steeds zorgen. Dit bleek overduidelijk tijdens het
symposium dat De Heus half november organi-
seerde. ‘De talrijk aanwezige pluimveehouders
luisterden met volle aandacht’, vertelt De Heus’
Sectorhoofd Vleespluimvee Jean Spreuwers. Hij
onderstreept hiermee de ernst van de situatie. ‘Ie-
dereen wordt geconfronteerd met het probleem.’
Prominente spreker tijdens het symposium was Dik
Mevius. Als onderzoeker en professor is hij gespe-
cialiseerd in het onderwerp resistentie en zit hij met
regelmaat bij bestuurders in Brussel en Den Haag
aan tafel. Hij legde tot in detail uit hoe het probleem
resistentie ontstond. ‘In onze darmen en die van de
kuikens zitten miljarden bacteriën. In een gram darm
zitten meer bacteriën dan dat er mensen zijn op
aarde. Als deze bacteriën worden blootgesteld aan
antibiotica gaan er veel dood, maar er zitten meestal
wel een paar bacteriën tussen die ongevoelig zijn en
daardoor overleven. Deze ongevoelige oftewel resis-
tente bacteriën krijgen de kans zich te vermeerde-
ren, zeker als de antibioticabehandeling voortduurt.’
Minder gebruikEr is wel wat tegen resistentie te doen. Minder anti-
bioticagebruik bijvoorbeeld. Terwijl het gebruik van
antibiotica in Nederland bij mensen zeer laag is, is
deze in de intensieve veehouderij bijzonder hoog.
Het meeste van alle landen. Redenen voor dit forse
gebruik zijn onder andere het verdwijnen van de
groeibevorderaars in 2006 en de schaalvergroting
van bedrijven. Bij vleeskuikens steeg het antibio-
ticaverbruik van 20 dagdoseringen in 2006 tot 35
in 2009. Meer dan 90 procent van de middelen
wordt oraal en via koppelbehandeling toegevoegd.
Hierdoor worden ook gezonde dieren behandeld
met antibioticum.
De stijging van het antibioticaverbruik leidt tot een
toenemende resistentie. Daar komt nog bij dat er
een groot aantal verschillende middelen worden
gebruikt bij vleeskuikens. Dit leidt tot multiresis-
tente bacteriën die ongevoelig zijn voor meerdere
middelen. ‘De intensieve veehouderij is een groot
reservoir van multiresistente micro-organismen’, zei
Mevius op het symposium. ‘Is dit een risico? Ja! Dit
is een risico voor de diergezondheid en volksge-
De antibioticumdiscussie ging lange tijd aan de vleeskuikenhouderij voorbij. Ging,
want de sector staat nu volop in de schijnwerpers. De intensieve veehouderij rest weinig
anders dan krachtig in te grijpen. op de thema-avond werden de feiten besproken en
de mogelijkheden om in de toekomst verantwoord om te gaan met antibioticum.
tHema-avonD vleeskuikenHouDerij
Kijk op een gezonde vleeskuikenhouderij
i
De thema-avond is druk bezocht
40
35
30
25
20
15
10
5
0 2005 2006 2007 2008 2009
Gemiddeld aantal dagdoseringen per jaar bij vleeskuikens
aant
al d
agdo
serin
gen
antibiotica 1
antibiotica 2
antibiotica 3
antibiotica 4
antibiotica 5
antibiotica 6
antibiotica 7
antibiotica 8
Redenen van antibioticagebruik
bij vleeskuikens
Het gebruik van antibiotica bij vlees-
kuikens is sinds 2005 gestegen tot ruim 35 dagdoseringen
Percentage Diagnose van de behandelingen
Darmproblemen 58,5
Eerste weekprobleem 5,1
Bewegingsapparaat 17,5
Longproblemen 32,9
Overige 4,7
De Heus · Leesvoer 5 | december 2010 9
zondheid als deze bacteriën naar mensen over-
draagbaar zijn. En we weten nu dat dit het geval is.’
MRSA en ESBlEen eerste probleem met resistentie betrof MRSA.
Dit ging met name om varkens en kalveren. Gevolg
hiervan is dat varkenshouders niet langer zo maar
tot een ziekenhuis worden toegelaten, maar een
aparte behandeling krijgen. MRSA is een wereld-
wijd probleem, maar heeft nog geen gevolgen voor
de pluimveehouderij.
De recente problematiek met resistentie betreft
ESBL. Deze bacterie komt bij vijf procent van de
ziekenhuispatiënten voor, bij tien procent van de
bevolking en op honderd procent van de vleeskui-
kenbedrijven. Een derde deel van de vleeskuiken-
houders is drager en 88 procent van het kippen-
vlees in de winkels is besmet. Mevius: ‘niet voor
niets dat er zorgen zijn over de volksgezondheid
door problemen uit de voedselketen.’
Mevius noem twee belangrijke maatregelen om
resistentie terug te dringen:
1 Minder koppelbehandelingen (preventief
gebruik uitbannen).
2 Bepaalde antibiotica reserveren voor
mensen, dus verbieden voor landbouw-
huisdieren.
Op de vraag uit de zaal ‘Waarom zou de pluimvee-
houderij dit doen?’ antwoordt Mevius duidelijk: ‘Om
de huidige problemen de baas te worden en om nieu-
we problemen, die komen er zeker, te voorkomen.’
RegelsHet ontstaan van resistentie en de verspreiding is een
complex geheel. Het verminderen van het gebruik
van antibiotica is een eerste stap. ‘Met de overheid
is afgesproken dat de intensieve veehouderij fors
ingrijpt in het antibioticagebruik’, vertelde dierenarts
Arno van der Wielen van dierenartsencombinatie
Aadal. ’Ten opzichte van 2009 twintig procent reduc-
tie in maart 2011 en vijftig procent twee jaar later.’
Momenteel wordt in de vleeskuikenhouderij ruim
de helft van de antibioticabehandelingen toegepast
vanwege darmproblemen. Luchtwegproblemen zijn
met bijna een derde deel een goede tweede. De
nadruk van het antibioticagebruik ligt in de derde
en vierde week en dit verschuift iets naar voren toe.
Het terugdringen moet gebeuren door antibiotica
terughoudender toe passen en op voorschrift van
de dierenarts. Alleen de eigen dierenarts van de
veehouder mag middelen voorschrijven en er wordt
een bedrijfsbehandelplan opgesteld. Het Centraal
Veterinair Informatiesysteem en IKB gaan het
antibioticaverbruik registreren. Goed klimaat, voer,
water en uitgangsmateriaal moeten minder verbruik
van antibiotica mogelijk maken.
Voer‘De oplossing naar correct en selectief antibioticum-
gebruik is eigenlijk een puzzel waar elk puzzelstuk-
je, de veehouderij, dierenarts, fokkerij en anderen
aan moeten bijdragen. Voeding kan bijdragen aan
het verbeteren van de gezondheid en het verminde-
ren van het antibioticaverbruik. Hierdoor is voeding
een deel van de oplossing’, stelde Patrick van Vugt,
productmanager vleespluimvee bij De Heus.
Het is belangrijk om de werking van het verterings-
stelsel van kuikens te begrijpen. Een goed werkende
krop en spiermaag zorgen ervoor dat een eerste bar-
rière gevormd wordt. Hierdoor worden ziekteverwek-
kers tegengehouden en ontstaat in het verteringsstel-
sel van het kuiken een juiste balans tussen goede en
slechte bacteriën. Er is al het nodige onderzocht op
voedingsgebied. De Heus onderzocht ondermeer toe-
voegingen, eiwitniveaus en zuren. Van Vugt: ‘De con-
clusie is dat er voldoende handvatten zijn om met het
terugdringen van het antibioticagebruik de resultaten
op peil te houden. We moeten dit echter sectorbreed
aanpakken en het zal niet eenvoudig zijn.’
Bij een toename van eiwit neemt de kwaliteit van het strooisel af
8,5
8,0
7,5
7,0
6,5
mes
tsco
res
0 1 2 3 4 5 6 7
Mestscores bij diverse eiwitniveaus op dag 35
eiwitniveau
Van links naar rechts: Patrick van Vugt, Dik Mevius, Jean Spreuwers en Arno van der Wielen
Jean Spreuwers
Sectorhoofd Vleespluimvee
Patrick van Vugt
a l g e m e e n
10 De Heus · Leesvoer 5 | december 2010
Voordat de maatschap Van Helmond besloot tot
nieuwbouw op de huidige locatie, passeerden di-
verse opties de revue: bedrijfsverplaatsing, renova-
tie oude stal in combinatie met nieuwe melkstal of
melkrobots en gefaseerd bouwen. Uiteindelijk ging
de maatschap voor nieuwbouw. De ontwerpers van
Agra-Matic gingen aan het werk met de volgende
opdracht: ontwerp een duurzame en onderhouds-
vriendelijke ligboxenstal, waarin we makkelijk, fijn
en zeer efficiënt kunnen werken. Het ontwerp moet
aandacht hebben voor dierenwelzijn, en moet veel
comfort en licht bieden voor de koeien. Bovendien
moet de stal goed in de recreatieve omgeving pas-
sen en een aanvaardbaar kostenplaatje hebben.
Agra-Matic hielp bij de aanpassing van het bestaan-
de bouwblok en bij het verkrijgen van de vergunning.
Tevens begeleidde Agra-Matic de bouw van de stal.
Efficiënt en diervriendelijkIn de compacte stal van 104 x 31 m zijn 374
ligboxen gerealiseerd; dwars daarop liggen de
wachtruimte en de melkstal. Dit zorgt voor korte
looplijnen en dus voor efficiëntie. In de kosten-
besparende smalle voergang (2,4 m) zorgt het
automatisch ruwvoersysteem Crysta Mix met
bijbehorende voerbunkers ervoor, dat de koeien op
een arbeids- en voerefficiënte manier continu be-
schikken over een goed gemengde portie ruwvoer.
In het oog springend is de Fullwood 32 stands
Revolution-buitenmelker. Hier krijgen de koeien
hun krachtvoer. In één uur melkt deze buitenmel-
ker ruim 150 koeien. Een silotank dient als opslag
voor de melk. De stal heeft een selectieruimte voor
veertien koeien, een ruimte voor opvang van jonge
kalveren en een ruimte met strohokken voor droog-
staande koeien. De strohokken zijn gemakkelijk uit
te mesten door de grote roldeuren: diervriendelijk-
heid gecombineerd met arbeidsgemak. De melk-
koeien liggen in gestorte boxen op gehakseld stro.
Mooie uitstralingDe lichte staalconstructie van de stal wordt onder-
steund bij het voerhek en midden op de dubbele
boxrij. Er komt veel licht binnen via de zelf ontwor-
pen lichtstraat; bovendien is het dak uitgerust
met sandwichpanelen op gelamineerde liggers.
De stal is volledig onderkelderd (5.400 m³ mest)
met drie volledig gestorte mixkanalen. Op verzoek
van de welstandscommissie werd de kapvorm van
de voorbouw aangepast en zijn de dakplaten voor-
zien van een golfplaatmotief. De prefabbetonpalen
zijn uitgevoerd met echte steenstrips: dit geeft de
stal een mooie uitstraling.
De maatschap Van Helmond uit het Brabantse ommel nam
begin oktober 2010 een nieuwe ligboxenstal in gebruik voor ruim
300 melkkoeien. De nieuwe stal is duurzaam en onderhoudsvrien-
delijk. Daarnaast zijn efficiënt werken en dierenwelzijn, comfort
en licht voor de koeien belangrijke uitgangspunten geweest.
maatscHap van HelmonD
Duurzame en onder-houdsvriendelijke stal
Hanneke van overbeek
Adviseur Rundveehouderij
opmerkelijk feitopmerkelijk aan deze stal is de 3+3-opstel-
ling met een smalle voergang waar het
automatische voersys-teem zijn werk doet.
Voor meer informatie en foto’s van de bouw
van de stal en de open dag verwijzen
wij u naar de website van Agra-matic,
www.agra-matic.nl
bedrijfsgegevens:Wie? Maatschap Van Helmond, bestaande uit Dré, Petra, Ton en Rianne)Wat? MelkveehouderijbedrijfWaar? ommelHoeveel? Ruim 300 stuks melkvee met bijbehorend jongveeWaarom? nieuwbouwstal voor melkkoeien
Beter klimaat Ik kan me vergissen, maar de laatste tijd zie ik tekenen dat het klimaat voor de landbouw positiever wordt. En dan heb ik het niet over het weer.
Toen bekend werd dat het ministerie van LNV werd opgeheven hebben veel mensen daar negatief op gere-ageerd. Men was bang dat er geen oog meer was voor de agrarische belangen. Na de eerste wapenfeiten we-ten we inmiddels beter. Wij zijn nu een economischbe-langrijkefactor en onze exportwaarde wordt geprezen. Er is meer positiefs: gunstige maatregelen zoals niet meer opofferen van landbouwgrond aan natuurbeheer en het heroverwegen van het fokverbod in verband met Q-koorts. De positieve benadering van onze sector door de politiek heeft ongetwijfeld een gunstig effect op de wijze waarop de maatschappij ons ziet.
Positief zijn ook de ontwikkelingen tussen LTO en Wakker Dier, de organisatie die zich zeer kritisch opstelt ten aanzien van het welzijn van dieren. U kent vast de spotjes over de kiloknallers van C1000. Wakker Dier probeert een beter welzijn van dieren nu ook af te dwingen via de markt. Samen met bedrijven en LTO probeert men consumenten te interesseren voor een welzijnsvriendelijkere veehouderij. Ik hoop dat men er in slaagt deze en andere naar de veehouderij kritische organisaties te scharen achter een gezamen-lijke visie. Dit kon wel eens veel effectiever blijken dan het elkaar bestrijden.
Het verbeterende klimaat ontslaat ons niet van de plicht om te werken aan milieu, dierwelzijn en het terugdringen van het antibioticagebruik. Maar een maatschappelijk steuntje in de rug kan geen kwaad.
Ad loos, Algemeen directeur De Heus} [email protected]
Ontmoet De Heus
Rosékalverenbedrijf levert energie aan zwembad De familie Rozendaal heeft in september een open dag gehouden. Bijzonder is dat na een voorbereiding van vier jaar, de biogasinstallatie van het bedrijf op de mest van rosékalveren draait en, naast het eigen bedrijf, ook het bosbad in Putten van groene stroom en biogas voorziet.
Evert Rozendaal wilde op zijn rosékalverenbedrijf met duizend rosékalveren biogas opwekken. Om extra rendement uit de biovergister te halen dacht hij aan het bosbad in Putten, op 3,5 km van zijn bedrijf. De beste oplossing bleek een gasleiding naar het bosbad te leggen en een biogasgenerator op het terrein van het zwembad te plaatsen. Het zwembadbestuur ging na twee jaar overleg akkoord met de verwarming van het zwembad door restwarmte die vrijkomt bij de opwekking van elektriciteit. Dit bespaart het bosbad energiekosten en betekent voor Rozendaal extra inkom-sten. Energiebedrijf Eneco zorgt voor de coördinatie. De CO2-reductie bedraagt 3.870 ton per jaar, evenveel als de uitstoot van 3.000 auto’s. De generatoren wekken voldoende energie op om 1.900 huishoudens van elektriciteit te voor-zien. Al met al een duurzame en unieke tweede tak op dit rosébedrijf.
De Heus · Leesvoer 5 | december 2010 11
Andries SlingerlandRoséspecialist
De enorme biogasinstallatie produceert voldoende om 3.000 auto’s te laten rijden
12 De Heus · Leesvoer 5 | december 2010
eel varkenshouders passen all in-all out
per afdeling massaal toe omdat het veel
voordelen biedt, vooral op het gebied van
gezondheid. Doordat zij afdelingen reinigen en ont-
smetten, neemt de ziektedruk af en zullen de tech-
nische en financiële resultaten verbeteren. Maar is
de barrière tussen twee afdelingen groot genoeg?
Of weten de ziektekiemen toch van de ene naar
de andere afdeling te komen om daar de dieren
te besmetten? Om daar iets meer over te zeggen,
zoomen we in op diverse soorten ziektekiemen. We
maken allereerst onderscheid tussen ziektekiemen
uit het maag-darmkanaal en ziektekiemen vanuit
de luchtwegen.
Maag-darmkanaalZiektekiemen uit het maag-darmkanaal verplaatsen
zich niet zo gemakkelijk. Dat betekent dat we de
verspreiding van deze ziekten behoorlijk remmen
door het toepassen van afdelingen. Materialen en
mensen kunnen dan nog wel infecties van de ene
naar de andere afdeling overbrengen, maar het
dier zelf niet. Bedenk wel dat ongedierte nog voor
verspreiding kan zorgen.
Als de varkens enige weerstand hebben tegen de
ziektekiemen, dan hoeven kleine hoeveelheden
overgebrachte ziektekiemen niet automatisch een
uitbraak te veroorzaken in andere afdelingen.
Neem als voorbeeld een uitbraak van salmonella
in één of enkele hokken van een afdeling. Daarbij
worden vaak enkele dieren behandeld met een
injectie. De behandelaar moet hiervoor het hok bin-
nengaan. All in-all out per afdeling kan hierbij goed
werken. De dieren in de naastliggende afdeling
hoeven dus geen salmonella te krijgen. Voorwaarde
is dat we de bacterie niet massaal meenemen aan
de laarzen en dat er geen ongedierte is. Voor een
ziekte als vibrio geldt hetzelfde. Ook hier kan de
afdelingsbarrière goed werken.
luchtwegenZiektekiemen vanuit de luchtwegen zijn veel
mobieler dan kiemen uit het maag-darmkanaal en
daarom ligt hier de situatie anders. Het is bij der-
gelijke ziektekiemen uiterst moeilijk om ze beperkt
te houden tot één afdeling. Op het moment dat de
dieren geïnfecteerd zijn, scheiden ze grote hoeveel-
heden virussen of bacteriën uit in de lucht. Deze
lucht kan in veel gevallen en op diverse manieren
vervolgens in andere afdelingen terechtkomen. Het
afdelings-all in-all out systeem bemoeilijkt ziek-
tekiemen wel om zich van de ene naar de andere
Vrijwel alle vleesvarkenshouders passen all in-all out per afdeling toe. Zij maken de
afdelingen helemaal leeg en leggen er biggen in van één vermeerderaar. Is het niet
veel beter om met all in-all out per bedrijf te beginnen?
all in-all out per beDrijF
v a r k e n s
Werken met gezondere varkens
V
Het is van belang om gezonde dieren
aan te kopen
Met meerwekensyste-men kunnen ook kleine
fokkers grote kop-pels biggen leveren.
Daardoor is bedrijfs-all in-all out haalbaar
voor meer vleesvar-kensbedrijven zodat zij hun stallen in één keer
vol kunnen leggen.
december 2010 13
afdeling te verplaatsen, maar is niet echt in staat de
infecties tegen te houden.
Een voorbeeld van de gevolgen tref je veelal aan
op grote vleesvarkensbedrijven. Het is op deze
bedrijven niet gemakkelijk om luchtweginfecties
tussen afdelingen tegen te houden, waardoor deze
langdurig op het bedrijf standhouden.
Besmetting tussen leeftijdsgroepenZiektekiemen vermeerderen zich massaal als er
jonge dieren worden aangeboden. Deze dieren
zijn op een gegeven moment vatbaar. Dat is het
moment dat de maternale immuniteit afloopt (bij
griep bijvoorbeeld tussen de 10 en 16 weken) en
voordat het dier met eigen afweerstoffen voldoen-
de beschermd is.
Als op een bedrijf dieren dezelfde leeftijd hebben,
zal een griepinfectie door het hele bedrijf de ronde
doen zodra de maternale immuniteit afloopt. Daar-
na zijn de dieren beschermd door eigen afweerstof-
fen. De infectie zal van het bedrijf verdwijnen. Deze
situatie kun je aantreffen bij bedrijfs-all in-all out.
Bij afdelings-all in-all out op grotere bedrijven
blijft de infectie echter langdurig op het bedrijf
aanwezig. Er worden immers telkens jonge dieren
opgelegd die besmet raken en vervolgens virus-
sen uitscheiden. Deze situatie tref je ook vaak aan
op de grotere gesloten bedrijven. De vleesvarkens
produceren grote hoeveelheden virussen (bijvoor-
beeld griep of PRRS), waarbij de infecties telkens
weer terugkeren naar de gespeende biggen. Door
het ‘rondpompen’ van infecties via de aanvoer van
jonge biggen is het op dergelijke bedrijven bijna
onmogelijk om de problemen terug te dringen.
naar een optimale bedrijfs-all in-all outIn het kader van de verbetering van diergezondheid
is bedrijfs-all in-all out een belangrijke stap vooruit.
Het blijft wel noodzakelijk om gezonde dieren aan
te kopen. Sommige bedrijven kopen spf-biggen
aan. Deze dieren zijn vrij van bepaalde kiemen
en daarmee zullen problemen op het gebied
van luchtwegen fors minder zijn. In zijn algemeen-
heid is het zinvol om bij opleg regelmatig met
speeksel- of bloedonderzoek vast te laten stellen
of biggen in aanraking zijn gekomen met ziekten
als PRRS, circo of salmonella.
Als bij bedrijfs-all in-all out gezonde dieren worden
opgelegd, is het vervolgens belangrijk om infecties
buiten de deur te houden. Daarbij zijn normale
bedrijfshygiënische maatregelen niet altijd
voldoende. Besmetting via de aangevoerde lucht
is in varkensdichte gebieden een probleem. In
de Verenigde Staten wordt daarom luchtfiltratie
toegepast met speciale luchtfilters. Deze filters
waren bedoeld om de aanvoer van het PRRS-virus
tegen te gaan. Achteraf blijken ze ook te werken
tegen andere luchtwegkiemen zoals mycoplasma.
Het is te verwachten dat ook in Nederland het
gebruik van deze filters de komende jaren gaat
toenemen.
'Het buiten de deur houden van luchtweginfecties als PRRS en mycoplasma door luchtfiltratie is in de Verenigde Staten sterk in opkomst'
conclusie Bedrijfs-all in-all out zal de komende jaren toenemen. Dit is mogelijk doordat steeds meer grote koppels biggen worden aangeboden. Met het all in-all out is het beter mogelijk de gezondheid te managen, waardoor betere technische resultaten worden behaald.
Het all in-all out systeem biedt veel voordelen, vooral op het gebied van gezondheid
Godfried Groenland
Dierenarts sector Varkens
tipPas op bij besmet-tingen uit een hok met dieren met (typische gele) diarree door salmonella. Gebruik aparte laarzen.
14 De Heus · Leesvoer 5 | december 2010
n de droge juni maand groeide er weinig gras en
werd de beschikbare stikstof uit de grond slecht
benut. Nadat vanaf half juli de eerste regen viel,
kwam de grasgroei op gang, maar waren de omstan-
digheden voor het drogen vooral in augustus veel
slechter. De snedes van eind juni en augustus wer-
den door uitgesteld maaien te zwaar. Dit kwam de
kwaliteit niet ten goede. Er is dan ook verschil tussen
de kuilen van juli en die van augustus/september.
In tabel 1 staan de gemiddelden van de zomerkui-
len van 2010 naast die van 2009 en 2008. Hieruit
blijkt dat de eiwitgehalten van de kuilen hoger zijn
dan vorig jaar. Het suikergehalte is daarentegen
lager. Het ammoniakgehalte is met circa 9 procent
hoog. Het lage suikergehalte en het hoge
ammoniakpercentage komen de smakelijkheid
niet ten goede. De zomerkuilen passen goed naast
de vroege voorjaarskuilen, omdat deze juist een
goede smakelijkheid, een laag eiwitgehalte en een
hoog suikergehalte hebben.
De lagere vc-OS en de hogere ADL duiden op
een ouder gewas. De pH van 5,1 voor deze kuilen,
met circa 47 procent droge stof, is aan de hoge
kant. Dat betekent een behoorlijk risico op broei
als de kuilen geopend worden om te voeren. Een
voersnelheid van minimaal 1,5 m per week bij deze
kuilen is wenselijk.
Redelijke voederwaarde zomerkuilenDe voederwaarde van de zomerkuilen van 2010 is
lager dan die van de zomerkuilen van 2009, maar
in lijn met de zomerkuilen van 2008. Het ruw eiwit
is redelijk goed, maar de SDVE is onvoldoende om
van te melken. De opname van deze kuilen zal door
de mindere smakelijkheid en de trage vertering
tegenvallen. Met 848 VEM per kg droge stof bevat-
ten de kuilen echter ook te weinig energie om er
goed van te melken. Voor ouder jongvee en droge
koeien zijn deze kuilen prima geschikt. De SOEB is
nu het groeiseizoen achter de rug is,
maken we de balans op. Hoe is de
kwaliteit van de gras- en maïskuilen
en wat betekent dit voor de rantsoenen?
r u n d v e e
Variabele zomerkuilen met lagere VEM
i
voorjaars- en najaarskuilen combineren goeD
2010 2010 2009 2008 juli aug/sept juli/sept juli/sept
Droge stof g/kg 505 464 510 487 VEM kg ds 860 848 884 851 GLV* g/kg ds 70 68 78 73 SDVE g/kg ds 73 71 75 69 SOEB g/kg ds 30 45 27 42 Ruw eiwit g/kg ds 155 168 153 160 Ruw vet g/kg ds 38 39 38 40 Ruwe celstof g/kg ds 259 253 254 262 Ruw as g/kg ds 106 121 106 127 Suiker g/kg ds 88 64 103 75 vc-OS procent 74,2 74 75,9 74,2 NDF g/kg ds 509 500 495 496 ADF g/kg ds 281 280 273 283 ADL g/kg ds 26 25 23 24 vc-NDF procent 67,4 67,7 69,7 66,6 NH3 procent 7,3 9 7,1 8,8 pH 5,1 5,1 5,1 5,1
* GLV = glucose leverend vermogen
>> 'Combineer de nazomerkuilen bij voorkeur met een
wat nattere, minder bestendige snijmaïs'
Tabel 1 Gehalten en voerderwaarde
van zomerkuilen 2008-2010
De voederwaarde van de zomerkuilen van
2010 is redelijk
december 2010 15
duidelijk hoger dan vorig jaar. De kuilen bevatten
meer eiwit; dit komt met name op pensniveau
beschikbaar. Kies daarom voor de juiste eiwit-
aanvulling, die zowel het juiste penseiwit als het
gewenste darmverteerbare eiwit aanvult.
SnijmaïskuilenDe snijmaïs had een droog groeiseizoen. Toen in
de tweede helft van juli de regen net op tijd kwam
voor de kolfzetting, maakte het gewas een enorme
inhaalslag. De drogestofopbrengst was dit jaar over
het algemeen prima. De afrijping verliep relatief
traag door de late groeispurt van het gewas. De
oogst was gemiddeld zeker drie tot vier weken later
dan in andere jaren. De wat drogere snijmaïs past
prima bij de snelle voorjaarskuilen, terwijl de nat-
tere, minder bestendige snijmaïs goed te combine-
ren is met de nazomerkuilen.
RantsoenenDe vroege voorjaarskuilen hebben, net als de juli-
kuilen, een eiwitaanvulling nodig. De nazomerkuilen
vergen vooral een forse energieaanvulling. Combi-
naties met mei- en junikuilen zijn daarbij een goede
optie. Als dat niet mogelijk is, kunt u afhankelijk van
de hoeveelheid snijmaïs en eiwitarme bijproducten
het eiwit aanvullen met RUCOM dat bestaat uit
soja- en raapschroot. Een goede kwaliteit snijmaïs
kan prima de energiedichtheid van het rantsoen
verhogen.
Soms is aanvulling van de pensenergie met
citruspulp of tarwe gewenst. Wanneer het zetmeel-
gehalte van de snijmaïs te laag uitvalt, kunt u dit
compenseren met krachtvoeders met een hoog
glucoseleverend vermogen (GLV). Voorbeelden
hiervan zijn Protex Gras, Protex Patent en Relax.
Aanpassingen van het basisrantsoen kan via
RUCOM met maïs, tarwe en eventueel (bij)producten.
Heeft de voorjaarskuil en zomerkuil te weinig struc-
tuur? Gebruik dan ruwvoeders met structuurleve-
rend vermogen als luzerne en graszaadhooi. Ook
kunt u kiezen voor krachtvoeders met een geleide-
lijke pensafbraak (Synchro Geel, Gras Solide).
Bestermine Buffer bevat een complex aan bufferen-
de componenten, die de koe ondersteunen wanneer
pensverzuring aan de orde is. Hiermee voorkomt
u dat de gezondheid van de dieren in het gedrang
komt en bent u zeker van een goede penswerking.
Synchro Oranje, Synchro Winter en Protex Gras
passen afhankelijk van de overige rantsoencompo-
nenten prima bij de nazomerkuilen van 2010. Raad-
pleeg uw adviseur of handelaar, welke aanvulling
voor uw rantsoen de meest gewenste is.
De oogst van de maïs was dit jaar later dan andere jaren
Jacob Goelema
Productmanager Rundvee
conclusie De graskuilen, gewonnen in de tweede helft van de zomer van 2010, laten zich vanwege de lagere voederwaarde en tragere vertering goed combineren met de snelle en smakelijke voorjaarskuilen.
16 De Heus · Leesvoer 5 | december 2010
eehouders die naast stikstof ook zwavel
en natrium willen verstrekken, kiezen voor
GrasPlus 14500; in 2010 strooiden veel
klanten deze meststof met goede resultaten.
Zwavel geeft op alle grondsoorten in het voorjaar
een belangrijke meeropbrengst te zien en daar-
naast is zwavel een bouwsteen voor verbetering
van eiwitkwaliteit en -kwantiteit in het gras.
Natrium is in toenemende mate van belang voor
de smakelijkheid van het ruwvoer. Vanwege de
lagere stikstofgiften daalt namelijk ook de
natriumwaarde van het gras. Veehouders hebben
overigens, afhankelijk van bodemonderzoek en
eventuele ruimte voor fosfaat, de keuze uit een
tiental samenstellingen van GrasPlus. Onze rund-
veespecialisten kunnen u bij het maken van het
mestplan 2011 adviseren en de gewenste meststof
berekenen voor uw mestplan!
nieuw: novureaDe Heus voegt in 2011 een nieuwe stikstofmeststof
aan haar assortiment toe: Novurea. Deze nieuwe
stikstofkunstmest werkt op basis van Ureum. Om
vervluchtiging tegen te gaan, is de ureaseremmer
Agrotain toegevoegd. Agrotain zorgt ervoor dat
het enzym urease circa tien dagen geremd wordt.
Hiermee ligt de ammoniakvervluchtiging op het-
zelfde lage niveau als kalkammonsalpeter/KAS!
Op dit moment ligt de prijs van Novurea ongeveer
€ 0,15/kg stikstof lager dan de prijs van KAS.
Belangrijk is dat u de silo en de strooier voor
gebruik goed reinigt. Zodra Novurea namelijk in
contact komt met een andere kunstmestsoort volgt
een chemische reactie, waardoor kluitvorming op-
treedt. Let er tevens op dat uw strooier is afgesteld
op Ureum in verband met lager soortelijk gewicht
en hoger stikstofgehalte ten opzichte van KAS.
Raadpleeg het instructieboekje van uw kunstmest-
strooier.
De melkveehouder heeft naast dierlijke mest de keuze uit meerdere minerale
mestsoorten. Welke kunstmest hij gebruikt, hangt af van diverse factoren. naast
de kostprijs en de mestplaatsingsruimte bepaalt de behoefte van het grasland welke
kunstmestsoort de beste keuze is.
r u n d v e e
Meer smakelijk ruwvoer van eigen land
bemesting gras- en maïslanD
Binnenkort buigen melkveehouders
zich weer over hun mestplan 2011 en
welke kunstmest ze gebruiken in 2011.
Met Triferto hield De Heus bemestings-
proeven met maïs
Gert Anker
Manager Meststoffen
>> 'Natrium is in toenemende mate van belang voor de smake-
lijkheid van het ruwvoer'
V
De Heus · Leesvoer 5 | december 2010 17
Bemestingsproeven De HeusElk jaar legt De Heus in samenwerking met Triferto
demovelden aan om nieuwe toepassingen te ont-
wikkelen. In 2010 hebben we proeven gedaan bij
melkveehouder Kees van den Broek in Westbroek.
We hebben onderzoek gedaan naar Piadin als
nitrificatieremmer. Piadin wordt dan gemengd door
de drijfmest en op gras- en maïsland gebracht.
De meeropbrengst hiervan was lager dan het
langjarig gemiddelde. Dit is te verklaren door het
droge voorjaar, waarin er weinig stikstof is uit-
gespoeld. Novurea liet meeropbrengst zien met
dezelfde stikstofgift per hectare ten opzichte van
KAS. Waarschijnlijk is de lagere opbrengst van KAS
veroorzaakt door uitspoeling van nitraat door de
vele neerslag, die na de tweede snede is gevallen.
Op maïsland is wederom de rijenbemester
Humifirst vergeleken met de gangbare meststof
24-8-0,2 Borium. Humifirst geeft door betere
wortelontwikkeling met minder fosfaat een hogere
gewasopbrengst van acht procent te zien.
DemodagHalf september organiseerde De Heus samen met
Barenbrug en Triferto een demodag over maïsras-
sen en een themadag over bemesting. Tijdens deze
dag waren de opbrengstgegevens van de bemes-
tingsproeven uiteraard nog niet bekend. De maïs is
op 19 oktober geoogst. Tijdens de oogst werden
opbrengstbepalingen van de twee proefplekken
gedaan. De maïs is op deze plekken bemest met
150 kg/ha NP 24-8+boriumen en 150 kg maïsmest
Humifirst met de formule NP 17-5+borium+Humifirst.
Met maïsmest Humifirst wordt bespaard op zowel
stikstof als fosfaat ten opzichte van NP24-8. De
humus- en fulvozuren in de Humifirst zorgen ervoor
dat de maïsplant meer wortels vormt en dat er
meer mineralen beschikbaar komen vanuit de
grond. Bovendien wordt het gegeven fosfaat niet
vastgelegd in de bodem. Dit leverde op de ene
proefplek een opbrengstverhoging van vijf procent
op, terwijl op de andere plek zelfs veertien
procent meer opbrengst gemeten is.
conclusie De maïsproeven in Westbroek bevestigen de resultaten van het meerjarenonderzoek, waarin Humifirst gemiddeld zeven procent meeropbrengst scoort tegenover maïsmest-soorten als NP 20-20; NP26-7 en NP 24-8. Vanwege de lagere stikstof- en fosfaatgiften met Humifirst is de maïsteler in staat aan de steeds strenger wordende gebruiksnormen te voldoen zonder opbrengst in te leveren.
vroegkoopactie meststoffen De Heus biedt u diverse GrasPlus meststoffen aan, zodat u tijdig en met korting over de juiste meststof kunt beschikken in het voorjaar 2011!
tipDe rundveespecia-listen van De Heus adviseren u graag over het maken van uw mestplan voor 2011 en berekenen de gewenste meststof voor uw mestplan!
Kijk voor meer informatie op
www.de-heus.nl
actie
Grafiek 1 Maïsproef Westbroek 2010
120%
115%
110%
105%
100%
95%
90% 1 2
Maïsproef Westbroek 2010
rela
tieve
opb
reng
st
Humifirst NP 24-8
v a r k e n s
18 De Heus · Leesvoer 5 | december 2010
arkenshouders voeren bijproducten uit
financieel oogpunt. Immers bijproducten
zijn relatief goedkoop waardoor de voer-
kosten verlaagd worden en de voerwinst verbetert.
Dit extra rendement komt niet vanzelf. Daarvoor is
vakmanschap nodig van zowel varkenshouder als
voerleverancier.
Om optimale financiële resultaten te behalen met
bijproducten moeten de varkens technisch goed
presteren. Groei, voerverbruik, uitval en slachtei-
genschappen zijn daarbij de belangrijkste kengetal-
len. Om de dieren optimaal te laten presteren, is de
rantsoensamenstelling belangrijk. De Heus heeft vijf
nutritionisten die zich hier dagelijks mee bezig hou-
den. Tezamen vormen zij het brijteam. Zij hebben alle
relevante kennis van de bijproducten (voederwaarde,
opslag, gebruik etc.) om tot goede rantsoenen te
komen. Hieruit berekenen zij het aanvullende voer
dat volledig klantspecifiek is. Alleen zo haal je de
beste resultaten. Het brijteam houdt zich niet
alleen bezig met het samenstellen van rant-
soenen. De nutritionisten werken daarnaast
nauw samen met de specialisten die de varkenshou-
ders begeleiden en met de varkenshouders zelf.
contact met varkenshoudersDe nutritionisten van De Heus hebben veel con-
tact met de varkenshouders om te weten welke
doelstellingen zij nastreven. De één gaat voor
de hoogste groei, terwijl de ander de scherpste
voederconversie wil of een goed vleespercen-
tage. De doelstellingen van de varkenshouder zijn
maatgevend voor het rantsoen. Daarnaast spelen
er andere zaken een rol, zoals de bedrijfsgrootte in
verband met de doorloopsnelheid van de produc-
ten, het aantal bijproductensilo’s en het type instal-
latie, bijvoorbeeld restloos of niet.
De brijvoernutritionisten gaan regelmatig samen
met de varkensspecialisten op bedrijfsbezoek. Tij-
dens deze bezoeken bekijken zij de varkens om te
zien of wat er in de stal gebeurt ook overeenstemt
met de doelstellingen van de varkenshouder. Zij
overleggen dan ter plekke met de varkenshouder
en de specialist. Besproken wordt hoe het gaat met
Bijproducten zijn uitstekende voeders met als belangrijk voordeel een lage prijs. Belang-
rijk is dat ze goed worden toegepast: een goed rantsoen met aanvullend voer op maat. Het
brijteam van De Heus levert maatwerk om het rendement van bijproducten te verhogen.
om de continuïteit van varkensbedrijven te waarborgen moeten
financiële resulta-ten beter zijn dan
gemiddeld. De juiste toepassing van bijpro-ducten draagt bij aan de verbetering van de
financiële resultaten en aan de duurzaamheid.
V
brijteam onDersteunt varkensHouDers
Succesvol bijproducten voeren
Duurzaamheid
Het voeren van vochtrijke bijproducten is een vorm van duurzaam ondernemen. Niet alleen
worden hiermee reststromen benut voor de productie van voedsel. Ook is het niet nodig om vochtige producten te drogen of te verwerken. Dit bespaart energie.Nederlandse veehouders voeren relatief veel bijproducten, met elkaar 5,1 mln ton in 2009. Dit is mogelijk door de goede bedrijfsstructuur van de Nederlandse veehouderij en de grote kennis van bijproducten. Ondertussen hebben de vochtrijke voedermiddelen een onmisbare plaats verworven in de rantsoenen van de Nederlandse veehouderij.
Melk en
vlees
Vochtrijke voeder-
middelen
Duurzaam gebruik
Winst voor economie en
milieu
Voedings- en genot-middelen industrie
Veehouderij rundvee en varkens
Ruud Bens
Nutritionist
technische werking van de installatie.
Een goed rantsoen is een vereiste om goede
resultaten met bijproducten te behalen. Daarnaast
moeten de kwaliteit en de versheid van de produc-
ten goed zijn en moet de brijvoerinstallatie goed
functioneren. Om dit te controleren hanteert De
Heus de ‘Brij-Scan’. Dit is een methode waarmee
het hele brijvoerproces, vanaf de opslag van de
bijproducten, via het doseren en mengen ervan tot
aan het uitdoseren van de voeders, onderzocht
wordt. De nutritionisten nemen op diverse plaatsen
monsters die in het laboratorium van De Heus wor-
den geanalyseerd. Zij bekijken en beoordelen alle
belangrijke processen. Regelmatig ontdekken zij
dat de installatie niet goed functioneert. Soms kan
dit makkelijk worden opgelost en soms is het ook
lastig en kostbaar om het probleem te verhelpen.
Brij-InfoEen tiental jaren terug startte De Heus met het
uitgeven van Brij-Info. Dit is een nieuwsbrief met
afwisselende informatie over brijvoer. Het doel van
Brij-Info is het informeren van klanten van De Heus
en andere belangstellenden over de toepassing
van bijproducten. De onderwerpen van Brij-Info
variëren van de beschikbaarheid van producten en
de fysische kwaliteit tot aan aandachtspunten voor
het inkuilen van CCM. Informatie die vaak direct
toepasbaar is.
de voeropname, de groei, de slachtkwaliteit, enzo-
voort. Het is belangrijk om dit soort zaken regelma-
tig in de stal te bespreken zodat iedereen hetzelfde
beeld heeft en de neuzen in dezelfde richting staan.
InformatieDe nutritionisten van het brijteam staan in nauw
contact met de leveranciers van bijproducten om
steeds op de hoogte te zijn van wat er speelt op de
bijproductenmarkt. Ze beschikken over de wezen-
lijke gegevens met betrekking tot de samenstelling
en prijzen die nodig zijn voor het samenstellen van
rantsoenen. De Heus onderzoekt regelmatig zelf de
kwaliteit van de bijproducten. De resultaten hier-
van worden besproken met de leveranciers van de
betreffende producten. Dit is belangrijke informatie
die bepaalt of en hoe een product wordt toegepast in
de rantsoenen. Het overleg met de leveranciers zorgt
voor een gezonde scherpte. Het is belangrijk dat alle
betrokken partijen de juiste kwaliteit leveren. Dit geldt
voor zowel De Heus als voor de andere partijen.
Brijvoerinstallatie Een varkenshouder behaalt alleen goede
technische resultaten als ook de brijvoerinstallatie
goed werkt. Een brijvoermachine is een complexe
installatie. Er kan veel misgaan. Dat geldt bijvoor-
beeld voor de opslag en fysische kwaliteit van
de producten, de hygiëne van de installatie en de
De Heus · Leesvoer 5 | december 2010 19
'Maatwerk is noodzakelijk om de bedrijfsdoel-stelling van de varkenshouders te realiseren'
Het brijteam test brijvoerinstallaties en droogvoermachines
v a r k e n s
20 De Heus · Leesvoer 5 | december 2010
Twee vliegen in een klapop 19 oktober 2010 is het symposium Rendementsverbetering zeugenhouderij gehouden
in Markelo. De combinatie van meerwekensysteem in de zeugenhouderij en all in-all out
bij vleesvarkens bedrijven bleken twee vliegen in een klap te zijn.
sectorhoofd varkens Henk van Kuyk het concept all
in-all out onder de aandacht gebracht. Op diverse
plaatsen heeft hij toen aandacht geschonken aan
de mogelijkheden van rendementsverbeteringen
voor de vleesvarkenshouders door ze te adviseren
samen te gaan werken met een vermeerderaar om
naar all in-all out te gaan en een rendementsverbe-
tering te realiseren van € 10 per plaats.
Op 19 oktober hebben we in Markelo een beeld
geven van de ontwikkelingen op de Nederlands
en Europese biggenmarkt. Als we kijken naar de
huidige productie in Nederland dan betekent dit dat
er wekelijks 120.000 biggen geëxporteerd moeten
worden ofwel 150 vrachtwagens met 800 biggen.
Als de technische vooruitgang zijn vervolg vindt
dan zal dit aantal groeien naar 200.000 biggen per
week.
Ons belangrijkste exportland is Duitsland. Het
aandeel van onze afzet naar Duitsland in relatie tot
onze totale biggenuitvoer bedraagt al jaren rond
de 50 procent. Deze markt typeert zich door de
volgende werkwijze; All in-all out
Grote uniforme koppels biggen passend bij de
maske van de slachterij
Gericht op opbrengst en nog in minder mate
op saldo
Gezien de structuur van de Nederlandse zeugen-
houderij liggen hier voor de zeugenhouderij nog
kansen door over te schakelen naar een meer-
wekensysteem. Tijdens het symposium heeft de
familie Van der Haar uit Collendoorn hun ervaringen
met het meerwekensysteem met de aanwezigen
gedeeld en hieruit kwam naar voren dat ook gezins-
bedrijven aan deze criteriums kunnen voldoen.
Ronald Tibbe
Verkoopleider Varkens
De rendementen in de varkenshouderij staan onder
druk, en toch hebben goede ideeën tijd nodig om
goed te landen. Inmiddels 1,5 jaar geleden heeft
De overall conclusie tijdens het symposium voor de komende jaren was;
De export markt vraagt om grote koppels biggen All in all out bij vleesvarkens zet zich door de komende jaren DK en NL zijn de grote netto exporteurs in Europa Een big is geen eindprodukt Afzet = voldoen aan de marktvraag = is grote koppels + goede gezondheid Iedere vermeerderaar kan hieraan voldoen
Gezondheid is onbetaalbaar! (voorbeeldberekening familie Van de Haar) Arbeid € 4.500,- 4 % Stalbenutting € 13.500,- 11 %Koppelgrootte € 13.500,- 11 %Investeringen € 4.500,- 4 %Voordeel + € 36.000,- 30 % -/- Financiering €18.000,- 30 % Netto resultaat € 18.000,- 30 %
in liquide euro's + € 18.000,- en + 15% voerwinst
Voorbeeld opzet april 2009 gebruikt tijdens
een bijenkomst J. Hogenkamp
Overweegt u om te
schakelen naar een meerwekensysteem?
Raadpleeg dan onze specialist.
>> DIM = Denk in mogelijkheden!
tipAls u overweegt om
uit te bereiden dan is het advies eerst om
te schakelen naar een meerwekensysteem en dan pas uit te bereiden
mester 1(1.000)
wk 2
mester 1(1.000)
wk 1
mester 2(500)
wk 3
mester 3(1.000)
wk 4
mester 3(1.000)
wk 5
mester 4(500)
wk 6mester 6(1.000)
wk 8mester 6(1.000)
wk 9mester 7
(500)
wk 10mester 8(1.000)
wk 11
mester 8(1.000)
wk 12
mester 9(500)
wk 13
mester 10(1.000)
wk 14
mester 11(1.000)
wk 15mester 11
(1.000)
wk 16
mester 12(500)
wk 17 mester 13(500)
wk 18
mester 5(500)
wk 7
1.000 zeugen=
500 biggen / week
Prijswinnaars Leesvoer nr. 4De prijswinnaars van de lastige stoommachine in de vorige Leesvoer zijn:
• R. de Vries, Doniaga
• Fam. P. van de Vliert, Woudenberg
• Martijn Huyzer, Zeerijp
• Diranda Olieman, Bruchem
• Fenna Knippels, Elshout
Bedrijf en gezin
De kleine Jense loohuis uit Geesteren (o) is pas 1 jaar, maar is er als de kippen bij als het zakgoed van De Heus wordt bezorgd. of Jense later boer wordt, is (nog) niet bekend, maar jong geleerd is in elk geval oud gedaan.
Ingezonden door E. Loohuis van maatschap Loohuis-Hagedoorn te Geesteren (O)
Beschuit met muisjes bij de familie fromDubbel feest bij de familie from in het friese Boijl. Dit bijzondere driekleurige kalf zag op dezelfde dag als dochter Emma het levens-licht. of het kalf ook Emma heet, is niet duidelijk. Baby en kalf groeien voorspoedig.
boiler
Zoek de 10
verschillen
Koe met tijgerprint (2)In Leesvoer, nummer 4 stond in deze rubriek een foto van een koe met tijgerprint. De familie Van Beek kwam op vakantie in de Ardennen meerdere koeien met tijgerprint tegen. Een zoektocht op internet leerde dat het hier om een speciaal ras gaat: de Normandiër. Deze Normandische koe, met haar kleurrijke vacht, is heel populair vanwege de kwaliteit van haar melk en vlees. De melk, rijk aan eiwitten, is de basis voor de heerlijke Normandische room en kazen. Zouden deze kaasjes ook een tijgerprint hebben?
Jong geleerd is oud gedaan
Zoek de verschillen,
schrijf ze op en stuur ze in als oplossing. Onder de
goede inzendingen verloten we vijf De Heus miniatuur
bulkwagens. Stuur de oplossing vóór 10 januari 2011
naar [email protected]. Zet wel uw naam,
adres, postcode en woonplaats er bij! Winnaars
maken we in de volgende Leesvoer bekend.
Medewerkers(enfamilieleden)vanDeHeuszijn
uitgeslotenvandeelname
21
p l u i m v e e
22 De Heus · Leesvoer 5 | december 2010
Hugo elsHuis
Vertrouwen is heel belangrijk
van de vier uitkomstlokalen de laatste drie dagen
doorbrengen. Na uitkomst worden de kuikens met
de hand gesorteerd, automatisch geteld en direct
op transportkarren gezet om naar de wachtruimte
te gaan. Vanuit de wachtruimte worden ze in de
vrachtwagens geplaatst, op weg naar de klant.
Gemoedelijk In het kantoor van de broederij hangt een gemoe-
delijke sfeer. Hugo Elshuis is de directeur-eigenaar,
maar hij rekent zich liever tot de medewerkers.
Rustig legt hij uit dat de broederij in Albergen bij
Almelo momenteel vijftien medewerkers heeft en
zich geleidelijk ontwikkelt. ‘Ons doel is niet de
grootste broederij te worden. Wij groeien met de
markt mee om voldoende omzet te houden. De
bedrijven in de sector groeien immers ook.’
Broederij Elshuis werkt veel samen met De Heus.
Er zijn meerdere banden tussen de beide bedrijven.
Zo zijn de ruim tien moederdierbedrijven die eieren
leveren aan Elshuis, bijna allemaal afnemer van De
Heus. Dit zijn vermeerderaars met een omvang van
30.000 en 45.000 moederdieren, allemaal op re-
Een broederij is een essentiële schakel in de keten van de productie van vleeskuikens.
Dat geldt ook voor broederij Elshuis, die sinds 1918 actief is. Elshuis werkt nauw samen
met zijn partners. Vertrouwen speelt hierbij een grote rol.
e komen de broederij in en gaan via
de personensluis naar de ontvangst-
ruimte voor de broedeieren. Alle
broedeieren worden bij binnenkomst eerst ontsmet.
Na ontsmetting worden de eieren in de voorbroed-
karren over geschoven. Daarna gaan ze naar de
voorbroedruimte, waar ze achttien dagen blijven.
De voorbroedruimte bestaat uit drie verschillende
lokalen: één lokaal met voorbroedmachines van
57.600 eieren, een tweede met machines van
115.200 eieren en een lokaal met machines
met een capaciteit van 108.000 eieren. Op dit
moment liggen de plannen klaar om de bestaande
capaciteit nog wat te vergroten, door er nog een
voorbroedruimte bij te bouwen. Van de voorbroed-
ruimtes gaan we naar het overpaklokaal waar de
eieren automatisch geschouwd en overgelegd
worden in de uitkomstbakken, waarna ze in één
W
>> De broederij is de belangrijke leverancier van uitgangsmateriaal
voor vleeskuiken-houders
In de ontvangstruimte worden de eieren
gereed gemaakt om uitgebroed te worden
Henk Manting
Verkoopleider Vleespluimvee
Noord
De Heus · Leesvoer 5 | december 2010 23
gens Hugo Elshuis in de ogen durven zien. Direct
oplossen is zijn devies en ervan leren om het een
volgende keer beter te doen. Overigens beperkt
Elshuis zich tot het uitbroeden van eieren en het
afleveren van kuikens. Er is geen begeleiding
van de moederdierbedrijven en kuikenhouders,
zoals andere broederijen die kennen. ‘Wij laten de
begeleiding over aan de veevoerleveranciers en de
dierenartsen. Het is alleen maar verwarrend als wij
ook nog eens als adviseur bij de boer komen om te
vertellen hoe het moet. Dit betekent dat de onder-
linge communicatie zeer belangrijk is.’
Dat het bij Elshuis om kwaliteit gaat blijkt uit
de resultaten van controles van grootwinkel-
bedrijven. De Engelse supermarkten Tesco en
Marks & Spencer hanteren de hoogste kwaliteits-
eisen. Beide erkennen Elshuis als leverancier uit
hun toegelaten aanvoerketen.
delijk korte afstand van Albergen. Daarnaast levert
Elshuis de kuikens voornamelijk aan kuikenhouders
die voornamelijk voer afnemen bij De Heus.
‘Tachtig procent van onze afzet gaat naar bedrijven
die een vaste afspraak hebben met een voerle-
verancier’, legt Elshuis uit. ‘Dat is vooral zo sinds
de vogelpest. Dat betekent dat wij een vaste afzet
hebben. Dit neemt niet weg dat het risico voor ons
behoorlijk groot is. We leggen de vermeerderaars
namelijk vast terwijl we de kuikens meer dan een
jaar later afleveren. Onze planning verloopt groten-
deels via een vaste slachterij waar de meeste van
onze kuikens uiteindelijk naartoe gaan.’
Vaste relatiesMet De Heus is er jarenlang sprake van een vaste
relatie. In de loop der jaren is deze goede verstand-
houding gegroeid. ‘Vertrouwen moet de basis zijn’,
zegt Elshuis. ‘Daar kan geen contract tegenop. Het
gaat erom dat je gezamenlijk het beste resultaat
nastreeft.’
Kwaliteit is belangrijk bij de kuikens. Een broederij
kijkt dan vooral naar de uitval in de eerste week en
de technische resultaten van de hele mestperiode.
‘Als het ergens niet goed gaat, dan ligt het meestal
aan meerdere factoren. Op verschillende plekken
gaat het dan mis. Kuikens mesten is immers ba-
lanceren op het scherpst van de snede. De kuikens
zijn echte topsporters. Het gaat erom de omstan-
digheden zo te creëren dat je de zaak onder con-
trole houdt en een eendagskuiken uiteindelijk op
een gezonde en efficiënte manier op het gewenste
eindgewicht brengt.’
Als zich problemen voordoen, moet je ze vol-
geschiedenis Een familiebedrijf met een lange geschiedenis kent ook vele verhalen. De grootvader van Hugo startte met het uitbroeden van kleine aantallen legkuikens. Deze werden alleen de zomermaanden verkocht en elk jaar probeerde hij met kruisingen van de kippen een betere hen te krijgen dan die van de veertig collega’s in de buurt.Toen Hugo’s vader het bedrijf overnam, was het aanbod van de leg zo groot dat hij overging op slachtrassen. De eerste jaren was de vraag naar slacht-kuikens in Italië het grootst, daar werden dan ook vele kuikens naartoe geëxporteerd. Toen in Nederland de vraag ook groter werd kon hij al gelijk de grotere aantallen ook hier leveren.
Directeur-eigenaar Hugo Elshuis
In broedcellen wordt het klimaat volledig gecontroleerd
anaf de Provincialeweg Noord in
Almkerk kijk je recht op het bedrijf van
de gebroeders Mekelenkamp. Twintig jaar
ervaring staat hier aan de basis van Nederlands
grootste wormenkweekbedrijf. Jarenlange studie
heeft geresulteerd in het perfecte systeem voor de
wormenkweek. Mekelenkamp kweekt wormen en
levert voer, benodigdheden, leefgrond en kweekad-
vies aan Nederlandse kwekers waarmee hij samen-
werkt. Ook beschikt hij over een ‘genenbank’.
Al op 19-jarige leeftijd was Jean Mekelenkamp
behept met het ‘wormenvirus’. In die tijd is de
basis gelegd voor het bedrijf ‘Gebr. Mekelenkamp’,
dat hij samen met zijn broer Bernard en met Bas
de Peuter runt. ‘Thuis begon ik met het uitdokteren
van het beste kweeksysteem’, vertelt Jean. ‘Welke
wormen zijn het meest geschikt en hoe kun je
ze het beste telen? Daarnaast leveren wij alle
benodigdheden voor de kweek van wormen.’
De ‘ouderdieren’ van toen zijn nu nog steeds het
uitgangspunt voor de huidige kweek. ‘Wij hebben
van alle kwekers waarmee we samenwerken moe-
derdieren in huis, zodat we altijd kunnen terugval-
len op het oorspronkelijke uitgangsmateriaal.’
In een periode van vijf weken leggen de ouderdieren
eitjes in een cocon. Elke cocon kan zo’n twintig eitjes
bevatten. In circa tien weken komen uit de eitjes kleine
wormen. Deze worden vervolgens in drie periodes van
vijf weken ‘afgemest’. De hele kweek vindt plaats in
kisten van 0,25 kubieke meter. Elke kist bevat onge-
veer 1 kg wormen. De dieren krijgen wekelijks voer en
de grond (hun leefbodem) wordt regelmatig vervangen.
Regelmatig voerenJean: ‘Regelmatig voeren is belangrijk. Te veel voer
ineens zorgt voor warmtewikkeling, met broei als
gevolg waardoor de productie afneemt. Samen
ontwikkelden we een perfect voer. Met dit voer en
de juiste teeltomstandigheden kun je een goede
planning maken. Dat is ook nodig; je spreekt al snel
over een cyclus van ruim een half jaar.’
In feite kent de wormenkweek eenzelfde structuur
als de vleeskuikenketen: een broedfase van vijf
weken, een groeifase van tien weken en een
afmestfase van vijftien weken. In deze periode
consumeren de wormen per kilogram 1,5 kg voer.
Eén keer per vijf weken wordt de kweekgrond van
gerijpte turf compleet vervangen. De turf wordt af-
genomen van een vaste leverancier en vervolgens
24 De Heus · Leesvoer 5 | december 2010
Mekelenkamp kent de kunst van de wormenkweeknaast voer voor de bekende landbouwhuis-
dieren produceert De Heus ook voer voor
‘speciale’ diersoorten. In deze reportage
schenken we aandacht aan de soort met wel-
licht de grootste aantallen dieren: de worm.
'Wij leveren het beste
wormenvoer van Nederland'
opmerkelijk feitSinds februari 2010 worden de kweek-
bakken voor wormen vanuit een bulksilo
wekelijks automatisch gevuld met wormen-
groeivoer. Met deze au-tomatisering behoort het kapotsnijden van de zakken tot de ver-leden tijd en tegelijk
voorkomt het een berg met lege zakken.
r u n d v e e
De wormen leven in kweekgrond
van gerijpte turf
V
De Heus · Leesvoer 5 | december 2010 25
Kijk voor meer informatie
of deelname op www.gebr-mekelenkamp.nl
Jacob Goelema
Productmanager Rundvee
De wormen die Jean Mekelenkamp laat zien, zijn voornamelijk bestemd voor export naar de VS
in het kort Wie? Jean Mekelenkamp Wat? levering van wormenvoer, kweekgrond en kweekadviezenWaar? AlmkerkHoeveel? Eigen kweek: 30.000 kg
wormen, wat overeenkomt met ca. 25.000.000 wormen.
Voederconversie 1.5 Jaarlijks wordt 160 tot 200 ton wormen geëxporteerd.
gerijpt. De rijping van de turf zorgt voor een perfect
microklimaat voor de wormen. Het gewicht en de
kleur van de wormen bepalen de kwaliteit, terwijl
ook de uniformiteit erg belangrijk is.
Dutch nightcrawlersJean is gespecialiseerd in de kweek van de worm-
soort die bekend staat als de Dutch nightcrawlers.
Per jaar verhandelt Gebr. Mekelenkamp 160 tot
200 ton wormen, waarvan 30 ton zelf gekweekt
is en de rest gekocht wordt van andere kwekers.
Jean: ‘Negentig procent gaat naar de hengelsport,
met name naar landen met snelstromende rivieren
zoals de Verenigde Staten, Scandinavië, Frankrijk
en Duitsland.’ Naast viswormen levert Gebr. Me-
kelenkamp ook wormen voor de compostering en
bodemverbetering en als voedsel voor allerlei die-
ren. Jean zorgt tijdens het visseizoen, dat globaal
van maart tot september loopt, voor een constante
aanvoer van wormen.
26 De Heus · Leesvoer 5 | december 2010
nog makkelijker werken Vereenvoudig uw BEX met automatische gegevensuitwisseling
binnen cRV Mineraal. Vraag uw adviseur naar de mogelijkheden van Minex-voeders
binnen BEX. Hiermee kunt u tot zes kubieke meter mest per koe meer op uw bedrijf houden. Dat bespaart de kosten van mestafvoer en aankoop van kunstmest!
Denk aan de veranderende uitrijperioden. op zand is dit komend jaar tot 1 september (zie onderstaande grafiek).
r u n d v e e
crv mineraal verDer ontwikkelD
Handig en veilig hulpmiddel bij de mestboekhoudingAan het einde van het jaar is het weer tijd om
de mestboekhouding af te sluiten. Voor ieder
bedrijf gaat het om maatwerk. De Heus helpt
een handje om het u gemakkelijker te maken.
CRV Mineraal is voor veel veehouders een handig
en veilig hulpmiddel bij het invullen van de mest-
boekhouding. Het programma is uitgebreid met
nieuwe mogelijkheden. De Heus werkte mee aan
de ontwikkeling van dit programma.
Het merendeel van de rundveehouders betrekt uit
CRV Mineraal de gegevens voor de mestboekhou-
ding en maakt daarmee een bemestingsplan. De er-
varingen zijn uitermate positief. Veehouders vinden
het prettig dat hun adviseur kan meekijken bij het
maken van het bemestingsplan en aanvullende tips
kan geven. Privacy van gegevens is gewenst. De
Heus heeft dat zelfs verplicht gesteld om zo verve-
lende situaties te voorkomen. Een veehouder moet
eerst een machtiging geven, voordat een adviseur
kan meekijken. Vanaf eind dit jaar is het ook mo-
gelijk de machtiging online te geven. U kunt deze
machtigingen verstrekken als u inlogt met uw eigen
gebruikscode en wachtwoord van CRV Mineraal.
Wanneer u De Heus machtigt om mee te kijken, kan
alleen uw adviseur meekijken. De CRV informeert u
altijd schriftelijk als een machtiging wordt gewijzigd.
BEXSteeds meer veehouders werken actief met Bedrijf
Specifieke Excretie (BEX). CRV Mineraal maakt dit nu
een stuk makkelijker door de juiste gegevensstromen
te combineren. Dat komt doordat de mogelijkheden
van data-uitwisseling tussen partijen zijn vergroot. U
kunt naast uw kuilanalyses nu ook uw voerleveranties
van De Heus inlezen. Als u meedoet met BEX binnen
CRV Mineraal en u activeert uw machtiging, dan
worden al uw voerleveranties automatisch verwerkt. U
kunt altijd handmatig dingen toevoegen of verwijderen.
CRV Mineraal is uitgegroeid tot een geweldig hulpmid-
del om de BEX te berekenen. Bij het afsluiten van het
huidige jaar kunt u er optimaal gebruik van maken.
jan
feb
mrt
apr
mei
juni
juli
aug
sep
okt
nov
dec
uitrijden toegestaanUitrijregels van drijfmest op gras- en bouwland
Grasland 2011 2012 / 2013 klei/veen zand/löss klei/veen zand/löss
jan
feb
mrt
apr
mei
juni
juli
aug
sep
okt
nov
dec
Bouwland 2011 2012 / 2013 klei/veen zand/löss klei/veen zand/löss
uitrijden verboden
Gerard Polinder
Specialist Rundvee
Met CRV Mineraal is het registreren nu nog gemakkelijker
1 feb
15 sep1 sep
15 feb
15 sep
1 aug
1 sep
1 feb
De Heus · Leesvoer 5 | december 2010 27
v a r k e n s
nieuwe zeugenvoeDers van De Heus
Gertjan Ruis
Productmanager Varkens
Voer met advies leidt tot betere resultaten Zeugenhouders kunnen met de nieuwe voeders van De Heus rekenen op betere resultaten.
Maar het gaat niet alleen om de voeders. De Heus geeft er een duidelijk advies bij. Dit bij
elkaar zorgt voor een hoge biggenproductie.
Elk jaar geven wij van De Heus één van de
varkensvoerlijnen extra aandacht. Dat wil zeggen
dat we het voerassortiment in zijn geheel doorlich-
ten. Bij deze gelegenheid passen we alle vernieu-
wingen op voedingsgebied toe. Dit is het afgelopen
jaar met het zeugenvoer gebeurd. Het resultaat
is een geheel up-to-date, breed en overzichtelijk
assortiment. Belangrijk is dat de voeders de gehele
cyclus bestrijken: dus van geltenopfok, dracht en
lactatie tot en met de dekstal. Voor elk stadium
is een vernieuwd, passend voer ontwikkeld. Ook
voorzien we onze varkensspecialisten van de
meest actuele informatie zodat zij de klanten goed
kunnen adviseren, met de nieuwste kennis achter
de hand.
VoedingDe kern van de vernieuwing is uiteraard het toe-
passen van de nieuwste kennis op het gebied van
varkensvoeding. Eén heel belangrijke vernieuwing
is een nieuwe vitamine D-bron. Deze verbetert het
vrijmaken van calcium en fosfor. Daardoor komt de
biestproductie beter op gang.
Naast verbetering van het voer en de rantsoenen
hebben we hulpmiddelen gemaakt om snel inzicht
te krijgen in de resultaten van een bedrijf:
Met de uierscorekaart maken we inzichtelijk
hoe de spanning op de uiers is rondom het
werpen.
De biest- en melkscans geven aan
hoeveel melk de zeugen produce-
ren en wat de kwaliteit is.
Met de resultaten hiervan kan het
voeradvies verder verbeterd worden.
Toomgroei in de eerste levensweek. Innovatie-ve grondstoffen B en D zorgen voor een betere toomgroei door een hogere melkproductie.
Assortiment
Grafiek 1 Snellere biggengroei door innovatieve voeding
Richtlijn voor biggengewichten
– Streefgewicht bij geboorte is gemiddeld 1.350 gram,
waarbij niet meer dan vijf procent van de biggen
lichter is dan 1.000 gram.
– Na zeven dagen is het geboortegewicht verdubbeld.
Nieuw is het toepassen van ‘knorgeluiden’ in de
kraamstal. Deze geluiden zorgen voor meer rust
doordat de zeugen als het ware voorbereid worden
op de komende situatie.
cruciale vragenVerder zijn er zes vragen opgesteld waarmee we
boven tafel krijgen waar problemen ontstaan en
wat er nodig is om ze op te lossen. Aan de hand
van de antwoorden op deze vragen kunnen we elke
zeugenhouder naar minimaal twaalf gespeende
biggen per worp loodsen.
Met de vernieuwde samenstellingen en ontwikkel-
de hulpmiddelen staat het zeugenvoerassortiment
als een huis. Dit geeft ons het volle vertrouwen
dat we samen met u het beste resultaat behalen.
Onze specialisten zullende komende periode deze
nieuwe aanpak met u bespreken.
Drachtvoer Dracht Vitaal Vitaal Plus Vitaal Super conditie en bigvitaliteit
lactovoer lacto Elite Elite Plus Elite Super Melkproductie en voeropname
2300
2250
2200
2150
2100
2050
2000
1950 A B C D
Toomgroei werpen week 1
groe
i (gr
am/d
ag)
behandeling
Minimaal twaalf biggen per worp is mogelijk
Samen voor resultaat
De Heus Voeders B.V. Postbus 396 6710 BJ Ede Tel. 0318 - 675 430 KvK 14626985 [email protected] www.de-heus.nl
Vleespluimveevoeders
Subtitel• Uw doelstellingen staan centraal
• Nauwe samenwerking met de gehele keten
• Voerassortiment voor ieder ras vleespluimvee en type bedrijf
• Deskundige specialisten
• Kwaliteit en voedselveiligheid gegarandeerd