Leerdoelen overige vakken
-
Upload
pieter-snel -
Category
Documents
-
view
217 -
download
2
description
Transcript of Leerdoelen overige vakken
OOvveerriiggee vvaakkkkeenn
kkuunnsstt eenn ccuullttuuuurr
ssppoorrtt eenn bbeewweeggeenn
ssoocciiaallee vvaaaarrddiigghheeddeenn
oopplleeiiddiinngg eenn llooooppbbaaaann
mmooddeerrnnee mmeeddiiaa
2
Leerlijnen Tiener College
Kunst & cultuur
Basisonderwijs Datum / bewijzen Voortgezet onderwijs Datum / bewijzen
54 De leerlingen leren beelden, taal,
muziek, spel en beweging te
gebruiken, om er gevoelens en
ervaringen mee uit te drukken en om
er mee te communiceren.
48. De leerling leert door het gebruik
van elementaire vaardigheden de
zeggingskracht van verschillende
kunstzinnige disciplines te
onderzoeken en toe te passen om
eigen gevoelens uit te drukken,
ervaringen vast te leggen,
verbeelding vorm te geven en
communicatie te bewerkstelligen.
Ik kan mezelf uiten door middel
van beelden.
Ik kan mezelf uiten door middel
van spel & beweging
Ik kan mezelf uiten door middel
van muziek (emotie, ritme, dynamiek)
Ik (her)ken het verschil tussen
verscheidene kunstdisciplines en deze
verschillen ook benoemen
Ik kan mezelf in verschillende
kunstdisciplines uiten
Ik kan in de manier waarop ik
mezelf in deze verschillende
kunstdisciplines uit, ervoor zorgen dat
het publiek mijn bedoeling begrijpt
55 De leerlingen leren op eigen werk
en dat van anderen te reflecteren.
49. De leerling leert eigen kunstzinnig
werk, alleen of als deelnemer in een
groep, aan derden te presenteren.
Ik kan mijn eigen werk bespreken
en mijn keuzes daarin uitleggen.
Ik kan uitleggen wat ik wil zeggen
met mijn werk
Ik kan een mening met
argumenten geven over andermans
werk.
Ik kan d.m.v. positieve feedback
iemand anders met zijn werk ‘op
gang helpen
Ik kan mijzelf in verschillende
disciplines tonen aan een publiek
3
Leerlijnen Tiener College
Basisonderwijs Datum / bewijzen Voortgezet onderwijs Datum / bewijzen
56 De leerlingen verwerven enige
kennis over en krijgen waardering
voor aspecten van cultureel erfgoed.
50 De leerling leert op basis van enige
achtergrondkennis te kijken naar
beeldende kunst, te luisteren naar
muziek en te kijken en luisteren naar
theater-, dans- of filmvoorstellingen.
Ik kan het belang benoemen van
een bepaald cultureel erfgoed
Ik kan grofweg benoemen uit welk
historisch tijdvak een bepaald
cultureel erfgoed dateert
Ik ken verschillende deelaspecten
in het kijken naar cultureel erfgoed
Ik (her)ken de verschillende
parameters die voor genoemde
kunstdisciplines gelden
Ik kan deze parameters
benoemen
Ik kan het effect van de
parameters benoemen
Ik kan de zeggingskracht van een
kunstwerk, muziekstuk of voorstelling
begrijpen en benoemen
51 De leerling leert met behulp van
visuele of auditieve middelen verslag
te doen van deelname aan
kunstzinnige activiteiten, als
toeschouwer en als deelnemer.
Ik kan reflecteren op een
bijgewoonde CAP (Culturele Activiteit
door Professionals) of een CA
(Culturele Activiteit)
Ik kan van zowel het bezoek als de
reflectie verslag uitbrengen en dit
verslag vastleggen
Ik kan dit verslag presenteren
4
Leerlijnen Tiener College
Basisonderwijs Datum / bewijzen Voortgezet onderwijs Datum / bewijzen
52 De leerling leert mondeling of
schriftelijk te reflecteren op eigen
werk en werk van anderen,
waaronder dat van kunstenaars.
Ik kan reflecteren op een eigen
CA
Ik kan reflecteren op een door mij
bezochte CAP
Ik kan reflecteren op de CA van
een medeleerling
Ik kan in mijn reflectie zowel de
parameters als de zeggingskracht
van een CA benoemen
5
Leerlijnen Tiener College
Sport en bewegen
De lichte kleur in de kolommen Groep 7/8 en Klas 1/2 is de kernactiviteit. De vetgedrukte tekst zijn extra activiteiten (niet verplicht).
Onderdeel Groep 7/8 Klas 1/2
Bewegingsthema balanceren
Handhaven van evenwicht en
herstellen van
evenwichtsverstoringen
Gaan over een instabiel balanceervlak
Elkaar passeren op een balanceervlak
Voortbewegen op een rollend vlak schuin omhoog
Lopen over een strak draad
Handstand
Radslag
Koprol
Handstand met overslag
Bewegingsthema rijden In balans vaarthouden
Skateboarden staan vanaf schuin vlak
Skeeleren Rijden op een eenwieler
Bewegingsthema glijden Vaart
maken op een glijvlak om in
balans te blijven
Staand glijden van brede glijbaan Schaatsen
Bewegingsthema acrobatiek
In balans uitvoeren van een
beweging of pose (in
samenwerking met anderen)
Schouderstand met opstappen
‘Stoeltje’(onderpersoon staat)
Handstand in een acrovorm
Jonassen
Piramide tussen de touwen
Acrogym met de onderdelen: o.a. piramide maken
Jongleren, diabolo, stelten, eenwieler, bord op stokje
Bewegingsthema klauteren
Creëren en handhaven van
voldoende grip of steun om te
verplaatsen over
klautervlakken
Klauteren over hindernisbaan op snelheid
Steile wand (wand recht en 3
meter hoog, landingsmat recht)
Klauteren rondom een horizontale bank
Steile wand tegen de muur
klauteren m.b.v. touw
Hindernisbaan (parcours)
Bewegingsthema
touwklimmen Creëren van
steunpunten in touwen om te
verplaatsen in (een) touw(en)
Klimmen in een zwaaiend touw
Klimmen m.b.v. verschillende klimslagen
Klimmen in een schuin touw
Klimmen met meertallen
Catcrawl
Van touw naar touw met klimslag
6
Leerlijnen Tiener College
Onderdeel Groep 7/8 Klas 1/2
Bewegingsthema schommelen
Meebewegen in zit of stand in
een schommeltoestel om de
zwaai te vergroten of te
onderhouden
Schommelen met voor afspringen
Synchroon zwaaien
Schommelen en duwen (duwer in achterzwaai mee
omhoog)
Schommelen vanaf hoogvlak
Staand schommelen (trapeze in de ringen)
Staand schommelen op trapeze
Bewegingsthema hangend
zwaaien Meebewegen aan
een zwaaiend toestel om de
zwaai te vergroten of te
onderhouden
Touwzwaaien, inlopen en inspringen in een door een
ander tot zwaai gebracht touw
Ringzwaaien m.b.v. voor- en achterafzet (ritmisch) en
halve draaien, de meegekregen zwaai onderhouden
Circuszwaai: wegzwaaien vanaf een kast (ongeveer 1.50
m) en over een lijn landen aan het einde van de voorzwaai
Ringzwaaien in combinatie met buighang en vouwhang
Zwaaien aan een rekstok met ompakken
Zwaaien aan touw zonder knoop, startend met inspringen
Touwzwaaien met aanloop vanaf grond
Trapeze zwaaien (in steun) vanaf grond
Trapeze zwaaien vanaf hoogvlak (kast)
Trapeze zwaaien vanaf hoogvlak + roteren om stok
Trapeze steunzwaaien (verhoogd vlak)
Borstwaartsom/ buikoverslag
Ringzwaaien: streksprong, halve en hele draai, vouwhang
Touwzwaaien
Ringzwaaien met afsprong (achter)
Ringzwaaien met ½ draai
Ringzwaaien met afzet + hele draai
Rekstok borstwaarts om en buikdraai
Ondersprong
Bewegingsthema steunend
zwaaien Komen tot steun op
een zwaaiend toestel om de
zwaai te vergroten of te
onderhouden
Zwaaien vanuit een aanloop en borstwaarts om (met
steun) en uitduikelen
Steunend zwaaien en in de voorzwaai afspringen
Combinatie schommelen op
zwaaiende rekstok en steunzwaaien
Zie hangend zwaaien
Bewegingsthema over de kop
gaan Inzetten van rotatie tot
over de kop gaan en tijdig
deze rotatie weer afremmen
Rollen: rollen verhoogd vlak, korte aanloop en
minitrampoline
Muursalto
Borstwaarts om tot steun
Combinaties van borstwaarts om, buikdraai, ondersprong,
molendraai, rollen, achterover tot (hand)stand (met hulp) Mini buikdraai met hulp
Tipsalto
Zweefrol
Losse salto (eventueel)
7
Leerlijnen Tiener College
Onderdeel Groep 7/8 Klas 1/2
Bewegingsthema vrije
sprongen Afzetten om lang in
de lucht te zweven
Mini trampspringen: laag aanloopvlak en trucs tijdens
zweeffase
Diepspringen
Herhaald springen grote trampoline
‘Doorgeefluik’: minitramp en twee doorgevers
Mini trampoline vrije sprongen ( bok, kast of los)
Spreidsprong, hurksprong en streksprong (plankspringen)
Bewegingsthema
steunspringen Afzetten om
(lang) te zweven voor en/of
na de handenplaatsing op
een steunvlak
Wendsprong (naar arabier) vanuit minitramp
Spreidsprong over hogere bok met plank
Rollen op verhoogd vlak met minitramp en korte
verhoogde aanloop
Dievensprong
Tipsalto op verhoogde mat met minitramp
Wendsprong over kast
Bewegingsthema loopspringen
Passeren van een hindernis en
gelijkmatig door kunnen lopen
of springen na hindernis
Stap-stap-sprong Hink-stap-sprong
Loopparcours/ hindernisbaan
Bewegingsthema touwtje
springen Afzetten om in
herhaling in/over een
ronddraaiend touw te
springen
Inspringen bij ander met klein touw
Springvormen op muziek, double dutch, gekruist met
lange touw springen (rope skipping)
Bewegingsthema hoog- en
verspringen Afzetten om een
zo groot mogelijke afstand of
hoogte te overbruggen
Hoogspringen met techniek (Schotse sprong)
Verspringen met accent op afzet vanuit langere aanloop
Ver- en hoogspringen in een veren hoogspringbak
Schotse sprong
Schotse sprong (beenopzwaai)
Hoogspringen/ Fosburyflop
8
Leerlijnen Tiener College
Onderdeel Groep 7/8 Klas 1/2
Bewegingsthema hardlopen
Rijenestafette met wisselzone en estafettestokje
Sprinten in wedstrijden: 15 meter sprint
Estafette met opdrachten
Rondloopestafette buiten
Starten en sprinten in een ronddraaiend touw
Starten en sprinten onder een draaiend touw door
Starten vanuit startblokken
Prognoseloop
Acht minutenloop (buiten)
6 minuten loop
Estafette
Loopparcours
6 minuten loop in piramide
Sprinten
Shuttle run test
Bewegingsthema wegspelen
Wegspelen van een
speelvoorwerp om dit zo hard
en/of ver mogelijk weg te
krijgen
Afstand werpen (met strekworp) met meten
Balslaan met knuppel
Wegslingeren van slingerbal
Foamspeer werpen
Softbal van basis tot spelen
Frisbee van basis tot spelen
Volleybal van basis tot spelen
Speerwerpen van basis tot uitvoering
Bewegingsthema mikken
Wegspelen van een
speelvoorwerp om dit zo
precies mogelijk in of tegen
een mikdoel te krijgen.
Schoppen met een bal tegen een doel om punten
Gooien in korf/basket om punten (vijven)
Slaan met een stick in een mikdoel (midgetgolf)
Sportspecifiek doelen (korfbal,basketbal)
Tikkend (volleybal) in een groot verticaal doel
Biljarten (tafel)
Biljarthockey
Kogelstoten
Bewegingsthema werpen en
vangen Wegspelen van een
speelvoorwerp, zodat dit
gevangen kan worden
Kaatseballen: samen via de muur met twee ballen
Samen overspelen: met bv. een softbalhandschoen
(vangen met niet-voorkeurshand)
Sparrend overspelen: in
beweging werpen en vangen
Samen overspelen: sportspecifiek
(hockey, basket, handbal, frisbee etc.)
Jongleren met drie ballen
Zie softbal
Softbal slaan/vangen en spel spelen
9
Leerlijnen Tiener College
Onderdeel Groep 7/8 Klas 1/2
Bewegingsthema soleren Een
speelvoorwerp tikkend in
beweging houden
Stuiteren in combinatie met trucjes of doelpoging
Dribbelen/stuiteren in spel-/wedstrijdvorm
Dribbelen/stuiteren: sportspecifiek
Mariostick (devilstick)
Soleren: sportspecifieke vormen (voetbal, hockey,
basketbal, handbal)
Basketbal
Voetbal
Rugby
Hockey
Bewegingsthema retourneren
Heen en weer tikken (slaan)
van een speelvoorwerp, zodat
een medespeler het terug kan
spelen
Tennisspel: sparrend overspelen via de muur
Badminton: sparrend hooghouden over een lijn
Voetbalspel: de bal direct naar elkaar kaatsen
Beachbal
Tafeltennis
Voetbaltennis
Racketspelen in wedstrijdverband
Badminton
Tafeltennis
Bewegingsthema
keeperspelen Passeren van
een tegenspeler om een doel
te raken, terwijl de tegenspeler
probeert de bal te
onderscheppen om het doel
te verdedigen
Chaosdoelenspel: voetballend met eigen doeltje
Lijnbal: twee tegen twee met vliegende wissel
Chaosdoelenspel, hockeyend
Combinatie keeperspel en lijnbal
Soorten trefbal
Handbal (1 of 2 lessen)
Voetbal 4 tegen 4 en 7 tegen 7 (3 lessen)
Paaltjesvoetbal
Mattenvoetbal
Hockey basis en spelen
Basketbal1 tegen 1, 3 tegen 3, 5 tegen 5
Bewegingsthema
lummelspelen Passeren van
een lummel om de bal naar
een medespeler over te
spelen, terwijl de tegenspeler
probeert de bal te
onderscheppen om zelf in
balbezit te komen
Eindvakbal
Opbouwend teamspel met de voeten of stick
10
Leerlijnen Tiener College
Onderdeel Groep 7/8 Klas 1/2
Bewegingsthema aangepaste
sportspelen Komen tot een
doelpoging door het openen
van aan- en afspeellijn, terwijl
de tegenspelers proberen de
bal te onderscheppen en een
doelpoging proberen te
voorkomen
Handbalachtig spel: hakobal
Korfbalachtig spel: monokorfbal
Basketbalachtig spel: straatbasketbal
Handbalachtige spelen: halve cirkel, echt doel
Cirkelbal (scoren via cirkel naar medespeler)
Voetbalachtige spelen
Hakobal
Volleybal basis en spelen
Frisbee basis en spelen
Bewegingsthema tikspelen
Bedreigen van (een) loper(s)
om deze te tikken, terwijl de
lopers proberen het tikken te
voorkomen
Combinatie van wegloop- en overloopspelen met
bevrijden
Overloopspelen met duo-lopers
Kriskrastikspelen met functiewisselingen
Bewegingsthema afgooispelen
Lopers proberen af te gooien
die het afgooien proberen te
voorkomen
Trefbal (vier tegen vier met achtervak en scoringskans)
Duo-jagerbal met bevrijden (baggerbal)
Drie vakken jagerbal (drie jagers met elk een klein eigen
gebied tegen één loper)
Trefbal
Bewegingsthema
honkloopspelen Bedreigen
van de loper(s) tussen de
honken om deze uit te tikken
of te branden, terwijl de
loper(s) proberen het uittikken
of – branden te voorkomen
Uittikspel (‘uittikslagbal’)
Cricketachtige spelen
Opwerpbal
11
Leerlijnen Tiener College
Onderdeel Groep 7/8 Klas 1/2
Bewegingsthema stoeispelen
Duwen of trekken aan een
tegenspeler om deze uit
balans te brengen, terwijl deze
probeert die
balansverstoringen te
voorkomen
Stoeispelen met controle
Spelletjes staand, bv. ‘Probeer je partner van de grond te
tillen’ en ‘Sumo’
Putje-trek
Stoeispelen (judotechnieken en aikibudo)
Bewegingsthema bewegen
naar aanleiding van het
tempo van de muziek
Aanpassen van het tempo en
ritme van bewegen aan het
tempo en ritme van de muziek
Looppas: samen op rij op actuele muziek
Springen/schuiven: individueel op actuele muziek
Aerobics
Basisvormen + dans maken in groepjes
Bewegingsthema bewegen
naar aanleiding van de vorm
van muziek Aanpassen van
het moment van inzetten en
stoppen en veranderen van
bewegen naar aanleiding van
de vorm van muziek
Inzetten, stoppen en veranderen, steeds na 8 tellen van
beweging
wisselen
Discodansen
Streetdance
Bewegingsthema met elkaar
een dans uitvoeren op muziek
Uitvoeren van verschillende
bewegingspatronen op
muziek
Jazzdans, gestructureerd in delen van 4x8 tellen
Canondans: in vier groepjes
Discodansen
12
Leerlijnen Tiener College
Sociale vaardigheden
1 Ik kan een gesprek beginnen
Ik kies een goed moment
uit
Ik zorg dat de ander mij
goed kan zien Ik luister goed
naar de antwoorden van de
ander
Ik begin te vertellen over
iets dat we samen zien,
horen of doen
Ik stel open vragen
(vragen die beginnen met
hoe, wie, wanneer, waarom,
enz.)
Data / bewijzen
2 Ik ben me bewust van mijn
lichaamshouding
Ik neem een open
houding aan
Ik zoek oogcontact Ik beweeg me
ongedwongen
Ik gebruik de gebaren die
ik maak bewust
Data / bewijzen
3 Ik vraag mensen om
feedback
Ik bedenk en stel een
vraag
Ik noem het doel van mijn
vraag
Ik zeg de ander wat ik
van de feedback vind
Ik zeg de ander wat ik
met de feedback doe
Data / bewijzen
4 Ik geef anderen feedback Ik let op of de ander mijn
feedback prettig vindt
Ik geef duidelijke, korte
feedback
Ik vraag of de ander mij
begrijpt
Ik vraag anderen hoe ze
mijn feedback ervaren
Data / bewijzen
13
Leerlijnen Tiener College
5 Ik luister naar wat de ander
vertelt
Ik concentreer me op de
boodschap van de ander
Ik houd oogcontact Ik ben rustig en neem de
tijd
Ik controleer of ik de
ander goed begrijp
Data / bewijzen
6 Ik geef grenzen aan Ik vertel het anderen als ik
iets niet prettig vind
Ik herhaal mijn bood-
schap met andere woorden
als iemand mij niet begrijpt
Ik ben rustig en neem de
tijd als ik hierover met
anderen overleg
Ik maak voordat ik
samenwerk afspraken over
hoe we gaan werken
Data / bewijzen
7 Ik vraag om hulp als ik iets
niet begrijp
Ik bedenk goed wat ik wil
vragen
Ik stel een concrete
vraag
Ik vertel wat de hulp mij
heeft opgeleverd
Ik pas mijn werkwijze aan
dankzij de hulp die ik kreeg
Data / bewijzen
8 Ik maak bij het samenwerken
een plan met gezamenlijke
ideeën
Ik vraag wat de ander
belangrijk vindt en waarom
Ik vertel welke dingen ik
belangrijk vind en waarom
Ik stel voor onze
belangrijkste ideeën te
kiezen
Ik stel voor om allemaal
een belangrijk idee in het
werkplan te mogen zetten
Data / bewijzen
9 Ik lever een teamprestatie Ik vraag feedback en
gebruik die bij de opdracht
Ik geef anderen
feedback
Ik overleg met de ande-
ren over mijn (deel)taak
Ik los meningsverschillen
samen met de anderen op
Data / bewijzen
14
Leerlijnen Tiener College
Loopbaanoriëntatie
Beroep
…
Beroep
…
Beroep
…
Beroep
…
Beroep
…
1 Ik noem beroepen die mij sterk interesseren.
2 Ik vertel de belangrijkste werkzaamheden van de beroepen die mij
interesseren.
3 Ik vertel over mijn beheersingsniveau van vaardigheden die bij deze
beroepen horen.
4 Ik oefen actief vaardigheden die bij deze beroepen horen.
5 Ik oriënteer mij op (enkele van) deze beroepen door een project
(onderzoeksvraag en presentatie).
6 Ik oriënteer mij op deze beroepen door een doelgericht bezoek aan/een
gastles van een professional.
7 Ik vind informatiebronnen over opleidingen en beroepen.
Data /
bewijzen
Data /
bewijzen
Data /
bewijzen
Data /
bewijzen
Data /
bewijzen
15
Leerlijnen Tiener College
Moderne Media
1 Ik heb inzicht in medialisering van de samenleving
1a Ik begrijp de rol van ict in het
dagelijks leven
Ik noem voorbeelden van
chips/computergestuurd
werken in huishoudelijke
apparaten
Ik noem voorbeelden
van geautomatiseerde
gegevens
Ik ben mij bewust van
toepassingen die ik zelf veel
gebruik
1b Ik vertel hoe het nieuws
wordt gekozen
Ik vertel hoe nieuws wordt
verzameld (persbureaus)
Ik vertel hoe een
redactie het nieuws kiest
Ik vertel welke
aanvullende rol internet en
social media hebben bij tv
en krant
1c Ik vertel welke rol social
media spelen
Ik leg uit waarom social
media populair zijn
Ik leg uit waarom
bekende mensen social
media gebruiken
Ik leg uit hoe social media
mede de populariteit van
programma’s en producten
bepalen
1d Ik vertel welke
privacyvragen horen bij
nieuwe media
Ik vertel waarom
toestemming voor publicatie
foto’s vereist is
Ik vertel waarom
beeldmateriaal
auteursrecht heeft
Ik vertel wanneer
materiaal rechtenvrij is
1e Ik vertel welke rol internet
speelt bij de promotie van
producten
Ik vertel waarom
zoekgedrag van mensen
commercieel interessant is
Ik vertel hoe internet
grote groepen kopers
verzamelt
Ik leg uit welke voor- en
nadelen online kopen biedt
vergeleken met kopen in een
winkel
Data / bewijzen
2 Ik begrijp hoe media worden gemaakt
2a Ik vertel wat de belangrijkste
onderdelen van een device
zijn
Ik vertel wat de functie is
van een moederbord en een
chip
Ik vertel wat de functie is
van een processor en het
geheugen
Ik vertel wat de functie is
van de harde schijf
16
Leerlijnen Tiener College
2b Ik vertel hoe internet werkt Ik leg uit hoe je een eigen
website start
Ik leg uit hoe internet
gegevens verstuurt
Ik leg uit hoe iedere
computer een eigen adres of
code heeft
Ik vertel hoe mobiel
internet werkt
2c Ik begrijp opslagcapaciteit Ik kan rekenen met KB,
MB, GB en TB
Ik kan bestanden
omzetten naar pdf
Ik kan grote bestanden
inpakken en uitpakken
Ik kan grote bestanden
verzenden via webtransfer
2d Ik vertel hoe een nieuwsitem
wordt gemaakt
Ik vertel wat een redactie,
producer en regisseur doen
Ik vertel wat in een
opnameplan staat
Ik ken (mogelijke)
onderdelen: reportage,
interview, archiefbeeld,
voice over, statistiek
Ik herken deze onderdelen
in een nieuwsitem
2e Ik vertel hoe een game
wordt gemaakt
Ik vertel hoe gamemakers
onderzoek doen
Ik vertel wat een
developer doet
Ik vertel wat een graphic
artist doet
Ik vertel hoe een game
wordt gepromoot
Data / bewijzen
3 Ik zie hoe media de werkelijkheid kleuren
3a Ik vertel welke rol reclame
speelt in media en mijn
eigen oordeel
Ik noem voorbeelden van
overdreven beelden in
reclame
Ik vertel wat het effect
van die overdrevenheid is
Ik begrijp waarom
bedrijven programma’s
sponsoren
Ik vertel welke
reclamevormen de meeste
invloed hebben op mij
3b Ik vertel welke risico’s
internet kent
Ik vertel welke gegevens
over mijzelf ik wel/niet
openbaar maak op internet
Ik vertel welk
beeldmateriaal over mijzelf
ik wel/niet plaats op
internet
Ik noem voorbeelden van
misbruik van wachtwoorden
3c Ik vertel wat de kracht van
internet is
Ik noem voorbeelden van
de creatieve kracht van
internet
Ik noem voorbeelden
van de sociale kracht van
internet
Ik noem voorbeelden van
commerciële kracht van
internet
Ik noem voorbeelden van
politieke kracht van internet
Data / bewijzen
17
Leerlijnen Tiener College
4 Ik kan apparaten, software en toepassingen gebruiken
4a Ik kan eenvoudige
installaties en bewerkingen
uitvoeren
Ik kan een muis en een
printer toewijzen aan mijn
computer
Ik kan foto’s en
bestanden uploaden
Ik kan een programma
installeren en een
eenvoudige update
uitvoeren
Ik ben mij bewust van
voorwaarden bij gratis
software (reclame, korte tijd
of beperkte onderdelen te
gebruiken etc.)
4b Ik werk met een
tekstverwerker
Ik kan tekst typen,
opslaan en openen
Ik werk met
tekstopmaak: vet,
onderstreept, cursief,
markeerstift, tekstkleur,
Word Art, lettertypes en
lettergroottes
Ik kan automatische
nummering en
opsommingen instellen
Ik kan afbeeldingen
invoegen en juist plaatsen
(ook van internet)
Ik voeg koppen toe Ik breng paginaranden
en pagina-instellingen aan
Ik maak een tabel
inclusief inhoud en opmaak
Ik voeg onderschriften toe
aan foto’s
Ik werk met een sjabloon
en een watermerk
Ik voeg paginanummers,
hoofd- en voettekst en
voetnoten toe
Ik houd wijzigingen bij Ik voeg een automatische
inhoudsopgave toe
4c Ik gebruik een
mailprogramma
Ik schrijf en verstuur een e-
Ik voeg een afbeelding
toe
Ik voeg een automatische
handtekening toe
Ik voeg een automatische
(afwezigheids) bevestiging
toe
4d Ik ontwerp een presentatie Ik maak dia’s en stel
diaovergangen in
Ik voeg tekstopmaak en
achtergrondkleur toe
Ik voeg afbeeldingen en
(embeded) film toe
Ik voeg hyperlinks toe
4e Ik maak een tabel met een
eenvoudige berekening
Ik benoem cellen en voer
tekst en getallen in
Ik voeg een formule toe
om gemiddelden te
berekenen en totalen op te
tellen
Ik selecteer, verwijder,
kopieer, verklein en vergroot
cellen
Ik sorteer gegevens
4f Ik maak een grafiek (cirkel,
kolom, lijngrafiek)
Ik voer gegevens in Ik benoem de inhouden
van de grafiek
Ik geef de grafiek een op-
of onderschrift
Ik maak de grafiek op
(kleur/grootte)
4g Ik maak een schema of
tekening
Ik maak een eenvoudig
schema of tekening
Ik maak een complexer
schema of tekening
Ik voeg een legenda toe Ik stel kleur en
lettergrootte in
18
Leerlijnen Tiener College
4h Ik maak opnamen met een
(foto)camera
Ik stel soort opname en
licht (flits) in
Ik stel de datum en tijd
van opnamen in
Ik bekijk de opnamen en
kan opnamen wissen
Ik kopieer mijn bestanden
naar een computer
4i Ik maak een filmclip Ik maak een storyboard
(acties/
tekst/locaties/tijdsduur)
Ik maak opnamen en
monteer verschillende
fragmenten
Ik voeg muziek toe Ik voeg tekst toe (titels,
tussenteksten, aftiteling)
4j Ik gebruik een foto-
bewerkings-programma
Ik bewerk het formaat van
de foto (snijden)
Ik wijzig de resolutie Ik bewerk kleuren Ik bewerk het fotokader
4l Ik gebruik een digitale
agenda
Ik start de agenda en
voeg afspraken toe
Ik stel weergaven in
(dag/week/maand) kleur
Ik stel meldingen in voor
afspraken
Ik nodig anderen uit vanuit
mijn agenda
Data / bewijzen
5 Ik kan mijn mediaomgeving organiseren
5a Ik maak een
mappenstructuur
Ik maak mappen Ik maak mappen binnen
mappen
Ik voeg afbeeldingen toe
aan de mappen
Ik sorteer mijn bestanden
in de mappen
5b Ik voeg materialen samen Ik gebruik een online
kladblok
Ik maak een digitale
poster
Ik maak een foto-
/diavoorstelling
Ik maak een fotoalbum
5c Ik organiseer mijn mailbox Ik maak mappen Ik kan contact-personen
(in groepen) beheren
5d Ik verzamel relevante online
informatie voor een project
Ik voeg de informatie toe
aan favorieten
Ik zet mijn belangrijkste
bronnen bovenaan
Ik maak een dashboard
aan met de informatie (bijv.
Yurl, Symbaloo)
6 Ik kan informatie vinden en verwerken
6a Ik gebruik belangrijke online
informatiebronnen
Ik gebruik online
nieuwsdiensten, kranten en
tijdschriften
Ik gebruik beeldbanken
(Youtube, Schooltv)
Ik gebruik digitale tv
(uitzending gemist)
Ik gebruik abonneer me
op een
nieuwsdienst/newsfeed
6b Ik gebruik zoekfuncties op
internet
Ik maak gebruik van een
zoekmachine
Ik doorzoek het archief
van een website
Ik maak gebruik van
Google (of andere)
meldingen
19
Leerlijnen Tiener College
6c Ik zoek vanuit duidelijke
eisen mijn materiaal
Ik gebruik een
enkelvoudige zoekterm
Ik gebruik een
meervoudige zoekterm
Ik maak gebruik van
uitgebreid zoeken
Ik sluit zoektermen uit
6d Ik zoek informatie binnen
sociale netwerken
Ik doorzoek bestaande
forums
Ik doorzoek sociale
netwerken (bijv. hashtags
binnen twitter)
Ik zoek informatie via e-
Ik communiceer direct
(met bijv. een online oproep
of twitter)
6e Ik beoordeel bronnen Ik controleer een
informatiebron met behulp
van de bronvermeldingen
Ik vergelijk meerdere
informatiebronnen
onderling
Ik controleer feiten met
mondelinge bronnen
Ik zoek naar meerdere
tabellen en vergelijk ze
6f Ik verwerk bronnen Ik citeer met
bronvermelding
Ik vat een tekst samen Ik verwerk de informatie
van één bron in een eigen
tekst
Ik verwerk meerdere
bronnen in een tekst
Data / bewijzen
7 Ik kan content creëren
7a Ik richt een website in met
een websitebouwer (bijv.
Basisonline)
Ik maak een eenvoudige
structuur van een
hoofdpagina en < 5 pagina’s
Ik voorzie de website
van een introductie
Ik voeg afbeeldingen en
bestanden toe aan de
website
Ik geef (alleen) bekenden
toegang tot mijn website
7b Ik embed film Ik maak reacties
mogelijk
Ik voeg RSS feed toe Ik voeg buttons van social
media toe
7c Ik maak een blog Ik maak een blog aan
met een header en een
introductie
Ik publiceer een bericht Ik voeg een afbeelding
toe
Ik geef bekenden
toegang tot mijn website
7d Ik embed film Ik voeg pagina’s toe Ik maak reacties mogelijk Ik voeg RSS feed toe
7 e Ik maak een app met een
appbouwer
Ik geef de app een naam
en omschrijving
Ik voeg een afbeelding
toe
Ik voeg webcontent toe
aan de app
Ik publiceer de app online
en deel de app
7f Ik maak een online profiel
(bijv. google of twitter)
Ik maak een account aan Ik richt het profiel in met
informatie en een
afbeelding
Ik scherm mijn profiel af
voor onbekenden
Ik nodig bekenden uit
20
Leerlijnen Tiener College
Data / bewijzen
8 Ik kan meedoen in sociale netwerken
8a Ik communiceer online Ik gebruik een
chatprogramma
Ik gebruik een miniblog
(bijv. Twitter)
Ik gebruik een forum
8b Ik ga positief om met social
media en meld misbruik
Ik gebruik social media
(zoals twitter en facebook)
op een positieve manier
Ik meld misbruik van
gegevens van mij en
anderen
Ik weiger gebruikers van
social media die mij
lastigvallen
8c Ik werk online samen (bijv.
wiki of gedeelde
documenten)
Ik werk aan een kleine
opdracht
Ik werk aan een grotere
opdracht samen
Ik werk aan een langer
durend project samen
Ik nodig buiten mijn
werkgroep anderen uit om te
reageren op het project
Data / bewijzen
9 Ik reflecteer op mijn eigen
mediagebruik
9a Ik ben mij bewust van mijn
mediagebruik
Ik ben mij bewust van
welk beeldmateriaal ik
wel/niet publiceer
Ik ben mij bewust van
welke informatie ik wel/niet
online deel
Ik ben mij bewust van de
tijd die ik besteed aan media
Ik gebruik ook
informatiebronnen buiten
internet
Data / bewijzen
10 Ik gebruik media bij mijn
leren
10a Ik zoek gericht naar bij mij
passende online
informatiebronnen
Ik zoek gericht naar bij mij
passende software en
toepassingen
Ik communiceer waar
dat nuttig is online voor
schoolactiviteiten
Data / bewijzen