Landschapsontwikkelingsplan
-
Upload
bernard-berendsen -
Category
Documents
-
view
215 -
download
0
description
Transcript of Landschapsontwikkelingsplan
Maak kennis met het
prachtige Winterswijkse landschap
en help mee het nog mooier te maken!
Deze folder is een uitgave van de gemeente Winterswijk
2
Een rijk stukje Nederland…Het Winterswijkse landschap heeft een rijke geschiedenis die
teruggaat tot vroeg in de Middeleeuwen. Winterswijk en haar
buurtschappen zijn niet toevallig ontstaan in dit gebied. De
bodemopbouw is heel gevarieerd en wordt geologisch gezien
als het rijkste stukje Nederland. Het gebied bood mensen
perfecte mogelijkheden om te wonen en te leven. Doordat de
terreinomstandigheden de gebruiksmogelijkheden van de grond
bepaalden, is het huidige aantrekkelijke coulisselandschap
ontstaan. De historie is ook terug te vinden in de schat aan
archeologische vondsten die het gebied herbergt.
Het veelzijdige landschap spreekt voor zich. Schitterende
beekdalen met slingerende beken, glooiende landschappen
en natuurgebieden zijn hier prachtige voorbeelden van. In het
gebied zijn heel veel oude, streekeigen boerderijen te vinden.
Ook de karakteristieke scholtenhuizen en grote oppervlakten
bos, houtwallen en houtsingels zijn heel kenmerkend voor dit
gebied. Door deze fraaie natuur is het gebied ook rijk aan allerlei
dieren. Weidevogels, roofvogels, libellen- en vlindersoorten,
kikkers, maar bijvoorbeeld ook salamander- en slangensoorten
hebben hier een perfect leefgebied. Een prachtige omgeving
die veel inwoners en toeristen in elk jaargetijde weer verrast.
Absoluut een genot voor wandelaars, fietsers en ruiters.
3
Een mooi landschap maken wij samenIn deze brochure laten wij u in vogelvlucht kennismaken met
alle deelgebieden in de gemeente Winterswijk. Ook vertellen
wij u welke ontwikkelingen in het gebied worden gestimuleerd.
Daarnaast worden diverse monumentale boerderijen met
van oorsprong agrarisch gebruik in kaart gebracht. Het
is belangrijk dat deze boerderijen goed bewaard en waar
mogelijk versterkt worden. Het is wel mogelijk om voor een
ander gebruik te kiezen, bijvoorbeeld van agrarisch gebruik
naar een zorgfunctie.
Een mooi landschap ontwikkelen wij uiteraard niet alleen.
Er is daarom een belangrijke rol weggelegd voor inwoners,
bedrijven, maar ook voor gebruikers van het gebied om de
waardevolle woonomgeving te behouden en te versterken.
Wij ondersteunen u graag bij het maken van plannen en
wijzen u graag op eventuele subsidiemogelijkheden. Hopelijk
wilt u uw steentje bijdragen aan het koesteren van ons rijke
stukje Nederland!
…dat wij moeten koesteren!
Waarom een Landschapsontwikkelingsplan?De mooie landschappelijke waarden moeten we koesteren!
Door verdergaande schaalvergroting, achterstallig onderhoud
en verdwijning van traditioneel landgebruik verslechteren
de bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. Wij
hebben daarom de krachten gebundeld. Samen met diverse
adviescommissies, provincie, waterschap, maar vooral ook
de bewoners en gebruikers van het gebied hebben wij een
Landschapsontwikkelingsplan opgesteld.
In het Landschapsontwikkelingsplan hebben wij de zeldzame
en unieke landschapskwaliteiten zo goed mogelijk in beeld
gebracht. Ook is aangegeven hoe deze het best bewaard
en verder ontwikkeld kunnen worden. Natuurlijk moet er ook
geleefd en gewoond kunnen worden in het landschap en blijft
er ruimte voor nieuwe ontwikkelingen en het toegankelijker
maken voor toeristisch gebruik. Voorwaarde is wel dat nieuwe
plannen zo goed mogelijk passen in het landschap.
4
Een gevarieerd landschap…Het landschap van Winterswijk is heel gevarieerd. In het
Landschapsontwikkelingsplan is de gemeente opgedeeld
in 17 deelgebieden. Deze gebieden hebben allemaal hun
eigen karakteristieke eigenschappen en geschiedenis. Meer
hierover kunt u lezen bij de ‘uitwerkingen’.
Het hele gebied is onderverdeeld in drie hoofdlandschaps-
typen. Bij het oude hoevelandschap zijn de kenmerkende
groene coulissen en kleinschalige verkavelingspatronen nog
steeds goed zichtbaar. De heide-, broek- en goorontginningen
worden gekenmerkt door patronen met een rechtlijnige
structuur van wegen en kavels.
Oude hoevelandschapHet oude hoevelandschap is het oudste landschap dat
Winterswijk kent. Vanaf de Middeleeuwen tot ver in de 19e eeuw
ontwikkelden zich in het cultuurlandschap allerlei overgangen
van voedselarm naar voedselrijk en van nat naar droog. Het
landschap is destijds ontstaan door kleinschalige akkers te
ontginnen in het oorspronkelijke boslandschap. Deze kampen
(eenmansessen) waren zo klein dat ze door één man konden
worden bewerkt. De beplantingen aan de randen accentueerden
de kleinschaligheid ervan. Op enkele plaatsen zijn er grotere
meer open essencomplexen. De esgronden zijn ontstaan
doordat boeren de ontgonnen hoger gelegen zandruggen
eeuwenlang hebben bemest. Hierdoor kwamen de kampen en
de grotere essen steeds hoger in het landschap te liggen. De
kenmerkende steilranden zijn ontstaan doordat een akker na
de ontginning omwald werd, door een sloot rondom de akker
te graven en de vrijkomende grond op de rand van de akker te
storten. De wal werd vervolgens beplant. Door ophoging van
de akker bleef uiteindelijk alleen de buitenste walrand over:
de steilrand van de kamp of es. Beplantingen werden vaak
in meer recente tijden weer verwijderd. Kenmerkend voor het
landschapstype zijn verder de aanwezigheid van veel opgaande
begroeiing in de vorm van erfbeplantingen, bossen en bosjes,
de beekdalen en onregelmatige en vaak ook bochtige perceels-
en kavelvormen.
Legenda:
Landschapstypen Gemeente Winterswijk
Gemeente Winterswijk
Bebouwde kom
Goorontginningen
Heide- en broekontginningen
Oude hoevelandschap
5
Er liggen veel oude, streekeigen boerderijen, waaronder
scholtengoederen, in het gebied. Het scholtengoederenland-
schap is een bijzondere vorm van het oude hoevelandschap.
Dit landschapstype herbergt een rijkdom aan planten en dieren
en behoort tot een van de fraaiste landschappen. Ondanks
de schaalvergroting is hier nog veel van de landschappelijke
kleinschaligheid behouden gebleven.
Heide- en broekontginningenlandschapVanaf eind 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw bestond
een groot deel van Winterswijk uit uitgestrekte heidevelden.
Door de invoering van kunstmest werd het mogelijk om bijna
alle heidegebieden te ontginnen. Zo ontstond het heide-
en broekontginningenlandschap. Het gebied is goed te
herkennen aan de grootschaligheid en de rechtlijnige structuur
van kavelindeling. Het bodemgebruik bestaat overwegend uit
grasland en bos. Destijds werden veel bossen, hoofdzakelijk
naaldbossen, ten behoeve van de mijnhoutproductie
aangelegd. Op de perceelsgrenzen stonden vaak smalle
dennen, beuken- of eikensingels. Tegenwoordig bestaat het
merendeel van deze singels niet meer. De enige afwisseling
in dit open landschap bestaat uit opslag van berken, eiken en
wilgen met braam- en brembegroeiing en op niet agrarisch
gebruikte hoekjes van percelen hoog opgroeiende kruiden.
Broek- en goorontginningenlandschapDoor ontginning van natte veengronden ontstond na 1900
het broek- en goorontginningenlandschap. Kenmerken van
het landschap zijn de rechtlijnige structuur van wegen en
kavels en de deels nog lange, smalle percelen die meestal
met elzen, wilgen of populieren werden begrensd. In het
landschap ontbreekt de bebouwing en overheerst gras- en
hooiland. Langs de rechte wegen en paden in het landschap,
maar ook op niet ontgonnen stukjes veen, ontstond een
weelde aan struiken en kruiden. Een halve eeuw later waren
de ingrijpende maatregelen van schaalvergroting en het
intensief gebruik van het landschap zichtbaar. De ontwatering
werd verbeterd en veel ondiepe sloten en greppels werden
overbodig. Kleine percelen werden aan elkaar gekoppeld en
heggen en struikgewas werden verwijderd. Op veel plekken
zijn de bloemrijke hooilanden verdwenen door bemesting en
ander grondgebruik.
De Winterswijkse veengebieden worden gekenmerkt door
karakteristieke veendijken met, in het daartussen gelegen
veen, veenputten. De schraalgraslanden lagen rondom de
venen en zorgden voor een mooie overgang naar het overige
landschap. Deze graslanden zijn nog maar op enkele plekken
te vinden. Moerasbossen hebben een steeds groter deel van
het veengebied ingenomen.
…onderverdeeld in drie landschapstypen
6
Deelgebied Het Meddosche VeldMaak kennis met…Ten noorden van Meddo ligt het Meddosche Veld. Dit
heide- en broekontginningenlandschap is ontstaan door
de ontginningen voor de landbouw en de aanplant van
grootschalige bossen. Het gebied heeft daarbij wel zijn open
karakter behouden.
Waardevolle natuur in dit gebied komt vooral voor in de
omgeving van het Illegoor, een nat broekgebied. Ook het
aangrenzende Zwillbrocker Venn is een prachtig natuurgebied
en in de oostelijk gelegen Valkeniersbulten komen belangrijke
natuurwaarden voor. In het Meddosche veld zijn veel
herkenbare kenmerken van een heidelandschap te vinden
zoals struikhei, stekelbrem, kruipbrem en liggend hertshooi.
En er leven veel weidevogels in het gebied.
7
VisieEr wordt naar gestreefd om het landschappelijke gebied
van het Meddosche Veld in zijn huidige vorm en schaal te
behouden. Bewoners kunnen dit helpen realiseren door de
bestaande houtwallen te behouden. De bosranden kunnen
versterkt worden door struikgewas te planten dat bij de
schrale omstandigheden van het gebied past. U moet dan
denken aan planten zoals brem, sporkehout, éénstijlige
meidoorn en lijsterbes. Ook kan de natuur een handje worden
geholpen door de doorwortelde bovengrond bij de bosranden
weg te steken. Het struikgewas kan dan geleidelijk overgaan
in bloeiende kruiden en dwergstruiken, zoals struikhei en
moerasrolklaver. Door zo nu en dan brede stroken in het
bos te kappen, kunnen struikgewas en bloeiende kruiden
tot ontwikkeling komen. Na het dichtgroeien kan dan weer
een nieuwe strook worden gekapt. Vooral Bosvlinders krijgen
hierdoor een groter leefgebied. De aanleg van nieuw bos
is ook mogelijk, behalve in het gebied dat ten noorden van
de Scheurvorenweg en ten westen van de Beijersdiek ligt.
Waar de Scheurvorenweg uitkomt op de Beijersdiek heeft u
in westelijke richting namelijk een prachtig uitzicht op één
van de Winterswijkse smeltwatergeulen. Net voorbij boerderij
‘Ruimzicht’ is de westrand van de geul, die helemaal tot
Enschede doorloopt, goed te zien dankzij een hoogteverschil
van zes meter. Een landschappelijk markant overblijfsel uit de
ijstijd dat gekoesterd moet worden.
De natuur kan nog verder ontwikkeld worden in natte gebieden
waar relatief schoon water is, zoals in het beekdal van de
Wissinkbeek. Als er in dit lager gelegen gebied meer schrale
graslanden en poelen worden aangelegd krijgt de zeldzame
Bruine vuurvlinder meer overlevingskansen. De vlinder krijgt
op deze wijze een groter leefgebied tussen het Zwillbrocker
Venn en het Korenburgerveen. Ook amfibieën zoals de
Heikikker, de Kamsalamander en de Poelkikker hebben hier
veel profijt van. Door poelen aan te leggen langs de bestaande
watergangen, op onderlinge afstand van maximaal 300 meter,
komt er een verbinding tussen het Zwillbrocker Venn en de
Valkeniersbulten. Naast de al genoemde amfibieën kan ook
de Ringslang hierdoor gemakkelijker van het ene leefgebied
naar het andere trekken. In de omgeving van het Zwillbrocker
Venn is een dichter netwerk, met maximale afstand tussen
poelen van 100 tot 150 meter, gewenst om het leefgebied
van de Venwitsnuitlibel uit te breiden. Door initiatieven om
poelen aan te leggen helpt u niet alleen de natuurwaarden
te versterken, maar krijgt u er zelf een prachtig stukje natuur
voor terug.
Vanuit de recreatieve kant gezien kan de ruitersport nog
verder worden ontwikkeld. Diverse zandwegen en -paden
die een natuurlijke verbinding zijn van oost naar west kunnen
hiervoor geschikt gemaakt worden.
8
Deelgebied De Valkeniersbulten Maak kennis met…De Valkeniersbulten is een heideontginningsgebied. De
naam van dit gebied verwijst naar de plek die vroeger werd
gebruikt door valkeniers om daar met hun afgerichte valken
te jagen. De naam ‘bulten’ heeft het gebied te danken aan
de hoge ligging van 7,5 meter boven de omgeving. Als u het
gebied bezoekt zult u zien dat het nog altijd een belangrijke
leefomgeving is van diverse roofvogels zoals de Wespendief,
Havik, Torenvalk en Sperwer.
Op de plek waar de Masterveldweg en de Wandersweg elkaar
ontmoeten, is het hoogteverschil goed zichtbaar. Vanaf de
Wandersweg heeft u ten noorden van de Masterveldweg een
prachtig uitzicht op de Valkeniersbulten. Deze hoge plek met
enkele grote bossen, afgewisseld door grote open weilanden,
is een goed leefgebied voor vlinders, reptielen en amfibieën.
Ondanks de hoge ligging is het een nat gebied. Dit komt door
de dunne dekzandlaag op de met keileem afgedekte oudere
tertiaire kleigronden. Het is een van de meest opvallende
keileemgronden in de Achterhoek.
VisieHet unieke uitzicht op Valkeniersbulten moet in stand worden
gehouden. Op enkele stukken ontbreekt op dit moment de
laanbeplanting langs de Wandersweg. De bedoeling is om de
weg weer aan te planten om zo de grens tussen het heide- en
broekontginningenlandschap en het oude hoevelandschap
nog wat sterker te benadrukken.
Het relatief schone water biedt heel veel goede kansen om de
natuur nog verder te versterken. In vennen en poelen in schrale
graslanden, heidegebieden en open plekken in voedselarm
bos planten Heikikkers zich voort. Op natte plekken en in
de bossen kunnen heidevelden worden ontwikkeld om het
leefgebied van deze amfibieën te versterken. De bosranden
kunnen versterkt worden met een geleidelijke overgang naar
struikgewas. U herkent vast wel enkele gewassen die onder
schrale omstandigheden kunnen groeien zoals bijvoorbeeld
bramen. U kunt de natuur nog een extra handje helpen door
het struikgewas geleidelijk te laten overgaan in bloeiende
kruiden en dwergstruiken. Door buiten de struikenrand de
doorgewortelde bovengrond weg te steken stimuleert u de
kieming van dwergstruiken en kruiden. Ook kan een zonnige
bosrand ontstaan door bomen te kappen en de boomstronken
weer te laten uitlopen en de rand verder als hakhout te gaan
beheren. Het ontwikkelen van heide in de wegbermen past
ook perfect in het versterken van dit gebied.
9
Deelgebied Het HuppelerveldMaak kennis met…Het Huppelerveld bestaat uit een open heide- en
broekontginningenlandschap en rond het buurtschap Huppel
uit een oud hoevelandschap. In de open gebieden van het
Huppelerveld treft u veel weidevogels aan. En wilt u een kijkje
nemen in een mooi en rijk natuurgebied dan is een bezoek
aan landgoed Döttenkrö absoluut aan te raden. Verschillende
soorten roofvogels, de Grote Gele Kwikstaart en de IJsvogel
kunt u hier tegenkomen.
In het gebied stromen diverse beken, waaronder de
Ratumsebeek. Vanaf de Waliënseweg, in de buurt van de
Vredenseweg, is de smeltwatergeul Vreden-Huppel-Corle
goed zichtbaar. Dit opvallend vlakke gebied is een overblijfsel
van de ijstijd.
Aan de Boeijinkweg nummer 2 en 9 vindt u twee historische
boerderijen met daarbij behorende bijgebouwen. De boerderij
op nummer 9 heeft inmiddels geen agrarische functie meer,
maar een zorgfunctie.
VisieGestreefd wordt om het noordelijk deel van het gebied te
versterken door oost-west verbindingen. Dit kan bijvoorbeeld
door bos te combineren met een brede schrale zandstrook
waar ruiters terecht kunnen. Met name het gebied langs
de grens met Duitsland heeft zo’n bosstrook nodig om het
industriegebied van Gaxel aan het oog te onttrekken. Het
ontginningsgebied kan, met uitzondering van het gebied ten
noordoosten van de Waliënseweg en de Dwarsweg, verder
worden verdicht door bos aan te leggen.
Initiatieven om poelen aan te leggen zijn welkom langs
de bestaande waterlopen. Daarnaast zorgt een meer
natuurlijke loop van de beken, zoals de Boldersbeek en
de Vennevertlosebeek, ervoor dat de Heikikker dan een
natuurverbinding tussen het Notarisbos en het Masterveld
krijgt. De Vredenseweg zorgt landschappelijk duidelijk voor
een structuur. Dit kan nog extra worden ondersteund door
laanbeplanting. Het zuidelijke deel van het landschap kan
worden verbeterd door de houtwallenstructuur te behouden
en te versterken. Door de bestaande paden van Döttenkrö
aan te laten sluiten op paden en zandwegen in de omgeving
kan het gebied recreatief nog verder worden ontwikkeld.
10
VisieBelangrijk vertrekpunt is om de beslotenheid van het Masterveld
te behouden. Door schrale bermen, brede hooilandstroken en
begroeide randen met struikgewas kunnen natte heidevelden met
elkaar worden verbonden. Ook kunnen natte heidevelden worden
vergroot. Hierdoor worden de natuurwaarden verder versterkt.
Bij het beheer van de bossen is het belangrijk dat de overgang
van bomen naar de lage begroeiing wordt versterkt. U kunt
meehelpen het landschap te versterken door struiken van schrale
bodems, zoals lijsterbes, sporkehout en éénstijlige meidoorn
aan te planten. De wegbermen kunnen als hooiland worden
beheerd. Ook kunnen bosranden beheerd worden als hakhout,
nadat de bomen in de rand tot zo’n 30-40 cm boven de grond
zijn gekapt. De boomstronken kunnen vervolgens weer uitlopen.
Kruidenbegroeiing kan zich dan tijdelijk ontwikkelen met mooie
bloeiende planten zoals boskruiskruid, vingerhoedskruid en
wilgenroosje.
Er is relatief schoon water in het gebied en dit is heel geschikt om
poelen aan te leggen, op onderlinge afstand van maximaal 300
meter, langs de bestaande watergangen. Vooral aan de oostelijke
kant van het Masterveld is in de omgeving van de Muggenhoek
een dichter netwerk van poelen gewenst. De Venwitsnuitlibel
en amfibieën, zoals de Heikikker en de Kamsalamander, krijgen
hierdoor een veel groter leefgebied.
Door paden en zandwegen in de omgeving beter te laten aansluiten
op elkaar wordt het gebied recreatief nog aantrekkelijker voor
wandelaars en ruiters.
Deelgebied Het MasterveldMaak kennis met…Het Masterveld is een heide- en broekontginningenlandschap.
Het is een kleinschalig gebied met redelijk grote bospercelen
en open velden. Als u het gebied bezoekt zal de enorme
afwisseling in bomen, graslanden en heidegronden u
opvallen. Deze heeft belangrijke natuurwaarden tot gevolg.
Er zijn veel natte heidevelden die uiteindelijk afwateren
op Vennevertlosebeek. In deze beek met hoge natuur-
waarden leven heel veel verschillende diersoorten. Door de
aanwezigheid van vennen en heide hebben onder andere de
Heikikker, de Venwitsnuitlibel en diverse vlindersoorten hier hun
leefgebied. U vindt in dit gebied veel oorspronkelijke planten.
In de bossen die langs de beek liggen zijn onder meer in dit
gebied stekken, vruchten en zaden van gebiedseigen bomen
en struiken zorgvuldig verzameld. Dit om het waardevol
inheems erfelijk materiaal te vermeerderen.
De Muggenhoek is gedeeltelijk rijk aan archeologische
vondsten. Er zijn onder meer prehistorisch aardewerk en
urnen uit de Late Bronstijd aangetroffen. In het gebied zelf zijn
de vindplaatsen niet zichtbaar, maar in het plaatselijk museum
kunt u de bewonings- en begravingsresten wel bewonderen.
11
Deelgebied RatumMaak kennis met…Ratum is een oud hoevelandschap met een langgerekte
essengordel, een rij van hoog gelegen bolle akkers,
naast diverse eenmansesjes. De essen zijn ontstaan als
zogenoemde kampontginningen vanaf de late Middeleeuwen.
Deze reeds hoger gelegen gronden waren heel geschikt
voor de landbouw. Boeren hebben het land eeuwenlang
bemest met een mengsel van dierlijke mest en plaggen.
De akkers werden eerst met een grondwal omgeven, die
vervolgens beplant werd. Door de aanvoer van het mest-
en plaggenmengsel uit de potstal werden de akkers steeds
hoger. Uiteindelijk bleef van de houtwal slechts de buitenrand
als een steile rand langs de steeds verder opgehoogde es
over. De beplantingen rondom de essen zijn inmiddels vaak
verdwenen. Het gebied vertelt over de eerste mensen die
zich in deze streek hebben gevestigd en is daarom van grote
cultuurhistorische waarde. Uitzonderingen hierop zijn het
oostelijk gelegen ‘De Voortwisch’ en een klein gebiedje in het
zuidoosten van Ratum.
De Ratumsebeek slingert door het landschap en voert het
water af dat in de bossen is gebufferd. Op verschillende
plaatsen in de beek is zeldzame Liasklei aanwezig. Deze
grijze klei vertelt veel over de waardevolle geologie in het
gebied. De Willinkbeek stroomt vanaf de Duitse grens naar
het westen en ten noorden van Winterswijk voegt de beek
zich samen met de Ratumsebeek. In de wanden van de beek
is onder meer Muschelkalk aanwezig, een kalksteen die zeer
zeldzaam voorkomt in beken. Ter hoogte van boerderij Willink
aan de Steengroeveweg kunt u een kijkje nemen hoe dit
eruit ziet. Door de hoge natuurwaarden is het gebied rijk aan
vogels, vlinders, libellen en reptielen.
Er zijn acht historische bouwkundige monumenten aanwezig
die allemaal een agrarische oorsprong hebben. Boerderij
Sellink aan de Sellinkweg 4 op het gelijknamige landgoed is
hier een prachtig voorbeeld van.
VisieDe essengordel en de eenmansesjes zijn nog steeds goed
herkenbaar in het landschap en dat moet ook zo blijven. Er
staat nog wel beplanting, maar gestreefd wordt naar meer
struiken op de steilranden om ervoor te zorgen dat de steile
rand wordt behouden en het landschap niet ‘wegzakt’. In
de omgeving van de Dondergoorweg kunt u helpen met het
versterken van het landschap door de aanleg van houtsingels.
De Ratumsebeek kan versterkt worden door versterkingen
met puin te verwijderen, de beek krijgt dan weer meer ruimte
om te slingeren. Dit is ook heel gunstig voor allerlei diersoorten
die in en rond het water leven. De aanleg van poelen langs de
beken is gewenst.
Het streven is om het leefgebied van vogels te vergroten.
Een verbetering van de structuur van bosranden kan hieraan
bijdragen. Dit kan door struikgewas langs de randen aan
te planten en de ontwikkeling van bloeiende kruiden en
dwergstruiken langs de buitenrand te stimuleren door het
wegsteken van een strook grasland. Door naaldhoutbossen
langzaam om te vormen naar loofhoutbossen wordt het bos
lichter en krijgen voorjaarsbloeiers onder de boskruiden meer
kans. De bosanemoon is hier een mooi voorbeeld van.
12
Deelgebied Meddo/Huppel Maak kennis met…Meddo en Huppel bestaan overwegend uit een oud
hoevelandschap met een klein ingesloten gebied dat wordt
gekenmerkt als een heide- en broekontginningenlandschap.
Er stromen enkele watergangen in het gebied waaronder de
Groenlose Slinge, de Ratumsebeek, de Beurzerbeek en de
Wissinkbeek. En ook het mooie recreatiegebied ’t Hilgelo
maakt onderdeel uit van dit gebied. Het recreatieterrein is
aangelegd na zandwinning. Het zijn allemaal belangrijke
onderdelen van het landschap.
Archeologisch gezien is het gebied heel waardevol. Er zijn
onder meer vondsten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe
Tijd gevonden zoals resten van een voormalige watermolen.
En ook urnen uit de Late Bronstijd en bewoningsresten uit de
prehistorie. De vondsten kunt u bewonderen in het museum,
maar er zijn ook enkele vindplaatsen die u kunt bezoeken.
Aan de Waliënseweg ziet u bij het Waliën de overblijfselen van
een muur van een voormalige havezate, een adellijk herenhuis
uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd, en een deel van de
slotgracht. En bij huis ‘Buurse’ aan de Morskersdriehuisweg,
waar eveneens een havezate heeft gestaan, is aardewerk en
vuursteen uit de prehistorie gevonden. Hier is nog een deel
van de oude gracht zichtbaar.
13
VisieGestreefd wordt naar verdere versterking van het gebied rond
Meddo en Huppel. Recreatiegebied ‘t Hilgelo is uitgebreid en
daarom is het mogelijk om aan de westzijde verblijfsrecreatie
te ontwikkelen. Landschap, natuur en recreatie gaan hier
prima samen. Het is wel belangrijk dat het zicht op de grote
waterplas beperkt blijft, omdat dit eigenlijk te groot is voor
het oude hoevelandschap. Initiatieven om kleinschalige
elzenbroekbosjes aan te leggen worden daarom graag
ondersteund. Natuurontwikkeling op licht glooiende plas-
drasoevers is hier belangrijk, onder meer voor vogels van
rietoevers, voor vissen om te paaien in ondiepe oeverzones
en voor amfibieën om zich te kunnen voortplanten in visvrije
poelen.
Oude kerkenpaden zijn kenmerkend voor het gebied en
van cultuurhistorische waarde. Vroeger liepen er meer van
deze paden van de boerderijen in het buitengebied naar de
kerk in het centrum van het dorp. Het streven is dan ook
de nog aanwezige mooie verbindingen te behouden en waar
mogelijk uit te breiden voor recreatief gebruik door fietsers
en wandelaars. Het is ook mogelijk meer ruiterroutes in het
gebied aan te leggen.
De beken liggen in een afwisselend landschap van kleine
bosjes, houtwallen en natte weilanden. Als aanvulling
kunnen in de buurt van de beken poelen worden aangelegd
met een onderlinge afstand van maximaal 300 meter. Ook
is zo’n verbinding tussen het Zwillbrocker Venn en het
Korenburgerveen gewenst. U kunt de Poelkikker, de Heikikker,
de Kamsalamander, de Ringslang en de Bruine Vuurvlinder op
deze wijze een handje helpen om van het ene gebied naar
het andere te trekken. Daarnaast kunnen in de buurt van de
beken bosjes en houtwallen in mozaïekvormige patronen
worden aangelegd. Door te kiezen voor drachtplanten, zoals
zoete kers, wilde peer, lijsterbes, zomerlinde en meidoorn, die
veel nectar hebben, kan via de Wehmerbeek en de Groenlose
Slinge het leefgebied van de vele vlinders die aan de rand van
het dorp leven, worden vergroot.
De weg naar Meddo is een historische verbinding en de
landschappelijke herkenning in de vorm van laanbomen moet
dan ook behouden blijven. Bij de kern Meddo is het belangrijk
dat vanuit een ‘open’ landschap zicht blijft op de kern met
gebouwen die begrensd worden door zware bomen. Het
planten van nieuwe bomen langs de rand van de bebouwde
kom wordt gestimuleerd. Ook het verbinden of versterken van
de bestaande houtwallen wordt bevorderd. Voor het gebied
zijn esranden kenmerkend. Die krijgen een nog grotere
waarde als er struikgewas wordt geplant of kruidenbegroeiing
wordt ontwikkeld.
14
voor de Rugstreeppad, een kikkersoort, en verder de kleine
watersalamander en de kamsalamander. De Vosseveldsbeek
is een gegraven watergang die grotendeels door de bossen
stroomt. De beek voert onder meer het kalkrijke water van de
westelijke Steengroeve af.
Nabij grenspaal 779 ligt een laag gebied in het terrein. Die
markeert de breukzone die tussen het Duitse stadje Oeding
en Winterswijk loopt. Vanaf de Vosseveldseweg, waar de
zandweg langs de grens begint, kunt u dit goed zien als u
naar het noorden kijkt.
Aan de Vredenseweg, na de afslag Gosselinkweg, vindt u
voor het bosje een restant van een urnenveld uit de Late
Bronstijd.
Er zijn drie historische monumentale gebouwen in het
gebied. Twee boerderijen met een oorspronkelijke agrarische
functie en windmolen De Bataaf. De windmolen is in 2010
gerestaureerd en meer dan een bezoekje waard.
Deelgebied Het VosseveldMaak kennis met…Het Vosseveld is een heide- en broekontginningenlandschap.
Het is landschappelijk niet heel bijzonder, maar geologisch
gezien een juweel. Dit kunt u vooral goed zien bij de
Steengroeve. Er zijn drie steen- en kalkgroeves waarvan
één groeve nog actief wordt gebruikt voor het winnen van
kalksteen. Ten oosten van de Steengroeve liggen in een klein
bos twee tamelijk diepe kuilen, omgeven door stortwallen.
Deze zijn hoogstwaarschijnlijk in 1853 of 1854 door Dr.
W.C.H. Staring gegraven om het gesteente te onderzoeken.
De diepe kuilen zijn van grote aardwetenschappelijke waarde
door de unieke Muschelkalklagen en om historische en
mijnbouwkundige redenen. De meest oostelijke groeve is
inmiddels een geologisch monument waar indrukwekkende
fossielen zijn gevonden zoals voetsporen en botten van
sauriërs en schelpafdrukken. Ook kan er gezocht worden
naar mineralen zoals pyriet. Het is zeker de moeite waard om
de Steengroeve eens te bezoeken tijdens de open dagen of
een excursie bij te wonen.
Vosseveld is een open en grootschalig gebied met enkele
bossen, waaronder het Heksenbos en het natuurgebied
Willink Weust. Beide liggen naast de Steengroeve. In
de heideterreintjes van de Weust wordt af en toe de
dagvlindersoort Heideblauwtje aangetroffen. Ook groeit
op een kalkrijke natte groeiplaats in de Weust één van de
prachtige en zeldzame orchideesoorten, de vleeskleurige
orchis. De groeven zelf vormen een belangrijk leefgebied
15
Het is de bedoeling om de wegbermen in het Vosseveld
bloemrijker te maken. Ook wordt het behoud van bramen
en struiken gestimuleerd, omdat daarin poppen van vlinders
kunnen overwinteren. Het leefgebied van de vlinders wordt
dan versterkt. Het oude vliegveld aan de Bekeringweg is nu
een open gebied waar veel weidevogels leven. Het is daarom
belangrijk dat dit gebied open blijft.
De Steengroeveweg kan worden versterkt door laanbeplanting
aan te leggen en door de weg eventueel aan te vullen met
singelbeplantingen haaks op de weg.
VisieUiteraard moet dit prachtige geologische gebied beschermd
worden. Door de toegangsregeling van de Steengroeve
kunnen de groeven zonder bezwaar in gebruik blijven als
bezoek- en studieterrein. De bodem van het Vosseveld is door
de oude bodemlagen wel heel kwetsbaar. Ontgrondingen
worden daarom maar beperkt goedgekeurd. Door de
Muschelkalksteen in de grond nodigt het gebied wel uit
om nieuw bos aan te leggen. Er kunnen bijvoorbeeld kleine
bosjes of houtsingels worden aangelegd in de buurt van
de Vosseveldsbeek. Door de beek met haar kalkrijke water
meer te laten slingeren, kunnen er meer planten groeien. Het
landgoed Willink Weust kan een sterkere relatie krijgen met de
omgeving door struiken aan te planten langs de bossen. Ook
kunnen de bosranden in hakhoutbeheer worden genomen
en struikgewas ontwikkeld worden tussen de bossen,
bijvoorbeeld langs de Vosseveldsbeek en richting Brinkheurne
en Woold. De ontwikkeling van schrale kruidenbegroeiingen
langs struikgewas geeft een extra versterking van de
natuurwaarden. De naaldhoutbossen langs de Willinkbeek
kunnen worden omgevormd naar loofbossen, omdat deze
onder kalkinvloed hogere natuurwaarden opleveren.
Het is wenselijk om de heidegebieden van de Willinks
Weust te vergroten en deze via heidestroken met elkaar te
verbinden. Hierdoor wordt het leefgebied van de Heivlinder
versterkt. Natuurontwikkeling bij camping Wiltershaar is ook
zeer gewenst. Dit kan door de grondwaterstand te verhogen
en de graslanden te verschralen door deze tweemaal per
jaar te gaan maaien, waarbij het maaisel wordt afgevoerd.
Hierdoor kunnen zich bloemrijke graslanden ontwikkelen.
16
Deelgebied De kern Winterswijk Maak kennis met…De kern Winterswijk maakt maar een klein onderdeel uit van
het landschapsontwikkelingsplan. Toch mag de kern, gezien
haar relatie met het buitengebied, absoluut niet onderbelicht
blijven. Winterswijk kent diverse oude gebieden waar
vroeger esgronden waren gelegen, zoals de Scholtenenk,
de Beuzenes en de Hoge Wieber. De Scholtenenk heeft een
beschermd stadsgezicht. Dit betekent dat het karakter van
deze wijk beschermd wordt en er niet gebouwd mag worden
als dit de kenmerkende kwaliteiten van de wijk aantast of het
uitzicht op de wijk verstoort. Een andere waardevol gebied in
Winterswijk is de Lappenbrink, gelegen aan de Nieuwstraat.
Absoluut de moeite waard om eens een kijkje te gaan nemen.
Door de kern van Winterswijk loopt de Wehmerbeek. De beek
verdwijnt na het Huininkmaatpark onder de grond en wordt bij
de Dingstraat in de tuin bij Avenarius aan het Weurden weer
zichtbaar. Vervolgens verdwijnt de beek weer onder de grond
en komt bij de Scholtenbrug weer in het zicht.
Er zijn veel monumenten in het centrum met een diversiteit aan
functies. Zo is er bijvoorbeeld de Jacobskerk op de Markt,
een middeleeuwse dorpskerk in gotische stijl gebouwd. Ook
heeft het centrum prachtige karakteristieke woningen, onder
meer in de Goudvinkenstraat.
17
VisieDe Wehmerbeek is een belangrijke hoofdzone in de
dorpsstructuur. Ecologisch gezien is de ruimte langs de
Wehmerbeek waardevol. Herstel van de beek is dan ook zeer
gewenst en kan door zoveel mogelijk natuurlijke kenmerken,
die bij de beek horen, terug te brengen. Een voorbeeld is het
inrichten van natuurlijke oevers. Bij veel regen kan de beek dan
tijdelijk breder worden. Hierdoor ontstaat er meer gevarieerde
plantengroei in het gebied en dit trekt weer insecten aan zoals
libelles en vlinders. Er zijn al een paar mooie voorbeelden van
aangelegde natuurvriendelijke oevers langs de beek, zoals in
de tuin van Avenarius, het Huininkmaatpark, de Scholtenbrug
en landgoed Eelink.
De beek kan nog herkenbaarder en zichtbaarder worden
gemaakt in de omgeving. Hier en daar is de beek gezakt,
doordat de inrichting nu is gefocust op het zo snel mogelijk
afvoeren van water. Ophoging van de beek zorgt ervoor dat
de Wehmerbeek weer zichtbaar wordt. Ook is het gewenst
dat de stuwen in de beek worden vervangen door vistrappen.
Hierdoor kunnen vissen weer stroomopwaarts zwemmen,
waardoor hun leefgebied wordt vergroot. Bij de verbinding
met de Groenlose Slinge profiteren bijvoorbeeld vissoorten
als de Winde hiervan. De aanleg van poelen is belangrijk voor
amfibieën, zoals misschien zelfs de Kamsalamander.
Ook kunnen langs de beek meer wandel- en fietsroutes
worden aangelegd. Uiteraard moet bij de herinrichting
wel rekening worden gehouden met de archeologische
waarden. Om het gebied wat toegankelijker te maken kunnen
groenstroken als park worden ingericht. Een mooi voorbeeld
hiervan is het gebied bij Woonzorgcentrum De Berkhof tussen
de Singelweg en de Burgemeester van Nispenstraat.
De Grootoorvleermuis profiteert ook van beekoevers met
natuurlijke kruidenbegroeiing zoals koninginnenkruid, moeras-
spirea, grote kattenstaart, en harig wilgenroosje en hoger
gelegen bosjes en struikgewassen. Het leefgebied van deze
vleermuizensoort ligt onder meer bij de Jacobuskerk, de
Jacobskerk en de tuin van Avenarius. De Notaristuin aan de
Roelvinkstraat is een mooie verbindingsroute tussen deze
gebieden. De verlichting in de tuin is al sterk teruggebracht,
omdat de vleermuizen gevoelig zijn voor licht.
Het streven is het Scholtenbrug Park gelegen aan de
Singelweg als groene long te behouden. Het zicht op de
Lappenbrink blijft dan ook gegarandeerd.
De spoorlijn is ook een belangrijke hoofdzone in de dorps-
structuur. Ook langs het spoor kan de natuur verder
ontwikkeld worden door jaarlijks te maaien en het maaisel
af te voeren. Het gebied tussen de Borkense baan en het
spoor naar Groenlo verschraalt dan en bloeiende kruiden en
dwergstruiken kunnen zich ontwikkelen. Vlinders en reptielen
krijgen hierdoor een perfect leefgebied. En vleermuizen
profiteren van de aanwezige houtsingels.
18
Deelgebied Het TuunterveldMaak kennis met…Het Tuunterveld is een heide- en broekontginningenlandschap
dat ligt tussen Winterswijk en het Korenburgerveen. Het
gebied kent heel veel natuurovergangen door de lage natte
gebieden in het veen in de omgeving van de Corleseweg en
het hooggelegen Rommelgebergte. Het is een grootschalig
gebied met boscomplexen afgewisseld door open velden,
waar u veel oorspronkelijke beplantingen aantreft.
Het veencomplex en de esgronden ten zuiden van het
Rommelgebergte zijn van grote cultuurhistorische waarde.
U vindt hier het prachtige monumentale landhuis ‘Groters’
aan de Mentinkweg 3/5. Een ander opvallend gebouw in
dit gebied is de theekoepel aan de Meekertweg. Deze privé
uitspanning is vroeger door een textielfabrikant gebouwd en
ligt bij een bosje met een typisch Engelse landschapsstijl met
zijn karakteristieke glooiende heuvels.
Door het gebied loopt de provinciale weg naar Groenlo die
nog stamt uit de Napoleontische tijd. De weg wordt omzoomd
door bomen en heeft een belangrijke landschappelijke impact
op Het Tuunterveld.
VisieBelangrijk vertrekpunt is dat er in de droge gebieden een
afwisseling komt van naaldhoutbossen, heideveldjes en kleine
zandvlakten. Naaldbomen passen perfect in deze omgeving
die bestaat uit voedselarme gronden. De zandvlakten zijn
een belangrijke groeiplaats voor planten van voedselarme
open zandgronden, zoals de Heidespurrie. De groeiplaatsen
kunnen met elkaar verbonden worden via zandwegen en –
paden. Kwelplekken, plekken waar het grondwater de wortels
van planten in elk geval in het voorjaar nog goed bereikt, zijn
heel geschikt om schraalgraslanden te realiseren.
Er moet dan gestart worden met hooilandbeheer, zonodig
nadat eerst houtopslag is verwijderd, door tweemaal per jaar
te maaien en het maaisel af te voeren. Wanneer voldoende
schrale omstandigheden zijn bereikt, kan volstaan worden
met éénmaal per jaar maaien, waarbij ook dan het maaisel
moet worden afgevoerd.
De rand van het Korenburgerveen kan perfect profiteren van
de natuurwaarden van dit hoogveengebied. De voorkeur van
beplanting gaat uit naar smalle elzensingels. De natuurwaarde
in het gebied bestaat uit kalkrijke kwel. Als het water beter
wordt vastgehouden in de graslanden zorgt dit voor schrale
gebieden waar bijvoorbeeld prachtige orchideeën kunnen
groeien. Direct langs het veen kan door aanleg van poelen op
een afstand van 300 meter de leefomgeving van amfibieën
worden versterkt. Ongewenst zijn ideeën om van het gebied
Korenburgerveen-Mentink één groot begraasd natuurgebied
te maken. Door het aantasten van houtwallen en –singels
verdwijnen namelijk de cultuurhistorisch waardevolle
landschapskenmerken die het gebied zo uniek maken.
Door de theekoepel onderdeel te laten worden van de
ruiterroute kan de recreatieve waarde vergroot worden. Aan
de rand van het dorp is het belangrijk dat gebouwen beter
worden ingepast, zoals het ziekenhuis en de kantoren op het
Beatrixpark. Dit kan bijvoorbeeld door een bomenrij of een
houtwal aan te planten.
19
Deelgebied De Goorgebieden in Miste en Corle Maak kennis met…De goorgebieden in Miste en Corle zijn een mengeling van
het oude hoevelandschap, het broek- en goorontginningen-
landschap en enkele grote essen.
De Corler Esch, De Mister Esch, het gebied ten westen van
de Goordiek en de Brinker Esch zijn allemaal van cultuur-
historische waarde en vertellen veel over de geschiedenis
van het gebied. Tussen de essen en door de laag gelegen
gebieden stroomt de Boven Slinge.
Er zijn diverse historische monumentale boerderijen in het
gebied. Boerderij ‘Huize Meenk’ aan de Huttenweg 2-4 is hier
een prachtig voorbeeld van.
VisieBelangrijk vertrekpunt is het huidige landschapsbeeld te
behouden en daar waar mogelijk te versterken. De oostelijke
kant van Schaarsbeekdal is bijvoorbeeld zo’n waardevol
landschap. Hier ligt een brede dekzandrug, waardoor het
gebied drie meter boven de omgeving uitsteekt. Als u vanaf
de Goordiek naar het oosten kijkt heeft u goed zicht op dit
historisch stukje landschap dat is ontstaan in de ijstijd.
Ook lindelanen geven het gebied een eigen gezicht en
moeten dus in stand worden gehouden. Een mooi voorbeeld
van deze beplanting is te zien aan de Meenkmolenweg.
Eind jaren zestig is het gebied veel opener geworden. Het
is belangrijk dat de essen opengehouden worden en verder
geaccentueerd worden. Dit kan door struiken op de randen
te planten. In de goorgebieden moet het uitzicht op de Mister
Esch en de Corler Esch behouden blijven. Daarom wordt
het hier niet toegestaan om nieuwe bossen of houtsingels te
planten. Een uitzondering hierop is het oude hoevelandschap
rond Corle. Hier zijn meerdere kleine esjes ontgonnen. Er
mogen alleen op de esjes zelf geen nieuwe bomen worden
geplant.
Bij Groote Goor, het Bunninkgoor en het Bessinkgoor kan
de natuur nog verder versterkt worden. De voorkeur gaat uit
naar schraal hooiland in de laaggelegen goorgebieden. Ook
kunnen in dit gebied poelen langs de Boven Slinge worden
aangelegd met een maximale onderlinge afstand van 300
meter. Amfibieën, zoals kikkers, maar ook libelles krijgen
hierdoor een veel groter leefgebied. Singelbeplantingen
in dit gebied kunnen bestaan uit de Zwarte Els of diverse
wilgensoorten.
Het water rond het gebied van Corle kwelt snel op als het
regent. Door dit regenwater te bufferen kan verdroging in
andere gebieden worden tegengegaan. Onder meer langs de
Boven Slinge zijn er diverse mogelijkheden om de terreinen
tijdelijk onder water te zetten. Ook kan het bermbeheer in
dit gebied worden ontwikkeld. Als de kruidenbeplanting één
keer per drie jaar wordt gemaaid, krijgen vlinders een prachtig
leefgebied.
20
Deelgebied Het Grote VeldMaak kennis met…Het Grote Veld is een heide- en broekontginningsgebied met
in de ondergrond winbare klei. Deze grondlaag is ontstaan in
de prehistorie en ligt nu aan de oppervlakte. Vroeger waren er
veel steenbakkerijen in dit gebied, die later de basis vormden
voor industriële ontwikkelingen. Steenfabriek De Vlijt aan de
Misterweg is hier een goed voorbeeld van. In de omgeving
van de fabriek liggen grote kleiputten. Uit de kleigroeve wordt
nog dagelijks klei gewonnen. De kleien van het Grote Veld zijn
met keileem en sterk grindhoudende zanden afgedekt. Dit is
in de winter goed zichtbaar op de geploegde akkers aan de
Vreehorstweg.
Aan de rand van het kleiplateau is het beekdal van de Boven
Slinge ter hoogte van de kruising Veldhorstweg-Vreehorstweg
goed zichtbaar. Dat komt doordat de Boven Slinge hier,
evenals de Corler en Mister Esch, in de smeltwatergeul, een
overblijfsel van de ijstijd, ligt.
In het gebied zijn drie monumentale gebouwen aanwezig,
waarvan twee boerderijen. Het andere monument is
het Strandbad, gelegen aan de Badweg. Het is een
natuurbad met betonnen steigers en een paviljoen. Zowel
het strandbadpaviljoen als de betonnen steigers zijn
Rijksmonument en volledig gerestaureerd. Het Strandbad is
sinds mei 2011 weer geopend voor publiek.
VisieGestreefd wordt het gebied verder te versterken. Verdere
verdichting van het gebied is niet gewenst, maar het is
wel belangrijk dat de huidige bedrijven zo goed mogelijk
in het landschap worden ingepast. De bedrijvenzone kan
eventueel verder worden ontwikkeld, maar het blijft belangrijk
dat er een verbinding blijft bestaan met de natuurgebieden
zoals de bossen ‘De Driemark’ en ‘De Krim’. Met name
bosvlindersoorten hebben hier veel profijt van. Door beplanting
kan een mooiere overgang plaatsvinden van bedrijven naar
natuur en dergelijke plannen worden dan ook enthousiast
omarmd. Landschapsverdichting kan worden voorkomen
als heide en bos elkaar afwisselen. Dit kan bijvoorbeeld
uitstekend in het gebied aan de zuidwest kant bij Obelink
Vrijetijdsmarkt.
Ook kan de natuur langs de Boven Slinge worden versterkt.
In de laagliggende percelen kan gezocht worden naar lokale
kwel, plekken waar het grondwater de wortels van planten
in elk geval in het voorjaar nog goed bereikt. Het zijn over
het algemeen percelen die moeilijk geschikt kunnen worden
gemaakt voor landbouwkundig gebruik, maar die wel heel
geschikt zijn voor schraalgraslanden. U kunt op deze wijze
bijdragen aan een waardevolle natuurontwikkeling en zorgt
wanneer u langs de Boven Slinge poelen aanlegt ook voor
een groter leefgebied van amfibieën.
De afwerking van kleigaten vraagt veel aandacht. Vaak
bestaat de neiging om na het winnen van klei de grond op
cultuurtechnische wijze af te werken. Hierdoor gaan helaas
ook vaak potentiële natuurwaarden verloren. Ook is het
belangrijk dat de smeltwatergeul goed bewaard blijft, dus het
gebied moet open blijven.
21
Deelgebied WooldMaak kennis met…Het Woold is een oud hoevelandschap waar nog veel oude
landgoederen zijn te vinden. Mede door de landgoederen
is een belangrijk deel van de oude landschapsstructuur
behouden gebleven. De natuurwaarden zijn heel hoog in dit
gebied. Veel vogels, amfibieën, vlinders en reptielen hebben
hier hun leefgebied.
Het Woold is rijk aan archeologische sporen. Bij boerderij ’t
Winkel stond in de Late Middeleeuwen een steenoven. In
de bocht van de Winkelstegge naast de boerderij zijn nog
wat resten zichtbaar. Aan de Huttenweg ligt een groeve waar
zand uit het Midden-Mioceen, een geologische periode,
is gewonnen. De nu met water gevulde groeve herbergt
een schat aan fossielen en is van grote wetenschappelijke
waarde. De groeve is daarom niet meer toegankelijk. U kunt
wel een bezoekje brengen aan het in het gebied gelegen
landgoed Kotmans, waar in de groeve gevonden fossielen
worden getoond.
In het gebied staan 11 monumentale gebouwen, waarvan
10 met een van oorsprong agrarische functie. Boerderij
Roerdink, met de oudste schoppe van Nederland, is hier
een mooi voorbeeld van, maar dat geldt ook voor de twee
monumentale watermolens. De Olliemölle, bestaande uit een
koren- en een oliemolen, en Berenschot’s Watermolen, een
waterkorenmolen.
VisieEr is veel afwisseling in het huidige landschap die behouden
moet blijven maar ook nog verder versterkt kan worden. Dit
kan door het planten van struikgewas langs de bosranden
en het ontwikkelen van een zoom met mooie bloeiende
planten daarbuiten, zoals vingerhoedskruid, wilgenroosje,
boskruiskruid en robertskruid. Hierdoor krijgen de bosvlinders
een groter leefgebied. Het huidige bosbeheer moet vooral
gericht worden op het kwalitatief versterken van de loofbossen.
Op dit moment zijn er bijvoorbeeld soms te veel beuken in het
bos. Door een gedeelte van deze bomen te kappen wordt het
bos lichter en dit bevordert de groei van struiken en kruiden.
Ook kunnen de bossen met elkaar verbonden worden door
houtwallen. Concreet is deze verdichting wenselijk rond
boerderij Pasop en in het Midden-Woold om de Bekendelle
met ’t Rot te verbinden. Steilranden kunnen worden benadrukt
door het hierop laten ontstaan van kruidenbegroeiing of het
planten van struikgewas.
Onder meer langs de Boven Slinge zijn er diverse
mogelijkheden om terreinen tijdelijk onder water te zetten.
Deze percelen kunnen bij hoogwater onderlopen om grote
waterafvoerpieken van de Boven Slinge op te kunnen vangen.
Ook kunnen langs de beek poelen worden aangelegd op
onderlinge afstanden van maximaal 300 meter. Hierdoor
wordt het leefgebied van onder meer libellen, de Poelkikker,
de Heikikker en de Kamsalamander vergroot.
Het gebied heeft nu al veel recreatieve mogelijkheden. Een
verdere uitbreiding van de bestaande voorzieningen is niet
wenselijk. Wel kunnen combinaties worden gezocht tussen
landbouw en kleinschalige recreatie zoals wandel- en
ruiterpaden. In het gebied rond Stortelers mogen vanwege
de kwetsbaarheid van het gebied geen nieuwe fietspaden
worden aangelegd.
22
Deelgebied Het BrinkheurnseveldMaak kennis met…Het Brinkheurnseveld ligt aan de Boven Slinge en is een
heide- en broekontginningenlandschap. Veel gebieden zijn
verdroogd en natte natuurwaarden worden steeds zeldzamer.
Daarom zijn de bosjes langs de Siepersbeek, die wel heel nat
zijn, van grote waarde en brengen bijzondere natuurwaarden
met zich mee.
De cultuurhistorische waarden aan de zuidwest kant van
de Hijinkhoekweg zijn hoog. Hier zijn twee waardevolle
monumentale boerderijen aanwezig aan De Slingeweg 11
en 28. Een van deze monumenten is ‘Erve Brookert’, een
prachtige Saksische boerderij met hooischuur en een
origineel klompenhuis.
VisieHet gebied is vrij vochtig en is daarom heel geschikt om het
leefgebied van amfibieën verder uit te breiden. Dit kan door
het aanleggen van poelen op een afstand van 300 meter
van elkaar langs de Siepersbeek en de Boven Slinge. U kunt
onder andere de Poelkikker en de Heikikker op deze wijze
een handje helpen om van het ene gebied naar het andere
te trekken.
Een sterke uitbreiding van recreatieve voorzieningen in dit
gebied is niet gewenst, omdat er dan te veel druk op de
landschappelijke waarden in het gebied komt te liggen.
23
Deelgebied Het BlekkinkveenMaak kennis met…Het Blekkinkveen is een heide- en broekontginningen-
landschap. Vroeger lag hier dicht bij de Duitse grens een
veengebiedje.
Aan de Wooldseweg tegen de Duitse grens aan is de
walstructuur van de voormalige Ruitenburgerschans hersteld.
Het is een circelvormige aarden wal, waar waarschijnlijk
vroeger in het midden een wachttoren en verdedigingsmuur
hebben gestaan. De schans heeft een archeologische
waarde en het is een prachtig gebied om te bezoeken.
Er staan drie monumentale boerderijen in het gebied. De
Saksische woonboerderij aan de Blekkinkhofweg 9 is hier een
prachtig voorbeeld van.
VisieIn het oorspronkelijke veengebiedje aan de Duitse grens is
voornamelijk onder de weilanden over circa twee hectare
moeraskalk in de ondergrond aanwezig. Dit is van zeer
grote wetenschappelijke en educatieve waarde en dit stukje
cultuurhistorie moet daarom bewaard blijven. De kalklaag
kan beter beschermd worden door niet meer te ploegen, het
grondwaterpeil te verhogen en de grond te gaan beheren als
hooiland. Zo kan het veen zich weer beter ontwikkelen en kan
bijvoorbeeld een prachtige en zeldzame orchideesoort, de
vleeskleurige orchis, hier weer groeien.
In het Blekkinkveen leven veel reptielen zoals de levendbarende
hagedis en de hazelworm. Vooral het gebied rond de oude
spoorbaan, de Oude Bocholtse Baan, is een hele geschikte
leefomgeving voor deze reptielen. Het is een prachtig gebied
en zeker de moeite waard om eens te gaan wandelen. Het is
de bedoeling om de spoorbaan door de ontwikkeling van heide
en schrale graslanden te verbinden met het Brinkheurnseveld,
waardoor het leefgebied nog groter wordt gemaakt. De omgeving
hoeft niet verder verdicht te worden, omdat het nu perfect aansluit
bij de landschapsstructuur aan Duitse zijde.
24
Deelgebied Kulverheide en KottenseveldMaak kennis met…Kulverheide en Kottenseveld is een heide- en broekont-
ginningenlandschap. Het landschap bestaat grotendeels uit
bossen en open velden.
Aan de Buitinkweg liggen de Italiaanse Meren. Op deze plek
werd vroeger klei gewonnen. Toen de leemputten niet meer
bemalen werden, liepen ze vol met water. Door de groene
kleur van het water werd een associatie gelegd met de
meertjes in Italië en zo kreeg het gebied deze naam.
In het gebied staan twee monumentale boerderijen. Daar-
naast ligt in het bos, in de buurt van de Blankersweg, een
dubbele dijk met greppels. Dit is Sikkinglandweer, een
grensmarkering die vermoedelijk uit de Late Middeleeuwen
stamt. De landweer bestaat uit wallen en grachten en heeft
een hoge archeologische waarde. De historische omgeving
van de Sikkinglandweer is beschermd.
VisieBelangrijk vertrekpunt is dat het landschap behouden blijft en
de huidige natuurwaarden worden vergroot. Bij het beheer
van de bossen is het belangrijk dat de overgang van bomen
naar de lage begroeiing wordt versterkt. U kunt de natuur
een handje helpen door langs bosranden struikgewas aan
te planten. Ook kunnen bosranden beheerd worden als
hakhout, nadat de bomen in de rand tot zo’n 30-40 cm boven
de grond zijn gekapt. De boomstronken kunnen vervolgens
weer uitlopen. Kruidenbegroeiing kan zich dan tijdelijk
ontwikkelen met mooie bloeiende planten zoals boskruiskruid,
vingerhoedskruid en wilgenroosje.
Ook schrale grasvelden en heidevelden versterken het
gebied. Door poelen aan te leggen op een onderlinge afstand
van 150 meter tussen het Wooldseveen en het Nonneven
kan een mooie natuurverbinding worden gelegd. Door
deze ontwikkelingen krijgen reptielen zoals de gladde slang
en de zandhagedis, maar ook libelles, zoals de zeldzame
Venwitsnuitlibel, een perfecte leefomgeving.
25
Deelgebied KottenMaak kennis met…Kotten is een oud hoevelandschap en heeft grotendeels een
cultuurhistorische waarde. De noordoever van de Boven
Slinge ter hoogte van de Vosseveldseweg geeft een prachtig
uitzicht op de afzettingen van het Valanginien, een grondlaag
die is ontstaan in het tijdperk van het Onder-Krijt. Het reliëf in
het landschap is hier goed te zien.
Bij de Kottenseweg en Burloseweg, waar vroeger kippen-
slachterij Grijsen heeft gestaan, is een geologische breuklijn
heel goed zichtbaar. Deze breuklijn is als een steilrand
langs een groot deel van de Burloseweg aanwezig. Ook de
uitkijktoren aan de Wilterdinkweg is zeker een bezoekje waard
en geeft u een prachtig uitzicht op het oude verleden van de
streek en het mooie reliëf in het landschap. Landschappelijk
gezien heeft Kotten weinig natuurwaarden, wel komen er veel
vogels voor in dit gebied.
In het gebied staan 12 monumentale boerderijen. Een
mooi voorbeeld is het prachtige landgoed Oossink aan de
Burloseweg.
VisieHet landschap blijft zijn karakter behouden als de Eessinkes
en de Oossinkes open blijven. De rest van het landschap
kan met kleinschalige aanplant van singels worden versterkt.
Vooral delen van percelen die momenteel niet gebruikt
worden of te kleinschalig zijn voor landbouw zijn perfect
om het gebied wat te verdichten. Daarnaast zorgen schrale
grasvelden en heideterreinen voor een gevarieerd landschap.
Het is van belang om de geologische ontsluitingen in de
Bekeringbeek, de Boven Slinge en nog aanwezige oude
beekarmen goed in stand te houden en waar nodig te
herstellen. Herstel van een vroeger aanwezige drinkpoel in
Muschelkalk bij boerderij Beskers is zeer de moeite waard.
Ook de nog rechte delen van de Boven Slinge kunnen weer
natuurlijker worden ingericht, zodat de beek daar weer meer
kan slingeren.
De Kottenseweg heeft een belangrijke landschappelijke
impact op Kotten en bomen ondersteunen dit. Belangrijk is
dus dat langs de weg een laanbeplanting wordt aangelegd.
Een eventuele uitbreiding van de kern van Kotten kan niet
plaatsvinden langs de Meester Meinenweg. Het zicht op de
school en de cultuurhistorische waarde van het landschap
moeten de begrenzing blijven.
26
Ook kunt u in de omgeving daarvan groenafval (natuurgroen,
geen tuinafval) verwerken tot composthopen. Dit zijn perfecte
broedhopen en daardoor voor de voorplanting van deze
slangensoort van grote waarde.
In de schraalgraslanden van het Korenburgerveen heeft de
Zilveren Maan, een vlindersoort, een perfecte leefomgeving.
Een uitbreiding van dergelijke graslanden is wenselijk en
bevordert ook de groei van diverse plantsoorten zoals het
Moerasviooltje, het Waterdrieblad en de Moerasbasterwederik.
In de vochtige heideveldjes van het Korenburgerveen
komt het Heideblauwtje, eveneens een vlindersoort, voor.
Het leefgebied van deze soort kan worden vergroot door
heideveldjes met elkaar te verbinden en waar mogelijk de
bestaande veldjes te vergroten.
Ook kunnen poelen in de directe omgeving van beide
hoogveengebieden worden aangelegd. Dit vergroot het
leefgebied van de Heikikker en de Venwitssnuitlibel. Het
zo goed als uitgestorven Veenhooibeestje, een aan veen
gebonden vlindersoort, is gebaat bij maatregelen die de
oppervlakte hoogveen vergroten en de omgeving daarvoor
zeer geleidelijk vernatten. Dit is ook gunstig voor de Watersnip,
die vanwege het mekkerende geluid dat het mannetje van
deze vogelsoort in het voorjaar met zijn staartveren hoog in de
lucht maakt ook wel ‘Hemelgeit’ genoemd wordt. Boomvalken
profiteren van de toename van de hoeveelheid libellen,
doordat deze roofvogels op libellen jagen.
Deelgebied Wooldseveen en KorenburgerveenMaak kennis met…Het Wooldseveen en het Korenburgerveen zijn veengebieden.
De prachtige gebieden hebben een grote cultuurhistorische
waarde en zijn zeker een bezoekje waard.
De niet afgegraven delen van het Korenburgerveen zijn van groot
belang voor onderzoek van stuifmeelkorrels en plantenresten.
Door dit onderzoek wordt veel inzicht gekregen in bijvoorbeeld
de eerste fase waarin in dit gebied geboerd werd. Daarnaast is
het veen ook van geologisch belang en geeft het veel inzicht in
de ontstaansgeschiedenis van het veen.
Het Wooldseveen vormt samen met het Duitse Burlo-
Vardingholter en Kloster Venn het restant van het voormalige
veengebied. Het gebied bestaat op dit moment sterk uit
‘vergraven’ veenrestanten, maar in de turfgaten ontstaat weer
nieuw veen.
VisieBeide veengebieden hebben een vrij zelfstandige natuur-
ontwikkeling en hebben weinig relatie met het omliggende
landschap. Het is wel belangrijk dat de huidige landschappelijke
relatie behouden blijft en daar waar nodig versterkt wordt.
Het Wooldseveen is het enige leefgebied in Winterswijk van
de Gladde Slang. Voor deze soort zijn de aanwezigheid van
onder meer een goed doorgraafbare grond zoals turf, veen en
strooisel, een dichte grondbegroeiing en verspreid staande
bomen en struiken van belang. Door het dichtgegroeide veen
weer open te maken en heideterreinen te ontwikkelen die
aansluiten op het veen kunt u uw steentje bijdragen aan het
voortbestaan van de Gladde Slang. Ook het leefgebied van de
Ringslang is sterk achteruitgegaan. U kunt deze diersoort er
weer bovenop helpen door de aanleg van poelen in de directe
omgeving van allereerst het Korenburgerveen en vervolgens
langs op dit veen aansluitende beken en sloten.
27
Aan de slag…
De gemeente Winterswijk gaat actief aan de slag met de
aanleg, herstel en daar waar nodig de aanvulling of soms de
verwijdering van wegbeplantingen op gemeentelijke gronden
of langs de gemeentelijk wegen. Ook de provincie en het
waterschap dragen hun steentje bij om de natuurwaarden te
behouden en te ontwikkelen. Maar wij kunnen het niet alleen.
Helpt u mee uw leefomgeving aantrekkelijk te houden?
Hoe kunt u helpen?Een prachtig gevarieerd landschap kan in stand worden
gehouden door de afwisseling van natuur, landbouw en
cultuur. In deze brochure hebben wij een aantal suggesties
gedaan hoe u het landschap nog mooier en waardevoller
kunt maken. De aanleg van poelen, waardoor een belangrijke
verbinding tussen natuurgebieden wordt gerealiseerd, is hier
een mooi voorbeeld van. Maar ook het planten van bomen
en struiken om essen beter te accentueren of het versterken
van de overgang van bosranden naar de lage begroeiing door
struikgewas aan te planten.
Gebiedsloket helpt u graag verderHeeft u ook plannen om het landschap te verbeteren of te
versterken? De gemeente Winterswijk helpt u graag op weg.
Bij het Gebiedsloket geven wij u graag meer informatie en
wordt bekeken of uw plannen passen in het landschap. Ook
kunnen wij voor u bekijken of er subsidiemogelijkheden zijn.
Diverse projecten met eventuele fondsen en subsidies zijn
door ons al in kaart gebracht. Wie een idee heeft voor een
project kan bijvoorbeeld ook bij de gewenste ontwikkelingen
aanhaken. En natuurlijk is het altijd belangrijk dat u de mensen
uit uw omgeving van uw plannen op de hoogte stelt.
Meer weten?Op de website van de gemeente www.winterswijk.nl vindt u
meer informatie over het Landschapsontwikkelingsplan. En
natuurlijk nodigen wij u van harte uit het prachtige gebied
eens te bezoeken. Er zijn diverse mooie wandel-, fiets- en
ruiterroutes te verkrijgen bij de VVV.
…een mooier landschap maken doen we samen!
Gemeente Winterswijk
Bezoekadres:Stationsstraat 25
Postadres:Postbus 101, 7100 AC Winterswijk
Telefoon:(0543) 543 543
E-mail:[email protected]
Internet:www.winterswijk.nl
Uitgave: Gemeente Winterswijk - september 2011
Foto’s: Bernard Berendsen, Jan Stronks, Kien Communicatie
SLO
-002