Land van Ravenstein

12
Land van Ravenstein is een productie van Brabants Dagblad Land van Ravenstein

description

 

Transcript of Land van Ravenstein

Page 1: Land van Ravenstein

Land van Ravenstein is een productie van Brabants Dagblad

Land van Ravenstein

Page 2: Land van Ravenstein

door Peter van Erp

Er was eens een land,kleiner dan de huidi-ge gemeente Oss, meteen piepklein stadjeals belangrijkste kern.Deze zin is niet het

begin van een sprookje, het is eenintroductie van het Land van Ra-venstein, een min of meer soeve-rein staatje dat tot tweehonderdjaar geleden bestond.

Over de geschiedenis van ditstaatje is algemeen weinig be-kend. Het gebied hoorde lange tijdbij het Duitse hertogdom Kleef ende archieven die meer inzicht ge-ven in het reilen en zeilen binnenhet Land van Ravenstein liggen inDüsseldorf. Die archieven zijnniet toegankelijk. Het bestaat uitdikke pakken verweekt papier dieter conservering in een vriesveemzijn gelegd.

De archieven werden na de

Tweede Wereldoorlog lange tijdals verloren beschouwd. De stuk-ken werden in 1944 per schip overhet Mittellandkanal getranspor-teerd, juist met het doel om ze inveiligheid te brengen. Het schipwerd echter doelwit van een gealli-eerde luchtaanval en zonk naar debodem van het kanaal.

Toen het schip werd geborgenwas van de vracht weinig over. Eris echter een vriesdroogmethodeontwikkeld waarmee de stukkenkunnen worden veiliggesteld. „He-laas hebben de archieven van hetLand van Ravenstein geen priori-teit”, weet oud-archivaris HenkBuijks. De vraag blijft derhalvewanneer het verdronken archiefzijn kennis prijsgeeft.

Het Brabants Dagblad start vandaagop pagina 5 met een serie artikelenover het Land van Ravenstein, dattweehonderd jaar geleden bij het ko-ninkrijk Nederland werd gevoegd.

Tot 200 jaar geleden was het gebied tussenRavenstein en Boekel een soeverein staatje.BD duikt in vergeten én verloren verleden.

● Serie over Land van Ravenstein

Historie regiolag op bodemDuits kanaal

Page 3: Land van Ravenstein

door Peter van Erp

Hoe kan het dat ste-delijke kernen alsUden en Veghelgeen stadsrechtenhebben en de ver-stilde plaatsjes

Megen en Ravenstein wel? Hoe ishet überhaupt mogelijk dat erzich drie ‘steden’ bevinden bin-nen de gemeente Oss? Waaromwemelt het van de kloosters en ka-pellen in deze van oudsher dunbe-volkte en geïsoleerde streek?

De antwoorden op deze vragenkunnen worden gevonden in degeschiedenisboeken. Niet in het re-guliere lesmateriaal, dat zich voor-al richt op de glorie van Hollanden in een bijzin op het hertogdomBrabant. Nee, deze regio heeft eenheel eigen geschiedenis. Een ver-haal dat draait om relatief kleinegebieden die tot de negentiendeeeuw in een zeker isolement ver-keren. Ministaatjes met eigen re-gels en wetten, met eigen belastin-

gen en rechtspraak, met eigen ker-kelijk en wereldlijk gezag. Staatjesmet imposante namen als hetLand van Ravenstein, het graaf-schap Megen, de commanderijvan Gemert en de heerlijkheidBoxmeer.

Terwijl katholiek Brabant vanaf1648 zucht onder de repressie vande protestantse Staten-Generaal,behouden voornoemde gebiedenhun katholieke signatuur. Het ge-volg is dat de ene na de anderekloosterorde zijn toevlucht zoekttot de vrije heerlijkheden. DeFranciscanen strijken in 1645 neerin Megen, de kruisheren trekkenin 1652 naar Uden. Aan de oost-rand van Staats Brabant wordt eensnoer van kloosters geregen. Hetgebied wordt vanuit Rome be-schouwd als het meest noordelij-ke katholieke bastion, een spring-plank voor de gewenste contra-re-formatie. Hier kunnen katholie-ken in alle openheid hun geloofbelijden en van hieruit wordt mis-siewerk over de grenzen bedre-ven. Niet zonder gevaar voor lijfen leden overigens. Op de gren-zen worden kapellen gebouwd endaaromheen ontstaan nieuwe ker-nen: Koolwijk, Huize Padua.

„Toen ik hier in 1993 vanuitOss kwam wonen was ik directgeïntrigeerd over deze bijzonderegeschiedenis”, vertelt Joost Vlem-mix, edelsmid in het hartje vanRavenstein. „Ik las alles wat ikhierover te pakken kon krijgen,maar een chronologisch overzichtontbrak. De informatie was ver-snipperd.” Vlemmix zette alle ver-gaarde informatie op een rijtje.Een proces van jaren, dat in 2011uitmondde in een alomvattendboek: ‘De Geschiedenis van hetLand van Ravenstein’. Inmiddelsis er een tweede druk van hetboek, waarin opnieuw een aantal

vermeende ontwikkelingen als zekerhe-den wordt vastgesteld. „Het woord ‘waar-schijnlijk’ komt in dit boek nog een stukminder voor”, weet de auteur.

HeldHet boekstaven van het Land van Raven-stein is voor Vlemmix uitgegroeid tot eendrang naar erkenning. Niet voor zichzelf,maar voor de bijzondere rol die de soeve-reine gebieden gespeeld hebben en met na-me voor Philips van Kleef (1459-1528),heer van Ravenstein. „De importantie vanwat deze man heeft gedaan voor Brabant,Limburg en Vlaanderen blijft volledig on-derbelicht. Op school is alles gericht op degeschiedenis van Holland en op Willemvan Oranje. Maar dat hij zijn militaire tac-tiek gekopieerd heeft van Philips vanKleef, dat wordt nergens vermeld, zoals dehele geschiedenis van Bourgondisch Bra-bant onderbelicht blijft. Zonder de guerril-latactiek van Van Kleef was Willem van

Oranje nooit zo succesvol geweest in zijnopstand tegen de Spaanse koning. Hij isuitgegroeid tot een icoon van Holland,maar wij hebben hier onze eigen held.Alleen weet bijna niemand dat. Tot op dedag van vandaag staan in Brussel en Gentmonumentale gebouwen die de naam Ra-venstein of Ravesteyn dragen. Dat is metname aan hem en de dynastie Van Kleefte danken.”

Het Land van Ravenstein is een verhaalover eigenwijze landheren, die opvallendvaak kinderloos stierven, waarna eenstrijd over de erfenis losbarstte. Over poli-tieke intrige en strijd. Over grote belangenen de kleine inwoners die slachtoffer wer-den van uitbuiting, plundering en moord.Over een totaal andere wereld dan wij nukennen. Een wereld waarin plaatsjes alsRavenstein en Megen nog hoofdstad wa-ren van hun eigen kleine rijk. De komen-de weken wordt dit verhaal in het Bra-bants Dagblad belicht.

DE CHRONIQUEUR

Geschiedenis van soevereine Landvan Ravenstein wordt steeds verderblootgelegd. Nu de erkenning nog.

Joost Vlemmixvoor de Maaspoortvan Ravenstein,met op de achter-grond de Markt-straat. Hij schreefhet boek ‘De ge-schiedenis van hetLand van Raven-stein’.foto Jeroen Appels/Van Assendelft

‘Philips van Kleef komtdezelfde status toe alsWillem van Oranje.Hij is onze eigen held’Joost Vlemmix

HET LAND VAN RAVENSTEIN

200 jaar geleden werden de ministaatjes Megen en Land van Ravenstein opgedoekt. Het gebiedis vandaag de dag nog doordesemd met de nalatenschap.

Buitenland begon na Oss

A73

A59

A50

A50

A50

N279

Rosmalen

Schijndel

Nistelrode

Heesch

Wijchen

Rosmalen

Veghel

Oss

Nijmegen

Schijndel

Nistelrode

Heesch

Wijchen

Uden

Schaijk

Zeeland

Schaijk ReekReekGrave

Megen

Grave

Megen

RavensteinRavenstein

Zeeland

BoekelBoekel

Vo lke l

LAND VAN RAVENSTEIN

infographic WB | cartografie Maps4News

ee llBegrenzingvan het Landvan Ravensteinrond 1800

GraafschapMegen

Page 4: Land van Ravenstein

door Peter van Erp

Dit verhaal draaitom een anekdote.Over hoe eeuwen-oude stenen uitde Ravensteinsestadswal onder

het oog van de politie door Her-penaren werden meegetorst naarhun dorp. Maar om dit verhaal tenvolle te begrijpen is een stukje his-torische kennis vereist. We moe-ten terug naar 1360, als het Landvan Ravenstein wordt geboren.Datzelfde jaar geldt als sterfdatumvoor het Land van Herpen. Tot1360 is Herpen de belangrijksteplaats in de wijde omtrek. Dit ishet rijk van de heren van Herpen,die er zetelen in een trots kasteel.Maar in 1360 laat Walraven vanValkenburg een nieuw kasteelbouwen aan de Maas, tussenNeer- en Overlangel in. Belangrijk-ste reden voor de nieuwbouw ishet voornemen van de landheerom tol te heffen op de rivier. De

bouw van het nieuwe kasteel gaatgepaard met de sloop van hetoude in Herpen.

Tot zover de geschiedenis. Wieheden ten dage in Herpen doolt,ziet weinig terug van de hoofdste-delijke functie die het dorp ooithad voor een gebied dat zich acht-honderd jaar geleden al uitstrektetot Boekel. De Boekelaren erenRutger van Herpen nog steeds alsgrondvester. Er staat een stand-beeld en er is een belangrijkestraat naar hem vernoemd. In Her-pen zelf zijn ook allerlei verwijzin-gen naar het roemruchte verle-den. De Aldesteijnstraat verwijstnaar het kasteel, net als de Burcht-straat. Het gemeenschaphuis heet‘t Slotje, naar de voorburcht dienog bijna vijfhonderd jaar bleefstaan na het vertrek van de heer-sers. Maar de fysieke erfenis ont-breekt. Mogelijk komt die nogeens aan de oppervlakte als er ar-cheologisch onderzoek wordt ge-daan onder een trapveldje aan deBurchtstraat.

ZeeanemoonJan van Berkel hoopt het nog meete maken. Hij is al van jongsaf ge-boeid door de geschiedenis vanzijn geboortedorp. Dat gaat overi-gens veel verder dan de periodevan het Land van Herpen. „Kijkeens naar deze steen. Heb ik ge-vonden aan de wetering. Ziet erbijzonder uit, toch?” Het rondesteentje heeft inderdaad een op-merkelijk ‘bloemetjespatroon’. „Ikheb het laten onderzoeken. Hetblijkt een versteende zeeanemoonte zijn. Datering: tussen de 359 en444 miljoen jaar oud.”

Van Berkel is een zeer bezigebij. Als lid van de archeologischewerkgroep van heemkundekringLand van Ravenstein heeft hij be-hoorlijk wat bijzondere vondsten

gedaan. Zijn tuin ligt ermee bezaaid. Eeneeuwenoude pegelsteen van basalt bijvoor-beeld. „Die komt uit een oude sluis bij hetHamelspoel. Ik vond hem toen ze er meteen kraan aan het graven waren. Zie je datwitte steentje dat ze erin gewerkt hebben.Dat was het gewenste peil in de sluis.” Erliggen ook twee bijna vierkante blokkenmergelsteen. „Die komen uit de eerstestadsmuur van Ravenstein”, geeft Van Ber-kel zonder blikken of blozen toe.

Dat brengt ons op de anekdote. Er zijntwee versies van. De versie van Leon vanLiebergen uit Huisseling: „Ik werd beginjaren negentig gebeld door de burgemees-ter van Ravenstein. Ze waren bij graaf-werk gestuit op een oude muur. De vraagwas of ik die wilde opmeten en fotografe-ren voor de Rijksdienst, zoals wettelijk ver-eist. Ter plekke bleek het grondwater opge-komen. Ik kon niks uitrichten. Eerstmoest dat water weg. De burgemeesterschakelde de brandweer in. Die van Raven-

stein wilde niet komen, die van Herpenwel. Niet veel later kreeg ik het sein dat deput droog stond en dat ik aan de slag kon.Tot mijn verbijstering was toen een aantalstenen verdwenen. Die lui uit Herpen had-den gedacht: die stenen zijn vast en zekerafkomstig van ons gesloopte kasteel. Dienemen we mee.”

Van Berkel lacht. „Zo is het niet gegaan.Wij hadden toestemming om die stenenweg te halen. Op die plek werd een oude-rencomplex gebouwd en die oude muurzat in de weg. We hebben de mergelste-nen met een kettingzaag in hanteerbarebrokken gezaagd. Intussen had een buurt-bewoonster de politie gebeld. Die dacht:‘Al da Herps volk hier in Ravenstein, da kannie kloppe’. Toen de agenten kwamen, heb-ben we ze verteld hoe het zat en zijn zeweer vertrokken. We hebben uiteindelijkdrie aanhangers stenen meegenomen. Ofze oorspronkelijk Herps zijn? Zou zomaarkunnen.”

In de kerk van Herpen werd tijdenseen renovatie in 1907 een afgedekteschildering ontdekt boven het pries-terkoor. Het bleek een geschenk vanPhilips van Kleef uit 1521. Het fami-liewapen is duidelijk herkenbaar.

Herpen heeft geen visuele herinne-ring aan kasteel Aldesteijn, dat in1360 werd gesloopt. Alleen de voor-burcht bleef nog 500 jaar staan.Deze tekening uit de zeventiendeeeuw geeft een beeld van ‘t Slotje.

SLOTJE VAN HERPENWAPEN VAN KLEEF DE VERZAMELAAR

Stenen uit Ravensteinse stadsmuurduiken op in Herpen. Of kwamen zedaar oorspronkelijk vandaan?

De tuin van Janvan Berkel in Her-pen herbergt eenverzameling bo-demschatten meteen verhaal. Zoalsde zeshoekige ‘pe-gelsteen’ en blok-ken uit eerste stads-muur van Raven-stein. foto JeroenAppels/Van Assendelft

‘Een buurtbewoonsterhad de politie gebeld.Die dacht: „Al da Herpsvolk hier in Ravensteinda kan nie kloppe”’

LAND VAN RAVENSTEIN

200 jaar geleden werden de ministaatjes Megen en Land van Ravenstein opgedoekt. Het gebiedis vandaag de dag nog doordesemd van de nalatenschap.

Stadje geboren uit dorp

Page 5: Land van Ravenstein

door Peter van Erp

Hij is geboren en ge-togen in Raven-stein. Kent naar ei-gen zeggen elkesteen in het stad-je. Maar niet de

stenen waar hij in 1988 op stuittebij de bouw van een tuinhuis inzijn achtertuin. Een paar stekenonder het gazon zat een muur. Degraafmachine werd naar huis ge-stuurd en Martin Jan van Mourikgroef voorzichtig verder met deschop. Er bleek een compleetbouwwerk onder de grond te zit-ten. Maanden later – „ik werkteoverdag en had alleen ’s avondstijd” – zat Van Mourik vier meteronder het maaiveld en had hij eengewelfde toegang tot een nog gro-tere structuur blootgelegd. Trotsbelde hij met de autoriteiten omze uit te nodigen zijn vondst te be-studeren. De reactie was teleurstel-lend. „Ik moest er foto’s van ma-ken en het daarna weer afdekken.

De dingen die ik had gevonden be-hoorden tot het nationale bodem-archief en moesten onberoerd blij-ven.” Van Mourik stak zijn verba-zing niet onder stoelen of banken.„Ik zei: ‘En kan ik dat archief danop zaterdag gewoon bezoeken?’Nee toch? Wat heb je eraan omdingen onder de grond te laten zit-ten?” Met tegenzin gaf hij gehooraan de opdracht, voorlopig al-thans. „Ik dacht toen al: ooit komtde dag dat ik uitvogel wat ik hebgevonden.”

KelderIn 2012 ging de Ravensteinse hoog-leraar notarieel- en privaatrechtmet pensioen en kon hij zijnnieuwsgierigheid niet langer be-dwingen. „Ze kunnen de pot opmet hun bodemarchief, dacht ik.”De schop werd uit het vet gehaalden de mouwen opgestroopt. Hijgroef zich een weg naar een onder-grondse kelder, een grote banaan-vormige ruimte die aan het linker-uiteinde eindigt in een halfrondeopening. „Het andere uiteindemoet ergens onder m’n tuinhuiszitten. Dat laat ik maar zo.”

Met z’n jongste bevindingenstapte Van Mourik opnieuw naarde autoriteiten. „Ze zeiden: ‘Weweten allang wat daar zit. Dat ishet bastion Famars. Niks nieuws.’Maar ze vergisten zich. Dit wasveel ouder dan dat bastion. Ik hebdendrochronologisch onderzoek(datering op basis van jaarringen,red.) laten uitvoeren op een boom-stam uit de fundering. Die stam isin 1509 hier in de buurt gekapt endirect verwerkt. Daarmee is bewe-zen dat dit hele verdedigingswerkuit die tijd stamt.”

De belangstelling van de autori-teiten was alsnog gewekt. VanMourik kreeg allerlei deskundigenover de vloer. Die kwamen tot de

conclusie dat in de tuin van de professoreen bijzonder stuk vestingwerk was bloot-gelegd. Het oudste verdedigingswerk datvolgens de Italiaanse school is gebouwd.Opmerkelijk dat deze vermaarde techniekzo vroeg in het nietige Ravenstein is toege-past. Opmerkelijk, maar verklaarbaar,weet Van Mourik. In het tuinhuis waarhet hele avontuur mee begon, tovert hijhet bewijs op tafel. „In die tijd was Philipsvan Kleef heer van Ravenstein. Hij hadhalf Europa doorgereisd en was ondermeer een paar jaar onderkoning van Ge-nua geweest. Genua! Italië! Hij keerde in1506 terug naar dit land en heeft in dietijd opdracht gegeven tot het versterkenvan de vesting Ravenstein. Het kan nietanders of hij heeft zijn kennis van de Itali-aanse verdedigingswerken hier toegepast.”

Het is inmiddels formeel bevestigd.Van Mourik heeft niet het latere bastionFamars blootgelegd, maar een veel oudervestingwerk dat tot Philips van Kleefbol-

werck is gedoopt. Een bijzondere vondstdie bij voorkeur niet aan het oog onttrok-ken mag worden, vindt ook de vinder zelf.En dus is er een heel team gevormd vanmensen die dit stuk Ravensteinse historie‘herkenbaar en beleefbaar’ gaat maken.Om te beginnen wordt er opnieuw eenaarden wal aangelegd dwars door de tuinvan Van Mourik. Zo’n wal moet er vanaf1509 ook hebben gelegen om de verdedi-gers van Ravenstein dekking te geven. An-no 2015 is de wal nuttig om de privacy vande familie Van Mourik te borgen. Aan deandere kant van de wal wordt 1.800 kubie-ke meter grond weggegraven, zodat hetschootsveld vanuit de halfronde openingweer deels wordt hersteld. Vanuit deze niskonden bestormers van de Ravensteinsewal uit het water worden geschoten.

Van Mourik verliest een groot stuktuin, maar zit daar niet mee. „Ik hou ge-noeg over en ben eigenlijk best trots dat ikdit aan mijn stad mag nalaten.”

DE BLOOTLEGGER

Hij moest het ‘bodemarchief’ in zijntuin laten rusten. Van Mourik groefdoor tot ’t jaar 1509 en oogst nu lof.

Martin Jan vanMourik legde eenmiddeleeuws ves-tingwerk in zijn ach-tertuin bloot. Deeerste op Italiaanseleest geschoeideverdedigingswer-ken van dit land blij-ven in het zicht.foto Jeroen Appels/Van Assendelft

Van Mourik verliest eengroot stuk tuin, maar zitdaar niet mee. ‘Ik hougenoeg over, en laat ditgraag aan mijn stad na’

LAND VAN RAVENSTEIN

200 jaar geleden werden de ministaatjes Megen en Land van Ravenstein opgedoekt. Het gebiedis vandaag de dag nog doordesemd met de nalatenschap.

Prof legt historie blootVESTING RAVENSTEIN ROND 1630

infographic WB | bron BHIC

ravelijn

MAAS

hoornwerk

’Strang’

ravelijn

gracht

bastion

MAASMAAS

Schepen werden gedwongen door de Strang te varen, waarna tol betaald moest worden op basis van de ge-transporteerde goederen.

Schepen werden gedwongen door de Strang te varen, waarna tol betaald moest worden op basis van de ge-transporteerde goederen.

hoornwerk

’Strang’

hoornwerk

’Strang’

Page 6: Land van Ravenstein

Het stadsbeeld van Megen is groten-deels gevormd in de zeventiende enachttiende eeuw. De verbannen broe-ders franciscanen en de zusters cla-rissen streken ten tijde van het graaf-schap Megen in dit stadje neer.

door Peter van Erp

Drie kloosters ishet kleine Velpbij Grave rijk. Deoudste is van deminderbroederskapucijnen. Vol-

gens Leon van Liebergen, voorma-lig conservator van het Museumvoor Religieuze Kunst in Uden, isdit het mooiste klooster van hetland. Gebouwd in een tijd datmonniken uit de rest van Noord-Brabant werden verjaagd. De ba-rokke (Duitse) inrichting was infeite een uitgestoken tong rich-ting de protestantse machtheb-bers in Grave en de rest van de Re-publiek der Nederlanden. Van Lie-bergen: „Het was de Hollanderseen doorn in het oog, maar zedurfden er toch echt niet aan omdie kleine katholieke enclaves teannexeren.”

Om de situatie te begrijpenmoeten we terug naar het middenvan de zeventiende eeuw. De

Tachtigjarige Oorlog loopt op z’neind en het een na het andere ka-tholieke bolwerk valt in handenvan de Oranjes. Na de val van DenBosch (1629) wordt het openlijkbelijden van het katholieke geloofin Brabant verboden. Waar deroomse bevolking haar toevluchtnam tot schuurkerken en heimelij-ke rituelen, daar werden de kruis-heren, kapucijnen, franciscanenen alle andere broeders zonderpardon op straat gezet. Vrouwelij-ke kloosterordes werden iets cou-lanter behandeld, zij mochten al-leen geen nieuwe zusters toelatenen werden dus geacht uit te ster-ven.

TandenknarsendOnder dit gesternte werden devrije heerlijkheden aan de oost-kant van Brabant herontdekt. Rela-tief kleine gebiedjes die vanoudsher een bijzondere status ge-noten, want persoonlijk eigen-dom van machtige, adelijke fami-lies. „Duitse keurvorsten en meervan dat spul. Mensen waar je echtgeen ruzie mee wilt krijgen”, gnif-felt Van Liebergen. „Zeker niet alspiepjonge republiek.” En dus leg-den de Hollanders zich al snelneer bij het gegeven van de katho-lieke enclaves. Ook als ze later tan-denknarsend zien hoe de verjaag-de franciscanen hun klooster inMegen herbouwen, de kruisherenin Uden neerstrijken en de kapu-cijnen Velp als uitvalsbasis kiezen.Als later de repressie richting dezusters toeneemt, volgen in Me-gen de clarissen, in Deursen de au-gustinessen en in Uden de birgitti-nessen. Er ontstaat een grote con-centratie van kloosters langs degrenzen van de Meierij van DenBosch. Niet toevallig, weet VanLiebergen, die in 1987 een boekschreef over dit fenomeen. „Voor

Rome waren dit de noordelijkste gebiedenwaar ze zeggenschap hadden. Dit werdeen springplank voor de contra-reforma-tie, bedoeld om het gezag van de paus teherstellen.”

Des te opmerkelijker dat juist in het ka-tholieke bastion Ravenstein de eerste her-vormde kerk van Brabant werd gebouwd.De kerk diende als gebedshuis voor eencompleet Hollands garnizoen, dat van deDuitse heerser toestemming had gekregenom in Ravenstein te legeren. „Dat was ge-woon een geldkwestie. De Staten Gene-raal zagen het strategische belang van ditgebied en de Duitse eigenaar zat om geldverlegen.” In alle andere plaatsen waar hetprotestantse leger zich vestigde, confis-queerde het de parochiekerken. Maar datkon dus niet in Ravenstein, dat officieel inhanden bleef van het katholieke huisPalts-Neuburg. In 1641 werd de protestant-se kerk in Ravenstein opgeleverd. „Heelapart, al was het maar vanwege de verschij-

ningsvorm”, vindt Van Liebergen. „Hetheeft alle kenmerken van een katholiekekerk. Niet gek: ze hadden een plaatselijketimmerman opdracht gegeven voor debouw en die goede man kende alleen ka-tholieke kapellen en kerken.”

Uiteindelijk heeft de geloofstrijd hetLand van Ravenstein en het graafschapMegen sterk gevormd. De snoer van grens-kapellen verdween grotendeels weer,maar de kloosters bestaan tot op de dagvan vandaag. Of ze ook voor latere genera-ties blijven behouden, is de vraag. Kloos-terordes zonder aanwas sterven vierhon-derd jaar na de repressie alsnog uit. VanLiebergen maakt zich zorgen, vooral ookover het klooster van de kapucijnen inVelp, waar de laatste minderbroeder hetveld heeft geruimd. „Eigenlijk horen dezekloosters op de werelderfgoedlijst vanUNESCO thuis. Ze zijn niet alleen monu-mentaal, ze vertellen een verhaal over debijzondere geschiedenis van dit gebied.”

Midden in het katholieke bastionRavenstein werd in 1641 het eersteprotestantse kerkje van Brabant ge-bouwd. Het gebedshuis kwam er tenbehoeve van een Hollands garnizoendat hier gelegerd was.

PROTESTANTS DE CONSERVATORSKYLINE MEGEN

Als iets typerend is voor het huidigeOost-Brabant, dan zijn het de velekloosters. „In feite werelderfgoed.”

De katholieke enclaveswaren een doorn in hetoog van de Hollanders.Maar ze durfden zeecht niet te annexeren

Leon van Lieber-gen in de kapel vanhet klooster der ka-pucijnen in Velp.Deze barokke over-daad is in Neder-land alleen in devrije heerlijkhedenals het Land van Ra-venstein terug tevinden. foto JeroenAppel/Van Assendelft

LAND VAN RAVENSTEIN

200 jaar geleden werden de ministaatjes Megen en Land van Ravenstein opgedoekt. Het gebiedis vandaag de dag nog doordesemd met de nalatenschap.

Asiel voor monnik en non

Page 7: Land van Ravenstein

door Peter van Erp

Adriaan Sandersdeed onlangs nogeen grappige ont-dekking. „De nieu-we parochie Uden,waar ook Zeeland

en Boekel onder vallen, beslaatprecies het gebied dat vroeger dekarspel Uden werd genoemd. Datwas de Heikant binnen het Landvan Ravenstein.”

De associatie van Uden met Ra-venstein ligt niet erg voor dehand. Uden heeft altijd op de ar-me zandgronden gelegen, Raven-stein is onderdeel van het Maas-land en maakt sinds 2003 deel uitvan de gemeente Oss. Hoe detwee regio’s ooit samengevoegdzijn tot één territorium is niet he-lemaal duidelijk. In ieder geval ge-beurde het al lang geleden, in detwaalfde eeuw, toen het Land vanHerpen werd gevormd als afsplit-sing van het Land van Cuijk. DeHeikant kreeg van meet af aan

een relatief zelfstandige positie inde heerlijkheid. Dat moest ookwel, want besturen vanuit Herpenen later Ravenstein viel in de prak-tijk niet mee. Tegenwoordig loopter een provinciale weg recht-streeks naar Zeeland en Uden,maar indertijd waren het smalleruiterpaden en karrensporen dieeen groot deel van het jaar niet be-gaanbaar waren door het watervan de Beerse Maas (hierover vol-gende week meer). Uden kreegdus een eigen Schepenbank, zegmaar de gemeenteraad van voor1800. Ook mocht er in Uden rechtgesproken worden, zij het dat dedoodstraf alleen opgelegd mochtworden in de ‘hoofdstad’ Raven-stein.

In Uden hebben de naamgeversvan straten niet nagelaten om hetbijzondere verleden te benadruk-ken. Er is een Land van Raven-steinstraat, maar ook een Herpen-straat, een Schepenhoek, een Bran-denburgstraat, een Drossaard, eenAlardstraat en een Kleefsestraat.Allemaal verwijzingen naar hetsoevereine gebied dat tweehon-derd jaar geleden definitief verlo-ren ging. „Ik zeg altijd maar zo: alsde Fransen hier aan het eind vande achttiende eeuw niet warenbinnengevallen, waren wij nou al-lemaal nog steeds Duitsers ge-weest”, chargeert Sanders.

Maar de Fransen kwamen welen ze hadden geen enkel respectvoor de oeroude feodale scheidslij-nen in Oost-Brabant. Toen Napo-leon tenslotte was verslagen en dehuidige staatsvorm werd aangeno-men, werd Uden een gemeenteals zovele. Maar waar andere plaat-sen een patroonheilige in hun ge-meentewapen kozen, greep Udenterug op het wapen van de herenvan Kleef. Het bloed kruipt waarhet niet gaan kan.

Sanders heeft het idee dat de soeverei-ne geest tot op de dag van vandaag voort-leeft. „Er is een duidelijk verschil in volks-aard met bijvoorbeeld de Veghelaar. Voormijn gevoel is Veghel een vrij gesloten ge-meenschap, je komt er als buitenstaanderniet snel tussen. In Uden is het juist omge-keerd.” Sanders herleidt deze cultuur naarde langdurige situatie waarin de Veghelsebevolking niet vrij was om het katholiekegeloof te belijden en door de gezagsdra-gers als tweederangs burgers werd behan-deld. In diezelfde periode leefden de Ude-naren in relatieve vrijheid. De Veghelarenbouwden in 1649 een grenskapel op Uden-se grond om erediensten in bij te wonen.Op deze plek staat nu nog een monumentdat aan deze kapel en de situatie herin-nert. In een steen staat gebeiteld:

Gezegend zij de grondwaar ’t bedehuis eens stondUit vroom besef van plichtdoor ’t Veghels volk gesticht

in bangen tijd van noodtoen men hun tempel slooten ’t kerk gaan slechts toelietop Udens grondgebied

Sanders weet dat er in de zeventiendeeeuw een snoer van grenskapellen was.„Er stond er een bij Bedaf, gesticht doorde inwoners van Vorstenbosch, twee opDuifhuis en sinds kort weten we dat erook een stond op Slabroek, betaald doorde katholieke inwoners van Heesch.”

De kapellen raken in verval als de pro-testantse heersers schuurkerken toestaanin Staats Brabant. Maar de onderdrukkingvan de katholieken buiten het Land vanRavenstein heeft nog lang nageijld, weetSanders. „Tot de Tweede Wereldoorlogwerden er in Veghel geen processies op deopenbare weg gehouden, hoewel er toenal lang officieel geen verbod meer op was.Ze deden het alleen in eigen kring en opeigen terrein. In Uden en omgeving werdhet gevierd met alle toeters en bellen.”

Dit monument bij Mariaheide mar-keert de plek waar eens een grenska-pel stond. Veghelaren stichtten hetin 1649 op Udense grond, nadatkatholieke geloofsbeleving in Veghelwas verboden.

De meest duidelijke verwijzing naarhet Land van Ravenstein is terug tevinden in het wapen van de gemeen-te Uden. Dit symbool was met rodeachtergrond het wapen van het her-togdom Kleef.

DE VERTELLERWAPEN VAN KLEEFGRENSKAPEL

Het Land van Ravenstein bestondfeitelijk uit twee delen: Maasland enHeikant, nattigheid en schraalheid.

Adriaan Sandersop de voormaligegrens van het Landvan Ravenstein bijSlabroek. De grens-sloot met door-gang is hier deelsgereconstrueerd,nadat sporen opdo-ken bij een opgra-ving. foto JeroenAppels/Van Assendelft

‘Ik zeg altijd maar: alsde Fransen niet warenbinnengevallen, warenwe hier nog steedsDuitsers geweest’

LAND VAN RAVENSTEIN

200 jaar geleden werden de ministaatjes Megen en Land van Ravenstein opgedoekt. Het gebiedis vandaag de dag nog doordesemd met de nalatenschap.

Helft van land was Uden

Page 8: Land van Ravenstein

BEERSE OVERLAATEIND 19e EEUW

In rood is aangegevenwelk gebied overstroomde tijdens de

hoge waterstand in maart 1876.

de overlaat

door Peter van Erp

De Groenedijkademt rust en vre-de. Vlinders flad-deren van bloemtot bloem en inde verte maalt

een serie kleine windmolens hetwater geruisloos van de slootjesnaar de wetering. Moeilijk voor testellen dat deze plek de gemoede-ren eeuwenlang hoog deed op-lopen. Met rieken en zelfs gewe-ren gingen de dorpelingen aanweerszijden van de kleine dijk el-kaar te lijf. De aanleiding: water-overlast. De inwoners van Deur-sen, Dennenburg en Demenkampten met het water van deBeerse Maas. De Harenaren hiel-den droge voeten achter de Groe-nedijk, die de grens van het Landvan Ravenstein en het graafschapMegen markeerde. Om van het ho-ge water af te komen staken de Ra-vensteiners de dijk met regelmaatdoor. Tot woede van de Harena-

ren. Die beklaagden zich bij het ge-zag in Megen en stelden – bij ge-brek aan kordaat optreden van ho-gerhand – zelf dijkbewaking in.

In 2002 werd een kunstwerkvan Joep van Lieshout geplaatstop de plek waar het graafschap ende heerlijkheid elkaar ontmoet-ten. Aan de ene kant van de Dor-penweg een os met raaf op zijnrug, als heldere verwijzing naarde gemeenten Oss en Ravenstein,die in 2003 samengingen. Aan deandere kant twee dansende figu-ren, waarvan er één met een meszwaait. Een duidelijke verwijzingnaar de Osse messentrekker,dacht menigeen. Niet dus. Hetmes verwijst naar de strijd om deGroenedijk. Die dijk is na de Twee-de Wereldoorlog afgegraven omde nieuw aan te leggen Dorpen-weg op hoogte te brengen. Dezebelangrijke ontsluitingsweg voorhet Maasland kon eerder niet wor-den aangelegd, omdat de Overlaatpas in 1942 werd gedicht. Daar-voor zou deze weg grote delenvan het jaar onder water zijn ver-dwenen. Het poldergebied tussenOss en de dorpen op de Maasdijkwas wat we nu een overloopge-bied zouden noemen.

Groene rivierOud-archivaris Henk Buijks is er-van overtuigd dat de Beerse Maaseen grote rol heeft gespeeld in degebrekkige economische ontwik-keling van Noordoost-Brabant.„Het grote probleem van de Maasis altijd geweest dat deze riviergeen eigen afvoer had. Bij Heere-waarden kwam de Maas samenmet de Waal en als die rivier hoogstond, dan steeg het Maaswater ra-zendsnel.” Om rampzalige over-stromingen in dichtbevolkte gebie-den te voorkomen werd derhalvebesloten om de Maasdijk bij Beers

(tussen Grave en Cuijk) verlaagd te hou-den. „In 1549 wordt voor het eerst mel-ding gemaakt van overlast door het Berze-water”, weet Buijks. In de praktijk bete-kende het dat het water vanaf het Landvan Cuijk langzaam richting Den Boschstroomde. Deze stad was met de Aa enDommel de afvoerput van Brabant. „In dewintermaanden was het Maasland nauwe-lijks toegankelijk. Er was geen sprake vaneen kolkende rivier, maar van een groteplas water die het onmogelijk maakte omop enige schaal akkerbouw te bedrijven.Er groeide vooral gras en riet. Misschiendat de Beerse Maas daarom ook wel deGroene rivier werd genoemd. Boeren lie-ten er hun vee grazen, maar er permanentwonen was onmogelijk. In de zomermaan-den werden her en der hutten gebouwd,tijdelijke herbergen waar boeren, arbei-ders en reizigers konden eten en drinken.In de winter werden die hutten weer afge-broken en meegenomen naar hoger gele-

gen grond. Tot het water wegbleef. Daarzijn de Macharense, Oijense, Wildse enKesselse Hut nog van overgebleven.”

Ook in de lente en de vroege zomerhielden de boeren het in de bedding vande Beerse Maas niet droog. Als het wateronverwacht over de Beerse dijk gutste,werd bij Grave een kanon afgevuurd alswaarschuwing voor het achterland. „Deboeren in Herpen hadden dan nog ruimde tijd om hun vee in veiligheid te bren-gen. Meestal merkten ze in Herpen pas naeen dag dat de grond drassig werd.”

Buijks beaamt slechts ten dele dat deHollandse suprematie over Brabant de re-den was dat de Beerse Overlaat als laatstevan alle overlaten werd gesloten. „DeBeerse Maas had nog lang een strategischbelang. In oorlogstijd was het een tweedewaterlinie om oprukkende troepen uithet zuiden tegen te houden.” Deze militai-re functie werd pas na de Eerste Wereld-oorlog niet langer van belang geacht.

DE ARCHIVARIS

Waarom zijn de stadjes aan de Maasnooit uitgegroeid tot steden? DeBeerse Overlaat was veelbepalend.

Henk Buijks opde voormaligegrens van het Landvan Ravenstein enhet graafschap Me-gen, tussen Harenen Deursen. De eeu-wenlange belangen-strijd is hier ver-beeld in een kunst-werk. foto JeroenAppels/Van Assendelft

In de zomermaandenwerden er huttengebouwd. Daar kennenwe nu nog de Wildse enMacharense Hut van

LAND VAN RAVENSTEIN

200 jaar geleden werden de ministaatjes Megen en Land van Ravenstein opgedoekt. Het gebiedis vandaag de dag nog doordesemd met de nalatenschap.

Kanon luidde ’t water in

Page 9: Land van Ravenstein

door Peter van Erp

Hoewel de inwo-ners van het voor-malige Land vanRavenstein en hetgraafschap Megeneeuwen in afzon-

dering van de rest van Brabantleefden, is er heden ten dage nau-welijks iets te merken van een cul-tuurverschil. Er zijn uiteraard ookalweer tweehonderd jaren verstre-ken. Jaren waarin veel verwaterdis van wat eens typisch was voorde Megenaar of Ravensteiner.Toch zijn ze er nog. Je moet alleenhet verband zien. Neem nou dedevotiefeesten in Zeeland (Corne-liusbedevaart), Uden (hoogfeestvan Onze Lieve Vrouw Ter Linde),Deursen (Sint-Rochus), Koolwijk(Sint-Annaverering), Neerlangel(Sint-Jansfeest) en Reek (Sint-Donatus). Niet toevallig vindendeze devotiebijeenkomsten alle-maal plaats in dorpen die vroegertot het Land van Ravenstein be-hoorden. In de Meierij van Den

Bosch werden deze openbareuitingen van katholicisme na devrede van Munster (1648) uit-gebannen. De traditie werd in hetLand van Ravenstein en de anderevrije heerlijkheden voortgezet.

ArmoedigOndanks de relatieve vrijheidwaarin de bewoners van het Landvan Ravenstein en het graafschapMegen leefden, is er nooit sprakegeweest van uitbundige bloei vande kunsten. Dat zegt Richard deBeer, conservator oud-katholiekerfgoed bij Museum Catharijne-convent in Utrecht en inwonervan Macharen. Hij snapt wel waar-om er geen culturele bloeiperiodeplaatsvond. De streek was dun-bevolkt en armoedig en de stadjesMegen en Ravenstein bereiktennooit de omvang van culturelebroedplaatsen als Den Bosch enBreda. „Bekende schilders heeftdeze regio niet voortgebracht.Oude schilderijen die we terugvin-den in de kloosters en kerken zijngeïmporteerd uit Antwerpen enVlaanderen. Ze zijn vaak ook nogvan matige kwaliteit. Lauw loe-ne.” Ook op muzikaal vlak werdweinig nagelaten aan het nage-slacht. „Er zijn wat liturgischewerken bewaard gebleven van en-kele onbekende monniken. Nikswat heden ten dage nog beklijft.”

Als er al enige kunstzinnigheidschool in de Ravensteiners enMegenaren uit de zeventiende enachttiende eeuw, dan manifesteer-de die zich in het ambachtswerk.Zo stonden de edelsmeden in devrije heerlijkheden hoog aange-schreven, weet De Beer. „Daar-naast was deze streek vooralbekend om z’n orgelbouwers.”De Beer legt uit dat de orgelbouwvoor de Nederlanden zich tot 1629in Den Bosch en omgeving con-centreerde. Toen de Brabantse

hoofdstad in 1629 werd veroverd door stad-houder Frederik Hendrik, was het snel ge-daan met deze bedrijvigheid. De protestan-ten waren in Brabant te klein in getal omnieuwe orgels in hun kerken aan te schaf-fen. De katholieken konden hun geloof al-leen heimelijk belijden. Orgelklanken gel-den in zo’n geval als een paapse alarm-schel.

Het ambacht en de kennis van orgel-bouw zou verloren zijn gegaan, ware hetniet dat er in de vrije heerlijkheden aan deoostrand van Brabant nog bedrijfjes zatendie zich toelegden op de bouw van het ker-kelijke instrument bij uitstek. MatthijsVerhofstadt bouwde in de achttiendeeeuw een grote naam op vanuit de Com-manderij van Gemert. Zijn leerling Mat-thijs van Deventer zette het ambachtvoort. Hun orgels zijn nergens in originelestaat te bewonderen. De meeste orgelszijn in de negentiende en twintigste eeuwvervangen of verbouwd, met name door

de grootste en bekendste orgelbouwers-dynastie van Nederland: de familie Smitsuit Reek. De Smits-orgels zijn tot op dedag van vandaag te vinden in tal van ker-ken, met name ook binnen de voormaligegrenzen van het Land van Ravenstein enhet graafschap Megen. Het grootste is tevinden in de Luciakerk in Ravenstein.

De orgelkring F.C. Smits zet zich sinds1971 in om de orgels te behouden voor late-re generaties. Richard de Beer is secretarisvan de Orgelkring. „Als een orgel nooitwordt bespeeld, raakt het in verval. Eldersopslaan heeft ook weinig zin. Kerkorgelswerden door Smits specifiek gebouwd opde ruimte waarin ze stonden. Op een an-dere plek klinkt het nooit meer zoals hetbedoeld was.”

De uitdaging van de Orgelkring is in fei-te de uitdaging voor de maatschappij alsgeheel: hoe bereiken we dat erfgoed dat inbrede kring als waardevol wordt be-schouwd behouden blijft.

Waar in de rest van Brabant de open-lijke aanbidding van Roomse heiligenwerd verboden, bleven de devotie-vieringen in het Land van Ravensteindoor de eeuwen bestaan.De Rochusprocessie trekt hier doorde Laagstraat in Deursen.

In Reek wordt de orgelbouwersfami-lie Smits nog steeds in ere gehoudenbij de woning en werkplaats aan deMonseigneur Borretstraat. Hier staateen standbeeld met gedenkplaat. Inhet bovenlicht boven de voordeurprijkt een orgel.

SMITSHUIS ERFGOEDHOEDERDEVOTIE

Katholieken kondengeloof alleen heimelijkbelijden. Protestantenmochten in geen gevalorgelmuziek horen

Richard de Beerbij het Smits-orgelin het kerkje vanNeerloon. De orgel-bouwtechniekwerd na de refor-matie in het katho-lieke Land van Ra-venstein voortge-zet en overleefde.foto Jeroen Appels/Van Assendelft

Enclaves brachten geen componistenof schilders van faam voort. Welorgelbouwers en edelsmeden.

200 jaar geleden werden de ministaatjes Megen en Land van Ravenstein opgeheven. Het gebiedis vandaag de dag nog doordesemd met de nalatenschap.

LAND VAN RAVENSTEIN

Land van orgelbouwers

Page 10: Land van Ravenstein

INGEZONDEN BRIEF

Land van orgelbouwers

Wat een mooi, informatief stuk in de Osse editie het Brabants Dagblad van 3 september jongstleden.

De titel LAND VAN ORGELBOUWERS belooft meer dan de bewieroking van slechts de orgelmakers Smits uit Reek. Volkomen terecht wordt hun de lof toegezwaaid die zij verdienen! Deze kunstenaars, die zich het vak van orgelbouwer zelf hebben eigen gemaakt, hadden nooit tot deze hoogten kunnen groeien als zij niet de orgels hadden gekend die zij in hun directe omgeving, het Maasland, kregen te bespelen. Deze orgels, die hier al in de achttiende eeuw geplaatst zijn door Matthijs Verhofstadt (Gemert 1677-1731) en Matthijs van Deventer (Velp 1687-Nijmegen). Hun orgels die volgens Richard de Beer als “paapse alarmbel” golden, waren ook echt als zodanig bedoeld.

Een van de niet nader genoemde onbekende monniken was de Karmeliet Benedictus Buns (1641-1716), die vanuit het klooster in de vrijheerlijkheid Boxmeer zowel kerkelijke als wereldse muziek componeerde en menig katholieke organist opleidde en bewerkstelligde dat er ook werkelijk orgels kwamen die bespeeld en gehoord konden worden als luid contrareformatorisch signaal naar de protestantse overheersers. Dat kon Buns alleen gedaan krijgen met de �nanciële steun van de Duitse Ridders in Gemert, een kloosterorde die ontstaan was ten tijde van de kruistochten en ten doel had gewonde kruisvaarders te verzorgen. In de 18de eeuw was hun hulp niet erg actueel meer, en het verjagen van de ketters werd een aanvaardbaar nieuwe bestemming. De priesters in het Maasland werden al geleverd door deze Gemertse orde.

Een van de weinige Brabantse of Zuid-Nederlandse actieve orgelmakers was Matthijs Verhofstadt in Gemert. Zijn vermoedelijke leermeester Jan van Dijck had het vak geleerd in Mechelen en zo kreeg het Maasland van Verhofstadt en Vasn Deventer een heel aantal orgels die gebouwd waren naar oer-Brabantse principes. Ik noem Megen (vóór 1711), Haren (1716), Tee�elen (1734), Macharen (1736), Ravenstein (1738) en Velp (1854, thans te Schaijk). Deze orgels waren de leermeesters en inspirators van de Smitsen uit Reek, en gelukkig was hun conditie van dien aard dat we de meeste van deze instrumenten nog kunnen horen. Aan wie is dat te danken? Deze vraag dringt zich natuurlijk op, maar die wordt in dit artikel niet beantwoord.

Welnu, Rond 1800 vestigde de orgelmaker Leonard van Eijsdonck zich met zijn neef Paulus van Nistelrooy in Oss. Van Eijsdonck was organist, orgelmaker en klokkenist in Helmond en zijn vader Paulus orgelmaker in Gemert. We mogen aannemen dat dat bij Jan van Dijck was. Met de komst van deze twee orgelmakers was het onderhoud van de orgels in het Maasland vanuit het roemruchte pand Hooghuisstraat 7 in Oss gewaarborgd, want ook vader en zoon Van Nistelrooy bleven de Brabantse orgelbouwtraditie trouw, getuige het in 1868 door Naat van Nistelrooij verbouwde Van Dijck-orgel in Handel bij Gemert en het Van Deventer-orgel in Tee�elen.

De laatste orgelbouwer in deze traditie was Janus Kuijte, van wie het orgel in Vorstenbosch bewaard gebleven is. Helaas was deze orgelmakerij niet meer in staat om het nieuwe orgel voor de Oss Grote Kerk te bouwen, een opdracht die in 1897 aan de Duitse �rma Walcker werd toevertrouwd.

Wout van Kuilenburg, Boxmeer

Page 11: Land van Ravenstein

door Peter van Erp

Mocht het de lo-kale bestuur-ders in het voor-malige Landvan Ravensteinna 1815 nog niet

duidelijk zijn dat ze zich moestenschikken in hun ondergeschikterol, dan toch in ieder geval vanaf1818. In dat jaar werd het kasteelvan Ravenstein, symbool van deeeuwenlange soevereiniteit tot degrond toe afgebroken. De bood-schap was helder: voor graafschap-pen, heerlijkheden en baronieswas geen plaats meer in het Ko-ninkrijk der Nederlanden. Ieder-een moest zich schikken naar denieuwe hiërarchie. De rol van dedrost van Ravenstein en zijn sche-penen was uitgespeeld.

Of het bevel tot sloop van hetkasteel van Ravenstein inderdaadeen reactie was van een getartrijksgezag, is nooit vast komen testaan. Wel waren er indertijd fric-

ties tussen rijksambtenaren en lo-kale bestuurders die hun eigenkoers bleven varen. Uiteindelijkschikte iedereen zich in de struc-tuur van Rijk, provincies en ge-meenten. Resteerde een herstruc-turering van het kerkelijk gezag.Het Land van Ravenstein, hetgraafschap Megen en andere vrijeheerlijkheden waren steeds katho-liek gebleven, terwijl het Roomsegezag in de zeventiende eeuw uitde rest van Brabant verbannenwas. De heerlijkheden waren daar-om ingedeeld bij het bisdom vanLuik. In de Nederlandse enclaveswas de apostolisch vicaris deplaatsvervanger van de bisschopen dus de leider van de kerk.

BelachelijkTot 1830 had niemand een pro-bleem met deze situatie, maar datwas voor de opstand van de Bel-gen. Nadat de zuidelijke Nederlan-den zich los hadden gemaakt vande noordelijke, moesten alle ban-den met het Belgische zo snel mo-gelijk worden verbroken. KoningWillem I drong er persoonlijk opaan dat dit ook gold voor het bis-dom Luik. Samenvoeging van devoormalige heerlijkheden bij hetopnieuw te vormen bisdom DenBosch lag voor de hand. Maar inRome dachten ze daar andersover. De oude katholieke bastionsMegen en Land van Ravensteinkwamen in aanmerking voor eeneigen bisdom. Belachelijk, zo rea-geerden de tegenstanders. Megenen Ravenstein waren veel te kleinvoor een eigen bisdom.

Piet van Antwerpen uit Boekeldenkt dat persoonlijke voorkeureneen belangrijke rol speelden in demachtsstrijd die ontbrandde. Hijpubliceerde in 2005 een boekjeover de gebeurtenissen. In hetLand van Ravenstein was de in

Boekel geboren Henricus van der Veldeneen rijzende ster in de kerkelijke pikorde.Deze Boekelaar had als twintiger al een he-le carrière als docent aan de TheologischeHoogeschool in Huisseling en de Latijnseschool van de Kruisheren in Uden achterde rug en mocht zich derhalve professornoemen. Als hij op 18 mei 1839 door depaus tot apostolisch vicaris van Raven-stein en Megen wordt benoemd, wordt inde betreffende regio met grote instem-ming gereageerd. Van Antwerpen: „Uit cor-respondentie blijkt dat Van der Velden indie tijd op handen werd gedragen.” AlsVan der Velden vervolgens ook nog hetapostolisch vicariaat van Grave krijgt toe-gewezen, is het argument van de te kleineomvang voor een eigen bisdom ondervan-gen. Tot het vicariaat Grave behoorde ookNijmegen en daarmee zou het bisdom vanVan der Velden meer katholieken herber-gen dan het bisdom Breda.

De bisschopswijding van Van der Vel-

den was al in voorbereiding toen de beer-put werd opengetrokken. Er dook eenbrief op waarin werd gewezen op het feitdat Van der Velden als ‘onecht kind’ wasgeboren. Zijn vader was niet getrouwdmet zijn moeder en hij werd ook niet doorenige verwekker erkend. De hoge heren inRome schrokken zich een hoedje. Eenschandaal moest ten koste van alles wor-den voorkomen. Van der Velden werdgeen bisschop en kreeg in plaats daarvaneen brief waarin hem gesommeerd werdontslag te vragen als apostolisch vicaris.Van der Velden zag de hopeloosheid invan zijn situatie en gehoorzaamde. Hetaanbod om in Limburg pastoor te wordenvan een rijke parochie sloeg hij af. Hijsmeekte: ‘Laat me alsjeblieft in mijn vader-land blijven.’ Daarmee bedoelde hij vol-gens Van Antwerpen het Land van Raven-stein. Van de Velden trok zich terug in hetklooster en stierf in 1857 als teleurgesteldman in het Belgische Sint-Truiden.

Henricus van der Velden uit Boekelmaakte als priester een bliksemcar-rière binnen de kerk. Hij zou de eer-ste bisschop van het bisdom Oost-Brabant worden. Hij wordt echterslachtoffer van een politieke intrige.

Koning Willem I bemoeide zich per-soonlijk met de bisdomvorming inBrabant. Hij liet een hoge ambtelijkefunctionaris druk uitoefenen voor sa-menvoeging van het vicariaatRavenstein/Megen met Den Bosch.

DE STURENDEDE GELAUWERDE DE GERAAKTE

Een apart bisdom voor Oost-Brabantwas de inzet van een machtsstrijd.Het werd beslecht met vuil spel.

Piet van Antwer-pen uit Boekel te-kende het verhaalop van plaatsge-noot Henricus vander Velden. Dezeonfortuinlijke fi-guur gaf ooit les inhet klooster van deBirgittinessen inUden op de achter-grond. foto JeroenAppels/Van Assendelft

Van der Velden was een‘onecht kind’. Bij zijnpriesterwijding werd ergeen punt van gemaakt,bij de bisdomstrijd wel

LAND VAN RAVENSTEIN

200 jaar geleden werden de ministaatjes Megen en Land van Ravenstein opgedoekt. Het gebiedis vandaag de dag nog doordesemd met de nalatenschap.

Boterbriefje nekt bisschop

Page 12: Land van Ravenstein

door Peter van Erp

Met leedwezenheeft Z.M. zichovertuigd, dat inhet kwartier Ra-venstein het ge-heel bestuur zich

in eenen toestand bevindt verre bene-den het overige van het rijk.

Lodewijk Napoleon werd in1809 niet vrolijk van de toer doorde zuidelijke helft van zijn konink-rijk. Pure armoede teisterde de be-volking en het lokale bestuur waseen lachertje. De situatie wasronduit dramatisch. Geen wonderdat duizenden Brabanders in deeeuw die volgde hun heil zochtenin emigratie naar Amerika of Ca-nada. Alleen al vanuit Uden enomgeving vertrokken honderdeninwoners voorgoed naar de Ameri-kaanse staat Wisconsin. In de om-geving van het plaatsje Little Chu-te wemelt het tot op de dag vanvandaag van de Brabantse achter-namen.

De oude ‘hoofdstad’ Raven-stein was binnen het koninkrijkNederland gedecimeerd tot eenminuscule gemeente die nietmeer omvatte dan de voormaligevesting, zo’n 30 hectare groot. Hetstadje werd omringd door ge-meenten die qua inwonertal nogkleiner waren: Dieden, Demen enLangel, Deursen en Dennenburgen Huisseling en Neerloon. Toendeze vier gemeenten in 1923 totéén werden gesmeed kreeg Raven-stein voor het eerst weer zeggen-schap over kernen buiten de stads-poorten. Met de toevoeging vanHerpen (en Overlangel) in 1941 be-gon de gemeente Ravenstein wéériets meer te lijken op het voormali-ge Land van Ravenstein. Die laat-ste annexatie bleek echter geen on-verdeeld genoegen. Herpen waseen veel forser en zelfbewusterdorp dan de gehuchten die eerderaan Ravenstein waren toegevoegd.De fusiepartners werden rivalenen deze rivaliteit speelde het be-stuur van de gemeente de rest vanhaar bestaan parten.

Het was Walter Elemans die bijzijn afscheid als wethouder vande tobbende gemeente Raven-stein de knuppel in het hoender-hok gooide. Hij bepleitte in 1999publiekelijk aansluiting bij eengrotere gemeente. „Of ik daarmeeeen sneeuwbal aan het rollenbracht? Dat lijkt me wat veel eer.Het was wel voor het eerst dat eenbestuurder dit hardop uitsprak endat was not done.” Een enkele ro-manticus in de toenmalige ge-meente Ravenstein droomde daar-na van fusie met Landerd en zelfsUden, zodat het Land van Raven-stein als bestuurlijke eenheid zouherrijzen. De gemeente Oss lagbuiten deze historische kadersveel meer voor de hand en de ra-tio gaf de doorslag.

Uden likte in die tijd zijn wonden naeen mislukt fusieproces met Veghel enBoekel. Met Ravenstein was daar niemandbezig. Uden was uitgegroeid tot een stede-lijke kern met een bloeiend winkelcen-trum en grote bedrijventerreinen. Degroei werd vooral na de Tweede Wereld-oorlog ingezet, toen Uden tot regionalegroeikern werd bestempeld, tot frustratievan Veghel, dat deze status eveneens am-bieerde. Uden haalde met steun van hetRijk grote bedrijven als Philips binnen.Het ‘kersendorp’ werd een moderne stad.

Ook de andere kernen in de ‘Heikant’,met name Zeeland en Boekel, groeidenveel harder dan de dorpjes aan de Maas.De uitvinding van kunstmest leverde daar-aan een belangrijke bijdrage. Daarmeewerd de schrale grond vruchtbaar.

In het voormalige Land van Ravensteinis anno 2015 geen museum dat over de bij-zondere geschiedenis van dit gebied ver-haalt. In 2010 was er nog een ambitieus ini-

tiatief: Expeditie Land van Ravenstein.150.000 euro werd gestoken in een bezoe-kerscentrum bij de Ravensteinse molenen er werden interactieve fiets- en wandel-tochten uitgezet, ook vanaf het Museumvoor Religieuze Kunst (MRK) in Uden. Deopwinding onder bestuurders en historiciwas groot. Met moderne technieken werdhet verleden tot leven gewekt over ge-meentegrenzen heen. „De gemeenten uitde regio laten zo hun smoel zien”, juichteMRK-conservator Leon van Liebergen.„Dit gebied is de moeite van het bezoekenwaard.” Na een flitsende start en veel pu-bliciteit stierf Expeditie Land van Raven-stein na twee jaar al een stille dood. Deambities waren te groot, het aantal vrijwil-ligers te klein.

En zo blijft het Land van Ravensteinvoor de grote massa een sprookjesachtigbegrip. Er was eens een land, niet veel gro-ter dan de huidige gemeente Oss, met eenminuscule kern als hoofdstad...

DE VOORUITGANG

Uit totaal versplinterde erfenis vanLand van Ravenstein groeide alleenUden uit tot stedelijke kern.

In Uden dateerthet klooster van dezusters Birgittines-sen nog uit de tijdvan het Land vanRavenstein. De ho-ge flats op de ach-tergrond zijn uiter-aard van veel laterdatum. foto Ferryvan Zandvoort

‘Gemeente Ravensteinis te kwetsbaar, deinwoners zijn gebaat bijeen grotere gemeente’Walter Elemans, bij zijn afscheid alswethouder in 1999

LAND VAN RAVENSTEIN

200 jaar geleden werden de ministaatjes Megen en Land van Ravenstein opgedoekt. Het gebiedis vandaag de dag nog doordesemd met de nalatenschap.

Opkomst van het zuiden

A73

A59

A50

A50

A50

N279

Rosmalen

Schijndel

Nistelrode

Heesch

Wijchen

Rosmalen

Veghel

Oss

Nijmegen

Schijndel

Nistelrode

Heesch

Wijchen

Uden

Schaijk

Zeeland

Schaijk ReekReekGrave

Megen

Grave

Megen

RavensteinRavenstein

Zeeland

BoekelBoekel

Vo lke l

LAND VAN RAVENSTEIN

infographic WB | cartografie Maps4News

ee llBegrenzingvan het Landvan Ravensteinrond 1800

GraafschapMegen