Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES...

22
KOOPKRACHT & INDEXCIJFERS

Transcript of Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES...

Page 1: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

KOOPKRACHT&

INDEXCIJFERS

Page 2: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

Onder koopkracht verstaan we de hoeveelheid goederen en diensten die we met ons

inkomen of ons spaargeld kunnen kopen.

Onze koopkracht is afhankelijk van:

• De hoogte van ons inkomen of spaargeld

• De prijs van de goederen en/of diensten die we willen kopen

VOORBEELD:

Je krijgt per week € 5 zakgeld. Als een blikje cola € 1,00 kost kun je daarmee € 5: € 1 =

5 blikjes cola kopen. Stel dat de prijs per blikje stijgt naar € 1,25. Dan zou je met je € 5

nog maar € 5: € 1,25 = 4 blikjes cola kunnen kopen. Je koopkracht is dan gedaald.

KOOPKRACHT

Page 3: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

Elk jaar stijgen de prijzen van de meeste producten een klein beetje. Deze algemene

stijging van de prijzen noemen we inflatie.

Een gevolg van inflatie is dat je met dezelfde hoeveelheid geld MINDER producten

kunt kopen. We spreken dan van koopkrachtdaling.

INFLATIE en KOOPKRACHT

Page 4: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

Veranderingen in koopkracht maken we inzichtelijk met indexcijfers. Hierbij vergelijken

we de situatie in opeenvolgende periodes altijd met een basisperiode. De

basisperiode is de uitgangssituatie en heeft altijd de index 100:

Voorbeeld:

In onderstaande tabel moet je alle indexcijfers zien als een vergelijking met het

basisjaar 2013. Hiervan is de index 100.

VERANDERINGEN IN KOOPKRACHT INZICHTELIJK MAKEN MET INDEXCIJFERS

PERIODE INDEX (2013 = 100)2014 1022015 1052016 1042017 107

Page 5: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

INDEXCIJFERS VERGELIJKEN

PERIODE INDEX (2013 = 100)

2014 1022015 1052016 1042017 107

Het getal 104 bij 2016 betekent dus dat de situatie in 2016 104% is (dus een stijging

van 4%) ten opzichte van het basisjaar 2013 (en dus NIET t.o.v. het vorige jaar!)

Page 6: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

PROCENTUELE VERANDERINGEN TUSSEN INDEXCIJFERS ONDERLING

PERIODE INDEX (2013 = 100)

2014 1022015 1052016 1042017 107

Wanneer je procentuele veranderingen van indexcijfers ten opzichte van elkaar wil

vergelijken gebruik je de formule:

(NIEUW-OUD) : OUD x 100

Page 7: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

Bijvoorbeeld:

CPI in 2017 is 107. CPI in 2016 = 104. Het basisjaar (CPI 100) is 2013. Gevraagd:

hoeveel procent (1 decimaal) zijn de prijzen in 2017 gestegen t.o.v. 2016?

Uitwerking:

% verandering is (N-O):O x100 = (107-104) : 104 x 100 = 2,9% (positief dus stijging).

INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN

PERIODE INDEX (2013 = 100)

2014 102

2015 105

2016 104

2017 107

Page 8: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

Het berekenen van prijsstijgingen- of dalingen van een of enkele producten is niet zo

moeilijk. Voor de berekening van verandering in koopkracht moeten we echter

rekening houden met alle producten die we kopen. Bovendien moeten we de

prijsontwikkeling van productgroepen waaraan we een groter deel van ons inkomen

besteden hierbij zwaarder laten meetellen (wegingsfactor per productgroep).

KOOPKRACHT BEREKENEN MET INDEXCIJFERS

Page 9: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

De consumentenprijsindex [CPI] geeft aan hoeveel de kosten van het

levensonderhoud in een jaar stijgen ten opzicht van het gekozen basisjaar.

Voor de bepaling van het CPI doet het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

doorlopend budgetonderzoek. Hierbij wordt gekeken hoeveel geld gezinnen

procentueel uitgeven aan verschillende productgroepen.

De consumentenprijsindex [CPI] is het gewogen gemiddelde van de aparte (partiële)

indexcijfers van de verschillende productgroepen.

Het CPI is daarom een maatstaf voor de inflatie [stijging van het algemene prijspeil].

CONSUMENTENPRIJSINDEX [CPI]

Page 10: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

prijsindexcijfers 2014 per artikelgroep t.o.v. basisjaar 2008 (= index 100)

CONSUMENTENPRIJSINDEX [CPI] - VOORBEELD

De totale CPI 2014 van 111,9 is het gewogen gemiddelde van de prijsstijgingen over

alle artikelgroepen. Deze index geeft aan dat de prijzen in 2014 in totaal 111,9% zijn

t.o.v. basisjaar 2008 (=100%). In de periode tussen 2008 en 2014 zijn de prijzen dus

met 11,9% gestegen.

Page 11: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

Berekening:

CONSUMENTENPRIJSINDEX [CPI]

Page 12: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

De CPI zegt iets over de ontwikkeling van de prijzen (inflatie), maar nog niets over de

stijging of daling van de koopkracht!

Om een uitspraak over koopkracht (hoeveel producten en diensten kan ik kopen met

mijn geld) te doen moet je de CPI vergelijken met de stijging of daling van je inkomen

of de rente op je spaargeld in dezelfde periode!

De stijging of daling van de KOOPKRACHT geven we ook aan met indexcijfers, nl:

• Indexcijfer reëel inkomen [=koopkracht van je inkomen]

• Indexcijfer reëel spaarbedrag [=koopkracht van je spaargeld]

STIJGT OF DAALT DE KOOPKRACHT?

Page 13: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

Het nominaal inkomen is het bedrag in € dat je verdient. Hoe hoger de prijzen, hoe

minder je hiermee kunt kopen.

De koopkracht van je inkomen wordt reëel inkomen genoemd. Het indexcijfer reëel

inkomen wordt als volgt berekend:

INDEXCIJFER REËEL INKOMEN

Page 14: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

Voorbeeld

In 2018 stijgt het loon van een economieleraar met 5% t.o.v. het jaar ervoor. In

dezelfde periode stijgen de prijzen met 3%. Het indexcijfer reëel inkomen bereken je

dan als volgt:

INDEXCIJFER REËEL INKOMEN

Indexcijfer reëel inkomen = 105/103 x 100 = 101,9

d.w.z.

de koopkracht van het inkomen van de leraar is met 1,9% gestegen.

Page 15: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

Als de prijzen stijgen kun je met geld in je spaarpot minder kopen. Wanneer je het

geld op de bank zet krijg je rente als vergoeding. De koopkrachtverandering van

spaargeld is afhankelijk van zowel de ontwikkeling van de rente als van de

ontwikkeling van de prijzen.

Ook de koopkracht van spaargeld wordt uitgedrukt als (reëel) indexcijfer en wordt op

dezelfde manier berekend:

INDEXCIJFER REËEL SPAARBEDRAG

Het indexcijfer nominaal spaarbedrag = 100 + het rentepercentage.

Page 16: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

Voorbeeld

In 2018 krijgt de economieleraar met 3% rente op zijn spaarrekening. In dezelfde

periode stijgen de prijzen met 2,4%. Het indexcijfer reëel spaarbedrag bereken je dan

als volgt:

INDEXCIJFER REËEL SPAARBEDRAG

Indexcijfer reëel spaarbedrag = 103/102,4 x 100 = 100,6

d.w.z.

de reëele waarde van het spaargeld van de leraar is met 0,6% gestegen.

Je kunt ook zeggen: de reëele spaarrente in 2018 was 0,6%.

Zolang het indexcijfer reëel spaarbedrag groter is dan 100 is spaarrente hoog genoeg

m de prijsstijgingen te compenseren!

Page 17: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

REKENEN MET KOOPKRACHT | RIC-NIC-PIC

Voor het maken van koopkrachtberekeningen (maakt niet uit of het gaat over

inkomen, spaargeld of vermogen) kun je de algemene formule gebruiken:

RIC = Reëel Index Cijfer [index van de % stijging of daling van de koopkracht]

NIC = Nominaal Index Cijfer [index van de % stijging of daling in geld]

PIC = Prijs Index Cijfer [index van de % stijging of daling van de prijzen]

RIC = x 100NICPIC

RIC groter dan 100 = koopkracht stijging!

RIC kleiner dan 100 = koopkrachtdaling!

Page 18: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

Voorbeeld:

Loon stijgt met 5% - prijzen met 3%. Gevraagd: bereken de verandering in koopkracht

t.o.v. het jaar ervoor en geef aan of dit een stijging of een daling is.

RIC = x 100NICPIC

Antwoord:

Index van de koopkracht = RIC = NIC/PIC x 100 = 105/103 x 100 = 101,9.

d.w.z. de koopkracht is gestegen (RIC > 100) met 101,9% – 100% = 1,9 %

REKENEN MET KOOPKRACHT | RIC-NIC-PIC

Page 19: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

RIC BEKEND - NIC OF PIC BEREKENEN

Met de afgeleide verhoudingsdriehoek kun je ook NIC of PIC berekenen als de

koopkracht index (RIC) bekend is:

ofwel:

NIC = RIC x PIC : 100 en PIC = NIC : RIC x 100

Page 20: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

Voorbeeld:

Vakbonden willen voor hun leden een koopkrachtverbetering van 1,5%. Zij verwachten

voor komend jaar 3% stijging van de de prijzen (inflatie). Gevraagd: met hoeveel %

moeten in dit geval de lonen stijgen?

Antwoord:

In dit geval zijn RIC en PIC bekend en wordt NIC gevraagd:

NIC (index nominale loonstijging) = RIC x PIC : 100 = 101,5 x 103 : 100 = 104,5 (afgerond)

D.w.z. de de lonen moeten stijgen met 104,5% – 100% = 4,5 %

RIC BEKEND - NIC OF PIC BEREKENEN

NIC = RIC x PIC : 100

PIC = NIC : RIC x 100

Page 21: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

WAT IS KOOPKRACHT?

WAT INFLATIE?

WAT IS CONSUMENTENPRIJSINDEX – HOE BEREKEN JE DIT?

WAT IS NOMINAAL INKOMEN?

WAT IS REËEL INKOMEN – HOE BEREKEN JE INDEX REËEL INKOMEN?

WANNEER KOOPKRACHTSTIJGING/DALING VAN JE INKOMEN?

WAT IS REËELE RENTE – HOE BEREKEN JE INDEX REËEL SPAARBEDRAG?

HOE BEREKEN JE INDEXCIJFER NOMINAAL SPAARBEDRAG?

WANNEER KOOPKRACHTSTIJGING/DALING VAN JE SPAARGELD?

LET’S CHECK:

Page 22: Koopkracht en Indexcijfers P ORG en Indexcijfers_HO1.pdf · INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN PERIODE INDEX (2013 = 100) 2014 102 2015 105 2016 104 2017

EXTRA UITLEG

https://www.youtube.com/watch?v=1f9ndFA2d6o

Uitleg indexcijfers deel 1[OSacademy] 06:11

https://www.youtube.com/watch?v=1H_-GQRscmU

Uitleg indexcijfers deel 2[OSacademy] 08:55

https://www.youtube.com/watch?v=_hsa8f1LR8g

consumentenprijsindex[ecomakkie] 03:00