Week 2 New Media Marissa Kluger September 7, 2012 New Media Marissa Kluger September 7, 2012.
Kluger Hans #02
-
Upload
olaf-risee -
Category
Documents
-
view
232 -
download
0
description
Transcript of Kluger Hans #02
020304050607080910111213141516171819202122232425262728293031323334353637383940414243444546474849505152535455565758596061626364
Inhoud
inleiding
hendrik carette – een verloren paradijs
nicolas leus – waadruim: legenda
robert van ruyssevelt – cul-de-sac
petr borkovec – 4 gedichten
achterflap
naar het gelijknamige schilderij van Emil Nolde
naar een televisie-uitzending met 7 sprekers en 1 publiek
naar nieuwe, onbenoemde elementen:volg de gids
naar postkaarten en onvervulde verlangens
werk van Kati Heck
naar het Tsjechische origineel
peter dehullu – eenakter
Kluger Hans nr. 2 – driemaandelijks – zomer 2009
Een inleiding is een poortwachter waar men argeloos aan voorbijwandelt. Al-
licht. Soms is ze een knokploeg. Een richtingwijzer. Een besmetting. Ze bemoeit
zich met hoe het vervolg gelezen zal worden.
Deze inleiding had kunnen beginnen met: ‘Het realisme, niet als negentiende-
eeuwse kunststroming, maar als filosofische verklaringsgrond voor de verhou-
ding tussen taal en werkelijkheid, kan ook als uitgangspunt van het tweede
nummer van Kluger Hans gezien worden.’ Maar wie de moeite neemt om hier
dieper op in te gaan, al is het maar door op Wikipedia bij het lemma ‘realisme
(filosofie)’ te kijken, ontdekt al snel dat het welklinkende nonsens is. Ze had
kunnen beginnen – of verdergaan – met een citaat uit het juryrapport van de
Gouden Uil dat, bij monde van juryvoorzitter Guy Mortier, ‘goede literatuur’
definieert als: ‘van alle tijden en van alle mensen, maar bovenal brandend ac-
tueel’. Ze had vervolgens de populariserende en mythologiserende retoriek van
deze uitspraak blootgelegd, boutadisch het per definitie elitaire en cultureel-
bepaalde van oordelen over literatuur aangekaart en zich vrolijk gemaakt over
de inperking van literatuur tot zijn maatschappelijke echo. ‘Een echo is onscha-
delijk.’ Ze had meteen ook het essayboek de revanche van de roman van Thomas
Vaessens en/of de Librisjury door de modder gehaald, die ook maatschappij en
literatuur met elkaar verbinden. Wie zou vervolgens gecontroleerd hebben of
die uithaal nog met de werkelijkheid strookte?
De werkelijkheid. Ze klinkt monolithisch en is kneedbaar, blijft aan de vingers
kleven en maakt vlekken in de vorm van vraagtekens. Hoe geeft literatuur de
werkelijkheid weer? En hoe wordt literatuur weer werkelijkheid? Met een ant-
woord op deze vragen, door erop te schuren tot ze verdwenen lijken, had deze
inleiding kunnen beginnen, verdergaan, eindigen:
de redactie
Inleiding
02
‘Literatuur is meer dan een naadloze kopie van de werkelijkheid. Wie haar
oprecht probeert na te bootsen, komt ofwel niet verder dan een geslaagde
gimmick – genre: een sokkel omgekeerd op de grond zetten en beweren dat de
wereld op de sokkel rust – of zal met de mislukking terdege rekening moeten
houden. Maar die mislukking is een mislukking op de manier waarop God een
wezen naar zijn evenbeeld wou scheppen en bij de mens uitkwam: een creatief
moment. In de taaldaad zitten mimetische pretenties, maar tegelijk ook een
productieve consequentie: een nieuwe werkelijkheid ontstaat.
De teksten in Kluger Hans 2 proberen een werkelijkheid te herhalen: van
een schilderij tot het cliché van het pastorale landschap, over een televisie-
uitzending, muurlandschappen, postkaarten en de ontzetting bij de dood van
een vriend. Tegelijkertijd roepen ze een autonomie over zich uit, die alleen
maar bestaat dankzij zijn spankracht met datgene waar ze een reactie op is.
Ze echoën een sjabloon of een werkelijkheid die we voor ons zien, maar toch
afwezig blijft.’
Pas na de inleiding begint het echt. Elke tekst kan maar het best geïnterpreteerd
worden op de manier waarop ze de werkelijkheid onthult en misinterpreteert.
Daartussenin vindt de lezer zijn begeerte en ontluistering.
03
04
Kleef hier schilderij
05
De man is een demonische naakte baardaap en hij loert naar de naakte vrouw
die naast hem als een verschrikte vrouw haar lompe hompen vlees vertoont.
Beiden zitten als gedrongen dwergen bij de rode gepunte paal van een penis
die hoog door een groengouden bijbelse slang wordt omwonden en beklommen.
Man en vrouw zijn gedrochtelijk gezwollen onder de boom van de levensdrift
en de voeten van deze twee verweesde wezens zijn slechts hoeven of klompen.
Haar bleekblauwe angstige ogen werden opengesperd aan een Deens zeestrand.
Zijn ogen werden zwartgeblakerd in een hut op de Duitse heide na een veenbrand.
Een verloren paradijs
Hendrik Carette
(bij het gelijknamige schilderij van Emil Nolde uit 1921)
06
PersonagesPhara
Presentatrice. Draagt een ketting met steentjes rond de hals en een rood, wat
loshangend hemd.
Filip
Politicus. Is gekleed in een donkergrijs maatpak, spreekt een taal die het midden
houdt tussen West-Vlaams en Antwerps.
Esmaa
Oudste zus. Draagt een paarse hoofddoek, spreekt net als haar zussen met een
Hollands accent.
Hajar
Tweede zus. Zit in het publiek, herkenbaar aan haar blauwe hoofddoek en bril.
Jihad
Jongste zus. Draagt een groene hooddoek op een zwart kleed.
Hans
Woordvoerder van een katholieke instelling. Heeft een jommekeskopje, met
tekenen van beginnende kaalheid. Spreekt in een geaffecteerd Nederlands dat
een West-Vlaamse achtergrond verraadt.
Lieven
Co-presentator. Kortgeschoren blonde kop, draagt een modieus jasje.
Eenakter
Peter Dehullu
7 monologen en een publiek
Debuut
07
SettingEen tafel met Phara en Lieven aan het hoofd, aan de linkerkant Esmaa en Jihad
en rechts Filip en Hans. Het publiek zit rondom in een U-vorm. Camera’s zijn op
strategische plaatsen opgesteld. Gedurende het hele stuk verandert niemand
van plaats.
TekstPhara (362 woorden)
Ja dames, kennen jullie Filip Dewinter?
Van wat kent u hen?
Laten we op een paar punten doorgaan, hé. Jullie dragen de hoofddoek.
Dat doen jullie al lang?
Als een statement? Of
Dus het is evident voor jullie. Meneer Dewinter, voor u is dat, die hoofddoek,
een symbool van de onderdrukking van de vrouw.
Kan u het hen uitleggen?
Laten we eens bij de hoofddoek blijven.
Mijnheer Dewinter, dit is een concrete vraag.
Drie.
Neen, maar u zegt dus eigenlijk, dit zijn uitzonderingen.
Mijnheer Dewinter, laten we het hier houden.
Laten we het hier houden.
Mijnheer Dewinter?
Mijnheer Dewinter.
Ja, neen, vind ik fantastisch.
(publiek lacht)
Ja, dames doe maar.
Ja.
Peter Dehullu – Eenakter
08
Mijnheer Dewinter, hier blijven.
Mijnheer Dewinter.
Mag ik even? Mag ik even proberen? Hij is bang dat hoe langer hoe meer meisjes
in de Nederlanden de hoofddoek gaan dragen.
Esmaa, een antwoord hierop?
Zegt u? Neen.
Nu draaien we weer rondjes. Nu wil ik
Nu wil ik
Nu wil ik toch even nog iets
Mijnheer Dewinter
Ja, ik wil iets zeggen, jaja. (publiek lacht) U wil de islam in Europa terugdringen.
Maar ik wil nu toch eens heel concreet horen wat u dan eigenlijk wil. Wat moet
er weg voor u? Als u de macht hebt, wat wil u dan terugdringen van die islam?
Heel concreet.
En binnen de grenzen van Vlaanderen.
Dus, dat zegt u wel. Ja.
Maakt u het dan eens concreet.
Ja.
Mijnheer Dewinter, u vindt wel, en dat schrijft u ook in uw boek, dat ze zich ook
moeten aanpassen en dat ze zich moeten gedragen en kleden zoals de meerder-
heidsbevolking.
Maar wat doet u dan met de orthodoxe joden in Antwerpen?
Maar u moet niet tegenspreken wat in uw boek staat.
En de islam? Past die in?
Maar maakt u dat eens eh
Debuut
09
Ja.
Maar
Mijnheer Geybels.
Ik heb nog een vraag, mag ik nog een vraag stellen?
Volgens mijnheer Dewinter is er geen plaats voor de islam binnen Europa. Is er
volgens u wel een plaats voor de islam binnen Europa?
Het klinkt alsof u er niet gelukkig mee bent.
Stoort de hoofddoek u?
Heel kort, mijnheer Dewinter, kan dat?
Jullie mogen nog eens terugkeren.
*
Filip (2150 woorden)
Ja. Absoluut. Ik ken hen.
Van hun programma. En uiteraard van dat fameuze fragment met Hans Teeuwen,
dat overigens, dacht ik het het het televisiemoment van Nederland is geweest,
eh, een of twee jaar geleden. Dus, dat is overal gekend.
Ik vind dat ze moedig zijn. Ze komen uit voor hun standpunten en hun mening
en ik heb respect voor hen. Ik vind ze best sympathiek. Trouwens, een van hen
draagt de kleuren van mijn favoriete voetbalclub: Cercle Brugge, groen en zwart.
Dus, eh (Publiek lacht en applaudisseert) wat dat betreft valt het allemaal mee.
Absoluut.
Ik ken het verhaal dat die beide dames omtrent de hoofddoek brengen. Ze
zeggen: het is onze keuze, we worden daar niet toe verplicht. Natuurlijk is er
een enorme sociale druk om dat wél te doen binnen de islam. En ik vind, eh, ja,
die die die die hoofddoek toch een symbool van de onderdrukking en de discri-
minatie van de vrouw binnen de islam. Het gaat veel verder dan die hoofddoek,
dat weten we allemaal. Kijk maar naar de Koran, naar de sharia, daar zien we
hoe de islam ten opzichte van de vrouw werkelijk reageert.
Peter Dehullu – Eenakter
10
en ik heb zoiets
ik heb zoiets, als ik even mag ik heb zoiets
(publiek lacht)
Heel kort, heel kort, heel kort. Ik heb zoiets van: als ik dat hoor, van het is mijn
eigen keuze, dan zeg ik: jaja, dat ken ik. Eh, iedere vrouw met een blauw oog, die
is ook altijd tegen de kast gelopen. En
En iedere vrouw in Saoudi-Arabië
Of in Iran met met een
Ik ben ervan overtuigd dat de positie van de vrouw in de islam
een minderwaardige positie is, mevrouw. Maar ik oordeel niet
Daar doe ik niet aan mee, daar doe ik niet aan mee.
Ik oordeel niet over individuele gevallen. Want ik weet hoe dat werkt, natuur-
lijk, hé.
Men zet twee knappe, jonge, sympathieke, intelligente moslima’s rechtover
mij.
Drie. Nummer drie is in versterking er ook bij. Gedeelde smart is halve smart.
En dan word ik geacht om
on the spot
on the spot
on the spot te oordelen. Maar, als ik mag antwoorden op uw vraag.
Vindt u dat al uw moslimzusters in... in pakweg Soedan, Nigeria, Iran, Afghani-
stan en nog een tiental andere landen persoonlijk kiezen voor het dragen van de
burka?
Als van de hijab? Neen, dat doen ze natuurlijk niet. Denkt u dat vrouwen in de
islam
Miljoenen
Kiezen
Voor genitale verminking? Neen, natuurlijk niet.
Maar de islam is wel de islam.
In Nederland of in Soedan.
Met zo’n hoofddoek op? Absoluut.
U bent geen geëmancipeerde vrouw wanneer u dit soort van dingen op uw hoofd
draagt.
En ik denk, ik denk dat het natuurlijk veel verder gaat dan alleen die hoofddoek.
Dat is uw persoonlijke keuze
Debuut
11
Ik trek aan geen touwtjes
Da’s een persoonlijke keuze.
Mevrouw, dus uw
Bij u is het een persoonlijke keuze om dat te doen
maar het wordt natuurlijk wel enigszins anders – en die vraag wou ik aan u
stellen –
wanneer u vindt dat heel onze samenleving uw regels moet gaan toepassen.
En dan kijk, dan stel ik u de vraag
Dan stel ik u de vraag: vindt u dat u met die hoofddoek op ook les moet kunnen
geven in het onderwijs?
(luider) Vindt u dat u met die hoofddoek op moet kunnen aan het loket zitten in
het openbaar ambt?
Bij een ministerie
(luider) of bij een gemeentebestuur. En dan zeg ik neen, want dan...
Geeft u het antwoord, geeft u het antwoord. Dan kom ik terug. Geeft u het ant-
woord.
Dat is maar een symbool.
Neen, daar praten we nooit over, dat klopt.
Neeneenee.
Maar vindt u niet dat in het openbaar ambt er neutraliteit moet zijn?
Dat er in het onderwijs neutraliteit moet zijn?
En dat ook de moslims zich daar moeten aan houden?
Want men dringt natuurlijk altijd maar standpunten op aan heel de samenle-
ving.
En da’s het verschil
Ja.
Kijk eens aan.
Ik kom eens luisteren naar uw les, dat doe ik.
Maar op een neutrale manier, als het even kan.
Zo hoort het bij ons.
Mag ik een vraag stellen?
Da’s duidelijk.
Ik focus niet op het individu. Ik focus op de islam.
Peter Dehullu – Eenakter
12
Voor mij is de islam een totalitaire godsdienst
die verstard en versteend is. Dat er binnen die islam natuurlijk een aantal indivi-
duen zijn, die daar soms een andere mening over hebben, dat is best leuk
maar niet relevant voor de godsdienst als dusdanig. En daar houdt het bij mij
op.
Zolang het uw individuele keuze is, prima.
Dan bent u voor mijn part katholiek, boeddhist, islamiet, maakt nie uit.
Maar u mag die keuzes niet aan onze samenleving opdringen. Laat mij eens een
vraag stellen? Laat mij eens een vraag stellen?
Straks zijn de moderators niet meer nodig in dit programma.
(publiek lacht)
Laat mij eens een vraag stellen?
Ik kom hier zo weinig dat dit even moet kunnen.
U hebt een programma op de Nederlandse televisie en dat noemt ‘De meiden
van Halal’. Nu, ik vraag mij af: voor wanneer een programma op de Iraanse, Sa-
oudische, voor mijn part de Marokkaanse televisie
De kerels van het kruis. De kerels van het kruis. Zou dat kunnen? Binnen de isla-
mitische gemeenschap?
Ik vrees van niet. En dat is de realiteit die u onder ogen moet zien.
(geroezemoes in publiek)
Neeneeneenee, ik stel de juiste vragen, die wel moeilijk te beantwoorden zijn.
Wel kijk, de wereld op zijn kop.
De wereld op zijn kop, wel zover zijn we gekomen dat moslims hier bij ons hun
wetten opdringen aan ons en hier komen zeggen hoe wij het doen. (publiek zegt
ja, ja, ja en applaudisseert) En daar daar daar bent u helaas de stille getuige.
Dat zijn geen fans, deze mensen zijn neutraal uitgenodigd, neem ik aan.
Maar mevrouw
Dat klopt
Niet veralgemenen, nooit doen. Klopt
Maar het is ook een feit
Het is ook een feit Ik doe dat niet. (Esmaa lacht) En lees mijn boek, ik zal het
gratis bezorgen.
Of neen, betaalt u toch maar vijftien euro.
Debuut
13
(publiek lacht)
Maar één ding wou ik toch zeggen. Het is niet omdat een kat in een viswinkel
wordt geboren dat hij plotseling een vis wordt. (publiek gniffelt) Kijk, ik vind
couscous ook lekker. En ik vind zelfs een aantal Marokkaanse voetballers top.
We hebben Boussoufa bij Anderlecht, we hebben Lashaf bij Antwerp gehad
we hebben Zokarim Bashar bij bij ook bij Antwerp. Prima spelers.
Dat betekent daarom nog niet dat ik een Marokkaan of een islamiet ben ge-
worden.
Omdat ik toevallig couscous lekker vind en Marokkaanse voetballers prima spe-
lers vind.
Zo werkt het natuurlijk niet.
Bwa. Ik heb op zijn minst de moordenaar van Theo van Gogh
Een aantal dingen weten verklaren die er bij mij niet inkunnen.
En ik vrees
Dat het de radicale jongens zijn
Dat het de fundamentalisten zijn
Dat het de extremisten zijn die de touwtjes in handen houden van de structuren
van de islam, van de moskeeën, van al dat soort dingen. En dat er natuurlijk heel
wat culturele moslims zijn, dat er heel wat moslims zijn die zogenaamd gematigd
zijn, maar die vooral gematigd zijn in hun toepassing van de islam. Gematigd zijn
in het feit dat zij die islam maar matig in de praktijk brengen. En dat zijn dan de
moslim waar men zich aan spiegelt om te zeggen: ja, kijk dat is dan die Europese
islam.
Maar er bestaat geen Europese islam.
Dat is zoiets als een... als een roze olifant op, met twee poten en een giraffenek
die Sualees praat.
Die bestaat niet, de Europese islam.
Ik keer niets om.
Neen, neen. Laten we het dan hebben over de islam en de Koran.
Ja.
Voor
Voor de moslims.
Islam betekent vrede
voor diegene
Peter Dehullu – Eenakter
14
die tot de islam behoren. Niet voor de kafirs en dat zijn wij de ongelovigen.
(publiek applaudisseert)
Als ik daarover één ding
één ding
Eén ding mag zeggen
De islam
Mag ik twee voorbeelden geven, als ik even mag antwoorden, toch, mevrouw?
Ik ben hoffelijk, wat dat betreft. U bent charmant, maar u moet me even laten
uitpraten.
Eén dingetje maar.
U bent met twee, ik ben alleen.
Zelfs de vertegenwoordiger van de kardinaal helpt me niet in mijn strijd tegen
de islamisering, dus wat dat betreft (publiek lacht)
Nochtans, ik heb nochtans liever een kruis in de kuiten, dan een minaret in de
tuin, wat dat betreft.
Neen, mevrouw.
Als u
Als u de fundamentele principes van de islam verlaat, ja.
Als u akkoord bent met de gelijkheid tussen man en vrouw.
Als u akkoord bent met de scheiding tussen kerk en staat.
Als u vindt dat een moslim
dat een moslim zijn godsdienst ook overboord mag gooien.
Als u vindt, als u dat allemaal vindt, dan
als u vindt dat de islam niet langer de doodstraf moet toepassen, wat men doet
in nogal wat islamitische landen
ten aanzien van mensen die afvallig zijn,
als u vindt dat ook homoseksualiteit,
een laatste vraagje
als u vindt dat ook homoseksualiteit moet kunnen in onze samenleving, dat dat
misschien een afwijkende vorm van seksualiteit is, maar een vorm van seksuali-
teit.
Vindt u dat allemaal als islamiet?
Dat vindt u allemaal?
Maar dan belijdt u de ware islam niet, mevrouw
Ik vrees dat ik de ware islam in de praktijk zie in zoveel landen.
Debuut
15
Dit zijn twee charmante dames, waarmee ik uiteraard wel bereid ben om samen
te leven.
Als zij de basisprincipes van hun geloof overboord gooien,
wat ze blijkbaar doen, prima.
En doe nog ook die hoofddoek af en dan lukt het perfect.
Natuurlijk, omdat u hier te gast bent. (publiek rumoert)
Mevrouw.
Mevrouw.
Mevrouw.
Dat verhaal heb ik al zo dikwijls gehoord.
De islam is hier te gast.
De islam. En dat betekent dat men zich moet schikken en gedragen naar onze
regels, waarden en normen.
En niet de regels
en normen van een godsdienst die
sinds het moment dat ze veertienhonderd jaar geleden
in de Koran werd neergeschreven
niet meer geëvolueerd is.
Het gaat hier over.
Het gaat hier over de theorie van de islam. Nooit over de individuele moslims.
Die beoordeel ik ook niet kop per kop, dat is niet mijn taak. Waar ik het over heb,
is dat er uiteraard godsdienstvrijheid is in Europa. Da’s goed. Dat is een goeie
zaak en dat onderscheidt ons van de islamitische landen en wereld. Maar dat
die godsdienstvrijheid betekent dat iedereen individueel zijn godsdienst mag
beleven, absoluut. Maar dat betekent niet dat we de structuren van de islam
hier moeten binnenhalen. Dat we een islamitische zuil
Dat we een islamitische zuil moeten tolereren.
Zoals we dat momenteel volop aan het organiseren en aan het subsidiëren zijn.
Ik heb geen lessen in democratie van moslima’s te ontvangen, want
We
We hebben
We hebben op dit moment
Peter Dehullu – Eenakter
16
Natuurlijk is dat zo.
U mag
Jamaar, u mag dragen wat u wil
Maar daar gaat het U mag dragen wat u wil
Laat mij even Laat mij even uitpraten. U mag dragen wat u wil en een orthodoxe
jood mag ook dragen wat hij wil. Trouwens
We hebben joods-christelijke wortels in Europa, geen islamitische, maar dat
even terzijde. Maar u mag dragen wat u wil
Maar dat houdt op Dat houdt op Dat houdt op op het moment dat je bijvoor-
beeld voor de klas staat. Dat houdt op wanneer u ambtenaar bent. Dat houdt in
onze maatschappij, in Europa op, wanneer u een publieke functie bekleedt. Dan
zijn we neutraal.
Daar erkent u de scheiding tussen kerk en staat niet.
Maar niet alleen aan de wetten.
Ook dat.
Mag ik nog even reageren op eh?
Ik vind het een beetje, ja, kenschetsend voor de Kerk vandaag wat de woord-
voerder van de kardinaal zegt. De kerken lopen leeg en de moskeeën lopen vol.
En daar is een reden voor. Onder andere het feit dat de katholieke Kerk en het
christendom in Europa geen ruggengraat en geen karakter durft te tonen om
de eigen identiteit centraal te durven stellen. En te durven zeggen: wij zijn Eu-
ropeaan, wij zijn een christelijk avondland en continent en wij verdedigen die
beschaving. Men laat zich onder de voet lopen, onder andere door de moslims
en de islam.
En dat blijkt ook vandaag weer.
Ik vind dat bijzonder pijnlijk en schaamtelijk. Nog even
Dat doe ik ook, mevrouw.
Dat doe ik ook.
Maar dat doe ik ook, mevrouw.
Zeker, wanneer het past, maar mag ik hier nog even op reageren?
Debuut
17
Maar ik maak mij daar zorgen over, zeker als ik vaststel dat we er vijftigduizend
op het grondgebied van Europa hebben.
(Filip lacht)
Mevrouw
Mevrouw
Mevrouw, ik heb ooit een moslim geholpen bij een verkeersongeluk, die in een
brandende wagen ligt, en ik heb hem eruit gehaald.
En ik vind dat dat mijn taak
en mijn plicht is als mens.
En dat heeft niets met religie te maken.
Ik vind dat een heel pijnlijke opmerking die u maakt.
*
Esmaa (1413 woorden)
Ja. Kent hij ons? is de vraag.
Ja.
Ja.
Neen. Als onderdeel van ons geloof. Althans ik.
Vindt u ons onderdrukt?
Vindt u ons onderdrukt?
Maar kort hé, we hebben niet veel tijd. (publiek lacht)
Ok, goed. Het punt is duidelijk.
Het punt is duidelijk.
Het punt is duidelijk. We wonen in Nederland. we hebben nog geen blauw
oog. Misschien zo meteen, maar dat weet ik nog niet, (publiek lacht) want wij
(verwijzend naar Jihad) maken vaak ruzie. Ik wil u vragen: komen wij, volgens u,
onderdrukt over en denkt u nog steeds dààdwerkelijk – hier dat wij tegenover
u zitten – dat wij nog steeds sociaal onder druk staan om een hoofddoek te
dragen? Denkt u dat werkelijk? Gelooft u echt wat u zegt?
Peter Dehullu – Eenakter
18
Neeneeneenee. Betrek het op mij.
Wij zijn een onderdeel Wij zijn een onderdeel van wat u net heeft gezegd.
Daar doet u niet aan mee, maar dat is geen discussie, mijnheer.
Ho ja, hij weet het wel.
Drie, hé.
Neenee, u zei dat u luister, hé.
U zegt dat u luistert.
U zegt dat u luistert. U zegt toch dat u luistert, maar, hij
Vindt u ons? Direct, he.
Maar we zijn in Nederland.
Stop. U gaat te ver. U gaat te ver. Laten we het binnen de grenzen houden.
Laten we het lekker over ‘de Nederlanden’ hebben. Heh, want we spreken de-
zelfde taal, gelukkig. Ik kan u perfect verstaan. Laat de vrouwen in Soedan zijn
voor wat ze zijn. Laat de vrouwen in Saoudi-Arabië zijn voor wat ze
Wij zitten, neenee, Wij hebben het hier eventjes hier
Want u bent bang blijkbaar ergens voor, maar ik wil graag weten: komen wij op
u – het is een hele simpele vraag: komen wij
Komen wij onderdrukt over op u? Dan
Antwoord ja of neen, en dan kunnen wij verderpraten.
U vindt ons nu onderdrukt?
(lacht)
Ik denk dat u een poppetje bent van het Vlaams Belang dat iedere keer – waar
mensen dus aan een touwtje trekken die dus – u wordt gedwongen
Neen, niet u.
Waarschijnlijk iemand anders daarboven.
Bij u is het een persoonlijke keuze en bij ons niet?
Ja.
Oh neen. Absoluut niet.
Absoluut.
Ja.
Debuut
19
Ja.
Neen. Maar u geeft antwoord op de vraag. U geeft zelf antwoord op uw vraag, ik
zeg: Stop. (commotie bij het publiek)
Heel even
Taraa.
Oh, wij hebben u ook laten uitpraten. (lacht) (publiek lacht)
Anders moet u daar politiek bedrijven.
Ja. Neutraliteit?
Ja. Ik ben het Oh Jaaa
(moedeloos, tegen presentator) Ik weet al waar hij naartoe wil. (lacht)
Ja, ok, stop. Die moslims waar u het over heeft.
U spreekt nu twee, twee van de onderdelen van de moslims waar u het over
heeft.
Ik sta voor de klas. Ik geef Engels en burgerschapskunde.
Ja, daar moet u pas bang voor zijn.
Ik geef Moet u vooral doen. Ik vind dat het vak centraal staat, het maakt niet
uit wie er voor de klas staat, als die maar bekwaam is. Blijkbaar ben ik bekwaam
genoeg om die lessen te geven. Ten eerste heb ik ervoor gestudeerd
Dat heb ik zeker gedaan.
Jaja, hoort ook bij ons.
Wacht, ik ben nog niet klaar, ik ben nog niet klaar.
Als ik Als ik Als u zich daar zorgen om maakt, als u daar bang voor bent, dan wil
ik hierbij uw angst wegnemen. Ik ben in staat om neutraal voor de klas te gaan
staan. Ik ben bekwaam om les te geven. Ik ben bekwaam om “neutraal” les te
geven. Ik geef overal les in, zolang het maar om het lesmateriaal gaat. het gaat
niet om mij. Het gaat ook niet om de moslims, het gaat om het beroep wat ze
uitoefenen. U focust nog steeds op de uiterlijke kenmerken.
Maar ik ben een onderdeel daarvan.
Heeft u net gezegd. U haalt zoveel
Hij moet hier blijven. U moet hier blijven.
U heeft nu U trekt de discussie tòtààl uit proportie.
Debuut
21
Ik heb geen verstand
Ja.
Wij zoek voor de Wij zoeken
Oooooh
Wij zijn Wij zijn hier geboren
Mijnheer Dewinter, contact, contact met de Nederlanden. Wij zijn hier geboren
en getogen. Ik heb een Nederlands paspoort. Ik spreek de taal volgens mij, als
wij even ga kijken
net zo goed als u, of misschien wel beter. Even arrogant doen, want u heeft fans
meegenomen. (publiek hoont) Ooh-ooh-ho. Maar goed. U moet af van het zien
van de islam als een totaliteit. Dat is één. Omdat dat niet bestaat. Zoals je niet
over de Belg kunt spreken, of de Belgen.
Alleen al in Belgen, alleen al in België heb je de Walloniërs, heb je de Vlamingen,
alleen al daaraan zit heel veel diversiteit. Als ik één Belg of één Vlaming pak, kan
ik niet spreken van: dat is een dief, die moet hier uit. Hij moet gestuurd worden
naar
Waarom doet u dat dan?
Waarom doet u dat dan?
(Esmaa lacht)
Neeneeneenee.
Wat is het probleem?
Heeft u ons horen roepen? Heeft u ons horen roepen dat u in een tulband moet
lopen?
Ja. Heeft u
Heeft u ons Heeft u
heeft u een moslim in de Nederlanden horen roepen dat hij graag wil dat de
sharia wordt ingevoerd op de manier waarop u bang voor bent? Heeft u dat ie-
mand horen roepen?
Ja?
Ja, ons ook niet.
Peter Dehullu – Eenakter
22
Neen, de extremisten.
Wij staan aan uw kant als u de extremisten wilt aanvechten.
Ok, ik wil hier effe wat zeggen.
Ik wil hierop wil ik wat zeggen.
U U U U keert alles om. U U
U beweert dus nu dat alle uitzonderingen op de regel de regel zijn. Wij zijn niet
een uitzondering op de regel. De liberale moslim waar u het over heeft, de moslim
die bepaalde... die een bepaalde stroming, de Europese islam aanhangt, is niet
een uitzondering op de regel. Het is de regel. De andere mensen, de moordenaar
van Theo van Gogh en alle andere extremisten, dat zijn de uitzondering op de...
De islam staat voor een vredelievend
Islam betekent vredelievendheid. Vrede.
Dat is wat mensen prediken als ze het hebben over de islam.
Neen.
Maar mijnheer Dewinter.
Ze is in de kleuren van uw voetbalteam.
Laat haar even uitpraten.
Vind ik ook.
Dan krijgen we toestemming van Mijnheer Dewinter
Dan moet u eventjes dezelfde vraag aan
Is het multiplechoice?
Ja of neen, het is gewoon de vraag.
U heeft geen keus, da’s het enige.
Neen.
Sorry.
Debuut
23
Te gast?
U hebt ons achtergesteld, als ik zo vrij mag zijn.
De islam is een godsdienst, mijnheer, het is geen ras.
En dat doe ik. Heel goed. Heel goed.
Ja, hij weet niet wat democratie is.
Willen we een lesje maatschappijleer doen? Burgerschapszin?
Blijkbaar bent u niet goed op de hoogte van wat democratie betekent, maar
goed. (Publiek mort)
Bijvoorbeeld in Antwerpen, wat doet u
Wat doet u met de orthodoxe joden in Antwerpen?
Ik mag vragen, ik mag vragen. Waarom maakt u daar een onderscheid in?
Ik ben nog publieker Publieker kan je het niet krijgen.
Publieker kun je het niet krijgen. En op televisie, en voor de klas. Uw geluk kan
niet op vandaag.
We overschrijden de wet niet.
Precies. Je moet je houden aan de wetten van het land waar je woont, ongeacht
welk geloof dan ook. Ook het islamitische.
Ook de moslims.
Bent u het dan eens met mijnheer Dewinter?
Precies.
Jammer.
Jammer dat u dat zo ziet en zo vertelt.
Ja. Ik wil daar nog wat op zeggen.
Jammer, het is heel jammer dat mijnheer Dewinter teruggaat in de tijd, terwijl
er nu juist progressie, er moet progressiviteit komen, niet alleen van moslims,
maar ook van mijnheer Dewinter en zijn aanhangers. Wat ik wel eventjes als als
als echt punt wil aanhangen, wat ik hier eventjes nog, eh, nog kwijt wil, is dat we
nu echt aan het praten zijn over dingen die absoluut, die er niet toe doen, terwijl
Peter Dehullu – Eenakter
24
er grotere problemen zijn. U zou zich eigenlijk moeten zorgen maken over de
economische crisis.
Waar u en ik echt problemen mee hebben.
Wat ons eigenlijk bindt.
Ik ben bang voor de honger, u bent bang voor de honger.
Neen, ik vind helaas dat Ik merk wel dat Nederland veel verder is, in alle op-
zichten.
Het is geen discussie meer, mensen die zijn gewoon Hollands en Nederlanders.
Die passen zich aan aan de wet en verder is er, hebben ze een eigen levensstijl.
Ik ben bang dat ik uit Amsterdam kom, waar die diversiteit heel erg centraal
staat.
als mens. Heel goed.
*
Hajar (1 woord)
Drie.
*
Jihad (985 woorden)
(lachend) Ik wist het, ik wist het!
Ja.
Ja. Jaja. Ik bedoel. Het geldt voor
Vindt u ons gewoon onderdrukt?
Maar dat is toch raar
Neen. Maar u geeft antwoord op de vraag. U geeft zelf antwoord op uw vraag, ik
zeg: Stop. (commotie bij het publiek)
Het is geen monoloog, hé, het is een dialoog. Nou, allereerst geeft zij les en
25
Debuut
staat ze voor de klas met de hoofddoek op.
In Nederland. Dus blijkbaar is het mogelijk. En ten tweede: u maakt zich zo druk
om een stukje stof, hé. Kijk, dit stukje stof betekent voor mij veel meer dan dat
het voor u betekent, maar u u u u houdt zich zo vast aan een hoofddoek, maar
blijkbaar kun je dan niet denken
Met een hoofddoek kun je niet achter een loket staan, dan kun je geen les geven.
Je kan alles prima doen. Behalve bepaalde uniformberoepen kan in Nederland –
nog – niet, misschien komt het nog: politie, marechaussee, noem maar op. Of
dingen in verband met veiligheid. En even terug: ik wil ook niet praten over
Saoudi-Arabië, Soedan, dat soort landen staan ook ver van mij, eh, van mij af.
Neen, eh, ik bedoel, neen.
Daar kunnen we misschien een andere keer over praten, maar moeten we het nu
hebben over, he, België en Nederland, dus laten we het vooral daarover hebben.
Ik kan praten uit mijn eigen ervaring. Wat ik bewust heb gekozen. Want als ik
gedwongen zou worden, zou ik rond dit tijdstip hier ook niet mogen zijn. Zou ik
ook niet mogen werken, zou ik niet mijn mening mogen uiten en zou ik al hele-
maal niet op tv mogen komen, als we voldoen aan het beeld wat u heeft. Dus het
klopt ergens niet.
En als iemand een
En als iemand een
Maar dat heb je
Dat heb je overal
Ja.
Maar wij kunnen u blijkbaar niet overtuigen.
Maar dat is niet waar. Dat geloof ik niet. Ik geloof u daar niet in.
Ja. tuurlijk.
Daar gaan we weer.
Alle argumenten
Blijf binnen de grenzen.
Ik ben bang dat hoe meer mensen zoals Filip Dewinter komen, hoe erger het is
met de samenleving. Dus dat is mijn angst. (licht gemor bij publiek) Net zoals hij
26
Peter Dehullu – Eenakter
een angst heeft tegenover meisjes zoals ik, of zoals Esma, of wat dan ook, ben ik
bang voor dit soort typetjes, want zij ontwrichten de hele samenleving, niet wij.
(publiek hoont haar weg)
Fans.
Ok, u hebt fans meegenomen.
Bij ons ook niet.
En die heb je in elke
Die heb je in elke
Neen, helemaal niet. Neen.
Neen.
Mijnheer Dewinter.
Mag ik even een ander, mag ik een beetje een ander,
een zijweg, effe een zijweg nemen.
We kunnen geen
We kunnen wel een theologische discussie voeren
Maar u praat de hele tijd.
En wij praten
Ik wil ook wat zeggen
Omdat het geen strijd is. Omdat het geen strijd is.
Maar dat vind ik best wel discriminerend wat u zegt. Wat u zegt, vind ik echt
discriminerend. U heeft over één groep en één religie.
Want ik vraag me af, hé? Kunnen wij met elkaar samenleven? Dat is de vraag.
U hoeft het niet eens te zijn met mijn hoofddoek. U U U hoeft het niet eens te
zijn met wat ik morgen ga eten, wat ik morgen ga doen, en of ik morgen naar de
moskee ga.
Kunnen wij samenleven?
Mee eens.
Ben ik, ja.
Ben ik, ik leef in Nederland.
27
Debuut
Ja.
Jawel.
Ik dacht dat we het over Nederland hadden.
Ook ik en u
Of mijnheer Dewinter en ik, Nederland en België
Dat vind ik allemaal.
Dat is niet waar. Maar dan kent u de ware islam niet, mijnheer Dewinter.
Ja, los van wat dan ook. Kunt u met ons samenleven? Want daar gaat het toch
om.
Maar waarom denkt u
Neen.
Blijkbaar, we moeten ons aanpassen aan u, omdat u het liever niet
Maar ik ben toch niet te gast.
Waar ben ik te gast?
Maar daar maakt u een hele goeie opmerking.
Ik ben geboren en getogen in Nederland.
Ik heb de Nederlandse nationaliteit. Ik ben niet te gast in dat land.
Ja, maar.
Anders leef ik niet in Nederland.
Hij weet niet wat democratie is.
Weet u wel wat democratie is?
Dat is jammer, dat is jammer.
Jammer dat u mij ook niet gewoon kan zien als Jihad, en heel de tijd maar mos-
lima. Ik zit hier ook gewoon als vrouw, ik zit hier als jonge meid, ik zit hier als
communicatiemedewerker, om het nog concreter te maken. Ik zit hier niet con-
tinu alleen maar als moslim, ik wil niet zo gezien worden, want ik noem u ook niet
de hele tijd stropdasman stropdasman. (Publiek lacht en mort) Ja, dat doe ik ook
niet. ik wil gewoon
Dat is toch vreemd, dat is toch vreemd.
U mag toch ook dragen wat u wil. Dat is toch vreemd.
28
We overschrijden
We overschrijden de wet toch ook niet?
Als we, blijkbaar, als we met de hoofddoek op al die dingen kunnen doen.
En ook u, ook mijnheer Dewinter moet zich eraan houden.
Precies. Wat houdt
Hoever
Precies.
Precies. Dat is democratie.
En als er gestemd wordt dat ze juist mogen komen, is dat ook democratie.
Jammer.
Jammer dat u dat zo ziet en zo vertelt.
U kan niet een hele groep
De hoofddoek is bijna geen discussie meer, eigenlijk.
(Filip lacht)
Nog iets wat wat ik vooral heb: ik heb vastgesteld dat ik anders sta in het leven
sinds het ongeluk. Ik vraag me af: als er drie moslims mijnheer Dewinter hadden
geholpen uit het vliegtuig, omdat hij niet had kunnen lopen, hoe die er dan over
had gedacht. Want op zo’n moment
maakt het niet uit waar je vandaan komt (publiek lacht)
wie je bent
Prima.
Maar ik hoor toch helemaal niets menselijks.
Ik hoor nu pas iets menselijks vanuit uw kant. Ik hoor de hele tijd
*
Hans (476 woorden)
Mijn oren tuiten even nog, ik moet even op adem komen. Ja, kijk. We gaan ge-
woon naar een nieuwe samenleving. We groeien gewoon naar een nieuwe sa-
Peter Dehullu – Eenakter
29
menleving. Goed, een joods-christelijke samenleving, daar komen we vandaan.
Hoe ver ga je terug? Het is een vraag. Want je kan ook naar een Germaans-Kelti-
sche samenleving teruggaan. Het is voortdurend in evolutie allemaal.
Elke evolutie brengt groeipijnen mee. Voor iedereen. Ook het christendom
heeft dat in het Westen gekend. Nu is het wel zo dat het christendom heeft zich
volledig moeten schikken sinds de Franse Revolutie, sinds de Verlichting, noem
maar op, heeft ook het christendom zich moeten schikken naar. En ik denk dat
de islam net hetzelfde lot beschoren zal zijn hier in Europa. Willen zij hier over-
leven, zullen zij zich, net zoals dat christendom, moeten schikken naar. Zullen
zij moeten aanvaarden, zoals christenen, dat er – en niet alleen de islam, maar
dat er nog vele andere godsdiensten zijn: het boeddhisme, het hindoeïsme is in
opgang, los van al die andere spiritualiteiten
En dat gaat aan een heel snel tempo
De wetten bepalen dat.
In een democratie wordt daarover gestemd, wordt daarover beslist: wat kan,
wat niet kan.
Neen, dat brengt voor iedereen
Dat brengt iedereen op een gegeven moment in moeilijkheden. In die zin dan:
stel dat men stemt, waar sprake van geweest is, al die kruisbeelden moeten uit
gerechtszaken. Dat is een heel pijnlijke zaak. Want sommige zijn historisch en
oud en noem maar op en we komen uit die traditie en ons licht wordt daardoor
geschraagd door heel veel christelijke principes en noem maar op. Dus moeten
die nu plots weg of niet?
Stelt u voor dat daarover gestemd wordt en dat de meerderheid van de bevol-
king
op dat ogenblik zegt: die moeten weg. wat kunnen wij dan doen?
Goh, het is een voldongen feit. Of dat die plaats er nu is of niet is, het is een
voldongen feit
Ja maar, het is met zovele dingen die voldongen feit zijn. En dat houdt geen
waardeoordeel in, dat is feitelijk. En dan komt het erop aan: hoe gaan we daar
mee om.
Dat is voor mij de hamvraag.
Neen.
Debuut
30
Neen, neen. Hij stoort mij niet. Neen, omwille van het debat daarnet, maar hij
stoort mij niet, neen. Want anders kan je op den duur gaan zeggen: van, ja, dan
moeten nonnen al hun kappen afdoen. Maar de vraag is (publiek protesteert)
Maar de vraag is
De vraag is
De hoofddoek is momenteel een zeer geladen thema en eerlijk gezegd: een zeer
moeilijk thema. Staat het in de Koran? Staat het in de overlevering van de pro-
feet? Is die hoofddoek inderdaad plots opgekomen na de oliecrisis als teken van
een identiteit? Ik weet het niet, maar men beweert het.
Zo eenvoudig ligt dat niet.
De Kerk is een heel rijk veld
Mag ik nog één vraagje.
*
Lieven (123 woorden)
Zoals zij hier zitten
Mijnheer Dewinter, kunt u met hen samenleven? Dat was de vraag.
Mogen we u er ook even bij betrekken? Wat vindt u van heel deze discussie?
Dat aanpassen, aanpassen
Wat bedoelt u daarmee?
Uhu
Maar u zucht. (publiek lacht)
Nu, dus, mogen we nog even afrondend bij jullie komen, dames, of meiden?
Dat is niet meer voor nu, dat is niet meer voor nu.
Dit was een heel pittig gesprek. Neen, we moeten afronden, mijnheer De-
winter.
Peter Dehullu – Eenakter
31
Vindt u de Vlaamse allochtonen te mak?
We moeten afronden, meiden van Halal. Fantastisch dat jullie hier waren. Be-
dankt, Esmaa, Hajar in de tribune en Jihad Alaraichi. Ook bedankt aan Filip De-
winter en Hans Geybels. Doe de groeten aan de kardinaal.
Het stuk werd voor het eerst opgevoerd op 12 maart 2009 in Brussel. Een registratie valt nog na te
kijken op het YouTube-kanaal van VLDeLeeuw.
Debuut
32
2 zicht op afgrond
D Henegouwse blauwe steen ( h 0,6m x l 4m x b 2m (ongeveer))
waarop een baksteen ligt
4 kleinste gemene deler (pittoresk)
f gele plastic kuip met schuimend water
n vetvlek (esthetisch)
V ruigte / welomlijnd gebeuren
à transparant douchegordijn
ù verveling (goedlachs)
1 vage ruimte met TL-verlichting en een exemplaar van ‘La nausée’
H weeïge trend (naar ruimtelijkheid) / overstromingsgebied
Y beeldspraak (enigzins schetsmatig)
PP randgegeven: omhelzing van het tekort
L zwarte papierhoop (niet van R. Ruthenbeck)
7 hoek met de gloed van een houtstoof en aangepaste muziek
(nog te beslissen)
T tastbare rand / blotevoetenpad
9 driftzone / fricties (etstechniek)
ç poging tot gelatenheid / natuurgeluiden bij valavond
r perifeer gezichtspunt
3 denkweg (overwoekerd)
8 kleefpasta (middernachtblauw)
! iets om te vergeten
Waadruim: legenda
Nicolas Leus
33
34
X desoriënterend element
n nog! -interval- encore!
d niemandsland met geluid van stuiterende pingpongballen
AA gedempte toon met nagalm
s spoorwegberm met heermoes tijdens de hondsdagen
++ onbenoemd element (nieuw!)
D rechtopstaande blauwe matras (op langste zijde)
8 binnenwereld (mag bloot)
h hangende potloodlijnen
f gouden koepel waaronder het geluid van porno
P poging tot falen / kortsluiting
§ iets groen-wit van D. Buren (in promotie)
7 oud idee om aan te raken
y buitensnoer (8m) met gloeilamp (25 Watt) (enkel overdag)
W zwak betekenisveld
4 module van Tony Smith (standaardhoogte van een Amerikaanse
deuropening)
d iets aantrekkelijk (geleend) (lavendelblauw slipje?)
K projectie van een schaduw op haar schaduw, vervagend aan de randen
j geurspoor
minstens één maal per dag hoort men boven het tafereel, een door de kunstenaar
ingesproken lexicon met termen uit de landschapsarchitectuur en de ruimtelijke
ordening (ca. 22 minuten)
Nicolas Leus – Waadruim: legenda
35
36
A zompige zone in wording
5 Infinito van G. Anselmo (in een hoekje)
O iets filosofisch ter verstrooiing
G plaasteren stalagmiet in primaire kleur naar keuze (h 120 cm)
y afzonderingsoord (met zicht op speeltuin)
JK de geur van mahonie in april
P hooischuur (Pagodes van Debussy)
4 opstaande wand (h 1,30m x b 3m) waartegen een kleine spiegel
met bewasemd zelfbeeld
Sd grijze zone / uitzichtloos
F ijsnevel
x fladderend laken / gebroken stem
75 ambiance (overblijvend)
a snik (één maal per dag)
2 twee felroze oneffenheden
b wachtzaal met stoel en een poster uit P-magazine
1 innerlijk gebeuren (met geluid van een stadstuin)
9 vrije zone (zonder meer)
h onbeslist moment
3 nog warm
het volledige gebied baadt in een oranje gloed
Nicolas Leus – Waadruim: legenda
37
38
x molshoop en zijn dubbel
S anekdote / rimpeling
F hoekje met verbrokkelde randen ( http://www.idiosyncratics.net/)
2 witte rubbermat met zuignappen (vermindert het risico op uitglijden)
E wegomlegging als artistieke ingreep
a toogpraat (met overtuiging) (tussen 16 en 18u)
Q plaats om je erbij neer te leggen
3 grasgroen gebied op grote hoogte (met vlindernet)
0 hoek met bijeengeveegde confetti en een roze ballon
L niets (is ook goed)
6 douche (met druppelende kraan)
ty rozemarijstruik in bloei
9 zoetwaterkade met café (mag saai) (voor M. Duras)
N tasveld (nog leeg) met muziek van Luigi Nono
(‘Fragmente – Stille an Diotima’)
5 onleesbaar
JJ stilte tussen twee mensen (opnieuw)
U implosieverlangen
M waterblauwe strook met druppelglans
t lek in de voorstelling
Nicolas Leus – Waadruim: legenda
39
40
F geknield
m aspect van herinnering (windstil)
B vergeelde hoek met papiervloer (niet betreden!)
2 zitput met surroundgeluid (toonladder gespeeld op een alphoorn)
1 perforatie
7 kamerscherm met vergrote prints van statistieken (om in te kleuren
met potloden)
3 donkere tatoeage
5 het gekwaak van eenden
3 transparante kubus met open bovenkant waarin een blauw plastic zeil
gespannen wordt tussen een korte bovenzijde en het midden van de
bodem (waarop het dan mag regenen)
8 onteigeningszone / ascetische fantasie
6 kleine transistorradio ( iets van Autechre, luid en overstuurd)
4 muur met projectie van een blote schouder
9 gele wand met ‘dynamiet’ en ‘aporie’ in witte neonletters
a stilstand / neiging om te kijken naar het bewegen rondom
0 iemand (toch wel)
c strak gespannen zijde over ook bolle oneffenheden
44 lofzang op de breedte
Nicolas Leus – Waadruim: legenda
41
42
Eind 2008 verscheen de dichtbundel Cul-de-Sac van Robert Van Ruyssevelt. Het
is de tweede bundel, na Dagboek van een modelbouwer (2004), die de auteur
uitgeeft in eigen beheer. Cul-de-Sac is in vele opzichten een merkwaardig boek
met diverse ingangen. Het vormt een vluchtlijn uit een doordeweeks poëtisch
denken.
De prozapoëzie van Cul-de-Sac vormt een caleidoscopisch geheel. Gedichten-
reeksen, met als titel ‘Screen’, ‘Kleef hier afb.’ en titelloze gedichten worden
verspreid doorheen de bundel gepresenteerd. De traditionele indeling in af-
zonderlijke cycli wordt verlaten ten voordele van dwarsverbanden. Cul-de-Sac is
opgevat als een open geheel waar doorheen de lezer vrij beweegt om af en toe
stil te staan bij het materiële karakter van de woorden.
Toch is het materiële of narratieve aspect van Cul-de-Sac geen doel an sich. De
prozagedichten worden door verschillende invalshoeken ingekleurd. Herinne-
ringen en individuele emoties van de dichterlijke persona fungeren als leidraad.
De bundel baseert zich op het taalgebruik van de fotoroman, waarbij gedichten
beeldend worden uitgewerkt tot picturale taferelen. Flarden van reële dialogen
verschijnen doorheen het associatieve woord- en beeldgebruik van de tekst.
Cul-de-Sac vormt een aanval op het klassieke beeld van poëzie. De gedichten
nemen een onpersoonlijk standpunt in, dat ruimte laat voor denken en verbeel-
ding van de lezer. Ze vormen een vluchtlijn uit het courante denken dat in veel
dichtbundels wordt gedemonstreerd. In tegenstelling tot deze poëzie laten de
hybride prozagedichten van Cul-de-Sac een ander tijdbeeld van de taal zien.
Omdat u ons niet op ons woord hoeft te geloven en omdat de bundel nauwe-
lijks vindbaar is, besloot de redactie tot het opnemen van een ruime selectie
gedichten, die de verschillende aspecten toont van Cul-de-Sac. We hopen dat
de bundel zo alsnog de aandacht krijgt die hij verdient.
Cul-de-Sac
Robert van Ruyssevelt
43
Vandaag zal ik haar niet aanspreken. Volg mensen die strakke tassen met singles
dragen en fluit een melodietje uit de toptien. Enkele meisjes steken een mid-
denvinger op, ik kijk door de kelderroosters, open een voordeur en ruik aan mijn
persoonlijke sleutel in de koele, onverlichte gang. De ingevette pomp duwt de
deur in het slot, de vernikkelde arm glimt – vader smeert het gewricht wekelijks.
Ook deze dagliefde is onopvallend afgesloten. Vermoeidheid stijgt me in de
wangen, ik leun wat tegen een muur, druk een wang op de frisse, gele tegeltjes
en dut even in.
Zij draagt een kartonnen koker, die zeker een meter boven haar schouder uit-
steekt, en laat onze plaats van afspraak zomaar achter zich. Haar hoofdje staat
naar andere dingen, en ook zij sluit een deur af, gooit een jas over een stoel
en schopt schoentjes uit, die tegen een muur opbotsen om een hele nacht als
verdorde vruchten te liggen, uit een lek karton gevallen. Uit de koker schuift
een wigwam. De gemiste kansen stapelen zich op; blijken doorslagjes van een
geweldig voornemen te zijn; dus zit ik voor pakjes ongeopende brieven die over
een tafelblad geschoven worden, als wilde men dat ik een goedkoop goochel-
trucje uithaalde.
Dan schrijf ik een definitie op een smalle strook papier, een lange zin met zeker
twee bijzinnen, vergezeld van een telefoonnummer – sta op en schuif het papier
tussen kast en muur. Maar wie zit naakt op een onbeslapen bed, in een enigszins
bekend voorkomende kamer, een arm in een been van een vleeskleurige panty,
en steekt hem in het zonlicht? Wie is dat?
44
Screen 2
We doorboorden de vijver – eigenaardig hoe vertrouwde kraters zo gemakkelijk
verwond werden – maar het oude water hield stand – ook een burgerkasteel ligt
stil en verlaten achter ons hek, want de spijlen staan warm in onze vuisten – we
laten de garages aan de linkerkant liggen – een doel staat ons klaar voor de ogen
– en stappen zoals we schrijven aan een hoofdstuk van een omvangrijke roman:
een karwei dat nog voor valavond geklaard dient te worden – dus merken we
niets van de natuur – een woede jaagt ons verder, koppig kijken we naar het
wegdek – wij hebben niet de vereiste instelling om de natuur te ondergaan
– daarenboven is er niets wat ons aan haar bindt, dan alle absolute tegenstel-
lingen – we kiezen de willekeurige weg – onder een heldere lucht en krachtige
middagzon valt het zwaar aan liefde te moeten denken – maar alles wijst erop
dat zij reeds lang aan de gang is – op zeer vermoeiende wijze
Robert van Ruyssevelt – Cul-de-Sac
45
de brander van de centrale verwarming jaagt z’n enkele vlam kaarsrecht omhoog
achter het dikke, vettige glas. Dat suizen trekt de bewoners aan. Ze luisteren
aan hun deuren, kijken door het spiongaatje, tellen de klikjes van de lift – her-
kennen het sluiten van elke voordeur, het gerinkel van iedere sleutelbos, het
slaan van de verplichte sleutelhanger. Kinderen hebben geen recht op een
sleutelbos, zij bezitten slechts twee Yalesleutels aan een rood elastiekje, maar
dragen de sleutelhanger aan een riemlus van broek of plooirok. Bij de allereerste
oogopslag weet je waar ze wonen, en daar zijn ze trots op. Men weet wie naar de
kelder afzakt. En hoort het gebrek aan geluid. De drang tot steunen, hijgen en
schelden wordt onderdrukt, lippen tot witte lijntjes geperst, de extase naar het
onderlichaam gejaagd, als een snelwerkend serum.
De mannen staan wijdbeens, een zakdoek in de ene hand en zich jachtig aftrek-
kend met de andere, de vrouwen drukken knieën in een witgroen kussen en
vingeren zich haastig, of gebruiken een korte, brede kunstpenis die tegelijk de
clitoris masseert met een halfzacht boogje. Het licht valt binnen door de boog-
openingen van de aanpalende kelders. Want deze kelder maakt deel uit van de
gemeenschappelijke ruimtes. Toch weiger je over de schouders te kijken, omdat
je weet dat verre lichamen in vreemde houdingen meer opwinding schenken dan
de aanblik van verduisterde genitaliën.
46
de leidingen kraken en steunen, maar ik weiger aan een epidemie te denken:
ik volg de voorschriften: barbiejurken tegen de muur gespeld – op mijn televi-
sietoestel kan ik de bewegingen volgen van ieder die onze gemeenschappelijke
ingang gebruikt – als de postbode voor de gleuven staat jeuken mijn handen:
ze verlangen naar liefdesbrieven – het gewone formaat: witte enveloppe en
rode inkt – geschreven met het Keatongezicht – en een geschonken pluk haar,
bijna doorschijnend, als van een albino. Ze schrijft me aan: ik hitlerde jij hitlerde
wij hitlerden zij hitlerden einde: wij renden toen maar over alle deuren op de
grond – bespuwde, beschreven, gekerfde toiletdeuren – ze huiveren – dan pas
regent het melk en stofgoud – en laait liefde achter de latrines
Robert van Ruyssevelt – Cul-de-Sac
47
Help yourself... liefde een dorp was, waar je in staat gesteld werd achterom te
kijken zonder je hoofd om te draaien; met open ogen op het verleden gericht,
rustig kon lopen suffen, verzekerd van een egaal wegdek, dat zich spreidde
onder je vermoeide, gloeiende voeten. Een verlaten parkeerterrein, om het zo-
maar te zeggen (je bedenkt plots dat het beter zou zijn de lucifer van je weg te
strijken).
Hier rammelen de losse stukken van je persoonlijkheid in hun houders en je stapt
over het achteloos weggegooide – normaliter zou je bukken, om het tweede
leven van de dingen van dichtbij te bekijken – voor een voorbijrijdende auto het
alweer verder jaagt. Een onvermijdelijke monoloog schenkt de broodnodige
rust. We schetsen om beurten hoe we hier aankwamen, ontroerd door de broos-
heid van het desolate. Maar diep in ons geheugen loopt een heel mooi iemand
heen en weer om af en toe een afwasteiltje met geluksnummers onder onze neus
te houden; boven het perfecte hoofdje torenen de splinternieuwe toestellen
uit. Voor dat kraam lopen we op onze handen, nochtans schijnt er niets uit de
zakken te vallen; toch hebben we ons niet voorbereid op deze handstand – waar
trouwens niemand van de voorbijgangers oog voor heeft – misschien rekenen
we op een gratis lot. Uit gemakzucht, want wij, eenvoudige, verliefde mensen
kunnen ons niets meer verbeelden zonder aanwijsbare redenen. Wij leven met
toeval; het onmiddellijke palmt ons in.
48
Een zwellende man heft de armen; een denkbeeldige lichaamsoefening, in
feite denkt hij aan seksuele betrekkingen. En inertie ligt aan de basis van die
inspiratie; hij zwijgt, want zijn woorden kunnen als acties begrepen worden. En
een gedeclameerd liefdesgedicht als teken van vermoeidheid. Toch stoppen de
voorbijgangers, beneveld met koud geworden speeksel. Hij is immers één met
wat hij begeert. Maakt rondjes, licht als een baltsend vuurvliegje. In z’n geoe-
fend oog lacht het vrouwelijk gezicht van de roadie die de P.A.’s aansluit, de
soundcheck zal niet lang meer uitblijven nu. Een ondoorzichtig paar beëindigt
een tongkus, ze praten tegelijkertijd: tijdens het kussen dachten ze allebei aan
de wall of sound. En de meeuwen houden ervan over stille pleinen te cirkelen.
Ze verzamelen in spiralen om naar hun slaapplaatsen te vliegen. Muziek en seks,
met hun beamend karakter, slaan op één of ander verleden, maar nu barst de
zwellende man bijna, hij is duidelijk geil als een gier en men duikt neer in hurkzit,
het hoofd tussen de knieën gestoken. Langs de gevels rent een woelmuis.
Robert van Ruyssevelt – Cul-de-Sac
49
de naadloze bal van de verbeelding botste weg – daar op de
voetgangersbrug, en verlamd was je – een fietser leunde en
lachte – want er waren twee fietsers die leunden en lachten –
de striptekenaar liet een centrum ontploffen, ja, dat was
het! Eindelijk een evacuatie, oranje vet klotste tegen zwarte
rotsen, Zo klonk de ouderwetse explosie
Ga naar de keuken en zet een grote pot water op het fornuis –
laat het koken tot elke centimeter aangedampt is – schakel
de gastoevoer uit – zit neer op een stoel in het midden – naar
de ramen gericht: buiten zal een man roepen: kukluku, als je
me nodig hebt, kom ik – ondertussen loopt hij rondes rond
varens - maar de tijd schettert als een trompet: het is ieder
voor zich, nu, en hij verhangt zich aan een lekkende tuinslang,
nat als een uitgekomen nestkuiken: een lokaas
Kleef hier afb. 8
50
Robert van Ruyssevelt – Cul-de-Sac
PEAK SEARCH: de verliefden zijn in de meerderheid. Voorlopig althans. Een
statistisch feit, zoals men tijdens de zomermaanden kinderen aftelt op de speel-
pleinen. Hertellen levert geen noemenswaardige schommelingen op. Het is
zondag: de vrouwen zitten en wachten. Men geniet van de stoelendans, omdat
er aanwijsbare tekens zijn die wijzen op het mogelijke uitvallen van de muziek.
En tekens zijn een pauze, gevolgd door een storing. Die storing gaat gepaard
met een handeling, uit een logica gescheurd.
Mid jaren zestig: de Kleine Goddaert te Antwerpen, drie meter voor de hoek die
uitgeeft op het plein voor de pettenfabriek ‘Indian Caps’. Een jongen drukt een
bolle broodzak tegen zijn borst en kijkt nadrukkelijk naar de zes honden drollen
die over het smalle, afhellende voetpad verspreid liggen. Met een schokje komt
hij weer tot leven en haalt zes boterpistolets uit de zak, die hij lichtjes in de
drollen drukt. Moonwalkt een parkeergarage in. De boterpistolets liggen als
vettige ogen naar de hemel te staren, die samenklontert tot een trillende, grijze
balk. Iemand fluit schril op haar vingers. Zo scheurt de tijd een smal straatje
open om een boodschapper te laten verschijnen. En de boodschap is het motief
tot handelen. Wat was het teken?
51
Je dreigt met één of meerdere maaiers, want de herinneringen groeien op –
wuiven je uit – gaan het tuinpad af en slaan hekjes dicht – ze verlaten de knar-
sende omheining – waar niet gesproken wordt – de motor snort, de stuurstang
drukt zich in je warme handen; met korte, kinderachtige sprongetjes word je
naar een liefde begeleid – het operationele denken stelt een inname voor:
oprukken naar een centrum – u schuilt in kelders – kauwt op korsten – proeft
woede en struikelt onder het vluchten – slaat smalle voeten om – en wanneer
u languit valt is het mij toegewend – ik help u overeind en sla voorzichtig het
straatvuil van uw jas: “niemand valt zomaar”, weten we
52
Robert van Ruyssevelt – Cul-de-Sac
Screen 7
beginnen we nog eens opnieuw? – hoe voel? – prima altijd – zijn slapen
druipen – ondertussen hebben eva en bruno vriendschap gesloten – ze zijn aan
het spelen – je kan ze nog krijgen, ga je gang – verveelt het u niet? – krijg ik een
zoen van u? – natuurlijk, lieve jongen – u is mooier dan de foto’s die ik zag – ze
gaat verder de tuin in – ik zal mijn best doen – arme jongen, je bent veel alleen
niet – hoe heeft u dat geraden – er zijn dingen die men niet moet raden, maar
wel kan voelen, kom, laat ons een eindje wandelen en beter kennis maken – u zal
het experiment steeds op een door u gekozen ogenblik mogen onderbreken –
goed – u kan morgen beginnen – dank u, ik hoop dat ik u voldoening zal kunnen
schenken – nu heeft ze alleen nog maar zijn prijzen – bent u één scherm? – is er
iemand? – nee, wie had kunnen komen – zij was er altijd als hij terugkeerde – hij
zit in zijn auto en kijkt met lege blikken naar de deur
53
4 gedichten
Petr Borkovec
ingeleid en vertaald uit het Tsjechisch door Jana Beranová
Om het half jaar wisselt de Europese Unie van voorzitter. De eerste helft van 2009 is
Tsjechië dat. In de rubriek ‘Richting EU’ presenteert Kluger Hans telkens de litera-
tuur uit dat land. Op www.klugerhans.net komt een overzicht aan de hand van bio’s,
fragmenten, interviews,... In het tijdschrift geven we elk nummer ruimte aan een
jonge auteur uit het betreffende land. In dit nummer: de Tsjech Petr Borkovec.
Peter Borkovec (1970) is een van de opvallendste van de Tsjechische dichters die
na de val van het communisme in 1990 begonnen te publiceren. Hij sleepte al snel
prijzen in de wacht en zijn poëzie werd in verschillende talen vertaald.
Zijn poëzie is van het begin af aan gefascineerd door de beeldende buitenkant der
dingen. De poëzie van Borkovec beweegt zich van de ene suggestieve verpakking
naar de andere en opent geleidelijk aan nieuwe terreinen. De sublieme interactie
tussen waarnemingen en voorwerpen, en de reactie erop, blijken subtiele tekens van
leven met onvermoede zeggingskracht, soms zelfs tederheid.
Landschappen vormen een belangrijk aspect in zijn werk. Ze veranderen en veran-
deren bijna niet. ‘Als je je erin verliest, houden ze op te bestaan’, zei hij ooit in een in-
terview met zijn Engelse vertaler Justin Quinn. Hij observeert ze vanuit het raampje
van zijn auto, vanuit het smelten van sneeuw, hoe ze voorbij lopen als hij wandelt.
Momenten die hij tot in het absurde weet uit te buiten.
Naast zeven dichtbundels – waarvan een ruime keuze onder de titel From the
Interior in Engelse vertaling verscheen – vertaalde Borkovec zelf Russische poëzie
uit de twintigste eeuw, de Griekse drama’s Oedipus Rex en Oresteia en klassieke
Koreaanse poëzie (met een Koreaanse geleerde). Hij was ook lange tijd redacteur van
twee literaire tijdschriften met veel aandacht aan wereldliteratuur. Hij dicht zich in
de poëzie van anderen in en bouwt daarop voort zonder aan originaliteit in te boeten.
Hij is docent creatief schrijven en organisator van poetry meetings.
54
Petr Borkovec – 4 gedichten
Richting EU
55
Tomaten
Ze zei: het graf is verzakt.
De doodkist is vast stuk, zei ze.
Ze zei: vijf kruiwagens zand waren niet genoeg.
Maar eigenlijk zei ze – je ziet het verzakte graf niet,
je bent er niet om te zeggen: het is vast de doodkist.
Je hebt er niet genoeg zand in gedaan.
Ik heb tomaten van thuis gebracht, zei ze,
ze smaken heel anders.
Maar ze bedoelde: je kent de weg naar huis niet.
Jij smaakt anders, zei ze.
Ik ordende de zestien verwijten, tekens, getuigen
op de vensterbank langs de keldertrap,
pakte met één been in de lucht
de slappe en uitgedeukte vlekken aan.
Ik legde ze neer, die bleekgroene tomaten,
roodgerijpt bij de stengel, vol rot,
in de vlagen van lichaamstemperatuur
en lette erop, rustig, zacht en zorgvuldig,
dat ze elkaar niet raakten om elk van hen op
te tillen en te laten vallen, minstens tweemaal.
56
Petr Borkovec – 4 gedichten
Richting EU
57
Bank
Toen ik hoorde dat Jiří gestorven was
(uit Karlsbad kwamen twee telegrammen,
een over zijn dood en een over de sectie),
ik weet niet hoe ’t kwam maar ik ging zitten
in de kamer en staarde naar de bank, en ik zag
dat hij blauw was, overduidelijk blauw,
en ik herhaalde dat tegen mezelf: Hij is blauw,
blauw, dat kan iedereen toch zien –
omdat we het sinds de dag dat de bank thuiskwam
nooit eens zijn geworden over de kleur;
Jiří had het altijd over het bijzondere groen.
Verdwaasd zat ik in de kamer
en herhaalde bij mezelf: hoe kon je zo blind zijn,
die bank is toch blauw zoals blauw blauw is,
dat had je niet, echt niet tegen me
moeten zeggen, dat hij groen was. Verbijsterd
hoorde ik toen mezelf en alsof ik opeens wakker werd
barstte ik verschrikkelijk in tranen uit.
58
Petr Borkovec – 4 gedichten
Richting EU
59
Standbeeld
De hele dag regen en wind de hele dag
om de te warm gestookte woning. Niets te doen.
Je loopt, van al het herkauwen doodop,
je boeken in de boekenkast weer na,
de kaarten op vochtige muren.
Bezig met niets in dunne contouren.
Een losgeraakte marmeren bloemknop
wiegend zacht op het zompige grasperk.
Regen. Drijfnat. De zondvloed in bad.
De hele dag regen. Strand, bos en een figuur,
het huis, de deurpaneel, de vensterbank
bewerkt door beitels met vaste regelmaat.
De regen foetert, ’n stem achter de muur.
En water druipt van een gebruinde rug,
een bloemetjesjurk ligt in het zand.
60
Petr Borkovec – 4 gedichten
Richting EU
61
Avond
Dit zadel tussen de bulten.
Deze schommelende schemering,
losgetornd door motoren en
weerkaatsende vliegtuigen.
Deze luchtaanval – met de sirenes
van spoorlijn, rivier en brug.
Deze minuut vóór we getroffen worden
door de bommen van zachte heuvels.
62
Jana Beranová is dichteres en vertaalster. Ze vluchtte met haar ouders na 1948
uit voormalig Tsjechoslowakije en kwam uiteindelijk in Rotterdam terecht,
waar ze economie studeerde. Geleidelijk aan schakelde ze over naar literatuur.
Beranová werd bekend met haar vertalingen van Tsjechische auteurs, onder wie
Milan Kundera (van wie ze onder andere De ondraaglijke lichtheid van het bestaan
vertaalde) en Nobelprijswinnaar (1984) Jaroslav Seifert. In de zomer van 2008
publiceerde ze bij uitgeverij De Bezige Bij De geboorte van Sisyphus: een mo-
numentale bundel met werk van de dichter Miroslav Holub (1923 - 1998). Voor
haar inspanningen voor de Tsjechische literatuur kreeg Beranová in 2005 van de
Tsjechische staat een hoge onderscheiding.
Zelf schreef ze onder andere één roman en zeven dichtbundels. De meest re-
cente is Vinger van de tijd (2007). Ook is zij docente poëzie aan de Amsterdamse
schrijversvakschool. Vorig jaar kreeg ze voor haar inzet voor de letteren in
Rotterdam de Erasmusspeld. In januari werd ze tot stadsdichter benoemd voor
2009 en 2010.
Hendrik Carette (Brugge, 1946) is dichter, criticus, een gevreesd polemist en ver-
taler van poëzie van Henri Michaux en Christian Dotremont. Hij schrijft columns
voor het maandblad Meervoud en publiceerde o.m. in Ons Brussel, Poëziekrant,
NieuwZuid, Septentrion en Het Liegend Konijn.
In de beruchte bloemlezing van Gerrit Komrij De Nederlandse poëzie van de ne-
gentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten (Uitg. Bert Bakker) is hij
present met drie gedichten en ook in het schitterende kijkboek Misschien het
tedere begrijpen. Dichter bij Kunst van Jos en Maurits Smeyers (Davidsfonds/
Literair, 1999) staan twee van zijn beeldgedichten naast werken van Fernand
Khnopff en Paul Delvaux.
Medewerkers Kluger Hans 2
63
Gedichten van Hendrik Carette werden vertaald in het Duits, het Catalaans, het
Servo-Kroatisch en recentelijk in het Fries.
Peter Dehullu (Kortrijk, 1983) verzamelt betekenis. Kierkegaard: ‘La répétition
est une épouse aimée dont on ne se lasse jamais.’ Kenneth Goldsmith: ‘When I
reach 40, I hope to have cleansed myself of all creativity.’ Hij werkt als psycho-
loog bij het CLB.
Nicolas Leus (Gent, 1968) is beeldend kunstenaar, ook met woorden. Hij pu-
bliceerde in 2007 bij uitgeverij Croxhapox Waadruim: legenda, waar de huidige
publicatie een aanvulling op vormt.
Robert van Ruyssevelt (1957) schrijft proza en poëzie. Hij publiceerde de dicht-
bundels Dagboek van een modelbouwer (2004) en Cul-de-Sac (2008). De auteur
leeft en werkt in Antwerpen. De bundel Cul-de-Sac is te bestellen op het e-
mailadres [email protected].
64
REDACTIEBart De BlockMarie MeeusenOlaf Risee – hoofdredactie websiteXavier Roelens – hoofdredactie tijdschriftDavid TrochReinout Verbeke – eindredactiein samenwerking met DESDA
VORMGEVINGGrafisch Ontwerpburo ttwwoo www.ttwwoo.nl
CONTACT Adres: Kluger Hans Telefoon: 0486 39 65 58 p/a Aaigemstraat 94 Email: [email protected] B-9000 Gent Website: www.klugerhans.net
LOS NUMMER7 euro + verzendingskosten
ABONNEMENTENBelgië 25 euro Overschrijvingen: FORTIS, 001-5750704-38
Nederland 29 euro Overschrijvingen: FORTIS, BE24 001575070438 (IBAN), GEBABEBB (BIC+Swift)
Buitenland 35 euro Overschrijvingen: FORTIS, BE24 001575070438 (IBAN), GEBABEBB (BIC+Swift)
Vermeld adres en mailadres bij uw overschrijving!
BIJDRAGEN EN SPONTANE INZENDINGENLiefst per mail of cd. Inzendingen op papier in zesvoud. Van lange inzendingen worden enkel de eerste tien pagina’s aan de redactie voorgelegd. Het copyright blijft eigendom van de auteurs, gelieve contact op te nemen met de redactie bij problemen of vragen.
MET STEUN VANVlaams Fonds voor de Letteren
Kluger Hans denkt aan het milieu en kiest daarom voor papier met een FSC-label.
Colofon
DRUKParys Printing, Evergem