KlasseApart special passend onderwijs
description
Transcript of KlasseApart special passend onderwijs
PASSEND ONDERWIJS MET HET ONDERWIJSCONTINUÜM CED-GROEP®
SPECIALE EDITIE VOORJAAR 2012
INFORMATIEBLAD RELATIES CED-GROEP
SPECIAL PASSEND ONDERWIJS
Passend onderwijs is onze passie. De afgelopen jaren hebben we handige rou-tes uitgezet, slimme programma’s bedacht en compacte trainingen opgezet. Scholen door het hele land profiteerden al. Met deze
Passend onderwijs vraagt om samen-
werking en afstemming in de regio. Eén
overkoepelend onderwijsinhoudelijk kader
met één taal is daarvoor onontbeerlijk. De
onderwijs(ondersteunings)profielen van de
scholen, het dekkende netwerk, de speciale
onderwijsvoorzieningen en de indicatie-
Inhoud Proces
Leerstandaard Type arrangement
Gevorderd (±25%) TalentarrangementVerdiept arrangement
Voldoende (±50%) Basisarrangement
Minimum (±15%) Intensief arrangement
< Minimum (±10%) Zeer intensief arrangementZeer intensief arr. + Zorg
Toetsing / LVSOpbrengsten op groeps- en leerlingniveau
Vergelijken met standaarden
Opbrengsten op schoolniveau
Opbrengsten op regionaal niveau
Aansturinggroep
Aansturingonderwijsprofiel
Aansturingdekkend netwerk
Leerkracht
(Groepsplan)Wijs toe aan juiste arrangement, uitgaande van het ontwikkelings-
perspectief, passend bij de leerroute die past bij het uitstroomprofiel
dat past bij de uitstroombestemming
Directie Bestuurder
(Verbeterplan)
- Leerstofaanbod in• leergebieden• kerndoelen• subdoelen• leerlijnen / tussendoelen
- Klassenmanagement- Leertijd- Didactisch handelen- Pedagogisch handelen- Schoolklimaat
Onderwijsleerproces
Opbrengstgericht werken in 4D: verrassend passend
Onderwijscontinuüm CED-Groep®
Duiden±25%
±75%
±90%
100%
Data
Doelen
Doen
speciale editie van KlasseApart krijgt u een idee van de momenten in het proces waarbij wij voor u van betekenis kunnen zijn. Van passend indiceren tot het begeleiden van leerlingen met leesproblemen. Van een
onderwijs(ondersteunings)profiel beschrij-ven tot het werken met ontwikkelings-perspectieven. Doe uw voordeel!
stelling horen in elkaars verlengde te liggen.
Het Onderwijscontinuüm CED-Groep® levert
dit kader (zie schema).
Passend onderwijs moet ook opbrengstge-
richt zijn. De referentieniveaus zijn hiervoor
het uitgangspunt. Ze zijn onmisbaar voor de
inrichting van het Onderwijscontinuüm. Als
de school de opbrengsten gaat verhogen door
de versterking van het leerkrachthandelen,
dan verandert ook het onderwijsprofiel van de
school. En daarmee het dekkende netwerk
van het samenwerkingsverband.
HE
T O
ND
ER
WIJ
SCO
NTI
NU
ÜM
PASSEND INDICEREN
KlasseApart april 20122
Financiële prikkel houdt zorgleerling binnenboord
‘Scholen gaan nadenken: hoe komt het dat kinderen bij ons hun school niet afmaken?’
Met de komst van Passend onderwijs is de tijd voorbij dat kinderen voor
extra ondersteuning op school eerst een label opgeplakt moesten krij-
gen. Maar hoe stimuleer je reguliere scholen deze leerlingen een passend
onderwijsaanbod te doen? Daarvoor ontwikkelde Chris Struiksma van de
CED-Groep ’Passend Indiceren’, een financieringssystematiek die boven-
dien budgetoverschrijding van scholen voorkomt.
Kinderen gingen tot nu toe naar het speciaal
onderwijs op basis van stoornissen of handi-
caps. De rugzakjes die zij meekregen, worden
formeel afgeschaft, maar ze zouden best
eens langs de achterdeur kunnen terugkeren.
Lucas Rurup, directeur samenwerkingsver-
band (swv) Zuid-Kennemerland: ‘Een swv
mag via de eigen indicatiecommissie beslis-
sen dat de rugzak blijft.’
Zuid-Kennemerland zal dat waarschijnlijk
niet doen. ‘Wij denken meer de inclusieve
kant op,’ zegt Lucas. ‘Wij vinden dat kinderen
thuisnabij goed onderwijs moeten krijgen.’
Zuid-Kennemerland geeft een eigen draai
aan het landelijke begrip ’zorgprofiel’ of
’ondersteuningsprofiel’, waarmee een school
omschrijft welke leerlingen zij passend
onderwijs kan bieden. ‘Wij spreken van een
onderwijsprofiel. Daarin beschrijven we hoe
onderwijs eruit ziet voor álle leerlingen. Als
er veel taalachterstand is, moet de school
beschrijven hoe ze dat gaat aanpakken. Als er
veel hoge Citoscores zijn, moet het onderwijs-
profiel aangeven wat de school doet met leer-
lingen die bovengemiddeld scoren.’ Het swv
heeft acht onderwijsconsulenten in dienst die
scholen ondersteunen. Alle scholen leveren
daarvoor een deel van hun budget in.
PilotZestien scholen van swv Zuid-Kennemerland
deden mee aan een pilot rond passend indice-
ren. Uitgangspunt is dat scholen worden ge-
stimuleerd om zoveel mogelijk leerlingen met
een ondersteuningsbehoefte binnenboord te
houden. ‘Als swv geven wij alle basisscholen
geld per leerling. We hebben gekeken waar
leerlingen die nu in het sbo en so zitten van-
daan komen. Het verwijzen zonder financiële
consequenties maakt plaats voor het inkopen
van zorg door de reguliere school die zorg-
plicht heeft voor de betreffende leerling.’
De regeling is nog niet waterdicht. Zo is het
lastig om te bepalen of er scholen zijn die
meer zorgleerlingen hebben dan andere, en
dus meer geld
zouden moe-
ten krijgen. De
scholen uit de
impulsgebieden
krijgen al extra
ondersteuning.
De vraag is dan ook of het swv deze scholen
nog extra moet ondersteunen. Zuid-Kenne-
merland wil de nieuwe financieringswijze
stapsgewijs en op een verstandige manier
invoeren. ‘Scholen die veel hebben verwezen,
moeten veel inkopen. Er zijn zelfs scholen die
moesten bijbetalen.’
Passend indiceren is geen kant en klaar
product, maar een denkwijze, waarbij je de
inhoudelijke kant ondersteunt door een finan-
ciële prikkel. De CED-Groep helpt swv’s bij de
Meer weten?
Gerdien Grif f ioen
g.grif f [email protected]
06 12660882
bouw van een financieringssystematiek die
deze denkwijze ondersteunt en stuurt erop
aan dat scholen gaan nadenken: hoe komt
het dat kinderen uit de wijk bij ons hun school
niet afmaken; wat moet er in ons aanbod
verbeteren?
Binnenkort presenteert de CED-Groep met
een overzicht van de inhoudelijke consequen-
ties en een rekenmodule voor de financiële
consequenties.
HET ONDERWIJS(ONDERSTEUNINGS)PROFIEL
KlasseApart april 20123
Leerlingopbrengsten als maat voor profiel
Meer weten?
Audrey Machielsen
06 10037438
Samenwerkingsverbanden (swv’s) moeten een dekkend netwerk
van onderwijsvoorzieningen inrichten. Hiermee voldoen scholen
aan hun zorgplicht. Het dekkende netwerk wordt zichtbaar doordat
alle scholen hun onderwijs(ondersteunings)profiel beschrijven. Dat
geldt ook voor de speciale onderwijsvoorzieningen in de regio. Zo’n
profiel bestaat uit twee delen: basisondersteuning en extra onder-
steuning. De CED-Groep ziet leerlingopbrengsten als maat voor de
beschrijving van een onderwijs(ondersteunings)profiel.
‘Iedere school heeft impliciet al een
onderwijs(ondersteunings)profiel’ (hierna
’profiel’, red.), zegt Audrey Machielsen, senior
onderwijsadviseur bij de CED-Groep. ‘Het
profiel is namelijk opgebouwd uit gerea-
liseerde opbrengsten. Die weerspiegelen
immers het onderwijsaanbod. Zo’n 90% van
de leerlingen heeft voldoende aan het basis-,
intensieve of verdiepte arrangement. De ove-
rige 10% krijgt
een zeer intensief
arrangement,
eventueel met
bijdragen van an-
dere onderwijsin-
stellingen.’
Chris Struiksma,
senior onder-
zoeker bij de CED-Groep, vult aan: ‘Je brengt
leeropbrengsten en sociale opbrengsten van
leerlingen in kaart, en ook de bestemming
waar ze naar uitstromen. Als maar enkele
leerlingen naar het atheneum gaan en veel
meer naar vmbo-bbl, heb je kennelijk een
profiel dat is toegesneden op het vmbo.’
Audrey: ‘Als de meeste leerlingen sociaal
gedrag vertonen overeenkomend met hun
leeftijd, is het profiel anders dan wanneer het
merendeel tekorten vertoont op het gebied
van sociaal gedrag en werkhouding. Het on-
derwijsaanbod in de basisondersteuning zal
er dan anders uitzien.’
Opbrengst belangrijkExpertise in het omgaan met leerlingen met
adhd of autisme hoort niet in die termen thuis
in het profiel. Chris: ‘Passend onderwijs wil
het onderwijs afhelpen van de gerichtheid op
stoornissen. Een stoornis zegt niet veel over
de behoeften die iemand heeft. De respons
op instructie, ofwel de opbrengst, is veel be-
langrijker: als de school goed onderwijs biedt
en de leerling profiteert daar goed van, is dat
veelzeggend. Een zwakke leerling is niet in de
eerste plaats een kind met een laag IQ, maar
een leerling die meer instructie, meer struc-
tuur en meer denktijd of leertijd nodig heeft.’
De verschillen tussen scholen zijn enorm. Wat
in de ene school bijvoorbeeld het basisarran-
gement is, is voor de andere school het zeer
intensieve arrangement. Audrey: ‘Wat zou het
mooi zijn als de samenwerkingsverbanden de
verschillen in de basisondersteuning en de
extra onder-
steuning zicht-
baar maken, om
leerlingen een
passende on-
derwijsplaats te
kunnen bieden.
Door het profiel
te durven zien
in termen van
opbrengsten, kan een school leerlingen op
basis van data toewijzen aan het zorgvuldig
samengestelde basis- en intensieve arran-
gement. Op deze wijze is het onderwijsprofiel
niets nieuws, maar een denk- en werk-
wijze waarmee de school planmatig werkt,
preventief signaleert en de kwaliteit van het
onderwijs bewaakt.
‘Passend onderwijs wil het onderwijs afhelpen van de gerichtheid op
stoornissen’
1 STAP VERDER MET DE 1-ZORGROUTE
Meer weten?
Wijnand Gijzen
06 12431674
Twitter @1zorgroute
Blog 1-zorgroute.blogspot.com
www.1zorgroute.nl
KlasseApart april 20124
School werkt planmatig toe naar eigen ambities
’1-zorgroute’ maakt onderwijs pas-
send aan de onderwijsbehoeften
van leerlingen. Nieuwe inzichten en
overheidseisen leidden onlangs tot
een nieuwe versie: ’1 Stap verder
met de 1-zorgroute’*. Deze is op-
brengstgericht en efficiënt. CED-ad-
viseur Wijnand Gijzen en Sandra van
Sint Annaland van De Spoorzoeker
over het hoe en waarom.
‘1 Stap verder met de 1-zorgroute’ stimuleert
scholen om opbrengstgericht te zijn en meer
uit leerlingen te halen. Wijnand Gijzen legt
uit: ‘De school vraagt zich af: Wat is onze
ambitie? Welke schoolstandaard willen we
halen? Van de gekozen schoolstandaard leidt
de school vervolgens de groepsstandaarden
af. Leerkrachten vergelijken halfjaarlijks de
opbrengsten van leerlingen in hun groep met
de geambieerde groepsstandaard. In een
groepsplan wordt vastgelegd welke onderwijs-
kundige maatregelen nodig zijn om de groep
beter te laten presteren.’
En over het ’pasklaar’ maken: ‘Elke leerkracht
werkt met tenminste drie arrangementen
die zijn bepaald vanuit de stabiele onderwijs-
behoeften van deze groepen leerlingen. Met
andere woorden, elke school richt zijn eigen
Onderwijscontinuüm in dat passend is voor
het merendeel van de leerlingen. Alleen voor
leerlingen die onvoldoende vaardigheidsgroei
laten zien en hiaten vertonen in de leerstof-
beheersing, formuleert de school specifieke
onderwijsbehoeften. Dat is de efficiëntieslag
van ’1 Stap verder met de 1-zorgroute’.’
De SpoorzoekerOp de Bredase basisschool De Spoorzoeker
waren de eindresultaten een paar jaar geleden
onvoldoende. Intern begeleider Sandra van
Sint Annaland: ‘Veel van onze leerlingen heb-
ben hoog opgeleide ouders. We hadden het
idee dat we de lat niet hoog genoeg legden.’
Met behulp van de 1-Stap verder met de
1-zorgroute en het Onderwijscontinuüm hoopt
de school de resultaten te verbeteren. Dit
schooljaar volgden kernteams trainingen in
het werken met ’1 Stap verder’.
‘Er zit nogal wat niveauverschil tussen de
leerkrachten,’ constateert Sandra. ‘Daarom
nemen we als kernteams genoeg tijd voor
de informatie-overdracht. We voeren ’1 Stap
verder’ gefaseerd in en richten ons eerst op
het vak spelling.’
Het verdelen van de leerlingen over het basis-,
intensieve en verdiepte arrangement is vol-
gens Sandra eenvoudig. ‘Na een spellingtoets
sorteren we de individuele niveauwaarden van
de leerlingen in de groep van hoog naar laag
en zetten een streep bij 25%, 75% en 90%.’ De
school gaat hier flexibel mee om: wie goed
scoort maar meer instructie nodig heeft, gaat
naar het basisarrangement. We letten ook op
of kinderen gedijen en goed in hun vel zitten.
Kan een kind niet direct worden toegewezen
aan een van de drie arrangementen, dan kij-
ken we wat er aan de hand is en waar we aan
moeten werken.’
Naar aanleiding van de specifieke onder-
wijsbehoeften formuleert De Spoorzoeker
subdoelen voor maximaal vijf uitzonderingen.
Daarboven komt er een groepsaanpak.
Over het verschil met vroeger: ‘Voorheen
werd er veel op gevoel gedaan. De aanpak
van een leerling kon verschillen per jaar en
per leerkracht. Nu leggen we vast wat voor
dat kind werkt en hebben we een veel betere
doorgaande lijn. We geven onderwijs op maat
en halen meer uit de leerlingen. Deze omslag
vraagt tijd, maar ik ben er een groot voorstan-
der van.’
* De nieuwe inzichten zijn opgetekend in het boekje 1 Stap verder met de 1-zorgroute. Deze publicatie is te koop via webwinkel.cedgroep.nl.
‘Deze omslag vraagt tijd, maar ik
ben er een groot voorstander van’
OPBRENGSTGERICHT WERKEN IN 4D: VERRASSEND PASSEND
Meer weten?
Henny Sikken
(Utrecht & regio)
06 5530085
Marijke Erades
(overige provincies)
06 12431594
KlasseApart april 20125
Eenvoud concept is eyeopener!Samenwerkingsverband Houten scherpte onlangs
haar visie op passend onderwijs aan: het betreft niet
alleen zorgleerlingen maar álle leerlingen. Inhoudelijk
kader voor de nieuwe visie werd het Onderwijscon-
tinuüm CED-Groep®. Alle scholen van het samen-
werkingsverband (swv) voerden ’Opbrengstgericht
werken in 4D: Verrassend Passend’ inmiddels in.
Betrokkenen leggen uit waarom.
De scholen van Swv-Houten herbergen
behoorlijk veel zorgleerlingen die zij zo goed
mogelijk (passend) onderwijs willen geven.
Dat wordt immers van ze verwacht. Niet al-
leen door OCW, maar zeker ook door steeds
kritischer ouders. Swv-voorzitter Floris Dek-
ker legt uit dat het onderwijs voorheen sterk
gefocust was op het individuele kind. ‘Elk
kind kreeg bij wijze van spreken een eigen
onderwijsaanbod, vastgelegd in een individu-
eel handelingsplan.
Soms hadden
leerkrachten met
wel tien individuele
handelingsplan-
nen te maken. Zij
staken op die manier heel veel energie in een
relatief klein clubje leerlingen. Dit kan ten
koste gaan van de rest van de groep.’
Swv-Houten besloot een andere koers te
gaan varen: onderwijsgerichte benadering
boven kindgerichte benadering. Floris: ‘Een
principieel ander startpunt. Bij een onder-
wijsgerichte benadering kijk je welk on-
derwijs leerkrachten redelijkerwijs kunnen
bieden. Het gaat daarbij om drie verschillende
onderwijsarrangementen: basis, intensief en
verdiept. Per arrangement worden leerlijnen
en doelen gespecificeerd. De leerkracht
bepaalt per arrangement welke leerlingen dit
krijgen aangeboden.’
RidderspoorBasisschool Ridderspoor is voortvarend
met de invoering aan de slag gegaan. Een
enthousiaste directeur Ellen van der Ligt:
‘De eenvoud van het concept sprak me direct
aan. Ik vind dat leerkrachten behoorlijk
zwaar worden belast. De meesten worstelen
met het time- en klassenmanagement. Dit
concept stelt leerkrachten centraal en maakt
het voor hen eenvoudiger.’ Ellen ligt toe: ‘Tot
nu toe waren de
leerkrachten nog
heel erg bezig
met maatwerk-
trajecten en
handelingsplan-
nen per leerling. Als leerkracht weet je dan
uiteindelijk van gekkigheid niet meer hoe je
het allemaal moet aanpakken, wat je op welk
moment moet doen met welke leerling. Bij
’Opbrengstgericht werken’ onderscheid je
binnen je groep drie niveaus. In een groeps-
plan leg je vast aan welke tussendoelen je
met elk niveaugroepje werkt en welk ar-
rangement je aanbiedt. Het gaat dus om een
overzichtelijke, gestructureerde en efficiënte
manier van werken.’
Ellen verwacht dat de communicatie met
ouders nu makkelijker zal worden. ‘Een heel
positieve bijkomstigheid! Door de doelgerich-
te manier van werken kunnen leerkrachten
veel objectiever met ouders in gesprek zijn.
Ze kunnen helder aangeven aan welke tus-
sendoelen er in een bepaald leerjaar gewerkt
wordt en wat de kinderen aan het eind van
het jaar moeten kunnen en kennen. Op het
moment dat een kind bepaalde tussendoelen
haalt, kunnen ze samen met de ouders bepa-
len wat voor het kind de beste volgende stap
is. Zo wordt de communicatie transparanter
en objectiever.’
Opbrengstgericht werken met de 4DPlannerDe laatste jaren vragen ouders en inspectie
scholen in toenemende mate hun leerop-
brengsten inzichtelijk te maken. Scholen
moeten verantwoording afleggen over hun
handelen en over de ontwikkeling van hun
leerlingen. Met de opkomst van (digitale)
leerlingvolgsystemen neemt de hoeveelheid
verzamelde informatie over leerlingen toe.
Om niet te verdwalen in deze gegevens-
stroom is overzicht nodig. Dat overzicht
helpt om de informatie te vertalen naar het
dagelijks handelen in de klas. Meer infor-
matie op www.perspectiefin4D.nl.
‘Leerkrachten staan centraal’
ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF
6 KlasseApart april 2012
Toewerken naar maximale resultatenIn de visie van de CED-Groep heeft iedere leer-
ling zijn eigen ontwikkelingsperspectief (opp).
Voor de één is dat richting havo, voor de ander
vmbo-kaderberoeps. Voor veruit de meeste
leerlingen moet het basis-, intensieve of ver-
diepte arrangement passen bij hun opp. Voor
een enkeling is een individueel beschreven opp
nodig. De CED-Groep traint intern begeleiders
in de systematiek van het werken met een opp,
zodat zij ook aanbod-op-maat kunnen ontwik-
kelen. Op de Roelof Venemaschool zijn ze ermee
aan de slag gegaan.
‘De meeste leerkrachten hebben hun handen
al vol aan het lesgeven volgens de drie arran-
gementen,’ constateert Wijnand Gijzen, senior
adviseur van de CED-Groep. ‘Het vraagt veel
één leerling daarnaast ook nog een eigen
aanbod te doen – welke doelen streef je na,
welke methodiek hanteer je en hoe organi-
seer je het?’
Een aantal vaste stappen biedt houvast bij
het maken van een opp. Wijnand: ‘Allereerst
stel je het leerrendement per vakgebied vast.
Daarna benoem je de uitstroombestemming
en kies je een leerlijn. Hieruit leid je doelen
af. Wanneer je de onderwijsbehoeften van de
leerling hebt benoemd, stel je de methodiek
en de organisatie vast. Je monitort de voort-
gang en sluit af met een evaluatie.’
Roelof VenemaschoolHet is een pittig proces volgens Carola Tabak,
intern begeleider op basisschool Roelof
Venema in Amstelveen. Zij volgt samen met
collega-ib’ers een opp-training. ‘Maar het
levert ook wat op: we kunnen nu veel beter
uit elk kind halen wat erin zit.’ Op haar school
gaat het opp onderdeel uitmaken van de to-
tale kwaliteitszorg: ‘Je zorgt dat de opp’s pas-
sen bij de talenten en je geeft een uitstroom-
bestemming aan, van praktijkonderwijs tot
vwo. Op basis daarvan maak je onderwijsar-
rangementen voor groepen leerlingen. Als
Citoscores tegenvallen, ga je op zoek naar
de oorzaken in je onderwijs. Je bewaakt dat
leerlingen het onderwijs krijgen dat ze nodig
hebben. Dit alles helpt ons om elk kind zo
goed mogelijk binnen een groepsgewijze
aanpak te begeleiden en het totale groeps-
niveau te verhogen. In je onderwijs richt je je
gewoonlijk op de middenmoot, maar door te
denken in opp’s, geef je elke leerling passend
onderwijs’.
Carola over de ouders: ‘Ze zijn vaak hoog
opgeleid. Hun kinderen komen al met een
A-score binnen. Ik vind het belangrijk dat
wij ook deze kinderen op een hoger plan til-
len.’ De school groepeert leerlingen in drie
subgroepen: basis, intensief en verdiept. Pas
rond groep 6 wordt bepaald voor welke leer-
ling er doelen uit de leerlijn worden geschrapt
omdat ze geen eindniveau 7 halen aan het
eind van de basisschool. Voor die kinderen
wordt een individueel opp gemaakt.
Carola kende de vaste stappen die leiden
naar een opp. ‘Maar wij deden dat niet echt
gestructureerd. Nu we allemaal diezelfde
stappen volgen, spreken we dezelfde taal en
kunnen scholen met een gelijksoortige popu-
latie elkaar behulpzaam zijn.’
Opp-trainingDe ib’ers van Amstelzijde, het samenwerkings-
verband van de Roelof Venemaschool, volgden
een training in het werken met het opp. Zij
koppelden hun nieuwe kennis terug naar hun
directies en teams. De directies zorgen ervoor
dat het opp een plek krijgt binnen het kwali-
teitsbeleid. Carola heeft ondervonden dat de
opp-trainingen zorgen voor meer alertheid en
een nieuwe kijk op passend onderwijs.
Meer weten?
Wijnand Gijzen
06 12431674
Meer weten?
Monique van Selow
0346 219777
OPPlannerEduniek heeft een ’OPPlanner’ ontwik-
keld. Op basis van lvs-gegevens, protec-
tieve en belemmerende factoren geeft
het voor elke leerling een realistisch opp
aan. Het hanteren van een hoog ambitie-
niveau stimuleert de leerling optimaal.
De OPPlanner biedt inzicht in eind- en tus-
sendoelen, sturing bij de planning van het
leerstofaanbod, zicht op het verloop van de
ontwikkeling en op het leerrendement.
‘Een pittig proces, maar het levert veel op’
DE LEESBEHANDELAAR
7 KlasseApart april 2012
Stap voor stap leesproblemen te lijf De CED-Groep leidt in samenwerking
met WSNS* Rotterdam-Zuid leesbe-
handelaars op. Deze functionarissen,
vaak intern begeleiders, helpen leer-
lingen om hun leesproblemen zoveel
mogelijk te overwinnen. Daarnaast
dragen zij hun expertise over binnen
hun samenwerkingsverband.
Lynn kijkt onderzoekend naar letters in haar
boek. De negenjarige prevelt: ‘b-u-r. Búrg,’
raadt ze. Te snel, want: er komen nog twee
letters; er staat ’buren’. Kinderen vatten
‘goed lezen’ vaak op als snel lezen. Slimme
kinderen zoals Lynn zijn nog wel in staat om
hun zwakke lezen enigszins te compenseren
en de moeilijke woorden te raden vanuit de
context. Zo gaan ze snel door de tekst, maar
lezen veel woorden fout zodat ze die maar
half begrijpen. Leesbehandelaar Anneke Buis
leert Lynn om die moeilijke woorden stukje
voor stukje te veroveren.
SucceservaringLynn mag steeds voorspellen hoe goed ze een
oefening denkt te gaan doen. Achteraf vullen
ze samen met vrolijke kleuren een grafiek in,
zodat Lynn kan zien hoever ze al is opgescho-
ten. Dat bezorgt haar een succeservaring en
motiveert haar om haar best te blijven doen.
‘Wij delen de verantwoordelijkheid voor de
behandeling bewust met de leerling,’ vertelt
Anneke. ‘Daarom formuleren we samen het
doel waar we naar toewerken. Het resultaat
hangt uiteraard mede af van de hardnek-
kigheid van het leesprobleem. Samen met
de leerling zoeken we uit welke oefeningen
voor haar of hem effect hebben. Vaak zeggen
kinderen na afloop: ik vind lezen nu leuk. Dat
beschouw ik dan als een groot succes.’
Anneke bedient met zestien collega’s de on-
geveer honderd aangesloten scholen. Naast
het leesbehandelen van leerlingen adviseert
ze scholen over het leesonderwijs aan deze
kinderen. Door middel van workshops en
presentaties dragen de leesbehandelaars hun
kennis over aan teams en zorgen ze ervoor
dat oefenmateriaal op de scholen aanwezig is.
Zo’n tien procent van alle leerlingen heeft
een te zwakke leesvaardigheid. De proble-
men zijn meestal prima op de basisschool
aan te pakken. WSNS-Zuid richt zich op de
zwakste lezers, bij wie mogelijk sprake is
van dyslexie. Een leesbehandeling bestaat uit
maximaal dertig oefensessies. Bij voldoende
vooruitgang is er geen sprake van dyslexie.
Zeven keer per schooljaar krijgen de lees-
behandelaars supervisie van een hoofdbehan-
delaar van de Leeskliniek. Naast uitwisseling
van ervaringen staan de nieuwste inzichten
op de agenda.
‘Hoe ging het vandaag?,’ vraagt Anneke aan
Lynn. ‘Goed, dacht ik’, antwoordt Lynn.
Anneke: ‘Je ging niet te snel, he? Je las...?’
Lynn: ‘Woord voor woord.’
* Weer Samen Naar School
Het continuüm van basiszorg en de extra zorg bij lezen, leesproblemen en dyslexie
Stap Inhoud Het Onderwijscontinuüm CED-Groep®0 Visie en beleid t.a.v. leesonderwijs en vaststellen van schoolstandaarden1 Voldoende effectieve leertijd, kwaliteit Basiszorg: instructiegedrag en klassenmanagement. het basisarrangement2 Juiste uitvoering van effectieve methodes voor Basiszorg: aanvankelijk en voortgezet technisch lezen. basisarrangement3 Gebruik leerlingvolgsysteem Basiszorg: LOVS en protocollen (rond technisch lezen). leesproblemen en dyslexie4 Vaststellen van risicoleerlingen (zwakste 25%). Basiszorg: Differentiatie bij het technisch leesonderwijs. Intensief arrangement Aanpak binnen de klas.5a Vaststellen van leerlingen met ernstige Extra zorg: Zeer leesproblemen (zwakste 10%). Individuele intensief arrangement. instructie binnen het zeer intensieve arrangement.5b Intensieve individuele behandeling door het SWV Eventueel gespecialiseerde bij twijfel aan de kwaliteit van het basis- en/of leesbegeleiding op school vanuit het intensieve arrangement. het samenwerkingsverband.6 Vaststellen van achterstand en hardnekkigheid van Extra zorg: LOVS en protocollen het leesprobleem; vermoeden van dyslexie (± 3 à 4%). leesproblemen en dyslexie7 Vaststellen van dyslexie op basis van psychodiagnostisch onderzoek. 8 Gespecialiseerde dyslexiebehandeling Extra zorg: dyslexiebehandeling CED-Groep binnen gezondheidszorg9 Coaching van dyslectische leerlingen. Onderdeel van het zeer intensieve arrangement tijdens de behandeling
Meer weten?
Carla Versteeg
06 13251629
‘We formuleren samen met het kind het doel waar we naar toewerken’
8 KlasseApart april 2012
C O L O F O N
CONTACT PUBLICATIES
RELATIEMAGAZINE
WEBWINKEL
E-ZINES
CURSUSSEN EN TRAININGEN
klasseApart special ’Passend onderwijs’april 2012
samenstellingAfdeling Communicatie CED-Groep,
Willem Bijl, Marijke Nijboer, Jan van der
Meijde (fotografie)
vormgeving Pressure Line, Rotterdam
drukGoos, Ouderkerk a/d IJssel
OVER ONS
De CED-Groep traint professionals en adviseert beslissers in onderwijs en kinderop-
vang. En ontwikkelt innovatieve educatieve producten. Dat is wat we doen. Maar niet wat
we zijn. Bij de CED-Groep zijn we van alle onderwijsmarkten thuis. We zijn innovatief
en hebben een grote passie voor kansen voor kinderen. Maar voor alles zijn we trots op
resultaat. Als het een professional lukt om kinderen het beste uit zichzelf te laten halen,
hebben wij echt iets bereikt.
CED-GROEP BEREIKT
CED-GroepPostbus 8639
3009 AP Rotterdam
010 4071599
www.cedgroep.nl
bezoekadresDwerggras 30
3068 PC Rotterdam.
Publicaties over opbrengstgericht werken:
- Focus op Feiten, datagestuurd en op-brengstgericht werken met het Onder-wijscontinuüm CED-Groep®, Struiksma &
Rurup, 2009, CED-Groep.
- Resultaten Tellen, opbrengstgericht en datagestuurd werken in de basisschool, Van Hasselt & Ligtendag, 2011, CED-Groep.
Alles is Data, werken met data in de klas,
Goudswaard & Vergunst/Duijnhouwer,
2011, CED-Groep.
- 1 Stap verder met de 1-zorgroute, Gijzen,
2012, CED-Groep.
- Duiden en Doen, Chris Struiksma, ver-
schijnt in april 2012.
Wilt u op de hoogte blijven van nieuws uit het
onderwijsveld, neem dan een gratis abonne-
ment op KlasseApart. Wilt u dit magazine drie
keer per jaar thuis of op het werk ontvangen?
Stuur een mail met uw naam en adresgegevens
naar [email protected] en u krijgt ons
kwartaalblad gratis via de post toegestuurd.
In de webwinkel kunt u diverse publicaties
bestellen. Daarnaast is er veel lesmateriaal
te koop (boeken, mappen, cd-roms).
www.cedgroep.nl/webwinkel
Neem een gratis abonnement op één of meer
van onze e-zines: VVE en Kinderopvang, Pri-
mair Onderwijs, Speciaal (Basis) Onderwijs,
Voortgezet Onderwijs of Onderwijs, Media en
ICT. Mail naar [email protected].
De CED-Groep verzorgt cursussen, trainin-
gen en workshops. Op www.cedgroep.nl/
cursussen vindt u informatie, actuele prijzen,
data en sortering op doelgroep. Vrijwel alles
is ook op maat in te kopen voor uw school,
kinderdagverblijf, bestuur of samenwerkings-
verband. Vraag de gratis brochure aan bij cur-
[email protected] o.v.v.cursusbrochure
2012-2013 en uw naam en postadres.