Klasse voor Ouders 44

8
COMPUTERS TOVEREN IN DE KLAS p. 2-3 «IK KAN DAT NIET» BANG OM TE MISLUKKEN p. 4-5 MARGOT (8): «DIT JAAR KRIJG IK VLEUGELS» p. 8 December 2000 44 «Op het werk moet ik de perfecte secretaresse zijn. En als ik niet over Big Brother of SMS'en kan meepraten, ben ik een rare vogel. Thuis moet het huishouden gesmeerd lopen. En ik wil ook nog eens de perfecte moeder en echtgenote zijn. Ik weet niet hoe anderen dat klaar spelen.» (Kirsten, 32, moeder) Wordt er ook zoveel van u verwacht? Moet u van alles iets kennen, over alles kunnen meepraten? En voelt u zich bekeken als u niet meekan? Moet u ook uw fouten wegwitten? Onze maatschappij draait om prestatie en competitie. Scholen moeten de beste leerlingen afleveren. Kinderen moeten het goed doen op school, de beste zijn. Ouders willen dat ze erbij horen. Voor sommige kinderen wordt de druk veel te groot. Eén op tien kinderen lijdt aan faalangst. Ze zijn niet zozeer bang van de taak (test, spreekbeurt, sport, dans…) waar ze voor staan. Wél van de reacties van hun ouders, leerkrachten en klasgenoten als het fout loopt: «Wat een sukkel». Hun maag krimpt als ze hun naam horen. Als er een toets is, hebben ze buikpijn en willen ze niet naar school. De perfecte echtgenoot, de perfecte vader, moeder, loodgieter, dokter of secretaresse. Wij zijn het niet. En we kunnen het natuurlijk niet zijn. Maar waarom verwachten we dan wél van onze kinderen dat ze geen fouten maken? Hoe gaan wij om met presteren, falen, bang of flauw zijn? Gommen we straks wat van onze verwachtingen weg? Zie pagina 4. Bent u ook zo perfect?

description

Klasse voor Ouders is een een gratis blad uitgegeven door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. Scholen die zich inschrijven bezorgen het aan ouders van leerlingen van de basisschool en de eerste graad secundair onderwijs. Andere bladen van Klasse zijn: Klasse voor Leraren, Maks! en Yeti.

Transcript of Klasse voor Ouders 44

Page 1: Klasse voor Ouders 44

COMPUTERS TOVEREN IN DE KLAS p. 2-3

«IK KAN DAT NIET» BANG OM TE MISLUKKEN p. 4-5

MARGOT (8): «DIT JAAR KRIJG IK VLEUGELS» p. 8

December2000

44

«Op het werk moet ik de perfecte secretaresse zijn. En als ik niet over Big Brother of SMS'en kan meepraten, ben ik een rare vogel. Thuis moet het huishouden gesmeerd lopen. En ik wil ook nog eens de perfecte moeder en echtgenote zijn. Ik weet niet hoe anderen dat klaar spelen.»

(Kirsten, 32, moeder)Wordt er ook zoveel van u verwacht? Moet u van alles iets

kennen, over alles kunnen meepraten? En voelt u zich bekeken als u niet meekan? Moet u ook uw fouten

wegwitten?

Onze maatschappij draait om prestatie en competitie. Scholen moeten de beste leerlingen afleveren. Kinderen moeten het goed doen op school, de beste zijn. Ouders willen dat ze erbij horen. Voor sommige kinderen wordt de druk veel te groot. Eén op tien kinderen lijdt aan faalangst. Ze zijn niet zozeer bang van de taak (test, spreekbeurt, sport, dans…) waar ze voor staan. Wél van de reacties van hun ouders, leerkrachten en klasgenoten als het fout loopt: «Wat een sukkel». Hun maag krimpt als ze hun naam horen. Als er een toets is, hebben ze buikpijn en willen ze niet naar school.

De perfecte echtgenoot, de perfecte vader, moeder, loodgieter, dokter of secretaresse. Wij zijn het niet. En we

kunnen het natuurlijk niet zijn. Maar waarom verwachten we dan wél van onze kinderen dat ze geen fouten maken? Hoe gaan wij om met presteren, falen, bang of flauw zijn?

Gommen we straks wat van onze verwachtingen weg? Zie pagina 4.

Bent u ook zo perfect?

Page 2: Klasse voor Ouders 44

2 Klasse voor Ouders 44

school@thuis

C O M P U T E R S I N E L K E K L A SMomenteel staat er één computer per 27 leerlingen in het secundair onderwijs. In de drie laatste jaren van het ba-sisonderwijs is dat één computer per dertien leerlingen. De Vlaamse regering startte in 1998 een meerjarenpro-gramma om het gebruik van computers en software op

school aan te moedigen. Het programma heet PC/KD. Met een budget van 2,7 miljard frank komt er tegen 2002 in

elke school uit het secundair en de drie hoogste jaren ba-sisonderwijs één computer per 10 leerlingen.

school@thuis

[ Een mat om op te spelenEen mat om op te spelen ]«Elektronisch bankieren en winkelen, een e-mail sturen naar je buur, de filmagenda bekijken op het web. Computers raken zo vertrouwd in het gewone leven», zegt Marcel, leerkracht zesde leerjaar. «Ook kinderen vinden snel hun weg: spelletjes plukken van het web, berichtjes sturen naar klasgenoten, werkjes uittikken en prin-ten. Ik plaats niet zomaar een computer in mijn klas. Ik ga er mee aan de slag. De computer dus als hulpmiddel. Hoe werkt een sluis? Dat toon ik met de computer. Of ik leg aan het bord uit hoe de leerlingen grafieken moeten lezen en begrijpen. Nadien werken ze per twee aan een computer om dit te oefenen. Dat daagt hen uit. Wat leerlingen zelf vinden, hun succes, onthouden ze makkelijker. Ze hebben hun leren zelf in handen. En dat motiveert hen en maakt ze leergierig.»

[ Een sein uit Afrika Een sein uit Afrika ]«We twijfelden niet lang toen we de kans kregen om de computerklas

aan te sluiten op internet», zegt Anneleen, directielid. «We zullen hier nooit beknibbelen op de speeltijd om meer computertijd in te voeren. Creatief spelmateriaal, uitstappen in de natuur, lessen in handvaardigheid, muziek, kunst en bibliotheekboeken komen door de computer niet op de tweede plaats. Maar we ervaren dat voor kinderen het wereldwijde web vanzelfspre-kend is. Zij houden van de computer als communicatiemiddel. Een e-mail versturen is kinderspel. De leerkracht Frans laat de kinderen nieuwsberich-tjes uitwisselen met een klas in Afrika. Websites van andere scholen bezoe-ken, haalt de klasmuren naar beneden. Op onze eigen website stellen de vijfdes en zesdes zichzelf voor. Een school in de buurt zet alle knutselwerk-jes van de kinderen in een virtuele tentoonstelling. Schitterend toch!»

[ Verbonden met de wereld Verbonden met de wereld ]«We hadden zo onze twijfels om een computer in huis te halen», zegt

Mia, moeder van drie kinderen. «Wat weten wij van alle draden, kabels en knoppen aan zo’n computer? Raken de kinderen niet verslaafd? De computer staat nu in huis. We hebben oplossingen gevonden voor onze bezwaren. De computer installeren was eenvoudig. Het zijn gebruiksvriendelijke machines. De kinderen zijn er vaak vlugger mee weg dan wij. De computer staat in een hoekje van de huiskamer. Spelletjes met geweld of extreem lawaai komen niet in huis. We hebben samen regels opgesteld over hoe vaak en hoelang ze mogen computeren. Voor het surfen gelden strikte regels. Ze gaan het net niet op zonder dat we het weten. De toegangscode blijft geheim. De we-reld halen onze kinderen via internet wel in huis. Stijn (13) chat met kinde-ren over de hele wereld, zelfs in zijn gebrekkig Engels. Katrijn (11) schaakt met kinderen in Australië. Heerlijk.»

Page 3: Klasse voor Ouders 44

Klasse voor Ouders 44 3

[ [ Uw kind en de computer: TIEN TIPS Uw kind en de computer: TIEN TIPS ]• Toon interesse, vraag wat uw kind op school geleerd heeft over/met de

computer.• Niet elke ouder kan/wil een computer kopen voor zijn kind. Kan de school

de weg wijzen naar de computers in de openbare bibliotheek? Of kan het oudercomité nagaan hoe de school de computers op afgesproken momen-ten beschikbaar stelt?

• Als u thuis een computer hebt: © Plaats de computer in een kamer waar je voldoende toezicht kan houden. © Maak duidelijke afspraken over wanneer en hoelang uw kind computert. © Bepaal met hen welke spellen kunnen en welke niet.• Als u een internetaansluiting hebt: © Hou de internettoegangscode geheim en verander ze regelmatig. © Begeleid de eerste zoektochten op internet. Toon hen goede en leuke sites. © Laat ze nooit persoonlijke informatie aan derden geven via internet. © Plaats een filter op de te bezoeken internetsites (geen porno, haat of geweld). © Zeg hen dat alles wat ze zien en lezen op het web niet noodzakelijk de

werkelijkheid (of de waarheid) is. Leer hen kritische zin.

De computer is meer dan een muis, een toetsenbord, scherm en luidsprekers. In de klas komen computers tot leven. Ze ademen en spreken, zoeken en ontvoeren kinderen naar de andere kant van de wereld.

Uw kinderen leren ICT op school: informatie- en communicatietechnologie. Wat het onderwijs hiermee wil bereiken? En wat doet u er thuis mee? Druk even op Enter.

Moet iedereen thuis een computer hebben? Neen. In veel gezinnen wordt die alleen maar gebruikt om spelle-tjes mee te spelen. Net als internet vaak niet gebruikt wordt om zinvolle informatie te verzamelen. Wie compu-ter en internet goed leert gebruiken, doet er wel zijn voordeel mee. Daarom gebruiken we computers in de school en kan je in de bibliotheek het internet op.

[ Kan iedereen mee?Kan iedereen mee? ]«Computers inzetten op school is nooit een doel op zich», zegt Inge, lid van het oudercomité. «Leerlingen die thuis geen computer hebben, krijgen op school de kans om op een zinvolle en aangename manier te leren omgaan met nieuwe media. De computer is een beetje het studie-object zelf: de verschil-lende onderdelen van een multimediacomputer benoemen, het toetsenbord be-dienen, woorden als ‘escape’ en ‘delete’ leren gebruiken. Met de ouders kijken we mee uit naar goede tweedehandscomputers voor de school.»

[ Altijd andersAltijd anders ]«Het klinkt oneerbiedig maar de computer zie ik als vervangleraar, een soort instructeur», zegt Dirk, leerkracht in de computerklas. «Ik word daardoor meer de begeleider van een leerproces. De belangrijkste grondstof die ons land rijk is, zijn de grijze hersencellen. Jongeren moeten vaardigheden ontwikkelen die van pas komen op de arbeidsmarkt. Eén daarvan is de wil om altijd maar te leren: levenslang leren. De computer kan daarbij helpen. Het is hét middel om zelfstandig en aan eigen tempo te leren. Het internet is een wereldwijde biblio-theek, op school leer je daar je weg in vinden. Waar ging je lievelingsauteur naar school? Zoek dat maar eens op bijvoorbeeld. Of wanneer gaat de wintertijd terug over in de zomertijd. In mijn klas kan ik elk kind opdrachten geven die hem boeien en kinderen hun eigen weg doen vinden in de vele informatie.»

Page 4: Klasse voor Ouders 44

4 Klasse voor Ouders 44

Dit is de tweede bijdrage van de twintigdelige nu of ooit? Eén op tien kinderen heeft een of aken gebeurt pas efficiënt als ouders, school en hun eigen Klasse ook alle achtergronden om fkan u lezen op de internetsite van Klasse: wwhet SISO-nummer 416.5 (trefwoord angst). Zin - Marc Litière - Lannoo.

Deze tekst kwam tot stand in samenwerking en andere specialisten.

«IK KAN D«Vorig week kreeg Jasper eerapport. Hij was aardig ontgeen nieuw rekenblad mee vaik kan dat niet’, zuchtte hij dat hij alleen maar negens port. En dat is het enige w

(Brenda, Eén kind op tien lij

FAALANGST. Goed, beter, best…© Wat? Faalangst betekent bang zijn om bij een taak te falen: toetsen, examens, erbij horen, over de bok springen… Die angst kan kinderen blokkeren: ze doen niks meer, haken af. Bij andere kinderen zorgt de angst ervoor dat ze nog harder werken, geen afstand kunnen nemen, zich nooit ontspannen. Nog anderen wisselen hard werken en stilvallen af.© Wie? Eén op tien kinderen leidt aan een vorm van faalangst: vooral kinderen met weinig zelfvertrouwen. Meer meisjes dan jongens.© Waarom? Faalangst is een gevoel. Kinderen zijn bang dat ze door een slechte pres-tatie de waardering van hun ouders, klasgenoten en leerkrachten verliezen («Dat had ik niet verwacht van jou»), of het geloof in eigen kunnen («Ik kan toch niks»). Faal -angstigen zijn slechte voorspellers: ze geloven dat de kans op mislukken erg groot is.© Gevolgen? Sommige faalangstige kinderen ontwijken nieuwe uitdagingen. Ze gaan zich vlug het domste of meest luie kind van de klas voelen. Dat leidt vaak tot demoti-vatie: ze willen niet meer leren, willen niet meer naar school. Ze worden liever lui dan dom genoemd.

HOE VOORKOMT U FAALANGST? Verwachting en ondersteuning• Niemand is perfect. Laat voelen dat uw kind fouten mag maken, ook thuis.• Laat kinderen van jongsaf aan veel taakjes uitvoeren die ze aankunnen (torens bou-

wen, kledij aandoen, boterhammen smeren…) en geef positieve reactie. Succes helpt ze geloven in zichzelf. Kinderen die veel mislukkingen in hun rugzak meesleu-ren, gaan geen nieuwe (leer)uitdagingen aan. Soms geven ouders overdreven ge-vaartekens: «Pas op, doe niet zo gevaarlijk, maak je niet vuil…» Kinderen gaan dan minder ontdekken, durven geen uitdagingen aannemen. Zorg wel bij elke uitdaging voor een vangnet: «Ik ben er voor jou».

• Leer kinderen zoeken naar een juiste verklaring voor hun succes of hun mislukking. En leer ze die aanvaarden. Faalangstige kinderen gaan vaak ten onrechte de oorzaak bij zichzelf zoeken «Ik ben dom». Als het goed gaat, zeggen ze dat ze gewoon geluk hadden («Het was gemakkelijk»).

• Observeer uw kind. Kijk wat het aankan. Stem uw verwachtingen af op zijn capaci-teiten. (Moet hij werkelijk 80 % voor wiskunde halen?) Wie voortdurend boven zijn mogelijkheden moet presteren en daarom faalt, geraakt gedemotiveerd.

• Uw kind zit met een vraag of een probleem? Los het niet meteen zelf op. Help, maar leer uw kind vooral hoe het zijn probleem zelf kan oplossen.

• Geef het goede voorbeeld. Hoe gaat u zelf om met presteermomenten («Ik mag toch niet afgaan!»). Geeft u ook aan uw kinderen toe dat u fouten maakt. Of bent u perfect?

• Vergelijk de prestaties van uw kind niet met dat van broers, nichtjes, buren etc… die veel handiger, slimmer zijn. Vergelijk wel met de vorige prestaties van uw kind. Geef evenveel aandacht aan de inspanning als aan het resultaat: «Je hebt je best gedaan». Dat motiveert.

• Zorg voor evenwicht in het leven van uw kind. Elk kind heeft ook ontspanning no-dig. Vermijd sport waar competitie centraal staat.

• Verhalen over uw succes van vroeger kunnen uw kind erg onder druk zetten. Vertel ook over uw twijfels en mislukkingen.

• Ouders kiezen vaak voor een school/studierichting waar kinderen het niet te ge-makkelijk hebben. Sommige kinderen blokkeren dan.

Page 5: Klasse voor Ouders 44

Klasse voor Ouders 44 5

reeks De Eerste Lijn. Misschien bijhouden voor andere vorm van faal angst. Faalangst aanpak-CLB samenwerken. De leerkrachten krijgen via faal angst tegen te gaan. Meer over faalangst

ww.klasse.be/archieven en in de bibliotheek bij in een boek? «Ik kan dat niet», zegt mijn kind

met leerlingen, ouders, leerkrachten, het CLB

DAT NIET»n zeven voor rekenen op zijn

goocheld. Vandaag bracht hij an school: huiswerk. ‘Mama, voortdurend. Zijn vader wil en tienen haalt op zijn rap-

waaraan Jasper nu denkt.»moeder)

ijdt aan faalangst.

UW KIND HEEFT FAALANGST? Luisteren en denkenEén op tien kinderen heeft een of andere vorm van faalangst.© Mogelijke signalen: uw kind piekert veel, denkt enkel aan wat kan mislopen. Uw kind heeft vaak hoofdpijn, maag- of darmklachten, gaat nagelbijten. Uw kind is verle-gen, gesloten, of hangt integendeel de clown uit, zoekt uitvluchten («Ik ben ziek»), liegt («Ik ben mijn papier kwijt»), huilt…© Niet doen/zeggen: Blijven negeren «Ach, je kan dat wél», verwijten «Doe toch niet zo flauw», ingaan op vermijdingsgedrag «Je moet vandaag niet naar school», vergelij-ken met anderen «Zij kunnen dat wél», zomaar medicatie geven…© Wel doen/zeggen:1 Blijf rustig, als uw kind panikeert, panikeer dan niet mee, vermijd emotionele scènes.2 Maak tijd om te luisteren. «Vind je zelf dat je het niet goed genoeg kan?» «Wat

heb je al gedaan?»3 Aanvaard dat er een probleem is. Deel het probleem: «We gaan er samen aan wer-

ken». Contacteer eventueel de leerkracht op school.4 Stel uw kind gerust. Zeg dat faalangst bij het dagelijkse leven hoort, dat u het ook

hebt. Mislukken mag en is zelfs nodig om te leren. Geef toe dat u ook zelf fouten maakt.

5 Vertel uw kind over zijn positieve eigenschappen: «Je bent misschien minder goed in rekenen, maar je kan goed sporten, bent een leuke broer, een goede speelkameraad».

6 Buig de negatieve gedachten om. Ga samen op zoek naar wat uw kind écht angstig maakt en koppel die angst los van de taak. «Ik ben bang dat papa/de leerkracht boos zal zijn als…, dat leerlingen me gaan uitlachen als…» Klopt die negatieve gedachte wel? Vervang die negatieve gedachten door positieve: «Papa is blij als je je best doet, je hebt je les goed geleerd, je kan het.»

7 Stimuleer uw kind om zijn opdracht (toets, spreekbeurt, sporttest) toch uit te voe-ren. Maak voor het kind duidelijk dat er geen weg naast is. Ga niet in op vermij-dingsgedrag.

8 Geef structuur. Pas de opdracht aan (deelopdrachten, samen stappen zetten), help een studieplanning opmaken. Ga op zoek naar wat voor uw kind haalbaar is en laat het van dat succes genieten. Zeg dat het mag mislukken, zijn inzet telt.

9 Aarzel niet om naar het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding) te stappen als u zelf geen uitweg ziet. Een aangepaste behandeling kan helpen.

WAT KAN U VAN DE SCHOOL VERWACHTEN? Ruimte en aandacht• Presteren is niet het enige wat telt op school. De school is ook een leefschool.• Op school is er plaats voor gevoelens: kinderen mogen bang, blij, verdrietig, kwaad zijn…• Er is een vast ritme op school dat rust geeft. Er is ook tijd voor ontspanning.• De school pept de kinderen tijdens toetsperiodes niet op en stelt realistische ver-

wachtingen.• Toetsopdrachten zijn helder en bondig geformuleerd. De vragen staan van makkelijk

naar moeilijk. De verbeteringen komen snel.• Een kind met faalangst is een gedeeld probleem voor ouders en school.• Faalangst wordt op school vlug opgemerkt. Indien nodig wordt samen met het CLB

een begeleidingsplan uitgewerkt. Misschien mag uw faalangstig kind wel een posi-tief denklijstje gebruiken:

MIJN SPIEKBRIEFJE• Ik heb mijn les geleerd.• Als ik rustig ben, kan ik beter antwoorden.• Als ik diep ademhaal, kan ik me meer herinneren.• Iedereen maakt fouten, ook mama, papa en de meester of de juf.• Als ik een fout maak, kan ik ze later wel verbeteren.

2

Page 6: Klasse voor Ouders 44

6 Klasse voor Ouders 44

Ouders op schoolMarc Coen: «Ook aan de schoolpoort»

«Wat ouders aan de schoolpoort zeggen is anders dan aan de ver-

gadertafel, maar minstens even leerrijk.» Dat zegt Marc

Coen, voorzitter van een oudercomité. «Soms

groeien daar interes-sante ideeën die we willen meene-men naar de ver-

gadertafel. Wij wil-len met het ouderco-

mité de polsslag van de school voelen. Daarom hebben

we in elke klas een vertrouwen-souder. Die houdt contact met de

leerkracht en de andere ouders van de klas. Wat zijn gevoeligheden, waar zit wre-

vel, wat loopt goed, wat kan beter? De vertrou-wensouders zijn de voelsprieten van het oudercomité. We blijven op de hoogte van wat leeft binnen de schoolmuren, maar ook daarbuiten én kun-nen onze werking daarop afstemmen. Communicatie tussen de ouders en tussen ouders en school is belangrijk.»Marc Coen geeft vijf gouden tips voor ouders:1 Bereid je voor op elk gesprek: wat wil je zeggen, hoe ga je dat zeggen?2 Respecteer een andere mening: luister naar wat de andere écht bedoelt.3 Blijf beleefd ook in de felste discussie.4 Veel werk op school gebeurt vrijwillig, heb respect voor mensen die

zich inzetten.5 Gaat het fout? Help dan elkaar om een oplossing te vinden in plaats

van elkaar met de vinger te wijzen.Uw oudercomité wil vertellen hoe het werkt, wat zo leuk is en waarom? Of u bent een actieve ouder op school (of u kent zo iemand). Stuur uw verhaal naar Klasse voor Ouders (OUDERS OP SCHOOL) - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brussel

U droomt nu al van wat zuiderse zon of wil de Siberische sneeuw op-zoeken? Doe dan als Herwig Hendrikx uit Leefdaal. Hij vond het juiste antwoord op de prijsvraag uit het oktobernummer (ANGST) en vliegt er deze winter op uit met een vakantiecheque van 20.000 fr.

1 Vlaamse meidengroep. Ze zingen «Yeke Yeke» en over parels2 Een periode van 1000 jaar3 Voornaam van meisje van acht dat in deze Klasse vleugels krijgt4 Dier uit de horoscoop voor wie geboren is tussen 20 april en 21 mei5 Aantal Belgische provinciesStuur het gezochte woord vóór 15 januari naar Klasse voor Ouders (PRIJS) - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brussel of e-mail naar [email protected]

[win een vakantie]

Wat vinden kinderen tussen 8 en 12 jaar belangrijk in hun gemeen-te? 70.000 kinderen reageerden via de stem-biljet-actie van het Kinderrechtencommissariaat (zie Klasse voor Ouders 41). Kinderen willen duidelijk meer plaats om te spelen, ze willen veiliger verkeer en willen in hun gemeente kunnen rondhangen op de plaatsen die ze zelf kiezen. Het Kinderrechtencommissariaat bezorgt de resulta-ten aan de verschillende gemeentebesturen in Vlaanderen. Mét de vraag er rekening mee te houden als ze hun toekomstig beleid uit-tekenen. Top tien van de kinderen:[1] «meer plaats om te spelen» 28,5 %[2] «veiliger verkeer» 23,8 %[3] «dat kinderen meer mogen rondhangen op plaatsen die zij zelf kiezen»

15,7 %[4] «een meer verzorgde buurt» 7,7 %[5] «dat kinderen die zelf iets organiseren, steun krijgen» 6,8 %[6] «meer mijn mening kunnen zeggen over wat in de buurt moet veran-

deren» 6,8 %[7] «altijd met vragen, ideeën en problemen ergens terechtkunnen» 3,6 %[8] «dat kinderen meer mee kunnen besturen» 3,5 %[9] «meer informatie krijgen over wat er allemaal gebeurt» 1,6 %[10] «meer informatie krijgen over mijn rechten en plichten» 0,9 %

Het volledige rapport, met een opsplit-sing van de stemresultaten naar ge-

meente, kan u raadplegen op www.kinderrechtencommissariaat.be

S T A K I N G ?Onderwijsminister Marleen Vanderpoorten en de vak-bonden van de leerkrachten verschillen van mening over een nieuwe arbeidsovereenkomst in onderwijs.

Hun meest recente voorstellen en standpunten vindt u op www.klasse.be. Bij een staking is de school wel

verplicht de kinderen degelijk op te vangen.

«Kijk eens, Joren is zo oud als jij en hij kan al mooi tekenen, en jij kan nog geen

mannetje tekenen en je kan je naam nog niet schrijven.»

(Lees De Eerste Lijn op pagina 4)

Elke dag nieuws en achter-gronden over opvoeding en onderwijs: www.klasse.be

1

8

«Mijn telefoonre-kening swingt de pan uit. De voorbije maand is voor 10.000 fr. ge-surft op internet. Mijn zoon van twaalf blijkt heel wat uurtjes te surfen zonder dat ik op de hoogte ben. Ik dacht dat het duidelijk was dat hij “af en toe” kon surfen. Hoe kan ik dit inperken of con-troleren?»Duidelijke afspraken maken is belangrijk. “Af en toe” mogen surfen op het net is voor een twaalfjarige niet duidelijk en voor veel inter-pretaties vatbaar. Spreek concreet af hoeveel tijd per dag of per week uw zoon kan gebruik maken van internet. Hou een lijstje bij. Desnoods gebruikt u een eierwekker. Spreek ook af wat de gevolgen zijn als hij over de afgesproken tijdslimiet gaat. Pas als er duidelij-ke en concrete afspraken zijn tussen ouders en kinderen kunnen zij aangesproken worden als de afspraken niet nageleefd worden.Klasse voor Ou-ders werkt samen met de Opvoe-dingstelefoon Vlaanderen. Ou-ders kunnen er altijd terecht op maandag, dins-dag, donderdag en vrijdag tussen 15 en 18 uur op tel 070-222 330

Dure telefoonrekening 5

2 «Wij willen spelen»

Page 7: Klasse voor Ouders 44

U vindt dat er op de school van uw kinderen een leerkracht is die écht het verschil maakt (en niet alleen voor uw eigen kinderen). Nomineer hem/haar voor een extra Verwendag. Tweehonderd Vlaamse leerkrachten worden in februari voor een feestelijke dag ontvangen in HetPaleis (Antwerpen): feestmaal, optredens, gas-ten, verrassingen… Leg in uw brief uit waarom die leerkracht daar volgens u zeker bij moet zijn. Vermeld (naast uw eigen naam en adres) ook het adres van de genomineerde en van de school. Als hij geselecteerd wordt, krijgt hij voor 10 februari een uitnodi-ging. Vertel zeker niets. Het moet een verrassing blijven.Stuur uw brief voor 10 januari naar de Canon Cultuurcel (Ver-wendag door ouders) - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brussel

De winkelrekken puilen weer uit met kerststerren, kerstballen en an-dere kerstartikelen. Niemand ont-snapt aan de nieuwe trends: de kerstverlichting heeft nu de tuin veroverd. De kinderen willen eens blauwe ballen aan de takken. Be-waar daar maar eens uw kalmte bij. Toch moet u weten dat kinderen vooral houden van de sfeer en de traditie. En gezelligheid is niet te koop, die maakt u zelf. Door bij-voorbeeld samen met de kinderen een kerstboom aan te kopen, kerstgeschenken in te pakken, zelf een stalletje ineen te knutselen met lege verpakkingen en samen de kamer te versieren en een menu op te stellen. Het klinkt allemaal bekend maar het werkt wel. Al is het moeilijk om aan de druk van de overdaad te weerstaan. Ideeën en steun om wat minder uit te geven vindt u in het zuinige boekje «Consuminderen met kinderen in tijden van overvloed».

U wil een eigen tip kwijt om het consumeren te beheersen? Schrijf of mail en u maakt kans op één van de 50 gratis exem-

plaren van «Consuminderen met kinderen in tijden van overvloed» van Marieke Henselmans - uitgegeven bij Zuinigheid met Stijl (450 fr). Klas-

se voor Ouders (CONSUMINDEREN) - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brussel -

«Ik ben van mezelf geschrok-ken», «Het is alsof ik tegenover mijn echtgenoot sta», «Dit artikel moedigt ons aan», «Ik heb met veel aandacht en eigelijk met een schuldgevoel jullie artikel gelezen»… Het zijn maar enkele citaten uit de bijna tweehonderd lezersbrieven als reactie op het artikel «Gebruikt u plus- of mintaal»? Monica Bossaert uit Mechelen stelt ouders nog een leuke werkvorm voor:«Op van die dagen dat er echt niets goed kan gaan, verplicht ik mezelf om tien knikkers in mijn linkerbroekzak te steken. Telkens ik plustaal ge-bruik verhuist een knikker naar de rechterzak. Op het einde van de dag moeten de tien knikkers van broekzak gewisseld zijn. Zowel ik als mijn zoontje vinden het geweldig als we hierin slagen. Dan trakteren we ons -zelf op een partijtje knikkeren.»Uw brieven zijn welkom bij Klasse voor Ouders - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brussel - fax 02-553 96 85 - e-mail [email protected]

«Ik ben mister Bean», zegt Wouter (13), «een specialist in het in brand steken van broodroosters». Wouter lijdt aan dyspraxie. Kin-deren met dyspraxie hebben veel moeite met gewone dagelijkse handelingen zoals aankleden, de boekentas maken, eten, schrijven of een toren bouwen met blokken. Dyspraxie heeft niks met gewone onhandigheid of slordigheid te maken. Ook niks met intelligentie. Het lijkt alleen maar zo. Bij veel dyspractische kinderen leidt dit op school tot grote misverstanden. Wouter kan niet ordelijk schrijven. Blokfluit spelen is niks voor hem. En over de bok springen lukt he-

lemaal niet. Een lange reeks van bewegingen die bij anderen automa-tisch loopt, mislukt bij hem. Intussen weten ze dat op school. Voor alle vakken mag hij zijn huistaken en toetsen op een draagbare computer maken en elke avond kopieert hij de notities van andere leerlingen. Want leesbaar schrijven kan hij niet. Heel wat kinderen met ontwikke-lingsdyspraxie hebben dan ook een hele lijdensweg achter de rug voor-aleer de school met hun probleem rekening houdt. Naar de oorzaak van de stoornis blijft het gissen. Ouders die vermoeden dat hun kind dyspra-xie heeft, kunnen beter vlug contact opnemen met de CLB-medewerker van de school of met de ouderwerkgroep Dyspraxis.Ouders die meer willen weten over dyspraxie, kunnen altijd terecht bij de ouderwerkgroep Dyspraxis - Molenstaart 10 - 9840 Zevergem - tel en fax 09-385 67 95 - e-mail: [email protected] - www.users.skynet.be/dyspraxie

9 /// 10«Ik weet dat rekenen moeilijk is voor je. Maar het hoeft toch niet perfect te zijn. Trouwens, niet alle kinderen rekenen even goed en jij kan goed tekenen en turnen.»(Lees De Eerste Lijn op pagina 4)

De volgende Klasse voor Ouders verschijnt op 19 januari: welkom in de nieuwe eeuw

Wat dacht u hiervan. We nemen u en uw kinde-ren mee naar de 16de en 17de eeuw. En we to-nen ze hun speelkameraden van toen. Prachtig uitgedost, met speelgoed, huisdieren, sieraden. Een hond naast het kind bv. wijst op de goede opvoeding, de rammelaars, poppen, slakken, ze hebben allemaal hun betekenis en brengen de geschiedenis tot leven.In het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen loopt van 21 januari tot 22 april 2001 de tentoonstelling «Kinderen op hun mooist». Ze toont portretten van kinderen uit de 16de en 17de eeuw. In die tijd stierf 80 tot 85 % van de kinderen nog voor ze vijf jaar oud waren. Meer dan de helft van de kinderen haalde zelfs hun 18de jaar niet.Op zaterdag 27 en zondag 28 januari krijgen ouders en kinderen met onderstaande bon een extra korting op de toegang. Een handige papie-ren gids loodst u samen met de kinderen langs de portretten. Ontdekt u samen het leven achter de portretten? Maak van de gelegenheid gebruik om het hele museum te bezoeken. Schilderijen, beeldhouwwerken, pren-ten en tekeningen brengen een overzicht van 500 jaar kunst. En dat al-lemaal in een prachtig 19de eeuws museumgebouw. Doen!De tentoonstelling «Kinderen op hun mooist» is te ontdekken in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen van 21 januari tot 22 april 2001 - Plaatsnijdersstraat 2 - 2000 Antwerpen - tel 03-238 78 09 - fax 03-248 08 10 - e-mail [email protected] - www.antwerpen.be/cultuur/kmska. Op vrij-dag is het museum altijd voor iedereen gratis toegankelijk. Open van dinsdag tot en met zondag van 10-17 uur. Woensdag van 10 tot 21 uur.

K O R T I N G S B O N

N a a r e e n m u s e u m m e t K l a s s eKinderen (ook tussen 12 en 18 jaar) kunnen met deze bon uit Klasse voor Ouders gratis binnen. Ouders krijgen vermindering (200 fr. i.p.v. 300 fr.) op de toegangsprijs van de tentoonstelling «Kinderen op hun mooist» in het Museum voor Schone Kunsten Antwerpen. Boven-dien krijgt u een handige (papieren) gids die u door het museum en de tentoonstelling leidt. Deze actie geldt enkel op zaterdag 27 en zondag 28 januari 2001 tussen 10 en 17 uur.

Naam:

Adres:

Knip deze bon uit en geef hem af aan de kassa.

Mis

ter

Bean

6 [Kerststress]

Klasse voor Ouders 44 7

A C T I E M E T K L A S S E

Kinderen op hun mooist 4

9 Nomineer een leerkracht

Plus- en mintaal 7

3

W!N

KMSK

A

Page 8: Klasse voor Ouders 44

Samen onder één dakMargot Bertels (8) komt tweemaal per week rekenen bij Petra

Martens (36). Petra is taakleerkracht en heeft haar vaste plek op school. In september en oktober test ze alle kinderen op wiskunde en taal. Met de klasleerkracht, een medewerker van het CLB en de directie voert ze overleg. Kinderen die een aparte begeleiding no-

dig hebben, plukt ze met zorg uit de klas. Van hoogbegaafden tot kinderen die geen Nederlands kennen. Voor al haar leerlingen stelt ze een begeleidingsroute op. Zo bouwt Petra mee aan het leerling-volgsysteem. Elke basisschool kan kiezen of ze met haar lestijden-

pakket voor een taakleerkracht kiest of niet. Veel scholen doen dat. Ze kunnen zo beter zorgen voor élk kind. Via de participatie-

raad of schoolraad kunnen ouders hierover hun advies geven.

Margot Bertels (8):

««Juf Petra geeft me vleugels»

Ze kan het zelf niet geloven, maar Margot Bertels (8) krijgt de tafels van zeven niet in haar hoofd. Ze gaat op bezoek bij taakjuf Petra. Daar tikt de klok minder snel. En Margot voelt dat ze vooruitgaat. Of taakjuf Petra Martens (36) misschien een geheim drankje brouwt?

KLASSEVOOR OUDERS

Hoofdredacteur Leo BormansEindredacteur Michel Van LaereRedactie Bavo WoutersRedactiesecretaris Marc ImpensProductcoördinator Diana De Caluwé

Vormgeving ArtefactFoto’s Luc Daelemans, Peter Van Hoof, Ivo Hendrikx Cartoons Camp Verantwoordelijk uitgever G. Monard

Deze nieuwsbrief verschijnt maandelijks en wordt uitgegeven door het de-partement Onderwijs van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Hij wordt via de scholen die zich inschrijven gratis bezorgd aan ouders van leerlin-gen tot en met de eerste graad secundair onderwijs. Er is ook een KLASSE voor leerkrachten en Maks! voor leerlingen vanaf de tweede graad secundair onderwijs.

KLASSE VOOR OUDERSHendrik Consciencegebouw - Toren A, vijfde ver-dieping - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brusseltel 02-553 96 90 - fax 02-553 96 85URL: www.klasse.be e-mail: [email protected]

Margot Bertels:

«Juf Petra mag de baas zijn over

mij»«Er scheelt dus wat met je rekenknobbel?»Margot: «Mijn opstellen leest de juf bijna altijd voor. Voor taal heb ik een knobbel. Maar tijdens rekenen verdwijnt die knobbel. Ik ga naar de taak-klas van juf Petra omdat ik een probleem heb met reke-nen. De maaltafels van 2, 5 en 10 gaan vanzelf. De tafel van zeven krijg ik niet in mijn hoofd. En dan die restoefe-ningen. Pffft, hoe zoek je de rest als je een getal door vijf

hebt gedeeld? Juf Petra heeft me gerustgesteld: als ik mijn maaltafels goed ken, zullen de deeltafels ook gemakkelijker gaan. De juf vertelt me telkens wat ik al goed kan en waar ik nog voor moet oefenen. Thuis moet ik elke dag tien minuten oefeningen maken. Mijn mama volgt dat goed op. Ik mag thuis ook op de computer sommen maken. Dat is pret-tig. Als ik een fout maak, brult er een draak. Een heel eng lawaai.»

«Wat loopt bij de taakjuf anders dan in de klas?»Margot: «Bij juf Petra begrijp ik meer van rekenen dan in de klas. Ik krijg hier meer uitleg. In de klas moet het soms te snel gaan. Ik vind het niet erg dat ik hier moet komen. Voor rekenen mag juf Petra de baas zijn over mij. Hier durf ik zeggen dat ik soms gok. Juf Pe-tra begrijpt dat. Zij vertelt me hoe lang ik nog moet oefenen. Van haar krijg ik een plan. Op een blad duid ik aan wat ik al kan. Als ik terug naar de klas ga, kan ik uitproberen wat ik hier heb geleerd. Een stap voor-uit is leuk, maar een sprong is niet zo simpel. Mijn punten op het laatste rapport zijn wel gestegen: van 5,5 naar 7,5. ‘Mama, Margot stijgt op!’, riep ik toen ik thuis kwam.»

Petra Martens:

«Het is feest als Margot een ta-fel kan door-schuiven»«Een kind op vijf in de basisschool heeft extra hulp nodig. Margot dus ook?»Petra: «Margot is nieuw op de school, daarom heb ik haar kennis voor taal en wiskunde getest. Haar leerkracht en ouders hadden het rekenprobleem al aangevoeld. Margot voelde het zelf ook: rekenen vlotte niet. Daarover spreken is de start. Als een kind niet vooruit wil of niet begrijpt dat er een probleem is, kan je niet veel extra inspanningen verwachten. Ik wil Margot zicht geven op wat ze wel en niet kan. Zo begrijpt ze de stappen die ze moet zet-ten. De tafels die ze probleemloos kan opzeggen, zitten in omslag vijf, de tafels waar ze een probleem mee heeft in omslag één. Het is feest wanneer Margot een tafel van de ene naar de andere omslag kan doorschuiven. Zo maken we haar vooruitgang zichtbaar.»

«Is het geen schande om naar de taakklas te komen?»Petra: «Terwijl ik toezicht houd op de speelplaats steek ik heel wat op. Kinderen met een taalprobleem trekken liever op met jongere speelge-

nootjes. Een minder prettig gevolg van een taalachter-stand is dat sommige kinderen stil in een hoekje krui-pen of, net andersom, agressief zijn. In de taakklas maak ik tijd om te praten over hun gevoelens. Dankzij het overleg met de klasleerkracht weet ik meer over de achtergrond van kinderen. Margot komt graag. Ze voelt zich niet dom of gepest omdat ze naar de taakklas moet. Zo zegt ze het zelf: ‘Niemand is minder en nie-mand is meer.’ De individuele aanpak doet Margot deugd, de klasdruk valt weg, ze mag haar twijfels to-nen. En er is vooruitgang. Kinderen vinden zo opnieuw plezier in werken en leren.»

«Kunnen taakleerkrachten toveren?»Petra: «Ik heb gedurende twee jaar op zaterdagvoor-middag een cursus gevolgd. De opleiding voor taak-leerkracht is heel veelzijdig. Zonder cursus zou ik maar wat aanmodderen. Wat ik de school nu te bie-den heb? Ik kan leerkrachten begeleiden die taalarme of hoogbegaafde kinderen in hun klas hebben, een project met leesmoeders coördineren of een leerling-volgsysteem starten. De administratie van al de tes-ten en projecten is tijdrovend. Maar ik kan me uitle-ven in wat me boeit. De school maar vooral de kinde-ren plukken er de vruchten van. Maar toveren? Nee, dat kan ik niet.»