Klasse voor Leraren 27

37

description

Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen. Uitgegeven door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming. Voor scholen die dat wensen, is er ook Yeti (derde graad lager onderwijs), Klasse voor Ouders (kleuteronderwijs t/m tweede jaar secundair onderwijs) en Maks! (derde t/m zevende jaar secundair onderwijs). Lees meer op www.klasse.be

Transcript of Klasse voor Leraren 27

Page 1: Klasse voor Leraren 27
Page 2: Klasse voor Leraren 27

(advertentie)

Page 3: Klasse voor Leraren 27

(advertentie)

Page 4: Klasse voor Leraren 27
Page 5: Klasse voor Leraren 27

KLASSEMaandblad voor Onderwijs inVlaanderenUitgegeven door het Ministerievan de Vlaamse GemeenschapDepartement Onderwijs

RedactieLeo BormansPatrick De BusscherGaby De Moor

Koningsstraat 138 8ste verdieping1000 BrusselTel. redactie 02–211 46 60Tel. abonnementen enadministratie 02–211 46 58Telefax 02–211 46 61

ProduktiesecretariaatAnny Lecocq

AdministratieDiana De Caluwé

Verantwoordelijke uitgeverJ. Helincks, directeur–generaalAlgemene Onderwijsdiensten enVoorlichting

Foto’s : Luc DaelemansCartoons : Dirk VercamptLay–out : Artefact, Leuven

Gedrukt op de persen van hetMinisterie van de Vlaamse Gemeen-schap, Departementen Onderwijs enLeefmilieu & Infrastructuur.

Verspreiding : elke Vlaamse schoolkrijgt telkens twee gratis exemplarenvan KLASSE

Abonnementen–␣ 700 fr. per jaar (10␣ nummers)–␣ Speciaal tarief uitsluitend voorleerkrachten␣ :␣ 450 fr. op rekening-nummer 091–2203004– 66 vanMinisterie Vlaamse Gemeenschap,Departement Onderwijs, Informatieen Bibliotheek, Koningsstraat 150,1000 Brussel, met vermelding vannaam, voornaam en adres.

Uw onderwijsliteratuur :Centrale BibliotheekKoningsstraat 150, 1000 Brussel.Tel. 02–210 53 73Uitlening per post:Tel. 02–210 53 80

Uw vragen over onderwijs :Centrum voor Informatie en Docu-mentatieKoningsstraat 150, 1000 Brussel.Tel. 02–210 54 00

Een nieuw schooljaar…

IN DIT NUMMER KLASSE nr.27 SEPTEMBER '92

VIZIER p. 6–15

Bij het begin van het schooljaar zet KLASSE een boom op met denieuwe Gemeenschapsminister voor Onderwijs Luc Van den Bos-sche. Voor wie door de bomen het bos nog wil zien␣ : visie, ideeën,voorstellen, aanpak en achtergrond. U hoeft niet langer de kat uit deboom te kijken␣ : VIZIER p. 6 en GIDS p. 20

ACTIE p. 16–19

• Kleuters leren zwemmen␣ : in water, taal en beweging.• Goede educatieve software op één diskette.

GIDS p. 20–23

• De onderwijsuitgaven 1992␣ : de besparingen beginnen.• Secretaris–generaal Georges Monard spreekt vrank en vrij over onsonderwijs.• Inspectie en begeleiding nieuwe stijl␣ : uw school krijgt meerbezoekers.

PERS p. 24–25

Ook op het strand hebben we voor u met de schaar in de hand dekranten gelezen.

FORUM p. 26–29

• Knelpunten. Een overzicht van uw reacties op de vorige KLASSE.• De Meesterproef. Een nieuwe rubriek over het resultaat van tests enproeven voor de praktijk in de klas.

DE INFOLIJN p. 31

Vragen over de schoolrekeningen.

IDEE p. 33 – 37

Zeker lezen, weten, zien en vooral dóen␣ : ideeën voor het begin vaneen levendig schooljaar.

JONGE LERAARSNieuw is dat dit schooljaar enkele scholen die toekomstige leraarsopleiden voor die jonge mensen met honderden exemplaren tegelijkeen groepsabonnement op KLASSE nemen. Voor hun begeleiders isdat blijkbaar de beste voorbereiding op de praktijk. Ook al piepen dejongen al lang niet meer zoals de ouden zongen, KLASSE wordtblijkbaar steeds meer de open plek in het onderwijsbos waar iedereenelkaar ontmoet. Gegroet.

De minister spreekt.VIZIER p. 6

Kleuters leren zwemmen.ACTIE p. 16

Lessen in hulpeloosheid.De Meesterproef.FORUM p. 29

KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92 5

Page 6: Klasse voor Leraren 27

6 KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92

VIZIER

DEBOMENVANVAN DE

Luc Van den Bossche (45) is Vlaams Ge-

meenschapsminister voor Onderwijs. Wie

is hij ? Wat wil hij en wat doet hij␣ ?

Wij reisden met hem mee naar de scholen

in de provincie; volgden zijn gesprekken

met leraars, directies, leerlingen, migran-

ten, bedrijfsleiders enz.; zochten hem één

keer erg laat op in zijn kabinet en één keer

vrij vroeg in de morgen.

Ze noemen hem een workaholic, onge-

dwongen en vrijmoedig, een snelle den-

N BOSSC

ker, rad van tong, een Bourgondisch poli-

ticus, een jurist die kan luisteren, pleiten

en beslissen, een minister zonder veel fran-

jes, rechttoe rechtaan.

Dat zijn aanpak hem niet meteen populair

maakt bij pakweg de vakbonden, zal hem

een zorg wezen. Maar wat is zijn zorg dan

wél␣ ? Voor wie door de bomen het bos niet

meer ziet␣ : een kijk op de bomen van Van

den Bossche.

HE

Page 7: Klasse voor Leraren 27

KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92 7

VIZIER

MORGEN STAATDE MINISTER

VOOR UWSCHOOLDEUR

■ HIJ LUISTERTVAN DEN BOSSCHE␣ : «Vanaf deze maand trek ik zeker elke week een halve dag uitom naar een of twee scholen te gaan. Daar wil ik rustig de tijd nemen om teluisteren naar de directies, leerkrachten en leerlingen. Zo hou je contact met debasis. Als je je uitsluitend met papier bezig houdt ontgaat je toch altijd iets. Ikheb de neiging om wel veel teksten te lezen en die ook te onthouden. Op denduur denk je dan dat je verstandig bent en dat je de stof kent. Maar je leertvreselijk veel bij in een gesprek. Dan beland je met je twee voeten in de realiteit.

Enige zin voor humor is daarbij belangrijk. Een gesprek met scholierenverloopt ook makkelijker als je eens kunt lachen. Ik weet het, het is niet altijdeven eerbiedig wat ik uit mijn voeten sla. Maar na tien minuten ontstaat er eenongedwongen sfeer en iedereen komt los.»

■ LERAARS VERSCHILLENVAN DEN BOSSCHE␣ : «De OESO–experts spreken over onderlinge verschillentussen de scholen. Ook de ene leerkracht is allicht niet de andere. Maar demaatschappij is nu eenmaal zo. Het is voor kinderen niet slecht dat zeverschillende types van leerkrachten leren kennen. Ze moeten ook weten dat zebij sommigen spanningsvelden ontwikkelen en bij anderen niet. Ik vind nietdat je ze in een soort oase moet steken waar alles rozegeur en maneschijn is.Hopelijk vindt elke leerling een enthousiaste leerkracht die hem boeit. Zulkeleraar kan ook de latere studiekeuze mee beïnvloeden.»

■ EEN MOEILIJKE POSITIEVAN DEN BOSSCHE␣ : «De huidige leraar zit in een heel moeilijke positie. Derelatie tussen leerkrachten en ouders is fundamenteel veranderd. Nogal watouders menen uit hun opleidingsgraad de nodige pedagogische wijsheid tekunnen distilleren. Ze maken het de leerkracht onmogelijk door om dehaverklap in de agenda van zoonlief of dochterlief het opvoedingsproces tebecommentariëren. Zelfs al mochten ze gelijk hebben, voeren ze zulke discussiehet beste onder vier ogen met de betreffende leraar. Met een grote show via dekinderen ondergraven ze de positie van de leerkracht. Een normale relatie methet kind is dan ook niet meer mogelijk.»

■ MAAR ER IS GEEN MALAISEVAN DEN BOSSCHE␣ : «De media hebben het vaker over de malaise in hetonderwijs. In zijn veralgemening is dat een leugen. Er zijn in het onderwijsproblemen, net zoals in de industrie. Niets is trouwens moeilijker en ver-moeiender dan heel je carrière te moeten werken met jonge mensen. Datsommigen op een bepaalde leeftijd daarvoor de nodige veerkracht verliezen kanik me indenken. Het carrièreverloop van de leerkrachten is overigens vrijeentonig.»

Gemeenschapsminister voor Onderwijs Luc Van den

Bossche wil voeling houden met het onderwijsveld. Daarom

bezoekt hij elke week twee scholen. Misschien trekt hij

morgen ook bij u aan de schoolbel.

Page 8: Klasse voor Leraren 27

VIZIER

«Het onderwijs mag geen afvalbak zijnvan de maatschappij.»

LERAARS WORDENOVERBEVRAAGD

EN TOCH IS DE ROL VAN HET ONDERWIJS BEPERKTVeel leerkrachten vinden dat hun arbeidsveld onder druk van de maatschappij steeds groter wordt. Dat gaat van

kinderopvang tot sociale voorlichting. Door die overbevraging vinden tal van leerkrachten dat het onderwijs een

afvalbak van de maatschappij wordt␣ : als er een sociaal probleem is moet het onderwijs dat maar oplossen. Wat

houdt de onderwijsopdracht eigenlijk in ?

VAN DEN BOSSCHE␣ : Daar is redelijk wat onduide-lijkheid over. Als er nu een probleem is bij de jeugdsteekt men meteen een beschuldigende vinger uitnaar het onderwijs. Maar zo is bijvoorbeeld dezorg voor de fysieke conditie van onze jeugd eenbreder maatschappelijk probleem. Het begint bijde ouders die zelf geen sportieve cultuur hebbenen die dus bijgevolg ook niet aan hun kinderenkunnen doorgeven.

De rol van het onderwijs is beperkter. Onlangszei ik op een oudervergadering dat het de rol van deouders is om hun kinderen op te voeden. De schoolis een belangrijke partner in dat opvoedingsprocesmaar ook niet méér dan dat. Als kinderen thuis geenwaarden meekrijgen moet men van de school nietverwachten dat ze een succesrijke remedie zal aan-brengen. De echte taak van het onderwijs is tweele-dig␣ : de kinderen leren leren en ze ook leren leven.

Er zijn een aantal dingen waar het onderwijseen verantwoordelijkheid heeft. Onderwijs kanniet functioneren buiten de maatschappij. Het isook getekend door de maatschappij. Het drugge-bruik is een erg gevoelig voorbeeld. Aan de enekant moet het onderwijs het drugprobleem nietoplossen maar het moet het wel signaleren. Datgebeurt soms niet. Soms heeft men de neiging omde gordijntjes dicht te trekken, over het probleemgewoon te zwijgen en aan het einde van het schooljaarde scholieren in kwestie uit te stoten.Is de leerkracht er wel voor opgeleid om socialeproblemen zoals druggebruik te kunnen detecte-ren␣ ? Weet hij wat er van het onderwijsveld terzake wordt verwacht␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Hij is er waarschijnlijk niethonderd procent op voorbereid. Dat hoeft ookniet. Er is nog altijd de navorming. De leerkrachthoeft overigens zelf niet te remediëren. Maar hijmoet met open ogen rondkijken. Hij kan pro-bleemgevallen doorsturen naar instanties in desociale sector die daartoe bekwaam zijn.U zegt dat het onderwijs de jongeren moet lerenleren. Nochtans hebben tal van studenten aanhet begin van de hogere studie nog altijd geengoede studiemethode. Schiet het onderwijs zijndoel voorbij␣ ?

8 KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92

VAN DEN BOSSCHE␣ : Dat leren leren gebeurt inder-daad bijna niet. Dat is een van de dingen die ik hetonderwijs verwijt. Men heeft de neiging om veelcognitieve kennis over te dragen, en vervolgens tetesten of die wel allemaal is opgeslagen in hetgeheugen. Weinig leerkrachten voelen zich geroe-pen om kinderen te helpen in het proces van hetleren leren. Nochtans is het kunnen leren, hetzelfstandig studeren, van groot belang in de restvan het leven. Wie nu de school verlaat moetsteeds blijven voortstuderen of iets nieuws kunnenaanleren. Dat is een discipline die je jezelf moetopleggen.

Maar om kinderen te leren leren moet deleerkracht zelf de hele techniek beheersen en zijnleerlingen door en door kennen. Een unieke stu-diemethode bestaat immers niet. De leerkrachtmoet zijn leerlingen begeleiden bij het zoeken naarde voor hen individueel meest geschikte methode.Ik geef toe dat het een moeilijke opdracht is.

■ TE LANGE LEERWEGMisschien zijn leerlingen pas op een later tijdstipin hun schoolloopbaan meer gemotiveerd of rij-per om bepaalde abstracte leerstofonderdelen teassimileren. Intussen is wellicht de tijd rijp ombasisvaardigheden bij te brengen␣ : geheugentraining,snellezen, synthetiseren, zelfstudie…VAN DEN BOSSCHE␣ : Dat zijn zaken die horizontaaldoor alle vakken heen als een rode draad zoudenmoeten lopen. Ik zie niet direct een vak «lerenleren» of «leren synthetiseren». Elke leerkracht zoubijvoorbeeld voor zijn vak geregeld synthese–oefe-ningen moeten inlassen.Men zou via navorming ervoor kunnen zorgendat alle leerkrachten van een school hun maniervan lesgeven op elkaar kunnen afstemmen.VAN DEN BOSSCHE␣ : De huidige weg voor de na-vorming is te bureaucratisch. Navorming mag ookgeen individueel gebeuren blijven. Wie als leer-kracht individueel navorming volgt kan de bood-schap achteraf moeilijk aan de collega’s kwijt.

Het hele schoolteam moet zich daarentegenvolgens de eigen behoeften kunnen profileren voornavorming. Vanuit een beperkt wetenschappelijkproject zouden ook suggesties kunnen komen voorhet horizontaal toepassen van vaardigheden. In detoekomst voorzie ik een belangrijke inbreng van devernieuwde initiële lerarenopleiding.Moet navorming binnen of buiten de lesurenworden gerekend ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Aan de ene kant moet deschool de leerkrachten kunnen verplichten omzich na te vormen. Aan de andere kant denk ik datde navorming het beste voor het grootste gedeeltebuiten de lesuren kan plaatsvinden.Moet er dan geen andere, meer duidelijke om-schrijving van de onderwijsopdracht komen␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : We moeten vooral een carrièrein het vooruitzicht stellen die alleszins boeienderwordt. Een directiefunctie is volgens mij niet altijdde gepaste promotiemogelijkheid. Niet elke goedeleerkracht wordt een goed directeur. Je kunt eenbriljant leraar zijn maar een slecht directeur omdatje geen leidinggevende functie aankunt of je gevoelvoor management mist. Directeur spelen is dus

Page 9: Klasse voor Leraren 27

VIZIER

«VEEL DIRECTIES HEBBEN SCHRIK OM EENONVOLDOENDE AAN EEN LERAAR TE GEVEN»

niet voor iedereen weggelegd. Dat is geen promo-tie maar veeleer het begin van een andere carrière.Een leraar moet wel uitzicht hebben op een carrièremet variatie, waar uitdagingen in zitten en kansenvoor promotie. Ik vind bijvoorbeeld klasleraar eenbijzondere titel die een betere valorisatie verdient.

De herwaardering van de leerkrachten moet jeuittekenen over tien jaar. Maar nu al kunnenschoolgemeenschappen promotiemogelijkhedeninbouwen. Een taalleraar kan bijvoorbeeld min-der lesopdrachten krijgen en belast worden met depedagogische coördinatie van het taalonderwijs inzijn school. Binnen deze verantwoordelijkheidmoet de betrokken leraar kansen krijgen om even-tueel buiten het onderwijs een stage te volgen. Ofhij gaat een jaartje in de privé–sector werken… Deopgedane verrijking kan hij nadien veel boeienderdoorspelen naar de collega’s. Bij het herdenkenvan de onderwijsopdracht mag echter het creërenvan een «middenkader» geen doel op zich zijn.

GEEN MSLOPENLIEVER HAGEN ME

«Een school moet verantwoordelijk

moet ook opdraaien voor haar eigen s

leid een manager nodig. In elk geval

het huidige systeem van de derdebeta

VAN DEN BOSSCHE␣ : «In het onderwijs maaktmen zelden gebruik van beoordelingen. Inde meeste gevallen krijgt elke leraar altijdgoed of zeer goed op zijn rapport. Veeldirecties hebben schrik om een onvol-doende aan een leraar te geven. Zeker alsdie al twintig jaar les geeft. Gedemotiveer-de leraars zouden er voor een tijdje moetenkunnen uitstappen. Er zijn nu gesprekkenaan de gang met de VDAB om een bepaal-de vorm van outplacement te organiseren.Ik denk dat we de eerste experimenten inhet najaar kunnen houden.Ik stel vast dat door de eenheidswet demogelijkheid om vervroegd met pensioen

UREN

T GATEN zijn voor haar eigen personeelsbeleid. Ze

tommiteiten. Misschien heeft het schoolbe-

moet er ergens een tegenwicht komen voor

ler.»

te gaan is verdwenen. Niet iedereen maak-te daar gebruik van. Nu die mogelijkheid isweggevallen voelen sommigen zich in eenkeurslijf. Dat is hetzelfde als iemand die inde politiek zit en niets anders kan doen danpolitiek. Op den duur krijgt die een com-plex, voelt die zich verplicht om zich elkedag naar zijn werk te sleuren omdat poli-tiek nu eenmaal zijn enige broodwinningis. Alleen al het idee dat je er kunt uitstap-pen werkt geruststellend. Helaas heeft mijncollega van Pensioenen ook begrotings-problemen zodat we waarschijnlijk aan dehuidige toestand weinig kunnen verande-ren…»

Meer autonomie voor de scholen wordt somsgeïnterpreteerd als een truuk van de overheid omde besparingen af te wentelen op de inrichtendemacht. Zij moeten zich maar weten te reddenmet de enveloppe–financiering, zo lijkt het.VAN DEN BOSSCHE␣ : Ja maar, sommige directiesvinden tegenwoordig dat ze bepaalde uitgavenkunnen doen zonder zich zorgen te maken. Som-mige instellingen voor hoger onderwijs van hetkorte type klagen dat ze te weinig lesuren krijgen.Maar ze verkwisten de uren gewoon. Ze stampenrichtingen uit de grond met in het eerste jaar tweestudenten, in het tweede jaar één enz. Achterafzeggen die directies dat ik een slechte jongen benomdat ik ze te weinig uren geef. Ja maar␣ ! Debedoeling van de enveloppe–financiering is omhet geheel budgettair onder controle te kunnenhouden. Plaatselijk moeten de inrichtende mach-ten het geld efficiënt kunnen beheren. Denken datdit mogelijk is vanuit de centrale overheid is eenutopie.U wilt het systeem van de derdebetaler uitschake-len ?

VAN DEN BOSSCHE␣ : Ik wil dat niet uitschakelen. Ikzal altijd handelen in naam van de betalendeoverheid. Maar ik wil een duidelijke afspraakwaarbij de inrichtende machten ook hun eigenverantwoordelijkheid moeten opnemen. En ik wilniet opdraaien voor hun fouten.De directie neemt dus het beste een boekhoud-kundige in dienst ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Waarom moet je daar eenboekhoudkundige voor hebben␣ ? Je moet tochniet denken dat dat allemaal zo vreselijk ingewik-keld is. Tenslotte is er een administratieve omka-dering die op grond van de nodige informatie hetbeleid kan uitstippelen, samen met de leerkrach-ten en de ouders.Vindt u dat de inrichtende machten en de direc-ties al klaar zijn, eventueel bijgeschoold, om metde enveloppe–financiering om te springen␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Ja en nee. Autonomie is geenwondermiddel, temeer omdat niet elke school er alrijp voor is. Dat blijkt ook uit het onderzoek datKLASSE eerder heeft gepubliceerd. Er kan dus inbepaalde scholen een crisissituatie ontstaan doorovergangsproblemen. Maar moet je dan als centraleoverheid nagaan hoe elke school die autonomieaanwendt en moet de overheid wel of niet bijstu-ren␣ ? Ik geef een voorbeeld. Het blijkt dat in hetbasisonderwijs de mogelijkheid om taakleerkrach-ten in de schakelen in werkelijkheid amper gebeurt.In een aantal gevallen zal dat wel samenhangen met

KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92 9

Page 10: Klasse voor Leraren 27

VIZIER

«Er is bij de publie-ke opinie geenmeerderheid omhet zuilensysteemte doorbreken.Daar blijven wedus vanaf.»

het feit dat kleine scholen allereerst van hun graads-klassen afwillen. Daar kan ik inkomen. Het zelfdeprobleem stelt zich voor de bijzondere leerkrachtlichamelijke opvoeding. Ondanks de autonomiezal de centrale overheid toch altijd minimale doel-stellingen moeten formuleren. Maar de scholenzullen moeten leren ontwaken naarmate het centra-le gezag zich terugtrekt uit een aantal gebieden. Watstel ik echter vast␣ ? Dat de overkoepelende organenvan de netten de neiging vertonen om de plaats vande centrale overheid in te nemen. Dat is natuurlijkgeen oplossing. Dan krijg je op den duur hetzelfdezeer, maar dan met andere namen. In plaats van deminister krijg je dan een voorzitter of een monseig-neur die de plak zwaait.

■ OVER DE NETTENU krijgt als gemeenschapsminister voor onder-wijs zelf een andere rol ?VAN DEN BOSSCHE␣ : In 88 ben ik hier dus ookeventjes geweest. Toen zat ik in een schizofrenerol. Ik vertegenwoordigde de inrichtende machtvan het voormalige rijksonderwijs en ter zelfdertijd had ik een netoverstijgende rol. Dat knaagtaan je geloofwaardigheid want er is toch altijd dielatente concurrentie–oorlogssituatie. Je neemt deelaan de krijgsverrichtingen terwijl je aan de anderekant als onderhandelaar de vrede tussen de nettenmoet handhaven. Dat ging dus niet langer. Nu ishet voor mij veel gemakkelijker om naar scholenvan het vrij gesubsidieerd onderwijs te trekken endaar heel rendabele gesprekken te voeren.Denkt u aan samenwerkingsverbanden over denetten heen ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Ik stel vast dat de netwerke-lijkheid nog altijd voor honderd procent door debestaande structuren wordt geschraagd. Ik merkook op dat er bij de publieke opinie geen meerder-heid te vinden is om het zuilensysteem te doorbre-

10 KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92

REAFFECTATIE␣ :EEN KWAAL VOOR

AUTONOOMPERSONEELSBELEID␣ ?

VAN DEN BOSSCHE␣ : «De reaffectatie is eentypisch gevolg van het systeem van dederdebetaler en van de begrotingsmoei-lijkheden. Het reaffectatiesysteem is voorde persoon in kwestie én voor de schooltelkens weer een pedagogisch drama.Maar ik heb geen budget om dat op ditogenblik te veranderen, hoe erg ik hetook vind. We zullen dit nog een aantaljaren moeten meeslepen. Toch gaanwe zien hoe we een aantal gekke din-gen eruit kunnen halen.Er is een probleem rond het aantalscholen waar men gereaffecteerd kanworden. Er is altijd een bijkomend pro-bleem als je in drie scholen staat. Je kuntje moeilijk drie keer integreren in deverschillende schoolculturen.»

ken. Maar ik constateer anderzijds dat in zekeremate de impact van de netten sociologisch vanbinnenuit ondergraven wordt. Dat is vooral tezien in het universitair onderwijs. Een traditioneelvrijzinnige universiteit als de VU Brussel schrijftook studenten in die uit het katholieke net komen.Er is dus een soort erosie van binnenuit.

In het secundair kiest een grote meerderheidvan de ouders voor een bepaald net omwille van dekwaliteit. Maar hoe omschrijf je kwaliteit ? Geentwee derde van de gezinnen met kinderen, die nunaar het vrij onderwijs trekken, verklaart zichoverigens katholiek geëngageerd.Speelt hier geen andere realiteit mee ? Het ge-meenschapsonderwijs moet álle leerlingen aan-vaarden, terwijl het vrij gesubsidieerd, met namehet katholieke net, makkelijker kan uitselecterenen dus met een elite kan werken. Hoe zit hettrouwens met de verplichting om migrantenkin-deren in te schrijven ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Dat is een van de problemenin het veld. Op termijn moeten we evolueren naareen grotere integratie zodat er op dat vlak eengelijkheid komt. In een tekst voor de participatie-raden van het vrij gesubsidieerd onderwijs wordtdat probleem van de migrantenkinderen in zeervoorzichtige termen behandeld. Men stelt daarinniet dat de scholen totaal vrij zijn. Men wijst optendensen in de maatschappij, in de rechtspraak.Men erkent ook dat de subsidiëring een stukgemeenschapstaak inhoudt. Vijf jaar geleden zou

dergelijke opstelling van de Guimardstraat on-denkbaar zijn geweest. Dat bewijst dus dat ook inhet vrije net een evolutie op gang komt.De verzuiling kost de gemeenschap wel veel.VAN DEN BOSSCHE␣ : Dat zal wel. Aan de OESO–experts heb ik getracht om het bestaan van denetten in het licht van de vrije keuze van onderwijsuit te leggen. Er is een sociologische werkelijkheidwaarmee we rekening moeten houden. Op ditogenblik is er geen politieke wil aanwezig om dezegevoelige discussie bij de massa aan te zwengelen.Misschien zal ze ooit gevoerd worden. Maar indeze zittingsperiode raak ik deze stof niet aan. Datwil niet zeggen dat er geen evolutie aan de gang is.Neem nu de problematiek van de sociale toelagenin het hoger onderwijs buiten de universiteit. Daarwordt toch een clustervorming van scholen overde netten heen aangemoedigd. We zullen zien watdat geeft in de werkelijkheid. Studenten zullen inelk geval al meer contact hebben met elkaar. Mis-schien komen leraars ook daardoor makkelijkerbij elkaar over de vloer, misschien via uitwisselin-gen. In een volgende fase slagen we er wellicht inom sommige infrastructuren gemeenschappelijkte laten gebruiken. Dat maakt het bestaan van deverschillende netten niet ongedaan. Maar de hogescheidingsmuren worden hagen met gaten.

Page 11: Klasse voor Leraren 27

VIZIER

DE VISIE VANDE MINISTERKRACHTLIJNEN IN ZIJN ONDERWIJSBELEID

De nieuwe beleidsfilosofie is gestoeld op een totaal nieuwe verhouding tussen de

overheid en het onderwijsveld. De overheid zet de bakens uit en reikt met de

globale enveloppe–financiering de middelen aan. Het onderwijsveld krijgt de

grootst mogelijke vrijheid én verantwoordelijkheid voor de realisatie van zijn

doelstellingen. Dit heet dan deregulering.

DE ECHTE HERVOR-MINGEN MOETEN

NOG KOMENVAN DEN BOSSCHE␣ : «Dit schooljaar wil ikeen aanzet geven tot enkele fundamen-tele onderwijsdiscussies. Ik opteer nietvoor grootscheepse initiatieven maarveeleer voor goedgekozen kleinschali-ge initiatieven. Deze moeten de lateremaatregelen voor actuele onderwijspro-blemen zoals zittenblijven en school-verzuim, de herwaardering van de leer-krachten enz. voorbereiden.Meer ingrijpende hervormingen in hetonderwijsbeleid in Vlaanderen wordengepland vanaf het schooljaar 1993–94en dit op basis van een grondige auditvan de uitgavenmechanismen in hetonderwijs en in overleg met het onder-wijsveld.»

Gemeenschapsminister Luc Van den Bossche se-lecteerde een aantal prioriteiten die voor het on-derwijsbeleid een uitdaging zijn␣ : de herwaarde-ring van de leerkrachten, een voorrangsbeleid voorkansarme doelgroepen en problemen die vooralmaatschappelijk zwakkere leerlingen bedreigen,de herstructurering van het onderwijs voor vol-wassenen en het wetenschappelijk onderzoek aande universiteiten. We vouwen op deze pagina tweebelangrijke prioriteiten open.

■ HERWAARDERINGVAN DE LEERKRACHTEN

Willen we tot een herwaardering komen via kwa-liteitsbewaking, dan moeten we zorgen voor eenuitstekende initiële opleiding, nascholing en be-geleiding van de leerkrachten. Daarenboven moethet schoolklimaat stimulerend werken voor heelde schoolbevolking. Een goed opgeleide gemeen-schapsinspectie en gemotiveerde pedagogischebegeleiders moeten hier borg voor staan.

DE SITUATIE VANDE LEERKRACHTENVERBETEREN

Een eerste element daarvan omvat het sys-teem van de begeleiding en de navorming. Destructuur van de begeleiding moet nog echt wor-den opgestart. Voor de navorming moeten denascholingskredieten enerzijds ten dele voorbe-houden worden aan prioriteiten die de VlaamseExecutieve binnen het onderwijs voorop stelt.

Om de sterke verzuiling en administratieveproblemen te vermijden, zou anderzijds de restvan het geld aan de scholen(gemeenschappen)kunnen worden toebedeeld, naar verhouding vanhet aantal organieke ambten. De lokale schoolra-den kunnen op vraag van leerkrachten, school-teams e.d. en in overleg met de pedagogischebegeleiders, aan bijscholingsinstituten de opdrachtgeven om specifieke nascholingscursussen te ge-ven. Belangrijk is dat zowel aan de professionalise-ring van de individuele leerkracht als aan die vanhet schoolteam optimaal tegemoet wordt geko-men.

Een tweede element omvat de herwaarderingdoor diversificatie/differentiatie van de leraars bin-nen grotere schoolentiteiten. Schaalvergroting kanworden gebruikt om de huidige vlakke loopbaanvan de leerkrachten te moduleren, door o.a. deopbouw van een middenkader (stagementor, hoofdvan een wetenschapsgroep, coördinator…). Schaal-vergroting kan ook de aanzet zijn voor een meersoepele structuur, waardoor vervangingen interngemakkelijker opgevangen kunnen worden.

DE INITIËLE OPLEIDINGVAN LEERKRACHTENVERBETEREN

Ze moet worden aangepast aan de nieuwe taak-omschrijving om tegemoet te kunnen komen aanveranderende maatschappelijke situaties, zoals flexi-bele invulling van de loopbaan, teamwork, de wer-king van een overdonderende informatiestroom enz.

DE DYNAMISCHE,GROENE, GEZONDESCHOOL STIMULEREN

Binnen de Europese en internationale contextwordt gestreefd naar een «gehele school»–benade-ring van gezondheidsbevordering en milieube-wustzijn.

■ VOORRANGSBELEID VOORACTUELE ONDERWIJS-PROBLEMEN

LEERACHTERSTANDEN ZITTENBLIJVENAANPAKKEN

De budgettaire gevolgen van het zittenblijvenworden geraamd op 6 à 7 miljard per jaar. Er wordtbijgevolg gepleit voor een vroege detectie en reme-diëring van leerproblemen en voor een preventiebe-leid. Het onderwijs beschikt over instrumenten diewellicht onvoldoende systematisch worden ingezet.De discussie over een nieuw takenprofiel van dePMS–centra, het optimaal benutten van de des-kundigheid van het type 8 van het BLO, de op-dracht van de «remedial teacher», de idee van eenvervroegde leerplicht enz. sluiten hierbij aan.

SPIJBELEN TEGENGAANVooral in scholen met beroepssecundair on-

derwijs en met deeltijds onderwijs stelt zich hetprobleem van schoolmoeheid en schoolverzuim.De oorzaken ervan gaan vaak ver terug in deschoolloopbaan en hebben ook niet alleen metonderwijs te maken. Toch moet onderwijs hetinitiatief nemen om hierover een discussie aan tezwengelen en te zoeken naar werkbare modellenvan oplossing. Maar bepaalde verantwoordelijk-heden kunnen en moeten opgenomen wordenbuiten het onderwijs. Zo worden bij de discussieover het schoolverzuim ook beleidsverantwoorde-lijken voor het welzijn, het kansarmoedebeleid,binnenlandse zaken, justitie enz. uitgenodigd.

BIJZONDERE GROEPENGOED BEGELEIDEN

Ondanks een verbetering blijft de studiekeu-ze van meisjes te sterk traditioneel. In een aantalscholen zullen verschillende actielijnen wordendoorgevoerd met het oog op een structurele aan-pak van een meer toekomstgerichte en mindertraditionele studie– en beroepskeuze van meisjes.

Bij de kinderen uit de «trekkende (beroeps)be-volking» valt een achterstand op voor onderwijspar-ticipatie en –rendement. Dat mag zo niet blijven.

Aansluitend bij het onderwijsvoorrangsbe-leid voor migranten zijn er specifieke stimulansennodig voor een optimale doorstroming in hetsecundair en naar het hoger onderwijs. Er is meernodig dan capaciteiten en motivatie opdat mi-granten de weg naar het hoger onderwijs zoudenvinden. Positieve resultaten zijn te danken aan eenfiguur die de jonge migrant «coachte». Met eenkleinschalig project wordt onderzocht hoe dezemanier van werken origineel te organiseren valt.

KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92 11

Page 12: Klasse voor Leraren 27

VIZIER

«WE KUNNEN HET PMS NIET EEUWIGEN EINDELOOS MET ALLES BELASTEN»

VAN DEN BOSSCHE␣ : «De taak van de PMS–centra kan wellicht meer specifiek en ster-ker worden gericht op kinderen met leer–of oriënteringsproblemen. Maar zolang ernetten zijn blijft het werkterrein een gevoe-lige materie. De PMS–centra zouden bij debegeleiding van de studiekeuze totaal on-afhankelijk van de netten moeten kunnenhandelen.Het lijkt of ouders en PMS nog niet wetendat de wereld veranderd is. En dat zebijvoorbeeld ook anders kunnen oriënte-ren dan naar het ASO om het watervalsys-teem weg te werken. Men heeft hier de

12 KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92

Schaalvergroting is een veelgehoo

Wat bedoelt de minister daar p

«domme» manier te besparen␣ ? E

onderwijs␣ ? Een kritische wandelin

EEN NIEAANPAK

«Er zijn veel goede leraars. Het wordt tijd den hen beter gaan ondersteunen.»

democratisering verkeerd opgevat. We willenuiteraard het beste voor onze kinderen. Maarwe vergeten te vaak dat er verschillende soor-ten intelligentie bestaan. Met een verkeerdeoriëntatie kunnen ze jaren verliezen. Dat moetophouden. De grote vrijheid van studiekeuzebetalen onze leerlingen met zittenblijven.Op het ogenblik ervaart een scholier die vanASO naar TSO moet dat als een nederlaag. Zokrijg je steeds meer scholieren in het TSO dieniet gemotiveerd zijn.Het TSO is nog steeds ondergewaardeerd.Toch kan het anders. Een voorbeeld. Ik keniemand die nu in de top van een elektroni-

rd trefwoord in het huidige onderwijsbeleid.

recies mee␣ ? Durft hij daarenboven op een

n wat denkt hij van de vrouwen… in het

g langs knelpunten in het onderwijs.

UWE

at we ons op hen toeleggen

cabedrijf zit. Destijds werd hij verplichtASO te volgen. Hij verloor er drie jaaromdat hij er zijn draai niet kon vinden.Achteraf is hij toch naar de universiteitgetrokken. Werktuigkunde was voor hemsteeds zijn geliefkoosd vak geweest. Hijslaagde met brio. Maar verspeelde drie jaarvan zijn leven.Theoretisch is het studieniveau in het TSOin orde. Maar het dreigt te zakken omdatbestendig technisch geïnteresseerde en in-telligente jongeren eerst naar het ASOworden geduwd. Intussen blijven ze in hetTSO zitten met haast uitsluitend mindergemotiveerden en probleemkinderen. Ermoet dus dringend iets worden gedaan aande instroom van het TSO.»

Minister Van den Bossche vindt de oorlog in hetsecundair onderwijs rond het opbod van studie-richtingen zinloos voor de ouders. Die kunnendaar niet meer aan uit. Ze weten eigenlijk nietgoed meer wat zoonlief of dochterlief eigenlijkvolgt. In werkelijkheid volgen de kinderen zoveelmogelijk de keuze van hun «vrienden». Ook dereclame daarrond vindt hij geldverkwisting. Is dekwaliteit van een school voor secundair onderwijsafhankelijk van een meer of minder breed studie–aanbod␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Vooreerst opteer ik voor min-der studierichtingen in het secundair onderwijs.Ten tweede denk ik aan schaalvergroting. Numoet ik opletten wat ik zeg want «schaalvergro-ting» wordt vaak verkeerd begrepen.Een gemiddelde Vlaamse secundaire school telt405 scholieren. Toch valt er nog een groep op vanrelatief kleine scholen met minder dan 200 scho-lieren. Een schaalvergroting tot minimum 600leerlingen leek mij te verantwoorden op basis vande bestaande mechanismen van personeelsomka-dering, lestijden en financiering. Een school metminimaal 600 scholieren kan beschikken overvoldoende middelen om een eigen creatief beleidmogelijk te maken. Maar die 600 leerlingen moetje niet letterlijk nemen. Ik heb dat cijfer alleenmaar eens bij toeval gebruikt. Het is geen norm.Wat bedoelt u dan eigenlijk met schaalvergro-ting␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : We moeten geen monster-scholen creëren. Een school die ver over de 1000zit dreigt van haar leerlingen nummers te maken.Het kind moet zich nog thuis kunnen voelen. Ineen vestigingsplaats met 300 à 400 leerlingen kandat perfect. Maar dat is het punt niet. Ik stel vooralvast dat er te weinig samenwerkingsverbandenzijn. Het kan toch niet dat scholen, die op eenbeperkte afstand van elkaar liggen en bovendientot hetzelfde net behoren, hun studie–aanbodtegen elkaar opbieden. Kunnen ze onder elkaargeen afspraken maken␣ ? Dat ze samenspelen in ééngroot pedagogisch geheel. En voor mijn part magelke directeur directeur blijven. Maar dat ze samen

Page 13: Klasse voor Leraren 27

VIZIER

be erks

overeenkomen wat de ene wel en de andere nietaanbiedt. In de veelheid van kleinere scholen kaner dus een betere samenwerking groeien die deorganisatie zal bevorderen.De ene geeft bijvoorbeeld de keuzevakken Latijnen de andere vestigingsplaats mag dan modernetalen aanbieden␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Als ze één geheel vormenspeelt het prestige niet. Dat maakt wel dat dedirecties af moeten stappen van hun territorium-drift waar ze zich als eerste in bevel beschouwen.Maar dat alles betekent niet dat er per se her en dervestigingsplaatsen moeten verdwijnen. Ik denkdat ik met «schaalvergroting» een verkeerd woordheb gelanceerd. Men interpreteert dat te eng.

■ GANGSTERPRAKTIJKENMaar u wilt toch liever de richtingen met tweescholieren zien verdwijnen en daar ten minstegroepjes van tien leerlin-gen van maken␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Deeerste bekommernis van hetonderwijs is niet de tewerk-stelling. Het onderwijs iser voor de kinderen en daar-voor heb je leerkrachtennodig. Het omgekeerde kanniet␣ : de leerlingen zo schik-ken dat de leerkrachten hunjob behouden. Er wordtte veel «georiënteerd» inhet belang van de school.Kijk naar het basisonder-wijs waar een aantal direc-ties gangsterpraktijken toe-passen. Na de eerste fe-bruari, als de kinderen duszijn meegeteld, komen zeineens tot de ontdekkingdat een aantal ingeschre-ven leerlingen karakterge-stoord zijn en bijgevolg ei-genlijk thuishoren in het buitengewoon onderwijsvan het type 3. Dat is noch eerlijk tegenover hetbetrokken kind dat een jaar verliest, noch eerlijktegenover zijn klasgenoten en de overheid.Zijn dat uitzonderingen of gangbare praktijken␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Dat zijn gangbare praktijkendie ook niet eerlijk zijn tegenover het buitenge-woon onderwijs. Daar krijgen ze een negatievebalans omdat ze er voor dat schooljaar geen extralestijden voor krijgen. De telling is immers alvoorbij.U zegt dat u de vakbonden nog nooit over leerlin-gen hebt horen praten, tenzij om ze te tellen.VAN DEN BOSSCHE␣ : De discussie met de vakbon-den is veel te weinig een echt inhoudelijk debatover de uitdagingen waar we voor staan, zoals deOESO–experts ze hebben geformuleerd. De kwa-liteit van ons onderwijs is in het algemeen goed,maar we kunnen de stijging van de uitgaven nieteeuwig aanhouden. Er moet dus een denkoefe-ning komen om het bestedingspatroon te veran-deren. Als de vakbonden zeggen dat de onderwijs-

«De eerste

minister de budgettaire problemen maar moetoplossen, dan is de discussie al gehypothekeerd.

Kwaliteit is niet recht evenredig met het aantalleerkrachten. Trouwens, de vakbonden moetenme eens uitleggen waarom er in het eerste leerjaarvan het lager onderwijs vaak zulke grote klassenworden getolereerd. Ik begrijp niet waarom er danvervolgens in het secundair zoveel richtingen moe-ten zijn waardoor er heel kleine klasjes ontstaan. Ikvind dat de grootste uitdaging voor het onderwijsin de eerste klas van de lagere school ligt. Daarmoeten we de grootste zorg aan besteden. Hetgroot aantal zittenblijvers dat we er tegenwoordigtellen, is wellicht een aanduiding voor de onmoge-lijke opdracht waarmee we de leerkrachten van deeerste klas opzadelen.Wilt u daarmee zeggen dat het basisonderwijsstiefmoederlijk wordt behandeld␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Ja, en men heeft het secundair

onderwijs in een vedette–rol geduwd. Daarente-gen wordt de taak van de leerkracht in het basison-derwijs zwaar onderschat. Hij legt nochtans defundamenten.

■ DE POLITIEK WEEGT ZWAARU kiest dus voor een beter basisonderwijs enmeer aandacht voor de begeleiding bij de studie-keuze in het secundair. Daarmee gaat u in optwee probleemgebieden die de OESO–expertsook aanhaalden.VAN DEN BOSSCHE␣ : Voor de oplossing van hetprobleem van het zittenblijven en de betere bege-leiding bij de studiekeuze teken ik een tien–jaren-plan uit. Daarover wil ik graag een grondige in-houdelijke discussie voeren. Ook met de vakbon-den. Maar dat is een heel andere discussie dan zegewend zijn. Een vakbeweging is noodzakelijk inde maatschappij. Maar ze graaft haar eigen graf alsze blijft denken in de oude termen van dienstbe-toon. Het louter «cliëntisme» verdwijnt. Ze moetdus inhoudelijk iets boeiender in de plaats stellen.

kommernis van het onderwijs is niet de tew

Wat denkt u van de aanwezigheid van vakbonds-afgevaardigden in de lokale raden␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Ik heb daaromtrent het de-creet over de participatieraden verdedigd maar ikdenk dat het een vergissing is. We zullen dievertegenwoordiging van de leraars door vakbonds-afgevaardigden na een of twee jaar moeten evalue-ren en durven herzien.OESO–expert professor In ’t Veld zegt dat deinvloed van de vakbonden op het onderwijs tegroot en niet vooruitstrevend is. Daardoor zijn zemee verantwoordelijk voor de toeneming van deonderwijskosten. Daarenboven zou in het alge-meen «de politiek» te zwaar wegen op ons onder-wijs. Hoe staat u tegenover deze uitspraak ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Die is in grote mate juist. Deinhoudelijke discussie is inderdaad verdwenen envooral verengd. En we moeten bekennen dat hetbeleid heeft toegegeven.

De vakbond zegt dat ugeen onderwijsbeleid heeften dat u zich als onder-wijsminister bezig houdtmet domme besparingen.VAN DEN BOSSCHE␣ : Ze heb-ben gelijk en ongelijk. Debegroting voor 92 werdopgemaakt, onmiddellijkna de eedaflegging van denieuwe regering. Het ismoeilijk om de inhoude-lijke story zomaar onmid-dellijk uit te schrijven endaarbij ook nog de juistevorm van besparingen tedoen. Maar in de rol vanderdebetaler moeten wealvast misbruiken vaststel-len in het veld. Het enigeantwoord daarop is een soortresponsabilisering ter plaatse.Dat zou met een «enve-loppe–financiering» gepaard

kunnen gaan. Maar als de vakbonden nu denkendat we de hele problematiek tussen de soep en depatatten in een maand tijd kunnen remediëren enook nog kunnen onderhandelen, dan vind ik hunuitlating niet eerlijk.Hoe staat u tegenover de vervrouwelijking vanhet onderwijs␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Sociologisch gezien vind ik diteen illustratie van het feit dat de job onvoldoendegeapprecieerd wordt. Ik heb natuurlijk niets tegenvrouwen in het onderwijs. Alleen ontstaat er eenonevenwicht. Dat moet het rode lampje doenbranden.Kiezen vrouwen voor het onderwijs omdat ze erbepaalde faciliteiten kunnen krijgen␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Dat ligt aan het rollenpatroonin de maatschappij. Sommigen kiezen inderdaadvoor onderwijs omdat ze die job beter kunnencombineren met hun rol als huismoeder in hetgezinsleven.Ze blijven er wel aan de voet van de ladder zitten.VAN DEN BOSSCHE␣ : Tot een directiefunctie op-

telling.»

KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92 13

Page 14: Klasse voor Leraren 27

VIZIER

klimmen ligt blijkbaar nog niet voor de hand.Naar de topfuncties is er te weinig doorstroom.Het basisonderwijs wordt steeds meer bevolktdoor vrouwen. Hoe hoger je klimt, tot in het hogeronderwijs, hoe meer mannen je weer aantreft. Wekunnen natuurlijk positief discrimineren. Maarheeft het zin een vrouw aan te stellen uitsluitendomdat ze een vrouw is␣ ? Ook al is ze mindergeschikt␣ ? Dat wreekt zich op het schoolgebeuren.Wie wordt dan directeur␣ ? Degene die thuis geenaardappelen moet schillen␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Tja, op tijd de patatjes ge-schild krijgen is belangrijk. Alles hangt af van hetakkoord dat je met je levenspartner sluit. Je kiesttenslotte zelf hoe je je leven wil organiseren. Ik

14 KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92

MINDER LE

vind wel dat mannen en vrouwen zich gemakke-lijk neerleggen bij het klassieke rollenpatroon.Is kiezen voor het onderwijs desondanks eengoede keuze␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Ja, maar ik denk dat men zichsoms vergist. Als je echt in het onderwijsprocesbent geëngageerd is dat een opslorpende bezig-heid. Maar de maatschappij staart zich blind ophet aantal uren dat een leerkracht voor de klasmoet staan. Een echte onderwijsopdracht is nietdirect meetbaar in uren. Een slechte leraar stoptnatuurlijk meteen na zijn klasuren, maar de goedeleraars stoppen er veel meer energie in. Het wordttijd dat we ons op die leraars toeleggen en henbeter ondersteunen.

RAARS ? «NEE, IKGOEDE

«NEE, IKGOEDE

Weinig pochen, rechttoe recht-

aan, dat is zowat de stijl van de

nieuwe onderwijsminister. Pei-

len naar de mens van vlees en

bloed achter de minister is ech-

ter bijzonder moeilijk. «Zo’n vragen

vind ik nu echt onbelangrijk en

zinloos. Het heeft niets te maken

met mijn job en dat is het enige

waarop ik wil beoordeeld wor-

den», zegt hij tussen twaalf siga-

VAN DEN BOSSCHE␣ : «Dat is een van de discus-sies die je niet kunt voeren in een termijnvan twee maanden. Laten we daar de nodi-ge tijd voor nemen om haalbare doelstellin-gen te formuleren. Ons onderwijs kost veelgeld. In tegenstelling tot vroeger moeten webeseffen dat de groei van de financiëlemiddelen beperkt is. Een toekomstgerichtestructurele omkadering van het onderwijsmoet langzamerhand de basis leggen vooreen betaalbaar onderwijs. Het financierings-beleid ten aanzien van het onderwijs is bijuitstek een politiek op langere termijn. Maarals we de lonen van de leerkrachten willenverhogen, zal hun globaal aantal moetenverminderen.Ik stel nochtans uitdrukkelijk dat het geenzin heeft om de noodzakelijke schaalver-groting door te voeren volgens de principesvan de vroegere rationalisatie. Het verho-gen van de normen is hiervoor geen effi-

ciënte maatregel. We moeten andere finan-cieringsmechanismen zoeken die verant-woorde beslissingen van de lokale scholenzelf stimuleren. De scholen zelf moetenbeter worden van hun rationeel optreden.Er moet nu worden gezocht naar structurelemaatregelen die op langere termijn de mid-delen moeten vrijmaken om te investeren inde uitrusting en de vernieuwing van hetonderwijs. Op kortere termijn zouden wewel kunnen streven naar een betere samen-werking en coördinatie tussen de verschil-lende vormen van bijscholing en nascho-ling␣ : onderwijs, middenstandsopleiding,VDAB–programma’s enz. Het goed afbake-nen van de eigen specifieke opdracht vanelk van deze partners kan niet alleen bijdra-gen tot een grotere doeltreffendheid vanhet vormingsaanbod, het opent misschienook nieuwe denkpistes voor de vormings-behoeften van specifieke groepen.»

retten en een kop koffie door.

Volgens zijn sterrenbeeld is Van den Bosschespaarzaam, met een grote behoefte aan orde, preci-sie en perfectie. Zo iemand vindt genoegen in «eenbaan die vraagt om orde te scheppen in de chaos enis het beste in wetenschappelijk onderzoek, boek-houden en administratie.»Klopt dat ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Ik teken graag lijnen uit omoplossingen aan te bieden, ja. Waar nodig wil ikorde scheppen. Achteraf met de pluimen gaanlopen vind ik onbelangrijk, zolang iedereen dieerbij betrokken is zich maar kan herkennen in deevolutie die er uitgetekend is. Elk individu moetde ruimte krijgen om zijn eigen accenten te leggenen greep te krijgen op wat er gebeurt. Het veldbepaalt de evolutie, niet de top. Het tegengesteldevan die redenering kan geen enkele minister zichveroorloven.U vindt discussie belangrijk ?

Page 15: Klasse voor Leraren 27

VIZIER

ZIJN LOOPBAAN

Wat ik in vijf woorden kan gezegd krijgen, zeg ikliever niet in zes, laat staan in tien. Op dat vlak kanik mij moeilijk verplaatsen in de geest van iemandanders. Ik ga er vanuit dat als ik het snap dat deandere het ook snapt.Welke eigenschap mist u dan om een goedeleraar te zijn␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : De pedagogische. Ik heb hetgemakkelijker met abstract denken en met concre-te organisatie. Voor een goede leraar is dat spijtiggenoeg onvoldoende.

ZOU GEENLERAARZOU GEENLERAAR ZIJ

Luc Van den Bossche woont in Gent maarwerd geboren in Aalst op 16 september1947. Hij wordt bij het begin van hetschooljaar dus 45 jaar. In 1970 werd hijDoctor in de Rechten (RUG) en advocaataan de balie. Maar hij begon ook meteenles te geven␣ : grondwettelijk recht aan hetHoger Rijksinstituut voor Vertalers en Tol-ken, actuele politieke problemen aan hetRijksinstituut voor Toneel en Cultuurver-spreiding, recht, plichtenleer en arbeids-wetgeving aan het Hoger Instituut voorParamedische Beroepen, sociale wetge-ving aan het HSTL in Deinze, informaticaaan het Hoger Instituut van de ProvincieAntwerpen…In de jaren tachtig publiceerde hij enkelewerken over privacy en informatica, vreem-delingen in de crisis, de coöperatie alswissel voor de toekomst en een schuldlozeechtscheiding.Op politiek vlak werd hij in 1974 nationaalvoorzitter van de jongsocialisten, drie jaar

later lid van het SP–bureau en in 1981volksvertegenwoordiger voor het arron-dissement Gent–Eeklo.In 1988 was Van den Bossche een tijdlangnationaal staatssecretaris voor Onderwijs.Daarna werd hij Vlaams Minister van Bin-nenlandse Aangelegenheden. Onderwijsbleef hij echter nauwgezet volgen.Volgens De Standaard belichaamt Vanden Bossche nadrukkelijk de Vlaamse recht-lijnigheid, is hij resoluut voorstander vaneen confederaal staatsmodel en heeft hijmet succes de Vlaamse administratie gron-dig geherstructureerd en een nieuwe dyna-miek gegeven.Sinds begin dit jaar is hij Gemeenschapsmi-nister van Onderwijs en Ambtenarenzaken.

Luc Van den Bossche –Gemeenschapsminister van Onderwijs

en Ambtenarenzaken – RAC –Arcadengebouw – 6de verdieping –

1010 Brussel –✆␣02–210 62 11 – fax 02–210 62 23

VAN DEN BOSSCHE␣ : Uitermate. Sommigen zul-len dat onrustig vinden maar we kunnen tochniet in alle rust en vree ons eigen graf graven ? Wijmoeten de grote discussies durven aanbrengen.Het zal soms stormen en de grote windvlagenzullen tegen elkaar opbotsen maar dat is nietzinloos.Wat is uw rol in die storm␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Ik vind dat je sterke stellingenmoet durven poneren als die belangrijk zijn voorde evolutie die komen moet. De evolutie op gangbrengen, de storm over alle geledingen laten uit-waaien en de juiste beslissingen nemen. Ik heb nietde behoefte om het vorige beleid volledig om tekeren. Integendeel. Ik heb er respect voor en wilmeewerken aan de uitvoering van alles wat opstapel stond en staat.Waarom trekt precies onderwijs u aan␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Dat is toch een van de meestboeiende opdrachten in de maatschappij␣ : meeboetseren aan de werkelijkheid van de mensen vanmorgen.Zindert uw vroeger werk als advocaat daarindoor␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : De grote pleidooien… ik hebdat vreselijk graag gedaan. Ik kon nooit pleitenvoor een zaak waarin ik niet geloofde of waarvan ikde drijfveer niet verstond. Maar als je goed luistertontdek je vaak een andere werkelijkheid. Zo heb ikgepleit in een moordzaak op een twaalfjarig kind.Eerst weiger je zoiets maar toen ik na lang luistereniets van de zaak begreep, kreeg ik ook de begeeste-ring om dat over te brengen. Dat wordt dan eengedrevenheid om je inzicht mee te delen aan wiegeroepen is over de schuld te oordelen. Ik had toenhet gevoel dat ik het gehéél begreep. De vrijspraakga ik dan niet pleiten maar wel begrip voor wat ergebeurd is.

U hebt als advocaat meerleren luisteren dan spre-ken␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Dat klopt.Je moet de boodschap vanwat wel of niet gezegd wordtbegrijpen, die er uit willenhalen. Dat geldt ook voorechtscheidingen, door goedte luisteren vrij snel een dia-gnose kunnen stellen en dezaak zonder grote drama’soplossen.Men zegt dat Van den Bos-sche een «bourgondische»stijl heeft.VAN DEN BOSSCHE␣ : Dat zalwel te maken hebben methet feit dat ik graag lach ende zaken relativeer. Andershoud ik het niet uit. Danzou ik kapot gaan aan destress. Ik vind het belangrijkdat er een stuk vriendelijk-heid heerst␣ : ongedwongen,soms geestig. Dat maakt deomgang veel spontaner en

gemakkelijker. Wat kan je nu toch verwachtenvan urenlange, saaie vergaderingen ?Is die losse aanpak uw sterke kant␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Misschien niet voor mijnmedewerkers. Maar voor mij is het de enige ma-nier om te overleven. Ik kan niet functioneren ineen omgeving die mij niet aanstaat, met mensendie zichzelf alleen maar vreselijk au serieux nemenen ’s morgens tegen hun spiegelbeeld zeggen␣ :«Wat een markant mens ben ik toch␣ !» Met de

twee voeten op de grond blijven en er ten gepastetijde ook eens mee durven lachen… dat is voor mijde beste aanpak.Ondertussen noemt men u wel een «workaholic»VAN DEN BOSSCHE␣ : Daar heb ik geen moeite mee.Ik werk elke dag van half acht ’s morgens tot dik namiddernacht. Voor ik ga slapen neem ik altijd nogwat onderwijsliteratuur door… pakweg tot eenuur of twee. Ik heb daar weinig last van en voel erme goed bij.Hebt u nog tijd om bijvoorbeeld eens iets anderste lezen␣ ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Nee. Op cultureel vlak dreigik een barbaar te worden. Alleen op vakantie neemik eens een ander boek mee maar dat mag danhoogstens een misdaadroman zijn.Zou u zelf een goede leraar zijn ?VAN DEN BOSSCHE␣ : Nee. Ik heb de neiging veel tesnel te willen gaan. Iets herhalen verveelt mij. Datis voor mijn medewerkers soms nogal moeilijk.

KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92 15

Page 16: Klasse voor Leraren 27

16 KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92

ACTIE

DE KLEUTERZWEMKLASOF HOE WATER INHOUD GEEFT AAN TAAL

Vijfjarige kleuters bleven drie da-

gen weg van huis en buiten de

school. In deze Geïntegreerde

Werkperiode kregen ze intensief

zwemles. De derde kleuterklas

van de Brugse Basisschool Ma-

nitoba trok voor dit experimen-

teerproject naar Sunparks in De

Haan.

Een kind dat niet genoeg beweegt kantijd noch ruimte beleven.

DIRECTEUR JACQUELINE D’HONDT␣ : «Nee,we verwachtten niet dat alle kleuters na die driedagen plots allemaal konden zwemmen. Onzedoelstelling was de kleuters van K3 de kans tebieden hun sociale vaardigheden aan te scherpenen de reeds aanwezige ervaring met watergewen-ning te maximaliseren naar aanvankelijk zwem-men toe. De kleuters hebben al een tweewekelijksezwembeurt maar in Sunparks kwamen ze in eentotaal ander milieu terecht. Dat was ook eenandere beleving.

Met dit initiatief willen we de traditioneleinhoud van de zeeklassen verruimen. De inhoud,opbouw en aanpak van dit experimenteerprojectkregen vorm na overleg met de normaalschool vanBrugge en de cel voor Geïntegreerde Werkperio-des van de ARGO.

Waarom Sunparks ? Zweminitiatie kan na-tuurlijk ook in een klassiek zwembad. Maar in onsexperiment kregen de kleuters tot drie keer per dageen individuele zwemles van een uur. In een klas-siek zwembad is het water daarvoor te koud. Dekinderen zouden te moe worden. In een tropischzwembad heeft het water een temperatuur vanongeveer 30 graden. Dat is ideaal. De kinderenkunnen er zich ook beter in vermaken.»

■ ZELFREDZAAMHEID«Voor het verblijf huurden we twee chalets

om de huiselijkheid en de nodige rust te waarbor-gen. De kleuters werden voltijds begeleid door dejuf, de vaste zwemmoeder en twee aspirant–kleu-

terleidsters. Voor de specifieke zweminitiatie hadelk kind een vaste begeleider. Hiervoor stonden destudenten Lichamelijke Opvoeding van de Nor-maalschool van Brugge in.

Voor het eerst haalden we vijfjarigen uit hetvertrouwde school– én leefmilieu. De kinderenkonden dus de aangeleerde vaardigheden in eenander milieu uittesten en hun zelfredzaamheidtonen. Het tropisch zwembad werkte grensverleg-gend. Drie dagen lang bleef er uitdaging en afwis-seling in het spel. De kleuters geraakten namelijkniet afgekoeld. Ten slotte denken we dat eenintensieve zweminitiatie een vorm van veiligheidcreëert, zowel voor het kind als voor de ouders.Wie als kleuter al leerde zwemmen kan veel betergenieten van een wateromgeving. En zwemmenhelpt ook de fysieke conditie op peil te houden.»

■ DE GWP BRENGT BEWEGINGIn een Geïntegreerde Werkperiode (GWP)

kunnen drie opvoedingsaspecten worden benadrukt.Het leeraspect wordt gerealiseerd in het kader vanprojectonderwijs. Er is een fysiek aspect. En er is eengemeenschapsaspect waarbij de kinderen leren levenen zich ontspannen in gemeenschap.

Kinderen moeten leren bewegen. In de jarenzestig breken de inzichten over de samenhang vanbewegen, taalontwikkeling en leren in de onder-wijswereld door. Jean Piaget zegt dat de bewegingnoodzakelijk is voor het ontstaan van kennis bijkinderen. Later worden begrippen als grove enfijne motoriek, functionele ontwikkeling en psy-cho–motoriek in het werkplan voor de kleuteraf-deling en in de klaspraktijk geïntroduceerd.

In het midden van de jaren tachtig is vooralprof. Dr. A. Lamon (VU Brussel) voor ons land devoortrekker in het onderzoek naar de samenhangtussen lichamelijke ervaring en psychische ont-wikkeling bij kleuters.

Lamon stelt dat psyche en motoriek niet losvan elkaar te zien zijn in de groei naar volwassen-heid en dat de relatie tussen deze beide componen-ten het sterkst is tijdens de eerste levensjaren.Sterker nog␣ : de ervaringswereld van het kind is zogroot als zijn lichamelijke beweeglijkheid. Eenkind dat nog niet kan lopen kan dus bijgevolgruimte noch tijd beleven.

Lamon is ervan overtuigd dat de motoriek ende psyche niet alleen samengaan maar dat het enebijdraagt tot de ontwikkeling van het andere.

Psycho–motorische oefeningen kunnen bij-gevolg bijdragen tot de harmonische ontwikke-ling, de evenwichtige groei naar schoolrijpheidvan de opgroeiende kleuter.

Door aangepaste opdrachten te formuleren

Page 17: Klasse voor Leraren 27

ACTIE

Gemeenschapsschool ManitobaManitobalaan 48

8200 St. Andries (Brugge)✆␣050–38 63 81fax 050–38 62 11

en situaties te creëren krijgt de kleuter de kans totlichamelijk handelen. Via dit handelen komt dekleuter niet alleen tot een betere motoriek maarook tot een op ervaring gesteunde ontwikkeling,zowel op het verbale als op het mentale vlak. Hethandelen geeft de voor het kind vrij abstractebegrippen een handelingsbetekenis, d.w.z. het kindkent het ding in actie.

■ BEWEGEN BLIJFT EEN SPELDeze handelingsbetekenissen geven inhoud

aan de abstracte woorden, geven inhoud aan taal.Het voortdurend verwoorden van de handelingenverdiept en ontwikkelt de taal. Anders gezegd␣ : een

DE VR

OP

handeling met betekenis wordt een woord metbetekenis.

Bij observatie van de bewegingen van eenkind of de manier waarop het opdrachten uit-voert, kan worden vastgesteld op welk gebied erzich eventueel tekorten voordoen. Tekorten dieop die manier worden vastgesteld, bijvoorbeeld bijzelfredzaamheid, kunnen worden ondervangendoor aangepaste oefeningen. Bewegen moet ech-ter een spel blijven␣ : de bewegingsvreugde moetvoorop staan opdat de kleuters zich met plezier enzonder faalangst zouden kunnen ontplooien.

Even belangrijk als motorische ervaring opzich is de ontwikkeling of verbetering van het

EDESW

SCHOO

Scholen geven de vrede een duwtje in de rug.

sociaal gevoel. Dat kinderen elkaar helpen is evenbelangrijk als de psycho–motorische ontwikke-ling. Sociaalvoelendheid kan dus worden aange-leerd en ontwikkeld. Een GWP kan een idealegelegenheid zijn om de kleuters in beweging tekrijgen.

EEK

L

Inlichtingen

Pax Christi VlaanderenItaliëlei 98 A – 2000 Antwerpen

✆␣03–225 10 00 – fax 03–225 07 99

Tijdens de vredesweek van 28

september tot 4 oktober vraagt

de Vlaamse vredesbeweging aan

de scholen aandacht voor vrede,

rechtvaardigheid en veiligheid in

het toekomstige Europa.

De Vlaamse afdeling van de internationalevredesbeweging Pax Christi bestaat twintig jaar. Deorganisatie is ontstaan na de tweede wereldoorlogals beweging van verzoening. Deze internationalebeweging werkt nu in een twintigtal landen. Dewerking is zowel gericht op de bewustvorming vande bevolking als op een veiliger en vredevollerpolitiek beleid. De invalshoek bij deze activiteiten iseen christelijk–ethische vraagstelling.

LESMAPPENSamen Overleven (28 blz., 150␣ fr.) is een

lesmap voor het basisonderwijs. Aan de hand vanhet verhaal Het eiland G worden er allerlei sugges-ties uitgewerkt om het thema van de vredesweekuit te werken in het lager onderwijs.

Europa␣ : Open Vensters (36 blz., 200␣ fr.) iseen lesmap voor het secundair onderwijs. Hoezullen we ons als toekomstige Europese burgersgedragen ? Bouwen we mee aan een Europeesopen huis waarin andersdenkenden ook hunplaats krijgen ? Vertrekkende vanuit twee hoofd-thema’s –nationalisme en economische groei–worden deze vragen kritisch uitgewerkt. Dezethema’s worden telkens op macro– en microvlakbelicht om scholieren de kans te geven ook over

hun levensstijl na te denken.Het stuk Splinters en Balken van theater De

Mus rond samenleven en vijandsbeelden (eerstegraad SO) en de diareeks Europa␣ : het gelukvoorbij ? (derde graad SO) zijn andere bouwste-nen voor een geslaagde vredesweek op school. Tenslotte brengt de film De Mars Europa oog in oogmet het Zuiden. Een aangrijpende prent voor eenbreed publiek.Apart is er ook nog een set met drie wenskaartenoost–west–zuid te koop voor 100 frank.

• diareeks/videocassette «Europa␣ : het gelukvoorbij», 80 dia’s met klankcassette van 20 min.,

huur 400␣ fr. per week, Wereldmediatheek,✆␣03–225 03 67.

• film «De Mars», 90 min.,huurprijs videocassette 950␣ fr. per dag,

Bevrijdingsfilms, Q. Metsysplein 4, 3000 Leuven,✆␣016–223 29 35

KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92 17

Page 18: Klasse voor Leraren 27

18 KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92

ACTIE

BRUSSELSESCHOLEN ZIJNUW GIDS

Het Vlaams Onderwijscentrum

(VOC) is al 25 jaar een steun voor

het Nederlandstalig onderwijs in

de Brusselse agglomeratie. En nu

stimuleert het VOC ook contact-

dagen tussen Brusselse scholen

en klassen uit het Vlaamse land.

Door de toenemende verfransingsdruk in Brusseldaalde het leerlingenaantal stelselmatig. Pakwegdertig jaar geleden kozen daarenboven veel Vlaams–Brusselse gezinnen nog voor het Franstalig onder-wijs. De Vlaamse scholen konden dus best geza-menlijk overleg en een ruggesteun gebruiken. In1967 werd dan het Vlaams Onderwijscentrum Brussel(VOC) opgericht als een pluralistische vereniging.

Wat doet het VOC ? Naast de vele acties zijnvooral de jaarlijkse promotiecampagne en specifiekde «Gids der Nederlandstalige scholen in Brussel–Hoofdstad» zeer markante activiteiten. Het cen-trum organiseert en/of stimuleert voorts muziekini-tiatie in de lagere scholen op een originele wijze;boerderijdagen voor de eerste graad LO in Dilbeek;boerderijwerkweken in Brakel en Westrozebeke;geïntegreerde werkperiodes in Kempen en Arden-nen; tentoonstellingen over didactisch materiaal,leerboeken en leermiddelen; pedagogische ééndags-uitstappen; studiedagen over veiligheid op speel-plaatsen en speelpleinen en over «geïntegreerd spe-len». Daarnaast helpt het VOC organisatorisch enmaterieel allerlei initiatieven die in en rondom hetonderwijs worden genomen zoals filminitiatie, voor-dracht, pedagogie, herbronning en sport.

■ KOM NAAR BRUSSELHet VOC zal acties blijven ondernemen om

de banden tussen Brussel en Vlaanderen, via hetonderwijs, nauwer aan te halen. Dit schooljaarpakt het VOC trouwens uit met een nieuw initia-tief. Het centrum wil Brusselse scholen en klassenuit de rest van het Vlaamse land dichter bij elkaarbrengen. Via contactdagen in Brussel tussen eenschool of een klas uit Vlaanderen en een gelijk-waardige school of klas van hetzelfde onderwijsnetuit het Brusselse kunnen leerlingen, leerkrachtenen directies elkaar beter leren kennen. De Brussel-se school speelt gids voor de bezoekende school.

VOC – Vlaams Onderwijscentrum Brussel –Martelarenplein 23 – 1000 Brussel

✆␣02–218 10 00

COMPUTERS IN DEBASISSCHOOL

DE SOFTWARE IS ER

Basisscholen hebben vaak niet veel geld voor

computers en nog minder voor goede educa-

tieve software. De niet–commerciële vereni-

ging RENELDIS SOFTWARE stelt haar erva-

ring en know how voor een collegiale prijs ter

beschikking.

Er worden veel kilobytes in educatievesoftware gestopt. Maar zijn ze ookallemaal educatief verantwoord ?

Reneldis software is een groep leerkrachten uithet lager onderwijs die binnen een vzw–structuureducatieve software ontwikkelen.

Met het basispakket Inoefenen van Reneldiskunnen lagere schoolkinderen taal en rekeneninoefenen. Daar het pakket gericht is op het indi-vidueel inoefenen van de leerstof kan het zowel opschool als thuis worden gebruikt. Dat gebeurtnatuurlijk het liefst in overleg met de leerkracht.STEF VANDERSTEEN␣ : «Wij vertrokken vanuit eenconcrete schoolsituatie. De meeste kleinere basis-scholen hebben geen groot budget om dure com-puterapparatuur aan te kopen. Daarom leggen wede lat voor de benodigde hardware extreem laag.Een eenvoudige IBM–compatibele PC–XT metmonochroom scherm of CGA en één diskettelezeris al voldoende. Voor veel moderne pakkettenmoet je een snellere computer hebben met eenharde schijf én met meer ontwikkelde grafischemogelijkheden. Deze trend gaat echter voorbij aande behoeften van de «arme» scholen die wensengebruik te maken van de recente golf van laagge-prijsde computers. Zij hoeven namelijk geen geso-fisticeerde én duurdere 386– of 486–machines.Maar vanzelfsprekend draait onze software ook opde meer ontwikkelde PC’s.

Een concrete schoolsituatie betekent ook hetvolgende␣ : je moet alle werk in de klas kunnenevalueren en de ouders moeten de resultaten vanhet werk op de PC ter beschikking krijgen, netzoals ze de schriften graag inzien. Ons LOG–programma geeft de resultaten onmiddellijk weer.Bovendien houdt het die resultaten bij zodat zealtijd opvraagbaar zijn op scherm en via de printer.

Leerkrachten kunnen de leerstof het beste zelfaanbrengen. Het geven van oefeningen die leidentot automatisme en het verbeteren ervan, dat vraagtallemaal veel tijd. Deze tijd kan door het gebruikvan de PC sterk worden verminderd.»

■ SOEPELE PROGRAMMA’SSTEF VANDERSTEEN␣ : «Bij het gebruik van de com-puter en onze programma’s in de klas kan deleerkracht onmiddellijk differentiëren en reme-diëren.

Alle software is open. U kunt dus zelf data–bestanden bijmaken met een gewone tekstverwer-ker of editor. Dit wil zeggen dat u bepaalde onder-delen van het pakket kunt aanpassen aan uwspecifieke behoeften. Voor de rekenprogramma’sbijvoorbeeld zijn getalgrenzen, operators, opera-ties, moeilijkheidsgraad enz. vrij in te stellen. Dedocumentatie bevat uitgebreide aanwijzingen hoeu dit moet doen.

Alle programma’s van het pakket bewaren denaam van de leerling, de datum/tijd van de oefe-ning, de scores en de aard van de gemaakte foutenin een centraal bestand. Met het rapporteringspro-gramma (LOG) kunt u geselecteerde elementenvan dit bestand opvragen, bekijken, ordenen, be-handelen en uitprinten in verschillende formaten.Zo kunt u de prestaties van de kinderen natrek-ken, zelfs wanneer zij de programma’s over langereperiodes zonder supervisie bedienen.»

Page 19: Klasse voor Leraren 27

ACTIE

WELKE PROGRAMMA’S ZIJN GOED ?CATALOGUS OP DISKETTE

RENELDIS SOFTWARE vzwDooleegstraat 63001 Leuven

✆␣016–20 65 32 of 016–48 03 31

■ TAAL ENREKENENHet basispakket

Inoefenen bevat afzon-derlijke programma’s␣ :• BRUG omvat hetspeels inoefenen vanoptellen en aftrekkenmet de brug over 10.Dit houdt o.a. in datde leerling grafischeelementen op hetscherm moet manipu-leren en dat voor elktype fout een aange-paste remediëringwordt gegeven.• DEEL dient voor hetinoefenen van de deel-tafels, met instelbaregrootte van het deel-tal, deler en quotiënt.• TAFELS dient voorhet inoefenen van alletafels van vermenig-vuldiging van 0 tot enmet 10. Ze kunnenop allerlei manieren worden geselecteerd.• REEKS geeft de mogelijkheid om door logischdenken de operatie (+, -, x,␣ :) te ontdekken, of hetontbrekende getal in te vullen in een getallenreeks.• TEMPO dient dan weer om optellingen enaftrekkingen, al of niet met brug over tiental, enmet instelbare getalgroottes, in te oefenen.

Naast de rekenprogramma’s zijn er ook eenaantal taalprogramma’s␣ :• WOORD is een mogelijkheid om op een speelsemanier allerlei woordenschatlijsten in te oefenen.Al of niet met hints kun je woorden raden uitvolgens onderwerp gerangschikte woordenlijsten.Dit programma is ook geschikt voor oudere leer-lingen. Het bevat bovendien ook Franse woorden.• VISDIC is de aanloop voor een visueel dictee.Woorden worden getoond, verdwijnen en moe-ten dan foutloos worden nagetypt, al of niet onder

ren. Onlangs verschevan de informatiediskware en de cataloguprogrammatuur. De dgesteld als onderdeel

tijdsdruk. Er zijn reeds 6500 woorden volgensleerjaar en moeilijkheidsgraad gerangschikt. OokFranse woordenlijsten zijn beschikbaar.• SPLITS is het aangewezen programma om hetsplitsen van woorden in lettergrepen in te oefenen.Op het scherm verschijnt een woord dat metbehulp van de cursor correct moet worden ge-splitst. Vijfduizend woorden zijn ingedeeld per

of 2400 bps –e over onder-gen te stellen, ervaringen uit

leerjaar, van het tweede toten met het zesde leerjaar.• VRAAG is een algemeentaalprogramma. Het stelt vra-gen waarop de leerling moetantwoorden met een tekst.Het huidige bestand omvatvooral spelling (dt, m–n, s–z, ij–ei, au–ou, f–v, ng–nk,n–nn, m–mm, tweeklanken,verkleinwoorden, meervoudenz.), spraakkunst (leestekens,korte zin) en enkele vragenover wereld–oriëntatie.

■ BETAALBAARHet standaard–pakket

omvat een twaalftal afzon-derlijke programma’s, gespreidover acht 5.25" of vier 3.5"diskettes. Hierbij hoort eenhandleiding van bijna hon-derd bladzijden. Het pakketkost 3250 frank. Voor scho-len kost elke extra kopie (dis-kettes en handleiding) dietegelijkertijd wordt besteld

en met dezelfde postzending wordt verstuurd 1950frank. Wordt het pakket geïnstalleerd op de hardeschijf van een aantal PC’s in een computerklas,dan heeft men bij gelijktijdig gebruik van hetpakket op deze verschillende PC’s één sleutel–diskette nodig per bijkomende PC. Het stan-daard–pakket bevat reeds een sleuteldiskette. Eenextra sleutel–diskette kost 750 frank.

Het Centrum voor Onderwijsmedia (COM)van het Departement Onderwijs bouwtlangzamerhand een distributiesysteem uitvoor educatieve software. Het centrum wiluitsluitend door evaluatiecommissies ge-waardeerde educatieve programma’s ver-spreiden.De evaluatie van de aangeboden softwareverloopt in drie fasen. Eerst wordt het tech-nische aspect gecontroleerd. Vervolgenswordt het pedagogisch–didactische aspectin de klaspraktijk getoetst. Ten slotte volgteen validering zodat de leraars een verant-woord leermiddel ter beschikking krijgen.Het COM stimuleert het multimediaal le-

nen de derde editieette educatieve soft-s met beoordeeldeiskette werd samen-

van het multimediaal

bijscholingsproject voor leerkrachten «Eencomputer ook in jouw klas !!» U vindt opde diskette inlichtingen over programma’svoor de basisschool, het buitengewoon enhet secundair onderwijs. Voorts is er ookgedacht aan ontwikkelingstools en eendemopakket bijscholing leerkrachten.De informatiediskette en de catalogus zijngratis en kunnen worden aangevraagd bijhet Centrum voor Onderwijsmedia – Nieuwadres␣ : Koningsstraat 138 (5de verdieping)– &␣ 02–211 45 58 – fax 02–211 45 52.Indien u over een modem beschikt kunt uinloggen op het elektronisch prikbordsys-teem van het COM op het telefoonnum-mer 02–211 45 54 (in 12008N1) om actuele informatiwijs en media te lezen, vrabestanden over te nemen ente wisselen.

KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92 19

Page 20: Klasse voor Leraren 27

GIDS

202 MILJARDDE ONDERWIJSUITGAVEN 1992␣ :DE BESPARINGEN BEGINNEN

De onderwijsuitgaven 1992 zijn begroot op bijna 202 miljard frank. Bijna 87

procent hiervan is direct of indirect bestemd voor personeelsuitgaven. Er blijft

slechts een 26 miljard over om echt aan beleid te doen. Toch worden er enkele

honderden miljoenen bespaard.

Kabinet van de Gemeenschapsminister voorOnderwijs en Ambtenarenzaken

Mevr. Rika DenduyverRAC – Arcadengebouw – 6de verdieping

1010 Brussel✆␣02–210 62 11

De onderwijsuitgaven 1992 bedragen 201.655miljoen frank. Daarbij moeten we nog een provi-sie rekenen voor de index en voor de VlaamseCAO ’92 en de sociale en fiscale lasten op deeindejaarstoelage. Alles samen brengt dat de on-derwijsuitgaven op 205 miljard frank. Dat is bijnade helft van de totale Vlaamse begroting.

De begroting 1992 (voornamelijk uitwerkingvanaf 1 september 1992) kadert in de basisoptievan het regeerakkoord␣ : de continuïteit in hetbeleid en het brengen van pedagogische rust inhet onderwijs.

LUC VAN DEN BOSSCHE␣ : «Meer ingrijpendehervormingen in het onderwijsbeleid in Vlaande-ren worden gepland vanaf het schooljaar 1993–94en dit op basis van een grondige audit van deuitgavenmechanismen in het onderwijs en in overlegmet het onderwijsveld.» (Zie ook VIZIER in ditnummer.)

Toch bevat de begroting 1992 al heel watnieuwe maatregelen, veelal «goedgekozen klein-schalige initiatieven. Deze moeten een aanzet ge-ven tot enkele fundamentele discussies en de lateremaatregelen voor actuele onderwijsproblemen zo-als zittenblijven en schoolverzuim, de herwaarde-ring van de leerkrachten enz. voorbereiden», dixitLuc Van den Bossche.

Ondertussen heeft de Vlaamse Executieve ookde begroting 1993 afgehandeld. Die maatregelenhebben pas uitwerking vanaf 1 januari 1993. Daarkomen we zeker nog op terug.

20 KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92

■ BESPARINGENDeze begroting bevat toch al enkele honder-

den miljoenen frank besparingen. Enkele maatre-gelen hebben trouwens al uitvoerig de pers ge-haald. Een kort overzicht.• De minister zal de prefinanciering van de deta-chering stopzetten. Hij zal het belang van debestaande detacheringen herevalueren en veel striktertoekijken op de noodzaak tot detachering en op deterugvordering van de weddetoelage (65 miljoenfrank besparing).• De minister wil een wederbenuttiging van destructureel terbeschikkinggestelden. De meer dan350 structureel boventalligen moeten o.a. viaoutplacement aan het werk kunnen (20 miljoenfrank besparing).• De omkadering (in casu het aanwendingsper-centage) is verminderd met globaal 0,6 procent␣ :0,375 procent in het kleuteronderwijs; 0,075 pro-cent in het lager onderwijs en 0,9 procent in hetsecundair onderwijs (105 miljoen frank bespa-ring). Deze aanwendingspercentages zijn deson-danks nergens lager dan in het schooljaar 1990–1991 (en in lager en secundair onderwijs zijn ze nuzelfs hoger).• De werkingsmiddelen van de PMS–centra wor-den niet geïndexeerd (10 miljoen frank bespa-ring).• De werkingsenveloppes voor het onderwijs ver-hogen met 2,6 procent (conform de index) en nietmet 3 procent (44 miljoen besparing).

• De Koninklijke Academie voor Wetenschap,Letteren en Schone Kunsten krijgt 10 miljoenfrank minder.• De dotaties voor ARGO, DIGO en VLORverhogen met 2,6 procent (conform de index) enniet met 3 procent (9,6 miljoen frank besparing).• In het Deeltijds Kunstonderwijs komt het in-schrijvingsgeld op 1500 frank voor – 18 –jarigenen 4500 frank voor + 18–jarigen (enkel dit school-jaar betalen de 18–25–jarigen slechts 3000 frank).

■ NIEUWE INITIATIEVENEr is niet alleen aan besparen gedacht. Drie

prioriteiten van de minister (zie ook VIZIER indit nummer) vinden we al terug in de begroting1992. Voor projecten van onderwijsvoorrang is36 miljoen frank uitgetrokken. Daarmee wil hetonderwijs beter zijn doelstellingen van gelijke kan-sen waarmaken en maatschappelijk laten rende-ren. Fenomenen als leerachterstanden, zittenblij-ven, schoolverzuim, de blijvende samenhang tus-sen de sociale herkomst en de schoolloopbaan gaatmen met dit geld te lijf.

Daarnaast is het budget voor de basiseducatiemet 26 miljoen frank verhoogd. Ten slotte maaktdeze begroting dit jaar nog 100 miljoen frank vrijvoor de administratieve ondersteuning van hetbasisonderwijs. De lesopdracht van de directeur ismet 4 uren verminderd als steun aan de kleinerescholen. Voor de grotere scholen (vanaf 250 leer-lingen) is een bijkomend aantal uren administra-tieve hulp beschikbaar gesteld.

Page 21: Klasse voor Leraren 27

GIDS

DE NIEUWEMAATREGELEN

(Met hun effect in miljoenen frank)

Lonen onderwijzend personeel

• beperking toegang tot buitengewoononderwijs – 25,6

• stopzetting prefinanciering detacheringennaar cultuur – 60,0

buiten onderwijs – 5,0• wederbenuttiging structurele terbeschik-

kingstelling – 20,0• vermindering omkadering met 0,6␣ %

– 105,0• afschaffing rollend fonds crisissituaties

– 90,0• opstarten onderwijsvoorrangsbeleid

+ 36,0• opstarten administratieve ondersteu-

ning basisonderwijs + 100,0

Lonen PMS–centra

• selectieve aanwervingsstop – 10,0

Lonen pedagogischebegeleidingsdiensten

• kredietvermindering begeleiding en D.V.O.– 10,0

Onderwijswerking

• werkingsenveloppe␣ : indexatie voor inflatie2,6␣ % ipv 3␣ % – 44,0

Universitaire sector

• indexatie fondsen wetenschappelijk on-derzoek(2,6␣ % inflatienorm ipv 3␣ %) en finan-ciering RUCA/KULAK – 30,8

• vermindering krediet Koninklijke Aca-demie – 10,0

• debudgettering UZ–Gent – 171,0

Leerlingenvervoer

• overheveling kredieten naar ARGO –52,0

Algemene organisatieen administratie

• afslanking kabinet – 11,5• vermindering kredieten ARGO, DIGO

en VLOR–administratie – 9,6

WIE GAAT DATBETALEN ?

Onder deze titel las u in KLASSE nr. 25 van mei 1992 een bijdrage over het

(dreigend) financieringstekort voor onderwijs in het jaar 2000. Dat bericht

kwam uitvoerig in de pers en zo ook in het politiek debat. Henri Duqué van de

Dienst Begroting en Boekhouding van het Departement Onderwijs zorgt nu

voor een aanvulling waaruit blijkt dat we niet te snel in paniek moeten raken.

HENRI DUQUÉ␣ : «De studie waarover KLASSE 25rapporteert bevat twee kerngedachten␣ :1. Het financieringstekort (d.w.z. de negatieveuitkomst van de confrontatie BTW–middelen enuitgaven m.b.t. de overgehevelde onderwijsbe-voegdheden) is voorspelbaar bij een onveranderdbeleid. Het financieringssysteem houdt immersgeen rekening met bestaande uitgavenmechanis-men en tendensen in de onderwijswereld.2. Dergelijke confrontatie is weinig zinvol en zelfsstrijdig met de gewone wet op de Staatshervormingen de Grondwet. Art. 59 bis, paragraaf 6 van deGrondwet stelt dat de Gemeenschappen de bestem-

TECHNISCHIN BO

Vastbenoemde leraars kunnen met de

om daar hun vakkennis en beroepser

een ter beschikkingstelling wegens bi

ming van al hun ontvangsten autonoom regelen.De gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervor-ming van de instellingen stelt in artikel 1 dat deVlaamse Raad al zijn financiële middelen vrij magaanwenden, hetzij voor Gemeenschaps–, hetzij voorGewestbevoegdheden. Bijgevolg worden de onder-wijsuitgaven in Vlaanderen –en dit in tegenstellingtot Wallonië– gefinancierd door de totaliteit van demiddelen van de Vlaamse Gemeenschap.Deze tweede kerngedachte werd evenwel niet ofnauwelijks in het artikel weergegeven. In het lichtvan het actuele politieke debat over dit onderwerpis dat nochtans niet onbelangrijk.»

LERAARTSWANA

VVOB minstens twee jaar naar Botswana

varing over te dragen. Ze genieten daarbij

jzondere opdracht in het buitenland.

Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelings-samenwerking en Technische Bijstand

Maria–Theresiastraat 21 – 1040 Brussel ✆␣02–217 76 15

Botswana, gelegen in Zuidelijk Afrika tussenZimbabwe en Namibië is een land in volle ont-wikkeling met een groot tekort aan een technischmiddenkader. Vier Vocational Training Centresleiden elk zo’n 300 studenten op. De jonge in-structors haalden hun graad aan het PolytechnischInstituut in de hoofdstad Gaborone.

De Vlaamse leraars zullen leiding en adviesgeven aan deze instructors, seminaries en work-shops organiseren en cursussen opstellen en her-werken. De kandidaat–opleiders (senior lecturers)hebben een degelijke kennis van het Engels enminstens enkele jaren ervaring in het onderwijsvan schrijnwerkerij/meubelmakerij, autotechniek,lastechniek, technisch tekenen, elektriciteit, me-chanica of elektro–mechanica.

De VVOB en het Ministerie van Onderwijsvan Botswana zorgen voor reis– en bagagekosten,

sociale zekerheid (ziekte, pensioen en invaliditeit),ongevallen– en repatriëringsverzekering, gemeu-belde huisvesting, een degelijk lokaal loon en eenbijkomende vergoeding in Belgische frank.

Ook andere landen (Burundi, Rwanda, Zam-bia, Zimbabwe enz.) zoeken regelmatig leraarsvoor de uitbouw van hun technisch– of beroeps-onderwijs. Als u naam en adres opgeeft bij deVVOB zullen ze u van de toekomstige tewerkstel-lingsmogelijkheden op de hoogte houden.

KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92 21

Page 22: Klasse voor Leraren 27

GIDS

HEEFT NIEMAND HETRAPPORT GELEZEN␣ ?

Na het OESO–rapport hield de

Stichting-Lodewijk de Raet een

academische zitting over de kwa-

liteit van het Vlaamse onderwijs.

Georges Monard, Secretaris-ge-

neraal van het Departement On-

derwijs, liet er vrank en vrij de

stem van de overheid horen. En-

kele trillingen.

Georges Monard: «Als ik de aanvragen voornieuwe richtingen zie, denk ik soms datniemand het OESO–rapport gelezen heeft.»

■ DE LEERPLICHT␣ :NIET INKORTEN

MONARD␣ : «Zijn we niet wat ambitieus met onzeleerplicht tot achttien jaar vroegen OESO–expertsons. Ik denk dat we zeker moeten blijven zoekennaar de best mogelijke educatieve opvang van allevijftien- tot achttienjarigen. Persoonlijk vind ikdat we onze verantwoordelijkheid ontvluchten alswij ertoe zouden besluiten om de moeilijkste jon-geren maar meteen te laten vallen en ze vanaf hunvijftiende te dumpen.»

■ DE VRIJE SCHOOLKEUZE␣ :STERK INGEWORTELD

MONARD␣ : «De OESO heeft heel ons systeem van devrije studiekeuze met enige verwondering bekekenmaar ook met een zekere schroom. Ze heeft eigenlijkeen voorzichtig pleidooi gehouden voor een meerrationele organisatie. Ik denk dat de onderzoekersook wel hebben ingezien dat de vrije keuze sterkverbonden is met onze geschiedenis, met onze tradi-tie, met een aanvoelen bij de bevolking.

Deze vrije keuze kan waardevol zijn. Ik somdrie punten op. De pluriformiteit garandeert datwe geen grijze school krijgen die overal dezelfde is.Er is de autonomie van deelgroepen in de samen-leving en het onderwijsveld. En ten derde is er deerkenning van de verbondenheid van het onder-wijs met de opvoeding tot waarden.

Ik erken graag dat er ook minder positieveaspecten zijn. En ik weet dat ik hier op een zeerglad terrein kom. Ten eerste is er de verenging,vooral na het schoolpact, van de vrije studiekeuzetot een keuze tussen de confessionele scholen en deniet–confessionele scholen.

Ten tweede is er een massaal misbruik van dievrije keuze en van de eigenheid om bestaandeverworven situaties en belangen af te schermen.Daarmee wordt de vrije keuze in de toekomstgehypothekeerd.

Zo ontstond een zeer groot aanbod van vaak

22 KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92

onderbezette richtingen, vooral in het secundairen hoger onderwijs en in het onderwijs voor socia-le promotie. Dat is een fenomeen dat niet alleentussen maar ook binnen de netten bestaat. Kijkmaar naar sommige instellingen van hetzelfde netin grote steden waarin de ene richting in het eerstejaar twee studenten heeft, het tweede jaar twee, enhet derde jaar één. En in een instelling daarnaast,met identiek dezelfde richting, is er een gelijksoor-tige bezetting. Er is dus een ongehoord aantalonderbezette richtingen. We kunnen dat niet ver-dedigen. Daar knoeit men met geld in naam vande vrije schoolkeuze.

Als ik zie hoeveel aanvragen tot programmatievan nieuwe richtingen en afdelingen er momen-teel binnenkomen in het secundair, in het hogeronderwijs en in het onderwijs voor sociale promo-tie, dan denk ik dat niemand het OESO-rapportwerkelijk gelezen heeft. Er werden tientallen aan-vragen voor nieuwe vestigingen in het secundaironderwijs ingediend. Ik wist niet dat er in Vlaan-deren zoveel plaatsen waren waar men een halvedag moet rijden om een secundaire school tevinden. En de Vlaamse Onderwijsraad gaf tiental-len keren met unanimiteit een gunstig advies.

Enkel in het onderwijs voor sociale promotie heeftmen een poging gedaan om criteria aan te leggenom wat selectiever te zijn, en laat men van de 400aanvragen er 150 door. Honderdvijftig, dat iswerkelijk te gek !

Dient de vrije keuze ervoor om te kunnenbeslissen dat er gelijk waar een cursus moet wor-den georganiseerd van elementair Japans of Portu-gees␣ ? Of carrosserie, of C–taal, of dBase IV, om-dat er in dat net binnen een straal van tien oftwintig kilometer geen aanbod van is␣ ? Waar zijnwij toch mee bezig␣ ?

Ik vraag me wel af wat de deskundigen uit deuniversiteiten, die in de VLOR zitting hebben endie daarvoor een gunstig advies gaven, daar zittente doen. Laten ze graag weten dat zij tenminste eengunstig advies gaven eer de minister toch nee zegt␣ ?Ze laten hem de ondankbare klus klaren. Is hetzijn job niet om neen te zeggen␣ ?»

■ SCHAALVERGROTING: GEENMASTODONTSCHOLEN

MONARD␣ : «Ofwel kiezen we voor een verdere uit-breiding van het onderwijsaanbod in Vlaanderen,ofwel voor de herwaardering van de leraren. Dat isde keuze die we moeten maken. En de overheidmoet leren zich assertiever te gedragen tegenover dehele respectabele belangenverdediging.

Tegelijkertijd moet de overheid de schaalver-groting inventiever leren aanpakken dan in hetverleden. Ik geef daarbij maar twee sporen aan.Ten eerste moeten we de schaalvergroting bevor-deren, niet zozeer door regelgeving, maar veeleerdoor de wijze van bekostiging. De opbrengst vandie rationalisatie kunnen we herinvesteren in hetonderwijs. We beogen geen mastodontscholenmaar een aanbod dat voldoende aantrekkelijk is.

Ten tweede kan de schaalvergroting veel vor-men aannemen. Er is de fusie natuurlijk. Er zijnook nog andere middelen. Er zijn groeperingenmogelijk van scholen per streek. Ik denk dat we indie richting moeten gaan als we echte schaalver-grotingen willen. Als we betere loopbaanperspec-tieven willen bieden voor de leraren, waarbij ver-schillende taken aan bod komen, dan denk ik datwe op termijn moeten komen tot een groeperingvan een aantal scholen die samen sterk genoeg zijnom een stuk verantwoordelijkheid zelf te dragenen om een autonoom personeelsbeleid te voeren.Die kunnen dan ook instaan voor kleine perso-neelswisselingen in de loop van een schooljaar.»

Page 23: Klasse voor Leraren 27

GIDS

INSPECTIE EN BEGELEIDINGNIEUWE STIJL

Uw school krijgt meer bezoekers

over de vloer. Inspectie en bege-

leiding krijgen immers een heel

nieuw concept mee. Voortaan komt

een heel team inspecteurs de school

inspecteren en komen pedagogi-

sche begeleiders de school en de

leraars begeleiden. Het departe-

ment stuurt de inspecteurs, de

begeleiders werken voor de koe-

pelorganisaties van de netten.

De brochure Inspectie en begeleiding Nieuwestijl is een nieuwe aanwinst in de steeds groeiendereeks publikaties van het Centrum voor Infor-matie en Documentatie. Vroeger werden dezepublikaties gewoon gratis verspreid. Door hettoenemend succes kan dit niet langer. Sommi-gen vroegen gewoon stapels gratis drukwerkaan waarvan de uiteindelijke verspreiding zeertwijfelachtig was. Voortaan krijgt elke schooléén exemplaar van elke nieuwe brochure diehaar rechtstreeks aanbelangt. Bijkomende exem-plaren zijn aan kostprijs verkrijgbaar bij deDienst Verkoop van Publikaties.In volgende nummers van KLASSE bestedenwe zeker nog aandacht aan nieuwe brochuresover de medezeggenschap in het gesubsidi-eerd onderwijs, de volwasseneneducatie ende onderwijsontwikkelingen 1990–1992.

Voor meer inlichtingen␣ :Centrum voor Informatie en Documentatie –

Koningsstraat 150 – 1000 Brussel✆␣02–210 54 00

DE ENE CONTROLEERT,DE ANDERE BEGELEIDTDE ENE CONTROLEERT,DE ANDERE BEGELEIDT

U zult ze dit schooljaar zeker ontmoeten␣ : denieuwe inspecteurs en begeleiders. Dat «nieuwe»betekent echter meer dan u misschien wel denkt.Er is immers niet alleen een nieuw kader voor deonderwijsinspectie gecreëerd. De hele hervormingstoelt op een volledig nieuw concept van kwali-teitsbewaking in het onderwijs.

Het decreet van 17 juli 1991 en het Besluitvan de Vlaamse Executieve van diezelfde datum(beiden in Belgisch Staatsblad van 31 augustus1991) schetsen de drie pijlers van dit nieuweconcept␣ : de inspectie, de pedagogische begelei-dingsdiensten en de Dienst voor Onderwijsont-wikkeling (DVO).

DE INSPECTIE:IS OOG EN OOR VAN DE MINISTER

Het Departement is niet meer de inrichtendemacht en de onderwijsminister is alleen verant-woordelijk voor het algemene beleid. De nieuweinspectie is daarom niet meer bevoegd voor depedagogische begeleiding van de scholen. De over-heid inspecteert alleen of elke school via de eindter-men haar minimumopdracht realiseert en de terbeschikking gestelde middelen verantwoord ge-bruikt. De inspectie is dus bevoegd voor controleop de onderwezen vakken, het peil van het onder-wijs, de minimumleerplannen en lessenroosters, detoepassing van de taalwetgeving, de hygiëne en

bewoonbaarheid van de lokalen, het didactischmateriaal en de schooluitrusting. De inspectie is zooog en oor van de minister en kan vanuit de realiteitadvies geven voor bijsturing van het beleid.

Actiepunten voor de toekomst zijn alvast␣ : hetin acht nemen van schoolwerkplannen, periodiekonderzoek over bepaalde aspecten van de onder-wijskwaliteit (surveys), controle op het bereikenvan de eindtermen en toezicht bij de uitvoeringvan de goedgekeurde leerplannen.

Nieuw is ook dat de inspectie voortaan inteam werkt. Dat team kan gedurende enkele da-gen het globaal functioneren van de hele schoolevalueren. Het team is multi–disciplinair samen-gesteld en zal minstens één keer om de zes jaarlangskomen. Individuele inspectie blijft ander-zijds ook mogelijk om de groepsinspectie voor tebereiden of aan te vullen.

De inspectie is niet toegespitst op de indivi-duele leraar maar veeleer op een doorlichting vande hele school. Het functioneren van de leraar zelf

valt nu immers onder de verantwoordelijkheidvan de inrichtende machten.

DE DVO:ONTWERPT DE EINDTERMEN

De Dienst voor Onderwijsontwikkeling (DVO)is de wetenschappelijke stafdienst voor de inspec-tie. De DVO heeft als taak␣ : het uitschrijven vaneen ontwerp van eindtermen; de nodige instru-menten leveren opdat de inspectie het realiserenvan de eindtermen kan controleren; instructiesuitbouwen voor het opstellen van leerplannen enlessenroosters en de bijscholing van de inspectiele-den stimuleren (artikel 9 van het decreet).

Eindtermen zijn concrete minimumdoelstel-lingen die op het einde van het kleuter–, lager,secundair en hoger onderwijs van het korte typemoeten worden bereikt. Ze omvatten kennis, in-zicht, attitudes en vaardigheden die bereikbaarzijn voor de meerderheid van de leerlingen. Deeindtermen voor het basisonderwijs en voor deeerste graad secundair onderwijs zullen waarschijnlijkeind 1993 klaar zijn, de andere in 1994 en 1995.

Opgelet␣ : de DVO heette vroeger de DOO enis sinds 1 september verhuisd naar Handelskaai 7 –1000 Brussel – ✆02–217 41 90.

BEGELEIDING:ONDERSTEUNT HET OPVOEDINGS–EN ONDERWIJSPROJECT

De pedagogische begeleidingsdiensten biedeneen externe ondersteuning van de scholen volgenshet eigen pedagogisch concept; ontwikkelen ini-tiatieven om de onderwijskwaliteit van de schoolte bevorderen; stimuleren initiatieven om de be-roepsbekwaamheid van de personeelsleden te ver-sterken; maken een jaarlijks begeleidingsplan enmaken een jaarverslag van de activiteiten (artikel88 van het decreet).

De begeleiding is een externe ondersteuningvoor leraars, directies en scholen. Elk net kandaarbij vrij zijn eigen opvoedings– en onderwijs-project uitwerken en vormgeven. De klasbegelei-ders (vakbegeleiders) en schoolbegeleiders (vako-verschrijdende begeleiders) ondersteunen de reali-satie van dit project. De overheid betaalt daarbij deweddes en werkingsmiddelen. Het aantal begelei-ders is berekend op basis van het aantal personeels-leden per onderwijsniveau en per net.

Inspectie en begeleiding kunnen trouwensperfect samenspelen. Het inspectieteam kan debegeleiders wijzen op kwaliteitstekorten. Ander-zijds kunnen de begeleiders de inspectie inlichtenover de haalbaarheid van beleidsvoornemens.

Vermits Vlaanderen vele inrichtende mach-ten telt is de begeleiding toevertrouwd aan dekoepelorganisaties␣ : de ARGO, het gemeentelijken het provinciaal onderwijs en het vrij onderwijs.

U leest alles over inspectie, begeleiding en DVO inInspectie en begeleiding Nieuwe stijl. Deze

brochure kost 30␣ fr. (als u ze afhaalt) of 60␣ fr. (inuw brievenbus) en is verkrijgbaar bij de Dienst

Verkoop van Publikaties – RAC – Arcadengebouw –Rivolistraat 58 – 1010 Brussel – ✆␣02–210 50 87

KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92 23

Page 24: Klasse voor Leraren 27

24 KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92

PERS

12–STERRENSCHOOLIn oktober 1991 lanceerden de Koning Boudewijnstichting en de BBL

de campagne Eurocreativiteiten. Bedoeling was de scholen aan te zettensensibiliserende projecten rond het thema «Europa der 12» op te stellen.Maar het initiatief en de benadering moest wel van de leerlingen zelf komen.133 scholen dienden 149 dossiers in, gaande van uitwisselingsprojecten tothet bouwen van een heus kunstwerk in de school, allemaal binnen de nieuweEuropese dimensie.

Uiteindelijk werden 84 projecten geselecteerd en beloond met eenbeurs van 25.000 frank om hun plannen te realiseren. Onder de geselecteer-de scholen zijn vijfenveertig Nederlandstalige en negenendertig Frans– ofDuitstalige scholen. Zij krijgen allen de naam «12–sterrenschool».

De scholen krijgen de 25.000 frank in één maal gestort, maar zij hebbenzich ertoe verbonden het geld terug te geven als het project niet kanplaatsvinden zoals gepland. De organisatie had vooral een lovend woordover voor de vele projecten die leerlingen uit beroeps– of buitengewoononderwijs indienden.

(Het Volk)

DUUR ONDERWIJSHet Franstalig secundair on-

derwijs is één der duurste in Eu-ropa. Ook het percentage leerlin-gen dat een jaar moet overdoen,ligt uitzonderlijk hoog. In de hoog-ste studiejaren zijn er honderdenopties, met dikwijls slechts enkeleleerlingen. Er zijn te veel leer-krachten, die te weinig betaaldworden. Dat zijn problemen dieElio Di Rupo, in de Franse ge-meenschapsregering verantwoor-delijk voor het lager en middel-baar onderwijs, moet oplossen.De nieuwe omkaderingsnormenvoor het Franstalig secundair on-derwijs zouden gepaard gaan meteen belangrijke vermindering vanhet personeelsbestand.

Di Rupo poogt zijn plannendoor te drukken door erop te wij-zen dat een leerling in het Frans-talig middelbaar onderwijs191.000 frank per jaar kost en datdit één van de hoogste niveaus inEuropa is.(De Financieel Economische Tijd)

IN ’T TURKSDe Turkse lessen in het Lim-

burgse basisonderwijs kennen eengroot succes. In Heusden–Zoldervolgt ruim 80 % van de Turksekinderen tussen zes en twaalf jaarhet zogenaamde Turks onderwijsin eigen taal en cultuur. In Berin-gen is dat 93 % en in Maasmeche-len zelfs 96 %. In het totaal vol-gen in het lager onderwijs 2.803Limburgse kinderen Turks onder-wijs in de eigen taal. Geschat wordtdat 80 % tot 90 % van alle Turksekinderen tussen zes en twaalf jaardeze lessen volgen.

Uit de cijfers blijkt dat de Turk-se lessen in het kleuteronderwijsveel minder succes hebben. Wel-geteld 209 kleuters bezoeken re-gelmatig de Turkse les.

De lessen worden gegevendoor 38 leerkrachten waarvan vierkleuterleidsters. Het gaat om le-raars die in Turkije worden gere-cruteerd en door de Turkse over-heid worden betaald.

(Het Belang van Limburg)

PEDAGOGISCHCOMFORT

Het is onvoorstelbaar hoe deFranstalige onderwijsbondensteeds maar weer op de nagel vande extra middelen hameren; hetwoord besparingen lijkt in hunvocabularium niet voor te komen.Over minder leerkrachten pratenis voor hen, in naam van het peda-gogisch comfort, taboe.

Waar de Franstalige onder-wijskringen wel overschot vangelijk in hebben is dat ook de bud-gettaire situatie van het Vlaamsonderwijs alles behalve schitte-rend is. De Vlaamse onderwijs-uitgaven liggen dit jaar maar liefst17 miljard hoger dan de Vlaamseonderwijsontvangsten.

Door de fusie van Vlaams ge-west en gemeenschap wordt ditgat niettemin bijgepast met Vlaam-se gewestmiddelen, een comfortdat de Franse gemeenschap nietkent omdat de fusie met het Waalsgewest ontbreekt.

Overigens is het niet zo dathet Vlaams gewest het jaarlijksonderwijsgat moeiteloos weet tedichten. Wat naar onderwijs gaat,kan niet meer aan de eigen ge-westbevoegdheden besteed wor-den. Dit zou de Vlaamse onder-wijskringen toch tot enige beschei-denheid mogen aanzetten.(De Financieel Economische Tijd)

SCHOOLMOEZestig procent van de Neder-

landse leraars blijkt schoolmoe-heid bij leerlingen als een reëelprobleem te zien. Gemiddeld be-stempelen zij 31 procent van deleerlingen als schoolmoe. Jongensdoen het beter dan meisjes. Le-raars die overwegend aan meis-jes lesgeven ervaren schoolmoe-heid meer als een probleem enrapporteren meer leerlingen dieschoolmoe zijn. Zittenblijvers enkinderen van migranten of laag-geschoolde ouders zijn meerschoolmoe. Het vierde jaar se-cundair onderwijs is het topjaar !

De belangrijkste oorzaak is eengebrek aan belangstelling van deouders. Schoolvermoeide leerlin-gen komen volgens de leraars vaakuit de «probleemgezinnen». Dezeleerlingen geloven te weinig in huneigen kunnen en hebben een té roos-kleurig beeld van werken. De le-raars noemen slechts één leraar-gebonden factor : de laksheid vande leraar. Zo minimaliseren ze deeigen rol en zoeken ze de verkla-ring vooral buiten henzelf.

(Didaktief/Ned.)

KINDER-ARBEID

Honderden miljoenen kinde-ren in heel de wereld werken da-gelijks voor hun brood. Ze werkenin steengroeven en mijnen, weventapijten, bewerken akkers en wor-den zonder scrupules uitgebuit inbordelen. Hun werkdag duurt vaak12 uur en als ze al iets verdienenkrijgen ze daarvoor gemiddeld zo’n250 frank. Dat staat te lezen in hetjaarlijks rapport van de Interna-tionale Arbeidsorganisatie (ILO)over de arbeidsomstandighedenin de wereld.

Wat alle werkende kinderennodig hebben is hulp en bescher-ming, onderstreept de ILO. Hetdoel op lange termijn is nog steedsde afschaffing van alle kinderar-beid. Maar daarvoor is wetgevingalleen onvoldoende. Een «belang-rijk wapen» tegen kinderarbeid isonderwijs. Ook arme familiesmoeten de mogelijkheid hebbenhun kinderen naar school te stu-ren en hen een geschikt beroep telaten leren.

(De Morgen)

KWALITEIT &SCHOOLGROOTTEDe grootte van de secundaire

school heeft geen invloed op dekwaliteit van het onderwijs. Erzijn bovendien relatief gezien geenverschillen in kosten tussen gro-tere en kleinere scholen. Dat stelteen onderzoek van het Onderzoeks-centrum Toegepaste Onderwijs-kunde (OCTO) van de Universi-teit van Twente in Nederland.

Berekend naar kosten en ren-dement doen grotere scholen hetniet beter of slechter dan kleinerescholen. Schoolvergroting vraagtwel extra kosten voor onder an-dere nieuwbouw en personeel.Buitenlandse ervaringen wijzenerop dat –als we alleen naar dekosten kijken– de ideale school-grootte ligt tussen 800 en 1200leerlingen.

(SVO Persbericht/Ned.)

Page 25: Klasse voor Leraren 27

PERS

deMAFFIA–T

Het onderzoek naar een afperCharleroi startte toen ouders merktniet naar school te moeten en op an

De politie ondervroeg verscheeen bende scholieren sinds het begwind uitoefende in de school. Anderegelmatig geld of dure kledingstuook de huistaken van de afpersers

Wie niet «betaalde» werd gestrranseld of weggepest. Tijdens de zslachtoffers soms onbehoorlijk landachten» te brengen.

GEEN FUSIES

-

t

t

-

-

FACILITEITENHet Franstalig basisonderwijs

dat Vlaanderen moet organiserenin de Vlaamse randgemeenten mettaalfaciliteiten voor de Franstali-gen, kost per jaar een kleine 150miljoen.

(Vlaamse Raad – BeknoptVerslag)

De Nederlandse onderwijsmi-nister Ritzen vindt dat universitei-ten en hogescholen gescheiden instellingen moeten blijven. Het ver-bod op fusies tussen universiteitenen hogescholen wil hij daarom nietschrappen uit de nieuwe wet op hehoger onderwijs en wetenschap-pelijk onderzoek. Daarmee gaat

SPRAAK-ERREUR

sersbende in een middelbare schoolen dat hun kinderen ziektes veinsden dere dagen ongewettigd afwezig blev

idene leerlingen en kwam te weten din van het schooljaar een echt terreurre leerlingen werden verplicht hen zekken te geven. De slachtoffers diend te maken.aft. Slachtoffers werden bedreigd, afgwemles duwden de daders hun onwilg onder water om hen tot «betere g

(Het Nieuwsblad)

t

in

hij in tegen de meerderheid van deTweede Kamer die in de toekomsfusies niet wil uitsluiten.

De Kamer vroeg ook in dewet vast te leggen dat hogescholen op toepassing gericht onder-zoek mogen doen dat door hetministerie wordt betaald. VolgensRitzen doen de hogescholen echter nauwelijks onderzoek ten be-hoeve van het onderwijs. Hij vindtdat het volstaat om in de wet demogelijkheid te bieden om onder-zoek te doen dat door derden wordgefinancierd.

(NRC Handelsblad/Ned.)

KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92 25

MAKERSomen.atbe-eren

e-ligee-

FILS APAPA

Het Franstalig onderwijs heeftlang geleefd als de fils à papa diezich jaar na jaar opnieuw liet in-schrijven aan een verre universi-teit, daar allerlei boeiende en on-getwijfeld ook leerzame ervarin-gen opdeed, en de factuur metacademische overwegingen om-kleed, naar papa liet sturen.

Jarenlang betaalde papa. Somsmet wat tegenpruttelen. Onder drukvan de andere zoon, heeft papazijn gezinsinkomen echter gefede-raliseerd, zoonlief een budget ge-geven en gezegd dat hij daarmeezijn plan moest trekken.

Het dringt stilaan door watdit inhoudt. Zoonlief hoopt nogwel dat papa nog een toemaatjekijk– en luistergeld zal sturen –misschien zelfs iets meer– om hemniet van honger te laten omko-men. Maar veel meer verwachtende nieuwe Franstalige onderwijs-besluitvormers niet meer. En hetbesef groeit dat de oude levens-stijl moet gewijzigd worden.

Tot de actievoerende Frans-talige leraars is dit nog niet echtdoorgedrongen. Maar zij kunnenal niet meer rekenen op de steundie ze de vorige acties kregen vanbrede lagen van de bevolking. Dielaatsten hebben ingezien dat door-gaan met bijkomend geld te ge-ven, het onderwijs niet noodzake-lijk verbetert. Beleid begint methet tellen van de centen. Maar heteindigt daar niet mee.

(De Standaard)

Georges Monard, Secretaris–gene-raal Departement Onderwijs : «Dekritiek van Hugo Schiltz op de open-bare diensten is onjuist voor eengrote en almaar groeiende groepvan ambtenaren. Ik ben niet zinnensmijn goede ambtenaren en mezelf telaten afslachten als een kudde (hoog-stens bleitende) lammeren… Minis-ter Luc Van Den Bossche eist enormveel van zijn medewerkers op admi-nistratie en kabinet zoals van zich-zelf. Vele ambtenaren proberen dezekans te benutten en betalen dit meteen (ont)regeling van hun werkurendie vergelijkbaar is met de inzet vanleidende personen in de particulieresector en de kabinetten.»

Elio Di Rupo, Minister van Onder-wijs van de Franse Gemeenschap :«De school moet de jongeren voor-bereiden op een wereld waar zijallesbehalve van lucht en schoonwater leven. De taak van de leraarsis hen te vormen opdat ze zich vrij inde samenleving kunnen bewegenzonder haar te ondergaan. De jon-geren moeten beter geïnformeerdworden en zich beter informeren omeen rijpe studie– en beroepskeuze temaken. De schooldirectie, de leraarsen de PMS–medewerkers zijn –sa-men met de jongeren– de belang-rijkste acteurs in dit gebeuren.»

Minister Van den Bossche: «On-derwijs kan niet elk jeugdprobleem,zoals de achteruitgang van de fysie-ke conditie, oplossen. Het begintveeleer bij de algemene levenswij-ze. Bovendien staat in veel sport-clubs de competitie centraal. Jon-geren met te weinig talent wordenafgestoten. Ook de eenzijdige voe-ding en de eenzijdige vrijetijdsbe-steding in een kind–onvriendelijkeomgeving spelen mee in de terugvalvan de fysieke conditie. Het voetbal-len op straat is reeds lang verledentijd.»

Page 26: Klasse voor Leraren 27

FORUM

DE KNELPUNTENPUNTENEen eerste selectie van uw reacties op de onderwijsknel-

punten uit de vorige KLASSE. Opvallend was trouwens de

vrij grote eensgezindheid rond de voorstellen. Al wijzen

velen op de kloof tussen droom en daad.

«WIE ZICHBIJSCHOOLT ISGEEN PROFITEUR»

Bij de voorstellen voor navormingkan ik mij echt niet van de indrukontdoen dat alles wat daar geschrevenstaat, gedacht en gericht is op hetsecundair onderwijs. Daar is het meestalnog mogelijk om een individuele leer-kracht of enkele mensen een tijdlangvrij te maken voor navorming. Maarhet artikel duidt ook voor het secun-dair al de moeilijkheid aan om denavorming tijdens de opdracht van deleerkrachten te situeren.

Voor leerkrachten basisonderwijsis een langere afwezigheid een zwarebelasting voor de andere leerkrachten.Veel mensen die deelnemen aan eennavormingssessie voelen zich ergensals een profiteur die ten koste van zijnof haar collega’s aan beroepsvervol-making kan doen. Het hele klaslevenwordt er ook door gestoord.

Er dient dringend gezocht te wor-den naar haalbare en betaalbare for-mules voor ernstige bijscholing vanleerkrachten basisonderwijs. Dat kandoor bijscholing gericht op een klei-nere groep onderwijsmensen die bij-voorbeeld een week uit hun klas wor-den weggetrokken en vervangen wor-den (zoals het systeem van de ambu-lante leerkrachten binnen het VLO).Daarnaast moet er ook navormingzijn van alle leerkrachten, bijvoorbeeldop een pedagogische conferentie. Som-mige zaken moet men aan iedereenkunnen bijbrengen en met iedereenkunnen op gang zetten. Maar de Com-missie Navorming, die denkt vanuithet secundair onderwijs, wil geen en-kel project goedkeuren dat éénmaligis en dat gericht is op grotere groepenmensen. Ik vermoed dat heel weinigvan de mensen die daarover moetenoordelen het basisonderwijs concreetkennen.

Guido Debonnet,Diocesaan inspecteur, Rumbeke

26 KLASSE NR.27 SEPTEMBER

«EIGEN SCHULD,DIKKE BULT»

Als het allemaal niet zo pijnlijkwas voor de betrokkenen, studentenen leerkrachten, zou ik al lachend aanhet dossier toevoegen «eigen schulddikke bult…»Uiteindelijk zijn al deze problementerug te brengen tot het feit dat er aldie jaren geen beleid is gevoerd.Te veel en te kleine scholen in ver-schillende netten␣ : wie heeft daar detoelating en de centen voor gegeven␣ ?Te veel leerkrachten voor te weinigleerlingen␣ : geboortecijfers opnemenin een lange termijnplanning is niet zomoeilijk.Te veel zittenblijvers␣ : is een recht-streeks gevolg van de besparingen inde jaren 80. Bovendien denkt men tebesparen, maar wat men aan de enekant bespaart verliest men weer aan deandere. Kijk maar naar al die afgestu-deerden uit het secundair die univer-siteit beginnen, mislukken en afzak-ken naar het HOLT, weer mislukkenen in het HOKT terechtkomen endaar slagen er 50␣ %.

Leerkrachten verliezen hun moti-vatie, zien het niet meer zitten, ande-ren verlaten het onderwijs␣ : wat wil je,te pas en te onpas wijzigt het «beleid»,krijg je opeenvolgende besparingen teverwerken, verandert je opdracht, «mag»je zelf je PC en literatuur bekostigen.

Herman Vermeiren, Edegem

«DE OUDER-VERENIGINGENVERLOOCHENENHUN ACHTERBAN»

Het decreet van 23 oktober 91voorziet in de oprichting van een par-ticipatieraad in het gesubsidieerd on-derwijs.

Het personeel wordt hierin vanrechtswege vertegenwoordigd door desyndicale afgevaardigden.

De ouders daarentegen, wordenhier niet automatisch vertegenwoor-

'92

digd door afgevaardigden van de be-staande ouderverenigingen, welkemeestal reeds een democratische structuurkenden. Wij betreuren hierbij dat hetNCOV (Nationale Confederatie vanOuderverenigingen) met deze onge-lijke berechtiging heeft ingestemd. Doordeze nieuwe verloochening van hunachterban worden de ouderverenigin-gen om de vier jaar bedreigd doorkandidaten die zich niet hoeven teverantwoorden voor de georganiseerdegroep van de ouders.

Het kan toch niet de bedoelingzijn van de participatieraad basisbe-wegingen zoals ouderverenigingen buitenspel te zetten ten voordele van bepaal-de belangengroepen ?

Het bestaan van een onafhanke-lijke democratisch samengestelde ouder-vereniging binnen de schoolgemeen-schap blijft noodzakelijk.

Wij vragen dan ook een aanpas-sing van het decreet zodat de verte-genwoordiging van de oudervereni-gingen binnen de participatieraad ge-garandeerd wordt en dit naar analogiemet de syndicale vertegenwoordigingvan de leerkrachten.

Oudercomité Basisschool SanctaMaria, Aarschot

«WIE WERPTDE STEEN NAARHET PMS␣ ?»

De PMS–centra zijn zich zeer goedbewust van het probleem van het zit-tenblijven en sinds lang.

Vanuit de jarenlange ervaring durvenwe beweren dat onze adviezen voornegentig procent goed zijn. Wat menblijkbaar wel uit het oog verliest is dathet PMS slechts één van de partici-panten is bij de oriëntering. Medespe-lers buiten de leerlingen zijn de oudersen de school. In dit samenspel is hetalleen het PMS dat er geen baat bijheeft of de leerling al of niet de schoolverlaat. Wie werpt hier de bal of desteen naar wie␣ ?

H.Moerman,Directeur Vrij PMS Halle

«WE PROBERENELKAAR DEVLIEGEN AFTE VANGEN»

Het overzicht van het aantal knel-punten in het onderwijs dat verscheenin het juninummer van KLASSE iszonder meer juist. Je moet natuurlijkgeen genie zijn om vast te stellen datstabiliteit, duidelijke omzendbrieven,

Page 27: Klasse voor Leraren 27

FORUM

meer autonomie kwaliteitsverhogendwerken.

Je moet ook geen genie zijn om,zoals het OESO–rapport in KLASSEvan mei, vast te stellen dat de oorzaakvan de relatief hoge kost van het Bel-gische onderwijs de verregaande ver-snippering en verzuiling is. En dat deoorzaken dus structureel–politiek zijn.Ik vrees m.a.w. dat de stap van dediagnose naar de remedie (dat wilo.m. zeggen␣ : een verregaande ontzui-ling) nog niet voor morgen zal zijn.Wij leven immers in België, en niet inUtopia.

In afwachting misschien toch en-kele opmerkingen, vooral over het se-cundair onderwijs, aangezien ik daarhet meeste in thuis ben.

1. Een leerkracht kan alleen maarleerlingen motiveren, als hij/zij zelfgemotiveerd is. Reaffectaties allerhan-de bereiken precies het tegendeel.

2. De idee om van het derde envierde jaar secundair onderwijs een«ontmoetingszone» te maken, waarregenten en licentiaten elkaar «aan-vullen» heeft van de oriënteringsgraadeen schemerzone gemaakt waar colle-ga’s, die vroeger zelfs tegen elkaar praatten(!), nu elkaar vliegen (uren) proberenaf te vangen. Directies kunnen deknoop niet ontwarren omdat decirculaire(s) en vooral de interpretatieervan om de haverklap veranderen. Alnaargelang van het net of de toevalligeaanwezigheid van een andere ministervan onderwijs. Beleid ?

3. Als je de opdrachten anders wildefiniëren, zul je eerst het korset vande anciënniteit en de dwangbuis vanhet statuut moeten moderniseren. Wantin praktijk is het nu zo dat de enigekwaliteit die in het onderwijs echtgehonoreerd wordt, leeftijd is.

Het ware wellicht niet slecht watmeer variatie in de anciënniteitsrege-ling in te bouwen. Leerkrachten diehun job opvallend goed doen kunnener een (meer) jaar(jaren) anciënniteitbijkrijgen, leerkrachten die het bij-zonder slecht doen, kunnen er één ofmeer verliezen.

4. Schaalvergroting en eenheids-type zijn eufemismen voor de grootstebezuinigingsoperatie die in het Bel-gische onderwijs ooit vertoond is.Ondanks alle mooie woorden lijkt deprioriteit van de overheid (welke coa-litie ook aan de macht is) in de eersteplaats te liggen in de prijs van hetonderwijs, en niet in de kwaliteit er-van. Anders zou het niet mogelijk zijndat een Bovenbouw (oriëntatie + de-terminatie) ASO in de vier jaar dat het

eenheidstype wordt ingevoerd, 40␣ %van zijn lesurenpakket verliest, en dusniet meer kan functioneren, hoewelhet aantal leerlingen constant blijft.Zo raak je IN de knel, niet eruit.

5. Schaalvergroting verdedigen metals argument dat er in België 1 leraarper 9 leerlingen rondloopt, is simplis-tisch. Er is altijd al een verschil ge-weest in arbeidsintensiviteit tussen bv.een leraar Moderne Talen, en iemanddie vakken geeft die alleen in eenbepaalde optie voorkomen. Door devoorgaande bezuinigingen en de nieuwevan het eenheidstype, wordt dat ver-schil nog groter. En dat zou zelfs bijeen heilige op de lange duur demoti-verend werken.

Arnaud Latour, leraar SO, Maaseik

«EIGENBELANGLAAT ZICHKRACHTIGERPOLITIEKVERTALEN»

Het aantal leraars in verhoudingtot het aantal studenten, is in Belgiëinderdaad vrij hoog. Maar het aantaluren contact–onderwijs is eveneensbuitenmaats. Hiermee wordt te wei-nig rekening gehouden in studies ter-zake. Rechtvaardiger ware dus het aantalleraars in verhouding tot het aantalcontact–uren per leerling uit te zet-ten.

Een herstructurering van het Vlaam-se hoger onderwijs berust nog te veelop hiërarchische gronden en belan-genverdediging. Dit belang van in-stellingen en hun personeel valt nietnoodzakelijk samen met het maat-schappelijk belang van een goed enbetaalbaar onderwijsstelsel. Eigenbe-lang laat zich echter krachtiger poli-tiek vertalen. O.a. deze wetmatigheidverhindert dat politieke partijen, maarook vakbonden, over het algemeeneen duidelijk concept ontwikkelen vaneen goed stelsel van hoger onderwijs.Het doorbreken van een veeleer my-thisch belangenproces is van door-slaggevende aard om succes bij her-structureringen te waarborgen. O.m.daarop is het experiment met de DuitseGesamthochschulen gedeeltelijk ge-strand.

Eugeen Van Kerckhoven, DocentSociale Hogeschool Heverlee

«GELIJK LOONVOORGELIJK WERK»

Het moet mij van het hart dat hetbeleid maar al te dikwijls voorbijgaataan de belangrijkste deelnemers aan

het onderwijs, nl. de leerlingen en deleerkrachten. Want alle goede of min-der goede managementspogingen enbesluiten ten spijt blijft de kern vanhet onderwijs toch haar pedagogischeopdracht, en dus de praktijk van deleraar. Te pas en te onpas spreekt mennochtans over de herwaardering vande leerkracht. De mogelijkheid bie-den, buiten elke politieke, vakbonds–of andere niet–pedagogische structuur,hem of haar aan het woord te latenover inhoud en organisatie van zijn ofhaar opdracht zou in die herwaarde-ring een belangrijke, inhoudelijke stapvoorwaarts kunnen zijn. Het feit dathet onderwijzend corps nog niet eenszelf zijn vertegenwoordigers in de lo-kale raden van het gemeenschapson-derwijs mag kiezen is een zoveelstemislukte kans geweest, die mij dunktdoor de leerkrachten nog niet volledigverteerd is en door de besluitvormers

ook nog niet is recht gezet.Ik kan mij niet van de indruk

ontdoen dat de autonomie in nietonbelangrijke mate beperkt wordt doorde blijvende stroom van wetten, be-sluiten en omzendbrieven. Ik vraagmij trouwens af in hoeverre de auto-nomie niet mee ingevoerd is om deaanhoudende bezuinigingen door tevoeren, die ook het secundair onder-wijs reeds meer dan een decenniumtreffen (wat de minister ook mogebeweren). Ten tweede heeft de lokaleautonomie maar weinig inhoudelijk,dus pedagogisch, veranderd. Vast be-noemde, maar uitgebluste, ongemoti-veerde tot negatief ingestelde leerkrachtenblijven nog steeds rotsvast op hunplaats. Directies moeten zich momenteelmeer bezig houden met talrijke verga-deringen van lokale geledingen en publicrelations dan met het pedagogisch be-geleiden, motiveren en evalueren vanhun onderwijzend personeel. De in-voering van de autonomie is ook nietgepaard gegaan met een degelijke op-leiding, voorbereiding of begeleiding,noch met enige uitbreiding van admi-nistratief personeel ter plekke om de

KLAS

vele bijgekomen taken uit te voeren.Ik zou dus willen pleiten voor alle

maatregelen die de herwaardering enverbetering van de kern van het on-derwijs bevorderen, nl. haar pedago-gische opdracht, die bestaat uit het(gedeeld) opleiden en opvoeden vande toekomstige generaties. Het is juistdat die kwalitatieve herwaardering zichuitstrekt over talrijke vlakken zoalslerarenopleiding, navorming, inspec-tie, begeleiding, herdefiniëring van deopdracht enz. Toch is het dringendnoodzakelijk daar meer energie en geldin te steken dan in het opstellen vanomzendbrieven en decreten die, allegoede bedoelingen ten spijt, weinigaan de geest en kwaliteit van de dage-lijkse praktijk van het onderwijs ver-anderen. Zoniet lopen we in het on-derwijs het gevaar een breuk tussenbeleid en basis te creëren die vergelijk-baar is met die van 24 november 1991.

Maar indien men de kwaliteit ende inhoud van het onderwijs wil ver-hogen en (her)definiëren, iets wat ookvolgens het OESO–rapport noodza-kelijk is, dan moet de overheid er ooktoe bereid zijn ervoor te betalen. Ikvrees dat daar het schoentje knelt. Ikvraag mij bijvoorbeeld steeds af hoemen kwaliteitsverbetering kan parenaan grotere scholen. Is het dan niet zodat een klas van 10 tot 15 leerlingenpedagogisch meer mogelijkheden biedtdan een van 28 (of van 3) ? Ook hierpleit ik voor een beleid en besluitvor-ming gekoppeld aan een inhoudelijkedialoog met het onderwijzend perso-neel, pedagogische begeleiders, inspectieen directie.

Ook de lerarenopleiding zou vol-ledig in dienst moeten staan van depedagogische praktijk en kwaliteit. Opwelk niveau ook zou veel meer deklemtoon moeten worden gelegd opwat nu precies de taak en dagelijkserealiteit van de leerkracht is (iets watmomenteel bijna niet aan bod komt)en de wijze van lesgeven. Inhoud envorm maken in de praktijk immerseen eenheid uit. Wie les geeft overdemocratie op een niet–participeren-de manier of talen onderwijst waarbijde leerlingen niet mogen communi-ceren, voldoet helemaal niet aan dedoelstellingen. De aggregaatsopleidingzoals die nu nog bestaat kent veel teweinig praktische training. Ook eengrondige navorming dringt zich hierop, zowel om de nieuwe inhouden enmethodes aan de leraren mee te geven,als om een leerkracht die om een ofandere reden de motivatie kwijt is bijte werken. Misschien zit in een uitge-

SE NR.27 SEPTEMBER '92 27

Page 28: Klasse voor Leraren 27

FORUM

In KLASSE nr. 24 stond in de rubriek PERS onder de titel

«Het Assepoestereffect» een samenvatting van een Neder-

lands onderzoek i.v.m. de schoolprestaties van kinderen

uit eenoudergezinnen. Een citaat met een staartje. Die

kinderen blijken het niet zo opvallend slecht te doen en

bovendien speelt het advies van de leraar bij hen een veel

grotere rol dan bij andere kinderen.

ASSEPOESTER OPSCHOOL

werkt begeleidings– en navorming-steam een mogelijkheid om de vlakkelerarenloopbaan te doorbreken. Maarook hier zal een financiële inzet nodigzijn. Laten we ten slotte afstappen vanhet systeem van reaffectatie, waarbijboventalligheid nu soms een kans biedtom in het hoger onderwijs te geraken,terwijl bekwamere leerkrachten bui-ten gesloten blijven.

Ten slotte wil ik het kort hebbenover de wedde. Ik meen dat een leer-kracht, op om het even welk niveau,die zijn opdracht en praktijk ernstigneemt nu reeds vele uren «klopt». Ikzie niet in hoe men kan spreken vanminder leerkrachten en meer uren ge-koppeld aan een hoger loon en terzelf-dertijd de kwaliteit verbeteren. Ik denkechter dat, ook in het onderwijs, hetprincipe van gelijk loon voor gelijk werkmoet gehanteerd worden en we moe-ten afstappen van vroegere Oosteuro-pese toestanden waarbij een profiteureven veel verdient als wie zich inzet.Een leerkracht die enkel zijn of haaruurtjes uit steeds hetzelfde handboekkomt voorlezen, die nooit de moge-lijkheden van navorming buiten deuren aangrijpt of zich nooit spontaaninzet voor het bredere schoolgebeu-ren (pedagogische excursies, reizen naarhet buitenland, allerlei wedstrijden enprojecten allerhande hebben immersook een opvoedkundige waarde) hoeftm.i. niet even veel te verdienen alsiemand die zich blijvend ook buitende lesuren engageert. Het doorbrekenvan de vlakheid van de onderwijs-loopbaan hoort zeker ook thuis bij demotivatie, zowel in positieve als innegatieve zin. Buiten de erkende moei-lijkheid van een dergelijke looneva-luatie, zou dit betaalprincipe opnieuween inhoudelijke verandering inhou-den, en niet louter een budgettaire en/of structurele motivatie dragen.

Lucien Bollaert, Waregem

28 KLASSE NR.27 SEPTEMBER

De «werkelijke onderwijsachter-stand» waar dr. J. Dronkers van deUniversiteit van Amsterdam het in zijnonderzoek over heeft, dient tot zijnjuiste proportie teruggebracht te wor-den. Ten hoogste 1 (één) procent vanalle verschillen tussen leerlingen uit dehoogste klas van het basisonderwijshangen volgens het onderzoek vanDronkers samen met het al dan nietleven in een eenoudergezin. Het ver-schil is weliswaar systematisch genoeg

'92

om significant te zijn (met een steek-proef van 14000 leerlingen heb jeoverigens niet veel nodig om iets sig-nificants uit te komen), maar veel ishet niet. Ter vergelijking␣ : gemiddeld5 tot 10␣ % van de verschillen in leer-prestaties blijken terug te gaan op on-terechte verwachtingseffecten, zeg maarvooroordelen, van onderwijzers.

En dan is er het Assepoestereffect.Dat is natuurlijk wel leuk voor de lezer.En dus ook voor de pers. Maar veel doe

je daar niet mee, wel ? Tenzij men er desuggestie uit zou puren dat leerkrach-ten op ouderavonden alleenstaande vadersmet zonen dringend moeten aanbeve-len te hertrouwen (of een partner inhuis te halen) en alleenstaande vadersmet dochters dat vooral niet te doen.En wat dan met alleenstaande vadersdie zoon én dochter hebben ? In verge-lijking daarmee is de potentiële rol vande onderwijzer in de weliswaar signifi-cante, maar kleine onderwijsachterstandvan kinderen uit eenoudergezinnen voorleerkrachten veel belangrijker. Die rolwordt door Dronkers terecht onder-lijnd en het is op zijn minst merkwaar-dig dat KLASSE juist dat element vol-ledig achterwege laat.

Dronkers komt immers tot debevinding dat kinderen uit éénouder-gezinnen het op school minder goeddoen dan hun klasgenoten uit com-plete gezinnen. Zoals KLASSE terechtaangeeft, gaat het om een «werkelijkeachterstand» die niet te verklaren valtuit de doorgaans slechtere sociaal–economische positie van alleenstaan-de moeders. Belangrijk voor onder-wijzers is echter dat een deel van deonderwijsachterstand van kinderen uitmoedergezinnen voortkomt uit eennegatief beeld van moedergezinnen inde samenleving, zoals dat in dit gevaltot uitdrukking komt in het oordeelvan de onderwijzer over de toekomst-mogelijkheden van kinderen in moe-dergezinnen.

Dronkers stelde inderdaad vastdat de verschillen tussen kinderen uitéén– en kinderen uit tweeoudergezin-nen inzake studiekeuze, volledig sa-menvielen met de verschillen inzakestudiekeuzeadvies door de onderwij-zer van het zesde leerjaar. M.a.w. voorzover er verschillen in schoolloopbaanvastgesteld konden worden, gaan dieterug op het advies van de onderwij-zer. Bij een gelijk advies en overeen-komstige andere kenmerken kiezenkinderen uit moedergezinnen geen lagereopleiding in het voortgezet onderwijs.

Onderwijzers spelen dus een be-langrijke rol en blijkbaar zijn onder-wijzers geneigd de gezinssituatie –ofbeter gezegd het negatieve imago vaneenoudergezinnen– iets te veel in re-kening te brengen bij het advies dat zegeven.

Jean–Pierre Verhaeghe, AssistentVakgroep Onderwijskunde (RUG)

Page 29: Klasse voor Leraren 27

FORUM

DeMeesterproef

LESSEN INHULPELOOSHEID

Zowel dieren als mensen kun je «hulpeloosgedrag» aanleren. Heel wat kinderen leren zo’ngedrag op school. En daar halen ze uiteraardweinig succes mee.

Je kan honden vrij gemakkelijk leren om eenelektrische schok te voorkomen door bij het horenvan een bel of het zien van een lichtstraal over eenmuurtje te springen, maar dat werkt niet bij hon-den die eerder al schokken kregen zónder dat er eenmanier bestond om die te vermijden. Zij haddenhet eigenlijk al opgegeven en aanvaardden gelatende schokken die de onderzoeker toediende.

M. Seligman (Helplessness, San Francisco, 1975)onderzocht dit gedrag ook bij mensen. Hij lietbijvoorbeeld twee groepen kinderen een puzzel op-lossen. De puzzel van de ene groep was oplosbaar, dievan de andere niet. Toen hij beide groepen daarnaeen oplosbare puzzel gaf, bleek dat de eerste groepveel beter presteerde dan de tweede. Bij die tweedegroep kinderen was de idee gegroeid dat ze te weinigcapaciteiten bezaten om de taak aan te kunnen.

Dieren en mensen kunnen de idee ontwikke-len dat er geen verband bestaat tussen hun eigeninspanning en resultaten. Vooral stresserende om-standigheden kunnen leiden tot «aangeleerde hul-peloosheid». Men spant zich dan niet meer in omeen oplossing te zoeken. Het gaat hierbij dus nietom een verschil tussen domme en slimme kinde-ren (beide testgroepen waren even verstandig),wel om een aangeleerd verschil door een gebrekaan succesbeleving. Daardoor gaan sommige kin-deren bij een nieuw probleem twijfelen aan zich-zelf i.p.v. een uitweg te zoeken.

Dat bleek ook toen men de kinderen tijdensde uitvoering van de taken hardop liet praten. Detweede groep ontmoedigde zichzelf voortdurend(«Ik kan het toch niet», «Ik ben hier te dom voor»,«Ik geef het op»). De eerste groep spoorde zichzelfaan, bleef zoeken naar nieuwe oplossingen enzocht de oorzaak van het falen bij de opdracht zelf(«Het moet lukken», «Er is misschien iets fout metde puzzel», «Nog eens proberen»).

Het komt er dus op aan kin-deren ook op school voldoen-de kansen op succesbele-ving te geven zodat ze le-ren geloven in hun eigenkunnen en het verband zientussen het resultaat en huneigen inzet.

Het onderzoek staat in«Kinderen␣ : schoolproble-men en stress» onder redactie

van J.C. van der Wolf(Amsterdam, 1991).

VOOR ONDERWIJS TELT NIETALLEEN «WINST»

Het Memorandum over Hoger Onderwijs in de Europese Gemeenschap beklem-

toont de Europese dimensie in het onderwijs en de samenwerking tussen instellin-

gen van hoger onderwijs en het bedrijfsleven. Vooral dit laatste zit Wim Leybaert

hoog. Zijn tekst is strikt gebaseerd op de eerste Catalinarische redevoering van

Cicero (8 november 63 voor Chr.). Hij vraagt om een breed maatschappelijk debat

over hoger onderwijs.

Hoelang nog, indust–realisten*, zullen julliemisbruik maken van ons geduld ? Hoelang nog zalhet Onderwijs de speelbal blijven van jullie eenzijdigoptreden ? Tot welke grens denken jullie in jullieteugelloze streven te kunnen gaan ? Beseffen julliedan niet dat jullie plannen zijn ontdekt ? Zien julliedan niet dat jullie samenzwering aan banden isgelegd, omdat eenieder er weet van heeft ?

O tijd, o zeden ! De elite heeft het begrepen, wijzien het gebeuren, en jullie doen maar op ! Wat zegik… zomaar opdoen ? Jullie sluipen zelfs onze woon-kamers binnen, beïnvloeden ons en achten ons rijpvoor jullie sympathieke slachtbank. En wij, wij latenmaar begaan. Wij gaan tenonder aan het massaleaanbod van kant en klare consumptiegoederen.

Met jullie vlotte en sympathieke allures over-rompelden jullie de westerse cultuur en tastten opeen vriendelijke manier, maar gebruikmakend vande meest geraffineerde beïnvloedingstechnieken, onzementale weerbaarheid aan. Zoals alles meten jullieinnerlijke waarden en cultuur af aan de mate vanogenblikkelijk, economisch rendement. Niet hetinhoudelijke is voor jullie nog belangrijk, maar dewinstmarge.

Sinds heel wat jaren hebben jullie deze bewust-zijnsdictatuur voorbereid. Ik kan niet voorbijgaanaan de dramatische leegheid die jullie daardoorhebben veroorzaakt. Ik kan er niet aan voorbijgaandat jullie generaties hebben laten ontstaan van men-sen die jullie bedrog hebben geslikt. Het is mijonmogelijk eraan voorbij te gaan dat jullie de Yup-pie–generatie zover hebben gebracht dat zij hetbelang van een idee nog slechts meten aan de graadvan massale consumptie. Jullie commerciële dwin-gelandij heeft opnieuw uniformisering en standaar-disering doen ontstaan.

Nu hebben jullie zorgvuldig een nieuw offen-sief voorbereid. In het kader van de Europese Ge-meenschap hebben jullie een memorandum latenneerschrijven, dat als enige bedoeling heeft de bandtussen het bedrijfsleven en het onderwijs op eenonnatuurlijke wijze te overbeklemtonen. De oplei-ding van onze jeugd wordt hierbij uitsluitend afge-stemd op enge commerciële impulsen.

Het Memorandum over Hoger Onderwijs in deEuropese Gemeenschap legt veel te eenzijdig de na-druk op het verband tussen het hoger onderwijs en dearbeidsmarkt. Het miskent ten gronde de kritischefunctie van het hoger onderwijs ten aanzien van desamenleving. Economische wetmatigheid als norme-rend principe hebben wij jullie steeds verweten, maarnu figureert dit beperkte uitgangspunt als basisidee

van een internationaal memorandum.Het is ons niet onbekend dat de economisch

geïnspireerde E.G. steeds gelonkt heeft naar cultuuren onderwijs. Sinds Maastricht heeft ze deze be-voegdheden zelfs geüsurpeerd, maar via het Memo-randum Hoger Onderwijs bewijst ze dat haar ge-dachtengoed nog steeds door jullie gedomineerdwordt. Ik had nochtans gehoopt dat sociaal welzijnen geestelijke rijkdom nu vaker in haar publikatieszouden voorkomen.

Maar wat praat ik. Dat jullie geschokt zoudenworden door het besef van eigen wandaden, datmoeten wij van jullie toch niet verwachten. Julliepogingen om onze waarneming te corrumperen isdaarvoor te lonend gebleken. En jullie zijn er demensen niet naar om jullie door gevoelens vanschaamte, vrees of gezond verstand te laten afhou-den van wat in jullie krankzinnig brein is opgeko-men. Voor jullie tellen alleen maar positieve winst-cijfers en balansen in evenwicht.

Als wij jullie, indust–realisten, nu terstond zou-den laten oppakken, dan ben ik bang dat veeleer allegeletterde burgers zullen zeggen dat wij daarmee telang hebben gewacht, dan dat er één zal zeggen datwij te wreed hebben gehandeld.

Het is onze vurige hoop dat jullie faustischeingesteldheid zo vlug mogelijk een halt wordt toege-roepen. Wij zijn ervan overtuigd dat door degelijkonderricht een patroon van kritische ingesteldheidwordt tot stand gebracht. Verdwijn, indust–realis-ten, en wentel jullie samen met jullie trawanten ineen eeuwige, kritische zelfkastijding.

Ik klaag jullie machtsgreep op het internationa-le forum via het EG–memorandum openlijk aan,want uitgerekend tijdens mijn ambtenarenloop-baan is de vrucht van jullie gekonkel en corruptie inalle rijpheid opengebarsten. Maar ik voor mij zal,voor zover ik door mijn zorg, inspanning, waak-zaamheid en raad iets tot stand kan brengen, nietsnalaten wat naar mijn mening bijdraagt tot eenafbraak van jullie bewustzijnsdictatuur.

Wim Leybaert, directeur Dienst Algemeen Beheer,Bestuur HOBU

* Indust–realisten zijn zij die zich verbeten vastklam-pen aan de kerninstituties van de industriële massa-maatschappij en die de maatschappelijke ontwikkelingenkel zien in termen van winstmaximalisatie en econo-mische volgzaamheid.

KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92 29

Page 30: Klasse voor Leraren 27

(advertentie)

Page 31: Klasse voor Leraren 27

INFOLIJN

-

rr--e0-r-8r-

--ft2r

d/

-n-

m-rt-

ftt-

+INF LIJN

nus

ern

4!ro

olin

ee

s0

es

l

-

l

l

a)eee

nt

en

nn

rr-dsa

c

-odnui-e

a

eInelile

er

re-i-d

naa u

r-hes

si

get-aeensr

inen

enttal de–

o-

ge

r-e

-i-

ng5

/

)

Voor al uw vragen over onderwijs:Centrum voor

Informatie en DocumentatieKoningsstraat 150

1000 Brussel

02 - 210 54 00

○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○

○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○

● STATISTIEKENZijn er nu eigenlijk minder of meerleerlingen en leraars in Vlaande-ren ? Waar vind ik daar preciezegegevens over ?In het schooljaar 1990–91 telde Vlaaderen 1.223.892 leerlingen van kleterschool tot universiteit. Dat waeen netto–verlies van 7385 leerlingen. Alleen het kleuter– en het hogonderwijs gingen vooruit, het lageen secundair onderwijs moesten ileveren.In datzelfde schooljaar gingen 225onderwijsopdrachten (is niet leraarsverloren : er bleven er 174.444 oveeind. Dat heeft gevolgen gehad vode tewerkstelling. In totaal waren etoen nog 117.245 leerkrachten 2333 minder dan het vorige schoojaar. Veel leerkrachten geven les verscheidene scholen en elke schotelt voor één opdracht, vandaar hgrote verschil tussen opdrachten lesgevers.De personeelsomkadering blijft dudalen : in het schooljaar 1989–9was er één leerkracht per 10,30 lelingequivalenten. In 1990–91 wadit nog één leerkracht per 10,44.Deze informatie en nog véél meevindt u in het meest recente Statis-tisch Jaarboek van het OnderwijsDat boek bestaat uit 315 blz. tabelen en kost 280 fr.Dienst Verkoop van Publikaties –RAC – Arcadengebouw – Rivolis

traat 58 – 1010 Brussel✆␣02–210 50 86

Voor al uw vragen over cijfers :Bestuur Statistiek –

Koningsstraat 138 – 1000 Brusse✆␣02–211 42 11

--

-r

-

)-rrf-

oltn

r-

r

.-

○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○

● GRATISONDERWIJS

Onderwijs is gratis, dat zegt dewet. Toch betalen de ouders heewat (school)rekeningen. Kan datzomaar ?Gemeenschapsminister Van deBossche antwoordde op deze vrain de Vlaamse Raad (9 maart 1992«Artikel 17 paragraaf 3 van de grondwbepaalt dat de toegang tot het ondwijs kosteloos is tot het einde van dleerplicht. Artikel 12 paragraaf 1 vade wet van 29 mei 1959 (schoolpacwet) vermeldt nogmaals dat het bwaarschool–, het lager en het secudair onderwijs met volledig leerplakosteloos zijn in de instellingen vade Staat en in deze die de Stakrachtens deze wet subsidieert.De financiële lasten van de ondewijsverstrekking zijn dus voor de oveheid ! Dat betekent enerzijds de weden en weddetoelagen van het perneel en anderzijds de toekenning vwerkingsdotaties en werkingstoelagen voor de normale uitbouw en funtionering van het onderwijs.De verificatie– en/of inspectiediensten controleren elke klacht over schlen die direct of indirect schoolgelvragen. Heel wat ouders betalen iderdaad bijdragen voor extra–mrosactiviteiten zoals culturele manfestaties, openluchtklassen en zeklassen. Sommige leerlingen betlen busgeld volgens de regelgevindie is vastgelegd, andere leerlinghebben recht op gratis vervoer. sommige scholen schenken de oudeen vrijwillige bijdrage aan de schooHet onderscheid tussen een vrijwlige en een onder druk geschonk

ng:tr-

---

at

-

-o-n--

-

--

--gn

rs.-n

bijdrage is uiteraard een bijzondmoeilijke aangelegenheid.Blijvende waakzaamheid is zekeaangewezen. Het zijn nu eerst vooral de lokale schoolgemeenschappen die, via schoolraden en particpatieraden, moeten waken over kosteloosheid van het onderwijs.»Eén goede raad dus : hebt u hierroeen probleem, stap dan naar uw lokschool– of participatieraad. Als u dageen voldoende gehoor vindt kuntnog altijd de inspectie raadplegen.

POST UIT BRUSSEL

◆ LESTIJDEN-PAKKET

Er zijn nieuwe omzendbrieven veschenen over de berekening van lestijdenpakket en de aanwendingpercentages. Voor het kleuteronder-wijs is het aanwendingspercentage vagesteld op 93,375 procent (ook bherstructureringen en bij oprichtinvan een zgn. zomerklas). Voor hlager onderwijs is het 98,425 procenvoor scholen met tellingsdatum 1 februari van het voorgaande schooljaen 99,375 procent voor scholen mtellingsdatum 30 september van hnieuwe schooljaar. Voor de lestijdeonderwijsvoorrang is het aanwendingpercentage 100 procent. Het kleuteonderwijs levert dus 0,375 procent vergeleken met vorig schooljaar. Hlager onderwijs slechts 0,075 proceVoor het secundair onderwijs is hetaanwendingspercentage vastgestop 98,8 procent. Dat is 0,9 proceminder dan vorig schooljaar. Het aanuren–leraar dat het resultaat is vanberekeningsmethode met de minimumpakketten mag u echter voor 100 prcent gebruiken.In het buitengewoon basisonder-wijs is het aanwendingspercenta94,5 procent (- 0,5 %). In het bui-tengewoon secundair onderwijs ishet 93,9 % voor de opleidingsvomen 1, 2 en 3 en 95 % voor dopleidingsvorm 4. Het is ook 95 %voor het administratief en opvoedend hulppersoneel in het hele butengewoon secundair onderwijs.Alles samen is er zo een besparivan 0,6 procent of ongeveer 10miljoen frank.Omzendbrieven OND/II/1.2/HVE

FS van 12 juni 1991 zoalsgewijzigd (gewoon basisonder-wijs), OND/II/2.3/CWW van 22mei 1992 (buitengewoon onder-wijs) en OND/III/2.1/RM/ap van

22 mei 1992 (secundair onderwijs

KLAS

◆ DE DIRECTEURDe onderwijsopdracht van de directeur is herzien. In het gewoon basis-onderwijs is er een directeur zondeonderwijsopdracht vanaf 180 leelingen (100 leerlingen in het arrondissement Brussel–Hoofdstad). Ddirecteur heeft 8 lestijden van 13tot 179 leerlingen (70 tot 89 in Brussel), 14 lestijden van 20 tot 129 leelingen (20 tot 69 in Brussel) en 1lestijden voor een school tot 19 leelingen.In het buitengewoon basisonder-wijs is er een directeur zonder onderwijsopdracht vanaf 60 in aanmerking komende leerlingen. Hij gee4 uur les bij 40 tot 59 leerlingen, 1uur bij 20 tot 39 leerlingen en 18 uubij minder dan 20 leerlingen.Omzendbrieven OND/II/1.2/HVE/

FS van 12 juni 1991 zoals gewijzig(gewoon basisonderwijs) en OND

II/2.3/CWW van 22 mei 1992(buitengewoon basisonderwijs)

◆ DOCUMENTENBUSO

Met ingang van dit schooljaar moeten alle scholen voor buitengewoosecundair onderwijs volgende documenten aanleggen en bijhouden : staboekregister, individuele steekkaavan de leerling, aanwezigheidsregister. Om eenvormig te blijven geedeze omzendbrief praktische richlijnen die u stipt moet naleven.Omzendbrief OND/II/2.1/BF/dcg

van 4 juni 1992

n

e

dler

t-

t-j

t

rtt

--

tt.

ld

SE NR.27 SEPTEMBER '92 31

Page 32: Klasse voor Leraren 27

(advertentie)

Page 33: Klasse voor Leraren 27

IDEE A = ALGEMEEN B = BASISONDERWIJS S = SECUNDAIR ONDERWIJS

VEILIG VERKEERA

• Ook kinderen zijn kwetsbaar; mindersnel maakt dikke vrienden is het mottovan de actie Weer naar school. Hetthema wordt ver–beeld door afficheswaarop een wiel een egel dreigt tevermorzelen.

Scholen die deze gratis affiches(op drie formaten) alsnog willen uit-hangen kunnen ze bestellen tot eindevoorraad (maximum 50 affiches perschool).Belgisch Instituut voor de Verkeersvei-ligheid – Haachtsesteenweg 1405 –1130 Brussel – ✆␣02–244 15 43

• Wij willen veilig weer naar school isde actie van de Vereniging van Stedenen Gemeenten. Een gratis dossier ligtook bij uw gemeentebestuur klaar.Vraag dus zeker een kopie. De tekstgeeft heel concrete tips om op elkniveau een veilig verkeer–actie op testarten. ●

Overlegcentrum voor GemeentelijkVerkeersbeleid – Aarlenstraat 53 –1040 Brussel of Marc Tanghe –

✆␣052–21 04 17

TECHNOLOGIES

IN 2002JET ’93 nodigt u uit om úw visie

op «Technologie in 2002 en de in-vloed ervan op het dagelijks leven» uitte werken.

Alle klassen van het vijfde, zesdeen zevende jaar ASO, TSO, BSO,BuSO en KSO kunnen deelnemen.Het project loopt in twee fasen. In deeerste fase blikt u met uw leerlingenvooruit in de toekomst met een tast-baar eindresultaat. Dat is een creatiefwerkstuk␣ : geen droge verhandeling,wel een collage, video, maquette, to-neelstuk enz. U haalt uw inspiratie uitéén van de vier pijlers van FTI ’93␣ :natuur, materie, data of knowhow. Detweede fase speelt zich af op 7 mei1993 op Flanders Technology. Daarlopen de geselecteerde klassen een edu-catieve rally. Per pijler is er uiteinde-lijk één winnende ploeg.

Meer informatie krijgt u op deprovinciale infodagen␣ : 30 september(Hasselt en Leuven), 7 oktober (Genten Antwerpen) en 14 oktober (Kor-trijk). ●

Stichting Flanders TechnologyInternational – Katie Verkinderen –Jozef II–straat 30 – 1040 Brussel –

✆␣02–219 79 00

= ALGEMEEN = BASISONDERWIJS = SECUNDAIR ONDERWIJS

WOORD ENBEELD␣ :

ATOT 15 NOVEMBER.

In de hedendaagse Bel-gische kunst blijken tekst en beeldvaak samen te gaan. De tentoon-stelling geeft een speels én didac-tisch overzicht (van a tot z) over hoede kunstenaars de laatste vijftig jaarwoord en beeld gekoppeld hebben.Meer dan honderd kunstenaars zijnvertegenwoordigd. Absurd logisch isde tentoonstelling alfabetisch gerang-schikt volgens de eerste leesbare letterop het werk zelf.

De educatieve dienst zorgt voorbegeleidende folders, lespakketten,museumspelen, tentoonstellingsteksten,een leeshoek en een knipselbord. Eenbegeleid bezoek kost 400␣ fr. per 10leerlingen voor het basisonderwijs (toe-gang gratis) of 800␣ fr. per 20 leerlin-gen voor het secundair onderwijs (toegang50␣ fr. per leerling).

Museum voor Hedendaagse KunstAntwerpen – Educatieve Dienst –

Leuvenstraat 32 – 2000 Antwerpen –✆␣03–238 59 60

DINOSAURS &␣ CO␣ :A

TOT 31 DECEMBER.Goed nieuws voor fans van Dino

en zijn vriendjes. De tentoonstellingmet bewegende dinosaurussen looptimmers het hele jaar door. Meekijkenkost 50␣ fr. voor kleuters (met een apartekindertentoonstelling) en 90␣ fr. voorandere leerlingen. Een rondleiding kost800␣ fr. voor 20 leerlingen. Er zijn ookspeciale museumlessen en werkbla-den om een bezoek voor te bereiden.U bent welkom op de speciale infoses-sies voor leerkrachten␣ : op 23␣ septem-ber en 17 oktober voor het basison-derwijs en op 19 en 30 septembervoor het secundair onderwijs. De ses-sies zijn gratis maar u moet wel reser-veren.

Koninklijk Belgisch Instituut voorNatuurwetenschappen – EducatieveDienst – Vautierstraat 29 – 1040

Brussel – ✆␣02–627 42 52

SCHATTEN UIT A

DE NIEUWE WERELD␣ :VAN 15 SEPTEMBER TOT27 DECEMBER.

De tentoonstelling brengt vooraleen eresaluut aan de talrijke vergetenculturen van het Amerikaanse conti-nent van voor 1492␣ : de precolumbi-aanse culturen uit Mexico en Peru, uitAlaska, de VS, Chili, Venezuela, Ar-

gentinië enz. U ziet hiervoor het eerst vijftien Ol-

meekse maskers, een goud-collectie van negentig mees-

terwerken en verrassende tex-tielprodukten uit Peru. In totaal

meer dan 400 stukken.Kleuters kijken gratis, andere leer-

lingen betalen 80␣ fr. Een geleid be-zoek kost 1200␣ fr. voor 15 leerlingen.Opgelet␣ : op 21 september is er eenopendeurdag voor leraars !

Koninklijke Musea voor Kunst enGeschiedenis – Educatieve Dienst –

Jubelpark 10 – 1040 Brussel –✆␣02–741 72 14

FAITHFULLY YOURS␣ :S

TOT 18 OKTOBERHet lijden van de mens staat cen-

traal, met de kruisweg als leitmotiv.Het eerste deel is een didactische in-troductie met tekstpanelen en spre-kende illustraties. Dit deel kunt uvanaf november ook ontlenen. Hettweede deel toont moderne en actuelekunst waarin een relatie ligt tussen dekruiswegthematiek en de lijdenswegvan de kunstenaar of van de mens inhet algemeen.

Voor scholen is er een speciaaltarief␣ : 200␣ fr. per klas. Een geleidbezoek kost 500␣ fr. voor een groepvan maximum 20 personen en duurtongeveer één uur.Provinciaal Museum voor Religieuze

Kunst – Begijnhof 59 – 3800 St.Truiden – ✆␣011–68 85 79

KLASSETIPS VAN DE MAAND

RIDDERS EN PRIESTERS A

VAN 12 SEPTEMBER TOT13 DECEMBER.

Een verrassende tentoonstellingover de historische, religieuze, politie-ke en artistieke invloed van acht eeu-wen Duitse Orde in Noordwest–Eu-ropa. Ruim 350 stukken illustrerende veelzijdige invloed van de Orde inde vijf voormalige «balijen» Alden Biesen,Utrecht, Koblenz, Westfalen en Lot-haringen. De catalogus (950␣ fr.) zorgtvoor een eerste synthese van deze ge-schiedenis.

Voor het basisonderwijs is de toe-gang gratis. Leerlingen secundair on-derwijs betalen 80␣ fr. Een geleid be-zoek kost 1400␣ fr. voor een groep van15 leerlingen (+ de toegangsprijs) enduurt twee uren.Opgelet␣ : op 14 september om 14 u.is er een opendeurdag voor leraars !

KLASKLAS

Landcommanderij Alden Biesen –Kasteelstraat 6 – 3740 Bilzen –

✆␣011–41 39 13

AVANT–GARDEA

IN BELGIË␣ : VAN 20 SEPTEM-BER TOT 6 DECEMBER (ANT-WERPEN) EN VAN 18 SEP-TEMBER TOT 13 DECEMBER(BRUSSEL).

In Antwerpen en Brussel loopttegelijk een ode aan de avant–garde inde beeldende kunst. Antwerpen legtzijn accenten rond de tijdschriftenHet Overzicht, Ça ira en Lumière.Brussel legt de nadruk op het tijd-schrift 7 Arts en de Surrealisten. Dada,Futurisme, Zuivere Beelding, de ab-stracte stromingen, Expressionisme,de beginperiode van het Surrealismeen Modernisme worden rijk geïllus-treerd met meer dan 200 kunstwer-ken én een prachtig boek.

Schoolgroepen betalen 80␣ fr. perpersoon per tentoonstelling. Een rond-leiding kost 800␣ fr. voor een groepvan 15 leerlingen (Antwerpen) of 2000␣ fr.voor een groep van 25 leerlingen (Brussel).Opgelet␣ : op 21 september is er zo-wel in Antwerpen als in Brussel eenopendeurdag voor leraars !

Koninklijk Museum voor SchoneKunsten – L. de Waelplein – 2000Antwerpen – ✆␣03–238 78 09 /Museum voor Moderne Kunst –

Koningsplein 1–2 – 1000 Brussel –✆␣02–508 32 11

SE NR.27 SEPTEMBER '92 33SE NR.27 SEPTEMBER '92 33

Page 34: Klasse voor Leraren 27

(advertentie)

Page 35: Klasse voor Leraren 27

IDEE

KINDERLIEDJESB

Alle liedjes en gedichtjes uit hetbundel Nootje Nootje Sapperlootje zijngegroeid uit de praktijk␣ : ze ontston-den in een soort interactief procestussen juf Hilde Peumans en haar kleuters.

De liedjes en gedichtjes zijn frisen hedendaags, geen herkauwen vanoud materiaal maar aansluitend bij deleefwereld van de kleuters vandaag.Creatieve kleuterleidsters kunnen hier-mee meteen aan de slag. Voor mindermuzikale juffen en meesters is eencassette gepland.

Het boekje telt 33 liedjes en 14gedichtjes en kost 340␣ fr. Het ligtook in de gewone boek– of muziek-handel. ●

Uitgeverij Alamire – Postbus 45 –3990 Peer – ✆␣011–63 21 64

BOSEXCURSIESS

Op vier verschillende plaatsen krij-gen leraars secundair onderwijs eenrondleiding in een plaatselijk bos. Denadruk ligt daarbij op didactisch bruik-baar materiaal en op allerlei bestaandeinformatie over de bossen in Vlaande-ren. Actuele problemen rond bosbe-heer, natuurgetrouwe bosbouw, CO2–immobilisatie enz. zijn eventuele the-ma’s of discussiepunten.

Plaatsen van afspraak␣ : Herentals(30 september), Hoeilaart (7 okto-ber), Eeklo (14 oktober) of Sint–Truiden(21 oktober). Deelnemen kost 100␣ fr.,te storten op rekening nr. 068–2128471–27 van EBG. ●Educatief Bosbouwcentrum Groenen-

daal – Duboislaan 2 – 1560Hoeilaart – ✆␣02–657 93 64

NEDERLANDSA

De Vereniging Algemeen Neder-lands (VAN) heeft uw steun en uwmedewerking nodig om de taalzorg inVlaanderen te stimuleren. De VANgeeft het tijdschrift Nederlands vanNu uit, organiseert taalcongressen,themadagen, studiedagen, leesclubs,opstel– en voordrachtwedstrijden voor

KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92 35KLASSE NR.27 SEPTEMBER '92 35

jongeren enz.Zo is er op 21 november in Brus-

sel een taalcongres over Het Neder-lands in het onderwijs (leerboeken, le-rarenopleiding Nederlands, basis– ensecundair onderwijs).

Voor de leerlingen van het laat-ste jaar secundair onderwijs organi-seert de VAN dit najaar een nationaleopstelwedstrijd. Het onderwerp is eenPleidooi voor (meer) taalzorg in Vlaan-deren. De leerlingen gaan op zoeknaar informatie en denken vervolgensna over het belang van taalzorg enover de wijze waarop ze hun taal beterkunnen leren beheersen. Hun me-ning daarover kunnen ze in hun ver-handeling verwoorden. De leerlingennemen deel per klas␣ : de twee besteopstellen van elke klas komen in aan-merking voor de nationale wedstrijd.

Maar de VAN wil nog meer doen.Ze wil haar tijdschrift vernieuwen enafstemmen op de wensen van de le-zers. Ze wil brochures uitgeven mettaaladviezen voor bepaalde doelgroe-pen en voor de verschillende onder-wijsniveaus. Eigenlijk wil de VANalle Vlamingen bewust maken van hetbelang van verzorgd en correct taalge-bruik in de huiselijke kring, in hetonderwijs, in het bedrijfsleven en inhet hele maatschappelijk verkeer.

Lid worden kost 550␣ fr. U ont-vangt dan meteen ook het tijdschriften een informatiemap over alle activi-teiten van de VAN.

VAN – Koningsstraat 192 bus 19 –1000 Brussel – ✆␣02–223 15 23

ARMOEDE &␣A

ONDERWIJSDat is het thema van een grote

ontmoetingsdag op 10 oktober inWemmel, georganiseerd door de Ko-ning Boudewijnstichting en alle on-derwijsnetten. Kerngedachte van dezedag␣ : een motiverende, kindgerichte,niet–bestraffende en ervaringsgerich-te aanpak kan leerlingen uit de armoe-despiraal helpen. Leerkrachten makenhet verschil is trouwens de titel van deopeningslezing.

In de wandelgangen loopt eenbeurs van initiatieven die al geruimetijd met kinderen uit arme middenswerken. Zij hebben al heel wat knowhowopgedaan over een geschikte aanpak,succesvolle technieken en wenselijkesamenwerkingsverbanden. ●Koning Boudewijnstichting – SociaalProgramma – Brederodestraat 21 –1000 Brussel – ✆␣02–511 18 40

VORMING VOORLERAARS

• Akademie voor Bureauwe-tenschappen – Potstraat 33 –3300 Tienen – ✆␣016–81 21 81A – Studiedag voor leraars stenogra-fie, dactylografie en tekstverwerking␣ :3 oktober in Gent.

• Bond van Grote en van Jonge Gezin-nen – Troonstraat 125 – 1050 Brussel –✆␣02–507 88 77A – Studienamiddag Zittenblijven␣ : 2oktober.

• Centrum voor Didactische Vernieu-wing – VIIde Olympiadelaan 25 –2020 Antwerpen – ✆␣03–827 78 90A – Cursus Remedial Teacher␣ : twee-jarige opleiding vanaf 23 september.

• IPSOC – Bijscholing – Doornikse-steenweg 145 – 8500 Kortrijk – ✆␣056–22 42 50A – Hoe kan ik als leerkracht sociaalvaardig omgaan met leerlingen␣ ? (16woensdagvoormiddagen vanaf 16 sep-tember); Hoe maak ik mijn leerlingensociaal vaardig␣ ? (idem).

• Menselijke Ecologie – VUB – Plein-laan 2 – 1050 Brussel – ✆␣02–641 34 24A – Aanvullende studies MenselijkeEcologie (oktober tot juni); Aanvul-lende studies in Milieu–effectrappor-tering (idem).

• Omschakelen – Uitbreidingsstraat 498– 2600 Berchem – ✆␣03–230 54 72A – Cursussen voor vrouwen␣ : Basis-cursus Omschakelen (12 dagen vanaf13 oktober in Berchem of vanaf 18september in Gent); Loopbaanplanning(23 tot 25 oktober in Bouwel + 2 fol-low–up–dagen); Je weren kan je leren(12 dagen vanaf 22 september in Aalst);Persoonlijke uitstraling (29 september,6, 13 en 20 oktober in Antwerpen).

• Provinciale Normaalleergang voor bui-tengewoon onderwijs – Gasthuisstraat 31– 1000 Brussel – ✆␣02–515 76 10A – Leren omgaan met kinderen meteen handicap␣ : tweejarige modulaireopleiding vanaf 6 oktober.

• Stedelijke Leergangen Sociale Pro-motie – Kipdorpvest 24 – 2000 Ant-werpen – ✆␣03–233 37 90A – Nederlands voor Anderstaligen –Versnelde opleiding (februari tot juni);Intercultureel werker (3 leerjaren).

• Stichting – Lodewijk de Raet –Liedtsstraat 27 – 1210 Brussel – ✆␣02–242 01 11

A – Jaaropleiding werkenmet video (10 dagen vanaf 7november).– Leven met natuur in de

seizoenen␣ : één weekend perseizoen; eerste weekend van 16 tot

18 oktober.– Trainingscursus Schrijven␣ : drie week-

ends; eerste weekend van 13 tot 15november.– Reizen␣ : Herfstpalet van de Cevennes(31 oktober tot 7 november); Rome enomstreken (31 januari tot 9 februari).

• Universiteit Gent (i.s.m. KUL enVUB) – Laboratorium voor Vervoer-techniek – St. Pietersnieuwstraat 41 –9000 Gent – ✆␣091–64 33 59A – Postgraduaat Lucht– en Ruimte-vaarttechniek␣ : één semester in Brus-sel, één semester in Gent.

• UPV–VUB – Pleinlaan 2 – 1050Brussel – ✆␣02–641 27 50A –␣ Natuurexploraties␣ : Paddestoelen-wandeling (20 september in Heverlee-bos); Mossenwandeling (26 septemberin Loonbeek); Watervogeltrek in de Dij-levallei (24 oktober in Oud–Heverlee).

• De Vuurbloem – Rapaertstraat 39 –8310 Brugge – ✆␣050–37 10 17A – Geweldloze opvoeding thuis␣ : basis-weekend (2 tot 4 oktober in Eeklo) ofbasisreeks (4 avonden vanaf 30 septemberin Zwijndrecht of vanaf 6 oktober in Gent);Geweldloze opvoeding thuis␣ : vervolgweekend(20 tot 22 november in Zedelgem); Ge-weldloos omgaan met elkaar␣ : basiscursus(4 avonden vanaf 24 september in Aalst of12 december in Leuven); Geweldloos om-gaan met elkaar␣ : vervolgcursus (19 en 20december in Wijgmaal).B – Geweldloze opvoeding in de kleu-terklas (7, 14, 21 oktober in Eeklo);Geweldloze opvoeding in de lagere school(24 oktober in Antwerpen of 28 okto-ber in Eeklo).

• Centrum voor BeroepsvervolmakingLeraren – UIA – Universiteitsplein 1 –2610 Wilrijk – ✆␣03–820 29 71S – Deutsche Einheit im Frieden undFreiheit ?␣ : 14 oktober.

• Centrum voor Didactiek – UFSIA –Prinsstraat 13 – 2000 Antwerpen –✆␣03–220 46 80S – 6de Conferentie Het SchoolvakNederlands␣ : 17 oktober.

• Christelijke Pedagogisch Studiecentrum– Postbus 30 – 3870 CA Hoevelaken –Nederland – ✆␣00–31–3495–41252S – Remediale hulp en computer ’92␣ :29 oktober.

Page 36: Klasse voor Leraren 27

36 KLASSE NR.27 SEPTEMBER

IDEE

36 KLASSE NR.27 SEPTEMBER

JEUGDTHEATERA

Uit de jarenlange kinder– en jeugd-theaterwerking van de Beursschouw-burg is nu het Jeugdtheater Brusselontstaan. De traditie loopt daarbij door␣ :een receptieve werking met vrije voor-stellingen (kinderzondagen, het jeugd-theaterfestival van 12 tot 20 septem-ber) en schoolvoorstellingen, een uit-gebreide pedagogische begeleiding bijde programmering (al dan niet aan-sluitend bij een voorstelling), vormingvan leerkrachten, workshops voor leer-lingen en eigen produkties.

De schoolvoorstellingen wordenextra verzorgd␣ : pedagogisch omka-derd met een inleiding op school, metspellessen, video enz. Dit begeleidings-programma blijft trouwens gratis voorde school. Eén nieuwe produktie staatalvast op stapel. Emiel (Hilde Wils) iseen stuk voor de basisschool.

Het Jeugdtheater Brussel heet ookBRONKS, tegelijk een verwijzing naarde beruchte wijk in New York en eeneigenzinnig letterwoord voor Brus-sel–Onderwijs–Kunst. ●

Jeugdtheater Brussel – Oda VanNeygen – R. Dansaertlaan 40 – 1702

Groot–Bijgaarden of Dienst voorCultuurpromotie – Hamerstraat 47 –

1040 Brussel – ✆␣02–230 17 46

VIDEOBEURSA

Op 24 september kunt u in Me-chelen kennismaken met het bestaan-de aanbod van educatieve, informa-tieve en andere video. De beurs isopen van 10 u. tot 17 u. en in denamiddag spreekt Ronny Pede (Film&␣ Televisie) over aanschafbeleid encollectievorming van videomateriaal.

Een speciale brochure –op de beursverkrijgbaar– geeft praktische gege-vens over de verschillende videoleve-ranciers.

De toegang is 150␣ fr. en de bro-chure krijgt u er dan meteen bij. ●Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek–, Archief– en Documentatiewezen –

Goudbloemstraat 10–12 – 2060Antwerpen – ✆␣03–231 83 49

ALGEMEEN A

• TWEEMAALCOLUMBUSACHTERNA

Hans Werner vertelt hetspannende verhaal van de jongeTonto die als scheepsjongen op dePinta mee Amerika ontdekt. Wernerbaseerde zich op reisdagboeken vanColumbus zelf. Jacques Attali vertelthet ongewoon spannende verhaal vanhet jaar 1492␣ : men ontdekt een con-tinent, het laatste islamitische rijk vanEuropa stort in, de joden worden uitSpanje verdreven, een Borgia wordtpaus, Lorenzo il magnifico sterft. Denieuwe mens ontdekt de vooruitgang.Om de veroveringen goed te praten ?De barslechte vertaling en de spelfou-ten neemt u er met de glimlach bij.

• Het vriendje van de admiraal –Hans Werner – Van Reemst/

Standaard Uitg. – ✆␣03–239 59 00– 127 blz. – 495␣ fr. (Basisonderwijs)

• 1492 –␣ Jacques Attali – Schuyt&␣ Co/Standaard Uitg. –

✆␣03–239 59 00 – 296 blz. –900␣ fr. (Secundair onderwijs)

• WETENSCHAP ONTDEKKENWetenschappelijke principes en

wetten worden op een leuke en her-kenbare manier voorgesteld. Veel te-keningen, foto’s en stap–voor–stap–instructies gidsen de (jonge) lezer langsde geheimen van natuurkunde en schei-kunde. Met veel praktische proevenom thuis lekker te laten mislukken.

Davidsfonds/Infodok –✆␣016–22 87 44 – 899␣ fr.

BASISONDERWIJSB

• IK NOEM JE IBWarm menselijk verhaal over een

Turkse jongen in een nieuwe schoolmet weinig migranten. De leraars blij-ven wat bijsturend op de achtergrond.Centraal staan onbegrip en échte vriend-schap bij de kinderen. Spannend enbijzonder herkenbaar. Mieke Vanpol weetwaarover ze schrijft. Ze is directrice vaneen concentratieschool in Beringen.

Mieke Vanpol – Uitg. Clavis –✆␣011–22 35 18 – 75 blz. – 398␣ fr.

• ONDERWIJZEN, EENONMOGELIJK BEROEP

De Nederlandse onderwijsvakbondABOP bestaat 150 jaar. Dat vieren zeo.a. met deze publikatie over die roe-ping die onderwijzer heet. Tweehon-derd jaar lager onderwijs in Neder-land␣ : onhandelbare kinderen, ondankbareouders, een schraperige maatschappij,

'92 '92

maar ook tweehonderd jaaridealisme dat de wurggreep

van een onmogelijk beroepdraaglijk maakt.Saskin van Oenen &␣ Sjoerd

Karsten – Wolters Noordhoff/Wolters Leuven – ✆␣016–20 81

91 – 134 blz. – 490␣ fr.

• OP BEZOEK BIJ… PICASSOOP BEZOEK BIJ… REM-BRANDT

Een nieuwe serie voor kinderen vanaf10 jaar. Picasso en Rembrandt leidenons rond in hun atelier. De kunstenaarsvertellen over hun leven en hun werk ineen taal die iedereen verstaat.

Florian Rodari (Picasso) &␣ PascalBonafoux (Rembrandt) – Gottmer/

Uitg. Singel 262 – ✆␣03–233 77 11– 2 x 60 blz. – 2 x 690␣ fr.

SECUNDAIRONDERWIJS

S• HUUR JE NIET BLAUW

Een praktische handleiding voor jongehuurders. De auteurs vertalen de wetge-ving in een klare taal en laten allerleiconcrete tips de revue passeren. Waarmoet u op letten voor u een contracttekent␣ ? Wat zijn de speciale regels bij dehuur van studentenkamers␣ ? Enz.Federatie Jongeren Informatie– en Ad-viescentra – Diksmuidelaan 50 – 2600Berchem – ✆␣03–366 15 20

• SLIMME MEIDEN INEEN VREEMDE WERELD

De auteurs beschrijven de studie–en beroepskeuzebegeleiding van allochtonemeisjes in het secundair onderwijs. Zegeven concrete tips en richtlijnen omdeze keuzebegeleiding te optimaliseren.

Minke Bruning–Hofland &␣ EliseSchouten – Christelijk Pedagogisch

Studiecentrum Hoevelaken(Nederland) –

✆␣00–31–3495–41206 – ± 370␣ fr.

• SOLLICITEREN INHET ONDERWIJS

Deze brochure voor laatstejaars-studenten van het Pedagogisch HogerOnderwijs schetst de (om)wegen naareen job in het onderwijs. Wegen vanvallen, opstaan en blijven proberen.

Heilig Hart Heverlee/TijdschriftenAverbode – ✆␣013–78 01 30 – 60␣ fr.

(gratis voor laatstejaarsstudentenPHO)

• HANDBOEK RIJOPLEIDING– THEORIE &␣ PRAKTIJK

Dit boek is niet alleen bedoeldvoor wie wil slagen in zijn rijexamen.Het is handig voor iedereen die aanhet verkeer deelneemt. Ondertoon van

de hele uiteenzetting is het defensiefrijden␣ : vooruitzien, zelf geen foutenbegaan en weten wat je moet doen ingevaarlijke situaties. Alles wat u wildeweten… krijgt hier een klaar en dui-delijk antwoord.Belgisch Instituut voor de Verkeersvei-ligheid – Garant Uitg.– ✆␣016–25

31 31 – 244 blz. – 480␣ fr.

• RECHTEN VAN DE SCHO-LIER / RECHTEN VAN DEMINDERJARIGE

Natuurlijk hebben scholieren enminderjarigen rechten. Maar welke enhoever gaat dat␣ ? Twee handige brochu-res vertellen over leerplicht, vrije school-keuze en schoolreglement én over vrijen,samenwonen, trouwen enz. Er zijn trou-wens ook lesmappen Rechten van min-derjarigen (200␣ fr.) en Jongere en gezin(150␣ fr.) voor leerlingen vanaf 14 jaar.

Info–jeugd – Prinsstraat 15 – 2000Antwerpen – ✆␣03–231 07 58 – 28

en 36 blz. – 2 x 100␣ fr.

KLASSETIP VAN DE MAAND

• IN DUIDELIJKNEDERLANDS

AEen uitstekende handleiding voor wieklantvriendelijk (én correct én begrijpe-lijk) wil schrijven. De tekst is vooral be-doeld voor ambtenaren maar iedere «schrij-ver» kan er zeker zijn voordeel mee doen.Deel 1 van dit handboek handelt over debegrijpelijkheid van ambtelijke teksten,mét concrete voorbeelden hoe het ookanders kan. Deel 2 handelt over correctNederlands, met enige grammaticaleonderwerpen (zinsbouw, werkwoords-vormen, bijwoorden, voorzetsels) en eenlijst van vaak verkeerd gebruikte woor-den en wendingen.

Speciaal voor leraars ligt een extra–oplage van 3000 exemplaren klaar. Debrochure is gratis. Aanvragen dus!

Bestuur Afstandsonderwijs –Koningsstraat 172 – 1000 Brussel –

✆␣02–219 41 67

Page 37: Klasse voor Leraren 27

IDEE

ZULLEN WE RUILEN ?A

Dat is de slogan van de Jeugdboe-kenweek van 10 tot 25 maart 1993.Alle klassen van de derde klas lageronderwijs tot de tweede klas secun-dair onderwijs kunnen deelnemen aaneen hoogst originele wedstrijd.

Daarvoor moeten ze contact leg-gen met een klas van dezelfde graad inhet buitenland (Wallonië hoort daarook bij). Elke klas maakt een boekwaarin ze hun land, omgeving, school,lievelingsboeken, hun manier van le-ven enz. voorstellen. Dat kan bijvoor-beeld met foto’s, tekeningen, verha-len, gedichten. De klassen sturen el-kaar dan een exemplaar van het ruil-boek. Vóór 15 januari stuurt u éénexemplaar van uw boek en één exem-plaar van het boek van uw ruilklasnaar de wedstrijdorganisatie.

De jury selecteert de twintig mooisteruilboeken. De winnende klassen mogenop 10 maart gratis deelnemen aan hetopeningsfeest van de Jeugdboeken-week (in de Antwerpse Zoo) en dewinnende boeken worden tentoonge-steld. ●Nationaal Centrum voor Jeugdlitera-

tuur – Minderbroedersstraat 22 –2000 Antwerpen – ✆␣03–234 16 67

WETENSCHAPSWEEKA

Van 26 tot 30 oktober is de VUBde gastheer voor de Wetenschapsweek.Onder de titel Mag het een klontjewetenschap zijn ? zullen meer dan twee-duizend 17– en 18–jarigen de kanskrijgen actief kennis te maken metwetenschappelijk onderzoek en zijntoepassingen.

Elke dag heeft een eigen thema␣ :witte muizen, grijze cellen; vrijheid enonvrijheid; ode aan de twijfel; strekenvan het weten. De leerlingen krijgentwee geanimeerde demonstraties vantelkens één uur en maken een keuzeuit twintig projecten. Zo worden ex-perimenten uitgevoerd in de labora-toria, grafieken en tabellen gemaakt,enquêtes afgenomen en verwerkt enberekeningen gemaakt. Telkens maaktéén deelnemer een kort verslagje. Datverschijnt in een dagkrant die u laterwordt toegestuurd.

Voor leerlingen van 11 tot 12jaar is er op 28 oktober een Juniordag.Voor hen is er dan wetenschapsthea-ter en ludieke demonstraties.

Deelnemen kost 150␣ fr. per leer-ling, een warm middagmaal inbegre-pen. ●

VUB – Wetenschapsweek – AnitaBloemen – Pleinlaan 2 – 1050 Brussel

– ✆␣02–641 22 11

SCHOLIERENPOEZIES

Tot 1 november kunnen leerlin-gen van 15 tot 18 jaar nog deelnemenaan de tiende Poëziewedstrijd van hetBoekenbeurscomité Avelgem. Elkedeelnemer mag maximaal drie gedichteninsturen, getypt op vijf exemplaren enmet een schuilnaam. In een geslotenomslag steekt elke deelnemer schuil-naam, werkelijke naam, adres en ge-boortedatum. Klassen mogen in groepdeelnemen. Eind november kent u deuitslag. Er zijn prijzen voor in totaal20.000␣ fr. en de bekroonde gedichtenworden gepubliceerd in diverse tijd-schriften. ●

Filiep Vanden Broeck – Ruggestraat50 – 8580 Avelgem – ✆␣056–64 4212 (kantooruren) of 056–64 62 44

HOE ANDERSS

IS ANDERS ?Dat is de titel van een scholen-

project rond mensen met psychischeproblemen. Elke Vlaamse secundai-re school mag deelnemen met éénteam van minimum drie leerlingenuit de laatste twee jaar of het zevendejaar. Dit team maakt een werkstukrond een of andere psychiatrische ofpsychische problematiek. De the-makeuze is vrij. De vormgeving iseen al dan niet geïllustreerde tekst(max. 1000 woorden), een video (max.vijftien minuten) of podiumkunst(registratie op video, max. vijftienminuten). Vóór 26 februari moet u

het project in tweevoud indienen.De jury selecteert dan een aantal teamsvoor de finale van 31 maart. De fina-listen presenteren daar hun werk ende jury duidt per categorie een win-naar aan. De winnende ploeg gaat inIerland de finale van de Ierse natio-nale wedstrijd bijwonen en enkeleuitstapjes maken. ●Vlaamse Vereniging voor Geestelijke

Gezondheidszorg – Kortrijksesteenweg369 – 9000 Gent – ✆␣091–21 44 34

MIGRANTENFILMS

Yasmina en Samir is een video(kort) film over de relatievorming bijde tweede generatie migrantenjonge-ren. Het centrale thema is het rechtop eigen keuze van de partner métrespect voor de eigen cultuur. Bij devideo hoort ook een lessenpakket.

Het verhaal is een pleidooi voorsolidariteit tussen migrantenjongensen –meisjes, tussen broers en zussen,tussen de eerste en de tweede genera-tie, én voor begrip vanuit de hoek vande Belgische jongeren. Het verhaal isbedacht en wordt gespeeld door meis-jes en jongens van het Antwerpse jeugd-huis ’t Zuid, voornamelijk Marok-kaanse, maar ook enkele Turkse enBelgische jongeren. ●

Stad Antwerpen – Dienst Samenle-vingsopbouw – Ivo Delrue – VanImmerseelstraat 11–23 – 2000Antwerpen – ✆␣03–231 87 30

KINDERBOEKEN-A

LERAARDe Stichting – Lodewijk de Raet

en de Gentse Bibliotheekschool orga-niseren een gloednieuwe opleiding totkinderboekenwerker. Speciaal voorleraars (met interesse voor alle leeftij-den) is er een module Onderwijs envorming. De lessen beginnen op 21november en duren 10 zaterdagen.

Op het programma␣ : overzicht vanhet boekenaanbod, werken met deopenbare bibliotheek, boeken voorspeciale lezersgroepen (kleuters, eerstelezers, migranten), werk– en verwer-kingsvormen, projectonderwijs, auteursin de klas, samenwerking met oudersenz. Deelnemen kost 9900␣ fr., maarmisschien wil uw directeur wel eensteuntje in de (boeken)rug geven. Ermogen slechts 18 mensen deelnemen.Snel boeken dus. ●Vormingsleergang – Bibliotheekoplei-

ding – Antwerpsesteenweg 573 –9040 Gent – ✆␣091–29 15 95

KLASKLAS

¿ HABLA VD.A

CASTILLANO ?De reeks Van Dale Handwoorden-

boeken is uitgebreid met de delen Spaans–Nederlands en Nederlands–Spaans. Hetwoord «handwoordenboek» kunt u rustigmet een korrel zout nemen. Daar zijnze iets te zwaar voor, letterlijk en fi-guurlijk, om van uw binnenzak maarhelemaal te zwijgen. Hedendaags Spaansen het Spaans uit Latijns–Amerika ko-men ruim aan bod.

Deze uitgave komt trouwens mooiop tijd, het Spaans is immers overal inopmars. Er zijn nu al meer Spaanstali-ge wereldburgers dan Franstalige. Envermits Vlamingen beroemd zijn omhun talenkennis… ●Van Dale Lexicografie – Santvoortbee-klaan 21–25 – 2100 Deurne – ✆␣03–

360 02 11 – 1290 en 1252 blz. –1590␣ fr. per deel of 2950␣ fr. per set

SE NR.27 SEPTEMBER '92 37SE NR.27 SEPTEMBER '92 37

SIGNAALLIJSTB

Kleuterleidsters, schooldirecties enandere «verwijzers» moeten soms kleutersverwijzen voor verder onderzoek enhulpverlening. De signaallijst voorkleuters van de Stichting IntegratieGehandikapten inventariseert de vaar-digheden die essentieel zijn in de ont-wikkeling van het kind en duidt dekritische grenzen aan. De signaallijstis zo een kort en overzichtelijk instru-ment voor observatie in de dagelijkse(klas)situatie. De lijst is géén onder-zoeksbatterij of screeninginstrument,wel een leidraad voor wie wil nagaanof een ontwikkelingsachterstand (opéén of meerdere gebieden) alarme-rend is. De lijst kost 300␣ fr. ●Stichting Integratie Gehandikapten –Lange Violettestraat 147 – 9000 Gent

– ✆␣091–23 96 22