Kempen Insight maart16
-
Upload
kempen-publications -
Category
Documents
-
view
231 -
download
2
description
Transcript of Kempen Insight maart16
I N S I G H TKEMPEN
China EVOLUTiE GEEn REVOLUTiE Keith AmbAchtsheer ‘DURF iS nODiG’ brexit nO, Thank yOU
TO ENGLISH VERSION
8 12
14 16
Kempen Insight, maart 20162
Keuzes maken/// Economische transitie in China
A night at the movies/// 3x de keuze van Evert Waterlander
Volatiele wisselkoersen/// Het belang neemt toe
Brexit/// No, thank you
4
Canadese pensioengoeroe pleit voor long term investing/// Interview: Keith Ambachtsheer
INHOUD
Kempen Insight, maart 2016 3
/// COLOFON
Maart 2016 ©Kempen Capital Management
RedactieadresKempen Capital Managementt.a.v. Secretariaat KCMPostbus 756661070 AR AmsterdamT 020 348 [email protected]
BeeldCover: Philip JensterMario Hooglander, Johannes Abeling, Freepik
RedactieParisa VeldmanAnja Corbijn van WillenswaardDaniëlle Levendig
VormgevingHenrike Beukema
Kempen Capital Management N.V. (KCM) heeft een vergunning als beheerder van diverse be-leggingsinstellingen en voor het verlenen van beleggingsdiensten en staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten. Deze in-formatie mag niet worden beschouwd als een aanbieding en biedt onvoldoende basis voor een beleggingsbeslissing.
Obligaties/// Bedrijven doen het zelf 6
Kantoorkunst/// De Van Lanschot & Kempen-collectie 14
Tijd voor voorzichtigheid/// Welke beleggingscategorieën? 18
Column Roelof Salomons/// Reageren markten overtrokken? 21
Dringende vragenBeleggen met oog voor en op de lange termijn: het ligt ons bij Kempen Capital Management na aan het hart. Hoe kunnen vermogensbe-heerders, institutionele beleggers en de bedrijven waar wij in beleggen concrete stappen in deze richting zetten? Wij gaan hierop in met de vermaarde Canadese pensioen- expert Keith Ambachtsheer de dag nadat hij gastspreker was bij het ‘Focusing Capital on the Long Term: from talking to walking…’ – diner, dat wij op 2 maart jl. met McKinsey & Co organiseerden. Een onderwerp dat dit jaar onder andere de gemoederen bezighoudt is de afkoeling van de Chinese economie, de tweede ter wereld. Verderop in dit blad leest u waarom wij geen harde landing van de Chinese economie verwachten. Evenmin als een Brexit, een vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU. Feit is wel dat de onzekerheid over het Britse referendum de komende maanden tot veel volatiliteit zal blijven leiden. In deze wereld van lage, soms zelfs negatieve rentes en lage verwachte rendementen dringt de vraag zich op of er voor beleggers nog voldoende perspectief is op de financiële markten. Investment strategist Marius Bakker legt uit waarom het tijd is voor voorzichtig-heid.
Ik ontvang graag uw reacties via onderstaand adres.
Lars DijkstraChief Investment [email protected]
4 Kempen Insight, maart 2016
/// tekst LESA SAWAHATA foto JOHANNES ABELING
‘De horizonis lang: we moeten nu in actie komen’Keith Ambachtsheer
Interview met
Over beleggen met oog voor de lange termijn is de afgelopen jaren veel gediscussieerd. Schoorvoetend geven we inmiddels toe dat dit de beste en enige weg is, maar we hebben nog weinig concrete stappen gezet. Hoe kunnen we over die vrees voor het langetermijndenken heen stappen en succesvol in actie komen?
De ochtend na de bijeenkomst ‘Focusing Capital on the
Long Term: from talking to walking…’, die McKinsey &
Company en Kempen Capital Management samen organi-
seerden, heerst in de bestuurskamer van Kempen in de
eerste koffieronde al een opgewonden stemming. “Was de
respons gisteravond echt zo opmerkelijk, of heb ik dat
gedroomd?” vraagt Keith Ambachtsheer (die het acade-
misch perspectief had gepresenteerd, op basis van zijn
paper The Case for Long-Termism) aan Paul Gerla en Lars
Dijkstra, CEO en CIO van Kempen Capital Management.
Het succes van het event kon duidelijk afgemeten worden
aan de mate van interactie van de deelnemers – vertegen-
woordigers van de meest invloedrijke kapitaalverschaffers
(asset owners), vermogensbeheerders (asset managers),
academici en beleidsmakers in Nederland. De emoties die
daarbij opborrelden, waren in de gewoonlijk zo nuchtere
kringen van Nederlandse beleggers ongebruikelijk: opwin-
ding, weerstand, hoop, verwarring. En iets van angst. “Dat
was ook voelbaar in de zaal,” zegt Gerla.
Denken verschuivenLangetermijndenken betekent moeilijke keuzes maken. De
druk om de lange termijn voor ogen te houden gaat
gepaard met de kortetermijnrealiteit van de huidige
pensioenbetalingen. Dan moet je sterk in je schoenen
staan. “De dekkingsgraad was gisteravond voor sommige
mensen het onderliggende thema,” aldus Dijkstra. “Een
van de deelnemers vertelde dat zij gepensioneerden moet
vertellen dat hun pensioen is gekort. Die boodschap wil
niemand vertellen.” Enige angst is wellicht onvermijdelijk;
Kempen Insight, maart 2016 5
diep geworteld?” vraagt Dijkstra zich af.
Volgens Ambachtsheer vervult het Ontario
Teachers’ Pension Plan (OTPP) een belang-
rijke voorbeeldfunctie. OTPP heeft echter
niet alleen een prospectief model ingevoerd
met een duidelijke missie en een goede
governance, duurzaamheidscriteria, en een
bestuur waarin alle stakeholders vertegen-
woordigd zijn. Maar bovenal was OTPP zo
succesvol was omdat de leraren zowel durf
als bescheidenheid toonden. “Leraren
kunnen in Ontario meer pensioenjaren dan
dienstjaren hebben en kennen een lange
levensverwachting. Dus moest OTPP
uitzoeken hoe dat gefinancierd kon
worden, hoe met het pensioenkapitaal
vermogen gecreëerd kon worden,” legt
Ambachtsheer uit. “Daarom begaven zei
zich buiten de gebaande paden van
normale pensioenbeleggingen”. OTTP
kocht de grootste niet-beursgenoteerde
vastgoedmaatschappij van Canada, Cadillac
Fairview. Dit onderdeel levert nu volgens de
website van OTPP “stelselmatig een voor-
spelbaar inkomen voor de lange termijn.”
Durf is nodigDeze innovatieve benadering bewijst dat
het concept haalbaar is: beleggen voor de
lange termijn is niet alleen mogelijk en
noodzakelijk, maar kan ook winstgevend
zijn. Dan zijn een nieuwe manier van
denken en durf om te handelen wel nodig,
merkt Ambachtsheer op. En je moet buiten
de paden durven te treden. Hij citeert de
Ierse toneelschrijver George Bernard Shaw:
“De redelijke mens past zich aan de wereld
aan; de onredelijke mens volhardt in zijn
pogingen de wereld aan hemzelf aan te
passen. Daarom is alle vooruitgang afhan-
kelijk van de onredelijke mens.”
de presentatie van Ambachtsheer de avond
ervoor had, door het benoemen van de
historische context en successen uit de
praktijk, geleid tot een levendige discussie
over FCLT. Het belang van de lange termijn
heeft in de eerste plaats te maken met over-
leven van onze soort; alleen door moeilijke
beslissingen te nemen over sparen en inves-
teren (in vroeger tijden van zaden, gereed-
schap en onderdak) kon de menselijke
beschaving tot stand en tot bloei komen.
“Denken over en investeren in langere
termijnen heeft een overgang van zelfvoor-
zienende gemeenschappen van lang
geleden naar rijkere en stabielere gemeen-
schappen mogelijk gemaakt”, schrijft
Ambachtsheer in The Case for Long-Ter-
mism.
Dat is geschiedenis. Nog bemoedigender is
het onderzoek dat Ambachtsheer heeft
gedaan naar innovatieve lange termijn
beleggingsmodellen in de afgelopen
decennia. Een voorbeeld zijn de Australi-
sche superannuation pensioenregelingen,
waar nu gepensioneerden in staat worden
gesteld om hun pensioenkapitaal om te
zetten in annuïteiten. Daarmee hebben ze
de zekerheid van een redelijk betrouwbaar
inkomen als ze bijzonder lang leven. “We
moeten wennen aan een model dat uit
twee delen bestaat”, zegt Ambachtsheer,
“en een scheiding aanbrengen tussen het
‘zekere deel’ voor de betalingszekerheid, en
het ‘langere horizon’ deel waar de samen-
gestelde rendementen worden gegene-
reerd die het pensioen betaalbaar maken.
Als mensen hun denken verschuiven in
deze richting, is er een soepeler overgang
naar FCLT. “
Diep geworteld “Het viel gisteren op dat er veel voor-
beelden uit Canada werden gegeven.
Waarom is het langetermijndenken daar zo
Om het debat rondom Long term
investing te faciliteren, lanceren wij
in april een social newsroom met
de naam SHIFT TO – Long term
investing, te bekijken op www.
shiftto.org. Hier vindt u de meest
recente artikelen, columns en rese-
arch van opinieleiders met diverse
achtergronden en uit verschillende
vakgebieden.
Keith Ambachtsheerkeith ambachtsheer (geboren in
1942 in Rotterdam) is Director
Emeritus van het International
Centre for Pension Management
aan de Rotman School of Manage-
ment van de University of Toronto
(Canada). Daarnaast is hij Editor
van het Rotman International
Journal of Pension Management
(RIJPM) en van The Ambachtsheer
Letter. In 2014 werd hij door CIO
Magazine uitgeroepen tot ‘the
World’s #1 Knowledge Broker in
Institutional Investing’. Ambachts-
heer is voorts auteur van het
invloedrijke boek ‘The Future of
Pension Management’ (Wiley,
2016) en lid van de Editorial Board
van SHIFT TO.
Kempen Insight, maart 20166
Te midden van veel tumult heeft het Europese financiële systeem een stille revolutie doorgemaakt: de manier waarop bedrijven zichzelf financieren is ingrijpend veranderd. De crisis heeft een versnelde verschuiving naar de kapitaalmarkten in gang gezet: bedrijven geven zelf obligaties uit.
Voor externe schuldfinanciering kunnen
bedrijven twee bronnen aanboren. Allereerst
kunnen zij een banklening aanvragen. Dat is
het meestgebruikte loket voor Europese
ondernemingen. Zij kunnen echter ook naar
de kapitaalmarkt gaan om schuldpapier uit
te geven. In de VS vindt externe financiering
vooral via de kapitaalmarkt plaats.
Nieuwe trendDe verschuiving van bankfinanciering naar
kapitaalmarktfinanciering vormt in Europa
een van de belangrijkste trends binnen de
ondernemingsfinanciering. Dit fenomeen,
disintermediatie genoemd, lijkt door de
financiële crisis in Europa te zijn aangewak-
kerd. Niet-financiële ondernemingen
(NFO’s) gaan voor hun financieringsbe-
hoefte steeds vaker naar de kapitaalmarkt. In
de VS vindt deze disintermediatie al sinds de
jaren 80 plaats, sommigen menen dat deze
verschuiving nog eerder op gang kwam.
Deze ontwikkeling werd door structurele
factoren in gang gezet, zoals de opkomst
van directe marktfinanciering, technologi-
sche ontwikkelingen en de deregulering van
de bankensector. Voorafgaand aan de finan-
ciële crisis waren de Europese kapitaal-
0
350.000
300.000
250.000
200.000
150.000
100.000
50.000
dec97
dec99
dec01
dec03
dec05
dec07
dec09
dec13
dec15
dec11
Obligaties uitgeven? Bedrijven doen het zelf
High yield-markt eurozone
Bron: Bank of America Merrill Lynch
De linkergrafiek laat zien hoe de disintermediatie (bedrijfsobligaties als percentage van het totaal van bankleningen en bedrijfsobligaties) zich vanaf 1999 ontwikkeld heeft. De rechtergrafiek toont steeds per maandultimo het totale bedrag aan uitstaande bankleningen en bedrijfsobligaties (x miljoen euro).
Ontwikkeling high yield-markt eurozone op basis van de marktwaarde van de BofAML Euro High Yield Index sinds invoering (x miljoen euro).
Kempen Insight, maart 2016 7
instellingen en de grotere omvang van
uitgiftes is de euro high yield-markt inmid-
dels volwassener geworden. Bovendien is
de liquiditeit redelijk vergeleken met die op
de markt voor investment grade-papier.
Grotere bied- en laatspreads maken het
voor brokers aantrekkelijk om in high
yield-obligaties een markt te onderhouden.
Hierdoor wordt het steeds waarschijnlijker
dat beleggers via goed gediversifieerde
fondsen deze markt op afzienbare termijn
kunnen betreden.
heeft gezien de beperkte financieringsbe-
hoefte geen toegang tot de kapitaal-
markten en is dus nog steeds grotendeels
van de banken afhankelijk.
De groei is met name duidelijk zichtbaar op
de high yield-markt in de eurozone, waar
we schuldpapier vinden van bedrijven met
een kredietstatus van BB of lager (het zoge-
naamde beneden investment grade-seg-
ment). De totale marktwaarde is hier
gestegen van minder dan 100 miljard euro
in 2009 tot meer dan 300 miljard euro nu.
De Amerikaanse high yield-markt is in
diezelfde periode eveneens fors gegroeid
van minder dan 500 miljard dollar naar
meer dan 1.100 miljard dollar. De Britse
high yield-markt, die kleiner van omvang is,
heeft echter de grootste relatieve groei
meegemaakt: van 5 miljard pond naar 48
miljard pond.
Zelf uitgevenHet aantal uitgevende instellingen is op de
euro high yield-markt sinds 2009 meer dan
verdubbeld. Daarbij is met name het groei-
ende aandeel van financiële instellingen
opmerkelijk: van 7 procent in 2007 naar
23 procent nu.
Dankzij de groei van het aantal uitgevende
markten echter nog vrij onderontwikkeld.
De bovenstaande grafieken laten zien hoe
de disintermediatie zich in de eurozone
ontwikkeld heeft. Bedrijfsobligaties hebben
hier een aandeel van 20 procent in het
totaal aan externe schuldfinanciering
(bedrijfsobligaties en bankleningen). Dat
aandeel ligt in de Verenigde Staten een stuk
hoger, op 52 procent.
AantrekkelijkerDisintermediatie wordt door zowel push-
als pullfactoren gedreven. Pushfactoren zijn
onder meer de krimp van de bancaire
kredietverlening en hogere marges op
leningen. Die factoren drukten de beschik-
baarheid van bankleningen. Pullfactoren
zijn onder meer de wens van bedrijven om
financieringsbronnen te spreiden en
dalende kosten voor de uitgifte van obliga-
ties. Hierdoor zijn de kapitaalmarkten
aantrekkelijker geworden.
Institutionele beleggers hebben vooral
belangstelling voor obligaties met een
omvang van minimaal 100 miljoen euro
nominaal: die omvang garandeert enige
liquiditeit en impact in de portefeuille. Voor
het mkb is de disintermediatie echter niet
zo’n gunstige trend geweest. Het mkb
0
0,05
0,1
0,15
0,2
0,25
mrt99
aug00
jan02
jun03
nov04
apr06
sep07
feb09
jul10
dec11
mei13
okt14
0
2.000
1.000
3.000
4.000
5.000
6.000
mrt99
jul01
nov03
mrt06
jul08
mrt13
nov10
jul15
LENINGEN
OBLIGATIES
Richard Klijnstra
Senior Portfolio Manager
Ontwikkeling disintermediatie in de eurozone
Bron: Statistical Warehouse ECB
Kempen Insight, maart 20168
China maakTkEUzES -OOk VOOR DE wERELD
Kempen Insight, maart 2016 9
/// tekst RUTH VAN DE BELT beeld PHILIP JENSTER
Beleggers maken zich grote zorgen over de staat van
de Chinese economie. Vorig jaar groeide de economie
met ‘slechts’ 6,9 procent, het laagste niveau sinds
1990 en minder dan de helft van de groei die in 2007
werd bereikt. Hoewel wij geen harde landing voorzien
(de overheid heeft de middelen en de wil om dit te
voorkomen), neemt de groei de komende jaren wel
verder af. Dit heeft alles te maken met de ontwikke-
lingsfase waarin de Chinese economie zich bevindt.
Aan het begin van dit decennium is China ‘het keer-
punt van Lewis’ gepasseerd. De stroom aan goedkope
plattelandsarbeiders droogt op, waardoor werknemers
in de industrie hogere lonen kunnen eisen zonder dat
hun arbeidsproductiviteit evenredig stijgt. Dit heeft tot
gevolg dat de winsten afnemen en/of de prijzen van
(export)goederen stijgen. Ondernemers hebben
minder ruimte om te investeren en de export komt
onder druk te staan, wat de groei aantast. Aan de
andere kant hebben Chinese consumenten meer geld
om te besteden. Er vindt een transitie plaats van een
investeringsgedreven naar een consumptiegedreven
economie en dit vormt een uitdaging voor Chinese
beleidsmakers. De transitie verloopt met horten en
stoten, waardoor de angst voor een harde landing zo
nu en dan de kop op blijft steken.
Nieuw valutaregimeDe Chinese economische transitie heeft weerslag op de
rest van de wereld. De Chinese vraag naar grondstoffen
neemt verder af en dit is een van de oorzaken voor de
lagere grondstofprijzen. De vraag naar kapitaalgoederen
Beleggers maken zich al maanden zorgen over de Chinese economie. Hoewel China te kampen heeft met een aantal uitdagingen, voor-zien wij geen harde landing.
Kempen Insight, maart 201610
waarmee hoogwaardige producten kunnen
worden geproduceerd, neemt verder toe.
Door de steeds grotere Chinese midden-
klasse stijgt ook de vraag naar luxe consump-
tiegoederen. Een flexibelere wisselkoers is
hierbij van belang, aangezien het importvo-
lume hiermee gestuurd kan worden. Het
wekt dan ook geen verbazing dat de Chinese
overheid, na een lange periode van een min
of meer vaste wisselkoers, stappen in deze
richting zet. In augustus 2015 devalueerde
de People‘s Bank of China, de Chinese
centrale bank, de renminbi met 1,8
procent. Tevens kondigden de centrale
bankiers aan dat zij de koers van de
binnenlandse, onshore, renminbi veel
meer aan de markt zouden overlaten. Bij
het bepalen van de dagelijkse referentie-
koers, waarvan de munt vervolgens 2
procent kan afwijken, is de offshore
renminbi een grotere rol gaan spelen. De
richting van de verandering wordt meer
aan de markt overgelaten, maar het
tempo van de verandering niet. Dit was
mogelijk een voorwaarde van het IMF om
de renminbi de door China felbegeerde
status van reservemunt van de wereld te
geven. Bovendien stapte China in
december 2015 over van een de facto
kruipende koppeling met de Amerikaanse
dollar naar een systeem waarin wordt
gekeken naar een breder mandje aan
buitenlandse valuta. Dit is waarschijnlijk
slechts een tussenfase, voor de munt
uiteindelijk volledig vrij wordt gegeven.
Volledige wisselkoersflexibiliteit is uitein-
delijk goed voor de stabiliteit en groei van
de Chinese economie, maar de transitie-
fase zal leiden tot volatiliteit.
Zorgen om reservesPer saldo is de renminbi vanaf medio 2015
met zo’n 5 procent in waarde gedaald ten
opzichte van de Amerikaanse dollar. In
vergelijking met bijvoorbeeld de waardever-
mindering van de euro afgelopen jaar is dit
beperkt. Toch baart de depreciatie beleggers
zorgen. De valutazwakte gaat namelijk
gepaard met een grote kapitaaluitstroom.
Om de valuta te stutten, teert China in rap
tempo in op zijn buitenlandse valutareserves.
Er zijn meerdere oorzaken voor de kapitaal-
uitstroom. Zo bouwen Chinese bedrijven en
banken hun in vreemde valuta genoteerde
schuld af om wisselkoersrisico’s te af te zwakken.
Verder speelt kapitaalvlucht een rol. Helaas is het
onmogelijk om exact aan te geven welke factor
momenteel de overhand heeft.
Bevolking overtuigenHet risico dat een verdere verzwakking van de
renminbi Chinese huishoudens ertoe aanzet
om hun in renminbi genoteerde activa om te
zetten in buitenlandse valuta is er wel. Om dit
binnen de perken te houden, is het noodzake-
lijk dat Chinese beleidsmakers de bevolking
ervan kunnen overtuigen dat er ook aantrek-
kelijke rendementen in China kunnen worden
behaald. Dit vereist meer dan de stabilisatie
van economische groei.
Er moeten ook op andere gebieden hervor-
mingen worden doorgevoerd, zoals het
sluiten van verlieslatende (semi)staatbe-
drijven en privatiseringen. China moet van
een centraal geleide markteconomie naar
een echte markteconomie bewegen.
Met beleidChina ondergaat een economische transitie
en dit vormt een uitdaging voor Chinese
beleidsmakers. Op basis van binnenlandse
‘Beleidsmakersmoeten denken
aan hun mondiale positie’
Kempen Insight, maart 2016 11
Chinese valutareserves (x miljard USD)
Bron: Bloomberg Bron: Thomson Reuters Datastream
Wisselkoers RMB per USD
argumenten kan een sterke devaluatie van
de renminbi aantrekkelijk zijn, maar beleids-
makers hebben ook een externe verant-
woordelijkheid. De Chinese economie is de
tweede economie van de wereld en heeft
een grote impact op het mondiale econo-
mische wel en wee. Een sterke devaluatie
kan de mondiale financiële stabiliteit
aantasten en zorgt voor een verdere disin-
flatoire druk. Door sterke devaluatie kan
China zijn internationale positie in gevaar
brengen, terwijl het juist door de westerse
wereld serieus wil worden genomen. Wij
denken dat Chinese beleidsmakers hun
interne doelen blijven nastreven, maar
daarbij de rest van de wereld niet uit het
oog zullen verliezen. Zij zullen de renminbi
verder laten depreciëren, maar pauzeren als
dit leidt tot een te grote onrust.
Ruth van de Belt
Investment Strategist
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
4.000
4.500
96 98 00 02 04 06 08 10 12 14 166
6.5
7
7.5
8
8.5
96 98 00 02 04 06 08 10 12 14 16
Vaste koppeling met USD
Vaste koppeling met USD
Kruipende koppeling met USDDevaluatie
Kruipende koppeling met valutamandje
jaren jaren
12 Kempen Insight, maart 2016
BREXITNO, THANK YOU
CAMERON ZEGT DAT HIJ MET “HART EN ZIEL”
CAMPAGNE VOOR HET EU-LIDMAATSCHAP
GAAT VOEREN. WIJ DENKEN DAT DE ONZEKER-
HEID EN DE MARKTVOLATILITEIT DE KOMENDE
MAANDEN GROOT BLIJVEN.
Kempen Insight, maart 2016 13
/// beeld FREEPIK, HENRIKE BEUKEMA
Deze strijd is een nieuwe ronde ingegaan.
De Britse regering kampt niet alleen in eigen
gelederen met verdeeldheid, maar ook daar-
buiten. Zo is in 1993 de UK Independence
Party (UKIP) opgericht, die uittreding uit de
EU als expliciete doelstelling heeft. Evenmin
is de Labour-partij ondubbelzinnig voor-
stander van het EU-lidmaatschap. Onder-
tussen meet de Britse boulevardpers negatief
nieuws over de EU graag breed uit.
Grote impact?In de aanloop naar het referendum legt het
pro-Brexit-kamp de nadruk op de bespa-
ringen na een uittreden uit de EU, terwijl
het anti-Brexit-kamp voor een financieel
armageddon waarschuwt. Mocht het VK
toch uit de EU stappen, dan zal dat een
schokgolf door de markten zenden. Hoe
groot de impact uiteindelijk is, hangt ook af
van de akkoorden die het VK na de uitstap
met de EU en andere landen moet uiton-
derhandelen. Zeer gunstige voorwaarden
voor het VK zouden de eurosceptische
partijen op het Europese vasteland in de
kaart spelen. Daarom verwachten we niet
dat dergelijke akkoorden gunstiger dan de
huidige verdragen gunstig zullen uitvallen.
VoordelenDe Londense City is en blijft belangrijk. Een
Brexit zou tot enorme onzekerheid in de
Britse financiële sector leiden op een
moment dat deze grote en wereldwijd
opererende sector bij bepaalde EU-leden
toch al een politiek gevoelig punt vormt.
Handelsakkoorden op dit gebied zijn al
De regering-Cameron is zelf wel voor-
stander van het EU-lidmaatschap, maar dan
in een aangepaste vorm waarin rekening
wordt gehouden met bepaalde steeds
terugkerende bezwaren van de Britten. Is
dit genoeg om een Brexit af te wenden?
Britse twijfel aan het EU-lidmaatschap is
niet nieuw. Al in het Thatcher-tijdperk was
een groot deel van de Conservatives tegen
het idee van één Europa. Een steeds
hechter EU-verband werd als een bedrei-
ging voor de Britse identiteit en soevereini-
teit gezien. De tegenstelling tussen het VK
en Europa werd door de Britten als een
’wij-tegen-zij-strijd’ ervaren. De meeste
Britten zien Thatcher als de premier die
tijdens de onderhandelingen met de EU
belangrijke concessies wist af te dwingen.
Onder het premierschap van partijgenoot
John Major, die Thatcher in 1993 opvolgde,
vormde Europa echter nog steeds een
twistpunt binnen de Conservatieve Partij.
In 2015 deed de Britse premier David Cameron de kiezers een belofte: als hij de algemene verkiezingen zou winnen, zou hij voor eind 2017 een referendum over het Britse EU-lid-maatschap houden. Wat zou een vertrek uit de EU voor het VK betekenen?
complex en zullen bij een Brexit alleen
maar ingewikkelder worden.
Een Brexit kan de Britten bepaalde finan-
ciële voordelen bieden: zo hoeft het VK niet
langer aan de EU-begroting bij te dragen
en neemt de reguleringsdruk waarschijnlijk
af. De economische gevolgen zijn per saldo
waarschijnlijk echter licht negatief, niet
alleen op de korte, maar ook op de middel-
lange tot lange termijn.
Voor de EU als geheel zal de economische
impact van een Brexit waarschijnlijk klein
zijn, maar voor individuele EU-lidstaten
kunnen de gevolgen wel aanzienlijk zijn. De
voortgaande EU-integratie kan bovendien
nog meer politieke tegenwind gaan onder-
vinden. Gezien de enorme uitdagingen
waarmee de EU en de eurozone geconfron-
teerd worden – zoals de voortslepende
problemen in Griekenland, de vluchtelingen-
crisis en de groeiende euroscepsis – denken
wij dat de EU deze kwestie vooral zo snel
mogelijk wil afhandelen om weer tot de
orde van de dag te kunnen overgaan.
ONS SceNAriO: GeeN Brexit Het beloofde referendum vindt op 23 juni 2016 plaats. De regering-
Cameron heeft onlangs bij onderhandelingen enkele overwinningen binnengehaald: de EU heeft een aantal concessies gedaan op het
gebied van migratie, economisch beleid en soevereiniteit. De Britse premier kan de kiezers nu het advies geven om vóór het EU-lid-
maatschap te stemmen. Voor de meeste eurosceptici in het VK kunnen de concessies echter nooit groot genoeg zijn. De gemiddelde
Brit heeft volgens peilingen een lichte voorkeur om in de EU te blijven, maar recente peilingen geven ook aan dat de kans op een Brexit
aanzienlijk is. De opkomst zal belangrijk zijn en die is moeilijk te voorspellen. Vooralsnog luidt ons basisscenario dat het VK in de EU
blijft. Het verleden leert ons namelijk dat Britse kiezers in referenda vaak de voorkeur geven aan de bestaande situatie. Wij zien een
Brexit dan ook als staartrisico. De onzekerheid en de marktvolatiliteit houden de komende maanden echter aan.
Ruth van de Belt
Investment Strategist
Michael Wray
Kempen Fiduciary Management
(Londen)
Les van monty Python
In zijn reflectie op de crisis van 2008
wist de Nederlandse hoogleraar risico-
management Theo Kocken Monty
Pythonicoon Terry Jones te vertellen
dat het economisch onderwijs het
welvaartsstreven (‘boom’) van de
rationele mens verheerlijkt en de
economisch ontwrichtende krachten
van de menselijke hebzucht negeert.
Hierdoor geloven velen dat crashes
niet voorkomen of vermeden kunnen worden, maar een vast
onderdeel zijn van het economische ritme. Een gezamenlijk
project om kennis over terugkerende economische instabiliteit
te verspreiden ontstond. Dat gebeurt in een interessante combi-
natie van gesprekken met experts, luchtige humor inclusief
muppetachtige animaties en analyses door deskundigen, onder
wie Nobelprijswinnaars. Ook de beurskrach van 1929 en de
Nederlandse tulpenmanie passeren de revue.
TITEL Boom Bust BoomREgISSEUR Terry JonesSCENARIO Terry Jones en Theo KockenCAST John Cusack, Dirk Bezemer, Zvi Bodie, Willem Buiter
als de bubble barst
Deze film neemt de kijker mee naar
opkomst en ondergang van de
zeepbel op de Amerikaanse huizen-
markt, die in 2008 barstte. Wie waren
de mannen die aan deze ellende geld
wisten te verdienen en hoe? Het
oppompen van de Amerikaanse
huizenmarkt en financiële markten als
de plaats waar partijen elkaar liever
napraten dan corrigeren, worden kari-
katuraal neergezet. The Big Short heeft veel vaart en humor, en
intermezzo’s waarin wereldsterren Wallstreetgedrag uitleggen.
Uiteindelijk zet de film de kijker ook aan tot nadenken.
Waar zit de rem in het financiële systeem en is geld
verdienen op de korte termijn echt belangrijker dan het
afwenden van een voorzienbaar probleem met langetermijn-
consequenties?
TITEL The Big ShortREgISSEUR Adam McKaySCENARIO gebaseerd op The Big Short van Michael LewisCAST Christian Bale, Steve Carrell, Ryan gosling en Brad Pitt
á Navolger van Jheronimus Bosch - Verzoeking van Antonius
Marc Mulders - gemengde papavers II, 1997
á Ronald Zuurmond - Blauw, 1999
Juriaan Molenaar - Spiegeltorens, 1999
á Rembrandt van Rijn - Die Hutte und der Heuschober, 1641
á Karel Appel - Figure, 1951
15Kempen Insight, maart 2016
A NIGHT AT THE MOVIESFOR INVESTORS
15
Evert Waterlander isdirecteur Client Solutions bijKempen Capital [email protected]
KANTOORKUNST Art factsMet hun kunstcollectie willen Van Lanschot & Kempen de bedrijfs-
cultuur verrijken en de bedrijfsidentiteit benadrukken. De collectie
wordt niet gezien als ‘asset’ en heeft ook geen winstoogmerk.
Doordat we alleen kunst kopen van Nederlandse kunstenaars of
kunstenaars die met Nederland verbonden zijn, versterken we het
culturele klimaat in Nederland. Van Lanschot is daarom ook hoofd-
sponsor van de PAN, een prominente kunstbeurs.
> 50 Nederlandse bedrijven hebben een kunst-
collectie.
> Een aantal van onze schilderijen hebben ‘licht-
alarmen’. Zodra een kunstwerk van de muur wordt
gehaald, en er dus licht bij komt, gaat het (stille)
alarm af.
> Museumglas spiegelt niet en beschermt tegen
uv-straling.
> Er is altijd wel een werk uit de collectie uitgeleend
aan een museum. Dit gebeurt zo’n tien keer
per jaar.
> Er loopt een grootschalig onderzoek naar het effect
van bedrijfscollecties op de kunstgeschiedenis.
Het wordt gepubliceerd in 2019.
handelaar op hol
In dit docudrama zien we handelaar
Nick Leeson van het rechte pad raken
door ongeoorloofde transacties op
een gefingeerde klantenrekening te
boeken. Ondertussen wordt hem als
steeds belangrijker wordende ‘winst-
machine’ geen strobreed in de weg
gelegd. Leeson wordt binnen Barings
een gevierd man en hij neemt de gok
om zijn heimelijke maar verlies-
latende posities weg te werken. Na de Japanse beursdaling
volgend op de aardbeving in Kobe spat deze positie uiteen.
Leeson slaat op de vlucht en ontdekt dat zijn positie Barings in
de afgrond heeft gedreven. We weten hoe dit afloopt: in 1995
gaat Barings failliet en Leeson naar de gevangenis.
TITEL Rogue TraderREgISSEUR James DeardenCAST Ewan Mcgregor en Anna Friel
Ilka van Steen is conservator van de kunstcollectie van Van Lanschot & [email protected]
Jerry Keizer - Zonder titel Vincent van gogh
Le Saule, 1885
Kempen Insight, maart 201616
De invloed van valuta- bewegingen op economische
en beleggingsuitkomsten neemt toe. Regulier begrotings- en monetair beleid loopt tegen zijn grenzen aan.
Het gebruiken van de valuta als gereedschap
lijkt steeds meer in zwang te raken bij beleids-
makers. De wisselkoers wordt primair beïn-
vloed door de handelsbalans, het begrotings-
en monetair beleid, economische groei en
inflatie. Door de wisselwerking tussen deze
factoren verandert de vraag naar en het
aanbod van een valuta voortdurend, wat de
richting van die valuta op korte termijn
onvoorspelbaar maakt.
ObjectiefEen wisselkoers is de prijs van twee valuta’s
ten opzichte van elkaar. Zo betekent een
eurodollarkoers van 1,20 simpelweg dat je
met 1 euro 1,20 aan dollars kunt kopen.
Hieruit kan niet de conclusie worden
getrokken dat de euro meer waard is dan de
dollar. Om te bepalen wat een valuta ‘waard’
is, is een reële koers nodig wat betekent dat
je moet corrigeren voor het lokale prijspeil.
Zo kun je valuta’s objectief vergelijken, omdat
op termijn de wet van één prijs geldt (bijvoor-
beeld de ‘Big Mac index’). Wanneer bijvoor-
beeld een product in dollars twintig procent
goedkoper is dan in euro’s, is het een kwestie
van tijd voordat handelaren dit voordeel
benutten (arbitrage). De handelaar koopt het
product in dollars, verkoopt het in euro’s en
strijkt een ‘risicoloze’ winst op. Het gedrag
van arbitrageanten waarborgt (onbedoeld)
dat de reële wisselkoersen naar evenwicht
tenderen.
Omdat geen land handel drijft met één enkel
ander land, maar met meerdere, moet je de
verschillende reële wisselkoersen samenvoegen
om tot één prijs te komen. Dat noemen we de
reële effectieve wisselkoers (rew). Deze geeft de
fundamentele waarde van de valuta weer. Een
rew onder de 1 duidt op onderwaardering ten
opzichte van de rest van de wereld en visa versa
boven de 1 op overwaardering.
Geen stellige conclusiesDoor het inzicht dat de rew verschaft over de
fundamentele waarde van een valuta en
daarmee over de concurrentiepositie van een
land, maken veel internationale organisaties
zoals de OESO of de ECB er gebruik van bij
hun economische voorspellingen.
Voor het een-op-een vertalen van de rew naar
beleggingsbeslissingen is voorzichtigheid op
zijn plaats: handelsstromen en prijsontwikke-
lingen zijn belangrijke onderdelen in de bere-
kening van de rew, maar niet altijd goed
meetbaar. Zo is de gekozen prijsindex als
indicatie van de ontwikkeling van de concur-
rentiepositie bij voorbaat subjectief en is het
een uitdaging om een compleet overzicht
van handelsdata te hebben.
Het is daarom in onze ogen verstandig om
bij rew-waardes dicht bij 1 niet te stellige
conclusies te trekken: het kan duiden op
zowel een verandering in de waardering in
de rew als op ruis, meetproblemen dus. Om
ervoor te zorgen dat we niet op ruis reageren,
houden wij een marge van minimaal tien
procent aan van de fundamentele waarde
voordat wij een valuta over - of ondergewaar-
deerd vinden. Wanneer een valuta over- of
ondergewaardeerd is, kan dit een reden zijn
om bij de jaarlijkse portefeuillevaststelling
het percentage van de valutahedge aan te
passen. De belangrijkste valuta’s om deze
beslissing op te maken zijn de euro, het Britse
pond en de Amerikaanse dollar.
impact valutaHet meenemen van verwachte valutabewe-
gingen in de beleggingsbeslissing betekent
oog hebben voor het verwachte verschil in
lokaal rendement en in euro. De relevantie
van valutabewegingen is echter niet voor
elke vermogenscategorie gelijk. Enkele
vermogenscategorieën kennen van nature al
een hoge volatiliteit waardoor de invloed van
valutabewegingen op het totaalresultaat
beperkt is. Op de korte termijn geldt dat
voornamelijk voor aandelen, op de langere
termijn ook voor andere reële activa als vast-
goed en infrastructuur. Bij nominale activa
als liquide middelen en obligaties is de
invloed van valutaveranderingen wel groot
in vergelijking met het te
verwachten nominale rende-
ment van deze activa.
Dat geldt voor zowel de
korte als lange termijn.
Als bij de keuze van een
obligatiebelegging het
risicomijdende karakter
van belang is, dan
hebben wij de voorkeur
om het valutarisico
te hedgen.
Wisselkoers van invloedop beleggingsresultaat
Florian Broekhuizen
Investment Strategist
à Een detail uit het schilderij ‘De geldwisselaar’ navolger van Marinus van Reymerswaele
Kempen Insight, maart 201618
Is er voor langetermijnbeleggers
nog voldoende perspectief in
financiële markten? Investment strategist Marius Bakker zet de
feiten op een rij.
Momenteel zien wij dat door de jarenlang
stijgende markten de waardering voor
vrijwel alle beleggingscategorieën minder
aantrekkelijk is. Verwachte rendementen
zijn over vrijwel de gehele breedte van de
markt laag, en bieden vaak te weinig
compensatie voor het gelopen risico. Daar-
naast is de volatiliteit in de markt de afge-
lopen maanden sterk toegenomen. In deze
omgeving is behoud van kapitaal minstens
zo belangrijk als rendement op kapitaal.
Staatsobligaties zijn veilige investeringen
maar bieden onder invloed van het ruime
beleid van centrale banken momenteel
vrijwel geen rendement. Tegelijkertijd
bieden risicodragende beleggingen zoals
aandelen onvoldoende compensatie, zeker
gezien het huidige marktklimaat.
raamwerkAls belegger willen we voldoende gecom-
penseerd worden voor de risico’s die
verbonden zijn aan onze investeringen. Ons
raamwerk voor het bepalen van het rende-
ment dat wij vereisen, is gebaseerd op de
veronderstelling dat iedere beleggingscate-
gorie een specifiek risico toevoegt. Zo
moeten staatsobligaties ons compenseren
voor de langere looptijd en het gevaar dat
inflatie de hoofdsom uitholt. Bij bedrijfsobli-
gaties is kredietrisico de extra component.
Aandeelhouders hebben een claim op de
winsten die verdeeld worden, maar staan
onderaan in de kapitaalstructuur en moeten
dus een hogere vergoeding krijgen. In de
meeste gevallen is de historische vergoe-
ding een goede leidraad. Voor veiligere
beleggingen zoals obligaties verlangen wij
minder rendement dan voor aandelen en
voor opkomende markten willen wij meer
risicocompensatie dan voor ontwikkelde
markten.
Aan de hand van dit raamwerk bepalen wij
of een belegging momenteel (on)aantrek-
kelijk gewaardeerd is. Als het verwacht
rendement op een beleggingscategorie
vrijwel gelijk is aan het door ons vereiste
rendement, is deze in onze ogen neutraal
gewaardeerd. Daarboven vinden wij beleg-
gingen steeds aantrekkelijker, eronder juist
niet.
Neutrale risicohoudingDoor de monetaire stimulering van centrale
banken zijn rentes wereldwijd nog altijd
dicht bij hun historisch dieptepunt en in
sommige landen zelfs negatief. Dit heeft
ook een effect op staatsobligaties, die
beleggers weinig rendement in het vooruit-
zicht stellen. Als gevolg hiervan hebben
beleggers op zoek naar rendement de prijs
van meer risicovolle beleggingen opge-
Tijd voor voorzichtig-heid
Kempen Insight, maart 2016 19
dreven, waardoor veel categorieën over het
algemeen hoog gewaardeerd zijn. Wij
verwachten dat in de komende periode
waarderingen zullen normaliseren. Dit was
ook de achtergrond van onze stelling eind
2015 om risico te reduceren. Het tempo
waarin waarderingen terug naar trend gaan
is altijd lastig te bepalen. Evengoed waren
(en zijn) we van mening dat aan de periode
waarin risico nemen fors beloond werd
langzaam een einde is gekomen. Voorzich-
tigheid is een vereiste om verlies van kapi-
taal te beperken. De normalisering van
waarderingen zal naar onze verwachting
gepaard gaan met koersdalingen en volati-
liteit. Het goede nieuws is dat dit op
langere termijn beleggen aantrekkelijker
maakt.
relatieve afwegingHoewel veel categorieën in absolute zin niet
bijster aantrekkelijk zijn, kunnen beleggers
nog wel een aantal risico’s uitwisselen.
Wanneer we op zoek zijn naar minder risico
zijn obligaties de voor de hand liggende
keuze, al bieden deze momenteel een
weinig aanlokkelijk rendement. Voorname-
lijk omdat de obligatierente in de meeste
ontwikkelde regio’s dicht bij historisch lage
niveaus staat. Bedrijfsobligaties bieden
echter wel voldoende extra rendement om
te compenseren voor het kredietrisico. Ook
het hoogrentende deel van de obligatie-
markt wordt door ons nog steeds aantrek-
kelijk gevonden.
GroeivooruitzichtenCruciaal in de keuze waar en wanneer
portefeuilles aan te passen is de economi-
sche omgeving op de middellange termijn.
In lijn met bedrijfsobligaties hebben aande-
lenmarkten in 2016 al een flinke correctie
ondergaan. Ondanks de koersdalingen van
wereldwijde aandelenmarkten in de afge-
lopen maanden zijn de koers-winstverhou-
dingen nog altijd boven het historisch
gemiddelde. Aandelen zullen naar verwach-
ting verder verzwakken zodra de economi-
sche cyclus gaat draaien. Het ruime mone-
taire beleid dat de afgelopen jaren de
markten heeft ondersteund is minder
stimulerend. De Amerikaanse Fed (stelsel
van centrale banken) heeft eind 2015
besloten de rente voor het eerst in ruim
negen jaar te verhogen. De economie in de
Verenigde Staten loopt voorop in de econo-
mische cyclus en onze verwachting is dat
deze dit jaar gaat afkoelen. Wij verwachten
dan ook minder renteverhogingen en zijn
voorzichtig op Amerikaanse aandelen. In
Europa is er nog ruimte voor groei en hier
staat de ECB ook nog klaar om meer mone-
tair te stimuleren. Zo is dankzij de historisch
lage rentestand in de eurozone de risi-
co-opslag voor Europese aandelen nog
voldoende. Europa is echter geen eiland.
Gezien de huidige economische cyclus
waarin grondstoffenprijzen onder druk
staan en de Chinese economie afkoelt, zijn
wij voorzichtiger over de wereldwijde groei-
vooruitzichten. Europese aandelen zijn dan
wel aantrekkelijker dan die in de Verenigde
Staten, maar dit is vooral een relatieve
afweging.
GebalanceerdOmdat er op basis van waarderingen
slechts beperkte rendementen te behalen
zijn en de cyclus ook langzaam richting de
laatste fase gaat, zijn we van mening dat
het tijd is om voorzichtiger te opereren. Na
jaren waarin koerswinsten allesbepalend
waren nemen de economische risico’s toe.
Het is niet langer meer ‘kopen op zwakte’,
maar tijd voor een meer gebalanceerde
benadering waar kapitaalbehoud leidend is
en ‘verkopen op kracht’ ook moet.
Marius Bakker
Investment Strategist
%
10
8
6
4
2
021 3 4 5 6 7 8 9 10 11 %
Verw
acht
ren
dem
ent
Vereist rendement
EMU OBLIGATIES
EUR CREDITSVS STAAT
VS AANDELENBEDRIJVENHIGH YIELD
EU AANDELENEM STAAT ($)
EM AANDELEN
Verwacht vs vereist rendement
Bron: Kempen Capital Management
Op de solide lijn is vereist rendement gelijk aan verwacht rendement.De stippellijn laat zien dat de hellingshoek van de lijn door de verwachte aandelen- en obligatie- rendementen (de risico- premie) nog steedsdezelfde is, maar dat verwachte rendementen lager zijn.
Kempen Insight, maart 201620
Kempen Insight, maart 2016 21
/// beeld PHILIP JENSTER
Veranderendefeiten
Financiële markten bewegen tussen
hoop en vrees, tussen euforie en paniek
en tussen bull en bear. In ons beleg-
gingsproces vatten we dit in het derde
bouwblok: sentiment. Waar op lange
termijn waarderingen cruciaal zijn en op
middellangetermijn de cyclus bepalend
is, gaat het bij sentiment om de korte
termijn. Nobelprijswinnaar Paul Samu-
elson stelde al in 1966 in ‘Wall Street
indexes predicted nine of the last five
recessions’ dat dat de aandelenmarkt
vaak geen goede voorspeller is. In de
helft van de gevallen is paniek niets
meer dan een rimpeling aan de opper-
vlakte. In de andere helft van de gevallen
zijn de zorgen wel terecht.
Er wordt vaak lacherig gedaan over deze
voorspelbaarheid, maar zelfs met deze
score doet de markt het beter dan de
gemiddelde econoom. Want wanneer
was de laatste keer dat u voor het begin
van een recessie het hoorde? Maar goed,
nu de feiten. In de zomer van 2015 was
er paniek op de financiële markten.
Beleggers dachten toen en masse dat
China een harde landing zou krijgen en
de Amerikaanse centrale bank de rente
gelijktijdig zou verhogen. Achteraf bleek
de paniek geen grondslag te hebben in
de fundamentals. Het was enkel de
verwachting dat ze zouden veranderen.
Daar werd vervolgens – te overtrokken
– op gehandeld. Er was een kortetermijn-
mogelijkheid om risico te verhogen.
We zijn nu in 2016 beland en het jaar
begon met een nieuwe paniekfase.
Volgens ons is er nu echter meer aan de
hand. Zoals u kon lezen zijn er twijfels
over Chinese groei, zorgen over de liqui-
diteit van bedrijfsobligaties en hoge
waarderingen – en dus lage verwachte
rendementen – op veel categorieën. In
een omgeving waar economische groei
afvlakt en inflatie daalt omdat de olie-
voorraad maar niet wil dalen, is dat een
punt van zorg.
Vorig jaar vonden we dat markten door-
sloegen en overtrokken reageerden.
Ook nu reageren koersen heftig, maar
omdat de economische situatie funda-
menteel anders is dan in 2015, is onze
stelling dat markten het dit keer wel
bij het rechte eind hebben. Het is
namelijk nu niet alleen een verande-
ring in verwachtingen maar ook een
verandering van de feiten. Het is tijd
om voorzichtiger te opereren. Na de
vette jaren volgen immers altijd de
magere. Na jaren van groei van kapi-
taal is het mantra de komende jaren
behoud van kapitaal. Dat is ook wat u
van een vermogensbeheerder mag
verwachten.
Roelof Salomons, hoofdstrateeg
bij Kempen Capital Management
en hoogleraar Investment Theory
& Asset Management aan
de Rijksuniversiteit Groningen
Einde
KLIK HIERvoor onze website