JOP 2014

ons jaarlijksondernemingsplan

2014

2

met dit jop willen we een duidelijk beeld scheppen van de concrete doelstellingen die we onszelf stellen voor 2014, geheel volgens de richting die de beheerovereenkomst 2011-2015 vooropstelt. lees mee in deze bundel welk de concrete acties zijn die we hiervoor plannen.

alle werkzoekende en andere niet-actieve burgers op de arbeidsmarkt maximaal op maat activeren 3

loopbaandienstverlening voorzien voor burgers 31

een sluitende aanpak voor alle werkgevers verzekeren 35

een toekomstgericht aanbod voor het ontwikkelen en erkennen van competenties 42

partnerschappen uitbreiden 59

een beleid op maat voor brussel 71

strategische projecten 74

interne werking 82

verklarende woordenlijst 87

3

In zijn ‘State of the Union’ van 11 september beloofde Commissievoorzitter Barroso de Europese politici ‘licht aan het einde van de tunnel’. Vooral de � nan-cieel-economische en vertrouwens- indicatoren zijn opwaarts gericht, maar het blij� nog wachten op een betere oogst op de arbeidsmarkt. Dit lijkt met een aanhoudende nulgroei nog niet voor dit jaar. Ondanks de positieve signalen waarschuwt Barroso voor een broos herstel en een ‘jobless recovery’.

De arbeidsmarkt vertoont als gevolg van de aanhou-dende nulgroei weinig dynamiek. De werkloosheid in de EU stabiliseert op een zeer hoog niveau, het jobverlies is pas in het tweede kwartaal gestopt. De toename van de industriële activiteit in de EU gaat zelfs gepaard met verder jobverlies in de ‘maak-industrie’. In Vlaanderen ligt het aantal NWWZ een stuk hoger dan in de crisisjaren 2009-2010 en de werkloosheidsgraad is opnieuw gestegen tot boven 8%, het niveau van september 2006. De jobkans van werkzoekenden is in 2012 sterk gedaald. Andere indi-catoren, zoals de hoge tijdelijke werkloosheid en het lage niveau van de uitzendarbeid, wijzen evenmin op een snelle trendbreuk. De beperkte toename van het aantal door VDAB ontvangen vacatures wacht de komende maanden op bevestiging.

De Europese beleidsmakers schuiven de werkloze jongeren en meer speci� ek de NEET-jongeren naar voor als prioritaire doelgroep voor het arbeidsmarkt-beleid in 2014. Nu investeren in deze jongeren is nodig om te verhinderen dat zij in deze moeilijke economische tijden langdurig werkzoekend blijven. Om deze groep te helpen werd elke lidstaat gevraagd een ‘jeugdgarantie’ uit te werken. Onze concrete invulling van de jeugdgarantie leest u onder Strategi-sche Doelstelling 1, OD1. Aangezien het probleem van de jeugdwerkloosheid zich sterk concentreert in de grootsteden wordt deze problematiek steevast bena-derd vanuit een partnerschap met de lokale actoren en onderwijs. Meer hierover leest u onder Strategi-sche Doelstelling 5.

Daarnaast blij� in Vlaanderen de werkzaamheid van 50+ers zeer laag. Willen we het objectief van 76%

werkzaamheid halen tegen 2020, zal deze groep langer aan het werk moeten blijven, en sneller geac-tiveerd moeten worden als zij hun job verliezen. Eén van de belangrijke hervormingen van het arbeids-marktbeleid voor 2014 is daarom de vernieuwde begeleidingsaanpak en uitbreiding van de 50+ doel-groep. Meer hierover leest u onder Strategische Doelstelling 1, OD3.

de overkoepelende programma’sDe Staatshervorming en de hervorming van het beleidsdomein WSE2014 wordt het jaar van de 6de staatshervorming. De inkanteling van de overgehevelde bevoegdheden zal onvermijdelijk een zeer grote impact hebben op de dagelijkse werking. Om deze operatie tot een goed eind te brengen werd medio 2013 een programma-structuur goedgekeurd door het directiecomité en werd een programmamanager aangesteld om de nieuwe bevoegdheden e� ciënt en doeltre� end te implementeren. Parallel aan deze ingrijpende her-vorming werd tevens beslist het aantal agentschap-pen binnen het beleidsdomein WSE te reduceren. De precieze contouren van beide oefeningen zijn momenteel nog in voorbereiding. Iedereen Bemiddelaar Ook in 2014 wordt de strategische intentie Iedereen Bemiddelaar verdergezet. Het raakvlak tussen SD 1 ‘Alle werkzoekenden en niet-actieve burgers op de arbeidsmarkt maximaal op maat activeren, met het oog op een duurzame inschakeling op de arbeidsmarkt’, SD 3 ‘een sluiten-de aanpak voor alle werkgevers verzekeren’ en SD 4 ‘competentieversterkende acties’ is de bemiddeling. Onder bemiddeling wordt verstaan de realisatie van een match, automatisch of via een tussenkomst van een consulent, tussen de vraag- en aanbodzijde op de arbeidsmarkt. Ondertussen kunnen we spreken van een algemene bewustwording van het belang van deze focus op bemiddeling. In 2014 willen we ervoor zorgen dat deze focus op bemiddeling ook concreet vertaald en toegepast wordt in onze dienst-verlening aan onze klanten. Daartoe omvat Iedereen Bemiddelaar dit jaar een aantal duidelijke acties die

ook in 2014 wordt de strategische intentie iedereen bemiddelaar

verdergezet

4

verder in dit JOP staan uitgewerkt: bewaarde kandi-daten op vacatures, sollicitatiefeedback, werkgevers-contacten maximale inzet werkplekleren en verhogen kwaliteit van dossiers, vacatures en bedrijfs� ches.

In dit kader vertrekken we vanuit een algemeen bemiddelingsmodel waarop de verschillende pro-cessen in functie van onze klanten kunnen steunen. Dit bemiddelingsmodel houdt in dat we voor alle klanten een gegarandeerde dienstverlening voorzien bestaande uit het stimuleren en ondersteunen van de zelfredzaamheid van onze klanten samen met een kwalitatieve automatische bemiddeling. Op deze manier creëren we ruimte voor consulenten om intensieve dienstverlening aan te bieden aan deze klanten die hier werkelijk behoe� e aan hebben. Hieronder verstaan we zowel de werkzoekenden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt als de moeilijk invulbare vacatures. Deze intensieve dienst-verlening bestaat uit een optimaal gebruik van de beschikbare bemiddelingstools (werkplekleren, opleiding, samenwerking met partners, interregio-nale en internationale bemiddeling,…) in functie van het verwijzen van kandidaten op vacatures. Het verplichtend karakter van het verwijzen op vacatures veronderstelt dat:

◗ er een grote kans is op een match;

◗ we de objectieve criteria en overige info in het dossier of de vacature hebben afgetoetst;

◗ de criteria op de passende dienstbetrekking hebben afgetoetst;

◗ we de opvolging vanuit minstens 1 klant kunnen garanderen.

Daarbij zetten we actief in op het verkrijgen van sollicitatiefeedback van onze klanten, bij voorkeur door onze klanten zelf via MasterVac en MLB, als cruciale informatie om de werkzoekende of vacature verder te bemiddeling.Op deze manier versterken we onze bemiddeling, bieden we onze klanten een maatgerichte dienstver-lening die werkelijk verschil maakt én bereiden we ons tevens voor op de overheveling van de controle van de beschikbaarheid en activering van werkzoe-kenden.

Door centralisatie van taken die een grote specialisa-tie vragen kan e� ciëntiewinst geboekt worden. De Servicelijn en de webdiensten zijn diensten bij uitstek om deze gereorganiseerde dienstverlening onder te brengen. Daarnaast wordt ook verder het pad van e-coaching en sociale media bewandeld.

5

Onze Vlaamse en provinciale sectorale ondernemingsplannen

Op basis van strategische lijnen voor 6 beroepen-clusters zijn in 2013 meerjaarse Provinciale (PSOP) en Vlaamse (VSOP) sectorale ondernemingsplannen opgemaakt die moeten leiden tot een sectorale arbeidsmarktsturing.De 6 beroepenclusters zijn:

◗ diensten aan personen en bedrijven,

◗ zorg/onderwijs,

◗ transport & logistiek,

◗ handel-administratie-verkoop en ICT,

◗ bouw

◗ industrie

Het opzet is om vanuit een arbeidsmarktanalyse het huidig dienstenaanbod te matchen met de huidige en toekomstige behoe� en van de beroepencluster en op die basis concrete en corporate actieplannen uit te tekenen op middellange termijn: eerst voor 2012-2014, nu met een update voor 2014-2016. Speerpunt-en zijn de samenwerking met bedrijven, sectoren en opleidingspartners, een verhoogd aandeel van alle vormen van werkplekleren, een dynamisering en (her-)oriëntering van de arbeidsmarktreserves. Dit alles om de knelpuntvacatures te vervullen

Met het oog op optimalisatie van de organisatie van de dienstverlening zijn volgende wendingen geno-men:

◗ Omschakelen van een gedeelte van de productie-capaciteit “centrumleren” naar productiecapaciteit “werkplekleren”.

◗ Via e-loketten en de opstart van Vlaamse expertis-ecentra voor attestering, TWM, IBO-reglementering en administratief dossierbeheer wordt werkdruk weggenomen worden in de WWs zodat er meer kan ingezet worden op bemiddeling en begelei-ding

◗ De website in combinatie van de Servicelijn neemt de rol over van de “one stop-shop” voor de basis-dienstverlening naar werkzoekenden en werkge-vers.

◗ Zowel voor de werkwinkels als voor de compe-tentiecentra is een vestigingsoptimalisatie gaande die leidt tot schaaleffecten en geoptimaliseerde dienstverlening.

De V/PSOP geven aan voor welke beroepen er een ruime arbeidsmarktreserve bestaat en waarvoor het opleidingsaanbod afgebouwd wordt ten voordele van screenings- en heroriënteringsacties, modulai-re remediëring en werkplekleren. Zij stellen ook die beroepen voorop met grote vacaturevraag waarvan de opleidingsinhouden arbeidsmarktgerichte aanpassin-gen nodig hebben. De gerichte sectorale screenings-acties zijn cruciaal voor een optimale arbeidsbemid-deling. De beschikbare arbeidsmarktreserve moet immers duidelijk blijken uit onze databanken om e� ciënt te kunnen matchen.

geactualiseerde doelstellingsparametersBij aanvang van elk hoofdstuk in dit Jaarlijkse Ondernemingsplan staat een overzicht van degeactualiseerde doelstellingsparameters opgenomen. De actualisering gebeurde op basis van eendoor de studiedienst onderbouwd econometrisch model dat op de Technische Werkgroep van de Raad van Bestuur werd besproken. Dit model gaat uit van een gecorrigeerde uitstroomnorm die de invloed van de economische groei op de uitstroom als het ware neutraliseert. Als de groei daalt dan wordt het moei-lijker om het bestaande uitstroom objectief te halen. Indien men het objectief niet aanpast dan komt dit in feite neer op een verhoging van de ambities. Door het objectief te laten zakken in functie van de groeivertraging houdt men de ambitie constant. Als de groei opnieuw aantrekt, geldt natuurlijk het tegenovergestelde. Dan moet men het objectief verhogen in functie van de groei om de ambitie constant te houden. De doelstelling voor competen-tieversterking op vlak van het aantal opleidingsuren (DP13.1) blij� behouden op het niveau van 2013 maar het aantal cursisten (DP 13.2) stijgt. Dit is een logisch gevolg van het feit dat sinds medio 2013 van een aantal kortdurende begeleidingsacties geen cursis-tenuren meer geteld worden. Om de vraaggerichtheid en doelgerichtheid van deze acties extra te accentueren in de huidige arbeids-marktsituatie, worden de uitstroomdoelstellingen behouden op het niveau van 2013.

7

geactualiseerde doelstellingsparameters voor sd1

ObjectiefBO

ObjectiefJOP 2013

ObjectiefJOP 2014

globaal DP1 Tevredenheid van werkzoekenden 75% 75% 75%

OD1 DP2 Uitstroom jongeren < 25 jaar 57% 61% 60%

OD2 DP3 Uitstroom volwassenen 25-50 jaar 47,5% 51% 50%

OD3 DP4 Uitstroom ouderen > 50 jaar 30% 36% 36%

OD4 DP5 Uitstroom wz > 1 jaar werkloos 11,5% 14% 14%

OD5 DP6 Uitstroom kansengroepen 18% 19% 18,5%

OD7 DP7 Uitstroom werknemers uit collectief ontslag

41% 41% 41%

evaluatierapporten voor sd1

Actie Opleverdatum RvB

OD6 Acties voor personen in armoede Mei 2014

OD6 Begeleiding voor mensen met een MMPP problematiek November 2014

OD1 Jeugdwerkplan Januari 2015

onze opdracht:alle werkzoekende en andere

niet-actieve burgers op de arbeids-markt maximaal op maat activeren

8

inschatting verdeling personeelsinzet voor sd11

Doelstelling VTE

OD1 Bemiddeling en begeleiding voor jongeren (-25 jaar) 327

OD2 Bemiddeling en begeleiding voor alle werkzoekenden (25 – 50 jaar) 271

OD3 Bemiddeling en begeleiding voor werkzoekenden ouder dan 50 jaar. 67

OD4 Middellange en langdurig werkzoekenden activeren 46

OD5 Werkzoekenden uit de kansengroepen activeren 163

OD7 Activerend herstructureren 27

1 Inschatting van het aantal personeelsleden dat ingezet wordt per doelstelling, gecorrigeerd voor uitbestedingen, exclusief provinciale regie en provinciaal management.

waarom sneller maatgericht activeren?

De Vlaamse tewerkstelling doorstond tot nu toe de crisis relatief goed in vergelijking met de evolutie elders in Europa, maar we boeken momenteel onvoldoende vooruitgang om het objectief van 76% werkzaamheid te behalen tegen 2020. Momenteel zijn we met een werkzaamheid van 71,5% eerder een middenmoter binnen Europa. Nochtans is een hogere werkzaamheid noodzakelijk als we onze wel-vaart op peil willen houden in het licht van de vergrijzing. Daarom zetten we in op snelle activering op maat. Dit wil zeggen dat we meer inzetten op snelle en laagdrempelige bemiddeling en (online-)onder-steuning voor de zelfredzame werkzoekenden, zodat we meer tijd kunnen besteden aan de intensieve dienstverlening voor wie er nood aan hee� . We verwijzen hierbij meer dan vroeger op vacatures omwille van het meer dwingende karakter, en volgen op hoe de sollicitatie verlopen is door sollicitatiefeedback te vragen aan de werkgever. Hiermee slaan we twee vliegen in één klap. Enerzijds krijgt de consulent op deze manier een beter zicht op de kwaliteiten en de werkpunten van de werkzoekende. Anderzijds bereiden we ons zo reeds voor op de overheveling van de opvolging van het zoekgedrag en de controle op de beschikbaarheid van RVA naar VDAB als gevolg van de afspraken uit het Vlinderakkoord.

9

doelstelling 1: een sluitend en maatgericht bemiddelings- en begeleidingsaanbod garanderen aan alle werkzoekenden jonger dan 25 jaar

◗ Actie 1: Snelle activering en intensieve bemiddeling 11

◗ Actie 2: Ongekwalificeerde jongeren en jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt klaar-stomen voor de arbeidsmarkt via werkplekleren, kwalificerende trajecten en intensieve bemiddeling en begeleiding 12

◗ Actie 3: Aanbieden van e-begeleiding en flex-iTraining ‘Work in progress’ 13

doelstelling 2: een sluitend en maatgericht bemiddelings- en begeleidingsaanbod garanderen aan alle werkzoekenden

◗ Actie 1: Knipperlichtscreening als vertrekpunt voor dienstverlening op maat 15

◗ Actie 2: Competentiegericht matchen inbedden in de reguliere dienstverlening 16

◗ Actie 3: Aanbod maatgerichte AMC-training (sollicitatiecoaching en attitudetraining) als 2elijnsdienstverlening verder implementeren 17

doelstelling 3: een systematische aanpak bieden voor werkzoekenden ouder dan 50 jaar

◗ Actie 1. Activering 50+: bijsturing aanpak 18

doelstelling 4: middellangdurig en langdurig werkzoekenden gradueel vroeger activeren door middel van een passende aanpak

◗ Actie 1: Van een standaardaanbod naar een proactieve bemiddelingsaanpak op maat voor langdurig werkzoekenden 20

doelstelling 5: werkzoekenden uit de kansengroepen maximaal activeren

◗ Actie 1: Uitvoeren vernieuwd samenwerkings-akkoord VDAB en Jobkanaal 22

◗ Actie 2: PMAH: uitvoeren samenwerkingsover-eenkomst Steunpunt handicap en arbeid. 23

◗ Actie 3: Allochtonen op maat activeren 24

doelstelling 6: een specifieke aanpak opzetten voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt

◗ Actie 1: Maatwerk collectieve inschakeling en lokale diensteneconomie 26

◗ Actie 2: Ondersteuning bieden bij het tot stand komen van het Werk en Zorg-kader 27

◗ Actie 3: Laaggeletterden 28

doelstelling 7: activerend herstructureren

◗ Actie 1. Activerend herstructureringsbeleid verder uitbouwen 29

onze concrete plannen lees je op de volgende pagina’s.

10

van jeugdwerkplan naar sluitend maatpak plus voor jongeren

Conform de Europese Jeugdgarantierichtlijn voeren we verschillende acties uit zodat jongeren uiterlijk na 4 maanden werkloosheid geactiveerd worden. Dit doen we in een traject op maat waarin maxi-maal ingezet wordt op competentieversterking (IBO, WIJ!, instapstages,…) en een snellere en ‘klevende’ activering. Deze aanpak laat toe dat de moeilijke-re doelgroepen een intensievere en maatgerichte aanpak wordt gegarandeerd. Zo voorzien we voor de ongekwali� ceerde jongeren tegen het einde van de 6e maand werkloosheid een trajectplan met engage-ment voor intensieve competentieversterking.

In vergelijking met het huidige JWP wordt er meer maatwerk geleverd, worden jongeren sneller in hun werkloosheidsduur aan een werkervaring geholpen en wordt er vooral gewerkt met die werkzoeken-den die er nood aan hebben (omwille van bepaalde problematieken of omwille van de nood aan compe-tentieversterkende acties om aan de slag te kunnen gaan in een knelpuntberoep).

Meer concreet betekent dit dat VDAB jongeren in 2014:

◗ sneller activeert en intensiever bemiddelt dan voorheen;

◗ toeleidt naar ofwel een competentieversterkend traject vnl. voor de ongekwalificeerde uitstromers (kwalificerende trajecten en integraal werkplekle-ren) ofwel naar een intensief bemiddelings- en begeleidingsaanbod vnl. voor jongeren met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Hiervoor wordt ook samengewerkt met onze partners uit de bemiddeling- en begeleidingstenders;

◗ Indien gewenst via e-begeleiding en Flex-iTraining zal ondersteunen.

inschatting vereiste inspanningen voor het sluitend maatpak plus voor jongeren

◗ 308,1 VTE Sluitend Maatpak Plus voor Jongeren (waarvan 86 VTE via uitbesteding TIBB en WIJ!)

◗ 42.300 Knipperlichtscreenings

◗ 13.000 bemiddelingstrajecten

◗ 27.000 begeleidingstrajecten

doelstelling 1: een sluitend en maatgericht

bemiddelings- en begeleidingsaanbod garanderen aan alle werkzoekenden

jonger dan 25 jaar

doelstelling 1:wat doen wij

voor jongeren?

11

actie 1. snelle activering en intensieve bemiddeling

Vertrekkend van de capaciteiten (en beperkingen) van de werkzoekende jongere zoeken we gericht vacatu-res die haalbaar zijn en waar zowel de jongere als de consulent voor wil gaan. We zetten in op snelheid en op intensiteit:

Door actieve promotie van het VDAB aanbod voor jon-geren bij scholen en uitbetalingsinstellingen willen we dat zoveel mogelijk jongeren zich op tijd online inschrijven in Mijn Loopbaan, zodat op hun dossier de automatische vacaturematching kan gestart wor-den. We promoten hier ook de jongerensite vdab.be/jongeren waarop zij verder wegwijs worden gemaakt in ons aanbod voor jongeren. We zorgen er vervolgens voor dat deze schoolverlaters reeds in september een bemiddeling en een eerste algemene screening krijgen. Hierbij ligt de nadruk op een volledig en correct ingevuld Mijn Loopbaanpro� el om een betere vacaturematching mogelijk te maken.Met de actie ‘school’s out, work’s in’ ondersteunen we snel en e� ciënt schoolverlaters die een sollici-tatiegesprek gepland hebben of willen solliciteren binnen een bepaalde sector.

Via een videochat-sessie en/of een workshop in de regio bereiden we hen voor op hun eerste sollicita-ties.De jongeren die tot de doelgroep behoren en nood hebben aan een eerste werkervaring, leiden we toe naar instapstages.

We ondersteunen onze teamleiders en consulenten om een hogere contactfrequentie met de jongeren te realiseren. We maken deze tijd vrij door de geten-derde begeleidingscapaciteit uit te breiden met 2500 trajecten binnen de lopende TIBB (Tender Trajecten met intensieve begeleiding en bemiddeling naar werk, inclusief nazorg bij tewerkstelling) speci� ek voor jongeren.

de resultaten die wij verwachten met deze actie:

◗ Elke schoolverlater heeft in september een matchbaar dossier.

◗ Bij schoolverlaters wordt in september de bemiddeling opgestart en krijgen ze minimaal een eerste algemene screening.

◗ Voor het einde van de 4e maand werkloosheid heeft elke jongere een trajectplan op maat met oa. collectieve en e-wijstechnieken, jobcoaching

◗ Toename van het aantal online inschrijvingen en toename van het aantal inschrijvingen in juli

◗ 2.500 extra trajecten specifiek voor jongeren binnen TIBB

12

actie 2. ongekwalificeerde jongeren en jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt klaarsto-men voor de arbeidsmarkt via werkplekleren, kwalificerende trajecten en intensieve bemidde-ling en begeleiding

Werkplekleren is de bemiddelingstool bij uitstek om jongeren met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt de kans te geven zich te bewijzen bij een werkge-ver en tegelijkertijd aan de eigen competenties te werken zodat deze beter matchen met de gevraagde competenties in de vacature. Daarnaast vergroot het volgen van een knelpuntgerichte beroepsopleiding de kansen op werk voor deze doelgroep aanzienlijk. Een met succes afgeronde opleiding, stage of IBO leidt voor deze doelgroep vaker tot duurzame tewerkstel-ling.

De verschillende instrumenten van werkplekleren die we op maat van deze groep aanbieden zijn de Indi-viduele Beroepsopleiding (IBO), de Instapstage en de Werkinlevingsprojecten voor Jongeren (WIJ!)

Indien ze voldoen aan de instapvoorwaarden kunnen zij starten in een onderwijs kwali� cerend oplei-dingstraject (OKOT) waarmee zij alsnog hun onder-wijskwali� catie kunnen behalen. Indien OKOT niet tot de mogelijkheden behoort wordt met de jongere een knelpuntgerichte beroepsopleiding of één van de vormen van werkplekleren opgezet.

We breiden, in samenwerking met onze partners, het aanbod aan bemiddeling- en begeleidingstra-jecten uit om voor, tijdens en na het werkplekleren of beroepsopleiding een intensieve ondersteuning te kunnen bieden.

◗ De WIJ!-projecten die oorspronkelijk enkel in de 13 centrumsteden werden voorzien worden in Lim-burg uitgebreid naar de gehele provincie. Daarbij wordt naast 310 extra trajecten voor Limburg ook in Antwerpen voorzien in 500 extra trajecten en in Gent stijgt het aantal met 350 trajecten. Dit betekent een totale uitbreiding van 1160 trajecten. De WIJ!-projecten zijn werkervaringsprojecten voor schoolverlaters met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, die gerealiseerd worden door part-ners die intensieve trajecten opzetten bestaande uit een oriënteringsfase, competentieversterken-de opleidingen en stages, alsook nazorg eens de jongere aan het werk is .

◗ Buiten de centrumsteden staat VDAB in voor een gelijkaardige aanpak dmv uitbreiding van TIBB van 2500 trajecten voor jongeren.

wie gaat het doen? ◗ 86 VTE extra via uitbesteding (WIJ! en TIBB)

◗ 26,2VTE extra eigen begeleidingscapaciteit

◗ 17,3 VTE specifiek voor intensievere begelei-ding van laaggeschoolden

◗ 8,7 VTE voor jobcoaching


◗ 3.710 opgestarte WIJ!-trajecten over een periode van 2 jaar (2013-2014) inclusief de uitbreiding.

◗ een trajectplan met intensieve competentie-versterkende actie voor elke ongekwalificeerde jongere die 6 maand ingeschreven is.

◗ Uitbreiding begeleiding 500 jongeren uit BUSO-onderwijs door GTB, GA of GOB.

Speci� ek voor alle ongekwali� ceerde jongeren garanderen we vanaf 2014 dat ze ten laatste tegen het einde van de zesde maand werkloos-heid een trajectplan krijgen met een engage-ment voor een intensieve competentieverster-king (tenzij er eerst een MMPP-problematiek moet geremedieerd worden).

13

actie 3. aanbieden van e-begeleiding en flex-itraining ‘work in progress’

◗ ‘Work in Progress’ is een proefproject dat in oktober 2013 wordt opgestart in de provincie Vlaams-Brabant en houdt de online bemiddeling in van hooggeschoolde schoolverlaters. In april 2014 wordt het proefproject geëvalueerd en wordt bekeken of het wordt uitgebreid. Met dit proefpro-ject willen we tegemoet komen aan de specifieke behoeften van hooggeschoolde en zelfredzame jongeren naar begeleiding en opleiding op hun maat.Het bemiddelingstraject verloopt volledig via e-begeleiding: een bemiddelingstraject via online kanalen (de online afsprakenkalender, e-mail, telefoon, videochat, tekstchat en sociale media.) Naast het bemiddelingstraject wordt er ook Flex-i-Training aangeboden.

◗ E-begeleiding is een online begeleiding die bestaat uit het ondersteunen en coachen van hooggeschoolde jongeren via onlinekanalen en wordt aangeboden op maat van de noden van het individu. Zo kan de focus gelegd worden op het inzicht krijgen in de kansen op de arbeidsmarkt, ondersteuning bij het sollicitatieproces en/of het versterken van hun arbeidsmarktgerichte compe-tenties. Bij deze begeleiding wordt gebruik ge-maakt van telefoon en verschillende online tools zoals e-mail, chat en videochat.

◗ Indien de hooggeschoolde jongere competen-tieversterkende acties nodig heeft wordt er een opleidingsplan op maat opgemaakt, waarbij webopleidingen gecombineerd worden met work-shops, persoonlijke opvolging en ondersteuning bij de zoektocht naar werk. Ook als de jongere aan de slag is, wordt dit plan verder uitgevoerd en opgevolgd omdat het ‘anytime’ en ‘anywhere’ kan gebeuren. Flex-iTraining is dus een leeraanbod dat brede competentieversterking en competen-tievalidering combineert met de focus op tewerk-stelling en loopbaan. Er is een nauwe aansluiting van korte webopleidingen met gepaste andere services zoals loopbaanondersteuning of sollicita-tietraining en -begeleiding en aangevuld met (e-)screening en (e-)certificering.

◗ Jongeren die deeltijds tewerkgesteld zijn en van RVA een inkomensgarantieuitkering ontvangen, krijgen van VDAB 2 maand na hun evaluatiege-sprek bij RVA (dit is ten vroegste in de 6e maand na het ontvangen van een 1e uitkering) een aan-bod op maat dat hoofdzakelijk via e-begeleiding en e-tools zal verlopen. Indien nodig worden ze doorverwezen naar een competentieversterkende actie of intensief bemiddelings- of begeleidings-traject


◗ 200 jongeren volgen E-begeleiding in het proefproject.

◗ Geschat wordt dat 100 van hen Flex-iTraining volgen.

◗ Evaluatierapport (zowel kwalitatief als kwanti-tatief) van het proefproject aan het Directieco-mité medio 2014 in functie van verdere uitrol.

◗ Deeltijds tewerkgestelde jongeren met IGU krijgen binnen de 4 maand na inschrijving een actieplan op maat (met focus op e-begeleiding) (vermoedelijk 200/maand).

wie gaat het doen? ◗ 5 VTE webcoaches

14

Werkzoekenden krijgen een aanbod op maat met perspectief op tewerkstelling. Om dit te realiseren wordt als begeleidingsmodel het Sluitend Maat-pak gehanteerd. Dit begeleidingsmodel is opgevat als een trechter die gaat van ruim toegankelijke dienstverlening voor zelfredzame werkzoekenden tot intensieve begeleiding en opleiding voor die werkzoekenden die er nood aan hebben. Vorig jaar werden reeds de eerste stappen gezet om dit model te versterken tot een Sluitend Maatpak Plus (SMP+). In 2014 wordt verder werk gemaakt van een verdere di� erentiatie en ver� jning van het bestaande bemid-delings- en begeleidingsaanbod.

Het sluitend en maatgericht bemiddelings- en bege-leidingsaanbod voor alle werkzoekenden omvat een aantal acties die net als de vorige jaren blijven verder lopen. Het gaat om:

◗ Traject naar ondernemerschap: informeren en sensibiliseren van werkzoekenden met onderne-mersaspiraties over het aanbod ‘maatpak onder-nemerschap’ dat wordt aangeboden in samen-werking met partners. Na een screening leidt VDAB werkzoekenden toe naar startersadviseurs zodat de promotor 800 begeleidingen van kandi-daat-ondernemers kan uitvoeren.

◗ Het structureel inbedden van de AMC-dienstver-lening binnen het Sluitend Maatpak Plus, zodat elke werkzoekende daar waar het kan een gepaste eerstelijnsdienstverlening krijgt en daar waar het moet correct en snel wordt doorverwezen naar een tweedelijnsdienstverlening.

inschatting vereiste inspanningen voor het sluitend maatpak plus voor jongeren

◗ 242 VTE Consulenten Sluitend Maatpak 25-50 jaar (waarvan 108 VTE via uitbesteding TIBB)

◗ 132,9 VTE Consulenten onthaal/basisdienst-verdeling

◗ 8.500 bemiddelingstrajecten


doelstelling 2: een sluitend en maatgericht

bemiddelings- en begeleidingsaanbod garanderen aan alle werkzoekenden


voor alle werkzoekenden?

15

actie 1. knipperlichtscreening als vertrekpunt voor dienstverlening op maat

We willen voor elke werkzoekende een ondersteuning op maat aanbieden. We moeten daarom allereerst op een snelle manier een onderscheid kunnen maken tussen wie zelfredzaam is en wie nood hee� aan bemiddeling/begeleiding. Dit doen we vooraf door middel van een screening van de nieuwe Mijn Loop-baandossiers.

Tijdens de eerste gesprekken met de werkzoeken-den stelt de knipperlichtscreening ons tevens in staat snel technische en niet-technische competen-tiegaps te detecteren en vervolgens een vlotte en juiste doorverwijzing te doen naar de best passende dienstverlening om deze te remediëren. Een goed gebruik van de knipperlichtscreening ondersteunt zo de toeleiding naar opleidings- en begeleidingsacties bij partners en andere VDAB diensten.

Een belangrijk facet van de knipperlichtscreening is de verruiming van de beroepsaspiraties. Indien werkzoekenden in hun Mijn Loopbaandossier een beroepsaspiratie aangeven waar zo goed als geen vraag naar is op de arbeidsmarkt en zij daardoor nauwelijks vacatures krijgen, worden zij in een individueel gesprek en eventueel door middel van een oriëntatiemodule aangespoord om hun beroep-saspiratie te verruimen zodat hun kansen op werk vergroten.

Het beter gebruik van de knipperlichtscreening door de consulenten wordt in 2014 via teamleiding en experten versterkt. Zij organiseren in de teams een workshop waarin het gebruik van de knipperlichts-creening als vertrekpunt voor dienstverlening op maat wordt aangeleerd of herhaald. Ook op intranet wordt de knipperlichtscreening in een speci� eke campagne duidelijk gecommuniceerd als � lter om op een snelle manier het onderscheid te maken tussen wie zelfredzaam is of met online ondersteuning (oa. e-begeleiding en andere zaken uit e-Wijs) op zoek kan naar werk, en wie nood hee� aan een meer intensieve begeleiding of opleiding.


◗ 100% van de nieuw werkzoekenden wordt sluitend bereikt.

◗ Alle consulenten kennen de knipperlichtscree-ning en kunnen die op een effectieve manier inzetten.

wie gaat het doen? ◗ Elke teamleider organiseert met ondersteu-ning van de expert in het eerste kwartaal een workshop rond het gebruik van de knipperlichtscreening.

◗ Communicatiecampagne over gebruik knipperlichtscreening op intranet.

◗ Kwaliteitscontrolesysteem wordt in het najaar van 2013 opgezet.

16

actie 2. competentiegericht matchen inbedden in de reguliere dienstverlening

Sinds de uitrol in 2013 van de competentiegerichte vacaturematching ondersteunen we werkzoeken-den en burgers in het werken met competenties. Om ervoor te zorgen dat de meerwaarde van het compe-tentiegericht matchen maximaal benut wordt moeten we blijven inzetten op een goede inbedding in de reguliere dienstverlening.

Bij elk contact worden de competenties besproken en in Mijn Loopbaan up-to-date gehouden. Tijdens dit proces wordt de werkzoekende gestimuleerd om eventuele ontbrekende competenties te detecteren en op basis daarvan, online of samen met de consu-lent, een groeipad of persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) uit te tekenen, richting gewenste competenties (bijvoorbeeld door het volgen van een opleiding). Zo worden de competenties van de werkzoekenden in kaart gebracht en zichtbaar gemaakt voor potentiële werkgevers.

wat gaan we doen? ◗ Ondersteunende acties naar de teamleiders (workshops)


◗ Het aantal Mijn Loopbaandossiers van werkzoe-kenden in bemiddeling of begeleiding waarin de competenties werden gescoord stijgt 75%.

◗ Globaal stijgt het aantal dossiers waarin competenties gescoord zijn 50%.

◗ Het aantal dossiers van -55 jarigen waarin onvoldoende informatie is opgenomen om meegenomen te worden in de automatische matching daalt.

De teamleiders worden in 2014 blijvend on-dersteund om competentiegericht matchen duurzaam te implementeren in de dagelijkse dienstverlening. De methodieken, tools en instrumenten zoals Competent, de vragenlijst ‘zoektocht naar werk’, jobindicator, toolbox naar werk en ORIENT worden verder gepromoot om het competentiegericht matchen mogelijk te maken en te faciliteren.

17

actie 3. aanbod maatgerichte amc-training (sollicitatiecoaching en attitudetraining) als tweede lijnsdienstverlening verder implementeren

Elke bemiddeling start binnen het Sluitend Maatpak met het evalueren van de sollicitatievaardigheden, het CV , het voorkomen en de werkattitudes van de werkzoekende (= de niet-technische ArbeidsMarkt-Competenties) en het bepalen van de startsituatie op vlak van competenties. Elke medewerker in een contactfunctie zal dankzij de knipperlichtscreening in staat zijn om de geobserveerde niet-technische com-petentiegaps van de werkzoekende te evalueren en een basisservice AMC te leveren (tips, advies, reme-diëring). Indien dit eerstelijnsaanbod niet voldoende is om de vastgestelde lacunes te remediëren, wordt doorverwezen naar professionele en meer intensieve AMC-coaching of training.

Het aanbod gericht op sollicitatievaardigheden en arbeidsattitudes wordt vergroot.Zeker voor de meer kwetsbare doelgroepen zoals kortgeschoolde jongeren is een goed uitgebouwd aanbod aan AMC-coaching een grote meerwaarde. Daarom ver� jnen we in 2014 verder de krijtlijnen van deze dienstverlening. We zetten de imple-mentatie ervan verder door in de teams. Hiervoor worden AMC-coaches toegewezen aan elk team ter ondersteuning van de eerstelijnsmedewerkers in het aanbieden van basisservice AMC. Het aanbod aan meer intensieve 2de lijns attitude-training wordt inhoudelijk verder vormgegeven.


◗ Verdere professionalisering door regelmatige kennisdeling, intervisie, coaching, is georgani-seerd voor de AMC-coaches.

◗ Eerstelijnscollega’s worden ondersteund door hun dedicated amc-coach ifv het leveren van een kwalitatieve proactieve basisservice AMC (via uitwisseling, coaching, advies, aanreiken korte tools).

◗ De doorverwijzingen naar de tweede lijn gebeuren gegrond en kwalitatief.

◗ De e-coaches zijn betrokken bij het experten-netwerk AMC.

wie gaat het doen? ◗ 5 VTE Expertennetwerk AMC

◗ 65 VTE dedicated coaches AMC

18

actie 1. activering 50+: bijsturing aanpak

De voorbije jaren werden reeds stappen gezet in het verruimen van het activeringsbeleid naar oudere lee� ijdsgroepen. In 2014 zullen we de aanpak van de begeleiding verder afstemmen op de diverse noden van de verschillende lee� ijdsgroepen:

De 50-55 jarigen zullen hierbij benaderd worden volgens de methodiek van het SMP+, namelijk met gevalideerde vacatures in een maatgericht bemidde-lingsproces én met het bezorgen van vacatures via de automatische matching (indien nodig is een opname in een 50+club nog mogelijk).

Elke consulent van VDAB zal 50+ers kunnen verwijzen op vacatures. Dit vereist niet noodzakelijk een voor-afgaande toetsing bij de werkgever. Niet-discrimi-natie is hierbij het uitgangspunt. Bij twijfel hierover zal VDAB Jobkanaal inschakelen om de werkgever te sensibiliseren omtrent diversiteit en om indien gewenst ondersteuning aan te bieden in het verdere (rekruterings)proces.

Jobhunting en jobcoaching vormen een essentieel onderdeel van de intensieve begeleiding. Zeker kan-sengroepen moeten warm aanbevolen worden aan de werkgever. Dit betekent:

◗ gericht zoeken in de vacaturedatabank en verwij-zen op vacatures

◗ indien nodig voor de sollicitatie contact opnemen met de werkgever over de verwachtingen bij een concrete vacature en de werkgever de troeven van de klant toelichten inclusief mogelijke tewerk-stellingsmaatregelen waarvan de werkgever kan genieten;

◗ systematisch feedback vragen aan werkgevers en werkzoekende na een sollicitatiegesprek, zodat deze informatie kan gebruikt worden in de verdere begeleiding en ook de werkgevers gesensibiliseerd worden over het aanwerven van 50-plussers;

◗ werkzoekenden waarvan vermoed wordt dat een actieve tussenkomst tussen werkzoekende, werkgever en collega’s nodig is, krijgen tijdens de eerste maanden van de tewerkstelling nazorg op de werkvloer zodat een duurzame tewerkstelling het eindresultaat is van de begeleiding.

Om de werkzoekende sneller en e� ciënter te berei-ken, wordt er :

◗ versneld uitgenodigd, met name 2 maand na de start van de werkloosheid. Dit is belangrijk om de Info50+ voor de start van de begeleiding te houden.

◗ door de bijblijfconsulenten tijdens hun eerste contact met de werkzoekende de kanalenmix en de zelfbeheersystemen gepromoot.

◗ door de bijblijfconsulenten op basis van dit eerste contact ingeschat wie wel en wie niet met deze zelfbeheertools kan omgaan, en de werkzoekende hierbij ondersteunt, door bijvoorbeeld samen een online dossier op te maken (ondersteuning bij inschrijving, instellen van “vacature op maat”).

◗ door de bijblijfconsulenten werkzoekenden gesti-muleerd om Orient te gebruiken zodat de bepaling van een jobdoelwit doordacht en gefaseerd aan-gepakt wordt (midden 2014 integratie van Orient in MLB)

◗ de bijblijfconsulent als ‘bemiddelaar’ aangespro-ken wanneer bepaalde stappen in de begeleiding niet duidelijk zijn voor een klant.

doelstelling 3: een systematische aanpak bieden voor

werkzoekenden ouder dan 50 jaar


voor 50plussers?

19

50+club: Deze werking blij� operationeel voor de 56+, optio-neel voor de -56jarigen. Een onderdeel van de be-geleiding kan het volgen van één of meerdere delen van de 50+-club zijn, voor de werkzoekenden die baat hebben bij deze collectieve benadering.

UitvoerderBegeleiding of bemiddeling van 50+ werkzoeken-den is mogelijk door alle consulenten. Enkel in de 50+club zijn er 50+ consulenten. Indien opportuun kan de werkzoekende doorverwezen worden naar een tenderpartner.

OpleidingOpleidingsinstanties dienen meer open te staan voor de meerwaarde van 50plussers in opleiding. Dit is niet in tegenstrijd met het verhogen van de uitstroomnorm. Er dient natuurlijk wel over gewaakt worden dat er een reële kans is dat de werkzoekende het vereiste niveau behaalt na de opleiding. Indien na een maand blijkt dat de jobaspiratie onrealistisch is, moet de opleiding stopgezet worden. De ingesla-gen weg om kortere, meer werkplekgerichte oplei-dingen te organiseren zal zeker voor deze doelgroep de aantrekkelijkheid van opleidingen verhogen.


◗ 5.700 infosessies.

◗ 1.250 bemiddelingstrajecten.


◗ 2.500 opnames in 50+-clubs.

◗ aandeel van de 55- tot 58-jarigen bereikt in de trajectwerking zes maanden na instroom: 20%.

◗ uitstroom naar werk van nieuw ingestroomde 55-plussers, 12 maanden na instroom: 30%.

wie gaat het doen? ◗ 17,1 VTE Sluitend Maatpakconsulenten voor de 50 – 55 jarigen.

◗ 49,7 VTE Specifieke 50+ consulenten

20

We trekken vanaf 2014 volledig de kaart van een aanbod op maat voor de langdurig werkzoeken-den. De duurtijd, de intensiteit en de keuze van de dienstverlening hangt af van de noden en de competenties van elke werkzoekende. De middel-langdurige werkzoekenden worden gedetecteerd door de knipperlichtscreening en als dusdanig gevat door het Sluitend Maatpak Plus. Voor de langdurig werkzoekenden wordt een intensievere dienstverle-ning aangeboden.

actie 1. Van een standaardaanbod naar een proactieve bemiddelings-aanpak op maat voor langdurig werkzoekenden

In de bemiddelingsaanpak van het Sluitend Maatpak Plus worden voor de doelgroep langdurig werkzoe-kenden onderstaande prioriteiten gelegd:

◗ Het in kaart brengen van de competenties binnen de jobaspiraties van de werkzoekende om beter te kunnen oordelen of extra opleiding of oriëntering nodig is. Hierdoor wordt ook een verruiming of verbreding naar andere beroepen gemakkelijker bespreekbaar.

◗ Een betere screening (‘profiling’) of een grondig inschatten van de afstand tot de arbeidsmarkt in functie van het maken van de juiste keuzes aan de hand van de 5 loopbaanvragen (Wat kan ik? Wat wil ik? Wie kan me helpen? Waar kan ik werken? Hoe pak ik het aan?)

Om de zeer moeilijk bemiddelbare langdurig werk-zoekenden te activeren wordt ingezet op:

◗ een volgehouden intensieve trajectbegeleiding inclusief jobcoaching tijdens de te-werkstelling (nazorg: volge-houden opvolging ifv duurza-me tewerkstelling)

◗ intensieve 2de lijns AMC-coaching

◗ heroriënterende acties (naar knelpuntberoepen) gevolgd door competentieversterkende acties en werkplekleren (oa. C-IBO)). Deze moeten meer deel uitmaken van een geïntegreerde ‘dienstverlening op maat’.

VDAB zet o.a. in op volgende sterke samenwerkings-verbanden om deze doelgroep duurzaam te active-ren:

◗ Provinciale/regionale partnerschappen om te voor-komen dat niet-bereikbare werkzoekenden niet in een langdurige werkloosheid terecht komen

◗ Uitbreiding van de van de lopende werkinlevings-projecten voor jongeren in de grootsteden

◗ In het kader van betere en efficiëntere dienst-verlening ten aanzien van de werkzoekenden worden uitbestedingen opgezet voor het intensief begeleiden en bemiddelen naar werk (TIBB2). Zo-wel kort-, middellang- en langdurig werkzoeken-den kunnen hier naar toegeleid worden voor zover ze bemiddelbaar zijn naar de arbeidsmarkt. De dienstverleners staan eveneens in voor jobhunting (= als begeleider, samen met de werkzoekende, gericht ‘jagen’ op jobs) en nazorg.

wie gaat het doen? ◗ 42,1 VTE consulenten curatieve werking

◗ Deel van de 35.200 begeleidingstrajecten

doelstelling 4: middellange en langdurig werkzoeken-

den gradueel vroeger activeren door middel van een passende aanpak


◗ 800 C-IBO’s .

◗ VDAB zorgt voldoende toeleiding naar werk-ervaringsprojecten zodat +-2400 VTE kunnen tewerkgesteld worden en evalueert de leer-werkbedrijven en de promotoren.

◗ 2400 VTE tewerkgesteld in werkervaringsprojec-ten in samenwerking met de WEP+ promotoren.

21

De kansengroepen (50+, personen met een arbeids-handicap, allochtonen en kortgeschoolden) vormen nog steeds de meest kwetsbare groepen op de ar-beidsmarkt, zeker in tijden van crisis. Tegelijkertijd is er in deze groepen een groot potentieel aan arbeids-krachten dat, indien beter benut, de werkzaamheid zou doen toenemen. Het blij� dus nodig om, gekop-peld aan een algemeen beleid dat gericht is op het activeren van kwetsbare werkzoekenden, speci� eke acties te ontwikkelen voor deze aparte doelgroepen.

We zetten in 2014 het meerjarenplan voort om meer inclusief te werken met kansengroepen. We organi-seren kennisdeling en sensibiliseren de VDAB-mede-werkers over wat zij zelf kunnen doen in het kader van een passende begeleiding naar werk van een werkzoekende uit één van de kansengroepen. Hierbij wordt er steeds vertrokken vanuit een positieve benadering, vanuit de talenten van de werkzoeken-de. Bovendien wordt er ook werk gemaakt van de integratie van een aantal tools die gebruikt worden

bij de doelgroep van personen met een arbeidsbe-perking in de methodiek van het sluitend maatpak. Om de PMAH-doelgroep beter te kunnen activeren hee� men blijvend aandacht voor het versterken van de expertise van elke consulent en is het belangrijk dat bij de uitwerking van nieuwe methodieken:

◗ steeds een expert ‘arbeidsbeperking’ betrokken wordt

◗ Steeds bekeken wordt in hoeverre de gemaakte keuzes ook tegemoet komen aan de noden van de doelgroep

◗ En indien nodig een specifieke actie ontwikkeld wordt ifv de doelgroep

Daarnaast wordt de goede samenwerking met de Gespecialiseerde Arbeidsonderzoeksdiensten (GA), de Gespecialiseerde Opleidings-, Begeleidings- en Be-middelingscentra (GOB) en de Gespecialiseerde dienst voor Trajectbeleiding (GTB) ook in 2014 verdergezet.

doelstelling 5: werkzoekenden uit de kansen-

groepen maximaal activeren

doelstelling 5:wat doen wij voor kansengroepen?

22

actie 1. uitvoeren vernieuwd samenwer-kingsakkoord vdab en jobkanaal

Het uitgangspunt van het samenwerkingsakkoord blij� ook in 2014 het sensibiliseren van werkgevers op het vlak van de aanwerving van kansengroepen en op het vlak van de meerwaarde van diversiteit voor de onderneming, maar het accent wordt meer gelegd op het ondersteunen bij invullen van (knelpunt)vacatures:

◗ samenwerking i.k.v. de vacaturewerking (waarbij de nadruk ligt op prospectie en sensibilisering door Jobkanaal, en nadien opname in de reguliere vacaturewerking van de VDAB)

◗ ondersteuning door Jobkanaal op bedrijfsniveau waarbij Jobkanaal een eerstelijnsdienstverle-ning aanbiedt i.f.v. de realisatie van de invulling van openstaande vacatures en beroep kan doen op VDAB voor het verlenen van gespecialiseerde dienstverlening zoals een extra screening of een NT2-opleiding indien nodig / mogelijk / gepast.


◗ De Jobkanaalconsulenten doen prospectie.

◗ De Jobkanaalconsulenten bemiddelen bij bedrijven om in te zetten op kansengroepen.

23

actie 2. pmah: uitvoeren samenwerkings-overeenkomst steunpunt handicap en arbeid

Vaststellend dat de groei in de werkzaamheidsgraad bij de personen met een (indicatie van) arbeidshan-dicap een sterke stimulans nodig hee� , engageren VDAB en het Steunpunt zich tot het samen opbou-wend overleggen over het aanbod aan personen met een (indicatie van) arbeidshandicap op vlak van evenredige arbeidsdeelname en een duurzaam loopbaanbeleid.

Beide partijen engageren zich tot actieve kennisde-ling door onder meer:

◗ het wederzijds organiseren van opleidingen of infosessies voor de medewerkers/gebruikersorga-nisaties van de andere partij;

◗ het aanstellen van aanspreekpersonen die verant-woordelijk zijn voor de wederzijdse informatie-doorstroom;

◗ samen instrumenten, communicatie- en sensibili-seringscampagnes in het kader van de doelstellin-gen van deze overeenkomst te ontwikkelen;

◗ wederzijds deel te nemen aan acties die door de andere partij worden georganiseerd in het kader van de doelstellingen van deze overeenkomst en deze acties te ondersteunen.


◗ In elke provincie werd minstens 1 opleiding of infosessie georganiseerd voor VDAB medewer-kers.

◗ De aanspreekpersonen werden aangesteld.

24

actie 3. allochtonen op maat activeren

Naast de acties die worden ondernomen in kader van het Sluitend Taalbeleid (zie Doelstelling 17) steunt het maatgerichte benadering van allochtonen op onder-staande 3 pijlers, die grotendeels in samenwerking met partners gerealiseerd worden (zie SD5):

◗ InwerkingstrajectenIn de zomer van 2013 werd het nieuwe decreet op inburgering en integratie goedgekeurd. Vanaf 2014 zal VDAB net als de vorige jaren de nieuw- en oudkomers opvangen in inwerkingstrajecten maar rekening houdend met de bepalingen van het nieuwe decreet waarvan de uitvoeringsbesluiten nog moeten vastgelegd worden.Nieuwkomers met een inburgeringscertificaat zul-len met een hogere kennis Nederlands (niveau 1.2) bij VDAB terecht komen.

De samenwerking met de onthaalbureaus en de Huizen van het Nederlands zal versterkt wor-den. De manier waarop dient nog afgesproken te worden in de uitvoeringsbesluiten van het nieuwe decreet.

Gebruik van tolkenIn 2013 werd het gebruik van telefoontolken bij ge-sprekken met anderstaligen strikter opgevolgd omdat Ba-bel, de telefoontolkendienst, hiervoor dient betaald te worden waardoor er een beter inzicht ver-worven werd op de inzet ervan. In de loop van 2014 moet er intern een duidelijker kader komen rond inzet en gebruik van tolken, dit kader moet ingepast worden in het hele taalbeleid dat binnen VDAB zal worden opgezet (zie ook SD 4, sluitend taalbeleid).

◗ Projecten voor bepaalde groepen allochtonen (zie ook SD5)Enerzijds zal in 2014 verder medewerking gege-ven worden aan projecten voor hooggeschoolde allochtonen, zoals het ESF-project in Antwerpen in samenwerking met Zin. Het ESF-project Eminenta dat in 2013 in Gent werd verdergezet en waarvan in het najaar van 2013 reeds enkele methodieken gedissemineerd werden binnen VDAB, zal ook in 2014 verder opgevolgd en verder verspreid worden.

Anderzijds wordt voor de groep laagtaalvaardige of analfabete anderstaligen de in 2013 ontwikkelde inschattingsmodule verder ingepast. De testfase van deze inschattingsmodule liep tot einde sep-tember 2013, later in het najaar van 2013 werd dit instrument over VDAB Vlaanderen verspreid en zal dan niet alleen voor inwerkingsklanten maar ook voor andere anderstalige klanten kunnen ingezet worden zodat mogelijke persoonlijke, psychische of MMPP-problemen sneller kunnen ingeschat worden.

Binnen maatwerk en het gebruik van het in-strument ICF zal de nodige aandacht zijn voor de groep allochtonen en anderstaligen zodat hun eventuele rechten op maatwerk bewaakt worden.

wie gaat het doen? ◗ 115,2 VTE consulenten inwerking en sluitend taalbeleid


◗ Inwerkingstrajecten voor anderstalige nieuw- en oudkomers.

◗ Oplevering kader voor inzet en gebruik tolken.

◗ Algemeen gebruik inschattingsmodule voor laagtaalvaardige of analfabete anderstaligen.

◗ voor hoogopgeleide anderstaligen is er een aangepast traject voorzien.

25

Een aantal acties naar kwetsbare groepen worden in 2014 verder gezet. De huidige projectmatige aanpak en de samenwer-king werk-welzijn worden bestendigd als aanbod voor de MMPP-doelgroep totdat de uitvoeringsdecre-ten voor het aanbouwdecreet W² operationeel zijn. Dit betekent dat we 1100 activeringsbegeleidingen uitvoeren en 400 extra trajecten ‘arbeidszorg door-stroom’ onderbouwd doorverwijzen naar een gepast statuut en welzijnsondersteuning voor niet-toeleid-bare werkzoekenden.

Eveneens worden tot aan de implementatie van het W²-beleidskader de huidige activiteiten voor perso-nen in armoede verder gezet: de realisatie van 900 werk-welzijnstrajecten, de inzet van 5 ervarings-deskundigen en de tender ‘verbindende en verster-kende groepstraining voor personen in armoede’ voor minimaal 480 en maximaal 625 deelnemers, extra aandacht aan werkzoekenden in armoede met een migratieachtergrond die bij de VDAB ingeschreven zijn.

Het aanbod voor gedetineerden blij� ongewijzigd. Dat wil zeggen dat we 500 trajecten opstarten met gedetineerden en dat we in totaal 2500 gedetineer-den bereiken via gesprekken en/of een traject. Het doel van deze aanpak is preventie van de werk-loosheid of een snellere uitstroom naar werk na het vrijkomen.

doelstelling 6: een specifieke aanpak opzetten voor

kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt

doelstelling 6:wat doen wij voor

kwetsbare groepen?

inschatting vereiste inspanningen

◗ 5 VTE ervaringsdeskundigen

◗ 18 VTE dedicated consulenten voor armoe-deproject

◗ 35 VTE Maatwerkconsulenten en experten Sociale Economie/LDE

◗ 11,9 VTE consulent gedetineerden

26

actie 1. maatwerk collectieve inschakeling en lokale diensteneconomie

De sociale economie wordt in 2014 hervormd naar 2 pijlers: ‘maatwerk collectieve inschakeling’ en ‘lokale diensteneconomie’ (LDE). Deze pijlers zullen vertaald worden in decreten en uitvoeringsbesluiten die in werking zullen treden op 1 juli 2014. Het nieuwe beleid biedt een maatgerichte dienstverlening voor personen met een arbeidshandicap en personen met multipele problemen, zodat ook deze personen met ondersteuning aan de slag kunnen gaan. Het nieuwe beleid wordt ook mee ingepast binnen het SMP+.

Mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt zullen individueel ondersteund worden tijdens hun tewerkstelling in maatwerk of lokale diensten-economie met het oog op inschakeling in de reguliere economie. Wie een groot rendementsverlies (gebrek aan competenties, gebrekkige arbeidsattitude, laag rendement en/of investering in begeleidingstijd) hee� en nood aan extra begeleiding op de werkvloer kan ondersteuning krijgen vanuit sociale economie. De indicering van de doelgroep en het bepalen van de nood aan ondersteuning gebeurt door de VDAB of haar gespecialiseerde partners.

De VDAB maakt een inschatting van de individuele noden, kijkt of er sprake is van een arbeidsbeper-king, bepaalt de rechten en bepaalt het werk-ondersteuningspakket dat nodig is om een duurzame inschakeling te realiseren.

Voor maatwerk collectieve inschakeling beslist de VDAB over de loonpremie en de begeleidingspre-mie en formuleert een advies over opleiding op de werkvloer en aanpassing van de werkplek/arbeids-omgeving in het kader van maatwerk. Voor lokale diensteneconomie zijn er vaste bedragen voorzien. Verder staat de VDAB in voor de evaluatie van de doelgroepwerknemer op de werkvloer.

De twee vragen die gesteld moeten worden zijn: is het werkondersteuningsteuningspakket correct be-paald en is er doorstroom naar het NEC mogelijk.

De evaluaties zullen standaard om de 5 jaar gebeuren maar kunnen eerder op vraag van de werkgever of werknemer. Ook de VDAB kan zelf beslissen om eerder een evaluatie te plannen als dit aangewezen is.


◗ Inschatting aantal te bepalen werkondersteu-ningspakketten nog niet beschikbaar.

◗ Oplevering evaluatierapport armoedetrajecten.

wie gaat het doen? ◗ 35 VTE Maatwerkconsulenten en experten Sociale Economie/LDE

◗ Infosessies aan VDAB-medewerkers en aan werkgevers

27

actie 2. ondersteuning bieden bij het tot stand komen van het werk en zorgkader

We dragen bij aan de totstandkoming van het Werk en Zorg-kader door deelname aan talrijke overleg-platformen en beleidsvergaderingen, aangezien dit een beleidsdomeinoverschrijdende dienstverlening is die niet vanuit het beleidsdomein Werk en Sociale Economie alleen gerealiseerd kan worden. Het Werk en Zorg-kader moet op maat van de klant worden vormgegeven door partners binnen de beleidsdo-meinen Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) en Werk en Sociale Economie (WSE). Voor personen voor wie arbeidsdeelname ook op langere termijn niet mogelijk is moet in overleg met de federale overheid een oplossing worden geboden.

Het Werk en Zorg-decreet wordt ter principiële goedkeuring in het najaar 2013 voorgelegd aan de Vlaamse Regering met oog op de� nitieve goedkeuring en indiening in het Vlaams Parlement voor het einde van de legislatuur 2014.

Vanuit VDAB nemen in 2014 experten deel aan diverse externe beleidswerkgroepen om het decreet en uit-voeringsbesluiten uit te werken. VDAB zit het platform zorgbegeleiding voor om ge-dragenheid te creëren bij directies en begeleiders van WSE- en WVG-organisaties door minimum 2 kennis-uitwisselingsdagen voor begeleiders en 2 plenaire zittingen voor directies/koepels te organiseren

Uiteraard dienen de Werk en Zorg-concepten in het trajectmodel SMP+ worden ingepast (zowel afstem-ming van de methodiek, de registratiewijze en de monitoring)

Om de indicering op een e� ciënte en e� ectieve manier te laten uitvoeren door de consulenten ont-wikkelen we indiceringsinstrument (ICF) dat toegang gee� tot Werk en Zorg-trajecten.

Om de consulenten te leren hoe ze de indicering moeten uitvoeren, organiseren we een omvangrijke sensibiliseringscampagne en opleidingsronde.


◗ Indicering is geïntegreerd in model Sluitend Maatpak Plus.

wie gaat het doen? ◗ 2 VTE experten Maatwerk

◗ Interne promotiecampagne

28

actie 3. laaggeletterden

Een belangrijke hindernis voor het vinden van werk is het niet- of onvoldoende kunnen lezen en schrijven. Daarom willen we ook in 2014 laaggeletterden helpen hun taalvaardigheid aan te scherpen in functie van hun zoektocht naar werk.

In het najaar van 2013 werd gewerkt aan een nieuw samenwerkingsprotocol met Basiseducatie om door-verwijzing en remediëring transparanter te maken. Het nieuwe screeningsinstrument geletterdheid (in-dicator) wordt vanaf 2014 gehanteerd voor de detectie van laaggeletterdheid.

In het ESF-project dat Vocvo gestart is in samenwer-king met Onderwijs, CBE en VDAB wordt een toolbox geletterheid ontwikkeld. Deze wordt in 2014 binnen VDAB gepromoot.

wat gaan we doen? ◗ Interne sensibiliseringscampagne toolbox geletterdheid


◗ Vermoeden van laaggeletterdheid is terug te vinden in de klantendossiers.

29

actie 1.activerend herstructureringsbe-leid verder uitbouwen

De tewerkstellingscellen coördineren het geheel van acties die werknemers opnieuw aan het werk moeten helpen. De kwaliteit van outplacement wordt bewaakt via het certi� ceringsorgaan CERTO. Dit door de samenwerking tussen de VDAB en de outplace-mentkantoren verder te optimaliseren en gelijktijdig, o.a. in het kader van de verplichte vervolgtrajecten, nog meer in te zetten op een actieve bemiddeling van deze ontslagen werknemers naar een nieuwe job (principes van ‘Iedereen Bemiddelaar’ worden hier ook toegepast). Zo zetten de sociale interventieadvi-seurs oa. in op een correct werkzoekende dossier, op het informeren (MLB, Kiss-deeldatabank) en opvol-gen van de werkgevers en outplacementconsulenten, op het verspreiden van (sectorspeci� eke) vacatures naar de outplacementkantoren.

Het realiseren van een warme overdracht naar VDAB wanneer de getro� en werknemer nog steeds werkloos is na outplacement blij� een belangrijk aandachtspunt. Een volledig portfolio (Mijn Loop-baan) met daarin alle gegevens op basis waarvan de matching mogelijk kan gemaakt worden, is hierbij onontbeerlijk. Drie maanden na het einde van een niet-succesvolle outplacementbegeleiding moet de getro� en werknemer opgenomen zijn in een begelei-ding of opleiding of uitgestroomd zijn naar werk.

Voor extra middelen kan beroep gedaan worden op:

◗ Het Sociaal Interventiefonds: komt tussen in de financiering van het outplacement in geval van onvermogendheid van de onderneming of bij faillissement

◗ Het Europees Globalisatie Fonds (EGF): extra steun voor werknemers die worden ontslagen als gevolg van grote structurele veranderingen die door de globalisering veroorzaakt werden. De focus ligt hierbij op het identificeren van competentiever-sterkende noden (opleidingen, ondersteuning naar zelfstandige beroepsactiviteit, sollicitatietrai-ning, IBO) en bijbehorende attestering.

doelstelling 7: activerend herstructureren


◗ 100% opname van werkzoekenden na niet-succes-volle outplacementbegeleiding in begeleiding of opleiding.

◗ Iedereen die na een niet-succesvolle outplacement-begeleiding werkzoekend blijft, heeft een up-to-date competentieportfolio in Mijn Loopbaan.

◗ EGF dossier voor sluiting Ford Genk.

wie gaat het doen? ◗ 35 VTE medewerkers van de Sociaal Interventiedienst (SIA’s + administratie)

30

Ga elke dagfluitend naar je werk

met deloopbaanchequesvan de VDAB

31

onze concrete plannen lees je op de volgende pagina’s.


ObjectiefBO

ObjectiefJOP 2013

ObjectiefJOP 2014

globaal DP1 Tevredenheid van werkenden 85% 85% 85%



OD9 Kwalitatieve evaluatie bij consulenten en werknemers van de inf-overstrekking over de loopbaancheques, de adviesgesprekken en de toekenning van de verlengde duurtijd

September

Op 1/07/2013 werd het startschot gegeven voor de inwerkingtreding van het vernieuwd landschap loopbaandienst-verlening. De VDAB stelde hiertoe een programma op waarin ook acties in functie van verdere uitbouw en monito-ring van reeds gelanceerde acties werden vervat. De acties voor 2014 kaderen binnen dit programma.

loopbaandienstverlening voor burgers

doelstelling 8: kwaliteitsvolle informatie verstrekken over loopbaangerelateerde kwesties

◗ Actie 1: Eerstelijns loopbaandienstverlening in de werkwinkels 32

doelstelling 9: organiseren van loopbaan-begeleiding, voornamelijk gericht naar kansengroepen

◗ Actie 1:Implementatie verruimde loopbaanbegelei-ding in Vlaanderen via loopbaancheques 33

32

actie 1. eerstelijns loopbaandienstverle-ning in de werkwinkels

Werkenden met loopbaanvragen kunnen zich professioneel laten ondersteunen via advies- en verwijsconsulenten in de werkwinkels. Onze consu-lenten zullen in 2014 worden ondersteund in deze rol a.d.h.v. coaching in het voeren van adviesgesprek-ken. Ook de bijblijfconsulenten bieden deze dienst-verlening aan.

Er wordt tevens een brede loopbaandienstverlenings-gids ontwikkeld waarin de verschillende loopbaan-centra worden voorgesteld; De aangeboden dienstverlening wordt afgestemd op de individuele behoe� en van de werkende burgers door een optimale kanalenmix te voorzien (persoon-lijk contact, e-informatieverstrekking, e-coaching) en maximale � exibiliteit in te bouwen (mogelijkheid om op andere locaties dan en ook na de openingsuren van de werkwinkel afspraken in te boeken);

Er gebeurt een kwalitatieve evaluatie bij consulenten en werknemers van de infoverstrekking over de loop-baancheques, de adviesgesprekken en de toekenning van de verlengde duurtijd.

wat gaan we doen? ◗ Coaching van consulenten basisdienstverlening (zie SD1 – OD2)

doelstelling 8: kwaliteitsvolle informatie verstrekken

over loopbaangerelateerde kwesties


◗ Oplevering loopbaandienstverleningsgids met overzicht loopbaancentra.

◗ Elke loopbaanvraag krijgt een antwoord in de vorm van correct advies of een neutrale door-verwijzing.

De provinciale themawerking wordt herop-gestart met minimaal 3 samenkomsten per jaar in functie van afstemming, kennisdeling (evoluties, facts & � gures), ervaringsuitwisse-ling (good practices en in het bijzonder aanpak van speci� eke doelgroepen, knelpunten, …) en netwerking op lokaal niveau.

33

actie 1.implementatie verruimde loopbaanbegeleiding in vlaanderen via loopbaancheques

1. Financiering loopbaanbegeleidingHet � nancieringsmechanisme voor de aanvraag en betaling van loopbaanbegeleiding via loopbaanche-ques dat in 2013 werd ingevoerd (aanvraag-, admi-nistratie- en registratiemodule in Mijn Loopbaan voor Partners), wordt in 2014 gemonitord en, op basis van de bevindingen, geoptimaliseerd;Met het oog op administratieve vereenvoudiging wordt een registratiemodule ontwikkeld die geman-dateerde centra moet toelaten om hun acties ook via andere portalen in Mijn Loopbaan voor Partners te registreren;De VDAB zal instaan voor de uitkering en monito-ring van de stimulerings� nanciering die vanuit de Vlaamse regering is voorzien om gemandateerde loopbaancentra aan te moedigen om in te zetten op kansengroepen.

2. Opzetten van een indiceringssysteem voor verlengde duurtijdWerknemers voor wie een eerste en tweede pakket van 4u loopbaanbegeleiding niet volstaat, kunnen volgens de nieuwe regelgeving gratis een derde en/of vierde pakket ontvangen om tot een afdoend antwoord op hun loopbaanvraag te komen. In functie van de toekenning van deze extra pakketten werd in 2013 een innovatief ESF-project opgestart, waarin de VDAB samen met een afgebakende groep van loop-baancentra een model van indicering uitprobeert.

In 2014 zal dit model op basis van de projectervarin-gen verder op punt gesteld worden. Werknemers die een loopbaanbegeleiding volgen bij een loopbaan-centrum dat geen partner is in het project, kunnen voor verlengde tijdsduur doorverwezen worden naar een van de 16 deelnemende partners.

3. Opzetten en toepassen van mandaten voor de loopbaancentraAls arbeidsmarktregisseur staan we garant voor de kwaliteit van het aanbod aan loopbaanbegeleiding in Vlaanderen. Hiertoe werken we met procedures voor mandatering en opvolging (kwalimon, audit, klachtenmanagement) voor loopbaancentra.

4. Communicatie naar en sensibilisering van de doelgroepIn 2014 zal een nieuwe communicatie- en sensibi-liseringscampagne gelanceerd worden opdat een zo breed mogelijk publiek op de hoogte is (en blij� ) van het vernieuwde landschap loopbaanbegeleiding.

5. Continuering lopende nicheprojectenVoor doelgroepen die niet of onvoldoende terecht kunnen op de reguliere markt werd een nichewerking uitgewerkt die in 2014 wordt voortgezet en uitge-breid.

We werken verder mee aan het ESF-project Intermez-zo waarmee men het uitbouwen van een duurzame loopbaan voor uitvoerend kunstenaars wil faciliteren.Voor topsporters wordt het project dat o.l.v. BLOSO werd opgestart om hen te begeleiden bij het beëin-digen van hun topsportloopbaan eveneens verderge-zet in 2014.Aan werknemers in � nancieel moeilijke situaties zal ook in 2014 bovenop het bestaande begeleidingsaan-bod loopbaancoaching aangeboden worden via een versterkte samenwerking tussen interne en externe diensten.

doelstelling 9: organiseren van loopbaanbegeleiding,

voornamelijk gericht naar kansengroepen

34

6. Heropstart Vlaamse themawerkingIn functie van afstemming, kennisdeling, ervarings-uitwisseling en netwerking in het kader van loop-baanbegeleiding op Vlaams niveau wordt de Vlaamse themawerking met vertegenwoordigers van VDAB en de gemandateerde loopbaancentra heropgestart in 2014. Deze themawerking stimuleer de afstemming, kennisdeling (evoluties, facts & � gures), ervaringsuit-wisseling (good practices en in het bijzonder aanpak van speci� eke doelgroepen; knelpunten, …) en net-werking tussen loopbaancentra en VDAB. Het objec-tief ligt vast op minimaal 2 samenkomsten per jaar.

wie gaat het doen? ◗ 14 VTE in het team loopbaanbegeleiding voor nichewerking en opvolging loopbaancentra


◗ Kwaliteits monitoring (Kwalimon) voor elk gemandateerd loopbaancentrum.

◗ Kwaliteitsaudit bij een steekproef uit de loopbaancentra.

◗ Tevredenheidbevraging klanten loopbaan-begeleiding.

◗ Monitoring en beheer van loopbaancheques: wie, waar, waarvoor, hoeveel.

◗ Monitoring kansengroepen via stimuleringsfinan-ciering (bereik gedefinieerde kansengroepen) en ESF-project ‘verlengde duurtijd’ (wie, waar, hoe lang, hoeveel).

37


ObjectiefBO

ObjectiefJOP 2013

ObjectiefJOP 2014

OD11 DP10.1 Tevredenheid werkgevers (informatie) 75% 75% 75%

OD12 DP2 Uitstroom jongeren < 25 jaar 63,5% 70% 70%

DP7 Uitstroom werknemers uit collectief ontslag

63,5% 70% 70%


Doelstelling VTE

OD11 Kwaliteitsvolle informatieverstrekking aan werkgevers over arbeidsmarktgerela-teerde kwesties

OD12 Ondersteuning bieden bij invullen vacatures

2 Inschatting van het aantal vacature- en IBO-consulenten dat ingezet wordt voor SD3, inclusief de EURES- en IRM-consulenten en de accounts.

een sluitende aanpak voor alle werkgevers verzekeren

onze concrete plannen lees je op de

volgende pagina’s

doelstelling 11: kwaliteitsvolle informatie verstrekken aan werkgevers over hun arbeidsmarktgerelateerde kwesties

◗ Actie 1: De kennis verbeteren bij de VDAB-medewerkers van de eigen dienstverlening aan werkgevers en die van andere arbeidsmarktactoren 36

◗ Actie 2: HR-advies aan bedrijven en KMO’s uitbouwen en promoten 37

doelstelling 12: een maatgerichte, kwali-teitsvolle en klantvriendelijke ondersteu-ning bieden bij het invullen van vacatures, met specifieke aandacht voor kmo’s

◗ Actie 1: De sectorale bemiddelingsaanpak 39

◗ Actie 2: Promoten bij werkgevers van de mogelijkheden van Mastervac 40

◗ Actie 3: Integratie van een concentrisch bemiddelingsmodel in functie van het invullen van knelpuntvacatures 41

472}

38

actie 1. de kennis verbeteren bij de vdab-medewerkers van de eigen dienstverlening aan werkgevers en die van andere arbeidsmarkt-actoren

We willen dat de VDAB-medewerkers voldoende ver-trouwd zijn met de regionale arbeidsmarkt, met de verwachtingen en vragen van de werkgevers en met de dienstverlening die hen kan ondersteunen. Ons doel is dat elke vraag van een werkgever onmiddellijk wordt behandeld. Een correcte en gerichte doorver-wijzing valt ook onder die behandeling.

Om dit te realiseren wordt er enerzijds ingezet op een formele opleiding. In het leertraject van ‘Iedereen Bemiddelaar’ werden reeds een aantal modules opgenomen die een verbreding van de kennis over de bedrijfswereld bewerkstelligen (Bedrijfsculturen, Professioneel netwerken, Telefonisch bemiddelen, Eerste hulp bij solliciteren en rekruteren).

doelstelling 11:kwaliteitsvolleinformatie

verstrekken aan werkgevers over hun arbeidsmarktgerelateerde kwesties


◗ Kwalitatieve dienstverlening aanbieden in functie van invulling van de vacatures.

◗ Volledige bezetting van de aangeboden modules uit het leertraject ‘Iedereen Bemiddelaar’.

Anderzijds is het aan de teamleiders om de kennis van hun teamleden te bewaken en sa-men met de experten bij te sturen door middel van ondersteuning en kennisdeling (bvb. meer werkgeverscontacten en gerichte bedrijfsbezoe-ken, werkgevers uitnodigen op teamvergade-ring, …).

39

actie 2.hr-advies aan bedrijven en kmo’s uitbouwen en promoten

We analyseren welke (groepen van) werkgevers reeds bereikt worden met huidige dienstverleningsacties en waar er nog hiaten zitten het aanbod. In ieder geval wordt het reeds bestaande dienstverlenings-aanbod meer afgestemd op de noden en behoe� en van KMO’s. Zowel de inhoud van de informatie als de ondersteuning bij het interpreteren en toepassen van die informatie moet op maat aangeboden worden. VDAB zet in op een databank opleidingsplannen, infosessies, een prospectiemap met info over tewerk-stellingsmaatregelen, en zet hier een actieve com-municatiecampagne naar bedrijven rond op.


◗ Communicatiecampagne naar bedrijven.

◗ Oplevering prospectiemap met info tewerk-stellingsmaatregelen.

◗ In elke provincie is een afsprakenkader opgesteld.

wie gaat het doen? ◗ De communicatiedienst werkt samen met de experten een communicatiecampagne naar werkgevers uit

40

In 2013 werd samen met de werkgeversorganisaties de verschillende niveaus van dienstverlening aan werk-gevers in kader van de invulling van een vacature geconcretiseerd. De dienstverlening aan werkgevers vertrekt vanuit het principe dat aan alle werkgevers die op zoek zijn naar personeel een gegarandeerde dienstverlening wordt aangeboden in functie van de invulling van hun vacature. Deze dienstverle-ning bestaat uit de mogelijkheid om de vacature te publiceren op de VDAB-website of die van partners (oa. Actiris, Le Forem, …), het automatisch versturen van de vacature naar geschikte werkzoekenden en de mogelijkheid om zelf op zoek te gaan naar geschikte kandidaten via de verschillende zel� edieningstools in Mijn VDAB voor werkgevers (‘Vind een werknemer’ en de automatische matching).

Daarnaast hee� de werkgever de mogelijkheid om hulp te vragen aan VDAB bij het vinden van geschikte kandidaten. In dit geval krijgt de vacature een regi-onale beheerder, die op basis van de inschatting van de kans op invulling van de vacature en het dienst-verleningscontact met de werkgever (binnen de 5 werkdagen na ontvangst van de vacature) het verdere niveau van dienstverlening zal bepalen:

◗ Gegarandeerde dienstverlening: de kans op invulling van de vacature is hoog en (voorlopig) zijn geen extra toeleidingsacties noodzakelijk. De hierboven omschreven dienstverlening wordt aangeboden én de vacature wordt verder op-gevolgd. Indien nodig, kan er op elk moment overgegaan worden naar intensieve dienstverle-ning. De werkgever wordt gestimuleerd om zoveel mogelijk sollicitatiefeedback te geven in functie van de bemiddeling van werkzoekenden richting de arbeidsmarkt.

◗ Intensieve dienstverlening: de kans op invulling van de vacature is laag en er zijn extra toelei-dingsacties noodzakelijk. Er wordt op zoek gegaan naar een oplossing op maat van de vacature (individuele of collectieve toeleiding van kandi-daten (jobbeurzen, jobdates,…), ondersteunende middelen om geschikte kandidaten te ‘vormen’

via werkplekleren (bv. IBO, stages) of opleiding, intensieve samenwerking met de andere gewesten en Europa om buiten de Vlaamse grenzen op zoek te gaan naar geschikte kandidaten)

Met het oog op een betere dienstverlening speci� ek voor KMO’s en grotere bekendheid van de dienstver-lening bij KMO’s wordt het samenwerkingsakkoord met UNIZO ge� naliseerd. Het is hierbij de bedoeling een algemeen kader voor samenwerking uit te wer-ken waarbinnen concrete actieplannen vorm kunnen krijgen.

doelstelling 12:een maatgerichte, kwaliteitsvolle en

klantvriendelijke ondersteuning bieden bij het invullen van vacatures, met

specifiefe aandacht voor kmo’s


◗ 189 VTE Vacatureconsulenten

◗ 47,3 VTE Accounts

◗ 158,1 VTE IBO-consulenten

◗ 154,3 VTE Klantenconsulenten

◗ 145 VTE Servicelijnconsulenten (dragen ook bij aan andere SD’s)

41

actie 1.de sectorale bemiddelingsaanpak

Daar waar het een meerwaarde kan betekenen organiseren we onze dienstverlening speci� ek gericht naar die economische sectoren die goede tewerkstel-lingskansen bieden voor onze klanten. Deze sectorale inrichting werd in 2013 in gang gezet maar wordt in 2014 verder uitgevoerd. Dankzij deze gesegmenteerde aanpak kunnen we beter inspelen op de diversiteit aan de vraagzijde, en kan het beschikbare instru-mentarium aan maatregelen op het vlak van arbeids-marktbeleid e� ciënter en doelmatiger aangewend worden om knelpunten weg te werken die de aan-wervingsdynamiek binnen sectoren of afzonderlijke ondernemingen hinderen.


◗ De reguliere werking in grote werkwinkels is sectoraal ingedeeld.

De sectorgerichte werking komt tegemoet aan de wensen en noden van beide klantengroe-pen. We versterken de professionele bena-dering van werkgevers en sectoren doordat de consulenten met meer kennis van zaken kunnen bemiddelen, maar bewaken steeds dat de burger op een laagdrempelige manier toegang krijgen tot onze basis- en speci� eke dienstverlening.

42

actie 2.promoten bij werkgevers van de mogelijkheden van mastervac

MasterVac biedt voor werkgevers heel wat mogelijk-heden om zelf actie te ondernemen in kader van de invulling van hun vacatures. Deze mogelijkheden zijn momenteel nog te weinig bekend en worden bijge-volg te weinig benut. Er wordt actief ingezet op het promoten van MasterVac als zel� edieningstool bij werkgevers en het ondersteunen van werkgevers om hier optimaal gebruik van te maken, door bvb. het verrijken van de vacature met compenties waardoor een meer betrouwbaar matchingresultaat mogelijk wordt.

Dit moet enerzijds gebeuren vanuit de concrete samenwerking met werkgevers rond vacatures die VDAB in beheer hee� (stimuleren van gebruik van zel� edieningstools als onderdeel van het vacature-proces). Anderzijds hebben de werkgeversorganisaties hun actieve medewerking aangeboden en kunnen zij dus gebruikt worden als intermediairen om op groot-schaliger vlak werkgevers te stimuleren Mastervac te gebruiken voor hun aanwervingen.


◗ Communicatiecampagne naar bedrijven.

Daarnaast sensibiliseren we in deze campagne de werkgevers om (spontane) sollicitanten met een tekort aan bepaalde competenties door te verwijzen naar de competentiecentra met het oog op competentieversterking. Eveneens vragen we de werkgevers om in Mas-tervac sollicitatiefeedback te noteren wanneer een werkzoekende in kader van de bemiddeling door VDAB een sollicitatiegesprek ingepland hee� gekregen.

43

actie 3.integratie van een concentrisch bemiddelingsmodel in functie van het invullen van knelpunt-vacatures

Net zoals in 2013 wordt er verder ingezet op integratie van de interregionale en internationale bemiddeling in de reguliere vacaturebemiddeling van VDAB. Deze interregionale en internationale rekrutering gebeurt in nauwe samenwerking met de plaatselijke arbeids-marktregisseurs en sociale partners en vertrekt vanuit een aantal belangrijke premisses:

◗ Er wordt steeds rekening gehouden met het aan-wezige arbeidspotentieel in de directe nabijheid van de werkgever: er wordt primair bemiddeld met Vlaamse werkzoekenden.

◗ Indien dit arbeidspotentieel ontoereikend is, wordt er binnen België over de gewesten heen gekeken naar potentiële Waalse en Brusselse kandidaten.

◗ Ten slotte wordt ook over de landsgrenzen heen bemiddeld.

De gemengde interregionale mobiliteitsteams blijven ook in 2014 bestaan. Vanuit het oogpunt van het con-centrisch bemiddelingsmodel is het noodzakelijk om zoveel mogelijk Waalse (en Brusselse) werkzoekenden door Actiris/Le Forem in te schrijven in Mijn Loopbaan op basis van de noden op de Vlaamse arbeidsmarkt. De interregionale bemiddelaars hebben een sensi-biliserende rol bij Vlaamse werkgevers en binnen de eigen (VDAB) organisatie. Zij ondernemen acties ifv de vervulling van Vlaamse (bij voorkeur) knelpuntva-catures en werkzoekenden uit de andere gewesten.

Bijkomend worden deze kandidaten gematcht met een ruimer (volledig) Vlaams vacature-aanbod.. Voor vacatures met onvoldoende beschikbaar arbeidspo-tentieel in Vlaanderen weet de werkgever (via communicatie en sensibilisering) dat VDAB ook over gewesten landgrenzen bemiddelt.

Voor vacatures waarvoor de gekende Belgische arbeidsreserve ontoereikend is worden acties geno-men over de landsgrenzen. In de eerste plaats in de grensregio’s in de buurlanden, maar ook daarbuiten. Concreet zullen acties worden genomen voor vaca-tures in de engineering sector, de gezondheidssector (vanaf niveau verpleegkundige) en hoger technisch geschoolden.

Deze acties situeren zich op verschillende niveaus:

◗ Bilaterale afspraken met ‘zendlanden’ (landen met een aantoonbaar arbeidsmarktoverschot dat aansluit bij de Vlaamse arbeidsmarktbehoefte) over promotie, publicatie, selectie en bemiddeling ifv Vlaamse knelpuntvacatures.

◗ Actieve deelname aan sectorspecifieke jobbeur-zen in het buitenland, door VDAB, maar ook door Vlaamse werkgevers zelf.

◗ Opzetten van jobdatings in het buitenland voor meerdere Vlaamse bedrijven en/of vacatures bin-nen een specifieke sector, in nauwe samenwerking met de PES-partner in het zendland.

Op deze manier zijn de rollen van de interregionale en internationale (ook cross border) bemiddelaars op elkaar afgestemd. Een nauwere samenwerking tussen de interregionale bemiddeling, de Eures CrossBorder activiteiten en de internationale bemiddeling zal op termijn leiden tot uniformisering van de VDAB-mobiliteitsdienstverlening.


◗ 5 internationale jobdatings met een gemiddelde deelname van 6 bedrijven.

◗ Deelname aan 17 sectorspecifieke jobbeurzen.


◗ 8 VTE expert internationale bemiddeling

◗ 15 VTE Gemengde IRM teams

46


ObjectiefBO

ObjectiefJOP 2013

ObjectiefJOP 2014

globaal DP11 Tevredenheid van cursisten 80% 80% 80%

OD13 DP12 Uitstroom na competentieversterkende acties 50,5% 70% 70%

DP13.1 De competentieversterkende acties in uren 12.000.000 12.000.000 12.000.000

DP13.2 De competentieversterkende acties in personen

50.000 50.000 60.000

OD16 DP14 Bereik van de acties op de werkplek 15.000 19.800 19.800

DP15 Bereik webleren (regie) 15.000 25.000 30.000



OD15 Wendbaarheid van het opleidingsaanbod Mei

OD17 Sluitend taalbeleid December

inschatting verdeling personeelsinzet voor sd43

Doelstelling Opleverdatum RvB

Personeel ingezet in de Competentiecentra 1069

3 Exclusief klantenconsulenten en IBO-consulenten, aangezien deze in het JOP 2014 onder SD3 geteld worden.

een toekomstgericht aanbod voor het ontwikkelen en erkennen

van competenties

47

doelstelling 13: transities op de arbeids-markt faciliteren door burgers mogelijk-heden tot competentieversterking aan te bieden

◗ Actie 1: Competentieversterking leerlingen (transitie leren-werken) 44

◗ Actie 2: Competentieversterking werkzoekenden (transitie werkloosheid-werk) 45

◗ Actie 3: Competentieversterking werkenden (transitie werk-werk) 46

doelstelling 14: het in kaart brengen van verworven competenties

◗ Actie 1: Verworven competenties worden erkend door een daartoe aangestelde organisatie 47

doelstelling 15: de wendbaarheid van het opleidingsaanbod stimuleren in functie van de marktvraag

◗ Actie 1. Vraaggerichte bijsturing van het opleidingsaanbod 48

doelstelling 16: efficiëntie nastreven bij het versterken van competenties en Investeren in acties op de werkplek

◗ Actie 1: Werkplekleren als volwaardig bemiddelingsinstrument promoten in alle teams 49

◗ Actie 2: (Curatieve) Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming (IBO en C-IBO) 50

◗ Actie 3: De betrokkenheid van sectoren versterken bij de kwaliteit en kwantiteit van werkpleklerenen in het bijzonder IBO 51

◗ Actie 4: De kwaliteit van werkplekleren waarborgen 52

◗ Actie 5: Werkplekleren in KMO’s stimuleren 53

◗ Actie 6: Aanbod e-leren en e-coaching promoten en verruimen 54

doelstelling 17: sluitend taalbeleid

◗ Actie 1: Voor iedere anderstalige werkzoekende een vlot en naadloos verloop van het traject naar werk 55

◗ Actie 2: Uitbouw van een geïntegreerd en functio-neel aanbod NT2 en verankering van diverse vormen van werkplekleren met taalondersteuning 56

◗ Actie 3: Taalbeleid bij opleidingspartners en in be-drijven versterken 57

een toekomstgericht aanbod voor het

ontwikkelen en erkennen van competenties


volgende pagina’s

48

De (her-)oriëntering van werkzoekenden en toelei-ding naar het beroep en/of de voorafgaande compe-tentieversterking wordt sectoraal benaderd met een integratie van het AMB en CC dienstverleningsaanbod (vb. “Optizorg” en “Optiselec”).

actie 1.competentieversterking leerlin-gen (transitie leren-werken)

Onze arbeidsmarktkennis en instrumenten zetten we in om de jongeren te informeren en te stimuleren tot gefundeerde keuzes in functie van hun talenten en de toekomstige noden op de arbeidsmarkt.Naast de verderzetting van de Campusacties, de Doedagen, infosessies voor leerkrachten en Centra voor leerlingenbegeleiding en de 72-urenwerking (inclusief train the trainer voor leerkrachten) zijn er uitbreidingen voorzien voor:

◗ De piloot ‘Verruiming Doedagen’ naar 1e en 2de jaar leerlingen secundair onderwijs.

◗ Proefprojecten uit het STEM-actieplan

⚫ Techniek- en wiskundedagen organiseren voor 5e jaars ASO uit wetenschappelijke richtingen.

⚫ Modules beroepsdopleiding voor leerlingen deeltijds onderwijs die nog geen arbeidsplaats hebben en voor jongeren van Syntra in voortra-ject of leertijd.

⚫ Heroriëntering jongeren met ASO-diploma naar technische beroepen.

⚫ OKOT-trajecten professionele bachelor in techni-sche richtingen.

◗ De piloot ‘Uitbreiding 72u’ naar 5de jaar BSO/TSO.

doelstelling 13:transities op de arbeidsmarkt

faciliteren door burgers mogelijkheden tot competentie-

versterking te bieden


◗ Zie actie 2 + Complementaire ter beschikking stelling van de CC-infrastructuur


◗ Stijging van het aantal leerlingen in vergelijking met 2013 (Zij krijgen deze praktijklessen bij voorkeur gegeven door hun eigen leerkracht).

◗ Een stijging van het aantal Tweede Kans Onderwijs-cursisten in vergelijking met 2013.

49

actie 2.competentieversterking werk-zoekenden (transitie werkloos-heid-werk)

We bieden ook in 2014 een ruim aanbod aan op-leidingsacties voor werkzoekenden aan, in sa-menwerking met onze partners en in onze eigen competentiecentra. De knelpuntgerichtheid, de vraaggerichtheid en de complementariteit aan het aanbod beschikbaar op de private markt en onder-wijsinstanties wordt bewaakt in de Sectorale Onder-nemingsplannen. De acties die voor 2014 voortvloeien uit de SOP’s worden weergegeven onder OOD15.


◗ 12.000.000 opleidingsuren.

◗ 60.000 opleidingsactie CC in koppen.


◗ 524,5 VTE Instructiepersoneel

◗ 154,3 VTE klantenconsulent (zie SD3)

◗ 4.780.000 € Tender Competentieversterking

De SOP’s vertrekken vanuit een arbeidsmarkt-analyse om de behoe� en te detecteren en de acties te bepalen. Speerpunten zijn de samen-werking met bedrijven, sectoren en oplei-dingspartners, een verhoogd aandeel van alle vormen van werkplekleren, een dynamisering en (her-)oriëntering van de arbeidsmarktre-serves. Dit alles om de knelpuntvacatures te vervullen. De technische competentieverster-king gaat hand in hand met aandacht voor arbeidsmarktcompetenties (AMC).

50

actie 3.competentieversterking werken-den (transitie werk-werk)

We willen werknemers, ook deze in tijdelijke werk-loosheid, in hun loopbaanperspectief wapenen door middel van competentieversterking. Door deze con-tacten met werknemers en werkgevers houden onze instructeurs vinger aan de pols op de arbeidsmarkt en breiden zij hun netwerk uit met meer mogelijk-heden naar vacaturevervulling, stages, IBO, etc. als gevolg.


◗ Complementair competentieversterkend aanbod t.v.v. werknemers en bedrijven, met spin-off naar werkzoekenden toe. (Maximaal 10% van de oplei-dingscapaciteit (opleidingsuren).

Prioriteit gaat naar “kwetsbare werknemers” (= werknemers in werkonzekerheid, werkne-mers in tewerkstellingsprogramma’s, …) en werknemers gevat door Europese verordenin-gen (bv. vrachtwagenbestuurders,…) Het kan daarbij om proactieve (her-)oriënteringstrajec-ten gaan. In samenwerking met de sectorale organisaties wordt ons competentieversterkend aanbod ook opengesteld voor werknemers in tijdelijke werkloosheid.

Hoogstens 10% van onze capaciteit wordt inge-zet op werknemers-opleidingen. Daarnaast is er uiteraard steeds het ruime en vrij toeganke-lijke e-leeraanbod.

51

Wij helpen de burger bij het herkennen en in kaart brengen van zijn eigen competenties en de registra-tie ervan in Mijn Loopbaan zodat zijn competenties zichtbaar worden voor betrokken derden.Hiertoe stellen wij (on-line) instrumenten ter be-schikking:

◗ Mijn Loopbaan Burgers kunnen hun competenties zelf beoordelen in Mijn Loopbaan. Bevraging van competenties door VDAB- consulenten leidt tot een competentieportfolio in Mijn Loopbaan en mogelijks tot een aanpassing van de beroepsaspi-raties.

◗ Oriënt. Oriëntatietool op website van VDAB die werkt op basis van interesses en competenties (sleutelvaardigheden en technische competenties)

◗ Rubriek Test Jezelf op VDAB- website (http://www.vdab.be/tests/persoonlijkheidstesten.shtml):

⚫ persoonlijkheidstest

⚫ basisprofieltest

⚫ verken jezelf

⚫ specifieke tests voor zorgsector en bewakingssector

◗ Verken Jezelf. De persoon kan aan voor hem rele-vante derden vragen te reflecteren op zijn compe-tenties. De burger kan Verken Jezelf gebruiken via een link op de VDAB- website.

◗ Talentenservice: de werkzoekende ontvangt hulp van VDAB om zijn competenties binnen een be-perkt aantal beroepen te laten evalueren d.m.v. een praktijkassessment. Dit gebeurt op initiatief van zijn trajectbegeleider

◗ Talentenservice Plus: de werkzoekende ontvangt hulp van VDAB om zijn competenties binnen een beperkt aantal beroepen te laten evalueren d.m.v. een praktijkassessment. Dit gebeurt op initiatief van een competentiecentrum

actie 1.verworven competenties worden erkend door een daartoe aange-stelde organisatie

We willen burgers de mogelijkheid bieden een wet-telijk erkend certi� caat te behalen dat verklaart dat hij of zij de competenties die voor de uitoefening van een welbepaald beroep nodig zijn bezit. Deze certi� -caten bestaan in 3 vormen:

◗ Ervaringsbewijzen

◗ Wettelijk erkende certificaten: Een aantal oplei-dingen, voornamelijk in de maritieme sector en de brandertechnieken, leiden tot een wettelijk certificaat.

◗ Beroepskwalificatiedossiers: De burger kan na het volgen van een opleiding erkend door het Agent-schap voor Kwaliteit in Onderwijs en Volwassenen-vorming een wettelijk erkende beroepskwalificatie behalen. Het accrediteren van opleidingen die leiden tot een beroepskwalificatie zal pas van start kunnen gaan nadat het daartoe te hanteren kwa-liteitskader gekend en operationeel is.

doelstelling 14:het in kaart brengen vanverworven competenites


◗ 550 Ervaringsbewijzen via VDAB .


◗ 7 VTE exclusief voor de ervaringsbewijzen

52

De Sectorale Ondernemingsplannen (SOP) geven aan voor welke beroepen er een ruime arbeidsmarkt-reserve bestaat en waarvoor het opleidingsaanbod afgebouwd wordt ten voordele van screenings- en heroriënteringsacties, modulaire remediëring en werkplekleren. Zij stellen ook die beroepen voorop met grote vacaturevraag waarvan de opleidings-inhouden arbeidsmarktgerichte aanpassingen nodig hebben.

actie 1.vraaggerichte bijsturing van het opleidingsaanbodHet opleidingsaanbod wordt tegen het licht gehou-den en afgetoetst aan de arbeidsmarktbehoe� en:

◗ het optimalisatieplan ‘Optitrans’ resulteert in de centralisatie van de simulatoren en in een Vlaamse planning van de vrachtwagencapaciteit, waardoor meer cursisten gericht (bvb meer rijbewijzen C, in plaats van altijd CE) en met systematisch gebruik van webleren voor de theoretische opleiding bereikt worden, zodat de opleidingsduur ingekort wordt;

◗ met “Optilogistics” worden de opleidingen heftruckbestuurder, magazijnmedewerker en logistiek bediende aangepast aan de arbeids-marktevoluties;

◗ de af- en ombouw van de administratieve oplei-dingen leidt tot een focus op de hogere adminis-tratieve profielen, waaraan er nog tekort is op de arbeidsmarkt, alsook tot de systematische inbed-ding van werkplekleren en ERP in de opleidingen;

◗ het CAD-confectieaanbod wordt afgestemd op het onderwijs-aanbod en op de behoefte van de arbeidsmarkt;

◗ bij de bouwopleidingen wordt het schildersaanbod beperkt en is een afstemming met de HVAC-opleidingsbehoeften;

◗ het pilootproject ‘Flex-iTraining’ beoogt een ruimere benutting van het aanbod aan webcur-sussen, aangevuld met specifieke workshops en webinars, gekoppeld aan e-coaching en toelei-ding naar werk voor de hooggeschoolde jongeren (project ‘work in progress’, grafische opleidingen, … ).

Flankerende acties naast de competentieversterkende actie vergroten de uitstroom naar werk en dragen bij tot de remediëring van hardnekkige knelpuntberoe-pen. Er wordt ingezet op arbeidsmarktcompetenties, begeleiding naar werk en nazorg (sluitend maatpak cursist), op een betere screening van de motivatie van werkzoekenden om e� ectief in het beroep te gaan werken.Acties zoals “Optiselec” (zwaar vervoer) en “Optizorg” (Zorg en Onderwijs) beogen de optimalisatie van de (her-)oriëntering en van het instroom- en toelei-dingproces naar knelpuntopleidingen.

Competentieversterking georganiseerd via OKOT speelt in op het verhoogde kwali� catieniveau op de arbeidsmarkt terwijl met TKO-trajecten in combina-tie met technische richtingen de ongekwali� ceerde uitstroom aangepakt wordt.

Alle initiatieven laten toe om tegelijkertijd ook werk te maken van een vestigingsoptimalisatie, met de concentratie van kleinere campussen, en voorstellen tot excellente partnerschappen met een optimale benutting van de infrastructuur.

doelstelling 15:de wendbaarheid van het opleidings-aanbod stimuleren in functie van de

marktvraag

de resultaten die wij verwachten met deze actie:Evolutie ten opzichte van 2011:

◗ 20% stijging aantal cursisten in cluster diensten aan personen en bedrijven;

◗ 20% stijging aantal cursisten in cluster zorg/onder-wijs;

◗ 20% stijging aantal cursisten in cluster transport & logistiek (met gelijkblijvende investering in infra-structuur);

◗ 25% daling aantal cursisten HAVO door afbouw generieke finaliteitsopleidingen en dito modulaire opleidingen waarvoor voldoende arbeidsmarktre-serve en/of alternatief opleidingsaanbod;

◗ gelijkblijvend aantal cursisten i.f.v. hardnekkige knelpuntberoepen in de bouw en industrie

53

De inspanningen voor de kwantitatieve groei van werkplekleren worden aangehouden. Onderstaande acties leggen de nadruk op de kwalitatieve onder-steuning van werkplekleren. Verder wordt er werk gemaakt van de verbreding van het aanbod en de coaching van e-leren.

actie 1.werkplekleren als volwaardig bemiddelingsinstrument promoten in alle teams

Er worden acties opgezet voor het optimaal inzetten van werkplekleren bij de toeleiding naar werk:

◗ aangepast opleidingsaanbod over werkplekleren in functie van de taken van de VDAB-medewerker

◗ de methodiek ‘IBO-hunting’ wordt algemeen aan-geleerd en toegepast. Door IBO-hunting verhogen we het aandeel kansengroepers onder de werk-zoekenden in IBO.

◗ ondersteunen van de teamleiders om met werk-plekleren de teamdoelstellingen te realiseren: peercoaching, ondersteuning door O&O, onder-steuning door projectleider werkplekleren

Ook via de expertennetwerken willen we de kennis en toepassing van de verschillende vormen werkple-kleren bevorderen:

◗ raakvlakken en win-win’s bepalen tijdens over-legmomenten op centraal niveau

◗ “best practices” meenemen naar provinciaal ni-veau experten

◗ “best practices” vertalen naar de regionale context

◗ de vraag van werkgever(s) vertalen naar opportu-niteiten voor tewerkstelling via werkplekleren door de projectleider werkplekleren.


◗ stijging van de WZ’en in IBO behorend tot de kansengroepen tov 2013.

◗ 60% bereik (60% van de opleidingstrajecten bevat een stage (opleidingsstage, IBO, instapstage of opleiding in bedrijf).

◗ Per provincie 8 opleidingsprojecten in samenwerking met bedrijven.

doelstelling 16:efficiëntie nastreven bij het versterken van competenties en investeren in acties

op de werkplek


◗ 43 VTE ontwikkelaars werkplekleren

◗ 6 VTE projectleider werkplekleren

54

actie 2.(curatieve) individuele beroeps-opleiding in de onderneming(ibo en c-ibo)

De Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming gee� werkzoekenden de kans om hun competenties op de werkvloer te versterken met een sterk perspec-tief op duurzame tewerkstelling. Werkgevers kunnen via de IBO toekomstige werknemers een opleiding geven op maat van hun bedrijf. Dit maakt van IBO een zeer e� ectief activerend instrument, dat zowel de werkzoekende als het bedrijf ten goede komt. Het kwantitatief groeipad voor IBO en C-IBO dat reeds in 2012 werd ingezet wordt daarom verdergezet in 2014.

De C-IBO wordt ingezet voor werkzoekenden met een gecombineerde problematiek: langdurige werkloos-heid én 50+, allochtoon, laaggeschoold en/of werk-zoekende met een arbeidshandicap.

De inspanningen beschreven in actie 1 zullen bijdra-gen tot het behalen van het kwantitatieve objectief maar dit op een kwalitatieve manier, waarbij ook de aandacht voor kansengroepers versterkt wordt.


◗ 158,1 VTE IBO-consulenten (incl. C-IBO)


◗ aantal IBO’s: 17.000.

◗ aantal C-IBO’s: 800.

55

actie 3.de betrokkenheid van sectoren versterken bij de kwaliteit en kwantiteit van werkplekleren en in het bijzonder IBO

Een onderdeel van het SERV-akkoord in verband met IBO is het verhogen van de kwaliteit van het werk-plekleren via betere samenwerking met sectorenzodat hun (technische) expertise kan ingezet worden om samen beter opgeleide werknemers af te leveren aan de werkgever.

We pakken dit aan vanuit een dubbele invalshoek:Enerzijds ondernemen we actie naar alle sector-organisaties door hen aan te sporen en te onder-steunen in het promoten van IBO en andere vormen van werkplekleren bij hun leden. De mentoroplei-dingen worden gepromoot en de haalbaarheid van IBO-begeleiding door de sector wordt voor elke sector onderzocht. Er wordt met de sectoren samengewerkt bij de opmaak van de gestandaardiseerde oplei-dingsplannen.

Anderzijds worden er sectorspeci� eke initiatieven genomen, prioritair naar groeisectoren en naar die sectoren waar veel van de IBO maatregel gebruik wordt gemaakt, om te komen tot resultaatgerichte kaderovereenkomsten waarin afspraken gemaakt kunnen worden rond de inhoud van opleidingsplan-nen, de begeleiding tijdens het werkplekleren, ...


◗ aantal IBO’s: 17.000.

◗ aantal C’IBO’s: 800.


◗ 9 VTE Strategisch Accountmanagers

56

actie 4.de kwaliteit van werkplekleren waarborgen

We werken een databank met kwaliteitsvolle oplei-dingsplannen uit. De structuur wordt vastgelegd en afgestemd met PIT, DEM’s, sectoren en de ontwikke-laars werkplekleren. De databank wordt opgebouwd met modulaire opleidingsplannen die voldoen aan afgesproken kwaliteitscriteria. De aangeboden oplei-dingsplannen vormen de basis van een plan op maat voor elke werkplekleeractie. In de databank wordt rekening gehouden met de toekomstige kwali� cering van opleidingen. Om de VDAB-medewerkers en part-ners gebruik te leren maken van de databank worden informatie- en opleidingssessies georganiseerd voor de eindgebruikers.

De kwaliteit van de begeleiding door VDAB tijdens het werkplekleren wordt gewaarborgd door een onder-grens van het aantal bezoeken per werkplekleeractie in de onderrichtingen op te nemen.

Voor de nazorg bij a� oop van het werkplekleren zal jobcoaching ingezet worden waar nodig, eventueel in samenwerking met partner. Indien het werkplekleren niet tot uitstroom naar werk leidt wordt steeds een warme overdracht naar de bemiddelende consulent voorzien.

We vereenvoudigen de administratie binnen het kader van de ESF registratievereisten. In functie van de uniformiteit stellen we documenten ter beschik-king die gevalideerd werden op kwaliteit. Daarnaast onderzoeken we welke administratie online kan gebeuren of vereenvoudigd kan worden zonder kwa-liteitsverlies.


◗ Ontwikkeling databank door IT

◗ 43 VTE ontwikkelaars werkplekleren

◗ 6 VTE Projectleiders Werkplekleren

◗ 2 VTE centrale experten Werkplekleren


◗ Kwaliteitscontrole werkplekleren op basis van steek-proef werkplekleermappen.

◗ Elke werkplekleer-actie heeft.

⚫ een opleidingsplan.

⚫ een aangeduide begeleider (VDAB of extern).

⚫ een uniek aantoonbaar opvolgingsdossier.

57

actie 5.werkplekleren in kmo’s stimuleren

Werkplekleren is een goede he� oom om KMO’s te sensibiliseren rond het optimaal benutten van de competenties van hun medewerkers en de onder-steuning die ze hiervoor van de VDAB kunnen krijgen.

Onze medewerkers die dankzij werkplekleren contac-ten onderhouden met bedrijven zullen de bedrijven informeren en sensibiliseren over de meerwaarde van werkplekleren voor de onderneming. Zij zullen wijzen op het belang van opgeleide mentoren voor de KMO als lerende organisatie. De doelgroepvermindering voor mentoren wordt daarbij onder de aandacht gebracht.


◗ Stijging van het aantal acties werkplekleren in KMO’s.


◗ Zie actie 2

We zullen ook onze partners blijven inzetten voor de opstart en de begeleiding van werkple-kleeracties en we stimuleren onze partners en de sectoren tot het aanbrengen van stageplaat-sen bij KMO’s.

58

actie6.aanbod e-leren en e-coaching promoten en verruimen

We bouwen het aanbod e-leren en e-coaching verder uit en promoten het als bijdrage tot OD13 voor leerlingen, werkzoekenden en werknemers.Er komt in 2014 een speci� eke promotiecampagne die ons aanbod e-leren en e-coaching ruim kenbaar moet maken. Het aanbod e-leren en e-coaching blij� gratis voor werkzoekenden, werknemers en leerlingen.

Er wordt geïnvesteerd in applicaties als: m-learning, e-testen, videochat, webinars, web-leer-apps, Audio-visueel materiaal voor technische opleidingen (edutube).


⚫ 30.000 unieke personen.

⚫ 15 nieuwe webcursussen (bovenop de 260 bestaande).

⚫ 100 instructiefilms.

⚫ 10 webleer-apps.

⚫ 150 unieke personen in Flex-iTraining.

⚫ 100 unieke personen in Flex-iTraining ikv ‘Work in progress’.


◗ 14 VTE coaches e-leren

◗ 11 VTE Ontwikkelaars e-leren

◗ 10 VTE Flex-iTrainers

◗ 7 VTE leiding en administratie (3 + 4)

◗ 500.000 euro productontwikkeling

59

actie 1.voor iedere anderstalige werk-zoekende een vlot en naadloos verloop van het traject naar werk

Via intensieve bemiddeling willen we een snelle in-stap realiseren in een zo intensief mogelijke basisop-leiding NT2, een vlotte doorstroom naar schakelen beroepsopleiding en een goede afstemming van de verschillende onderdelen van het traject.

In functie van een snellere instap in een basis-opleiding bestaat er een afsprakenkader met on-derwijspartners en Huizen van het Nederlands op regionaal niveau om het aanbod op de vraag van VDAB (intensief en gericht op de arbeidsmarkt) af te stemmen. We zien er op toe dat de consulenten strikter de e� ectieve start, het verloop en einde van de basisopleiding NT2 opvolgen. In 2014 behouden we de bestaande monitoring met de bestaande de� -nitie en vergelijken die met een aangepaste EIS-tabel die rekening houdt met een striktere de� nitie.

In functie van een betere doorstroom naar schakelen/of beroepsopleiding worden diverse sensibilise-ringsacties genomen om de kennis van het NT2-aan-bod bij de consulenten en instructeurs te verbeteren. De instapvoorwaarden betre� ende de kennis van het Nederlands - voor schakelen beroepsoplei-dingen door VDAB georganiseerd – worden uniform gevalideerd. Er zullen tevens meer middelen vrij worden gemaakt voor de begeleiding van cursisten in uitbestede schakelpakketten (personeel) en om het volledige gamma aan NT2 producten te kunnen aanbieden (middelen).

Zo realiseren we een naadloos verloop van het tra-ject: We ondersteunen de trajectbegeleiders, klan-tenconsulenten en instructeurs zodat iedereen een eerste lijnsopvang van een anderstalige klant kan doen. Ondersteuning kan geboden worden door het NT2-innovatieteam, NODO-instructeurs en Spoor 21 (opnemen van HELP-module in het aanbod).

In Vlaams-Brabant wordt een project opgezet waarbij het verwerven van competenties gekoppeld wordt aan interactieve taalomgevingen: het uittekenen van geïntegreerde, kwali� cerende taal- en competentie-versterkende trajecten is het uitgangspunt.


◗ Sluitend bereik volgens de nieuwe definitie.

◗ De helft van alle anderstaligen zonder kennis Ne-derlands die 6 maanden na instroom nog werkzoe-kend zijn, zijn gestart in een basisopleiding NT2.

◗ Proefproject Vlaams Brabant.

doelstelling 17:sluitend taalbeleid


◗ 127,5 VTE instructeurs NT2

◗ 115,2 VTE consulenten in kader van sluitend taalbeleid/inwerking (zie ook SD1, OD5)

60

actie 2.uitbouw van een geïntegreerd en functioneel aanbod nt2 en ver-ankering van diverse vormen van werkplekleren met taalonder-steuning

Met deze acties willen we de competenties van an-derstalige werkzoekenden versterken en investeren in “taalbeleidsacties” op de werkplek in kader van een maatgerichte, kwaliteitsvolle ondersteuning van de werkgever.

Naast het serieel laten doorlopen van eerst taalver-werving, daarna competentieversterkende oplei-dingen, daarna stage en ten slotte tewerkstelling worden ook acties opgezet om een combinatie van alle acties mogelijk te maken in de vorm van geïnte-greerde taal- en competentieversterkende opleidin-gen en trajecten:

◗ Jobhunting en samenwerking met werkgevers om aanbod werkplekleren uit te bouwen en om ge-paste vacatures voor anderstaligen te vinden.

◗ Taalondersteuning bij IBO.

◗ Werkplekleren als methodiek voor werkzoekenden uit diverse kansengroepen.

◗ Duale trajecten met meerdere partners (bijvoor-beeld basiseducatie, werkgever, sector,…) om an-derstaligen die niet slagen in een basisopleiding NT2 op maat te activeren.

◗ Werkgevers en diens medewerkers ondersteunen bij aanwerven, opleiden en tewerkstellen van een anderstalige werkzoekende.

◗ Vormen van e-leren worden ingezet op verschil-lende momenten om de taal in te oefenen en te onderhouden.


◗ 100 IBO’s met taalondersteuning.

◗ 30 acties werkplekleren (niet IBO) met taalonder-steuning.

◗ 6 proeftuinen met duale trajecten.

61

actie 3.taalbeleid bij opleidingspartners en in bedrijven versterken

Opdat anderstaligen beter in- en doorstromen naar werk of opleiding willen we het taalbeleid bij externe partners en in bedrijven versterken.

We bedden taalbeleid en -coaching bij externe partners structureel in in ons aanbod, met duidelijke afspraken rond registratie en � nanciering.

Bij de verschillende sectoren en sociale partners toetsen we af of deze methodiek doorgetrokken moet worden naar NodW om e� ciëntie te verhogen en meer in te zetten op taalbeleid binnen de bedrijven in plaats van vaste terugkerende programma’s op niveau van de anderstalige werknemer. Door in te zetten op de anderstalige en Nederlandstalige werk-nemers worden er duurzame tewerkstellingskansen op de werkvloer gerealiseerd. De speci� eke coaching van Nederlandstalige collega’s versterkt hun com-petenties. Hiervoor zijn al een aantal instrumenten ontwikkeld zoals de workshop “HELP-module” en de taaltool. We willen deze methodiek eerst in een aantal proef-tuinen uittesten.

In samenwerking met SERR/RESOC willen we tenslotte de diversiteit op de werkvloer bestendigen via een gezamenlijke aanpak naar werkgevers in kader van de diversiteitsplannen.


◗ 6 externe opleidingspartners bieden taalcoaching.

◗ 6 bedrijven waar taalcoaching is gebeurd.


◗ 5 VTE NodO-experten

◗ Voor NodW: zie actie 1

63


ObjectiefBO

ObjectiefJOP 2013

ObjectiefJOP 2014

globaal DP16 Tevredenheid partners over samenwerking 63% 63% 63%

Een aantal partnerschappen worden in 2014 verdergezet zonder signi� cante wijzigingen aan de inhoud of doel-stellingen t.o.v. het vorige ondernemingsplan. Deze worden hier niet langer in een afzonderlijke actie opgenomen, maar kort beschreven onder de desbetre� ende doelstelling. Daarnaast wordt ook verwezen naar speci� eke samen-werkingsverbanden die volledig kaderen binnen een andere strategische doelstelling en daaronder werden opgeno-men.

partnerschappen uitbreiden


volgende pagina’s

doelstelling 18: partnerschappen versterkenop het terrein van werk, onder meer op lokaal niveau

◗ Actie 1: Uitvoering van het uitbestedingsbeleid 61

◗ Actie 2: Uitbouw van partnerschappen in co-regie 62

◗ Actie 3: Intensifiëren van kennisdeling tussen VDAB en partners 63

◗ Actie 4: Interregionale mobiliteit bevorderen 65

◗ Actie 5: Internationale mobiliteit bevorderen 66

doelstelling 20: partnerschappen versterken op het terrein van welzijn, inburgering en maatschappelijke integratie

◗ Actie 1: Open kennisnetwerk ‘Werk en kwetsbare doelgroepen’ 69

doelstelling 19: partnerschappen versterken op het terrein van vorming, onderwijs en beroepsopleiding

◗ Actie 1: Uitbreiden van excellente partner-schappen 67

64

De inspanningen die in 2013 werden geleverd om binnen een provinciale structuur en vanuit een sectorale benadering de dienstverlening verbonden aan de werkwinkels te optimaliseren, zullen in 2014 onverminderd worden verdergezet. Uitgangspunt blij� het voorzien van een � exibel en vraaggericht aanbod in iedere provincie, in nauwe samenwerking met de lokale besturen. Via structureel overleg met alle betrokken partijen zullen de lokale behoe� en en verwachtingen van de diverse klantengroepen zo getrouw mogelijk in kaart worden gebracht.

De bilaterale samenwerkingen met de sectoren, die als he� omen fungeren bij de realisatie van de sectorconvenanten, worden verdergezet in afstem-ming met de globale en sectorale doelen van het jaarondernemingsplan. Ook de afsprakenkaders die in 2013 met een aantal koepel- en overheidsorgani-saties werden uitgewerkt met als doel een synergie op de arbeidsmarkt te creëren ten gunste van de ge-meenschappelijke doelgroep, worden in 2014 verder geoperationaliseerd. De PPS VDAB-Federgon beoogt in 2014 acties naar jongeren en ouderen op te zetten, en het luik kwaliteit verder invulling te geven.

Op het vlak van internationale mobiliteit zal VDAB – naast de actieve rol die de dienst zal opnemen in de EURES-hervorming en de uitbouw van de samen-werking op Vlaams niveau - in samenwerking met de PES-partners die aangeven een arbeidsoverschot te hebben in die sectoren waar de Vlaamse arbeids-markt een structurele krapte ervaart, activiteiten blijven opzetten in functie van het vervullen van 900 Vlaamse vacatures.

doelstelling 18:partnerschappen versterken

op het terrein van werk, onder meer op lokaal niveau

65

actie 1.uitvoering van het uitbestedings-beleid

Ons uitbestedingsbeleid stelt ons in staat te voorzien in een wendbare dienstverlening via samenwerking met partners. In de overweging om een dienst al dan niet in de markt te zetten vormen urgentie, speci-alisatie/expertise op het vlak van doelgroepen en capaciteit de voornaamste criteria. Op basis daarvan besliste het management om in 2014 een nieuwe centrale tender te lanceren en een reeds gelanceerde te herzien:

◗ Lancering van de Tender Intensieve Begeleiding en Bemiddeling 3 (TIBB 3), met focus op kortgeschool-den en allochtonen zowel curatief als preventief. Er worden 11.000 intensieve begeleidings- en bemiddelingstrajecten naar werk op jaarbasis vooropgesteld, met bijkomend een aantal perce-len waar extra focus op werkzoekenden met een beperkte kennis Nederlands wordt gelegd. Deze tender loopt van 1 januari 2014 en wordt gegund tot 31 december 2015 met een mogelijkheid tot verlenging met één jaar.

◗ Herziening van de Tender Competentieversterking (TCV), gericht naar niet werkende werkzoekenden uit de kansengroepen 50-plus, allochtoon en kortgeschoold (minimum 80%). Op basis van een analyse worden bepaalde opleidingen stopgezet omwille van geen nood meer op de arbeids-markt, geen haalbare toeleiding of ondermaatse uitstroom; andere projecten worden verlengd of worden uitgebreid omdat de nood hoger ligt.

Daarnaast worden volgende tenders gecontinueerd:

◗ TIBB2: 14.000 begeleidings- en bemiddelingstra-jecten op jaarbasis met focus op kortgeschoolden en allochtonen zowel curatief als preventief.

◗ TAZbis (Tender Activeringszorg): 1.100 zorgbegelei-dingstrajecten op jaarbasis ten behoeve van werk-zoekenden met een ernstige, medische, mentale, psychische of psychiatrische problematiek.

◗ Tender ‘verbindende en versterkende groepstrai-ning voor personen in armoede’ voor minimaal 480 en maximaal 625 deelnemers.

◗ Outplacement ikv SIF: outplacementbegeleiding van ontslagen werknemers via het Sociaal Inter-ventiefonds, inclusief de bemiddeling naar werk.


◗ 25.000 bemiddelingstrajecten TIBB.

◗ 1.100 zorgbegeleidingstrajecten.

◗ Tender Competentieversterking.

66

actie 2.uitbouw van partnerschappen in co-regie

In samenspraak met de VVSG stimuleren, verruimen en intensi� ëren we de samenwerking in co-regie met lokale overheden.Het door het Directiecomité goedgekeurde Vlaams werkkader voor de uitbouw van een klantenstrategie naar lokale besturen zal in 2014 verder gerealiseerd worden:

◗ Op basis van een (provinciale) analyse van de be-staande praktijk inzake samenwerking met lokale overheden zal er provinciaal een groeipad voor de benadering van lokale overheden uitgestippeld worden.

◗ De afspraken met lokale besturen zullen worden geformaliseerd in een samenwerkingsovereen-komst en gerealiseerd via een actieplan.

◗ Er zal een systeem opgezet worden om de uit-bouw van samenwerkingsverbanden in co-regie te monitoren.

◗ Goede praktijken zullen zowel op provinciaal als op Vlaams niveau uitgewisseld worden.


◗ 1 VTE SAM Lokale Besturen

◗ 2 VTE Stadsmanagers

◗ 6 VTE Regiecoördinatoren


◗ Groeipad ontwikkeld in elke provincie.

◗ Monitoringsysteem co-regie opgeleverd.

Niet elke samenwerking met lokale overhe-den valt onder de noemer co-regie, i.e. een samenwerking die bijdraagt tot de uitbouw van een lokaal arbeidsmarktbeleid vanuit gedeel-de strategische en operationele lokale doel-stellingen via gezamenlijke investeringen en structureel overleg. Wel kan een samenwerking die zich initieel beperkt tot een loutere dienst-verlener-klant-relatie of een loutere taakaf-bakening, uitgroeien tot een samenwerking in co-regie.

67

actie 3.intensifiëren van kennisdeling tussen vdab en partners

VDAB en sectorenVanuit de VDAB Academie, opgericht om in samen-werking met partners kennisdeling rond arbeids-marktgerelateerde thema’s te bevorderen, werd in het najaar van 2013 een proefproject opgestart met de bewakings-, beton- en verhuissector.

In het project werden volgende acties vooropgesteld:

◗ Uitwerken van een digitaal platform voor sectorale informatie ten behoeve van alle belanghebben-den.

◗ Provinciaal organiseren van fysieke kennismaking tussen sectorconsulenten en VDAB-consulenten vanuit een uniform kader.

⚫ maandelijkse opleidingsnamiddag door sector-consulenten voor werkwinkelconsulenten i.f.v. kennismaking met de verschillende sectoren.

⚫ jaarlijkse jobdate waarbij de sectorconsulenten zowel informatie verstrekken aan werkzoeken-den als aan werkwinkelconsulenten.

◗ Structurele samenwerking uitbouwen tussen sec-torconsulenten en provinciale accountmanagers (gezamenlijke bedrijfsbezoeken en/of overleg over bedrijven en aanwervingsmogelijkheden).

In 2014 zal deze sectorale werking geïmplementeerd worden in de verschillende provincies.

VDAB en tenderpartnersOpstart van een wisselleerproject tussen VDAB-consu-lenten en tendertrajectbegeleiders om:

◗ de eigen werking beter af te stemmen op de wer-king van onze tenderpartners om de toeleiding zo vlot mogelijk te laten verlopen;

◗ knowhow rond arbeidsmarktgerelateerde thema’s uit te wisselen om de dienstverlening verder te optimaliseren (bv. werkgeversbenadering, organi-satie van jobbeurzen,…).


◗ Digitaal platform voor sectorale informatie opgeleverd.

◗ Uniform kader voor systematische informatie-uit-wisseling tussen sectorconsulenten en werkwinkel-consulenten met provinciale invulling uitgewerkt.

68

Interregionale samenwerking in het kader van Synerjob

In opdracht van de Raad van Bestuur van de vzw Synerjob komt sinds juli 2013 een strategische werk-groep met vertegenwoordigers van alle leden van Synerjob samen om voorstellen uit te werken. Deze voorstellen moeten de huidige werkzaamheden en werkwijze in het kader van de interregionale samen-werking en mobiliteit van werkzoekenden overkoe-pelen en versterken. Belangrijke redenen hiervoor zijn:

◗ In het kader van de zesde Staatshervorming krij-gen de openbare diensten voor arbeidsbemidde-ling en beroepsopleiding belangrijke bijkomende bevoegdheden toegewezen, die het eigen acti-veringsbeleid kunnen versterken. Hierdoor zullen de vraag naar en de behoefte aan een grotere interregionale samenwerking toenemen.

◗ Samen moeten de uitdagingen aangegaan worden inzake tewerkstelling en opleiding. Momenteel trekken vooral de jonge werklozen, mensen zonder (ontoereikend) diploma maar ook de oudere werk-zoekenden speciale aandacht.

◗ In het kader van opgelegde besparingen zijn de openbare diensten verplicht om efficiënter en ef-fectiever om te springen met de middelen die zijn toegewezen, onder andere door gemeenschappe-lijke investeringen te doen.

◗ Aangezien de Europese Commissie per lidstaat nog slechts één instantie aanvaardt als ‘nationaal coördinatiebureau’ zal Synerjob als Single Point Of Contact kunnen optreden voor EURES, het Ho-PES-netwerk en ‘garantie voor de jeugd’ vermits er hiervoor de nodige afspraken tussen de partners gemaakt worden om de Europese vereisten af te stemmen op de Belgische bevoegdheidsverdeling.

In oktober 2013 werkten de leden van deze werkgroep de strategische doelstellingen uit die van kracht zullen zijn voor de drie komende jaren (2014-2016); aan deze doelstellingen worden dan de acties gelinkt die voor de leden van Synerjob het meest belangrijk zijn en volgens een overeengekomen timing zouden moeten uitgevoerd worden. Alle door deze strategi-sche werkgroep geformuleerde voorstellen zullen op de eerste bijeenkomst van de Raad van Bestuur van Synerjob in 2014 besproken en -indien mogelijk- ge-valideerd worden zodat deze door concrete acties en timing vertaald kunnen worden.

69

actie 4.interregionale mobiliteit bevor-deren

Optimaliseren van de samenwerking met Le Forem

De interregionale samenwerking wordt verder ver-sterkt in de gemengde teams met consulenten van zowel de VDAB als Le Forem, die opereren vanuit eenzelfde werklocatie langs de taalgrens. Zij staan in voor de actieve bemiddeling naar vacatures, het opzetten van collectieve acties en de organisatie van jobdatings.In 2014 zal er sneller bemiddeld kunnen worden doordat vacatures niet langer eerst gevalideerd moeten worden door de werkgever. Daarnaast zal er meer vertrokken worden vanuit het potentieel van de Waalse werkzoekenden, voor wie men gericht aan jobhunting zal gaan doen.

Versterking en uitbreiding van de samenwerking met Actiris

De VDAB en Actiris blijven samenwerken rond het doorsturen van en actief bemiddelen naar de wer-kaanbiedingen uit de Brusselse rand. De samenwer-king wordt als volgt versterkt en uitgebreid:

◗ Ook vacatures uit andere Vlaamse steden die vlot bereikbaar zijn met het openbaar vervoer vanuit Brussel (Aalst, Leuven en Mechelen) worden voort-aan opgenomen in deze samenwerking;

◗ De frequentie van de contacten tussen VDAB en Actiris op operationeel niveau zal worden ver-hoogd;

◗ Het aanbod aan vacatures zal worden verhoogd door een proactieve prospectie en gerichte promo-tieacties naar de grotere werkgevers op te zetten, en de scope te verruimen naar de uitzendsector.

Bijzondere aandacht blij� uitgaan naar de structure-ring van de samenwerking op en rond de luchthaven, waarvoor samengewerkt wordt met het Luchthaven-huis en de Airport Academy.


◗ 1500 Vlaamse vacatures ingevuld met Waalse kandi-daten (VDAB-Forem).

◗ 1000 Vlaamse vacatures ingevuld met Brusselse kan-didaten (VDAB-Actiris).


◗ 18 VTE interregionale bemiddeling

70

actie 5.internationale mobiliteit bevorderen

Hervorming EURESDe hervorming hee� tot doel om het accent van de EURES-dienstverlening te verschuiven van informa-tieverstrekking over wonen en werken in het bui-tenland naar het matchen van werkzoekenden met vacatures van andere lidstaten;Daarnaast willen we het bestaande netwerk uitbrei-den met andere partners dan de publieke tewerk-stellingsdiensten.

Daarom wordt in navolging van de beslissing van de Europese Commissie de werking van EURES in 2014 als volgt hervormd:

◗ oprichting van een EURES Coördinatiebureau op nationaal niveau;

◗ opzetten van een systeem voor de accreditering van de EURES-partners;

◗ opzetten van een systeem voor de planning en monitoring van en rapportering over EURES-acti-viteiten, conform de door Europa vooropgestelde indicatoren;

◗ oprichting van een EURES-cel binnen de regieaf-deling van VDAB om over de voortgang van de op te zetten systemen en de naleving van de Europe-se verplichtingen daarin, te waken. Daarnaast zal deze cel ook instaan voor de coördinatie van de planning, monitoring en rapportering over, en van deelnames aan Europese mobiliteitsactiviteiten.

Uitbouwen van de samenwerking op Vlaams niveau Om buitenlandse werkzoekenden en betrokken actoren maximaal te ondersteunen in functie van duurzame tewerkstelling in Vlaanderen maken we werk van volgende acties:

◗ In samenwerking met betrokken partners wordt de website www.workinflanders.be in 2014 verder uitgebouwd tot een portaal om zo een uniek loket te creëren waartoe buitenlandse werkzoekenden met interesse voor tewerkstelling in Vlaanderen zich kunnen wenden.

◗ Aansluitend werkt de VDAB aan een strategisch partnerschap met de Vlaamse onthaalbureaus om een ondersteunend begeleidingsprogramma op te zetten waarbij zowel de werkgever, de werknemer als de eventuele partner gecoacht zal worden bij de integratie in Vlaanderen.

◗ Tot slot zal in 2014 verder werk worden gemaakt van het synchroniseren van de verschillende taken binnen de bestaande netwerken om zo meer uni-formiteit en efficiëntie in informatiedoorstroming te voorzien. Synchronisatie van de verschillende in Vlaanderen actieve informatienetwerken moet ervoor zorgen dat de consulenten internationale bemiddeling meer ruimte krijgen om zich te con-centreren op de hoofddoelstelling: matching en plaatsing i.f.v. Vlaamse knelpuntvacatures.


◗ Zie OD12 actie 3, pag 41.


◗ EURES-cel is ingericht.

◗ Uniek loket voor buitenlandse werkzoekenden.

◗ Begeleidingsprogramma voor werknemers, werkgevers en partners.

71

Het belang van samenwerking in het kader van een betere aansluiting tussen onderwijs en de arbeids-markt blijkt reeds uit de acties die werden opgeno-men onder strategische doelstellingen 1 en 4: VDAB zal in nauwe samenwerking met betrokken actoren blijven bijdragen aan strategische actieplannen zoals vroegtijdig schoolverlaten, STEM, beroepskwali� ca-ties,…

actie 1.uitbreiden van excellente partnerschappen

Samen met gespecialiseerde partners kunnen we een adequater antwoord bieden op lokale arbeidsmarkt-behoe� en aan de hand van de gezamenlijke exploi-tatie van alle beschikbare expertise en infrastructuur. Deze samenwerkingsvormen, die zich onderscheiden van bilaterale samenwerkingsverbanden met sectoren en van tenders, noemen we excellente partnerschap-pen.

De Vlaamse Regering en de sociale partners vragen dat arbeidsmarkt- en opleidingsactoren, onderwijs-instellingen en bedrijven hun samenwerking verder optimaliseren in excellente partnerschappen. De VDAB werkte al actief mee aan de uitbouw van een tiental excellente partnerschappen, die in 2014 wor-den verdergezet.

Het Luchthavenhuis (Zaventem) Een gezamenlijke aanpak laat de verschillende stakeholders toe om het aanbod van bestaande initiatieven van VDAB, ACTIRIS en FOREM rond werkge-legenheid op Brussels Airport te verruimen. Nieuwe initiatieven zijn de uitbouw van een infocentrum en werken aan een educatief aanbod naar scholen en werkzoekenden.

Talentenfabriek (Antwerpen)Talentenfabriek is het job-en opleidingspunt voor de sectoren metaal en chemie in de Antwerpse regio. Door gezamenlijke inspanningen van de partners, stree� Talentenfabriek ernaar om meer mensen toe te leiden naar jobs in de industrie en meer jongeren warm te maken voor techniek en technische oplei-dingen.

Talentenwerf (Antwerpen)Talentenwerf is een centraal punt voor bouwbedrij-ven en hun arbeiders, werkzoekenden, Bouwscholen, bouwleerlingen en hun ouders.Talentenwerf informeert over jobs en opleidingen in de bouwsector, ondersteunt en faciliteert ook projec-ten om de aansluiting tussen opleiding en tewerk-stelling te bevorderen.

Talentenstroom (Antwerpen)Talentenstroom is het job-en opleidingspunt voor de havenactiviteiten.

Onderwijstalent (Antwerpen)Onderwijstalent is het centraal punt voor werken in het onderwijs in het Antwerpse.

Taskforce VDAB-BouwsectorFocust op de ontwikkeling van (groene) opleidingen tbv de bouwsector door behoe� en aan en duurzame competenties in bouwberoepen met de sociale partners en actoren te bespreken, te valoriseren en in te bouwen in de opleidingen.

doelstelling 19:partnerschappen versterken op het terrein van vorming,

onderwijs en beroepsopleiding

Er zal in 2014 ook sterk ingezet worden op lokale projecten om de jeugdwerkloosheid en ongekwali� ceerde uitstroom in het bijzonder, tegen te gaan. VDAB zal bovendien op het ter-rein van vorming, onderwijs en beroepsoplei-ding de krachten blijven bundelen met onder-wijs, sectoren en andere relevante stakeholders in de vorm van excellente centra, waarvan in 2014 een uitbreiding wordt voorzien.

72

COMOKRA (Steenhu� el)COMOKRA is het COmpetentiecentrum voor MOntage en KRAanbediening en richt zich naar de speci� eke behoe� en aan competente medewerkers binnen de sector en stelt zich tot doel:

◗ de informatieverstrekking en promotie over de diverse opleidingen en beroepen uit de montage-sector (o.a. rigger-monteerder en kraanmachinist);

◗ de organisatie van de noodzakelijke competentie-ontwikkeling voor de verschillende doelgroepen, werkzoekenden en werknemers;

◗ de certificering en erkenning van de verworven competenties.

PipeTech Academy (Sint-Niklaas)PipeTech Academy is het Expertcentrum voor pijp� t-ter, pijplasser, � ensmonteur en montage van indus-triële installaties in Vlaanderen en is gericht naar de speci� eke behoe� en binnen de industriële deelsector Contracting & Maintenance en hee� als doel:

◗ Informatieverstrekking over van de jobs in de sector.

◗ Toeleiding naar en instroom in de sector bevorde-ren.

◗ Competentieontwikkeling organiseren voor werk-nemers, werkzoekenden, leerlingen en leerkrach-ten gericht op 3 beroepen:

⚫ pijpfitter

⚫ flensmonteur

⚫ lasser

◗ Certificering van de verworven competenties

PipeTech AlliancePipeTech Alliance is een open platform dat alle stakeholders van het beroep pijp� tter samenbrengt om samen te investeren in talentontwikkeling. Dit platform volgt de evolutie in de bedrijven die pijp-� tters tewerkstellen en probeert deze te vertalen in competentieontwikkelingsprogramma’s of in aanpas-singen en actualisering van bestaande opleidings-programma’s.

Opleidingsatelier voor de voeding (Roeselare)Middels een speci� ek opleidingsaanbod de instroom in de voedingssector van operatoren en in het bij-zonder verpakkingsoperatoren ondersteunen in West Vlaanderen en de andere provincies. Het Opleiding-satelier voor de voeding is een Vlaams competentie-centrum voor operatoren van de voedingsindustrie. In het bijzonder verpakkingsoperatoren. De opleiding wordt aangeboden aan werkzoekenden, leerlingen en leerlingen in leertijd.

Samenwerkingsverband voor de textielsectorHet garanderen van een beperkte maar open oplei-dingscapaciteit voor deze sector. Dit aanbod richt zich naar werkzoekenden, werkne-mers, en leerlingen/ studenten. De VDAB en de scholen beheren en coördineren samen een gerationaliseerde en geoptimaliseerde en gedeelde opleidingsinfrastructuur voor de onder-scheiden doelgroepen en zetten deze in volgens behoe� en gesignaleerd door de sector.

Open leeratelier voor patroontekenaars van de kle-dingindustrie (Antwerpen)Overdracht van VDAB expertise CAD patroontekenen naar onderwijs gezien de instroom naar deze beroe-pen niet meer vanuit de arbeidsmarkt hoe� onder-steund te worden.

Daarnaast zullen we in 2014 ook nieuwe centra initiëren en ondersteunen in functie van speci� eke arbeidsmarktnoden.


◗ Minstens 1 nieuw excellent partnerschap per provincie

◗ Uitbouw en ondersteuning van de Techniek en Talent-campus in Waterschei als onder-deel van het Strategisch Actieplan Limburg Kwadraat.

◗ Verderzetting van de bestaande excellente partnerschappen

73

In 2013 werd een wisselleerproject met VVOS en VVSG opgestart met als doel de samenwerking tussen VDAB en OCMW’s een nieuwe impuls te geven. Vanuit de bevindingen uit diverse onderzoeken over dit on-derwerp enerzijds en de verzameling van ervaringen en goede praktijken op het terrein anderzijds willen we de samenwerking verder vormgeven. Dit project wordt gecontinueerd in 2014.

De NT2-partnerschappen zullen verder uitgebouwd worden binnen de contouren van de hervormin-gen binnen onderwijs, integratie en inburgering. Bestaande afspraken en daaraan gekoppelde acties worden verder opgevolgd en uitgevoerd in 2014. Zo zal VDAB in samenwerking met partners blijven wer-ken aan het verbeteren van de doorstroom zowel van de basisopleidingen naar schakelpakketten als van de schakelpakketten naar de beroepsopleidingen. Dit enerzijds met behulp van een nieuw ontwikkelde monitoringstool, en anderzijds via participatie aan “Doorstroom”, een project o.l.v. VOCVO waarin goede praktijken van doorstroom tussen CBE, CVO, VDAB en Syntra uitgewisseld worden.

actie 1.open kennisnetwerk ‘werk en kwetsbare doelgroepen’

We bevorderen de kennisdeling m.b.t. de aanpak van kwetsbare doelgroepen tussen werken wel-zijnspartners in functie van de uitvoering van een toekomstgericht beleid. Eind 2013 wordt het thema rond de werkgeversbenadering afgesloten. 2014 zal enerzijds gebruikt worden om alle gerealiseerde pro-ducten te � naliseren, en anderzijds om een nieuw thema voor 2014-2015 (2016) uit werken.

Concreet worden volgende acties voorzien:

◗ Finaliseren van verschillende publicaties.

◗ Mee uitwerken van een studiedag voor arbeidsge-neesheren en adviserende geneesheren.

◗ Opzetten van een aantal brainstormsessies met partners en stakeholders rond het nieuwe thema.

doelstelling 20:partnerschappen versterken

op het terrein van welzijn, inburgering en maatschappelijke integratie


◗ Afwerken thema werkgeversbenadering: minstens 3 afgewerkte publicaties in de vorm van een “werk-schrift”.

◗ Deelname aan studiedag voor arbeidsgeneesheren en adviserende geneesheren.

◗ Nota met omschrijving van inhoud, doelstellingen en methodiek die gevolgd zal worden voor het nieuwe thema.

◗ Afhankelijk van het gekozen thema: aantal werk-groepen met duidelijk omlijnde opdracht.

◗ December 2014: eerste tussentijdse voorstelling van de bereikte resultaten.

75

De socio-economische analyse leert dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) de komende jaren zal kampen met een bevolkingstoename die het reeds hoge aantal lagergeschoolde anderstaligen nog ver-der omhoog stuwt. Deze groep is in Brussel moeilijk in te schakelen op de arbeidsmarkt. De hiermee samenhangende jeugdwerkloosheid van ruim 35% vormt tevens een bijzonder aandachtspunt voor het Brusselse arbeidsmarktbeleid. Het jaar 2014 wordt een kanteljaar voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De 6de staatshervorming zal de Brusselse Regering de mogelijkheid geven om ook zelf te investeren in Beroepsopleiding voor werkzoe-kenden, waar deze bevoegdheid tot nu toe voorbe-houden was aan de Gemeenschappen.

taalbeleidactie 1.1. uitbouw van een traject naar ons opleidingsaanbod voor de Brusselse anderstalige werk-zoekende met een nederlandstalig beroepsperspectiefOm de drempels voor werkzoekenden zonder kennis Nederlands die een Nederlandstalige beroepsoplei-ding wensen te volgen zo laag mogelijk te houden, werkt VDAB Brussel samen met het Huis van het Nederlands en CVO Lethas om werkzoekenden de intensieve basisopleidingen NT2 kosteloos aan te bie-den. Het opleidingstraject (begeleiding) start bij de doorverwijzing naar de basisopleiding NT2 rg 1.1 zodat de slaagkans bij doorstroom naar de beroepsgerichte vervolgopleidingen verhoogt.

actie 1.2. uitbouw van een arbeidsmarktgericht aanbod nt2 op maat van de werkzoekende

◗ Het opzetten van een opleidingsaanbod gericht naar anderstaligen: schakelpakketten (Sector 2, De Lift, Verkoopstalent, ZorgkabiNed), bediende, verkoop, zorgkundige, NT2 opleidingen voor de luchthaven/poets.

◗ Het opzetten van remediëringstrajecten voor werkzoekenden die niet slagen voor onze domino testen ifv Sector 2 en ZorgkabiNed.

◗ Uitbouw van een geïntegreerd aanbod logopedie in onze schakelpakketten zowel in eigen beheer als in uitbesteding.

actie 1.3. uitbouw van geïnte-greerde taal- en competentiever-sterkende opleidingen en trajec-ten

◗ Het curriculum van de opleiding hulpboekhouden zal uitgebreid worden met 80 uren taal (Neder-lands of Frans). Bij een positieve evaluatie plan-nen we dit uit te breiden naar andere opleidingen binnen de cluster HAVO.

◗ NODO+ in onze opleidingen Bouw & Industrie.

◗ De opleiding ‘Hogerop’.

◗ Aanbieden van taalbad Nederlands in Franstali-ge opleidingen van Mission Locale van Etterbeek, gericht op knelpuntvacatures (2014: verkoper opticien).

actie 1.4. taalbeleid bij opleidingspartners versterken

◗ Taalbeleid en -coaching bij partners structureel inbedden om de kwaliteit bij en de samenwerking met de betrokken partners te optimaliseren. Met inbegrip van onze visie ‘Focus op werk’.

◗ In 2013 is het aanbod taalcoaching in bestaan-de opleidingen in overleg met het Huis van het Nederlands besproken en zijn er aanpassingen afgesproken. In 2014 voorzien we verdere afstem-ming en optimalisatie (vb van opleidingen zijn keukenmedewerker, hulpkok, kok, slagersgast,...).

◗ In overleg met het Huis van het Nederlands is er een uitbreiding voorzien van het aanbod aan taal-coaching binnen bestaande finaliteitsopleidingen zorg (logistiek assistent, BKO, ..).

een beleid op maat voor brussel

76

actie 1.5. taalbeleid in bedrijven versterken.Versterken van de competenties van anderstalige werkzoekenden en investeren in taalbeleidacties op de werkplek met IBO-T en NODW (ism Huizen van het Nederlands).

partnerschappenactie 2.1. partnerschappen ver-sterken op het terrein van werk

◗ Versterking en uitbreiding van de samenwerking met Actiris ifv een lokaal/Brussels arbeidsmarkt-beleid. De samenwerking wordt opgevolgd op het 3 maandelijks strategisch ontwikkelingscomité tussen VDAB Brussel en Actiris. Specifieke aandacht voor:

◗ We stemmen verder af met de Werkwinkelpartner voor de begeleiding van klanten met Nederlands-talig tewerkstellingsperspectief die niet kiezen voor vervolgopleidingen binnen het Nederlandsta-lig circuit.

◗ Samenwerking met de uitzendsector bevorderen dmv mini-jobdatings, mini-jobbeurzen, info-sessies door VFU mbt interimwerk aan cursisten, nieuwsbrief ‘Uw Toekomstige Werknemer’, bedrijfstages voor personeel.

actie 2.2. partnerschappen versterken op het terrein van vorming, onderwijs en beroepsopleiding

◗ Versterking van de samenwerking met de aanbod-verstrekkers NT2 (CVO en Huis van het Nederlands) en Actiris om de warme overdracht naar de com-petentieversterking binnen VDAB te bevorderen. We stemmen verder af met de Werkwinkelpartner voor de begeleiding van klanten met Nederlands-talig tewerkstellingsperspectief die niet kiezen voor vervolgopleidingen binnen het Nederlands-talig circuit.

◗ Versterking van de samenwerking met het Huis van het Nederlands:

⚫ deelname aan de Raad van Bestuur

⚫ ikv voortraject anderstalig ondernemen ism Syntra Brussel

⚫ ikv opleiding buitenschoolse kinderopvang ism CVO Brussel

⚫ ikv trefmoment voor VDAB NT2-cursisten om hen te informeren waar en hoe ze oefenkansen kunnen aangrijpen in Brussel om Nederlands te leren

◗ Uitbouw van een flexibel en vraaggericht oplei-dingsaanbod ism opleidingspartners (Syntra Brus-sel, CVO Brussel, CBE Brusselleer, Eurospeak…)

◗ Uitbouw van een flexibel en vraaggericht oplei-dingsaanbod ism onderwijspartners onder de vorm van OKOT’s: HBO5 Boekhouden, TKO meerta-lig secretariaatsmedewerker, Webdesign, Informa-tica, Verpleegkunde, Jeugd en Gehandicaptenzorg, Specifieke lerarenopleiding, Leerkracht (kleuter- en lager onderwijs), Kinderzorg, HBO5 Bouw.

◗ Uitbouw van een flexibel en vraaggericht oplei-dingsaanbod ism sectoren (handel, administratie, verkoop, ICT, Huis voor Gezondheid, Commerce Academy).

◗ Deelname aan de RVBestuur en de algemene vergadering van de 6 verschillende Beroepen Re-ferentie Centra in het BHG. Verdere en intensieve-re samenwerking met het beroepenreferentiecenta Bouw, Iris Tech + en Iris TL door de inzet van 1 FTE instructeur vanuit VDAB Brussel.

◗ Verdere samenwerking met Tracé Brussel ikv het Uitbreidingsbeleid Beroepsopleidingen Brussel (UB3).

◗ Verdere samenwerking met de VGC in kader van New Deal, NODW aan Initiatieven Buitenschoolse Opvang.

77

actie 2.3. partnerschappen verster-ken op het terrein van welzijn, inburgering en maatschappelijke integratie

◗ In Brussel richten we ons sterk tot de kansen-groep allochtonen (>70% van de werkzoekenden die we bereiken in de werkwinkel behoort tot de kansengroep allochtonen met beperkte kennis Nederlands). We investeren dan ook sterk in de trajectbegeleiding van nieuw- en oudkomers met Nederlandstalig professioneel perspectief (NT2 - beroepsopleiding - tewerkstelling in een Nederlandstalige context). In dit kader loopt een samenwerkingsovereenkomst tussen het ont-haalbureau, Actiris, VDAB en de Werkwinkel. Deze samenwerkingsovereenkomst wordt verlengd.

◗ Samenwerkingsovereenkomst RIZIV, VI, Actiris, VDAB, Bruxelles Formation en Phare i.k.v. oriën-tering en beroepsherscholing van de verzekerden met het oog op hun reïntegratie op de arbeids-markt.

jongeren/ongekwalificeerde uitstroomactie 3.1. youthguarantee voor jon-geren ism actiris.

◗ VDAB Brussel neemt deel aan een werkgroep in samenwerking met Actiris en Bruxelles Formation.

actie 3.2. ongekwalificeerde uitstroom voorkomen

◗ VDAB zal, in uitvoering van art 8 §3 van het Sa-menwerkingsakkoord tussen het BHG, het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap betreffende de afstemming vh arbeidsmarktbeleid, opleiding, vorming en bevordering vd mobiliteit van de wzn, samen met Actiris/Tracé Brussel/Syntra en DBO een werkgroep opstarten om de afspraken in het de-creet Leren en Werken te vertalen naar de Brussel-se context met als doelstelling de begeleiding en doorstroom naar de arbeidsmarkt te verhogen.

◗ “Jump naar werk” van vzw Tracé Brussel wil de overgang van school naar arbeidsmarkt vergemak-kelijken door de leerlingen tijdig te informeren. “Via het project krijgen jongeren uit de derde graad secundair onderwijs een beter zicht op hun eigen positie op de Brusselse arbeidsmarkt en leren ze verschillende belangrijke actoren kennen. Het project wordt gefinancierd door Actiris en de VGC. VDAB Brussel verleen zijn medewerking door het organiseren van infosessies per beroepenclus-ter. Hier zal ook een interactieve opdracht aan ge-koppeld worden in de opleidingscentra van VDAB Brussel of die van onze opleidingspartners.

◗ Doe-dag ism de VGC ikv de opleidingsbeurs in Brussel.

actie 3.3. remediëren van de ongekwalificeerde uitstroom

◗ Uitbouw van een flexibel en vraaggericht oplei-dingsaanbod ism onderwijspartners onder de vorm van OKOT’s: HBO5 Boekhouden, TKO meerta-lig secretariaatsmedewerker, Webdesign, Informa-tica, Verpleegkunde, Jeugd en Gehandicaptenzorg, Specifieke lerarenopleiding, Leerkracht (kleuter- en lager onderwijs), Kinderzorg, HBO5 Bouw.

◗ De samenwerking met Actiris op het vlak van IBO, instapstages, Beroepsinlevingsovereenkomsten wordt verder uitgebouwd. Specifieke aandacht voor: promotie door Actiris, toeleiding door Actiris en via opleidingen VDAB, gegevensuitwisseling tussen beide organisaties, operationele goede sa-menwerking, een visie met de neuzen in dezelfde richting.

◗ Uitbreiding van de capaciteit BTM in functie van doorstroom naar onze finaliteitopleidingen. De doelstelling is om meer Brusselse jongeren te screenen en een basisopleiding mechanica te kun-nen geven.

78

De strategische projecten voor 2014 worden gekarak-teriseerd door drie krachtlijnen: een beleidsmatige, een strategische en een operationele:

◗ Beleidsmatig: invoeren van Maatwerk, LDE, w² en voorbereiding op de staatshervorming

◗ Strategisch: strategische doelen verder afwerken (WMC, POP,…)

◗ Operationeel: verdere vereenvoudiging en struc-turele verbeteringen met het oog op efficiëntie en klantgerichtheid (SMP+, afbouw AMI-forms,…)

Deze drie doelen moeten tegelijk gerealiseerd kunnen worden, rekening houdend met a� ankelijkheden, synergie, budget en absorbtievermogen (change management).

actie 1.informatie als motor voor innovatiekVanuit onze rol als arbeidsmarktregisseur willen we inzetten op informatie-verwerking als motor voor innovatie. Een maximale benutting van interne en externe informatie door het ter beschikking stellen en koppelen van diverse gegevens (vanuit authentieke bronnen) bevordert de arbeidsmarkttransparantie en resulteert idealiter in nieuwe inzichten die niet alleen de eigen werking kunnen verbeteren maar ook bestaande partnerschappen kunnen versterken en nieuwe doen ontstaan.

In 2013 werd met de integratie van de LED (Leer- en Ervaringsbewijzen Databank), de data-uitwisseling met onderwijs fundamenteel versterkt. Vanaf 2014 zal, in functie van de W², maatwerk en reguliere dienstverlening van de VDAB, stapsgewijs de uitwisseling van informatie met de OCMW’s en VAPH worden uitgebouwd. Ook in functie van maatwerk wordt er een gegevensuitwisseling met VSAWSE op-gezet.

strategische projecten

Met een aantal experimenten rond open data staat de VDAB op dit terrein verder dan de meeste andere Vlaamse overheidsorganisaties. De intentie voor de komende jaren is om wer-ken met open data structureel te verankeren in de werking van de organisatie en interessante data continu open te maken, weliswaar steeds met respect voor de krijtlijnen van de privacy-wetgeving.

79

Er wordt een nieuwe, diepgaande gegevensuitwis-seling met Inburgering opgestart (Onthaalbureaus en Huizen van het Nederlands), naar aanleiding van het nieuwe informatiesysteem van Inburgering.Deze zal huidige beperkte gegevensuitwisseling vervangen. Dit houdt ook in dat, voor gemeenschappelijke klanten zowel de VDAB-consulent online inzage zal hebben in het KBI-dossier, en de HvN- en Onthaal-bureau-consulenten zullen direct het VDAB-dossier kunnen inkijken.

Uiteraard wordt ook de nodige ruimte voorzien voor bijkomende informatie-uitwisseling met de RVA in functie van de staatshervorming.

Voortbouwend op oefeningen uit de afgelopen jaren wordt in 2014 verder gewerkt op een beslissingskader dat arbeidsmarktinformatie over sectoren koppelt aan de investeringen per sector door de VDAB en hand-vaten moet aanreiken om te beoordelen in welke sectoren we te veel of te weinig investeren.

de resultaten die wij verwachten met deze actie:Inzake open data en open services is het de ambitie van de VDAB om:

◗ in een proefproject tijdens het najaar 2013 een aantal vacatureservices open te stellen voor 3 arbeidsmarktintermediairen;

◗ in samenwerking met de stad Gent en de Vlaamse ICT organisatie tijdens het najaar van 2013 en het voorjaar 2014 de data over de VDAB-locaties en de dienstverlening als open data ter beschikking te stellen;

◗ vanaf het najaar 2013 stapsgewijs datasets met arbeidsmarktinformatie via het open data platform van de Vlaamse Overheid ter beschikking stellen.

Met de nieuwe data-uitwisselingen zal eind 2014:

◗ de VDAB weten wie van onze werkzoekenden een leefloon ontvangt en wie niet;

◗ een optimale gegevensuitwisseling gerealiseerd zijn tussen de Huizen van het Nederlands, de Onthaalbureaus en de VDAB. Voor gemeenschappelijke klanten zullen zij ook online inzage hebben in elkaars dossiers;

◗ de samenwerking tussen VDAB en VSAWSE op het vlak van de Maatwerk- tewerkstellingsondersteunende maatregelen gerealiseerd zijn;

◗ de Maatwerk-en PMAH- indicering ondersteund worden met authentieke data van OCMW en VAPH.

Het bestaande beslissingskader, dat tot vandaag nog zeer ruw is, wordt verrijkt met gegevens over de uitstroomkansen van laaggeschoolden en wordt waar mogelijk ver� jnd tot op het niveau van individuele sectoren.


◗ 150 mandagen IT-ontwikkeling voor open data en open services

80

actie 2.werken met competenties In 2012 werd de databank Comeet ontwikkeld, met het oog op het kunnen beheren van de competen-tie� ches uit de tool Competent (SERV), gebaseerd op Rome III (Pôle Emploi). Aan de hand van deze databank konden de competentie� ches gebruiks-vriendelijk worden gemaakt voor de eindgebruikers. Daardoor kan de werkgever voortaan via Mastervac – vertrekkende vanuit een beroepssjabloon- de ver-eiste competenties voor een vacature aangeven. De burger kan via Mijn Loopbaan – vertrekkende vanuit een bepaald beroepssjabloon - aanduiden welke competenties hij hee� .

Het sluitstuk van deze actie bestond in het integreren van competenties in de matching. Vanaf begin 2013 hebben competenties mee een gewicht in de mat-ching en dus in het matchingsresultaat dat de burger/werkgever voorgesteld krijgt.

In 2013 werd met drie arbeidsmarktintermediairen een pilootproject gestart om HRXML-vacatures au-tomatisch te verrijken met competenties. Dit project moet ons input geven over de contouren waarin deze samenwerking kan worden uitgebouwd. Binnen stra-tegische doelstelling 3 wordt in 2014 verder bekeken hoe dit al dan niet kan veralgemeend worden.


◗ Werkzoekenden de eigen mogelijkheden en groei-opportuniteiten op de arbeidsmarkt voor het individu en transparanter inzicht in de beschikbare aanwervingsreserve op de arbeidsmarkt.

◗ Optimale inzet van Competent als standaard.

◗Kwalitatieve verrijking van Competent.

In 2014blijven we verder de matching optima-liseren. Zo kunnen eindgebruikers bijvoorbeeld zelf de gewichten van de verschillende ele-menten in de matching bepalen om op meer op maat naar vacatures op zoek te kunnen gaan en aldus hun loopbaan zelf in handen te nemen. Deze optimalisering wordt afgestemd met de noden van de organisatie voor de uitvoering van de ‘iedereen bemiddelaar’ strategie.

81

actie 3.portfolio-versterking mijn loopbaan In 2014 willen we het e-portfolio beter toegankelijk maken zodat het bereik groter wordt, de zelfred-zaamheid van de gebruiker wordt versterkt en de portfolio beter kan worden ingezet in de bemidde-ling. In dat kader willen we o.m. de mogelijkheid creëren om een aantal MLB-functionaliteiten ano-niem te gebruiken via de website. Zo onderscheiden we beter het functionele van de data-opslag in het e-portfolio. We blijven de burger wel stimuleren de verzamelde gegevens te bewaren vanuit een preven-tief model (dataverzameling buiten transitie-contex-ten). Er zal een betere integratie tussen de ‘vind een job’-toepassing en het e-portfolio worden uitge-werkt.

Met het oog op de bescherming van de privacy van de burger, werd Mijn Loopbaan in 2013 aangepast waardoor consulenten enkel toegang hebben tot het portfolio indien de burger om dienstverlening hee� gevraagd of al dienstverlening krijgt. Dit privacy-luik wordt geanalyseerd op vervolgstap-pen; enerzijds is er een optie om verschil te ma-ken naar gegevensgebruik in verschillende soorten dienstverlening, anderzijds wordt ook bekeken in hoeverre de gebruiker zelf zal kunnen bepalen of hij zijn gegevens al dan niet wenst te delen en welke gegevens in welke ruimte (bv. POP) dan precies met wie zullen mogen worden gedeeld.

In 2014 willen we het e-portfolio Mijn Loopbaan versterken met extra functionaliteiten. Ter versterking van de strategie ‘Iedereen bemiddelaar’ willen we in 2014 Mijn Loopbaan actief kunnen gebruiken als sol-licitatiemap van de burger om op termijn de papieren sollicitatiemap te vervangen.

Mijn Loopbaan kan daarbij verschillende functio-naliteiten aanbieden om het sollicitatiegebeuren te optimaliseren, zoals bijvoorbeeld de aanmaak van een goed cv, het bijhouden van een sollicitatiedag-boek, het verzamelen van feedback van de werkge-ver, de opmaak van een goed ingevuld portfolio, het bewaren en beheren van gevonden vacatures, het oplijsten van sollicitatieacties, enzovoort.

Consulenten kunnen hun begeleiding dan optimaal aanpassen aan de informatie over de activiteiten van de burger zoals die in het portfolio is terug te vinden. De consulent kan het gebruik van deze ‘elektronische map’ opvolgen en de werkzoekende hier verder in coachen via e-begeleiding of face to face.

Via informatiepush kunnen we het detecteren van knipperlichten in de begeleiding ondersteunen.


◗ De extra functionaliteiten werden opgeleverd zodat Mijn Loopbaan de ‘papieren‘ sollicitatiemap kan vervangen.

82

actie 4.pop (persoonlijk ontwikkelingsplan) Het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) dat in 2014 in Mijn Loopbaan wordt geïntegreerd, biedt werkzoe-kende en werkenden de mogelijkheid om alle infor-matie voor een bepaald beroep terug te vinden, om zich te oriënteren vanuit zijn interessegebieden, om een persoonlijk loopbaandoel te bepalen en aan de hand van een automatische GAP-analyse te bepalen hoe men daar geraakt.De ontwikkelpunten die voortvloeien uit dat doel, komen daarbij automatisch in het POP-actieplan.

In 2014 willen we graag verder bouwen aan het POP om het gebruik door de burger te stimuleren door middel van cruciale aanvullende functionaliteiten. Het POP kan daarbij worden gebruikt als teaser voor het werknemersbereik van MLB, bv. door de POP-functionaliteiten ter beschikking te stellen op de VDAB-website zonder dat men geregistreerd hoe� te zijn. Daarnaast zal de mogelijkheid worden gecreëerd voor de archivering en afsluiting van de gerealiseerde POP’s.Ook zal het mogelijk worden om een POP te expor-teren en te printen ter stimulatie van gebruik door partners.

Het POP wordt breed in gebruik genomen; we gaan een actief pilootproject doen met de lancering van POP met een aantal partners om inzichten te ver-werven voor verdere verrijking (input voor POP 2.0. ontwikkelingen in 2015)


◗ Oplevering universeel bruikbare POP-tool.

83

actie 5.uitrol bpm De dienst hee� in de loop van 2013 een Business Proces Managementsysteem ontwikkeld, dat in 2014-2015 uitgerold wordt in de organisatie.

Het BPM-managementsysteem hee� als doel ener-zijds de organisatie op een meer procesmatige wijze aan te sturen in functie van een grotere klantente-vredenheid én anderzijds de medewerkers beter te ondersteunen bij de uitoefening van hun job.


◗ Het BPM managementsysteem werd geïmplemen-teerd als basis voor de aansturing van de dienstver-lening.


◗ 1 VTE Projectleider BPM

Het BPM-managementsysteem zal op termijn leiden tot een betere invulling van de tactische managementaansturing in de organisatie zodat de bedrijfsstrategie sneller en beter landt bij al onze medewerkers en de wendbaarheid van de VDAB-organisatie vergroot.

84

actie 6.programma implementatie 6e staatshervorming De uitvoering van de zesde staatshervorming zal ingrijpende veranderingen met zich meebrengen voor de VDAB, zowel op het vlak van de externe dienst-verlening, als op het vlak van de ondersteunende domeinen, de projectportfolio en de bedrijfsstrategie. Gezien de omvang van de bevoegdheidsoverdracht (in combinatie met de gerelateerde � nanciële stro-men, personeelsverschuivingen, infrastructuurnoden, juridische vraagstukken, etc.) is het aangewezen om de veranderingen te beheren vanuit een speci� ek strategisch programma, dat uiteenvalt in een reeks projecten die aangestuurd worden op tactisch niveau.

We werken met een ‘governance’ structuur voor het programma ‘staatshervorming’ met de inrichting van een programmastuurgroep op strategisch niveau, en het aanstellen van een programmamanager en een programmateam. Het programma omvat een 7-tal projecten, ingedeeld volgens clusters van overgehe-velde bevoegdheden. Deze interne programmastruc-tuur en de clustering van bevoegdheden wordt ook maximaal afgestemd met de voorbereidingen die door het departement WSE worden getro� en, en is a� ankelijk van de voortgang van de beleidsmatige besluitvorming op politiek niveau.

Cruciaal voor de succesvolle inbedding van de nieuwe bevoegdheden in de organisatie zijn de correlaties tussen het strategisch programma, de bestaande dienstverlening van de VDAB en de lopende verande-ringstrajecten in de organisatie.


◗ Effectieve voorbereiding van de implementatie van de over te hevelen bevoegdheden.


◗ 1 VTE Programmamanager Staatshervorming, ondersteund door programmateam en PMO en aangestuurd door de stuurgroep.

◗ 6 Projectleiders voor de verschillende pro-jecten. (Project ‘activering’ wordt getrokken door programmamanager)

87

actie 1.abc inzetten als management-instrumentVDAB gaat informatiebeheer structureel opnemen, met duidelijke doelstellingen, verantwoordelijkheden en rollen. ABC/ABM vereist informatie over product-diensten, processen, resources en � nanciële infor-matie volgens bedrijfsde� nities en een bedrijfsmo-del, waarbij de verschillende informatiedomeinen kunnen geïntegreerd worden.

Het ABC-model zal via een aangepaste rapporterings- en analysetool toegankelijk gemaakt worden voor � nanciële en planningsexperten. Algemene ABC-ma-nagementinformatie moet bereikbaar worden via het datawarehouse en algemene rapporteringstools (OBI).

interne werking


◗ 3 VTE ABC experten


◗ Implementatie rapporteringstool

◗ ABC wordt gebruikt als managementinstrument

88

actie 2.het verhogen van de maturiteit van de organisatieDe VDAB blij� streven naar het bevestigen en verster-ken van zijn reputatie als performante overheids-organisatie.

VDAB wil in 2014 verder streven door middel van gerichte actieplannen naar het behalen van een score 4 voor:

◗ Efficiëntie

◗ Integriteit

◗ Organisatiestructuur

◗ Human resources management

◗ Financieel management

◗ ICT

de resultaten die wij verwachten met deze actie:Maturiteitsniveau 4 wordt behaald voor de bovenver-melde thema’s.

89

actie 3.het bevorderen van de diversiteit binnen het personeelsbestand

De bestaande globale visie en missie van diversiteit binnen VDAB wordt tegen het licht gehouden en waar nodig aangepast of bijgestuurd. 2014 wordt vooral een jaar van evaluatie en bij-sturing.

Collega’s met een arbeidshandicapIn 2014 wordt er werk gemaakt van een grondi-ge evaluatie van voorbije acties. Op basis van deze evaluatie zullen acties worden afgesloten, herdacht, bijgestuurd of heropgestart.

Het re-integratiebeleidIn 2014 zal in iedere provincie re-integratiebegelei-ding worden aangeboden.

Vrouwen in managementfunctiesIn 2014 wordt gekeken in welke mate welke acties meer succes hadden en waarom.

Lee� ijdsbewust personeelsbeleidin 2014 wordt er werk gemaakt van de implementatie van de perspectiefgesprekken met in iedere provin-cie. Een perspectiefgesprek is een gesprek tussen mede-werker en direct leidinggevende over de ontwikke-ling van de loopbaan van de medewerker binnen het team op middellange tot lange termijn (5 jaar ).De doelgroep van deze perspectiefgesprekken wordt in 2014 vastgelegd.

Het overleg multiculturele ervaringsdeskundigen De werking en de samenstelling van dit overleg wordt geëvalueerd. Indien nodig wordt de werking aangepast. Op het vlak van diversiteit blij� VDAB de garantie bie-den dat op basis van onvoorziene vragen of voorstel-len nieuwe actiepunten kunnen worden ontwikkeld.

inschatting vereiste inspanningenDe verantwoordelijkheid voor de uitwerking van deze acties maakt deel uit van de rol van de emancipatieambtenaar van VDAB. Voor de e� ectieve uitwerking van deze acties wordt beroep gedaan op het engagement en de inzet van betrokken collega’s. De emanci-patieambtenaar neemt ook actief deel aan verschillende externe diversiteitsfora binnen de Vlaamse Overheid.

vereiste mensen en middelen ◗ 4 VTE : De spil in de uitwerking van deze acties is de emancipatieambtenaar van VDAB. De effectieve uitwerking gebeurt afhankelijk van het onderwerp door 1 of meerdere bijkomende collega’s.

◗ Acties Disability Management: max. 5600 euro (basisopleiding voor de reïntegratiebegeleiders).


◗ Het aandeel personen met een arbeidshandicap in het totale personeelsbestand bedraagt 2,4%.

◗ Het aandeel personen met een migratieachtergrond in het totale personeelsbestand bedraagt 6,0%

◗ Het aandeel vrouwen in het middenkader bedraagt 28%.

90

actie 4.realisatie van efficientiewinstenDe VDAB hee� reeds het merendeel van de gevraagde personeelsbesparingen gerealiseerd door een strin-gent vervangingsbeleid binnen alle directies, een intern heroriënteringsbeleid en een quasi- wer-vingstop extern. Diverse � ankerende optimalisatie-trajecten worden opgezet.

In 2014 wordt het besparingsobjectief van 6% op-getrokken naar 6,5%, zowel in aantal als in budget. De � ankerende optimalisatietrajecten worden verder uitgerold.


6,5 procent besparing op het personeelse� ectiefFlankerende optimalisatietrajecten.


◗ Voor de volledige OD of per actie (indien beschikbaar)

93

ACTIRISAMCASOBSOBUSOCVODBSOEADEGFESFEUEVCFedergonFOREMGTBHRIBOJOPKMOLEDMLBNODWNT2OCMWODOKOTPITPmAHPOPRESOCSALKSDSERRSERVSLNSMP(+)SIASOPSTEMSYNTRA -VL VDABVIONAVOPWIJWSEWVG

Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling (vroeger BGDA)Arbeidsmarkt CompetentiesAlgemeen Secundair OnderwijsBeroeps Secundair OnderwijsBuitengewoon Secundair OnderwijsCentrum voor VolwassenonderwijsDeeltijds Beroeps Secundair OnderwijsEvenredige Arbeidsdeelname en DiversiteitEuropees Globalisatie FondsEuropees Sociaal FondsEuropese UnieElders Verworven CompetentiesFederatie van HR-dienstverleners.Le service public Wallon de l’emploi et de la formation Gespecialiseerde trajectbegeleidingHuman ResourcesIndividuele Beroepsopleiding Jaarlijks OndernemingsplanKleine en Middelgrote OndernemingenLeer- en Ervaringsbewijzen DatabankMijn LoopbaanNederlands op de werkvloerNederlands tweede taal / Nederlands voor anderstaligenOpenbaar Centrum voor Maatschappelijk WelzijnOperationele DoelstellingOnderwijskwali� cerende opleidingstrajecten voor werkzoekendenProject Innovatie TeamPersonen met een ArbeidsHandicapPersoonlijk Ontwikkelingsplan Regionaal Economisch en Sociaal Overlegcomité Strategisch Actieplan voor Limburg in het kwadraatStrategische DoelstellingSociaal Economische Raad voor de RegioSociaal-Economische Raad van VlaanderenSteunpunt Lokale NetwerkenSluitend MaatPak(+)Sociale interventieadviseur(meerjaars) Sectoraal OndernemingsplanScience, Technology, Engineering and MathematicsVlaams Agentschap voor OndernemerschapsvormingVlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en beroepsopleidingVlaams Interuniversitair Onderzoeksnetwerk ArbeidsmarktrapporteringVlaamse OndersteuningspremieWerkinlevingsprojecten voor jongerenWerk en Sociale EconomieWelzijn, Volksgezondheid en Gezin

verklarende woordenlijst

JOP 2014

Documents

Transcript of JOP 2014