Johannes - Sterrenkunde...De persoon ach ter dit werk is Johannes 1(?p{er. Aan het eind van 1571 ,...

2
Er zijn namen van mensen waarbij je niet meteen aan de bijbehorende persoon denkt. Zo is er een naam waarbij je meestal eerst denkt aan mooie foto=s die vanuit de ruimte gemaakt worden. De bekendste telescoop die dat doet is vernoemd naar iemand die deze eeuw nog leefde en o.a. bekend werd om een getal dat hij nietwist. Zowel dit getal als de telescoop dragen de naam van T-dwin 1-fu66{e De eerste dag dat Edwin Powell Hubble het levenslicht zag, was op 20 november 1889. Dit gebeurde in het huis van zijn grootouders in Marshfield, een plaatsje in de Amerikaanse staat Missouri. Zijn vader , John Powell Hubble, kwam eveneens uit Missouri, terwijl zijn moeder, Virginia Lee James, uit de staat Nevada kwam. John werkte bij een verzekeringsbureau in Chicago. Het gezin had een huis in een van de voorsteden, Wheaton. Edwin bleek hier een liefhebber te zijn van boeken. Dat hij zich interesseerde voor nog onbekende dingen, bleek uit het feit dat de boeken van Jules Verne tot zijn favorie- ten behoorden. Behalve boeken lezen, was Edwin ook een fanatieke sporter. Vooral op de atletiekbaan was hij vaak te vinden, maar ook het (Amerikaanse) voetbalveld bezocht hij regelmatig. Edwin als student De middelbare school maakte hij af in 1906 waarbij hij de opmerking van de directeur kreeg: AEdwin, ik heb je vier * Un;ve"um 2-199a jaar gezien, maar nooit heb ik je zien stude- ren ... @ Hij kreeg een studi ebeurs , die hij wegens een foutje van zijn school moest delen met een mede-scholier. Aan de Universiteit van Chicago begon hij aan een studie natuurkunde. Om toch zijn studie te kunnen betalen, werkte hij o.a. als assistent in het laboratorium van Robert Millikan, die later de Nobelprijs voor natuurkunde ontving. In 1910 haalde hij een graad in de natuurkunde in Chicago en ging daarna naar Engeland om in Oxford nog wat rechten te studeren. In 1914 ging hij terug naar de V.S. waar hij de rechten inwisselde voor sterrenkunde. In de jaren tot 1917 deed hij werk dat hem de doctorstitel zou geven. Tijdens het laatste jaar kreeg hij een uitnodi- ging van het Mount Wilson Observatorium (toen een van de beste ter wereld). Helaas gooide de Eerste wereldoorlog (voor de V.S. begon deze pas in 1917) roet in het eten. Hij werd opgeroepen voor het leger in april. In Frankrijk was hij kapitein en later werd hij majoor. Pas in 1919 keerde hij weer naar Amerika terug en ging vrijwel meteen naar het observatorium. De wetenschapper In 1924 trouwde hij met Grace Burk. Het eerste dat Grace hoorde over Edwin was: AHij is een harde werker die wil weten hoe het heelal werkt. Dan is ie dus hartstikke jong! @ Zijn belangrijkste werk deed hij aan het eind van de jaren >20. In 1929 toonde hij aan dat vrijwel aile sterrenstelsels in het heelal van de aarde (ons melkwegstelsel) af bewegen. Oak bleek dat hoe verder de stelsels van ons af staan, hoe sneller ze bewegen. De verhouding tussen de snelheid en de afstand wordt de Hubbleconstante genoemd. Met de grootte van deze constante kan je uitrekenen hoe oud het heelal is. Helaas kon Hubble aileen niet goed zeggen hoe groot deze waarde was. Ook de laatste jaren zijn er nog steeds alierlei discus- sies over. Het bepalen van deze waarde is een van de belangrijkste taken van Hubble=s Aopvolger@, de inmiddels al weer 8 jaar rond- cirkelende Hubble Space Telescope. Na 23 jaar gewerkt te hebben op het observa- torium, moest hij opnieuw vanwege oorlog zijn werk onderbreken . Vanaf 1942 werkte hij opnieuw voor het leger wat hem in 1946 een onderscheiding opleverde.

Transcript of Johannes - Sterrenkunde...De persoon ach ter dit werk is Johannes 1(?p{er. Aan het eind van 1571 ,...

Er zijn namen van mensen waarbij je niet meteen aan de bijbehorende persoon denkt. Zo is er een naam waarbij je meestal eerst denkt aan mooie foto=s die vanuit de ruimte gemaakt worden. De bekendste telescoop die dat doet is vernoemd naar iemand die deze eeuw nog leefde en o.a. bekend werd om een getal dat hij nietwist. Zowel dit getal als de telescoop dragen de naam van

T-dwin 1-fu66{e

De eerste dag dat Edwin Powell Hubble het levenslicht zag, was op 20 november 1889. Dit gebeurde in het huis van zijn grootouders in Marshfield , een plaatsje in de Amerikaanse staat Missouri. Zijn vader, John Powell Hubble, kwam eveneens uit Missouri , terwijl zijn moeder, Virginia Lee James, uit de staat Nevada kwam. John werkte bij een verzekeringsbureau in Chicago. Het gezin had een huis in een van de voorsteden, Wheaton. Edwin bleek hier een liefhebber te zijn van boeken. Dat hij zich interesseerde voor nog onbekende dingen, bleek uit het feit dat de boeken van Jules Verne tot zijn favorie­ten behoorden. Behalve boeken lezen, was Edwin ook een fanatieke sporter. Vooral op de atletiekbaan was hij vaak te vinden, maar ook het (Amerikaanse) voetbalveld bezocht hij regelmatig.

Edwin als student De middelbare school maakte hij af in 1906 waarbij hij de opmerking van de directeur kreeg : AEdwin , ik heb je vier * Un;ve"um 2-199a

jaar gezien, maar nooit heb ik je zien stude­ren ... @ Hij kreeg een studiebeurs , die hij wegens een foutje van zijn school moest delen met een mede-scholier. Aan de Universiteit van Chicago begon hij aan een studie natuurkunde. Om toch zijn studie te kunnen betalen, werkte hij o.a. als assistent in het laboratorium van Robert Millikan , die later de Nobelprijs voor natuurkunde ontving. In 1910 haalde hij een graad in de natuurkunde in Chicago en ging daarna naar Engeland om in Oxford nog wat rechten te studeren. In 1914 ging hij terug naar de V.S. waar hij de rechten inwisselde voor sterrenkunde. In de jaren tot 1917 deed hij werk dat hem de doctorstitel zou geven. Tijdens het laatste jaar kreeg hij een uitnodi­ging van het Mount Wilson Observatorium (toen een van de beste ter wereld) . Helaas gooide de Eerste wereldoorlog (voor de V.S. begon deze pas in 1917) roet in het eten. Hij werd opgeroepen voor het leger in april. In Frankrijk was hij kapitein en later werd hij majoor. Pas in 1919 keerde hij weer naar Amerika terug en ging vrijwel meteen naar het observatorium.

De wetenschapper In 1924 trouwde hij met Grace Burk. Het eerste dat Grace hoorde over Edwin was: AHij is een harde werker die wil weten hoe het heelal werkt. Dan is ie dus hartstikke jong! @

Zijn belangrijkste werk deed hij aan het eind van de jaren >20. In 1929 toonde hij aan dat vrijwel aile sterrenstelsels in het heelal van de aarde (ons melkwegstelsel) af bewegen. Oak bleek dat hoe verder de stelsels van ons af staan, hoe sneller ze bewegen. De verhouding tussen de snelheid en de afstand wordt de Hubbleconstante genoemd. Met de grootte van deze constante kan je uitrekenen hoe oud het heelal is. Helaas kon Hubble aileen niet goed zeggen hoe groot deze waarde was. Ook de laatste jaren zijn er nog steeds alierlei discus­sies over. Het bepalen van deze waarde is een van de belangrijkste taken van Hubble=s Aopvolger@, de inmiddels al weer 8 jaar rond­cirkelende Hubble Space Telescope. Na 23 jaar gewerkt te hebben op het observa­torium, moest hij opnieuw vanwege oorlog zijn werk onderbreken . Vanaf 1942 werkte hij opnieuw voor het leger wat hem in 1946 een onderscheiding opleverde.

In 1946 ging Hubble naar het Mount Paloman Observatorium. Hier werkte hij mee aan de bouw van de 5 meter telescoop. Deze telescoop werd vooral gebouwd op grond van zijn werk dat hij tussen de twee wereld­oorlogen had gedaan. Over de teles­coop zei hij : AWe hopen met deze telescoop dingen te kunnen ontdek­ken die we niet verwachten. @ De laatste jaren van zijn leven bleef hij wijden aan de astronomie, zowel op het Wilson als op het Paloman Observatorium. Hij kreeg echter pro­blemen met zijn bloedvaten en over­leed daaraan op 28 september 1953.

De tweede Aster@ leefde zo=n drie eeuwen eerder, een tijdgenoot van Galileo. Hij verrichte belangrijk werk bij het bepalen van de banen van de planeten. De wetten die hij afleidde kunnen gezien worden als een eer­ste begin van de achterliggende fysi­sche wetten die de planeetbanen beschrijven en bijna een eeuw later opgesteld werden. De persoon ach­ter dit werk is

Johannes 1(?p{er.

Aan het eind van 1571 , op 27 december, zo=n twee maanden te vroeg, werd Kepler geboren. Dit gebeurde in het plaatsje Weil , in het zuidwe~ten van Duistland, niet ver van de Franse grens. Over zijn ouders was Kepler niet zo positief.

Zijn vader beschreef hij later als een drukke en ruwe soldaat en zijn moe­der vond hij ook maar een onrust­stoker. Ze ontsnapte nog net aan de heksenbrandstapel. Kepler woonde dan ook af en toe bij zijn grootou­ders. In de eerste maanden van Johannes= leven had hij een nogal kwakkelende gezondheid, vooral zijn ogen waren niet best. Ook tij­dens zijn latere kinderjaren had hij verschillende ziekten. In 1576 verhuisden zijn ouders naar Leonberg waar Johannes naar school ging tot 1584. In dat jaar ging hij naar de protestantse middelbare school in Adelberg. Op zijn zeven­tiende ging hij naar de protestantse universiteit in TObingen. Hij studeer­de voornamelijk godsdienst en filo­sofie , maar daarnaast was hij ook veel met sterrenkunde (in die tijd ook veel astrologie) en wiskunde bezig. Zijn wiskundeleraar was een van de eerste (stille) voorstanders van de leer van Copernicus (de aarde draait om de zon en niet andersom zoals altijd beweerd werd). Dit mocht hij dan wei niet in het openbaar zeggen, maar hij wist een aantal van zijn leerlingen (waar­onder Kepler dus) wei enigszins te overtuigen van deze theorie. Nadat hij in 1594 was afgestudeerd, kreeg hij een baan in Graz, in het huidige Oostenrijk, waar hij vooral met wiskunde en sterrenkunde bezig was. Hij kreeg aanzien door twee juiste Avoorspellingen@in die winter. Tijdens het lesgeven in wiskunde ontdekte hij bepaalde verhoudingen tussen circels en andere (wiskundi­ge) figuren , zoals bepaalde driehoe­ken, vierkanten , vijfkanten enzo­voort. Kepler was er in eerste instantie van overtuigd dat de plane­ten allemaal in perfecte cirkelbanen om de zon draaiden. De grootte van deze cirkels zou dan bepaald wor­den door de hierboven genoemde verhoudingen met andere figuren. Dit idee kwam van zijn behoorlijk religieuze achtergrond en de over­tuiging dat het zonnestelsel een heel speciale schepping was. Helaas ble­ken de verhoudingen niet te klop­pen. Hierdoor werd zijn interesse om achter de planeetbanen te komen echter aileen maar aange-

wakkerd. Daarom ging hij door met moeilijkere wiskundige voor­stellingen van het zonnestelsel. Dit lukte weliswaar ook niet hele­maal , maar de grootste astro­noom van die tijd, Tycho Brahe, zag daardoor in hem wei een goede wetenschapper en vroeg hem zijn assistent te worden. In 1600 ging Kepler naar hem toe, in Praag. Brahe zette Kepler aan het werk om aan de planeetbaan van Mars te rekenen. Brahe vreesde echter dat Kepler hem voorbij zou streven en om dat te voorko­men, hield hij gegevens achter. Toen Brahe in 1601 stierf, zorg­de Kepler ervoor dat hij vrijwel meteen de achtergehouden gegevens wist te bemachtigen. I n de zes daaropvolgende jaren was Kepler hard bezig om aile planeetobservaties, voornamelijk van Mars, door te rekenen (dat kostte hem duizenden pagina=s!) en daaruit leidde hij een drietal wetten af die we tegenwoordig nog kennen als de Wetten van Kepler. De wetten beschreven vrij algemeen de vorm van de banen (ellipsen en geen cirkels) en zeiden het een en ander over omloopstijden en snelheden. Het boek dat hij schreef hierover, Astronomia Nova, verscheen in 1609.

Zoals je in het verhaal over Galileo (UV-5 van vorig jaar) kon lezen, was het nog steeds verbo­den om te zeggen dat de aarde niet het middelpunt van het heel­al was. Het werk van Kepler werd vooral later pas veel gewaardeerd, vooral door Newton die de natuurkundige theorieen wist te vinden die aan­toonden dat Kepler=s wetten inderdaad klopten.

Nadat Kepler zijn wetten had gevonden , heeft hij nog maar weinig belangrijke wetenschap­pelijke dingen gedaan. De laat­ste jaren van zijn leven woonde hij in Regensburg, in Zuidoost­Duitsland. Hierstierf hij dan ook in 1630.

Un;veffium 2-1998 ~