Jippe kreuning, Molenaar

1
11 FoliaMagazine passie Molens JIPPE KREUNING (19, bèta-gam- ma, variant biologie) groeide op in een molen, en werd op zijn acht- tiende de jongste molenaar van Nederland. Later wil hij zijn eigen molen. ‘Ik ben opgegroeid in een Noord-Hollandse Binnenkruier. Kruien is de wieken naar de wind richten. Veel mensen denken meteen aan een molen om meel te malen, maar onze molen pompte een polder droog. In de zeven- tiende eeuw had je voor alles een molen: zaag- molens, papiermolens, zelfs boormolens om gaten in de kanonnen van de VOC te boren. Toen mijn vader me opgaf voor de mole- naarscursus had ik er geen zin in. Ik was zes- tien en vond die molen maar een oud, vies ding. Maar na een tijdje greep het me. Er zijn een paar lesmolens in Nederland en je krijgt een molenmentor. uis kon ik oefenen, je moet veel draaiuren maken. Het examen was best moeilijk: je moet twee dikke boeken uit je hoofd kennen en weten hoe alle onderde- len heten – allemaal van die oud-Hollandse namen – en je wordt een halve meteoroloog. Het praktijkexamen was in een molen bij Hoorn. Dan staan er zes oude mannen met baarden vragen op je af te vuren: stel de wind komt van daar, en die breekt af, wat doe je dan? Ik kon ze nauwelijks verstaan. Sinds ik in Amsterdam woon moet ik het zonder molen stellen. Als ik bij mijn ouders ben leef ik me uit, ik help af en toe bij molens op open dagen en ik werk in het Zui- derzeemuseum als vrijwilliger in een klein rotmolentje. Het mooist vind ik dat ik als er oude mensen komen kijken, ze iets kan uit- leggen over vroeger, in plaats van andersom. De gemiddelde leeſtijd onder molenaars is heel hoog; er zijn maar iets van vijf jongens van mijn leeſtijd die het ook doen. Over twintig jaar is er bijna niemand meer om al die molens te bedienen, en een molen zonder molenaar zakt uiteindelijk in elkaar. Dus mijn tijd komt wel.’ yyy tekst Bob van Toor / foto Fred van Diem (genomen in het Zuiderzeemuseum)

description

Jippe Kreuning (19, bèta-gamma, variant biologie) groeide op in een molen, en werd op zijn achttiende de jongste molenaar van Nederland. Later wil hij zijn eigen molen.

Transcript of Jippe kreuning, Molenaar

11Folia Magazine

passieMolensJiPPE krEuNiNg (19, bèta-gam-ma, variant biologie) groeide op in een molen, en werd op zijn acht-tiende de jongste molenaar van Nederland. Later wil hij zijn eigen molen.‘Ik ben opgegroeid in een Noord-Hollandse Binnenkruier. Kruien is de wieken naar de wind richten. Veel mensen denken meteen aan een molen om meel te malen, maar onze molen pompte een polder droog. In de zeven-tiende eeuw had je voor alles een molen: zaag-molens, papiermolens, zelfs boormolens om gaten in de kanonnen van de VOC te boren. Toen mijn vader me opgaf voor de mole-naarscursus had ik er geen zin in. Ik was zes-tien en vond die molen maar een oud, vies ding. Maar na een tijdje greep het me. Er zijn een paar lesmolens in Nederland en je krijgt een molenmentor. Thuis kon ik oefenen, je moet veel draaiuren maken. Het examen was best moeilijk: je moet twee dikke boeken uit je hoofd kennen en weten hoe alle onderde-len heten – allemaal van die oud-Hollandse namen – en je wordt een halve meteoroloog. Het praktijkexamen was in een molen bij Hoorn. Dan staan er zes oude mannen met baarden vragen op je af te vuren: stel de wind komt van daar, en die breekt af, wat doe je dan? Ik kon ze nauwelijks verstaan.Sinds ik in Amsterdam woon moet ik het zonder molen stellen. Als ik bij mijn ouders ben leef ik me uit, ik help af en toe bij molens op open dagen en ik werk in het Zui-derzeemuseum als vrijwilliger in een klein rotmolentje. Het mooist vind ik dat ik als er oude mensen komen kijken, ze iets kan uit-leggen over vroeger, in plaats van andersom. De gemiddelde leeftijd onder molenaars is heel hoog; er zijn maar iets van vijf jongens van mijn leeftijd die het ook doen. Over twintig jaar is er bijna niemand meer om al die molens te bedienen, en een molen zonder molenaar zakt uiteindelijk in elkaar. Dus mijn tijd komt wel.’ yyy tekst Bob van Toor / foto Fred van Diem (genomen in het Zuiderzeemuseum)