Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  ·...

42
Jeugdrecht en integrale jeugdhulp Videohometraining: Een pedagogische hulpverleningsmethode voor gezinnen Dit artikel gaat over een vorm van gezinstherapie bij een problematische opvoedingssituatie die nog volop in ontwikkeling is. Bij deze hulpverleningsmethode wordt de werkvorm hometraining gehanteerd en richt men zich inhoudelijk op de communicatie en interactie tussen de gezinsleden. Het medium video is hierbij het meest essentiële hulpmiddel. Fien Pottie 1BaO A1.2 [Kies de datum]

Transcript of Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  ·...

Page 1: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

Fien Pottie1BaO A1.2

[Kies de datum]

Jeugdrecht en integrale jeugdhulpVideohometraining: Een pedagogische hulpverleningsmethode voor gezinnen

Dit artikel gaat over een vorm van gezinstherapie bij een problematische opvoedingssituatie die nog volop in ontwikkeling is. Bij deze hulpverleningsmethode wordt de werkvorm hometraining gehanteerd en richt men zich inhoudelijk op de communicatie en interactie tussen de gezinsleden. Het medium video is hierbij het meest essentiële hulpmiddel.

Page 2: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

InhoudStap 1: Onderwerpsverkenning …………………………..………………………………………….………………………….2 Referentie……..…………………………………………………………………………………….………………………………2 Kenmerken artikel…………………………………………………………………………………………………………….…2 Auteur ………………………………………………………………………………………………………………………………..2 Structuur …………………………………………………………………………………………………………………………….2 Synthese ……………………………………..………………………………………………………………………………………3 Powerpoint………..………………………………………………………………………………………………………………..3 Interessante bronnen………………………………………………………………………………………………….……3-4 Organisaties…………………………………………………………………………………………………………………………4 Definities & moeilijke woorden ……………………………………..……………………………………………………4 Wetteksten………………………………………………………………………………………………………………………….4 Synthese ……………………………………………………………………………………………………………………….......4

Stap 2: WikiWelkom ……………………………………………………………………………………………………………………5 Aanmelding op Wikidot ………………………………………………………………………………………………………5 Voorstelling ………………………………………………………………………………………………………………………..5

Stap 3 : Inhoud in lijsten en syntheses ………………………………………………………………………………………..5 Trefwoorden ……………………………………………………………………………………………………………………….5 Specialisten………………………………………………………………………………………………………………………….5

Stap 4 : Beschikking krijgen en meer zoeken ………………………………………………………………………………6 Andere werken van WELS P.M.A ………………………………………………………………………………………..6 Publicatie bronnenlijst ter beschikking in campusbibliotheek.……………………..……………………..7 Exceloefening….…………………………………………………………………………………………………………………..7 Beschrijving colofon..…………………………………………………………………………………………………………..7 Steracteurs………………………………………………………………………………………………………………………….7 Meer over ons thema ………………………………………………………………………………………………………….8

Stap 5: Contextualiseren………………………….......................................................................................9 Organisatie...............................................................................................................................9 Tekstkritiek model……………………………………………………………………………………………………………..10 Organisaties/voorzieningen……………………………………………………………………………………………….11 Statistieken………………………………………………………………………………………………………………………..11 Juridische context………………………………………………………………..……………………………………………12 Politieke context………………………………………………………………………………………………………………..13 Bronnenlijst………………………………………………………………………………………………………………………14

Zelfevaluatie……………………………………………………………………………………………………………………………..15

1

Page 3: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

Stap 1: Onderwerpsverkenning

Referentie

Dr. P. M. A. Wels, 2000-09-01, Videohometraining: een pedagogische hulpverleningsmethode voor gezinnen, Kind en adolescent , Volume 21, Issue 3 , pp 103-111, Bohn Stafleu van Loghum, Springerlink.

Kenmerken artikel afkomstig uit Kind & Adolescent uitgegeven door Bohn Stafleu van Loghum, in het boek Kind en adolescent gevonden in de databank Springerlink. bestemd voor gezinnen die met een POS te maken hebben, die in zo’n situatie terechtgekomen zijn. Ook kan dit artikel handig zijn voor psychologen en dergelijke professionals die begeleiding bieden aan POS-situaties (met kinderen en adolescenten).

AuteurDe auteur van mijn artikel heet Paul M.A. Wels . Hij werkt aan de Radboud Universiteit te Nijmegen, Sectie Orthopedagogiek Gezin en Gedrag. Naast dit artikel heeft hij ook een boek geschreven over videohometraining voor gezinnen. (Wels, 2001), dit boek staat heel dicht bij het artikel dat hij schreef. Hij heeft de laatste jaren verschillende artikels geschreven over dit onderwerp maar ook over het onderwerp ‘problematische opvoedingssituaties’ wat daar natuurlijk mee samenhangt.In het artikel zelf is er geen informatie over de auteur.

Structuur Mooie inleiding aanwezig vertelt ons wat er in het artikel beschreven wordt. Opgebouwd uit verschillende puntjes. Het artikel kent verschillende, ordelijke tussentitels. Er is een logische opbouw aanwezig in het artikel. Moeilijke vaktermen worden niet altijd goed uitgelegd.

2

Page 4: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

SyntheseDit artikel gaat over een vorm van gezinstherapie bij een problematische opvoedingssituatie die nog volop in ontwikkeling is. Bij deze hulpverleningsmethode wordt de werkvorm hometraining gehanteerd en richt men zich inhoudelijk op de communicatie en interactie tussen de gezinsleden. Het medium video is hierbij het meest essentiële hulpmiddel.

Powerpoint

Interessante bronnen (uit tekst)

Dekker, J.M. & Biemans, H.M.B. (1994). Video-hometraining in gezinnen. Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum.

Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (1988). Hometraining: helpen waar het er op aankomt. Eindrapport van de Begeleidingscommissie van de projecten thuisbehandeling (‘hometraining’) in het kader van het aanvullend beleid jeugdhulpverlening 1985-1988. Rijswijk: Ministerie van WVC, Welzijnsreeks WR 88/3.

Wels, P.M.A. & Oortwijn, A.J. (1992). Video-Hometraining. Een bijdrage tot wetenschappelijke fundering. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 31, 3-21.

Kohnstamm,R., Rispens, J., Meijer, M., Schulpen, T.W.J., Willemaers, R. & Bakker, G.A.(red.), Problemen en risicosituaties bij kinderen en adolescenten : achtergrond, oorzaak en behandeling. (pp. ther -VHT-1 / 14). Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum.

Wet op de Jeugdhulpverlening; wet van 8 augustus 1989, houdende regelen ten aanzien van de jeugdhulpverlening (1989). Staatsblad (1989), (12 september) 358-359.

Interessante bronnen (internet)

Fasting, C.(1998) Ouders in beeld: Videohometraining. In: Akkermans- Zaalberg van Zelst

M., Leeuwen van H. & Pam ijer, N (red.) Ouderbegeleiding nader bekeken. Schouders onder de ouders. Lisse: Swets &b Zeitlingerpublishers.

Organisaties (uit de tekst):

Stichting Promotie Intensieve Thuisbehandeling (SPIN) Het behandelingstehuis De Widdonck Internaat voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen Stichting ORION Marte Meo

Organisaties (van internet):

3

Page 5: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

Steunpunt Video-hometraining & Video-interactiebegeleiding http://www.steunpunt-vht-vib.be/Nzh/Site-Root/Sites/Sites-NZ/steunpunt-vht-vib.html

SEN: Steunpunt Expertise Netwerken http://www.senvzw.be/

Pactum jeugdzorg en educatie http://www.pactum.org/

VZW Emmaüs http://www.emmaus.be/

TRAJECT http://www.trajekt.nl/

Definities & moeilijke woorden

POS (Problematische opvoedingssituatie) = perspectiefloos ervaringen opvoedingssituatiewaarbij er profesionele hulp van deskundigen van buitenaf nodig is om toekomstperspectief te bieden.

Ethologie = gedragsleer

Reciprociteit = wederzijdse gelijkwaardige uitwisseling, gelijke behandeling

Indicatiestelling= vaststelling door indicatieorganen van de noodzakelijke (hoeveelheid) zorg en daarmee het recht van de zorgvrager op vergoeding van die zorg, achtergrondinformatie verzamelen om een test over de problematiek te schetsen.

Wetteksten

/

Synthese

Videohometraining is een vorm van gezinstherapie bij problematische opvoedingssituaties die nog volop in ontwikkeling is. De doelgroep is vooral gezinnen waarbij er een ernstig verstoorde communicatie is. Bij deze werkvorm gaan hulpverleners aan de slag met een camera, daarmee volgen ze het gezin in hun dagelijkse leven. Na het filmen worden de beelden besproken, de hulpverlener richt zich op de communicatie tussen ouder en kind. Bij die bespreking worden de positieve kanten belicht, om zo opbouwend de communicatie in het gezin te verbeteren. De negatieve interactie wordt daarna bekeken met de ouders en zo kunnen ze samen op zoek gaan naar een manier om deze negatieve punten te voorkomen. De duur van de training kan variëren van minder dan 3 maanden tot meer dan een jaar.Naar de gevolgen van VHT is er nog niet zo heel veel onderzoek gedaan. De uitkomsten van de weinige onderzoeken lopen dan nog eens ver uit elkaar, sommige met een positieve uitkomst (Weiner, Kuppermintz en Guttmann 1994; Wels, Jansen en Pelders 1994), maar ook negatief Vogelvang 1993. Algemeen kan wel worden gezegd dat wanneer men de juiste manier hanteert op de juiste doelgroep dat de resultaten positief zullen zijn.

4

Page 6: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

Stap 2: WikiWelkom

Aanmelden op Wikidot [email protected]

VoorstellingIk ben 18 jaar en woon in Kuurne.Ik volg momenteel het eerste jaar Orthopedagogie aan de Vives in Kortrijk.Ik spendeer mijn vrije tijd vooral aan mijn vrienden en familie en ga graag los op muziek.

Stap 3 : Inhoud in lijsten en syntheses

Trefwoorden/

Specialisten

Maria Aerts Ontwikkelde Marte Meo (op eigen kracht), een methode rond videohometraining. Ze werkte in een instelling met autistische kinderen, een aantal ervaringen waren voor haar een aanzet om op zoek te gaan naar een manier om concrete en interessante informatie te kunnen geven aan gezinnen die zich situeren in deze problematiek. Hierdoor kwam ze op het idee om ter werken via videohometraining.

Saskia van Rees Psycholoog en psychotherapeute, Ze is docente in Basis Watsu en maakt deel uit van het Watsu Team Nederland.Hierdoor werkt ze vooral met mensen met een meervoudig beperking.Ze houdt zich bezig met Healing Dance Practitioner. Watsu is een ontspanningsmethodiek in warm water (vanaf 33°C) waarbij je wordt bewogen, gedragen, gemasseerd, gerekt, gestrekt,… Tijdens een sessie kan je een gevoel van gewichtloosheid ervaren, dat aanvoelt alsof je zweeft of vliegt.Ze heeft ook verscheidende boeken geschreven: ‘Werken en spelen met kleuters in de kinderopvang’, ‘Begrafenis van de mannen’, ‘Geboorte’,…

(http://www.esenca.nl/watsu.php)

*Harrie*C. Trevarthen*P.M.A. Wels *A.J. Oortwijn *Watzalwick Biemans *J.M. Dekker

5

Page 7: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

Stap 4 : Beschikking krijgen en meer zoeken

Andere werken WELS P.M.A

Videohometraining in gezinnen met een hyperactief kind Wels, P.M.A. , Jansen, R.J.A.H. (1995). Video-hometraining in gezinnen met een

hyperactief kind. (95) Utrecht: SWP. Via www.springerlink.be

Helpen met beelden: video in de hulpverlening aan gezinnen Wels, P.M.A., (2001). Helpen met beelden: video in de hulpverlening aan gezinnen.

Houten : Bohn Stafleu Van Loghum. Pp. 149. Via Limo

Parenting children with anorectal malformations: implications and experiences Hassink, EAM ; Brugman-Boezeman, ATM ; Robbroeckx, LMH ; Rieu, PNMA ; van

Kuyk, EM ; Wels, PMA ; Festen, C, (1998). Parenting children with anorectal malformations: implications and experiences. Pediatric Surgery International. Vol.13(5-6), pp.377-3830. Via Web of Science ARTIKEL

Werken met beelden Wels P.M.A, (2001). Werken met beelden. (150pag). Bohn Stafleu Van Loghum. Via

Limo.

Problemen en risicosituaties bij kinderen en adolescenten : achtergrond, oorzaak en behandeling : Video-hometraining

Wels P.M.A, Video-hometraining.onderdeel van Problemen en risicosituaties bij kinderen en adolescenten : achtergrond, oorzaak en behandeling. Deventer : Van Loghum Slaterus, 1985-1997.

6

Page 8: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

Publicaties bronnenlijst ter beschikking in campusbibliotheek

Auteur Titel Bib Soort bron

Baartman H.

Praktisch–pedagogische thuishulp in bewerkelijke

gezinnen

LIMO Boek

Dekker, T.Biemans, H.

Video–hometraining in gezinnen

LIMO Boek

Wels, P..M.A.

Jansen, R.J.A.H

Videohometraining in gezinnen met een

hyperactief kind

LIMOBoek

Exceloefening

Beschrijving colofon

http://www.bol.com/nl/p/video-hometraining-in-gezinnen/666764192/

Boek Video-hometraining in gezinnen samenvatting inhoud boek bij dit boek hoort een videoband die te bestellen is bij SPIN en de Stichting Lichaamstaal

Steracteurs

Biemans: Biemans, W. (2000). Business marketing management: strategie, planning en implementatie. 538 p. Groningen : Wolters-Noordhoff. Beschikbaar in VIVES - Kortrijk, Roeselare, Tielt, Torhout

Jansen:Jansen, R. ; Bergen, O. ; Bergh, E. ; Kaal, S. ; Timmer, A. Leeftijdspecifieke oncologische zorg. Uit Bijzijn XL, 2013, Vol.6(6), pp.22-32 vanuit Springer Science & Business Media B.V.

Full text beschikbaar op de campus

7

Page 9: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

Meer over ons thema…

Internet algemeen

WELS P.M.A, Videohometraining in gezinnen met een hyperactief kind .(95 pag) september 1995

In dit boek vertelt Wels wat meer over de problematiek in het gezin, die veroorzaakt wordt door een hyperactief kind. De ouders zijn radeloos en zoeken hierbij hulp. A.d.h.v. videohometraining probeert men hier aan te werken.

Mijn artikel gaat niet specifiek over de problematiek die ontstaat door een hyperactief kind, het kan door verschillende factoren ontstaan. Het gaat hier om een erg brede kijk i.v.m. bijzondere jeugdbijstand en jeugdrecht, het gezin ondervindt problemen, eventueel door problemen met de jeugd in huis en schakelt daarom hulp in.

WELS P.M.A, Werken met beelden. (150pag) Bohn Stafleu Van Loghum. Oktober 2001.

In dit boek legt Wels P.M.A vooral de theorie rond de videohometraining uit. Hij geeft hier een compact overzicht van de praktische en wetenschappelijke kennis over het medium video in hulpverlening aan gezinnen weer.

De link met mijn artikel is dat er in dit boek meer theorie weergeven wordt, terwijl Wels P.M.A het in mijn artikel meer in de praktijk bekijkt en probeert toe te passen.

Kranten/week-of maandbladen/magazines

1) (31 augustus 2013). School voor jonge druggebruikers. Het laatste nieuws, 43.2) Van Erp A., (30 mei 2013). Kinderrechtencommissaris: 'Het huidige jeugdrecht volstaat'. Knack.3) SDR., (13 december 2013). Bijzondere Jeugdzorg bundelt de krachten voor betere zorg. Nieuwsblad.4) (03 december 2013). Kwetsbare jongeren op dure huurmarkt. Gazet van Antwerpen, 11.5) SVN R., (01 maart 2013). Pleegkind S. (12) mag Dan Toch blijven. Het Belang van Limburg, 5.

Vaktijdschrift

Jeugd en samenleving. Uit Tijdschrift voor jeugdhulpverlening en jeugdwerk  1971-1996. Stichting jeugd en samenleving 

Eindwerken

8

Page 10: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

Haesendonckx K., Een doodlopende straat? Dringend nood aan een nieuw jeugdrecht. 42pag. 2004.

Ingelberts Y., Jeugdbeschermingsrecht of jeugdsanctierecht? Het Belgische jeugdrecht op een

tweesprong. 105 pag. 2010 Leuven : K.U.Leuven. Faculteit Rechtsgeleerdheid.

Schelkens S. Verantwoordelijkheid van jongeren in het jeugdrecht In hoeverre kan of moet de rechter er rekening mee houden? Pag. 89 euven : K.U.Leuven. Faculteit Rechtsgeleerdheid. 2011.

Stap 5: Contextualiseren

Organisatie

Ik koos voor de organisatie de Korf vzw, deze organisatie is gelegen in Pottelberg 15 te Kortrijk.De Korf is een organisatie binnen de Bijzondere Jeugdbijstand.Deze voorziening biedt hulp ondersteuning en begeleiding bij vastgelopen opvoedingssituaties. De korf staat voornamelijk open voor kinderen en jongeren, maar ook voor hun context.Er worden begeleiden 112 kinderen, jongeren samen met hun context begeleidt en dit m.b.v. 100 medewerkers.De organisatie heeft een preventieve opdracht én een signaalfunctie ten opzichte van de overheid en de maatschappij. Dit zien ze als een bijdrage tot een verbetering van de situatie van de  kinderen, jongeren en hun context. Ze dragen bij tot het realiseren van een meer rechtvaardige- en solidaire maatschappij. Binnen de korf zijn er drie verschillende voorzieningen: een begeleidingstehuis ‘de koepel’, een dagcentrum ‘de knop’ en een multifunctioneel centrum ‘de kering’. 

De koepel biedt een begeleiding aan van 24u op 24u voor kinderen & jongeren van 0-18 jaar (eventueel tot 21 jaar) en hun gezinnen/context. Binnen de koepel zijn er 2 afdelingen van elk 10 bewoners en 4 afdelingen van 12 bewoners.

De knop biedt opvang en begeleiding van kinderen, jongeren ( van 6-18 jaar) en hun gezinnen/context op weekdagen van 9 tot 19 u en op schoolvakantiedagen van 9 tot 17 u.Binnen de knop is er slecht 1 afdeling waarin er 12 kinderen & jongeren opgevangen en begeleidt worden.

De kering zit anders in elkaar dan de 2 bovenstaande voorzieningen.

9

Page 11: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

Hier wordt er begeleiding & ondersteuning in het gezin/context aangeboden via dagbesteding voor de kinderen/jongeren van 0-18 jaar en dit 24u/24u. Deze opvang en begeleiding hangt af van de vraag van de kinderen, jongeren en gezinnen/context.De kering bestaat uit 1 afdeling van 32 cliënten.1

Geraadpleegd via http://www.dekorf-vzw.be/

Tekstkritieksmodel1) Herstellingskritiek Het lijkt mij een originele, juiste versie te zijn.

2) Oorsprongskritiek De gegevens op deze website zien er betrouwbaar uit maar is niet controleerbaar doordat… Er is geen auteur – maker van deze site vermeld op de site. Er is geen redactionele controle Er zijn geen doorverwijzingen naar andere bronnen.3) Interpretatiekritiek De informatie is redelijk uitgebreid en concreet Er is geen sprake van pro’s en contra’s. Er is geen sprake van een standpunt van een auteur. Er worden geen kritieken van de tegenpartij weerlegd

4) Bevoegdheidskritiek Niet van toepassing, geen sprake van auteur

5) Rechtzinnigheidskritiek Ik heb de indruk dat de meeste informatie op de website staat, dat er niets wordt achtergehouden.

Organisaties/voorzieningen

De Kering in Kortrijk De koepel in Kortrijk

1 238 woorden

10

Page 12: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

De Knop in Kortrijk vzw de Korf

Statistieken

In vijf jaar tijd is het aantal jongeren in de bijzondere jeugdzorg met 15 procent gestegen. De stijging zit alleen bij jonge kinderen. Eén op drie kinderen in de bijzondere Jeugdzorg vandaag is jonger dan tien jaar en leeft vaak in (kans)armoede.

Geraadpleegd via http://www.s-p-a.be/column/de-harde-cijfers-over-bijzondere-jeugdzorg/

Comités voor Bijzondere Jeugdzorg zorgt slechts voor 15% van de minderjarigen om een geschikte opvang vinden. De sociale diensten van de jeugdrechtbanken beweren dat voor 19% helemaal geen aangepaste zorg bestaat.

Een derde van de jongeren buiten de provincie moet worden geplaatst.

Het aantal jongeren in bijzondere jeugdzorg (BJZ) steeg met 65% in de voorbije tien jaar tot 24.422 in 2009. Deze stijging is groter dan de stijging van het aantal jongeren zelf: nu zit 1,53% in BJZ, in 2000 was dat nog maar 0,98%.

Geraadpleegd via http://www.gva.be/nieuws/experts/johndewit/het-rapport-van-de-commissie-bijzondere-jeugdzorg.aspx

Bij de possen is er een stijging van 92% bij de moffen een van 39%.

Het aandeel van de moffen in het geheel van de cliënteel van de Bijzondere Jeugdzorg zakte voortdurend en bedraagt in Vlaanderen nu nog 13,7% in 2009.

Kinderen onder de 12 jaar vertegenwoordigen 40% van alle BJZ-ers-ers, maar ook 15% van de BJZ-ers is ouder dan 18 jaar.

Een derde van de BJZ-ers (32,4%) komt uit provincie Antwerpen. Daarna volgen West- en Oost-Vlaanderen met elk bijna 20%.

In Antwerpen komt 44% van de nieuwe aanmeldingen bij de jeugdrechtbank van niet-Belgen en 14% komt van niet-begeleide minderjarigen die illegaal of asielzoeker zijn. De hulpverlening van de bijzondere jeugdzorg is totaal niet aangepast aan deze groepen. En verder: met 76 op 1.000 jongeren heeft Antwerpen de tweede hoogste aanmeldingsgraad voor misdrijven na Verviers, zo bleek uit onderzoek van professor Kristel Driessens.

Rapport: http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2010-2011/g1190-1.pdf

11

Page 13: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

Juridische context

Juriwel (ingediend op 27 juli 1993). Ministerieel besluit houdende het profiel van de leden van de comités voor bijzondere jeugdzorg.

Juriwel (ingediend op 24 februari 1995). Omzendbrief WEL/B.J. 94/7 betreffende de gerechtelijke jeugdbijstand voor minderjarigen in een problematische opvoedingssituatie.

Juriwel ingediend op 24 oktober 2008. Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand en het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003.

Politieke context

Mening partij sp.a

12

Page 14: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

Ik vond een artikel (zie onderstaande link) waarin minister Pascal Smet vertelt over het feit dat jongeren in probleemsituaties niet altijd onmiddellijk moeten opgenomen worden.Daarom is men vanaf 2012 begonnen met het uitvoeren van nieuwe

methodes, vb. time-out.

Smet P. (2013). Geïntegreerd traject voor jongeren in moeilijkheden. Geraadpleegd op 4

december 2013, op http://www.s-p-a.be/artikel/geintegreerd-traject-voor-jongeren-met- moeilijkhed/

Opinie van De harde cijfers over bijzondere jeugdzorg door Bart Van Malderen sp.a Fractievoorzitter Vlaams parlement.“In vijf jaar tijd is het aantal jongeren in de bijzondere jeugdzorg met 15 procent gestegen. De stijging zit alleen bij jonge kinderen. Eén op drie kinderen in de bijzondere Jeugdzorg vandaag is jonger dan tien jaar en leeft vaak in (kans)armoede”Malderen Van B., (2013). De harde cijfers over de bijzondere jeugdzorg. Geraadpleegd op 4 december 2013,op http://www.s-p-a.be/column/de-harde-cijfers-over-bijzondere-jeugdzorg/

13

Page 15: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

Bronnenlijst

Dekker, J.M. & Biemans, H.M.B. (1994). Video-hometraining in gezinnen. Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum.

Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (1988). Hometraining: helpen waar het er op aankomt. Eindrapport van de Begeleidingscommissie van de projecten thuisbehandeling (‘hometraining’) in het kader van het aanvullend beleid jeugdhulpverlening 1985-1988. Rijswijk: Ministerie van WVC, Welzijnsreeks WR 88/3.

Wels, P.M.A. & Oortwijn, A.J. (1992). Video-Hometraining. Een bijdrage tot wetenschappelijke fundering. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 31, 3-21.

Wels, P.M.A. (1994). Video-hometraining.In Cluckers,G.,Kohnstamm,R., Rispens, J., Meijer, M., Schulpen, T.W.J., Willemaers, R. & Bakker, G.A.(red.), Problemen en risicosituaties bij kinderen en adolescenten : achtergrond, oorzaak en behandeling. (losbladig werk) (pp. ther -VHT-1 / 14). Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum.

Wet op de Jeugdhulpverlening; wet van 8 augustus 1989, houdende regelen ten aanzien van de jeugdhulpverlening (1989). Staatsblad (1989), (12 september) 358-359.

Fasting, C.(1998) Ouders in beeld: Videohometraining. In: Akkermans- Zaalberg van Zelst, M., Leeuwen van H. & Pamijer, N (red.) Ouderbegeleiding nader bekeken. Schouders onder de ouders. Lisse: Swets &b Zeitlingerpublishers.

14

Page 16: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

Zelfevaluatie Hoe is deze Sadan-opdracht in zijn geheel voor jou verlopen ?

Het ging vlot om een artikel op te zoeken en vandaar uit te werken, op zoek te gaan naar gegevens rond de auteurs, andere werkjes van steracteurs,… maar toch bleef je al bij al wat aanslepen, het was een erg grote taak die wat langdradig overkwam naar het einde toe.

Heb je voldoende info gevonden ? Waar heb je niet gezocht en waar kan je nog zoeken ?

Ik heb voldoende info gevonden op LIMO, ik zou een volgende keer meer kunnen zoeken op databanken zoals Springerlink, deze databank heb ik niet veel geraadpleegd omdat ik hiervoor over te weinig kennis beschik.

Wat moet je nog verder trainen ?

Ik moet zeker nog verder training in het werken met excel. Via deze hoofdopdracht ben ik op het vlak van excel toch al een stuk geëvolueerd, maar hierin wil ik zeker nog meer in uitbreiden.Ook moet ik meer durven opzoeken op Springerlink, ipv het ‘eerste beste’ document te verkiezen.

Waar ben je sterk in ?

Dankzij deze opdracht ben ik sterk geworden in het werken met Limo, ik kon vlug bepaalde werken van auteurs opzoeken en hierin filteren. Ook met word kan ik goed werken, maar dit is dan ook de basis.

Wat heb je geleerd en wat zal je bijblijven ?

Ik heb leren werken met Limo, dit programma zal mij zeker bijblijven want hierdoor heb ik vele werken teruggevonden en heel wat interessante boeken ontdekt die ik zeker eens wil doornemen.

Heb je eventueel tips om bepaalde (deel)opdrachten anders te formuleren ? Of zijn er nieuwe (deel-)opdrachten nodig voor belangrijke of interessante informatievaardigheden die niet of te weinig worden ingeoefend ?

Ik vind het spijtig dat we geen opfrissing van het werken met excel gekregen hebben. Er werd van ons verwacht dat we hiermee konden werken. Ik heb hier slecht een basis van gezien in mijn vooropleiding, dit was echter niet voldoende om de excel oefeningen in deze opdracht vlot door te lopen.

15

Page 17: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

Artikel Kind en adolescent (2000) 21:103–111DOI 10.1007/BF03060765

VideohometrainingEen pedagogische hulpverleningsmethode voor gezinnenP.M.A. Wels

Samenvatting: Videohometraining (VHT) is op te vatten als een vorm van gezinstherapie bij een problematische opvoedingssituatie die nog volop in ontwikkeling is. Bij deze hulpverleningsmethode wordt de werkvorm hometraining gehanteerd en richt men zich inhoudelijk op de communicatie en interactie tussen de gezinsleden. Het medium video is hierbij het meest essentiële hulpmiddel. De lezer wordt geïnformeerd over de ontwikkeling en de huidige vorm van VHT. Speciale aandacht wordt gegeven aan de indicatiestelling, de elementen van de communicatie en de interactieanalyse, waarop de training zich in het bijzonder richt. Er volgt een overzicht van onderzoek naar de effecten van VHT. Ten slotte wordt in een discussie ingegaan op de stand van zaken en enkele ontwikkelingen die belangrijk zijn voor de toekomst van VHT.

Keywords video home training _ analysis of thecommunication _ interaction patterns

Videohometraining (VHT) is een hulpverleningsmethode die in de afgelopen jaren een plaats heeft gekregen in vele regio’s van de hulpverlening in Nederland. In het jaarverslag van de Stichting Promotie Intensieve Thuisbehandeling (SPIN, 1993 ) – een stichting die speciaal voor dit doel in het leven is geroepen en gesubsidieerd wordt door het voormalige ministerie van WVC – wordt vermeld dat in de meeste regio’s van ons land deze werkwijze reeds wordt toegepast. VHT is het best op te vatten als een vorm van gezinstherapie (Wels, 1994) bij een problematische opvoedingssituatie, waarbij de werkvorm hometraining wordt gehanteerd en waarbij men zich inhoudelijk richt op de communicatie en interactie tussen de gezinsleden. Het medium video wordt hierbij als essentieel hulpmiddel ingezet. Het specifieke van deze vorm van gezinstherapie is dat deze zich, zoals in de titel van dit artikel wordt aangeduid, richt op de pedagogische relatie van ouder en kind en daarom een pedagogische hulpverleningsvorm genoemd kan worden. Deze werkvorm houdt onder andere in dat men de hulp verleent in de natuurlijke setting waarin de opvoedingsproblemen zijn ontstaan, namelijk in het gezin bij de dagelijkse omgang tussen ouder en kind. VHT als hulpverleningsmethode wordt gerealiseerd door drie proceselementen: het maken van video–opnamen in het gezin, een interactieanalyse van die opnamen door de hometrainer en ten slotte

16

Page 18: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

feedback in gespreksvorm aan de hand van speciaal geselecteerde fragmenten uit de video–opnamen (Wels, 1994). Dit artikel wil informeren over de ontwikkeling en huidige vorm van VHT. Daarna behandelen we de indicatiestelling voor VHT, de communicatie en de interactieanalyse. We geven vervolgens een beschouwing over het onderzoek naar de effecten van VHT en we eindigen met een korte discussie over de stand van zaken en enkele ontwikkelingen die belangrijk zijn voor de toekomst.

De ontwikkeling van VHTHet ontstaan van de methode VHT als hulpverleningsmethode is ontstaan in het behandelingstehuis De Widdonck, geïnitieerd door Maria Aarts, Harrie Biemans, Saskia van Rees en anderen. Men zocht naar een werkwijze die de ouders meer zou betrekken bij de achtergebleven ontwikkeling van het residentieel behandelde kind (Dekker, 1991; Eickmans& Kuppens, 1992; Dekker & Biemans, 1994). Mede onder invloed van de systeemleer begon men te experimenteren met vormen van gezinsbegeleiding en met gezinsparticipatie gecombineerd met dagbehandeling van het kind. De rode draad in die experimenten was de combinatie van theorie en praktijk. Ten tijde van deze experimenten kwam men ook in aanraking met onderzoekers die de ‘eerste relatie’, namelijk die tussen moeder en kind, bestudeerden (o.a. Trevarthen, Stern en Papousek). Men observeerde hierbij intensief deouder–kindinteractie en zocht een antwoord op de vraag hoe de communicatie zich vanaf de geboorte ontwikkelt tussen ouder en kind waarbij geen sprake is van een problematische relatie. Een antwoord op die vraag zou ook inzicht kunnen geven in het ontstaan van een problematische communicatie. De contacten met eerder genoemde onderzoekers versterktenhet zoeken naar een methode die gebaseerd was op de ethologische principes. In deze discipline (zie bijvoorbeeld Hinde, 1976) gaat het om het waarnemen van het gedrag in zijn natuurlijke setting en de samenhang tussen gedragingen wordt afgeleid uit de minutieuzewaarneming van de diverse elementen die een rol spelen. Voor de ontwikkeling van de ethologie was de beschikbaarheid en de ontwikkeling van film van groot belang. De ontwikkeling van VHT is vooral te danken aan het beschikbaar komen van kleine videocamera’s, de zogenaamde camcorders. Zo kon het dure en bewerkelijke medium filmworden vervangen door eenvoudig en goedkoop te realiseren video–opnamen. Aangezien het bij de analyse van de communicatie niet alleen ging om verbaal gedrag, maar evenzeer om non–verbale gedragingen – de zogenaamde lichaamstaal – waren video–opnamen van het grootste belang bij de ontwikkeling van de methode: men kon zien en laten zien wat goede communicatie verbaal en non–verbaal inhield. Video werkte als een vergrootglas (Wels & Oortwijn,

17

Page 19: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

1992), zodat men in de ontwikkeling van de methodiek ontdekte dat men debelangrijkste elementen van de interactie beter kon laten zien. Dit leek ook betere resultaten te geven dan alleen erover praten, hetgeen in veel probleemgerichte hulpverleningsmethoden aan de orde is. Gaandeweg kwamen er steeds meer aanmeldingen voor dagbehandeling en de groeiende wachtlijst leidde tot experimenten met voorlopige ambulante hulp aan de wachtende gezinnen die de naam ‘losse hometraining’ kreeg. Dat vormde in 1978 de start van de stichting Orion en leidde later in 1985 tot een losmaking van de Widdonck. Weer enige jaren later, in 1987, werd de Stichting Promotie Intensieve Thuisbehandeling (SPIN) opgericht (Eickmans & Kuppens, 1992; Dekker & Biemans, 1994). Thans, medio 1995, is de (inter)nationale situatie zo dat de werkvorm VHT ten minste drie verschijningsvormen kent, die met enkele accentverschillen nagenoeg dezelfde methodiek inhouden: videohometraining,de Orion–methode en de Marte Meo–methode. Videohometraining is de naam die aan de methode is gegeven door de SPIN. Deze stichting fungeert als landelijke koepel vanuit Utrecht met als doel de methode verder te ontwikkelen en te behartigen.

Van hieruit worden – met een systeem van regionale coördinatoren en supervisoren – opleiding en supervisie gerealiseerd en vindt implementatie bij instellingen plaats. Ook worden experimenten met nieuwe doelgroepen en hulpverleningsinstellingen gestart, de laatste jaren ook internationaal. De Orion–hometraining of Orion–methode wordt geleid vanuit de Stichting Orion met als zetel Weert. De Stichting Orion heeft dezelfde functie en doelstellingen als de SPIN, maar opereert meer regionaal. Orion is ook internationaal actief, onder andere in Duitsland.

Sinds Maria Aarts vertrokken is als directeur van Orion is zij zelfstandig werkzaam als communicatie–adviseur en propageert, vooral internationaal, de videohometrainingsmethodeonder de nieuwe naam Marte Meo (‘door mijn eigen kracht’). Met name in Scandinavie¨ isVHT onder deze naam ingevoerd.

Grondslagen

De grondslagen van VHT zijn in een eerdere publicatie (Wels & Oortwijn, 1992) uitvoerig behandeld aan de hand van drie vragen: Wat zijn de uitgangspunten van VHT? Hoe werkt VHT? Wat zijn de effecten en gevolgen van VHT? Wij vermelden hier slechts de hoofdzaken.De volgende punten gelden als uitgangspunten van VHT:

18

Page 20: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

1. VHT is een vorm van hulpverlening die zich in eerste instantie richt op de bouwstenen van een plezierige en effectieve communicatie.2. Kinderen vertonen initiatieven gericht op hun eigen groei en ontwikkeling. Wanneer ouders zich verbaal en non–verbaal afstemmen op die initiatieven, zullen ze de ontwikkeling van het kind stimuleren en (bege)leiden.3. Ouders en kinderen willen in beginsel een goed contact met elkaar hebben.4. Een vierde uitgangspunt is dat de methode VHT niet is gericht op wat fout gaat, maar op wat (nog) goed gaat. 5. Als vijfde uitgangspunt kan worden genoemd dat een goede communicatie tussen ouders en kinderen (en tussen kinderen en anderen) een goede (interactie) sfeer schept en een plezierige relatie bewerkstelligt.6. Het medium video is essentieel en heeft een drietal functies: observatie, analyse en het geven van feedback.

Theorieën waaraan VHT schatplichtig is

In de wetenschappelijke literatuur zijn veel begrippen, denkwijzen en wetenschappelijke onderzoeksresultaten die het gedachtengoed achter VHT ondersteunen. Voor een uitvoerig overzicht verwijzen wij naar Wels en Oortwijn (1992). We volstaan hier met een korte impressie. Sommige van de eerdergenoemde uitgangspunten, maar ook de feitelijke werkwijze van VHT, het met video opnemen en analyseren van de interacties in gezinnen,zijn afkomstig uit de discipline ethologie.

Vooral het werk van Trevarthen heeft op degenen die VHT hebben ontwikkeld veel invloed gehad. Trevarthen (1979, 1980, 1982, 1989) onderzocht de primaire relatie tussen ouderen kind, de ontwikkeling tijdens de eerste maanden en jaren van de baby. Hij concludeerde op basis van gedetailleerd onderzoek van filmopnamen dat de baby actief probeert contact te zoeken met zijn sociale omgeving en een motief tot communicatie bezit dat in zijn ontwikkeling een steeds gedifferentieerdere vorm laat zien. In de ontwikkelingspsychologie vinden we een begrip dat verwant is aan dit denkbeeld, namelijk het competentie– motief bij kinderen, het aangeboren plezier in het contact met de directe omgeving (White, 1959; Riksen– Walraven, 1977). Initiatieven tot communicatie zijn een fundamentele behoefte van zowel kind als ouder. Dezecommunicatie veronderstelt twee partijen: een initiatief wacht op een antwoord en daarvoor is een wederzijdse gevoeligheid en reageren nodig en vervolgens genieten. Diverse wetenschappelijke begrippen, zoals responsiviteit en reciprociteit, en diverse onderzoeken ondersteunen de zienswijzen die in VHT zijn geı¨ncorporeerd (Wels & Oortwijn, 1992).Verder blijkt VHT bepaalde aspecten ontleend te hebben aan communicatietheorieën, zoals die van Watzlawick (Watzlawick, Beavin &

19

Page 21: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

Jackson, 1970), maar ook de systeemleer en de client–centered methode van psychotherapie hebben een aanwijsbare invloed gehad.De theorie die de werking van VHT kan verklaren Als we ons afvragen hoe VHT veranderingen bewerkstelligt in het gedrag van ouders dan kunnen we dit het best verklaren met de leertheorie. Diverse leertheoretische principes en deelprocessen als selectieve aandacht en modeling vormen een eenvoudige verklaring voor wat er plaatsvindt en waarom (zie voor uitvoeriger uiteenzettingen: Ravelli, 1990; Wels & Oortwijn, 1992). Sommige videohometrainers verzetten zich tegen het idee dat hun werkwijze te maken heeft metleertheoretische principes. Dat komt wellicht doordat zij dit op de een of andere manier associe¨ren met gedragstherapie. Zij betogen dat VHT meer is en volstrekt andersdan gedragstherapie en zetten zich af tegen het directieve karakter ervan. Hoewel de angst van videohometrainers begrijpelijk is, is die niet terecht. Immers, VHT is nog geen (vorm van) gedragstherapie doordat de werking van VHT kan worden verklaard via leertheoretische begrippen en principes. Men kan moeilijk ontkennen dat bijvoorbeeld mondeling en selectieve bekrachtiging een rol spelen in VHT. In publikaties van de SPIN wordt explicietgesteld dat het de bedoeling is de basisprincipes van communicatie zelf ook als trainer en supervisor te hanteren, respectievelijk ten opzichte van de ouders en ten opzichte van degenen die in opleiding zijn voor trainer (vgl. Biemans, z.j.). Verder wordt steeds benadrukt hoezeerde videohometrainer bij de keuze van fragmenten van video–opnamen die met de ouders worden bekeken tijdens de terugkijksessies, zorgvuldig moet selecteren. Als leidraad hierbij geldt dat de trainer steeds de beelden selecteert die de mogelijkheden van een ouder laten zienom een positieve sfeer en prettige conversatie te creëren, met als doel groei en leiding geven door de ouder te bevorderen. Het kan mijns inziens niet ontkend worden dat deze activering van het oudergedrag bereikt wordt door de bekrachtigende werking van deze selectieve enpositieve aandacht. In Wels en Oortwijn (1992) wordt ten slotte uitvoerig aandacht besteed aan de theoretisch te verwachten gevolgen van VHT voor de beleving van en de cognities die een ouder heeft over de problematische opvoedingssituatie. In het bijzonder wordt het belang genoemd die deze theorieën kunnen hebben voor het onderzoek naar het effect van VHT.

Hoe ziet VHT eruit

Het proces van de hulpverlening

Het proces van de hulpverlening gaat ongeveer als volgt (zie ook Dekker & Biemans, 1994). Na een intake en een indicatiestelling volgt een eerste kennismaking bij het gezin thuis. Er wordt een korte introductie gegeven aan de hand van een kennismakingsvideo of een korte

20

Page 22: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

opname van het gezin, die de trainer laat zien. Wanneer de ouders ermee instemmen, worden afspraken gemaakt om de training uit te voeren. Een sessie bestaat uit een bezoek aan het gezin waarbij een korte video–opname van een normale gezinsinteractie wordt gemaakt, meestal tijdens het samenzijn of samenspelen (bijvoorbeeld: uit school komen, theedrinken of de maaltijd). Na een week komt de trainer terug en laat aan de ouders een selectie zien van de opnamen van de vorige week. Deze terugblik bevat een aantal goed gelukte interacties, waarbij debasisprincipes van een positief en plezierig contact te zien zijn. Het terugkijken is vooral gericht op het uitbreiden van de geslaagde momenten. De minder geslaagde momenten zijn aanleiding om samen met de ouders te kijken hoe je zo’n negatieve interactie kunt ombuigennaar een positiever vervolg. Met een afwisseling van video–opnamen en weergavewerkt men verder aan het verbeteren van de interacties. Omdat een goede basiscommunicatie een voorwaarde is voor het oplossen van eventuele problemen op de andere gebieden die deel uitmaken van het trajectplan (zie verderop), begint de trainer meestal met het versterken enverbeteren hiervan. Gaandeweg krijgen via het trajectplan ook die andere gebieden de nodige aandacht, omdat de ouders worden aangemoedigd het geleerde ook op die terreinen toe te passen. Er wordt overwogen of de training beëindigd kan worden wanneer er tekenen zijn dat de ouders het weer alleen aankunnen en de doelen uit het trajectplan min of meer zijn bereikt. In veel gevallen vindt er later een vorm van follow–up plaats. Soms is er dan nog wel eens een bezoek of sessie nodig om beter verder te kunnen. De intensiteit en de duur van de training zijn afhankelijk van de ernst van de problematiek en de aan– of afwezigheid van protectieve en risicofactoren. Ook de ervaring van de trainer maakt verschil. De duur van de training kan variëren van minder dan drie maanden tot langer dan een jaar.

Het trajectplan

VHT wordt gewoonlijk gestuurd door een zogenaamd trajectplan (Biemans & Stroucken, 1992; Dekker & Biemans, 1994), dat in de beginfase door de hometrainer wordt opgesteld aan de hand van een aantal bronnen: de anamnese, intake of doorverwijzing en de eerste video–opnamen. Dit trajectplan heeft tot doel de positieve mogelijkheden van een gezin in kaart te brengen om te zien wat voor versterking in aanmerking komt en in welke volgorde. Het trajectplan fungeert als een leidraad bij het verloop en de afronding van VHT en bevat informatie over een vijftal aandachtsgebieden, ook wel blokken genoemd, die zowel betrekking hebben op de ouders als de kinderen en ook op het gezin als geheel. Deze gebieden zijn: 1. de basiscommunicatie van de gezinsleden; 2. het dagelijkse gezinsleven; 3. de ontwikkeling van de kinderen; 4. de ontwikkeling van de ouders en 5. het maatschappelijk functioneren van het gezin en de gezinsleden. Hieruit worden positieve en haalbare doelen

21

Page 23: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

voor de training geformuleerd. Bij de afsluiting wordt aan het trajectplan gerefereerd om te zien of de gestelde doelen zijn gerealiseerd. Hoewel het geenszins de bedoeling is om een vooropgezet plan programmatisch en rigide af te werken – het tegendeel is doorgaans hetgeval – helpt het trajectplan de trainer het hulpverleningsproces methodisch op te stellen en te evalueren.

Indicatiestelling

In de literatuur over VHT vinden we vrijwel geen expliciete beschouwingen over indicatiestelling. Meestal vinden we wel een beschrijving van de werkwijze en een aanduiding van de doelgroepen waarvoor VHT wordt toegepast of geschikt geacht (Dekker, 1991; Jaarverslag SPIN, 1993; Dekker & Biemans, 1994). Hieruit en met behulp van ervaringen uit de praktijk kunnen we het proces van indicatiestelling voor VHT destilleren. Indicatiestelling is het proces waarbij uit klachten en ziekte–/symptoombeschrijvingen aanwijzingen worden verzameld waaruit blijkt dat een bepaalde behandeling noodzakelijk of gewenst is. Met behulp van de aanwijzingen wordt bepaald wat de beste strategie en hulpverleningsmethode is voor een bepaalde problematiek. Vaak wordt dit proces vanuit een bepaalde behandelingsmethode ook omgedraaid en spreekt men van de doelgroep die geschikt is voor een bepaalde hulpverleningsmethode. Indicatiestelling en diagnostiek worden vaak ineen adem genoemd, omdat voor een goede indicatiestelling in het algemeen diagnostiek noodzakelijk is. Door de videohometrainers is er in de eerste jaren van VHT op een heel eigen manier met het verschijnsel indicatiestelling omgegaan en werd niet de gebruikelijke weggevolgd, omdat men zich afzette tegen de traditionele wijze van probleemgerichte diagnostiek en hulpverlening. Hierdoor werd nogal eens de indruk gewekt dat VHT, als een panacee, geschikt is voor alle gezinnen en voor alle soorten problematiek. Dit werd nog versterktdoordat men in die tijd ook de gebruikelijke vormen van hulpverlening in de gezinnen afwees omdat ze compenserend en probleemgericht waren. VHT zou alleen succes kunnen hebben als de probleemgerichte hulpverlening niet tegelijkertijd in het gezin actief was. Dat zou immershet proces van VHT verstoren, omdat VHT in haar diagnostiek en aanpak juist niet probleemgericht wilde zijn, maar activerend en gericht op de ontwikkeling van het gezin (Dekker, 1991). De stelling dat VHT geschikt is voor vrijwel alle gezinnen met uiteenlopende soorten problematiek wordt nog steeds gehuldigd (Dekker & Biemans, 1994).

Dit baseert men op praktijkervaringen en op het uitgangspunt dat een op ontwikkeling gerichte en niet–probleemgerichte werkwijze gunstig kan zijn voor alle gezinnen. Een vanuitde praktijk genoemde contra–indicatie wordt gevormd door een te grote draaglast van de opvoeding tegenover een te lage draagkracht als gevolg van bijkomende problemen als rouwverwerking of acceptatie van het kind. In dit geval moet er eerst de nodige ‘ruimte’ gecreëerd worden alvorens met VHT kan worden begonnen. Gegeven de voorgaande analyse uit literatuur en praktijk van VHT, kunnen we nu het volgende constateren. Bij

22

Page 24: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

de diagnostiek en indicatiestelling voor VHT is een ruimer en een meer specifiek proces te onderscheiden. Inde ruimere betekenis gaat het om een intake van een gezin en een algemene diagnose van de problematiek. Daarbij passeren de volgende algemene vragen: Wat is het beeld van de problematiek van dit gezin en wat zijn de hypothesen over het ontstaan en het in stand houden van de problemen? Welke zijn de diverse mogelijkheden om dit gezin te helpen? Is VHT als methode geschikt voor dit gezin, gezien de aard van de problemen? Zijn de voorwaardenvoor de methode min of meer vervuld? Zijn er voldoende mogelijkheden voor deelname van alle gezinsleden? Is de belasting van het gezin niet te groot? Heeft men voldoende ervaring met het toepassen van de methode voor het soort problematiek waarvoor het gezin is aangemeld? Deze ruimere indicatiestelling kan bijvoorbeeld plaatsvinden bij de RIAGG voordat wordt doorverwezen naar een VHT–team. In een striktere interpretatie van indicatiestelling gaat het om een specifieke indicatie voor de methode VHT. Gezien het theoretisch fundament van VHT (Wels & Oortwijn, 1992) zou men zich voor deze specifieke indicatiestelling moeten richten op de kwaliteit van de communicatie tussen ouders en kinderen en de uitstraling daarvan op de overige gebieden van het trajectplan. Daarbij kunnen gerichte vragen gesteld worden als: Is er sprake van voldoende beantwoording van initiatieven van de kinderen? Heeft de uitwisseling die volgt op initiatieven van het kind het karakter van een ja–reeks? Geven de ouders leiding aan de communicatie in het gezin? Komt er een goede beurtverdeling tussen de gezinsleden tot stand? In hoeverre heeft onvoldoendekwaliteit van de gezinscommunicatie tot de huidige problemen kunnen leiden? Om deze vragen te kunnen beantwoorden begint men als vanzelf al met de methode van VHT: opname, interactieanalyse en feedback. Men gaat, zoals gezegd, niet uit van een probleemanalyse.

Men neemt het gezin zoals het is en de eerste contacten en opnamen worden gebruikt om in een trajectplan te formuleren hoe de kwaliteit van het huidige functioneren van ouders en kinderen op de eerder genoemde vijf terreinen is. Van daaruit formuleert men doelstellingen ter versterking van de mogelijkheden van het gezin, in eerste instantie aansluitend op de nog intacte effectieve communicatieve vermogens van het gezin. Zodoende wordt de inschatting door de trainer van een succesvolle werking van VHT bij dit gezin een indicatie voor VHT.De eerste fase van VHT kan dan ook zeker beschouwd worden als een proces van diagnostiek en indicatiestelling voor de methode. Dat is geen ongebruikelijke werkwijze. Ze is vergelijkbaar met de manier waarop bijvoorbeeld in experiëntie vormen van psychotherapiesoms in enkele beginsessies diagnostiek wordt bedreven. Behandeling en diagnostiek gaan in dat geval naadloos in elkaar over.

Doelgroepen

Kijken we naar de doelgroepen waarop VHT zich richt, dan zien we een ontwikkeling. Aanvankelijk waren het vooral gezinnen met veel en ernstige

23

Page 25: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

problemen waarbij de communicatie ernstig was verstoord en waarbij door bijvoorbeeld verwaarlozing, zwakke maatschappelijke positie, sociaal isolement of pedagogisch onvermogen uithuisplaatsing dreigde. Ook werd de term multiproblem– gezin als doelgroep veelvuldig gehanteerd. Doorhometraining werd geprobeerd uithuisplaatsing te voorkomen. Dat sloot goed aan op de thema’s uit de Wet op de Jeugdhulpverlening (1989) die toen werd opgesteld: hulp zo dicht mogelijk bij huis, zo kort en zo licht mogelijk en als maatwerk verleend. Bovendien werd het voorkomen van uithuisplaatsing door de noodzaak tot bezuinigingen zeer actueel. Uit het jaarverslag van de SPIN (1993) blijkt dat men zich thans richt op de (potentiële) cliënten van vijf typen instellingen voor jeugdhulp, te weten: residentiële instellingen, de gezinsvoogdij enadviesbureaus, dagcentra, de RIAGG’s en het maatschappelijk werk/de gezinszorg. Dekker & Biemans (1994) wijden in hun monografie een hoofdstuk aan de doelgroepen waarvoor VHT geschikt is, waarbij zij niet zozeer indicaties of contra–indicaties beschrijven, maar vooral wijzen op specifieke aandachtspunten bij gezinnen in diverse problematische opvoedings-situaties.

De communicatieprincipes en de interactieanalyse

In de ontwikkeling van VHT werd, zoals eerder beschreven, veel geëxperimenteerd om een methode te vinden waarmee ouders beter konden worden betrokken bij de behandeling van hun kind. Met behulp van video–opnamen werd vervolgens het gedrag – soms beeldje voorbeeldje – geanalyseerd. Men begon met de analyse van de moeder–baby–interactie in een ziekenhuisafdeling, om te kunnen achterhalen waarom de ontwikkeling van baby’s soms niet optimaal verloopt. Op zoek naar deze ontwikkeling kwam men vanzelf ook terecht bij de studie van de normale ontwikkeling van de ouder–kindinteractie en ontdekte men hoe bepaalde communicatieprincipes en lichaamstaal een rol spelen in een positief en plezierigcontact tussen ouder en kind (Dekker, 1991; Eickmans & Kuppens, 1992). Hieruit konden de onderstaande communicatieprincipes worden gedestilleerd. De opsomming wil overigens niet zeggen dat er in die gezinnen niets ‘negatiefs’ gebeurt. Communicatieprincipes bij een positieve en effectieve interactie.

1. Aandacht hebben voor elkaar (er is daarbij sprake van toewending en oogcontact).2. Elkaar met instemming volgen (er is sprake van een instemmend benoemen en een bevestigen van de ontvangst door de een, wanneer de ander contact zoekt of een initiatief neemt).3. Op een prettige toon conversatie voeren (er vindt een doorlopende uitwisseling plaats).

24

Page 26: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

4. Er is sprake van een natuurlijke en evenwichtige beurtverdeling tussen de gezinsleden.5. Men stelt zich coöperatief op naar elkaar, men kan geven en nemen.6. Men neemt beurtelings initiatieven ten aanzien van voorstellen doen, plannen maken en oplossingen zoeken.7. Ouders kunnen na een ‘nee’ weer een ‘ja’ laten volgen; ze zeggen niet alleen wat niet mag, maar helpen de kinderen vervolgens het goed te doen.8. Na conflicten probeert men het contact te herstellen; lukt dit dan kunnen oplossingen gegenereerd en geaccepteerd worden.9. Ouders kunnen na negatieve interacties weer een positieve interactie op gang brengen door een nee– reeks te onderbreken en over te schakelen op een ja– reeks.10. In deze laatste drie, maar ook in de hantering van de overige elementen herkent men dat de ouders leiding geven aan de communicatie in het gezin. Deze analyse werd aanvankelijk verwerkt in een zogenaamd contactschema dat een aantal jaren fungeerde als leidraad voor de interactieanalyse van de gezinnen (Dekker & Biemans, 1994). Hierbij werd een onderscheidgemaakt tussen positieve communicatie–elementen in het gedrag van ‘zender’ en ‘ontvanger’, de zogenaamde ja–reeks, en het tegendeel van deze gedragingen, de zogenaamde nee–reeks. Bij de interactieanalyse stelde de trainer zichzelf concreet de volgende vragen (o.a. Hoogland& Biemans, 1988; Molewijk, z.j.): 1. Welke initiatieven neemt het kind?2. Volgt de ouder (de initiatieven van) het kind?3. Ontvangt de ouder ze?4. Wordt de ontvangst ervan bevestigd?5. Reageert de ouder op de initiatieven?6. Loopt de ja–reeks door?7. Krijgt ieder de beurt?8. Is er reflectie van geslaagd gedrag/wordt er stilgestaan bij wat goed gaat?9. Wordt er leiding gegeven aan de communicatie? Omdat vooral in de interacties met adolescenten en volwassenen dit oude contactschema niet meer voldeed, introduceerde men het thans geldende model van de interactieanalyse ontleend aan Dekker en Biemans (1994; zie ook Vermeulen & Biemans, 1992). In figuur 1 wordt dit schema weergegeven. Dit overzicht van de basiscommunicatie in figuur 1 heeft (van rechts naar links bezien) een structuur bestaande uit gedragingen ofwel elementen, vervolgenscategorieën of patronen van gedragingen en een inpassing van die twee in de ontwikkeling van het kind en het gezin. De aard van de communicatie sluit aan op de verschillende ontwikkelingsfasen van het gezin en van het kind. De rol die de ouders en andere opvoeders vervullen in de communicatie verandert mee met die ontwikkeling. Vooral het aspect leiding geven aan de communicatie in het gezin verandert zodoende van karakter met de ontwikkeling en de leeftijd van het kind. In het overzicht geeft de meest rechtse kolom de gedragingen aan die op de video zichtbaar zijn en geanalyseerd kunnen worden. Ze worden door Dekker en

25

Page 27: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

Biemans (1994) communicatie–elementen genoemd. Gedragingen of elementen kunnen op een niveau hoger gegroepeerd worden in categorieën. Dekker en Biemans (o.c.) spreken hier van patronen.

Bepaalde categorieën bij een latere leeftijdsfase van het kind zijn aanpassingen en nuanceringen van communicatiegedrag passend bij een eerdere ontwikkelingsfase. Categorieën of patronen die bij een lagere leeftijd horen, zoals attent zijn, blijven bestaan en zijn voorwaarden voor verdere nuanceringen op latere leeftijd, bijvoorbeeld bij tegenstellingen benoemen.Doordat het overzicht in figuur 1 opsommend van aard is, wordt overigens niet duidelijk wat de logische samenhang is tussen de verschillende communicatie– elementen (Wels & Jansen, in druk). Geslaagde communicatie bestaat uit een logische en vanzelfsprekende cyclische opeenvolging van diverse elementen. Sommige zijn te benoemen als initiatieven, andere als reacties. Dit is belangrijk bij het beantwoorden van bijvoorbeeld de vraag: Hoe begint geslaagde communicatie en hoe verloopt deze? Wanneer we een initiatief van het kind als beginpunt nemen, is er allereerst van de kant van de ouders het volgen van de initiatieven vanhet kind. Daarna vindt ontvangstbevestiging plaats gevolgd door instemmend benoemen of reageren. Vervolgens ontstaat er zoiets als een uitwisseling, een beurtverdelen in de communicatie. Wanneer ouders deze communicatievolgorde en de genoemde elementenvloeiend kunnen hanteren dan geven zij leiding aan de communicatie. Onderzoek naar effecten van VHT. Er is nog niet veel gepubliceerd over het effect van de methode. In de beginperiode van VHT zijn slechts enkele rapporten verschenen waarin het positieve effect van de methode globaal wordt aangeduid (Van den Boogaart & Wintels, 1988; Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, 1988; Wintels, Van den Boogaart & MesmanSchultz, 1989). In laatstgenoemd rapport gebeurt dit op basis van meningen van de betrokken hometrainers envan de ouders die de training ontvingen. Deze beperkte resultaten moeten gezien worden in het kader van een evaluatie die men uitvoerde over een aantal methoden en die beoogde een advies op te stellen voor de overheid om op de ingeslagen weg voort te gaan. Deze resultaten zijn niet te beschouwen als een wetenschappelijke evaluatie van de effecten van de methode VHT. Er zijn, voor zover kon worden nagegaan, slechts enkele wetenschappelijke onderzoeken naar het effect van VHT gepubliceerd. Weiner, Kuppermintz en Guttmann(1994) waren de eersten die aan het eind van de jaren tachtig een onderzoek instelden naar de effecten van de Orion–methode, die kort daarvoor in Israël was geïntroduceerd. Het onderzoek, bij zowel ouders die het Orion–programma ontvingen (n=52) als bij een controlegroep (n=64), leverde een positief beeld op voor de VHT. De effecten werden door observatoren gemeten met behulp van een observatielijst die een aantal punten bevatte waarop volgens de principes van het programma

26

Page 28: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

verbeteringen konden worden verwacht. Het ging hierbij vooral om de direct door de methode beïnvloede communicatie–aspecten (onder andere volgen, benoemen, beurt verdelen, op een positieve manier leiding geven: zie eerder in dit artikel). Verder analyseerde men of bepaalde negatieve interacties verminderden.Ten slotte keek men ook naar meer algemene aspecten van het gezinsfunctioneren en hetwelzijn van de kinderen. In een follow–up–onderzoek na zes maanden bleken de significante verschillen met de controlegroep nog grotendeels aanwezig. In Nederland was Vogelvang (1993) de eerste die een uitvoerig onderzoek wijdde aan de effecten van VHT en wel in een vergelijking met een andere methode, namelijk het Project aan Huis. Uit het onderzoek kwamen op een aantal gemeten gezinskenmerken weinig positieve effecten naar voren voor de totale groep die VHT ontving. De bereidheid tot verdere hulp bleek zelfs verslechterd,vooral bij de vaders. Er werden gemiddeld ook geen verbeteringen in de gedragsproblemen van de kinderen gemeten (bij twee kinderen van de vijftien wel): volgens Vogelvang een opvallend resultaat. In Wels, Jansen en Pelders (1994) werden verwachte positieve effecten van VHT gerapporteerd op de beleving van ouders van de opvoedingssituatie. Hierbij werd gebruik gemaakt van de Nijmeegse Vragenlijst voor de Opvoedingssituatie (NVOS). Bij een vijftal gezinnen met een hyperactief kind werd nagegaan of de beleving van de opvoeding positiever was na VHT. Dat bleek bij drie van de vijf casus het geval te zijn. Bijde overige twee was aan te geven waarom dit positieve effect uitbleef. Volgens de auteurs is het vermoedelijk verbonden met de acceptatieproblemen die ouders ervaren in verband met de hyperactiviteit van hun kind. Deze studie vormde de aanzet tot een uitgebreider onderzoek naar de effecten van hyperactiviteit op het gedrag en de beleving van ouders en op het gedrag van het kind (Wels, 1991; Wels & Jansen, in druk). Ten slotte vermelden we een onderzoek van Muris e. a. (1994) dat de effecten rapporteert van 135 gezinnen die VHT hadden ontvangen. Door twee beoordelaars werd de situatie van deze gezinnen beoordeeld op eenvijfpuntsschaal (veel slechter – veel beter) op basis van het follow–up–dossier van twee, zes en twaalf maanden na afloop van een succesvol afgesloten VHT (behandelbare gezinnen). Deze situatie werd vergeleken met die van 38 gezinnen, waarbij VHT na enige tijd werd afgebroken (moeilijk behandelbare gezinnen). Uit de resultaten blijkt dat twee derde van de gezinnen baat heeft bij VHT. Bij de follow–up na e´e´n jaar blijkt dat in ruim tachtig procent van de gezinnen de situatie als verbeterd kan worden beoordeeld vergeleken met de situatie voor VHT. Er werden ook verschillen gevonden tussen de kenmerken van de twee groepen.

Discussie

In deze discussie wordt teruggekeken naar de ontwikkelingen die VHT als methode heeft doorgemaakt. Vervolgens worden enkele kwesties

27

Page 29: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

besproken die in de huidige ont-wikkelingen relevant zijn. Ten slotte wordt de blik op de toekomst gericht en worden gewenste ontwikkelingen geschetst. Een terugblik op de ontwikkelingen. In de eerste jaren van VHT lag de nadruk vanzelfsprekend op de ontwikkeling van de methode. Men richttezich hierbij bijna uitsluitend op de praktijk en de experimenten rond de hulpverlening aan gezinnen. Aangemoedigd door de eerder genoemde onderzoekers was men in de praktijk bezig de methode al doende ‘uit te vinden’ en overdraagbaar te maken aan andere hulpverleners, eerst in kleine kring en later daarbuiten. De overheid heeft dit experiment ondersteund, omdat de methode een vernieuwing betekende in het hulpverleningsveld en goed aansloot bij de Wet op de Jeugdhulpverlening (1989). Vervolgens werd veel energie gestoken in de implementatie in het veld en de scholing van nieuwe trainers, een doelstelling van zowel Orion als de SPIN. Nu deze stichtingen enige jaren draaien, komen ook andere zaken aande orde. Naast verdere implementatie en scholing is er duidelijk sprake van een verbreding van de doelgroepen en de ontwikkeling van werkvormen die zijn aangepast aan de specifieke settings van hulpverleningsinstellingen. Ook krijgt begeleiding van instellingen bij de implementatie van VHT de nodige aandacht (SPIN, 1993). Vanaf het begin zijn er internationale contacten geweest, eerst vanuit Orion, later ook vanuit de SPIN. In Israël bijvoorbeeld bestaat VHT – men spreekt daar van de methode Orion – al jaren en heeft daar een eigen ontwikkeling doorgemaakt door de methode te koppelen aan het beroep van maatschappelijk werkende, hierbij gestimuleerd en gecoördineerd door het ministerie van Arbeid en Sociaal Werk. De laatste tijd vindt er een intensieve, internationale uitwisseling plaats van de ervaringenmet de VHT–methode onder andere via het netwerk The International Initiative, een platform voor uitwisseling van ideeën, hulpverleningspraktijk en onderzoek met verwante gezins–emanciperende uitgangspunten.

De toekomst van VHT

In de toekomst van VHT verdienen enkele zaken een belangrijke plaats op de agenda. Zeker, de VHT is nog volop in ontwikkeling, maar dat neemt deze wensen niet weg. Er was en is naarmijnmening dringend behoefte aan een beschrijving van de methodiek en een eenheid vanterminologie, zowel in de Nederlandse als in de Engelse taal. De methode is zodoende beter overdraagbaar dan via mondelinge supervisie, die al snel het karakter krijgt van een ‘goeroe’–model. Uitwisseling en discussie, maar ook kritiek op de methode kunnen zo beter op gang komen, waar zij naar mijn mening te lang hebben ontbroken. De monografie van Dekker en Biemans (1994) is pas de eerste uitvoerige publicatie over de methode door degenen die

28

Page 30: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

aan de wieg stonden van VHT. Dit boek kan nu voorzien in het eerder gesignaleerde gemis. Een en ander verwijst wellicht naar een algemener probleem: mensen uit de praktijk hebben of nemen te weinig gelegenheid om over hun praktijk te publiceren. Bij VHT lijkt daarbij nog een andere factor te spelen. Niet ten onrechte is men van mening dat slechts met beelden en supervisie het wezen en de inhoud van VHT optimaal tot hun recht komen. Dat mag zo zijn, maar er is ook dringend behoefte aan geschreven materiaal dat een coördinerende en samenbindende functie kan hebben. Getuige een aantal ook in dit artikel aangehaaldegeschriften, is het zeker mogelijk verhelderend, en tot discussie oproepend, over de inhoud van de methode te rapporteren, al prefereert men het videomateriaal. Verder is er behoefte aan meer en beter wetenschappelijk onderzoek. Het tot nu toe gepubliceerde onderzoek laat voor de methode redelijk gunstige resultaten zien die de ervaringen van trainers goeddeels bevestigen, maar sommige onderzoeken zijn beperkt van opzet of vertonen methodologische tekortkomingen zoals het ontbreken van een controlegroep. Bovendien zijn er nog talloze onderzoeksvragen te stellen naar bijvoorbeeld het effect van de methode als geheel ten opzichte van andere methoden, naar het specifieke effect van het medium video of naarde diverse andere aspecten van de methode. Verder zou onderzoek bij speciale doelgroepen, bijvoorbeeld allochtone gezinnen, gedaan kunnen worden vanwege de nadruk op de beelden en minder op de taal. Op dit moment is een aantal onderzoeken in uitvoering in diverse universiteiten en instellingen. Het voert te ver om op de details in te gaan, maar de behoefte aan de resultaten is naar mijn mening groot, zowel bij beleidsmakers als bij trainers in de praktijk. Eerst wanneer solide wetenschappelijk onderzoek de in de praktijk alom ervaren positieve effecten verder en degelijker kan onderbouwen, kan VHT haar belofte alsmethode ten volle waarmaken. Het geloof in VHT steunt nu nog te veel op de goodwill en het enthousiasme van beoefenaren van VHT en daarbij beschikken zij over wat het meest overtuigt: – het valt niet te ontkennen – de beelden. Er is inmiddels een aantal videobanden beschikbaar dat beter dan artikelen kan aangeven wat VHT teweegbrengt bij ouders en kinderen (zie o.a. SPIN, 1993). Deze beelden zullen door wetenschappelijk onderzoekalleen maar aan overtuigingskracht winnen.

29

Page 31: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

Bronnenlijst

*Biemans, H.M.B. (zonder jaartal). Interacties op video. Mogelijkheden voor analyse en begeleiding. Utrecht: SPIN. (Intern stuk/ stencil, ongedateerd) BOEK

*Biemans, H.M.B. & Stroucken, T. (1992). VHT+. Video–hometraining en trajectbegeleiding. In L.J.W.M. Muller (Red.), Thuisbehandeling en Hometraining. Een staalkaart van visies, methoden, ontwikkelingen en projecten (pp. 175–179). Utrecht: Uitgeverij SWP. BOEK

*Boogaart, P.H.M. van den & Wintels, P.M.A.E. (1988). Evaluatie van intensieve thuisbegeleiding (hometraining). Resultaten van een onderzoek onder tien experimentele projecten. Leiden: lisbon–coj–dswc. BOEK

*Dekker, J.M. (1991). Video–hometraining. In H. Baartman (Red.), Praktisch–pedagogische thuishulp in bewerkelijke gezinnen (pp. 38–55). Houten/Antwerpen: Bohn Stafleu Van Loghum.Dekker, J.M. & Biemans, H.M.B. (1994). Video–hometraining in gezinnen. Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum. BOEK

*Eickmans, I. & Kuppens, J. (1992). Video–hometraining voor gezinnen met een hyperactief kind. In L.J.W.M. Muller (Red.), Thuisbehandeling en Hometraining. Een staalkaart van visies, methoden, ontwikkelingen en projecten (pp. 155–161). Utrecht: Uitgeverij SWP. TIJDSCHRIFT

*Hinde, R.A. (1976). On describing relationships. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 17, 1–19. TIJDSCHRIFT

*Hoogland, M. & Biemans, H. (1988). Video Hometraining: Ouders thuis helpen met video. Utrecht: Stichting Promotie Intensieve Thuishulp Nederland (spin). (Interne publikatie/stencil) Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (1988). Hometraining: Helpen waar het er op aankomt. Eindrapport van de Begeleidingscommissie van de projecten thuisbehandeling(‘hometraining’) in het kader van het aanvullend beleid jeugdhulpverlening 1985–1988. Rijswijk: Ministerie van WVC, Welzijnsreeks WR 88/3. BOEK

*Molewijk, A. (zonder jaartal). Video Home Training. Deventer: RIAGG IJsselland. (Stencil/interne publicatie) BOEK

*Muris, P., Vernaus, A., Hooren, M. van, Merckelbach, H., Heldens, H., Hochstenbach, P., Smeets, M. & Postema, C. (1994). Effecten van video–hometraining: een pilot–onderzoek. Gedragstherapie, 27, 51–62.Ravelli, A.J. (1990). Video–hometraining: oude wijn in nieuwe zakken? Tijdschrift voor Jeugdhulpverlening en Jeugdwerk, 2 (12), 2–7. TIJDSCHRIFT

*Riksen–Walraven, M. (1977). Vroegkinderlijke ontwikkeling: een interventie–experiment. Nijmegen: Dissertatie Katholieke Universiteit Nijmegen. spin (Stichting Promotie Intensieve Thuisbehandeling) (1993). Jaarverslag 1992. Utrecht: SPIN. BOEK

*Trevarthen, C. (1979). Communication and cooperation in early infancy. A description of primary intersubjectivity. In M. Bullowa (Ed.), Before speech: The beginnings of human communication(pp. 321–347). London: Cambridge University Press. TIJDSCHRIFT

30

Page 32: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

*Trevarthen, C. (1980). The foundations of intersubjectivity: Development of interpersonal and cooperative understanding in infants. In D. Olson (Ed.), The social foundations of languageand thought: Essays in honor of J.S. Bruner (pp. 316–342). New York: W.W. Norton. TIJDSCHRIFT

*Trevarthen, C. (1982). The primary motives for cooperative understanding. In G. Butterworth & P. Light (Eds.), Social cognition: Studies of the development of understanding (pp. 77–109).Brighton: Harvester Press. TIJDSCHRIFT

*Trevarthen, C. (1989). Intuitive emotions: Their changing role in communication between mother and infant. Edinburgh: Department of Psychology, University of Edinburgh.Vermeulen, H. & Biemans, H.M.B. (1992). Kwaliteitszorg binnen de videohometraining. Utrecht: spin. (Interne notitie/stencil) BOEK

*Vogelvang, B.O. (1993). Video–hometraining ‘Plus’ en het Project aan Huis. Verheldering van twee methodieken voor intensieve pedagogische thuisbehandeling. Academisch proefschrift VrijeUniversiteit Amsterdam. Enschede: CopyPrint 2000. BOEK

*Watzlawick, P., Beavin, J.H. & Jackson, D.D. (1970). De pragmatische aspecten van de menselijke communicatie. Deventer: Van Loghum Slaterus. BOEK

*Weiner, A., Kuppermintz, H.&Guttmann, D. (1994). Video Home Training (The Orion Project): A short–term preventive and treatment intervention for families with young children. Family Process, 33, 441–453. TIJDSCHRIFT

*Wels, P.M.A. (december 1991). Toepassing en evaluatie van een ambulant gezinsbegeleidingsprogramma voor gezinnen met een jong hyperactief kind. Aanvraag AIO–project VF–programma Ambulante hulpverlening aan gezinnen. Nijmegen: KatholiekeUniversiteit Nijmegen, Instituut voor Orthopedagogiek. (Herziene versie) BOEK

*Wels, P.M.A. (1994). Video–hometraining. In G. Cluckers, R. Kohnstamm, M. Meijer, J. Rispens, T.W.J. Schulpen, R. Willemaers & G.A. Bakker (Red.), Problemen en risicosituaties bij kinderen en adolescenten. Achtergrond, oorzaak en behandeling (pp. ther–VHT–1–14). Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum. TIJDSCHRIFT

*Wels, P.M.A. & Jansen, R.J.A.H. (in druk). Videohometraining bij gezinnen met een hyperactief kind. Utrecht: Uitgeverij SWP. BOEK

*Wels, P.M.A., Jansen, R.J.A.H. & Pelders, G.E.J.M. (1994). Videohometraining bij hyperactiviteit van het kind. Een voorstudie naar specifieke trainingselementen en een meervoudige case– study naar belevingsverandering bij ouders. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 33, 363–379. TIJDSCHRIFT

*Wels, P.M.A. & Oortwijn, A.J. (1992). Video–Hometraining. Een bijdrage tot wetenschappelijke fundering. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 31, 3–21. Wet op de Jeugdhulpverlening; wet van 8 augustus 1989, houdende regelen ten aanzien van de jeugdhulpverlening (1989). Staatsblad (1989), (12 september) 358, 359. TIJDSCHRIFT

*White, R. (1959). Motivation reconsidered: The concept of competence. Psychological Review, 66, 297–323. TIJDSCHRIFT

31

Page 33: Jeugdrecht en integrale jeugdhulpintegralejeugdhulp.wdfiles.com/.../word/...1BaO_integral…  · Web viewHet ging vlot om een artikel op te zoeken en ... Ook met word kan ... dat

*Wintels, P.M.A.E., Bogaart, P.H.M. van den & Mesman Schultz, K. (1989). Experimenteel hometrainingsbeleid. Belangrijkste resultaten van een programma–evaluatie van tien hometrainingsprojecten. Onderzoeksrapport van het Centrum Onderzoek Jeugdhulpverlening (coj). Rijswijk: Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. ONDERZOEKSRAPPORT

32