Jaarverslag 2014 in pdf

48
JAARVERSLAG 2014

Transcript of Jaarverslag 2014 in pdf

Page 1: Jaarverslag 2014 in pdf

Jaarverslag 2014

Page 2: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

Colofon

Koning Willem I College, ’s-Hertogenbosch

juni 2015

Postadres

Postbus 122

5201 AC ’s-Hertogenbosch

Bezoekadres

Vlijmenseweg 2

5223 GW ’s-Hertogenbosch

Telefoon: 073 62 49 624

Opleidingeninfolijn: 073 62 49 600

E-mail: [email protected]

Website: www.kw1c.nl

Facebook: www.facebook.com/KoningWillemICollege

Twitter: www.twitter.com/KW1C

Disclaimer

Dit jaarverslag is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Aan de inhoud ervan kunnen echter op geen

enkele wijze rechten of aanspraken worden ontleend. Dit geldt zowel voor de teksten als de beelden in deze

uitgave.

Reproductie van dit document zonder toestemming van het College van Bestuur van het Koning Willem I College

is niet toegestaan anders dan in zijn volledige vorm. © Koning Willem I College ’s-Hertogenbosch

JAARveRslAg 2014

Dit jaarverslag maakt onlosmakelijk deel uit van de Jaarrekening 2014

Page 3: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

5

vooRwooRd

Met trots presenteren we het jaarverslag 2014. Een jaar waarin de balans is opgemaakt van het actieplan ‘Focus op Vakmanschap 2011-2015’ van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en het strategisch meerjarenplan ‘Op expeditie naar mbo’15’ van het Koning Willem I College. Bijna alle opdrachten die daaruit voortkwamen zijn gerealiseerd. Daarover leest u meer in dit jaarverslag.

Tevens zijn actuele landelijke en regionale ontwikkelingen in kaart gebracht. Op basis daarvan heeft het College van Bestuur een notitie opgesteld om de koers voor 2015-2018 te bepalen. Deze is besproken met de directeuren van afdelingen, diensten en projectbureaus, met de ondernemingsraad en met de Raad van Toezicht. Op basis van de input en feedback is de notitie verder uitgewerkt tot een nieuw meerjarenplan.

In de zomer van 2014 is het nieuwe meerjarenplan ‘Richting 2018’ vastgesteld. Dit meerjarenplan 2015-2018 bouwt voort op het strategische expeditieplan en het bijbehorende tactische en operationele koersboek. Aan de daarin verwoorde missie, visie, kernwaarden en uitgangspunten blijven we als Koning Willem I College trouw. Wel zijn er nieuwe ontwikkelingen en nieuwe opdrachten waar het college de komende jaren rekening mee moet houden. Die worden in het meerjarenplan toegelicht en vertaald naar een nieuw actieplan voor de komende vier jaar, dat vervolgens zijn beslag dient te krijgen in de jaarplannen van de onderwijsafdelingen, diensten en projectbureaus.

Het jaar 2014 stond daarnaast in het teken van ‘de basis op orde en de lat omhoog’. Er zijn stevige verbeteracties in gang gezet om weer te voldoen aan alle kwaliteitsgebieden uit het Toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs. Het Koning Willem I College wil immers ook in de komende jaren het beste grote roc van Nederland blijven. Het College van Bestuur heeft daarom voor 2014-2015 de focus gelegd op het verbeteren van de kwaliteit van de opleidingen, het verbeteren van de bpv-begeleiding en professionalisering.

Het College van Bestuur spreekt zijn waardering uit richting alle medewerkers voor de enorme inzet die in 2014 is geleverd en spreekt het volste vertrouwen uit dat die inzet zal bijdragen aan het verwezenlijken van de ambities uit het nieuwe meerjarenplan, zodat het Koning Willem I College ook in de komende jaren het motto ‘gewoon een goede school’ kan blijven waarmaken.

Mevrouw drs. Jeanette Noordijk, voorzitter College van Bestuur

De heer drs. Cor van Gerven, lid College van Bestuur

‘s-Hertogenbosch, mei 2015

VerklaringAls bevoegd gezag van het Koning Willem I College verklaart het College van Bestuur dat al zijn (beroeps)opleidingen voldoen aan de daarvoor gestelde wettelijke eisen.

Page 4: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

6 7

leeswiJzeR

Voor u ligt het jaarverslag 2014 van het Koning Willem I College. Dit jaarverslag is een verantwoor-dingsdocument voor allen die betrokken zijn bij het college.

Dat zijn in willekeurige volgorde:• studenten en hun ouders of partners• personeelsleden• bedrijven, instellingen, belangenorganisaties en

intermediaire organisaties• toeleveranciers: de scholen voor voortgezet

onderwijs in de regio ‘s-Hertogenbosch• afnemers: hogescholen die onze gediplomeerde

studenten inschrijven• collega-roc’s, -aoc’s, -vakscholen• regionale en lokale overheden• toezichthoudende instanties: ministerie

van OCW, Inspectie van het Onderwijs, Rijksaccountant

• overige geïnteresseerden.

In dit jaarverslag verantwoordt het College van Bestuur zich voor zijn beleid en de resultaten die zijn behaald. De verantwoording is in lijn met de wettelijke richtlijnen zoals neergelegd in de ‘Richtlijn Jaarverslag Onderwijs’ van november 2014. De verslaglegging is opgesteld op collegeniveau, op basis van de input van afdelingen, diensten en projectbureaus. De wijze van verslaglegging sluit aan op het organisatiemodel waarbij kritische bedrijfsprocessen centraal worden aangestuurd en de diverse organisatieonderdelen in lijn hiermee op decentraal niveau opereren.

• Deel A handelt over de wijze waarop het Koning Willem I College georganiseerd is. In dit deel vindt u algemene informatie over de organisatie, het verantwoordingsverslag van de Raad van Toezicht, het verslag van de ondernemingsraad en het verslag van de studentenraad.

• In deel B legt het College van Bestuur verantwoording af over het verslagjaar 2014. In dit deel worden de kerngegevens van het Koning Willem I College nader toegelicht, met daarin aandacht voor de speerpunten van bedrijfsvoering, onderwijsbeleid, werkgeverschap en (regionale) samenwerking. Het hoofdstuk Financiën bevat, in lijn met de jaarrekening, een beknopt overzicht van het financieel beleid en de financiële resultaten over

meerdere jaren. De volledige jaarrekening, als onderdeel van het geïntegreerd jaardocument, wordt afzonderlijk in een kleinere oplage verspreid. Geïnteresseerden kunnen de jaarrekening inzien op www.kw1c.nl.

• In de bijlagen in deel C treft u de verantwoordingen aan betreffende de notitie Helderheid en de ingezette middelen voor taal en rekenen, evenals een verslag van Jenaplanschool Antonius Abt, een overzicht van de locaties die het Koning Willem I College in gebruik heeft en een overzicht met relevante nevenfuncties van de leden van de Raad van Toezicht en de leden van het College van Bestuur.

Dit jaarverslag is voor iedereen beschikbaar op www.kw1c.nl als pdf-bestand.

Wellicht wilt u reageren op dit jaarverslag. Uw reactie kunt u sturen ter attentie van het College van Bestuur van het Koning Willem I College, Postbus 122, 5201 AC ’s-Hertogenbosch of naar het algemene e-mailadres: [email protected].

inhoudsopgAve

Voorwoord 5Leeswijzer 6

A. BesTuuR en oRgAnisATie 81. Organisatie 82. Verslag van de Raad van Toezicht 123. Medezeggenschap 14

B. BesTuuRsveRslAg 164. Beleid en strategie 165. Bedrijfsvoering 196. Onderwijs 247. Studenten 378. Medewerkers 509. Samenwerking 5610. Financiën 6011. Continuïteitsparagraaf 64

C. BiJlAgen 80 Bijlage I. Locaties 81 Bijlage IIa. Relevante nevenfuncties leden Raad van Toezicht 82 Bijlage IIb. Relevante nevenfuncties leden College van Bestuur 83 Bijlage III. Jenaplanschool Antonius Abt 84 Bijlage IV. Verantwoording taal en rekenen 86 Bijlage V. Notitie Helderheid 88

Verklarende woordenlijst 92

Jaar in Beeld: 2014Neem eens een kijkje op www.kw1c.nl/jaarbeeld voor een overzicht van alle activiteiten van het Koning Willem I College. In ‘Jaar in Beeld’ staan berichten, foto’s en filmpjes van activiteiten die op de afdelingen en diensten hebben plaatsgevonden in 2014. Tevens staat daar de pdf-versie van het jaarverslag en de jaarrekening.

• Klikopeenhoofdstukomnaardebewustepaginategaan• Eenklikopderegelonderindepaginabrengtuterugnaardezeinhoudsopgave.

Page 5: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

8 9

A. BesTuuR en oRgAnisATie

1. organisatie

De Koning Willem I College-organisatie is zo ingericht dat het college zich aan belanghebbenden en community kan presenteren als één organisatie, met één onderwijsvisie, één personeels-, financieel-, facilitair- en technologiebeleid en één systeem van kwaliteitszorg. Dit maakt het mogelijk een sterke identiteit te creëren, waardoor iedereen in het dagelijkse werk vanuit dezelfde strategische visie bijdraagt aan de meerjarendoelstellingen en ambities van de organisatie.In dialoog met studenten, medewerkers en vertegenwoordigers uit het beroepsleven heeft het Koning Willem I College de visie, missie en kernwaarden geformuleerd in krachtige, betekenisvolle oneliners, die ook internationaal gezien herkenbaar en aansprekend zijn.

1.1 MissieDe missie van het Koning Willem I College is: het succes van de student is de reden van ons bestaan. Iedereen heeft recht op een goede opleiding. Een opleiding waarmee jonge mensen ambities kunnen waarmaken en talenten benutten. Zodat ze kunnen groeien en sterk genoeg zijn om hun eigen toekomst vorm te geven. De maatschappij heeft goed opgeleide mensen nodig, die prima functioneren en actief - met kennis en kunde - hun bijdrage leveren aan de samenleving. Hier ligt de verantwoordelijkheid van het Koning Willem I College: we vinden dat we er alles aan moeten doen om een student de best mogelijke opleiding te geven. Voor de student zelf, maar ook voor de maatschappij.Het Koning Willem I College bouwt dus actief mee aan een toekomst waarin iedereen een volwaardig en gerespecteerd lid van de samenleving is. Dat doen we door excellent onderwijs aan te bieden dat recht doet aan individuele talenten. Onderwijs dat studenten alle kansen geeft voor de arbeidsmarkt of een vervolgopleiding. En waarmee ze alle kansen hebben om zich persoonlijk te ontwikkelen en zo een bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij.

Wij gaan voor een betere wereld We zijn een UNESCO-school: we geloven in een duurzame, betere wereld. We tonen respect voor alles wat leeft op onze planeet. Onze basis is: respect voor de mens, religies, achtergronden en geaardheid.

1.4 organisatiestructuurHet bevoegd gezag van het Koning Willem I College is het College van Bestuur. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur.

In 2014 telde het Koning Willem I College tweeëntwintig onderwijsafdelingen, één faciliterende afdeling (Talenacademie), twee educatie-afdelingen ((jong)volwassenen-onderwijs) en één bbo-afdeling (voor doven en slechthorenden). Uitgangspunt is dat de afdelingen zelf integraal verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van het onderwijs en het monitoren ervan. Zij worden daarbij ondersteund door negen diensten en drie projectbureaus. De diensten helpen de onderwijsafdelingen bij het vormgeven van kwalitatief hoogwaardig onderwijs en monitoren of de kaders die centraal door het College van Bestuur zijn vastgesteld door de onderwijsafdelingen worden gerealiseerd.

Eind 2014 beschikte het Koning Willem I College over tien locaties. Een overzicht van de verschillende locaties van het Koning Willem I College is opgenomen in bijlage I.

Juridische structuurHet Koning Willem I College (04FD) heeft de juridische structuur van een stichting. Het College van Bestuur is tevens het bestuur van de Stichting Regionaal Onderwijs Centrum ’s-Hertogenbosch.

Onder de stichting vallen verder:• Educatiestichting (een groepsmaatschappij)• 24ZW BBO De Schalm (een aparte voorziening

voor auditief beperkte studenten)• 04DZ Jenaplanschool Antonius Abt (primair

onderwijs)

De Raad van Toezicht is toezichthouder van de stichting.

1.2 visieWe willen ons doel bereiken door gewoon een goede school te zijn. Een goede school waar studenten eigentijds en levensecht leren in krachtige, veilige leeromgevingen.Een student op het Koning Willem I College mag rekenen op kleinschalig, boeiend en uitdagend onderwijs en een goede begeleiding door inspirerende en beroepsbekwame leraren, die graag hun vakkennis met de studenten delen. In een duidelijke structuur met veel aandacht voor kennis, vaardigheden en houding. Een goede school gericht op succeservaringen, maar waar studenten zich ook kwetsbaar mogen opstellen en fouten mogen maken, als onderdeel van het leerproces. Want ook van fouten leer je.

1.3 KernwaardenDe kernwaarden leggen de ziel bloot van het Koning Willem I College. Ze vormen debasisprincipes van de visie van het college en zijn de fundamenten van ons doen en laten.

Wij zijn een community college We zijn een gemeenschap van lerenden, delen principes, waarden en normen en dragen een brede maatschappelijke visie uit die de gemeenschap ten goede komt. Dit wordt benadrukt door ons duurzaamheidsbeleid en onze speciale activiteiten in en voor de community.

Wij spreken alle talenten aan Iedereen beschikt over waardevolle talenten. We ontwikkelen deze op basis van de leerderskenmerken en meervoudige intelligentie van de studenten.

Wij voeden creatief denken Dit doen we door de ontwikkeling van denkvaardigheden waarbij creativiteit, meervoudige intelligentie en de nieuwste inzichten op het gebied van breinleren een belangrijke rol spelen.

Wij verleggen grenzen De lat kan in het onderwijs nooit hoog genoeg liggen. We zoeken daarom steeds weer de (internationale) grenzen op om onze studenten het beste te bieden. Zo kan de student zich optimaal ontplooien en het beste uit zichzelf halen.

Leden Raad van ToezichtDe heer drs. G.C.M. Mol, voorzitter Mevrouw mr. P.P.M. van Reijsen, secretarisMevrouw J.M.F. van der BeekDe heer drs. A.J. de Bruin RADe heer mr. W.J.J. Louwers AADe heer ir. G.J.P. van OostenDe heer prof. dr. W.J.M. Spaan

Leden College van BestuurMevrouw drs. J. Noordijk, voorzitter De heer drs. C. van Gerven

De relevante nevenfuncties van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur zijn opgenomen in bijlage II.

Page 6: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

1 0 1 1

Raad van ToezichT GRoep KoninG Willem i colleGe

colleGe van besTuuR sTichTinG ReGionaal ondeRWijscenTRum

ondeRsTeuninG cvb

GoveRnance & conTRol

ondeRneminGsRaad

KoninG Willem i colleGe educaTiesTichTinG

bbo de schalm

sTudenTenRaad

jenaplanschool anTonius abT

afdelinGen pRojecTbuReausdiensTen

•AcademievoorTeaching&Learning

•Examinering•FacilitairBedrijf•FinanciëleZaken•HumanResourceManagement

•Informatie-management

•ITForce•PR&Communicatie•StudentenSuccesCentrum

•(Inter)nationaleProjecten

•DeBonoExpertisecentrum

•ProjectbureauJ4

•AcademieGeüniformeerdeBeroepen

•AcademievoorMedia,Art&Performance

•AssistentenGezondheidszorg

•Bouw-Infra,Architectuur&Meubeldesign

•Finance,Banking&Insurance

•FunderendBeroepsOnderwijs

•HighTechMetalektro•ICT-Academie•InternationalBusinessStudies

•Kind&Educatie•KortMiddelbaarVakOnderwijs

•Lifestyle•Marketing&Communicatie•MiddelbareHorecaSchool•MiddelbareTechniekSchool•Mobiliteit&Logistiek

•Ondernemersacademie•OpleidingscentrumSchoenen-,LederwarenenOrthopedie

•SociaalMaatschappelijkeStudies

•Sportacademie•Toerisme&Recreatie•Verpleging&VerzorgingFaciliterende afdelingen•TalenacademieEducatie-afdelingen•Educatie•Vavo-College

BBO-afdelingen•BBODeSchalm

Primair onderwijs•JenaplanschoolAntoniusAbt

organogram Koning willem i College organogram op groepsniveau

Page 7: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

1 2 1 3

De Raad van Toezicht huldigt het principe van toezicht op afstand, met als uitgangspunt Goed bestuur zoals gedefinieerd in de ‘Branchecode goed bestuur in het mbo’ die per 1 augustus 2014 in werking is getreden. De Raad van Toezicht werkt vanuit deze code. Uitgangspunten van deze code zijn verwerkt in de statuten en het Bestuursreglement Stichting Regionaal Onderwijs Centrum ’s-Hertogenbosch. De raad is tevens toezichthouder van de Jenaplanschool Antonius Abt; in lijn hiermee is het College van Bestuur van Koning Willem I College tevens College van Bestuur van Antonius Abt. De raad werkt vanuit zijn rol als toezichthouder van Antonius Abt in lijn met de ‘Code Goed Bestuur in het primair onderwijs’. Zie bijlage III voor meer informatie over Jenaplanschool Antonius Abt.

2.1 CommissiesVanuit de raad fungeerden in 2014 vier (gemandateerde) bestuurscommissies: Agendacommissie, Commissie Huisvesting, Auditcommissie Financiën en Remuneratie-commissie. In genoemde commissies hebben leden van de Raad van Toezicht, het College van Bestuur en directeuren van ondersteunende diensten zitting op basis van hun expertise. Deze commissies bereiden besluiten van de Raad van Toezicht voor en dienen als klankbord voor het College van Bestuur. In 2014 stonden bij de Commissie Huisvesting onder andere de volgende onderwerpen op de agenda: stand van zaken huisvesting 2014-2015, huisvestingsplan 2014-2017, calamiteitenplan, begroting huisvesting 2015 en meerjarenbegroting huisvesting 2016-2018. En bij de Auditcommissie Financiën onder meer het jaarplan van de dienst Financiële Zaken, de aanpak van bedrijfsmatige processen (BPM), het geïntegreerd jaardocument, de bevindingen van de accountant, de voortgang van de aanbevelingen in de managementletter, het treasury statuut en de Benchmark mbo.

2.2 overlegMaandelijks overleggen de voorzitter van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur informeel over beleidskwesties. De voltallige Raad van Toezicht voerde in 2014 vier maal overleg met het College van Bestuur over onder andere de volgende strategische beleidszaken: het actieplan Focus op Vakmanschap vanuit het ministerie van OCW en het hierop anticiperende plan van aanpak ‘Op koers naar mbo’15’, het meerjarenplan 2015-2018, de voortgang naar aanleiding van de bevindingen door de Inspectie van het Onderwijs, de Branchecode goed bestuur, de In Control Scan, financiën, bouw en huisvesting. Elke vergadering start met een wisselend actueel thema, veelal verzorgd door medewerkers van het college. In 2014 waren dit de thema’s: Techniek, Examinering, Nieuwe kwalificatiestructuur en Evaluatie met de ondernemingsraad. Daarnaast voerde de raad tussentijds enkele gesprekken met de ondernemingsraad.

2.3 Relevante ontwikkelingenBegin 2014 ontving het Koning Willem I College de definitieve versie van het inspectierapport naar aanleiding van het onderzoek ‘Staat van de instelling’ in 2013. De inspectie concludeerde dat er enkele risico’s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, vooral op het gebied van de examinering. Naar aanleiding van het rapport zijn stevige verbeteracties in gang gezet om weer te voldoen aan alle kwaliteitsgebieden uit het Toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs. De voortgang van de verbeteracties stond in 2014 meerdere keren op de agenda van de Raad van Toezicht.Op 1 augustus 2014 trad de nieuwe ‘Branchecode goed bestuur in het mbo’ in werking. In 2014 zijn belangrijke stappen gezet om volledig te voldoen aan de code. Deze zijn nog niet volledig afgerond en krijgen in 2015 hun beslag. De collegebrede speerpunten voor 2015 zijn het voldoen aan alle kwaliteitsgebieden van het Toezichtkader, het verbeteren van de bpv-begeleiding en professionalisering. Hiervoor zijn resultaatafspraken geformuleerd, die eind 2014 verankerd zijn in de jaarplannen voor 2015.

2.4 Financiële positieEr is sprake van een gezonde financiële positie van het Koning Willem I College. De raad keurde in 2014 de jaarrekening 2013, de begroting 2015 en de meerjarenbegroting 2016-2017 goed. De Auditcommissie Financiën voerde in 2014 een gesprek met de externe accountant Pricewater-houseCoopers (PwC). Uitvoerig werd ingegaan op de aanbevelingen zoals verwoord in de managementletter van PwC.

2.5 samenstelling Raad van ToezichtBegin 2014 benoemde de raad mevrouw Van der Beek als nieuw lid van de Raad van Toezicht, op voordracht van de ondernemingsraad.In september 2014 besloot de raad de functie van penningmeester op te heffen, omdat dit geen gebruikelijke functie meer is in een Raad van Toezicht.Conform het rooster van aftreden (opgenomen in bijlage II) ontstaan er in 2015 vacatures voor de functies voorzitter en lid Raad van Toezicht met onderwijsexpertise. Eind 2014 is een openbare wervingsprocedure in gang gezet. De functieprofielen zijn voorgelegd aan de ondernemingsraad. De procedure is begin 2015 afgerond met de voordracht van twee kandidaten.

2.6 FunctionerenJaarlijks voert de Raad van Toezicht in november functionele voortgangsgesprekken met de leden van het College van Bestuur. De voorzitter en een (wisselend) lid van de Raad van Toezicht voeren gesprekken met de individuele leden van het College van Bestuur. Daarna spreekt de raad met het voltallige College van Bestuur, evalueert en maakt vervolgafspraken. In 2014 zijn tijdens deze gesprekken ook de ervaringen van een tweehoofdige leiding aan de orde gekomen. Zowel het College van Bestuur als de Raad van Toezicht ervaart deze vorm van leidinggeven als positief en is vol vertrouwen om op deze wijze verder te gaan.

De invulling van de eigen rol van toezichthouder is in 2014 in een zelfevaluatie door de raad aan de orde gesteld. Daarin is onder meer de behoefte uitgesproken aan een verdieping op het gebied van onderwijskwaliteit, waar in 2015 nadere invulling aan gegeven zal worden. Daarnaast sprak de Raad van Toezicht de voorkeur uit voor een gesprek met de accountant over de jaarrekening in aanwezigheid van de voltallige raad, in plaats van een afvaardiging.

2.7 Tot slotIn 2014 zijn net als in de voorgaande jaren, weer de nodige relevante stappen gezet in de ontwikkeling van het Koning Willem I College. De raad spreekt zijn waardering uit voor de inzet waarmee medewerkers van het Koning Willem I College hebben bijgedragen aan de bereikte resultaten. De Raad van Toezicht bedankt de medewerkers en het College van Bestuur voor de open en constructieve samenwerking.

De heer drs. Geert Mol, voorzitter

’s-Hertogenbosch, mei 2015

2. verslag van de Raad van Toezicht

Page 8: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

1 4 1 5

Medezeggenschap van personeelsleden en studenten is van groot belang voor de kwaliteit van het onderwijs. Sinds eind 2010 is er binnen het Koning Willem I College een ondernemingsraad actief en sinds 2011 is de studentenraad geïnstalleerd (wettelijke term: deelnemersraad). Beide organen overleggen een aantal keer per jaar met het College van Bestuur en jaarlijks met de Raad van Toezicht. Belangrijke beslissingen legt het bestuur voor advies of instemming voor aan de ondernemingsraad en/of studentenraad. Onderstaand staan de verslagen van beide raden over 2014.

3.1 ondernemingsraad De ondernemingsraad voerde in 2014 in een constructieve sfeer, zeven openbare en diverse informele overleggen met het College van Bestuur.

De volgende instemmings- en adviesaanvragen zijn behandeld en in notulen vastgelegd: • Herpositionering ATL • Meerjarenplan 2015-2018 • Functiehuis • Functieprofiel Raad van Toezicht • Calamiteiten en Beleidsplan • Memorandum bekwaamheidsdossier, evaluatie

functioneren-en-beoordelen-cyclus, 360 gradenfeedbacksysteem

• Reglement Interne Geschillencommissie • Integriteitscode • Klokkenluidersregeling • Kaderbrief begroting 2015 • ICT-Masterplan

Het Functiehuis en het ICT-Masterplan werden als basisplan goedgekeurd, maar onder voorbehoud van evaluatiemomenten met eventuele aanpassingen. Voor het formatiebeleid in 2015 stelde de ondernemingsraad voor om tot heldere definities van het personeel primair proces en het personeel secundair proces te komen, met in het achterhoofd de benchmark.

De ondernemingsraad kent drie werkgroepen: Financiën, VGWM (Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu) en PP&O (Personeel, Professionalisering en Onderwijs). Deze bereidden de onderwerpen voor die in tien werkvergaderingen en/of in de themaochtenden door de gehele ondernemingsraad besproken werden. Omdat vanuit de cao de instemmings-

bevoegdheden zijn uitgebreid, werd de houding van de ondernemingsraad nog proactiever. Op 19 en 20 juni 2014 werd tijdens een werkconferentie het actieplan 2014-2018 van de ondernemingsraad opgesteld, met als voornaamste thema gezondheid: een gezonde professional in een gezonde organisatie.

AandachtspuntenAandachtspunten van de ondernemingsraad in het afgelopen jaar waren, en zullen ook in 2015 zijn: • Implementatie werkoverleg volgens het

Professioneel Statuut • 50% van de totale inkomsten naar onderwijs

(inzet personeel in het primaire proces)• (lessen + 50% voorbereiding) + andere

onderwijstaken = 1200 uur • Openheid, helderheid en communicatie

SamenstellingMede door het betreurenswaardige overlijden op 5 mei 2014 van Marianne Baas Becking, voorzitter werkgroep VGWM, werden er tussentijdse verkiezingen georganiseerd waardoor de ondernemingsraad in oktober weer voltallig werd.

Kiesgroep primair proces • Mevrouw Simone van Belkom-Poppelaars • De heer Erwin Brouwer • De heer Sven Coervers • De heer Paul Rebel • De heer Toon Rekkers (secretaris) • De heer Hans van Riel • De heer Paul van Rijswijk (voorzitter) • De heer Paul Sax • De heer Bert Verhoeven • Mevrouw Margreet Witlox

Kiesgroep secundair proces • Mevrouw Betsy van Bakel • De heer Edon van der Gun • Mevrouw Ingrid Moran (plaatsvervangend

voorzitter) • Mevrouw Josje Vierhout • De heer Yusuf Yücesan

Ambtelijk secretariaat• Mevrouw Dorothé Vos-Hessels

3.2 studentenraadAl sinds 2011 is de centrale studentenraad de belangenvertegenwoordiger van alle studenten. De studentenraad bewees in 2014 dat hij meer kan dan adviseren alleen. In 2013 zette het dagelijks bestuur koers om zijn dienstenpakket uit te breiden en individuele dienstverlening aan studenten in het pakket op te nemen. Daardoor was het in 2014 mogelijk om studenten op individueel niveau te ondersteunen en te begeleiden, in onder andere klachtenprocessen en informatieverzoeken aan onderwijsafdelingen. Vragen en eigen onderzoek van de raad waren in enkele gevallen aanleiding voor het college om een vervolgonderzoek in te stellen. De studentenraad sloot in 2014 een record aantal casussen af, namelijk 42.

In de eerste maanden van 2014 had de studentenraad te maken met een verlies aan leden en een significante daling in kennis en capaciteit. Om in de toekomst het kennisniveau in stand te houden bij het vertrek van leden, besloot de raad ieder lid in staat te stellen om diverse trainingen te volgen. Daaraan is de eis gesteld dat ieder jaar een minimum aantal kennispunten gehaald moet worden om aan te tonen dat groei aanwezig is of het kennisniveau van een lid constant blijft. Correcte implementatie van dit besluit staat garant voor de waarborging van het kennisniveau van de raad en daarmee zijn reputatie op landelijk gebied. Door kennisborging op te nemen als beleidsprioriteit is een orgaan gecreëerd dat, ongeacht de situatie, een stabiele partner vormt voor zijn relaties en het college.

Essentieel voor het bestaan van de centrale studentenraad is dat het als (onafhankelijk) orgaan wordt beschouwd door het college. In 2014 was dit niet altijd het geval, wat leidde tot onnodige complicaties. Om dit in de toekomst te voorkomen zal in 2015 beter worden toegezien op de rechten en plichten van de raad en zullen complicaties op een adequate manier worden afgehandeld.

De studentenraad voerde door het jaar heen meerdere malen overleg met verschillende onderwijsafdelingen. De raad voerde in 2014 achtmaal overleg met het College van Bestuur, tweemaal met de ondernemingsraad en verscheidene keren met diverse diensten van het college. De studentenraad zette tevens

een deelraad op bij de ICT-Academie, zodat er een directe lijn voor studenten bestaat bij deze afdeling. In september kreeg deze deelraad landelijke erkenning door de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) en was hiermee de eerste in Nederland. De studentenraad schreef daarnaast in oktober een eigen gedragscode, welke als revolutionair werd omschreven door andere roc’s in Nederland. Ook hier had de studentenraad van het Koning Willem I College weer een primeur te pakken. In 2014 was het streven dat de raad leidend werd op gebied van (individuele) dienstverlening, reglementen en kennis. In 2015 staat dit streven opnieuw hoog op de agenda.

Sterke banden met organen binnen het college zijn belangrijk, maar de relaties met andere roc’s mogen niet vergeten worden. Het komende jaar zal de studentenraad zich dan ook gaan focussen op het verstevigen van de relatie met de externe omgeving. Dankzij het algehele kennisniveau en de individuele expertises binnen de raad, is het orgaan door meerdere roc’s gevraagd om hen te adviseren in dringende zaken, evenals trainingen te verzorgen om hun visie en kennis te verscherpen. In totaal kwam dit 14 maal voor, waarvan 12 keer advies werd gegeven aan bevriende roc’s en de raad viermaal een bezoek aflegde voor een advies op maat.

Het jaar 2014 was voor de studentenraad een interessant jaar, waarin veel mogelijkheden tot professionalisering en verbetering werden onderzocht. In 2015 zal de raad de bevindingen uitwerken en verbeteringen implementeren, opdat het orgaan nog efficiënter en professioneler wordt, met als doel het college en haar studenten beter van dienst te kunnen zijn.

SamenstellingDe studentenraad bestond op 31 december 2014 uit de volgende studenten:

Nicky Nijhuis, voorzitter (dagelijks bestuur) Simone Verreijt, secretaris (dagelijks bestuur) Floris Hoeksema, penningmeesterIchlas Hamid, vicevoorzitterYvonne van Boerdonk, algemeen lid

3. Medezeggenschap

Page 9: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

1 6 1 7

B. BesTuuRsveRslAg

4. Beleid en strategie

In 2011 verscheen het meerjarenplan ‘Op expeditie naar mbo’15’ van het Koning Willem I College, als antwoord op het ministeriële ‘Actieplan Focus op Vakmanschap 2011-2015’. Als vervolg op het expeditieplan, dat vooral een strategisch en tactisch karakter had, is in 2012 ‘Koning Willem I College Op koers naar mbo’15’ vastgesteld. Op basis van het expeditieplan en koersboek is in de afgelopen jaren vorm en inhoud gegeven aan de noodzakelijke organisatorische en inhoudelijke vernieuwing van het college en van het onderwijs. Het koersboek gaf concreet de richting aan voor de bedrijfsprocessen van het college en de concrete richtlijnen voor de fases van inrichten en verrichten.

4.1. Richting 2018In 2014 is de balans op gemaakt van het strategisch meerjarenplan van het college en het actieplan van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Bijna alle opdrachten die daaruit voortkwamen zijn gerealiseerd. In de zomer van 2014 is het nieuwe meerjarenplan vastgesteld: ‘Richting 2018’. Dit meerjarenplan 2015-2018 bouwt voort op het strategische expeditieplan en het bijbehorende tactische en operationele koersboek. Aan de daarin verwoorde missie, visie, kernwaarden en uitgangspunten blijft het Koning Willem I College trouw. Wel zijn er nieuwe ontwikkelingen en nieuwe opdrachten waar het college de komende jaren rekening mee moet houden. Die worden in het meerjarenplan toegelicht en vertaald naar een nieuw actieplan voor de komende vier jaar, dat vervolgens zijn beslag dient te krijgen in de jaarplannen van de onderwijsafdelingen, diensten en projectbureaus.

4.2 Ambitie en speerpuntenHet Koning Willem I College wil ook de komende jaren het beste grote roc van Nederland blijven. Daarom zet het college de aankomende jaren onverminderd in op verhoging van de opbrengsten, het blijvend laag houden van het aantal voortijdig schoolverlaters (met extra aandacht voor kwetsbare jongeren), verdere verhoging van de tevredenheid van studenten, leraren en leerbedrijven en professionalisering van alle medewerkers. Daarnaast wordt er jaarlijks een aantal collegebrede speerpunten vastgesteld. De collegeambitie en de speerpunten worden

4.3 KwaliteitsborgingHet Koning Willem I College werkt met één systeem voor kwaliteitszorg, op basis van een transparante planning- en controlcyclus met de belangrijkste jaarlijkse activiteiten op opleidings-, afdelings- en instellingsniveau. Zo zijn onder meer de jaarplannen en jaarplangesprekken verankerd in de planning- en controlcyclus, waardoor het College van Bestuur sturing kan geven aan het maken, monitoren en verantwoorden van resultaatafspraken voor de belangrijkste speerpunten.

Uitgangspunt binnen het kwaliteitszorgsysteem is dat de onderwijsafdelingen zelf integraal verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van het onderwijs en het monitoren ervan. De diensten ondersteunen en helpen de onderwijsafdelingen bij het vormgeven van kwalitatief hoogwaardig onderwijs en monitoren of de kaders die centraal door het College van Bestuur zijn vastgesteld door de onderwijsafdelingen worden gerealiseerd.

Herijkt kwaliteitszorgsysteemVanuit de constatering dat kwaliteitszorg in veel (onderwijs)organisaties zich richt op ‘procedureel op orde zijn’, zijn eerder stappen gezet om de kwaliteitszorg binnen het college hier boven uit te tillen. ‘Gewoon een goede school zijn’, betekent dat gedrag en houding van medewerkers de gewenste kwaliteit dagelijks weerspiegelen. Permanente kwaliteitsverbetering is de kern van de professionele cultuur van het Koning Willem I College. Een check op ‘beslis wat je hebt beloofd’ (plan), ‘doe wat je hebt beloofd’ (do), ‘controleer wat je hebt gedaan’ (check) en ‘beslis opnieuw’ (act) hoort daar bij.

Naar aanleiding van het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs en het onderzoek vanuit het Kwaliteitsnetwerk MBO (een landelijk netwerk waaraan ruim dertig onderwijs-instellingen zijn verbonden) naar de kwaliteit van het kwaliteitszorgsysteem, bleek in 2013 dat dit nog niet voldoende was. In 2014 is daarom het kwaliteitszorgsysteem herijkt. Belangrijk instrument in het herijkte kwaliteitszorgsysteem is de kwaliteitsmonitor BONE-BVE waarmee bij de onderwijsafdelingen de onderwijskwaliteit in beeld wordt gebracht. Deze kwaliteitsmonitor sluit één op één aan bij het Toezichtkader van de

vertaald naar resultaatafspraken, die de onderwijsafdelingen, diensten en projectbureaus verankeren in hun jaarplannen.

Speerpunten 2014Net zoals in 2013 waren de speerpunten voor 2014: onderwijsinhoud en -programmering, examinering, onderwijslogistiek en professionalisering. Met de focus op deze vier speerpunten is in de jaren 2013-2014 nadrukkelijk ingezet op een verbetering van die activiteiten die rechtstreeks samenhangen met de visie van het Koning Willem I College: ‘gewoon een goede school’. Studenten hebben immers recht op goede onderwijsprogramma’s, goede (beschikbaarheid van) leermiddelen, goede roosters, goede examens en goede leraren. Door voor deze speerpunten eenduidig geformuleerde resultaatafspraken vast te leggen in de jaarplannen, geeft het College van Bestuur sturing aan deze kwaliteits-verbetering. Monitoring door het College van Bestuur vond plaats tijdens de periodiek geplande jaarplangesprekken met leidinggevenden. Eind 2014 waren de doelstellingen voor deze speerpunten grotendeels gerealiseerd. De uitvoering van de Regeling Werkoverleg is nog niet in alle afdelingen stevig verankerd, mede gezien de complexiteit en grootte van sommige teams. Daarom wordt deze doelstelling (behorend bij het speerpunt professionalisering) gecontinueerd in 2015.

Speerpunten 2015De speerpunten voor 2015 zijn voor de onderwijsafdelingen: het voldoen aan alle kwaliteitsgebieden van het Toezichtkader BVE 2012, het verbeteren van de bpv-begeleiding, professionalisering en voorbereiding op de nieuwe kwalificatiedossiers die per schooljaar 2016-2017 moeten zijn ingevoerd.Met de diensten en projectbureaus zijn resultaatafspraken gemaakt over de processen in control, dienstbaarheid aan de afdelingen en professionalisering.

Inspectie van het Onderwijs en onderzoekt de volgende kwaliteitsgebieden: Onderwijsproces, Examinering en diplomering, Opbrengsten, Kwaliteitsborging en Naleving wettelijke vereisten. Dit instrument wordt binnen de afdelingen ontwikkelingsgericht ingezet.

Voor een volledige werking van het nieuwe kwaliteitszorgsysteem worden in 2015 nog een aantal vervolgstappen gezet:• de ontwikkeling van een eigen kwaliteitsgebied

binnen de kwaliteitsmonitor BONE-BVE om de eigen ambitie van het Koning Willem I College een plek te geven;

• de ontwikkeling van een checklist kwaliteit opleiding;

• de ontwikkeling van een of meerdere formats leerplannen;

• de implementatie van de lerarenevaluatie als onderdeel van het 360 gradenfeedbacksysteem;

• de implementatie van een instrument om de voortgang van uitgezette actieplannen te monitoren.

Duurzame kwaliteitsontwikkelingDe aanwezigheid van een kwaliteitssysteem bevordert het werken aan onderwijskwaliteit. Duurzame kwaliteitsontwikkeling vraagt echter niet alleen om een collegebreed kwaliteitssysteem, maar ook om kwaliteitsgericht handelen, kwaliteitsbewustzijn en een kwaliteitscultuur binnen de teams. Een substantiële vervolgstap is nodig om kwaliteit iets te laten zijn van de teams zelf en een duurzame kwaliteitscultuur te creëren binnen het Koning Willem I College gebaseerd op samenwerken, feedback geven en meepraten over het hoe en wat. In 2018 zou werken aan kwaliteit niet iets moeten zijn ‘omdat het moet’, maar omdat het tot onze eigen professionele standaard behoort. Om dit doel te bereiken, wordt vanaf 2015 ingezet op kennisdeling tussen afdelingen, het versterken van de zeggenschap binnen teams (door onder andere meer tijd voor teamoverleg, vervolgtraject van het onderzoek naar energie in teams, deelname aan project leerKRACHT) en is duurzame kwaliteits-ontwikkeling een onderdeel van het nieuw te ontwikkelen Management Development traject en talentprogramma.

Page 10: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

1 9

5. Bedrijfsvoering

Het is de ambitie van het Koning Willem I College om de kwaliteit van de interne beheersing van de bedrijfsvoering verder te vergroten. Om zicht te krijgen op waar het college in 2014 stond, werd in het najaar een nulmeting uitgevoerd, gebaseerd op een door PricewaterhouseCoopers (PwC) ontwikkelde systematiek. Daarbij stonde de vraag centraal: is de organisatie voldoende in control?

5.1 Resultaten nulmeting ‘in Control’De zogenaamde ‘In Control Scan’ van PwC onderscheidt vier niveaus: Compliant Scorekeeper, Functional/Financial Control, Management Control en Business Partner. Het Koning Willem I College stuurt aan op een optimalisering van de dienstbaarheid aan de onderwijsafdelingen door de onderlinge samenwerking en afstemming tussen de diensten en projectbureaus te versterken. Daarbij past de ambitie om ten aanzien van de interne beheersing te willen opereren op het niveau Management Control. De kenmerken van het geambieerde niveau zijn: processen zijn betrouwbaar en efficiënt, financiële en niet-financiële rapportages naar wens gebruiker, bedrijfsbrede blik, klantgerichtheid en toenemende integratie van financiële en operationele systemen. De nulmeting ‘In Control’ maakte duidelijk dat het college vergevorderd is richting Compliant Scorekeeper en de potentie heeft om binnen twee jaar door te groeien naar het niveau vanFunctional/Financial Control.Op basis van de uitkomsten zijn actieplannen opgesteld, met als doel op korte termijn (binnen één jaar) volledig het niveau Compliant Scorekeeper te behalen en van daaruit door te groeien naar het niveau Functional/Financial Control. De geformuleerde acties op het gebied van HRM, Inkoop en Studentdiensten zijn erop gericht om binnen twee jaar op het niveau Management Control te opereren.

5.2 Business process ManagementSinds 2012 wordt binnen het college gewerkt met de methodiek Business Process Management (BPM). BPM heeft tot doel om voor (kritische) bedrijfsprocessen, aan de hand van een gestructureerde documentatie en analyse, verbetervoorstellen te formuleren. Fasen die daarbij worden doorlopen zijn:

• definiëren (van de opdracht, met name een proces optimaliseren);

• documenteren (van het toegewezen proces);• meten (van de huidige prestatie van het

toegewezen proces);• analyseren (van het verloop van het toegewezen

proces);• optimaliseren (creativiteit versus project-

verbetering, project- en verandermanagement); • borgen (van de nieuwe situatie).

BPM-projectenIn 2014 werden vier nieuwe BPM-projecten opgestart: 1. Leerloopbaan van de student 2. Het servicepunt3. De verplichtingen in beeld4. Begeleiding van de bpv

Van deze vier BPM-projecten zijn de projecten ‘Leerloopbaan van de student’ en ‘Het servicepunt’ in juni 2014 afgerond. Vanuit het project ‘Leerloopbaan van de student’ zijn aanbevelingen geformuleerd voor de inrichting van het pedagogisch-didactisch dossier van de student en zijn de randvoorwaarden betreffende systeem, informatie, eigenaarschap, inzage, overdraagbaarheid en toegankelijkheid vastgelegd. Het project ‘Het servicepunt’ resulteerde in verbetervoorstellen op het gebied van efficiency, gebruiksvriendelijkheid, informatievoorziening en doorlooptijd ten aanzien van de afhandeling van servicevragen. Op basis van de uitgevoerde analyse voor het BPM-project ‘De verplichtingen in beeld’, werd in juni besloten om het project te beëindigen en versneld de oplossingsrichtingen te gaan verkennen. Het BPM-project ‘Begeleiding van de bpv’ is begin 2015 afgerond en draagt bij aan de verbetering van de kwaliteit van en de tevredenheid over de bpv-begeleiding. Daarnaast zijn vanuit dit BPM-project systeemvereisten geformuleerd op basis waarvan in 2015 een nieuw bpv-begeleidingssysteem kan worden geselecteerd en geïmplementeerd.

Page 11: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

2 0 2 1

5.4 CommunicatieHet stelselmatig bevorderen van wederzijds begrip tussen het Koning Willem I College en haar interne en externe stakeholders is de algemene doelstelling van het Studenten Succes Centrum en de dienst PR & Communicatie. Het Studenten Succes Centrum richt zich op communicatie met de studenten van het college en voorlichting aan toekomstige studenten, ouders en toeleverende scholen. De dienst PR & Communicatie richt zich op alle overige communicatie.

Om bovenstaande doelstelling te bereiken worden onder andere de volgende middelen ingezet: • Website• Social media• Voorlichtingsmateriaal• Evenementen voor diverse doelgroepen• Publiciteit

In 2014 werd het volgende gerealiseerd:• Jaar in Beeld op de website

(www.kw1c.nl/jaarbeeld) • thema-avonden voor ouders• themabijeenkomst voor decanen toeleverende

scholen • uitbreiding social media met Instagram en

LinkedIn• vernieuwde folderlijn• uitbreiding vakwedstrijden Skills Talents en Skills

Heroes• invoering van het Digitaal Doorstroom Dossier• deelname aan MBO Stad• toename van het aantal bezoekers op de

informatiemomenten• interne nieuwsbrief College van Bestuur

In 2015 wordt speciale aandacht besteed aan het 25-jarig jubileum van het Koning Willem I College, vernieuwing huisstijl, invoering van de studiebijsluiter en verdere uitbreiding van deelname aan de nationale vakwedstrijden voor mbo’ers (Skills Heroes).

5.5 iCTHet jaar 2014 stond in het teken van noodzakelijke veranderingen om de informatievoorzieningen binnen het Koning Willem I College weer op een acceptabel niveau te krijgen. Met het aantrekken van een Chief Information Officer (CIO), het

definiëren en vaststellen van een masterplan en het in gang zetten van de eerste projecten is een begin gemaakt met deze veranderingen.Het afgelopen jaar werden veel verzoeken om rapportages en managementinformatie neergelegd bij de dienst Informatie Management. Het lukte de dienst in 2014 niet om alle verzoeken tijdig en adequaat in te vullen. Hierdoor ontstond een achterstand in het werk. Ook hiervoor zijn maatregelen gedefinieerd binnen het masterplan, welke in 2015 zullen worden ingezet en tot resultaten moeten leiden.Daarnaast is met het inrichten van een expertisegroep onderwijslogistiek een goede stap gezet richting invulling van goed informatie-management, wat moet leiden tot optimale inzet van systemen ten bate van de onderwijslogistiek.

Nieuwe strategie Een van de basisprincipes waarop het masterplan is gebaseerd, is de keuze om over te stappen op een cloudstrategie. Deze strategie haakt aan bij mondiale ontwikkelingen in het algemeen en die binnen het mbo in het bijzonder. Vanuit SURFnet en saMBO-ICT is een project gestart om alle mbo-instellingen via de cloud gecontroleerd te voorzien van digitale diensten ten behoeve van het onderwijs en bedrijfsvoering: de MBOcloud.Deze nieuwe strategie wordt de komende jaren ingevuld en maakt gebruik van de huidige technische mogelijkheden die de IT-infrastructuur nu al biedt. Daarnaast zette het Koning Willem I College al stappen die een dergelijke nieuwe strategie mogelijk maken. Vooral op het gebied van datamanagement is in 2014 veel werk verzet, waardoor het in de nabije toekomst makkelijk is om de cloudstrategie volop te omarmen.

Strategisch Project PortfoliomanagementEen van de maatregelen vanuit het masterplan was om sturing te krijgen op alle projecten en ontwikkelingen op het vlak van informatie-management en IT, collegebreed. Veel projecten met een informatiebehoefte of afhankelijkheid opereerden solitair, waardoor aansluiting met andere systemen gemist werd. Ook de grote vraag uit de organisatie zorgde voor een groter werkvolume bij de beide diensten, waardoor ander werk in het gedrang kwam. In september is begonnen om op het allerhoogste

5. Bedrijfsvoering

5.3 Facilitaire zaken en huisvestingHet Facilitair Bedrijf is verantwoordelijk voor een adequate en efficiënte ondersteuning van de primaire en secundaire processen binnen het Koning Willem I College. Onderwijskundige en organisatorische ontwikkelingen stellen voortdurend nieuwe eisen aan facilitaire zaken, huisvesting en inventaris.

Facilitaire zakenEen van de speerpunten in 2014 was het opzetten en professionaliseren van de BHV-organisatie, wat volledig is afgerond. In 2014 zijn door medewerkers van de verschillende locaties de volgende opleidingen gevolgd: • 29 personen basis BHV, onderdeel brand,

communicatie en ontruiming• 10 personen herhaling Hoofd BHV• 1 persoon basis Hoofd BHV• 9 personen basis EHBO• 15 personen herhaling EHBO

Vrijwel alle conciërges en beveiligers zijn in 2014 als BHV’er opgeleid. Enkele medewerkers die het onderdeel ‘brand, communicatie en ontruiming‘ nog niet hebben afgerond, doen dat in 2015. Deze medewerkers waren eind 2014 wel allemaal in het bezit van een geldig EHBO-diploma.Op Onderwijsboulevard 3 vonden in 2014 drie BHV-oefeningen plaats en op de Vlijmenseweg één BHV-oefening en twee ontruimingsoefeningen.

Op het gebied van Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) zijn grote stappen in de goede richting gezet. De afronding vindt plaats in 2015 door het opstellen van een RI&E voor de locatie Vlijmenseweg. Daarna wordt gestart met de RI&E voor Onderwijsboulevard 3. De overige locaties van het college hebben een RI&E die verzorgd is door de eigenaar van het betreffende pand.

Daarnaast werd in 2014 het systeem van toegangscontrole op de locaties Vlijmenseweg en Onderwijsboulevard 3 volledig vernieuwd. Dit betrof zowel de hard- als de software.

HuisvestingIn 2014 werd de jarenlange samenwerking door Stichting Bouwopleidingen regio ‘s-Hertogenbosch (SBH) met het Koning Willem I College verbroken, omdat beide partijen het niet eens konden worden over een nieuw opleidingsmodel. Dat opleidingsmodel zou een antwoord moeten zijn op de economische teruggang in de bouw en zou tegelijkertijd voldoende moeten kansen bieden voor duurzame werkgelegenheid voor de studenten. Daardoor was het college genoodzaakt in de zomer van 2014 aan de Rietveldenweg een eigen opleidingslocatie in te richten.

In de zomer verhuisde een aantal afdelingen naar een andere locatie. De afdeling International Business Studies verhuisde van de locatie Onderwijsboulevard 1 naar de locatie Vlijmenseweg. De afdeling Educatie/ISK kon daardoor verhuizen naar Onderwijsboulevard 1. Voor het Vavo-College werd nieuwe huisvesting gevonden op de Stadionlaan. Deze verhuizingen leverden een flinke ruimtewinst op Onderwijs- boulevard 3 voor de vernieuwing van het techniekonderwijs.Tevens is de personeelskantine op Onderwijs- boulevard 3 volledig vernieuwd en voldoet daardoor weer aan de eisen van deze tijd. Niet alleen als personeelsrestaurant, maar tevens als ruimte voor bijvoorbeeld een informeel overleg.De grootkeuken van de Middelbare Horeca School werd grondig verbouwd en vernieuwd en kan zich daardoor weer meten met de beste restaurants. Zowel op Onderwijsboulevard 3 als op de Vlijmenseweg zijn (digitale) examenruimtes gerealiseerd voor de dienst Examinering, met per saldo een ruimtewinst voor het onderwijs. De capaciteit van de opleiding Tandartsassistenten werd verdrievoudigd.

In oktober 2014 is een nulmeting op het gebied van ruimtegebruik uitgevoerd. In overleg met het College van Bestuur is besloten nog geen ruimtenormen vast te stellen voor de komende jaren, mede vanwege het feit dat uit de Benchmark middelbaar beroepsonderwijs bleek dat het college het qua ruimtegebruik niet slecht doet (zie ook de Continuïteitsparagraaf ).

Page 12: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

2 2 2 3

niveau samenhang te creëren en inzicht te krijgen in het aanbod van actuele projecten. Dit gebeurde door middel van Strategisch Project Portfoliomanagement, een manier om alle projecten binnen het Koning Willem I College in controle te krijgen. Dat heeft geresulteerd in:• inzicht in ruim 30 actuele projecten;• sturing op basis van planning;• sturing op basis van prioriteiten;• een set van afspraken over het project-

managementproces binnen het college;• een gevoel van zelf in controle zijn over grote

projecten.

Registratie aan- en afwezigheidIn 2014 is een nieuw systeem voor de registratie van aan- en afwezigheid geïmplementeerd binnen het Koning Willem I College: RAAK. Dit systeem stelt iedere leraar in staat om aan- en afwezigheid van studenten eenvoudig te registreren en stelt het college in staat om ongediplomeerde uitstroom van studenten te voorkomen (vsv). RAAK is tijdens de start van schooljaar 2014-2015 in gebruik genomen en daarna samen met het onderwijs gefinetuned. Eind 2014 werd door het overgrote deel van de afdelingen meer dan 95% van de aan- en afwezigheid van studenten in het systeem geregistreerd. Daardoor is het veel beter mogelijk studenten te helpen gediplomeerd een opleiding te voltooien en te voldoen aan wet- en regelgeving. Dat laatste werd bevestigd tijdens het inspectieonderzoek in januari 2015 naar verzuimmelding/vsv, met een positief oordeel van de Inspectie van het Onderwijs.

LeermanagementsysteemIn 2014 is gestart met de implementatie van een volgsysteem voor leraren, studenten en ouders om de voortgang tijdens een studie goed te kunnen monitoren en bijsturen. Dit leermanage-mentsysteem (LMS) zal worden gebaseerd op studiepunten, zodat collegebreed dezelfde kaders en begrippen worden gebruikt. Omdat iedere opleiding zijn eigen toetscriteria hanteert, was het lastig om te komen tot een passend proces en systeem. Uiteindelijk kwam het project in het laatste kwartaal van 2014 in een stroomversnelling, waardoor in december zicht kwam op een passende oplossing. In de loop van 2015 zal een werkend systeem worden gepresenteerd.

Uitbreiden wifi-netwerkIn het tweede kwartaal werd het draadloos netwerk verder uitgebreid. Hierbij zijn 500 toegangspunten geplaatst, waardoor het netwerk op piektijden meer dan 4500 draadloze gebruikers gelijktijdig aan kan. Daarnaast werd op het netwerk de toepassing QuarantaineNet ingezet waarmee het gebruik door studenten, leraren en medewerkers beter gecontroleerd kan worden. Ook maakt QuarantaineNet het mogelijk om gasten gebruik te laten maken van het draadloos netwerk en wordt aan in totaal 13.000 devices gecontroleerd toegang geboden. Deze aanpassingen verliepen succesvol.In 2014 nam het gebruik van het wifi-netwerk exponentieel toe, zowel in volume (aantal mobieltjes, tablets en laptops) als in bandbreedte. Het Koning Willem I College nam ten aanzien van het volume maatregelen om deze groei het hoofd te bieden, door meer IP-adressen beschikbaar te hebben. Op het gebied van bandbreedte bleek dat tijdens ‘normaal’ gebruik deze voor meer dan 80% werd belast. In 2014 zijn snelle maatregelen ingezet, die begin 2015 resultaat hebben opgeleverd. Structurelere maatregelen (in samenwerking met de gemeente ‘s-Hertogenbosch) zullen naar verwachting in september 2015 effect hebben.

Schade aan datacenterAan het begin van de collectieve zomersluiting zorgde een wolkbreuk boven de locatie Vlijmenseweg, in combinatie met werkzaamheden aan het dak, voor grote schade aan het belangrijkste datacenter van het Koning Willem I College. Daardoor vielen alle servers uit. Direct zijn alle beschikbare medewerkers opgeroepen en is gestart om de diensten die verleend werden vanuit dit datacenter weer operationeel te krijgen (zoals mail en internet). Hardware met waterschade werd afgevoerd naar gespecialiseerde bedrijven om deze te drogen. Binnen een paar dagen stond alle apparatuur weer op zijn plek en na een week konden de eerste diensten weer worden aangeboden. Begin augustus waren alle diensten weer operationeel.

5. Bedrijfsvoering

Page 13: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

2 4 2 5

Het Koning Willem College zal alle opleidingen daarom zo gaan inrichten dat begonnen wordt met een bredere opleiding, waarna studenten zich langzamerhand kunnen specialiseren, mede afhankelijk van wat de regionale arbeidsmarkt bij het afstuderen te bieden heeft. Een geleidelijke overgang van een bol-opleiding naar een bbl-opleiding kan daar ook bij passen, om de druk op leerbanen enigszins te verlichten. Bijkomend voordeel van deze combinatie van bol en bbl is bovendien dat studenten al productiever zijn als ze overstappen naar de bbl. Uiteraard blijft het mogelijk voor studenten die precies weten wat ze willen, om al ‘smal’ te beginnen. ‘Breed waar het moet, smal waar het kan’.

Deze omslag in de strategie van het Koning Willem I College heeft in eerste instantie tot veel discussie geleid met de opleidingsbedrijven in de bouw-infra, omdat men daar deze omslag in denken wel wilde maken, maar tegelijkertijd de bol-leerlingen als ‘pseudo’-bbl’ers wilde blijven uitzetten naar leerbedrijven. Het Koning Willem I College was en is van mening dat het in de bol om studenten gaat die volledig onderwijs dienen te volgen, die door de overheid voor hun opleiding volledig worden bekostigd (inclusief studiefinanciering of kinderbijslag) en die geen formele arbeidsovereenkomst met een werkgever hebben. Uiteindelijk is het gelukt om met alle opleidingsbedrijven tot een uitvoeringsmodel te komen, dat volledig tegemoet komt aan de rechtspositie van de student en dat ook voldoet aan alle wet- en regelgeving. Uitzondering daarop vormde Stichting Bouwopleidingen regio ‘s-Hertogenbosch (SBH) dat de banden met het Koning Willem I College in 2014 verbrak.

6.3 onderwijsprocesIn 2014 onderzochten de dienst Governance & Control, de dienst Examinering en de Academie voor Teaching & Learning gezamenlijk één opleiding per afdeling met behulp van de kwaliteitsmonitor BONE-BVE. In de monitor wordt de focus gelegd op de indicatoren die beter moeten (omdat ze met een onvoldoende worden beoordeeld) en de indicatoren die beter kunnen (omdat ze met een voldoende worden beoordeeld). In de jaarplannen worden de bevindingen van de auditcommissie vertaald naar verbeteracties en verbeterplannen, daar waar nodig afdelingsbreed. Een jaar later wordt in een andere opleiding gemeten in hoeverre de verbeteracties geleid hebben tot het gewenste effect.

Van de 22 onderzochte opleidingen scoorden 16 opleidingen goed op het kwaliteitsgebied Onderwijsproces; 2 opleidingen scoorden voldoende; 4 opleidingen onvoldoende. Op basis van de onderzoeken die in 2014 zijn uitgevoerd kan geconcludeerd worden dat dat collegebreed binnen het onderwijsproces vooral nog verbetering mogelijk is bij de beroeps-praktijkvorming (bpv). In 2014 is er een analyse uitgevoerd naar het bpv-proces en het systeem, die handvatten biedt voor verbeteracties. In 2015 wordt er een visienotitie met beleidsadviezen uitgewerkt. Tevens investeert het college de aankomende jaren in een betere relatie met het bedrijfsleven, onder meer middels een bedrijven-contactpunt en bpv-registratiesysteem.

6.4 werken aan ‘examinering op orde’Ook in 2014 was handhaving van de kwaliteit van examinering een belangrijk aandachtsgebied voor het Koning Willem I College. In de eerste plaats, omdat de kwaliteit van examinering van het grootste belang is: studenten hebben recht op goed onderwijs én goede examens. Daarnaast ook door ontwikkelingen ‘van buitenaf’: de plannen voor externe validering van zelf ontwikkeld examenmateriaal, de mogelijke wettelijke verankering van de rol van de examencommissie, de aankomende wijziging van het Toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs en de herziening kwalificatiestructuur.

Onderwijs is niet alleen het bestaansrecht van het Koning Willem I College, het is ook de inspiratiebron van het college. Met elkaar – studenten, ouders, bedrijfsleven, medewerkers, management, bestuur en community – wordt continu gebouwd aan een inspirerende en innovatieve organisatie, waar de persoonlijke ontwikkeling van studenten optimaal tot zijn recht kan komen.

6.1 Beste grote rocDe kwaliteit van het onderwijs van het Koning Willem I College is goed. Het Koning Willem I College behoorde de afgelopen jaren tot de beste roc’s in Nederland. In de Keuzegids Mbo stond het college de afgelopen jaren steeds in de top-10 van de brede mbo-scholen; op de 9e plaats in 2011 en op de 3e plaats in 2012. In de Keuzegids Mbo 2015 (die in december 2014 verscheen) staat het college op de vierde plaats achter drie kleinere vakinstellingen/smalle roc’s. Dit was ook in 2013 en 2014 het geval. Dit maakt het Koning Willem I College, voor de derde keer achtereen, tot het beste grote roc van het land.

De rangorde in de keuzegids wordt bepaald op basis van landelijke gegevens over studenten-tevredenheid (de JOB-enquête), de behaalde rendementen en de rapportages van de onderwijsinspectie. Het is de ambitie van het college om deze positie de komende jaren te handhaven of zelfs te verbeteren.

6.2 onderwijsvernieuwing en -ontwikkelingHet Koning Willem I College heeft bijna alle opdrachten die voortkwamen uit ‘Focus op Vakmanschap’ gerealiseerd. De implementatie van de centrale examens voor Nederlands, rekenen en Engels loopt nog tot 2017 en de invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers is landelijk vertraagd. Deze zal definitief in het schooljaar 2016-2017 plaatsvinden. De belangrijkste uitdaging voor de aankomende jaren is de herinrichting van het onderwijs en de invoering van nieuwe kwalificatiedossiers.

Het college grijpt die invoering aan om het opleidingenaanbod te herzien, gericht op de toekomst, waarbij de onderwijsafdelingen vooral kansrijke kruisverbindingen tussen verschillende opleidingen zullen moeten benutten. Daarom is in 2014 gestart met de ontwikkeling van sectorplannen voor Techniek, Economie en Gezondheid, Welzijn en Sport en een gezamenlijk plan door de creatieve opleidingen en de afdelingen FBO (entreeopleidingen) en KMVO (niveau 2). In deze plannen wordt onder meer uitgewerkt:• welke opleidingen het Koning Willem I College

wel en niet zal aanbieden (op basis van de nieuwe kwalificatiestructuur en de beoogde arbeidsmarktrelevantie in de regio);

• hoe die opleidingen er op hoofdlijnen uitzien (inhoud programma, uitgangspunten didaktiek, kaders voor de examinering);

• welke keuzedelen worden ingezet;• hoe de afstemming met de nieuwe

examenprogramma’s van het vmbo wordt gerealiseerd;

• hoe een optimale doorstroom naar arbeidsmarkt dan wel vervolgonderwijs wordt vormgeven;

• hoe de onderdelen taal, rekenen en loopbaan & burgerschap gepositioneerd worden;

• welke organisatorische aanpassing van de onderwijsafdelingen nodig is, om deze opleidingsprogramma’s vorm te kunnen geven.

Op basis van de sectorplannen worden in 2015 de nieuwe opleidingsplannen gemaakt. Het ontwikkelen van de afzonderlijke opleidings-programma’s moet in december 2015 gereed zijn.

Door de ingrijpende veranderingen in de economie en samenleving, is het noodzakelijk tot een vernieuwde inrichting van de opleidingen te komen. De bbl is in studentenaantal de afgelopen jaren drastisch teruggelopen, omdat veel werkgevers geen (vaste) dienstverbanden meer kunnen aangaan met jongeren die deels nog onvoldoende productief zijn als ze als 16-jarige instromen. Ook het aantal stageplaatsen in de bol staat al jarenlang onder druk. Bovendien blijkt dat veel studenten bij binnenkomst in het mbo vaak nog onvoldoende weten wat ze precies willen.

6. onderwijs

Page 14: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

2 6 2 7

In 2014 zette het Koning Willem I College belangrijke stappen om op die (nabije) toekomst goed voorbereid te zijn op basis van de volgende doelstellingen:• collegebrede heroriëntatie op de

uitgangspunten voor examinering• externe validering• collegebrede kwaliteitsmonitoring

Collegebrede heroriëntatie op de uitgangspunten voor examineringEen collegebrede herijking van de uitgangspunten voor examinering werd begin 2014 door het College van Bestuur vastgesteld en vormde daarmee de basis voor de ontwikkeling van examineringsactiviteiten in alle onderwijsafdelingen.Het vastgestelde collegebeleid is de basis voor een decentrale uitvoering van examinering in de onderwijsafdelingen. Een en ander onder het motto: centraal en gemeenschappelijk waar het kan, decentraal waar het moet. Daar waar flexibiliteit vanwege sector- of branche-specifieke kenmerken soms nodig is, biedt de afgesproken regel ‘pas toe of leg uit’ voldoende ruimte, zo bleek in 2014.De ondersteuning op het gebied van planning, afname van examens en advisering heeft in 2014 de onderwijsafdelingen aantoonbaar geholpen in het realiseren van hun integrale verantwoorde-lijkheid voor onderwijs en examinering.

Voor de inkoop van exameninstrumenten wordt aangesloten bij (landelijke) samenwerkings-verbanden, op voorwaarde dat de examens kwalitatief voldoende zijn. Door een centrale regie op de moderne vreemde talen, Nederlands, rekenen en loopbaan & burgerschap, benut het Koning Willem I College de kansen die centrale inkoop biedt op een kwalitatief goede, maar ook efficiënte wijze van examinering. De fasegewijze invoering van centrale examens ondersteunt hierbij. Vooruitlopend op een fasegewijze toename van het aantal centrale examens en een verdergaande digitalisering bij de examinering investeerde het Koning Willem I College in 2014 in de uitbreiding

Collegebrede kwaliteitsmonitoringMet behulp van de kwaliteitsmonitor BONE-BVE is in 2014 in beeld gebracht waar alle afdelingen stonden met het op orde brengen van de kwaliteit van examinering. Tevens is de monitor gebruikt om inzichtelijk te maken waar de door de inspectie geconstateerde tekortkomingen in relatie tot de verantwoordelijkheid van subexamencommissies nog meer in het college spelen. De uitkomsten van de monitor leidden in combinatie met de resultaten van de CINOP- analyse in 2014 tot concrete verbeteringen in de kwaliteit van examinering bij een deel van de opleidingen. Waar nodig vindt die verbeterslag begin 2015 ook in de overige opleidingen plaats.

Naar een nieuwe examenorganisatieSpeerpunt voor 2015 is het ontwikkelen van een nieuwe opzet voor de gehele examenorganisatie van het Koning Willem I College. Steekwoorden hierbij zijn: • Brede basiskennis, voor alle (nieuwe) leraren.• Een gerichte verdieping/expertiseontwikkeling,

bij een beperkt aantal medewerkers dat in een examencommissie zitting neemt.

• Deskundigheidsbevordering van de leden van examencommissies, waarbij onafhankelijkheid en kwaliteitsborging de kernbegrippen zijn.

• Minder examencommissies, met een beperkt aantal deskundige leden (intern en/of extern).

In de aanloop naar een nieuwe examenorganisatie is een pilot gestart voor de collegebrede afname en beoordeling van de instellingsexamens Nederlands. Daarin worden de mogelijkheden onderzocht voor een vergelijkbare opzet voor de afname en beoordeling van moderne vreemde taalexamens.Ook gaan in 2015 de voorbereidingen door om de onderwijs- en examenprogrammering aan te laten sluiten bij de kwalificatiedossiers zoals die per 1 augustus 2016 van kracht worden.

6.5 Academie voor Teaching & learningEen van de doelstellingen van de Academie voor Teaching & Learning van het Koning Willem I College is het verbeteren van onderwijsleer-processen op basis van nieuwe inzichten en onderzoek. De academie ontwikkelde in 2014 in samenwerking met de Middelbare Horeca School kennispeilingen voor de hybride leeromgeving van de bol-opleiding Kok (niveau 2) en Medewerker

van examenfaciliteiten voor de afname van digitale examens. In lijn hiermee werd het toetssysteem QMP geüpdatet. Naar verwachting zullen vrijwel alle onderwijsafdelingen hier in 2015 gebruik van gaan maken.

In lijn met de herijkte uitgangspunten zijn in de loop van 2014 twee ondersteunende maatregelen genomen:1. Deskundigheidsbevordering bij leden

van subexamencommissies en adviseurs examinering.

2. In gebruik name van de Procesarchitectuur Examinering (PE). Het Koning Willem I College maakt waar dat kan gebruik van landelijk ontwikkelde formats en servicedocumenten. Per afdeling is in de PE een eigen digitale omgeving gemaakt voor de opslag van gebruikt en afgenomen examenmateriaal.

Externe valideringDe herijkte uitgangspunten zijn met voorrang toegepast bij drie afdelingen die in 2013 betrokken waren bij het inspectieonderzoek. Daarmee is in 2014 gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit van examinering in die afdelingen waar het risico als ‘hoog’ werd ingeschat, met als doel dat begin 2015 de basiskwaliteit weer op orde is bij het vervolgonderzoek van de inspectie. Het vernieuwd examenmateriaal werd door ‘vreemde ogen’ (CINOP) beoordeeld. Dat heeft ertoe geleid dat elke onderwijsafdeling vanaf 2014 standaard een expliciete argumentatie en verantwoording voor gemaakte keuzes formuleert, aangeeft hoe examenonderdelen precies meewegen in het eindoordeel per kerntaak en in één document aangeeft hoe de diplomabeslissing tot stand komt.

bediening (niveau 2). Betreffende toetsen voor het tweede leerjaar werden opgeleverd naar tevredenheid van de betrokken leraren en met positieve reacties onder studenten. Verder droeg de academie bij aan het projectplan van de Waterfabriek (een leerwerkbedrijf van het Koning Willem I College), waarin het concept van de ‘omgekeerde leerweg’ (het nauw verweven van praktijk en theorie in opleidingen) werd geactualiseerd en de Waterfabriek als stageplek voor studenten van verschillende mbo- en hbo-opleidingen werd beschreven.

Gamification in de klasIn (inter)nationale trends voor het onderwijs en ICT was het al een paar jaar zichtbaar en in 2014 bracht het Koning Willem I College een studieboek over uit voor leraren in het onderwijs: Gamification in de klas. Na de lancering van het studieboek startte een nieuwe open, online leeromgeving, Mission Start, om leraren nazorg

te verlenen bij al hun vragen en ideeën over deze nieuwe didactische tool. Ook was er een pilot met onderzoek bij de Ondernemersacademie, waarbij een op maat gemaakt fysiek spelconcept in het vak ondernemendheid zorgde voor sociale interactie, variatie, competitie en feedback.

Toekomstbestendig onderwijsIn 2015 zet de Academie voor Teaching & Learning in op ondersteuning van onderwijsafdelingen om duurzaam toekomstbestendig onderwijs te verzorgen op het gebied van onder andere 21e-eeuwse vaardigheden, doorlopende leerlijnen, hybride leeromgevingen en gamification. Niet alleen het halen van projectdoelen, maar ook ruimvoldoende tevredenheid van de opdrachtgevers, zijn hierbij de criteria.

6. onderwijs

Page 15: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

2 8 2 9

6.6 loopbaan & burgerschapZoals uit de kernwaarden van het college blijkt, heeft het college veel aandacht voor een brede ontwikkeling van zijn studenten. De drievoudige kwalificatie wordt dan ook zeer serieus genomen. Studenten worden opgeleid voor een beroep en daarnaast leren ze sturing te geven aan hun eigen loopbaan én ze krijgen voldoende bagage mee om zo optimaal mogelijk te functioneren in de moderne maatschappij. Op de afdelingen zorgen de opleidingsteams ervoor dat alle onderwijs-programma’s van leeractiviteiten op gebied van loopbaan & burgerschap voorzien zijn. Daarnaast biedt het college enige extra’s:• lessen in vaardigheden van de 21e eeuw (zie 6.7

Leren voor de toekomst)• activiteiten horende bij de school als

UNESCO-school (zie 6.8 UNESCO-school)

Visie en beleidVoor zowel loopbaanoriëntatie en begeleiding als burgerschap was behoefte aan een duidelijke college-visie en -beleid.Door het College van Bestuur zijn in 2014 voor beide aandachtsgebieden visie- en beleidsstukken vastgesteld, waarin is vastgelegd wat er verwacht wordt van de opleidingsteams en van leraren op het gebied van loopbaan & burgerschap.

Professionalisering van lerarenHet Koning Willem I College organiseerde in 2014 verschillende studiebijeenkomsten voor leraren loopbaan & burgerschap, met als doel:• Informeren van leraren over nieuwe

ontwikkelingen en collegebeleid;• Inspireren door gastsprekers;• Uitwisselen van ervaringen tussen afdelingen en

leraren.Daarnaast gaven leraren aan dat ze elkaar wat vaker wilden ontmoeten om op informele wijze te kunnen uitwisselen.

Vanaf september werd iedere maand tevens een ‘LB-café’ georganiseerd, waarbij leraren loopbaan & burgerschap zelf de rol van gastspreker hadden. Zo vertelde een lerares over de wijze waarop zij het gedachtegoed van Steven Covey in de klas behandelt. Leraren van de afdeling Mobiliteit & Logistiek vertelden hoe zij Nederlands en burgerschap geïntegreerd aanbieden. Door de afdeling Funderend Beroeps Onderwijs werd een voorbeeld van een buurtproject toegelicht.

OndernemendheidVerschillende afdelingen lieten leraren en studenten kennis maken met ondernemendheid via onder andere masterclasses. Ook zijn er al diverse afdelingen waar ondernemendheid in het curriculum is ingebouwd, zodat daar studenten uitgedaagd worden zich ondernemend te gedragen. Daarnaast zijn er binnen het college allerlei onderwijsvormen waarin de student kan ervaren hoe zelfstandig ondernemerschap voelt, zoals in de College Company, het Theater van de Techniek en het Evenementenbureau.De College Company is een concept waarbij studenten een eigen onderneming oprichten om te leren. Dit concept wordt bij verschillende afdelingen van het Koning Willem I College toegepast. Het Theater van de Techniek heeft als doel om de talenten van jongeren in de technieksector te benutten bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, in samenhang met onderwijs, bedrijven en overheden. En vanuit het Evenementenbureau worden door studenten bijeenkomsten en evenementen georganiseerd. Bij al deze projecten werken studenten veelal in multidisciplinaire teams aan grotere opdrachten.

MediawijsheidMediawijsheid wordt als vak aangeboden aan alle voltijdstudenten in het eerste jaar van de opleiding. Tot nu toe werden er 52 medewerkers intern opgeleid voor leraar mediawijsheid. Na een aantal jaren focus op de leraar mediawijsheid, is er in 2014 gestart met een tweede focus: mediawijze leraren. Er is een actieve Facebook-groep waarin kennis en ervaring worden uitgewisseld. Er zijn MediawijsheidCafés en ‘Time for Tools’-trainingen

6.7 leren voor de toekomstVeranderingen vinden binnen een mensenleven meerdere malen plaats. De wereld is complexer geworden. Dit betekent dat studenten opgeleid moeten worden voor beroepen die nu nog niet precies gedefinieerd kunnen worden. Studenten moeten naast vakmanschap ook opgeleid worden voor de toekomst.

Binnen het Koning Willem I College vormt bovenstaand model de visie die voorwaardelijk is voor het succes van de studenten die op het college een opleiding volgen. Het model is gebaseerd op de ‘21st century skills’ en in 2014 tot stand gekomen, met als doel de onderlinge samenhang van de verschillende vaardigheden en thema’s duidelijk te maken en deze niet los van elkaar te zien. De doorlopende kleurvlakken visualiseren de samenhang en verbinding tussen de drie genoemde vaardigheden, de UNESCO-thema’s, het algemeen vormend onderwijs en het vakmanschap. Samen vormen zij de bagage om studenten voor te bereiden op de toekomst.

Vakmanschap blijft voor het Koning Willem I College centraal staan. Het algemeen vormend onderwijs bestaat uit Nederlands, rekenen, Engels en loopbaan & burgerschap. In alle onderwijsprogramma’s wordt aandacht besteed aan de UNESCO-thema’s voor de 21e eeuw: mensenrechten, omgaan met diversiteit, wereldburgerschap en duurzaamheid.Het Koning Willem I College biedt binnen alle opleidingen lesprogramma’s aan waarin de basiskennis en vaardigheden van ondernemendheid, mediawijsheid en denkvaardigheid geleerd worden. Tevens worden de vaardigheden toegepast en verder ontwikkeld in (multidisciplinaire) projecten en leeropdrachten.

om het gebruik van media in de klas te stimuleren. En in het scholingsbeleid is vanaf 2015 een verplichte training ‘mediawijsheid’ opgenomen voor alle leraren.

DenkvaardigheidInspiratie, innovatie en integratie van denkvaardigheden zijn de hoofdthema’s van het De Bono Expertisecentrum. Het centrum initieert, verspreidt en ontwikkelt het gedachtegoed op het gebied van creatief, kritisch en metacognitief denken. Dat doet zij door de ontwikkeling van het vak denkvaardigheden, het verzorgen van trainingen en opleidingen voor de medewerkers en het faciliteren van bijeenkomsten en vergaderingen. In 2014 was de beoordeling van trainingen en workshops hoger dan ooit: gemiddeld een 8,1 (in 2012 gemiddeld 7,6). Toch vond er in 2014 een omslag plaats waarbij het expertisecentrum naast het standaard aanbod, meer maatwerk en teamscholing richting afdelingen, diensten en projectbureaus ging aanbieden. Dit wordt in 2015 verder doorgezet. Daarnaast keek het De Bono Expertisecentrum opnieuw naar het aanbod op het gebied van denkvaardigheden. Dit leidde ertoe dat een aantal veranderingen werd ingezet. Zo werd er een nieuw basisprogramma ontwikkeld, waarbij eenvoud en structuur de kernwoorden zijn. Bij de ontwikkeling hiervan werd nadrukkelijk de verbinding gezocht met ondernemendheid, mediawijsheid en de UNESCO-thema’s (zie 6.8 UNESCO-school).

Model ‘21e-eeuwse vaardigheden’

6. onderwijs

Page 16: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

3 0 3 1

6.8 unesCo-schoolSinds 2009 is het Koning Willem I College een UNESCO-school, wat inhoudt dat in de onderwijs-programma’s aandacht is voor de vier thema’s van UNESCO. 1. Vrede en mensenrechten2. Intercultureel leren en omgaan met diversiteit3. Wereldburgerschap 4. Duurzaamheid

Daarnaast biedt het college ook collegebreed een programma aan voor zijn studenten. In 2014 waren dat onder andere de volgende activiteiten: schrijfactie voor Amnesty International, Community Week, Internationale stages en uitwisselingen (zie paragraaf Internationalisering), project ‘Werken aan de Wereld’ en het project ‘Vriend en Vijand’. Kijk voor meer informatie op www.unescoscholen.nl.

E5CultpleinIn 2014 ontwikkelde E5Cultplein diverse activiteiten die een bijdrage leverden aan loopbaan & burgerschap in het algemeen en aan intercultureel leren in het bijzonder. E5Cultplein brengt culturele ontmoetingen tot stand door

vijf verschillende manieren: theater, muziek, dans, taal en beeldend. In de Koningszaal van de Vlijmenseweg vinden veel van deze ontmoetingen plaats, maar ook in de leslokalen of buiten school. E5Cultplein laat studenten ervaren wat podiumplezier is, stelt vanzelfsprekendheden ter discussie en geeft talenten een kans. In 2014 vonden er meerdere theatervoorstellingen plaats, workshops, gastlessen en debatwedstrijden. Kijk voor meer informatie op www.youtube.com/user/e5cultplein en www.facebook.com/E5Cultplein.

Extra (individuele) ondersteuning voor studentenStudenten met hiaten in hun basisvaardigheden hebben de mogelijkheid om naast de reguliere lessen deel te nemen aan STER-lessen. In 2014 is er veel aandacht besteed aan het zichtbaar maken van deze lessen in het college en onder de studenten.De organisatie en uitvoering van deze lessen is in het schooljaar 2013-2014 gecentraliseerd en valt sindsdien onder de hoede van de Academie voor Teaching & Learning van het Koning Willem I College. De lessen vinden plaats op een centrale plek in het college, gedurende vier middagen per week. De leraren die deze lessen verzorgen, worden op basis van hun expertise ingehuurd vanuit de afdeling Educatie. De lerareninzet bedraagt ongeveer 3 fte. Per schooljaar maken ongeveer 200 studenten gebruik van de STER-lessen.

Toetsing: beginsituatie, voortgang en examenresultatenDe intaketoets werd in 2014 bij ongeveer 30% van de studenten afgenomen. Het lage percentage is deels te verklaren door technische problemen met de intaketoets en deels doordat de lesmethodes inmiddels ook goede nulmetingen hebben en een aparte intaketoets niet altijd meer nodig is. De resultaten laten zien dat het startniveau voor rekenen iets omhoog is gegaan: 73% van de studenten scoorde hoger dan niveau 1F. In 2012 was dit 70%. Ook voor Nederlands was het startniveau hoger: 87% van de studenten scoorde hoger dan niveau 1F. In 2012 was dit 44%. Het grote verschil is mede te verklaren doordat de systematiek van de intaketoets veranderd is.De voortgangsmetingen worden op de verschillende onderwijsafdelingen bijgehouden middels digitale volgsystemen.De examenresultaten van de pilotexamens en de centrale examens lieten zien dat het college op zowel Nederlands als rekenen hoger scoort dan het landelijk gemiddelde. In voorgaande jaren was dat verschil niet zo groot, maar in 2014 scoorde het Koning Willem I College gemiddeld een punt hoger bij niveau 2. Een analyse van de eerste afnameperiode in het schooljaar 2014-2015 gaf het volgende beeld van opleidingen op niveau 2, 3 en 4. Niveau-2-kandidaten haalden gemiddeld een 6,6 voor Nederlands, ten opzichte van een 5,7 landelijk. Voor rekenen scoorde deze groep

DuurzaamheidOp het college is aandacht voor duurzaam inkopen, groene stroom en een gezonde catering. De leenauto’s van het college zijn bijzonder zuinig.

Een aantal afdelingen is koploper in Nederland met betrekking tot duurzaamheid, zoals de Middelbare Horeca School en de Middelbare Techniek School. Bijna alle opleidingen besteden aandacht aan duurzame ontwikkeling en op veel afdelingen worden deze lessen verzorgd door de duurzaamheidscoördinator van het college. De school heeft het Bossche energieconvenant ondertekend en is participant in het project Build up Skills (duurzaamheid in de bouw). Daarnaast is de school een van de kartrekkers van de kenniskring Duurzaam MBO.

Het college gebruikte de afgelopen jaren beduidend minder gas en elektriciteit. Het college verstookte zelfs 48% minder gas dan in 2005 (het topjaar) en 29% minder dan in 2013. Dat werd voor een groot deel veroorzaakt door het warmste jaar ooit gemeten. Het verbruik van elektriciteit daalde op de locaties Vlijmenseweg en Onderwijsboulevard met 9% ten opzichte van 2013 en 19% ten opzichte van 2010 (het topjaar).

6.9 intensivering taal- en rekenonderwijsVoor de intensivering van taal en rekenen ontving het Koning Willem I College van het ministerie in 2014 een subsidie van ruim € 900.000. Ook in 2014 overstegen de inspanningen en activiteiten van het college het subsidiebedrag aanzienlijk (zie bijlage IV voor de verantwoording). Het totaal aan uitgevoerde activiteiten in 2014 staat beschreven in een verantwoordingsdocument voor het ministerie. Hierna worden er enkele uitgelicht.

gemiddeld een 5,8 ten opzichte van een 4,5 landelijk. Niveau-3-kandidaten scoorden gemiddeld een 6,8 voor Nederlands ten opzichte van een 6,5 landelijk. Voor rekenen haalden de niveau-3-kandidaten gemiddeld een 6,0 ten opzichte van 5,6 landelijk.Niveau-4-kandidaten scoorden gemiddeld een 6,8 voor Nederlands, ten opzichte van een 6,3 landelijk. Voor rekenen is in deze periode gemiddeld een 5,3 behaald, ten opzichte van een 5,0 landelijk. Bovenstaande gegevens zijn gebaseerd op de uitslagen van de pilot en centrale examens. Voor rekenen is dit het enige examen, voor Nederlands komen er nog drie instellingsexamens bij die bijdragen aan het eindcijfer.

Goed curriculum voor de bbl-opleidingenAlle afdelingen die bbl-opleidingen aanbieden, werkten aan een goed curriculum voor hun studenten. De afdelingen waar naast bbl- ook veel bol-opleidingen worden aangeboden, hebben hun curriculum afgeleid van de bol-opleidingen.Op het Koning Willem I College zijn twee afdelingen die grotendeels bestaan uit bbl-opleidingen.De afdeling Mobiliteit & Logistiek (automonteurs, fietsenmakers, logistiek medewerkers) realiseerde een curriculum in samenwerking met het vak loopbaan & burgerschap. De Middelbare Techniek School (elektro, procestechniek, schilders, stukadoors, metselaars, timmerman etc., voornamelijk niveau 2 en 3) ging aan de slag met het ontwikkelen van een curriculum dat ingezet kan worden voor de verschillende opleidingen.

Kennisdeling Al sinds de start van de hernieuwde aandacht voor taal en rekenen in het mbo, worden medewerkers geïnformeerd over taal en rekenen. Voorbeelden hiervan zijn nieuwsbrieven voor leraren en directeuren en de interne taal- en rekensites, collegeprojecten genaamd. Daarnaast is er een maandelijks overleg met de taal- en rekencoaches. Kennisdeling tussen de taal- en rekenleraren vindt plaats in teamwerkgroepen, door overleg met de klankbordgroep en door deelname aan de Taalcoach Academie (Kennisinstituut voor taalontwikkeling ITTA) of een ander landelijk netwerk voor taal of rekenen.

6. onderwijs

Page 17: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

3 2 3 3

Professionalisering van medewerkersDe ingezette samenwerking met Fontys Hogeschool en drie Brabantse roc’s werd middels de Academie voor mbo-taaldocenten voortgezet in 2014. De academie wil het aanbod laten opnemen in het lerarenregister en werkt daarmee toe naar een versterking van het civiel effect. Ook voor de leraren rekenen van deze scholen, met toevoeging van het Summacollege, is als pilot een gezamenlijk aanbod opgestart. Aan het eind van schooljaar 2014-2015 wordt deze pilot geëvalueerd. Daarnaast volgde een groep rekenleraren een training rekendidactiek van vier dagdelen, die werd afgesloten met een praktijkgerichte opdracht.

Voor vakcollega’s is er een aanbod ontwikkeld met betrekking tot het taalgericht vakonderwijs. Het doel hiervan is het taalbewustzijn te vergroten.

Ambitie 2018Taal en rekenen is inmiddels stevig ingebed in de structuur van het college, zowel op beleidsniveau als op uitvoeringsniveau. Echter, taal en rekenen is nog in grote mate voorbehouden aan de taal- en rekenleraren. De ambitie voor 2018 is: taal en rekenen zijn integraal onderdeel van het opleidingsprogramma van elke beroepsopleiding. Integraal betekent dat alle leraren zich bewust zijn van het belang van taal en rekenen in het beroepsonderwijs.

Cijfers2014 laat de volgende cijfers zien:• 241 studenten gingen op een internationale

stage. Ze gingen naar bijna alle landen binnen de EU, Turkije en buiten Europa naar landen als Zuid-Afrika, China, Thailand, Suriname, Amerika, Australië, Panama, Aruba en Curaçao, India, Kenia en Filippijnen.

• De duur van de internationale stages varieerde van 4 weken tot 26 weken.

• 2265 studenten reisden voor een curriculum gerelateerde studiereis naar het buitenland: studiereis van een dag naar een partner in Duitsland (Lerende Euregio) en België, meerdaagse studiereizen naar Finland, Duitsland, Oostenrijk, Luxemburg, Engeland, Polen, Tsjechië, Italië, Spanje, Bosnië.

• 93 medewerkers participeerden in internationale mobiliteit tijdens jobshadowing en/of bedrijfsstage, begeleiding van studiereizen met studenten en in een vijftal internationale door Brussel gefinancierde projecten.

• 214 studenten volgden in 2014 op ons college een opleiding in een tweetalig traject.

Ten opzichte van 2013 was er een sterke stijging te zien van de studenten die voor een curriculum gerelateerde studiereis naar het buitenland reisden (van 1630 naar 2265) en het aantal studenten dat een tweetalig traject volgde (van 175 naar 214). Het aantal medewerkers dat een internationaal traject volgde nam toe van 72 naar 93. Het aantal internationale stages van studenten bleef nagenoeg gelijk (235 in 2013).

6.11 doorlopende leerlijnenDe doelstelling van doorlopende leerlijnen is het plaatsen van meer studenten op de juiste plek (minder switchers), 5% minder uitval en een goede afstemming tussen vmbo, mbo en hbo. De activiteiten in het kader van doorlopende leerlijnen droegen in 2014 mede bij aan de daling van het aantal voortijdig schoolverlaters op het college van 488 naar 433.

Duidelijker onderscheidIn 2014 kwam er een duidelijker onderscheid in doorlopende leerlijnen in onderwijsprogramma’s en doorlopende leerlijnen in loopbaanoriëntatie en -begeleiding (lob). Toptechniek in bedrijf is een voorbeeld van doorlopende programmaleerlijnen. In Toptechniek

6.10 internationaliseringHet Koning Willem l College streeft ernaar elke student tijdens zijn/haar verblijf op het college tenminste één internationale ervaring mee te geven. Dit kan een les zijn van internationale gastleraren, een curriculum gerelateerde studiereis, gemeenschappelijke projecten met

buitenlandse partners, contact met buitenlandse studenten die op het college zijn voor projecten of internationale stage etc. Voor een klein deel van de studenten is een internationale stage binnen of buiten Europa weggelegd. Medewerkers wordt de mogelijkheid geboden naar het buitenland te gaan voor jobshadowing, een bedrijfsstage of het participeren in internationale trajecten. Doel voor studenten en medewerkers is het verkrijgen van een breder internationaal blikveld en studenten krijgen de kans zich nog beter voor te bereiden op de steeds internationaler wordende arbeidsmarkt.De internationale activiteiten worden gefinancierd met Europees geld in de vorm van Leonardo- en Erasmus+-subsidies, eigen bijdragen van studenten, sponsoracties en een eigen bijdrage van het college.

Noordoost-Brabant wordt regionaal gewerkt aan een krachtige doorlopende leerlijn in de techniek via de vakmanschap- en technologieroute in het mbo. Hier staan studieduurverkorting en macrodoelmatigheid centraal, waarbij samenwerking met ROC de Leijgraaf essentieel is. Bij de vakmanschapsroute (vmbo-b en mbo niveau 2) wordt hier een vijfjarig traject gerealiseerd voor de meeste techniekopleidingen.

In de doorlopende lob-leerlijn is een groot internationaal project afgerond waarbij een Bosch-model voor lob werd ontwikkeld. Herkenbaar voor leraren en studenten. Alle scholen uit ‘s-Hertogenbosch werken nu volgens dat model, waarbij het Koning Willem I College haar expertise inzet op het gebied van scholing, programmalijnen bouwen en het gebruik van de nieuw ontwikkelde en gevalideerde competentiewijzer. Deze competentiewijzer heeft een voorspellende waarde over de succeskansen van toekomstige mbo-studenten. Leerlingen kunnen daardoor op het vmbo werken aan de competenties waarin ze nog te kort schieten.

Sectorwerkstuk vmboHet vmbo-sectorwerkstuk blijft een belangrijk anker van doorlopende leerlijnen. Eindexamen-kandidaten van negen verschillende vmbo- scholen werkten gedurende zeven weken op het

Koning Willem I College aan hun sectorwerkstuk. Daarbij konden ze kiezen uit 29 verschillende opleidingen. Daardoor volgden zo’n 700 leerlingen hun misschien wel toekomstige opleiding bij Koning Willem I College. De inspanningen waren groot, maar wierpen wel vruchten af: deelnemende leerlingen hebben een grotere binding met het college en vallen minder uit in het eerste leerjaar (6,1% tegen 8,0% bij leerlingen die niet deelgenomen hebben aan het sectorwerkstuk).

6. onderwijs

Page 18: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

3 4 3 5

Doorstroom hboOngeveer 50% van de niveau-4-studenten van het Koning Willem I College stroomt door naar het hbo. Er wordt op veel afdelingen structureel gewerkt aan voorbereiding op doorstuderen. Uitval op het hbo was echter ook in 2014 nog altijd hoog. Mbo’ers doen het niet slechter dan havisten op het hbo. Uitval van mbo’ers in het eerste jaar is weliswaar groter, omdat ze al een diploma hebben en kunnen gaan werken, maar in de hogere jaren is de uitval juist lager dan bij havisten en studeren ze sneller af (bron: Avans). Met de invoering van de nieuwe kwalificatie-dossiers in 2016-2017 zal het keuzedeel ‘Doorstoom hbo’ op het college zo breed mogelijk worden aangeboden. Het keuzedeel is bedoeld om de kans op succesvolle doorstroom te verhogen.

6.12 vavo-CollegeIn 2013 heeft het Vavo-College een toekomstbeeld geschetst voor de afdeling in 2018: ‘In 2018 is het Vavo-College een erkende en door externe stakeholders gewaardeerde brede regionale voorziening voor jongeren en volwassenen die - als tweede kans of tweede weg - een vmbo-t/mavo-, havo- of vwo-diploma willen halen. Het Vavo-College speelt een belangrijke rol in het terugdringen van voortijdig schoolverlaten van jongeren in de regio. Voor volwassenen biedt het de mogelijkheid tot het behalen van een diploma waardoor de doorstroom naar vervolgonderwijs mogelijk wordt of de kansen op de arbeidsmarkt toenemen.’ De kernwaarden van het Vavo-College zijn: kwaliteit, effectiviteit en volwassenheid. Deze kernwaarden zijn vertaald naar een kort en krachtig motto: ‘Succes verzekerd!’ In 2013-2014 heeft het team deze uitgangspunten ingevuld op het gebied van organisatie, onderwijs, kwaliteitszorg, pr en intake/doelgroepen en er is uitgebreid aandacht besteed aan verbetering van intake en inschrijving. De verkleining van de groepen, waarmee was gestart in 2013 werd in schooljaar 2014-2015 gehandhaafd, onder meer vanwege de verbeterde resultaten.

In schooljaar 2013-2014 is gezocht naar een nieuwe locatie voor het Vavo-College, waarin de vavo-aanpak beter tot zijn recht komt. Een eigen gebouw met een duidelijke uitstraling op een centrale, goed bereikbare plek was daarvoor een voorwaarde. Na een aantal mogelijke locaties bezocht te hebben, werd begin 2014 gekozen voor gebouw A in het complex rondom het stadion van FC Den Bosch op de Stadionlaan. Het traject richting verhuizing omvatte het uitwerken van een pakket van eisen om het onderwijsaanbod en de vavo-aanpak op een verantwoorde en vernieuwende manier vorm te geven. Door de inzet van het Facilitair Bedrijf van het college is een moderne onderwijsomgeving gerealiseerd, waarin de kenmerken van het vavo-onderwijs goed tot hun recht komen. De verhuizing vond plaats tijdens de zomervakantie. De opening van het schooljaar vond in stijl plaats, namelijk door de aftrap op het veld van FC Den Bosch. Alle medewerkers van het Vavo-College zijn erg enthousiast over hun nieuwe onderkomen.

In 2015 verwacht het Vavo-College een kleine toename van het aantal cursisten. In 2015 wordt gewerkt aan een aantal speerpunten:• een tweejarig havo-traject voor een klein aantal

(moeilijke) vakken; • herinvoering van de ‘instroomklas’ als onderdeel

van de Rutte-regeling (deze heeft enkele jaren gefunctioneerd om uitvallende mbo’ers en vo-leerlingen op te vangen);

• verbetering van de begeleiding van mavo-leerlingen, zowel op het gebied van studievaardigheden als op het gebied van rekenen en taal.

6. onderwijs

Page 19: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

3 6 3 7

Uit onderzoek naar het marktaandeel van het Koning Willem I College blijkt dat het merendeel van de vmbo-instroom afkomstig is uit de regio Noordoost-Brabant (26%) en ’s-Hertogenbosch (24%). Het spreidingsgebied is echter vrij groot. Kennelijk slaan veel studenten liever één of twee roc’s over om naar het Koning Willem I College te komen, zoals studenten uit Noordwest-Brabant en Zuidwest-Gelderland. Uit gesprekken met studenten uit verder gelegen regio’s bleek dat de kwaliteit van het onderwijs (‘degelijkheid, structuur’) de voornaamste reden is om naar het Koning Willem I College af te reizen.

Vanaf schooljaar 2020-2021 vindt er in bijna alle omringende regio’s een flinke daling plaats van het aantal jongeren tussen de 15 en 20 jaar. De enige uitzondering vormt de stad ’s-Hertogenbosch,waar sprake is van stabilisatie en zelfs van groei tot ongeveer 2040. In Zuidwest-Gelderlandneemt tot 2020 het aantal jongeren tussen de 15 en 20 jaar aanzienlijk toe. Dit betekent dat het

Koning Willem I College de komende jaren een gericht wervingsbeleid inzet op met name die gebieden waar nog groei mogelijk is en daarnaast probeert om uit de krimpregio’s zoveel mogelijk studenten vast te houden. Het studentenaantal hoeft niet te groeien, maar stabilisatie van het huidige aantal studenten moet mogelijk zijn, hoewel de vlucht van ouders en leerlingen/studenten naar het algemeen vormend onderwijs een extra negatief effect op de studentenaantallen kan hebben. Door hoogwaardig kwalitatief mbo-onderwijs te realiseren probeert het college deze ‘concurrentie’ vanuit het havo/vwo om te buigen.

7.1 Aantal studentenHet aantal studenten van het Koning Willem I College lag de afgelopen jaren tussen de 11.800 en 12.000. Op 1 oktober 2014 was het totaal aantal studenten 11.930, een stijging van 63 ten opzichte van 1 oktober 2013. De daling van het aantal bbl-studenten zette in 2014 verder door.

7. studenten

2010   2011   2012   2013   2014  

Totaal   11659   11804   12002   11867   11930  

0  

2000  

4000  

6000  

8000  

10000  

12000  

14000  

Totaal  aantal  studenten  -­‐  peildatum  1  okt  

2010   2011   2012   2013   2014  

BBL   4235   4171   3979   3299   2943  

BOL   7424   7633   8017   8567   8987  

0  1000  2000  3000  4000  5000  6000  7000  8000  9000  

10000  

Totaal  aantal  studenten  per  leerweg  -­‐  peildatum  1  okt  

Page 20: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

3 9

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

3 8

Kijkend naar de periode 2010-2014 kan worden geconcludeerd dat:

• Het totale aantal studenten stabiliseerde: 11.930 in 2014 t.o.v. 11.659 in 2010 (stijging 2,3%).

• Het totale aantal bol-studenten nam flink toe: 8.987 in 2014 t.o.v. 7.424 in 2010 (stijging 21,6%).

• Het totale aantal bbl-studenten nam flink af: 2.943 in 2014 t.o.v. 4.235 in 2010 (daling 30,5%).

• De totale deelnemerswaarde (bol x 1,0 en bbl x 0,35) nam flink toe: 10.017 in 2014 t.o.v. 8.906 in 2010 (stijging 12,5%).

Verder heeft het Koning Willem I College een duidelijk ‘mbo-4-profiel’: in 2014 vertegen- woordigde bol-niveau-4-studenten 55,7% van de totale populatie; in 2010 was dat nog 48,9%.

Het aantal deelnemers bij de afdeling Educatie daalde van 887 in 2013 naar 669 in 2014. Bij het vavo was sprake van een stijging van 220 naar 294 deelnemers.

Daarnaast voerde het Koning Willem I College in 2014 nog 152 vavo-trajecten uit voor Rutte- studenten. Via de Rutte-regeling kunnen ook 16- en 17-jarigen terecht op het vavo. Met deze regeling blijft de student ingeschreven op het

voortgezet onderwijs (vo). De samenwerking met de vo-scholen is vastgelegd in een convenant.

7.2 studenttevredenheidDe tweejaarlijkse JOB-monitor is een belangrijke bron voor het meten van studenttevredenheid. In 2014 gaven studenten van het Koning Willem I College hun opleiding gemiddeld een 7,2 (in 2012 was dit 7,1). Landelijk was dit een 7,0 (in 2012 een 6,9).De afdelingsdirecteuren en het College van Bestuur houden daarnaast voortdurend voeling met wat studenten vinden van het onderwijs en de voorzieningen binnen het college, door regelmatig met studenten in gesprek te gaan.Bezwaren of vragen van studenten die het volgen van onderwijs direct of indirect raken worden behandeld door het Studenten Succes Centrum (SSC). Behandeling is in eerste instantie gericht op informele afhandeling en bemiddeling. Dat leidt er mede toe dat slechts een klein aantal vragen daadwerkelijk leidt tot een klacht. Net als in 2013 werden in 2014 geen officiële klachten doorgeleid naar de commissie van beroep. Via de mbo-klachtenlijn werd één klacht ingediend, waarbij uiteindelijk werd vastgesteld dat de klacht door de school al goed was afgehandeld.

1

75

4

146

1

4

2

9

7

12

17

65

31156

115

529

974

6517523

88

10434

744 235

621118

343814

954

1876

4

26

5

11

3

2

3

4

4

6

3

16

41

65

23

3

3

4

1

5

8

132

2

2

6

10

1

10

84020

11

4

3

6

1

12

6

4

1

6

8

13

5

Totaal:11930

België:3

Duitsland:5

heRKoMsT MBo-sTudenTen 2014 peR posTCodegeBied

2010   2011   2012   2013   2014  

Totaal   980   1012   1060   1117   963  

0  

200  

400  

600  

800  

1000  

1200  

Totaal  aantal  studenten  educa-e  en  vavo  

Page 21: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

4 0 4 1

7.3 student van het JaarJaarlijks kiest het Koning Willem I College de ‘Student van het Jaar’ tijdens de uitreiking van de Koning Willem I College Awards. De school laat daarmee zien dat ze trots is op haar studenten en dat de studenten trots zijn op hun beroepskeuze. Iedere onderwijsafdeling nomineert een eigen kandidaat. Een deskundige jury bestudeert vervolgens de nominatierapporten en ontmoet elke kandidaat persoonlijk. Uiteindelijk maakt de jury de winnaars bekend tijdens een feestelijk spektakel in de Koningszaal, het theater van de school. Op 11 juni 2014 werden de jaarlijkse Awards weer uitgereikt: één voor Vakmanschap, één voor Innovatie en één voor bijdrage aan de Community. De ‘Student van het Jaar’ blinkt uit in alle genoemde categorieën.

Marvin Putuhena van de afdeling Finance, Banking & Insurance was de student met de hoogste totaalscore in de drie categorieën en won de Award ‘Student van het Jaar’. Ook won hij de derde prijs voor Vakmanschap en de

derde prijs voor Innovatie. Hij vertegenwoordigde het Koning Willem I College in oktober bij de verkiezingen tot landelijk ambassadeur beroepsonderwijs 2014 van de MBO Raad, waar hij een van de drie finalisten werd.

Stef van der Heijden van de opleiding Onderwijsassistent ontving de Award voor bijdrage aan de Community, de Award voor Innovatie ging naar Lieke van der Velden van de opleiding Medewerker marketing / Assistent communicatiemedewerker, terwijl Jeroen de Roij van de opleiding Monteur koudetechniek de Award voor Vakmanschap won.

7.4 Jaar- en diplomaresultaatVoor het jaarresultaat ligt de ambitie van het Koning Willem I College op ≥ 75% gemiddeld per afdeling en voor de opleidingen minimaal gelijk aan de inspectienorm. De inspectienorm ligt lager dan de collegeambitie en varieert van 56,5% tot 65,3%.

In 2014 is het jaarresultaat op instellingsniveau gestegen van 73,1% (in 2013) naar 75,2% (in 2014); het diplomaresultaat is gestegen van 73,5% (in 2013) naar 75,2% (in 2014). Daarmee is de door het college geformuleerde ambitie in 2014 gerealiseerd.De resultaten op afdelingsniveau maken duidelijk dat inmiddels de helft van de onderwijsafdelingen de college-ambitie ook op afdelingsniveau heeft gerealiseerd; een enkele afdeling zelfs voor alle opleidingen(clusters) waarvoor de afdeling verantwoordelijk is. In totaal wordt voor 61% van de opleidingen(clusters) de ambitie van het Koning Willem I College waargemaakt. In 2012-2013 was dat nog 54%.

2009-­‐2010   2010-­‐2011   2011-­‐2012   2012-­‐2013   2013-­‐2014  

Totaal   69,72   69,63   69,94   73,07   75,23  

0,00%  

10,00%  

20,00%  

30,00%  

40,00%  

50,00%  

60,00%  

70,00%  

80,00%  

90,00%  

100,00%  

Jaarresultaat  -­‐  peildatum  1  okt  

2009-­‐2010   2010-­‐2011   2011-­‐2012   2012-­‐2013   2013  2014  

Totaal   70,77   70,11   70,11   73,48   75,19  

0,00%  

10,00%  

20,00%  

30,00%  

40,00%  

50,00%  

60,00%  

70,00%  

80,00%  

90,00%  

100,00%  

Diplomaresultaat  totaal  -­‐  peildatum  1  okt  

2009-­‐2010   2010-­‐2011   2011-­‐2012   2012-­‐2013   2013-­‐2014  

BBL   71,48   70,01   69,99   74,48   77,74  

BOL   68,03   69,33   69,91   72,01   73,74  

0,00%  10,00%  20,00%  30,00%  40,00%  50,00%  60,00%  70,00%  80,00%  90,00%  100,00%  

Jaarresultaat  per  leerweg  -­‐  peildatum  1  okt  

2009-­‐2010   2010-­‐2011   2011-­‐2012   2012-­‐2013   2013-­‐2014  

Niveau  1   70,63   74,38   80,29   83,21   82,87  

Niveau  2   71,29   68,81   70,15   73,24   74,94  

Niveau  3   66,97   68,19   69,13   75,32   79,93  

Niveau  4   69,97   70,25   69,28   70,51   72,01  

0,00%  

10,00%  

20,00%  

30,00%  

40,00%  

50,00%  

60,00%  

70,00%  

80,00%  

90,00%  

100,00%  

Jaarresultaat  per  niveau  -­‐  peildatum  1  okt  

2009-­‐2010   2010-­‐2011   2011-­‐2012   2012-­‐2013   2013-­‐2014  

Niveau  1   70,63   74,38   80,29   83,21   82,87  

Niveau  2   71,29   68,81   70,15   73,24   74,94  

Niveau  3   66,97   68,19   69,13   75,32   79,93  

Niveau  4   69,97   70,25   69,28   70,51   72,01  

0,00%  

10,00%  

20,00%  

30,00%  

40,00%  

50,00%  

60,00%  

70,00%  

80,00%  

90,00%  

100,00%  

Jaarresultaat  per  niveau  -­‐  peildatum  1  okt  

7. studenten

Page 22: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

4 3

2009-­‐2010   2010-­‐2011   2011-­‐2012   2012-­‐2013   2013-­‐2014  

Totaal   6,4   6,3   6,1   4,9   4,4  

0,00%  

1,00%  

2,00%  

3,00%  

4,00%  

5,00%  

6,00%  

7,00%  

8,00%  

9,00%  

10,00%  

Percentage  voor,jdig  schoolverlaters  

7.5 Aantal voortijdig schoolverlaters gestabiliseerdHet aantal ongediplomeerde voortijdig schoolverlaters is in het schooljaar 2013-2014 nog iets verder teruggedrongen van 488 naar 433. Tegelijkertijd werd geconstateerd dat de grens van de daling inmiddels is bereikt.

In schooljaar 2013-2014 was het uitvalpercentage 4,4%. Dat lag onder het landelijk gemiddelde van 5,3% en daarmee stond het Koning Willem I College landelijk op de 9e plaats van mbo-instellingen met de laagste vsv-percentages. Voor de niveaus 2 en 3/4 voldeed het Koning Willem I College in 2013-2014 aan de landelijk afgesproken prestatienormen. Voor niveau 1 niet, daar steeg het vsv-percentage, net zoals landelijk het geval was. De vsv-cijfers 2013-2014 worden in september 2015 definitief vastgesteld. Kijk voor meer informatie op www.vsvverkenner.nl.

Sturen op cijfersBij voortijdig schoolverlaten (vsv) is het evident dat de percentages per afdeling kunnen verschillen. Binnen het Koning Willem I College streven alle afdelingen gezamenlijk naar het behalen van de landelijke norm. Daarom is in 2014 gestart met het ‘sturen op cijfers’ door op afdelingsniveau de vsv-cijfers inzichtelijk te maken. Afdelings-directeuren maakten in 2014 voor het eerst resultaatafspraken met het College van Bestuur over het percentage vsv’ers: 60% van afdelingen realiseerde deze resultaatafspraken in 2014 op alle niveaus, 10% deels. De afdelingen die de resultaatafspraken niet haalden, hebben in het jaarplan voor 2015 een actieplan vsv opgenomen.

Percentage voortijdig schoolverlaters per niveau

NiveauResultaat

2012-2013Norm

2012-2013Resultaat

2013-2014Norm

2013-2014

Niveau 1 (entree) 30,5% ≤ 32,5% 34,5% ≤ 27,5%

Niveau 2 10,5% ≤ 13,5% 7,6% ≤ 11,5%

Niveau 3/4 3,0% ≤ 4,25% 2,85% ≤ 3,5%

7. studenten

Page 23: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

4 4 4 5

Aanpak op afdelingsniveauIn januari 2014 werd de beleidsnotitie ‘Goede prestaties door goede relaties’ gepresenteerd, met als doel het vsv-beleid te borgen binnen het college. Het terugdringen van schooluitval is immers geen project met een begin en eind. Het gaat om structurele verbetering van de begeleiding van alle studenten en sommige studenten verdienen extra aandacht en begeleiding.

Voortvloeiend uit de beleidsnotitie is in 2014 gestart met het actieplan ‘VSV naar de afdelingen’. Zo ontstond een aantal goede initiatieven op afdelingsniveau gegroepeerd rond zeven thema’s:1. Een goede start2. Een goede doorstart3. Afstroom4. Verzuimbeleid5. Ouderbetrokkenheid6. Verbetering begeleidingsstructuur op

afdelingsniveau7. Peercoaching

Extra maatregelenEen aantal extra maatregelen uit 2013 werd in 2014 gecontinueerd:• Succesklas en Startklas, een plusvoorziening

voor uitvallers op niveau 3 en 4.• Focus, oplossingsgericht werken op niveau 2.• Techniekmakelaar, extra begeleiding voor

studenten die richting de techniek willen.• Coachklas, extra begeleiding op niveau 1.• Jongerenwerk, extra begeleiding op een aantal

specifieke afdelingen.

Regionale samenwerkingIn regio Noordoost-Brabant gaf de programma- manager vsv van het Koning Willem I College vorm aan de samenwerking met gemeentes en andere onderwijsinstellingen volgens het regionale convenant 2012-2015. Ook werd regionaal ingezet op borging van de vsv-maatregelen.Om het belang van regionale samenwerking te benadrukken vond in oktober de bijeenkomst

‘Verstandig Samen Verbeteren’ plaats. Tijdens de bijeenkomst tekende het Koning Willem I College samen met ROC de Leijgraaf, MBO Helicon en SintLucas een intentieverklaring. Daarin is vastgelegd dat studenten die dreigen uit te vallen kosteloos gebruik kunnen maken van een voorziening op een ander mbo, indien de student daar baat bij heeft.

Beleidsplan 2015-2018In het najaar werd bekend dat het regionaal convenant met een jaar wordt verlengd (2015-2016). Vanaf 2016 wordt vsv samen met de aanpak kwetsbare jongeren onderdeel van de kwaliteitsafspraken die het Koning Willem I College in 2015 gaat maken met het ministerie van OCW. Voor 2015-2018 wordt daarom in 2015 een nieuw beleidsplan opgesteld. Op het gebied van vsv betekent dat grotendeels voortzetting van bestaand beleid. Op het gebied van kwetsbare jongeren zet het college de aankomende jaren in op een intensieve samenwerking met lokale en regionale overheden.

7.6 ToelatingsbeleidHet Koning Willem I College regelt de toelating tot het college in de toegankelijkheidsregeling. Begin 2014 stemde de studentenraad in met een bijgestelde regeling. Met deze regeling wordt voldaan aan de vereisten die van toepassing zijn vanaf 1 augustus 2014 en die voortvloeien uit de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB).

Uitgangspunt bij het toelatingsbeleid is dat studenten in een niveau-2-, 3- of 4-opleiding worden toegelaten op basis van de wettelijke doorstroomrechten vanuit hun vooropleiding. In de opleidingsbrochures en op de website staan eventuele aanvullende specifieke toelatingscriteria duidelijk benoemd. Voor de entreeopleidingen (voorheen niveau 1) geldt dat vanaf 1 augustus 2014 alleen studenten zonder een diploma voortgezet onderwijs kunnen worden ingeschreven.

7.7 zorgleerlingenIedere student met een beperking is welkom om bij het Koning Willem I College een opleiding te volgen. Welke opleiding is afhankelijk van de vooropleiding en de beperking. Samen met een medewerker van het Zorg Advies Team maakt de student een keuze. Bij die keuze wordt op de volgende aspecten gelet: de student moet de opleiding succesvol kunnen afronden, de student moet de mogelijkheid hebben om de beroepspraktijkvorming te volgen, de student moet beschikken over de daartoe vereiste intellectuele en lichamelijke competenties en de student moet in staat zijn om aan de (wettelijke) regels van de overheid en de werkgevers te voldoen. Dit alles in het teken van de missie van het Koning Willem I College: ‘Het succes van de student is de reden van ons bestaan’.

Toename zorgleerlingenHet Koning Willem I College telt een groeiend aantal studenten met behoefte aan extra zorg of support om de opleiding succesvol te kunnen voltooien. Eind 2014 telde het college ruim 4000 studenten met een, soms meervoudige, beperking (eind 2013 waren dat ruim 3500 studenten). Daarvan heeft ongeveer de helft dyslexie. Ruim 1200 studenten hebben een psychische beperking; een deel wordt verwezen naar GGZ en School Maatschappelijk Werk. In afstemming met Juvans werden in 2014 zeven trainingen verzorgd gericht op communicatieve/sociale vaardigheden en één faalangstreductietraining.

Implementatie zorgbeleidIn 2014 is het in 2013 vastgestelde zorgbeleid geïmplementeerd. Bij de intakeprocedure door het Zorg Advies Team wordt de overeengekomen begeleiding vastgelegd in een bijlage bij de onderwijsovereenkomst en worden afspraken transparant gemaakt. Verder werd binnen iedere onderwijsafdeling een zorgcoach benoemd, waarmee de begeleiding van de zorgleerlingen tijdens hun opleiding, én de ondersteuning van het betrokken lerarenteam, dicht bij de student georganiseerd is. Alle zorgcoaches namen in 2014 deel aan een professionaliseringstraject, dat in 2015 een vervolg op maat krijgt.

Zorg Advies TeamHet Zorg Advies Team is er voor de ondersteuning van de zorgcoaches. Ook heeft dit team een belangrijke rol in de doorverwijzing naar (jeugd)zorgpartners. Verschillende partners werken vanuit de school: School Maatschappelijk Werk van Juvans, een sociaal psychiatrisch verpleegkundige van GGZ Reinier van Arkel, en ook leerplicht en RMC worden vaak betrokken. Ook naar externe (jeugd)zorgpartners wordt doorverwezen, zoals de jeugdarts van GGD Hart van Brabant of bijvoorbeeld verslavingsdeskundigen bij Novadic Kentron.

Brede visieDoelstelling voor 2015 is om verder de ontwikkeling door te maken naar een brede visie op zorg, waarbij thema’s als gedrag, verzuimproblematiek, studiekeuzeproblematiek, motivatie en geïndiceerde zorg in samenhang benaderd worden waar dat nodig is. Beoogd resultaat is daarbij dat zorgcoaches, Zorg Advies Team en de regionale (jeugd)zorgpartners handelingsgerichte adviezen geven aan studenten en mentoren en andere leraren. Vanuit die brede visie op zorg zal in 2015 aansluiting gezocht worden bij de wijkteams, zowel de Sociale Wijkteams als de Basisteams Jeugd en Gezin.Tenslotte zal in 2015 verder duidelijk worden wat de consequenties zijn van de drempelloze toegang tot de entreeopleiding, de invloed van de verkorting van opleidingen, het intensiveren van de onderwijstijd en de aangescherpte eisen rond taal en rekenen. De verwachting is dat het aantal kwetsbare studenten in onze opleidingen verder zal toenemen. Om de problematieken die hieruit voortkomen op te pakken, zoekt het Koning Willem I College in toenemende mate samenwerking met regionale partners, vooral toeleidende scholen, gemeentes en (jeugd)zorgprofessionals.

7. studenten

Page 24: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

4 6 4 7

7.8 Alumni A-AcademyDe A-Academy is de alumnivereniging voor oud-studenten van het Koning Willem I College, die zich tijdens of na hun studie bijzonder onderscheiden hebben. Ook in 2014 bracht de A-Academy de oud-studenten samen tot een inspirerend, dynamisch netwerk waarin zij van elkaars krachten profiteren. Zij wisselden ervaring en kennis uit en deelden dit met elkaar en anderen. Het motto van de A-Academy luidt dan ook: ‘Gathering of Excellence’. De doelstellingen en missie van de A-Academy zijn: ‘Het creëren van een inspirerend, innovatief en grenzeloos netwerk van kennis, kracht en deskundigheid dat meerwaarde biedt aan mens en maatschappij.’ In 2014 startte de A-Academy met een bijzonder project: de A-Coach. Acht enthousiaste oud-studenten van het college werden opgeleid om huidige studenten te helpen, die behoefte hebben aan extra begeleiding en ondersteuning. Op 30 oktober vond het jaarlijkse Charity Dinner van de A-Academy plaats. Het werd verzorgd door studenten van de Middelbare Horeca School. De opbrengst van deze gezellige avond bedroeg € 4.944 en was bestemd voor het goede doel Kids Camp Kenia. Kijk voor meer informatie op www.a-academy.nl.

7.9 educatieDe afdeling Educatie heeft de ambitie om kansen voor mensen te creëren door het inzetten van educatietrajecten. Dan gaat het vooral om mensen die –mede door een (te) laag opleidingsniveau– problemen ondervinden bij het participeren in de samenleving. Steeds meer maakt educatie deel uit van een samenhangend sociaal beleid. Scholing en educatie zijn immers geen doel op zich, maar instrumenten om andere doelen op deelterreinen van lokaal beleid te realiseren. Denk aan doelen in het beleid rondom participatie, arbeidsmarkt, diversiteit, senioren, jeugd en vrijwilligers. Daarom vindt het Koning Willem I College het ook zo belangrijk om met tal van organisaties samen te werken, zoals SW-bedrijven, het bedrijfsleven, vluchtelingenwerk, buurthuizen, welzijns-organisaties, CWI’s (o.a. het servicepunt Leren en Werken) en het UWV.

Samenwerking met maatschappelijke partners verstevigdDe afdeling Educatie richt zich op partners, werkgevers en uitkerende instanties in de regio, die zich richten op laaggeletterden, allochtonen en uitkeringsgerechtigden.In 2014 zijn de contacten verstevigd met Baanbrekers Waalwijk, Weener XL ‘s-Hertogenbosch, Optimisd Veghel, WSD Boxtel, het Taalnetwerk in ’s-Hertogenbosch, Partis in Sint-Michielsgestel, de bibliotheek in Heusden, de Walnoot in Boxtel, welzijnsinstelling Rozenoord in Vught en de bibliotheken in het land van Maas en Waal en Sanders in Vlijmen. Hierdoor is een nog beter beeld ontstaan over hoe effectief en efficiënt met partners in de activeringsketen en op de regionale sociale kaart kan worden omgaan.

Aantal deelnemersIn 2014 werden er 1561 educatie-trajecten verzorgd voor 669 deelnemers.

Nieuwe ontwikkelingenVanaf 1 januari 2015 krijgen gemeenten meer bestedingsvrijheid bij het samenstellen van een educatieaanbod passend bij de diversiteit van de doelgroep. De verplichte inkoop bij de roc’s wordt stapsgewijs afgebouwd en gemeenten krijgen de mogelijkheid om zowel formele als non-formele educatietrajecten aan te bieden. Formeel leren is onderwijs met een diploma ter afsluiting van het traject, dat gegeven kan worden door een instelling die diplomawaardering heeft aangevraagd (vanaf zomer 2016). Informeel leren is onderwijs dat zowel door een professionele leraar als door een vrijwilliger gegeven kan worden, maar er is er geen diploma bij het afsluiten van het traject. De gemeente is verantwoordelijk voor het borgen van de kwaliteit van de informele trajecten.

Op dit moment zijn er geen wettelijke examens voor Educatie. Er wordt uitgegaan van ‘de standaarden en eindtermen Volwassenen Educatie’ en de Staatsexamens NT2-I en NT2-II. Het Koning Willem I College volgt de ontwikkelingen over de invoering van examinering voor educatie. De onderwijsinspectie heeft aangegeven dat de planning voor de invoering zomer 2016 is.Tevens heeft de rijksoverheid als eis gesteld dat in overleg met de gemeenten in de arbeidsmarktregio Midden-Brabant een regionaal programma educatie moet worden opgesteld. Er is voor gekozen om het Programma van Eisen Volwasseneneducatie 2015 te gebruiken als regionaal programma educatie. Gezien de korte voorbereidingstijd zal het programma van eisen voor 2015 vooral een continuering zijn van het beleid van het afgelopen jaar. Daarnaast is er een samenwerkingsovereenkomst, waarin afspraken tussen contactgemeente ’s-Hertogenbosch en de overige gemeenten zijn vastgelegd.

Verhouding man/vrouw per leeftijdscategorie

Leeftijd Man Vrouw Totaal

18-19 0 2 2

20-29 56 93 149

30-39 68 87 155

40-49 66 127 193

50-59 38 77 115

>59 23 32 55

Eindtotaal 251 418 669

De herkomst van de educatie-deelnemers in 2014

Herkomst Aantal

Afrika 142

Amerika Zuid 24

Azië 51

Europa Oost 225

Europa West 48

Midden-Oosten 31

Nederland 92

Turkije 40

Overig 16

Eindtotaal 669

7. studenten

Page 25: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

4 8 4 9

7.10 internationale schakel KlassenAlle leerlingen/studenten tussen de 12 en 20 jaar, die in ‘s-Hertogenbosch of in de nabijgelegen gemeenten wonen en nog geen of een beetje Nederlands verstaan, schrijven of spreken, kunnen onderwijs volgen in de Internationale Schakel Klassen (ISK) van het Koning Willem I College. Voor studenten die 18 jaar of ouder zijn, is er een speciale procedure, omdat ze niet meer leerplichtig zijn.

Voor elke student wordt apart bekeken hoe lang de leerweg moet zijn om te kunnen slagen in het vervolgonderwijs. De duur van het verblijf in een Internationale Schakel Klas kan variëren van één tot drie jaar. Studenten met een goede vooropleiding die al wat Nederlands spreken, kunnen in een enkel geval binnen een half jaar naar een andere school en leerlingen die nog nooit naar school gegaan zijn, doen er vaak drie jaar over.

Aantal en herkomstIn het schooljaar 2013-2014 zaten er 130 leerlingen/studenten op de ISK. Van de 45 uitstroom leerlingen/studenten zijn er 44 geplaatst in het vo, pro, vavo of mbo, één is er op de ISK gebleven.

In het najaar van 2014 was er sprake van een extra instroom van studenten, vooral vanuit Syrië, maar ook uit Somalië en Jemen.

SchoolplanIn 2014 werd een schoolplan opgesteld voor de periode 2014-2018. Daarin staan onder meer de volgende doelstellingen:• De leerlingen zijn succesvol in het

vervolgonderwijs.• De ISK levert een bijdrage aan de ontwikkeling

van de leerling tot een volwaardig burger van de Nederlandse samenleving.

• Er wordt geïnvesteerd in de professionalisering van medewerkers.

• Stabiliteit in marktaandeel door het handhaven van afspraken over plaatsing.

• Duidelijke keuzes en resultaatgericht sturen: het schooljaar wordt jaarlijks geëvalueerd en de resultaten worden gebruikt bij de inrichting van de lesprogramma’s.

Voor het realiseren van deze doelstellingen wordt geïnvesteerd in scholing en worden (extra) tijd en middelen beschikbaar gesteld.

Bekostiging Ons Middelbaar Onderwijs (een vereniging van scholen voor voortgezet onderwijs) heeft de ISK uitbesteed aan het Koning Willem I College en hevelt de bijbehorende bekostiging jaarlijks over naar het Koning Willem I College.

Herkomst studenten 2013-2014

Land Aantal

China 9

Irak 5

Polen 28

Somalië 38

Overig 50

Totaal 130

7. studenten

Page 26: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

5 0 5 1

In 2014 vond een forse investering plaats in nieuw personeel. Het natuurlijk verloop werd direct gecompenseerd. Ook was er sprake van groei op sommige afdelingen waardoor nieuwe collega’s in dienst kwamen. Het extra personeel werd vooral aangenomen om de werkdruk te verlagen, met name in het primair proces. De werkdruk nam onder andere toe door verdergaande activiteiten op het gebied van intensivering (verkorten opleidingen en vernieuwing kwalificatiedossiers) en een toename aan (onderwijs)taken en projecten. Het aantal vacatures was daarom in 2014 ongekend hoog.

8.1 Aantal medewerkersHet aantal medewerkers op 31 december 2014 was 1171. Een stijging van 3,9% ten opzichte van december 2013.

8.2 vast en tijdelijk dienstverbandDoor de forse investering in nieuw personeel nam ook het aantal tijdelijke dienstverbanden wederom toe. Het collegebeleid om twee keer aaneensluitend een tijdelijk contract te krijgen, werd in 2014 gecontinueerd. Na twee tijdelijke contracten kan een medewerker, op basis van de dan geldende formatiemogelijkheid en mits goed functionerend, een contract voor onbepaalde tijd worden aangeboden.

In fte’s bedroeg de omvang aan tijdelijke dienstverbanden 11,7% van de totale omvang (2014). In 2013 was dat 8,5%.

8.3 leeftijdsverdelingDe gemiddelde leeftijd binnen het college bleef relatief laag, te weten 47,8 jaar. In 2013 was dit 48 jaar. De procentuele leeftijdsverdeling was nagenoeg gelijk aan die van 2013. Het Koning Willem I College blijft ook de komende jaren streven naar een adequate balans van leeftijdsopbouw.

8.4 geslachtHet Koning Willem I College kent een meerjarig formatiebeleid. Hierin wordt vermeld dat het college streeft naar een verhouding van 50% vrouwelijk en 50% mannelijk personeel. Net zoals in 2013 was in 2014 de verhouding vrouwelijk-mannelijk personeel 56% - 44%.

Ook voor managementfuncties streeft het college naar een 50% man-vrouw-verdeling, zowel voor het middenkader als voor het College van Bestuur. Eind 2014 was de verhouding bij het middenkader 70% man - 30% vrouw. Het College van Bestuur voldoet wel aan het streefpercentage. In het

kader van een nieuw te ontwikkelen Management Development-traject en Talent Development traject wordt erop ingezet om het percentage vrouwen in het middenkader de aankomende jaren te laten stijgen.

8.5 hRM-beleidIn 2014 is het gehele HRM-beleid geëvalueerd. Op onderdelen is nieuw beleid geschreven, voornamelijk als gevolg van verplichte wet- en regelgeving. Dit betrof onder andere een regeling over omgang met geschillen, een meldcode huiselijk geweld, een klokkenluidersregeling en een meerjarig formatiebeleid. Ander beleid werd aangepast, waaronder de beleids- en uitvoeringsnotitie ‘Professionalisering leraren’. De ultieme doelstelling is het gehele HRM-beleid te vereenvoudigen en in een modern jasje digitaal aan te bieden. In 2014 is een eerste stap gezet om in concept een index van een personeelshandboek te maken. Vanaf 2015 zal dit handboek inhoud gaan krijgen.

8. Medewerkers

Dec  2012   Dec  2013   Dec  2014  

Fte     938,6   917,44   962,3  

Medewerkers   1139   1127   1171  

0  

200  

400  

600  

800  

1000  

1200  

1400  

Aantal  medewerkers  en  aantal  .e  

Percentage medewerkers met een vast en tijdelijk contract

Peildatum Vast Vast (%) Tijdelijk Tijdelijk (%)

Dec 2012 1034 91% 105 9%

Dec 2013 1013 90% 114 10%

Dec 2014 1016 87% 155 13%

Leeftijdsverdeling van medewerkers in aantal en percentage

Leeftijd Aantal Percentage

≤ 24 jaar 26 2%

25 t/m 34 jaar 162 14%

35 t/m 44 jaar 215 18%

45 t/m 54 jaar 350 30%

55 t/m 59 jaar 228 20%

≥ 60 jaar 190 16%

Verdeling man/vrouw in aantal en percentage

Geslacht Aantal Percentage

Vrouw 658 56%

Man 513 44%

Page 27: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

5 2 5 3

FunctiehuisHet functiehuis is in 2014 volledig vernieuwd. Alle functieprofielen zijn opnieuw en eenvoudiger beschreven. Het nieuwe functiehuis geeft medewerkers en leidinggevenden handvatten voor ontwikkelingsmogelijkheden, loopbaanrichtingen en inzicht in de organisatie. Mogelijke loopbaanpaden zijn inzichtelijk gemaakt in de functiematrix. In de functieprofielen zijn ontwikkelingsgerichte prestatie-indicatoren toegevoegd. Daarnaast is het aantal functiebe-schrijvingen aanzienlijk teruggebracht naar generieke functieprofielen in zes functiefamilies, waardoor efficiënter omgegaan kan worden met wijzigingen en het functiehuis toekomstbestendig is. De ondernemingsraad verleende in december haar instemming. In 2015 zal het communicatieplan worden uitgevoerd en per 1 mei 2015 is het nieuwe functiehuis voor alle medewerkers van toepassing.

8.6 deskundigheidsbevorderingIn het jaarverslag van 2013 stond dat de ambities van het college op het gebied van professionalisering ongekend hoog blijven. In 2014 is aan die ambitie door alle medewerkers met grote inzet en bevlogenheid gewerkt. Een aantal hoogtepunten:• Het Koning Willem I College werkte mee aan

de ‘professionaliseringsversneller’. Een samenwerkingsverband tussen de Argumentenfabriek en vier roc’s, de denktank. Dit resulteerde in een boek ‘Weet, denk, doe! Snel professionaliseren in het mbo’.

• In september-oktober 2014 is een onderzoek uitgevoerd naar energie in teams door de Vrije Universtiteit Amsterdam. Centrale vragen waren: welke energie is er en hoe kun je energie beïnvloeden. Aan het onderzoek namen alle (sub)teams deel. Veel teams gaan in 2015 aan de slag met de uitkomsten van het onderzoek, met als doel te investeren in goede teams die met veel ambitie en passie verder willen werken aan versterking van teamenergie en teamzeggenschap. De collegebrede resultaten waren eind 2014 nog niet bekend.

• Het professionaliseringsbeleid voor onderwijzend personeel, in het bijzonder voor leraren, en het daaraan gelieerde scholingsaanbod is vernieuwd. Alle bevindingen

uit het onderzoeksrapport van het Instituut voor Toegepaste Sociologie (ITS) te Nijmegen zijn meegenomen in het nieuwe beleid en aanbod van 2015-2019 (zie 8.7 Scholingsaanbod).

• In 2014 zijn door de dienst HRM alle waardepapieren op orde gebracht.

• Het bevoegdhedenonderzoek leverde met een inhaalslag voor sommige leraren een prima resultaat van 99% bevoegde leraren op. De ambitie van 50% master opgeleide leraren in 2015 bleek niet realistisch. Ongeveer 12% van de leraren heeft momenteel een mastertitel. Natuurlijk blijft het college leraren aanmoedigen om een mastertitel te halen, maar het is geen op zichzelf staande doelstelling.

• In 2014 waren er ruim 7000 geregistreerde scholingsaanvragen. Van de totale scholing werd 30% intern geschoold en 70% extern. Uit eigen kwantitatief onderzoek bleek tevens dat de norm ‘85% van de medewerkers voldoet aan vereiste scholing’ is behaald. Ook de norm voor teamscholingen is ruimschoots behaald. De leeftijdscategorie 45 tot 59 jaar schoolde het meest en van alle medewerkers schoolden leraren het meest. De leraren behaalden, gemeten over de vierjaartermijn, 99% van de norm. Dat is een geweldige prestatie en een groot compliment waard.

• Begin 2014 vierde het Koning Willem I College de mijlpaal dat er in de afgelopen tien jaar meer dan honderd zij-instromers succesvol zijn opgeleid tot leraar in het kader van de Beroepscomponent. In dit kader werkt het college nog steeds samen met Fontys Lerarenopleidingen Tilburg. Deze samenwerking kreeg verder inhoud door een nieuw en veelomvattend project, FLOT genaamd. De doelstelling van het college is om in 2017 opleidingsschool van Fontys Lerarenopleidingen Tilburg te worden (zie hoofdstuk 9 voor een uitgebreidere toelichting).

• In samenwerking met de Onderwijscoöperatie is de eerste aanzet gegeven voor het project LeerKRACHT. Dit project beoogt teams te begeleiden bij het verder inhoud geven aan teamontwikkeling en teamzeggenschap. Vanwege de vele initiatieven op het vlak van teamontwikkeling en teamversterking, wordt pas in het schooljaar 2015-2016 aan het project LeerKRACHT verder inhoud gegeven.

8.7 scholingsaanbodIn 2014 is de balans opgemaakt van de verplichte professionaliseringsactiviteiten gekoppeld aan de vierjarige bekwaamheidscyclus. Hieruit komt het volgende beeld naar voren:• De verplichte scholing ‘Beroepsgericht onderwijs

vormgeven’ is door 70% van de leraren afgerond. Het doel was 100%.

• Voor het verplichte onderdeel Bedrijfsstage heeft 50% van de leraren het Bewijs van Deelname behaald. Het doel was 100%.

• Het tevredenheidspercentage over de scholingstrajecten op pedagogisch, didactisch, leerpsychologisch gebied, denkvaardigheden en mediawijsheid is gemiddeld 80%.

• Het streven dat 75% van de medewerkers die hebben deelgenomen aan professionaliserings-activiteiten, het collegeaanbod als waardevol percipieert voor de verbetering van de onderwijsactiviteiten, is behaald. 4 van de 63 trajecten behaalden deze waardering niet.

• Het rendement van het zij-instroomtraject is 100%. Het doel was 80%.

• Er zijn 24 maatwerktrajecten uitgevoerd door medewerkers van de Academie voor Teaching & Learning.

Extern onderzoekTevens is het professionaliseringsbeleid onderzocht door het Instituut voor Toegepaste Sociologie (ITS) te Nijmegen. Een aantal bevindingen vanuit de ITS-rapportage is:• De doelen van het scholingsbeleid van het

Koning Willem I College zijn (h)erkend door leraren, instructeurs en directeuren.

• Medewerkers van het college zien professionalisering als een gezamenlijke verantwoordelijkheid, die zowel recht zou moeten doen aan de ontwikkeling van het individu als van het team.

• De combinatie van verplichte en niet-verplichte scholing staat niet ter discussie. Het verplichtende karakter zorgt ervoor dat er ook daadwerkelijk wordt geschoold.

Een belangrijke conclusie uit de ITS-rapportage is dat er meer rekening gehouden zou kunnen worden met de ontwikkelfase van leraren in het beroep: ervaren leraren hebben andere scholingsbehoeften dan startende leraren. Ook is er behoefte aan meer erkenning van informeel leren. Erkenning van al aanwezige kennis en vaardigheden geeft eveneens mogelijkheden om expertise van ervaren collega’s in te zetten, uitwisseling tussen collega’s te faciliteren en scholing in teamverband te organiseren. Alle bovengenoemde bevindingen uit het onderzoeksrapport worden meegenomen in het nieuwe professionaliseringsbeleid en scholingsaanbod van 2015-2019.

8.8 MedewerkerstevredenheidHet Koning Willem I College hecht grote waarde aan het oordeel van studenten, ouders en bedrijven en zeker ook aan dat van haar eigen medewerkers om goed inzicht te krijgen over het gevoerde beleid. De periodieke medewerkerste-vredenheidsonderzoeken hebben de laatste jaren geleid tot stijging van de tevredenheidsnorm.

2007   2009   2011  

Cijfer   7,2   7,5   7,7  

0  

1  

2  

3  

4  

5  

6  

7  

8  

9  

Medewerkerstevredenheid  

8. Medewerkers

Page 28: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

5 4 5 5

Vanwege andere onderzoeken (zoals het onderzoek naar energie in de teams), werd het geplande medewerkerstevredenheidsonderzoek in 2014 uitgesteld. In januari 2015 is het onderzoek alsnog uitgezet. De medewerkerstevredenheids-meting bestond voor het eerst uit twee onderzoeken: één van het college en het landelijke tevredenheidsonderzoek (Benchmark mbo), uitgevoerd door Effectory. Een voorlopige indicatie van de twee medewerkerstevredenheids- onderzoeken is dat de stijgende lijn van de afgelopen jaren wordt doorgezet.

VertrouwenspersoonIn 2014 maakten twee medewerkers gebruik van de mogelijkheid om een klacht te melden bij de externe vertrouwenspersoon. Deze meldingen leidden niet tot het indienen van een formele klacht. Ook in 2013 waren er geen formele klachten van medewerkers.

8.9 ziekteverzuimIn 2014 daalde het ziekteverzuimpercentage wederom. Het cumulatieve verzuimpercentage kwam uit op 4,17% (onder de collegenorm van 4,5%). De cumulatieve verzuimfrequentie daalde tot 1,03. Het college bereikte dus een prachtig resultaat in de verzuimbeheersing. De proactieve benadering ten aanzien van verzuimreductie, mede door de herijking en revitalisering van het regiemodel en nadruk op loopbaanontwikkeling en ‘employability’-activiteiten wierp zijn vruchten af. Desondanks waren er gemiddeld 60 langdurige en vooral complexe verzuimcasussen, die aandacht blijven vragen. De komende jaren ligt de prioriteit bij het begrip preventie, met als doelstelling ‘duurzame inzetbaarheid en vitaliteit’. Een uitgebreide inventarisatie over dit onderwerp vond in 2014 plaats, een beleid is in concept geschreven en een activiteitenplan is gedefinieerd. In 2015 dient hier verder inhoud aan te worden gegeven.

8.10 nieuwe cao De geheel vernieuwde ‘CAO MBO’ werd in augustus 2014 van kracht. Niet alleen had dit gevolgen voor de salarissen (een structurele verhoging van 1,2%), maar ook voor speciale onderwerpen als bapo (afbouw van arbeidsduur), seniorenverlof, pensioen, duurzame inzetbaarheid (met een regeling voor een persoonlijk budget), teamzeggenschap en medezeggenschap van de ondernemingsraad. De dienst HRM werkte een presentatie over alle veranderingen uit, die samen met de nieuwe cao te lezen is op het intranet van het Koning Willem I College. In combinatie met veel nieuwe wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht is de dienst HRM verder inhoud aan het geven aan deze veranderingen. In 2015 zullen de nodige effecten merkbaar zijn.

8.11 Beheersing van uitgaven inzake uitkeringen na ontslag Het Koning Willem I College kent geen separaat mobiliteitscentrum. Mobiliteitsvraagstukken, zoals loopbaanbegeleiding op verzoek van een

medewerker, re-integratietrajecten 1e en 2e spoor, bijzondere herplaatsingstrajecten, worden integer en vertrouwelijk begeleid door HRM-adviseurs.Daarbij werkt het college ook met een interne herplaatsingscommissie en diverse externe deskundigen in een providerboog die adviseren, ondersteunen en/of bemiddelen.Het collegebeleid is erop gericht om ontslag zoveel mogelijk te voorkomen. Dat lukt niet altijd. In die situaties dat dit niet kan worden voorkomen, streeft het college op basis van zorgvuldigheid naar de beste oplossing voor de specifieke omstandigheid. In 2014 vonden er 23 succesvolle interne herplaatsingen plaats naar nieuwe functies en/of nieuwe afdelingen en diensten, waardoor ontslag werd voorkomen.Daarnaast was er in dertien situaties sprake van beëindiging van de arbeidsovereenkomst, waarvan drie situaties als gevolg van een IVA (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsonge-schikten) of omzetting van WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) naar IVA.

Dec  2012   Dec  2013   Dec  2014  

Percentage   4,7   4,4   4,2  

0,0  

1,0  

2,0  

3,0  

4,0  

5,0  

6,0  

Verzuimpercentage  

Dec  2012   Dec  2013   Dec  2014  

Frequen/e   1,04   1,09   1,03  

0,00  

0,20  

0,40  

0,60  

0,80  

1,00  

1,20  

1,40  

Verzuimfrequen+e  

8. Medewerkers

Page 29: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

5 6 5 7

Het Koning Willem I College werkt samen met verschillende stakeholders, zoals bedrijven, ouders, collega-roc’s, toeleverend onderwijs, vervolgonderwijs en overheid. Ook participeert het college in verschillende regionale samen- werkingsverbanden en worden studenten gestimuleerd zich in te zetten voor de samenleving. Onderstaand een overzicht van verschillende vormen van (regionale) samenwerking.

9.1 Brabants Bve-overlegNiet alleen op instellingsniveau, maar ook op regionaal niveau, vindt in het Brabants BVE-overleg afstemming plaats over het regionale (provinciale) opleidingenaanbod. Alle Brabantse roc’s, vakscholen en aoc’s participeren in dit overleg. Het resultaat van de afstemming is een opleidingenaanbod, afgestemd op de regionale arbeidsmarktbehoefte. Sinds 2011 is het Koning Willem I College voorzitter van het BVE-overleg.In de notitie ‘Op weg naar een Kennispact: het mbo en de Brabantse ambities’ heeft het BVE-overleg in 2011 de ambitie uitgesproken om samen met overheid en ondernemingen te komen tot de oprichting van een ‘kennispact’ met bijbehorend fonds. Deze ambitie is geconcretiseerd in het ‘Brabants Arbeidsmarktakkoord 2012-2015’ van Pact Brabant. Pact Brabant is het samenwerkings- verband tussen Brabantse werkgevers, werknemers, overheden en kennisinstellingen.In dit akkoord is door de partners in Pact Brabant de afspraak gemaakt dat iedere partner eenbijdrage levert aan de vernieuwing van de arbeidsmarkt.

In de ‘Uitvoeringsagenda mbo: geen kenniseconomie, zonder ambachtseconomie’ hebben de Brabantse roc’s, vakscholen en aoc’s dit speerpunt nader uitgewerkt in twee actielijnen, namelijk een Brabants stage- en leerbanenoffensief en werken aan nieuwe arrangementen voor beroepen (én opleidings-curricula) van morgen. Sinds september 2013 werken de Brabantse mbo-instellingen intensief en met veel enthousiasme samen om duurzame antwoorden te vinden voor deze actielijnen. Daarin heeft men oog voor elkaars (regionale) vraagstukken, bedenkt men innovatieve oplossingen, deelt men kennis en good practices

en worden nieuwe initiatieven opgestart. De looptijd van de uitvoeringsagenda is inmiddels verlengd tot einde 2015.De uitdaging voor 2015 is om de provinciaal/regionale maatschappelijke en economische agenda nog meer dan voorheen te verbinden met de agenda van het onderwijs, zodat (versnelde) ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, in het bedrijfsleven en de samenleving zich vertalen in het onderwijs. Daardoor wordt het mogelijk om betere en snellere antwoorden te vinden op maatschappelijke en economische vraagstukken.

9.2 strategisch Beraad 5-sterren noordoost-Brabant Het Koning Willem I College werkt samen met verschillende partners in een groot programma specifiek gericht op startende innovatieve ondernemers. Het actieplan moet leiden tot effectiever gebruik van kennis als motor van

de economie. De komende jaren bundelen verschillende organisaties en scholen hun krachten in ‘Valorisatieplan 5-sterren Noordoost-Brabant’. Koning Willem I College, HAS Hogeschool, ROC de Leijgraaf, ZLTO, acht lokale Rabobanken, Stichting Ondernemerslift+, Starters Succes Oss, Startersmarktplaats Veghel-Uden-Schijndel en de twintig regiogemeenten in Noordoost-Brabant hebben het initiatief genomen voor dit grote programma. Het wordt mede mogelijk gemaakt door subsidiebijdragen van de provincie Noord-Brabant en de rijksoverheid.

9.3 BedrijfslevenOpleiden en onderwijsprogramma’s maken doet het Koning Willem I College niet alleen. Het college vindt het belangrijk contact te onderhouden met zijn omgeving. Vertegenwoordigers van het regionale bedrijfsleven worden daarom regelmatig aan tafel uitgenodigd. De branche-regiocommissies die in beroepsgerichte afdelingen zijn ingericht, vervullen in dit opzicht een belangrijke rol. Vertegenwoordigers van het regionale bedrijfsleven en van andere organisaties participeren hierin. De brancheregiocommissies komen gemiddeld twee keer per jaar bij elkaar. Gespreksonderwerpen zijn inhoud en vernieuwing van de opleidingen, betrokkenheid van het bedrijfsleven bij het onderwijs, examinering, kwaliteitsborging, beroepspraktijkvorming, arbeidsmarktrelevantie en werkgelegenheid.

9.4 samenwerking Koning willem i College en Fontys lerarenopleiding TilburgHet Koning Willem I College heeft de ambitie om Opleidingsschool voor mbo-leraren te worden, in samenwerking met Fontys Lerarenopleiding Tilburg (FLOT).Hiertoe zijn begin 2014 projectgroepen samengesteld met als doel om de thema’s ‘Omgaan met verschillen’, ‘Opbrengstgericht werken’, ‘Pesten’, ‘Ouderbetrokkenheid’ en ‘Inductiefase nieuwe medewerkers’ te implementeren in beide instituten. In mei was een officiële kick-off en werd gestart met het ontwikkelen van een visie en plannen van aanpak. In augustus startte vervolgens de pilot Opleidingsschool. Het Koning Willem I College en Fontys Lerarenopleiding Tilburg ontwikkelden gezamenlijk een programma voor vierdejaars FLOT-studenten en voerden dit ook uit. In 2017 moet de Opleidingsschool gerealiseerd zijn en moeten de thema’s geïmplementeerd zijn in beide instituten.

De samenwerking met FLOT bestaat al jaren. FLOT is hoofdleverancier van stagiaires op het Koning Willem I College en het Koning Willem I College leidt zij-instromers op tot bevoegde mbo-leraren in de Beroepscomponent Leerkracht (het college verzorgt het traject, Fontys diplomeert). In juli 2014 hebben acht collega’s het Pedagogisch Didactisch Getuigschrift ontvangen.

Daarnaast zijn er samenwerkingsverbanden voor de vakken Nederlands en rekenen. In 2013 werd samen met Fontys Hogeschool en drie roc’s (Koning Willem I College, ROC Ter AA en ROC Tilburg) de Academie voor mbo-taalleraren opgericht. Het doel van de academie is om zowel bevoegde als onbevoegde leraren Nederlands een professionaliseringsaanbod te bieden naast de tweedegraads lerarenopleiding. Daartoe worden studiedagen en kortlopende modules over vakdidactiek aangeboden. Naast druk bezochte studiedagen volgden inmiddels zo’n honderd leraren een of meerdere modules. Hoewel er in 2014 op meer deelnemers was gerekend, zijn de resultaten positief. Deelnemers krijgen handvatten om te gebruiken in de les van morgen en beoordelen de modules met de uitspraak ‘goed’. Parallel aan het samenwerkingsverband voor Nederlands is er ook een samenwerkingsverband voor rekenen gestart. Tot nu toe namen ongeveer dertig leraren deel aan een training met als onderwerp rekendidactiek of professionele gecijferdheid.

9.5 samenwerking Koning willem i College en RoC de leijgraafNoordoost-Brabant is een arbeidsmarktregio met ’s-Hertogenbosch. als centrumgemeente. In deze regio is ook Agri Food Capital actief. Binnen Agri Food Capital werken ondernemers, overheden en onderwijs samen in concrete projecten en programma’s met de gezamenlijke ambitie om topregio te worden in agrifood. Koning Willem I College en ROC de Leijgraaf acteren vanuit het onderwijs in deze regio en de samenwerking met ondernemers en overheid neemt toe. Dit leidt tot een doelmatiger inrichting van het onderwijs. Onderstaand een aantal voorbeelden van de samenwerking tussen Koning Willem I College en ROC de Leijgraaf, zonder volledig te zijn.

1. Agri Food CapitalKoning Willem I College en ROC de Leijgraaf werken nauw samen binnen Agri Food Capital en in het verlengde met het uitvoeringsprogramma “5* Noordoost-Brabant Werkt!” Samen wordt gewerkt aan oplossingen voor de regionale arbeidsmarkt met als focus de speerpuntsectoren agri en food, zorg en welzijn, techniek, logistiek en services.

9. samenwerking

Page 30: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

5 8 5 9

2. Ondernemerslift+In de huidige arbeidsmarkt is ondernemendheid een noodzakelijke competentie. Alle deelnemers maken kennis met ondernemendheid en ondernemerschap. Koning Willem I College en ROC de Leijgraaf verzorgen het kennisportaal dat antwoord geeft op de vragen van ondernemers. Daarnaast faciliteren beide scholen startende ondernemers.

3. EducatieOp basis van de gezamenlijke regionale visie worden de beschikbare middelen van het ministerie van OCW ingezet voor onderwijs in onder andere taal, rekenen en digitale vaardigheden. Inwoners van de regio kunnen zo toegang krijgen tot het entreeonderwijs en het beroepsonderwijs. Beide scholen stemmen het aanbod met elkaar af, rekening houdend met sub-regionale wensen.

4. School-ExHet ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verstrekte in 2013 en 2014 aan scholen middelen om het School-Ex-programma uit te voeren. Het maakt inzichtelijk wat jongeren gaan doen na hun diplomering. Koning Willem I College en ROC de Leijgraaf ondernemen op basis van die informatie acties om werkloosheid te voorkomen, in samenwerking met de gemeenten.

5. Publiek Private Samenwerking Samen met de Stichting Food en Feed, Mars, Heineken en Friesland Campina richtten Koning Willem I College en ROC de Leijgraaf in 2014 een Publiek Private Samenwerking op om te voorzien in voldoende goed geschoolde procesoperators. Naar verwachting zullen meer bedrijven zich bij dit initiatief aansluiten. Beide scholen dienden dit project gezamenlijk in bij het Regionaal Investeringsfonds mbo.

6. Toptechniek in bedrijfDe gezamenlijke ‘vakmanschapsroute’ (doorlopende leerlijn tot mbo niveau 2 en 3) en ‘technologieroute’ (doorlopende leerlijn tot mbo niveau 4) van Koning Willem I College en ROC de Leijgraaf maken het leerproces aantrekkelijker en versterken de samenwerking tussen vmbo en mbo.

7. Brabants Arbeidsmarkt AkkoordAlle Brabantse mbo-instellingen werken aan de ‘Beroepen van Morgen’. In werkateliers formuleren leraren en bedrijven het beroep van de toekomst en leggen ze de basis voor een nieuw curriculum. Het permanent beschikbaar houden van stage- plaatsen en leerbanen heeft hoge prioriteit. Het voornemen is de samenwerking te intensiveren en een gezamenlijke strategische innovatie-agenda te formuleren en uit te voeren.

9.6 oudersIn het licht van de missie: het succes van de student is de reden van ons bestaan, zoekt het Koning Willem I College actief de samenwerking met ouders en verzorgers van de studenten op. Ouderbetrokkenheid bij het onderwijsproces staat hoog in het vaandel. De insteek is studenten, ouders en school: gelijkwaardige partners in onderwijs en opvoeden. Om de ouderbetrokkenheid te stimuleren organiseert het Koning Willem I College jaarlijks de conferentie voor ouders/verzorgers ‘Ouders in de Branding’, thema-avonden, de bijzondere dag ‘Ouders in de Klas’ en overlegt het college met ouderraden.

Conferentie Ouders in de Branding Jaarlijks organiseert het Koning Willem I College de conferentie ‘Ouders in de Branding’. De conferentie richt zich op ouders van studenten in het middelbaar (beroeps)onderwijs. Niet alleen ouders van studenten van het Koning Willem I College zijn daarbij van harte welkom, ook ouders van studenten van andere scholen zijn graag geziene gasten. Ook in 2014 was het weer een dag met boeiende presentaties, interactieve workshops en gesprekken. Met onderwerpen die op school, in de opvoeding en in de belevingswereld van ons en onze kinderen actueel waren. Een greep uit de onderwerpen die aan bod kwamen: ‘alcohol- en drugsverleiding’, ‘kansen voor onze kinderen’, ‘opvoeden binnen diverse culturen’, ‘hoe weerbaar is mijn kind’ en ‘mijn rol in de toekomstkeuze van mijn kind’. De dag verliep soepel onder leiding van dagvoorzitter Chazia Mourali en werd op informele wijze afgesloten.

Ouders in de Klas In maart organiseerde het Koning Willem I College ‘Ouders in de Klas’ en opende zijn deuren voor ouders/verzorgers van studenten. Deze dag werd aan ouders de mogelijkheid geboden mee te doen tijdens de lessen en te ervaren hoe een schooldag op het college verloopt.

Thema-avond voor oudersIn november 2014 vond de eerste thema-avond voor ouders plaats: ‘… maar je moet het wel zelf doen!’ Hoe stimuleer je je kind ondernemend te zijn, verantwoordelijkheid te nemen en initiatief te tonen? Waar laat je los en waar stuur je bij? Al deze vragen kwamen aan bod en ouders werden uitgenodigd hierover met elkaar in gesprek te gaan. Er was veel belangstelling voor deze eerste thema-avond. Bart Hermsen, oud-student en nu leraar Ondernemerschap aan de Ondernemersacademie, deelde zijn ervaringen over ondernemendheid, afgewisseld met gesprekken met studenten die vertelden wanneer bij hen de ‘knop om ging’ om gedreven te zijn, zelf initiatief te nemen en iets te willen bereiken. Daarna vonden er aan de hand van stellingen tafelgesprekken plaats waarbij ouders ervaringen en tips konden uitwisselen. Bezoekers lieten weten het erg fijn te vinden deze ervaringen met elkaar te kunnen delen.

OuderradenEen aantal onderwijsafdelingen binnen het Koning Willem I College heeft het overleg met de ouders geformaliseerd door de instelling van een ouderraad. Door het overleg met de ouderraden houdt het college voortdurend voeling met wat ouders vinden van de kwaliteit van het onderwijs en de wijze waarop het onderwijs wordt aangeboden op het Koning Willem I College.

9.7 CommunityEen van de kernwaarden van het college is ‘wij zijn een community college: een gemeenschap van lerenden, delen principes, waarden en normen’. Het college draagt een brede maatschappelijk visie uit die de community (gemeenschap) ten goede komt.

CommunitydagJaarlijks organiseert het college de Communitydag; een dag waarop de gemeenschap op een informele, laagdrempelige manier kennis kan maken met het Koning Willem I College. In 2014 vond de Communitydag plaats op zondag 14 september. Bijna 2400 mensen vonden weer de weg naar het college om te genieten van een prachtige dag, waar ook dit jaar de nostalgische kermis voor de kleintjes het middelpunt vormde.Studenten en medewerkers van het college organiseerden een grote diversiteit aan activiteiten, zoals schminken, kinderdisco, een autoband verwisselen en haren invlechten. Er was een gezellig hoekje ingericht waar verhalen werden voorgelezen en bezoekers konden meedoen aan sport en spel. In de mooie Koningszaal vond het Koningszangfestival plaats, waar een podium werd geboden aan getalenteerde singer-songwriters en koren uit de regio. Het was een geslaagde en gezellige dag voor de community.

Community WeekIeder jaar wordt in de week van Pinksteren de Community Week georganiseerd door het college. Het is een unieke gelegenheid voor studenten om gedurende een week hun talenten ter beschikking te stellen aan de samenleving. Studenten werken in multidisciplinaire teams en komen op plekken in de samenleving, waar zij normaal niet zo gemakkelijk komen. In 2014 deden 524 studenten mee in 102 projecten. 40% van de studenten deed het zo goed dat de opdrachtgever vond dat ze een award verdienden. De opdrachtgevers gaven gemiddeld een 8 voor hoe de projecten waren uitgevoerd en de studenten gaven zelfs een 8,5 voor deze bijzondere leerervaring. 33 studenten reisden af naar Bosnië, waar een school opgeknapt werd.

9. samenwerking

Page 31: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

6 0 6 1

Het actieplan ‘Focus op Vakmanschap 2011-2015’ van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geeft weer welke doelen het kabinet deze kabinetsperiode in het mbo wil bereiken. Het actieplan gaat in op de maatregelen ter verhoging van de kwaliteit, vereenvoudiging van het bve-stelsel en verbetering van de besturing en bedrijfsvoering. De ambitieuze doelen van het kabinet zullen per saldo met minder geld gerealiseerd dienen te worden. Meer kwaliteit leveren voor minder geld. In het strategische expeditieplan en het operationele koersboek is het antwoord van het Koning Willem I College op dit ministeriële actieplan geformuleerd. In het meerjarenplan ‘Op koers naar mbo’15’ is vastgelegd dat de activiteiten uit het koersboek moeten leiden tot een gezonde financiële situatie, die past bij de hoogte en systematiek van de nieuwe bekostiging. Ook in 2014 heeft het Koning Willem I College dat grotendeels weten te

10. Financiën

realiseren en de verwachting is dat dat op basis van de gezonde financiële positie van het college ook in de komende jaren mogelijk zal zijn.

Bij de vergelijking van het resultaat 2014 ten opzichte van 2013 dient rekening te worden gehouden met de uitbetaling van ruim € 1 mln. aan Herfstakkoord-gelden in december 2013. De besteding van deze gelden heeft pas in 2014 plaatsgevonden. Het investeringsniveau in vaste activa lag in 2014 beduidend hoger resulterend in hogere afschrijvingen ten opzichte van 2013. De meerjarenonderhoudsplannen gebouwen zijn in 2014 geactualiseerd wat resulteerde in een hogere dotatie onderhoudsvoorziening. Het resultaat 2014 was negatief begroot op een bedrag van -/- € 352.646 en viel uiteindelijk, mede door hogere subsidiebaten, gunstiger uit.

geconsolideerde balans per 31 december 2014 (na resultaatbestemming)

Jaarrekening Jaarrekening Jaarrekening2014 2013 2012EUR EUR EUR

ActivaVaste activa € 49.172.757 € 48.117.121 € 50.391.563

Vlottende activa € 15.484.488 € 16.294.013 € 10.476.004

Totaal activa € 64.657.245 € 64.411.134 € 60.867.567

PassivaEigen vermogen € 44.350.084 € 43.911.039 € 41.867.953

Voorzieningen € 8.405.614 € 8.180.174 € 6.493.579

Langlopende schulden € 0 € 0 € 0

Kortlopende schulden € 11.901.547 € 12.319.921 € 12.506.035

Totaal passiva € 64.657.245 € 64.411.134 € 60.867.567

geconsolideerde staat van baten en lasten

Jaarrekening Begroting Jaarrekening2014 2014 2013EUR EUR EUR

Baten € 88.457.940 € 87.546.043 € 87.787.258

Lasten € 88.098.573 € 88.010.509 € 85.849.580

Saldo baten en lasten € 359.367 - € 464.466 € 1.937.678

Financiële baten en lasten € 79.678 € 111.820 € 105.408

Resultaat € 439.045 - € 352.646 € 2.043.086

Belastingen € 0 € 0 € 0

Resultaat deelnemingen € 0 € 0 € 0

Resultaat na belastingen € 439.045 - € 352.646 € 2.043.086

Aandeel derden in resultaat € 0 € 0 € 0

Netto resultaat € 439.045 - € 352.646 € 2.043.086

Buitengewoon resultaat € 0 € 0 € 0

Totaal resultaat € 439.045 - € 352.646 € 2.043.086

Page 32: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

6 2 6 3

Liquiditeit, solvabiliteit, rentabiliteitDe solvabiliteit1 bleef in 2014 op een hoog niveau. De basis wordt gevormd door de waarde van de gebouwen en terreinen in combinatie met het ontbreken van langlopende leningen. In 2010 is een verbetering van de liquiditeit als beleid afgesproken. Deze is sindsdien gestegen van 0,39 in 2010 naar 1,32 in 2013 (deels als gevolg van de ‘vervroegde’ uitkering van de Herfstakkoord-gelden). In 2014 daalde de liquiditeit licht naar 1,30. Daarmee voldeed het college ook in 2014 aan de signaleringsgrens van 1%. Rekening houdend met de onvoorwaardelijke rekening courant faciliteit van € 1 mln. is de liquiditeit goed te noemen.

Bij de vergelijking van het resultaat 2014 ten opzichte van 2013 dient rekening te worden gehouden met de uitbetaling van ruim € 1 mln. aan Hersfstakkoord-gelden in december 2013. De besteding van deze gelden heeft pas in 2014 plaatsgevonden. Het investeringsniveau in vaste activa lag in 2014 beduidend hoger resulterend in hogere afschrijvingen ten opzichte van 2013. De meerjarenonderhoudsplannen gebouwen zijn in 2014 geactualiseerd wat resulteerde in een hogere dotatie onderhoudsvoorziening. Het resultaat 2014 was negatief begroot op een bedrag van -/- € 352.646 en viel uiteindelijk iets gunstiger uit.

De solvabiliteit bleef in 2014 op een hoog niveau. De basis wordt gevormd door de waarde van de gebouwen en terreinen in combinatie met het ontbreken van langlopende leningen. In 2010 is een verbetering van de liquiditeit als beleid afgesproken. Deze is sindsdien gestegen van 0,39 in 2010 naar 1,32 in 2013 (deels als gevolg van de ‘vervroegde’ uitkering van de Herfstakkoord-gelden). In 2014 daalde de liquiditeit licht naar 1,24. Daarmee voldeed het college ook in 2014 aan de signaleringsgrens van 1%. Rekening houdend met de onvoorwaardelijke rekening courant faciliteit van € 1 mln. is de liquiditeit goed te noemen.

TreasuryHet treasurybeleid van het Koning Willem I College is gebaseerd op het treasurystatuut van de stichting. Treasurymanagement vindt plaats conform de ‘Regeling beleggen en belonen door instellingen voor onderwijs en onderzoek’. Op het Koning Willem I College was in 2014, net als voorgaande jaren, geen sprake van beleggen en belenen. Het college staat op het standpunt dat publieke middelen worden verstrekt voor het primaire proces, te weten het verzorgen van onderwijs. Het college brengt dit proces niet in gevaar door het aangaan van risico’s die daar niet direct betrekking op hebben, zoals het risicovol beleggen van tijdelijk niet bestede publieke middelen.

Liquiditeit, solvabiliteit, rentabiliteit

2012   2013   2014  

Liquiditeit   0,84   1,32   1,3  

Solvabiliteit  1   0,69   0,68   0,69  

Solvabiliteit  2   0,79   0,81   0,82  

Rentabiliteit   -­‐1,1   2,3   0,5  

-­‐2,00  

-­‐1,50  

-­‐1,00  

-­‐0,50  

0,00  

0,50  

1,00  

1,50  

2,00  

2,50  

Liquiditeit,  solvabiliteit,  rentabiliteit  

1 Solvabiliteit 1 is exclusief voorzieningen, solvabiliteit 2 is inclusief voorzieningen (zie de grafiek).

10. Financiën

Page 33: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

6 4 6 5

In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen het beleid van het Koning Willem I College voor de komende jaren geschetst. De kwalitatieve toelichting, aangevuld met een aantal kwantitatieve indicatoren, geven gezamenlijk inzicht in de continuïteit van het Koning Willem I College voor de komende drie jaren.

Ontwikkelingen onderwijsIn het meerjarenbeleidsplan ‘Richting 2018’, als vervolg op de beleidsdocumenten ‘Op expeditie naar mbo’15’ en ‘Op koers naar mbo’15’, wordt de omgeving van het Koning Willem I College beschreven en het beleid dat de komende jaren wordt ingezet.De huidige crisis raakt het mbo volop in haar kernopdracht. Het mbo, en dus het Koning Willem I College, staat voor de vraag waarvoor mbo-studenten nog worden opgeleid en waar nieuwe werkgelegenheid op mbo-niveau kan ontstaan. Zonder een relatief draagkrachtige middenklasse dreigt immers het ‘cement in de samenleving’ te verbrokkelen. De landelijke overheid zet sterk in op arbeidsmarktrelevantie van beroepsopleidingen en wil ook dat studenten goed worden voorgelicht over kansen op werk. Om die kansen te vergroten zet het Koning Willem I College de komende jaren in op het breder opleiden van studenten; zowel op de lagere als op de hogere niveaus. Het Koning Willem I College bepleit daarbij dat een flexibele toepassing van de nieuwe kwalificatiestructuur mogelijk wordt, zodat meerdere opleidingen of delen daarvan gecombineerd kunnen worden, toegespitst op de actuele (regionale) werkgelegenheid. De belangrijkste uitdaging voor de aankomende jaren is de herinrichting van het onderwijs om op die manier aan alle opdrachten waar het mbo voor staat te kunnen voldoen.

11. Continuïteitsparagraaf

De invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers vindt definitief plaats in schooljaar 2016-2017. Het Koning Willem I College grijpt die invoering aan om het opleidingenaanbod te herzien, gericht op de toekomst. Het benutten van kansrijke crossovers is daarbij een belangrijk sleutelbegrip. Daarom zijn er drie sectorplannen ontwikkeld voor Techniek, Economie en Gezondheid, Welzijn en Sport. Tevens is er een plan ontwikkeld door de creatieve opleidingen en hebben de afdelingen FBO (entreeopleidingen) en KMVO (niveau 2) een gezamenlijk plan opgesteld.De ontwikkeling en implementatie van die sectorplannen moet gepaard gaan met het vasthouden van het hoge kwaliteitsniveau waar het Koning Willem I College landelijk om bekend staat; het college wil immers ook de komende jaren het beste grote roc van Nederland blijven. Dat zal tot uiting moeten komen in een realisatie van hoge opbrengsten, het (nog) verder terugdringen van het voortijdig schoolverlaten en een verdere verhoging van de tevredenheid van studenten, docenten en leerbedrijven binnen een personeelsbeleid dat zich laat kenmerken door een laag ziekteverzuim. Met alle afzonderlijke onderwijsafdelingen, diensten en projectbureaus zijn daarover afspraken vastgelegd in de jaarplannen, die vanaf 2014 zijn ingevoerd. Vanaf 2016 worden de thema’s vanuit de Regeling Kwaliteitsafspraken mbo die is ingegaan op 1 januari 2015 hieraan toegevoegd (voor zover dat nog niet het geval was).

De ambitie voor 2018, een jaarresultaat van minimaal 75%, is op instellingsniveau gerealiseerd. De resultaten op afdelingsniveau maken duidelijk dat inmiddels de helft van de onderwijsafdelingen die ambitie ook op afdelingsniveau heeft gerealiseerd.Het is de ambitie van het college om het vsv-percentage blijvend laag te houden en de landelijke streefpercentages op niveau 2 en 3/4 te behalen. We realiseren ons dat vooral het percentage op niveau 3/4 hoog gegrepen is. Ten aanzien van niveau 1 (entreeopleiding), waarbij de landelijke vsv-cijfers in het afgelopen jaar (schrikbarend) snel zijn gestegen, achten we het streefpercentage van 22,5% niet haalbaar. We streven naar een percentage van 30% of lager, waarbij we ons realiseren dat dit streven niet makkelijk te behalen is. Het is de ambitie van het college om in 2018 de tevredenheid van studenten te verhogen van een 7,2 naar een 7,5. Voor de tevredenheid van medewerkers en werkveld geldt dat het college de huidige resultaten wil behouden en zo mogelijk nog verder wil verhogen. Daarbij zet het college de aankomende jaren specifiek in op het vergroten van de tevredenheid door studenten betreffende

de bpv-begeleiding en het versterken van de relaties met bedrijven.In 2013 en 2014 was het ziekteverzuim binnen het college minder dan 4,5%. Het streven is om dat lage ziekteverzuimpercentage vast te houden. De ziekmeldingsfrequentie daalde tot 1,03, nog net boven de collegenorm van 1,0. De proactieve benadering ten aanzien van verzuimreductie, met onder meer nadruk op loopbaanontwikkeling en ‘employability’, heeft zijn vruchten afgeworpen. De komende jaren ligt de prioriteit bij het begrip preventie, met als doelstelling ‘duurzame inzetbaarheid en vitaliteit’.

Naast deze kwantitatieve resultaatafspraken is binnen de jaarplannen van onderwijsafdelingen en diensten de focus gelegd op een aantal speerpunten. De speerpunten voor 2015 zijn voor de onderwijsafdelingen: het voldoen aan alle kwaliteitsgebieden van het Toezichtkader BVE 2012, het verbeteren van de bpv-begeleiding, professionalisering en voorbereiding op de nieuwe kwalificatiedossiers die per schooljaar 2016-2017 moeten zijn ingevoerd. Met de diensten en projectbureaus zijn resultaatafspraken gemaakt over de processen in control, dienstbaarheid aan de afdelingen en professionalisering.

In onderstaande tabel is de ambitie van het Koning Willem I College vertaald naar het resultaat dat het college eind 2018 wil realiseren.

Rendementen Resultaat voor 2013 Resultaat 2013-2014 Ambitie 2018

Jaarresultaat afdeling 73,1% 75,2% ≥ 75%

Vsv niveau 1 30,5% 34,5% ≤ 22,5%

Vsv niveau 2 10,5% 7,6% ≤ 10,0%

Vsv niveau 3/4 3,0% 2,85% ≤ 2,75%

Tevredenheid Resultaat voor 2014 Resultaat 2014 en 2015 Ambitie 2018

Tevredenheid student 7,1 7,2 ≥ 7,5

Tevredenheid medewerker 7,7 7,8 ≥ 7,7

Tevredenheid beroepenveld 6,6 7,1 ≥ 7,0

Ziekteverzuim Resultaat voor 2014 Resultaat 2014 Ambitie 2018

Ziekteverzuimpercentage 4,40 4,17 ≤ 4,5%

Ziekmeldingsfrequentie 1,09 1,03 ≤ 1,0

Page 34: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

6 6 6 7

11. Continuïteitsparagraaf

Ontwikkelingen studenten en huisvestingOnderzoek door organisatieadviesbureau Berenschot wijst uit dat het Koning Willem I College rekening moet houden met een daling van het aantal jongeren tussen de 15 en 20 jaar vanaf schooljaar 2020-2021. De enige uitzondering vormt de stad ’s-Hertogenbosch waar sprake is van stabilisatie en zelfs groei tot ongeveer 2040. In Zuidwest-Gelderland neemt tot 2020 het aantal jongeren tussen de 15 en 20 jaar aanzienlijk toe. De komende jaren verwacht het Koning Willem I College dan ook een stabilisatie van het aantal studenten.Het Koning Willem I College zet de komende jaren een gericht wervingsbeleid in op vooral die gebieden waar nog groei mogelijk is en probeert daarnaast de studenten uit de krimpregio’s zoveel mogelijk vast te houden. Dat alles met als doel om het huidige aantal studenten ook op de langere termijn te stabiliseren. Binnen dat stabiele aantal studenten vindt al wel een aantal jaren een verschuiving plaats van bbl- naar bol-studenten. De uitbreiding van de behoefte aan m2 die hiermee gepaard gaat, wordt de komende jaren in de vorm van flexibele ruimte ingevuld.

De huidige m2-prijs van € 130 ligt iets boven het sectorgemiddelde van € 108. Deze is vooralsnog niet toegenomen, terwijl dat landelijk wel het geval was. Opvallend is dat het Koning Willem I College gemiddeld minder m2 per student nodig heeft (Financiële benchmark 2013).

college de In Control Scan ingezet om de kwaliteit van de bedrijfsvoering door de diensten en projectbureaus in beeld te brengen. In 2015 worden stappen gezet om het risicomanagement nog verder te verbeteren met als doel een stelsel van risicobeheersing te ontwikkelen en te verankeren in de planning & control cyclus.

Kwantitatieve indicatoren 2012-2017Met het oog op het geschetste beleid voor de komende jaren en een doorrekening op basis daarvan van de formatie en de bedrijfsvoering wordt in dit kwantitatieve deel van de continuï-teitsparagraaf middels een dertiental indicatoren voor de jaren 2012 t/m 2017, de balans voor de jaren 2014 t/m 2017 en de Staat/Raming van baten en lasten voor de jaren 2014 t/m 2017 in beeld gebracht of er mogelijke risico’s zijn te verwachten. Ten behoeve van het inzicht in de specifieke situatie van Jenaplanschool Antonius Abt zijn de balans en de Staat/Raming van baten en lasten voor de jaren 2014 t/m 2017 zowel voor de gehele instelling als ook voor de Jenaplanschool Antonius Abt afzonderlijk in beeld gebracht.

Uit de meerjarenbegroting 2016 en 2017 blijkt dat er waarschijnlijk extra financiële ruimte is in die jaren. Dat is onder andere een gevolg van de extra middelen die door het ministerie van OCW voor het mbo beschikbaar zijn gesteld om Focus op vakmanschap uit te voeren en het vervolgbeleid in de vorm van kwaliteitsafspraken. In voorgaande jaren heeft Koning Willem I College reeds een voorschot genomen op het landelijke beleid door al eerder de opleidingsduur te verkorten van vier naar drie jaar en door veel opleidingen al op 1000 uren te programmeren. In combinatie met de effecten van lagere personeelslasten als gevolg van de operatie ‘jong voor oud’ van enkele jaren geleden, levert dat de verwachte resultaten op. Dat biedt het college de ruimte om aanvullend beleid te formuleren om de kwaliteit van het onderwijs te maximaliseren. De verwachting is dat er bij de voorbereiding van de begroting voor 2016 meer zekerheid is over de inschattingen die in 2014 gemaakt zijn op basis van de toen beschikbare informatie.

Ontwikkelingen personeelIn 2015 vindt een extra investering in het primaire proces plaats met als doel het versterken van de teams (teamontwikkeling) en afname van de ‘span of control’ van het management. Het betreft dan vooral onderwijzend personeel en tevens direct onderwijsondersteunend personeel. Uitbreidingen in het personeelsbestand worden zoveel mogelijk flexibel ingevuld bij een gelijkblijvend beleid betreffende (een beperkte) inhuur van medewerkers. Het aandeel van het aantal medewerkers met een tijdelijk dienstverband wordt de komende jaren, voor zover dat mogelijk is, verhoogd van de huidige 11,7% naar 12,5%.

RisicomanagementHet Koning Willem I College beschikt over een managementdashboard waarmee de belangrijkste risico’s beheerst worden. Het dashboard bevat actuele informatie over studenten, personeel, studiesucces, financiën en tevredenheid van studenten, medewerkers en werkvelden. Daarnaast voert het college periodiek kwaliteits-, handhavings- en tevredenheidsonderzoeken uit op basis waarvan risico’s in beeld worden gebracht zodat adequate bijsturing kan plaatsvinden. Belangrijke instrument in het kwaliteitszorgsysteem is de kwaliteitsmonitor BONE-BVE waarmee bij de onderwijsafdelingen de onderwijskwaliteit in beeld wordt gebracht. Deze kwaliteitsmonitor sluit één op één aan bij het Toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs. In het najaar van 2014 heeft het

De doorrekeningen in dit kwantitatieve deel wijzen niet op risico’s. Wel vallen de volgende zaken op:a. Intensivering van de personeelskosten in het

primaire proces leidt tot- daling gewogen aantal deelnemers per fte

beroepsonderwijs;- daling gewogen aantal deelnemers

per fte onderwijzend en direct onderwijsondersteunend personeel;

- daling overhead personeelskosten in procenten.

b. De investeringsbehoefte in 2015 als percentage van de totale omzet wijkt naar boven af. Dit komt onder meer door

- aankoop grond en gebouwen aan de Vlijmenseweg en Onderwijsboulevard 3;

- aanpassing gebouwen aan de Vlijmenseweg en Onderwijsboulevard 3;

- uitbreiding van ICT-voorzieningen en uitvoering van het ICT-Masterplan.

c. Het financieringsoverschot, het werkkapitaal, is positief en de verwachting is dat deze stijgt. Alle activa worden volledig gefinancierd met eigen middelen. De verwachting is dat er geen vreemd vermogen aangetrokken zal worden. Het resultaat is beperkt positief en leidt tot een lichte toename van de reserves.

d. Voor Jenaplanschool Antonius Abt is in 2013 en 2014 middels gericht personeelsbeleid geanticipeerd op de terugloop van het aantal leerlingen. Het is de verwachting dat verdere terugloop vanaf 2015 door flankerend beleid en mobiliteit binnen het Koning Willem I College zonder gedwongen ontslagen kan worden opgevangen (zie ook bijlage III voor meer informatie over Antonius Abt).

Huisvestingskosten per m2

Jaar Koning Willem I College Landelijk

2011 € 134 € 104

2012 € 131 € 105

2013 € 130 € 108

Aantal m² beroepsonderwijs per gewogen deelnemer

Jaar Koning Willem I College Landelijk

2011 7,4 m² 8,9 m²

2012 7,2 m² 9,1 m²

2013 7,1 m² 9,2 m²

Page 35: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

6 8 6 9

Omzet private activiteiten als percentage totale omzet

2012 2013 2014 2015 2016 2017

Omzet private activiteiten - - - - - -

Totale omzet € 84.758 € 87.787 € 88.002 € 97.358 € 98.231 € 98.915

Omzet private activiteiten als percentage totale omzet

0,0% 0,0% 0,0%

Prognose 0,0% 0,0% 0,0%

Gewogen deelnemers per fte onderwijzend en direct onderwijsondersteunend personeel

2012 2013 2014 2015 2016 2017

Gewogen deelnemers 9.424,2 9.722,0 10.022,8 10.022,8 10.022,8 10.022,8

Aantal fte onderwijzend en direct onderwijsondersteunend personeel

729,5 723,8 741,3 780,4 780,5 780,5

Gewogen deelnemers per fte onderwijzend en direct onderwijsondersteunend personeel

12,9 13,4 13,5

Prognose 12,8 12,8 12,8

100%

80%

60%

40%

20%

0%

2012 2013 2014 2015 2016 2017

Omzet private activiteiten als percentage totale omzet

Realisatie Prognose

Realisatie Prognose

Gewogen deelnemers per fte onderwijzend en direct onderwijsondersteunend personeel

16,0

14,0

12,0

10,0

8,0

6,0

4,0

2,0

0

2012 2013 2014 2015 2016 2017

indicatoren voor de jaren 2012 tot en met 2017

Page 36: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

7 0 7 1

€ 70

€ 60

€ 50

€ 40

€ 30

€ 20

€ 10

€ 0

2012 2013 2014 2015 2016 2017

25,0%

20,0%

15,0%

10,0%

5,0%

0,0%

2012 2013 2014 2015 2016 2017

Kosten fte in loondienst 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Kosten fte in loondienst (x 1000) € 61 € 62 € 63

Prognose (x 1000) € 64 € 64 € 64

Overhead personeelskosten in procenten 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Kosten overhead € 10.761 € 10.685 € 10.398 € 10.564 € 10.564 € 10.564

Personeelskosten € 56.541 € 57.082 € 58.198 € 61.608 € 61.608 € 61.608

Overhead personeelskosten in procenten 19,0% 18,7% 17,9%

Prognose 17,1% 17,1% 17,1%

Kosten fte in loondienst (x 1000)

Overhead personeelskosten in procenten

Realisatie Prognose

Realisatie Prognose

indicatoren voor de jaren 2012 tot en met 2017

Realisatie Prognose

Realisatie Prognose

Gewogen aantal deelnemers per fte beroepsonderwijs

2012 2013 2014 2015 2016 2017

Gewogen deelnemers 9.424,2 9.722,0 10.022,8 10.022,8 10.022,8 10.022,8

Aantal fte beroepsonderwijs 891,2 883,8 899,4 938,4 938,5 938,6

Gewogen aantal deelnemers per fte 10,6 11,0 11,1

Prognose 10,7 10,7 10,7

Fte tijdelijk als percentage totaal aantal fte 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Fte tijdelijk als percentage totaal aantal fte 8,9% 8,5% 11,7%

Prognose 12,5% 12,5% 12,5%

Gewogen aantal deelnemers per fte beroepsonderwijs

Fte tijdelijk als percentage totaal aantal fte

16,0

14,0

12,0

10,0

8,0

6,0

4,0

2,0

0

2012 2013 2014 2015 2016 2017

14,0%

12,0%

10,0%

8,0%

6,0%

4,0%

2,0%

0%

2012 2013 2014 2015 2016 2017

Realisatie Prognose

Page 37: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

7 2 7 3

Gemiddelde huisvestingskosten per m² 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Huisvestingkosten€

9.092.700€

9.125.500€

10.618.700€

10.768.000€

11.040.300€

11.011.100

Aantal m² totaalm2

69.572,0m2

71.219,0m2

75.136,0m2

77.406,0m2

77.696,0m2

77.696,0

Gemiddelde huisvestingkosten per m² € 130,7 € 128,1 € 141,3

Prognose € 139 € 142 € 142

Gemiddelde huisvestingkosten per m²

€ 160

€ 140

€ 120

€ 100

€ 80

€ 60

€ 40

€ 20

-

2012 2013 2014 2015 2016 2017

Realisatie Prognose

indicatoren voor de jaren 2012 tot en met 2017

10,0

9,0

8,0

7,0

6,0

5,0

4,0

3,0

2,0

1,0

0

2012 2013 2014 2015 2016 2017

20,0 %

18,0 %

16,0 %

14,0 %

12,0 %

10,0 %

8,0 %

6,0 %

4,0 %

2,0 %

0,0 %

2012 2013 2014 2015 2016 2017

Aantal m² beroepsonderwijs per gewogen deelnemer

2012 2013 2014 2015 2016 2017

Aantal m² beroepsonderwijs 68.371,6 70.381,0 74.294,7 74.590,2 74.887,4 74.893,1

Gewogen deelnemers 9.424,2 9.722,0 10.022,8 10.022,8 10.022,8 10.022,8

Aantal m² beroepsonderwijs per gewogen deelnemer

7,3 7,2 7,4

Prognose 7,4 7,5 7,5

M² huur als percentage totale m² 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Aantal m² huur 6.183,0 7.830,0 11.747,0 13.667,0 13.957,0 13.957,0

Aantal m² totaal 69.572,0 71.219,0 75.136,0 77.406,0 77.696,0 77.696,0

M² huur als percentage totale m² 8,9% 11,0% 15,6%

Prognose 17,7% 18,0% 18,0%

Aantal m² beroepsonderwijs per gewogen deelnemer

M ² huur als percentage totale m²

Realisatie Prognose

Realisatie Prognose

Page 38: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

7 4 7 5

Investeringsbehoefte als percentage van totale omzet

2012 2013 2014 2015 2016 2017

Investeringsbehoefte € 4.519 € 4.121 € 7.984 € 11.701 € 3.950 € 3.950

Totale omzet € 84.758 € 87.787 € 88.002 € 97.358 € 98.231 € 98.915

Investeringsbehoefte als percentage totale omzet

5,3% 4,7% 9,1%

Prognose 12,0% 4,0% 4,0%

14,0%

12,0%

10,0%

8,0%

6,0%

4,0%

2,0%

0,0%

2012 2013 2014 2015 2016 2017

Investeringsbehoefte als percentage totale omzet

Realisatie Prognose

indicatoren voor de jaren 2012 tot en met 2017

5,0%

4,0%

3,0%

2,0%

1,0%

0,0%

-1,0%

-2,0%

2012 2013 2014 2015 2016 2017

Rentabiliteit 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Resultaat gewone bedrijfsvoering € - 923 € 2.043 € 439 € 3.344 € 3.569 € 4.346

Baten gewone bedrijfsvoering € 84.758 € 87.787 € 88.002 € 97.358 € 98.231 € 98.915

Rentabiliteit -1,1% 2,3% 0,5%

Prognose 3,4% 3,6% 4,4%

Herfinancieringsbehoefte als percentage totale omzet

2012 2013 2014 2015 2016 2017

Herfinancieringsbehoefte - - - - - -

Totale omzet € 84.758 € 87.787 € 88.002 € 97.358 € 98.231 € 98.915

Herfinancieringsbehoefte als percentage totale omzet

0,0% 0,0% 0,0%

Prognose 0,0% 0,0% 0,0%

Rentabiliteit

100%

80%

60%

40%

20%

0%

2012 2013 2014 2015 2016 2017

Herfinancieringsbehoefte als percentage totale omzet

Realisatie Prognose

Realisatie Prognose

3,0

2,5

2,0

1,5

1,0

0,5

0

2012 2013 2014 2015 2016 2017

Liquiditeit 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Vlottende activa € 9.870 € 15.504 € 14.749 € 13.256 € 21.166 € 30.604

Kortlopende schulden € 12.250 € 11.927 € 11.541 € 11.875 € 11.875 € 11.875

Liquiditeit 0,8 1,3 1,3

Prognose 1,1 1,8 2,6

Liquiditeit

Realisatie Prognose

Page 39: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

7 6 7 7

Jenaplanschool Antonius Abt2

Jaarrekening Begroting Begroting Begroting2014 2015 2016 2017EUR EUR EUR EUR

Activa

Vaste activaImmateriële vaste activa 0 0 0 0

Materiële vaste activa 122.699 83.033 37.847 3.107

Financiële vaste activa 0 0 0 0

Totaal vaste activa 122.699 83.033 37.847 3.107

Vlottende activaVoorraden 0 0 0 0

Vorderingen 329.015 329.015 329.015 329.015

Effecten 0 0 0 0

Liquide middelen 406.874 470.634 534.394 598.154

Totaal vlottende activa 735.889 799.649 863.409 927.169

Totaal activa 858.588 882.682 901.256 930.276

Passiva

Eigen vermogen 498.411 522.505 541.079 570.099

Voorzieningen 0 0 0 0

Langlopende schulden 0 0 0 0

Kortlopende schulden 360.177 360.177 360.177 360.177

Totaal passiva 858.588 882.682 901.256 930.276

2 De begroting van Jenaplanschool Antonius Abt voor de kalenderjaren 2015 en 2016, passend bij de trendmatige ontwikkeling van de leerlingaantallen, wordt geïntegreerd in de meerjarenbegroting 2015-2019 voor de gehele instelling.

Balans voor de jaren 2014 tot en met 2017

Gehele instelling

Jaarrekening Begroting Begroting Begroting2014 2015 2016 2017EUR EUR EUR EUR

Activa

Vaste activaImmateriële vaste activa 703.487 1.460.717 1.258.607 1.119.313

Materiële vaste activa 48.469.269 51.080.754 46.932.686 42.748.180

Financiële vaste activa 1 1 1 1

Totaal vaste activa 49.172.757 52.541.472 48.191.294 43.867.494

Vlottende activaVoorraden 88.704 89.920 89.920 89.920

Vorderingen 3.205.769 4.303.829 4.303.829 4.303.829

Effecten 0 0 0 0

Liquide middelen 12.190.015 9.661.882 17.635.643 27.137.848

Totaal vlottende activa 15.484.488 14.055.631 22.029.392 31.531.597

Totaal activa 64.657.245 66.597.103 70.220.686 75.399.091

Passiva

Eigen vermogen 44.350.084 47.114.614 50.683.622 55.029.822

Voorzieningen 8.405.614 7.162.568 7.217.143 8.049.348

Langlopende schulden 0 0 0 0

Kortlopende schulden 11.901.547 12.319.921 12.319.921 12.319.921

Totaal passiva 64.657.245 66.597.103 70.220.686 75.399.091

Page 40: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

7 8 7 9

staat van baten en lasten voor de jaren 2014 t/m 2017

Gehele instelling

Jaarrekening Begroting Begroting Begroting2014 2015 2016 2017EUR EUR EUR EUR

BatenRijksbijdragen 80.043.777 90.387.344 91.260.253 91.945.067

Overige overheidsbijdragen en -subsidies 1.525.094 1.238.994 1.238.994 1.238.994

College-, cursus-, les- en examengelden 1.905.484 582.321 582.321 582.321

Baten werk in opdracht van derden 1.856.409 2.464.000 2.464.000 2.464.000

Overige baten 3.127.176 2.684.985 2.684.985 2.684.985

Totaal baten 88.457.940 97.357.644 98.230.553 98.915.367

LastenPersoneelslasten 64.674.156 68.177.400 68.177.400 68.177.400

Afschrijvingen 6.936.075 7.623.658 8.300.178 8.273.800

Huisvestingslasten 6.698.660 6.453.950 6.453.950 6.453.950

Overige lasten 9.789.682 11.813.837 11.813.837 11.813.837

Totaal lasten 88.098.573 94.068.845 94.745.365 94.718.987

Saldo baten en lasten 359.367 3.288.799 3.485.188 4.196.380

Financiële baten en lasten 79.678 54.820 83.820 149.820

Resultaat 439.045 3.343.619 3.569.008 4.346.200

Belastingen 0 0 0 0

Resultaat deelnemingen 0 0 0 0

Resultaat na belastingen 439.045 3.343.619 3.569.008 4.346.200

Aandeel derden in resultaat 0 0 0 0

Nettoresultaat 439.045 3.343.619 3.569.008 4.346.200

Buitengewoon resultaat 0 0 0 0

Totaal resultaat 439.045 3.343.619 3.569.008 4.346.200

Jenaplanschool Antonius Abt

Jaarrekening Begroting Begroting Begroting2014 2015 2016 2017EUR EUR EUR EUR

BatenRijksbijdragen 2.351.709 2.477.740 2.477.740 2.477.740

Overige overheidsbijdragen en -subsidies 0 0 0 0

College-, cursus-, les- en examengelden 0 0 0 0

Baten werk in opdracht van derden 0 0 0 0

Overige baten 63.722 99.500 99.500 99.500

Totaal baten 2.415.431 2.577.240 2.577.240 2.577.240

LastenPersoneelslasten 2.126.922 2.153.900 2.153.900 2.153.900

Afschrijvingen 53.947 46.666 52.186 41.740

Huisvestingslasten 169.408 151.000 151.000 151.000

Overige lasten 135.735 203.800 203.800 203.800

Totaal lasten 2.486.012 2.555.366 2.560.886 2.550.440

Saldo baten en lasten -70.581 21.874 16.354 26.800

Financiële baten en lasten 1.732 2.220 2.220 2.220

Resultaat -68.849 24.094 18.574 29.020

Belastingen 0 0 0 0

Resultaat deelnemingen 0 0 0 0

Resultaat na belastingen -68.849 24.094 18.574 29.020

Aandeel derden in resultaat 0 0 0 0

Nettoresultaat -68.849 24.094 18.574 29.020

Buitengewoon resultaat 0 0 0 0

Totaal resultaat -68.849 24.094 18.574 29.020

2014 2015 2016 2017

Medewerkers:

- Directie/management 2,4 1,85 1,85 1,85

- Onderwijzend personeel 29,2 27,2 27,2 22,5

- Overig personeel 3,1 3,0 3,0 3,0

Totaal 34,7 32,05 30,05 27,35

Aantal leerlingen 586 537 503 454

2014 2015 2016 2017

Medewerkers:

- Directie/management 29,3 29,3 29,3 29,3

- Onderwijzend personeel 572,1 605,1 605,1 605,1

- Overig personeel 327,0 333,0 333,0 333,0

Totaal 928,4 967,4 967,4 967,4

Aantal studenten 11.930 11.930 11.930 11.930

Ontwikkeling medewerkers (in fte) en aantal leerlingen Jenaplanschool Antonius AbtOntwikkeling medewerkers (in fte) en aantal studenten Koning Willem I College

Page 41: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

8 0 8 1

Campus Vlijmenseweg (hoofdlocatie)Vlijmenseweg 25223 GW ‘s-Hertogenbosch

Locatie Onderwijsboulevard 1Onderwijsboulevard 15223 DE ‘s-Hertogenbosch

Locatie MarathonloopMarathonloop 115235 AA ’s-Hertogenbosch

Locatie Rietveldenweg Rietveldenweg 185222 AR ‘s-Hertogenbosch

Locatie Stivako OssGasstraat Oost 125349 AV Oss

Campus OnderwijsboulevardOnderwijsboulevard 35223 DE ‘s-Hertogenbosch

Locatie WeidonklaanWeidonklaan 99-1005223 VL ‘s-Hertogenbosch

Locatie Stadionlaan Stadionlaan 535213 JJ ’s-Hertogenbosch

Locatie Meester VriensstraatMeester Vriensstraat 25246 JS ’s-Hertogenbosch

Jenaplanschool Antonius AbtLocatie Slot Locatie ParkOberon 17 Engelenpark 45221 LT Engelen 5221 AM Engelen

C. BiJlAgen

Bijlage i. locaties

Page 42: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

8 2 8 3

C. BiJlAgen

Bijlage iib. Relevante nevenfuncties leden College van Bestuur

Naam, hoofdfunctie en nevenfuncties

Mevrouw drs. J. Noordijk (voorzitter) • Lid Bestuur Stichting COMBO (werkzaam voor JOB en LAKS)• Lid Bestuur City Change Center ’s-Hertogenbosch• Voorzitter Raad van Toezicht Boschlogie

De heer drs. C. Van Gerven (lid) • Lid Bestuur, penningmeester/secretaris Stichting Innovatie Beroepsonderwijs MBO15• Lid Regiegroep Werkplein EntreonEdit• Lid Bestuur Ondernemerslift+• Voorzitter BBO Brabants BVE Overleg• Lid Onderwijs Pact Brabant Provinciaal Platform voor Arbeidsvraagstukken• Lid Bestuur, penningmeester TechXperience• Lid Bestuur, secretaris Middelbare Vakopleidingen Metaal

C. BiJlAgen

Bijlage iia. Relevante nevenfuncties leden Raad van Toezicht

Naam, hoofdfunctie en/of nevenfuncties Honorering 2014

Zittingstermijn

De heer drs. G.C.M. Mol RA (voorzitter, lid agenda- en remuneratiecommissie) Nevenfunctie:• Penningmeester van de Stichting Activiteiten Lionsclub ’s-Hertogenbosch

€ 6.000 Aftredend per01-07-2015(niet her- benoembaar)

Mevrouw mr. P.P.M. van Reijsen (secretaris, lid agenda- en remuneratiecommissie) Hoofdfunctie: Senior rechter rechtbank Oost-BrabantNevenfuncties:• Secretaris Stichting Kinderdagverblijf De Schaepskooi Oss• Lid Bestuur Stichting Monica Ubbergen• Lid Geschillenadviescommissie Radboud Universiteit (Nijmegen)

€ 5.000 Aftredend per01-01-2018(niet her- benoembaar)

Mevrouw J.M.F. van der Beek (lid RvT) Nevenfuncties:• Voorzitter van de Raad van Toezicht: Matzer theaterproducties• Voorzitter van de Raad van Toezicht: Jeugdzorg Gelderland (tot 01-11-14)• Onafhankelijk voorzitter van het Stedelijk Huurders Platform• Lid bestuur Sociaal Fonds Den Bosch

€ 1.500 Aftredend per18-03-2018(herbenoem-baar)

De heer drs. A.J. de Bruin RA (lid RvT en lid Auditcommissie Financiën) Hoofdfunctie: Audit Partner KPMG Accountants N.V.Nevenfunctie:• Voorzitter stichting Beursvloer ’s-Hertogenbosch e.o.

€ 4.000 Aftredend per20-03-2016(herbenoem-baar)

De heer mr. W.J.J. Louwers AA (lid RvT en lid Auditcommissie Financiën) Hoofdfunctie: Directievoorzitter Rabo Bank ’s-Hertogenbosch e.o. (tot 01-10-2014)Nevenfuncties:• Lid Provinciale commissie Wonen (Brabants Kennisplatform Wonen)• Commissaris Brabant Life Science Seed Fund• Lid Bestuur Health 2 Business• Lid Adviesraad Weenergroep (Sociale werkplaats regio Den Bosch)• Lid Raad van Toezicht Monument Kamp Vught• Lid partnerkern Brabants Orkest• Lid Adviesraad Handicap & Studie (CINOP)• Commissaris Schretlen Vermogensbeheer Amsterdam (tot 01-10-2014)

€ 5.000 Aftredend per01-01-2016(niet her- benoembaar)

De heer ir. G.J.P. van Oosten (lid RvT en voorzitter Commissie Huisvesting) Hoofdfunctie: Directeur Agri, Food & Life Sciences Hogeschool InhollandNevenfuncties:• Lid Raad van Commissarissen Rabobank ’s-Hertogenbosch e.o.• Voorzitter Raad van Commissarissen Agro & Co Kapitaalfonds BV• Lid Ledenraad Vereniging Achmea• Voorzitter Bestuur IJsclub Eindhoven

€ 4.000 Aftredend per01-08-2017(niet her- benoembaar)

De heer prof. drs. W.J.M. Spaan (lid RvT) Hoofdfuncties:• Voorzitter Raad van Bestuur Jeroen Bosch Ziekenhuis te ’s-Hertogenbosch• Hoogleraar medische microbiologie Universiteit Leiden (parttime)Nevenfuncties:• Lid Bestuur Stichting Contacten Bedrijfsleven Universiteit Leiden• Lid Programmacommissie Kwaliteit van Zorg ZonMw• Voorzitter Commissie Veiligheid in de Zorg ZonMw• Lid Commissie Gezondheidszorgonderzoek ZonMw

€ 3.000 Aftredend per20-03-2016(herbenoem-baar)

Page 43: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

8 4 8 5

C. BiJlAgen

Bijlage iii. Jenaplanschool Antonius Abt

Onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het Koning Willem I College ressorteert één school voor primair onderwijs: Jenaplanschool Antonius Abt. Op 1 oktober 2014 was het leerlingaantal 586.

OnderwijsIn het schooljaar 2013-2014 stonden de volgende actiepunten centraal:• Communicatie: er is gestart met het opstellen

en implementeren van een communicatieplan met als doel verbetering/versterking van communicatie school-ouders en school intern. De afronding van dit actiepunt vindt plaats in 2015.

• Rekenen: invoeren nieuwe rekenmethode ‘Alles Telt’.

• Een warm schoolklimaat: het samen werken aan een schoolklimaat waarin kinderen zich op een gelukkige wijze kunnen ontplooien. Inzicht en vaardigheden van het team verhogen en een eenduidige pedagogische aanpak bieden voor kinderen. Een omgeving van geborgenheid, respect, vertrouwen, welbevinden en ontplooiing. Alle teamleden zijn intern geschoold. Vijf teamleden zijn opgeleid tot ‘Happy Coach’ of kindercoach.

• Passend onderwijs/integratieklas: middels een pilot onderzoeken of het haalbaar is te starten

De uitstroompercentages naar havo/vwo en vwo/gymnasium zijn nagenoeg gelijk gebleven. De grootste verschuiving tussen 2012 en 2014 is te zien bij de uitstroom naar vmbo-b (van 0 procent naar 5,9 procent) en vmbo-t/havo (van 33,9 naar 22,3 procent). Dit is te verklaren door de invoering van passend onderwijs: alle kinderen gaan zoveel mogelijk naar regulier basisonderwijs, waardoor een groter deel van de leerlingen uitstroomt naar het vmbo. Om alle leerlingen optimaal te begeleiden werkt de school sinds augustus 2014 met co-teaching (zie toelichting bij Onderwijs).

TeamIn een fijne omgeving met een gelukkige groep is het voor iedereen prettiger leren en werken. Dit is direct van invloed op de leerresultaten van de kinderen. Daarom heeft het team in 2014 de opleiding voor ‘Happy Coach’ gedaan. Een aantal medewerkers volgde de opleiding extern. De rest van het team werd op school in een beperkter aantal bijeenkomsten opgeleid. Ook rondden vier leerkrachten hun Jenaplanopleiding met succes af. In hun meesterproef hebben ze allemaal onderzoek gedaan en een stukje Jenaplan- onderwijs uitgewerkt. Dit komt de kwaliteit in het team ten goede. Sinds de invoering van de functiemix maakte een aantal medewerkers de stap naar vakspecialist. Zij hebben zich verder in een specifiek vakgebied verdiept en helpen collega’s met het onderwijs in dit vakgebied. Het afgelopen jaar zette een aantal medewerkers een volgende stap in hun onderwijscarrière, buiten de school. Hun plekken zijn ingevuld door een aantal enthousiaste nieuwe teamleden.

met een integratiegroep op locatie Park. Na onderzoek, opleiding en een studiereis naar Graz is in augustus 2014 gestart met een vorm van integratie. In een cluster waarin drie groepen samenwerken, wordt gewerkt met co-teaching: elke groep heeft gewoon een eigen groepsleider en er is steeds een extra groepsleider aanwezig voor het hele cluster. Op deze manier krijgen alle kinderen de zorg die ze nodig hebben binnen de omgeving van het eigen cluster. De co-teacher wordt betaald uit een tweejarige subsidie van de gemeente ’s-Hertogenbosch.

Resultaten eindtoets en uitstroomgegevensIn het schooljaar 2013-2014 zijn de schoolvragenlijst (sociaal emotioneel) en het drempelonderzoek (schoolvorderingen) afgenomen. De uitslag van het drempelonderzoek wordt omgezet in een cijfer dat vergelijkbaar is met de CITO-score. De gemiddelde schoolscore voor de school in 2014 was 536,6 bij een landelijk gemiddelde van 535,1.Na afronding van het primair onderwijs stroomde in 2014 0% van de leerlingen door naar vso/praktijkonderwijs; 5,9% naar vmbo-b; 8,8% naar vmbo-k; 8,8% naar vmbo-t; 22,3% naar vmbo-t/havo; 32,1% naar havo/vwo en 22,1% naar vwo/gymnasium.

InspectiebezoekIn december 2014 bezocht de Inspectie van het Onderwijs de school in het kader van een landelijk stelselonderzoek naar de staat van het primair onderwijs in Nederland. Het bezoek verliep buitengewoon prettig. De inspectie was zeer goed geïnformeerd, (positief ) kritisch en zeer betrokken. Er vonden klassenbezoeken plaats en gesprekken met groepsleiders, intern begeleiders en directie. Het uitgebrachte rapport is positief. Aandachtspunten zijn de manier van zelfevaluatie; de afgenomen interne audit bleek te mager van opzet. Een volgende keer moeten de kwaliteitsaspecten die de inspectie hanteert op een vollediger wijze in kaart gebracht worden.

Defusie Het afgelopen jaar evalueerden het College van Bestuur en de directie van Antonius Abt tien jaar Jenaplanschool Antonius Abt binnen het Koning Willem I College. Daarbij werd geconcludeerd dat de samenwerking niet heeft gebracht wat er bij de start van werd verwacht en dat de school beter zelfstandig verder kan gaan. De directie van de school is op basis hiervan aan de slag gegaan om in kaart te brengen wat de school nodig heeft en hoe dat gerealiseerd kan worden. Uitgangspunt is dat Antonius Abt en het Koning Willem I College in de komende jaren gaan defuseren. Antonius Abt zal als zelfstandige school samenwerking zoeken met andere partners of als onderdeel van een ander bestuur verder gaan.

Kijk voor meer informatie over de onderwijsont-wikkelingen bij Jenaplanschool Antonius Abt op: www.antoniusabt.nl.

2010   2011   2012   2013   2014  

Totaal   582   607   599   587   586  

0  

100  

200  

300  

400  

500  

600  

700  

Totaal  aantal  leerlingen  Antonius  Abt  -­‐  peildatum  1  okt  

Uitstroombestemming 2010 2011 2012 2013 2014

Vso/praktijkonderwijs 0,0 0,0 0,0 1,4 0,0

Vmbo-b 2,3 0,0 0,0 1,4 5,9

Vmbo-k 9,0 0,0 8,0 5,8 8,8

Vmbo-t 6,8 5,5 0,0 8,6 8,8

Vmbo-t/havo 36,5 34,5 33,9 29,0 22,3

Havo/vwo 20,4 45,5 33,7 32,2 32,1

Vwo/gymnasium 25,0 14,5 24,4 21,6 22,1

Uitstroomgegevens Jenaplanschool Antonius Abt

Totaal aantal leerlingen Antonius Abt - peildatum 1 okt

Page 44: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

8 6 8 7

C. BiJlAgen

Bijlage iv. verantwoording taal en rekenen

Activiteiten Nederlands en/of

rekenen

Aantal bereikte deelnemers

Aantal bereikte

personeels-leden

Hieraan bestede

middelen

A. Aanpassing in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op de intensivering van het taal- en rekenonderwijs

Applicatiebeheerder en taal de baas / instellingbeheer Studiemeter (Deviant)

NL + R n.v.t. n.v.t. € 9.888

Subtotaal A € 9.888

B. Toetsing van deelnemers

Afname intaketoets alle eerstejaars; voortgangstoets voor ouderejaars

R 3340 intake en 342 voortgang. Totaal: 3682

n.v.t. € 11.046

Afname intaketoets alle eerstejaars; voortgangstoets voor ouderejaars

NL 2749 intake en 375 voortgang. Totaal: 3124

n.v.t. € 9.372

Afname centrale examens (gegevens 2013) NL + R Minstens 2335 + 1823 = 4158

n.v.t. € 34.556

Subtotaal B € 54.974

C. Extra onderwijstijd

Extra lessen Nederlands, 25% van totale aantal NL 12.000 n.v.t. € 752.522

Rekenen R 12.000 n.v.t. € 623.917

Ondersteuningslessen door Educatie NL + R Ongeveer 400 n.v.t. € 162.383

Coördinatie ondersteuningslessen NL + R n.v.t. Ongeveer 15 € 14.563

Subtotaal C € 1.553.385

D. Nieuwe of aangepaste faciliteiten

Taalcoach op elke afdeling NL n.v.t. Minimaal 22 € 126.720

Rekencoach op elke afdeling R n.v.t. Minimaal 22 € 84.480

Zomerschool (leraren) NL + R 30 n.v.t. € 3.500

Subtotaal D € 214.700

Activiteiten Nederlands en/of

rekenen

Aantal bereikte deelnemers

Aantal bereikte personeelsleden

Hieraan bestede middelen

E. Professionalisering van leraren en overige functionarissen op het gebied van taal en rekenen

E1. Professionalisering van leraren

Lidmaatschap taalcoach academie NL n.v.t. 25 € 1.150

Training rekendidactiek JSTA R n.v.t. 20 € 5.085

Training rekendidactiek Fontys R n.v.t. 3 € 2.000

Training professionele gecijferdheid R n.v.t. 2 € 1.333

Subtotaal E1 € 7.768

E2. Professionalisering van overige functionarissen

Vijf cursussen à 10 uur NL n.v.t. 60 € 2.400

Themawerkgroepen R n.v.t. 19 (2013-2014)16 (2014-2015)

€ 67.200

Themawerkgroepen NL n.v.t. 35 (2013-2014)21 (2014-2015)

€ 107.520

Subtotaal E2 € 177.120

Activiteiten ter ondersteuning van A tot en met E

Verantwoording 2013 NL + R n.v.t. n.v.t. € 2.400

Bijhouden landelijke ontwikkelingen NL n.v.t. n.v.t. € 4.800

AVO-overleg en ander ondersteunend overleg NL + R n.v.t. n.v.t. € 12.000

Deelname gemeentelijke taalbeleidgroep NL n.v.t. n.v.t. € 3.210

Administratie/mails/telefoon NL + R n.v.t. n.v.t. € 9.600

Update voor rekencoördinator R n.v.t. n.v.t. € 2.400

Secretariële ondersteuning NL + R n.v.t. n.v.t. € 13.920

Coördinatie door beleidsmedewerkers n.v.t. n.v.t. € 114.966

Inleenleraren NL + R n.v.t. n.v.t. € 65.280

Subtotaal ondersteuning € 228.576

TOTAAL € 2.246.411

Page 45: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

8 8 8 9

Aansluitend bij de wettelijke regels die gelden voor bekostiging van beroepsonderwijs hanteert Koning Willem I College als uitgangspunt dat de prestatie die Koning Willem I College levert (het verzorgen van onderwijs) in verhouding staat tot de tegenprestatie van het ministerie van OCW (beschikbaar stellen van bekostiging). De notitie ‘Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie’ (2004) noemt acht aan bekostiging gerelateerde thema’s. Onderstaand wordt per thema aangegeven hoe Koning Willem I College hier invulling aan geeft.

1. uitbesteding onderwijs

OSLO (Schoen-, Lederwaren en Orthopedie)De opleidingen OSLO (Schoen-, Lederwaren en Orthopedie) heeft Koning Willem I College sinds oktober 2000 uitbesteed aan de Stichting Vakopleidingen voor de Gezondheidstechnische Beroepen en Ambachten (SVGB). De uitoefening van de aan Koning Willem I College bij wettelijk voorschrift opgedragen taken en bevoegdheden met betrekking tot de opleidingen in de schoen-, lederwaren en orthopedie, wordt conform artikel 9.1.5, lid 3 van de WEB exclusief opgedragen aan het bestuur van SVGB. De uitvoeringslocatie is gelegen in Utrecht. Het Koning Willem I College blijft volledig verantwoordelijk voor deze deelnemers en is met SVGB een overeenkomst van opdracht aangegaan.

Toerisme & RecreatieEen uitbestedingsvariant betreft de samenwerking van Koning Willem I College met het regionaal bedrijfsleven op het terrein van Leisure & Hospitality en Toerisme. Bij de opleidingen Leisure & Hospitality, Reizen en Frontofficemedewerker wordt een gedeelte van het onderwijs uitgevoerd door Cosmo Entertainment. De afdeling Toerisme & Recreatie waarin deze opleidingen worden uitgevoerd, is gevestigd op de hoofdlocatie van het Koning Willem I College te ’s-Hertogenbosch. In het uitbestedingscontract is opgenomen dat het onderwijsprogramma, de huisvesting en de uitvoering van het onderwijs door het Koning Willem I College worden bepaald. Daarnaast is in het contract het door het Koning Willem I College uitgevoerde toezicht op de kwaliteit geregeld.

OpleidingsbedrijvenHet Koning Willem I College heeft met enkele opleidingsbedrijven een samenwerkingsover-eenkomst afgesloten op grond waarvan een gedeelte van het bekostigd onderwijs wordt uitbesteed. Deze samenwerkingsovereenkomsten betreffen de volgende opleidingsbedrijven en opleidingsbranches.

Opleidingsbedrijf IWZ• Opleidingen installatiebranche

Opleidingsbedrijf Schilders^Cool en STUC• Opleidingen schildersbranche• Opleidingen stukadoorsbranche

Stichting MVM• Opleidingen metaalbranche

De totale kosten voor uitbesteding bedroegen in 2014 € 2.059.102.

2. investeren van publieke middelen in private activiteitenVolgens de notitie Helderheid betreft het hier situaties waarin de rijksbijdrage wordt ingezet in een privaatrechtelijke rechtspersoon, of waarin publieke middelen anderszins worden geïnvesteerd in private activiteiten die niet behoren tot de kerntaak van de instelling. In 2014 was er binnen het Koning Willem I College geen sprake van situaties (projecten of opleidings-activiteiten) waarbij sprake is van vermenging van publieke en private middelen.

3. het verlenen van vrijstellingenStudenten konden in 2014 bij Koning Willem I College op basis van eerder verworven kwalificaties (EVK) vrijstelling krijgen voor delen van een opleiding. De gehanteerde procedures zijn opgenomen in het Examenreglement Koning Willem I College. Bij volledige vrijstelling wordt een student ingeschreven als examendeelnemer. In geval de student nog diverse onderwijsonderdelen moet volgen alvorens tot diplomering te komen, wordt hij/zij voor de benodigde duur ingeschreven als onderwijsdeelnemer.

4. les- en cursusgeld niet betaald door de student zelfIn 2014 hebben geen les- of cursusgeldbetalingen door Koning Willem I College vanuit de reguliere bekostiging plaatsgevonden. Wel zijn voor specifieke gevallen betalingen gedaan door de Stichting Steunfonds Mathias Wolff, een aparte stichting op basis van private middelen. In geval van betaling van het cursusgeld door derden is een zogeheten derdengeldmachtiging van de deelnemer voorhanden.

5. in- en uitschrijving en inschrijving van studenten in meer dan één opleiding tegelijkVoor het in- en uitschrijven vlak voor, respectievelijk na, een teldatum hanteert Koning Willem I College strikte interne regels die voldoen aan de bekostigingsvoorwaarden die het ministerie van OCW hanteert. In aansluiting hierop geeft het college in onderstaande overzichten

gespecificeerd achtereenvolgens weer:1. Overzicht van studenten die relatief snel na

1 oktober 2014 de instelling met of zonder diploma verlieten.

2. Overzicht van de uitstroomredenen van studenten die uitstroomden zonder diploma. Sporadisch is bekend bij welke instelling een deelnemer die bij Koning Willem I College wordt uitgeschreven, zich vervolgens inschrijft. Wat betreft de bekostiging van deelnemers hanteert Koning Willem I College de wettelijk bepaalde regels in deze.

3. Overzicht van studenten die tijdens het schooljaar 2013-2014 van opleiding veranderden, met of zonder diploma.

4. Overzicht met de uitstroomreden van studenten die zonder diploma van opleiding veranderden.

5. Overzicht van studenten waarvoor onderwijs in de geïntegreerde trajecten educatie-beroepsonderwijs werd verzorgd.

C. BiJlAgen

Bijlage v. notitie helderheid

Overzicht van studenten die relatief snel na 1 oktober 2014 de instelling verlieten (meetperiode: 1 oktober 2014 tot en met 31 december 2014)

Uitgestroomde studenten

Studenten die gediplomeerd uitstroomden uit het college 141

Studenten die hun certificaat behaalden 0

Studenten die doorstroomden naar het hbo 0

Studenten die uitstroomden zonder een diploma behaald te hebben op het college 90

Totaal 231

Overzicht van uitstroomredenen van studenten die uitstroomden zonder diploma (meetperiode: 1 oktober 2014 tot en met 31 december 2014)

Uitstroomredenen studenten zonder diploma

(Ander) werk 2

Bpv-plaats is ontbonden (i.v.m. ontslag) 7

Gekozen beroepsrichting valt tegen 21

Kwaliteit van de lessen is onvoldoende 1

Onvoldoende resultaten/vorderingen 7

Persoonlijke omstandigheden 50

Overlijden 1

Overig 1

Totaal 90

Page 46: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

9 0 9 1

Overzicht van studenten die tijdens het schooljaar 2013-2014 van opleiding veranderden

Studenten die tijdens schooljaar 2013-2014 van opleiding veranderden

Met diploma 781

Zonder diploma 719

Totaal 1.500

Overzicht van doorstroomredenen van studenten zonder diploma

Doorstroomredenen studenten zonder diploma

(Ander) werk 56

Bpv-plaats is ontbonden (i.v.m. ontslag) 6

Er is geen bpv-overeenkomst afgesloten 9

Geen passend (vervolg)opleidingsaanbod 2

Gekozen beroepsrichting valt tegen 427

Kwaliteit van de begeleiding op school is onvoldoende 1

Kwaliteit van de lessen is onvoldoende 7

Onvoldoende arbeidsmarktperspectief 2

Onvoldoende resultaten/vorderingen 53

Onvoldoende vooropleiding 1

Persoonlijke omstandigheden 81

Stroomt door naar lager/hoger niveau 18

Studie is te moeilijk 115

Verstrijken overeengekomen opleidingstermijn 1

Wordt examendeelnemer 2

Totaal 781

Overzicht van studenten in geïntegreerde trajecten educatie-beroepsonderwijs

Peildatum 01-10-2013 01-10-2014

Vavo, gecombineerd met een bol-opleiding 0 0

Vavo, gecombineerd met een bbl-opleiding 0 0

Educatie, gecombineerd met een bol-opleiding 0 0

Educatie, gecombineerd met een bbl-opleiding 0 0

Totaal 0 0

Overzicht van studenten die tijdens het schooljaar 2013-2014 van leerweg veranderden (meetperiode:1 oktober 2013 tot 1 oktober 2014)

Zonder diploma Met diploma Totaal

Van bol naar bbl 146 64 210

Van bbl naar bol 36 9 45

Overzicht van studenten die in 2014 gediplomeerd zijn met de vermelding of binnen het Koning Willem I College een eerder diploma behaald is

Aantal gediplomeerden in 2014 waarvan met een eerder diploma op

een lager niveau hetzelfde niveau een hoger niveau

3678 583 81 11

6. de student volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschrevenIn onderstaande overzichten geeft het college de volgende gegevens gespecificeerd weer:1. Overzicht van studenten die tijdens het

schooljaar 2013-2014 van leerweg veranderden, met of zonder diploma.

2. Overzicht van studenten die in 2014 gediplomeerd zijn met de vermelding of binnen het Koning Willem I College een eerder diploma3 behaald is.

Het komt voor dat studenten van Koning Willem I College in individuele gevallen gedurende een opleiding willen overstappen naar een andere opleiding. Via gerichte loopbaanbegeleiding en een breed opleidingenaanbod kunnen de meesten van hen ingeschreven blijven waardoor voortijdige schooluitval wordt voorkomen. Koning Willem I College ziet er in haar inschrijvingsprocedure op toe dat een student alleen ingeschreven staat in de opleiding die hij/zij daadwerkelijk volgt.

7. Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijvenOok in 2014 organiseerde het Koning Willem I College voor een aantal bedrijven

maatwerktrajecten. Het Koning Willem I College voldeed daarbij aan de eisen die de wetgever aan bbl-trajecten stelt. Incidenteel betaalt een bedrijf of een andere organisatie een additionele bijdrage voor extra activiteiten, waaronder materiaalkosten of extra ondersteuning. Modderkolk Projects & Maintenance BV, Road2Work BV, Cofely Refrigeration, Kemkens Gasservice B.V. zijn de vier bedrijven met de grootste omvang aan extra activiteiten. Maatwerktrajecten in de hiervoor genoemde zin zijn gericht op deelname aan een in het centraal register beroepsopleidingen (crebo) geregistreerde opleiding met het oogmerk het traject met succes af te ronden. In 2014 namen in totaal 103 studenten deel aan maatwerktrajecten.

8. Buitenlandse studenten en onderwijs in het buitenlandKoning Willem I College verzorgt alleen onderwijs in Nederland. Buitenlandse studenten die hier rechtmatig verblijven en voldoen aan de inschrijfvoorwaarden, worden voor bekostiging in aanmerking gebracht. Regelmatig lopen studenten van Koning Willem I College stage in het buitenland. Daar waar mogelijk worden subsidies aangevraagd en ingezet ter dekking van de verblijfskosten.

3 Indien in het kalenderjaar 2014 meerdere diploma’s behaald zijn, wordt slechts één diploma voor bekostiging in aanmerking gebracht.

C. BiJlAgen

Bijlage v. notitie helderheid

Het Koning Willem I College garandeert dat studenten niet in meer dan één opleiding tegelijkertijd staan ingeschreven.

Page 47: Jaarverslag 2014 in pdf

J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h J a a r v e r s l a g 2 0 1 4 • K o n i n g W i l l e m I C o l l e g e ’ s - H e r t o g e n b o s c h

9 2 9 3

Aoc Agrarisch opleidingscentrumBapo Bevordering arbeidsparticipatie ouderenBbl Beroepsbegeleidende leerweg (werkend leren)Bbo Beroepsbegeleidend onderwijsBol Beroepsopleidende leerweg (dagonderwijs met praktijkstages)BPM Business Process ManagementBpv Beroepspraktijkvorming (stage)BVE Beroepsonderwijs en volwasseneneducatieGGZ Geestelijke gezondheidszorgHavo Hoger algemeen vormend onderwijsISK Internationale Schakel KlassenJOB Jongeren Organisatie BeroepsonderwijsJuvans Organisatie voor Maatschappelijk Werk en DienstverleningLB, LC, LD Salarisschalen voor lerarenOCW Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Po Primair onderwijsPro PraktijkonderwijsRMC Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlatenRoc Regionaal opleidingscentrumSW Sociale WerkvoorzieningUWV Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (voorheen Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), daarvoor Arbeidsbureau)Vavo Voortgezet algemeen volwassenenonderwijsVmbo Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijsVmbo-b-k-t Leerwegen in het vmbo: basis, kader, theoretischVo Voortgezet onderwijsVso Voortgezet speciaal onderwijsVsv Voortijdig schoolverlatenVwo Voorbereidend wetenschappelijk onderwijsWEB Wet educatie en beroepsonderwijs

veRKlARende wooRdenliJsT

Page 48: Jaarverslag 2014 in pdf

Postbus 122

5201 AC ’s-Hertogenbosch

073 6249624

Bezoekadres: Vlijmenseweg 2

5223 GW ‘s-Hertogenbosch

www.kw1c.nl

College van Bestuur:

Drs. J. Noordijk, voorzitter College van Bestuur

Drs. C.L.E.M. van Gerven, lid College van Bestuur

15 juni 2015