Jaarverslag 2013 - contourdetwern.nl...Social media zijn belangrijk in het contact met jongeren....
Transcript of Jaarverslag 2013 - contourdetwern.nl...Social media zijn belangrijk in het contact met jongeren....
1
Colofon:
uitgave ContourdeTwern
april 2014
Voor meer informatie:
Floor van Berkel
p/a Veemarktstraat 39,
5038 CT Tilburg
telefoon 013-5430140
website www.r-newt.nl
e-mail @r-newt.nl
Vooraf
De inhoudelijke verantwoording van R-Newt bevat drie onderdelen: het
jaarverslag, de accountgesprekken (zie de paragraaf over de kwaliteitsbor-
ging van personeel) en de accountantscontrole op inhoud.
De accountgesprekken vinden plaats per gebied (Noord, Oud-Noord, West,
Zuid, Binnenstad, Reeshof en Berkel-Enschot/Udenhout). Deelnemers zijn
wijkregisseurs, omgevingsmanager(s), contractambtenaar en manager R-
Newt, betrokken coördinator en medewerkers R-Newt van dat gebied. In
deze gesprekken bespreken we de voortgang op het subsidieverzoek en
licht elke medewerker toe waaruit zijn werkzaamheden bestaan en wat de
actuele stand van zaken is.
In dit jaarverslag geven we op hoofdlijnen de resultaten weer die we in
2013 hebben bereikt. Deze resultaten vloeien voort uit het Programma van
Eisen van de gemeente Tilburg, het subsidieverzoek en de beschikking Pre-
ventief jongerenwerk en R-Newt+ (inclusief klanttevredenheid). Vanaf pagi-
na 7 gaan we dieper in op de trends, afwijkingen en actuele ontwikkelingen.
Ons enthousiaste team heeft zich in 2013 ontwikkeld en verbeterd. We he-
ten niet voor niets R-Newt -renewed-: we vernieuwen en blijven zoeken
naar wat ons werk scherper en beter maakt. Ook in 2014!
Jaarverslag 2013
Social media zijn belangrijk in het
contact met jongeren. Iedere jonge-
renwerker van R-Newt heeft één of
meerdere social media accounts.
Facebook en Twitter worden het
meest gebruikt: gemiddeld aantal
volgers/vrienden per account is 350
(voornamelijk jongeren, maar ook
netwerkpartners, zoals politie en
gemeente).
www.r-newt.nl is 15.193 keer bezocht door 10.041
bezoekers. Die klikten 85.169 keer
door naar een pagina, waar ze ge-
middeld 3,10 min. bleven. 63,37%
bezocht de site voor het eerst.
2
jaarverslag 2013
Om de inzet van R-Newt zo duidelijk
mogelijk te maken, hangen we onze
interventies op aan vier pijlers: Pre-
sent werken, Veiligheid in de open-
bare ruimte, Talentbenadering en
Zorg (empower- ment).
Present werken
Werken vanuit presentie is een be-
langrijke pijler van R-Newt. Vanuit
present werken wordt in de eerste
plaats een relatie aangegaan. Pas
als je de ander als persoon kent,
kun je bepalen wat je voor de ander
kunt betekenen. Er is dus geen
vooropgezet plan met betrekking
tot wat je voor de ander kan doen.
De jongerenwerker neemt present
werken als uitgangspunt van de
manier waarop hij zijn werk doet.
De jongerenwerker is aandachtig en
toegewijd naar de jongere toe, leert
te zien wat er bij de ander op het
spel staat en begrijpt wat er in die
situatie gedaan kan worden met en
voor de ander. Dit doet de jonge-
renwerker met gevoel voor subtili-
teit, vakmanschap, praktische wijs-
heid en gepassioneerde, loyale be-
trokkenheid (Andries Baart). Pre-
sent werken betekent ook dat de
jongerenwerker zichtbaar aanwezig
is op de plekken waar de jongeren
zijn. Dus: op straat, bij een activi-
teit of in de ontmoetingsruimte in
het buurtcentrum.
Veiligheid in de openbare ruimte
De veiligheidspijler is erop gericht
om de subjectieve veiligheid (het
veiligheidsgevoel dat mensen heb-
ben) in wijken te beïnvloeden. In dit
verband gaat het om jongerenpro-
blematiek.
R-Newt zet in op de subjectieve vei-
ligheid door de integrale aanpak die
ze samen uitvoert met politie en de
gemeente Tilburg. R-Newt is hierin
de partner die vaak de juiste actue-
le straatinformatie kan geven.
R-Newt is sterk in preventief
werk: we kennen vele groepen
rondhangende jongeren in de wij-
ken van Tilburg en hebben daar
goede contacten mee. Dat zorgt er-
voor dat groepen aanspreekbaar
zijn op de momenten dat er sprake
is van overlast. Ook wanneer er
sprake is van overlast hebben wij
onze interventies. Inzet richt zich
zowel op jongeren als op buurtbe-
woners en ouders.
Talentbenadering
R-Newt richt zich op wat jongeren
wel kunnen in plaats van op wat al-
lemaal fout gaat. Van daaruit krijgt
R-Newt jongeren weer aan de slag.
De talentbenadering zet in op een
actieve houding van jongeren. Jon-
geren worden gestimuleerd om mee
te doen aan de maatschappij en
worden gekneed tot zelfstandige
ondernemende volwassen burgers.
Vanuit de talentbenadering bete-
kent meedoen ook: iets bijdragen
aan de (leef-)omgeving. Dit is niet
altijd wijkgericht, het kan ook ste-
delijk georiënteerd zijn.
Zorg (empowerment)
De zorgpijler van R-Newt is er uit-
drukkelijk niet om de rol van de
hulpverlener of frontlijnprofessional
over te nemen. Door onze kennis en
kunde te concentreren en in te zet-
ten ten behoeve van de jongeren in
de wijken, menen we een interven-
tie in handen te hebben waarmee
we ervoor kunnen zorgen dat we in
een vroeg stadium risico’s en pro-
blemen kunnen opsporen en bij de
juiste persoon in de keten kunnen
neerleggen.
Daarbij gaan we uit van de eigen
kracht van de jongere (en ouders!)
en empoweren we het oplossings-
vermogen van jongeren. Het is na-
melijk de bedoeling dat jongeren de
tools in huis krijgen om het zelf te
kunnen redden in de maatschappij
R-Newt in het kort: Vier pijlers
Werken vanuit presentie is een be-
langrijke pijler van R-Newt. Vanuit
present werken wordt in de eerste
plaats een relatie aangegaan. Pas
als je de ander als persoon kent,
kun je bepalen wat je voor de ander
kunt betekenen.
3
Intensiteit Aantal
jongeren
%
Incidenteel
Contacten met jongeren die
we monitoren op straat
(presentie)
Jongens 2500 3349 59% Licht
Zwaar
Meisjes 849
Structureel
Contact met jongeren waarbij
R-Newt actief interventies in-
zet (Empowerment, veiligheid,
talentbenadering)
Jongens 1368 2059 36%
Meisjes 691
Intensieve ondersteuning
Complexere toeleidingstrajec-
ten (meervoudige problema-
tiek)
Jongens 183 293 5%
Meisjes 110
Totaal 5701 100%
Tabel 1. Bereik uitgesplitst naar intensiteit
Bereik
Een van de resultaten van R-Newt
is om 80% van de risicojongeren te
bereiken en te weten wat er speelt
bij de risicojongeren.
Jongerenwerk bereikt jongeren op
verschillende manieren. Zo voert
R-Newt ambulant werk (straatwerk)
uit waarbij ze op jongeren afstapt
die rondhangen in de openbare
ruimte.
Deze inzet is vooral preventief. Uit
Jongeren in Beeld kunnen we infor-
matie halen over ons bereik: we be-
reiken jongeren op incidentele ba-
sis. Met de risicojongeren werken
we motiverend en leggen we struc-
tureler contact. We empoweren hen
in groepen zodat ze mogelijkheden
krijgen/leren om verder te komen.
De jongeren die meer ondersteu-
ning nodig hebben, krijgen een on-
dersteuningstraject, de meest in-
tensieve vorm van interveniëren bij
R-Newt. We richten ons erop om
jongeren zoveel mogelijk zelf de re-
gie in handen te geven. In tabel 1 is
te zien dat de meeste jongeren op
incidentele basis worden bereikt
(59%). 6% van de jongeren krijgt
intensieve ondersteuning. Relatief
gezien gaat daar de meeste aan-
dacht naartoe. Wat opvalt is dat we
aanzienlijk meer jongens bereiken
dan meiden.
Algemene resultaten
R-Newt werkt met een registratie-
systeem waarin wordt gemonitord
met welke jongeren we werken, met
wie we samenwerken rondom deze
jongeren, hoe ze samenkomen in
groepen en nog veel meer.
In dit hoofdstuk noemen we getal-
len die kunnen conflicteren met ge-
tallen die in het subsidieverzoek
2014 zijn genoemd. De getallen ge-
noemd in het subsidieverzoek zijn
voorlopige getallen op basis van
eerste berekeningen.
Instroom/nieuwe aanwas
Jaarlijks komen we in contact met
nieuwe jongeren waar we op inci-
dentele, structurele of intensieve ba-
sis mee aan de slag gaan. Van de
jongeren op structurele en intensie-
ve basis hebben we een dossier op
naam in ons registratiesysteem
staan. We monitoren de jongeren,
maken een analyse van de risicofac-
toren, maken een plan van aanpak.
Zo gaan we resultaatgericht aan de
slag. In tabel 2 laten we zien wat de
afgelopen jaren de nieuwe instroom
is geweest van jongeren die we op
structurele of intensieve basis heb-
ben ondersteund. De groepen die we
monitoren of incidenteel bereiken,
laten we in deze tabel dus buiten be-
schouwing.
In 2012 zien we een relatief hoog
aantal nieuwe dossiers. In dat jaar
zijn we volledig gebruik gaan maken
van JIB. De papieren bestanden zijn
daarbij ook meegenomen in het sys-
teem. Deze inhaalslag verklaart dit
hoge aantal nieuw dossiers.
Jaar Aantal nieuwe dossiers
(structurele en intensieve contacten)
2011 1359
2012 2613
2013 1295
2014 694 (van 1-1-’14 tot 1-4-2014)
Tabel 2. Nieuwe instroom
4
jaarverslag 2013
Inzet preventief jongerenwerk
In 2013 heeft R-Newt hard gewerkt:
We hebben actief ingezet op 282 meldingen van overlast.
We kennen 2352 jongeren bij naam.
We kennen 112 ouders bij naam.
We hebben 170 jeugdgroepen in beeld.
We monitoren 408 locaties in de stad.
We hebben 11.676 keer de ontmoetingsplekken bezocht. Daarbij hadden
we 2986 keer contact met meiden en 15.445 keer contact met jongens.
We organiseerden 457 keer een interventie om aan te sluiten bij groe-
pen jongeren (niet op straat, wel present werk zoals OPEN)
We organiseerden (of ondersteunden jongeren bij het organiseren van)
611 bijeenkomsten gericht op groepsmatig werken volgens de talentbe-
nadering zoals Grab the Mic, R-Sport en Studio Hartwerk.
Inzet bij zorgen en ondersteuningsvragen
In de beschikking 2014 hebben we met de gemeente Tilburg afgesproken
dat we onderscheid maken in twee soorten van ondersteuningsbehoefte, die
ook overeenkomen met de praktijk: we maken ons zorgen of er is sprake
van een ondersteuningsvraag. Dit is ook de insteek geweest voor 2013,
alleen hanteerden we daarbij andere termen. Vooruitlopend op volgende ja-
ren, gebruiken we in deze rapportage de termen zoals genoemd in de be-
schikking 2014.
Een zorg is een vermoeden van het
bestaan van een of meerdere com-
plexe problemen bij een jongere op
het gebied van mentale gezondheid,
de thuissituatie, school of werk.
Zorgen kunnen worden gesignaleerd
door jongerenwerkers of door net-
werkpartners. De jongere of ouder
hoeft zichzelf nog niet bewust te zijn
van hun eigen zorgwekkende situa-
tie.
Een ondersteuningsvraag is een
vraag om hulp die komt van de jon-
gere zelf of van een van de ouders
(of een partner zoals school). Het
jongerenwerk pakt deze vraag in
principe vanuit de eigen kracht van
de jongere op.
Wezenlijk verschil tussen je zorgen
maken en een vraag voor hulp krij-
gen is dat er bij het uiten van een
ondersteuningsvraag een motivatie/
startpunt bij de jongere of ouders
zelf ligt. Dat zorgt ervoor dat de
vraag opgepakt kan worden. Onder-
steuningsvragen worden pas een
zorg wanneer een partner of de jon-
gerenwerker zich zorgen gaat ma-
ken om de ondersteuningsvraag en
meer intensieve inzet nodig is.
Een ander verschil is dat een onder-
steuningsvraag concreet wordt
neergelegd. Een aanloop van pre-
sent werken is niet nodig, we kun-
nen meteen aan de slag. Een zorg
komt pas naar boven als je present
bent. We leiden pas toe wanneer de
zorg intern is geformuleerd en be-
sproken met de jongere (en ou-
ders).
Een voorbeeld van een zorg: Een
meisje van 15 vertoont grensover-
schrijdend gedrag op seksueel vlak.
Ouders hebben het niet in de gaten
en het meisje vindt haar gedrag niet
verkeerd: we maken ons zorgen.
Een voorbeeld van een ondersteu-
ningsvraag is: ik wil graag leren hoe
ik DJ word.
Qua intensiteit zijn ondersteuningsvragen lichter van aard dan de zorgen
die we signaleren. Met de gemeente Tilburg is afgesproken dat we alle zor-
gen oppakken. Wanneer een jongerenwerker zich zorgen maakt over een
jongere, wordt deze zorg besproken in een intern casusoverleg. Aan de
hand daarvan bepalen we of er een signaal wordt afgegeven in ZvJ of
wordt ingebracht in wijkZAT/buurtregie/VHT of dat hij direct wordt doorge-
leid naar de professionals van de frontlinie of de tweede lijn.
Uit het registratiesysteem blijkt dat we 57% van de ondersteuningsvragen
kunnen oppakken in de eigen omgeving van de jongere. Wij zorgen daarbij
niet voor de oplossing maar werken aan de eigen kracht zodat de jongere
zelf aan de slag kan, samen met zijn sociale netwerk.
Intensiteit Aantal
jongeren
%
Licht
Zwaar
Ondersteuningsvragen van de jongere
zelf opgelost met inzet in de eigen om-
geving (eigen kracht)
376 57%
Ondersteuningsvragen vanuit een ande-
re instantie (afschalen)
70 11%
Ondersteuning met inzet van andere in-
stanties (opschalen)
104 16%
Zorgen ingebracht in netwerken 83 13%
Zorgen gesignaleerd in Zorg voor Jeugd
30 4%
Totaal 663 100%
Tabel 3 Lichte tot zware inzet bij ondersteuningsvragen en zorgen
De meeste zorgen hebben betrekking op onderwijs (23%) en gezondheid (20%),
verslaving, seksualiteit, fysieke gezondheid en mentale gezondheid).
5
Inzet R-Newt+
In 2013 zette R-Newt+ 3 fte in en werkte daarbij volgens
de afgesproken interventies: de R-Newt+ aanpak
(waarvan de quickscans een onderdeel zijn), Mate(n) van
de Straat en trainingen.
Resultaten 2013
Aantal keer mate(n) van de straat als methode
ingezet
3
Aantal quickscans 10
Aantal verzorgde trainingen (aan preventieteams,
buurtbewoners en politie).
15
Gemiddelde klanttevredenheid van de trainingen 8,5
De kracht van R-Newt+:
Heeft stedelijk zicht op groepen
jongeren ook door wekelijks
mee te lopen met de ver-
schillende R-Newt straatwer-
kers.
Is snel en flexibel inzetbaar
vanuit centrale sturing en
coördinatie.
Heeft een groot en relevant net-
werk zowel met de zorg als
met de repressief georiën-
teerde partners (zoals politie).
Kent de mogelijke interventies
t.a.v. de fysieke omgeving, de
groep en het individu.
Heeft analyserend vermogen en
kennis van jongerenoverlastsitu-
aties en verbindt nieuwe lan-
delijke inzichten t.a.v. jeugd-
groepen aan de dagelijkse
praktijk in Tilburg.
Biedt de mogelijkheid om ’s
avonds tot middernacht en in
het weekend te werken.
Ontwikkelt een eigen methodiek
als er een ‘gat’ in de aanpak
wordt geconstateerd. Daarbij
maakt R-Newt+ slim gebruik
van bestaande onderzoeksresul-
taten en bestaande interventies
die worden gekoppeld aan de
praktijk.
Vernieuwing handleiding
De gemeente Tilburg heeft een ver-
nieuwde handleiding voor de aan-
pak van jeugdgroepen opgesteld.
Zowel op managementniveau als op
uitvoerend niveau heeft R-Newt+
aan deze handleiding haar bijdrage
geleverd. De manager van R-Newt
zit in de stuurgroep aanpak jeugd-
groepen, waar de handleiding be-
sproken is. Daarnaast is het R-
Newt+ team met regelmaat be-
vraagd door de coördinator jeugd in
2013 om input te leveren.
Mate(n) van de Straat
Aanhoudende overlastsituaties vra-
gen een extra inzet vanuit het net-
werk. Om dergelijke situaties aan te
pakken, moeten alle partijen dezelf-
de kant op werken en doen waar ze
goed in zijn. Om dit laatste te be-
werkstelligen heeft R-Newt+ de
werkwijze Mate(n) van de Straat
ontwikkeld. De werkwijze moet ge-
zien worden als aanvulling op de
Bekeshort list methodiek.
6
“Met grote interesse en bewonde-
ring heb ik ‘Mate(n) van de straat’
gelezen. Allereerst mijn complimen-
ten voor de degelijkheid en zorgvul-
digheid waarmee jullie deze metho-
diekbeschrijving hebben geschre-
ven. Heel helder, ik denk ook voor
leken die minder goed thuis zijn in
de materie. Knap! Maar het is ook
voor lezers die meer ingewijd zijn in
de thematiek zeer interessant en in-
novatief. En de illustraties zijn ook
krachtig! De verbinding die jullie
maken tussen de drie gekozen ba-
sistheorieën is denk is adequaat en
lijkt 'van nature’ samen te vloeien
door de manier waarop jullie ze met
elkaar integreren.
Ik zeg ‘lijkt van nature te gaan’ om-
dat ik zeker weet dat hier door jullie
(en waarschijnlijk andere collega’s
van R-Newt) heel veel over nage-
dacht is en er heel veel praktijk-
kennis (en ook boekenwijsheid) van
jullie kant aan te pas is gekomen.
Van nature is dan ook iets anders
dan als vanzelf. Credits to you!!”
Maike Kooijmans
jaarverslag 2013
In 2013 is Mate(n) van de Straat
door het Centrum voor Criminali-
teitspreventie en Veiligheid (CCV)
beloond met de hoogst mogelijke
beoordeling.
De werkwijze is opgenomen in de
database van aanpakken jeugd-
groepen van het CCV en Bureau
Beke. In het najaar van 2013 is de
database vernieuwd en verbeterd.
De database is herijkt tot 45 aan-
pakken.
Hiervan zijn slechts 27 beoordeeld
als sterk (waaronder Mate(n) van
de Straat). Mate(n) van de straat is
gestoeld op het Kennisfundament
(WODC, 2008), gecombineerd met
theorieën over dynamische groeps-
processen (De Jong, 2007) en de
motivatie van jongeren (Kooijmans,
2010).
Maike Kooijmans (promovendus bij
UvA en docent bij Avans) over de
beschrijving van Mate(n) van de
Straat:
“In de uitvoering van Mate(n) van
de Straat lopen we nog tegen op-
startproblemen aan. Het is van be-
lang in de aanpak dat de gemeente
Tilburg de regie pakt bij de uitvoe-
ring van de analyse van Mate(n)
van de Straat en de uiteindelijke
uitvoering van de adviezen die zijn
voortgevloeid uit de analyse.”
Doorontwikkeling Quickscan en
Mate(n) van de straat
Ondanks de toetsing van het CCV
staat de werkwijze van Mate(n) van
de Straat nog in haar kinderschoe-
nen. In 2014 willen we verdere
stappen zetten om de werkwijze te
kunnen laten toetsen door het NJI.
Bovendien willen we het analyse-
model zo door ontwikkelen dat de
vertaalslag naar het Plan van Aan-
pak eenvoudiger wordt.
De quickscan en Mate(n) van de
Straat zijn aanvankelijk ingezet op
aanhoudende overlastgevende
groepen jongeren. Zowel de
quickscan als Mate(n) van de
Straat is ook preventief in te zet-
ten. Het preventief jongerenwerk
werkt op preventieve basis met
jongeren op straat, ook als er spra-
ke is van lichte overlast. R-Newt+
sluit daar, wanneer de situatie uit
de hand dreigt te lopen, op aan.
Om de inzet op straat door te ont-
wikkelen, ontwikkelt R-Newt in
2014 een preventieve quickscan
voor straatsituaties, naar het voor-
beeld van R-Newt+. R-Newt+ traint
daarnaast de preventief jongeren-
werkers in de methode van Mate(n)
van de Straat, zodat jongerenwer-
kers in een vroeg stadium analyses
te kunnen maken van groepen jon-
geren.
7
Een jongere over het oppasdiploma: “Alles wordt goed uitgelegd’’
Een jongere over het zakgeldproject: “Het is gezellig en het is leuk om te doen’’
Een jongere over Fix up your Life: “Het is prettig om informatie te krijgen over instanties en om geholpen te wor-
den om in contact te komen met instanties. R-Newt is de eerste instantie die jongeren echt helpt en een luisterend
oor heeft. Er wordt echt actie ondernomen. Echt ontzettend bedankt.’’
Klanttevredenheid
R-Newt heeft in 2013 de klanttevredenheid gemeten bij netwerkpartners,
melders en jongeren. We kunnen zeggen dat men over het algemeen tevre-
den is over onze inzet. Daar zijn we trots op! In de volgende paragrafen ge-
ven we voorbeelden van cijfers van klanttevredenheid en uitspraken van
partners en jongeren over R-Newt. We hebben in onze meting de nadruk
gelegd op onze netwerkpartners. Onze klanttevredenheidsgegevens zijn op
verzoek in te zien.
Tevredenheid netwerkpartners
Partners zijn dik tevreden over de dienstverlening van R-Newt. Ze geven de
inzet van R-Newt+ een 8,6. De ondersteuningstrajecten krijgen het cijfer
8,5. In de wijken en dorpen zijn partners ook tevreden. In Berkel-Enschot
worden die gewaardeerd met een 7,9 en in West met een 7,5.
Tevredenheidmelders
Voordat we ingaan op de resultaten, zetten we hier eerst uiteen hoe de
structuur eruit ziet rondom het behandelen van meldingen door buurtbewo-
ners die overlast ervaren (melders).
Buurtbewoners doen een melding van overlast bij het Centraal Meldpunt.
Deze meldingen worden beoordeeld door de wijkregisseur van de gemeen-
te. De wijkregisseur zet meldingen, waarbij R-Newt van betekenis kan zijn,
door naar de jongerenwerkers. Daarnaast ontvangen we meldingen van de
politie (wijkagent). Vaak gaat het bij zowel de wijkregisseur als de wijk-
agent om een verzoek om een locatie op te nemen in de ambulante ronde
van de jongerenwerker om zodoende een beeld te krijgen van de locatie, de
overlast en de jongeren. Vaak weten we niet wie de specifieke melding
heeft gedaan of is het verzoek niet gericht op contact met de melder. We
ondernemen actie op inhoud van de melding.
In 2013 ontving R-Newt 282 meldingen van overlast. Er zijn 197 meldingen
in 2013 afgesloten. De rest van de meldingen liepen in 2014 door. Voor het
overgrote deel van de afgehandelde meldingen was de melder onbekend
voor R-Newt. Contacten met de directe klagers verliepen via partners als de
politie of de wijkregisseurs (77%). Bij de meeste van deze meldingen heeft
het jongerenwerk contact gehad met buurtbewoners (niet perse de melder).
Van de melders die wel bekend zijn bij R-Newt was 80% na afloop tevreden
over de inzet van het jongerenwerk.
Tevredenheid jongeren
De ervaring is dat jongeren al snel een hoog punt geven aan de projecten
van R-Newt. Jongeren doen namelijk vrijwillig mee en zijn dus vaak al ge-
motiveerd en positief. Jongeren geven op de vraag ‘wat kan beter?’ verbe-
terpunten aan. Daar waar mogelijk en realistisch pakken we de punten op.
Het oppasdiploma in Berkel Enschot krijgt van jongeren een 8,1. In Zorg-
vlied krijgen de meidenactiviteiten een 9. Ook het Kickboksproject in Uden-
hout krijgt een 9. De zakgeldprojecten in de Reeshof scoren allen boven de
8. Ook stedelijke projecten krijgen goede cijfers: een 9,8 voor Fix up your
life, een 8,5 voor Unpunished Youth en een 9 voor de DJ workshops.
Enkele uitspraken:
Een wijkagent
“We hebben korte lijnen en als wijk-
agent ben ik zeer tevreden.”
Een wijkregisseur
“Ik heb R-Newt+ nu een aantal ke-
ren ingeschakeld voor een groep
jongeren. Dat is telkens naar alle
tevredenheid verlopen, snel en ac-
tiegericht. Ik vind de samenwerking
prima zo!”
Een school in Berkel-Enschot
“Sinds dit schooljaar is R-Newt
steeds meer betrokken bij onze
school. Wij ervaren het als zeer
prettig dat de lijntjes zo kort zijn.’’
Medewerker Stadstoezicht
“Het contact is goed. Indien nodig
weten we elkaar goed te vinden.
Ook het onderhouden van contact
en bijpraten gebeurt regelmatig. Ik
kom beide jongerenwerkers vaak
buiten tegen als ze bezig zijn met
straatwerk.”
Een wijkagent in de Reeshof “Ik ben enorm tevreden over de sa-
menwerking en de effectieve inzet,
daadkracht vanuit R-Newt. Het cijfer
9 is dan ook niet voor niets.”
Woonbegeleider Direkshon
“Ga zo door!’’
Consulent Stichting MEE Tilburg
“Prettige samenwerking!’’
8
jaarverslag 2013
Trends, actuele ontwikkelingen en afwijkingen
Trend 1: Jongeren die extra mo-
tivatie nodig hebben om aan de
slag te gaan: Fix up your Life
Met Fix up your Life heeft R-Newt
een veelbelovende interventie in
huis, gericht op het voorkomen van
vroegtijdig schoolverlaten, het ver-
der opbouwen van schulden, het
veroorzaken van overlast, het ont-
wikkelen van crimineel gedrag. We
zien namelijk dat veel jongeren nog
niet bewust of gemotiveerd genoeg
zijn om de problemen die ze hebben
aan te pakken. Dat doen we door:
Bewustwordingstraining, een
voortraject voor Bureau Schuld-
hulpverlening.
Ondersteuningstrajecten ge-
richt op motivatie om problemen
aan te pakken en toeleiding naar
hulpverlening.
Voorlichting, Fix up your Life
wordt op scholen onder de aan-
dacht gebracht.
In 2013 had R-Newt 93 deelnemers
aan de training van Fix up your Life,
daarvan zijn er 69 doorverwezen
naar Bureau Schuldhulpverlening.
Jongerenwerkers voerden 250 on-
dersteuningstrajecten uit: 100 in-
tensieve trajecten van 2,5 maand
en 150 kortdurende trajecten.
R-Newt nam deel aan 10 voorlich-
tingsdagen op diverse ROC’s. Daar-
bij waren er zo’n 200 toehoorders
bij de voorlichting van FuyL. In
2014 zijn we gestart met de door-
ontwikkeling van FuyL. Daarbij rich-
ten we ons wat meer op een nog
preventievere insteek (de insteek
nu is om jongeren die al problemen
hebben, te motiveren). Met de pre-
ventievere insteek willen we jonge-
ren op tijd bewust maken van de
zaken die er allemaal op ze afko-
men wanneer ze 18 worden.
Trend 2: Vragen van ouders en
vragen van andere instellingen
We hebben in 2012 en 2013 grote
stappen gezet in de samenwerking
met netwerkpartners. Partners in
zorg, veiligheid en ook scholen we-
ten ons te vinden, we weten ons
beter te verhouden. Partners krij-
gen door dat ze jongerenwerkers
nodig hebben om bepaalde stappen
te kunnen zetten. Kortom, we zijn
een integrale partner geworden.
Dat is ook de opdracht van de ge-
meente. We benadrukken dat we
daadwerkelijk slagen in die op-
dracht. De kracht van jongerenwer-
kers is dat zij de juiste ingang heb-
ben bij jongeren (en hun ouders)
om ze te motiveren hulp te accepte-
ren.
We zien dat er steeds meer vragen
van partners bij R-Newt komen voor
inzet (afschalen). Deze vragen pak-
ken we zoveel mogelijk, liefst alle-
maal, op. We willen ervaring op-
doen met dit nieuwe afschalen zo-
dat we volgend jaar gericht kunnen
aangeven hoe we met afschaalvra-
gen omgaan. Welke vragen komen
we tegen? Welke vragen kunnen we
goed oppakken? Bij welke vragen
kunnen we niet of onvoldoende van
betekenis zijn? Welk advies kunnen
we daarop geven?
Verschillende partners (hulpver-
lening) vragen/gebruiken R-Newt
medewerkers als ingang bij jonge-
ren en hun ouders. Dit betreft voor-
namelijk moeilijk toegankelijke ou-
ders vanwege onze betrokkenheid
bij een jongere en vanwege onze
motiverende interventies.
Andersom zien we dat steeds meer
ouders met hun vraag aankloppen
bij jongerenwerkers. Deze vragen
pakken we zoveel als mogelijk op.
Met de ouders bekijken we vooral
wat zij zelf kunnen doen (eigen
kracht). We geven advies en infor-
matie over de leefwereld van hun
kind. Dat wordt gewaardeerd. We
leiden ouders daarbij waar nodig
toe naar hulpverlening (of wijkZAT).
Trend 3: Meer vrijwillige inzet
van ouders
Een van de belangrijkste speerpun-
ten van R-Newt is het betrokken
maken van ouders of het systeem,
bij hun kinderen en bij projecten en
trajecten van R-Newt. Een belang-
rijke vorm van ouderbetrokkenheid
is de inzet van ouders als vrijwilli-
ger. De ouders zetten zich in voor
hun kinderen en andere kinderen in
de wijk. Ze zijn een goed voorbeeld
van hoe je dingen voor elkaar over
hebt en elkaar kunt helpen: een
participatiemaatschappij zoals die
wordt beoogd.
Inzet van ouders als vrijwilliger
Ouders zijn ingezet als vrijwilliger
bij diverse R-Newt activiteiten. Zo
krijgen ouders een duidelijker beeld
van het jongerenwerk. Tegelijker-
tijd participeren ouders positief.
In Zuid wordt bijvoorbeeld een
werkzoekende ouder ingezet als
vrijwilliger bij diverse jongeren-
werkactiviteiten. De ouder heeft
inmiddels een duidelijker beeld ge-
kregen van R-Newt. Ze organiseert
ook jaarlijks een bijeenkomst voor
een vrouwengroep, bestaande uit
wijkbewoners en moeders, met JW
als thema.
In de Reeshof is een ouder ingezet
als coach voor het Reeshofteam van
de Tilburg Street League (ism
Buurtsport). Zowel Buurtsport als
R-Newt waren tevreden met deze
ouder en maken nu ook gebruik van
zijn expertise en talent om hem in
te zetten bij diverse sportprojecten.
In 2014 gaan we de inzet van vrij-
willige ouders uitbreiden onder an-
dere bij de zakgeldprojecten. Vier
moeders in West hebben zich bij de
jongerenwerker aangemeld als vrij-
williger voor komende edities.
9
In 2013 werkten we op verschillen-
de andere niveaus met ouders:
Informatiebijeenkomsten:
R-Newt organiseerde (informa-
tie-)bijeenkomsten met netwerk-
partners om bijvoorbeeld infor-
matie te geven over de ontwik-
keling van kinderen in het alge-
meen, een debat met onder an-
dere ouders of over een specifie-
ke (overlast-)locatie. In Uden-
hout organiseerden we een bij-
eenkomst voor groep 7 & 8 met
de ouders. De opkomst was
groot. Partners als Basisscholen,
Halt, Novadic Kentron, GGD
(Sense en Triple P), vrijwilligers
van de buurtpreventie, de dorps-
raad en Loket U hebben een bij-
drage geleverd. De betrokken-
heid van ouders uit groep 7 en 8
is uit ervaring groter dan bij jon-
geren die al op het Voortgezet
Onderwijs zitten.
Huisbezoeken:
Onderdeel van het Zakgeldpro-
ject is dat de jongerenwerker
een huisbezoek aflegde bij de
jongere die aan het project wilde
deelnemen. Het huisbezoek zie
we als eerste ingang om met ou-
ders in contact te komen. Via de-
ze weg is er ook betrokkenheid
gevraagd bij andere projecten
van R-Newt. Ook legde R-Newt
huisbezoeken af naar aanleiding
van overlastmeldingen.
R-Newt onderhield in 2013 con-
tacten met de ouderkamers
van basisscholen.
Wanneer R-Newt een onder-
steuningstraject aan jongeren
bood, betrokken we ouders.
R-Newt liet jongeren zelf hun ei-
gen ouders of systeem benade-
ren bij activiteiten die ze zelf or-
ganiseerden.
Bij diverse wijkactiviteiten
kwamen we zowel direct en indi-
rect in contact met ouders of het
systeem. Voorbeelden zijn de
Banenmarkt, Fright Night,
Spooktocht, Winterchillness en
het Reeshofparkfestival.
Waar mogelijk gebruiken we bij
de inzet op ouders de beginselen
van Triple P. De toepassing van
Triple P door R-Newt ziet er an-
ders uit. Inzet in de nulde lijn is
namelijk wezenlijk anders. Con-
tourdeTwern houdt zich intern
bezig met hoe Triple P het beste
in de nulde lijn kan worden toe-
gepast. Een vrijwilliger kan bij-
voorbeeld ook volgens de begin-
selen van Triple P ouders op weg
helpen.
Het contact en verloop van de inzet
met ouders staat voornamelijk in de
logboekverslagen van ons registra-
tiesysteem. Gegevens zijn nu met
moeite uit te zuiveren omdat het
systeem vooral is ingericht rondom
het monitoren van jongeren, groe-
pen en ontmoetingsplekken. In
2014 bekijken we of we de registra-
tie rondom ouders beter kunnen in-
richten zodat we inzet op ouders
gerichter kunnen monitoren en er
uiteindelijk ook gerichter op kunnen
registreren.
Trend 4: Ook jongeren zetten
zich vrijwillig in en leveren een
bijdrage aan hun omgeving
R-Newt stimuleert jongeren een bij-
drage te leveren aan de omgeving.
Dat heeft verschillende verschij-
ningsvormen (op verzoek is een
concrete opsomming per gebied be-
schikbaar):
Bij buurtpreventie, door mee
te zoeken als er iets verdachts
was of een oogje in het zeil te
houden. Op deze manier werken
jongeren mee aan een veiligere
situatie in samenwerking met de
bewoners. Een groep jongeren
zorgt voor het onderhoud van
het Center Court in de binnen-
stad en daarmee voor een stuk
sociale controle.
Jongeren hebben mee beslist
over plaatselijke Jongeren Ont-
moetingsplekken of andere za-
ken in de openbare ruimte
(inrichting van pleinen Pastorie-
straat, Pastoor Schutjesstraat),
herplaatsen van bankjes, aan-
vragen van prullenbakken),
i.s.m. gemeente, dorpsraad, po-
litie, jongerenwerk en bewoners.
Daarbij worden tegelijk met de
jongeren afspraken gemaakt
over het gebruik.
Jongeren hebben activiteiten op-
gezet voor andere jongeren of
geven workshops aan andere
jongeren (vrijwillig clinics voor
jongeren uit de buurt) of mee-
gewerkt aan festivals zoals
Reeshofparkfestival, Groene-
woudfestival.
Zakgeldprojecten. Jongeren
zetten hun talent vrijwillig in op
aanvraag van organisaties: als
DJ bij de ijsbaan van het Pieter
Vreedeplein, de opening van
WatWest, de tienerdisco van
een zelforganisatie, Festival
Mundial of dans-, DJ- en visa-
gieworkshops voor leerlingen
van het Praktijkcollege.
Jongeren hebben mee beslist over
plaatselijke Jongeren Ontmoetings-
plekken of andere zaken in de open-
bare ruimte
10
De Zakgeldprojecten
Het zakgeldproject is een R-Newt interventie gericht op
het vergroten van het financieel bewustzijn van jonge-
ren en op leveren van een bijdrage in de wijk. Het pro-
ject heeft een preventieve insteek waarbij jongeren kar-
weitjes in de wijk uitvoeren en zakgeld verdienen. Op
verzoek is een uitgebreidere evaluatie van de zakgeld-
projecten beschikbaar. Belangrijke resultaten in 2013
zijn:
Het zakgeldproject heeft in 2013 in 8 wijken plaats-
gevonden: Groenewoud, Reeshof M-buurt, Reeshof B
-buurt, Zorgvlied, Groeseind Hoefstraat, Het Zand,
Kruidenbuurt en Trouwlaan. Per wijk is het zakgeld-
project toegepast op de couleur locale.
Jongeren zijn geïnformeerd over werk en bijbanen
Jongeren hebben zich positief in de wijk geprofileerd
Kloof tussen jong en oud verkleinen
Ouders zijn betrokken en geïnformeerd over financi-
eel bewustzijn bij kinderen
Doorontwikkeling
Inmiddels is het zakgeldproject 3.0 in ontwikkeling.
Hiermee zullen we in 2014 een pilot draaien. Kern blijft
het leveren van een bijdrage aan de wijk door jongeren.
Nieuw aan het zakgeldproject 3.0 is dat er meer met ou-
ders wordt gewerkt en dat we de karweitjes niet enkel
en alleen richten op het schoonmaken van de wijk.
Rondom ouderbetrokkenheid richten we de inzet niet
meer op het informeren van ouders, maar zetten we ou-
ders als vrijwilliger binnen het project in. In Noord willen
we bijvoorbeeld jongeren diensten laten leveren in een
seniorenflat. In Zuid gaan jongeren als buurtpreventie-
team aan de slag en nemen zo verantwoordelijkheid
voor de wijk.
jaarverslag 2013
Andere opvallende zaken uit
Jongeren in Beeld
Geslacht, leeftijd en woongebied
van de doelgroep
Over het algemeen bereiken we
meer jongens dan meiden (66%
jongens vs 34% meiden)
Vooral in Noord, Udenhout en
West bereiken we naar verhou-
ding veel jongens (tussen de 70
en 75%)
In geen enkel werkgebied berei-
ken we meer meiden dan jon-
gens
De meeste jongeren die we be-
reiken hebben een leeftijd in de
categorie 12 tot 16 jaar (24%)
of 18 tot 23 jaar (27%).
In Udenhout bereiken we relatief
veel oudere jongeren van 18-23
jaar (49% van de doelgroep in
Udenhout). In Zuid bereiken we
juist relatief veel jongere jonge-
ren van 12-16 jaar (34% van de
doelgroep in Zuid)
De meeste jongeren die we ken-
nen wonen in de Reeshof (19%)
of in Zuid (22%). Dat betekent
niet dat de inzet op deze jonge-
ren komt van de jongerenwer-
kers uit dat betreffende gebied.
We merken dat jongeren zich
door heel Tilburg verplaatsen en
dus op plekken rondhangen bui-
ten de wijk waar ze wonen.
Daarnaast bereiken we met de
stedelijke inzet ook jongeren die
in de wijken wonen.
Deze jongeren zoeken juist buiten
hun woongebied naar ondersteu-
ning of contact.
Informeren van jongeren
Jongerenwerkers geven jongeren
informatie over uiteenlopende
onderwerpen. De meeste infor-
matie die gegeven wordt gaat
over hulpverlening, school en
werk. Ook onderwerpen als wo-
nen en vrienden zijn in trek.
We zien dat in Udenhout relatief
veel wordt geïnformeerd over
drugs ten opzichte van andere
gebieden. Bij jongeren waarvan
onbekend is in welk gebied ze
wonen wordt opvallend veel in-
formatie gegeven over wonen.
Ook in de Reeshof is het thema
wonen een populair onderwerp.
Zorgen en ondersteuningsvra-
gen
Zorgen gaan vaak over gezond-
heid en onderwijs. Met name in
Noord, Zuid en Reeshof veel
koppelingen van zorgen met de-
ze onderwerpen.
Voornamelijk in Zuid zijn signa-
len in ZvJ gezet (12 tov 1 tot 5
signalen op jaarbasis bij de
rest). We zien dat vragen om
ondersteuning dezelfde onder-
werpen hebben als de onderwer-
pen van de zorgen die we signa-
leren: gezondheid en school.
Daarnaast zien we een behoefte
aan ondersteuning op het gebied
van werk en hulpverlening.
Rondom zorgen is er in 2013 in
de meeste gevallen contact ge-
weest met de coördinator van de
wijkZAT’s. Daarnaast is er in
veel gevallen contact met de
wijkagent of met het IMW.
11
Kwaliteitsborging personeel
R-Newt doet aan actieve kwaliteitsontwikkeling van haar personeel. We hebben beleid voor werving en selectie, be-
oordeling en functioneren en deskundigheidsbevordering.
Het kwaliteitstraject is in 2011 al gestart. In 2012 heeft dat geresulteerd in actieve vernieuwing van het team en
een andere verdeling van werkers over de stad (de juiste werker op de juiste plek). In 2013 heeft er een verdere fi-
netuning van het team plaatsgevonden. R-Newt volgt de ontwikkelingen rondom het landelijk profiel jongerenwerk
en het sociaal werk op de voet en is deels ook trendsettend.
Norm voor R-Newt
In 2013 heeft R-Newt gewerkt aan
de ontwikkeling van een norm voor
jongerenwerkers. Inmiddels is er
een voorlopige norm bekend en be-
rekend op 85.
De ontwikkeling van een norm voor
jongerenwerk is uniek in Nederland.
We lopen daarin voorop. Bij de ont-
wikkeling van de huidige (voorlo-
pige) norm zijn we op een aantal
zaken gestuit, die normberekening
ingewikkeld maken:
Eén norm voor alle jongerenwer-
kers is geen goede weerspiege-
ling is van de praktijk. Elke jon-
gerenwerker heeft zijn eigen fo-
cus en takenpakket. Jongeren
werkers die bijvoorbeeld veel op
straat werken bereiken andere
resultaten dan jongerenwerkers
die bijvoorbeeld ondersteuning
bieden aan jongeren in toeleiding
naar zorgpartners.
Jongerenwerkers bereiken veel
jongeren en werken daarin ook
samen. Het bereik van de ene
jongerenwerker heeft overlap
met het bereik van collega-
jongerenwerkers.
Ook assistent-jongerenwerkers
werken met jongeren, maar zijn
ondersteunend aan de jongeren-
werkers. De gemeente heeft ver-
zocht om ook deze medewerkers
mee te nemen in de berekenin-
gen van de norm.
De norm ontwikkelen we door.
Daarbij proberen we de norm te
koppelen aan inzet/methodieken
onderverdeeld naar present werken,
talentbenadering en ondersteu-
ningstrajecten. Zo kunnen we een
beeld geven van de opbouw van de
inzet op hoofdlijnen. Doel is dat we
aan kunnen geven waar het zwaar-
tepunt van de inzet ligt en trends
kunnen aantonen van waar inzet op
gericht zou moeten zijn. Daarmee
kunnen we onderbouwd beslissin-
gen nemen over verandering van de
focus van inzet.
Randvoorwaarden
Methodeboek
Eind 2013 leverde R-Newt de eerste versie van het me-
thodeboek op. In het methodeboek zijn de methodieken
verzameld die worden gebruikt door jongerenwerkers in
de praktijk. De methodieken zijn onderverdeeld volgens
de pijlers zoals we die eerder benoemen: veiligheid, ta-
lent en zorg(empowerment). Daarnaast hebben we een
hoofdstuk toegevoegd, waarin we de belangrijkste me-
thode rondom presentie hebben uitgewerkt.
De methodieken zijn:
Ambulant werk
De talentbenadering
Ondersteuningstrajecten
Fix up your Life
Mate(n) van de Straat
De methode Mate(n) van de Straat is inmiddels opgeno-
men in de databank Aanpak Jeugdgroepen. Het metho-
deboek is op verzoek verkrijgbaar en tevens in het bezit
van de contactambtenaar van dit subsidieverzoek.
In het methodeboek maken we een koppeling met het
Kennisfundament. Naast de informatie uit het Kennis-
fundament neemt R-Newt kennis van de volgende theo-
rieën of informatiebronnen:
Integraal Motiveren van Kooijmans (2010)
Kapot Moeilijk, De Jong (2007)
Jongerenwerk Nieuwe Stijl (Van Strijen, 2011)
Raak Pro, onderzoek naar talentontwikkeling bij risi-
cojongeren (2009-2014)
De Presentietheorie van Baart (2004)
12
Op het vlak van deskundigheidsbevordering zette R-Newt,
naast de reguliere intervisie en maandelijks terugkerende
themabijeenkomsten, in op scholing in de methode Effectief
Jongerenwerk door Van Strijen. Ook in 2013 organiseerde R
-Newt een jaarlijks terugkerende jongerenwerkdag waarin
afgelopen jaar de focus lag op de drie pijlers. Bijdragen zijn
geleverd door Jan Dirk De Jong (Kapot Moeilijk), Lisbeth
Verharen (Lector Jeugd) en Sebastian Abdallah en Timon
Raven (onderzoekers Raak Pro).
jaarverslag 2013
Accountantscontrole
In maart 2014 controleerde de ac-
countant op inhoud vier resultaten
van R-Newt.
Zo zijn we gecontroleerd op het
feit of we ouders informeerden van
jongeren onder de 16 jaar waarbij
we een signaal in Zorg voor Jeugd
zetten. We hebben 11 keer een
signaal in Zorg voor Jeugd gezet
van jongeren onder de 16 jaar. In
9 gevallen hebben we de ouders
van deze jongeren geïnformeerd.
In twee gevallen niet. Afspraak is
dat in zo’n geval de manager op de
hoogte wordt gebracht van het niet
-informeren. Dat is in beide geval-
len gebeurd.
Ook moest uit het systeem blijken
dat:
De actie die een jongerenwer-
ker uitvoert bij jongeren met
een ondersteuningsvraag, hel-
der is.
Hoog geprioriteerde jongeren
(dat is een intern label dat we
aan jongeren plakken waarmee
we zeggen: ‘Deze jongere
vraagt om een intensieve in-
zet’) een ingevuld plan van
aanpak hebben.
Ouderbetrokkenheid, door mid-
del van het invoeren en koppe-
len van gegevens van ouders.
Resultaten 2013
Aantal ontwikkelgesprekken 33
Aantal functioneringsgesprekken 40
Aantal beoordelingsgesprekken 11
R-Newt blijft door ontwikkelen. In
onze offerte 2014 hebben we weer
enkele vooruitstrevende doelstellin-
gen opgenomen. In de huidige tijd
kun je niet anders dan mee bewe-
gen en dat past ons. We zien de
toekomst als een uitdaging!
Daarnaast krijgen we bevestigd dat
we onze opdracht goed oppakken
en we weten ook dat we de doel-
groep goed in beeld hebben.
Een ambitie voor de toekomst is
voor ons om ‘het veld’ rondom
jeugd nog meer te bewegen tot een
echt integrale aanpak, waarbij je als
professional ook buiten lijntjes kunt
kleuren zonder over grenzen te
gaan en waarbij het centrale belang
van de jongere boven het instel-
lingsbelang staat.
We zijn van mening dat met regu-
liere middelen nog efficiënter ge-
werkt kan worden aan betere zorg
voor de jeugd als ‘het veld’ geza-
menlijk bereid is de stappen te ma-
ken die nodig zijn. Wij zullen dat
zeker aanjagen. Mede daarom heb
ben we de laatste jaren bewust
geen beroep gedaan op extra mid-
delen ten behoeve van een pilot in
het kader van transitie. We hebben
regulier geïnvesteerd zonder te kort
te schieten in onze opdracht, om te
laten zien dat dat mogelijk is. En
ook omdat we ‘er van zijn’.
Wij staan naast de jongeren die het
nodig hebben, zolang het nodig is.
En verdwijnen dan weer respectvol
uit beeld.
Floor van Berkel en Marthe Genten
Tot slot