jaarverslag 2011 - Van Kleef Instituut...kader van het Transitieprogramma in de Langdurige Zorg....

6
GG-gedacht… De transitie van ZZ naar GG is de rode draad die de komende jaren door alle activiteiten van het Van Kleef Instituut loopt. Ook de geïnterviewden in dit jaarverslag hebben of krijgen ermee te maken. Deze verzameling praktijkervaringen, meningen en gedachten over gezondheid en gedrag geven een impressie hoe de transitie onder hen leeft. Gigantische job “Bij de beweging van ZZ naar GG krijgt de cliënt de regie in eigen hand. Als je mensen de regie wilt laten houden, moet je zelf de handreiking doen. Telkens afstemmen: ‘Wat hebt u nodig?’ en ‘Wat wilt u?’ Dat wordt een gigantische job. Ik heb collega’s daarom verteld over de ZelfredzaamheidRadar en hen meteen gewezen op de vervolgworkshop.” Carla Kuipers Bewust zijn van remmende oude waarden “De huidige boodschap van ZZ naar GG is een nieuwe boodschap boven op oude waarden. De oude gewoonten, ideeën en herinneringen zijn er; de uitdaging treed je ook altijd met het oude tegemoet. Opgave is om dat goed onder ogen te zien en elke dag verder te gaan.” Gabriëlle Davits Huidige financieringssystematiek als knelpunt “Als zorgprofessional worden we niet betaald voor GG. Toch zou het zo goed zijn om in de wijk om de tafel te gaan zitten en vanuit het GG-denken veranderingen in gang te zetten en te kijken waar technologie kan bijdragen. Lectoraten kunnen een pilot beginnen om met bijvoorbeeld verzekeraars, gemeenten, zorg- aanbieders en ook studenten te investeren in technologische GG-oplossingen voor chronisch zieken. Dit is een open uitnodiging.” Henk Rosendal GG en de zorg voor mensen met dementie “De grootste uitdaging is echter om anders over dementie te gaan denken, gericht op gezondheid en gedrag. Ouderen kunnen wel investeren in een gezonde leefstijl om vasculaire dementie te voorkomen waar mogelijk. Dementie is een beperking, maar cliënten kunnen soms nog lang blijven deelnemen aan bepaalde activiteiten. Ze zijn nog niet afgeschreven!” Jacomine de Lange GG vraagt om andere competenties “Je kunt de oudere en kwetsbare burger verantwoordelijk maken voor zijn gezondheid en gedrag en dat maakt de zorgprofessional met een ander competentieprofiel juist hard nodig.” Pieter Vos jaarverslag 2011 samenhang en verbinding

Transcript of jaarverslag 2011 - Van Kleef Instituut...kader van het Transitieprogramma in de Langdurige Zorg....

Page 1: jaarverslag 2011 - Van Kleef Instituut...kader van het Transitieprogramma in de Langdurige Zorg. Zelfmanagement en regie Het Van Kleef Instituut is een kennisnetwerk in de sector Preventie

2

GG-gedacht…De transitie van ZZ naar GG is de rode draad die de komende jaren door alle activiteiten van het

Van Kleef Instituut loopt. Ook de geïnterviewden in dit jaarverslag hebben of krijgen ermee te

maken. Deze verzameling praktijkervaringen, meningen en gedachten over gezondheid en gedrag

geven een impressie hoe de transitie onder hen leeft.

Gigantische job

“Bij de beweging van ZZ naar GG krijgt de cliënt de regie in eigen hand. Als je

mensen de regie wilt laten houden, moet je zelf de handreiking doen.

Telkens afstemmen: ‘Wat hebt u nodig?’ en ‘Wat wilt u?’ Dat wordt een gigantische

job. Ik heb collega’s daarom verteld over de ZelfredzaamheidRadar en hen meteen

gewezen op de vervolgworkshop.”

Carla Kuipers

Bewust zijn van remmende oude waarden

“De huidige boodschap van ZZ naar GG is een nieuwe

boodschap boven op oude waarden. De oude gewoonten,

ideeën en herinneringen zijn er; de uitdaging treed je ook

altijd met het oude tegemoet. Opgave is om dat goed

onder ogen te zien en elke dag verder te gaan.”

Gabriëlle Davits

Huidige financieringssystematiek als knelpunt

“Als zorgprofessional worden we niet betaald voor GG. Toch zou het zo goed zijn

om in de wijk om de tafel te gaan zitten en vanuit het GG-denken veranderingen

in gang te zetten en te kijken waar technologie kan bijdragen. Lectoraten

kunnen een pilot beginnen om met bijvoorbeeld verzekeraars, gemeenten, zorg-

aanbieders en ook studenten te investeren in technologische GG-oplossingen

voor chronisch zieken. Dit is een open uitnodiging.”

Henk Rosendal

GG en de zorg voor mensen met dementie

“De grootste uitdaging is echter om anders over dementie te gaan denken, gericht

op gezondheid en gedrag. Ouderen kunnen wel investeren in een gezonde leefstijl

om vasculaire dementie te voorkomen waar mogelijk. Dementie is een beperking,

maar cliënten kunnen soms nog lang blijven deelnemen aan bepaalde activiteiten.

Ze zijn nog niet afgeschreven!”

Jacomine de Lange

GG vraagt om andere competenties

“Je kunt de oudere en kwetsbare burger

verantwoordelijk maken voor zijn gezondheid

en gedrag en dat maakt de zorgprofessional

met een ander competentieprofiel juist hard

nodig.”

Pieter Vos

jaarverslag 2011 samenhang en verbinding

Page 2: jaarverslag 2011 - Van Kleef Instituut...kader van het Transitieprogramma in de Langdurige Zorg. Zelfmanagement en regie Het Van Kleef Instituut is een kennisnetwerk in de sector Preventie

2

De programmalijn Zelfmanagement en Regie draait om

de andere, nieuwe rollen voor cliënt en zorgverlener:

• cliëntenlerenzogoedmogelijkzelfmethunziekteof

beperking om te gaan en verantwoordelijkheid te

nemen voor gezond gedrag;

• zorgprofessionalsbewustmakendatzijderegiezo

veel mogelijk in handen van de cliënt leggen en waar

nodig de regie rondom de cliënt goed organiseren,

onder andere door de informele zorg te benutten.

Steeds meer blijkt dat het behoud van zelfredzaamheid en

regie juist sterk afhankelijk is van de mogelijkheden om

informele zorg (vrijwillige en onbetaalde hulp) in te zetten.

Het Van Kleef Instituut is in 2011 een verkenning van dit

onderwerp begonnen met de vraag of de regiefunctie van

de wijkverpleegkundigen kan bijdragen aan het samenspel

van formele en informele zorg. Andere vragen zijn hoe

verpleegkundigen en verzorgenden staan tegenover de inzet

van informele zorg, welke maatschappelijke vraag er leeft bij

burgers om zich als informele verzorger in te zetten en hoe

informele hulp zelfredzaamheid kan ondersteunen.

Zorgsysteem belemmert zelfstandigheid zorgvrager het meestZelfmanagement en regie raken direct aan de beweging

van ZZ naar GG, het hoofdthema van de zesde Van Kleef

Lezing. Pieter Vos, algemeen secretaris van de Raad voor

Volksgezondheid en Zorg (RVZ), heeft het gedachtegoed

verkend met een focus op de langdurige zorg en ouderenzorg.

Gabriëlle Davits was als voorzitter van de Raad van Bestuur

van de Van Neynselgroep in Den Bosch opdrachtgever voor

‘Van Harnas naar Zomerjurk’, een driejarig project in het

kader van het Transitieprogramma in de Langdurige Zorg.

Zelfmanagement en regie

Het Van Kleef Instituut is een kennisnetwerk in de sector Preventie en Zorg, Wonen en Welzijn. In 2011 volgt het instituut de transitie die door de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg is ingezet en levert een bijdrage aan het veranderen van de focus van de professional. Van de aandacht voor met name ziekte en zorg (ZZ) naar ook aandacht voor gezondheid en gedrag (GG). Onze vijf programmalijnen voor de komende tijd geven invulling aan dit thema.

Het instituut fungeert als monitor en aanjager van nieuwe ontwikkelingen in de zorg. Het speelt een rol

ZelfredzaamheidsRadar: álle aspecten van zelfredzaamheid in beeld

Carla Kuipers werkt als verzorgende D+ en heeft deel-

genomen aan de workshop Zelfredzaamheid in relatie

tot continentie/incontinentie. Ze heeft daar de

ZelfredzaamheidsRadar ontvangen, die ze bij een van

haar cliënten introduceerde. Kuipers: “Het is alsof we met

die grote kaart samen ‘een spel aan de grote tafel’ doen,

waarbij ik de cliënt terzijde sta en zo de gelegenheid geef

álle aspecten van zelfredzaamheid en de zorgproblemen

te bespreken. Werken met de radar komt heel dicht bij

de ‘warme zorg’ die ik als zorgverlener graag wil geven:

erkenning van en zingeving voor de oudere mens die graag

de regie over zijn leven wil houden.”

Kuipers vindt de ZelfredzaamheidsRadar handig: het

bevordert laagdrempelige communicatie met cliënten.

In één oogopslag is de mate van zelfredzaamheid helder.

“Het zou goed zijn om die radar voor in elk dossier te

hebben, zodat de informatie ook beschikbaar is bij de

werkoverdracht. Ik neem dankzij de workshop en de radar

nu wat meer tijd, bedenk zelf oplossingen. Ik kijk goed

naar de mobiliteitsklasse en bedenk wat er nodig is bij een

specifiek probleem. Als het nodig is, neem ik contact op

met specialisten.”

“Als je mensen de regie wilt laten houden, moet je zelf de

handreiking doen. Centraal bij de radar staat wat de cliënt

nodig heeft en zelf graag wil. De radar stimuleert zo echt de

zelfredzaamheid!”

De programmalijnen in 2011

> zelfmanagementenregie> wijkgerichtebenadering> slimmerorganiseren> ketenennetwerkzorg> technologiebijzorgen zelfmanagement

Ze heeft verteld over hoe de transitie door dit project heeft

uitgepakt in de dagelijkse praktijk.

ZorgprofessionalDe zorgprofessional in de ouderenzorg zal in de GG-aanpak

vooral de taak krijgen om de cliënten te ondersteunen bij

hun zelfzorg en zelfmanagement. Daar horen passende

competenties bij, zoals samenwerken, coachen, ICT-

vaardigheden en leefstijl en gedrag beïnvloeden. Vos: “Ja,

je kunt de oudere en kwetsbare burger verantwoordelijk

maken voor zijn gedrag en gezondheid en dat maakt de

zorgprofessional met een ander competentieprofiel juist hard

nodig!”

Medewerkers moeten zich de nieuwe manier van werken

eigen maken en dat kost veel tijd, is de ervaring van Davits.

“Medewerkers zijn competent. Maar ze laten vaak niet zien

wat ze kunnen, omdat ze bang zijn om fouten te maken.”

Davits pleit hier voor ‘het recht op risico’. “En van oudsher

zijn de medewerkers zo gefocust op de cliënt, dat ze over het

hoofd zien welke kansen de informele (mantel)zorg met zich

meebrengt.”

Inloopfunctie en zorgrelatieDe nieuwe ‘inloopfunctie’ in wijken en buurten zoals voor-

gesteld door de RVZ, biedt laagdrempelige zorg, gericht op de

80 procent van de mensen die met niet-medische klachten

bij hun huisarts komen. “Dit vraagt om hoogopgeleide

verpleegkundigen die goed kunnen triageren, ‘community-

oriented’ zijn en ‘naar voren denken’”, stelt Vos. Er ontstaat

ook door de e-zorg een andere zorgrelatie, een andere

verantwoordelijkheidsverdeling.

Oude waarden en overtuigingenDavits signaleert dat de oude waarden van de verzorgings-

staat zijn doorgedrongen tot in het hart van de zorg: de

interactie tussen cliënt en verzorgende. “Van ZZ naar GG is

een nieuwe boodschap boven op die oude waarden.”

Iets nieuws in een oude routine is dus niet zo eenvoudig

uit te voeren. De opgave is groot: de hele sector moet zich

verhouden tot die nieuwe werkelijkheid.

bij praktijkgericht onderzoek door onderwijs en zorgpraktijk te verbinden. Zo dragen we bij aan een uitdagende werkomgeving voor alle beroepsbeoefenaren en aan actuele en aantrekkelijke opleidingen in de zorg-sector.

Dit jaarverslag geeft een overzicht van wat het instituut in 2011 samen met de kernpartners en samenwerkingspartners heeft gerealiseerd. We laten vertegenwoordigers van beide aan het woord. Wat zij vertellen is gekoppeld aan de vijf programmalijnen.

VanKleefInstituut Programma2011:VanZiekteenZorgnaarGezondheidenGedrag

“Er ontstaat door de e-zorg een andere zorgrelatie, een andere verantwoordelijkheidsverdeling”

3

Page 3: jaarverslag 2011 - Van Kleef Instituut...kader van het Transitieprogramma in de Langdurige Zorg. Zelfmanagement en regie Het Van Kleef Instituut is een kennisnetwerk in de sector Preventie

De voornaamste activiteiten in 2011Een factsheet met de in 2011 door het Van Kleef Instituut georganiseerde activiteiten en het aantal deelnemers vindt u op de site www.vankleefinstituut.nl

We organiseerden onder andere:• workshops en werkconferenties• kennistafelgesprekken • netwerkbijeenkomsten• project Wijkzorg Gevraagd• project Academische Werkplaats • Van Kleef Lezing

Ruim 850 personen hebben deelgenomen aan onze activiteiten.

De programmalijn Wijkgerichte benadering gaat over

de samenhang in de eerstelijns zorg. Het Van Kleef

Instituut heeft in de afgelopen twee jaren samen met

de hogescholen van Rotterdam en Leiden het project

Wijkzorg Gevraagd! vormgegeven. Ook sluit het instituut

aan bij de projecten Thuis in de Buurt (Thuiszorg

Rotterdam), Het Dorp (Careyn), het landelijke project

Zichtbare Schakel en het project Zichtbare Schakels in

Rotterdam, Schiedam en Leiden.

Het Van Kleef Instituut heeft een netwerk Samenhangende

Zorg in de Eerste Lijn opgericht voor professionals en

projectleiders. Het instituut beheert een toolkit met gereed-

schappen voor professionals om het zorgverleningsproces

en de organisatie van de zorg op wijkniveau vorm te geven.

Ook verzorgt het workshops over Netwerken in de wijk en

Motiverende gespreksvoering.

In het in 2011 afgeronde project Wijkzorg Gevraagd! (WZG)

hebben de hogescholen van Rotterdam en Leiden en de

zorgorganisaties ActiVite, Careyn, De Zellingen en het Van

Kleef Instituut samengewerkt. Judith Tjepkema vertelt als

controller zorgbeleid van ActiVite hoe deelname aan Wijkzorg

Gevraagd! binnen ActiVite heeft geleid tot veranderingen.

“ZZ-GG zit onderhand in de genen”ActiVite was al betrokken bij de voorbereidingen voor het

WZG-project. In die tijd was de insteek om vanuit het project

het wijkgericht werken op de kaart te krijgen. Judith

Tjepkema: “Het project heeft de discussie over wijkgericht

werken op strategisch niveau aangejaagd. De centrale vraag

was: hoe werk je wijkgericht binnen de financiële kaders?

Door WZG hebben we met de huisartsen naar de oplossingen

gezocht om zorg in de wijk beter te organiseren. In 2010 was

de omslag richting kleinschaligheid en wijkgericht werken

echt nieuw, nu kun je die processen alweer verbeteren.”

“De hbo-verpleegkundige de sturende kracht in het wijkteam”

Manon de Zeeuw is wijkverpleegkundige bij Careyn en ze

was als hbo-student betrokken bij het project Wijkzorg

Gevraagd!. Zij heeft onderzocht welke competenties

wijkverpleegkundigen nodig hebben binnen de wijk-

gerichte zorg.

“De hbo-verpleegkundige is de sturende kracht in het

wijkteam. Ik herken dat nu ook in mijn eigen praktijk. Je

moet alles regelen in een complexe omgeving, een plan van

aanpak schrijven, projectmatig werken. Je stuurt je team

aan en coacht je collega’s. Ook moet je overzien wat een

collega aankan qua niveau en karakter. Je netwerkt met

huisartsen, stemt af met cliënten en mantelzorgers, dus

ook communicatieve vaardigheden zijn nodig.”

De Zeeuw ziet enkele verbeterpunten voor de opleiding.

“Je hebt kennis nodig van financiën en marketing, want je

hebt een financiële verantwoordelijkheid. De mondigheid

van cliënten maakt dat je je grenzen in de gaten moet

houden en dat je pit moet hebben om door te pakken. Je

moet in je team kunnen reflecteren op je eigen gedrag en je

kwetsbaar durven opstellen tijdens intervisie.” Daarnaast

heeft de opleiding een belangrijke wervende taak. “Neem

iemand een hele dag mee, dan ontdekken mensen dat je

overstijgend bezig bent.”

46

Resultaten Het project WZG is met veel plezier en betrokkenheid

uitgewerkt door de mensen van ActiVite en dat heeft ook

gemaakt dat WZG uiteindelijk de basis is geworden voor

andere wijkgerichte projecten. Zo participeert ActiVite nu in

het project Zichtbare Schakels. Tjepkema: “WZG is de basis

waarop wijkgerichte vervolgprojecten zijn geschreven.

Kleinschalige zorg, de vraag van de cliënt en wijkgericht

werken zijn nu onderdeel van ActiVite en staan definitief

op de agenda. Er zijn betere verbindingen in de wijk en de

samenhang in het werk is nu groter, ook in relatie tot de

huisartsen.”

Toegevoegde waarde Van Kleef Instituut“Het Van Kleef Instituut is een kennisinstituut dat nieuwe

ideeën bij zorgorganisaties introduceert en bespreekt. Bij

de start van het WZG-project was het Van Kleef Instituut een

voorloper. Het instituut draagt bij aan onze aandacht voor

zorginnovatie. Het heeft een aanjaagfunctie en combineert

deze met kennisdeling. Het is een sparringpartner met

wie we over nieuwe dingen kunnen nadenken en dat is

een enorme stimulans. Door de samenwerking worden

wij bijvoorbeeld ook gesteund en gestimuleerd om

resultaten bewust te evalueren.” Tjepkema is ook blij met

de verbindende rol die het instituut vervult, zoals de kans

om met mensen uit de logistiek om de tafel te zitten en de

mogelijkheid om externe gelden en expertise in te zetten. Ze

merkt dat het Van Kleef Instituut daarnaast op zoek is naar

borging van het WZG-project: “Dit project zal nooit helemaal

geborgd worden, want het wordt maar in een deel van onze

organisatie gebruikt. Daar houdt volgens mij de rol van het

Van Kleef Instituut ook op: inbedden in het grotere beleid is

de verantwoordelijkheid van ActiVite.”

Wat gaat ActiVite doen in relatie tot van ZZ naar GG? “Dit project is de katalysator voor andere projecten waarin

we de zelfredzaamheid en de zelfregie van de cliënt

stimuleren. Tegelijkertijd leggen we de verantwoordelijkheid

van de zorgkwaliteit meer bij de professionals en we geven

alle medewerkers de tools om zelfstandiger met de zorg

aan de slag te gaan. Dit zijn de twee rode draden in alles

wat we doen.” Tjepkema ziet een paradox in de omslag

naar het GG-werken: “De nieuwe manier van werken lijkt

duurder omdat we de verpleegkundigen inzetten, maar die

ondersteunen het werk van de verzorgenden, waardoor zij

kwalitatief hoogwaardiger en effectiever kunnen werken.

De verpleegkundige is de verbindende schakel waardoor

het systeem beter functioneert. Verzorgenden zijn zo beter

gefaciliteerd in de directe zorg aan de cliënt.”

Wijkgerichte benadering “ De wijkzorg stuurt door de kleinschalige aanpak nu al aardig op gezondheid en gedrag. Als verpleegkundige overzie je het totale zorgplaatje, waardoor je bijtijds zaken signaleert en proactief afstemt met alle betrokkenen.”

OrganisatievormHet Van Kleef Instituut is een stichting. Op de website vindt u een overzicht van de bestuursleden. Het kleine bureau heeft een omvang van 2,4 fte. Hier werken Rosemarie van Troost als directeur/programmaleider, Annemarie Klaassen en Els van der Vlugt als projectleiders en Saskia Gielbert op het secretariaat. Annemarie Klaassen is in 2011 voor 8 uur per week gedetacheerd naar de Hogeschool Rotterdam voor het project Wijkzorg Gevraagd!Els van der Vlugt is naast haar baan bij het Van Kleef Instituut ook verbonden aan Careyn, afdeling Gezondheidsservice.Conny Yap en Lausanne Mies zijn als projectadviseurs

verbonden aan het instituut. Daarnaast huurt het instituut diensten in voor financieel en personeel beheer, public relations, strategie en projectmanagement.

de professionals

onderzoeks-instituten

onderwijs- instituten

kernpartners

bestuur VKI

kennis- instituten

bureau VKI

5

Page 4: jaarverslag 2011 - Van Kleef Instituut...kader van het Transitieprogramma in de Langdurige Zorg. Zelfmanagement en regie Het Van Kleef Instituut is een kennisnetwerk in de sector Preventie

6

Bij de programmalijn Slimmer organiseren staat de

vraag centraal hoe we processen in de gezondheidszorg

zo kunnen inrichten dat we mensen en middelen slim

inzetten. Bij dit ‘slim organiseren’ is er continu aandacht

voor kwaliteit van zorg en arbeid.

Het Van Kleef Instituut werkt dit thema uit in het project

Toegankelijkheid/Sleutelbeheer, in de Kennistafel Zorg-

logistiek en in de terugkombijeenkomst van de Masterclass

Zorglogistiek. Het wordt ook opgepakt binnen de Kunst van

het Klein maken, een workshopcyclus die meerdere keren

door het instituut is georganiseerd. In het interview met

een deskundige op dit gebied, Marije Stoffer, staat de Kunst

van het Klein maken (KvK) centraal, een verandermethodiek

waarin professionals zelf werkprocessen zo concreet en ‘klein’

mogelijk beschrijven, analyseren en veranderen. Zij verzorgde

de inhoudelijke kant van de workshops.

Het Van Kleef Instituut en het lectoraat Logistics van de

Hogeschool Rotterdam hebben de afgelopen jaren kennis

en ervaring opgebouwd rond zorglogistieke vraagstukken

binnen de VVT-sector (verpleeg-, verzorgingshuizen

en thuiszorgorganisaties), vooral binnen het project

Thuiszorg Gevraagd. Het Van Kleef Instituut en de Erasmus

Universiteit werken momenteel samen op het gebied van

sleutelproblematiek/toegankelijkheid.

Kwaliteitsbewustzijn moet weer bij de professional komen te liggenOrganisatieadviseur (en voormalig verpleegkundige)

Marije Stoffer houdt zich op de afdeling Keel-, Neus- en

Oorheelkunde in het Rotterdamse Erasmus Medisch Centrum

op een specifieke wijze bezig met het realiseren van

verbeteringen: met de Kunst van het Klein maken (KvK). Voor

“Ik kan mijn duim bewegen, dus ben ik voldoende zelfredzaam”

Frederieke Spakman is als hoofd facilitaire dienst bij

Thuiszorg Rotterdam betrokken bij het project

Toegankelijkheid. Ze weet hoe het er in de praktijk aan

toe gaat met zoekgeraakte sleutels en kent het nadeel

van sleutelkasten en omfietsende collega’s. “Het zou veel

mooier zijn als we één toegangsmogelijkheid zouden

hebben. Want met zo’n technische oplossing kunnen we

slimmer organiseren.”

Toegankelijkheid is technologisch te regelen, maar wie

doet die investering? Spakman: “Uit de in 2011 uitgewerkte

businesscase blijkt dat die investering hoog is. Met de

Erasmus Universiteit en het Van Kleef Instituut bespreken

we of er niet een uniform systeem zou kunnen komen

waarvan je als hulp- en zorgverleners gezamenlijk

gebruikmaakt en we voeren de discussie over de daarmee

gemoeide kosten.” Er zijn diverse initiatieven op het

gebied van domotica. Afgestudeerden aan de TU Delft

hebben bijvoorbeeld een geautomatiseerde oplossing voor

sleutelbeheer ontwikkeld, waarbij toegang via een mobiele

telefoon wordt geregeld. Thuiszorg Rotterdam is bereid

om hiervoor een pilot te starten.

PartnersHet Van Kleef Instituut heeft als netwerkorganisatie kernpartners en samenwerkingspartners.

De kernpartners zijn de stichtingen ActiVite, Careyn, Thuiszorg Rotterdam en De Zellingen. Zij zijn bestuurlijk medeverantwoordelijk en leveren een financiële bijdrage. Stichting Zichtbare Schakel Rotterdam heeft een abonnement. Zij neemt deel aan activiteiten zonder bestuurlijke verantwoordelijkheid te hebben.Tot de samenwerkingspartners horen de hogescholen

8

het Van Kleef Instituut heeft zij de KvK-workshops gegeven.

“Problemen in de organisatie van processen zijn universeel.

Met de Kunst van het Klein maken geven we medewerkers de

tools om zelf dagelijkse werkprocessen continu te verbeteren.

De omgeving verandert voortdurend, waardoor de huidige

werkprocessen niet altijd meer werken.”

Met behulp van praktische tools brengen de medewerkers de

processen in kaart en doen ze een analyse naar de oorzaken

van dagelijkse problemen. Oplossingen worden onmiddellijk

getest in de praktijk. Pas als de juiste oplossing gevonden is,

wordt deze geborgd. Stoffer: “Als je mensen vraagt om een

deel van hun tijd in slimmer organiseren te stoppen, ontmoet

je vaak weerstand: ‘We moeten steeds meer in minder tijd en

dan ook nog processen verbeteren?’ Als medewerkers eenmaal

met de Kunst van het Klein maken aan de slag gaan, werkt het

echter andersom: processen worden daadwerkelijk verbeterd.

Ze hoeven niet meer te zoeken, te wachten op elkaar,

enzovoort. Ze vinden het leuk en stimulerend om te zien dat

de dingen waar iedereen elke dag weer last van heeft nu eens

echt aangepakt worden. Hierdoor kunnen ze eindelijk de zorg

verlenen die ze zo graag willen verlenen. Want voor de beste

zorgverlening komen professionals hun bed uit!”

Veranderende rol van de managerDe Kunst van het Klein maken gaat ook over het realiseren

van een continue verbetercultuur. Daarvoor is het nodig dat

managers een andere rol op zich gaan nemen. Managers

komen vaak zelf uit de zorg en denken de praktijk goed te

kennen. De werkelijkheid verandert echter continu en de

enige die daar goed zicht op heeft, is de professional zelf. Voor

een goede analyse en oplossing van het probleem heeft de

manager de wijkverpleegkundige hard nodig, vindt Stoffer.

Resultaten Er zijn twee groepen die de KvK-training hebben gevolgd.

Stoffer: “Mensen vonden de training inspirerend en

toepasbaar. Ze konden daadwerkelijk de volgende dag

met een aantal geleerde lessen aan de gang. Om echt een

continue verbetercultuur op gang te krijgen is de training

alleen onvoldoende. We zien dat teams daarin begeleid

moeten worden.”

Rol Van Kleef Instituut Stoffer: “Het Van Kleef Instituut creëert tijd en ruimte voor dit

soort trainingen. Hierdoor zijn professionals in staat om even

letterlijk afstand van hun dagelijks werk te nemen en na te

denken over de verbetering van zorg. En wat je ook doet als

Van Kleef Instituut, onthoud dat alles dicht bij de professional

gebeurt: in het primaire proces met de patiënt!”

Slimmer organiseren

“Juist door met de Kunst van het Klein maken klein te beginnen kan een grote ommekeer zoals ZZ-GG stapsgewijs een steeds breder gedragen beweging worden”

van Leiden en Rotterdam. Met beide instellingen is een meerjarensamenwerkingsconvenant afgesloten. Het Van Kleef Instituut werkt intensief samen met de lectoren van deze hogescholen en heeft ook structureel contact met de bacheloropleiding tot verpleegkundige van beide hogescholen (onder andere in werkveld-commissies).

Pr en communicatieHet Van Kleef Instituut heeft in 2011 de website in een nieuw jasje gestoken, waardoor deze meer aansluit bij de programmalijnen en de activiteiten van het instituut. Elke programmalijn heeft een eigen herkenbare kleur-stelling, die in 2012 ook wordt gebruikt in het nieuwe foldermateriaal en in dit jaarverslag.

van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag

Je hele vakgebied in kaart met onze 5 programmalijnen

Het Van Kleef Instituut werkt op basis van programmalijnen. Het centrale thema van

het programma is: Van Ziekte en Zorg (ZZ) naar Gezondheid en Gedrag (GG).

Onze vijf programmalijnen zijn:

• Zelfmanagement en regie

• Wijkgerichte benadering

• Slimmer organiseren

• Keten- en netwerkzorg

• Technologie bij zorg en zelfmanagement

Kijk ook op: www.vankleefinstituut.nl

Zelfmanagement en regie

ansichtkaart programmalijnen_5.indd 1 20-12-11 11:55Handreikingen, praktische tips en richtlijnen over zorg in de wijk. Op www.vankleefi nstituut.nl/toolkit vind je informatie over:

Zorgvisie Zorg- Marketing Zorg- WWZ partijen Zorg- Comm. Zorgniveau Zorg- Samen- kwaliteit & comm. fi nanciering in de wijk behoefte met cliënt verlening werking

Kijk voor de toolkit op www.vankleefi nstituut.nl/toolkit

Toolkit zorg in de wijk; altijd bij de hand!

ansichtkaart A6_def.indd 1 15-09-11 11:32

7

Page 5: jaarverslag 2011 - Van Kleef Instituut...kader van het Transitieprogramma in de Langdurige Zorg. Zelfmanagement en regie Het Van Kleef Instituut is een kennisnetwerk in de sector Preventie

De programmalijn Keten- en netwerkzorg gaat over het

organiseren van zorgverlening vanuit het perspectief

van de cliënt met een chronische aandoening. Het

gaat om drie groepen cliënten: de eerste groep redt

het met zelfmanagement. De tweede groep heeft

een enkele aandoening en ontvangt (specialistische)

ketenzorg. De derde groep heeft meer dan één chronische

aandoening. Deze groep ontvangt netwerkzorg, waarbij

de generalistische benadering en casemanagement

belangrijk zijn.

Netwerkzorg is ook essentieel voor mensen met dementie.

Deze groeiende groep heeft vaak te maken met multi-

problematiek. Met zorgorganisatie De Zellingen (kernpartner

van het Van Kleef Instituut) en het kenniscentrum

Zorginnovatie van de Hogeschool Rotterdam werkt het Van

Kleef Instituut samen binnen de Academische Werkplaats

Dementie aan zorginnovaties voor mensen met dementie

die thuis wonen. De resultaten komen ten goede aan alle

kernpartners. Daarnaast verzorgt het Van Kleef Instituut ook

activiteiten voor verzorgenden die binnen kleinschalig wonen

of in een meer traditionele setting zorg dragen voor mensen

met dementie.

“Aandacht voor de kwetsbaarheid van mensen met dementie en hun mantelzorgers”Mensen met dementie zijn gebaat bij ketenzorg. Dat staat

vast voor Jacomine de Lange, lector Transities in Zorg aan

de Hogeschool Rotterdam en inspirerend partner in de

Academische Werkplaats Dementie (AWD). De AWD is in

2008 opgericht om die ketenzorg rond deze kwetsbare

groep tot stand te brengen. Na de start binnen De Zellingen

zijn contacten opgebouwd met verschillende partners in

dementiezorg, zoals de geriaters van het Sint Franciscus

Gasthuis, de gemeente en het meldpunt mantelzorg.

“TFI verscherpt observatie in keten- en netwerkzorg”

Sinds eind 2011 werkt wijkverpleegkundige Laura Meerman

in Vlaardingen-Holy met de Tilburg Frailty Indicator (TFI),

een instrument dat in het project Wijkzorg Gevraagd! als

pilot is ingevoerd voor vroegsignalering bij kwetsbare

ouderen.

“Met de TFI krijgen we heel snel een totaalbeeld waar de

kwetsbaarheid ligt, want het gaat vaak om een combinatie

van lichamelijke, psychische en sociale knelpunten.

Die samenhang is ook bij dementie zo belangrijk, want

dan kunnen we veel gerichter interventies plegen.

Cliënten met dementie zijn onder andere gebaat bij een

daginvulling, structuur, onder de mensen zijn en een

gezond voedingspatroon. Daar zijn al onze interventies

op gericht, maar natuurlijk wordt de persoonlijke zorg

niet vergeten.” In de wijk werkt Meerman nu nauw samen

met de mantelzorgers en de huisarts. Daarna regelt ze de

daginvulling. Ze is bezig een netwerk op te richten voor

deze kwetsbare groep cliënten.

De TFI maakt de rol van de wijkverpleegkundige iets

anders, verwacht Meerman: “Het instrument helpt om

preventief bezig te zijn, meer kwaliteit van leven bij de

mensen te brengen en te sturen op gezondheid en gedrag.

Het mooiste is dat we na die TFI samen naar de scores

kijken en samen een plan maken, al dan niet met een

mantelzorger erbij. Mensen zitten zo in een negatieve

cirkel van minder mobiliteit, ongezonder eten en sociaal

isolement. Nu kunnen we erger voorkomen!”

ToolkitDe toolkit is als belangrijk onderdeel toegevoegd aan de website en hiermee vergroten we de uitstraling van het instituut naar het landelijke niveau. Iedereen kan gebruikmaken van de tools. Op www.vankleefinstituut.nl/toolkit vindt u informatie over:

Zorgvisie Zorg- kwaliteit

Marketing& comm.

Zorg-financiering

WWZ-partijen in de wijk

Zorg- behoefte

Comm. met de patiënt

Zorgniveau Zorg-verlening

Samenwerking10

De Lange: “De problematiek van mensen met dementie

is vaak een optelsom van cognitieve, somatische en

sociale factoren. Ook hun mantelzorger is cliënt binnen de

zorgketen, want beiden hebben professionele ondersteuning

nodig voor hun kwaliteit van leven.”

VroegsignaleringIn de Academische Werkplaats Dementie is veel in gang

gezet en zijn mooie resultaten bereikt, vindt de lector. Er

is bijvoorbeeld een coördinerend casemanager aangesteld

bij De Zellingen. Zij kan als de thuiszorgmedewerker of

de huisarts het gevoel heeft dat er iets niet pluis is, een

huisbezoek afleggen en met het Easycare assessment bijtijds

problematieken signaleren en actie ondernemen richting

thuiszorg of huisarts. De Lange hecht grote waarde aan de

vroegsignalering. ‘Het gele kaartje’ met de eerste signalen

van dementie is breed verspreid in Krimpen en Capelle aan

den IJssel. “Je kunt in die vroege fase nog goed met de cliënt

praten over de toekomst: zowel over de zorgvraag als over het

levenseinde. En er zijn hulpmiddelen en interventies die het

leven van de cliënt en diens mantelzorger prettiger maken.”

Scholing en interventiesOok is De Lange enthousiast over de uitgebreide scholings-

programma’s van de Academische Werkplaats Dementie.

“Bijna alle verzorgenden zijn nu geschoold in vroeg-

signalering; ook de huishoudelijke hulpen die bij de mensen

over de vloer komen. De medewerkers zijn geschoold in

omgaan met gedragsproblemen en in de communicatie

met mantelzorgers. Uit elk team zijn twee medewerkers

opgeleid tot contactpersonen dementie. Het gaat erom dat

er nu aandacht is voor de kwetsbaarheid van deze groep!”

Volgens De Lange heeft een gecombineerde interventie voor

cliënt en mantelzorger het meeste effect. Zo zijn in de AWD

goede ervaringen opgedaan met de succesvolle Plezierige-

Activiteiten-Methode.

OnderzoekIn de Academische Werkplaats Dementie is veel onderzoek

gedaan, onder andere naar de relatie tussen de persoon met

dementie, de mantelzorger en de verzorgenden, waarbij het

draait om wie de regie heeft, krijgt of houdt. De Lange: “De

onderzoeksvraag kwam van De Zellingen zelf. Zij vroegen zich

af waarom het in de ene situatie klikt tussen de verzorgende

en het cliëntpaar en in de andere niet. Uit het onderzoek bleek

dat persoonskenmerken daarbij een minder belangrijke rol

spelen dan gedacht. De verzorgenden hebben nu geleerd de

situatie te analyseren en ze beschikken over strategieën om die

driehoek soepel te laten werken.” In 2011 is een begin gemaakt

met de rapportage van alle onderzoeksresultaten, die begin

2012 gepubliceerd zullen worden.

Toegevoegde waarde Van Kleef InstituutJacomine de Lange is blij met de bijdragen van het Van Kleef

Instituut. “Het is prettig dat het Van Kleef Instituut een bredere

kijk heeft op bijvoorbeeld ketenzorg. Ook het grote netwerk is

waardevol om de opgedane kennis verder te verspreiden en ze

hebben goede ideeën om nieuwe werkvormen uit te proberen

bij de verspreiding van resultaten.”

Keten- en netwerkzorg“De grootste uitdaging is echter om anders over dementie te gaan denken.”

Het bezoek aan de website gaan we in 2012 monitoren. De site is ons belangrijkste communicatiemedium in het contact met de deelnemers aan onze activiteiten. Alle aanmeldingen gebeuren digitaal.

In 2011 heeft het Van Kleef Instituut een bijdrage geleverd aan een aantal publicaties:• een artikel over de Toolkit Zorg in de Wijk in het blad LVW;• een artikel over de basisvoorziening in het blad LVW;• de nota basisvoorziening wijkverpleging; ‘Eindrapport Versterken van verpleging thuis. Naar een basisvoorziening wijkverpleging’ • het leerboek (inclusief dvd met filmfragmenten) zorg over mensen met een chronische ziekte.Het VKI is vertegewoordigd binnen V&VN door Annemarie Klaassen als bestuurslid van de afdeling Eerstelijns- verpleegkundigen en Rosemarie van Troost als lid van de Ledenraad. 9

Page 6: jaarverslag 2011 - Van Kleef Instituut...kader van het Transitieprogramma in de Langdurige Zorg. Zelfmanagement en regie Het Van Kleef Instituut is een kennisnetwerk in de sector Preventie

1310

Het thema van de programmalijn Technologie bij zorg en

zelfmanagement is Toekomstbestendig maken van onze

zorgverlening met behulp van technologie.

Zorg op afstand, inzet van robottechnologie en domotica-

toepassingen zijn hier voorbeelden van, zowel bij de

zorgverlening thuis als in kleinschalige woonvormen en in

intramurale instellingen.

Technologische innovaties bieden oplossingen om de kloof

tussen een toenemende zorgvraag en een afnemend zorg-

aanbod te overbruggen, bleek ook uit de Van Kleef Lezing 2010.

In 2011 heeft het Van Kleef Instituut met de kernpartners en

de hogescholen gekeken naar de rol die technologie zou

kunnen spelen en wat er in de instellingen en op opleidingen

moet gebeuren om technologie ook daadwerkelijk te gaan

gebruiken. Het instituut werkt hiervoor samen met de

afdeling Gezondheidszorgtechnologie van de Hogeschool

Rotterdam in het netwerk Gezondheidszorgtechnologie.

We willen de programmalijn Technologie verbinden met de

zorg voor mensen met een chronische ziekte. Henk Rosendal,

lector in Leiden en Rotterdam, geeft hier zijn visie.

Zorg blijft mensenwerkHenk Rosendal is meteen duidelijk over de plek en de rol van

technologie in de zorg: “Zorg blijft mensenwerk. Technologie

kan het contact van mens tot mens in de zorgrelatie of

de relatie tussen zorgprofessionals nooit overnemen, wel

goed ondersteunen.” Duidelijk is hij over de definiëring

van technologie: “Technologie is meer dan het gebruik van

apparaatjes en digitale aanpassingen invoeren in de zorg.

Het is veel breder; ook het anders organiseren van de zorg

valt onder het begrip technologie. Technologie wordt ook wel

omschreven als het praktisch en systematisch toepassen van

kennis.”

Grote en kleine technologie

Annemarie Klaassen maakt zich als projectleider bij het

Van Kleef Instituut hard voor de kleine ADL-hulpmiddelen

die de zelfredzaamheid vergroten.

“Het valt me op dat het bij zorgtechnologie vaak over

grote dingen gaat, zoals domotica, maar er is ook veel

innovatie bij de kleine ADL-hulpmiddelen. Juist bij

beginnende zelfredzaamheidtekorten kun je vaak met

eenvoudige middelen oplossingen bieden: denk aan

simpele wandbeugels in plaats van een aangepast toilet

dat de cliënt helpt met opstaan. De aandacht voor grote

technologische oplossingen dringt deze hulpmiddelen

naar de achtergrond.” Belangrijk blijft volgens Klaassen om

zelfredzaamheidtekorten met elkaar in verband te brengen

om goed te signaleren wat de werkelijke oorzaak van het

tekort is. Bij de workshopcyclus rond zelfredzaamheid van

het Van Kleef Instituut komt dit ook aan de orde.

Een andere kwaliteit van de kleine hulpmiddelen is dat

deze eraan bijdragen om technologie beter in beeld te

krijgen bij de zorgprofessionals. “Als een verzorgende leert

om ook te denken in oplossingen buiten haar hulp, zal ze

daar eerst de kleine hulpmiddelen bij betrekken, omdat

ze die kent. Zo wordt het voor de professionals steeds

normaler om te denken in hulpmiddelen. De angst dat hun

hulp niet meer nodig zal zijn, neemt af. Je kunt niet alle

zelfredzaamheidtekorten met hulpmiddelen oplossen,

maar bij een toenemende zorgvraag zullen ze steeds meer

nodig zijn!”

AccreditatieHet Van Kleef Instituut is sinds 2008 geaccrediteerd door het Kwaliteits- register Verpleging en Verzorging. In 2011 is de accreditatie opnieuw voor drie jaar verlengd.

Deelnemers aan onze activiteiten kunnen hun deskundigheidsbevordering registreren in hun portfolio van het Kwaliteitsregister. Hun vakbekwaamheid wordt hiermee transparant gemaakt en zij werken zo aan het behoud van hun registratie. De kernpartners laten zien dat ze investeren in de vakbekwaamheid van hun medewerkers.

Colofon

Dit is een uitgave van Het Van Kleef Instituut

Postbus 900

3100 AX Schiedam

Pegasusweg 200

3067 KX Rotterdam

www.vankleefinstituut.nl

Tekst

Caroline van Amerongen, www.cvateksten.com

Van Kleef Instituut, Rosemarie van Troost

Vormgeving

Mariël Lam bn0, Den Bosch

Rol zorgverleners‘Alle beetjes’ kunnen bijdragen aan verbeteringen van de zorg

en aan de zelfstandigheid van de cliënt, dus pleit de lector

ervoor technologische oplossingen veel meer en vooral ook

slim te benutten. Hierbij dient zich direct een uitdaging

aan, want ten eerste moet de zorgprofessional hiervan op

de hoogte zijn, ten tweede moet hij of zij kunnen inschatten

wat wanneer zinvol is en ten derde moet hij of zij ook nog

weten hoe hier in de praktijk mee om te gaan.

Technologie kan bijvoorbeeld helpen bij de communicatie

tussen professional en de chronisch zieke cliënt: de huisarts

komt door andere prioriteiten niet meer thuis bij deze

mensen. “Bij zelfmanagement gaat het ook over het leren

omgaan met een chronische ziekte. Daar moet de cliënt in

begeleid worden.” Om dat voor elkaar te krijgen kan

(internet-)technologie nu ook al meer bijdragen dan feitelijk

gebeurt, vindt Rosendal. Ook professionals kunnen baat

hebben bij (bestaande!) technologische hulpmiddelen.

“Waarom maken we hier niet dankbaar gebruik van de

techniek om elke week één uur via Skype-achtige

toepassingen te vergaderen over cliënten met complexe

hulpvragen. Een gemiste kans.”

Technologie bij ZZ naar GG“We moeten alles inzetten om zelfmanagement en

ondersteuning van mantelzorgers te vergroten, ook

technologische oplossingen”, stelt Rosendal. De grootste

zorgvraag van de toekomst ligt volgens hem in de extramurale

hoek: “De oudere chronisch zieke woont thuis en wil ook zo

veel mogelijk thuis blijven. Technologie kan daar steeds meer

bij helpen.”

Open uitnodiging Rosendal ziet de huidige financieringssystematiek als een

belangrijk knelpunt in de omwenteling van ZZ naar GG en ook

als onbedoelde rem op de ontwikkeling van zorgtechnologie.

“Als zorgprofessional worden we niet betaald voor GG. Toch

zou het zo goed zijn om in de wijk om de tafel te gaan zitten

en vanuit het GG-denken veranderingen in gang te zetten

en te kijken waar technologie kan bijdragen. Lectoraten

kunnen een pilot beginnen om met bijvoorbeeld verzekeraars,

gemeenten, zorgaanbieders en ook studenten te investeren in

technologische GG-oplossingen voor chronisch zieken. Dit is

een open uitnodiging.”

Rol Van Kleef InstituutRosendal is enthousiast over het Van Kleef Instituut: “Het is

een uniek instituut dat ontwikkelingen in de zorg goed kan

signaleren. De kracht van het instituut is dat het zelfs

concurrerende partijen kan verbinden. Het Van Kleef Instituut

kan projecten initiëren, partijen enthousiasmeren, processen

aanjagen, begeleiden, ondersteunen en faciliteren en

bovendien helpen bij fondsenwerving.”

Technologie bij zorg en zelfmanagement

“ Waarom maken we als zorgprofessionals niet dankbaar gebruik van de techniek om elke week één uur via Skype te vergaderen over cliënten?”

Financiën Het Van Kleef Instituut kan functioneren dankzij:• de bijdragen van de kernpartners;• de meerjarige projectsubsidie van de Stichting Gerard van Kleef Fonds;• vergoedingen uit externe projectsubsidies voor bijdragen door medewerkers van het instituut aan deze projecten, zoals de RAAK-subsidie voor het project Wijkzorg Gevraagd! en de subsidies van ZonMw voor de Academische Werkplaats Dementie en voor het implementatieproject met roc’s;• de bijdrage van abonnees, zoals in 2011 Zichtbare Schakels Rotterdam.

Een jaarrekening is op aanvraag beschikbaar.