Successful Strategy Implementation - IIA: Instituut van Internal
jaarverslag 2011 - Van Kleef Instituut...kader van het Transitieprogramma in de Langdurige Zorg....
Transcript of jaarverslag 2011 - Van Kleef Instituut...kader van het Transitieprogramma in de Langdurige Zorg....
2
GG-gedacht…De transitie van ZZ naar GG is de rode draad die de komende jaren door alle activiteiten van het
Van Kleef Instituut loopt. Ook de geïnterviewden in dit jaarverslag hebben of krijgen ermee te
maken. Deze verzameling praktijkervaringen, meningen en gedachten over gezondheid en gedrag
geven een impressie hoe de transitie onder hen leeft.
Gigantische job
“Bij de beweging van ZZ naar GG krijgt de cliënt de regie in eigen hand. Als je
mensen de regie wilt laten houden, moet je zelf de handreiking doen.
Telkens afstemmen: ‘Wat hebt u nodig?’ en ‘Wat wilt u?’ Dat wordt een gigantische
job. Ik heb collega’s daarom verteld over de ZelfredzaamheidRadar en hen meteen
gewezen op de vervolgworkshop.”
Carla Kuipers
Bewust zijn van remmende oude waarden
“De huidige boodschap van ZZ naar GG is een nieuwe
boodschap boven op oude waarden. De oude gewoonten,
ideeën en herinneringen zijn er; de uitdaging treed je ook
altijd met het oude tegemoet. Opgave is om dat goed
onder ogen te zien en elke dag verder te gaan.”
Gabriëlle Davits
Huidige financieringssystematiek als knelpunt
“Als zorgprofessional worden we niet betaald voor GG. Toch zou het zo goed zijn
om in de wijk om de tafel te gaan zitten en vanuit het GG-denken veranderingen
in gang te zetten en te kijken waar technologie kan bijdragen. Lectoraten
kunnen een pilot beginnen om met bijvoorbeeld verzekeraars, gemeenten, zorg-
aanbieders en ook studenten te investeren in technologische GG-oplossingen
voor chronisch zieken. Dit is een open uitnodiging.”
Henk Rosendal
GG en de zorg voor mensen met dementie
“De grootste uitdaging is echter om anders over dementie te gaan denken, gericht
op gezondheid en gedrag. Ouderen kunnen wel investeren in een gezonde leefstijl
om vasculaire dementie te voorkomen waar mogelijk. Dementie is een beperking,
maar cliënten kunnen soms nog lang blijven deelnemen aan bepaalde activiteiten.
Ze zijn nog niet afgeschreven!”
Jacomine de Lange
GG vraagt om andere competenties
“Je kunt de oudere en kwetsbare burger
verantwoordelijk maken voor zijn gezondheid
en gedrag en dat maakt de zorgprofessional
met een ander competentieprofiel juist hard
nodig.”
Pieter Vos
jaarverslag 2011 samenhang en verbinding
2
De programmalijn Zelfmanagement en Regie draait om
de andere, nieuwe rollen voor cliënt en zorgverlener:
• cliëntenlerenzogoedmogelijkzelfmethunziekteof
beperking om te gaan en verantwoordelijkheid te
nemen voor gezond gedrag;
• zorgprofessionalsbewustmakendatzijderegiezo
veel mogelijk in handen van de cliënt leggen en waar
nodig de regie rondom de cliënt goed organiseren,
onder andere door de informele zorg te benutten.
Steeds meer blijkt dat het behoud van zelfredzaamheid en
regie juist sterk afhankelijk is van de mogelijkheden om
informele zorg (vrijwillige en onbetaalde hulp) in te zetten.
Het Van Kleef Instituut is in 2011 een verkenning van dit
onderwerp begonnen met de vraag of de regiefunctie van
de wijkverpleegkundigen kan bijdragen aan het samenspel
van formele en informele zorg. Andere vragen zijn hoe
verpleegkundigen en verzorgenden staan tegenover de inzet
van informele zorg, welke maatschappelijke vraag er leeft bij
burgers om zich als informele verzorger in te zetten en hoe
informele hulp zelfredzaamheid kan ondersteunen.
Zorgsysteem belemmert zelfstandigheid zorgvrager het meestZelfmanagement en regie raken direct aan de beweging
van ZZ naar GG, het hoofdthema van de zesde Van Kleef
Lezing. Pieter Vos, algemeen secretaris van de Raad voor
Volksgezondheid en Zorg (RVZ), heeft het gedachtegoed
verkend met een focus op de langdurige zorg en ouderenzorg.
Gabriëlle Davits was als voorzitter van de Raad van Bestuur
van de Van Neynselgroep in Den Bosch opdrachtgever voor
‘Van Harnas naar Zomerjurk’, een driejarig project in het
kader van het Transitieprogramma in de Langdurige Zorg.
Zelfmanagement en regie
Het Van Kleef Instituut is een kennisnetwerk in de sector Preventie en Zorg, Wonen en Welzijn. In 2011 volgt het instituut de transitie die door de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg is ingezet en levert een bijdrage aan het veranderen van de focus van de professional. Van de aandacht voor met name ziekte en zorg (ZZ) naar ook aandacht voor gezondheid en gedrag (GG). Onze vijf programmalijnen voor de komende tijd geven invulling aan dit thema.
Het instituut fungeert als monitor en aanjager van nieuwe ontwikkelingen in de zorg. Het speelt een rol
ZelfredzaamheidsRadar: álle aspecten van zelfredzaamheid in beeld
Carla Kuipers werkt als verzorgende D+ en heeft deel-
genomen aan de workshop Zelfredzaamheid in relatie
tot continentie/incontinentie. Ze heeft daar de
ZelfredzaamheidsRadar ontvangen, die ze bij een van
haar cliënten introduceerde. Kuipers: “Het is alsof we met
die grote kaart samen ‘een spel aan de grote tafel’ doen,
waarbij ik de cliënt terzijde sta en zo de gelegenheid geef
álle aspecten van zelfredzaamheid en de zorgproblemen
te bespreken. Werken met de radar komt heel dicht bij
de ‘warme zorg’ die ik als zorgverlener graag wil geven:
erkenning van en zingeving voor de oudere mens die graag
de regie over zijn leven wil houden.”
Kuipers vindt de ZelfredzaamheidsRadar handig: het
bevordert laagdrempelige communicatie met cliënten.
In één oogopslag is de mate van zelfredzaamheid helder.
“Het zou goed zijn om die radar voor in elk dossier te
hebben, zodat de informatie ook beschikbaar is bij de
werkoverdracht. Ik neem dankzij de workshop en de radar
nu wat meer tijd, bedenk zelf oplossingen. Ik kijk goed
naar de mobiliteitsklasse en bedenk wat er nodig is bij een
specifiek probleem. Als het nodig is, neem ik contact op
met specialisten.”
“Als je mensen de regie wilt laten houden, moet je zelf de
handreiking doen. Centraal bij de radar staat wat de cliënt
nodig heeft en zelf graag wil. De radar stimuleert zo echt de
zelfredzaamheid!”
De programmalijnen in 2011
> zelfmanagementenregie> wijkgerichtebenadering> slimmerorganiseren> ketenennetwerkzorg> technologiebijzorgen zelfmanagement
Ze heeft verteld over hoe de transitie door dit project heeft
uitgepakt in de dagelijkse praktijk.
ZorgprofessionalDe zorgprofessional in de ouderenzorg zal in de GG-aanpak
vooral de taak krijgen om de cliënten te ondersteunen bij
hun zelfzorg en zelfmanagement. Daar horen passende
competenties bij, zoals samenwerken, coachen, ICT-
vaardigheden en leefstijl en gedrag beïnvloeden. Vos: “Ja,
je kunt de oudere en kwetsbare burger verantwoordelijk
maken voor zijn gedrag en gezondheid en dat maakt de
zorgprofessional met een ander competentieprofiel juist hard
nodig!”
Medewerkers moeten zich de nieuwe manier van werken
eigen maken en dat kost veel tijd, is de ervaring van Davits.
“Medewerkers zijn competent. Maar ze laten vaak niet zien
wat ze kunnen, omdat ze bang zijn om fouten te maken.”
Davits pleit hier voor ‘het recht op risico’. “En van oudsher
zijn de medewerkers zo gefocust op de cliënt, dat ze over het
hoofd zien welke kansen de informele (mantel)zorg met zich
meebrengt.”
Inloopfunctie en zorgrelatieDe nieuwe ‘inloopfunctie’ in wijken en buurten zoals voor-
gesteld door de RVZ, biedt laagdrempelige zorg, gericht op de
80 procent van de mensen die met niet-medische klachten
bij hun huisarts komen. “Dit vraagt om hoogopgeleide
verpleegkundigen die goed kunnen triageren, ‘community-
oriented’ zijn en ‘naar voren denken’”, stelt Vos. Er ontstaat
ook door de e-zorg een andere zorgrelatie, een andere
verantwoordelijkheidsverdeling.
Oude waarden en overtuigingenDavits signaleert dat de oude waarden van de verzorgings-
staat zijn doorgedrongen tot in het hart van de zorg: de
interactie tussen cliënt en verzorgende. “Van ZZ naar GG is
een nieuwe boodschap boven op die oude waarden.”
Iets nieuws in een oude routine is dus niet zo eenvoudig
uit te voeren. De opgave is groot: de hele sector moet zich
verhouden tot die nieuwe werkelijkheid.
bij praktijkgericht onderzoek door onderwijs en zorgpraktijk te verbinden. Zo dragen we bij aan een uitdagende werkomgeving voor alle beroepsbeoefenaren en aan actuele en aantrekkelijke opleidingen in de zorg-sector.
Dit jaarverslag geeft een overzicht van wat het instituut in 2011 samen met de kernpartners en samenwerkingspartners heeft gerealiseerd. We laten vertegenwoordigers van beide aan het woord. Wat zij vertellen is gekoppeld aan de vijf programmalijnen.
VanKleefInstituut Programma2011:VanZiekteenZorgnaarGezondheidenGedrag
“Er ontstaat door de e-zorg een andere zorgrelatie, een andere verantwoordelijkheidsverdeling”
3
De voornaamste activiteiten in 2011Een factsheet met de in 2011 door het Van Kleef Instituut georganiseerde activiteiten en het aantal deelnemers vindt u op de site www.vankleefinstituut.nl
We organiseerden onder andere:• workshops en werkconferenties• kennistafelgesprekken • netwerkbijeenkomsten• project Wijkzorg Gevraagd• project Academische Werkplaats • Van Kleef Lezing
Ruim 850 personen hebben deelgenomen aan onze activiteiten.
De programmalijn Wijkgerichte benadering gaat over
de samenhang in de eerstelijns zorg. Het Van Kleef
Instituut heeft in de afgelopen twee jaren samen met
de hogescholen van Rotterdam en Leiden het project
Wijkzorg Gevraagd! vormgegeven. Ook sluit het instituut
aan bij de projecten Thuis in de Buurt (Thuiszorg
Rotterdam), Het Dorp (Careyn), het landelijke project
Zichtbare Schakel en het project Zichtbare Schakels in
Rotterdam, Schiedam en Leiden.
Het Van Kleef Instituut heeft een netwerk Samenhangende
Zorg in de Eerste Lijn opgericht voor professionals en
projectleiders. Het instituut beheert een toolkit met gereed-
schappen voor professionals om het zorgverleningsproces
en de organisatie van de zorg op wijkniveau vorm te geven.
Ook verzorgt het workshops over Netwerken in de wijk en
Motiverende gespreksvoering.
In het in 2011 afgeronde project Wijkzorg Gevraagd! (WZG)
hebben de hogescholen van Rotterdam en Leiden en de
zorgorganisaties ActiVite, Careyn, De Zellingen en het Van
Kleef Instituut samengewerkt. Judith Tjepkema vertelt als
controller zorgbeleid van ActiVite hoe deelname aan Wijkzorg
Gevraagd! binnen ActiVite heeft geleid tot veranderingen.
“ZZ-GG zit onderhand in de genen”ActiVite was al betrokken bij de voorbereidingen voor het
WZG-project. In die tijd was de insteek om vanuit het project
het wijkgericht werken op de kaart te krijgen. Judith
Tjepkema: “Het project heeft de discussie over wijkgericht
werken op strategisch niveau aangejaagd. De centrale vraag
was: hoe werk je wijkgericht binnen de financiële kaders?
Door WZG hebben we met de huisartsen naar de oplossingen
gezocht om zorg in de wijk beter te organiseren. In 2010 was
de omslag richting kleinschaligheid en wijkgericht werken
echt nieuw, nu kun je die processen alweer verbeteren.”
“De hbo-verpleegkundige de sturende kracht in het wijkteam”
Manon de Zeeuw is wijkverpleegkundige bij Careyn en ze
was als hbo-student betrokken bij het project Wijkzorg
Gevraagd!. Zij heeft onderzocht welke competenties
wijkverpleegkundigen nodig hebben binnen de wijk-
gerichte zorg.
“De hbo-verpleegkundige is de sturende kracht in het
wijkteam. Ik herken dat nu ook in mijn eigen praktijk. Je
moet alles regelen in een complexe omgeving, een plan van
aanpak schrijven, projectmatig werken. Je stuurt je team
aan en coacht je collega’s. Ook moet je overzien wat een
collega aankan qua niveau en karakter. Je netwerkt met
huisartsen, stemt af met cliënten en mantelzorgers, dus
ook communicatieve vaardigheden zijn nodig.”
De Zeeuw ziet enkele verbeterpunten voor de opleiding.
“Je hebt kennis nodig van financiën en marketing, want je
hebt een financiële verantwoordelijkheid. De mondigheid
van cliënten maakt dat je je grenzen in de gaten moet
houden en dat je pit moet hebben om door te pakken. Je
moet in je team kunnen reflecteren op je eigen gedrag en je
kwetsbaar durven opstellen tijdens intervisie.” Daarnaast
heeft de opleiding een belangrijke wervende taak. “Neem
iemand een hele dag mee, dan ontdekken mensen dat je
overstijgend bezig bent.”
46
Resultaten Het project WZG is met veel plezier en betrokkenheid
uitgewerkt door de mensen van ActiVite en dat heeft ook
gemaakt dat WZG uiteindelijk de basis is geworden voor
andere wijkgerichte projecten. Zo participeert ActiVite nu in
het project Zichtbare Schakels. Tjepkema: “WZG is de basis
waarop wijkgerichte vervolgprojecten zijn geschreven.
Kleinschalige zorg, de vraag van de cliënt en wijkgericht
werken zijn nu onderdeel van ActiVite en staan definitief
op de agenda. Er zijn betere verbindingen in de wijk en de
samenhang in het werk is nu groter, ook in relatie tot de
huisartsen.”
Toegevoegde waarde Van Kleef Instituut“Het Van Kleef Instituut is een kennisinstituut dat nieuwe
ideeën bij zorgorganisaties introduceert en bespreekt. Bij
de start van het WZG-project was het Van Kleef Instituut een
voorloper. Het instituut draagt bij aan onze aandacht voor
zorginnovatie. Het heeft een aanjaagfunctie en combineert
deze met kennisdeling. Het is een sparringpartner met
wie we over nieuwe dingen kunnen nadenken en dat is
een enorme stimulans. Door de samenwerking worden
wij bijvoorbeeld ook gesteund en gestimuleerd om
resultaten bewust te evalueren.” Tjepkema is ook blij met
de verbindende rol die het instituut vervult, zoals de kans
om met mensen uit de logistiek om de tafel te zitten en de
mogelijkheid om externe gelden en expertise in te zetten. Ze
merkt dat het Van Kleef Instituut daarnaast op zoek is naar
borging van het WZG-project: “Dit project zal nooit helemaal
geborgd worden, want het wordt maar in een deel van onze
organisatie gebruikt. Daar houdt volgens mij de rol van het
Van Kleef Instituut ook op: inbedden in het grotere beleid is
de verantwoordelijkheid van ActiVite.”
Wat gaat ActiVite doen in relatie tot van ZZ naar GG? “Dit project is de katalysator voor andere projecten waarin
we de zelfredzaamheid en de zelfregie van de cliënt
stimuleren. Tegelijkertijd leggen we de verantwoordelijkheid
van de zorgkwaliteit meer bij de professionals en we geven
alle medewerkers de tools om zelfstandiger met de zorg
aan de slag te gaan. Dit zijn de twee rode draden in alles
wat we doen.” Tjepkema ziet een paradox in de omslag
naar het GG-werken: “De nieuwe manier van werken lijkt
duurder omdat we de verpleegkundigen inzetten, maar die
ondersteunen het werk van de verzorgenden, waardoor zij
kwalitatief hoogwaardiger en effectiever kunnen werken.
De verpleegkundige is de verbindende schakel waardoor
het systeem beter functioneert. Verzorgenden zijn zo beter
gefaciliteerd in de directe zorg aan de cliënt.”
Wijkgerichte benadering “ De wijkzorg stuurt door de kleinschalige aanpak nu al aardig op gezondheid en gedrag. Als verpleegkundige overzie je het totale zorgplaatje, waardoor je bijtijds zaken signaleert en proactief afstemt met alle betrokkenen.”
OrganisatievormHet Van Kleef Instituut is een stichting. Op de website vindt u een overzicht van de bestuursleden. Het kleine bureau heeft een omvang van 2,4 fte. Hier werken Rosemarie van Troost als directeur/programmaleider, Annemarie Klaassen en Els van der Vlugt als projectleiders en Saskia Gielbert op het secretariaat. Annemarie Klaassen is in 2011 voor 8 uur per week gedetacheerd naar de Hogeschool Rotterdam voor het project Wijkzorg Gevraagd!Els van der Vlugt is naast haar baan bij het Van Kleef Instituut ook verbonden aan Careyn, afdeling Gezondheidsservice.Conny Yap en Lausanne Mies zijn als projectadviseurs
verbonden aan het instituut. Daarnaast huurt het instituut diensten in voor financieel en personeel beheer, public relations, strategie en projectmanagement.
de professionals
onderzoeks-instituten
onderwijs- instituten
kernpartners
bestuur VKI
kennis- instituten
bureau VKI
5
6
Bij de programmalijn Slimmer organiseren staat de
vraag centraal hoe we processen in de gezondheidszorg
zo kunnen inrichten dat we mensen en middelen slim
inzetten. Bij dit ‘slim organiseren’ is er continu aandacht
voor kwaliteit van zorg en arbeid.
Het Van Kleef Instituut werkt dit thema uit in het project
Toegankelijkheid/Sleutelbeheer, in de Kennistafel Zorg-
logistiek en in de terugkombijeenkomst van de Masterclass
Zorglogistiek. Het wordt ook opgepakt binnen de Kunst van
het Klein maken, een workshopcyclus die meerdere keren
door het instituut is georganiseerd. In het interview met
een deskundige op dit gebied, Marije Stoffer, staat de Kunst
van het Klein maken (KvK) centraal, een verandermethodiek
waarin professionals zelf werkprocessen zo concreet en ‘klein’
mogelijk beschrijven, analyseren en veranderen. Zij verzorgde
de inhoudelijke kant van de workshops.
Het Van Kleef Instituut en het lectoraat Logistics van de
Hogeschool Rotterdam hebben de afgelopen jaren kennis
en ervaring opgebouwd rond zorglogistieke vraagstukken
binnen de VVT-sector (verpleeg-, verzorgingshuizen
en thuiszorgorganisaties), vooral binnen het project
Thuiszorg Gevraagd. Het Van Kleef Instituut en de Erasmus
Universiteit werken momenteel samen op het gebied van
sleutelproblematiek/toegankelijkheid.
Kwaliteitsbewustzijn moet weer bij de professional komen te liggenOrganisatieadviseur (en voormalig verpleegkundige)
Marije Stoffer houdt zich op de afdeling Keel-, Neus- en
Oorheelkunde in het Rotterdamse Erasmus Medisch Centrum
op een specifieke wijze bezig met het realiseren van
verbeteringen: met de Kunst van het Klein maken (KvK). Voor
“Ik kan mijn duim bewegen, dus ben ik voldoende zelfredzaam”
Frederieke Spakman is als hoofd facilitaire dienst bij
Thuiszorg Rotterdam betrokken bij het project
Toegankelijkheid. Ze weet hoe het er in de praktijk aan
toe gaat met zoekgeraakte sleutels en kent het nadeel
van sleutelkasten en omfietsende collega’s. “Het zou veel
mooier zijn als we één toegangsmogelijkheid zouden
hebben. Want met zo’n technische oplossing kunnen we
slimmer organiseren.”
Toegankelijkheid is technologisch te regelen, maar wie
doet die investering? Spakman: “Uit de in 2011 uitgewerkte
businesscase blijkt dat die investering hoog is. Met de
Erasmus Universiteit en het Van Kleef Instituut bespreken
we of er niet een uniform systeem zou kunnen komen
waarvan je als hulp- en zorgverleners gezamenlijk
gebruikmaakt en we voeren de discussie over de daarmee
gemoeide kosten.” Er zijn diverse initiatieven op het
gebied van domotica. Afgestudeerden aan de TU Delft
hebben bijvoorbeeld een geautomatiseerde oplossing voor
sleutelbeheer ontwikkeld, waarbij toegang via een mobiele
telefoon wordt geregeld. Thuiszorg Rotterdam is bereid
om hiervoor een pilot te starten.
PartnersHet Van Kleef Instituut heeft als netwerkorganisatie kernpartners en samenwerkingspartners.
De kernpartners zijn de stichtingen ActiVite, Careyn, Thuiszorg Rotterdam en De Zellingen. Zij zijn bestuurlijk medeverantwoordelijk en leveren een financiële bijdrage. Stichting Zichtbare Schakel Rotterdam heeft een abonnement. Zij neemt deel aan activiteiten zonder bestuurlijke verantwoordelijkheid te hebben.Tot de samenwerkingspartners horen de hogescholen
8
het Van Kleef Instituut heeft zij de KvK-workshops gegeven.
“Problemen in de organisatie van processen zijn universeel.
Met de Kunst van het Klein maken geven we medewerkers de
tools om zelf dagelijkse werkprocessen continu te verbeteren.
De omgeving verandert voortdurend, waardoor de huidige
werkprocessen niet altijd meer werken.”
Met behulp van praktische tools brengen de medewerkers de
processen in kaart en doen ze een analyse naar de oorzaken
van dagelijkse problemen. Oplossingen worden onmiddellijk
getest in de praktijk. Pas als de juiste oplossing gevonden is,
wordt deze geborgd. Stoffer: “Als je mensen vraagt om een
deel van hun tijd in slimmer organiseren te stoppen, ontmoet
je vaak weerstand: ‘We moeten steeds meer in minder tijd en
dan ook nog processen verbeteren?’ Als medewerkers eenmaal
met de Kunst van het Klein maken aan de slag gaan, werkt het
echter andersom: processen worden daadwerkelijk verbeterd.
Ze hoeven niet meer te zoeken, te wachten op elkaar,
enzovoort. Ze vinden het leuk en stimulerend om te zien dat
de dingen waar iedereen elke dag weer last van heeft nu eens
echt aangepakt worden. Hierdoor kunnen ze eindelijk de zorg
verlenen die ze zo graag willen verlenen. Want voor de beste
zorgverlening komen professionals hun bed uit!”
Veranderende rol van de managerDe Kunst van het Klein maken gaat ook over het realiseren
van een continue verbetercultuur. Daarvoor is het nodig dat
managers een andere rol op zich gaan nemen. Managers
komen vaak zelf uit de zorg en denken de praktijk goed te
kennen. De werkelijkheid verandert echter continu en de
enige die daar goed zicht op heeft, is de professional zelf. Voor
een goede analyse en oplossing van het probleem heeft de
manager de wijkverpleegkundige hard nodig, vindt Stoffer.
Resultaten Er zijn twee groepen die de KvK-training hebben gevolgd.
Stoffer: “Mensen vonden de training inspirerend en
toepasbaar. Ze konden daadwerkelijk de volgende dag
met een aantal geleerde lessen aan de gang. Om echt een
continue verbetercultuur op gang te krijgen is de training
alleen onvoldoende. We zien dat teams daarin begeleid
moeten worden.”
Rol Van Kleef Instituut Stoffer: “Het Van Kleef Instituut creëert tijd en ruimte voor dit
soort trainingen. Hierdoor zijn professionals in staat om even
letterlijk afstand van hun dagelijks werk te nemen en na te
denken over de verbetering van zorg. En wat je ook doet als
Van Kleef Instituut, onthoud dat alles dicht bij de professional
gebeurt: in het primaire proces met de patiënt!”
Slimmer organiseren
“Juist door met de Kunst van het Klein maken klein te beginnen kan een grote ommekeer zoals ZZ-GG stapsgewijs een steeds breder gedragen beweging worden”
van Leiden en Rotterdam. Met beide instellingen is een meerjarensamenwerkingsconvenant afgesloten. Het Van Kleef Instituut werkt intensief samen met de lectoren van deze hogescholen en heeft ook structureel contact met de bacheloropleiding tot verpleegkundige van beide hogescholen (onder andere in werkveld-commissies).
Pr en communicatieHet Van Kleef Instituut heeft in 2011 de website in een nieuw jasje gestoken, waardoor deze meer aansluit bij de programmalijnen en de activiteiten van het instituut. Elke programmalijn heeft een eigen herkenbare kleur-stelling, die in 2012 ook wordt gebruikt in het nieuwe foldermateriaal en in dit jaarverslag.
van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag
Je hele vakgebied in kaart met onze 5 programmalijnen
Het Van Kleef Instituut werkt op basis van programmalijnen. Het centrale thema van
het programma is: Van Ziekte en Zorg (ZZ) naar Gezondheid en Gedrag (GG).
Onze vijf programmalijnen zijn:
• Zelfmanagement en regie
• Wijkgerichte benadering
• Slimmer organiseren
• Keten- en netwerkzorg
• Technologie bij zorg en zelfmanagement
Kijk ook op: www.vankleefinstituut.nl
Zelfmanagement en regie
ansichtkaart programmalijnen_5.indd 1 20-12-11 11:55Handreikingen, praktische tips en richtlijnen over zorg in de wijk. Op www.vankleefi nstituut.nl/toolkit vind je informatie over:
Zorgvisie Zorg- Marketing Zorg- WWZ partijen Zorg- Comm. Zorgniveau Zorg- Samen- kwaliteit & comm. fi nanciering in de wijk behoefte met cliënt verlening werking
Kijk voor de toolkit op www.vankleefi nstituut.nl/toolkit
Toolkit zorg in de wijk; altijd bij de hand!
ansichtkaart A6_def.indd 1 15-09-11 11:32
7
De programmalijn Keten- en netwerkzorg gaat over het
organiseren van zorgverlening vanuit het perspectief
van de cliënt met een chronische aandoening. Het
gaat om drie groepen cliënten: de eerste groep redt
het met zelfmanagement. De tweede groep heeft
een enkele aandoening en ontvangt (specialistische)
ketenzorg. De derde groep heeft meer dan één chronische
aandoening. Deze groep ontvangt netwerkzorg, waarbij
de generalistische benadering en casemanagement
belangrijk zijn.
Netwerkzorg is ook essentieel voor mensen met dementie.
Deze groeiende groep heeft vaak te maken met multi-
problematiek. Met zorgorganisatie De Zellingen (kernpartner
van het Van Kleef Instituut) en het kenniscentrum
Zorginnovatie van de Hogeschool Rotterdam werkt het Van
Kleef Instituut samen binnen de Academische Werkplaats
Dementie aan zorginnovaties voor mensen met dementie
die thuis wonen. De resultaten komen ten goede aan alle
kernpartners. Daarnaast verzorgt het Van Kleef Instituut ook
activiteiten voor verzorgenden die binnen kleinschalig wonen
of in een meer traditionele setting zorg dragen voor mensen
met dementie.
“Aandacht voor de kwetsbaarheid van mensen met dementie en hun mantelzorgers”Mensen met dementie zijn gebaat bij ketenzorg. Dat staat
vast voor Jacomine de Lange, lector Transities in Zorg aan
de Hogeschool Rotterdam en inspirerend partner in de
Academische Werkplaats Dementie (AWD). De AWD is in
2008 opgericht om die ketenzorg rond deze kwetsbare
groep tot stand te brengen. Na de start binnen De Zellingen
zijn contacten opgebouwd met verschillende partners in
dementiezorg, zoals de geriaters van het Sint Franciscus
Gasthuis, de gemeente en het meldpunt mantelzorg.
“TFI verscherpt observatie in keten- en netwerkzorg”
Sinds eind 2011 werkt wijkverpleegkundige Laura Meerman
in Vlaardingen-Holy met de Tilburg Frailty Indicator (TFI),
een instrument dat in het project Wijkzorg Gevraagd! als
pilot is ingevoerd voor vroegsignalering bij kwetsbare
ouderen.
“Met de TFI krijgen we heel snel een totaalbeeld waar de
kwetsbaarheid ligt, want het gaat vaak om een combinatie
van lichamelijke, psychische en sociale knelpunten.
Die samenhang is ook bij dementie zo belangrijk, want
dan kunnen we veel gerichter interventies plegen.
Cliënten met dementie zijn onder andere gebaat bij een
daginvulling, structuur, onder de mensen zijn en een
gezond voedingspatroon. Daar zijn al onze interventies
op gericht, maar natuurlijk wordt de persoonlijke zorg
niet vergeten.” In de wijk werkt Meerman nu nauw samen
met de mantelzorgers en de huisarts. Daarna regelt ze de
daginvulling. Ze is bezig een netwerk op te richten voor
deze kwetsbare groep cliënten.
De TFI maakt de rol van de wijkverpleegkundige iets
anders, verwacht Meerman: “Het instrument helpt om
preventief bezig te zijn, meer kwaliteit van leven bij de
mensen te brengen en te sturen op gezondheid en gedrag.
Het mooiste is dat we na die TFI samen naar de scores
kijken en samen een plan maken, al dan niet met een
mantelzorger erbij. Mensen zitten zo in een negatieve
cirkel van minder mobiliteit, ongezonder eten en sociaal
isolement. Nu kunnen we erger voorkomen!”
ToolkitDe toolkit is als belangrijk onderdeel toegevoegd aan de website en hiermee vergroten we de uitstraling van het instituut naar het landelijke niveau. Iedereen kan gebruikmaken van de tools. Op www.vankleefinstituut.nl/toolkit vindt u informatie over:
Zorgvisie Zorg- kwaliteit
Marketing& comm.
Zorg-financiering
WWZ-partijen in de wijk
Zorg- behoefte
Comm. met de patiënt
Zorgniveau Zorg-verlening
Samenwerking10
De Lange: “De problematiek van mensen met dementie
is vaak een optelsom van cognitieve, somatische en
sociale factoren. Ook hun mantelzorger is cliënt binnen de
zorgketen, want beiden hebben professionele ondersteuning
nodig voor hun kwaliteit van leven.”
VroegsignaleringIn de Academische Werkplaats Dementie is veel in gang
gezet en zijn mooie resultaten bereikt, vindt de lector. Er
is bijvoorbeeld een coördinerend casemanager aangesteld
bij De Zellingen. Zij kan als de thuiszorgmedewerker of
de huisarts het gevoel heeft dat er iets niet pluis is, een
huisbezoek afleggen en met het Easycare assessment bijtijds
problematieken signaleren en actie ondernemen richting
thuiszorg of huisarts. De Lange hecht grote waarde aan de
vroegsignalering. ‘Het gele kaartje’ met de eerste signalen
van dementie is breed verspreid in Krimpen en Capelle aan
den IJssel. “Je kunt in die vroege fase nog goed met de cliënt
praten over de toekomst: zowel over de zorgvraag als over het
levenseinde. En er zijn hulpmiddelen en interventies die het
leven van de cliënt en diens mantelzorger prettiger maken.”
Scholing en interventiesOok is De Lange enthousiast over de uitgebreide scholings-
programma’s van de Academische Werkplaats Dementie.
“Bijna alle verzorgenden zijn nu geschoold in vroeg-
signalering; ook de huishoudelijke hulpen die bij de mensen
over de vloer komen. De medewerkers zijn geschoold in
omgaan met gedragsproblemen en in de communicatie
met mantelzorgers. Uit elk team zijn twee medewerkers
opgeleid tot contactpersonen dementie. Het gaat erom dat
er nu aandacht is voor de kwetsbaarheid van deze groep!”
Volgens De Lange heeft een gecombineerde interventie voor
cliënt en mantelzorger het meeste effect. Zo zijn in de AWD
goede ervaringen opgedaan met de succesvolle Plezierige-
Activiteiten-Methode.
OnderzoekIn de Academische Werkplaats Dementie is veel onderzoek
gedaan, onder andere naar de relatie tussen de persoon met
dementie, de mantelzorger en de verzorgenden, waarbij het
draait om wie de regie heeft, krijgt of houdt. De Lange: “De
onderzoeksvraag kwam van De Zellingen zelf. Zij vroegen zich
af waarom het in de ene situatie klikt tussen de verzorgende
en het cliëntpaar en in de andere niet. Uit het onderzoek bleek
dat persoonskenmerken daarbij een minder belangrijke rol
spelen dan gedacht. De verzorgenden hebben nu geleerd de
situatie te analyseren en ze beschikken over strategieën om die
driehoek soepel te laten werken.” In 2011 is een begin gemaakt
met de rapportage van alle onderzoeksresultaten, die begin
2012 gepubliceerd zullen worden.
Toegevoegde waarde Van Kleef InstituutJacomine de Lange is blij met de bijdragen van het Van Kleef
Instituut. “Het is prettig dat het Van Kleef Instituut een bredere
kijk heeft op bijvoorbeeld ketenzorg. Ook het grote netwerk is
waardevol om de opgedane kennis verder te verspreiden en ze
hebben goede ideeën om nieuwe werkvormen uit te proberen
bij de verspreiding van resultaten.”
Keten- en netwerkzorg“De grootste uitdaging is echter om anders over dementie te gaan denken.”
Het bezoek aan de website gaan we in 2012 monitoren. De site is ons belangrijkste communicatiemedium in het contact met de deelnemers aan onze activiteiten. Alle aanmeldingen gebeuren digitaal.
In 2011 heeft het Van Kleef Instituut een bijdrage geleverd aan een aantal publicaties:• een artikel over de Toolkit Zorg in de Wijk in het blad LVW;• een artikel over de basisvoorziening in het blad LVW;• de nota basisvoorziening wijkverpleging; ‘Eindrapport Versterken van verpleging thuis. Naar een basisvoorziening wijkverpleging’ • het leerboek (inclusief dvd met filmfragmenten) zorg over mensen met een chronische ziekte.Het VKI is vertegewoordigd binnen V&VN door Annemarie Klaassen als bestuurslid van de afdeling Eerstelijns- verpleegkundigen en Rosemarie van Troost als lid van de Ledenraad. 9
1310
Het thema van de programmalijn Technologie bij zorg en
zelfmanagement is Toekomstbestendig maken van onze
zorgverlening met behulp van technologie.
Zorg op afstand, inzet van robottechnologie en domotica-
toepassingen zijn hier voorbeelden van, zowel bij de
zorgverlening thuis als in kleinschalige woonvormen en in
intramurale instellingen.
Technologische innovaties bieden oplossingen om de kloof
tussen een toenemende zorgvraag en een afnemend zorg-
aanbod te overbruggen, bleek ook uit de Van Kleef Lezing 2010.
In 2011 heeft het Van Kleef Instituut met de kernpartners en
de hogescholen gekeken naar de rol die technologie zou
kunnen spelen en wat er in de instellingen en op opleidingen
moet gebeuren om technologie ook daadwerkelijk te gaan
gebruiken. Het instituut werkt hiervoor samen met de
afdeling Gezondheidszorgtechnologie van de Hogeschool
Rotterdam in het netwerk Gezondheidszorgtechnologie.
We willen de programmalijn Technologie verbinden met de
zorg voor mensen met een chronische ziekte. Henk Rosendal,
lector in Leiden en Rotterdam, geeft hier zijn visie.
Zorg blijft mensenwerkHenk Rosendal is meteen duidelijk over de plek en de rol van
technologie in de zorg: “Zorg blijft mensenwerk. Technologie
kan het contact van mens tot mens in de zorgrelatie of
de relatie tussen zorgprofessionals nooit overnemen, wel
goed ondersteunen.” Duidelijk is hij over de definiëring
van technologie: “Technologie is meer dan het gebruik van
apparaatjes en digitale aanpassingen invoeren in de zorg.
Het is veel breder; ook het anders organiseren van de zorg
valt onder het begrip technologie. Technologie wordt ook wel
omschreven als het praktisch en systematisch toepassen van
kennis.”
Grote en kleine technologie
Annemarie Klaassen maakt zich als projectleider bij het
Van Kleef Instituut hard voor de kleine ADL-hulpmiddelen
die de zelfredzaamheid vergroten.
“Het valt me op dat het bij zorgtechnologie vaak over
grote dingen gaat, zoals domotica, maar er is ook veel
innovatie bij de kleine ADL-hulpmiddelen. Juist bij
beginnende zelfredzaamheidtekorten kun je vaak met
eenvoudige middelen oplossingen bieden: denk aan
simpele wandbeugels in plaats van een aangepast toilet
dat de cliënt helpt met opstaan. De aandacht voor grote
technologische oplossingen dringt deze hulpmiddelen
naar de achtergrond.” Belangrijk blijft volgens Klaassen om
zelfredzaamheidtekorten met elkaar in verband te brengen
om goed te signaleren wat de werkelijke oorzaak van het
tekort is. Bij de workshopcyclus rond zelfredzaamheid van
het Van Kleef Instituut komt dit ook aan de orde.
Een andere kwaliteit van de kleine hulpmiddelen is dat
deze eraan bijdragen om technologie beter in beeld te
krijgen bij de zorgprofessionals. “Als een verzorgende leert
om ook te denken in oplossingen buiten haar hulp, zal ze
daar eerst de kleine hulpmiddelen bij betrekken, omdat
ze die kent. Zo wordt het voor de professionals steeds
normaler om te denken in hulpmiddelen. De angst dat hun
hulp niet meer nodig zal zijn, neemt af. Je kunt niet alle
zelfredzaamheidtekorten met hulpmiddelen oplossen,
maar bij een toenemende zorgvraag zullen ze steeds meer
nodig zijn!”
AccreditatieHet Van Kleef Instituut is sinds 2008 geaccrediteerd door het Kwaliteits- register Verpleging en Verzorging. In 2011 is de accreditatie opnieuw voor drie jaar verlengd.
Deelnemers aan onze activiteiten kunnen hun deskundigheidsbevordering registreren in hun portfolio van het Kwaliteitsregister. Hun vakbekwaamheid wordt hiermee transparant gemaakt en zij werken zo aan het behoud van hun registratie. De kernpartners laten zien dat ze investeren in de vakbekwaamheid van hun medewerkers.
Colofon
Dit is een uitgave van Het Van Kleef Instituut
Postbus 900
3100 AX Schiedam
Pegasusweg 200
3067 KX Rotterdam
www.vankleefinstituut.nl
Tekst
Caroline van Amerongen, www.cvateksten.com
Van Kleef Instituut, Rosemarie van Troost
Vormgeving
Mariël Lam bn0, Den Bosch
Rol zorgverleners‘Alle beetjes’ kunnen bijdragen aan verbeteringen van de zorg
en aan de zelfstandigheid van de cliënt, dus pleit de lector
ervoor technologische oplossingen veel meer en vooral ook
slim te benutten. Hierbij dient zich direct een uitdaging
aan, want ten eerste moet de zorgprofessional hiervan op
de hoogte zijn, ten tweede moet hij of zij kunnen inschatten
wat wanneer zinvol is en ten derde moet hij of zij ook nog
weten hoe hier in de praktijk mee om te gaan.
Technologie kan bijvoorbeeld helpen bij de communicatie
tussen professional en de chronisch zieke cliënt: de huisarts
komt door andere prioriteiten niet meer thuis bij deze
mensen. “Bij zelfmanagement gaat het ook over het leren
omgaan met een chronische ziekte. Daar moet de cliënt in
begeleid worden.” Om dat voor elkaar te krijgen kan
(internet-)technologie nu ook al meer bijdragen dan feitelijk
gebeurt, vindt Rosendal. Ook professionals kunnen baat
hebben bij (bestaande!) technologische hulpmiddelen.
“Waarom maken we hier niet dankbaar gebruik van de
techniek om elke week één uur via Skype-achtige
toepassingen te vergaderen over cliënten met complexe
hulpvragen. Een gemiste kans.”
Technologie bij ZZ naar GG“We moeten alles inzetten om zelfmanagement en
ondersteuning van mantelzorgers te vergroten, ook
technologische oplossingen”, stelt Rosendal. De grootste
zorgvraag van de toekomst ligt volgens hem in de extramurale
hoek: “De oudere chronisch zieke woont thuis en wil ook zo
veel mogelijk thuis blijven. Technologie kan daar steeds meer
bij helpen.”
Open uitnodiging Rosendal ziet de huidige financieringssystematiek als een
belangrijk knelpunt in de omwenteling van ZZ naar GG en ook
als onbedoelde rem op de ontwikkeling van zorgtechnologie.
“Als zorgprofessional worden we niet betaald voor GG. Toch
zou het zo goed zijn om in de wijk om de tafel te gaan zitten
en vanuit het GG-denken veranderingen in gang te zetten
en te kijken waar technologie kan bijdragen. Lectoraten
kunnen een pilot beginnen om met bijvoorbeeld verzekeraars,
gemeenten, zorgaanbieders en ook studenten te investeren in
technologische GG-oplossingen voor chronisch zieken. Dit is
een open uitnodiging.”
Rol Van Kleef InstituutRosendal is enthousiast over het Van Kleef Instituut: “Het is
een uniek instituut dat ontwikkelingen in de zorg goed kan
signaleren. De kracht van het instituut is dat het zelfs
concurrerende partijen kan verbinden. Het Van Kleef Instituut
kan projecten initiëren, partijen enthousiasmeren, processen
aanjagen, begeleiden, ondersteunen en faciliteren en
bovendien helpen bij fondsenwerving.”
Technologie bij zorg en zelfmanagement
“ Waarom maken we als zorgprofessionals niet dankbaar gebruik van de techniek om elke week één uur via Skype te vergaderen over cliënten?”
Financiën Het Van Kleef Instituut kan functioneren dankzij:• de bijdragen van de kernpartners;• de meerjarige projectsubsidie van de Stichting Gerard van Kleef Fonds;• vergoedingen uit externe projectsubsidies voor bijdragen door medewerkers van het instituut aan deze projecten, zoals de RAAK-subsidie voor het project Wijkzorg Gevraagd! en de subsidies van ZonMw voor de Academische Werkplaats Dementie en voor het implementatieproject met roc’s;• de bijdrage van abonnees, zoals in 2011 Zichtbare Schakels Rotterdam.
Een jaarrekening is op aanvraag beschikbaar.