Jaarverslag 2010 - Van zorg naar ambitie

32
Jaarverslag 2010 Van zorg naar ambitie Leer voor je leven

description

Jaarverslag 2010 van Iselinge Hogeschool te Doetinchem

Transcript of Jaarverslag 2010 - Van zorg naar ambitie

Jaarverslag 2010Van zorg naar ambitie

Leer

voo

r je

leve

n

2

1 Iselinge Hogeschool

Jaarverslag 2010 | Iselinge Hogeschool

3

Jaarverslag 2010 | Inhoud

1. De maatschappelijke opdracht 6

2. Onze opleiding voor leraren 9

3. Kenniscirculatie en innovatie 12

4. De organisatie en onze mensen 14

5. Financiële positie 18

6. Bijlagen 20

Inhoud

Stagebrochure | 1 Iselinge Hogeschool

5

Ambitieus en durvenIn 2010 hebben we een nieuwe richting ingezet: van zorg naar ambitie. De omslag naar meer ambitie realiseren we

door naast de academische variant ook te kiezen voor een ambitieuzer profiel, aanpassing van het opleidings-

programma en de verhoging van de kwaliteit van docenten. Het doel van het opleidingsprogramma is dat studenten

opbrengstgericht gaan werken en daarbij passend onderwijs weten te ontwerpen. Wij willen dat onze studenten zich

ambitieus ontwikkelen en zich rekken en strekken naar de hoogst haalbare kwaliteit. Dat verwacht het scholenveld

ook van ons. Ze willen leerkrachten die stevig in hun schoenen staan, die nieuwe media aandurven en die nieuwe

wegen durven in te slaan. Dit geldt ook voor onze docenten. We investeren in het verbeteren van de kwaliteit van

onze opleidingsdocenten. Twee docenten zijn bezig met hun promotieonderzoek, enkele docenten volgen een

masteropleiding en er vinden kwaliteitskringen plaats over de invulling van ‘de professionele ruimte’.

Zorg voor studenten is de laatste jaren bij Iselinge Hogeschool stevig verankerd in het hele onderwijsprogramma.

Zo is er een goed functionerend systeem van stage- en studentenbegeleiding. Iselinge Hogeschool zet sterk in op

kleinschaligheid en de persoonlijke aandacht. Studenten waarderen deze kenmerken zeer en daarom houden

we ze hoog.

Wat werkt het beste?

Het onderwijsveld vraagt om kwaliteitsverhoging, de

overheid ook. De kwaliteit van onderwijs staat of valt

met de kwaliteit van de leraren voor de klas. Daarom is

het een vereiste dat leraren de kennisbasis hebben en

vaardigheden beschikken om het maximale uit kinderen

te halen. De uitdaging is om dit opbrengstgericht

werken in het onderwijs te realiseren. Dat geldt zeker

voor ons als hogeschool, die zowel de leraren van de

toekomst opleidt als de leraren van nu bijschoolt. Er is

steeds meer inzicht in hoe kennis van wat daadwerkelijk

werkt, bijdraagt aan de effectiviteit van het onderwijs.

‘Wat werkt het beste?’, is een vraag die hoort bij de

kennisinstelling die we nu zijn en is ook de vraag die

we ons voortdurend stellen.

Samen

Om de maatschappij van excellente leraren en goed

onderwijs te kunnen voorzien, is het van belang dat

het beroepenveld, opleidingsdocenten én studenten

een kwalitatief en duurzaam partnerschap blijven

ontwikkelen. Wij vervullen hierin een voortrekkersrol.

We doen dit via onderzoek, advies, scholing en

nascholing. Niet alleen, maar in nauwe samenwerking

met onze partners. De opleiding geven we samen vorm

met de opleidingsscholen. En doordat onze lectoren

bijvoorbeeld onderzoek verrichten in het onderwijs

kunnen ze met de resultaten hieruit de scholen, de

opleiding en ons nascholingsprogramma voeden.

Jaarverslag 2010 | Ambitieus en durven

6

Missie en visie

Vanaf 2009 is Iselinge Hogeschool stevig aan de slag

gegaan met het realiseren van de voornemens zoals

verwoord in het vastgestelde instellingsplan voor de

periode 2010-2014. Belangrijke sturende waarden die in

het instellingsplan staan, geven onze missie weer:

Iselinge Hogeschool is het enige instituut voor hoger

onderwijs in de Achterhoek. Hoewel kleinschalig is de

hogeschool daarom van grote waarde voor de regio.

De hogeschool participeert in tal van regionale

overleggen op het gebied van onderwijs en arbeids-

markt. Traditiegetrouw voorziet de pabo het merendeel

van de basisscholen (in alle denominaties) van

stagiaires en leerkrachten. Vernieuwingen binnen de

hogeschool worden in nauwe relatie met het afnemende

onderwijsveld doorgevoerd.

Onze missie is om als een degelijke regionale voor-

ziening voor hoger onderwijs een centrale plaats in te

nemen in de Achterhoek. Wij willen het basisonderwijs

voorzien van goed opgeleide leerkrachten, die de

leerlingen uitdagen het beste uit zichzelf te halen.

Kennis ontwikkelen wij in nauwe samenwerking

met het veld.

Kernwaarden

Onze missie en visie vormen de basis onder onze

maatschappelijke opdracht. Om deze visie vorm te

geven, worden de volgende uitgangspunten voor de

opleiding gehanteerd:

• de opleiding is competentiegericht,

• de opleiding kenmerkt zich door niveau en een

gedegen kennisbasis, waarmee de competenties

worden gevoed,

• de opleiding zoekt naar mogelijkheden om

convergentie tussen vakken te benadrukken,

• de opleiding houdt rekening met maatschappelijke en

onderwijskundige trends en ontwikkelingen die een

bijdrage leveren aan de kwaliteitsverhoging van

onderwijs,

• de opleiding wordt vormgegeven samen met de

opleidingsscholen,

• de opleidingsdidactiek is sociaal-constructivistisch van

aard.

Iselinge Hogeschool is een opleiding waarbinnen

studenten vanuit een gedegen theoretische basis hun

competenties verwerven en die studenten in de

gelegenheid stelt hun kennis ook zélf te construeren.

Initiatieven van studenten worden gewaardeerd en er is

voor studenten gelegenheid zich te profileren als een

bijzondere toekomstige leerkracht. Iselinge streeft

ernaar dat studeren een gemotiveerde activiteit is.

Het opleidingsprogramma is erop gericht dat studenten

opbrengstgericht gaan werken, daarbij passend

onderwijs weten te ontwerpen, zodat alle kinderen tot

optimaal leren komen. De student leert met nieuwe

multimediale technieken het onderwijs modern vorm te

geven, passend bij de leefwereld van de generatie van

nu. De student wordt een leerkracht die met een palet

aan didactische aanpakken wendbaar en doelgericht de

goede aanpak kiest. Onze kernwaarden zijn: samen-

werken, resultaat met mensen, ondernemend en

gepassioneerd, waarbij de laatste kernwaarde een

extra accent heeft gekregen.

Het leraarschap staat de laatste jaren volop in de schijnwerpers. De maatschappij stelt steeds meer concrete eisen aan

de productiviteit en kwaliteit van het onderwijs, en dus aan het opleiden van leraren. Wij hebben als hogeschool een

maatschappelijke opdracht, gebaseerd op onze missie en visie. Kenniscirculatie en opbrengstgericht werken zijn daarin

belangrijke thema’s, net als opleiden in de school.

Jaarverslag 2010 | 1 De maatschappelijke opdracht

1 De maatschappelijke opdracht

7

Ambitie

Iselinge Hogeschool vormt samen met IJsselgroep

Educatieve Dienstverlening en SONedutraining een

bijzondere combinatie. Aan de ene kant speelt het

scholenveld een belangrijke rol in het opleiden van

studenten tot startbekwame leraren, aan de andere kant

vervullen wij een centrale rol in de voortgaande

ontwikkeling van leraren. Wij streven ernaar om samen

met en vanuit IJsselgroep een regionaal brandpunt te

vormen waar mensen uit het onderwijs zich kunnen

professionaliseren en elkaar kunnen treffen. Om de

maatschappelijke verantwoordelijkheid goed te kunnen

vervullen is het een vereiste dat het onderwijs optimaal

toegerust is zowel in relatie tot de kenniseconomie als

op het gebied van zorg voor mens en samenleving.

Kenniscentrum Achterhoek

Vanuit haar missie heeft de directie in het jaar 2010

intensief gesprekken gevoerd met de Hogeschool

Arnhem Nijmegen en het Graafschap College om te

komen tot een gezamenlijk kenniscentrum voor de

Achterhoek. Hoewel er inhoudelijk overeenstemming

werd bereikt, bleek de vorm een onneembaar

struikelblok. Nadat dit duidelijk is geworden, zijn de

gesprekken inhoudelijk voortgezet en is vooral de

samenwerking met het Graafschap College geïntensi-

veerd. Ook de succesvolle samenwerking op het terrein

van Wetenschap en Techniek tussen Iselinge Hogeschool,

de Hogeschool Arnhem Nijmegen en de Christelijke

Hogeschool Ede wordt verder doorgezet. Het opzetten

van initiële hbo-opleidingen is ingewikkeld, mede door

beperkende wetgeving in relatie tot andere hbo-

instellingen. Iselinge Hogeschool blijft echter werken

aan verbreding van hbo-opleidingsmogelijkheden

in de Achterhoek.

In de Achterhoek zijn regionaal diverse initiatieven

ontstaan om de vitaliteit in het gebied te behouden.

Al die initiatieven zijn samengevoegd in de agenda van

‘Achterhoek 2020’ waarin maatschappelijke organisaties,

onderwijs, gemeenten en ondernemers samen

optrekken om deze doelstelling te realiseren.

De directeur van IJsselgroep/Iselinge Hogeschool heeft

zitting genomen in het bestuur van de kerngroep

‘Innovatieve economie’, waarin onder andere de

doorlopende leerlijnen vmbo-mbo-hbo, de samenwer-

king met omringende kennisinstellingen in zowel

Nederland als Duitsland en de vormgeving van een

innovatieplatform food, health en technology onderwer-

pen van samenwerking zijn. Ook is Iselinge Hogeschool

intensief betrokken bij de conceptuele ontwikkeling van

‘De Afbramerij’, een deel van het voormalige

DRU-complex dat ambitieus wordt omgebouwd tot

een veelzijdige kennis- en cultuurwerkplaats.

Opleiden in de school

In de afgelopen twee jaar hebben we gewerkt aan het

leggen van een bodem en kwaliteitsbasis voor opleiden

in de school. Studenten van Iselinge Hogeschool

genieten in de komende jaren in toenemende mate hun

opleiding in opleidingsscholen of academische basis-

scholen. In de opleidingsschool krijgen de studenten

een ‘praktijknabij’ opleiding. Daardoor zijn de studenten

beter toegerust voor hun taak als zij in een school gaan

werken. Het is een uitdaging om het opleiden in de

school binnen het opleidingsprogramma volop te

benutten. Opleidingsscholen zijn voor ons dé hefboom

naar een innovatieve praktijk. In het overleg met

directeuren en interne opleiders wordt gezocht naar

ruimte voor innovatieve proeftuinen om daar

vervolgens onderzoek aan te koppelen. In het

curriculum zoeken we continu naar mogelijkheden om

de ontwikkelagenda van opleidingsscholen te koppelen

aan de lectoraatsonderzoeks- en ontwikkelprogramma’s

en daarmee aan (afstudeer- en schoolontwikkel)

onderzoek door studenten. Met de komst van de

opleidingsscholen ontstaat er een nieuwe verhouding

tussen de taken en verantwoordelijkheden van de

studieloopbaanbegeleider (de ‘architect’, waarmee de

student spart over zijn pop) en de interne opleider

(de ‘aannemer’, waarmee de student zoekt naar

operationalisaties van zijn pop). In 2011 komt er een

pilot waarin vier studieloopbaanbegeleiders een rol

krijgen in de relatie met de opleidingsschool.

Jaarverslag 2010 | 1 De maatschappelijke opdracht

Erkenningen

Iselinge Hogeschool heeft de volgende erkenningen:

• Accreditatie als opleiding primair onderwijs volgens

de wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk

Onderzoek (WHW),

• Accreditatie in samenwerking met Edith Stein

Hogeschool te Hengelo om de master leren en

innoveren aan te mogen bieden,

• Erkenning vanuit Windesheim. Ons programma

(waaronder de minor aansluiting po-vo) levert de

mogelijkheid om met eerder verworven competenties

(EVC’s) versneld een tweedegraads bevoegdheid te

verkrijgen,

• Lesplaats van het Seminarium voor Orthopedagogiek

van de Hogeschool Utrecht waardoor studenten de

master Special Education Needs (SEN) in Doetinchem

kunnen behalen,

• Erkenning om de diploma’s voor protestants

christelijk, rooms-katholiek en humanistisch

levensbeschouwelijk onderwijs uit te reiken.

8

Jaarverslag 2010 | 1 De maatschappelijke opdracht

9

Landelijke ontwikkelingen en een kritische blik in eigen keuken vormde de aanzet tot het aanbrengen van wezenlijke

verbeteringen binnen onze lerarenopleiding. In 2010 zijn de eerste stappen gezet in de omvorming van het curriculum.

We vinden het belangrijk dat er nog meer ingezet wordt op een goede kennisbasis van onze studenten. In de praktijk

betekent dit dat er meer interactie tussen docent en student komt, dat toetsing op theoretische kennis belangrijker wordt

en dat kritischer wordt gekeken naar de instroom van onze bacheloropleidingen. In 2011 bouwen we op deze inzichten

voort. Interne en externe audits leveren de bouwstenen voor een aangepast curriculum in het schooljaar 2011/2012.

2 Onze opleiding voor leraren

Studentenaantal

Per 1 oktober 2010 telde de hogeschool 507 bekostigde

studenten voor de bachelor. Dit aantal is nagenoeg

gelijk aan het voorgaande jaar (499). We hebben een

niveau bereikt dat we jaarlijks proberen vast te houden

ondanks de krimp in de Achterhoek. Opleidingsdocenten

en medewerkers van de afdeling marketing en

communicatie buigen zich over de vraag hoe men

studenten kan verleiden om zich op te laten leiden tot

leraar basisonderwijs bij Iselinge Hogeschool in de regio

waar de krant vol staat over de bevolkingskrimp en de

slechte kansen op de arbeidsmarkt voor afgestudeerden

die in het basisonderwijs in de regio willen gaan werken.

Een van de mogelijke oplossingen voor het stagnerende

studentenaantal kan het aanbieden van meer hbo-

opleidingen zijn. De gesprekken over dit thema in 2010

hebben niet tot het gewenste resultaat geleid.

Uit gesprekken met werkgevers en gemeente-

bestuurders in de regio bleek dat er wel behoefte

bestaat aan het aanbieden van opleidingstrajecten op

hbo-niveau voor ‘zittend’ personeel volgens de maat-

werkformule. Om dit te kunnen realiseren is Iselinge

Hogeschool in gesprek met partijen die daar eventueel

in kunnen voorzien. Door de bevolkingsdaling in de

Achterhoek neemt het aantal werkplekken in de regio

voor onze afgestudeerden af. Iselinge gaat daarom

studenten, meer dan nu, voorbereiden op een vervolg-

opleiding of een toekomst buiten de eigen streek of in

het voortgezet onderwijs. Studenten kunnen er ook voor

kiezen zich op te leiden voor het voortgezet onderwijs.

In 2010 hebben we Iselinge Hogeschool gepresenteerd

op voorlichtingsavonden voor scholen van het

voortgezet onderwijs. Daarnaast zijn er open dagen,

meeloopdagen en voorlichtingsavonden en -middagen

op de hogeschool georganiseerd, zowel voor de

voltijd- en de deeltijdopleiding als voor de academische

pabo. De in gang gezette actieve werving gericht op

vwo’ers, excellente havisten met als propositie de

academische pabo is een succes gebleken. In 2010

hebben we 12 studenten voor de academische pabo

geworven via speciale voorlichtingsmomenten. Voor het

studiejaar 2011/2012 zetten we voor alle doelgroepen in

op een actievere studentenwerving door middel van

uitgekiende campagnes. Om de relatie met de

toeleverende scholen voor voortgezet onderwijs en het

middelbaar beroepsonderwijs te versterken, bezoekt het

management deze scholen actief.

Naast het vergroten van het aantal instromende

studenten is het doel de uitval te verkleinen.

Studenten, die niet capabel zijn de opleiding te volgen,

zullen voortaan niet zo lang worden vastgehouden.

Om dit te realiseren zal de intensiteit van de studie-

loopbaantrajecten worden opgevoerd in de eerste jaren

van de opleiding. De propedeusefase zal intensiever

worden gebruikt voor selectie. Bij de werving en intake

wordt nog meer aandacht besteed aan een goede

presentatie van de opleiding, het beroepsbeeld en aan

de mogelijkheden en motivatie van de aspirant-

studenten.

Jaarverslag 2010 | 2 Onze opleiding voor leraren

10

Studenttevredenheid

Verschillende organisaties stellen ranglijsten op om

inzicht te geven in de kwaliteit van en de tevredenheid

van de studenten over de opleiding in Nederland.

De onderzoeken ten behoeve van de Keuzegids 2010

laten zien dat Iselinge Hogeschool zowel in plaats op

de ranglijst (van plaats 22 naar 10) als in waardering

(van 6,6 naar 7,0) is gestegen.

Uit de nationale studentenenquête 2010 blijkt dat we

op 9 van de 15 themascores significant

hoger dan het landelijk gemiddelde presteren. Onze

studenten zijn wederom tevreden over de inhoud van

de opleiding. Daarnaast zijn ze zeer te spreken over de

docenten, de studiebegeleiding en de voorbereiding op

de beroepsloopbaan. Ook over de studiefaciliteiten,

informatievoorziening en het rooster zijn ze zeer positief.

Op al deze punten scoort Iselinge hoger dan het

landelijk gemiddelde. Als verbeterpunt analyseren we:

de mate waarin de opleiding stimulerend is en de

haalbaarheid van deadlines voor studenten reëel is.

Uit onze eigen onderzoeken zoals de resonansgroepen,

studiedagen met studenten, exitevaluaties onder

voortijdige schoolverlaters, gegevens van de examen-

commissie en evaluaties onder alumni, afnemend

veld en stagescholen komen de volgende aandachts-

punten naar voren:

• (herkenbare) samenhang in het programma,

• studeerbaarheid: verbetering, c.q. aanpassing van

het Onderwijs en Examenreglement (OER).

De alumnitevredenheid vertoont een stijgende lijn

(van 6,9 naar 7,3), doch blijft deze nog onder de gestelde

norm van 7,5. Opvallend is de daling van de tevreden-

heid onder de stagescholen (van 9 naar 7), temeer daar

deze de laatste jaren hoog was en ook bleef stijgen.

Er zijn maatregelen getroffen om deze dalende lijn te

stoppen en om te buigen naar een stijgende lijn.

Studierendement

Studierendement is - conform de berekening van de

HBO-raad - het percentage geslaagden na vijf jaar.

Het cijfer van Iselinge Hogeschool vergelijken we in

onderstaande tabel met het landelijk gemiddelde voor

het hbo.

Studierendement in percentages 2010

Iselinge Hogeschool 58,8

Landelijk HBO 56,7

De gegevens laten zien dat Iselinge Hogeschool een

hoger studierendement behaalt dan de landelijke norm.

Dit is voor Iselinge Hogeschool geen aanleiding geweest

in de ingezette maatregelen met betrekking tot het

verminderen van het aantal langstudeerders af te

zwakken. Het ingezette beleid zetten we met kracht

voort.

Ontwikkelingen binnen de hogeschool

Om tot succesvolle curriculumontwikkeling te komen is

het zaak dat de structuur van de organisatie helder is

voor alle betrokkenen en dat die structuur bijdraagt aan

het zo optimaal mogelijk realiseren van doelstellingen

die in lijn zijn met de missie, visie en doelstellingen.

Intern kan worden geconstateerd dat de in 2009

doorgevoerde wijziging in de managementstructuur

succesvol is gaan opereren. De functies van

clustermanager opleidingen en teamcoördinatoren zijn

geformaliseerd. De teamcoördinatoren hebben hun

jaarplannen opgesteld en in uitvoering genomen.

De innovatieagenda van de opleiding is redelijk zwaar

belast. Een korte opsomming:

• voorbereiding op de invoering van de kennisbases

voor Rekenen en Taal,

• revisie van het huidige curriculum,

• ontwikkelen curriculum van het derde jaar van de

academische pabo,

• realiseren van een inhoudelijke verbinding van de

lectoraten met het curriculum,

• uitrollen van het project ‘Opleiden in de School’.

De voorbereidingen tot ingrijpende verbouw van het

pand, na een pauze die was ingelast gedurende de

besprekingen met de Hogeschool Arnhem Nijmegen om

te komen tot een gezamenlijk kenniscentrum voor de

Achterhoek, zijn weer ter hand genomen met als

resultaat in 2010 een voorlopig ontwerp dat als basis

fingeert bij de verdere ontwikkeling. Bij de ontwikkeling

van de bouwplannen beogen we ook faciliteiten om

studenten buiten lestijd meer aan Iselinge Hogeschool

te binden om zo het studentenklimaat te verbeteren.

Jaarverslag 2010 | 2 Onze opleiding voor leraren

11

Onderzoekslijn

Een belangrijke interne ontwikkeling is het ontstaan van

een stevige onderzoekslijn binnen de opleiding. De lijn

bestaat uit een serie opeenvolgende, in moeilijkheid

opklimmende onderzoeksopdrachten die de student

ondersteuning biedt bij het verwerven van zijn (praktijk)

onderzoekscompetenties. Het is de bedoeling deze

onderzoekslijn af te stemmen met een samen met de

lectoraten te ontwikkelen ontwikkel- en onderzoeks-

programma. Contacten die we in toenemende mate

leggen met externe partners (Open Universiteit,

Universiteit van Amsterdam, Universiteit Twente,

Expertisecentrum Nederlands) intensiveren we om

uiteindelijk het eigen onderzoeks- en ontwikkel-

programma meer stevigheid te geven. Studenten

zetten we ook in op het eigen onderzoeks- en

ontwikkelprogramma van de hogeschool in relatie tot

de onderzoeksmogelijkheden op de opleidingsscholen.

Binnen het onderzoek krijgen studenten een eigen rol

met hierin ingebed hun afstudeerscripties.

Studieloopbaanbegeleiding

Een andere ontwikkeling van de laatste jaren is de

ontwikkeling en implementatie van de studieloopbaan-

begeleiding. Doel van de studieloopbaanbegeleiding is

studenten uitlokken om meer kritisch te studeren, door

te werken vanuit reflectie op hun persoonlijke

ervaringen en een actieve rol in te nemen ten aanzien

van het zelf aansturen van de eigen ontwikkeling.

Studenten hebben Iselinge Hogeschool de laatste jaren

geprezen om de ‘studentnabije’ begeleiding.

Deze aanpak continueren we dan ook. Door een

intensieve studieloopbaanbegeleiding streven we er

naar om studievertraging te voorkomen en de juiste

studenten vast te houden.

In 2010 hebben de regisseurs studieloopbaan-

begeleiding, de doorlopende lijn van de

studieloopbaanbegeleiding, coaching, beoordeling en

studievoortgang in beeld gebracht. Er zijn voor elke

opleidingsfase specifieke doelen geformuleerd die

betrekking hebben op de opdrachten die horen bij de

verschillende fasen. Ook zijn hierbij mogelijke inhouden

van de slb-werkgroepen geformuleerd. Door intervisie

en overlegmomenten tijdens de kernteambijeen-

komsten is getracht meer inhoudelijke afstemming te

realiseren van de studieloopbaanbegeleiding in de

totale opleiding. Daarnaast is in studiedagen gewerkt

aan de verdere professionalisering van de studieloop-

baanbegeleiders. Hiermee is een stevig fundament

gelegd, dat nu vraagt om een herbezinning in

uitvoeringsconsequenties en kwaliteit.

Toetsing

Het maken van goede toetsen is steeds meer een

gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van

docenten. 2010 is het tweede jaar dat we werken met

twee regisseurs; dit zijn opleidingsdocenten die de

toetsing als bijzonder aandachtsveld hebben. Zij zitten

dicht op de docenten die toetsen ontwerpen in

toetsconstructiegroepen, bewaken de kaders die zijn

gesteld in het toetsbeleid en maken kwaliteit zichtbaar.

De eisen voor het niveau van eindscripties zijn in 2010

verduidelijkt en verstevigd. De integratie van theorie,

praktijk en onderzoek wordt (samen met een praktische

opbrengst) hoog gewaardeerd. Ook zijn er voor elk

studieonderdeel handzame, studentvriendelijke versies

gepubliceerd waarin de eisen die we stellen aan

werkstukken, presentaties, onderzoeksverslagen helder

uitgewerkt en gecommuniceerd zijn. In de academische

pabo toetsen we meer en meer - onder kritisch oog van

het veld ‘praktijknabij’. Een voorbeeld is een groep

studenten die een kijkwijzer - om de instructiekwaliteit in

beeld te brengen - presenteert aan een kritisch panel

van leerkrachten uit het primair onderwijs, lectoren en

opleidingsdocenten. Deze nieuwe trends benutten we

voor het toetsplan van de reguliere varianten.

Jaarverslag 2010 | 2 Onze opleiding voor leraren

12

Academische pabo

In het kader van onze doelstelling van zorg naar ambitie,

zijn we in 2009 gestart met de academische pabo.

De academische pabo combineert een gedegen hbo-

opleiding met een uitdagend programma van de Open

Universiteit. Aan het eind van de vierjarige opleiding

ontvangt de student een diploma leraar basisonderwijs

en heeft alle negen modules van het schakelprogramma

Onderwijskunde en de Open Universiteit afgesloten.

Daarmee heeft de student toegang tot de universitaire

masteropleiding Onderwijswetenschappen.

De academische pabo kent een netwerkstructuur van

betrokken opleidingsscholen. Samen met deze scholen

is en wordt een innovatief programma ontwikkeld,

waarvan studenten bepaalde onderdelen (aangepast)

kunnen inzetten in de reguliere opleidingsvarianten.

Het netwerk biedt ons innovatieve aanknopingspunten.

De dynamiek van de curriculumontwikkeling en de

inbedding ervan in een netwerk, bieden aanknopings-

punten tot verbreding tot andere opleidingsvarianten.

Het succesvolle verloop van deze nieuwe variant in 2010

geeft vertrouwen voor de verdere ontwikkelingen in

2011. De succesvolle samenwerking met de Open

Universiteit draagt daartoe zeker bij.

Kennisbasis

In het project ‘Werken aan Kwaliteit’ beschrijft de

HBO-raad op welke wijze zij invulling geeft aan de

verhoging van de kwaliteit van onderwijs op de leraren-

opleidingen. Ze geven vorm aan deze ambitie door het

opstellen van kennisbases en de daarbij behorende

kennistoetsen. Op dit moment zijn de kennisbases voor

rekenen en taal vastgesteld en is een concept generieke

kennisbasis beschikbaar. Onduidelijk is nog of de

kennisbasis buiten die van rekenen en taal, leiden tot

verplichte landelijk genormeerde toetsen. Iselinge

Hogeschool heeft in 2010 de eerste stappen gezet om te

komen tot een aanpak voor de kennisbasis rekenen en

taal. Een groep opleidingsdocenten is onder andere

binnen het samenwerkingsverband Interactum actief

om de kennisbasis te bekijken. Er is een plan opgesteld

waarin overwegingen staan over implementatie en

toetsing van de kennisbasis. In 2011 krijgt deze kennis-

basis vorm in het curriculum.

Opbrengstgericht werken

Het project School Aan Zet (www.schoolaanzet.nl) heeft

met ‘opbrengstgericht werken’ op een bijzondere wijze

een bijdrage geleverd aan het verbeteren van de

onderwijskwaliteit.

De Inspectie van het Onderwijs definieert opbrengst-

gericht werken als het systematisch en doelgericht

werken aan het maximaliseren van prestaties. Binnen

Iselinge Hogeschool betekent opbrengstgericht werken,

dat er gewerkt wordt aan twee gelijktijdige processen:

het opbrengstgericht handelen van de student positief

beïnvloeden en daardoor meer opbrengsten bij

kinderen genereren. Studenten leren doelgericht te

werken. Het stellen van doelen, het evalueren van die

doelen en het trekken van conclusies voor het eigen

professioneel handelen zijn cruciale vaardigheden.

We stimuleren studenten om de conclusies die gaan

over het eigen handelen, te richten op de gehanteerde

didactische strategie. We willen bereiken dat studenten

niet alleen de cyclus van doelen stellen, handelen,

doelen evalueren en opbrengsten analyseren in hun

De Kwaliteitsagenda Lerarenopleiding stelt scherpe eisen aan het opleiden van leraren. Een goede kennisbasis is

voor de student van wezenlijk belang. De opleiding moet daar haar curriculum en wijze van toetsing nog beter op

inrichten. Iselinge Hogeschool heeft zich als regionaal kenniscentrum tot taak gesteld om voor kenniscirculatie en

innovatie binnen het onderwijs te zorgen. Dat doen we in de academische pabo, met onze lectoraten en in

verschillende projecten en bijzondere samenwerkingsverbanden met partners en andere partijen.

Jaarverslag 2010 | 3 Kenniscirculatie en innovatie

3 Kenniscirculatie en innovatie

13

vingers krijgen, maar dat ze eerst en vooral tijdens de

analyse hun eigen leerkrachtgedrag onder de loep

leggen.

Lectoraten

Vanaf medio 2010 is de lector ‘Crossmediale didactiek’

benoemd bij Iselinge Hogeschool. Hiermee geven we

uitvoering aan een belangrijke keuze; het ontwikkelen

van en uitvoering geven aan een visie op het opleiden

van leraren basisonderwijs die mediawijs leerlingen

uitdagen om het beste uit zichzelf te halen. Het lectoraat

Crossmediale didactiek functioneert naast het lectoraat

dat Iselinge Hogeschool al eerder heeft ingesteld, dat

van ‘Sociaal constructivistisch leren en competentie-

gericht opleiden’. Dit lectoraat bevindt zich in een

afrondend stadium. Belangrijke opbrengsten vinden

hun weg in het opleidingsprogramma. Er zijn hand-

reikingen ontstaan aan de hand waarvan opdrachten

kunnen worden beschreven en geformuleerd. Ook is

de waarde van video-opnamen als middel in het

verbeteren van de instructiekwaliteit en de reflectie

daarop, omgezet tot bruikbare onderwijseenheden en

kijkwijzers. In 2010 is Iselinge Hogeschool er niet in

geslaagd om over te gaan tot de benoeming van een

lector ‘Thinking Skills’, wat wel gepland stond voor dit

jaar.

Lectoraat Crossmediale didactiek

Joost Cohensius is sinds 1 september 2010 lector

Crossmediale didactiek bij Iselinge Hogeschool.

Met zijn lectoraat wil hij een praktische invulling geven

aan nieuw onderwijs. Centraal staat het:

• initiëren van nieuwe leermethoden,

• inzicht geven in de zich snel ontwikkelende

mediawereld,

• ontwikkelen van een digitaal laboratorium,

• doen van relevant onderzoek.

Dit onderzoek en de ontwikkelingen hieruit, leiden

direct tot nieuwe initiatieven en producten. Dit kan

bijvoorbeeld in de vorm van advies, maar ook juist in de

vorm van content gerelateerde producten. Het lectoraat

heeft als eerste product een film opgeleverd waarin de

belangrijkste trends in eigentijds onderwijs worden

verkend. Deze vijf trends krijgen een plaats in het

nieuwe opleidingsprogramma. De trends - convergent

van vorm - die we onderscheiden zijn: film en video

(beweging), mobiele applicaties (vrijheid), serious

gaming (spelplezier), sociale netwerken (contact) en

storytelling (vertelling).

Kenniscentrum Wetenschap & Techniek Gelderland

Iselinge Hogeschool werkt in het Kenniscentrum

Wetenschap & Techniek Gelderland samen met

Hogeschool Arnhem Nijmegen en Christelijke

Hogeschool Ede aan het Programma Verbreding

Techniek Basisonderwijs (VTB). Dit programma

ondersteunt basisscholen om wetenschap en techniek

een structurele en geïntegreerde plek in het onderwijs

te geven. Scholen werden in de afgelopen drie jaar

voor een periode van drie jaar zowel financieel,

organisatorisch als inhoudelijk ondersteund om dit op

hun eigen manier binnen de school vorm te geven.

Daarnaast bieden de scholingsarrangementen van het

Programma VTB leerkrachten handreikingen om

wetenschap en techniek in hun lessen te integreren.

Het doel van het Programma VTB is kinderen in

aanraking brengen met wetenschap en techniek, zodat

zij hun talenten kunnen ontdekken en een positieve

houding ten aanzien van wetenschap en techniek

kunnen ontwikkelen. Voor de wetenschap- en techniek-

activiteiten zijn basisprincipes ontwikkeld die het

fundament vormen van denkactiviteiten, waaronder

bijvoorbeeld: het cognitief conflict, samenwerkend

leren, metacognitie en transfer. Iselinge zal de ervaring

en kennis die is opgedaan binnen het Kenniscentrum

Wetenschap & Techniek verdiepen en verder

implementeren in het opleidingsprogramma op het

gebied van ‘leren denken’.

Jaarverslag 2010 | 3 Kenniscirculatie en innovatie

14

Om invulling te geven aan onze maatschappelijke opdracht is een organisatie met goedlopende processen en goed

gekwalificeerde medewerkers nodig. We hebben op deze punten in 2010 een aantal belangrijke stappen vooruit gezet.

Jaarverslag 2010 | 4 De organisatie en onze mensen

4 De organisatie en onze mensen

Organogram

De hogeschool kent een gezonde financiële huishouding, maar er is bij de medewerkers weinig inzicht in de kosten

en baten van activiteiten. Dit inzicht blijft hangen in de top van de organisatie. Door de nieuwe management-

structuur liggen de verantwoordelijkheden lager in de organisatie en is ook de functie van clustermanager

opleidingen veranderd. De verandering zorgt er ook voor dat de coördinatoren van de kernteams meer

leidinggevende taken hebben. Zij krijgen nu, evenals de projectleiders meer verantwoordelijkheid voor de

bedrijfsmatige kant van hun team of project.

Organogram Iselinge Hogeschool

College vanBestuur/directie

P&OFinanciënMarketing &communicatieICT

LectoratenKwaliteits-manager

SON Edutraining

ClustermanagerOpleidingen

Officemanager

Team-coördinatorKernteam 1

Team-coördinatorKernteam 2

Docenten Docenten

SecretariaatStagebureauStudentenzakenRoosterzaken

15

Formatie

De totale formatie voor Iselinge Hogeschool bedroeg

per 31 december 2010 41,97 fte. De formatie voor

docenten bedroeg 22,02 fte. Die formatie is verdeeld

over zeven expertgroepen: onderwijskunde, taal,

rekenen, mens en wereld, kunst, motoriek en identiteit.

De taken voor docenten zijn verdeeld over vijf grote

gebieden:

• verzorgen van onderwijs,

• onderwijsontwikkeling,

• studieloopbaanbegeleiding,

• stagebegeleiding,

• overige taken.

Naast management en docenten zijn er staf- en onder-

steunende medewerkers werkzaam voor de hogeschool.

Een aantal ondersteuners is in dienst van onze

moedermaatschappij IJsselgroep. Structureel zetten

wij onderwijsadviseurs van IJsselgroep in voor de

hogeschool.

De afgelopen jaren is het aantal studenten geleidelijk

afgenomen. Omdat dit uiteraard financiële gevolgen

heeft, beoordelen we elke vacature zeer kritisch of

gehele of gedeeltelijke invulling daarvan noodzakelijk is

of dat er mogelijkheden zijn taken anders te verdelen.

Uitgangspunt is dat de kwaliteit van de opleiding

100 procent gehandhaafd blijft.

Communicatie

Wij communiceren intern over ons beleid tijdens

personeelsbijeenkomsten, vergaderingen van kern-

teams, studiedagen, officeoverleg en via intranet.

Verder spreken studenten en alumni mee in thematische

werkveldconferenties en is er frequent overleg tussen

het stagebureau, de interne en externe stagebegeleiders

en de stagescholen. Jaarlijks worden bijeenkomsten

met mentoren, directeuren en interne en externe

stagebegeleiders georganiseerd om hen te informeren

over onze doelen, nieuwe ontwikkelingen en werkwijze.

Uiteraard bespreken we ook de optimalisering van de

begeleiding van studenten.

Personeelsbeleid

In mei 2009 heeft Iselinge Hogeschool een akkoord

gesloten met de vakbonden, hoe de middelen uit het

convenant Leerkracht van Nederland besteed worden.

Afgesproken is dat in de periode 2008-2012 1 (fte)

docent bevorderd wordt van schaal 10 naar schaal 11 en

3 (fte) docenten van schaal 11 naar schaal 12. Inmiddels

zijn drie docenten met een totale omvang van 1,8 fte

gepromoveerd van docent B schaal 10, naar de functie

van docent A in schaal 11. Dat is meer dan is

afgesproken. Drie docenten volgen een traject om in

aanmerking te komen voor promotie naar de functie van

seniordocent in schaal 12.

Op dit moment is er nog een onderbesteding van

22.517 euro. Deze middelen zetten we in voor

professionalisering. Twee medewerkers zijn bezig met

een promotietraject. Zij maakten gebruik van de

stimuleringsregeling ‘Promoveren in het hbo’, maar

hebben het traject niet binnen vier jaar afgerond. Met de

middelen uit het convenant bieden we hen de mogelijk-

heid om een dag per week studieverlof op te nemen

gedurende de tijd die zij nog nodig hebben voor het

afronden van hun promotie. Eén medewerker heeft nog

acht maanden nodig voor het promotietraject, de andere

medewerker twee jaar. De totale kosten hiervan

bedragen 37.765 euro. Verder is er in 2009 het bedrag

van 12.930 euro extra besteed aan scholing en in 2010

was dit 4.758 euro.

CAO HBO

De CAO HBO is gedetailleerder in de uitwerking van

thema’s als professionalisering en levensfasebewust

personeelsbeleid, de hogeschool heeft daar in 2010

invulling aan gegeven. De huidige cao was afgesloten

tot 1 augustus 2010 en is inmiddels verlengd tot

1 februari 2012. Er is een beperkte loonsverhoging van

0.4 procent per 1 januari 2011 en een eenmalige

uitkering in oktober 2011 van 460 euro bij een fulltime

aanstelling. Ook is er overeenstemming bereikt over het

belang van modernisering van de cao ten aanzien van

een zestal onderwerpen, te weten:

• arbeidsrelaties en contractvormen,

• arbeidsmarkt, goed werkgeverschap en goed

werknemerschap,

• levensfasebewust personeelsbeleid en seniorenbeleid,

• de boven- en nawettelijke regeling bij werkloosheid

(BWR HBO),

• kwalificatieverhoging van docenten en

professionalisering van medewerkers,

• sectorspecifieke invulling van het nieuwe werken

(waaronder thuiswerkmogelijkheden).

Jaarverslag 2010 | 4 De organisatie en onze mensen

16

De invoering van een regeling ten behoeve van

functionerings- en beoordelingsgesprekken bij Iselinge

Hogeschool is voorgelegd aan de vakorganisaties.

De verwachting is dat we in 2011 hierover een akkoord

bereiken.

Decentrale arbeidsvoorwaarden

In de CAO HBO is geregeld dat 1,15 procent van de

bruto loonsom beschikbaar is voor het verbeteren van

de arbeidsvoorwaarden op organisatieniveau. Een deel

van het budget zetten we structureel in voor verbetering

van de reiskostenregeling woon-/werkverkeer, een

vervoersvergoeding voor gehandicapten en een bijdrage

in de kosten voor telewerken. Een ander deel van het

budget is in 2010 uitgegeven aan het beschikbaar stellen

van vakliteratuur en vaktijdschriften. Daarnaast

investeren we in maatregelen in het kader van het

gezondheidsbeleid, zoals bijdragen aan een gezondere

levensstijl en het voorkomen of verminderen van

gezondheidsklachten. Dit hebben we vorm gegeven

door dagelijks vers fruit aan te bieden en elke week een

stoelmassage.

Gesprekscyclus

In mei 2010 is gestart met de gesprekscyclus. Met alle

docenten zijn voor de zomervakantie beoordelings-

gesprekken gevoerd. Omdat de gesprekscyclus nog niet

de instemming heeft van de vakbonden, is de jaarlijkse

periodieke loonsverhoging nog niet gekoppeld aan het

beoordelingsresultaat. In het najaar is de gesprekscyclus

geëvalueerd. Twaalf medewerkers hebben het evaluatie-

formulier ingevuld en de resultaten daarvan zijn in een

speciale bijeenkomst besproken met de medewerkers.

Naar aanleiding daarvan brengen we nog enkele

wijzigingen aan en gaat er een nieuw voorstel richting

de vakbonden.

Meteo

In december 2009 is er weer een medewerkerstevreden-

heidsonderzoek uitgevoerd. Dit is begin 2010

gepresenteerd. De opkomst was vrij hoog, boven de

70 procent. De algemene tevredenheid is nagenoeg

gelijk gebleven en is vooral bij het onderwijsonder-

steunende personeel erg hoog. Medewerkers zijn over

het algemeen tevreden over de werkzaamheden die ze

verrichten en hebben plezier in hun werk. Wel vinden

veel docenten dat ze hun werk niet efficiënt kunnen

doen. Uit het Meteo komt naar voren dat de werkdruk

door docenten als vrij hoog wordt ervaren. Daarnaast

blijft de communicatie een aandachtspunt. Medewerkers

willen vooral beter geïnformeerd worden over wat er in

de organisatie speelt. De communicatie met hun

leidinggevende beoordelen ze wel als voldoende.

Zowel docenten als onderwijsondersteunend personeel

vinden dat er onvoldoende doorgroeimogelijkheden zijn.

Ziekteverzuim

Het ziekteverzuimpercentage is fors gestegen

(van 4,6 procent in 2009 naar 6,4 procent in 2010).

Voor een deel komt dit door vier langdurig zieke

medewerkers. In deze gevallen ging het om een

ziekteperiode van meer dan 100 werkdagen. Voor een

ander deel is de stijging van het ziekteverzuim toe te

schrijven aan het aantal meldingen. Waren er in 2009

nog 31 medewerkers die zich 1 of meer keren ziek

meldden, in 2010 waren dat er 41. De komende tijd

investeren we dan ook extra in verzuimpreventie en

reïntegratieactiviteiten.

Jaarverslag 2010 | 4 De organisatie en onze mensen

17

Jaarverslag 2010 | De organisatie en onze mensen

18

Bedrijfsresultaat

De balans en staat van baten en lasten zijn in bijlage D

bij dit jaarverslag opgenomen. Voor het bedrijfsresultaat

gold voor 2010 een percentage van 11,5 procent van de

omzet. Dit is een stijging ten opzichte van 2009, toen

realiseerden we een percentage van 2,7 procent.

Solvabiliteit en liquiditeit zijn indicatoren in welke mate

de hogeschool op de lange respectievelijk de korte

termijn aan haar verplichtingen voldoet. De hogeschool

heeft een gezonde vermogens- en liquide positie.

Per einde 2010 bedroeg solvabiliteit 63 procent en is

daarmee 33 procent hoger dan de doelstelling

(doelstelling voor 2010 bedroeg 30 procent). Het

kengetal voor de liquiditeit bedraagt 0,2 en voldoet

daarmee ruim aan de geformuleerde doelstelling.

Het financiële beleid kiest als maatstaf dat het eigen

vermogen tenminste 20 procent van de totale jaaromzet

moet bedragen. Per eind 2010 hebben we met een

verhouding van 51 procent ook deze doelstelling ruim

bereikt.

Financieel-economische vooruitzichten

Voor de toekomst houden we rekening met een

langduriger getemperde ontwikkeling, omdat de

regering heeft besloten vanaf 2011 een bezuinigings-

programma uit te voeren. Daarnaast voeren we een

nieuwe bekostigingssystematiek voor de hogeschool in.

Deze voeren we tegelijk in met de nieuwe Wet op het

hoger onderwijs en onderzoek (WHOO). Overigens is de

verwachting dat de andere wijze van bekostiging niet

nadelig uitpakt, mits de studenten de opleidingsduur

van de bekostigde opleidingen realiseren. Al met al

verwachten wij binnen de hogeschool een minder diepe

teruggang dan in veel andere sectoren, maar wel een

langduriger gematigde ontwikkeling. Een groot deel van

de financiële capaciteit van de hogeschool zetten we in

op ver-/nieuwbouw activiteiten die gepland staan in de

periode 2011/2012 en verder.

In 2010 voerde de hogeschool diverse bezuinigingsmaatregelen door. Daardoor is het gelukt het jaar af te sluiten met

een goed resultaat. De komende jaren blijft alertheid geboden door mogelijke overheidsbezuinigingen en een nieuw

bekostigingssysteem.

Jaarverslag 2010 | 5 Financiële positie

5 Financiële positie

19

Stagebrochure | 5 Keuzemogelijkheden voor studenten

20

Bijlage A Studentenaantallen en rendement

Bijlage B Samenwerkingsverbanden

Bijlage C Personeel

Bijlage D Exploitatierekening en balans

Jaarverslag 2010 | 6 Bijlagen

6 Bijlagen

21

Jaarverslag 2010 | Bijlage A: Studentenaantallen en rendement

STUDENTEN

Tabel 1. Instroom, doorstroom, uitstroom in aantallen

dt2 dt4 du2 vt4 totaal

instroom 2009-2010 10 13 19 117 159

alleen dt4 en vt4 hebben een propedeuse

vertrokken in het 1e jaar 7 6 8 35 56

vertrokken in het 2e jaar (dit loopt nog) 4 4

Tabel 2. Eerste inschrijvingen in aantallen en percentages

2005 2006 2007 2008 2009

n % n % n % n % n

eerste inschrijvingen 233 192 193 183 159

waarvan studie vervolgt

in het tweede jaar 68 57 65 64

totaal aantal ingeschreven studenten 670 631 533 509 503

negatief bindend studieadvies 8 3,3 12 5,1 10 5,2 21 11,5 12

Tabel 3. Aantal deelnemers per opleidingsvariant in aantallen

opleiding vierjarig Academische vierjarig driejarig tweejarig minimaal overig

voltijd pabo4-jarig deeltijd (voor duaal tweejarig

gediplomeerde (werkzaam (voorbachelors)

onderwijs- inonderwijs)

assistenten)

2005 379 76 124 61 30 2

2006 391 81 83 49 27 0

2007 362 62 46 44 19 0

2008 376 68 12 43 12 0

2009 382 15 45 7 39 15 0

2010 404 12 47 6 25 13 0

22

Tabel 4. Verdeling instroom mannen en vrouwen in aantallen en percentages

2005 2006 2007 2008 2009

n % n % n % n % n

mannen 50 21 59 30 36 19 43 22 42

vrouwen 183 79 133 70 157 81 140 78 117

Tabel 5. Totaal aantal studenten verdeling mannen en vrouwen in aantallen en percentages

mannen vrouwen

n % n %

2005 131 19,5 539 80,2

2006 139 22 492 78

2007 115 21,6 418 78,4

2008 107 20,9 404 79,1

2009 112 22,3 391 77,7

2010 94 18,5 413 81,5

Tabel 6. Totaal aantal studenten naar vooropleiding in aantallen en percentages

havo vwo mbo mbo-oa overig

n % n % n % n % n %

2005 337 50,2 28 4,2 105 15,7 135 20,1 65 9,7

2006 308 48,8 29 4,6 106 16,8 138 21,8 52 8,2

2007 252 47,3 34 6,4 70 13,5 125 23,5 52 9,8

2008 263 51,5 28 5,5 63 12,3 108 21,2 49 9,5

2009 269 53 31 6 53 11 109 22 41 8

2010 266 52,5 44 8,6 47 9,2 118 23,2 32 6,3

Tabel 7. Totaal aantal studenten verdeling naar vooropleiding (voltijd – deeltijd) in aantallen en percentages

havo vt havo dt vwo vt vwo dt mbo vt mbo dt mbo-oa vt mbo-oa dt overig vt

n % n % n % n % n % n % n % n % n %

2005 303 45 34 5 24 4 4 0,5 43 6 62 9 125 19 10 1,5 6 1

2006 280 44 23 4 23 4 6 1 40 6 66 10 126 20 12 2 7 1

2007 228 42,8 24 4,5 28 5,2 6 1,1 32 6 38 7,1 118 22,1 7 1,3 10 1,9

2008 239 46 24 5 23 5 5 1 24 5 39 8 96 19 12 2 6 1

2009 256 50,9 13 2,6 26 5,2 5 1 23 4,6 30 6 95 18,9 14 2,8 4 0,8

2010 252 49 14 2,7 36 7,1 8 1,6 23 14,5 24 4,7 108 21,3 10 1,9 4 0,8

Jaarverslag 2010 | Bijlage A: Studentenaantallen en rendement

23

Jaarverslag 2010 | Bijlage A: Studentenaantallen en rendement

Tabel 8. Uitstroom gediplomeerden in aantallen

lichting 2001 2002 2003 2004 2005 2006

instroom 190 149 297 241 233 192

gediplomeerden na 5 jaar 112 90(3) 182 113 113 73

percentage 59 60(3) 59,9(3) 46,5(3) 48,5(3) 38

gemiddelde verblijfsduur

afgestudeerden in jaren 3,83 3,42(3) 3,39(3) 3,46 3,2 4,15

(3)De periode van vijf jaar na aanvang van de studie is ten tijde van het schrijven van dit verslag nog niet verstreken.

Daarom vermelden we hier het getal, het percentage en de gemiddelde verblijfsduur na vier jaar.

Tabel 9. Uitvalpercentages, uitgesplitst naar variant in procenten

cohort per variant 2002 2002 2003 2003 2004 2004 2005 2005 2006

4-jarig 3-jarig 4-jarig 3-jarig 4-jarig 3-jarig 4-jarig 3-jarig 4-jarig

uitval in vier jaar 39 20 32 31 46 40 48 30 52

Tabel 10. Propedeusediploma’s vierjarige voltijdse opleiding in procenten

cohort 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

propedeuse na een jaar 36 24 19 9 25 15 16 15

propedeuse na twee jaar 70 71 66 65 47 55 45 40

24

Jaarverslag 2010 | Bijlage B: Samenwerkingsverbanden en projecten

Bijlage B: Samenwerkingsverbanden en projecten

Onze hogeschool neemt in het kader van kennis-

circulatie deel aan diverse samenwerkingverbanden in

de regio of daarbuiten. Iselinge Hogeschool participeert

in de volgende samenwerkingsverbanden:

• lidmaatschap Interactum, een samenwerkingsverband

van sectorale Pabo’s in Nederland. Interactum bestaat

uit Hogeschool IPABO, Katholieke Pabo Zwolle,

Marnix Academie Utrecht en Pedagogische

Hogeschool De Kempel,

• samenwerking Open Universiteit,

• lidmaatschap Platform Onderwijs Arbeidsmarkt

Achterhoek,

• lidmaatschap Landelijk Platform Nascholing

Primair Onderwijs,

• lidmaatschap Kenniscentrum Wetenschap en Techniek

Gelderland (in samenwerking met Hogeschool

Arnhem Nijmegen en Christelijke Hogeschool Ede),

• lidmaatschap Profijt (Graafschap College, COVOA en

Orchideegroep e.a.),

• lidmaatschap Natonco,

• samenwerking Windesheim,

• samenwerking VTB,

• participatie Achterhoek 2020,

• lidmaatschap Platform Primair Onderwijs

Oost-Gelderland.

We noemden in dit hoofdstuk een aantal voorbeelden

met in het oog springende ontwikkelingen.

25

Jaarverslag 2010 | Bijlage C: Personeel

Bijlage C: Personeel

Het personeelsbestand op 31 december 2010 in cijfers

Tabel 11. Aantal fte’s en aantal medewerkers onderverdeeld in vrouwen en mannen in aantallen

2006 2007 2008 2009 2010

Fte’s 50,14 50,71 47,31 41,41 41,97

Aantal vrouwen 43 43 40 36 36

Aantal mannen 22 23 23 19 21

Aantal medewerkers totaal 65 66 63 55 57

Tabel 12. Gemiddelde leeftijd in aantallen

2006 2007 2008 2009 2010

Vrouwen 43 43 45 47 47

Mannen 43 44 45 45 47

Totaal 43 43 45 46 47

Tabel 13. Leeftijdsopbouw in leeftijdscategorieën

Leeftijd Aantallen Fte’s In percentages

Van - tot Vrouwen Mannen Totaal Vrouwen Mannen Totaal Vrouwen Mannen Totaal

Docenten 25-35 1 3 4 1,00 2,01 3,01 6,87 26,94 13,67

35-45 7 2 9 4,66 1,45 6,11 32,00 19,44 27,75

45-55 6 3 9 5,70 2,60 8,30 39,15 34,85 37,69

55 > 7 2 9 3,20 1,40 4,60 21,98 18,77 20,89

Totaal 21 10 31 14,56 7,46 22,02 100,00 100,00 100,00

Overig

personeel 25-35 2 0 2 1,80 0,00 1,80 17,27 0,00 9,02

35-45 6 3 9 3,43 3,00 6,43 32,92 31,48 32,23

45-55 5 4 9 3,64 2,88 6,52 34,93 30,22 32,68

55 > 2 4 6 1,55 3,65 5,20 14,88 38,30 26,07

Totaal 15 11 26 10,42 9,53 19,95 100,00 100,00 100,00

Totaal 25-35 3 3 6 2,80 2,01 4,81 11,21 11,83 11,46

35-45 13 5 18 8,09 4,45 12,54 32,39 26,19 29,88

45-55 11 7 18 7,84 5,48 13,31 31,38 32,26 31,71

55 > 9 6 15 6,25 5,05 11,31 25,02 29,72 26,95

Totaal 36 21 57 24,98 16,99 41,97 100,00 100,00 100,00

26

Jaarverslag 2010 | Bijlage C: Personeel

Tabel 14. Ziekteverzuimcijfers

2006 2007 2008 2009 2010

Verzuimpercentage % 4,92 5,19 5,93 4,60 6,4

Meldingsfrequentie - - 1,68 1,15 1,29

Tabel 15. Aantal ziekmeldingen per medewerker in aantallen

Aantal ziekmeldingen 2009 2010

0 24 16

1 13 24

2 10 7

3 5 7

4 2 2

5 1 1

Totaal aantal medewerkers 55 57

Tabel 16. Beoordelingsgesprekken

Aantal Percentage

Medewerkers beoordeeld 40 70,18

Medewerkers niet beoordeeld 17 29,82

Door het vertrek van het hoofd bedrijfsvoering heeft binnen het office en de ondersteuning Hogeschool een deel van

de medewerkers geen beoordelingsgesprek gehad. Daarnaast hebben een aantal medewerkers geen beoordelings-

gesprek gehad wegens ziekte of omdat ze nog maar kort in dienst waren.

Tabel 17. Beoordelingsresultaat

A B C

Uitstekend Goed Onvoldoende

Beoordelingen 1 39 0

Tabel 18. Soorten dienstverbanden

Medewerkers CAO HBO

Soort arbeidsovereenkomst Fte aantal

D-2 Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd 38,94 51

D-3 Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met uitzicht op onbepaalde tijd 1,25 2

D-4 Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 1,78 4

Docenten

Soort arbeidsovereenkomst Fte aantal

D-2 Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd 21,42 30

D-3 Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met uitzicht op onbepaalde tijd 0,45 1

D-4 Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 0,15 1

Jaarverslag 2010 | Bijlage C: Personeel

Uitzendkrachten, detachering en payrolling

In 2010 werd voor 279 uur gebruik gemaakt van uitzendkrachten. Deze uitzendkrachten werden ingezet voor

ziektevervanging binnen het office, als surveillant bij tentamens en toetsen en voor projectwerkzaamheden.

Inleen via IJsselgroep

In de hogeschool worden ook inhoudelijk medewerkers ingezet die een aanstelling hebben bij de educatieve

dienstverlening en onder de CAO AOJ vallen. Deze medewerkers worden ingezet op docenttaken, assessments

t.b.v. zij-instromers en duale trajecten, studieloopbaan- en stagebegeleiding. In 2010 betrof dit in totaal 1085 uur.

Externe stagebegeleiders

Vanuit de participatiegedachte betrekt Iselinge nadrukkelijk het werkveld bij de begeleiding en het mede opleiden

van studenten. Pilots als opleiden in de school hebben geleid tot een herbezinnen op verantwoordelijkheden en

taken in de (stage)begeleiding en opleiding van studenten. Dit heeft tot gevolg dat basisschoolleerkrachten door hun

schoolbesturen in de gelegenheid worden gesteld om als externe stagebegeleiders voor Iselinge Hogeschool te

functioneren.

In het kader van deze ontwikkeling hebben wij in het jaar 2010 ongeveer 3470 uur met externe stagebegeleiders

gewerkt. De externe stagebegeleiders blijven in dienst bij de schoolbesturen. Iselinge Hogeschool heeft een

samenwerkingsovereenkomst met de betreffende schoolbesturen.

27

28

Bijlage D: Exploitatierekening en balans

Tabel 19. Begroting 2009 en 2010

(bedragen x 1.000 euro)

2009 2010

Som der omzet 4.495 4.665

Projectkosten

Activiteitenkosten HS 186 358

Projectkosten

Som der projectkosten 186 243

Lasten

Lonen en salarissen 2.929 2.654

Overige personeelskosten 382 391

Huisvestingskosten 456 557

Bureaukosten 236 235

Kosten KCO 36 36

Overige algemene kosten 185 226

Afschrijvingskosten 139 139

Totaal der lasten 4.363 4.238

RESULTAAT normale bedrijfsvoering -55 69

rentebaten 0 0

RESULTAAT -55 69

RESULTAAT DERDEN

RESULTAAT VOOR BELASTING -55 69

personele kosten in % omzet 74% 65%

ROS -1,20% 1,50%

Jaarverslag 2010 | Bijlage D: Exploitatierekening en balans

29

30

Tabel 20. Exploitatierekening Stichting IJsselgroep Iselinge Hogeschool

Jaarrekening 2010 Begroting 2010 Jaarrekening 2009

x e 1.000 x e 1.000 x e 1.000

Baten

Subsidies HS 4.007 3.520 3.609

Collegegeld HS 855 845 765

Projecten HS 556 300 502

Totaal baten 5.418 4.665 4.876

Lasten

Lonen & Salarissen 2.692 2.654 2.695

Overige personeelskosten 673 391 585

Huisvestingskosten 390 557 463

Bureaukosten 242 235 344

Kosten OMC 21 36 44

Overige algemene kosten 64 100 80

Afschrijvingskosten 118 139 105

Activiteiten HS 520 358 319

Bijdrage IJsselgroep 126 126 107

Totaal lasten 4.846 4.596 4.742

Bedrijfsresultaat 572 69 134

Jaarverslag 2010 | Bijlage D: Exploitatierekening en balans

31

Leer

voo

r je

leve

n

Iselinge Hogeschool

Bachlaan 11

7002 MZ Doetinchem

Postbus 277

7000 AG Doetinchem

Telefoon 088 093 10 00

Telefax 088 093 19 90

Email [email protected]

Internet www.iselinge.nl

Iselinge is onderdeel

van IJsselgroep

www.ijsselgroep.nl