jaarverslag 2010-2011 versie 2
Transcript of jaarverslag 2010-2011 versie 2
Nadere informatie over de organisatie en activiteiten van
de NVMO, de samenstelling van het bestuur, NVMO Congres,
het Tijdschrift voor Medisch Onderwijs en de werkgroepen
kunt u vinden op de website van de NVMO
www.nvmo.nl
Het secretariaat is te bereiken via e-mail
Vereniging voor onderwijs en opleiding in de gezondheidszorg in Nederland en Vlaanderen
Jaarverslag 2010-2011
1 INLEIDING
Dit jaarverslag rapporteert over het 38e werkjaar van onze vereniging.
Het ledental van de Nederlandse Vereniging van Medisch Onderwijs ver-
toont een gestage stijging: eind augustus 2011 bedroeg het ledental 1184,
bijna een verdubbeling van het aantal binnen 10 jaar.
Ook het NVMO congres mag zich verheugen in een steeds toenemend aantal
deelnemers. In 2010 kon de vereniging in Egmond ruim 700 deelnemers ver-
welkomen, terwijl de voorinschrijving voor 2011 nieuwe records belooft.
Ook in de breedte ontwikkelt de vereniging zich krachtig door. Waar in
2009-2010 de nieuwe werkgroep Kwaliteitszorg verwelkomd kon worden,
met een oprichtingsbijeenkomst tijdens het congres 2009, ging in 2010-
2011 de werkgroep Onderzoek van Onderwijs van start. Deze werkgroep
hanteert dezelfde formule als een van de oudste werkgroepen van de ver-
eniging, de werkgroep Praktijk van Medisch Onderwijs: open bijeenkomsten
met gastsprekers en veel interactiviteit worden georganiseerd, waarvoor
alle NVMO leden een aankondiging ontvangen. De belangstelling voor bij-
eenkomsten van deze nieuwe werkgroep was enorm, waaruit geconclu-
deerd kan worden dat ‘onderzoek van onderwijs’ in brede zin leeft binnen
de vereniging.
De in het verenigingsjaar 2009-2010 geïntroduceerde nieuwe huisstijl is in
het afgelopen verenigingsjaar ook doorgevoerd op de website
www.nvmo.nl. Naast de vernieuwde digitale uitstraling is er het afgelopen
jaar gewerkt aan diverse nieuwe functionaliteiten. Zo kan een aanvraag
voor ethische toetsing van een onderzoeksvoorstel via de website worden
ingediend. De ethische toetsing van onderzoeksvoorstellen is trouwens ver-
regaand gedigitaliseerd. Mede hierdoor kan voor veel onderzoeksaanvragen
de toetsingsprocedure kort gehouden worden. Na een aanloopfase in 2009-
2010 is de NVMO Ethical Review Board vanaf 16 juli 2010 structureel aan de
slag, waarbij een toetsingsprocedure wordt gehanteerd, met vier catego-
rieën van beoordeling: automatische review A en B, beperkte review en
volledige review. Deze nieuwe ‘service’ binnen de NVMO zal de kwaliteit
van het onderzoek van medisch onderwijs zonder twijfel verhogen evenals
de kans op publicatie van de resultaten in de internationale medisch onder-
wijs literatuur.
2
De kogel is het afgelopen jaar door de kerk gegaan wat betreft de discus-
sie over de taal in het Tijdschrift Medisch Onderwijs. Op voorstel van de
redactie heeft het bestuur besloten dat TMO met ingang van 1 januari 2012
Engelstalig wordt, onder de titel Perspectives on Medical Education. De
mededelingen vanuit de vereniging, waarvoor TMO ook een platform bood,
zullen vanaf die tijd op een andere wijze gecommuniceerd worden. Moge-
lijk zal dit gaan via een inlegvel in het nieuwe Engelstalige tijdschrift,
maar meer waarschijnlijk is dat hiervoor via digitale nieuwskanalen, zoals
een digitale nieuwsbrief en/of via de website, worden ingezet.
Tijdens het congres 2010 voor het eerst de prijs voor het beste Proefschrift
uitgereikt. De voorzitter van de jury, prof. Janke Cohen-Schotanus, over-
handigde de prijs aan dr. Pim Teunissen, voor zijn proefschrift “Unravelling
learning by doing”. Het afgelopen verenigingsjaar is de jury voor de beste
Onderwijsinnovatieprijs aan het werk gegaan, onder voorzitterschap van
prof. Rein Zwierstra. Deze prijs zal op het congres 2011 voor de eerste keer
uitgereikt worden.
De internationale activiteiten van de NVMO hebben ook dit jaar de nodige
aandacht gekregen. Tijdens het jaarlijkse congres van de AMEE, dit jaar in
Wenen, hebben veel NVMO leden een prominente bijdrage geleverd en
speelt de NVMO een actieve rol.
In Medical Teacher zijn dit jaar opnieuw twee artikelen van “NVMO-Special
Interest Groups”, alsmede bij elk een ‘commentary’ gepubliceerd in de
reeks artikelen die verzorgd wordt door de NVMO werkgroepen. Dit jaar
waren de werkgroepen Professioneel Gedrag en Skills en Simulatietech-
nieken de producenten.
De NVMO kan opnieuw terugkijken op een boeiend en positief jaar en ziet
vooruit naar een jaar waarin de vereniging, zowel in kwantitatieve als kwa-
litatieve zin, een herkenbare, initiërende en bindende rol zal spelen in de
onderwijsontwikkelingen binnen het medisch onderwijs in de meest brede
zin van het woord in Nederland en Vlaanderen. Het komend verenigings-
jaar, in 2012, zal het 40-jarig bestaan van de vereniging worden gevierd.
Dat zal zeker niet onopgemerkt voorbij gaan.
3
2 BESTUURSZAKEN
2.1 Samenstelling van het bestuur
De samenstelling van het Dagelijks Bestuur van de NVMO in het verslagjaar
was als volgt:
prof.dr. Th.J. ten Cate, UMC Utrecht, voorzitter
prof.dr. P. van Beukelen, Universiteit Utrecht (Diergeneeskunde),
secretaris
dr. C.T. Postma, UMC St Radboud Nijmegen, penningmeester
Het Bestuur was samengesteld uit de onder het dagelijks bestuur genoem-
de personen en de volgende leden en adviseurs:
prof.dr. J.C.C. Borleffs, UMC Groningen, adviseur als hoofdredac-
teur TMO
mw.prof.dr. J. Denekens, Universiteit Antwerpen
dr. A.D.C. Jaarsma, UU Diergeneeskunde, adviseur als hoofd-
organisator van het NVMO Congres 2011
Simon Kasper, student UMC St Radboud Nijmegen, afgevaardigde
vanuit het LMSO
Anne Koning, student UMC Groningen, afgevaardigde vanuit het
LMSO
prof.dr. J.B.M. Kuks, UMC Groningen
drs. P.L. Schoonheim, VUmc Amsterdam, vanuit Huisartsopleiding
Nederland
prof.dr. R.J. Stolker, Erasmus MC, vanuit CCMS/CMS.
2.2 Bestuursondersteuning
Het bestuur werd ondersteund door mw. L. Molman en mw. M. Sterman-
Vleeschdraager.
2.3 Bestuursactiviteiten
Bestuursvergaderingen.
Het bestuur vergaderde in de loop van 2010-2011 driemaal en het Dagelijks
Bestuur viermaal.
4
Algemene Ledenvergadering.
Op de Algemene Ledenvergadering van 12 november heeft het bestuur ver-
antwoording afgelegd over het afgelopen jaar en werden de jaarverslagen
goedgekeurd. De begroting van het verenigingsjaar 2010-2011 werd even-
eens goedgekeurd. Zie voor de verdere punten het verslag van de vergade-
ring.
3. LEDENBESTAND
Per 31 augustus 2011 telde de NVMO in totaal 1184 leden.
Het ledenbestand heeft zich in de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:
31-12-2001: 607
31-12-2002: 712
31-12-2003: 736
31-08-2004: 757
31-08-2005: 811
31-08-2006: 818
31-08-2007: 867
31-08-2008: 946
31-08-2009: 1057
31-08-2010: 1125
31-08-2011: 1184, verdeeld over de volgende categorieën:
Individuele leden 603
Individuele student-leden 16
Ereleden 4
Seniorleden 19
Collectieve leden 516
Bibliotheken 26
De mogelijkheid om bij aanmelding voor het NVMO Congres 2010 lid te wor-
den leverde 54 nieuwe leden op.
Vanaf 2009-2010 bestond de mogelijkheid een gecombineerd lidmaatschap
af te sluiten voor NVMO en DSSH (Dutch Society for Simulation in
Healthcare). In totaal zijn er nu 84 leden voor dit gecombineerde lidmaat-
schap gekozen, 47 individuele en 23 collectieve.
5
4 TIJDSCHRIFT VOOR MEDISCH ONDERWIJS
In 2010/2011 bestond de redactie van het Tijdschrift voor Medisch Onder-
wijs (TMO) uit:
prof.dr. J.C.C. Borleffs (hoofdredacteur), dr. P.M. Boendermaker, dr. B.
Bonke, dr. J. van Dalen, dr. A.D.C. Jaarsma, prof.dr. G. Peeraer, prof.dr.
F. Scheele, prof.dr. P.M.J. Stuyt, prof.dr. O.T. Terpstra en mw. G. Karsten
-van der Giessen (redactiesecretariaat).
De in het kader van de tussen de NVMO en Medical Teacher gemaakte af-
spraak twee maal per jaar een artikel uit een van de NVMO-werkgroepen te
plaatsen in Medical Teacher en in het TMO heeft in 2010/2011 geresulteerd
in één bijdrage: een artikel uit de werkgroep Wetenschappelijke Vorming
(Van Eijk et al.) dat is verschenen in Medical Teacher 2010;32(3) en in TMO
2011;30(3).
De in het kader van het ‘In VIVO’-project genomen initiatief een tiental
Richtlijnen, verspreid over twee jaren, als supplement bij het TMO in te
sluiten heeft na het verschijnen van de eerste drie Richtlijnen in 2009/2010
(Multisource feedback voor aios, Bekwaamverklaringen in de specialisten-
opleiding en Interpretatie en gebruik van toetsresultaten in het portfolio)
een vervolg gekregen in 2010/2011. Er verschenen vijf Richtlijnen (Korte
praktijkbeoordeling, OSATS ter beoordeling van chirurgische vaardigheden,
Gebruik portfolio in de vervolgopleiding, Simulatie teamtraining, Feedback
in de medische vervolgopleiding) respectievelijk als supplementen 4 en 5
bij TMO 2010;29(5) en TMO 2010;29(6) en als supplementen 1 en 2 bij TMO
2011;30(1-2) en TMO 2011;30(3).
In TMO 3 is een nieuwe rubriek geïntroduceerd: ‘De expert vertelt’. In deze
rubriek worden - aan de hand van een aantal vragen - mensen voorgesteld
die het gezondheidszorgonderwijs sterk beïnvloed hebben.
In 2010/2011 verschenen 5 nummers van in totaal 273 bladzijden (nummers
4, 5, 6 van 2010 en de nummers 1-2 en 3 van 2011). De eerste TMO van
2011 was een combinatie van nummer 1 en 2. De omvang van de supple-
menten 4 en 5 (2010) en 1 en 2 (2011) bedroeg 105 bladzijden.
De redactie heeft in 2010/2011 vijf maal vergaderd: vier maal telefonisch
en één keer lijfelijk. Op deze vergaderingen stond de transitie van het Ne-
6
derlandstalige TMO naar het Engelstalige Perspectives on Medical Education
(PME) centraal. Een hiertoe door de redactie van het TMO opgesteld busi-
nessplan is op het NVMO Congres in het najaar van 2010 voorgelegd aan de
leden; na de positieve ontvangst heeft het NVMO-bestuur ingestemd met de
transitie. In overleg met het NVMO-bestuur is een internationaal gezelschap
aangezocht zitting te nemen in de International Advisory Board (IAB) als
‘toezichthouder’. Deze is als volgt samengesteld: Zubair Amin (Singapore),
Janke Cohen-Schotanus (the Netherlands), Tim Dornan (UK), Eckhart Hahn
(Germany), Ronald Harden (UK), David Irby (USA), Kirsti Lonka (Finland),
Karen Mann (Canada), John Norcini (USA), Geoff Norman (Canada), Charlot-
te Ringsted (Denmark), Henk Schmidt (the Netherlands), Lambert Schu-
wirth (Australia), Yvonne Steinert (Canada), Cees van der Vleuten (the Ne-
therlands).
Met Bohn Stafleu Van Loghem (BSL) is intensief overleg gevoerd ten aanzien
van het onderbrengen van de secretariële ondersteuning en de copy-editing
van PME bij BSL. Hiertoe is een begin gemaakt met de inrichting van een
Editorial Management System. Effectuering vindt plaats vanaf 1 oktober
2011. Het opstellen en verspreiden van flyers (elektronisch en in congres-
tassen van het AMEE in augustus 2011 in Wenen), maakte deel uit van de
PR.
7
5 NVMO CONGRES 2010
Op 11 en 12 november 2010 vond in Egmond aan Zee weer het jaarlijkse
congres plaats.De hoofdorganisatie lag dit jaar in handen van prof.dr.
Jan.H. Bolk, internist aan het Leids Universitair Medisch Centrum. Het con-
gres is elk jaar weer een platform voor ontwikkelingen op het gebied van
onderwijs en opleiding in de gezondheidszorg in Nederland en Vlaanderen.
Het centrale thema van dit congres was: “Professionaliteit”.
Voorafgaande aan het eigenlijke congres waren er onderwerpen voor 11
preconferences ingestuurd. Er gingen er 10 door als preconference, waar-
van 2 in samenwerking met het Landelijk Medisch Studenten Overleg, de
overigen als workshop tijdens het reguliere programma van het congres.
Door tijdig indienen van de abstracts van deze workshops konden deze al
worden gepubliceerd in de congresbrochure waardoor het aantal aanmel-
dingen hiervoor zeer tot tevredenheid stemde.
De hoofdlezingen werden verzorgd door prof.dr. Aviad Haramati van
Georgetown School of Medicine, die sprak over het onderwerp “Why Inte-
grative medicine is essential for Medical Education, door drs. Ben Crul,
hoofdredacteur van Medisch contact en oud-huisarts ,die het onderwerp
“Transparantie in de zorg” kritisch besprak. Prof.dr. Maxine A. Papadakis
van de University of California School of Medicine sprak over “Professioneel
handelen in het medisch beroep” en tenslotte sprak Mr. J.M.(Marius) Bui-
ting van het Kwaliteitsinstituut van de Gezondheidszorg, die aandacht
vroeg voor “De professional van de toekomst; implicaties voor de opleiding
van vandaag”.
Het aantal deelnemers aan het congres bedroeg ruim 700 waarvan ruim 80
% ook lid is van de NVMO.
Tijdens het congres werden de volgende activiteiten georganiseerd:
Presentatie van
16 wetenschappelijke papers
50 papers
24 posters.
Daarnaast waren er:
24 workshops
8
13 rondetafels
7 symposia.
Ook werden er 7 promovendi die onderzoek hebben gedaan op het gebied
van medisch onderwijs uitgenodigd om hun onderzoek te presenteren.
In de Algemene Ledenvergadering van 2009 is besloten, op voorstel van het
bestuur van de NVMO, een prijs in te stellen die het ene jaar voor het bes-
te proefschrift is, het andere jaar voor de beste onderwijsinnovatie. Tij-
dens het congres 2010 werd de prijs voor het beste proefschrift voor de
eerste maal uitgereikt. Prijswinnaar was dr. Pim Teunissen met het proef-
schrift “Unravelling learning by doing”. De laudatio werd gedaan door
mw.prof.dr. Janke Cohen-Schotanus, voorzitter van de jury.
Aan het einde van het congres werden paper-en posterprijzen uitgereikt
door een speciaal daarvoor ingestelde commissie. De hoofdorganisatie werd
overgedragen aan dr. Debbie Jaarsma van de Faculteit Diergeneeskunde te
Utrecht. Er werd afscheid genomen van dr. Benno Bonke als lid van de con-
grescommissie. In zijn plaats werd prof.dr. Roland Laan van het UMC St
Radboud benoemd in de congrescommissie.
Het NVMO-congres is al enkele jaren geaccrediteerd voor medisch specialis-
ten, huisartsen, verpleeghuisartsen en sociaalgeneeskundigen.
9
6 WERKGROEPEN
Evenals de voorgaande jaren werd op 15 juni 2011 met veel succes een bij-
eenkomst georganiseerd van vertegenwoordigers van de werkgroepen met
het bestuur, waar de dertien werkgroepen verslag deden van de activitei-
ten in het verenigingsjaar en hun plannen presenteerden voor de komende
periode.
Besloten is om de bijeenkomst volgend jaar een andere vorm te geven. Een
kleine commissie zal een voorstel doen.
6.1 Communicatie Onderwijs
Doel
uitwisseling van onderwijsmiddelen en toetsinstrumenten en de ervarin-
gen daarmee;
uitwisseling van relevante ervaringen bij (inter-)nationale congressen;
verspreiden van relevante informatie uit internationale netwerken arts-
patiënt communicatie (AMEE, EACH en AACH).
Samenstelling/contactpersoon/werkwijzeKerngroep: Idealiter minimaal één vertegenwoordiger uit elke Nederlandsemedische faculteit, bij voorkeur met een ‘achterwacht’. Idealiter omvat
dit duo minstens een arts.
Samenstelling:
UMC Leiden S. van Dijk en A.Y. de VoogdUMC st Radboud Nijmegen E. van Weel-Baumgarten en E. BazelmansUMC Erasmus Rotterdam B. BonkeUMC Utrecht F.J.M. Grosfeld en F. Jongen-HermusUMC Groningen F. van Es en H. StugerUniversiteit Maastricht J. van Dalen en V. van den EertweghVUmc Amsterdam J.J.S. van de KreekeAMC Amsterdam M. Fabriek
Werkwijze
De kerngroep vergadert 4 maal per jaar.
De kerngroep visiteert 2 per jaar een van de deelnemende faculteiten. Degroep die gevisiteerd wordt stelt vooraf vragen aan de bezoekers, presen-
10
teert het eigen programma en krijgt commentaar van de bezoekers.
De kerngroep organiseert 2x/j een symposium (eenmaal per jaar bij het
NVMO congres) waarin belangstellenden zaken voorleggen waaraan zij be-
kendheid willen geven en/of waarop zij commentaar willen krijgen.
Activiteiten afgelopen verenigingsjaar (september tot september)
De communicatie vaardigheden programma’s van de Faculty of Health, Me-
dicine & Life Sciences van de UM en het UMC St Radboud zijn gevisiteerd
Bij het NVMO congres 2010 is een symposium georganiseerd waarbij 15 kor-
te presentaties met discussie gehouden zijn. Deze bijeenkomst is bezocht
door ongeveer 50 deelnemers, naast de kerngroepleden.
Een soortgelijke bijeenkomst, open voor alle NVMO-leden heeft buiten het
NVMO congres in maart 2011 plaatsgevonden. Hier werden 14 presentaties
gehouden en waren ongeveer 40 deelnemers aanwezig. Deze bijeenkomst
heeft geresulteerd in het formeren van vier werkgroepen, die ieder één
van de volgende thema’s uitwerken en volgens een vastgesteld schema
terugrapporteren:
wat verstaan we onder communicatie vaardigheden en wat niet
hoe ‘onderwijzen’ we communicatie vaardigheden;
effectiviteitsvraagstukken (effect op de patiënt; aansluiting basis- ver-
volgopleiding; transfer van training naar werkpraktijk);
hoe meten we communicatie vaardigheden.
De werkgroepen worden voorgezeten door één van de kerngroepleden.
De kerngroep heeft landelijk onderzoek gedaan naar het gepercipieerde
effect van training slecht nieuw gesprek in alle Nederlandse medische fa-
culteiten. Dit onderzoek resulteert in een artikel dat –conform afspraak-
september 2011 wordt voorgelegd aan Medical Teacher.
6.2 Diversiteit
Doelstelling
De werkgroep diversiteit heeft als doelstelling tot een uitwisseling te ko-
men van gedachten, ideeën en ervaringen op het gebied van multiculturali-
teit en diversiteit in de geneeskunde(opleiding). Hiervoor komen individuen
die als docent of anderszins betrokken zijn bij verschillende geneeskundige
opleidingen in Nederland bijeen. De bedoeling van deze bijeenkomsten is
11
het uitwisselen van ervaringen en het bespreken van eventuele oplossingen
voor knelpunten. Dit opdat binnen geneeskunde(opleidingen) optimaal aan-
dacht wordt besteed aan de toenemende culturele heterogeniteit in onze
samenleving.
�ĐƟǀ ŝƚĞŝƚĞŶ
De NVMO-werkgroep Diversiteit driemaal bijeen geweest, nl. op 13 oktober
2010, 27 januari en 25 mei 2011 in het UMCU.
In de bijeenkomsten van 2010-2011 zijn de volgende onderwerpen aan de
orde gekomen:
Een presentatie van Minne Bakker over haar inventarisatieonderzoek naar
de aandacht voor cultuur en gender binnen het gezondheidsgerelateerde
onderwijs en onderzoek. Dit heeft zij uitgevoerd in opdracht van de Henny
Verhagen Stichting. Haar conclusie is onder andere dat er in de opleidingen
meer aandacht is voor diversiteit naar cultuur en etniciteit dan voor gen-
der/sekse.
Een bijdrage van Maaike Kok waarin zij de les ‘Interculturele misverstan-
den’ toelichtte. Deze les is onderdeel van de cursus conflicthantering aan
5e jaars in het UMCU. We hebben met elkaar gekeken naar de sterke en
minder sterke kanten van de lesopzet, en mogelijke verbeterpunten. De
algemene conclusie was dat het een leuke, informatieve les is, waarvan het
wel belangrijk is dat docenten zelf ‘cultureel competent’ zijn.
Een bijdrage van Karen Hosper, projectleider bij Pharos. Pharos is een ken-
nis- en adviescentrum voor migranten, vluchtelingen en gezondheid. Karen
heeft verteld over de visie van Pharos op goede zorg voor allochtone pati-
ënten en de projecten die Pharos uitvoert. Zij heeft inzicht gegeven in de
leerbehoeften van zorgverleners op de werkvloer en de trainingen/
onderwijs die Pharos uitvoert.
Terugkerende onderwerpen zijn verder o.a.: het uitwisselen van onderwijs-
ervaringen en –materiaal op het gebied van diversiteit; bespreken van de
ervaringen met de instroom van Saoedische studenten geneeskunde in
Maastricht en Groningen; bespreken van actuele problemen/vragen rondom
diversiteit in het onderwijs.
12
�ƌƟŬĞů�D ĞĚŝĐĂů�dĞĂĐŚĞƌ
Het afgelopen jaar heeft de werkgroep een artikel geschreven en ingediend
voor Medical Teacher, getiteld: Teaching communication with ethnic mino-
rity patients: Ten recommendations. Het artikel is gebaseerd op een inven-
tarisatie onder de werkgroepleden naar hun aanbevelingen over communi-
catieonderwijs in consultvoering met allochtone patiënten. Naast de tien
aanbevelingen die uit de inventarisatie naar voren zijn gekomen, hebben
we ook inzicht gekregen in de samenstelling van onze werkgroep.
Workshop NVMO-congres
Tijdens het NVMO-congres 2010 hebben we een workshop georganiseerd
over het gebruik van (telefonische) tolken in de zorg. Wilma el Berrah, tolk
en trainer van De Heraut was daarbij onze deskundige. Doel van de work-
shop was om tot een uitwisseling te komen over hoe je studenten kunt le-
ren werken met professionele tolken in de praktijk. Het was een leuke, en
goed bezette workshop. Wat we jammer vonden is dat onder de deelne-
mers de studenten in de meerderheid waren (tov docenten).
Bijdrage Academische Werkplaats Migranten en Gezondheidszorg.
Op uitnodiging hebben we vanuit de werkgroep een presentatie gegeven op
een bijeenkomst van de Academische Werkplaats “Migranten en Gezond-
heidszorg”. Dit is een samenwerkingsverband tussen wetenschappelijk on-
derzoeksinstituten, zorg- en hulpverleningspraktijken en Pharos. We heb-
ben verteld over de visie van de werkgroep op culturele competenties in de
zorg, en de manier waarop deze onderwerpen in het onderwijs kunnen wor-
den geïntegreerd. Hierbij hebben we ons gebaseerd op de inventarisatie
onder onze leden ivm het artikel voor Medical Teacher.
Aanmelden en informatie
Deelname staat open voor collega’s die een bijdrage kunnen leveren aan
het bereiken van de doelstellingen van de werkgroep vanuit hun betrokken-
heid bij de opleiding geneeskunde in Nederland of Vlaanderen.
Informatie: Maaike Kok / Conny Seeleman, voorzitters werkgroep Diversi-
teit
Contact: [email protected]; Telefoon: 088-7551975
[email protected]; Telefoon: 020-5664672.
13
6.3 Docentprofessionalisering
Doel
De werkgroep stelt zich ten doel expertise en ervaring te bundelen, zodat
de (verdere) onderwijskundige professionalisering van docenten in het me-
disch opleidingscontinuüm in onderlinge samenhang geoptimaliseerd wordt.
Hiertoe wil de werkgroep zich graag ontwikkelen tot een expertisegroep,
die adviseert en tevens een rol speelt in onderzoek op dit gebied. Daarbij
investeert de werkgroep in de belangen van docenten door het ontwikkelen
van een visie op een carrière voor professionele docenten, en door aan-
dacht te genereren voor de waardering van docenten in medisch onderwijs
via een reëel carrièreperspectief.
Samenstelling van de werkgroep
In het verslagjaar was de werkgroep als volgt samengesteld
Drs. A.B.G.(Akkelien) Bergsma, Afd. Opleiding & Studentenzaken AMC,Amsterdam
Prof.Dr.P. (Peter) van Beukelen, Onderwijsbestuur / Leerstoel Kwali-teitsbevordering Diergeneeskundig Onderwijs, Faculteit Diergeneeskun-de, Utrecht
Drs. J.M.E. (Lisette) van Bruggen, Expertisecentrum voor Onderwijs en
Opleiding dOO, UMC Utrecht
Prof.Dr.A. (Anselme) Derese, Faculteit Geneeskunde en Gezondheids-
wetenschappen, Universiteit Gent
Drs.R. (Rik) Engbers, afdeling Evaluatie en Kwaliteit van Onderwijs
(EKO), Instituut voor Wetenschappelijk Onderwijs en Opleidingen
(IWOO), UMC St Radboud, Nijmegen
Th.E. (Tom) Fick, chirurg (n.p.), Expertisecentrum voor Onderwijs enOpleiding dOO, UMC Utrecht
Dr.W. (Willem) de Grave, Capaciteitsgroep O&O, Faculteit Geneeskun-de, Universiteit Maastricht
Drs. J.C.G. (Anita) Jacobs, Onderwijsinstituut, VU-mc, Amsterdam
Dr.D.D.(Desirée) Mansvelder-Longayroux, Directoraat Onderwijs en Op-
leidingen, LUMC
14
Prof.Dr.W.M. (Ineke) Molenaar (voorzitter), Centrum Docentprofessio-nalisering, Onderwijsinstituut FMW, UMC Groningen
Dr.A. (Anneke) Zanting, Erasmus MC Desiderius School, Rotterdam
Mutaties in samenstelling in het verslagjaar:
Anselme Derese van de Universiteit Gent trad toe tot de werkgroep
als vertegenwoordiger vanuit Vlaanderen.
Lisette van Bruggen, trad toe als toekomstige opvolger van Tom Fick.
Marjoke Vervoorn van ACTA trad uit; helaas is vervanging vanuit AC
TA niet realiseerbaar gebleken.
Ineke Molenaar trad af als voorzitter van de werkgroep, maar blijft l
id;
Anneke Zanting en Akkelien Bergsma volgen haar samen op:
[email protected]; [email protected].
Bijeenkomsten
De werkgroep kwam bijeen op 14 oktober 2010, 14 februari en 16 mei
2011.
Op 14 februari was de voorzitter van de NVMO-werkgroep Kwaliteitszorg,
drs. Anita van Meeuwen, te gast om de mogelijkheden te exploreren om
Kwaliteitszorg en Docentprofessionalisering te koppelen; dit mede naar
aanleiding van een door OCG-DMW georganiseerde bijeenkomst over dit
onderwerp op 3 juni 2010 waaraan vertegenwoordigers van beide werk-
groepen deelnamen. Het idee werd geboren een gezamenlijke bijeenkomst
van beide werkgroepen te organiseren en samen een (of 2) workshop(s) te
organiseren tijdens het NVMO-congres van 2011. Helaas kan dit door ver-
schillende omstandigheden niet geëffectueerd worden. Het plan blijft wel
bestaan.
De bijeenkomst van 16 mei werd voor een groot deel gewijd aan een dis-
cussie over de toekomst van de werkgroep (zie jaarplan) en de wisseling
van het voorzitterschap.
Activiteiten van de werkgroep
· Ronde tafel sessie NVMO-congres 2010 met als onderwerp Formatieve
en summatieve beoordeling van docenten: wat vinden ze er zelf van?
Er waren 25 deelnemers, waarvan ongeveer de helft actief als docent.
Voor verslag: www.nvmo.nl: werkgroep docentprofessionalisering.
15
Verder werd een nieuwe poster over de werkgroep gemaakt, evenals
indexkaartjes met de beschreven docentcompetenties
· Inventarisatie stand van zaken BKO/SKO in UMCs: hiertoe werd met
ondersteuning van drs. Tobias Boerboom (UU diergeneeskunde) een
digitale enquête ontwikkeld en ingevuld door de werkgroepleden. He-
laas zullen de gegevens door vele organisatorische veranderingen bin-
nen de UMCs intensief geactualiseerd moeten worden. Het plan is hier-
na de gegevens te verwerken tot een (Engelstalige?) publicatie.
· Enkele werkgroepleden hebben op 3 juni deelgenomen aan een deel
van de vergadering van OCG-DMW met als thema ‘Individuele beoorde-
ling van docenten’
· De voorzitter van de werkgroep heeft zitting genomen in de klankbord-
groep van de projectgroep opleidersprofessionalisering van de CCMS en
2 bijeenkomsten bijgewoond.
Publicaties
In het jaar 2010/2011 is de stand van zaken rond onderwijskwalificaties in
het medisch onderwijs geïnventariseerd. Hierover zal een artikel worden
geschreven.
Molenaar, W.M., Zanting, A., van Beukelen, P., de Grave, W., J.A.Baane,
J.A., J.A.Bustraan, J.A., R.Engbers, R.,Fick, Th.E., Jacobs, J.C.G., Ver-
voorn, J.M.
Een raamplan voor docentcompetenties binnen het medisch opleidingscon-
tinuϋm
Tijdschrift Medisch Onderwijs 28 (5): 201 -211, 2009.
(een vertaling van: Medical Teacher, 31: 390 -396, 2009).
6.4 E-learning
Doel
De werkgroep E-learning richt zich op het educatief gebruik van informatie-
en communicatietechnologie (ICT) in het medisch onderwijs, dit in de
meest brede zin van het woord. De werkgroep bestaat sinds 1992 en heeft
als doel de uitwisseling van kennis, ervaringen en e-learning producten.
Tevens is de werkgroep beschikbaar als adviesorgaan voor NVMO-leden.
16
De leden van de werkgroep komen regelmatig bij elkaar voor het discussi-
ëren over nieuwe ontwikkelingen en het gezamenlijk bekijken van nieuwe
toepassingen. Vanuit de werkgroep worden initiatieven genomen voor geza-
menlijke projecten, publicaties en presentaties op het gebied van medi-
sche toepassingen van e-learning.
Kernleden 2010-2011
s ŽŽƌnjŝƩ Ğƌ͗�D ǁ ͘ �ĚƌƐ͘ �D ͘ �͘ t ͘ ��ĂŶŬďĂĂƌ�(Erasmus MC)
Secretaris: Mw. drs. C. Steenbeeke (Universiteit Twente)
Penningmeester: Mw. drs. N.R. Bos (AMC)
De werkgroep bestaat uit 47 leden (mei 2011), waaronder vertegenwoordi-
gers van alle Nederlandse UMC's, de Universiteit van Gent en de opleiding
Technische Geneeskunde (Universiteit Twente). Alle leden van de werk-
groep zijn NVMO-lid.
�ĐƟǀ ŝƚĞŝƚĞŶ�ϮϬϭϬͬ ϮϬϭϭ
Bijeenkomsten
De werkgroep komt 5 keer per jaar bij elkaar op één van de aangesloten
instituten. 's Morgens wordt er kort vergaderd en worden ervaringen uitge-
wisseld (o.a. elkaar informeren over projecten in ontwikkeling, om dubbe-
ling te voorkomen). 's Middags vinden er presentaties plaats over relevante
onderwerpen of wordt een werkbezoek afgelegd. De volgende onderwerpen
zijn in het afgelopen jaar aan bod gekomen:
Augmented Reality en Serious Gaming (21-09-2010)
ECTM en Digitale ondersteuning van het communicatie- en re-
flectieonderwijs (23-11- 2010)
Resultaten E-VIP project; Patiëntsimulaties(17-01-2011
Auteursomgevingen en ontwikkeling e-learning modules (15-03-
2011)
Elektronisch Patiënten Dossier en training (18-05-2011)
Congresbijdragen 2010
17
De werkgroepleden zijn actief in het presenteren van nieuwe toepassingen,
ervaringen en onderzoeksresultaten op congressen in binnen- en buiten-
land. Van september 2010 tot september 2011 gebeurde dat op de volgen-
de congressen (onder bijdrage wordt presentatie, demo, workshop etc.
verstaan):
AMEE congres september 2010 – drie bijdrages
NVMO congres november 2010 – vier bijdrages
DSSH congres mart 2011 – drie bijdrages
IAMSE congres juni 2011 – twee bijdrages
AMEE congres augustus 2011 – vijf bijdrages
Overige congressen – 20 bijdrages
De leden van de werkgroep hebben in de periode van september 2010 tot
ƐĞƉƚĞŵďĞƌ�ϮϬϭϭ�ǀ ŝĞƌ�ĂƌƟŬĞůĞŶ�ŐĞƉƵďůŝĐĞĞƌĚ͘ �
MedischOnderwijs.nl symposium
Op 17 juni 2010 is in Leiden voor de tweede keer het symposium over e-
learning in het medisch onderwijs georganiseerd. In totaal hebben 250
mensen het congres bezocht:
119 Universitair Medisch Centrum
40 Bedrijfsleven
36 Ziekenhuizen
28 Hogescholen
5 Overheid
22 Overigen
Het symposium bestond uit vier plenaire sessies: E-learning ontwikkeling,
Simulaties, E-portfolio, Games en Quizzes. Iedere sessie bestond uit enkele
presentaties waarna een sessie werd afgesloten met demonstraties van ap-
plicaties over het desbetreffende onderwerp.
Het portal medischonderwijs.nl
Via het portal www.MedischOnderwijs.nl worden sinds 2004 e-learning toe-
passingen beschikbaar gesteld ten behoeve van het medisch onderwijs. Alle
18
Nederlandse opleidingen geneeskunde, Technische Geneeskunde en de ge-
neeskundeopleiding van de Universiteit Gent participeren in dit portal. Het
gebruik ervan wordt geregistreerd. Het gebruik kan sterk verschillen van
het aanbod. In 2010 zijn de meeste sessie genoteerd bij resp. het LUMC,
het AMC, het Erasmus MC en het VUMC. Het afgelopen jaar is de werkgroep
ook bezig geweest met de verdere borging van het technisch- en inhoudelijk
beheer van de portal, in overleg met het NVMO bestuur en de OCGDMW
(Commissie Opleidingsdirecteuren Geneeskunde).
6.5 Kwaliteitszorg
Doel
Platform voor uitwisseling van kennis en ervaring op het gebied van kwali-teitszorg voor Opleidingen Medische- en Gezondheidswetenschappen inNederland en Vlaanderen.
SamenstellingMedewerkers kwaliteitszorg van:
UMC Utrecht, Albert Schweitzer ziekenhuis, Erasmus MC, UMC Groningen,AMC, UMC Maastricht, Diergeneeskunde Utrecht, VUMC, UMC Nijmegen,Universiteit Twente.
Contactpersoon
Anita van Meeuwen, [email protected]
Werkwijze
Deelnemers aan de werkgroep komen 4x per jaar bijeen. In November ophet congres, in Januari op locatie en in April en September in Utrecht. Opelke bijeenkomst staat een thema centraal dat wordt voorbereid door interneen/of externe sprekers. Een van de bijeenkomsten in Utrecht staat open vooralle NVMO-leden.
Activiteiten
September 2010 Thema bijeenkomst “Docentevaluaties”
November 2010 NVMO Congres: Preconference, posterpresentaties,werkgroepvergadering.
Januari 2011 Thema bijeenkomst op locatie: Maastricht “Accreditatieen de faculteiten”
19
April 2011 Thema bijeenkomst: “Kwaliteitscultuur”.
Uitwisseling expertise, gezamenlijke congresvoorbereiding, discussies opLinked-In, voorbereiding samenwerking werkgroep Docentprofessionalise-ring.
6.6 Medische vervolgopleidingen
Doel
De NVMO werkgroep Medische Vervolg Opleidingen wil een bijdrage leveren
aan de kwaliteit van alle medisch specialistische opleidingen: inhoudelijk,
onderwijskundig en organisatorisch. Daarbij ambieert de werkgroep niet
om pasklare antwoorden te geven op de vele vragen die bij de ontwikkeling
van de opleidingen een rol spelen. Wel wil zij thema’s aan de orde stellen
waarover betrokkenen met elkaar in gesprek gaan om ideeën op te doen en
te worden uitgedaagd tot kritische reflectie. De werkgroep wil met een
toekomstgerichte blik het opleiden naar vorm en inhoud kritisch onder de
loep te nemen. We leiden immers op voor 2020.
I.t.t. andere NVMO-werkgroepen heeft deze werkgroep een breed, inte-
graal profiel, en beperkt zich dus niet tot een thema of aspect.
Samenstelling
Op dit moment zijn de volgende personen actief in de werkgroep:
Drs. J.A. (Coby) Baane (onderwijskundige, AMC)
Dr. G.A. (Geke) Blok (onderwijskundige, Reinier de Graaf Groep)
Drs. G.J.M. (Liesbeth) Dirksen-de Tombe (onderwijskundige, Erasmus MC)
Drs. B.J.A. (Beatrijs) de Leede (onderwijskundige, LUMC)
Dr. S.J. (Scheltus) van Luijk (onderwijskundige, VUMC)
Drs. Abe Meininger (onderwijskundige< UMCG)
Dr. H. (Hanneke) Mulder (onderwijskundige; voorzitter/contactpersoon,
UMC Utrecht)
Prof. dr. F. (Fedde) Scheele, opleider, SLAZ)
Dr. H.E. (Henk) Sluiter (internist/opleidingscoördinator Teaching Hospital
Deventer Ziekenhuis).
20
Werkwijze
De werkgroep komt ongeveer 5 x per jaar bijeen om thema’s die relevant
zijn voor de medische vervolgopleidingen te bespreken, mede vanuit aan-
dacht voor mogelijke toekomstscenario’s voor de professie van de medisch
specialist. Deze discussies leiden in sommige gevallen tot het vormgeven
bijeenkomsten voor andere geïnteresseerden, met als doel de medische
vervolgopleidingen op een zowel inhoudelijk als qua vormgeving/
werkvormen originele manier op de agenda te zetten. De werkgroep ambi-
eert ook te publiceren over de thema’s die zij bespreekt. De bijeenkom-
sten van de werkgroep hebben dus enerzijds een inhoudelijk, verkennend
en onderzoekend karakter (bespreking van thema’s) en anderzijds een
meer praktisch karakter (vertalen van deze thema’s in bijeenkomsten en
publicaties). Het afgelopen jaar is gebleken dat de vertaling van de the-
ma’s in bijeenkomsten voor anderen en publicaties slechts in beperkte ma-
te mogelijk is door tijdgebrek van de leden van de werkgroep. Het enthou-
siasme tijdens de bijeenkomsten is groot en ideeën borrelen dan op, maar
tussen de bijeenkomsten door is er te weinig capaciteit om veel van die
ideeën ook werkelijk uit te voeren.
Activiteiten afgelopen verenigingsjaar
De werkgroep is sinds september 2010 4x bijeen geweest (in 2010: 30/9,
25/11; in 2011: 24/2, 21/4). Voor 2011 staan nog 3 bijeenkomsten gepland.
Bij één bijkomst was een gast aanwezig (Thijs Jansen, bestuurslid en mede-
oprichter van de Stichting Beroepseer), één bijeenkomst is door de werk-
groep besteed aan een werkbezoek bij de opleiding Industrial Design in
Eindhoven (Diana Vinke), en op 9 juni zal een vertegenwoordiger van de
Academie voor Medisch Specialisten bij de werkgroep te gast zijn (Pieter
Wijnsma).
Congresbijdragen
September 2010: AMEE-congres in in Glasgow: preconference workshop:
“Implementing innovations in postgraduate medical education: how to start
tomorrow?”
November 2010: NVMO-congres in Egmond aan zee: (1) preconference
workshop: ‘Leren implementeren: over regelgeving en creativiteit van de
professional’. (2) Workshop: ‘Het competentiedomein ORGANISEREN in de
vervolgopleiding’
21
September 2011: AMEE-congres in in Glasgow (abstracts): (1) preconferen-
ce workshop: “Implementing innovations in postgraduate medical educati-
on: how to start tomorrow?” (geaccepteerd). (2) workshop: Enjoyable and
Professional: the tension between passion, professionalism and rules in res-
ident training.
November 2011: NVMO-congres (abstracts): (1) Plezier hebben en houden
in opleiden: de spanning tussen passie en regelgeving in de gemoderniseer-
de medische vervolgopleiding. (2) Het competentiedomein MAATSCHAPPE-
LIJK HANDELEN in de vervolgopleidingen. (3) Het competentiedomein SA-
MENWERKEN in de vervolgopleidingen.
6.7 Portfolio
Inleiding
In september 2010 nam Ann Deketelaere het voorzitterschap van de werk-
groep over van Hanke Dekkers. Dit gebeurde via een formele vergadering in
Leuven in september 2010.
Doel
Doel van de werkgroep is het uitwisselen van ervaringen, inzichten en mate-
rialen, het opbouwen van een gemeenschappelijk begrippenkader rondom
portfolio en het afstemmen van onderzoeksactiviteiten rond portfolio. De
werkgroep is bedoeld voor personen die ook daadwerkelijk praktisch bezig
zijn met het ontwikkelen van portfolio’s binnen medisch onderwijs. Met me-
disch onderwijs wordt naast de basisopleiding nadrukkelijk ook de vervolgop-
leidingen bedoeld. Verder kunnen ook studenten deel uitmaken van de werk-
groep.
Samenstelling/contactpersoon/werkwijze
Contactpersoon: Ann Deketelaere, [email protected]
In oktober werd het ledenbestand geactualiseerd. De 90 namen die in het
ledenbestand opgenomen waren, ontvingen een email met de vraag in wel-
ke mate ze nog betrokken waren bij het portfolio gebeuren in hun faculteit
en of ze nog interesse hadden voor de werkgroep. Op basis hiervan werden
drie categorieën leden onderscheiden:
22
Actieve participatie: 26 personen (vertegenwoordigen Amsterdam,
Bilthoven, Eindhoven, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen,
Rotterdam, Utrecht (2x). in Nederland; Antwerpen en Leuven in
Vlaanderen en Aken in Duitsland.
Wensen op de hoogte gehouden te worden: 16 personen
Bevestigen dat ze mochten geschrapt worden: 8 personen
Onbekend email adres: 16 personen
Geen reactie: 26 personen
Activiteiten
- workshop “Beoordelen van het portfolio” op NVMO-congres (A De-
ketelaere, N. Michels, H Dekker, E Driessen, C van der Vleuten) (25
aanwezigen)
- Werkgroep bijeenkomst 21 januari : “presentatie van 2 elektroni-
sche portfolio systemen” (epass door Debby Jaarsma; Vrest door
Saksia Bergsma) (16 aanwezigen)
- Werkgroep bijeenkomst 18 mei met als thema: “motiveren en trai-
nen in portfolio gebruik van docenten en studenten” (6 aanwezigen)
6.8 Praktijk van het Medisch Onderwijs (PMO)
Doel
De NVMO-werkgroep Praktijk van het Medisch Onderwijs (PMO) stelt zich
primair ten doel om de uitwisseling van kennis en ervaring tussen mede-
werkers in het praktisch medisch onderwijs aan de verschillende medische
opleidingen te bevorderen. Afgeleid hiervan wordt beoogd om de discussie
over ontwikkelingen en plannen met betrekking tot het praktisch medisch
onderwijs aan de medische faculteiten te bevorderen en zo nodig adviezen
te formuleren. Deze werkgroep is géén expertisegroep; het gaat niet zo-
zeer om het samenbrengen en ontwikkelen van expertise, maar om het uit-
wisselen van expertise.
Werkwijze
Jaarlijks worden vijf bijeenkomsten georganiseerd, waarvan één tijdens
23
het NVMO-congres. De vier overige bijeenkomsten vinden plaats het Verga-
dercentrum AZU van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) van
14.00 – 17.00 uur. De bijeenkomsten worden aangekondigd in mailings aan
NVMO-leden, op de NVMO-website en indien mogelijk in het Tijdschrift voor
Medisch Onderwijs (TMO).Tijdens een bijeenkomst wordt een onderwerp
ingeleid door een of meerdere collega’s uit het medisch onderwijsveld. Zij
beschrijven een thema’s aan de hand van een vraagstelling. De locale aan-
pak, ervaringen of ontwikkeling van dit thema worden besproken.
Vervolgens volgt een uitwisseling van ervaringen en visies van andere deel-
nemers, bijvoorbeeld aan de hand van stellingen of vragen. Deelnemers
ontvangen na afloop een mailing met een link naar de NVMO-website. De
presentaties en ander relevant materiaal zoals achtergrondartikelen wor-
den daar opgeslagen. Dit materiaal is voor iedereen toegankelijk.
Een ieder die betrokken is bij ontwikkeling en uitvoering van het praktisch
medisch onderwijs kan onderwerpen voor bijeenkomsten aandragen.
Participatie
De bijeenkomsten zijn bedoeld voor alle NVMO-leden, in het bijzonder de
betrokkenen en geïnteresseerden in een bepaald onderwerp. Dit kunnen
artsen, opleiders, coördinatoren, psychologen, onderwijskundigen uit zowel
de academische en perifere ziekenhuizen zijn. Zij kunnen zich tot één
week vóór de bijeenkomst opgeven voor deelname. Daarna volgt bevesti-
ging per email met eventuele aanvullende vragen of instructies ten aanzien
van het onderwerp. Ook niet NVMO-leden worden toegelaten. Hen wordt
gewezen op het lidmaatschap van het NVMO.
Coördinatie
De coördinatie van de activiteiten van de werkgroep ligt in handen van Mo-
nica van de Ridder, Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz) en Maarten Verwij-
nen, Universiteit Maastricht (UM).
Activiteiten cursusjaar 2010-2011
Werkzaamheden:
Ná november 2006 is begonnen met het benaderen van álle NVMO-leden.
Deze werkwijze heeft tot dusver geleid tot een toename van de participa-
tie en een vergroting van diversiteit qua achtergrond van de participanten
en een verlevendiging van de uitwisseling van kennis, ervaringen en visies.
Evaluaties zijn positief; er wordt door de deelnemers uitgesproken om dit
24
concept vooralsnog te handhaven.
De volgende bijeenkomsten werden georganiseerd:
22 september 2010: Confrontatie met ziekte en dood, wat doe je
ermee in het onderwijs?
NVMO-congres 11 november 2010: Onderwijs in de fysische diagnos-
tiek, rituele handeling of Evidence Based Medicine?
19 januari 2010: Beoordeling in de coschappen kwam te vervallen.
22 maart 2011: De opleider als rolmodel.
18 mei 2011: Critically Appraisal of a Topic (CAT) een basis voor we-
tenschappelijke vorming in het medisch onderwijs.
Uit de evaluaties blijkt dat de PMO-bijeenkomsten goed worden gewaar-
deerd. Aandachtspunten zijn de werkvormen en opdrachten. Deelnemers
willen soms meer interactie dan datgene wat geboden werd. Daarnaast – en
dat hangt natuurlijk met de werkvormen en opdrachten samen- is er nog
meer behoefte aan het uitwisselen van ervaringen.
De bijeenkomsten worden veelal bezocht door mensen met een medische
studie-achtergrond, die veelal werkzaam zijn in de academische ziekenhui-
zen, en dan met name in de basisopleiding. Opvallend is dat er in de bij-
eenkomsten die geëvalueerd zijn, geen of weinig betrokkenen in perifere
opleidingsziekenhuizen werkzaam zijn en dat er weinig bezoekers bij de
vervolgopleidingen betrokken zijn.
Omdat de doelgroep bestaat uit drukbezette mensen, proberen we de aan-
kondigingen zo vroeg mogelijk te verspreiden. Voor het eerst is een jaar-
planning in TMO aangeboden. Deze is ook naar Medisch Contact gestuurd.
Eén van de bijeenkomsten is aangekondigd. Voor de studenteneditie Arts-in
-Spé wil heeft men interesse getoond, en men is bereid om een kort arit-
keltje aan PMO-onderwerpen te weiden, als dat interessant is voor de doel-
groep.
De bijeenkomst over ‘omgaan met leven en dood’ was onderwerp voor een
blog in de Volkskrant.
25
6.9 Onderzoek van Onderwijs
Doelstellingen
Uitwisselen van kennis en ervaringen over onderzoek van onderwijs. Deze
werkgroep is géén expertisegroep; het gaat niet zozeer om het samenbren-
gen en ontwikkelen van expertise, maar om het uitwisselen van expertise.
Bijeenkomsten
De werkgroep komt vier keer per jaar een middag (15-18u) bijeen bij de
Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Eénmaal per jaar
wordt er een bijeenkomst georganiseerd tijdens het NVMO-congres. Tijdens
de bijeenkomsten wordt actieve interactie met het onderwerp nage-
streefd. Meestal wordt het onderwerp met een presentatie ingeleid gevolgd
door uitdieping d.m.v. discussie, debat, workshop, oefening, opdracht,
e.d. Bijeenkomsten worden aangekondigd in mailings aan NVMO-leden, in
TMO en in de congresagenda van deze website. Gebruikte presentaties en
relevante documenten zijn te bekijken op deze website.
Participatie
De bijeenkomsten zijn bedoeld voor medewerkers en studenten die betrok-
ken (willen) zijn bij onderwijskundig onderzoek in de gezondheidszorg.
Onderwerpen
Een ieder die werkzaam is in het medisch onderwijs kan onderwerpen voor
bijeenkomsten aandragen. Stuur daarvoor een mail naar Debbie Jaarsma
([email protected]) of Albert Scherpbier
([email protected]). Uitgangspunt is de behoefte om
kennis en ervaringen te delen en uit te wisselen om zodoende van elkaar te
leren.
Onderwerpen waaraan wordt gedacht zijn: kwalitatief onderzoek, kwanti-
tatief onderzoek, onderzoeksmethoden vanuit andere vakgebieden zoals
(sociale) psychologie/ culturele antropologie, onderzoeksvragen exploreren
waar nog weinig onderzoek naar gedaan is, waarde van 'me-to' onderzoek,
toegepast/fundamenteel onderzoek, aanvragen van onderzoekssubsidies.
Coördinatie en informatie
De coördinatie van de activiteiten van de werkgroep is in handen van Dr.
Debbie Jaarsma (Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht) en Prof.
26
dr. Albert Scherpbier (Faculty of Health, Medicine and Life Sciences, Maas-
tricht University).
Activiteiten 2011
In het afgelopen jaar (start van de werkgroep was 1 jan. 2011) zijn er 2
bijeenkomsten geweest, te weten op 4 februari en 31 maart. Er staat nog 1
bijeenkomst gepland op 15 september.
Thema van bijeenkomst van 4 februari was: ‘Van theorie naar (onderzoeks)
praktijk en weer terug’; zie hieronder de aankondiging:
De NVMO werkgroep Onderzoek van Onderwijs (OvO) organiseert op 4 fe-
bruari 2011 13.45 – 17.00 uur een bijeenkomst over onderwijskundig onder-
zoek met als thema ‘toepassing van theorie in onderzoek’. Dit onderwerp
wordt ingeleid door Dr. Pim Teunissen, AIOS Gynaecologie & Obstetrie
VUMC en onderzoeker department Educational Development and Research,
FHML, Maastricht University.
Achtergrond en context: Theorievorming en uitbreiding en valideren van
bestaande theorieën staat hoog op de agenda van tijdschriften in het do-
mein van onderzoek naar onderwijs. Menig ‘editorial’ in deze tijdschriften
doet een oproep aan auteurs om hier aandacht aan te besteden. (Theory in
medical education research: how do we get there? Rees CE, Monrouxe LV.
Med Educ. 2010 Apr;44(4):334-9). Het is voor onderzoekers echter niet een-
voudig om uit een veelheid van domeinen en theoretische perspectieven
datgene te kiezen wat past bij hun onderzoeksprobleem of data (On the
transfer of theory to the practice of research and education. Teunissen PW.
Med Educ. 2010 Jun;44(6):534-5).
Doel en werkwijze: Exploreren waar moeilijkheden en kansen liggen in het
gebruiken van en komen tot theorieën. We gaan in op de eigen persoonlijke
epistemologie en die van de werkomgeving. We exploreren ervaringen en
‘best practices’ van de deelnemers in het gebruiken van theorieën uit ver-
schillende domeinen. Hands-on tips en tricks worden geformuleerd.
De aanmeldingen voor deze workshop gingen zo snel dat we mensen heb-
ben moeten teleurstellen en hebben moeten doorverwijzen naar de volgen-
de bijeenkomst. Binnen 2 dagen na uitsturen van de uitnodiging hadden we
27
al ca. 60 aanmeldingen. Uiteindelijk hebben 45 deelnemers de bijeenkomst
kunnen bijwonen.
Thema van bijeenkomst van 31 maart was: ‘‘kwalitatieve onderzoeksmet-
hodologie: achtergrond, toepassing en interpretatie’. zie hieronder de
aankondiging:
De NVMO werkgroep Onderzoek van Onderwijs (OvO) organiseert op 31
maart 2011 14.45 – 18.00
uur een bijeenkomst over onderwijskundig onderzoek met als thema
‘kwalitatieve
onderzoeksmethodologie: achtergrond, toepassing en interpretatie’. Dit
onderwerp wordt ingeleid door
Prof. dr. Tim Dornan, Maastricht University and University of Manchester.
Dr. Anne de la Croix (Erasmus MC) en drs. Esther Helmich (UMC St. Rad-
boud) faciliteren mede de workshop.
Achtergrond en context: De afgelopen jaren is kwalitatief onderzoek in het
domein van de medische onderwijskunde een steeds belangrijkere metho-
dologie geworden. Steeds meer artikelen die deze methodologie gebruiken
worden gepubliceerd in medisch onderwijskundige tijdschriften. Daardoor
zijn wij van mening dat het van belang is de achtergronden van kwalitatief
onderzoek te begrijpen en ervaring op te doen met verschillende methoden
van dit soort onderzoek.
Doel en werkwijze: Exploreren waar moeilijkheden en kansen liggen in het
gebruiken van kwalitatieve meetmethoden. Kwalitatief onderzoek wordt
vergeleken met kwantitatief onderzoek. We exploreren en bediscussiëren
verschillende kwalitatieve methodologiën en databronnen. En we gaan
praktisch aan de slag met coderen. Hands-on tips en tricks worden gefor-
muleerd.
Doordat we voorbereid waren door de vorige bijeenkomst en de snelheid
van aanmelden hebben we dit keer het aantal aanmeldingen sneller gelimi-
teerd. Uiteindelijk hebben 35 deelnemers de bijeenkomst kunnen bijwo-
nen.
28
6.10 Professioneel gedrag
Doel
Informatie uitwisseling
Deskundigheidsbevordering ondermeer door refereren van recente evi-
dence in literatuur en bespreken van leerzame casuïstiek dan wel be-
spreken van eigen ervaringen mbt onderwijs en toetsing van professio-
neel gedrag en professionaliteit
Ontwikkelen en bespreken van concepten op gebied van onderwijs en
toetsing van professioneel gedrag en professionaliteit
Bespreken casuïstiek
Samenstelling
Op dit moment nemen de volgende personen deel aan de werkgroep:
S van Luijk (voorzitter), VUmc
B. Bonke (vicevoorzitter), Erasmus MC
W. Brands, THK - UMCN
M. Fabriek, UvA
E. Feenstra, THK - UMCG
R. Gorter, THK- ACTA Amsterdam
P. van Gurp, UMCN
M. Heijne-Penninga, Groningen
E.J. van der Jagt, Huisartsgeneeskunde
P. van Katwijk, UT-Twente
Anne Kloek (studentlid), LOCA
S. van Kuppeveld, UMCN
M. Mak, VUmc
N. Mastenbroek, Diergeneeskunde Utrecht
W van Mook, MUMC Maastricht
T Ong, THK - ACTA Amsterdam
J. Prins, UMCN
K. Reuchlin, UMC Utrecht
L van der Scheer, VUmc
M. Traudes, Leiden
E. van Weel, UMCN
29
T. Wingelaar, VUmc (studentlid)
M. Wolters, UMC Utrecht
M. van Zwieten, AMC Amsterdam
Werkwijze
Regelmatige bijeenkomsten met sprekers. Afgelopen jaar zijn er twee re-
guliere bijeenkomsten geweest. De opkomst was 8-10 personen per keer.
Bij de laatste vergadering is de wens geuit tenminste 3x jaarlijks bijeen te
komen om ruimte te creëren om (PG) casuïstiek te bespreken als vast on-
derdeel van de agenda.
Gerealiseerde activiteiten afgelopen verenigingsjaar
09- 2010 NFU rapport Iudicium Abeundi gereed
06-10-10 bijeenkomst wg: thema Iudicium Abeundi
reflectie onderwijs in de basisopleiding geneeskunde
09-11-11 wg sluit aan bij PG symposium bijeenkomst Utrecht
14-04-11 bijeenkomst wg: bespreking/ discussie proefschrift Van Mook
Congresbijdragen
12-11-10 NVMO congres bijdrage: symposium over Iudicium Abeundi
Niet gerealiseerd
Werkconferentie
Verdieping problematiek disfunctionerende AIOS (doorgeschoven
naar komend jaar)
Knelpunten
Het blijkt lastig om werkgroepleden te vinden onder clinici / oplei-
ders en onder AIOS. Daarmee is de basis onder deze werkgroep voor
de vervolgopleiding te smal.
Er zijn onvoldoende mogelijkheden bij de leden van de werkgroep
voor meer tijdrovende activiteiten zoals eventuele organisatie/ uit-
voering werkconferentie of uitwerken van inhoudelijke thema’s lei-
dend tot een soort richtlijn. Iedereen is van goede wil en wil bijdra-
gen maar dat is vaak niet genoeg om meer te doen dan het organise-
30
ren / bijwonen en voorbereiden van werkgroepbijeenkomsten. Dat
stelt grenzen aan de ambities die je als werkgroep kunt waarmaken.
6.10 Simulatie- en gestandaardiseerde patiënten
DoelDe werkgroep Simulatie- en Gestandaardiseerde Patiënten richt zich op:
professionele groei en ontwikkeling op het gebied van simulatie- engestandaardiseerde patiënten (SPs)
het vaststellen van richtlijnen standaarden/ op gebied van SP-activiteitenvooruitgang in SP-scholing en SP-onderzoek
Samenstelling/contactpersoon/werkwijze
Alle deelnemers zijn NVMO-leden, die betrokken zijn bij de coördinatie,
werving, selectie en/of training, en onderzoek van simulatie- of gestan-
daardiseerde patiënten van Nederlandstalige Medische Opleidingen.
Aantal leden op mailinglijst is 26 (constant in verg met 2010), waarvan er
17 uitnodigingen voor de bijeenkomsten ontvangen. Voorzitter is Jan-Joost
Rethans (FHML Maastricht).
De werkgroep komt minimaal 3x per jaar bij elkaar (Feb, Juni, November).
Tijdens deze bijeenkomsten is een agenda met daarop minimaal een
‘thema-bespreking’ waarin enkele deelnemers een thema presenteren
waarna er al of niet een project volgt.
Daarbuiten zijn er ‘een-tweetjes’ via onderlinge bezoeken en is er onder-
ling emailcontact a.d.v. projecten.
Leids Universitair Medisch Centrum heeft geen afvaardiging.
Leuven ontbreekt nog.
Activiteiten afgelopen verenigingsjaar (september tot september)De volgende projecten lopen:
(jaarlijkse) Inventarisatie van SP-gerelateerde activiteiten (vooral SP-
inzet) per instituut (Judith Westen, Erasmus Rotterdam)
Overzicht samenstellen van overeenkomsten/verschillen van trainings-
methodieken van SPs (Jessica Jeltes-VU)
Het tot stand brengen van een uitwisseling van alle bestaande SP-rollen
via een bestand dat via de NVMO-website toegankelijk is, alleen voor leden
31
van de werkgroep (Anne Elgersma-UMG Groningen, Jan-Joost Rethans,
FHML Maastricht
Artikel schrijven in NVMO-reeks binnen Med Teacher. Artikel zal gaan over
werkvormen van/met SPs in bestaande curricula (Judith Westen, Erasmus
Rotterdam)
Er is een lijst van onderwerpen opgesteld waarmee de komende bijeenkom-
sten gevuld worden.
Voorgenomen activiteiten volgend verenigingsjaar
Doorgaan met huidige werkwijze (zie lopende projecten)
Pre-NVMO Conference workshop over SP-werkvormen (J.Jeltes, J.
Wijngaarden, J. Westen)
Ronde tafel NVMO Waarborging kwaliteit simulatiepatiënten (coord.
Wieke Sleeswijk, AMC).
Publicaties en congresbijdragen
Congresbijdrage 2010: ronde tafel met drie werkvormen met SPs (J.Jeltes,
J. Wijngaarden, J. Westen).
6.11 Skills- en simulatietechnieken
Inleiding
De werkgroep Skills en Simulatietechnieken van de NVMO richt zich op het
bevorderen van de ontwikkeling en toepassing van Simulatie en Serious Ga-
ming ten behoeve van patiëntveiligheid, onderwijs, training, arbeidskwali-
teit, wetenschappelijk onderzoek en kwaliteitsmanagement in de gezond-
heidszorg. Het Bestuur van deze werkgroep vormt een personele unie met
het Bestuur van de Dutch Society for Simulation in Healthcare (DSSH).
Binnen de DSSH zijn medewerkers verenigd van alle medische faculteiten,
maar ook van de drie technische faculteiten in Nederland en België. De
vereniging DSSH richt zich op een ieder die zich bezighoudt met Simulatie
en ‘Serious Gaming’ in de gezondheidszorg. De DSSH kent eigen statuten,
een 2 daags jaarcongres en heeft momenteel189 leden (147 betalende
DSSH leden, 46 betalende DSSH/NVMO combinatieleden en 38 DSSH/NVMO/
SSH (Society for Simulation in Healthcare USA) leden.) Hiernaast bezoeken
ongeveer 80 niet-DSSH leden het jaarlijkse DSSH congres.
32
Samenwerking DSSH en NVMO
De DSSH en NVMO zijn als verenigingen complementair. Aantrekkelijk aan
de NVMO voor de DSSH is het brede karakter, het jaarlijkse congres en de
reflectie van de Verenigingsactiviteiten / borging binnen de werkgroep
Skills- en Simulatietechnieken. Voor de leden van de NVMO die geïnteres-
seerd zijn in skills- en simulatietechnieken is het interessant kennis te ma-
ken met om de ontwikkelingen op dat gebied door de ‘best of’ sessie van
de DSSH op het NVMO congres; waarin een compilatie van de presentaties
van het DSSH congres aan bod komt. Verder bestaat een gecombineerd lid-
maatschapsvoordeel.
Insteek van beide verenigingen is nu juist om niet-concurrerend te zijn,
maar elkaars leden te faciliteren en vooral om overlap en versnippering op
het specifieke terrein van Simulatie en Serious Gaming te voorkomen.
De DSSH kent een tweetal verenigingsbladen, te weten ‘Simulation in
Healthcare’; PubMed geïndexeerd wat DSSH/SSH combileden gratis krijgen.
Vanaf 2012 kunnen DSSH leden zich ook tegen gereduceerd tarief abonne-
ren op ‘Simulation and Gaming’: An interdisciplinary Journal’ (SAGE Jour-
nals).
Op het punt van accreditatie/standaardisering hebben beide verenigingen
activiteiten. Vanuit de DSSH wordt gewerkt aan de richtlijnen voor laparo-
scopische chirurgie en acute verloskunde. Twee aandachtsgebieden waar
de DSSH zich meer specifiek op richt zijn de medische vervolgopleidingen
en patiëntveiligheid in zowel onderzoek, ontwikkeling als toepassing van
innovaties / met behulp van Simulatie en Serious Gaming. Een belangrijke
doelstelling is dat (para-) medici, medisch onderwijskundigen en ingenieurs
elkaars taal leren begrijpen op het kruisvlak van simulatie en serious ga-
ming t.b.v. de gezondheidszorg en medisch onderwijs.
Doel
De Werkgroep kent, gezien de personele unie, feitelijk geen ander doel dan
de vereniging Dutch Society for Simulation in Healthcare. De DSSH is opge-
richt in juni 2007; en heeft als doel:
Het bevorderen van de ontwikkeling en toepassing van Simulatie en 'Serious
Gaming' ten behoeve van patiëntveiligheid, onderwijs, training, weten-
schappelijk onderzoek en kwaliteitsmanagement in de gezondheidszorg.
De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
33
Het faciliteren, uitwisselen en verbeteren van simulatietechnologie en -
kennis in Nederland en met de geaffilieerde buitenlandse verenigin-
gen (netwerkfunctie); hieronder valt dus onder meer de NVMO.
Het ontwikkelen en promoten van standaarden voor simulatieonderwijs, -
training en onderzoek via de diverse Commissies en Congressen;
Het vormen van een netwerk ter stimulering van samenwerking voor, tus-
sen en door alle disciplines die zich bezighouden met de toepassing en/of
ontwikkeling van Simulatie en Serious Gaming in de gezondheidzorg.
Een belangrijke doelstelling, naast de hierboven geformuleerde, is dat
(para-) medici, medisch onderwijskundigen en ingenieurs elkaars taal leren
begrijpen op het kruisvlak van simulatie en serious gaming t.b.v. de ge-
zondheidszorg en medisch onderwijs.
Daarnaast is de DSSH de officiële wetenschappelijke partner van de stich-
ting ‘Games for Health Europe’, die van 25-25 oktober het eerste Europese
Congres op het gebied van Serious Gaming for Health organiseert te Am-
sterdam.
Tevens participeert de DSSH in het Global Simulation Network waarin onder
meer SESAM, SSH en alle wereldwijd bekende verenigingen die zich bezig-
houden met Skills en Simulatietechnieken, en Serious Gaming in de gezond-
heidszorg vertegenwoordigd zijn.
Samenstelling/contactpersoon/werkwijze*
Dr. M.P. (Marlies) Schijven, Chirurg, Academisch Medisch Cen-trum Amsterdam (voorzitter)dr. R. (Ralf) Krage, Anesthesioloog, Vrije Universiteit Medisch Centrum Am-sterdamn (vice- voorzitter)Drs. H.W.R. (Henk) Schreuder, Gynaecoloog-oncoloog, Universitair MedischCentrum Utrecht (peningmeester)Dr. ir. F.L.M. (Frank) Delbressine, Researcher fac. Industrieel Ontwerpen,Technische Universiteit Eindhoven (secretaris)Dr. M. (Mario) Maas, Radioloog, Universitair Medisch Centrum AmsterdamProf. dr. S.G. (Guid) Oei, Gyneacoloog – perinatoloog, Máxima Medical Cen-ter VeldhovenJ.M. (Joya) Smit Msc., Opleidingscoördinator Initiële Beroepsopleiding An-esthesiemedewerker en Operatieassistent, Universitair Medisch CentrumGroningen.
34
SecretariaatDutch Society for Simulation in Healthcare DSSH:
Mw. Carla de Jong
George Orwelllaan 18
5629 MN Eindhoven
[email protected] (+31 (40)291 2025 (tel)
Commissies
De DSSH kent diverse commissies, te weten:
Commissie Accreditatie en Standaardisatie: Ontwikkelen van discipline
overstijgende standaardisatie en accreditatie van training en toetsing op
het gebied van medische simulatie. Bevorderen van samenwerking tussen
de beroepsverenigingen met betrekking tot regelgeving. Inhoud geven aan
het programma van het jaarlijkse DSSH congres.
Voorzitter van deze commissie: Dr. A. J. M. (Ad) Hendrikx; email:
ad.hendrikx[at]cze.nl
Commissie Serious Gaming: Borgen en afstemmen van initiatieven en acti-
viteiten aangaande Serious Gaming in de gezondheidszorg. Bevorderen van
de samenwerking tussen technici, ICT-ers, de Gaming community, onder-
wijskundigen en (para-) medici in de gezondheidszorg. Inhoud geven aan
het wetenschappelijk programma van het jaarlijkse DSSH congres.
Voorzitter van deze commissie: Dr. A.S. (Alma) Schaafstal; email: as[at]
taskforceinnovatie.nl
Commissie Onderwijs: Borgen van de kwaliteit van het medisch onderwijs
van de vereniging en bevorderen van de samenwerking tussen simulatiespe-
cialisten en onderwijskundigen. Inhoud geven aan het programma van het
jaarlijkse DSSH congres.
Voorzitter van deze commissie: Prof. dr. J.P. (Jean-Pierre) Pierie; email:
j.pieri [at]znb.nl
Commissie Wetenschap: Borgen van het wetenschappelijk karakter van de
vereniging en bevorderen van de samenwerking tussen technici, onderwijs-
kundigen en medewerkers gezondheidszorg. Inhoud geven aan het weten-
schappelijk programma van het jaarlijkse DSSH congres.
Voorzitter van deze commissie: Prof. dr. J. (Jenny) Dankelman; email:
j.dankelman[at]tudelft.nl
35
Activiteiten
Het DSSH Congres werd van 17-03-2011 t/m 18-03-2011 i.s.m. VNU Zorg
&ICT en Zorg Totaal in de Jaarbeurs te Utrecht gehouden. Eén en ander
(programma, voor DSSH leden ook de congrespresentaties) is terug te vin-
den via: http://www.dssh.nl/nl/dssh-congres
6.12 Wetenschappelijke vorming
Doel
De NVMO werkgroep Wetenschappelijke Vorming (WV) stelt zich tot doel de
uitwisseling te bevorderen van kennis en ervaring op het gebied van onder-
wijs, gericht op de wetenschappelijke vorming in het medische opleidings-
continuüm.
Samenstelling werkgroep
Alle acht Nederlandse medische faculteiten/UMC’s en de Universiteit van
Antwerpen (B) participeren in de werkgroep, elk met twee leden die nauw
betrokken zijn bij het onderwijs en toonaangevende posities binnen hun
UMC innemen. De deelname van de werkgroepleden wordt gesteund door
de decanen van hun faculteit.
De leden in verslagjaar 2010-2011 waren:
AMC-UvA: Dr. Nynke van Dijk ([email protected]) en dr. Joke Korevaar
Erasmus MC: Drs. Emely Spierenburg ([email protected] ) en
Prof. dr. Maarten Frens ([email protected])
LUMC: Prof. dr. Friedo Dekker ([email protected]) en vacature
MUMC: Dr. Ton de Goeij ([email protected]) en dr. Marjan
van den Akker ([email protected] )
UMCG: Dr. Michiel Hooiveld ([email protected]) en dr. Ally van
Hell ([email protected] )
UMC N: Drs. Jan Bulte ([email protected]) en prof. dr. Rob Holdrinet
36
UMC Utrecht: Dr. Tineke Westerveld ([email protected]) en
dr. Marijke van Dijk ([email protected])
Universiteit van Antwerpen: Prof. dr. Benedicte de Winter
([email protected]) en Prof. dr. Joost Weyler
VUmc: Dr. Inge van Wijk ([email protected]) en Prof. dr. Eddy Houwaart
De coördinatie van de werkgroep is in handen van Dr. Ton de Goeij (MUMC)
als voorzitter, Dr. Michiel Hooiveld (UMCG) als secretaris tot 1 januari
2011, en Dr. Tineke Westerveld (UMCU) als secretaris na 1 januari 2011.
In het verslagjaar hebben de werkgroep, onder dankzegging voor hun waar-
devolle bijdragen, verlaten: dr. Joke Korevaar (AMC-UvA) in oktober 2010,
dr. Michiel Hooiveld (UMCG) in januari 2011, en prof dr. Rob Holdrinet
(UMCN) in mei 2011.
Onze Belgische collega’s van de Universiteit van Antwerpen zijn lid sinds
november 2010. Zij zijn inmiddels bezig met het werven van nieuwe leden
van de andere Vlaamse Universiteiten.
Werving nieuwe leden
De werkgroep WV streeft ernaar de vertegenwoordiging vanuit de Vlaamse
medische faculteiten uit te breiden, met behulp van onze leden van de
Universiteit van Antwerpen. Tevens overweegt de werkgroep enkele (1-2)
studentleden op te nemen.
Werkwijze werkgroep
De werkgroep wil haar doel bereiken door:
het organiseren van bijeenkomsten
het stimuleren van uitwisseling van kennis, ervaring en ideeën op het ge-
bied van wetenschappelijke vorming
aanspreekpunt te zijn voor instanties (faculteiten, ministeries, etc.) of
personen (decanen, opleidingscoördinatoren, docenten, beleidsmedewer-
kers, etc.), die ontwikkelingen rond wetenschappelijke vorming binnen het
medische opleidingscontinuüm en de additionele trajecten willen leren
kennen, aanvullen of toetsen
37
gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen over wetenschappelijke vor-
ming binnen zowel het reguliere curriculum en de additionele trajecten,
zoals Honours programma’s , junior masterclasses, MD/PhD-trajecten, als-
mede programma’s van onderzoeksmasters
zich bezig te houden met de ontwikkeling van toetsvormen voor beoorde-
ling en evaluatie van wetenschappelijke vorming en vaardigheden.
onderzoek uit te voeren naar de effecten van onderwijs in wetenschappe-
lijke vorming en hierover te publiceren.
Activiteiten
In periode september 2010 – september 2011 is de werkgroep vijf keer bij-
een geweest, op 5 oktober 2010, 12 november 2010 (NVMO congres), 15
februari 2011, 19 april 2011, en 7 juni 2011.
De werkgroep was tijdens het NVMO Congres 2010 betrokken bij een drie-
luik rond het thema Wetenschap in de kliniek. Er zijn drie activiteiten
georganiseerd:
1. De workshop Critical Appraisal of a Topic (op 11 november) was ge-
richt op het schrijven van een patiëntpresentatie, het formuleren van klini-
sche vragen, het systematisch zoeken van literatuur, kritisch lezen, en een
antwoord vinden op klinische vragen. De workshop werd georganiseerd en
gegeven door Dr. Carin de Brouwer en Dr. Christel van Gool van de vak-
groep Epidemiologie van het MUMC-FHML (Maastricht), en werd afgestemd
met de inhoud van de activiteiten van de werkgroep WV tijdens het NVMO
congres.
2. Het symposium Wetenschap in de kliniek I: ervaringen in de coschap-
pen werd georganiseerd door de werkgroep WV (op 12 november). Doel was
het inventariseren van bestaande concepten en praktijken rond weten-
schappelijke vorming tijdens de coschappen. Moderatoren waren Dr. Ton
de Goeij en Dr. Michiel Hooiveld.
3. De rondetafelsessie Wetenschap in de kliniek II: best practices voor
wetenschappelijke vorming in de coschappen?. Met deze sessie wilde de
werkgroep op interactieve manier duidelijk krijgen hoe opleiders en stu-
denten een optimale wetenschappelijke vorming van masterstudenten in
de kliniek kunnen bereiken en hoe dit vertaald kan worden naar competen-
tie-ontwikkeling, zoals beschreven in het Raamplan Artsopleiding 2009.
Moderatoren waren Dr. Nynke van Dijk en Dr. Tineke Westerveld.
38
Publicatie in Medical Teacher
De leden van de werkgroep hebben meegewerkt aan een studie naar effect
en status van wetenschappelijke vorming binnen de Nederlandse medische
faculteiten met steun van het NVMO bestuur. De studie is gedaan op basis
van data die door de leden van de werkgroep zijn verzameld en aangele-
verd. De resultaten zijn in 2010 gepubliceerd: Van Eyk H.J., Hooiveld M.H.,
van Leeuwen T.N., van der Wurff B.L., de Craen A.J., Dekker F.W. (2010).
Scientific output of Dutch medical students. Medical Teacher 32, 231-235.
7 PROMOVENDINETWERK
Promovendidag 29 april 2011
Het promovendinetwerk binnen de NVMO wil alle mensen betrokken bij
promotieonderzoek in het onderwijskundig domein van de gezondheidszorg
in de breedste zin van het woord samenbrengen. In dit kader wordt er elk
jaar een promovendidag georganiseerd. Het moment bij uitstek voor pro-
movendi om ervaringen, ideeën en onderzoeksproblemen uit te wisselen.
Aanvullend hierop biedt deze dag de gelegenheid voor promotoren en an-
dere belangstellenden om op de hoogte gebracht te worden van het recent-
ste promotie onderzoek in Nederland en Vlaanderen. Ook dit jaar kwamen
een 60-tal enthousiastelingen op vrijdag 29 april 2011 samen in de gebou-
wen van de Diergeneeskunde in Utrecht.
Als opener van de dag gaf Jennifer Spenader een energieke en inspirerende
plenaire presentatie over academische effectiviteit. Deze spreekster,
afkomstig uit de afdeling kunstmatige intelligentie aan de Rijksuniversiteit
Groningen, had het over academische succesdeterminanten, tips voor net-
werking en schrijven. Ze legde tevens de vinger op de wond omtrent publi-
ceerhindernissen en onderzoeksproductiviteit. Voor veel aanwezigen wer-
den er herkenbare situaties beschreven. U vindt de presentatie samen met
enkele sfeerbeelden van de promovendidag op www.nvmo.nl/
promovendinetwerk/bijeenkomsten.
Hierna volgden verschillende parallelle sessies voor en door promovendi.
Een groot deel van de sessies werd ingevuld met het voorstellen van eigen
onderzoek. Deze sessies werden gegroepeerd volgens volgende thema’s:
39
docentprofessionalisering, werkplekleren, studenten en vervolgopleiding
eerstelijnsgeneeskunde en curriculuminnovaties. Aan elke presentatie was
vooraf een referent toegewezen die de discussie opende, daarna volgde de
gelegenheid voor overige toehoorders om zich in de discussie te mengen.
Onderwerpen die hierbij aan bod kwamen waren onder meer: onderwijs en
patiëntveiligheid, toetsing op de klinische werkplek al , motivatie bij medi-
sche studenten tijdens de studie en voor de specialisatie ouderengenees-
kunde, invoering van competentiegericht onderwijs in de coschappen en
culturele invloeden op curriculum innovaties.
In navolging van de plenaire presentatie “ethisch toetsen” op de vorige
editie van de promovendidag en de workshop “ethische toetsing van onder-
wijs onderzoek” op het NVMO congres 2010, werd dit jaar een kleinschali-
gere sessie gehouden met meer ruimte voor discussie en uitwisseling. Sinds
juni 2010 is het mogelijk om medisch onderwijskundig onderzoek ethisch te
laten toetsen door de NVMO-ERB (Ethical Review Board). Jonneke Dankerlui
-Eikelboom gaf een overzicht over het ontstaan en hoeveel het reeds werd
gebruikt. Vervolgens konden de deelnemers de procedure toepassen op hun
eigen onderzoek om te eindigen met een discussie wanneer wel of niet
ethisch getoetst moet worden. De scheidslijn tussen het gebruiken van
gegevens die beschikbaar zijn gekomen door onderwijsevaluaties (waarvoor
niet getoetst hoeft te worden) en het verzamelen van gegevens ten behoe-
ve van het onderzoek blijkt niet zo absoluut te zijn. De NVMO-ERB bena-
drukte echter dat de ERB er niet is om zaken te verbieden of mensen met
extra werk op te zadelen. Onderzoekers worden via deze weg gevraagd om
aandacht te hebben voor de ethische kant van hun onderzoek en schade
aan deelnemers te voorkomen.
Als vast onderdeel van de promovendidag stond ook dit jaar een promotie
simulatie op het programma. Hierbij presenteren laatstejaars promovendi
een artikel uit hun (aanstaande) proefschrift om het nadien te verdedigen.
Door omstandigheden vond echter enkel de proefpromotie van Marjan Go-
vaerts doorgaan. De voorzitter Dirk Ruiter en twee opponenten (Michiel
Westerman en Nadine van der Lee) hadden zich uitstekend voorbereid. Na
de gebruikelijk complimenten werden kritische vragen gesteld. We laten u
graag nog even mee proeven:
40
(MW)Graag zou ik met u over het hoofdstuk willen discussiëren waarin u
uw studie presenteert betreffende ‘workplace based assessment’ en het
effect van ‘rater expertise’.
Zijn de opleiders bekwaam in het beoordelen van een consult door wie dan
ook gevoerd? Of zijn ze enkel bekwaam of expert in het beoordelen van
een consult door een huisarts in opleiding, waarin andere leerdoelen voor-
op staan en andere beoordelingsmaatstaven worden gehanteerd dan bij 6e
jaarstudenten?
(NvdL) Hoewel u in deze studie geen verschil heeft kunnen vinden in kwan-
titatieve waarde van de beoordeling tussen de ervaren en de onervaren
beoordelaar, kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat er wel sprake is
van een verschil in kwaliteit in de beoordeling. Hieruit zou ik concluderen
dat mijn coassistent beter af is bij de medisch specialist dan bij de arts
assistent als het gaat om het ontvangen van een goed gefundeerde beoor-
deling. Eerlijkheidshalve vertellen de studenten op mijn eigen afdeling dat
zij liever een beoordeling door de arts assistent laten invullen dan door de
meer ervaren medisch specialist, omdat zij van de arts assistenten een
hoger cijfer en minder kritische feedback krijgen. Graag zou ik uw visie
hierop horen.
Ook dit jaar was er de mogelijkheid tot het opponeren vanuit de zaal. Een
aantal mensen grepen de kans om met de promovenda van gedachten te
wisselen. Deze leerrijke plechtigheid werd officieel afgesloten met het
uitreiken van een getuigschrift.
Parallel aan de promotie simulatie werd tevens een intervisiebijeenkomst
georganiseerd. De deelnemende promovendi hadden voorafgaand een
vraagstelling ingestuurd om de intervisie efficiënt te laten verlopen. Dit
jaar waren de vragen vooral van methodologische aard. Er werd gesproken
over de interpretatie van schalen in kwantitatief onderzoek en de toepas-
sing van ‘code-recode reliability’ in kwalitatief onderzoek. In de discussie
werden de vragen en mogelijke oplossingen/antwoorden uitgediept zodat
het voor de deelnemers een heel vruchtbare bijeenkomst werd.
Als afsluiting van de promovendidag werd in navolging op de afgelopen edi-
tie een plenaire sessie ‘Tips and Tricks voor promovendi’ georganiseerd
waarbij dit jaar netwerking centraal stond. Deze sessie zal een vervolg
41
kennen op het NVMO congres 2011 in de ronde tafel sessie: ‘Kansen en val-
kuilen in een promotietraject’.
We kijken terug op een succesvolle editie vol interessante discussies en
stimulerende uitwisselingen tussen enthousiaste promovendi, promotoren
en andere belangstellenden. Noteer alvast in de agenda de volgende pro-
movendidag: vrijdag 20 april 2012.
42
8 ASSOCIATION FOR MEDICAL EDUCATION IN EUROPE (AMEE)
Van 29 tot 31 Augustus 2011 vond in Wenen de jaarlijkse conferentie van
de AMEE plaats. Het congres was georganiseerd in samenwerking met een
lokaal organiserend comité (voorzitter: Richard Märch, University of Vien-
na). Dit keer weer een record van 2900 deelnemers. Het was wederom per-
fect georganiseerd in een geweldige locatie (Messe Wien) in een geweldige
stad met perfect openbaar vervoer.
Er waren geen specifieke nieuwe activiteiten voor dit jaar. Duidelijk is te
merken dat de kwaliteit van de papers langzaam verbetert. De research
papers zijn nu een hecht onderdeel geworden het congres dat door velen
gewaardeerd wordt. Het onderdeel ‘secrets of succes’ (good practice dis-
plays) werden wederom niet erg gewaardeerd en zal uit het programma
gehaald gaan worden. Dit jaar geen career awards. The Miriam Friedman
Ben-David New Educator Award was awarded to Dr Alena Chong, United
Kingdom.
Vermeldenswaard uit de Executive Committee vergaderingen:
1. Er zijn 2 nieuwe leden benoemd in de Executive Committee. Professor
Deborah Murdoch Eaton, Leeds, UK en Professor Peter Dieter, Dresden,
Germany.
2. BEME: een bijeenkomst is gehouden met 5 potentiële onderzoeksgroepen
die een lokale BEME activiteit zouden kunnen ontwikkelen. De werkwijze
en de haalbaarheid hiervan zal de komende maanden onderzocht worden.
3. De ‘Excellence Recognition’ is van start gegaan met ASPIRE (zie bijlage).
Hiermee kunnen medische opleidingen op (voorlopig) een drietal gebieden
(assessment, student engagement, social responsibility and accountability)
een erkenning krijgen als ze voldoen aan de hoogste normen van excellen-
tie. Een drietal werkgroepen zijn gevormd die elk voor een gebied criteria
aan het uitwerken zijn. Begin volgend jaar zullen pilots worden gehouden
om te kijken welke procedure hanteerbaar is zonder al te veel kosten met
zich mee te brengen.
4. De outsource van een deel van de congresorganisatie is dit jaar gereali-
seerd en zal worden gecontinueerd. Kwetsbaarheid van de organisatie en
succession planning is een punt van aandacht.
5. De AMEE guides gaan onveranderd goed. Veel titels zullen verschijnen on
43
de ‘Theory Guides’. De Guides worden uitgebreid met een serie over me-
thodologie van onderzoek.
6. Tijdens AMEE was er een eerste overleg tussen directeuren van Master
programma’s. Dit zal worden gecontinueerd in een formeel overleg. AMEE
zal een directory aanleggen van graduate training programma’s in de we-
reld.
7. AMEE blijft worstelen met de vraag over een mogelijke rol in internatio-
nale accreditatie. ECFMG heeft gesteld dat de VS na 2023 alleen nog maar
graduates toelaat met een internationaal erkende accreditatie vergelijk-
baar aan LCME in de VS.WFME is bezig met een beleid om accreditatieorga-
nen te accrediteren (in samenspraak met ECFMG). Afgesproken is dat we
nationaal en internationaal ons licht eens zullen opdoen (ier is binnenkort
een gesprek hierover met Karl Dittrich).
AMEE als ontmoetingsplek was wederom uitstekend geslaagd. De hoeveel-
heid officiële en officieuze bijeenkomsten van groepen en instituties was
wederom groot. Volgende bijeenkomst zal zijn in Lyon (25-29 augustus
2012), daarna waarschijnlijk weer terug naar Praag en daarna mogelijk Is-
tanbul.
9 SAMENWERKING MET MEDICAL TEACHER
NVMO-artikelen, verschenen in Medical Teacher in 2010 en 2011:
NVMO-werkgroep Wetenschappelijke vorming
- Eyk H.J. van, Hooiveld, Michiel H.W, Leeuwen, Thed.N. van, Wurff,
Bert L.J. van der, Craen, Anton J.M. de, Dekker, Friedo J. Scientific
output of Dutch medical students, Medical Teacher 2010;32(3):231-235
- [solicited commentary] Roberts, Trudie E.Catch them early…….. Medi-
cal Teacher 2010;32(3):193-194
NVMO-werkgroep Professioneel gedrag
- Luijk, Scheltus J. van, Gorter, Ronald C., Mook, Walther N.K.A. van.
Promoting professional behaviour in undergraduate medical, dental and
veterinary curricula in the Netherlands: Evaluation of a joint effort.
Medical Teacher 2010;32(9):733-739
44
- [solicited commentary] Cruess, Richard L., Cruess, Sylvia R. Profession-
alism is a generic term: Practicing what we preach. Medical Teacher
2010;32(9):713-714.
NUTTIGE ADRESSEN
Nadere informatie over de organisatie en activiteiten van de NVMO, de
samenstelling van het bestuur, NVMO Congres, het Tijdschrift voor Medisch
Onderwijs en de werkgroepen kunt u vinden op de website van de NVMO:
http://www.nvmo.nl.
Het secretariaat is te bereiken via e-mail [email protected].
45