Jaarverantwoording 2014 - CVD€¦ · 10 Maatschappelijke dienstverlening Het CVD kent...
Transcript of Jaarverantwoording 2014 - CVD€¦ · 10 Maatschappelijke dienstverlening Het CVD kent...
Stichting Centrum voor Vrijwillige en Professionele Maatschappelijke Dienstverlening
Jaarverantwoording
2014
‘Waar je ook gaat, daar ben je’ Kabat Zinn
Goedgekeurd door de Raad van Toezicht op ………………
2
AANBIEDINGSVERKLARING
Voor u ligt ons Jaarverantwoordingsdocument 2014.
Met dit document geven wij inzicht in de middelen die gedurende het verslagjaar door het
Centrum Voor Dienstverlening (CVD) zijn ingezet en laten wij zien welke resultaten er zijn bereikt.
Ook dient dit document om te voldoen aan de verantwoordingsverplichtingen die het CVD naar
de verschillende opdrachtgevers heeft.
Het jaardocument bestaat uit een inhoudelijk jaarverslag en de jaarrekening en wordt
aangeboden namens:
Raad van Toezicht
de heer A. van Nes
Voorzitter
handtekening …………………………….
datum …………….
Bestuur
mr Yvonne Frank
Algemeen directeur/bestuurder
handtekening ……………………………
datum ………………..
3
INHOUDSOPGAVE JAARVERSLAG CVD 2014
AANBIEDINGSVERKLARING 2
INHOUDSOPGAVE 3
VOORWOORD 4
1. PROFIEL VAN DE ORGANISATIE 5
1.1. ALGEMEEN 5
1.2. ORGANISATIESTRUCTUUR EN BESTUUR 6
1.3. KERNGEGEVENS 7
1.4. SAMENWERKINGSRELATIES 11
1.5. KANSEN, RISICO’S, ONZEKERHEDEN 11
2. TOEZICHT EN MEDEZEGGENSCHAP 13
2.1. RAAD VAN TOEZICHT 13
2.2. (UITWERKING) MEDEZEGGENSCHAP 14
3. BELEID, INSPANNINGEN EN PRESTATIES 19
3.1. MEERJARENBELEID 198
3.2. REALISATIE JAARPLAN 20134 20
3.2.1. CRISISINTERVENTIE 21
3.2.2. MAATSCHAPPELIJKE OPVANG 22
3.2.3. VRIJWILLIGERSWERK 41
3.2.4. MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING 42
4. BEDRIJFSVOERING 51
4.1. KWALITEITSBELEID 51
4.2. PERSONEELSBELEID 54
4.3. SAMENLEVING EN BELANGHEBBENDEN 56
4.4. FINANCIEEL BELEID 557
4
VOORWOORD
2014 Was opnieuw een enerverend jaar voor het CVD, waarbij een belangrijke plaats werd ingeno-
men door de voorbereidingen die werden getroffen voor de gevolgen van de decentralisatie van de
AWBZ. Met als centraal thema dat ‘zorgen voor’ door ons wordt omgebogen in ‘zorgen dat’. We
moeten daarvoor leren omdenken, waarbij we de gebaande paden verlaten om op een andere
manier naar ons werk én naar onze cliënten te kijken! Een ingrijpende verandering, waar we in 2014
kennis mee hebben gemaakt en die leidend zal zijn voor ons handelen in 2015.
We maakten in 2014 een vliegende start. Zo werd in januari het eerste exemplaar van het boekje
‘successen om trots op te zijn’ aan de toenmalige wethouder Werk, Inkomen, Zorg en Bestuur
overhandigd en vond een Ketenpartnerontbijt plaats waarin de highlights van het eind 2013
vastgestelde Strategisch Meerjarenplan CVD 2014-2018 werden toegelicht.
Al snel werden we ook in beslag genomen door de komende decentralisatie. Begin 2014 nam de
gemeente Rotterdam het initiatief om -vooruitlopend op de inkoop van Wmo zorg- de consequenties
van de transitie AWBZ Wmo voor cliënten, personeel en werkgelegenheid in goede banen te
leiden. Dat leidde tot een akkoord, dat de naam ‘Gouden Standaard’ kreeg.
Al snel nadat het akkoord was gesloten, vonden gemeenteraadsverkiezingen plaats. Die leidden in
Rotterdam niet alleen tot een nieuw gemeentebestuur, maar ook tot het schrappen van de
deelgemeenten als 4e bestuurslaag. Gevolg hiervan was onder meer dat het welzijnsbeleid, dat in
Rotterdam al decennia eerder was gedecentraliseerd naar de deelgemeentebesturen, opnieuw tot
de gemeentelijke verantwoordelijkheid ging behoren.
In het Collegeprogramma, dat in september 2014 werd gepresenteerd, werd aangekondigd ‘de
stofkam door de welzijnssubsidies te halen’, waarbij alleen nog subsidies die bijdragen aan de zorg
in de wijk, preventie en activering overeind blijven; juist de activiteiten zoals die door het CVD
worden uitgevoerd. Desondanks wordt ook met enige zorg naar de ambities van het nieuwe
gemeentebestuur gekeken, omdat het College daarin een forse bezuinigingsopgave heeft neerge-
legd waarvan een fors deel (€ 25 mln. p.jr.) moet worden opgebracht door het beleidsterrein maat-
schappelijke ondersteuning.
De inkoop van Wmo zorg door de gemeente Rotterdam, die in het voorjaar 2014 startte, leidde ertoe
dat het CVD werd uitgenodigd om mee te doen aan 3 aanbestedingen voor het uitvoeren van
tweede lijnszorg (overgangsrecht, integrale arrangementen intramuraal en extramuraal); een uitno-
diging die een succesvol resultaat kende, net zoals het geval was in alle gevallen waarin het CVD
meedeed met aanbestedingen in gemeenten in onze regio. En voor het leveren van eerste lijnszorg
zal het CVD in 2015 gaan deelnemen in de wijkteams in Noord en in Hillegersberg/Schiebroek.
De overige resultaten die in 2014 werden behaald, worden in dit jaarverslag uitvoerig belicht. Hier
worden genoemd de hercertificering die in het voorjaar met succes kon worden afgerond (leidend tot
een nieuw certificaat dat geldig is tot medio 2017), de oplevering van het doorstroompension op de
zolder van de Hille en de publicatie van het tweede boekje uit onze reeks dat als titel meekreeg
‘Woonvoorzieningen om trots op te zijn’ en dat een keur aan betrokkenen bij onze voorzieningen aan
het woord laat.
Tenslotte verliep 2014 ook financieel gezien voorspoedig voor het CVD. Het exploitatieresultaat
bedroeg afgerond € 1,5 mln. en lag daarmee boven het resultaat dat in de begroting werd verwacht.
Gevolg is dat we er vertrouwen in hebben dat we de (verwachte nadelige) financiële gevolgen van
de decentralisatie goed aan kunnen en het jaar 2015 kunnen gebruiken om ons daar zowel in de
aanpak door onze professionals als de omvang van de formatie naadloos op aan te passen.
Yvonne Frank, Algemeen directeur/bestuurder
5
1. PROFIEL VAN DE ORGANISATIE
1.1. ALGEMEEN
De Stichting Centrum voor Vrijwillige en Professionele Maatschappelijke Dienstverlening (CVD)
werd op 5 november 1971 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.
De doelstelling van de Stichting en de zeggenschapsverdeling tussen Raad van Bestuur en Raad
van Toezicht zijn statutair en aanvullend in reglementen, notarieel vastgelegd. Sinds medio 2009
werkt het CVD daarbij conform de Governancecode Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening
terwijl daarnaast de Zorgbrede Governancecode wordt gerespecteerd.
De missie van het CVD luidt als volgt:
“Het CVD biedt daadwerkelijk hulp en ondersteuning aan (groepen van) burgers, veelal met
sociaal economische en/of sociaal maatschappelijke problemen met als doel een zodanige
persoonlijke ontwikkeling te realiseren dat men zich in de samenleving kan handhaven,
ontplooien, actief kan deelnemen aan het maatschappelijk leven én verantwoordelijkheid voor
zichzelf en anderen kan dragen.
Het CVD werkt als maatschappelijk relevante ondernemer vraaggericht, slagvaardig,
professioneel en met respect voor een ieder en neemt verantwoordelijkheid voor het leveren van
een bijdrage aan de grootstedelijke problematiek in Rotterdam”.
Het werkgebied van het CVD omvat de regio Rotterdam. Voor enkele randgemeenten
(waaronder Schiedam, Vlaardingen, Maassluis en Lansingerland) biedt de stichting de
bereikbaarheidsfunctie buiten kantooruren.
Het CVD had in 2014 een toelating als instelling voor verblijf krachtens artikel 8 van de Algemene
Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
Adres Glashaven 42
Postcode 3011 XJ
Plaats Rotterdam
Telefoonnummer 010 243 81 00
Identificatienummer Kamer van Koophandel 41126848
Fiscaal nummer 002771391B01
Internetpagina www.cvd.nl
Contactadres [email protected]
6
1.2. ORGANISATIESTRUCTUUR EN BESTUUR
Het organigram van het CVD zag er in 2014 hetzelfde uit als in 2013:
Raad van Toezicht
Bestuurder /
Algemeen directeur
Crisisinterventie, Nachtopvang
&
Intramuraal Wonen
Vrijwilligerswerk
&
Maatschappelijke Dienstverlening
Extramuraal Wonen, Jongeren
&
Arbeidsparticipatie
Ondernemingsraad
Cliëntenraad
Organigram CVD
Staf & Ondersteuning
Directeur
Clustermanager
Clustermanager
Clustermanager
Het CVD kende in 2014 een éénhoofdig bestuur. De aansturing van de organisatie vond
gedurende het gehele jaar plaats door de bestuurder en één ander directielid, de directeur
Maatschappelijke Ondersteuning CVD (MOC). In het organigram is de portefeuilleverdeling
tussen de beide directieleden terug te vinden.
Samenstelling Directieteam
Naam Functie Periode
Y. Frank Algemeen Directeur en enig Bestuurder. 2014
A. Smits Directeur MOC 2014
De honorering van zowel de bestuurder als de directeur vond ook in 2014 (evenals die van alle
overige CVD medewerkers) plaats binnen de cao Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening.
De directeur MOC vervulde naast haar hoofdfunctie een nevenfunctie. Zij maakte deel uit van het
(onbezoldigde) bestuur van het Fonds Bijzondere Noden Rotterdam. Daarnaast werd directeur
MOC gedurende 2014 voor 3 dagdelen per week als (bezoldigd) directeur gedetacheerd naar het
samenwerkingsverband Zowel!.
De organisatie kent een strategie-, planning- en control cyclus. De activiteiten in dit kader vinden
plaats op basis van een jaarplanning. Hierin is tevens de overlegstructuur en -planning
opgenomen.
Het management van het CVD bestaat naast de directie uit clustermanagers en teamleiders. In
de cyclus zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden beschreven tot op het niveau van het
middelmanagement.
7
In 2014 werd gewerkt conform de Governancecode Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening
waarbij tevens de Zorgbrede Governancecode werd gerespecteerd. Voorts maakte het CVD voor
de besturing van de organisatie gebruik van het Raad van Toezichtmodel, waarbij deze raad het
hoogste bestuurlijke orgaan binnen de Stichting is. Dit is vastgelegd in de statuten. De Raad van
Toezicht wijkt daarbij op één punt af van de gehanteerde Governancecode. In die code staat dat
ambtenaren uit de gemeente(n) waar de stichting werkzaam is niet in de Raad van Toezicht
kunnen zitten. Gelet op de grootte van de stad Rotterdam resp. de omvang van het
ambtenarenkorps is deze bepaling wat preciezer ingevuld door daarin op te nemen dat
(deel)gemeentelijke ambtenaren wel in aanmerking kunnen komen voor een plaats in de Raad
van Toezicht. Dit kan echter niet als men verantwoordelijk is voor het werkterrein waarop de
stichting in de betreffende (deel)gemeente werkzaam is. Deze bepaling heeft aan belang
ingeboet nu in 2014 de deelgemeenten in Rotterdam als bestuurslaag werden afgeschaft
(waarmee tevens het deelgemeentelijk ambtenarenapparaat werd ontmanteld). Overigens waren
ook in 2014 geen (deel)gemeentelijke ambtenaren lid van de Raad van Toezicht.
1.3. KERNGEGEVENS
De kernactiviteiten van het CVD hebben betrekking op maatschappelijke opvang (MO) in al zijn
facetten, maatschappelijke dienstverlening en vrijwilligerswerk. De belangrijkste kengetallen 2014
geven het volgende beeld:
Bedrijfsopbrengsten
Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar in
absolute bedragen
Bedrag in euro’s
Subsidies gemeente Rotterdam 17.520.005
Subsidies deelgemeenten 1.185.259
AWBZ gelden 13.441.070
Overige inkomsten 2.132.328
Opbrengsten cliënten 968.315
Totaal opbrengsten 35.246.977 (34.411.264)*
* tussen haakjes: totaal opbrengst 2013
De bedrijfsopbrengsten waren in 2014 opgebouwd uit opbrengsten vanuit door gemeente en (tot
de verkiezingen in maart 2014) door deelgemeenten verstrekte subsidies, AWBZ middelen, eigen
bijdragen van cliënten en overige inkomsten. Onderstaande grafiek laat de verdeling van de
opbrengsten in percentages zien.
8
Begeleiding aan cliënten met een intramurale AWBZ indicatie
Het CVD begeleidde in 2014 zowel cliënten met een intramurale- als cliënten met een
extramurale AWBZ indicatie. Uit onderstaand overzicht blijkt dat de intramurale indicaties (en
daarmee de problematiek van de cliënten) in de afgelopen jaren steeds zwaarder zijn geworden.
VV = Verzorging en Verpleging; GGZ is Geestelijke GezondheidsZorg. De Zorgzwaartepakketten
1 en 2 betreffen lichte zorg, 3 is middelzwaar en vanaf 4 is sprake van zware zorg.
9
Begeleiding aan cliënten met een extramurale AWBZ indicatie
De extramurale begeleiding die het CVD levert, kent door de jaren heen een stabiel beeld.
Globaal genomen heeft het CVD in 2014 aan 15% van de cliënten basisbegeleiding geboden en
aan 85% gespecialiseerde begeleiding.
Arbeidsparticipatie
Eind juni 2014 werd het activeringscentrum Van Speyk gesloten. De activiteiten werden verspreid
over verschillende locaties, waaronder een aantal CVD voorzieningen. Deze overgang is -mede
dankzij een uitvoerig communicatieproces- voor de betrokken cliënten erg soepel verlopen zoals
blijkt uit onderstaand overzicht..
2014 2013
Aantal deelnemers 751 674
Aantal dagdelen activiteiten 5.724 5.522
Aantal activiteiten per dag 9 7
Aantal deelnemers 751 674
Nieuwe activeringstrajecten*) 95 85
*) gemeentelijk gefinancierd
10
Maatschappelijke dienstverlening
Het CVD kent verschillende vormen van maatschappelijk werk en voerde deze activiteiten in
2014 zowel stedelijk als lokaal (en tot medio maart 2014 voor een aantal deelgemeenten) uit.
Het stedelijk maatschappelijk werk (Bureaudienst) voerde in 2014*) in totaal 2.456 gesprekken
met cliënten, waarvan 412 kortdurend.
*)Omdat de wijze van registratie in 2014 werd aangepast, kan een goede vergelijking met 2013 niet worden
gemaakt.
2013 2014
Algemeen maatschappelijk werk NOORD
Algemeen maatschappelijk werk HIS*)
493 513
200**) 271
korte contacten met
cliënten
korte contacten met
cliënten
Schoolmaatschappelijk werk NOORD
Schoolmaatschappelijk werk NOORD + HIS
2.644
7.342
inzet uren
inzet uren
Specifiek maatschappelijk werk: FIOM en Inkomen & Schulden
418 483 unieke cliënten
*) HIS = Hillegersberg/Schiebroek **) gestart per 1-4-2013
Vrijwilligerswerk
Vrijwilligerswerk Rotterdam is een stedelijke voorziening waarin een aantal taken is
ondergebracht die voorheen werden uitgevoerd door vier verschillende organisaties én die de
opdracht heeft een aantal nieuwe activiteiten te ontwikkelen
11
1.4. SAMENWERKINGSRELATIES
Het CVD werkt met vele partners in de stad samen. Belangrijke samenwerkingsverbanden
betroffen in 2014:
de Contractgroep Maatschappelijke Opvang (een bestuurlijk overleg tussen instellingen
die werkzaam zijn in de maatschappelijke opvang en de gemeente Rotterdam). Dit
gremium hield in 2014 op te bestaan;
het Bestuurlijk Overleg Zorg Dichtbij; dit overleg werd in 2014 met het oog op de
decentralisatie van zorgtaken opgericht en bestaat uit diverse (uitvoerende) organisaties
die bij de decentralisatie zijn betrokken en de gemeente Rotterdam.
de samenwerking met de ParnassiaGroep ten aanzien van de crisisinterventie in het
Crisiscentrum, waarvoor in 2010 een convenant werd gesloten. Dat geldt ook voor
Antes als behandelaar voor CVD cliënten in woonvoorzieningen;
het strategisch partnership met Zowel! (een samenwerkingsverband van Laurens en de
SWK groep). Directeur MOC werd daarbij voor het jaar 2014 parttime naar Zowel!
gedetacheerd als directeur van het samenwerkingsverband;
de samenwerkingsovereenkomst met Humanitas voor wat betreft de verpleegafdeling
van de locatie CVD Havenzicht. Daarnaast heeft het CVD voor deze locatie een
belangrijke partner in de GGD (enerzijds omdat vanuit de GGD met een zekere
regelmaat aanmeldingen voor de verpleegafdeling komen, anderzijds omdat Havenzicht
nauw verbonden is met het Straatdokterproject);
diverse beheerscommissies, waarin samen met onder meer omwonenden, (wijk)politie,
corporaties en (deel)gemeente(n) inhoud wordt gegeven aan het beheer van de locaties
waar het CVD (woon)voorzieningen exploiteert; los van deze commissies kende het
CVD ook in 2013 samenwerkingsverbanden met alle (grote) corporaties in de stad;
de (soms intensieve) samenwerking met onder meer de Centra voor Jeugd en Gezin,
de Steunpunten Huiselijk Geweld en GGZ-instellingen zoals PsyQ en Jeugdzorg;
overige welzijnsinstellingen, thuiszorgorganisaties, deurwaarderskantoren, bewindvoer-
ders en Reclassering Nederland;
ook de Krediet Bank Rotterdam was in 2014 weer een belangrijke samenwerkings-
partner van het CVD.
Tenslotte was het CVD in 2014 lid van een aantal branche organisaties, te weten de
Federatie Opvang en de werkgeversorganisatie MO-groep. Ook werd het lidmaatschap
van de Academische Werkplaats Opvang x Oggz, speerpunt Sociale uitsluiting en
dakloosheid (SuD) voortgezet.
1.5. KANSEN, RISICO’S, ONZEKERHEDEN
Het jaar 2014 was het eerste uitvoeringsjaar van het Strategisch Meerjarenplan (SMJP) 2014-
2018. De ontwikkeling van dat SMJP vond plaats in een ongewisse periode. Zo was de uitkomst
van het voor het CVD relevante AWBZ transitieproces nog onbekend evenals de toekomst van
een aantal andere onderdelen van ons werk. Die onzekerheid heeft ons er echter niet van
weerhouden na te denken over de gewenste koers van het CVD in de komende jaren.
Integendeel. We hebben ervoor gekozen (op hoofdlijnen) onze ambities voor de komende jaren
te formuleren. Zodat we een leidraad voor ons handelen hebben in een organisatie die
voortdurend in ontwikkeling blijft door veelvuldig veranderende omstandigheden die zo
kenmerkend zijn voor dit tijdgewricht. Halverwege de planperiode zal een tussentijds evaluatie
plaatsvinden.
12
Ook in 2014 werd door het CVD gewerkt met een Risicomonitor. Deze was geschoeid op de leest
van het door het CVD gehanteerde kwaliteitssysteem (HKZ) en aangevuld met een aantal risico’s
op het gebied van de bedrijfsvoering. Eenmaal per kwartaal werd over de stand van zaken m.b.t.
de Risicomonitor gerapporteerd aan de (financiële commissie binnen de) Raad van Toezicht.
Daarnaast werd in 2014 in het kader van de HKZ op de diverse managementniveaus gewerkt
met een verbeterpuntenmonitor. De verbeterpunten van de directie werden kwartaalgewijs
gemonitord.
13
2. TOEZICHT EN MEDEZEGGENSCHAP
2.1. RAAD VAN TOEZICHT
Samenstelling Raad van Toezicht 2014 alsmede hoofd- en nevenfuncties:
Naam functie Hoofd- en Nevenfuncties
Dhr. drs. A.F.M. Commandeur
afgetreden oktober 2014
voorzitter
H: geen
N: Voorzitter v d stichting Wijkvervoer
Hillegersberg-Schiebroek; Voorzitter van de
Federatie Wijkbussen Rotterdam; Voorzitter
van het Rotterdams Strijdkoor Ondersteboven;
Bestuurslid van het WMO-Platform
Hillegersberg-Schiebroek
Dhr. drs. A. van Nes MSM
Laatste termijn; aftredend 14-07-2017;
Is A. Commandeur opgevolgd als voorzitter
Was vice
voorzitter
Werd
voorzitter
H: geen
N: arbeidsmarktmeester, adviseur bij NOWIT
BV en Ferrofix BV, voorzitter RvT CJG,
President Commissaris van de Werkplaats
Rotterdam Zuid B.V.
Mevr. ir. M. de Bruyn
Eerste termijn, herbenoembaar 19-03-2016
voorzitter Financiële Commissie
Lid
H: zelfstandig adviseur
N: lid RvT Tiwos, lid RvT TOS Centraal;
voorzitter RvC Wooninvest; lid Raad van
Advies St. Vitaal Pendrecht; bestuurslid van
de stichting Plezierrivier De Rotte
Mevr. S. Rojer
Aangetreden in maart 2014; Afgetreden
in juni 2014
Lid
H: zelfstandig adviseur
N: geen
Vacature 2x Lid
Dhr. drs. R.G. Beek MPA
Eerste termijn, herbenoembaar 14-06-2015
lid Financiële Commissie en sinds oktober
2014 vice voorzitter
Lid en
Vice
voorzitter
H: gemeentesecretaris Papendrecht
N: voorzitter AV RVKO, voorzitter bew. ver.
Het Schiereiland, div functies afd. R’dam
PvdA, bestuurslid parochie H. Bernadette, uitv.
penn. parochiefederatie RRM
Mevr. drs. M.J. Kempff MBA.
Laatste termijn; aftredend 16-12-2018
Lid
H: voorzitter NU’91
N: lid besturen St. IZZ, Kunststichting
IJsselland en Coöperatiebestuur PGGM resp.
Centraal Bestuur CMHF resp. St. Roparun en
voorzitter van bestuur St. Sonnaville;
bestuurslid Kenniscentrum Calibris
Mevr. drs. H. Demper
Laatste termijn; aftredend 14-07-2017
lid Financiële Commissie
Lid
H: controller CED-groep
N: bestuurslid van Veldhuizen Stichting en van
Circus Rotjeknor
14
De raad van Toezicht van het CVD kent één commissie: de Financiële Commissie (FC). De FC
bestaat uit drie leden, die ook lid zijn van de Raad van Toezicht.
De vacature die de heer Sevenhuijsen in 2013 achterliet, werd in het voorjaar van 2014 opgevuld
door mevrouw S. Rojer. Zij zag zich genoodzaakt in juni 2014 af treden wegens de aanvaarding
van een interimopdracht waarmee haar onafhankelijkheid niet meer gegarandeerd kon worden. In
dezelfde maand trad de toenmalige voorzitter, de heer A. Commandeur af, hetgeen al met al
leidde tot het ontstaan van 2 vacatures. Een van de vacatures betrof een plaats waarvoor de OR
een voordracht kan doen. Nadat uit overleg duidelijk werd dat de OR geen kandidaat kon
voordragen, werd door de Raad van Toezicht ten behoeve van de werving een extern bureau in
de arm genomen. De OR wordt in de wervingsprocedure betrokken. Verwacht wordt dat beide
ontstane vacatures begin 2015 vervuld zullen worden.
De Raad van Toezicht heeft in 2013 tweemaal vergaderd met de Cliëntenraad, eenmaal met de
Ondernemingsraad en in totaal vier keer met de bestuurder. Daarnaast vond tweemaal een
zogenoemde themabijeenkomst met de bestuurder plaats. Qua datum werd deze bijeenkomst
eenmaal gecombineerd met een reguliere vergadering.
De onderwerpen waarover verantwoording moet worden afgelegd zijn vastgelegd in de statuten
van de Stichting en de reglementen voor de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht. Tijdens de
themabijeenkomsten stonden respectievelijk de ontwikkelingen in het Vrijwilligerswerk en de
Transitie van de AWBZ centraal.
Voorts heeft de Raad van Toezicht in maart 2014 resp. in december 2014 een interne evaluatie
gehouden en werd in december 2014 een beoordelingsgesprek met de bestuurder gevoerd.
Tijdens de vergaderingen zijn diverse onderwerpen geagendeerd geweest. Naast besluiten
omtrent de taakverdeling binnen de Raad van Toezicht, werd goedkeuring gehecht aan de
jaarverantwoording 2013 (bestaande uit jaarrekening en inhoudelijk jaarverslag) en de begroting
+ risicomonitor 2015. De stand van zaken met betrekking tot de Risicomonitor werd verwerkt in
de halfjaarsrapportage over 2014 die aan de Raad van Toezicht werd voorgelegd. Voorts werden
besproken een voorstel met betrekking tot de huisvesting van cliënten van het CVD en een
voorstel met betrekking tot de (verdere) opbouw van het eigen vermogen. Ook besloot de Raad
van Toezicht om vanaf 2015 te gaan werken met 4 maands- in plaats van kwartaalrapportages.
Tenslotte werd de Raad van Toezicht door de bestuurder via een nieuwsbrief regelmatig
geïnformeerd over actuele (landelijke en stedelijke) ontwikkelingen.
De honorering van de leden van de Raad van Toezicht bedroeg in 2014 € 5.000 inclusief BTW
voor de leden en € 7.500 inclusief BTW voor de voorzitter. Voor deze honorering is het advies
van de NVTZ als uitgangspunt genomen, waarin wordt aangegeven dat omvang en complexiteit
van het CVD tot een indeling in categorie D zou leiden. Gezien de aard van de organisatie heeft
de Raad van Toezicht gemeend de honorering voor haar leden te moeten mitigeren terwijl er
geen extra vergoeding in het leven is geroepen voor de Financiële Commissie.
De leden Demper en Beek besloten in 2014 van geldelijke honorering af te zien.
2.2. (UITWERKING) MEDEZEGGENSCHAP
Uitgangspunt voor de medezeggenschap zijn resp. de Wet Medezeggenschap Cliëntenraden
(WMCR) en de Wet op de Ondernemingsraden (WOR).
15
Het CVD heeft een Cliëntenraad (CR) en een Ondernemingsraad (OR). De bestuurder heeft in
2014 op reguliere basis formeel overleg gevoerd met elk van de beide raden.
2.2.1. CLIËNTENRAAD
Wetgeving
De wet beoogt de medezeggenschap van cliënten in instellingen te regelen betreffende kwesties
waarbij het belang van de cliënt in het geding is. De Wet Medezeggenschap cliënten
zorginstellingen (WMCZ) regelt steeds meer collectieve rechten van cliënten op
medezeggenschap. De wet voorziet in de instelling van een Cliëntenraad en regelt de inspraak
en invloed over alle kwesties waarbij hun belang als cliënt in het geding is. Verdergaande
bevoegdheden van de Cliëntenraad zijn op basis van de WMCZ mogelijk.
Doel
De Cliëntenraad stelt zich ten doel om, binnen het kader van de doelstellingen van de instelling in
het bijzonder, intern en extern de belangen van de cliënten van de instelling te behartigen.
Advisering
De CR adviseert over besluiten van algemeen belang voor het functioneren van de instelling
(fusie, verbouwing, jaarrekening, wijziging in de werkzaamheden etc.) en heeft verzwaard
adviesrecht betreffende beslissingen die direct de cliëntenbelangen raken (kwaliteitsbeleid,
klachtenregeling, enzovoort). De CR kan ook ongevraagd adviseren en heeft van deze
mogelijkheid dan ook veel gebruik gemaakt.
Samenstelling
De Cliëntenraad CVD (CR) heeft vele personele wisselingen in 2014 gekend. Inherent aan de CR
is een verloop onder de leden, deels omdat sommigen uit de (CVD) hulpverlening vertrekken en
opnieuw hun leven gaan (her)inrichten, deels door dat leden werk of een andere vervulling van
hun levens vinden of door ziekte.
De CR bestond in 2014 uit de volgende leden en kende de volgende functieverdeling: Aart
Reijmers, lid; Alex van den Elshout, lid; Bert Feikens, lid; Cees Visser, plv. penningmeester;
Daniel Faneite, plv. secretaris/secretaris; Derrick Koulen, voorzitter; Lloyd Kenswil, lid; Lowie van
Dijck, lid; Mohamed Attouti, plv. voorzitter; Orhan Nalinci, lid; Paul Cornelissen, lid; Rachid
Bouazzaoui, penningmeester; Renate van Fessem, plv. secretaris/secretaris; Rene van der Elst,
lid; Steve Nelson, lid.
Het maximum aantal leden is 15. De CR had een wachtlijst voor kandidaat leden.
Facilitering
De CR werd ondersteund door:
Ria van Nieuwland, directiesecretaresse voor de overlegvergaderingen met de Bestuurder
Peter Vis, adviseur De CR beschikte over een eigen budget en kantoorfaciliteiten. Vergaderfrequentie
De Cliëntenraad vergadert twee keer per week. In totaal heeft de Cliëntenraad in 2014
92 reguliere vergaderingen gehouden. Daarnaast kwam men via werkgroepen gemiddeld nog
eens 2 x per week bij elkaar.
Gelet op het grote aantal verschillende zaken waarover de CR adviseert was er bijna iedere week
een interne of externe deskundige bij de vergadering om toelichting te geven over een
onderwerp. Ook vloeide hieruit inhoudelijk overleg voort met de Federatie Opvang, Movers,
Como, G4, en het Kapstokoverleg.
16
Het Formeel Overleg met de bestuurder heeft 6 keer plaatsgevonden. Twee overleggen zijn
bijgewoond door een afvaardiging van de Raad van Toezicht. De samenwerking met de
bestuurder is op een goede en constructieve wijze voortgezet.
In 2014 heeft de CR meer dan 50 onderwerpen met de Bestuurder besproken. Naast de
begrotingen van de CR en het CVD ging het daarbij onder meer over het strategisch
meerjarenplan CVD, brandveiligheid (checklist, buddyteam), het nieuwe Coalitie akkoord en het
Collegeprogram in Rotterdam, P2P waaronder e-learning, arbeidsparticipatie, bewegen en sport,
het huishoudelijk reglement CR, de overdracht van zorgtaken van rijk naar gemeenten en de
samenwerkings-overeenkomst van de CR met de bestuurder.
Overige activiteiten CR
De CR heeft op veel werkeenheden bewonersvergaderingen bijgewoond. Dit gebeurde zowel op
verzoek van de leiding en medewerkers van het project als op eigen initiatief.
Een van de verbetervoorstellen van de CR is de door de CR ontwikkelde Peer2Peer methodiek
‘’bij je passie komen en daarmee leren netwerken’’. Hierbij worden enerzijds de kwaliteiten
samen met de cliënt in kaart gebracht en anderzijds leert men daarmee te netwerken. Door die
combinatie ontstaan meer kansen voor de cliënt. Immers, veel mensen kennen hun kwaliteiten
niet of onvoldoende. Maar als je ze al kent maar niet hebt geleerd ze ‘’aan de man’’ te brengen
dan is dat ook zonde. Voor de cliënt en voor anderen. Degenen die met goed gevolg de training
hebben gevolgd gaan daarna andere cliënten trainen via deze methodiek. Deze methodiek is in
2014 overgedragen aan de afdeling Training & Arbeidsparticipatie en is extern getoetst door
(stagiaires van) de Hogeschool Rotterdam.
Aanvullend op de face-to-face-training is het afgelopen jaar P2P e-learning ontwikkeld. E-
learning moet een aanvullende bijdrage leveren aan de prestaties en resultaten van de
deelnemer aan de face-to-face training Peer2Peer.
Daarnaast heeft het buddyteam brandveiligheid van de CR het afgelopen jaar 5 werkeenheden
bezocht. Hierbij werd gebruikt gemaakt van een door de CR ontwikkelde (en door de bestuurder
goedgekeurde) checklist waarbij de algemene ruimtes en gangen werden gecontroleerd op
brandveiligheid. De CR heeft over de uitkomsten hiervan tussentijds verslag uitgebracht aan de
bestuurder.
2.2.2. ONDERNEMINGSRAAD Het jaar 2014 stond voor de Ondernemingsraad in het teken van “Nieuw”; een nieuwe
samenstelling, nieuwe ontwikkelingen in gemeentebeleid, het nieuwe omdenken en een nieuwe
OR-missie en visie.
Algemeen
In maart 2014 werden er verkiezingen gehouden. Sindsdien kende de OR in 2014 de volgende
leden:
I Ilonka Baak voorzitter Nettie van Luinen
Henk van der Hoek vice voorzitter Dalila Merouani
Sylvia Korpel secretaris Hans Parsowa
Thijs de Back Henk van Rooijen
Petra den Breejen Annemieke Notenboom tot 1 dec 2014
Dian Langendoen Robert Seip miv 1 dec 2014
17
De OR wordt ondersteund door Sandra van der Sluis (ambtelijk secretaris).
Vergaderingen
De Ondernemingsraad vergaderde 21 keer in 2014. Met de bestuurder is vier maal vergaderd in
de Overlegvergadering. Bij de Overlegvergadering die medio 2014 plaatsvond was ook een
delegatie van de Raad van Toezicht aanwezig. Voorafgaand aan een Overlegvergadering vond
er een bespreking met de bestuurder plaats over de agenda.
Adviesaanvragen
De OR heeft in 2014 de volgende adviesaanvragen behandeld:
Krimp formatie als gevolg van inkoop door gemeente Rotterdam
Verhuizing hoofdkantoor Glashaven
Conceptbegroting 2015
Jaarrekening 2014
Instemmingverzoeken
De bestuurder heeft het volgende instemmingsverzoek aan de OR voorgelegd:
Uitbreiding fietsregeling
Commissies en werkgroep
De OR heeft een Dagelijks Bestuur en beschikt over de volgende commissies: de Personeels-
commissie, de Financiële commissie en de Strategiecommissie. Het doel van de commissies is
een inhoudelijke voorbereiding van thema’s voor de OR. Daarnaast functioneerde tot eind
september 2014 de Werkgroep communicatie.
Dagelijks bestuur
Het Dagelijks Bestuur (DB) bestaat uit de voorzitter en secretaris. Het DB begeleidt de OR en
houdt daarbij twee vragen in het oog: doen we de goede dingen? en doen we de dingen goed?
Omdat de OR na de verkiezingen voor het merendeel bestond uit nieuwe leden, heeft het DB
vooral aandacht besteed aan menselijke factoren en het creëren van voorwaarden voor een
goede samenwerking.
Personeelscommissie
In 2014 heeft de Personeelscommissie acht gesprekken gevoerd met de teamleider P&O. De
gesprekken stonden met name in het teken van ontwikkelingen in de bedrijfsvoering van het
CVD, zoals bijvoorbeeld het Centraal Meldpunt, AFAS, Mijn P&O en het eigen regie-model met
betrekking tot verzuim. Er werd gesproken over welke invloed de invoering van deze
ontwikkelingen heeft op het personeel. Daarnaast kwamen de cao-onderhandelingen, Sociaal
Plan en andere werkveld gerelateerde zaken aan de orde.
Financiële commissie
De Financiële commissie heeft een gesprek met de controller over de jaarrekening gevoerd.
Verder heeft de commissie de conceptbegroting 2015 ontvangen en bestudeerd met het oog op
advisering aan de bestuurder.
Werkgroep communicatie
De werkgroep Communicatie werd eind september opgeheven. Aanleiding was het (herziene)
standpunt van de OR dat communicatie een taak van de hele OR moet zijn. Daartoe is onder
meer ‘de rijdende OR’ in het leven geroepen. In dit kader werd in 2014 afwisselend vergaderd in
De Hille, De Nok en op het Eudokiaplein. Er verscheen periodiek (vier keer) een Nieuwsbrief van
de OR op intranet.
18
Daarnaast is de OR in het laatste kwartaal 2014 opnieuw begonnen met het publiceren van de
notulen op intranet. Ook werd de webpage van de OR een feit. In 2015 krijgt de webpage een
herkenbare lay-out: deze wordt in een nieuw jasje gestoken.
Thema’s
In het jaar 2014 heeft de OR zich vooral beziggehouden met de reorganisatie en de verhuizing.
Daarnaast verdiepte de OR zich in het Centraal Meldpunt en de Risico Inventarisatie & Evaluatie
en kreeg men inzage in de risico-monitor.
Onderwerpen in de OR
De OR is geïnformeerd over de decentralisatie van de AWBZ en de verwachte financiële
consequenties daarvan. Andere onderwerpen die de revue passeerden waren de cao-
onderhandelingen, Social Return on Investment en de HFM Talent Index. De oud-voorzitter en
secretaris hebben in het kader van de hercertificering HKZ een gesprek gevoerd met een auditor
van Lloyds. Verder heeft de OR kennisgemaakt met de nieuwe bedrijfsarts. Een ander onderwerp
was de aanpassing van het OR-reglement: één van de veranderingen is dat er bij verkiezingen
gestemd zal worden op vijf kandidaten in plaats van elf kandidaten.
Signalen van medewerkers
De OR ontving verschillende reacties van medewerkers, variërend van vragen over
arbeidstijdverruiming en roosterdiensten tot de telefoonregeling en de VOG. Om de OR bij
nieuwe medewerkers bekend te maken werd er een presentatie gegeven op de introductiedag en
is er een stukje over medezeggenschap in de informatiemap voor nieuwe medewerkers opgeno-
men.
Deskundigheidsbevordering
De OR heeft in het voorjaar een scholingsdag gehouden over hoe de nieuwe OR vorm kan
krijgen. Daarnaast werd uitleg gegeven over de Wet op de Ondernemingsraden.
De teamdag die in september 2014 werd gehouden, stond in het teken van de missie, visie,
positie en thema 2015. Er is een mission statement bedacht: realistisch, transparant en in ver-
scheidenheid werken aan eenheid. Ook is er een thema voor 2015 bedacht: veiligheid en
werkdruk. Daarnaast zijn er door leden individuele trainingen gevolgd op het gebied van OR-
processen en Arbo.
19
3. BELEID, INSPANNINGEN EN PRESTATIES
3.1. MEERJARENBELEID
Strategisch meerjarenplan 2014-2018
Leidraad voor het handelen van het CVD in 2014 was het eind 2013 door de Raad van Toezicht
goedgekeurde Strategisch Meerjarenplan (smjp) 2014-2018 ‘Koersvast: de weg naar excellente
dienstverlening’.
Het smjp bouwt voort op de koers uit het meerjarenplan dat werd gemaakt voor de periode 2010-
2013. Het vorige plan had als ondertitel: ‘Versterken en Beperken’. Een koers die het CVD heeft
vastgehouden ondanks de turbulentie waarmee de organisatie in die periode te maken had. Een
koers ook die z’n vruchten heeft afgeworpen.
Voor wat betreft de versterking is dat onder andere gebleken uit de resultaten van een gehouden
imago onderzoek onder de ketenpartners van het CVD. Uit dat onderzoek kwam kort samengevat
onder meer naar voren dat het CVD wordt gezien als een bevlogen, solide organisatie die
dienstverlening van hoge kwaliteit levert en een gevestigde naam in Rotterdam heeft.
Beperking vond op diverse manieren plaats. Zo werd het scala aan diensten die het CVD
aanbiedt beperkt tot de diensten die passen bij de CVD missie en waarin de organisatie in de
smjp periode kan gaan uitblinken. Beperking heeft evenzeer plaatsgevonden door de organisatie
compacter te maken waarbij onder meer de staf- en ondersteunende teams ‘mean & lean’
werden gemaakt. Beperking was tenslotte onontkoombaar door de economische crisis die ook
niet aan de deur van het CVD voorbij ging.
Het CVD opereert al geruime tijd in een omgeving die in veel opzichten sterk aan verandering
onderhevig is. Er is sinds het begin van deze eeuw een ontwikkeling gaande die uitgaat van het
versterken van ieders eigen verantwoordelijkheid. Deze filosofie heeft zijn neerslag gevonden in
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
De implementatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gaat hand in hand met de
modernisering en decentralisatie van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). In
2015 zal daarin een belangrijke stap worden gezet door het overdragen van zorgtaken aan
gemeenten. Dit alles speelt zich af tegen de achtergrond die kan worden samengevat met de
term ‘marktwerking’, een ontwikkeling die er ook voor de werkvelden van het CVD toe leidt dat er
naast samenwerking met andere partijen steeds nadrukkelijker sprake is van concurrentie. Dit
vraagt een continuering en versterking van de cultuur van de organisatie waarbij de kracht van de
organisatie nog effectiever wordt ingezet dan in de vorige planperiode het geval was.
In de periode van het nieuwe smjp zet het CVD daarom in op het voortbouwen op de kracht van
de organisatie en het gaan excelleren in het werk. Het zal er daarbij om gaan ‘meer te doen met
minder’, waarbij centraal zal staan het terugdringen van de formele zorg en ondersteuning aan
cliënten ten gunste van de informele hulp en ondersteuning. Daarbij wordt ernaar gestreefd dat er
informele hulp en ondersteuning plaatsvindt waar dat kan en professionele inzet wordt geleverd
als dat moet. Het CVD werkt daarbij vanuit een viertal kernwaarden: Erin geloven!, Integer zijn,
Verbinding maken en Ontwikkelingsgericht zijn.
De ambities voor de periode 2014-2018 zijn geformuleerd aan de hand van de pijlers waarop het
CVD rust (maatschappelijke opvang, maatschappelijke dienstverlening en vrijwilligerswerk) en
binnen de context van de CVD brede ambities, die hieronder kort worden samengevat.
Meer met minder in een onrustige omgeving
In de planperiode verschuiven de financiële kanalen. Een ingrijpende verandering is de transitie
van de AWBZ naar de Wmo, waardoor het aantal opdrachtgevers van het CVD afneemt.
20
De belangrijkste opdrachtgever wordt de gemeente Rotterdam. De consequenties van de
transitie zullen naar verwachting in de eerste helft van de planperiode duidelijk worden. Dat geldt
ook voor de impact van de transitie van het huidige deelgemeentebestel (dat in 2014 is
opgehouden te bestaan) naar stadskwartieren. Binnen deze context heeft het CVD de ambitie
meer te doen met minder. En zich de komende periode als organisatie met haar dienstenpalet
zichtbaarder te maken dan zij tot nu toe heeft gedaan.
Synergie
Het CVD zal steeds alert zijn op externe ontwikkelingen en daarop anticiperen, maar heeft zich
door de bestaande onzekerheden niet laten weerhouden om voor een planperiode van 5 jaar een
aantal ambities te formuleren. Integendeel, de ambities fungeren als leidraad voor het handelen
en bieden zowel houvast als ruimte om in te spelen op ontwikkelingen die we nu nog niet kennen.
Belangrijk daarbij is dat het CVD actief zoekt naar externe synergie effecten, zoals efficiënt en
effectief samenwerken met (keten)partners. Dat geldt ook voor de door ons te ontplooien
activiteiten in de planperiode.
Ketenaanpak: keuzes maken
Het CVD continueert haar integrale ketenaanpak. Dat betekent dat ook de komende periode in
het maken van de keuzes goed gekeken wordt of een (aangeboden of te verwerven) activiteit niet
teveel op zichzelf staat en daardoor geen versterking betekent van andere activiteiten van het
CVD. Bestaande solitaire of niet (goed) bij het CVD passende activiteiten zijn in de afgelopen
jaren (nagenoeg) afgebouwd. Deze beperking leidde tot versterking van de kernactiviteiten van
het CVD, een koers die wordt gecontinueerd.
Preventie activiteiten versterken en uitbreiden
Succesvolle uitvoering van preventie activiteiten betekent dat voorkomen kan worden dat er een
beroep moet worden gedaan op maatschappelijke opvang of maatschappelijke dienstverlening.
Dat is in het belang van de betrokkenen, voorkomt overlast én werkt kostenbesparend. Het CVD
vindt het belangrijk de focus zoveel mogelijk te leggen op ‘het voorkomen is beter dan genezen’
en wil de activiteiten die daartoe bijdragen in de planperiode verder versterken respectievelijk
uitbreiden.
In wijken én wijkgericht
Zeker is dat op het gebied van de maatschappelijke opvang en de maatschappelijke
dienstverlening veel werkzaamheden door opdrachtgevers in de wijk worden belegd; dichter op
de (potentiële) cliënt. Het CVD kiest er daarom voor om haar integrale aanpak in de wijken te
verankeren. Dat doet ze vanuit de wijken waar ze nu reeds aanwezig is hetzij omdat er over een
thuishaven wordt beschikt of omdat er uitvoering wordt gegeven aan een opdracht in het kader
van de maatschappelijke dienstverlening. Ook zetten we onze expertise op het gebied van
vrijwilligerswerk in bij de wijkgerichte aanpak.
Samenwerking in de keten
Voor alle CVD activiteiten geldt dat de samenwerking met partners van essentiële betekenis is.
Het CVD werkt met haar partners samen om mensen zelfredzamer te maken en om informele
netwerken te versterken. De partners hierin zijn er vele o.a. gemeenten, GGZ- en overige
instellingen, wijkteams, woningcorporaties, (wijk)politie, huisartsen en scholen. Door over en weer
elkaars expertise te benutten ontstaat een betere en efficiëntere dienstverlening.
21
3.2. REALISATIE JAARPLAN 2014
Het jaar 2014 heeft grotendeels in het teken gestaan van de decentralisatie van zorgtaken van de
rijksoverheid naar gemeenten. Belangrijk daarbij was de inkoop van 2e lijns ondersteuning door
de gemeente Rotterdam, die vanaf 2015 veruit de belangrijkste opdrachtgever van het CVD
wordt.
De gemeente nodigde het CVD in mei 2014 uit om mee te doen aan een drietal aanbestedingen
(voor respectievelijk bestaande AWBZ cliënten met een overgangsrecht én voor nieuwe
intramuraal- en extramuraal te begeleiden cliënten, die met ingang van 2015 door de gemeente
waar men verblijft geïndiceerd zullen worden). Het CVD heeft met succes aan deze aanbeste-
dingen meegedaan. Daarnaast heeft het CVD in 2014 via 5 aanbestedingen een gunning weten
te realiseren voor de extramurale begeleiding van cliënten in negen regiogemeenten.
Om de medewerkers goed voor te bereiden op de veranderingen, werd het project Sociale
Infrastructuur gestart met als doel dat een klein (centraal) groepje medewerkers in 2015 intern
vraagbaak kan zijn voor de begeleiders bij hun zoektocht naar een eigentijdse aanpak. Daarnaast
werd in 2014 de sociale infrastructuur in Rotterdam door het projectteam geïnventariseerd, zodat
men komend jaar tevens ondersteuning kan bieden omdat men de sociale infrastructuur, de
mogelijkheden die de stad biedt aan informele ondersteuning, door en door kent.
3.2.1. CRISISINTERVENTIE
Het CVD is op diverse manieren betrokken bij crisisinterventie. Het CVD beschikt over een
Crisisdienst, exploiteert samen met de Zorgservice van de Parnassiagroep het Crisiscentrum
Rotterdam op de noordoever van de Maas en voert voor de regio Rijnmond crisisinterventie uit in
het kader van het Tijdelijk Huisverbod.
Crisisdienst
CVD Crisisdienst is 7x 24 uur beschikbaar, voor mensen met psychosociale problemen die hoog
opgelopen zijn, waardoor er sprake is van een crisissituatie. Dit kan voorkomen bij langer
lopende (relatie) problemen, of door een plotselinge schokkende gebeurtenis, zoals een
overlijden of een (dreigende) suïcide, een geweldsituatie of door een ongeval.
De maatschappelijk werkers van de Crisisdienst hebben uitgebreide kennis en ervaring met acute
crisissituaties en kunnen de juiste psychosociale hulpverlening, raad of praktische ondersteuning
geven. Deze vorm van hulpverlening is gericht op het stabiliseren van de crisissituatie. In korte
tijd worden de acute problemen tot een hanteerbare situatie terug gebracht, en wordt de cliënt
doorverwezen naar een reguliere instantie voor vervolghulpverlening.
De Crisisdienst is ook acuut inzetbaar binnen de KIZ (kleinschalige incidenten en zedenzaken),
georganiseerd vanuit de GGD. Tevens is de crisisdienst inzetbaar bij de PSHOR (Psycho Sociale
Hulpverlening Ongelukken en Rampen) die de psychosociale hulpverlening biedt bij grote
ongevallen en rampen. Er is in 2014 een oefening gehouden.
Zowel de werkzaamheden voor de KIZ als voor de PSHOR worden verricht vanuit samenwerking
met ketenpartners.
Voor het bieden van psychosociale hulp buiten kantooruren heeft de Crisisdienst
overeenkomsten afgesloten met meerdere gemeenten in de regio. Ook maken twee overkoe-
pelende basisschoolorganisaties gebruik van de CVD hulpverlening bij crises. Men heeft in dat
kader in 2014 in totaal 5 keer een beroep op het CVD gedaan.
22
De KIZ is opgezet en wordt gecoördineerd door de GGD. Het CVD maakt deel uit van het
coördinatieteam, wat inhoudt dat het CVD vanuit het hulpverleningsaspect bij alle KIZ oproepen
betrokken is. De KIZ biedt binnen het werkgebied van de regiogemeenten in de Rotterdamse
regio gecoördineerde hulpverlening als een ingrijpende gebeurtenis heeft plaatsgevonden die
ongewoon sterke emoties oproept en die leiden tot maatschappelijk onrust. Bij deze vorm van
onrust is het van belang dat de hulpverlening goed op elkaar afgestemd wordt, wat binnen het
coördinatieteam een taak is van het CVD. De Crisisdienst neemt deel aan netwerkaanpak
seksueel geweld, waarbij zij een actieve rol heeft in de acute aanpak hulpverlening aan
slachtoffers.
Vanuit de regionale afspraken met Schiedam, Vlaardingen, Maassluis en het zorggebied van
Careyn werden in 2014 in totaal 6 oproepen ontvangen. Voor Careyn waren er het afgelopen jaar
4 oproepen buiten kantooruren. Voorts zijn er 21 KIZ meldingen (Kleinschalige Incidenten
Zedenzaken) geweest, met 164 vervolgcontacten.
Diverse medewerkers van het CVD waaronder ook de Crisisdienst nemen ook deel aan de
PSHOR, dat een onderdeel is van de regionale rampenorganisatie.
Tenslotte wordt bij ernstige calamiteiten binnen het CVD de crisisdienst opgeroepen, die dan de
eerste crisishulpverlening aanbiedt aan zowel de collega’s als aan cliënten van het CVD.
Het afgelopen jaar zijn er in totaal 3.171 gesprekken gevoerd of andere contacten geweest.
De productie/inzet over 2014 ligt daarmee opnieuw hoger dan in het voorgaande jaar (2.114).
Oorzaken hiervoor zijn onder meer:
goede werkafspraken waardoor cliënten en verwijzers vlot en rechtstreeks worden
doorverwezen naar de Crisisdienst;
registratie ‘no shows’;
in 2014 zijn er 81 oproepen buiten kantooruren binnen gekomen, waarvan 13 intern. Binnen
kantooruren is de Crisisdienst 6 keer betrokken geweest bij een crisis binnen het CVD;
er zijn in 2014 erg veel KIZ zaken geweest, met name op het gebied van zedenzaken. De
Crisisdienst heeft een steeds belangrijker rol in de KIZ aanpak gekregen.
Huisverbod
Huiselijk geweld staat al jaren hoog op de agenda van het gemeentebestuur in Rotterdam. Dat
geldt ook voor het nieuwe gemeentebestuur, dat in 2014 aantrad. Na een vliegende start in het
jaar dat de wet Tijdelijk Huisverbod in werking trad (2009) schommelt het aantal oproepen door
de jaren heen tussen een kleine 500 en ruim 600. In 2014 waren er 595 oproepen in verband met
het voornemen een huisverbod op te leggen. Het aantal oproepen van de CVD Crisisdienst in het
kader van de wet Tijdelijk Huisverbod is daarmee in vergelijking met 2013 met 57 oproepen
toegenomen.
Huisverbod procedures
Huisverbod opgelegd 2014
ja 500
nee 95
Totaal procedure Huisverbod 595
Er werden in 2014 door de Crisisdienst voorlichtingen gegeven op het gebied van huiselijk
geweld, huisverbod, kindermishandeling en overige geweldszaken.
23
Deze werden zowel door de politieschool als door de ketenpartners enthousiast ontvangen. In
2014 is dit voorlichtingsprogramma ook CVD intern uitgerold.
In 2014 was er voorts een zeer intensieve samenwerking met de Lokale Teams Huiselijk Geweld,
die een groot deel van de verwijzingen tot stand hebben gebracht.
Crisiscentrum Rotterdam
Iedereen die in acute psychische en/of sociale nood verkeert kan terecht bij het Crisiscentrum.
Het Crisiscentrum, dat een samenwerkingsverband is tussen het CVD en Parnassia, is altijd
bereikbaar, aan de deur of per telefoon. Als het nodig is, kunnen mensen kortdurend worden
opgenomen. In het Crisiscentrum is ook het Meldpunt gevestigd. Het idee achter het Meldpunt is:
één nummer voor iedereen die in een sociale of psychische crisissituatie verkeert. Het Meldpunt
is 24 uur per dag beschikbaar.
In totaal zijn er 2163 meldingen geweest in 2014 (tegen 2.386 in 2013). Hoewel het Crisiscentrum
ook rechtstreeks wordt benaderd door cliënten, vindt de hulpverlening veelal plaats via
doorverwijzing.
De combinatie van psychiatrische (geleverd door Parnassia) en psychosociale (geleverd door het
CVD) hulpverlening in een crisiscentrum is uniek in Nederland. Het Crisiscentrum beschikt over
6 bedden voor crisisopvang.
Crisiscentrum 2014
Capaciteit in bedden 6
Patiënten 420
Verblijfsduur in dagen 5,1
Bedbezetting 4,1
Het Crisiscentrum heeft wanneer nodig een bed beschikbaar voor CVD-cliënten die vanwege hun
gedrag tijdelijk niet meer te handhaven zijn in een sociaal pension. Eenmaal heeft het
Crisiscentrum voor een bewoner van een sociaal pension een time out geboden in 2014.
Voorts werd de Crisisdienst in 2014 driemaal ingeschakeld voor het begeleiden van een transport
van een cliënt van het Crisiscentrum naar een politiebureau.
In 2014 vond er in de keukens van het Crisiscentrum een HACCP-Audit plaats. Tijdens HACCP-
Audits wordt gecontroleerd of er wordt gewerkt volgens de richtlijnen en de Hygiënecode. De
keukens zijn gecontroleerd op tal van punten zoals de temperatuur van de koelkasten, de manier
waarop het voedsel wordt bereid en bewaard en uiteraard ook de hygiëne. Na het onderzoek
werd één keuken beloond met een 9,5 en de andere keuken met een 10!
3.2.2. MAATSCHAPPELIJKE OPVANG
Toegang tot Maatschappelijke Opvang en trajecten
Het 2e Plan van Aanpak MO liep eind 2013 af. Het nieuwe gemeentebestuur dat in het voorjaar
2014 aantrad, heeft het voornemen om in 2015 een volgend Plan van Aanpak op te stellen. In
2014 werd vooruitlopend daarop de nachtopvang onder de loep genomen en werden de
afspraken over het verblijf en de door- en uitstroom uit de nachtopvang aangescherpt.
24
Het CVD heeft de beschikking over een tweetal passantenverblijven (nachtopvangvoorzieningen)
alsmede een breed scala aan intra- en extramurale woonvoorzieningen om de betrokkenen een
passende, perspectiefrijke en op door- of uitstroom gerichte opvang te kunnen bieden.
Sinds het eerste Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang (MO) werd vastgesteld, is intake
een grote rol gaan spelen bij de aanmelding voor een passende woonvoorziening en bij het
bepalen van het meest passende traject voor dak- en thuislozen. De intake vindt plaats door de
cliëntmanager, die binnen de instelling de regie over de trajecten van (ex) dak- en thuislozen
voert. Als vervolg op de ondersteuning in 2013 van de screeners bij Centraal Onthaal hebben de
cliëntmanagers in 2014 elk kwartaal overlegd met Centraal Onthaal over knelpunten en (nieuwe)
werkafspraken.
De cliëntmanagers namen in 2014 voor het laatst deel aan de zogenoemde Traject
ToewijzingsCommissie (TTC) voor respectievelijk volwassen alleenstaande dakloze
Rotterdammers, gezinnen en de jongeren (voor elk van deze groepen is een aparte TTC
werkzaam). In 2015 zal deze werkwijze veranderen en zal de gemeente Rotterdam gaan werken
met een Indicatie Advies Commissie (IAC) met het oog op de indicatiestelling. De TTC zal dan
worden opgeheven.
In 2014 zijn er in totaal 131 trajectinventarisaties (gezinnen (n=20) en volwassenen (n=111))
gemaakt. Daarvan was er bij 82 personen (62%) een vermoeden van psychiatrie of een
psychiatrische diagnose. Met de trajectregisseurs van de gemeente Rotterdam is veelvuldig
overlegd over de voortgang van de trajecten.
Voor het monitoren van de voortgang van de trajectplannen wordt gebruik gemaakt van de
zogenoemde Zelfredzaamheidmatrix. In 2014 zijn er 2.322 ZRM’s (scores van de Zelfredzaam-
heid-matrix) ingevuld in het gemeentelijk cliëntvolgsysteem (e-Vita).
Het aantal cliënten dat gedurende het jaar 2014 door het CVD in de maatschappelijke opvang
werd opgevangen (in totaal 2.030) laat zich als volgt verdelen:
Nachtopvang en Intramurale (Woon)voorzieningen
Nachtopvang (passantenverblijf)
Het CVD heeft op twee plekken in de stad in totaal 62 bedden voor de nachtopvang van dak- en
thuislozen. CVD Havenzicht is gevestigd op de noordoever, CVD de Hille op de zuidoever.
25
Overdag heeft CVD de Hille een dagopvang, waar dak- en thuislozen terecht kunnen voor een
kopje koffie, maaltijden, sociale contacten en diverse activiteiten. De gemiddelde bezetting in
2014 was in Havenzicht 95% en in de Hille 98%. Ook in 2014 heeft het CVD een aantal COP-
bedden beschikbaar gehad. Deze bedden kunnen door de politie gevuld worden als zij een
persoon in de avond/nacht aantreffen op straat wat niet verantwoord is. Onderstaande figuur laat
zien hoe veel nachten de cliënten in de nachtopvang verbleven:
In 2014 zijn er 619 unieke passanten geregistreerd. Dat zijn er 104 minder dan in 2013 (n=723)
een afname van 14% ten opzichte van 2013. Belangrijkste oorzaak is dat de zogenoemde
koudewinterregeling (KWR) in de winter 2013/2014 nauwelijks van kracht is geweest.
De groep passanten bestond in 2014 uit 77 vrouwen (12%) en 514 mannen (88%).
Ruim 47% (of 290) van de passanten heeft 1 tot maximaal 14 nachten op jaarbasis in de nacht-
opvang geslapen. Dat is een verschil met vorig verslagjaar van 3% (87 personen minder).
Oorzaak was de extra instroom vanwege de langdurige winteropvang in 2013, die wegviel in
2014.
De vluchtigheid van het gebruik van de laagdrempelige opvang is bekend en een constante
factor. Met de groep ‘vluchtige’ passanten is het lastig een langdurige zorgrelatie op te bouwen.
Het maken van een trajectplan is vaak niet mogelijk.
In totaal hebben 329 cliënten (53%) meer dan 14 nachten geslapen in de nachtopvang van het
CVD. Ten opzichte van 2013 is dit een lichte stijging van 5%.
Een groot deel daarvan (205 cliënten) heeft tot maximaal 62 nachten in de nachtopvang
geslapen. Dat wil evenwel niet zeggen dat met al deze cliënten wel een langdurige zorgrelatie
kon worden opgebouwd.
Niet meer dan 15 personen (2,4% van de passanten) hebben in 2014 meer dan 182 nachten (>6
maanden) geslapen in de nachtopvang. Deze cliënten hebben een verlenging van hun CO-pas
(CO staat voor Centraal Onthaal) gekregen aangezien zij op een wachtlijst stonden voor een
vervolgplek.
In onderstaande figuur wordt de leeftijdsverdeling van de passsanten in de nachtopvang over een
periode van drie jaar weergegeven.
26
De instroom in de nachtopvang van de leeftijdsgroep 55 tot 60 jaar oud is significant toegeno-
men in 2014. In de leeftijdsgroep 40 jaar tot en met 60 jaar oud zijn vrouwen relatief sterk verte-
genwoordigd, 58% van de 77 vrouwen in de nachtopvang valt binnen deze leeftijdsgroep.
Er konden in 2014 in totaal 111 trajectinventarisaties voor alleenstaande volwassenen worden
gemaakt waarvan de uitvoering is gestart. Daarnaast zijn er 38 inventarisaties opgesteld zonder
dat er iets mee kon worden gedaan. Redenen zijn vooral dat cliënt zich niet aan de voorwaarden
hield, zelf woonruimte vond of (alsnog) uit beeld raakte.
De CO-pas die door de gemeente wordt uitgegeven en daarmee toegang geeft tot
maatschappelijke opvang wordt niet voor onbepaalde tijd verstrekt. In 2012 is ingevoerd dat de
CO-pas voor maximaal 6 maanden verstrekt wordt. In 2014 zijn er 39 passen ingetrokken
(vergelijk 2013: 8) omdat de cliënten niet begeleidbaar waren, niet mee wilden werken aan hun
TTC of langdurig geschorst werden vanwege ernstige overtredingen.
In onderstaande figuur wordt de door- en uitstroom van de nachtopvang (n=111) weergegeven.
27
Zoals uit de grafiek blijkt, was het perspectief voor het merendeel van de cliënten om (op termijn)
zelfstandig te gaan wonen. Ruim twee derde van de cliënten stroomde tegen die achtergrond
door naar de eerste fase van de woonladder (Hille pension, de Stelle en Mackay). Voor deze
cliënten is het perspectief realistisch dat zij binnen een termijn van 6 maanden tot 2 jaar door- of
uitstromen naar een zelfstandig(er) vorm van huisvesting. Daarnaast stroomde nog eens ruim
15% van de cliënten direct door naar een vorm van zelfstandig(er) wonen.
In 2013 zijn gesprekken gestart met de gemeente en collega-instelling Leger des Heils over de
doorontwikkeling nachtopvang. Dit leidde er in de loop van 2014 toe dat de opvangperiode van
maximaal 6 maanden werd opgeknipt in 3 fasen. De eerste fase is crisisopvang (max. 2 weken),
aansluitend komt de zorgvraagverduidelijkingsfase (max. 6 weken) en dan komt de tussenfase
waarin de cliënt in afwachting is van z’n vervolgplek. ‘Wachten’ betekent echter niet dat de cliënt
niets hoeft te doen. Er wordt in die periode onder meer ingezet op het stabiliseren van schulden
resp. schuldhulpverlening, het realiseren van een zinvolle dagbesteding en een woontraining.
CVD Havenzicht
CVD Havenzicht heeft drie afdelingen: nachtopvang (30 bedden en sinds 1 november 2014
40 bedden), verpleegafdeling (20 bedden) en een intramurale woonafdeling (17 bedden).
De kracht en het unieke van CVD Havenzicht zit hem vooral in het samenbrengen en onderling
uitruilen van diverse expertises. Passanten, patiënten en bewoners kunnen gebruik maken van
voorzieningen die anders voorbehouden waren aan een van de drie onderdelen; nachtopvang,
verpleegafdeling en wonen. Denk hierbij aan zaken als activiteitenbegeleiding, maatschappelijk
werk, de straatdokter en pedicure.
Vooral CVD Havenzicht Wonen en CVD Havenzicht Verpleegafdeling brengen medische zorg bij
de mensen die, versterkt door overige (niet medische) problematieken, elders vaak niet de juiste
zorg kunnen ontvangen. De aard en zwaarte van deze zorg kan variëren; van een ontregelde
suikerziekte tot aan terminale zorg.
* 12 vrouwen en 43 mannen
De verpleegafdeling heeft een capaciteit van 20 bedden. In het jaar 2014 zijn de bedden in totaal
7.419 dagen bezet geweest. Vele cliënten lagen langdurig (is langer dan 1 jaar) op de verpleeg-
afdeling. Zoals uit bovenstaande cijfers blijkt, bedroeg de gemiddelde opnameduur ruim 19
weken.
Naast de nachtopvang, verpleging en wonen levert Havenzicht ook een aantal aanvullende
diensten. Zo kunnen CVD-cliënten, onder begeleiding van Havenzicht, terecht bij de tandarts.
Daarnaast hebben we elke donderdag een pedicure in huis die zich ontfermd over de vaak
verwaarloosde voeten van de bezoekers.
In 2014 zijn de vloeren van de begane grond en een deel van de eerste etage gerepareerd.
Cliënten van de nachtopvang hebben een week gelogeerd bij CVD De Hille.
Havenzicht verpleegbedden 2014 2013 2012
Aantal opnames 38 69 60
Unieke personen 55* 69 78
Gemiddelde leeftijd 48 53 52
Gemiddelde verblijfsduur in dagen 135 170 175
Aantal patiënten overleden 2 4 4
Bezetting 102% 103% 96%
28
CVD Havenzicht had ook in 2014 in de gemeente Rotterdam een belangrijke partner. Enerzijds
omdat vanuit de Gemeente Rotterdam met een zekere regelmaat aanmeldingen voor de
verpleegafdeling kwamen. Anderzijds was Havenzicht nauw verbonden met het
Straatdokterproject van de Gemeente Rotterdam. Onduidelijk is hoe een en ander zich in 2015
zal ontwikkelen.
Elke woensdagavond is er een straatdokterspreekuur dat druk wordt bezocht door diverse
doelgroepen (w.o. MO-cliënten, buitenslapers, illegalen, Moe-landers). In 2014 zijn er in totaal
573 consulten geweest. Over 2014 zien we een forse toename van onverzekerde cliënten (ruim
40%).
Vanuit het straatdokterproject is een pilot gestart met een LVB (licht verstandelijk beperkt)-arts. In
2014 zijn op Havenzicht 122 mannen en 20 vrouwen gescreend op LVB. Van de 101 afgenomen
SCIL-testen bleek er bij 57 personen mogelijk sprake van een LVB-problematiek.
Het zorgbeleid van de langdurige (> 3 mnd.) patiënten van de verpleegafdeling Havenzicht wordt
in samenspraak met Humanitas bepaald. Humanitas stond aan de wieg van de verpleegafdeling
en is en blijft een belangrijke samenwerkingspartner.
CVD de Hille CVD de Hille had in 2014 tot 1 november 32 plaatsen in de nachtopvang en sindsdien 22
plaatsen. En sinds de oplevering van de verbouwde zolder (augustus 2014) beschikt men over
29 kamers in het pension. Daarnaast heeft CVD de Hille 60 stoelen in de dagopvang. Ook heeft
CVD de Hille een gebruiksruimte waar maximaal 25 cliënten toegang toe mogen hebben.
De dagopvang van CVD de Hille heeft in 2014 gemiddeld 55 bezoekers per dag ontvangen,
verdeeld over gemiddeld 184 unieke bezoekers per maand.
De klankbordgroep CVD de Hille is in 2014 tweemaal bijeen geweest. In beide overleggen kwam
naar voren dat er geen noemenswaardige overlast van CVD de Hille is. CVD de Hille reageert
adequaat op meldingen van omwonenden.
In de winter van 2013/2014 was er tussen 29-01 en 02-02 sprake van de winterkouderegeling
(WKR). In totaal ging het om 5 nachten. Vanaf 30 januari werd ook de locatie aan de
Noorderkanaalweg ingezet. Eind december 2014 is de winterkouderegeling (WKR) opnieuw een
aantal (3) nachten van kracht geweest. De extra opvanglocatie aan de Noorderkanaalweg heeft
zijn deuren daarvoor niet hoeven openen.
Eerste fase woonladder Doorstroompensions CVD De Hille, CVD De Stelle en CVD Mackay
In de (doorstroom)pensions CVD De Hille, CVD Mackay en CVD De Stelle kan door de bewoners
weer worden ‘gewend aan het wonen’ in een setting waarbij nog 24-uurs begeleiding aanwezig
is. Het betreft hier de zogenoemde eerste fase van de door het CVD ontwikkelde woonladder, die
is bedoeld om (voormalig) dak- en thuislozen te ondersteunen in het (weer) zelfstandig leren
wonen. Men wordt intensief begeleid met als doel doorstroming naar een extramurale
woonvoorziening dan wel uitstroom naar een kamer of woning zonder begeleiding.
29
CVD de Hille pension
CVD Hille pension is sinds augustus 2014 uitgebreid naar 29 plekken voor zowel mannen als
vrouwen. Cliënten stromen vanuit de nachtopvang naar het pension. In totaal zijn er in 2014 58
unieke cliënten geweest. Er zijn 20 personen positief doorgestroomd naar vervolgvoorzieningen
of naar (begeleid) zelfstandig wonen. 10 Personen zijn tijdens het traject uitgevallen en hebben
de voorziening (moeten) verlaten.
Eén van de medewerkers heeft, samen met twee stagiaires en een aantal vrijwilligers, de
activiteitenbegeleiding op zich genomen.
Het animo om mee te doen onder cliënten wordt steeds groter. De activiteiten staan in het kader
van het vergroten van de zelfredzaamheid, creativiteit en sport en bewegen.
Dinsdag 15 juli 2014 organiseerde CVD de Hille een open dag voor iedereen die eens een kijkje
wilde nemen in de Maatschappelijke Opvang. De dag had een extra feestelijk tintje omdat het
verbouwde pension officieel werd geopend en het eerste exemplaar van het boekje
“(Woon)voorzieningen om trots op te zijn” kon worden overhandigd aan S. Czyzewski (voorzitter
Raad van Bestuur Antes, eigenaar van het pand de Hille ). In totaal hebben 200 mensen de open
dag bezocht. Zij werden ontvangen door cliënten van de dagopvang die actief waren betrokken
en hard hebben meegeholpen met ijsjes scheppen, suikerspinnen draaien en hapjes bereiden. Er
waren live optredens van een cliënt die Nederlandstalig zong en een DJ. Bezoekers kregen na
afloop een goodiebag van het CVD mee naar huis.
CVD de Stelle
CVD de Stelle is een doorstroompension voor dakloze mannen met doorgaans lichte
psychiatrische en/of verslavingsproblemen.
CVD de Stelle heeft vanaf 2013 de focus gelegd op doorstroom en heeft veel baat gehad bij de
geïmplementeerde methodiek Herstelwerk. In 2014 zijn 37 cliënten doorgestroomd.
Voor alle cliënten wordt een participatielijst ingevuld. Deze lijst geeft goed zicht op de trajecten
waaraan de cliënten deelnemen. Zo hebben zij doorgaans na 8 weken een dagbesteding en
inkomensbeheer en leren zij koken. Dit alles ter voorbereiding op de doorstroom. Het doel is dat
men binnen 6 maanden gericht wordt doorverwezen naar een andere vorm van wonen. In dien
dat niet haalbaar is, kan het verblijf worden verlengd tot uiterlijk 1 jaar.
De contacten met de beheerscommissie, de buurt, de politie, de naaste buren, woningcorporaties
en verschillende collega instellingen in Hoogvliet waren goed. De cliënten namen deel aan alle
activiteiten georganiseerd door CVD Focus, waaronder de succesvolle training Focus op Succes.
In 2014 heeft de Stelle wederom een aantal cliënten naar satellietwoningen in de buurt uit laten
stromen. De begeleiding wordt door de medewerkers van De Stelle aangeboden.
2014 De Hille De Stelle
Mackay
Capaciteit 18 (29 sinds augustus)
24 25
Bezetting 94% 98% 99%
Unieke cliënten 58 58 40
Door/uitstroom/uitval 30 37 18
Man / vrouw verhouding 49 m / 9 v 58 m 34 m – 8 v
Gem. leeftijd 51 jaar 42 jaar 46 jaar
Gem. verblijfsduur in jaar 0,4 0,4 0,6
30
In 2014 zijn er twee woningen ‘omgeklapt’, bewoners huren zelfstandig en raken cliënt af omdat
zij geen professionele begeleiding meer nodig hebben.
De Stelle is een echte moedervoorziening aan het worden. Voor mensen in de buurt die minder
draagkrachtig zijn kookt De Stelle regelmatig maaltijden. De bewoners van De Stelle verzorgen
de maaltijd, buurtgenoten kunnen aanschuiven of afhalen. Buurtgenoten worden betrokken bij
sportactiviteiten en er is een handwerkgroep waaraan zij kunnen deelnemen.
CVD Mackay
Wie meer individuele begeleiding nodig heeft, kan terecht bij CVD Mackay. Het
doorstroomproject is vooral bedoeld voor mannen en vrouwen met een (zwaardere)
psychiatrische problematiek, die niet kunnen gedijen in een sociale woonvorm met gezamenlijke
activiteiten en voorzieningen zoals CVD De Stelle.
Als eerste binnen de organisatie heeft CVD Mackay het Herstelwerk ingevoerd. In het afgelopen
jaar is, met succes, nog meer gericht gewerkt naar een zo zelfstandig mogelijk uitstroom van alle
bewoners.
Dit gebeurt bij de Mackay door elke nieuwe bewoner te screenen op zijn mogelijkheden en te
trainen om zijn kans op succesvol zelfstandig wonen te vergroten. Met de invoering van het
Herstelwerk zijn we bewoners ook meer verantwoording gaan geven in hun eigen begeleiding. Dit
heeft ervoor gezorgd dat het grootste deel van de mensen die al lang op de Mackay verbleven,
alsnog de nodige stappen hebben gezet om verder te verzelfstandigen.
Een aantal bewoners die deze stap niet konden maken is naar een sociaal pension doorge-
stroomd. En 4 bewoners zijn doorgestroomd naar een satellietwoning. Deze bewoners blijven
gebruik maken van de diensten en begeleiding vanuit de Mackay. Bij alle andere uitstromers naar
zelfstandigheid wordt altijd een passende vervolg begeleiding gezocht. Veelal is dat Activa met
een passende indicatie of (Z)onder Dak.
Een aantal mensen stond eind 2014 op een wachtlijst voor een vervolgvoorziening, maar behalve
deze groep zijn alle langverblijvers in 2014 doorgestroomd.
Dagbesteding is inmiddels een verplicht onderdeel van het traject, bewoners die geen
dagbesteding hebben of nauwelijks bewegen worden ingezet voor corveetaken in en om het
pand. De bewoners doen actief mee aan activerings- en/of dagbestedingsprojecten in de buurt.
In het pand zelf kwam in de loop van 2014 elke donderdag een vast trainingsaanbod. Deze
trainingen zijn meestal praktisch van aard maar liggen soms ook op het gebied van cultuur, kunst
en muziek. Een deel van deze activiteiten worden ondertussen ook aangeboden aan de
buurtbewoners. Zo is Tony’s Bootcamp ook door buurtbewoners bezocht.
In samenwerking met CVD Trainingen wordt de cursus Orde op Zaken gegeven. De cursus
bestaat uit 10 bijeenkomsten met elk een eigen thema en onderwerp. De cursus is gericht op
geld, dagbesteding en wonen om bewoners voor te bereiden op (opnieuw) zelfstandig wonen.
Naast deze cursus is er in 2014 ook een verkorte cursus Peer2Peer gegeven.
Een groot aandachtspunt is ook gezondheid en beweging. De verpleegkundige houdt wekelijks
een inloopspreekuur en houdt met alle nieuwe bewoners een intake. Er is een vaste huisarts voor
de voorziening gevonden. Als gesignaleerd wordt dat bewoners niet gezond eten dan wordt het
hen verplicht om begeleiding bij het inkopen van levensmiddelen te aanvaarden zodat ze leren
gezond en budgettair verantwoord in te kopen. Een aantal bewoners heeft in 2014 een stukje
eigen grond in de tuin gekregen om groente op te verbouwen.
Met een donatie vanuit de eigenaar van het pand is de tuin het afgelopen jaar verder opgeknapt
en zijn er sportartikelen aangeschaft om in de tuin te gebruiken evenals visgerei, zodat een
aantal bewoners nu regelmatig met elkaar kan vissen.
31
In totaal zijn in 2014 18 cliënten vertrokken uit de Mackay. Daarvan zijn er 15 positief
doorgestroomd. Eén bewoner is wegens brandgevaar uitgezet en twee zijn op eigen initiatief
doorgestroomd.
Sociale Pensions
Het CVD exploiteert vier sociale pensions.
CVD de Nok (31 plekken en 6 plekken in een satellietwoning), CVD de Heemraad (24 plekken),
CVD de Schuilplaats (30 plekken) en CVD Havenzicht Wonen (17 plekken) zijn 24-uurs woon-
voorzieningen voor dak- en thuislozen ouder dan 23 jaar die ten gevolge van chronische
psychiatrische problematiek, veelal gecombineerd met verslavingsproblematiek, niet in staat zijn
om zelfstandig te wonen. Bij CVD Havenzicht Wonen hebben de bewoners ook nog somatische
beperkingen.
Alle bewoners van een sociaal pension zijn in behandeling bij een GGZ-instelling.
Het contact met de behandelaren was in 2014 goed. Bezoek en contactfrequentie op de locaties
lag wel lager dan voorgaande jaren vooral door regelgeving en bezuinigingen.
2014 De Heemraad
De Schuilplaats
De Nok Bergweg
De Nok Willebrordus
Havenzicht Wonen
Capaciteit 24 30 31 6 17
Bezetting 97% 98% 99% 95% 100%
Unieke cliënten 32 40 40 6 21
Gem. leeftijd 48 jaar 38 jaar 47 jaar 58 jaar 63 jaar
Aantal man-vrouw
30 m – 2 v 37 m - 3 v 37 m – 3 v 6 m 19 m – 2 v
Gem. verblijfsduur
4,5 jaar 5,1 jaar 5,9 jaar 5,9 jaar * 2 jaar **
* Voor de berekening zijn De Nok Bergweg en De Nok Willebrordus samen geteld ** Havenzicht wonen is per 1 mei 2012 geopend.
Het activiteitenprogramma voor de sociale pensions loopt, maar het blijft moeilijk om deze
cliënten te activeren. Er is een gezamenlijk jaarprogramma voor de sociale pensions. Er zijn veel
activiteiten die te maken hebben met het normale dagelijkse leven, zodat de cliënten weer wat
meer ervaring krijgen met wat maatschappelijk geaccepteerd is.
CVD de Heemraad
De cliëntgroep van CVD de Heemraad onderging weinig wijzigingen. Het stimuleren van
bewoners om vrijwilligerswerk te verrichten stond prominent op de agenda evenals sport en
bewegen. In 2014 hebben alle cliënten van de maatschappelijke opvang die bij het CVD
woonbegeleiding ontvangen een Rotterdam-pas gekregen. De Heemraad- bewoners hebben hier
veelvuldig gebruik van gemaakt.
De kok stimuleerde de cliënten om te leren koken en de vrijwillige tuinman heeft samen met de
bewoners de tuin opgeknapt. Een derde vrijwilliger organiseerde elke vrijdag activiteiten voor de
bewoners. Een kapster en een pedicure deden ook hun vrijwillige bijdrage.
Eén van de medewerkers heeft een uitgebreide sociale kaart ontwikkeld van alle mogelijk
interessante verenigingen en er is gewerkt aan een betere zichtbaarheid in de buurt, dit wordt in
2015 verder uitgewerkt. Er zijn in 2014 contacten gelegd om de cliënten een activiteit of
dagbesteding in de buurt te laten doen, zoals bijvoorbeeld een veegploeg in de buurt.
32
Evenals CVD Mackay is de bedoeling dat de Heemraad een aantal satellietwoningen tot zijn
beschikking krijgt. Vanwege het gebrek aan geschikte woningen kan er in 2015 pas begonnen
worden met een pilot.
CVD De Nok
Ook in het afgelopen jaar is er volop geïnvesteerd in het activeren van de bewoners. De
gezamenlijke wandelingen met de overige sociale pensions zijn voortgezet. Eind 2014 sloot
Humanitas aan met een aantal ouderen. Wekelijks kunnen de bewoners in de ochtend
deelnemen aan de ochtendgymnastiek. Dit doen zij met veel enthousiasme. De
bewonersvakantie was wederom een succes en er is veelvuldig gebruik gemaakt van de
Rotterdampas.
Een aantal van de activiteiten van voorheen CVD Van Speijk worden sinds medio 2014 vanuit de
Nok georganiseerd. Vanuit CVD De Nok vertrekt een veegploeg die in de buurt de openbare
ruimte schoonhoudt. Er is wekelijks een activiteit die gericht is op creatieve vaardigheids-
ontwikkeling (zoals mozaïekles en schilderen). Alle bewoners zijn in 2014 begeleid op basis van
de methodiek Herstelwerk. De medewerkers en de bewoners krijgen ondersteuning van een
aantal vaste vrijwilligers/maatjes. In 2015 zal deze vorm van ondersteuning toenemen. De
satellietwoning in de Willebrordusstraat is gewijzigd in een doorstroomwoning, met als direct
positief effect dat twee bewoners een zelfstandige woonruimte hebben betrokken.
CVD De Schuilplaats
In 2014 is ook bij de Schuilplaats de nadruk gelegd op activering van de bewoners. Alle
bewoners werden op basis van de methodiek Herstelwerk begeleid.
De bewoners hebben actief deelgenomen aan allerhande beweegactiviteiten waaronder de
wekelijkse wandelingen met de overige sociaal pensions en de fitnessactiviteiten in de buurt. .
Op Koningsdag heeft de Schuilplaats vrijwilligers voor het CVD geworven en informatie aan het
publiek gegeven over de voorziening en CVD in het algemeen.
De inzet op dagbesteding geeft tevredener cliënten èn een dito omgeving. Inmiddels heeft meer
dan 70% van de cliënten een vorm van dagbesteding gevonden.
De inzet van vrijwilligers was in 2014 hoger dan ooit. Er werden met name ‘locatievrijwilligers’
ingezet; waaronder in de was- en linnenkamer, in de keuken, voor tuinonderhoud en klussen in
het pand en ter ondersteuning bij muziek in de avond. Eind 2014 waren er in totaal 8 verschil-
lende personen als vrijwilliger betrokken bij de Schuilplaats
Het buurtplatform (een alternatief voor de beheerscommissie) is in 2014 4 keer bijeen geweest. In
dit platform wordt kennis gedeeld en informeert men elkaar over de situatie in de wijk.
Aan het thema veiligheid is in 2014 extra aandacht gegeven met name aan het elkaar
ondersteunen van medewerkers in crisissituaties
CVD Havenzicht Wonen Havenzicht Wonen is een onderdeel van CVD Havenzicht. Deze woonvoorziening biedt, op basis
van 24-uurs zorg/verblijf, ruimte aan 17 bewoners. De bewoners zijn ex dak- en thuislozen met
een multi-problematiek. Dit houdt in dat er sprake moet zijn van psychiatrie, verslaving en
somatische afhankelijkheid om bij Havenzicht te kunnen wonen.
In 2014 is veel aandacht besteed aan het borgen van de diverse werkzaamheden. Eind 2013 is
er tijdelijk een tweede teamleider aangenomen die, samen met zijn team, diverse
aandachtspunten heeft opgepakt; daaronder het herzien van de structuur van werk/bewoners-
overleggen en het opzetten van laagdrempelige beweegactiviteiten, zoals de begeleide fitness,
zwemmen en de groepswandeling.
De conditie van de bewoners in deze locatie maakt dat het verblijf soms ook eindigt doordat de
zorgbehoefte te groot wordt voor het team van Wonen.
33
In deze situaties is nauwe samenwerking tussen Wonen en de Verpleegafdeling en de externe
behandelaar erg belangrijk. De afspraken die zijn gemaakt zijn zodanig dat de overstap van
cliënten naar de verpleegafdeling in 2014 nog laagdrempeliger is geworden dan daarvoor het
geval al was.
Extramuraal Wonen, (Arbeids)Participatie & Jongeren
Extramuraal Wonen Extramurale voorzieningen zijn bedoeld voor mensen die met moeite of niet (helemaal)
zelfstandig kunnen wonen. Het gaat dan om voormalig dak- en thuislozen, maar ook om
gezinnen met kinderen en mensen met een psychiatrische achtergrond.
Om (ex-) dak- en thuislozen te ondersteunen in het zelfstandig leren wonen heeft het CVD de
woonladder ingericht. Velen stromen vanuit de Nachtopvang door naar een Doorstroompension
(de eerste fase van de woonladder) om van daaruit steeds zelfstandiger te gaan wonen. Mensen
worden intensief begeleid om uiteindelijk -al dan niet met begeleiding- op zichzelf te gaan wonen.
Anderen stromen direct door naar een tweede of latere fase. Het CVD kent een brede range aan
extramurale voorzieningen.
ambulante woonbegeleiding
volwassen gezinnen jongeren
2014 2013 2014 2013 2014 2013
Doorstroom 44 34 28 7 5 0
Uitstroom 44 49 23 18 128 134
Totaal 88 83 51 25 133 134
Om terugval na uitstroom te voorkomen en tijdig in te kunnen grijpen werd in 2014 gewerkt met
een terugvalpreventieplan en vond ook in dat jaar monitoring van uitgestroomde cliënten plaats.
De bedoeling hiervan was dat cliënten na (positieve) uitstroom 3 jaar lang twee keer per jaar
worden gemonitord. Bij (dreigende) terugval wordt er kortdurende hulverlening ingezet; wordt
doorverwezen of (indien dit toch niet voldoende blijkt te zijn) worden cliënten opnieuw in traject
genomen. Overeenkomstig de gewijzigde Wmo aanpak die de gemeente nastreeft zal deze taak
in 2015 overgenomen (moeten) worden door de desbetreffende wijkteams.
Tweede fase woonladder
Wonen Werken Leven (WWL)
WWL is een tweede fase woonproject voor cliënten die na een half jaar in de eerste fase (CVD
de Stelle, CVD Mackay of CVD Hille pension) meer tijd nodig hebben om (meer) zelfstandigheid
te bereiken. Het project omvat een hoofdvoorziening ’s Gravenhof, 14 plaatsen met 7 keer 14 uur
begeleiding en twee grotere woonpanden: de Sleephelling met 16 plaatsen en (op 600 meter van
de hoofdvoorziening) de Henegouwerlaan met 9 plaatsen. ’s Nachts kan er teruggevallen worden
op de mobiele nachtwacht. Daarnaast wonen er cliënten in 14 tot WWL behorende woningen die
in de directe omgeving van de hoofdvoorziening zijn gelegen. De doelgroep van WWL bestaat uit
cliënten van 23 jaar en ouder met psychiatrische en/of verslavingsproblemen.
34
Door het bieden van huisvesting en begeleiding worden zij toegeleid naar een zo zelfstandig
mogelijke woonsituatie.
In WWL ‘s Gravenhof passen cliënten die baat hebben bij een groepsproces en een intensief
contact met de begeleiders. In de Sleephelling en Henegouwerlaan is de begeleiding minder
intensief. Doordat de begeleiding altijd in de nabijheid is, is WWL bij uitstek geschikt voor mensen
die méér nodig hebben dan met alleen ambulante begeleiding kan worden geboden. WWL ‘s
Gravenhof is al in 2013 als een van de eerste teams na Mackay gestart met de nieuwe
methodiek Herstelwerk. De maximale verblijfsduur in ’s Gravenhof is sindsdien gesteld op twee
jaar. Het streven is doorstroom binnen een jaar.
Afhankelijk van de individuele situatie stromen cliënten door naar een van de ‘WWL woningen’,
(Z)onder dak of zelfstandig wonen. Maar het is ook mogelijk dat blijkt dat Beschermd Wonen het
hoogst haalbare is. Als de cliënt de wens heeft direct zelfstandig te willen wonen dan wordt hij
nog tweemaal per jaar gemonitord door de mentor, om terugval zoveel mogelijk te voorkomen en
om tijdig in te kunnen grijpen.
In de 14 woningen wonen veelal ernstig verslaafde cliënten. Cliënten die stabiel zijn worden
voorbereid op vertrek en intensief begeleid in de overgangsperiode. In die fase is er een
verhoogde kwetsbaarheid en een verhoogd risico op terugval te zien. De gemiddelde bezetting
bij CVD WWL lag in 2014 op 93%. In totaal stroomden in 2014 30 cliënten door- of uit, waarvan
25 positief, lees richting zelfstandig(er) wonen. Ter bevordering van de doorstroom worden
cliënten bij plaatsing geïnformeerd over de maximale verblijfsduur en de inspanningen die zij daar
zelf voor moeten leveren. Binnen 6 weken na binnenkomst heeft de bewoner een passende
bezigheid of werk. Door de nauwe samenwerking met Vrijwilligerswerk Rotterdam, CVD Training
en Arbeidsparticipatie en de vrijwilligersmakelaars lukt dat grotendeels. Eén van de medewerkers
heeft in 2014 de taak gekregen om de bewegingsactiviteiten van de bewoners in beeld te
brengen en te stimuleren, het merendeel is lichamelijk heel actief.
Voorts zijn in 2014 zijn 2 afgestudeerden van de Wageningen University op vrijwillige basis
gestart met een onderzoek naar het voedingsgedrag van de bewoners en de keuken van de
voorziening; het merendeel van de bewoners kampt met ondergewicht.
Derde fase woonlader
Zelfstandig (begeleid) wonen
CVD (Z)onder Dak
CVD (Z)onderdak biedt woonbegeleiding aan voormalig daklozen met een meervoudige
problematiek (waaronder meestal verslaving). De begeleiding is minder intensief dan bij WWL.
De woningen worden gehuurd door de gemeente of (in beperkte mate) door het CVD. In
toenemende mate worden de woningen ook door de cliënten zelf gehuurd, met een zogenaamd
huur-zorgcontract. Hierbij is het huurcontract onlosmakelijk verbonden aan een
woonbegeleidingsovereenkomst.
Tot 2015 krijgen cliënten door afstemming in de zogenoemde TrajectToewijzingsCommissie
(TTC) toegang tot de woning, via de cliëntmanager van het CVD en een enkele keer via het
Leger des Heils. In dat laatste geval is er sprake van uitruil van cliënten, omdat het CVD en het
Leger des Heils in verschillende (postcode)gebieden actief zijn. In 2014 waren er geen
aanmeldingen vanuit Bavo of Reclassering. Instroom komt ook vanuit CVD Stelle, Hille Pension
of WWL, ook als onderdeel van het TTC-traject. Cliënten ondertekenen een woonbege-
leidingsovereenkomst met het CVD. De begeleiding bestaat uit gemiddeld één huisbezoek per
week en heeft een verplichtend karakter.
35
De begeleiding is gericht op een zo groot mogelijke zelfredzaamheid van de cliënten. Begeleiding
vindt daarom steeds vaker plaats in een door de cliënt zelf gehuurde woning met huurzorgcon-
tract. Het CVD begeleidde in 2014 137 cliënten in hun eigen woning; 93 daarvan kregen de
reguliere (Z)onder dak begeleiding en 44 cliënten kregen nazorg.
Nazorg betekent één huisbezoek per maand met de mogelijkheid tot tijdelijke intensivering van
de begeleiding bij terugval. Het doel van de nazorg is terugval te voorkomen. In totaal 44 cliënten
zijn in 2014 door- of uitgestroomd.
(Z)onder dak participeert in Thuishaven Welschen II, in 2014 heeft het buurtgericht werken extra
aandacht gekregen: twee medewerkers werkten in het team Welschen II en namen deel aan
“Buurt Bestuurt”. Buurtbewoners konden deelnemen aan door het CVD georganiseerde
activiteiten.
CVD Sandelingplein
CVD Sandelingplein is een doorstroomvoorziening met 11 units. In deze bijna zelfstandige
woonvorm worden mensen geplaatst met een vrij duidelijke problematiek die geen verslaving
hebben. Cliënten stromen door naar zelfstandig wonen of -indien dit niet haalbaar blijkt- naar
(Z)onder dak.
Bij aanvang wordt gekeken waar ondersteuning nodig is en welke belemmeringen er zijn om
(weer) zelf een woonruimte te betrekken en een huishouden te voeren.
De gemiddelde bezetting lag in 2014 op 96%. Er stroomden in dat jaar 4 cliënten uit, waarvan 3
naar een (Z)onder dak woning met begeleidingscontract en 1 naar zelfstandig wonen.
Opvang Slachtoffers Mensenhandel
Vanuit de gemeente heeft het CVD medio 2014 het verzoek gekregen om maximaal 4
slachtoffers van mensenhandel te huisvesten en te begeleiden. Het CVD heeft hiervoor, in
overleg met de gemeente, plaatsen in de voorziening Sandelingplein geoormerkt. Er zijn twee
medewerkers aangesteld voor de begeleiding van deze cliënten, zij zijn getraind door Humanitas
en krijgen intervisie van deze organisatie. Eenmaal per kwartaal overlegt de werkbegeleider met
Humanitas en de andere zorgaanbieders: Arosa en het Leger des Heils.
Medio september 2014 werd de eerste bewoner geplaatst. Een tweede aanmelding staat op de
wachtlijst van het Sandelingenplein.
CVD Intensieve Begeleiding
Vanuit (Z)onderdak is in 2014 ook een project uitgevoerd dat zich richtte op het bieden van extra,
specifieke ondersteuning aan cliënten van de Stelle, de Hille en Havenzicht. Het ging daarbij om
de groep cliënten die in beginsel in staat waren om door- of uit te stromen, ware het niet dat zij
een serieus probleem hadden op het leefgebied financiën (en soms ook dagbesteding). Met
name het leefgebied financiën blijkt, onder meer door het hebben van schulden, vaak een
struikelblok als men zelfstandig wil gaan wonen. Het op orde krijgen vraagt in veel gevallen een
zodanig (arbeids)intensieve en gespecialiseerde begeleiding dat daarin met reguliere begeleiding
niet kan worden voorzien. Gevolg is dat cliënten daardoor onnodig lang een beroep moeten doen
op (nacht)opvangvoorzieningen.
Door de ondersteuning vanuit het team Intensieve Begeleiding bleek het wel mogelijk om tot
doorstroom van de betrokken cliënten te komen. In totaal zijn door deze begeleiding 31 cliënten
uit de opvangvoorzieningen sneller doorgestroomd naar zelfstandige huisvesting of een
(Z)onderdak woning (versus 26 in 2013).
36
Woonbegeleiding aan Gezinnen (WAG)
WAG is een woonvoorziening voor gezinnen die tijdelijk opvang nodig hebben. De oorzaken
hiervan zijn verschillend. Dit kan bijvoorbeeld een huisuitzetting door schulden zijn of een
onhoudbare thuissituatie door geweld binnen het gezin. Van de gezinnen die zijn geplaatst wordt
verwacht dat ze op afzienbare termijn (weer) zelfstandig kunnen wonen en functioneren.
De begeleiding richt zich op het stabiliseren van de situatie en het versterken van vaardigheden
op diverse gebieden (financiën, administratie, contact met instanties, opvoeding e.d.), zodat
doorstroom naar regulier wonen weer mogelijk wordt.
De woonvoorziening bestaat uit twee vormen die vaak na elkaar volgen. Niet ieder gezin komt
echter in beide woonvormen terecht. De eerste woonvorm is in een aaneengesloten blok
woningen, waar overdag begeleiding aanwezig is. De tweede woonvorm is in losse woningen, die
door de cliënten zelf gehuurd worden met een huur-zorgcontract, gekoppeld aan een
woonbegeleidingscontract. Na verblijf in de woonvoorziening WAG kan nazorg plaatsvinden
(gemiddeld één huisbezoek per maand met als doel het voorkomen van terugval).
Begin 2014 kon er in totaal aan 67 gezinnen begeleiding worden geboden (in 2013 waren dat er
57). De focus lag in het afgelopen jaar op door- en uitstroom; in vergelijking met voorgaande
jaren heeft WAG een grotere doorstroom bereikt. In Welschen II zijn de eerste woningen
omgeklapt. Vanuit de Korenaarstraat is het gelukt om cliënten sneller door en uit te laten
stromen. Dat lukte in 2014 met 51 gezinnen. Eind 2014 waren er 63 gezinnen in begeleiding en
23 gezinnen in nazorgbegeleiding.
CVD Activa
CVD Activa biedt extramurale begeleiding aan zelfstandig wonende psychiatrische cliënten met
aan AWBZ indicatie. Doel is de zelfredzaamheid van de cliënten te vergroten en intramurale
opname te voorkomen. Zo helpt Activa bij het (opnieuw) aanwennen van een vast dagritme, bij
het zoeken naar een dagbesteding en bij het op orde brengen en bijhouden van de financiën en
administratie. Activa is praktisch ingesteld en vindt samendoen belangrijk, bijvoorbeeld het leren
organiseren van het huishouden, ordenen/opruimen van de administratie, bespreekbaar maken
van problemen en zoeken naar oplossingen.
Voor een groep cliënten van Activa op de Noordoever is in december 2014 de Peer2Peer training
gestart. Tevens is men gestart met het opzetten van een vrijwilligerspool van en voor cliënten.
Studenten van de Hogeschool Rotterdam doen voorbereidend onderzoek, dit wordt begin 2015
afgerond.
Het aantal cliënten van Activa is in 2014 toegenomen. Op de noordoever groeide het aantal
cliënten van 129 naar 164 en op de zuidoever nam het aantal cliënten toe van 179 naar 181.
CVD Focus
CVD Focus biedt trajectbegeleiding aan dak- en thuisloze cliënten of cliënten die dit dreigen te
worden richting wonen, werk (zinvolle dagbesteding) en welzijn in Rotterdam Noord. Het doel is
in de eerste plaats om (langdurige) dakloosheid te voorkomen. Er wordt een briefadres
aangeboden om de cyclus geen woning, geen uitkering en visa versa te doorbreken. Er zijn 64
adressen aangeboden. Daarna wordt een begeleidingsplan gemaakt gericht op wonen, een
zinvolle dagbesteding en de achterliggende problematiek (welzijn).
Er zijn in 2014 in totaal 158 trajecten ingezet waarvan 57 na aanmeldingen van dreigende
ontruiming; hiervan zijn 49 trajecten gestart. Uiteindelijk zijn er slechts twee ontruimingen
geweest en tweemaal is de huur opgezegd. Bij de andere 45 cliënten kon de ontruiming door de
begeleiding van CVD Focus voorkomen.
37
Voorts werden in 2014 6 nieuwe huur-zorgcontracten getekend en zijn 16 huur-zorgcontracten
omgeklapt naar een regulier huurcontract.
Tenslotte werd de training Focus op Succes eind februari 2014 opnieuw gestart vanaf de locatie
aan de Glashaven en is deze gedurende het jaar 43 maal gegeven aan in totaal 116 unieke
deelnemers.
CVD Preventie Dakloosheid
CVD Preventie Dakloosheid heeft als doel het voorkomen van blijvende dakloosheid van
Rotterdammers die (acuut) dakloos of thuisloos zijn, maar niet tot de MO doelgroep behoren
(omdat zij geen GGZ problematiek hebben).
Dakloosheid wordt voorkomen of opgelost door gebruik te maken van het sociaal netwerk en de
mogelijkheid van een “briefadres” bij het CVD. Indien een sociaal netwerk ontbreekt wordt
gebruik gemaakt van hostel Stayokay of (in een beperkt aantal gevallen) ander tijdelijk onderdak
(bijvoorbeeld het Woonhotel).
In 2014 zijn 116 cliënten ondersteund, waarvan 28 vanuit 2013. In 2014 stroomden 96 cliënten
uit, zodat het team in 2015 zal starten met een bestand van 20 te ondersteunen cliënten.
Van de cliënten die in 2014 uitstroomden, gingen er 71 opnieuw zelfstandig wonen, terwijl in 1
geval bleek dat toeleiding naar begeleid wonen/maatschappelijke opvang noodzakelijk was. In
totaal 9 cliënten losten hun dakloosheid op via hun netwerk, terwijl tenslotte 5 cliënten met
onbekende bestemming zijn vertrokken.
(Arbeids)Participatie
CVD Arbeidsparticipatie biedt een breed scala aan dagbestedingstrajecten aan (ex-) dak en
thuisloze cliënten zonder AWBZ indicatie respectievelijk aan kwetsbare Rotterdammers met een
AWBZ indicatie op dit gebied. Vanaf 2015 zal in alle gevallen een gemeentelijke indicatie nodig
zijn. Tot medio 2014 werden al deze dagbestedingsactiviteiten uitgevoerd in de voorziening van
Speyk. Stopzetting van de gemeentelijke subsidie voor deze voorziening was mede aanleiding
om te komen tot een herbezinning op de toekomst van de (arbeids)participatie binnen het CVD.
Dat heeft geleid tot het besluit de (arbeids)participatie niet langer te concentreren op één locatie
maar om deze lokaal, lees verspreid over diverse locaties te gaan uitvoeren. Met name het eerste
halfjaar van 2014 heeft daarom in het teken gestaan van het overhevelen van de activiteiten naar
diverse CVD- en overige locaties.
De eigentijdse wijze waarop sindsdien vorm wordt gegeven aan de (arbeids)participatie heeft
ertoe geleid dat alle activiteiten sinds juli 2014 te maken hebben gekregen met een toenemend
aantal deelnemers. De toestroom is zodanig dat bepaalde activiteiten meerdere malen kunnen
worden uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is de computerles in het Klooster in Noord, die in
samenwerking met ICT-vrijwilligers wordt gegeven. Een neveneffect is tevens dat men vanuit het
Klooster getalenteerde cliënten actief benadert voor vrijwilligerswerk voor Het Klooster of in de
buurt. Ook zijn er zijn diverse nieuwe prikploegen gestart, onder andere rondom CVD Havenzicht
en CVD de Nok. De kookgroepen op CVD de Hille zijn eveneens een succes zodat begin 2015
mogelijkheden om uit te breiden zullen worden onderzocht. CVD de Nok biedt, naast tekenen en
schilderen, ook elke ochtend gymnastiek. Tenslotte is het in 2012 gestarte Blokhutproject (een
samenwerkingsverband met onder meer Havensteder) ook in 2014 gecontinueerd.
38
Al met al heeft de nieuwe aanpak ertoe geleid dat het oorspronkelijk met de gemeente
afgesproken aantal dagbestedingstrajecten (80) ruimschoots zijn gerealiseerd met in totaal 95
trajecten. Het CVD heeft extra trajecten toegewezen gekregen.
CVD Trainingen (voorheen CVD Preventie)
Tot 2014 richtte het team CVD Preventie zich zowel op trainingen richting activering en arbeids-
participatie als op voorlichting over financiën en schulden op scholen. De behoefte aan cursussen
gericht op activering en arbeidsparticipatie bleek echter groter dan het toenmalige aanbod.
Tevens waren de resultaten van deze trainingen aantoonbaar goed, zodat met de gemeente
werd overeengekomen om de inzet van dit team in 2014 geheel te richten op trainingen richting
activering en arbeidsparticipatie. Doelstelling daarbij was om
- de MO groep zo klein mogelijk (preventie) en het verblijf op onze locaties zo kort mogelijk te
houden en om
- te zorgen dat de doelgroep bij uitstroom blijvende vaardigheden heeft meegekregen die leiden
tot een zo succesvol mogelijk zelfstandig leven.
In 2014 zijn de volgende trainingen gegeven:
Talent Atelier
Een empowerment project, ontstaan uit een combinatie van CVD Echte Mannen en CVD
Talentrijke Vrouwen (naast gemeentelijke subsidie mogelijk gemaakt door het Oranje Fonds met
een eenmalige subsidie). Mannen en vrouwen trekken gezamenlijk op en bundelen hun talenten.
Deelnemers leren zichzelf opdrachten te geven die leiden tot verandering van gedrag, leren het
netwerk te gebruiken evenals initiatieven en voorzieningen in hun omgeving, leidend tot actieve
inzet in de eigen wijk.
Van de 24 deelnemers hebben er 18 het traject succesvol afgerond en hebben 16 van hen
vrijwilligerswerk en/of een dagbesteding gevonden terwijl zij tevens actief zijn geworden in hun
wijk.
Peer2Peer
Peer2Peer is een re-integratieproject speciaal voor bewoners van de maatschappelijke opvang.
Deze training is ontwikkeld door de cliëntenraad van het CVD en werd in 2014 overgedragen aan
het team Trainingen. Het doel van het traject is obstakels bij het vinden van (vrijwilligers)werk
weg te nemen door het ontdekken van sterke eigenschappen en ontwikkelpunten en het
ontwikkelen van vaardigheden om een netwerk op te bouwen en jezelf te leren ‘verkopen’. In
2014 zijn er drie groepen gestart, met een succesvolle uitstroom van 17 deelnemers.
Orde op Zaken
De cursus Orde op Zaken is een laagdrempelige cursus gericht op financiën, dagbesteding en
wonen. Er wordt ingegaan op houding en gedrag en cliënten krijgen praktische handvatten
aangereikt. De cursus wordt -het hele jaar door- op vier verschillende CVD-locaties gegeven. In
2014 waren deze locaties Havenzicht, de Hille, Mackay en de Stelle. Het streven was om in 2014
80 unieke personen te bereiken, de teller is blijven steken op 70 unieke personen. Er zijn bij
elkaar 98 bijeenkomsten geweest.
Talentrijk
Talentrijk is een project gericht op talentontwikkeling van vrouwen. Het project is gebaseerd op
de portfoliomethodiek, die speciaal is bedoeld voor vrouwen die actiever willen deelnemen aan
de maatschappij. Doelstelling van dit project is het vergroten van vaardigheden van Rotterdamse
vrouwen, gericht op maatschappelijke participatie en het bevorderen van de sociale mobiliteit.
Van de 62 aanmeldingen hebben er 48 vrouwen deelgenomen aan de training. Daarvan zijn er 9
uitgestroomd naar een betaalde baan, 18 naar vrijwilligerswerk, 7 naar een opleiding, 2 naar een
leer/werktraject en tenslotte 11 vrouwen naar Nederlandse taalles.
39
Vrijwilligersmakelaars
De vrijwilligersmakelaars worden ingezet bij zowel de extramurale- als de intramurale
voorzieningen. In 2014 waren er 2 vrijwilligersmakelaars actief binnen het CVD. De Vrijwilligers-
makelaar heeft tot taak de CVD-professionals te adviseren en te ondersteunen bij het activeren
van cliënten die vrijwilligerswerk kunnen gaan doen en cliënten die een maatje willen hebben.
De vrijwilligersmakelaar biedt ondersteuning in de vorm van respectievelijk (1) het introduceren
van vrijwilligerswerk bij cliënten en medewerkers en samen zoeken naar vacatures, (2) het
werven en aandragen van vrijwilligersplekken voor cliënten, (3) het werven en aandragen van
maatjes voor cliënten, (4) het adviseren en ondersteunen van de medewerkers bij het vinden van
vrijwilligerswerk/maatjes voor hun cliënten, (5) het aan de begeleiders geven van informatie en
inzicht in de randvoorwaarden met het oog op hun contacten met een vrijwilligersorganisatie en
met maatjes, (6) meedenken om activiteiten op te zetten waarbij vrijwilligers van intern en extern
betrokken kunnen zijn en (7) meedenken hoe vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties nog meer in
te zetten zijn bij de ondersteuning van cliënten.
In 2014 zijn er 198 matches gerealiseerd, dat zijn er 81 meer dan in 2013. Tevens werd gestart
met het klusteam: cliënten helpen (mede)bewoners met het opknappen van hun kamer of
woning.
Jongeren
CVD Jongeren biedt huisvesting in combinatie met begeleiding voor jongeren tussen de 18 en
23 jaar. De begeleiding van deze jongeren is gericht op scholing, werk en zelfredzaamheid.
In 2014 kende het CVD in totaal 199 plaatsen voor jongeren met daarnaast ruimte voor maximaal
60 kinderen (behorend bij 45 opvangplaatsen voor jonge moeders).
Naast een aantal losse woningen heeft CVD Jongeren 4 grootschalige voorzieningen met ieder
een eigen karakter en mate van begeleiding. Dit zijn de voorzieningen CVD Foyer
Henegouwerlaan, CVD Klooster, CVD Emmahuis en CVD Boezemdwars. Daarnaast zijn in het
project CVD Welschen II tussen de 10 en 20 plaatsen bedoeld om door jongeren bewoond te
worden.
Bezetting en uitstroom
De gemiddelde bezettingsgraad binnen de jongerenvoorzieningen bedroeg in 2014 95%. In totaal
stroomden 128 jongeren uit. In 80% daarvan ging het om een positieve uitstroom.
Terugvalpreventie
De in 2013 gestarte terugvalpreventie is ook in 2014 voortgezet. Alle positief uitgestroomde
cliënten worden gemonitord. Tweemaal per jaar wordt er contact met hen opgenomen gedurende
een periode van 3 jaar. Mocht de situatie zodanig slecht zijn dat een kortdurende interventie niet
afdoende is, dan is terugplaatsing mogelijk. In 2014 is aan gemiddeld 17 jongeren nazorg
verleend. In 1 situatie heeft de nazorg geleid tot terugplaatsing van een jonge moeder naar
Boezemdwars en in 1 situatie van een alleenstaande jongere naar een voorziening binnen de
MO-Volwassenenketen (omdat de jongere in kwestie inmiddels ouder was dan 22 jaar).
In 2015 zal deze monitoringstaak overgenomen (moeten) worden door de desbetreffende
wijkteams.
Zorgvraagverduidelijking (ZVV)
Jongeren kunnen alleen opgevangen worden als zij voldoen aan de toelatingseisen van Centraal
Onthaal Jongeren (COJ) van de gemeente Rotterdam.
40
CVD Jongeren deed in 2014 voor 122 dak- of thuisloze jongeren een Zorgvraagverduidelijking.
Nadat alle relevante informatie rondom een jongere is verzameld, wordt er een trajectvoorstel
geformuleerd.
Daarin wordt een advies gedaan over de aanpak van de problematiek van de jongere en over de
woonvoorziening die passend is. Besluiten daarover werden ook 2014 genomen in de
TrajectToewijzingsCommissie voor Jongeren (TTCJ). CVD Jongeren nam gedurende het jaar
wekelijks deel aan de TTCJ-vergaderingen. In 2015 zal deze commissie als gevolg van de
decentralisatie van zorgtaken van het rijk naar gemeenten worden vervangen door de
zogenoemde Indicatie Advies Commissie.
CVD Klooster
CVD Klooster biedt woonruimte aan 32 alleenstaande jongeren in de leeftijd van 18 tot 23 jaar. Er
zijn 9 units waar twee of drie bewoners de voorzieningen delen, 1 unit is aangewezen voor
crisisopvang. ’s Avonds en in het weekend is er geen begeleiding aanwezig. De functie van
nachtwacht werd in 2014 -net als in 2013- vervuld door een beveiligingsbedrijf om de
beheersbaarheid en de veiligheid te waarborgen. Waar nodig corrigeren zij de bewoners. De
cliënten krijgen naast professionele ondersteuning ook ondersteuning van een aantal vrijwilligers
bij het leren schoonmaken en de administratie.
CVD Emmahuis
CVD Emmahuis bestond eind 2014 uit 44 zelfstandige units voor alleenstaande jongeren tussen
de 18 en 23 jaar; in 2013 waren dat 39 units. Bewoners huren een eenkamerwoning bij
woningcorporatie Havensteder en hoeven geen voorzieningen te delen. Het wonen is gekoppeld
aan de ambulante begeleiding. De units zijn bedoeld voor jongeren met een lichte problematiek.
In het complex is het kantoor van CVD Emmahuis gevestigd voor advies, ondersteuning en
begeleiding. De begeleiding is ambulant.
In 2013 won het Emmahuis met een door Union uitgeschreven prijsvraag € 20.000 voor het
opzetten van het CVD Jongerenfonds. Het CVD heeft dit bedrag vervolgens verdubbeld.
Daarmee wordt voorzien in kleine materiële behoeften in de persoonlijke levenssfeer, o.a. ten
behoeve van studie of sport. In ruil daarvoor verricht de jongere een maatschappelijke dienst. In
2014 zijn 43 aanvragen gehonoreerd, in 2013 waren dat er 9. Het fonds is voor alle jongeren met
een TTC traject.
Het Emmahuis heeft een succesvol aanbod ontwikkeld voor de maandelijkse bewonersavonden:
de begeleiding leert de jongeren voordelig boodschappen doen, koken en bewaren. Daarnaast
heeft elke bewonersavond een ander thema.
CVD 18+ woningen
Vanuit CVD Emmahuis (Rotterdam Noord) en CVD Klooster (Rotterdam Zuid) wordt er
ambulante woonbegeleiding geboden aan alleenstaande jongeren tussen 18 en 23 jaar. Deze
jongeren wonen niet in een voorziening maar in woningen verspreid over de stad Rotterdam.
In 2014 werd daarnaast ook (door het team Boezemdwars) begeleiding gegeven aan 4 jongeren
die zwanger zijn en tot hun bevalling op een plek in de 18+ voorziening wonen. Na de bevalling
stroomt de jonge moeder met kind in de voorziening Boezemdwars in.
CVD Jongeren werkte ook in 2014 aan een herschikking van de woningen. Aanleiding waren de
ontwikkeling van CVD Welschen II en de mogelijkheid om het aantal units in het Emmahuis uit te
breiden. Het aantal verspreid liggende losse woningen werd hierbij verminderd in ruil voor extra
units in het Emmahuis en woningen in CVD Welschen 2.
41
CVD Foyer Henegouwerlaan
Het CVD Foyer Henegouwerlaan biedt woonruimte aan 32 alleenstaande jongeren in de leeftijd
van 18 tot 23 jaar. Volgens de gemeentelijke normen is het Foyer een voorziening voor jongeren
met een zware problematiek. Er is een 24 uurs aanwezigheid van personeel. In deze voorziening
worden uitsluitend alleenstaande jongens en meisjes tussen de 18 en 23 jaar gehuisvest.
Jongeren huren een kamer bij woningcorporatie Woonbron en delen douche, keuken en toilet.
Binnen CVD Jongeren wordt op deze locatie de meest intensieve begeleiding gegeven.
CVD Boezemdwars
CVD Boezemdwars bestaat uit 45 zelfstandige units voor jonge moeders met kind(eren).
Bewoners huren een eenkamerwoning bij woningcorporatie Havensteder en hoeven geen
voorzieningen te delen. In het complex is ook het kantoor van CVD Boezemdwars gevestigd voor
advies, ondersteuning en begeleiding. Het CVD begeleidingsteam biedt ambulante begeleiding
aan jonge moeders in de leeftijd van 18 tot 23 jaar en hun kind(eren).
Het team Boezemdwars ondersteunt de jonge moeders ook bij opvoedingsvragen. Gemiddeld
waren er in 2014 50 kinderen op de voorziening. De begeleiding van de kinderen wordt
maandelijks geëvalueerd met het Centrum voor Jeugd en Gezin.
Arbeidsparticipatie voor jongeren
In de begeleiding van de jongeren door het CVD is het hebben van een dagbesteding als
verplichting opgenomen. Waar mogelijk worden de jongeren daarbij geholpen door hun
begeleiders. Daarnaast worden er gemeenschappelijke activiteiten georganiseerd om jongeren te
activeren. Een greep hieruit levert het volgende beeld op.
Het hele jaar door is er in 2014 gevoetbald op een pleintje in de Provenierswijk; jongeren hebben
deelgenomen aan het toernooi Voetbal als Medicijn en het Space 4 U festival/voetbaltoernooi,
beide georganiseerd door Belevingswereld terwijl verschillende jongeren in 2014 hebben
deelgenomen aan CVD FitBoost!.
Gemiddeld 10 à 20 jongeren sportten in 2014 wekelijks in de sporthal aan de Jozefstraat. Het
eerste uur werd er gevoetbald en het tweede uur gaf een begeleider Thaiboksen.
In het najaar 2014 werd met 16 jongeren voor de vijfde keer deelgenomen aan de zeilreis van de
Eendracht. Deze zeiltocht verandert het leven bij veel van de jongeren. Het zelfvertrouwen is
enorm toegenomen, ze brengen vaker hun studie tot een positief einde en gaan aan het werk.
Een bijkomende positieve ontwikkeling voor de Rotterdamse haven is dat een aantal jongeren
zich hebben opgegeven voor een opleiding op het Scheepvaart- en Transportcollege Rotterdam
(STC). De Eendracht helpt deze jongeren bij het vinden van een geschikte stageplek. De sponsor
van de zeilreizen heeft toegezegd de sponsorbijdrage aan de Eendracht te verlengen voor de
komende jaren. Hierdoor krijgen de toekomstige bewoners van CVD ook de kans om hun horizon
te verbreden.
CVD Emmahuis heeft een vrijwilliger die de jongeren leert klussen. Iedere dinsdag is er een
inloopspreekuur voor vragen over tuinieren, timmeren, verven, (fiets)reparaties en elektriciteit.
Project Inkomensbeheer Humanitas
De gemeente heeft inkomensbeheer verplicht gesteld wanneer jongeren een schuld hebben
hoger dan € 3000. Er wordt een aparte beheerrekening geopend waar de jongere het inkomen op
gestort krijgt. De vaste lasten, huur, zorgverzekering etc. worden betaald en waar mogelijk wordt
een bedrag gereserveerd om schulden te gaan aflossen. Het resterende bedrag krijgt de jongere
als leefgeld.
Het (succesvolle) project stopte eind 2014 omdat er geen geld meer beschikbaar was voor vol-
gende jaren. Dat betekent dat jongeren vanaf 2015 weer toegeleid zullen worden naar de KBR.
42
Het product inkomensbeheer verdwijnt hiermee ook. De gemeente heeft toegezegd te
onderzoeken of zij het product inkomensbeheer op een andere manier kan gaan aanbieden,
omdat het zoals aangegeven zeer succesvol is gebleken.
Vooral de laagdrempeligheid en de samenwerking tussen de budgetcoach van Humanitas en de
begeleider van de zorginstelling heeft bijgedragen tot het goede resultaat.
3.2.3. VRIJWILLIGERSWERK
Vrijwilligerswerk Rotterdam (VR) is een stedelijke voorziening waarin een aantal taken is
ondergebracht die tot 2013 werden uitgevoerd door vier verschillende organisaties én die de
opdracht heeft een aantal nieuwe teaken te ontwikkelen. Het CVD is hoofduitvoerder van VR.
Advies en ondersteuning
Het adviseren en ondersteunen van vrijwilligersorganisaties behoort tot de kerntaken van
Vrijwilligerswerk Rotterdam. De duur en intensiteit van het advies of de ondersteuning aan de
klant varieert van een kort adviesgesprek tot een langdurig ondersteuningstraject waarbij een
organisatie of initiatiefnemer van idee tot uitvoering wordt begeleid en ondersteund.
In 2014 hebben de medewerkers van VR een grote verscheidenheid aan organisaties
geadviseerd en ondersteund. In totaal is er met meer dan 500 organisaties contact geweest. Het
ging hier om vrijwilligersorganisaties in het jeugd- en jongerenwerk, sportorganisaties, culturele
organisaties en zorginstellingen, vrouwenorganisaties en zelforganisaties, buurt en bewoners-
initiatieven en organisaties in oprichting en informele groepen.
Veel van de advies- en ondersteuningsaanvragen hadden betrekking op het aanvragen van
fondsen en/of subsidies voor activiteiten, een festival organiseren en de aanschaf van materialen
of inventaris. VR heeft de organisaties ondersteund bij het maken van projectplannen, begro-
tingen en de verantwoording.
Initiatiefnemers van projecten en begeleiders zijn waar nodig gecoacht en geadviseerd hoe te
werken met vrijwilligers en hoe hun plannen te realiseren. Organisaties zijn geïnformeerd over
veranderingen op het gebied van wet- en regelgeving, verzekeringen en de Verklaring Omtrent
Gedrag. Diverse organisaties zijn ondersteund bij het werken met jongeren en kinderen. Er zijn
trajecten gestart waarbij organisaties ondersteund werden bij het veiliger maken van hun werk
met kinderen op het gebied van seksueel overschrijdend gedrag. Daarnaast zijn 516 organisaties
ondersteund bij het werven van vrijwilligers en bij het opzetten van een stichting, een vereniging
of een project. Verder is aandacht besteed aan de ontwikkeling en professionalisering van
vrijwilligersorganisaties.
Bemiddeling en Vrijwilligersvacaturebank
Ook de bemiddeling tussen vraag naar en aanbod van vrijwilligerswerk is een kerntaak van VR.
Rotterdammers op zoek naar vrijwilligerswerk schrijven zich in bij de vacaturebank en zoeken
digitaal naar passende vrijwilligersvacatures aangeboden door organisaties.
In 2014 was sprake van een toename van het aantal vacatures en de reacties op deze vacatures.
Er hebben zich in dat jaar in totaal 3.698 Rotterdammers ingeschreven via de vacaturebank.
Opvallend daarbij was dat de grootste groep (57%) vrijwilligers die zich heeft aangemeld jonger
was dan 40 jaar en ook dat er een sterke stijging was te zien van het aantal vacatures t.o.v.
voorgaande jaren: gemiddeld 400 vacatures per jaar versus 1.079 in 2013 en 1.573 in 2014.
Vrijwilligersvacatures die worden aangeboden op de site worden getoetst of er geen sprake is
arbeidsverdringing.
43
Vanuit de vraagzijde deden zich in 2014 de volgende ontwikkelingen voor:
- vrijwilligerswerk werd gebruikt als instrument voor participatie /re-integratie–trajecten (bijvoor-
beeld Tegenprestatie);
- er was een flexibele invulling van vrijwilligerswerk, een toename van MBO (Maatschappelijk
Betrokken Ondernemen)-klussen en een toenemende focus vanuit het onderwijs op vrijwil-
liggerswerk (studenten);
- vrijwilligers gaven steeds vaker aan op hun profiel dat zij betaald werk zochten/werkervaring
wilden opdoen met vrijwilligerswerk.
Servicebalie
De servicebalie is de frontoffice van VR: een laagdrempelige, klantvriendelijke toegang tot het
vrijwilligerswerk in de stad. De Servicebalie is gevestigd op de begane grond van de Centrale
Bibliotheek en heeft in 2014 de openingstijden van de bibliotheek aangehouden. Derhalve was de
servicebalie op werkdagen van 10 uur tot 20 uur en daarnaast ook in het weekend geopend. De
avond- en weekendopenstelling heeft weinig bezoekers getrokken. Daarom werd besloten vanaf
de herfst 2014 op zondag niet meer open te gaan.
Gedurende het hele jaar is een klein groepje vrijwilligers actief geweest bij de servicebalie. In het
vierde kwartaal van 2014 zijn er 6 nieuwe vrijwilligers geworven en ingewerkt. In totaal zijn er 9
vrijwilligers werkzaam bij de servicebalie.
De helft van de vragen die bezoekers gedurende 2014 aan de servicebalie kwamen stellen was
niet bestemd voor VR. Van de vragen die wel bestemd waren voor VR ging globaal de helft over
het zoeken naar vrijwilligerswerk en over vrijwilligerswerk in het algemeen. In ca. 75% van de
gevallen konden de vragen meteen aan de balie worden beantwoord en werd er direct bemiddeld
naar vrijwilligerswerk. Ongeveer 20% van de vragen werd doorverwezen naar de backoffice van
VR, gevestigd aan de Glashaven.
Naast deze bemiddeling hebben er bij de Servicebalie verschillende activiteiten plaatsgevonden.
Zo is er in 2014 gestart met een ‘thema van de maand’.
Rotterdamse Vrijwilligersverzekering
In 2014 zijn er 116 aanmeldingen voor de vrijwilligersverzekering binnengekomen. Dat aantal is
gegroeid in vergelijking met 2013 waarin 96 aanmeldingen binnenkwamen. Eind 2014 waren in
totaal 1.513 organisaties bij VR ingeschreven met in totaal ca. 87.550 verzekerde vrijwilligers.
Vrijwillige Thuis Administratie (VTA)
In 2014 zijn er 65 hulpvragen afgehandeld. Daarvan konden er ca. 30 na inzet van een vrijwilliger
worden afgerond en vonden ca. 10 klanten alsnog elders hulp. Met ca. 20 klanten kon geen
contact worden gelegd. Tenslotte was een aantal hulpvragen niet voor VTA bedoeld.
Ultimo 2014 werden 37 hulpvragers ondersteund door een vrijwilliger en stonden 15 klanten
daarvoor op de wachtlijst. Ondersteuningstrajecten duren gemiddeld 9 tot 12 maanden.
Op verzoek van CVD algemeen maatschappelijk werk in Rotterdam Noord zijn er in februari 2014
vrijwilligers ingezet voor ondersteuning bij het invullen van kwijtscheldingsformulieren. Eenmaal
per kwartaal vond er coördinatorenoverleg plaats. Regelmatig wordt er aan de VTA-vrijwilligers
deskundigheidsbevordering aangeboden.
De VTA-vrijwilligers zijn halverwege 2014 bijeengeweest voor het uitwisselen van ervaringen en
zijn inhoudelijk geïnformeerd over (het voorkomen van) de gang naar de Kredietbank.
Vrijwillige Thuis Administratie i.s.m. de Kredietbank Rotterdam
Burgers moeten steeds meer zelf doen. Vrijwilligersprojecten en -organisaties hebben steeds
meer vrijwilligers nodig die mensen helpen bij hun financiën of financiële administratie.
44
De vraag voor de Budgettraining en Hulp bij administratie: van adviseren naar motiveren (beide
aangeboden i.s.m. de Kredietbank Rotterdam) bleek groter dan verwacht. Deze trainingen zijn
daarom meerdere keren ingepland om aan deze vraag te voldoen: in totaal 11x
Maatjes Vrijwillige Zorg (MVZ)
In 2014 zijn er in totaal 444 1e jaars studenten MWD en SPH van Hogeschool InHolland
bemiddeld door MVZ010 naar een organisatie om een jaar lang student-vrijwilligerswerk te doen.
Een mooie manier voor hen om kennis te maken met de praktijk. In totaal hebben 43 MVZ010
organisaties plaatsen beschikbaar gesteld. Als vorm van waardering zijn er 646 theaterkaartjes
met korting door vrijwilligers afgenomen.
Er kwamen in 2014 bij MVZ 010 94 nieuwe hulpvragen binnen.
Coach in het Vrijwilligerswerk
Het project ‘Coach in het vrijwilligerswerk’, waar cliënten uit de hulpverlening aan deelnemen, is
gericht op begeleiding naar vrijwilligerswerk, een re-integratietraject of een leerwerktraject. In
2014 zijn er via het project in totaal 31 deelnemers bemiddeld, waarvan er 21 naar
vrijwilligerswerk en 1 naar een re-integratie traject. Voorts zijn er 6 cliënten uitgevallen en weer
teruggestroomd naar de psychiatrie of het maatschappelijk werk. Twee cliënten zijn uiteindelijk
een opleiding gaan doen en een cliënt is tijdens het traject uit beeld verdwenen. Het traject van
veertien cliënten, gestart in 2014, wordt meegenomen naar 2015.
Gilde Rotterdam
Gilde Rotterdam is een vrijwilligersorganisatie die in 2013 onderdeel werd van VR. Het kenmerk
van Gilde is kennisoverdracht, uitgevoerd via drie activiteiten, te weten her verzorgen van
rondleidingen, het ontwikkelen en versterken van kennis en gebruik van de Nederlandse taal en
de inzet van specifieke kennis en vaardigheden op het gebied van leven en welzijn, hobby en
ontspanning, schoolvakken, sociale vaardigheden en vreemde talen.
In 2014 telde Gilde in totaal 498 actieve aanbieders en 15 actieve vrijwilligers waarvan er in de
loop van het jaar respectievelijk 81 en 2 zijn gestopt. Per ultimo 2014 waren er 417 aanbieders en
13 vrijwilligers vanuit 2014 actief.
Project Maatschappelijke Inspanning Rotterdam (MIR)
Met de opdracht MIR heeft VR zich ingezet om de gemeente te ondersteunen bij de opdracht om
meer werkzoekenden met een gemeentelijke uitkering (WWB) te bewegen tot een tegenprestatie
in het vrijwilligerswerk. Het project zal met ingang van 2015 worden omgedoopt in ‘Project
Tegenprestatie.
Om de bemiddeling te faciliteren, heeft VR in 2014 wekelijks spreekuren gehouden bij de
servicebalie in de centrale bibliotheek. Daar werden mensen ondersteund bij het opstellen van
hun profiel en het zoeken naar passende organisaties en vacatures.
Ook werden er 4 vrijwilligersmarkten georganiseerd met een zeer uiteenlopend aanbod aan
vacatures. Van trainer bij een sportclub tot medewerker speeltuinen. Van medewerker
natuurcentrum Rotterdam tot conciërge in een verpleeghuis.
Voor (toekomstige) vrijwilligers heeft VR workshops ‘Vrijwilligerswerk, wat is dat?’ gegeven. In
deze workshops kwamen alle aspecten van vrijwilligerswerk aan bod. De nadruk lag hierbij op het
wegnemen van belemmeringen om maatschappelijk actief te zijn en het ontdekken van eigen
talenten.
Om organisaties voor te bereiden op het werken met kandidaten MIR heeft VR hen ondersteund
met verschillende vormen van deskundigheidsbevordering.
Op het gebied van het binden van vrijwilligers werd er vanuit MIR een basistraining Leidinggeven
aan vrijwilligers georganiseerd.
45
Daarin werd onder andere aandacht besteed aan leiderschapsstijlen en het motiveren van de
vrijwilligers. Om te ondersteunen bij het vinden van vrijwilligers, heeft VR ook een training “pitch
je organisatie” aangeboden.
Met de bedoeling het draagvlak onder organisaties te vergroten en zicht te krijgen op de
drempels die zij ervaren heeft Vrijwilligerswerk Rotterdam in 2014 in totaal 9 themabijeenkomsten
georganiseerd. Dat gebeurde aan de hand van actuele thema’s rondom MIR. Met hetzelfde doel
zijn er Klantenpanels georganiseerd. Ruim 20 organisaties meldden zich hiervoor aan, om op die
manier in gesprek te gaan over de praktijk van MIR.
3.2.4. MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
Centraal in de maatschappelijke dienstverlening van het CVD staan:
1) het bieden van preventie diensten aan individuen om het deelnemen aan de maatschappij
zeker te stellen en het wonen en de financiële situatie op orde te krijgen en te houden.
2) het aanleren van vaardigheden aan individuen om hen op weg te helpen naar een zo
zelfstandige mogelijke participatie in de samenleving.
De geleverde prestaties worden hieronder nader toegelicht. Daarbij is het gegaan om vormen van
maatschappelijke dienstverlening die stedelijk werden uitgevoerd én om maatschappelijk werk
dat lokaal (en tot maart 2014 in opdracht van de deelgemeenten Noord en
Hillegersberg/Schiebroek) werd gerealiseerd.
STEDELIJKE ACTIVITEITEN
CVD Bureaudienst
Als onderdeel van de 7x24 uurs dienstverlening kon ook in 2014 elke Rotterdammer met (acute)
ondersteuningsvragen tijdens kantoortijden binnenlopen bij de CVD Bureaudienst aan de
Glashaven. Of men maakte telefonisch of schriftelijke een afspraak. Veel van de ondersteunings-
vragen gingen opnieuw over de onderwerpen financiën en schuldenproblematiek, huisvesting,
werken, relaties en opvoeding.
De maatschappelijk werkers van de CVD Bureaudienst boden directe en kortdurende maat-
schappelijke dienstverlening bestaande uit: het geven van informatie en advies, concrete dienst-
verlening, bemiddeling en belangenbehartiging, probleemverheldering, begeleiding/behandeling,
ondersteuning, rapportage, advies en outreachende activiteiten.
De interventies waren preventief om situaties niet verder te laten escaleren en om te zorgen voor
een adequate afhandeling van een acute situatie.
Het aantal gesprekken dat in 2014 werd gevoerd bedroeg in totaal 2.425. Daarvan waren 412
korte contacten.
De hulpvragen gesteld in de telefonische contacten (n=1568) hadden als onderwerp huisves-ting
(n= 578), problemen met maatschappelijke organisaties ( n=459) en financiële problemen (386).
In het kader van online hulpverlening kent het CVD de mogelijkheid voor bezoekers van de
website om direct hulpvragen te stellen. Men kan daartoe een contactformulier invullen en
opsturen. De vragen worden in beginsel behandeld door de Bureaudienst.
In totaal zijn in 2014 434 contacten op deze wijze afgehandeld, een afname van 20% ten
opzichte van 2013.Ook hier gingen de meeste vragen over huisvestings- en verblijfsproblemen
(202), problemen met maatschappelijke organisaties (100) en financiële problemen (82).
46
In 2015 zullen in Rotterdam naast een viertiental Vraagwijzers (Wmo loketten) ook 42 integrale
wijkteams actief zijn om Rotterdammers met hulpvragen bij te staan en hetzij kortdurend te
ondersteunen hetzij door te verwijzen naar 2e lijns zorg. Daarmee word ook de rol van CVD
Bureaudienst een andere en dienen Rotterdammers met een woonadres verwezen te worden
naar de Vraagwijzer. Om hierop te anticiperen heeft de Bureaudienst in 2014 waar mogelijk de
ondersteuning van cliënten overgedragen an partners in de wijk. Ook werd de bijdrage aan de
Lokale Zorgnetwerken afgebouwd.
FIOM
CVD Fiom heeft jarenlange expertise opgedaan en verleent hulp aan vrouwen (en hun partners)
die problemen ondervinden rondom zwangerschap of juist ongewenste kinderloosheid. Zij
ondersteunt bij het nemen van moeilijke beslissingen en geeft daarnaast voorlichting aan o.a.
verloskundigen. Zij geeft voorlichtingen aan ziekenhuizen en doet mee aan het netwerkoverleg
jonge moeders. CVD Fiom verleent ook hulp bij afstand ter adoptie en adoptie van kinderen.
In 2014 zijn er 243 cliënten geholpen, waarbij er in totaal 1.607 cliëntcontacten waren. 87% van
de cliënten zijn vrouwen. 39% van de gesprekken gingen over besluitvorming bij zwangerschap.
Het merendeel van de mannen neemt contact op in het kader van een zoekactie. In 32% van alle
aanmeldingen wisten cliënten op eigen initiatief of via een bekende hun weg naar CVD Fiom te
vinden.
Er zijn 4 voorlichtingen verzorgd aan ziekenhuizen, verloskundigen, scholen en huisartsen.
Hierbij zijn 79 mensen bereikt.
Daarnaast zijn er in 2014 verschillende voorlichtingen verzorgd voor de studenten van de
Hogeschool Rotterdam, opleidingen Maatschappelijk Werk, Pedagogiek en Sociaal
Pedagogische Hulpverlening en de verloskundige academie.
CVD Inkomen & Schulden
Nadat in 2012 door Inkomen & Schulden een nieuwe werkwijze werd ontwikkeld (waarbij de
focus kwam te liggen op het bieden van nazorgtrajecten), verzocht de opdrachtgever
(Kredietbank Rotterdam) begin 2014 om de klanten van de KBR specifiek op de volgende
aspecten te ondersteunen:
- het versterken van de financiële zelfredzaamheid van de klant;
- vaststellen welke ondersteuning nodig is om uitval tijdens het schulddienstverleningstraject te
voorkomen;
- wanneer de klant voldoende financieel zelfredzaam is, starten met de afbouw/beëindiging van
het budgetbeheer zodat dit vanuit de KBR niet langer duurt dan strikt noodzakelijk is.
In 2014 zijn er door de KBR 521 klanten aangemeld bij CVD Inkomen en Schulden. Het team
heeft deze aanmeldingen allemaal verwerkt. Dit heeft geleid tot 214 intakes en 103
hulpverleningstrajecten. Daarnaast werden in 2014 nog 92 aanmeldingen verwerkt uit 2013 en
102 lopende trajecten uit 2013 afgerond.
LOKAAL MAATSCHAPPELIJK WERK
CVD Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) Noord
In 2014 heeft een aantal grote veranderingen plaats gevonden die invloed hebben gehad op de
uitvoering van de werkzaamheden van AMW Noord.
Met de verkiezingen op 20 maart 2014 werden ook de deelgemeenten opgeheven. De afspraken
zoals die in 2013 werden gemaakt met de deelgemeente Noord werden in 2014 weliswaar
gecontinueerd maar wel werd daaraan in de loop van het jaar op een andere wijze invulling aan
gegeven.
47
Directe aanleiding was de voorbereiding op de decentralisatie van zorgtaken, als gevolg waarvan
in Rotterdam werd besloten (gefaseerd) 42 wijkteams op te richten. Het algemeen
maatschappelijk werk Noord heeft tegen die achtergrond vanaf 1 januari 2014 deelgenomen aan
het wijkteam Oude Noorden. Ook werd later in het jaar aan de door de gemeente Rotterdam
geïnitieerde proeftuin Langdurige Zorg mee gedaan. Binnen deze context heeft AMW Noord in
2014 zijn focus gericht op de volgende (nog met de deelgemeente) overeengekomen
werkzaamheden.
inloopspreekuur
Het aantal korte contacten is in 2014 ruim boven de prognose uitgekomen. Er zijn in totaal 513
huishoudens via het inloopspreekuur aangemeld, terwijl uitgegaan was van 300. De
samenwerking met de Vraagwijzer was goed. De Vraagwijzer in gebied Noord verzorgde de
aanvragen Individuele Voorzieningen en kende als deelnemers de Raadslieden en de
Kredietbank Rotterdam (KBR).
Hulpverleningstrajecten: intakes en trajecten
In 2014 was sprake van een toename van vragen met betrekking tot ondersteuning vanwege
financiële problemen. Deze vragen overstemden de ondersteuning bij psychosociale
problematiek. Er zijn in 2014 niet meer dan 26 trajecten ondersteuning psychosociale
problematiek gerealiseerd. Daar tegenover staat dat de ondersteuning van de financiële
problematiek is toegenomen tot in totaal 258 trajecten. Binnen de trajecten zit een overlap
(cliënten met financiële problemen die ook psychosociale problemen hebben).
Deze worden pas zichtbaar tijdens het traject. Vaak moet eerst de belangrijkste stress oorzaak
worden aangepakt voordat men aan de psychosociale problemen kan werken.
Casemanagement trajecten
Er is tijdens de aanmeldfase een investering door AMW gepleegd door het afleggen van een
huisbezoek, (telefonisch) overleg en/of brieven schrijven om de zorgmijders in traject te krijgen.
AMW Noord was voor de instroom van zorgmijders afhankelijk van de toewijzing door de Lokale
Zorg Netwerken (LZN). Tijdens de LZN casebesprekingen werd met de netwerkpartners telkens
bekeken welke organisatie de besproken casus het beste kon oppakken. In het najaar 2014 bleek
dat er 5 trajecten zorgmijders waren gestart. Dit is lager dan verwacht.
Door het opzetten en uitvoeren van de wijkteams zijn er minder aanmeldingen binnen gekomen
vanuit het Lokaal Team Huiselijk Geweld (LTHG) en/of de LZN. Oorzaak was onder meer dat niet
langer alleen naar AMW team Noord werd verwezen maar naar diverse wijkteams.
Opvoedingsondersteuning: Eerste Hulp Bij Opvoeden (EHBO)
De aanmeldingen voor het EHBO traject komen vooral via CVD Schoolmaatschappelijk Werk. Er
zijn in 2014 12 trajecten gerealiseerd voor kortdurende enkelvoudige opvoedkundige vragen.
Budgetcursus
De budgetcursus is 9 keer gegeven met een totaal van 36 bijeenkomsten. In 2014 was er ook
interesse vanuit de basisscholen. Eén reeks van 4 bijeenkomsten is op een basisschool
georganiseerd voor ouders. Dit was een succes. Op deze manier waren we in staat meer ouders
te bereiken die anders de cursus niet hadden gevolgd.
Cursus “Administratie ordenen doe je zo”
De groepsaanpak “Administratie ordenen doe je zo” heeft in 2014 wekelijks plaatsgevonden. Er
zijn 47 bijeenkomsten geweest in plaats van de 44 afgesproken bijeenkomsten. Door de toename
van de financiële hulpvragen bleek er meer vraag te zijn naar de cursus.
Naast de cursus “Administratie ordenen doe je zo” is er een methodiek ontwikkeld door het AMW
in samenwerking met SOL Ouderen voor de workshops Thuisadministratie.
48
Er hebben in 2014 29 workshops plaatsgevonden. Hiervan waren 24 bijeenkomsten specifiek
gericht op de thuisadministratie. Deze bijeenkomsten zijn op diverse locaties in de wijken
georganiseerd, waaronder in buurthuizen en op locaties van netwerkpartners. Hierdoor was het
mogelijk bewoners uit de diverse wijken te bereiken.
De overige 5 bijeenkomsten zijn ingezet voor themabijeenkomsten. Deze thema’s waren gericht
op ‘samen doen’. Voorbeelden van thema’s zijn omgaan met instanties, assertiviteit en
ondersteuning bij digitaal aanvragen van een uitkering.
CVD Schoolmaatschappelijk Werk (SMW) Noord
Het SMW Noord lag gedurende het gehele jaar 2014 op koers. De schooldirecties waren
tevreden over de inzet van de SMW-ers op hun school, hetgeen blijkt uit de evaluaties door de
SMW-ers met de scholen en door de accordering/ondertekening van de inzet van de SMW-ers
door de schooldirecties. Dat de scholen tevreden waren heeft ook te maken met de trainingen die
op vraag van de scholen door het SMW Noord op maat werden gegeven. De groepstrainingen
bestonden uit de JES training en de SOVA training. De JES training (Jij En Scheiding) richt zich
op kinderen die problemen ervaren rondom echtscheiding. De SOVA is de Sociale
Vaardigheidstraining die zich richt op het omgaan met andere kinderen. Het thema pesten komt
hierbij nadrukkelijk aan bod.
In 2014 is in totaal 3.609 uur beschikbaar geweest voor de uitvoering van het SMW en er is
3.555 uur daadwerkelijk ingezet. Deze afwijking (van ca. 2%) heeft te maken met het sluiten van
basisschool Het Spoor. De school is in juli 2014, aan het einde van het schooljaar, gesloten.
Hierdoor heeft SMW er geen uren kunnen draaien. In plaats daarvan zijn school overstijgende
groepscursussen gegeven.
Het gemeentebestuur dat na de verkiezingen in Rotterdam aantrad, besloot de invoering van de
integrale wijkteams te versnellen ten opzichte van de oorspronkelijke planning. Met ingang van
2015 moeten alle wijkteams integrale wijkteams zijn. Dat heeft er toe geleid dat de SMW-ers in
2014 diverse netwerkoverleggen hebben bijgewoond over de wijkteams jeugd respectievelijk
(vanaf september) de integrale wijkteams. De netwerkoverleggen gingen voornamelijk over de
samenwerking met het wijkteam en de positie van de SMW-ers.
CVD Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) Hillegersberg-Schiebroek (HIS)
Het AMW Hillegersberg-Schiebroek, dat in april 2013 startte nadat een door de toenmalige
deelgemeente uitgeschreven subsidietender werd gewonnen, is in 2014 goed op koers
gebleven. Bewoners met een (hulp)vraag worden veelal eerst toegeleid naar de Vraagwijzer.
De maatschappelijk werkers hebben hun eigen specifieke wijk in de deelgemeente en zijn het
aanspreekpunt voor zowel de formele als informele netwerken. Naast psychosociale
krachtgerichte ondersteuning verzorgt CVD AMW HIS ook trainingen, zoals Administratie
Ordenen en Budgettrainingen
Een aantal factoren is in 2014 van invloed geweest op de geleverde prestaties.
Het zorgvuldig opbouwen van een informeel- en formeel netwerk heeft in de startfase enige
vertraging opgelopen, onder andere door het ontbreken van een eigen locatie in de wijk en de
korte tijd dat de locatie die werd gevonden beschikbaar was. Zo moest er in oktober 2014
wederom worden verhuisd, waarmee het eerder beoogde “alles-onder-een-dak” principe is
verdwenen aangezien ook de Vraagwijzer, DOCK, de voedselbank en de formulierenbrigade
moesten verhuizen. Genoemde netwerkpartners zijn belangrijke verwijzers voor het AMW.
49
De wijkbewoners moesten opnieuw hun weg naar het AMW vinden, al maakte de wijkgerichte
aanpak wel dat al veel van de werkzaamheden van het AWM in de wijk en bij de bewoners
plaatsvonden. Er zijn met bewonersorganisaties, Laurens, DOCK en de VraagWijzer afspraken
gemaakt om indien nodig gesprekken met onze cliënten in een van hun ruimtes te voeren.
De maatschappelijk werkers zijn vanaf augustus 2014 gestart met een najaarsoffensief en
hebben extra inzet gepleegd in de wijk om het AMW te profileren en de zichtbaarheid te
vergroten. In samenwerking met DOCK hebben we deelgenomen aan de Dockdates, een deur
aan deur aanpak met als doel bewoners bekend te maken met voorzieningen in hun wijk. Een
subdoel van deze aanpak is signalen op te pakken en uit te zetten in het wijknetwerk. Hierdoor
heeft het AMW de mogelijkheden om (groepsgewijze) budgettraining en de cursus administratie
ordenen kunnen profileren. Een resultaat hiervan is dat de groepstrainingen goed werden
bezocht. Daartegenover stond dat er een afname in de ondersteuning (trajecten) psychosociale
problematiek waarneembaar was.
Met veel plezier is het AMW in 2014 verder aan de slag gegaan met het werven, binden en
verbinden van deelnemers en vrijwilligers voor de trainingen. Er is vanuit Vrijwilligerswerk
Rotterdam aan het AMW HIS een vaste contactpersoon gekoppeld, die organisaties en
wijkbewoners adviseert en wijkbewoners matcht met vrijwilligerswerk of een vrijwilligersmaatje.
Een belangrijke wijziging was dat de maatschappelijk werkers in december 2014 zijn gaan
deelnemen in de integrale wijkteams in Hillegersberg en Schiebroek.
Samenvattend zijn er in 2014 in totaal 271 korte contacten geweest. Daarnaast waren er 243
aanmeldingen geweest die hebben geresulteerd in 218 intakes en 190 hulpverleningstrajecten
waarbij ondersteuning is geboden bij psychosociale problematiek. Ook hebben er gedurende
het jaar 45 bijeenkomsten Administratie Ordenen plaats gevonden en zijn er 8 budgetcursussen
gerealiseerd. Het aantal intensieve trajecten casemanagement huiselijk geweld en zorgmijders
dat werd uitgevoerd bedroeg 28 naast 11 trajecten netwerkondersteuning aan gezinnen.
CVD Schoolmaatschappelijk Werk (SMW) Hillegersberg-Schiebroek (HIS)
In 2014 voerde het CVD het schoolmaatschappelijk werk uit in het gebied Hillegersberg/
Schiebroek. De overgang van de vorige aanbieder Thermiek naar CVD is voor de scholen
soepel verlopen. De scholen behielden nagenoeg allemaal de voor hun bekende SMW-er.
Het jaar is goed verlopen. De schooldirecties waren tevreden over de inzet van de SMW-ers op
hun school. Dit blijkt uit de evaluaties door de SMW-ers met de scholen en door de
accordering/ondertekening van de inzet van de SMW-ers door de schooldirecties. Dat de
scholen tevreden waren heeft ook te maken met de trainingen die op vraag van de scholen door
het SMW HIS op maat worden gegeven. De groepstrainingen bestonden uit de JES training en
de SOVA training. De JES training (Jij En Scheiding) richt zich op kinderen die problemen
ervaren rondom echtscheiding. De SOVA is de Sociale Vaardigheidstraining die zich richt op
het omgaan met andere kinderen. Het thema pesten komt hierbij nadrukkelijk aan bod.
In 2014 waren in totaal 3.855 uren beschikbaar voor de uitvoering van het SMW. Daarvan zijn
3.787 uren daadwerkelijk ingezet, een afwijking van ca. 2%.
De versnelde invoering van de integrale wijkteams heeft er toe geleid dat de SMW-ers diverse
netwerkoverleggen hebben bijgewoond over de wijkteams jeugd respectievelijk (vanaf
september 2014) de integrale wijkteams. De netwerkoverleggen gingen voornamelijk over de
samenwerking met het wijkteam en de positie van de SMW-ers. De positie is binnen het
wijknetwerk met korte lijnen naar het wijkteam.
50
Het SMW HIS werkt volgens de regels Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.
Eveneens wordt gewerkt volgens de regels Sisa. In 2014 is er opnieuw een themamiddag
geweest om met elkaar door te spreken wanneer er een pré-signaal en wanneer er een signaal
gegeven wordt. In de casuïstiekbesprekingen is dit een vast aandachtspunt.
De SMW-ers van het SMW HIS werken allen volgens het draaiboek SMW. Met alle scholen is
een werkplan gemaakt waarin de werkafspraken zijn opgenomen. Daarnaast zijn de kwaliteits-
aspecten en –criteria geëvalueerd.
Strategisch samenwerkingsverband met Zowel! in Delfshaven
Het CVD was ook in 2014, als strategisch partner van Zowel!, actief in de deelgemeente
respectievelijk (vanaf medio maart 2015) het gebied Delfshaven. Aan Zowel! werd in 2013 de
aanbesteding Zorg en Welzijn in de toenmalige deelgemeente gegund. De gegunde opdracht
betreft Volwaardig Burgerschap en is onderverdeeld in Jeugd, Emancipatie & Participatie en
Maatschappelijke Dienstverlening. De opdracht loopt tot eind 2015.
51
4. BEDRIJFSVOERING
4.1. KWALITEITSBELEID
Algemeen
De focus van het kwaliteitsbeleid van het CVD lag in 2014 op duurzame borging en verbetering
van primaire en ondersteunende processen in de dienstverlening aan de CVD cliënten en
opdrachtgevers.
Uitgangspunten kwaliteitsbeleid
Kwaliteit betekent voor het CVD het leveren van professionele dienstverlening en ondersteuning,
waarbij de cliënt centraal staat. Daarbij is sprake van vraaggerichte, effectieve, slagvaardige en
veilige dienstverlening. Hulp en ondersteuning worden aangeboden aan (groepen van) burgers,
veelal met sociaal economische en/of sociaal maatschappelijke problemen. Het doel is bij de
cliënt een zodanige persoonlijke ontwikkeling te realiseren dat deze zich in de samenleving kan
handhaven, ontplooien, actief aan het maatschappelijk leven kan deelnemen én verant-
woordelijkheid voor zichzelf en anderen kan dragen. Deze visie is gestoeld op de volgende
uitgangspunten:
- de cliënt staat centraal; de behoeften en wensen van de cliënt zijn leidend voor de wijze
waarop de hulp en ondersteuning wordt aangeboden.
- de hulpverlening en ondersteuning zijn professioneel en van hoogwaardig niveau en zonder
onnodige veiligheidsrisico’s; dat wil zeggen doeltreffend en onbedoelde effecten worden
voorkomen.
- er wordt vraaggericht, doelmatig en cliëntgericht gewerkt. De cliëntgerichtheid komt tot
uitdrukking in de bejegening en goede informatievoorziening.
Transparantie
Het CVD hecht veel waarde aan het inzichtelijk maken van de kwaliteit van haar hulpverlening en
ondersteuning voor cliënten en samenleving.
Het CVD levert jaarlijks kwaliteitsgegevens aan ten behoeve van het Jaardocument
Maatschappelijke Verantwoording, die door Zichtbare Zorg (VWS) gepubliceerd worden op de
website www.zichtbarezorg.nl/ggz.
Het door het CVD gebruikte digitale kwaliteitshandboek wordt onvoldoende transparant geacht.
Derhalve is onderzoek uitgevoerd naar een geschikte applicatie om de gebruiksvriendelijkheid
van het digitale handboek te vergroten. Begin 2014 is besloten om het handboek te gaan
onderbrengen in de eerder door het CVD aangekochte AFAS software. Daarmee kon tevens een
structurele besparing worden gerealiseerd. De implementatie van het nieuwe handboek is in juli
2014 ter hand genomen.
Kritische Succes Factoren
Jaarlijks worden de Kritische Succes Factoren van het CVD vastgesteld. Deze zijn richtinggevend
voor het inventariseren van (mogelijke) risico’s en het uitvoeren van verbeteracties en
maatregelen. Deze risico’s en maatregelen om de risico’s te beperken en zo mogelijk te
elimineren resulteerden voor 2013 in een gewijzigde opzet van de Risicomonitor, zoals die
jaarlijks aan de Raad van Toezicht wordt voorgelegd. Omdat in de loop van dat jaar bleek dat de
nieuwe Risicomonitor niet erg onderscheidend was, werd de Risicomonitor voor 2014 opnieuw
gewijzigd door daarin een combinatie te maken van de oorspronkelijke opzet en de opzet
conform de HKZ invalshoek.
Op basis van de beschikbare monitoren (incidenten, schorsingen, klachten en de CVD brede
VerbeterPuntenMonitor) wordt binnen de P&C cyclus bepaald welke onderwerpen wanneer
gecheckt dienen te worden.
52
In het kader van het sluitend krijgen van de beleidscyclus wordt tweemaal per jaar door een
intern auditteam nagegaan (check) of uitgezette verbeteracties en maatregelen daadwerkelijk zijn
uitgevoerd door de organisatie.
Interne audits
In 2014 is in het voorjaar een Interne Audits uitgevoerd. Uit de resultaten bleek dat aanscherping
van de werkwijze van het auditteam nodig was. Dat viel samen met de wens een nieuw team
samen te stellen en op te leiden. Als gevolg daarvan heeft in het najaar 2014 geen interne audit
plaatsgevonden. De eerstvolgende audit zal in april 2015 plaatsvinden door een nieuw en goed
opgeleid team.
Externe audits
In 2014 zijn 2 externe audits uitgevoerd, waarvan er één was gericht op de hercertificering van
het CVD. Met het oog daarop werd begin 2014 een keuze gemaakt voor de externe auditor waar
het CVD gedurende de periode 2014-2016 zal werken. De keuze viel daarbij op het continueren
van de relatie met Lloyd’s.
De externe auditoren constateerden in 2014 dat het gehanteerde kwaliteitssysteem binnen het
CVD geen papieren geheel is, maar dat het systeem ‘leeft’ bij de medewerkers. Ook werd gecon-
stateerd dat het kwaliteitsbewustzijn en bijbehorende gedrag geborgd zijn in de uitvoeringsorga-
nisatie. Het belang dat het CVD hecht aan kwaliteit, betaalde zich in 2014 opnieuw uit door de
gerealiseerde hercertificering.
Risico Inventarisatie & Evaluatie
In 2014 stond afronding van de uitvoering van het van het Plan van Aanpak dat werd gemaakt op
basis van de eerder gehouden Risico Inventarisaties & Evaluaties op de agenda. De uitvoering is
conform de afspraken daarover verlopen.
Klachten
Het CVD heeft een klachtenreglement voor cliënten met het oog op een zorgvuldige behandeling
van hun klachten.
De klachtenregeling bestaat uit een interne klachtenbehandeling (door de leidinggevende(n) van
het CVD) en een externe klachtenbehandeling (door de Externe klachtencommissie; bedoeld
voor cliënten als de leidinggevende(n) niet tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing
kunnen komen).
Op elke voorziening zijn klachtenkaarten en de toelichting op de klachtenprocedure zonder
tussenkomst van CVD medewerkers beschikbaar voor cliënten. Daarnaast kent het CVD samen
met het Leger des Heils Rotterdam (LdH) een regeling Vertrouwenspersonen voor cliënten,
waarbij cliënten van het CVD een beroep kunnen doen op een vertrouwenspersoon die in dienst
is van het LdH en omgekeerd.
De externe klachtencommissie bestond in 2014 uit een drietal onafhankelijke leden. De
honorering van de klachtencommissie bedraagt € 80,-- per uur dat men inzet pleegt.
Het CVD beschikt over een klachtenmonitor die tweemaal per jaar wordt geanalyseerd ten
behoeve van directie en eerste lijns management. In 2014 werden er in totaal 37 klachten van
CVD cliënten in behandeling genomen (tegen 36 in 2013). Daarvan zijn er 8 (in 2013 11) -deels-
gegrond verklaard. In totaal 3 klachten werden niet ontvankelijk verklaard en 1 klacht is inge-
trokken. De overige klachten werden ongegrond verklaard. Er zijn in 2014 geen klachten
ingediend bij de externe klachtencommissie.
53
Op grond van de gegrond verklaarde klachten zijn er maatregelen getroffen; zo werd een cliënte
in een voorziening op haar verzoek intern verhuisd en werd de werkwijze ten aanzien van het
verlenen van toestemming door cliënten aangescherpt. Ook werd in een voorziening de
werkafspraak over het koken door cliënten aangepast.
Incidentmeldingen en schorsingen
Incidenten, ongevallen en calamiteiten worden eveneens gemonitord terwijl daarvan eenmaal per
kwartaal een analyse met conclusies en aanbevelingen wordt opgesteld.
De analyse werd in 2014 elk kwartaal tussen directie en eerste lijns managers besproken met het
oog op de over te nemen respectievelijk op te volgen aanbevelingen.
In 2014 bleek het eerder geformuleerde speerpunt ten aanzien van het versterken van het
incidentbewustzijn en meldingsbereidheid vruchten af te werpen. Er werden in 2014 424
incidenten gemeld. In 2013 waren dat er 352. Daarmee is opnieuw sprake van een stijging van
het aantal geregistreerde incidenten. Daarbij was de aanleiding in 49% van de gevallen agressie.
Schorsingen worden voornamelijk in de laagdrempelige opvang opgelegd. Het is een middel om
(door een tijdelijke uitsluiting) ongewenst cliëntgedrag te corrigeren. In totaal vonden er in 2014
230 schorsingen plaats (versus 211 in 2013). Dreiging ten opzichte van CVD medewerkers was
daarbij de hoogst scorende aanleiding voor een schorsing (in 44 gevallen versus 34 gevallen in
2013), hetgeen overeenkomt met het in de incidentenmonitor 2014 vermelde aantal verbale
agressieve incidentmeldingen. Daartegenover namen schorsingen wegen agressie tegen
medewerkers af van 34 gevallen in 2013 naar 20 in 2014.
Gebleken is dat het lastig blijft om tot eenduidigheid binnen de organisatie te komen over de
begrenzing van de tolerantie van medewerkers bij agressieve uitingen door cliënten. Dat geldt
ook voor eenduidigheid in de wijze van registreren. Door de focus die er in 2014 bedrijfsbreed lag
op de ingrijpende ontwikkelingen waar het CVD in 2015 mee te maken krijgt, is de aandacht voor
het thema agressie door cliënten in 2014 afgenomen. In 2015 zal dit weer expliciet worden
opgepakt. Ook zal begin 2015 door de Arbeidsinspectie een regulier onderzoek naar onder meer
het thema agressieve uitingen door cliënten worden gedaan. De uitkomsten daarvan kunnen
wellicht een aanvulling op de CVD aanpak van eht thema vormen.
Er is in 2014 tweemaal gebruik gemaakt van de Procedure Zorgweigering (in welk geval het CVD
geen zorg of diensten meer aan de cliënt verleent). Daarnaast werd in twee situaties gebruik
gemaakt van de mogelijkheid om een tijdelijk pandverbod op te leggen (bedoeld voor cliënten die
zich niet conform de gedrag- en huisregels van de CVD voorziening gedragen).
Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten en medewerkers
In 2014 werd een Clienttevredenheidsonderzoek volgens de methode CQ-index (CTO) gehouden
evenals een Medewerkers BetrokkenheidsOnderzoek (MBO). De uitkomsten van de onderzoe-
ken waren verheugend omdat ze allebei een verbetering lieten zien. Zo nam de cliënttevre-
denheid toe van gemiddeld 7,8 in 2012 naar 8,4 in 2014 bij een opkomst van afgerond 63%.
Voor wat betreft het MBO was eveneens sprake van een hoge opkomst (ruim 64%). Uit het
onderzoek bleek onder meer dat de energiebronnen (hoe hoger de score, des te meer energie)
op CVD niveau gemiddeld 7,3 scoorden tegen 6,5 in 2012 terwijl de stressoren (hoe lager de
score, des te minder stress) juist een substantiële daling lieten zien: van gemiddeld 3 in 2012
naar 2,1 in 2014.
54
Veiligheid
Het CVD geeft vorm en inhoud aan haar veiligheidsbeleid door onder meer :
- bedrijfshulpverleningsbeleid, door training en opleiding van personeel op dit gebied, inclusief
jaarlijkse ontruimingsoefeningen voor elke CVD werkeenheid en het eenmaal per jaar houden
van een grote crisisoefening;
- het CVD heeft ook een Arbeidsomstandighedenbeleid waaraan uitvoering wordt gegeven. Het
uitvoeren van Risico inventarisaties en het aanpakken van gesignaleerde verbeterpunten maakt
hiervan onderdeel uit. In 2014 werd uitvoering van het Plan van Aanpak (PvA) dat was
opgesteld naar aanleiding van de Risico inventarisaties afgerond;
- er wordt met een zekere regelmaat bedrijfsbreed expliciet aandacht besteed aan informatie-
beveiligingsbeleid;
- er worden jaarlijks trainingen ‘hoe om te gaan met agressie’ en trainingen Bedrijfshulpverlening
aan medewerkers aangeboden. Daarnaast krijgen alle nieuwe medewerkers een informatiemap
waarin onder meer het Gedragsreglement is opgenomen;
4.2. PERSONEELSBELEID
Personele bezetting
De personele bezetting van het CVD bedroeg ultimo 2014 428,5 fte (t.o.v. 426 fte ultimo 2013).
Het gemiddeld aantal fte in 2014 aan zogenoemde oproepers bedroeg 24,5 fte. De nieuwe in-
stroom was daarmee net iets groter dan de uitstroom; de uitstroom bedroeg ca. 10% en de
instroom 11%.
De verhouding vrouw-man was in 2014 67% versus 33%, hetgeen slechts een lichte wijziging
betekende ten opzichte van 2013: vrouw-man: 68,8% versus 31,2%
33%
67 %
Verhouding man/vrouw
Man
Vrouw
Arbeidsvoorwaarden
Medio november 2014 zijn de branche-organisatie MO-groep en Federatie Opvang met het CNV
een nieuwe cao overeengekomen. Deze CAO kent een looptijd van 01-01-2014 tot 01-04-2016.
In de cao werd onder meer een loonstijging van 1% per 1 december 2014 overeengekomen.
Daarnaast zullen in 2015 nog diverse salariswijzigingen volgen.
55
Het intensieve gezamenlijke project van cao-partijen met als uitgangspunt individuele
keuzevrijheid en optimale duurzame inzetbaarheid heeft er toe geleid dat in de cao tevens het
individueel keuzebudget en het loopbaanbudget zijn geïntroduceerd. Beide componenten zullen
ingaan in 2015 (loopbaanbudget) respectievelijk in 2016 ingaan (individueel keuzebudget).
Arbeidsomstandigheden
In 2014 werd wederom aandacht besteed aan het verder terugdringen van het arbeidsverzuim.
Ook dit jaar werden elke maand de verzuimcijfers getoond in- en exclusief een aantal langdurig
(ernstig) zieke medewerkers waarvan de ziekte niet beïnvloedbaar is. Wordt het verzuimcijfer
over 2014 gepresenteerd zonder deze kleine groep (in totaal gemiddeld 7 medewerkers), dan
komt het verzuimcijfer uit op 4,4% ( versus 5,1% in 2013 en 5,7% in 2012). Wordt deze groep wel
betrokken in het verzuimcijfers, dan bedroeg dit over geheel 2014 6% (6,5% in 2013).
Nadat het CVD in 2013 in korte tijd opnieuw werd geconfronteerd met een wisseling van
bedrijfsarts, werd besloten tot een wijziging in ARBO dienst. In 2014 is het CVD gaan werken met
Argon. Uit de evaluatie die daarover eind 2014 werd gehouden, bleek de samenwerking zo
succesvol te zijn, dat kon worden besloten de ingezette koers met zowel de nieuwe arbodienst
als de begin 2014 aangestelde bedrijfsarts in 2015 te handhaven. Daarbij zal in 2015 de
(verdere) implementatie van het zogenoemde ‘Eigen Regie model’ centraal staan met als doel
het verzuim (nog) verder te laten dalen.
Voorts werd in 2014 het competentiemanagement ingevoerd. Uit de eind 2014 gehouden
evaluatie bleek dat het gewenst is om het formulier dat bij de Beoordelings- en Ontwikkelge-
sprekken wordt gehanteerd te vereenvoudigen,. Dit zal in 2015 gebeuren.
Scholing, opleiding en training
Jaarlijks worden agressietrainingen en trainingen Bedrijfshulpverlening (BHV) aangeboden aan
die medewerkers die het uit hoofde van de functie nodig hebben. Ook in 2014 is dat gebeurd. Zo
heeft Hoofd Bedrijfshulpverlening in 2014 opnieuw BHV trainingen gegeven op locatie.
Voorts zijn medewerkers in de gelegenheid gesteld om contact op te nemen met de GGD met het
oog op bescherming tegen TBC en Hepatitis. Eind 2014 heeft de GGD aangegeven per 1 januari
2015 te stoppen met het aanbieden van TBC screening omdat TBC onder de risicogroep de
laatste jaren vrijwel niet meer is voorgekomen.
Naast de bedrijfsbrede trainingen vonden in 2014 ook diverse specifieke trainingen plaats. Zo
werden alle leidinggevenden getraind in de toepassing van een intervisiemethode en werd medio
2014 een quick scan onder de teamleiders (en later tevens onder alle werkbegeleiders) gehou-
den. Deze online assessmentmethodiek kan worden gebruikt om persoonlijke competenties in
kaart te brengen.
Ook werden vier bijeenkomsten gehouden voor het voltallige management, waarbij (onder meer
via interactieve werkgroepen) aandacht werd geschonken aan diverse thema’s. Thema’s waren
in 2014 naast het gebruik van de quick scan de onder meer het “omdenken” (denken in
mogelijkheden in plaats van problemen, bij casuïstiek de “vraag achter de vraag” achterhalen) en
de formele- versus de informele cultuur.
Omdat de rijksoverheid per 1 januari 2015 veel zorgtaken voor jongeren en volwassenen
overdraagt naar de gemeentelijke overheden is medio oktober 2014 elke medewerker persoonlijk
uitgenodigd om een voorlichtingsbijeenkomst bij te wonen waarin door de directie de context van
de komende wijzigingen werd uiteengezet en werd toegelicht wat de wijzigingen betekenen voor
de cliënten en medewerkers van het CVD. Deze bijeenkomsten (11 in totaal) werden door
(nagenoeg) alle medewerkers bezocht en werden positief ervaren.
56
Kwaliteit van het werk
Na het indikken van het functiegebouw in 2013 heeft 2014 in het teken gestaan van het reviseren
van een aantal P&O (beleids)documenten. Daarbij is aangesloten bij het nieuwe smjp. Dit proces
zal in het eerste kwartaal 2015 worden afgerond.
In 2014 heeft er een doorontwikkeling van het Salaris en HR systeem plaatsgevonden. Na een
transitie in 2013 naar een nieuw salarispakket zijn in 2014 onder meer alle personeelsdossiers
gedigitaliseerd. Deze zullen begin 2015 toegankelijk worden voor medewerkers.
Ook zijn een aantal processen rondom P&O vereenvoudigd waarbij het principe ESS/MSS is
gehanteerd (Employee Self Service en Management Self Service). Via het HR systeem worden
procedures digitaal gestart en afgerond zodat er minder papierwerk aan te pas komt en de
beslislijn korter is. Dit is in 2014 onder andere gerealiseerd bij het aanvragen van verlof, het
aanleveren van mutaties (in- en uit dienst melden) en het ziek en hersteld melden.
Betrokkenheid Medewerkers
In 2014 heeft er een medewerker betrokkenheid onderzoek plaatsgevonden. Dit onderzoek is
goed te vergelijken met het onderzoek dat in 2012 is gehouden omdat het onderzoek dezelfde
opzet had. Was de opkomst bij het vorige onderzoek al goed te noemen (afgerond 60%), het
huidige onderzoek kent een nog betere opkomst van afgerond 64%. Dat betekent dat het
onderzoek zeer representatief is. Ook daarom is het verheugend om te kunnen constateren dat,
ondanks de turbulente omstandigheden waarin het CVD verkeert nagenoeg alle scores een
verbetering laten zien ten opzichte van de resultaten uit het in 2012 gehouden onderzoek.
Roosterpakket
In 2014 is een werkgroep gestart met het onderzoeken of het huidige roosterpakket (Harmony)
nog aansloot bij de wensen van het CVD en het doel waartoe roosteren dient. Uit het advies is
naar voren gekomen dat continuering van het huidige systeem de beste oplossing is. Wel zal er
in het eerste kwartaal van 2015 een beleidsplan worden opgesteld, zullen gebruikers een
opleiding krijgen en zal er een nieuwe release van het huidige systeem worden uitgevoerd (naar
een gebruiksvriendelijke variant).
Integriteit
In 2013 had de directie het voornemen om vanaf 2014 jaarlijks bedrijfsbreed bijzondere aandacht
te besteden aan een van de kernwaarden, waarvan integriteit er één is. In 2014 is dat gebeurd
met de kernwaarde ‘ontwikkelingsgericht zijn’. Aanleiding was het belang om te leren ‘omdenken’
in verband met de ingrijpende wijzigingen die de decentralisatie van de AWBZ in 2015 met zich
zal meebrengen.
Ook aan de kernwaarde integriteit werd aandacht besteed. Dat gebeurde binnen de context van
de inkoop van 2e lijns ondersteuning door de gemeente Rotterdam. De gemeente heeft als
voorwaarde in de betreffende inkoopdocumenten opgenomen dat alle zorgaanbieders die in 2015
(ook) voor de gemeente Rotterdam alleen nog zullen werken met medewerkers die beschikken
over een geldige Verklaring Omtrent Gedrag. Omdat de termijn waarop aan deze voorwaarde
moet worden voldaan (januari 2015) voor vele aanbieders onhaalbaar bleek, is de termijn
opgerekt en dienen alle betrokken medewerkers vóór 1 juli 2015 een geldige VOG te hebben.
Het CVD heeft de door de gemeente gestelde voorwaarde (op 1 VOG na) wel in 2014 weten te
realiseren. De ontbrekende VOG zal begin 2015 beschikbaar zijn.
Diversiteit
Binnen de medewerkerspopulatie van het CVD is sprake van een diversiteit op het gebied van
leeftijd, etniciteit en sekse. Het personeelsbestand van het CVD zag er in 2014 qua leeftijds-
opbouw evenwichtig uit en leverde daarmee globaal een gelijk beeld op als in 2013.
57
4.3. SAMENLEVING EN BELANGHEBBENDEN
Het CVD heeft in 2014 zelf geen activiteiten in het kader van het maatschappelijke ondernemen
uitgevoerd. Wel wordt het CVD met enige regelmaat betrokken bij activiteiten die andere partijen
daaromtrent uitvoeren.
4.4. FINANCIEEL BELEID
Het exploitatieresultaat 2014 ligt (in het bijzonder als gevolg van een hogere gerealiseerde AWBZ
productie) boven het in de begroting 2014 verwachte resultaat . Het resultaat bedraagt € 1,5 mln,
waarvan € 0,5 mln. kan worden toegevoegd aan het collectief gefinancierd gebonden vermogen.
Gevolg is dat de financiële buffer die dient om de (financiële) risico’s die het gevolg zullen zijn
van de wijzigingen in rijks- en gemeentelijk beleid per 2015 (waaronder de voorgenomen
decentralisatie van de AWBZ) zoveel mogelijk op te vangen opnieuw is versterkt. Als gevolg
daarvan verwacht het CVD de alom gewenste ‘zachte landing’ voor zowel cliënten als
medewerkers in 2015 te kunnen realiseren.