Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in...

20
Novi Monasterii Koksijde 2014 Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen

Transcript of Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in...

Page 1: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

Novi Monasterii

Koksijde 2014

Jaarboek AbdijmuseumTen Duinen

Book-NOVI 14.indb 3 14/09/15 11:09

Page 2: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

Redactie:Alexander Lehouck, Jan Van Acker & Dirk Vanclooster (Abdijmuseum Ten Duinen)

Fotobewerking: Lambert Derenette (Abdijmuseum Ten Duinen)

Indien niet specifiek vermeld, zijn foto’s en illustraties bezorgd door de auteur.

Het Jaarboek is een uitgave van:Gemeente Koksijde, Abdijmuseum Ten Duinen en Uitgeverij Academia Press

In samenwerking metFamiliares de Dunis vzw, Vrienden van het Abdijmuseum Ten Duinen

Redactieadres: Uitgeverij en verdeling:Abdijmuseum Ten Duinen Academia PressKoninklijke Prinslaan 6-8 P. Van Duyseplein 8B-8670 Koksijde B-9000 GentE: [email protected] E: [email protected]: www.tenduinen.be URL: www.academiapress.be

Uitgeverij Academia Press maakt deel uit van Lannoo Uitgeverij, de boeken- en multimediadivisie van Uitgeverij Lannoo nv.

Illustratie voorkaft: Abt Bultynck op de grisailles (Grootseminarie Brugge, paneel 15, foto H. Maertens Brugge) en zijn abtsstaf (Bisdom Brugge, foto Abdijmuseum Ten Duinen / Lambert J. Derenette)

ISBN 978 90 382 2550 0D/2015/4804/151U 2391NUR 680

Jaarboek Abdijmuseum Ten DuinenNovi Monasterii, Vol. 14

Book-NOVI 14.indb 4 14/09/15 11:09

Page 3: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

No v i Mo N a s t e r i i

V

Inhoud

Inhoud V

Voorwoord 1

De invloed van een interregionaal politiek conflict op het handelsbeleid van een cisterciënzerabdij. Ten Duinen als bondgenoot van Engeland aan de vooravond van Bouvines (1189-1214)? 3Joachim Staes

De gezondheidstoestand in de middeleeuwse abdij Ten Duinen in Koksijde 21Simon Bosmans, Martine Vercauteren & Caroline Polet

Letsels, verwondingen en medische behandelingen bij uiteenlopende sociale groepen in de middeleeuwse abdij Ten Duinen in Koksijde 43Louisa Amato

Terug naar de oorsprong. De Brugse portrettenreeks van de graven van Vlaanderen en abten van de Duinenabdij 77Karen Bonne, Julia Kohl, Francisco Mederos-Henry, Aline Genbrugge

Staf en mijter van de abten van Ten Duinen 99Jan Van Acker

Book-NOVI 14.indb 5 14/09/15 11:09

Page 4: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

Book-NOVI 14.indb 6 14/09/15 11:09

Page 5: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

No v i Mo N a s t e r i i

1

Voorwoord

Verscheiden, erg gevarieerd zelfs, maar steeds boeiend en leerzaam. Dat is het minste wat je van de stilaan indrukwekkende reeks Jaarboeken Novi Monasterii van het Abdijmuseum te Koksijde kan zeggen. Om de twee jaar biedt dit Jaarboek een Nederlandstalige samenvatting van de lezingen op onze internationale collo-quia, en het tussenliggende jaar worden afzonderlijke bijdragen opgenomen, die met de Duinenabdij of de cisterciënzers in het algemeen te maken hebben.

In dit intussen al veertiende Jaarboek is dat niet anders. De focus ligt zelfs heel scherp op de Duinenabdij in Koksijde zelf. Met twee bijdragen over diepgaand onderzoek op de stoffelijke resten van de vele opgegraven individuen van de abdij-site, en wat zij ons vandaag nog kunnen vertellen over het leven in de oude abdij. Met een bijdrage die de houding van de Duinenabten in de internationale politiek van hun tijd belicht. En met nog eens twee bijdragen die proberen klaarheid te brengen in het rijke patrimonium van Ten Duinen: de unieke reeks grisailles die in Koksijde hun ontstaan vinden, en de staf en de mijter, die ook al in de Koksijdse periode aan de abten toegekend werden.

Drie van de vijf bijdragen steunen op recent academisch werk. Alle teksten zijn – ondanks soms onvermijdelijk vakjargon – zo goed mogelijk bewerkt voor een ruim publiek en ruim voorzien van verhelderende illustraties, zonder aan weten-schappelijke waarde in te boeten. Ze behandelen vaak onvermoede aspecten en lichten weer tipjes van de sluier op van de ongemeen rijke geschiedenis van een van de belangrijkste cisterciënzerabdijen van de Lage Landen.

Ik dank alle auteurs en de bewerkers van harte voor de geleverde inspanningen. Door hun inzet wordt het belangrijkste historisch patrimonium van onze gemeente Koksijde verder ontsloten.

Veel leesgenot.

Marc Vanden BusscheBurgemeester van Koksijde

Book-NOVI 14.indb 1 14/09/15 11:09

Page 6: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

Book-NOVI 14.indb 2 14/09/15 11:09

Page 7: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

No v i Mo N a s t e r i i

3

De invloed van een interregionaal politiek conflict op het handelsbeleid van een cisterciënzerabdij. Ten Duinen als bondgenoot van Engeland aan de vooravond van Bouvines (1189-1214)?

1

Joachim Staes

Op 27 juli 1214 werd het politieke landschap van middeleeuws-West-Europa door elkaar geschud. In het zuiden van het graafschap Henegouwen vond op die dag de slag van Bouvines plaats. De Franse koning Filips II August (1180-1223) versloeg een krijgsmacht van de anti-Franse coalitie tussen Engeland, het graaf-schap Vlaanderen en de keizer van het Heilig Roomse Rijk. De veldslag was de apotheose van een decennialange strijd over territorium en macht tussen Filips II August en de opeenvolgende Engelse vorsten Richard Leeuwenhart (1189-1199) en Jan Zonder Land (1199-1216). Ook de interne machtsstrijd in het Heilig Roomse Rijk – tussen het adellijke geslacht Hohenstaufen en zijn eeuwenoude vijand de Welfen – speelde een rol. Door verdragen en familiebanden waren deze geslachten respectievelijk aan Filips II August en aan het Engelse koningshuis Plantagenet gebonden. De militaire steun die zij boden aan hun bondgenoten, bezorgde ook hun onderlinge conflict een belangrijke wending na Bouvines. De Franse overwinning legde de macht van de Welfische keizer Otto IV aan banden. In Engeland kwam Jan Zonder Land zozeer onder druk dat hij op 15 juni 1215 de Magna Carta moest aanvaarden. Filips II August daarentegen slaagde er in de centralisering van de koninklijke macht in Frankrijk verder uit te bouwen. Ook Vlaanderen bleef niet gespaard van ingrijpende gevolgen. Graaf Ferrand van Portugal (1212-1233) werd gevangen genomen en zat tot het verdrag van Melun (1226) vast.2

In de schaduw van de strijd bouwden de monniken van Ten Duinen aan hun welvaart. Naast de landbouwexploitatie, bij het abdijencomplex en in de verder afgelegen gebieden in Zeeland en Hulsterambacht, was handel met Engeland van groot belang. Priester-historicus Jan De Cuyper vestigde in een artikel uit 1951 de aandacht op deze overzeese activiteit. Hij besprak de betrekkingen met Engeland

1 Deze bijdrage is gebaseerd op onze masterproef Staes, In de schaduw. Deze masterproef kwam tot stand onder bege-leiding van professor Brigitte Meijns, wiens inzichten en tips de richting van dit eindresultaat mee hebben gevormd. Daarvoor ben ik haar uiteraard zeer erkentelijk.

2 Baldwin, Philippe Auguste, 250-284, 419-447, 479-490; Haverkamp, Medieval Germany, 238-244; Barlow, The Feudal Kingdom, 407-435.

Book-NOVI 14.indb 3 14/09/15 11:09

Page 8: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

4

Fig. 1.-2. Glasramen (ca. 1900) uit de Sint-Pieterskerk van Bouvines, die de befaamde veldslag herdenken (Wikimedia). Links: glas-raam 3, de ridders zweren de Franse koning trouw. Rechts: glasraam 14, Ferrand, graaf van Vlaanderen, wordt gevangen genomen

chronologisch en stelde vast dat handelsbelangen de achterliggende drijfveer waren.3 Een opmerkelijke passage in de geschiedenis van de Duinenabdij is de verwerving van de parochie Eastchurch op het eiland Sheppey in het graafschap Kent. Eastchurch was een geschenk van Richard Leeuwenhart aan abt Elias (1189-1203). Dat was naar verluidt omwille van de hulp aan de onderhandelaars die in 1193-1194 zijn vrijlating bewerkstelligden – met de vermoedelijke inzet van schepen voor koninklijke gezanten – en zo een einde maakten aan zijn gevangen-schap in het Heilig Roomse Rijk. Claire Van Nerom onderwierp deze schenking aan een gedetailleerd onderzoek en creëerde daarmee meer duidelijkheid over dit obscure verhaal uit de vijftiende-eeuwse abdijkroniek.4 De Cuyper noch Van Nerom legden een verband tussen het samenvallen van de toenemende verwij-

3 De Cuyper, ‘De Abdij’.4 Van Nerom, ‘La donation’; van Nerom, ‘The grant’.

Book-NOVI 14.indb 4 14/09/15 11:09

Page 9: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

No v i Mo N a s t e r i i

5

zingen in de bronnen over de handelsactiviteiten van de abdij in Engeland en de eerder vermelde politieke crisis. Daardoor stelt zich de vraag of de politieke crisis effect sorteerde op het economisch beleid van de Duinheren. Heeft de West-Europese crisis, met Bouvines als summum, het handelsbeleid van Ten Duinen beïnvloed?

In een eerste deel van deze bijdrage wordt de actieve rol van de Duinheren in de lucratieve en voor Vlaanderen levensnoodzakelijke wolhandel aangetoond. Het tweede deel behandelt de economische schade als gevolg van de interregionale politieke crisis. Handelsembargo’s waren voor de Engelse koning een belangrijk wapen om zijn Vlaamse bondgenoten te binden. Vooral de wolhandel leed daar zwaar onder. Abt Elias van Ten Duinen reageerde op deze onrustwekkende situatie door de band met de Engelse koning sterk aan te halen. Hij hoopte zo zijn abdij van economische sancties te vrijwaren. Betere rechtstreekse contacten waren echter niet het enige antwoord van de Duinheren. Ook verregaande betrekkingen met de bondgenoten van de Engelse koning vormden een geliefkoosde strategie. Deze onrechtstreekse betrekkingen worden in een derde en laatste deel behandeld.

Bronanalyse: de belangen van Ten Duinen in de wolhandel met Engeland

Dit onderzoek is gebaseerd op de oorkonden uit de periode 1189-1214 uit het fonds Ten Duinen-Ter Doest met betrekking tot de activiteiten van Ten Duinen in Engeland.5 De directe kijk die ze op die activiteit geven, maken ze tot de meest geschikte bron om het handelsbeleid van de monniken te onderzoeken. Daarbij werden zowel originele akten als afschriften uit het dertiende-eeuwse cartularium gebruikt.

Een analyse van de oorkonden toont aan dat zij vrijwel allemaal over economische belangen gaan. Opeenvolgende privileges verzekerden de Duinheren van tolvrij-stelling, vrijheid van handel en transport, evenals bescherming in het Engelse koninkrijk. Al in 1187 schonk koning Hendrik II Plantagenet (1154-1189) handelsrechten aan de Duinenabdij. Hij gaf hen toestemming om hout te kappen voor de bouw en het herstel van hun schepen.6 Later herbevestigden zijn opvolgers Richard Leeuwenhart, Jan Zonder Land en Hendrik III (1216-1272) dit privi-lege.7 Zoals Jan De Cuyper al aantoonde, hadden de Duinheren handelsprivileges in Engeland en dreven ze er handel. Voor een uitgebreide chronologische bespre-king van alle voorname activiteiten van de Ten Duinen in relatie tot Engeland, vormt zijn artikel dan ook de basis.8

5 Brugge, Archief Grootseminarie Brugge (verder: AGB), Ten Duinen-Ter Doest. Naast oorkonden is ook gebruik gemaakt van het dertiende-eeuwse cartularium van Ten Duinen; Ibidem, Handschriften, 169/34. Het merendeel van de gebruikte oorkonden en afschriften zijn uitgegeven in Cronica et cartularium…de Dunis, verder: CCD. Over Ten Duinen in algemene zin verwijzen we naar: Dubois & Huyghebaert, ‘Abbaye’ en Schockaert, De abten.

6 CCD, 167: Hendrik II Plantagenet geeft privileges aan Ten Duinen, 1187.7 CCD, 176: Richard Leeuwenhart geeft privileges aan Ten Duinen, 18 januari 1196; CCD, 177: Jan Zonder Land

geeft privileges aan Ten Duinen, 24 augustus 1199; CDD, 197: Hendrik III geeft privileges aan Ten Duinen.8 De Cuyper, ‘De Abdij’, 97-115.

Book-NOVI 14.indb 5 14/09/15 11:09

Page 10: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

6

Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

Fig. 4. Fragment van de oorkonde van Hendrik II (1187), inzake hout en schepen (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten

Duinen/JVA)

Book-NOVI 14.indb 6 14/09/15 11:09

Page 11: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

No v i Mo N a s t e r i i

7

Drie elementen geven aan dat de handelsactiviteit verband hield met de wolhandel. Vooreerst is er de expertise van de Duinenabdij in deze sector. Tot op het moment dat de abdij grond verwierf op Zuid-Beveland (1187), bezat zij enkel grond in het stroombekken van de IJzer. Schapenteelt was er tot diep in de twaalfde eeuw de dominante landbouwactiviteit. Pas met de omvorming tot een cultuurlandschap werd dit gebied ook interessant voor akkerbouw.9 De monniken bezaten land dat zich leende tot schapenteelt en de productie van wol. Dat de Duinheren er effec-tief schapen fokten, blijkt steevast uit de bronnen. Al uit de vroegste periode zijn er indicaties dat de Duinheren schapen hoedden. Graaf Diederik van de Elzas (1128-1168) kende de abdij in mei 1129 het bezit toe over de duinen waar de monniken zich hadden gevestigd. Hij schonk hen zo veel grond als ze konden bewerken en voor hun vee nodig hadden. Twee jaar later schonk burggraaf Hendrik van Bourbourg weiland te Eggewaartskapelle om er schapen te laten grazen.10 Het staat dus vast dat de Duinheren al vrij vroeg in hun bestaan schapen-kuddes hadden.

Latere generaties hebben deze teelt voortgezet. Dat blijkt in 1187. Graaf Filips van de Elzas deed toen afstand van de jaarlijkse cijns van 53 rammen, die de abdij hem alleen al voor land bij de Hemme verschuldigd was.11 Het is onmogelijk om het totale aantal schapen van de Duinenabdij te achterhalen, maar het is duidelijk dat de kweek aanzienlijk was. De oorkonde van Filips van de Elzas geeft nog een tweede fenomeen aan: de omvorming van het Vlaamse kustlandschap. Historisch-geografische studies bevestigen dat een ingrijpende landschapswijziging plaats-vond vanaf de negende/tiende eeuw. Grote bedijkings- en inpolderingsactiviteiten drongen de zee definitief terug en maakten het mogelijk om land te winnen op het water. Schorren maakten plaats voor weilanden en akkers. Het zoutgehalte van de bodem nam af, waardoor die vruchtbaarder werd. Het gevolg was dat akkerbouw de opportune landbouwactiviteit werd.12

Dit alles had ernstige gevolgen voor de Vlaamse textielnijverheid. Het binnen-landse aanbod aan wol nam af, maar de vraag vanuit de sector steeg. Hierdoor ontstond een grondstoftekort dat via import werd opgevangen. De uitzonderlijke kwaliteit van de Engelse wol maakte Engeland tot de aangewezen leverancier.13 Ook Ten Duinen probeerde een graantje in de lucratieve wolhandel mee te pikken. De eigen gronden werden immers eerder geschikt voor akkerbouw. De gelijklo-pende opkomst van hun handelscontacten in Engeland met de overschakeling op akkerbouw in de Vlaamse kuststreek door de inpolderingen, doet vermoeden dat de import van wol voor de Duinheren belangrijk was. Temeer omdat 1187 een opmerkelijk jaar blijkt. Enerzijds werden de monniken door Filips van de Elzas van hun cijns ontslagen. Anderzijds verwierven zij datzelfde jaar handelsprivileges

9 Landscapes or seascapes?; Verhulst, ‘Sheep-breeding’.10 De oorkonden…Diederik van de Elzas, 24-25: Diederik van de Elzas schenkt duinengrond aan Ten Duinen, mei

1129; CCD, 442: burggraaf Hendrik van Broekburg schenkt weiland te Eggewaartskapelle aan Ten Duinen, 1131; Van De Woude, Ter Duinen, 47.

11 Van De Woude, Ter Duinen, 47-48.12 Zie Landscapes or seascapes?.13 Jansen, ‘Handel’, 157.

Book-NOVI 14.indb 7 14/09/15 11:09

Page 12: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

8

van Hendrik II Plantagenet. Dit kan betekenen dat de Duinheren met een vermin-derde wolproductie kampten en dat ze dit via import probeerden op te vangen.

Daarnaast is er de bekende rol van de Engelse cisterciënzerabdijen in de wolhandel. Hun schapenkuddes maakten hen tot een belangrijke producent van wol. Door hun uitgebreide netwerk vereenvoudigden zij ook interregionale handelscontac-ten.14 De goede relaties tussen de diverse cisterciënzerabdijen kunnen mee toege-laten hebben dat Ten Duinen actief bleef in de wolhandel.

Fig. 5. Fragment van de oorkonde van Hendrik II (1187), met de graven van Vlaanderen en van Essex op de getuigenlijst (AGB, Ten

Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

Ten slotte geven de getuigen bij het charter uit 1187 aan dat de Duinheren actief waren in deze sector. Onder meer de Vlaamse graaf Filips van de Elzas (1168-1191) en Willem van Mandeville, graaf van Essex (1166-1189), hebben deze toekenning van privileges geattendeerd.15 Beide landsheren hadden fiscale en poli-tiek-economische belangen bij een florerende wolhandel. Daarom is hun aanwe-zigheid bij de verstrekking van het privilege een indicator dat de verhandeling van wol aan de basis lag. De politiek-economische belangen van de graaf van Vlaanderen komen in het volgende deel van de tekst aan bod. De fiscale belangen van de Engelse landadel zijn ook duidelijk: “wol [was] goed voor de helft van de verdiensten die [zij] uit het land haalden”.16 De Duinenabdij speelde een actieve rol in de wolhandel. Dat verklaart waarom zij überhaupt belang had bij handelspri-vileges.

Een verzekerde handel: politieke garanties als basis van het handelsbeleid

Handelsembargo’s als politiek drukkingsmiddel

And whenne these seyde marchauntz discharged beOf marchaundy in Flaundres neere the see,

Than they be charged agayn wyth marchaundyThat to Flaundres longeth full rychelye,

Fyne clothe of Ipre, that named is better than oures,Cloothe of Curtryke, fine cloothe of all colours,

14 Eckenrode, ‘The English Cistercians’; Donkin, ‘Cattle’.15 CCD, 167: Hendrik II Plantagenet geeft privileges aan Ten Duinen, 1187.16 Verbruggen, Falter, 1302, 26-27.

Book-NOVI 14.indb 8 14/09/15 11:09

Page 13: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

No v i Mo N a s t e r i i

9

Moche fustayne and also lynen cloothe.But ye Flemmyngis, yf ye be not wrothe,

The grete substaunce of youre cloothe at the fulleYe wot ye make hit of oure Englissh wolle.

(…)They may not liven to mayntene there degrees

Wythoughten oure Englysshe commodytees,Wolle and tynne, for the wolle of Englonde

Susteyneth the commons Flemmynges I understonde.Thane, yf Englonde wolde hys wolle restreyneFrome Flaundres, thys foloweth in certayne,Flaundres of need muste wyth us have peaseOr ellis he is distroyde wythowghten lees.17

Deze korte passage komt uit het vijftiende-eeuwse hekeldicht The Libelle of Englyshe Polycye. Het gedicht werd geschreven aan het einde van de Honderdjarige Oorlog, na het beleg van Calais in 1436. De sterke samenhang tussen economi-sche afhankelijkheid van regio’s en politieke macht wekte de interesse bij onder-zoekers van vroegmoderne politieke theorieën. Over het auteurschap van de tekst, de betekenis en de politieke draagwijdte ervan is er al veel inkt gevloeid.18 Uit de tekst blijkt een groot bewustzijn van de politieke macht die Engeland ten opzichte van Vlaanderen had als leverancier van de grondstof wol. Met Flaundres of need muste wyth us have pease or ellis he is distroyde, benadrukte de auteur ondubbel-zinnig dat Engeland via handelsembargo’s de slagader van de Vlaamse economie kon en zou stilleggen. Dat alles om Vlaanderen als bondgenoot tegen Frankrijk te behouden!

Hoewel de Libelle of Englyshe Polycye dateert uit de vijftiende eeuw, zijn de begin-selen van deze politieke theorie ook van toepassing op de late twaalfde eeuw. Al ten tijde van Richard Leeuwenhart oefende Engeland via de wolhandel politieke druk uit op Vlaanderen. De Britse historicus Terence Lloyd wees op een terugval van de middeleeuwse wolhandel op het einde van de twaalfde eeuw: “Whatever the cause Anglo-Flemish trade relations suffered a setback in this period. It is diffi-cult to doubt that Flemish goods where among the ‘chattels of the king’s enemies’ sold (…) in Norfolk and Lincolnshire in 1193-4”.19 Ongetwijfeld lagen politieke, en niet economische motieven aan de basis. Graaf Boudewijn VIII (1191-1194) zocht namelijk toenadering tot zijn leenheer, koning Filips II August. Dat was voor Richard Leeuwenhart potentieel erg bedreigend. Hij vreesde een belangrijke bondgenoot te verliezen. Om de Vlaamse graaf aan zich te binden verhoogde hij de druk door de export van wol naar Vlaanderen te bemoeilijken. Op korte termijn waren de maatregelen van Richard Leeuwenhart succesvol. Na de machts-overname door Boudewijn IX (1194-1205) kwam er een einde aan de kortston-

17 The Libelle, 5-6.18 Sobecki, ‘Bureaucratic Verse’.19 Lloyd, The English Wool Trade, 8.

Book-NOVI 14.indb 9 14/09/15 11:09

Page 14: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

10

dige Vlaams-Franse coalitie en trad er een tijdelijke detente op in de Vlaams-Engelse betrekkingen.20

De detente van 1195 bleef niet lang duren, want al in 1196 sloot Boudewijn IX een nieuwe alliantie met Filips II August. De Engelse vorst hanteerde opnieuw zijn drukkingsmiddel op de wolhandel en reageerde met zware represailles tegen de Vlaamse handelaars. Als gevolg daarvan, maar ook omwille van Engelse zilver-subsidies, besloot graaf Boudewijn al in 1197 tot een renversement d’alliance. Hij sloot in 1197 een nieuw verdrag met de Engelse koning. Beide landsheren verbonden zich ertoe elkaar bij oorlog met Frankrijk militaire bijstand te verlenen. Daarnaast werd overeengekomen om niet afzonderlijk vrede te sluiten. Met dit verdrag haalde de Engelsgezinde fractie tijdelijk de bovenhand in Vlaanderen en slaagde Richard Leeuwenhart er in om het graafschap aan zijn kant te houden.21 Deze dynamiek – Engeland dat via de wolhandel politieke druk uitoefende om een Vlaams-Franse alliantie te voorkomen – was de basis van het beleid van Richard Leeuwenhart. Ook de Duinheren hadden voor deze politieke dynamiek aandacht. Die wisselwerking vormde de katalysator voor de afstemming van het handelsbeleid op de politieke crisis ten tijde van abt Elias.

Het handelsbeleid van Ten Duinen onder invloed van de interregionale politiek

Elias was zich duidelijk bewust van de finesses van de Europese politiek. Om de handelsbelangen van zijn abdij te beschermen, speelde hij er handig op in. De verwerving van handelsprivileges in 1196 onder Richard Leeuwenhart en opnieuw in 1199 onder Jan Zonder Land toont dat aan. Inhoudelijk sluiten deze akten aan bij het eerder vermelde charter van Hendrik II uit 1187.22 Ze herbevestigen de eerder verleende handelsrechten, maar ze gaan verder. In het charter van Hendrik lag de nadruk op het aspect handel, met vier bepalingen: vrijheid van transport, vrijstelling van tolheffingen, toestemming voor de bouw van schepen en het kappen van hout, en bescherming voor de monniken en hun goederen. De poli-tiek-juridische bescherming kreeg duidelijk de minste aandacht. Richard Leeuwenharts charter daarentegen legt net de nadruk op die bescherming. Het handelsaspect verschuift naar de achtergrond. Koning Richard nam de abdij, haar personeel en goederen onder zijn hoede en beval dat haar geen schade mocht worden berokkend. Als iemand iets van de Duinheren zou aanslaan, mochten de monniken van de overtreder een compensatie vragen. Door dit charter ontsnapte Ten Duinen aan de represaillemaatregelen van 1196, want het werd toegekend in januari 1196 – na de onzekere situatie uit 1193-1194, maar nog tijdens de detente en vóór de represaillemaatregelen.

20 Lloyd, The English Wool Trade, 8.21 De oorkonden … (1191-aanvang 1206), 144-151: verdrag uit 1197 tussen Boudewijn IX en Richard Leeuwenhart;

Oksanen, Flanders, 57-58; Lloyd, The English Wool Trade, 8-9.22 Zie n. 6.

Book-NOVI 14.indb 10 14/09/15 11:09

Page 15: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

No v i Mo N a s t e r i i

11

Fig. 6. Richard Leeuwenhart schenkt voorrechten aan Ten Duinen in 1196 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 255 – foto Abdijmuseum Ten

Duinen/JVA)

Elias speelde in 1196 in op de Europese politiek. In de nasleep van een crisis stelde hij de belangen van zijn abdij veilig. Ook tijdens de regeerperiode van Jan Zonder Land vormde dezelfde gedachtegang de basis van het beleid van de Duinenabdij. De herbevestiging van het charter van Richard Leeuwenhart door Jan Zonder Land in 1199 bleek niet zonder belang. In 1206 stuurde regent Filips van Namen de minderjarige erfdochter Johanna van Constantinopel (1205-1244), samen met haar zus Margaretha, naar het Franse hof. Dat leidde tot nieuwe spanningen en opnieuw verslechterden de handelsvooruitzichten.23 Ook Ten Duinen zag zich met deze moeilijkheden geconfronteerd. Een van de monniken werd gevangen genomen door een zekere Johannes, vermoedelijk met het oog op een afkoopsom. Toch hield koning Jan zich aan de door hem verleende bepaling dat geen schade mocht worden berokkend aan de monniken van Ten Duinen. Op 9 december 1207 gaf hij bevel tot de onvoorwaardelijke vrijlating.24 Dat is significant. Hieruit blijkt de waarde van het charter als juridisch vangnet bij een conflict. Het is duide-lijk dat Elias de banden met de Engelse hofhouding in tijden van politieke crisis en economische onzekerheid verstevigde om de belangen van zijn abdij te vrij-

23 Dept, Les influences, 80-82. Vgl. Oksanen, Flanders.24 De Cuyper, ‘De Abdij’, 109.

Book-NOVI 14.indb 11 14/09/15 11:09

Page 16: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

12

waren. Om die directe aanpak te ondersteunen, bouwden de Duinheren ook indi-recte banden tot Engeland uit. Verregaande contacten met bondgenoten van Engeland moesten een extra garantie bieden. Die worden hierna besproken.

Diplomatieke betrekkingen met prominente bondgenoten van de Engelse koning

Keizer Otto IV van het Heilig Roomse Rijk, bisschop Seffrid II van Chichester en Willem II van Bethune

De Duinheren zochten zowel binnen als buiten het graafschap Vlaanderen contact met bondgenoten van de Engelse koning. Dat zorgde voor een bijkomende poli-tieke garantie voor hun handelsbelangen. Een eerste met wie zij een relatie ontwik-kelden, ook al blijft die zeer enigmatisch, is bisschop Seffrid II van Chichester (1180-1204). Hij nam de Duinheren onder zijn hoede en kende hen bescherming toe. Het is niet mogelijk om deze relatie binnen de politieke context te plaatsen. Seffrid vervulde geen prominente rol in de koninklijke hofhouding en de bewuste oorkonde is niet gedateerd.25 Toch is dit geen onbelangrijke bron. Met uitzonde-ring van de privileges van de Engelse koningen en de oorkonden met betrekking tot de schenking van Eastchurch is dit de enige akte uit Engeland in het Duinenarchief. Daarom laat deze bron toe af te leiden dat de monniken van Ten Duinen belangen hadden in Engeland die wederzijdse interesse opwekten voor de verstrekking van privileges. Het is een indicatie dat de Duinheren toenadering zochten tot de Engelse strekking.

Fig. 7. De parochiekerk van Eastchurch (foto Lambert J. Derenette)

25 CCD, 171: Bisschop Seffrid II van Chichester neemt Ten Duinen onder zijn bescherming; The Acta, 3-70.

Book-NOVI 14.indb 12 14/09/15 11:09

Page 17: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

No v i Mo N a s t e r i i

13

Meer informatie halen we uit een ongedateerde oorkonde van Otto IV, keizer van het Heilig Roomse Rijk (1198-1218). Hij verleende de monniken vrijstelling van tol en nam de monniken en hun goederen onder zijn bescherming.26 Hij is daarmee de enige vorst van het Heilig Roomse Rijk die persoonlijk rechten toekende aan Ten Duinen – op Willem II (1248-1256) na. Maar Willem II was graaf van Holland en een privilege voor Ten Duinen past binnen de decennialange praktijk van die landsheren. Niet minder dan vier opeenvolgende Hollandse graven waren hem voorafgegaan. De oorkonde van Otto IV is uitzonderlijk en valt niet los te koppelen van de politieke context. Opnieuw verkreeg Ten Duinen economische voordelen. De abdij verbond toenadering tot de Engelse coalitie dus aan de verwerving van economische voorrechten. Zo beschermden de monniken niet alleen hun belangen in de handel met Engeland, maar waren ze politiek actief om tolvrijheid te bemachtigen op de waterlopen – de Schelde voorop – in Zeeland-bewesten-Schelde en de Vier Ambachten.

Er wordt niet gespecifieerd over welke economische voorrechten het gaat. Toch is het vrijwel zeker dat de handel en het transport over de Schelde hiermee in verband staan. Ten Duinen was vanaf het einde van de twaalfde eeuw actief in de regio. Transport in Zeeland verliep voor het grootste deel over water, met de Schelde als de levensader van de regio. Tot 1195 profiteerden de Duinheren ongetwijfeld mee van het verdrag van Brugge (7 maart 1167), waarin Diederik van de Elzas en graaf Floris III van Holland (1157-1190) overeen gekomen waren dat de Vlamingen geen tol moesten betalen op de Schelde te Geertvliet. Vanaf 1195 stond dit verdrag meer en meer onder druk. Zeker toen keizer Hendrik VI (1191-1197) zich in deze regionale kwestie aan de uithoek van zijn rijk mengde, wijzigde de situatie door Vlamingen niet langer vrij te stellen van tol.27 De stijgende activiteit van Ten Duinen in deze regio in combinatie met de toenadering tot Engeland en zijn bondgenoten, bijkomend aan de kroning van Otto IV tot Rooms-koning in 1198, wijzen er op dat Ten Duinen haar politieke invloed aanwendde om vrijstelling van tol op de Schelde te bemachtigen.

Ook andere relaties met Engelsgezinden geven indicaties dat Ten Duinen bewust toenadering zocht met de Engelsgezinden om haar handelsbelangen te beschermen. Zo kende Willem II van Bethune, heer van Dendermonde, in 1203 vrijstelling van tol toe. Hij was een van de bestuurders van Vlaanderen tijdens de afwezigheid van de op kruistocht vertrokken graaf Boudewijn IX.28 Opvallend is dat Ten Duinen enkel privileges bemachtigde van Engelsgezinde edelen. Geen enkele akte wijst op betrekkingen met de Fransgezinden. Evenmin werden er door de Franse koning akten met privileges toegekend. Dat was in de aanloop tot de Guldensporenslag anders. De banden tussen de abdij en Frankrijk leidden toen tot de toekenning van een aantal voorrechten door Filips de Schone.29 Ook dat

26 CCD, 178: Keizer Otto IV van het Heilig Roomse Rijk geeft privileges aan Ten Duinen.27 Voor de positie van Ten Duinen in deze context: Malfliet, ‘De domeinvorming’, 55.28 CCD, 181: Vidimus van een akte uit 1203 van Willem van Bethune en Dendermonde voor Ten Duinen, april

1237. Dept, Les influences, 54 en 59.29 CCD, 224, 226-227, 658-659.

Book-NOVI 14.indb 13 14/09/15 11:09

Page 18: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

14

kan gezien worden als een politiek verlengstuk van de economische belangen van de abdij. Bijna een eeuw na Bouvines waren de rollen omgekeerd. Filips de Schone belemmerde de Vlaamse handel op de Jaarmarkten van Champagne.30 Ten Duinen zag de handel in Frankrijk door geopolitieke factoren verzwakken en zocht toena-dering tot Frankrijk om haar belangen te beschermen. Dat zij aan het begin van de dertiende eeuw geen banden had met Frankrijk, maar wel met Engeland, is een aanwijzing dat zij toen bewust toenadering zocht tot Engeland.

Ferrand van Portugal, graaf van Vlaanderen

De graven van Vlaanderen beïnvloedden de Duinenabdij op zeer sterke wijze. Onderzoek heeft aangetoond dat een groot deel van het grondbezit van de abdij direct aan grafelijke schenkingen kan worden gelinkt. Grondschenkingen waren echter niet de enige manier waarop de graven bij de abdij betrokken waren. Ook door handelsprivileges behielden zij een zekere controle over de Duinenabdij. Al in 1142 kende Diederik van de Elzas tolvrijheid toe aan alle cisterciënzerabdijen in Vlaanderen. Daarbij maakte hij speciaal melding van de wegen tussen de abdijen Clairmarais en Ten Duinen. Het privilege werd in 1164 door Filips van de Elzas herhaald.31

Dat Ten Duinen aan de vooravond van Bouvines met Ferrand van Portugal een relatie onderhield, hoeft niet te verwonderen. Opvallend is het resultaat van deze relatie: een korte, ongedateerde oorkonde waarin de graaf van Vlaanderen de handelsbelangen van Ten Duinen in Engeland waarborgde.32 Ferrand verzocht de “baronnen van de Cinque Ports”, vrije burgers van vijf Engelse kuststeden, nederig hulp te bieden aan de monniken van Ten Duinen, in het bijzonder bij het herstel van hun schepen. Daarenboven vroeg hij de schepen van de abdij vrije toegang te verlenen tot de havens. In ruil beloofde hij tegemoetkomingen aan al wie de monniken bijstand en hulp verleende.33

Het is mogelijk een benaderende datering naar voor te schuiven. Ferrand van Portugal trad op als graaf van Vlaanderen en Henegouwen, een titel die hij pas na zijn huwelijk in januari 1212 met de erfdochter Johanna van Constantinopel voerde. Uit de akte blijkt invloed van de graaf in Engeland. Die kreeg Ferrand bij een alliantie met de Engelse koning. De graaf had een afkeer gekregen van de Franse koning Filips II August na het voor Vlaanderen nadelige Verdrag van Pont-à-Vendin (25 februari 1212) dat Frankrijk toeliet de Vlaamse steden Sint-Omaars en Ariën en hun omliggende gebied te annexeren.34 Op 4 mei 1212 nodigde Jan zonder Land de Vlaamse graaf uit een alliantie te sluiten. Pas ruim twee maanden

30 Munro, ‘The Low Countries’, 1-30; MacDonald, Gastmann, A History, 65.31 De oorkonden…Diederik van de Elzas, 110-111, 372-374.32 CCD, 184: Ferrand van Portugal verzoekt de Baronnen van de Vijf Havens om bijstand te verlenen aan de

Duinheren, 20 juli 1212- 27 juli 1214.33 Die toekomstige tegemoetkomingen zijn niet verder gespecifieerd in de akte zelf.34 CCD, 184: Bevelen van Ferrand van Portugal aan de Baronnen van de Vijf Havens met betrekking tot Ten Duinen,

1212-1214; Baldwin, Philippe Auguste, 265.

Book-NOVI 14.indb 14 14/09/15 11:09

Page 19: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

No v i Mo N a s t e r i i

15

Fig. 8. Situeringskaart van het Engelse bezit van Ten Duinen met de Cinque Ports, ca. 1200 (Abdijmuseum Ten Duinen/Lambert J. Derenette, naar

F.W. Jessup, R.R. Sellman, Kent History Illustrated, Maidstone, 1973)

later (op 20 juli) verzocht de koning Ferrand naar Dover te komen voor de onder-handelingen.35 Ook de oorkonde van Ferrand van Portugal voor de Duinenabdij kan dus niet vóór 20 juli 1212 tot stand gekomen zijn. Vermoedelijk heeft Ferrand zijn akte verleend tijdens de onderhandelingen in Dover, een van de Vijf Havens. Zeker is dat zij niet na de veldslag te Bouvines (27 juli 1214) kan zijn uitgegeven, want Ferrand werd op die dag gevangen genomen en zou pas vrijkomen in januari 1227 – zoals bepaald in het verdrag van Melun (11 april 1226).36 Dat wil zeggen dat de akte dateert van tussen eind juli 1212 en 27 juli 1214.

De oorkonde lijkt vooral ten gunste van de Duinheren uitgevaardigd te zijn. Zij krijgen bijstand van de havenmeester van de Vijf Havens bij het herstel van hun schepen en vrije toegang tot de havens. Eens te meer zochten de Duinheren in tijden van politieke hoogspanning bewust garanties voor hun handelsbelangen. De akte zelf volstaat niet om de Duinheren bij de Engelsgezinde partij te situeren. Het is best mogelijk dat zij zich op een afstand hielden van de politiek en louter oog hadden voor hun eigen belangen. Zo nodig manoeuvreerden zij dan in de richting van een anti-Frans bondgenootschap.

35 Hardy, Syllabus, 16.36 Sivéry, Louis VIII, 331-337.

Book-NOVI 14.indb 15 14/09/15 11:09

Page 20: Jaarboek Abdijmuseum Ten Duinen€¦ · Fig. 3. Hendrik II schenkt handelsrechten aan Ten Duinen in 1187 (AGB, Ten Duinen-Ter Doest, Oorkonden, 228 – foto Abdijmuseum Ten Duinen/JVA)

16

Reinoud van Dammartin, graaf van Boulogne

Reinoud van Dammartin (1190-1214) volgde in 1187 zijn vader Alberik II op als graaf van Dammartin. Door zijn huwelijk met erfdochter Ida van Boulogne, die hij had geschaakt, verwierf hij het graafschap Boulogne. Zijn steun aan Jan Zonder Land in de militaire campagne te Bouvines kwam hem duur te staan. Hij werd samen met Ferrand van Portugal gevangen genomen door de Franse koning, maar in tegenstelling tot Ferrand zou hij niet meer vrijkomen. Hij overleed in 1227 in gevangenschap.37

Reinoud van Dammartin had een bedrag van zeshonderd pond sterling in bewa-ring gegeven aan Ten Duinen. Dat blijkt uit een oorkonde van Filips II August (april 1215): “Iedereen weet dat wij de abdij van de Duinen vrijwaren tegen de graaf van Boulogne en zijn echtgenote en ieder ander voor de zeshonderd pond sterling die zij aan ons, op ons bevel, heeft overgedragen uit de tegoeden van de graaf van Boulogne, noch dat de graaf uit onze hechtenis zal vrijkomen zolang hij hiervan geen afstand doet aan de genoemde abdij en gemeenschap”.38 Filips II August confisqueerde het bedrag dat Reinoud in bewaring had gegeven bij Ten Duinen. Deze confiscatie moet in het licht worden gezien van de vijandelijkheden tussen beiden. Al sinds 1212 waren alle bezittingen van Reinoud in Frankrijk verbeurd verklaard omwille van zijn vijandelijkheden jegens de Franse kroon. Klaarblijkelijk heeft hij getracht om zo veel mogelijk van zijn bezittingen in veilig-heid te brengen, onder meer via Ten Duinen.39

Terwijl het charter van Ferrand van Portugal met betrekking tot de Vijf Havens aantoont dat de Duinenabdij politieke steun zocht bij een voorname bondge-noot van de Engelse koning om haar handelsbelangen te garanderen, toont de oorkonde van Filips II August aan dat het om meer dan opportunisme ging. De Duinheren opereerden niet vanuit een neutrale positie, maar gaven in ruil voor voorrechten wederdiensten aan de coalitiepartners. Zij gaven dus echt steun aan de Engelsgezinden en behoorden tot dit politieke kamp. Zij toonden zich bereid om een aanzienlijke som geld te bewaren voor Reinoud, terwijl zijn bezit door de Franse koning was aangeslagen. Hierin volgden zij de reactie van de Engelse koning op deze confiscatie, die de Engelse goederen en bezittingen van zijn bondgenoot vrijwaarde tot diens dood. Dat beleid van Jan Zonder Land werd tot 1227 voortgezet door zijn zoon Hendrik III.40 Daarom kan deze daad van de monniken van Ten Duinen allerminst als een neutrale houding worden geïnter-preteerd en is het duidelijk dat zij actief politieke steun gaven aan de anti-Franse alliantiepartners.

37 Malo, Un grand feudataire.38 Uitg. in Dept, Les influences, 193.39 Malo, Un grand feudataire, 219-220.40 Malo, Un grand feudataire, 219-220.

Book-NOVI 14.indb 16 14/09/15 11:09