Jaarbericht 2011 De Binnenvest

52
Cliënten en hulpverleners over Thuisgevoel BINNEN Jaarbericht 2011 De Binnenvest

description

Jaarbericht van stichting De Binnenvest over het jaar 2011

Transcript of Jaarbericht 2011 De Binnenvest

Page 1: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

Cliënten en hulpverleners over

Thuisgevoel

BINNENJaarbericht 2011 De Binnenvest

Fouad geboren te:Oujda (Marokko)Een dak boven mijn hoofd betekent voor mij: Alles, het belangrijkste.Mijn favoriete plek in huis is: Mijn tuin, die ik mooi heb opgeknapt. Ik houd van barbecueën.Thuis kook ik graag: Arabisch.Een dierbare herinnering aan mijn jeugd: De vriendschap die ik had met mijn broer. Hij is teruggegaan naar Marokko.Buitenshuis voel ik me thuis bij: Mijn broer.

Niemand hoeft aan de kant te staan

BIN

NEN

Jaarb

eric

ht 2

011 D

e B

inn

envest

Page 2: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

Bas van Drooge geboren te:

Amsterdam

Een eigen huis betekent voor mij:

Geborgenheid.

Mijn favoriete plek in huis is:

De huiskamer.

Thuis kook ik graag:

Toetjes, zoals worteltjestaart, tiramisu en trifle.

Een dierbare herinnering aan vroeger:

Sinterklaasavond.

Buitenshuis voel ik mij thuis bij:

Bij De Zijl Bedrijven voel ik me ook thuis.

Mischa Prinsenberg geboren te: SpijkenisseEen eigen huis betekent voor mij: Veiligheid.Mijn favoriete plek in huis is: De bank in de huiskamer.Thuis kook ik graag: Pasta. Een dierbare herinnering aan vroeger: Met het hele gezin rond de kachel en daar een kip in braden. Buitenshuis voel ik mij thuis bij: Aan zee.

Remco Gottenloos geboren te:

Leiden

Een dak boven mij hoofd betekent voor

mij:

Veiligheid en een eigen plek.

Mijn favoriete plek in huis is:

De woonkamer, die is ook het meest ingericht!

Thuis kook ik graag:

Alles, behalve aardappelen, groente en vlees.

Een dierbare herinnering aan vroeger:

De warmte, feit dat je moeder er is als je thuiskomt.

Buitenshuis voel ik me thuis:

In de binnenstad van Leiden.

Ingrid van Loo geboren te:

Elsloo (Limburg)

Een dak boven mijn hoofd betekent voor

mij:

Een thuis, waar je thuis komt, de basis.

Mijn favoriete plek in huis is:

De bank in de woonkamer én de tuinbank.

Thuis kook ik graag:

Salades. Ter plekke bedenk ik wat ik er allemaal

in kan gooien.

Een dierbare herinnering aan mijn jeug

d:

Ik me herinneren dat ik als tweejarige ben gaan

wandelen in het bos. Het hele dorp heeft me

lopen zoeken...

Buitenshuis voel ik me thuis bij:

Dat heeft voor mij niet met een plek te maken.

Ik geniet van alles om me heen.

Bart Smith geboren te: Den Haag, eigenlijk ScheveningenEen dak boven mijn hoofd betekent voor mij: Ik kan me niet voorstellen dat ik het niet heb, een huis.Mijn favoriete plek in huis is: Mijn bed, zeker op maandagochtend.Thuis kook ik graag: Indisch.Een dierbare herinnering aan vroeger: Met een kopje thee en Verkade biscuitje tegen mijn moeder aanliggen en vertellen wat er op school was gebeurd.Buitenshuis voel ik me thuis bij: Het strand en de zee. Ik ben aan zee opgegroeid en het geluid en de geur van de zee maken me nog steeds gelukkig.

Mart Meeuwsen geboren te: RotterdamEen dak boven mijn hoofd betekent voor mij: Veiligheid, de basis.Mijn favoriete plek in huis is: De schuur, daar mag ik lassen. Ik verzamel van alles en maak dan praktische voorwerpen, die ik kunstzinnig vormgeef. Thuis kook ik graag: Vegetarische moussaka.Een dierbare herinnering aan vroeger: Sinterklaasavond was bij ons een jaarlijks hoogtepunt. Iedereen sloofde zich uit, nog steeds trouwens. Buitenshuis voel ik me thuis: In een tentje hoog in de bergen.

Hans de Kinderen geboren te:

Geffen

Een dak boven mijn hoofd betekent voor

mij:

Ik heb ervaren om geen huis te hebben, maar ben

inmiddels een echte huismus geworden. Heerlijk

om in mijn eigen huis naar muziek te luisteren,

dan ben ik intens gelukkig.

Mijn favoriete plek in huis is:

Op de bank.

Thuis kook ik graag:

Italiaans, mijn ossobuco is legendarisch.

Een dierbare herinnering aan vroeger:

De enorme gezelligheid bij mijn ouders thuis.

Kwamen altijd mensen binnen, echt Brabants.

Buitenshuis voel ik me thuis bij:

Ik voel me overal thuis waar de mentaliteit

gezond is.

René Verkuylen geboren te: VenloEen eigen huis betekent voor mij: Vrij zijn op je eigen plek.Mijn favoriete plek in huis is: De sauna.Thuis kook ik graag: Ik ben een echte hobbykok... Maar als ik een gerecht moet noemen: een uitgebreide Marokkaanse maaltijd met pastilla’s en couscous. Een dierbare herinnering aan vroeger: Samen met ons gezin én opa en oma opgroeien in één huis. Buitenshuis voel ik mij thuis bij: Vrienden, met een goed gesprek en een glas wijn.

Abel Cazemier geboren te: GroningenEen dak boven mijn hoofd betekent voor mij: Lekker droog zitten, niet hele dag zwerven, erbij horen, zoals iedereen.Mijn favoriete plek in huis is: De woonkamer en keuken.Thuis kook ik graag: Goulash of bami.Een dierbare herinnering aan vroeger: Vakanties met mijn familie in Oostenrijk, samen met mijn vader ging ik dan vaak vissen.Buitenshuis voel ik mij thuis bij: Bij mijn eigen familie.

Remko Trompetter geboren te:

Haarlem

Een dak boven mij hoofd betekent voor

mij:

Een basis, elementair.

Mijn favoriete plek in huis is:

Mijn tuin, toch weer buiten.

Thuis kook ik graag:

Als mijn vriendin er is, dan zet ik hapjes op tafel

die in een restaurant niet misstaan. Maar als

mijn oudste zoon langskomt - bijna topkok -

dan moet ik keuken uit.

Een dierbare herinnering aan vroeger:

Bezoeken aan mijn opa en oma in Bleiswijk.

Buitenshuis voel ik me thuis:

In het huis van mijn vriendin en in de bunker in

IJmuiden waar ik oefen met mijn band.

Page 3: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

BINNEN Jaarbericht 2011 De Binnenvest

Mirsad Strojil geboren te: In een klein dorpje in voormalig JoegoslaviëEen dak boven mijn hoofd betekent voor mij: Veiligheid, rust, regelmaat, warmte.Mijn favoriete plek in huis is: In de woonkamer, op de bank.Thuis kook ik graag: Goulash.Een dierbare herinnering aan mijn jeugd: Spelen op straat voor de deur.Buitenshuis voel ik me thuis: Als ik op vakantie ga naar mijn thuisland, dan voel ik me helemaal thuis bij de beekjes in het bos.

Page 4: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

Mariëlle de Block geboren te: ZoetermeerEen dak boven mijn hoofd betekent voor mij: Fijn om een thuis te hebben, waar je je veilig voelt.Mijn favoriete plek in mijn huis is: De tuin.Thuis kook ik graag: Ik ben van de makkelijke happen. Ik doe het hele huishouden, behalve het koken. Dat doet mijn man. Het lekkerst vind ik het als hij Marokkaans kookt. Een dierbare herinnering aan mijn jeugd: Het warme gevoel van thuis, veiligheid.Buitenshuis voel ik me thuis bij: Thuis is mijn thuis.

Sanne Janson geboren te:

Rotterdam

Een dak boven mijn hoofd betekent voor

mij:

Zo’n plek waar je je thuis voelt, waar je niets hoeft

en lekker op de bank kunt liggen.

Mijn favoriete plek in huis is:

De tuin, zo blij mee.

Thuis kook ik graag:

Ik kook niet, al maak ik wel soep voor de

zondagmiddag, vaak broccolisoep voor de vitamines!

Een dierbare herinnering aan mijn jeug

d:

Dat het gezellig was met veel mensen over de vloer.

Mijn moeder was de spil, ze zat altijd klaar met thee.

Buitenshuis voel ik me thuis bij:

Ik ben ook graag bij mijn ouders, maar in mijn

eigen huis daar ben ik toch het meeste thuis.

Janneke Oude Groen geboren te:

Nijmegen

Een dak boven mij hoofd betekent voor

mij:

Geborgenheid, veiligheid.

Mijn favoriete plek in huis is:

De woonkamer, meestal zit ik op de grond tegen

de bank aan.

Thuis kook ik graag:

Van alles, vooral pasta.

Een dierbare herinnering aan vroeger:

De liefde van mijn ouders en zussen, de veiligheid,

geborgenheid van ons gezin.

Buitenshuis voel ik me thuis:

Op het strand of in het bos, heerlijk.

Roos van Gelderen geboren te:

Ibadam (Nigeria)

Een dak boven mijn hoofd betekent voor

mij:

Eerste levensbehoefte, veiligheid, geborgenheid.

Mijn favoriete plek in huis is:

De eettafel, niet alleen om te eten, maar ook om

lekker te zitten, de krant te lezen en te praten.

Thuis kook ik graag:

Multiculti: Indonesisch, Thais, Marokkaans.

Een dierbare herinnering aan vroeger:

We woonden in een huis vlakbij een grote

binnentuin van flats. ‘Mag ik naar de grote

tuin?’, riep ik dan.

Buitenshuis voel ik me thuis:

Tussen de mensen.

Josine Steenvoorde geboren te: LeidenEen dak boven mij hoofd betekent voor mij: Veiligheid, een plek om thuis te komen.Mijn favoriete plek in huis is: Is in ons restaurant dat we net begonnen zijn.We wonen er boven, maar komen daar alleen om te slapen. Soms zitten we op ons dakterras, dat is ook een favoriete plek.Thuis kook ik graag: Risotto. We koken trouwens altijd in ons restaurant, in ons huis hebben we niet eens een fornuis!Een dierbare herinnering aan vroeger: De katten. Buitenshuis voel ik me thuis bij: Mijn moeder, zus en vriendinnen.

Page 5: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

Marion Welling geboren te: RoosendaalEen dak boven mij hoofd betekent voor mij: Warmte, lekker droog binnen zitten.Mijn favoriete plek in huis is: Een stoel, die ik ooit op Terschelling zag. Eerst kon ik de stoel niet kopen, want ik had geen plek en geen geld. Toen ik beide wel had, heb ik hem gekocht. Zit heerlijk. Thuis kook ik graag: Vegetarisch, pasta, rijst en veel groente.Een dierbare herinnering aan vroeger: Mijn vader, hij leeft helaas niet meer. Buitenshuis voel ik me thuis: In de stad, ik ga bijvoorbeeld graag naar de markt.

Marianne geboren te:

Leiden

Een dak boven mijn hoofd betekent voor

mij:

Alles, het ultieme geluk, al bijna acht maanden lang.

Mijn favoriete plek in huis is:

Op de bank of in bed.

Thuis kook ik graag:

Een Hollandse pot, zoals varkenshaas met

champignons en aardappelen.

Een dierbare herinnering aan mijn jeug

d:

De eerste zeven jaar van mijn leven, toen mijn

moeder nog niet getrouwd was.

Buitenshuis voel ik me thuis:

Hier voel ik me thuis, dit is mijn stekkie.

Rob Verdoorn geboren te:

Heerlen

Een dak boven mijn hoofd betekent voor

mij:

Een plek waar ik mezelf kan zijn, veilig voel,

de basis van waaruit ik me kan ontwikkelen.

Mijn favoriete plek in huis is:

Mijn houtwerkplaats, daar vind ik rust en expressie.

Ik maak speelgoed, meubels en kunstvoorwerpen.

Thuis kook ik graag:

Aardappelgerechten. De Opperdoeser is mijn

favoriete aardappel.

Een dierbare herinnering aan vroeger:

Mijn jeugd in Heerlen. Het was minder gejaagd

dan hier in de Randstad.

Buitenshuis voel ik me thuis in:

Noord-Amerika en Canada. Uren op de motor

rijden zonder iemand tegen te komen.

Ronald de Vos geboren te:

Leiden

Een dak boven mijn hoofd betekent voor

mij:

Door mijn werk realiseer ik me hoe blij ik

met mijn huis mag zijn. Het kan iedereen

overkomen om het kwijt te raken.

Mijn favoriete plek in huis is:

De muziekkamer.

Thuis kook ik graag:

Indisch.

Een dierbare herinnering aan vroeger:

Het ‘familiegevoel’ in het algemeen. Mijn ouders

zijn jong overleden, tot die tijd waren we een

hechte, gezellige familie.

Buitenshuis voel ik me thuis:

Op het podium, om muziek te maken.

Page 6: Jaarbericht 2011 De Binnenvest
Page 7: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

1. Minder bedden, meer dakenOm cliënten zoveel mogelijk in hun thuissituatie te begeleiden wil De Binnenvest ervoor zorgen

dat nieuwe cliënten zo snel mogelijk gehuisvest worden (‘Housing First’) en thuis ambulante zorg

ontvangen. Ook de huidige verblijfcliënten van De Binnenvest zullen zelfstandig gaan wonen in een

corporatiewoning en zoveel mogelijk ambulante zorg krijgen.

2. Een StadshotelDe Binnenvest wil een Stadshotel realiseren, waarin de Crisisopvang en de dag- en nachtopvang van

Nieuwe Energie worden ondergebracht. De opvang van cliënten in dit Stadshotel is erop gericht om

cliënten weer zo snel mogelijk terug te brengen in hun eigen leefwereld. In het Stadshotel kijken we

naar: waarom ging het fout en wat moet er gebeuren om het nu goed te laten gaan?

3. Behoud van bedden voor cliënten met een hoge ZZPVoor de zware ZZP’s (minimaal drie en hoger) blijven er bij De Binnenvest bedden beschikbaar in

een vernieuwd Sociaal Pension. Deze locatie zal ook fungeren als opvang voor cliënten die niet in

het Stadshotel passen. Overigens is het wel de bedoeling het aantal bedden van het

Sociaal Pension in te krimpen.

4. Bijdragen aan activering van cliëntenDe Binnenvest wil zich inzetten voor de maatschappelijke participatie van cliënten. Deze activering is

een vak apart. We zullen hiervoor dan ook structureel moeten gaan samenwerken met andere partijen.

De Binnenvest vindt activering belangrijk, omdat cliënten zich anders gaan vervelen en er een

grote kans op terugval bestaat.

5. Doen waar we goed in zijn!Het is belangrijk dat de medewerkers van De Binnenvest zich weer bezig kunnen gaan houden met

hun echte vak – het verlenen van zorg – zonder ook hotelmatige taken te hoeven verrichten. We gaan

onderzoeken hoe we deze hotelmatige taken los kunnen koppelen van de zorg. Verder willen we de

verschillende zorgregies meer met elkaar verbinden, zodat we een begeleidingsteam kunnen

creëren dat multi-inzetbaar is.

6. Invoeren van de methodiek van HerstelwerkOm de medewerkers de handvatten te bieden bij de nieuwe manier van begeleiding van cliënten, wil

De Binnenvest de methodiek van Herstelwerk integraal invoeren. Deze methodiek maakt gebruik van

de kracht en mogelijkheden van cliënten zelf en helpt hen om hun maatschappelijke positie als burger

weer zo volwaardig mogelijk op te pakken. Deze wetenschappelijk gefundeerde methodiek sluit

aan bij landelijke ontwikkelingen.

7. Inspelen op de kanteling van AWBZ naar WMODe komende tijd zal de volksverzekering AWBZ worden omgezet naar de participatiewet WMO.

De WMO biedt de kans om op buurtniveau andere vormen van maatschappelijke zorg te ontplooien,

denk bijvoorbeeld aan het hospita-project van De Binnenvest ‘Swiebertje zoekt buur’.

Hier is wel een netwerk van professionele partners voor nodig. De Binnenvest gaat zich richten

op het bewerkstelligen van deze samenwerkingsverbanden.

1

2

3

4

5

6

7

DOElStEllIngEn 2020

Frank (l): “Mijn favoriete plek in huis is mijn

balkon, dat op het zuiden en uit de wind ligt.”

Wim (r): ”Een dak boven mijn hoofd betekent

voor mij opvang, ergens slapen, leuke spulletjes

verzamelen, een plek hebben om terug te komen.”

Page 8: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

Wim geboren te:

Leiden

Een dak boven mijn hoofd betekent voor

mij:

Opvang, ergens slapen, leuke spulletjes verzamelen,

een plek hebben om terug te komen.

Mijn favoriete plek in huis:

De stoel in mijn kamer.

In het Sociaal Pension eet ik graag:

Ik kook nooit. Het lekkerste vind ik het als in het

Sociaal Pension nasi of bami met vlees en satésaus

op tafel wordt gezet.

Mijn dierbaarste herinnering aan mijn

jeugd:

Mijn moeder.

Buitenshuis voel ik me thuis:

Ik voel me alleen thuis in het Sociaal Pension,

verder nergens.

Frank Vincenten geboren te: LeiderdorpEen dak boven mijn hoofd betekent voor mij: Een plek om terug te trekken en vrienden en familie te ontvangen. Mijn favoriete plek in huis: Mijn balkon, dat op het zuiden en uit de wind ligt. Thuis kook ik graag: Indisch. Een dierbare herinnering aan mijn jeugd: Toen ik 5 was verhuisden we naar het huis waar mijn ouders nu nog wonen. Alle ‘eerste keren’ waren daar, zoals voor het eerst ‘los’ fietsen. Ik kom nog steeds graag in dit huis.Buitenshuis voel ik me thuis: Als ik op vakantie ben in Azië, dat voelt echt als thuiskomen.

Page 9: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

Eerste Housing First cliënten onder dak ... 10

DZB: Durven ondernemen met elkaar ... 13

Dit is ons thuis, van Victor en mij ... 14

Wim van ’t Veer: Inspelen op politieke veranderingen ... 16

Woningcorporatie Ons Doel: Huisvesting is basisvoorwaarde om leven weer op orde te krijgen ... 18

Omvorming van de Crisisopvang ... 20

Wethouder Roos van Gelderen: Nauw betrokken bij zorg en welzijn ... 22

24-uurs opvang in Nieuwe Energie in fase van verandering ... 24

Reis naar de Verenigde Staten ... 26

Verveling buiten de deur houden ... 28

Herstelwerk: Maak gebruik van kracht van cliënt ... 30

Vrijwilligers zijn belangrijk ... 32

Wonen in het Sociaal Pension: Mijn huis is mijn eigen kamer ... 34

Kwadraad: Samen dakloosheid voorkomen ... 36

Inzet van ervaringsdeskundigheid ... 37

Leren in het SPIL ... 40

Een eigen stek voor cliënten ... 42

Het Outreachend Team nu zelf in transitie ... 44

De Vrienden van De Binnenvest ... 44

Straatvoetbal ... 45

Kerngegevens ... 46

Colofon ... 48

Inhoudsopgave

Wim van ’t Veer geboren te: WolfhezeEen dak boven mijn hoofd betekent voor mij: Bescherming, je eigen plek.Mijn favoriete plek in huis is: De eettafel. Daar heb ik goed licht en zit ik het liefst een boek te lezen. Thuis kook ik graag: Indisch en ook wel Italiaans.Een dierbare herinnering aan mijn jeugd:De zomerfeesten op de psychiatrische inrichting waar mijn vader werkte.Buitenshuis voel ik me thuis: Op het strand. Daar laat ik graag mijn hond uit.

Page 10: Jaarbericht 2011 De Binnenvest
Page 11: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

9

Wat betekent een dak boven je hoofd voor jou? Die vraag hebben we aan iedereen voorgelegd, die we

voor dit jaarbericht 2011 hebben geïnterviewd. De basis, rust, veiligheid, warmte en geborgenheid

waren veel gegeven antwoorden. Ook zei iemand “Ik kan me niet voorstellen om het niet te hebben.”

Onze cliënten, de dak- en thuislozen in de regio Zuid-Holland-noord, weten maar al te goed hoe het is

om geen huis te hebben. Eén cliënt die net weer ‘onder dak’ is, zegt op pagina 14: “Ik ben zo blij dat

ik binnen ben als ik ’s ochtends gordijnen opendoe en druppels op de buitenkant van het raam

zie zitten.”

En steeds blijkt uit de verhalen van cliënten dat het iedereen kan overkomen om op straat te komen

staan. Bijvoorbeeld door een opeenstapeling van een aantal nare gebeurtenissen, zoals Remco

overkwam (zie pagina 30).

Al sinds jaar en dag vangen wij mensen die het nodig hebben op met bed, bad en brood. De laatste

tijd hebben we daaraan toegevoegd dat we iedereen zo snel mogelijk ‘onder een eigen dak’ willen

brengen.

Overheidsmaatregelen stimuleren dit, omdat het zorgeconomisch interessant is. Het is een minder

kostbare manier van opvang en we leven nou eenmaal in een tijd van bezuinigingen. Maar – minstens

zo belangrijk – zowel uit onderzoek als in de praktijk is gebleken dat mensen beter en sneller

herstellen als zij in een eigen huis zitten. Al blijven we natuurlijk opvang bieden aan cliënten, zoals

Wim (zie pagina 34).

In dit jaarbericht blikken we niet alleen terug op 2011, maar kijken we ook naar de toekomst hoe we

onze missie ‘Iedereen onder dak in 2020’ met de zeven doelstellingen willen bereiken. Sleutelwoorden

zijn: Minder bedden, Meer daken, Housing First en Herstelwerk. U vindt een overzicht van onze

doelstellingen terug aan het begin van dit jaarbericht.

We hebben ervoor gekozen om medewerkers, cliënten, ketenpartners en wethouder Roos van

Gelderen te interviewen over onze doelstellingen richting 2020 en over belangrijke veranderingen

en gebeurtenissen in de afgelopen periode, zoals de inzet op activering, de besluitvorming over de

te realiseren gebruikersruimte en de doorstroomplekken in Nieuwe Energie, de studiereis naar de

Verenigde Staten en de inzet op ervaringsdeskundigheid in de uitvoering van de zorg. Het resultaat:

een bont scala aan interviews, samengevat onder de toepasselijke titel ‘Binnen’.

Namens de Raad van Toezicht, het management en bestuur, bedank ik alle medewerkers hartelijk

voor hun inzet. Ik wens u veel leesplezier in dit jaarbericht.

Wim van ’t Veer, directeur

Binnen bij De Binnenvest

Page 12: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

1

10

Thijs Tegelaar geboren te:

Leiden

Een dak boven mijn hoofd betekent voor

mij:

Thuis zijn.

Mijn favoriete plek in huis is:

De bank.

Thuis kook ik graag:

Macaroni met champignons.

Een dierbare herinnering aan mijn jeug

d:

De knusheid van thuis vroeger.

Buitenshuis voel ik me thuis:

Leiden is voor mij thuis, ergens anders

voel ik me toch wat verloren.

Page 13: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

Vorig jaar heeft het team Bijzondere Woonvormen voor het

eerst enkele cliënten in Housing First woningen geplaatst.

“Ze zijn zo blij met hun eigen plekje. Je ziet ze opbloeien.”

Thijs Tegelaar, Sanne Janson en Mariëlle de Block zijn het

erover eens: het is goed dat Housing First op nummer één

staat van de doelstellingen van De Binnenvest naar 2020 toe.

Thijs: “Met Housing First voldoe je aan de basisbehoefte van

wonen. Daarná kun je kijken wat je verder kunt betekenen

voor een cliënt.”

“Wij zijn alle drie maatschappelijk werker in het team

Bijzondere Woonvormen en werken met cliënten die niet

functioneren binnen de reguliere opvangmogelijkheden van

De Binnenvest”, vertelt Mariëlle. “Waar mogelijk brengen wij

onze cliënten onder in huizen van de sociale woningbouw

en in spaceboxen*.”

Eerste cliënten ondergebrachtSanne: “Voor een gewone plaatsing in een corporatiewoning

moeten cliënten aan allerlei voorwaarden en eisen voldoen.

Vorig jaar hebben we voor het eerst cliënten geplaatst volgens

het Housing First principe, dus zonder allerlei eisen vooraf

te stellen.”

“In één woning is een stel ondergebracht en in een andere

woning twee mannen, die we los van elkaar intensief

begeleiden”, zegt Mariëlle. “We zien ze opbloeien. Ze zijn

zo blij met een eigen plek en zorgen goed voor het huis.”

Korte lijnenVerschillende woningbouwverenigingen hebben een aantal

huizen beschikbaar gesteld. Om alles goed te monitoren

zitten politie, gemeente, woningbouwvereniging en De

Binnenvest eens in de zes weken bij elkaar voor een locatie-

overleg. Sanne: “De lijntjes zijn kort met de wijkagent en

de woningbouwvereniging. We kunnen ze zo bellen als dat

tussentijds nodig is.”

Thijs: “Tot nu toe gaat het goed. We merken dat ze allemaal

erg hun best doen om hun leven anders in te richten. Een

wijkagent vroeg ons: ‘Hoe hebben jullie het kunnen bedenken

om juist die twee mannen bij elkaar te plaatsen?’ Ik heb hem

gezegd dat wij onze pappenheimers kennen!”

“Maar het blijft natuurlijk een bijzondere groep”, zegt Sanne.

“Om problemen zoveel mogelijk te voorkomen, stellen we

wel enkele eisen. Zo mag niemand uit hun netwerk van de

opvang komen logeren.”

SpaceboxenMariëlle: “We hebben daarnaast op het moment drie cliënten

van ons ondergebracht in een spacebox, twee in Alphen en

een in Leiden. Dat gaat ook goed. We plaatsen met name

mensen in een spacebox die (nog) niet in een rijtjeshuis

terecht kunnen, bijvoorbeeld omdat ze geluidsoverlast

kunnen veroorzaken of een enorme verzamelwoede hebben.

We hebben nog twee spaceboxen in de opslag. Daar hopen

we binnenkort een plekje voor te vinden, in een omgeving

waar het wonen tegen een stootje kan.”

Ervaringen uit AmerikaThijs en Sanne zijn mee geweest met de studiereis naar

Amerika. Thijs: “Je ziet daar een successrate van Housing

First van 70 tot 80%. Terwijl ze daar vaak per week maar

een kwartiertje tijd voor een cliënt hebben. Wij willen een

Eerste Housing First cliënten onder dak

team Bijzondere Woonvormen bijt de spits af

11

Housing FirstDe Binnenvest wil nieuwe en huidige verblijfcliënten zoveel mogelijk –

en zo snel mogelijk – onder eigen dak brengen (‘Housing First’) en thuis

ambulante zorg geven. Zowel uit onderzoek als in de praktijk is gebleken

dat cliënten dan sneller en beter herstellen. Bovendien is het een

goedkopere manier van hulpverlenen dan in een instelling.

* Een spacebox is een vierkante stapelbare container, waar alles

in aanwezig is: keuken, wc, douche, zithoek, tafel en bed.

Een spacebox wordt ook voor studentenhuisvesting gebruikt.

Page 14: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

12

cliënt ook in een Housing First situatie 2 tot 3 keer per

week zien.”

“In Amerika zouden ze best meer aandacht en tijd voor

de cliënten willen hebben, maar ze hebben minder geld en

veel meer Housing First woningen”, vult Sanne aan. “Plus

de afstanden zijn groter, dus je bent meer tijd kwijt aan

reizen van de ene cliënt naar de volgende cliënt.”

“Een ander verschil is dat wij meer bezig zijn met risico-

inventarisatie, om problemen te voorkomen”, gaat zij verder.

“Dat is denk ik typisch Nederlands, alles onder controle!

Ik denk niet dat we het Amerikaanse model over moeten

nemen, maar we zouden op termijn misschien iets meer

kunnen loslaten als het goed gaat met cliënten. Nu kan

dat nog niet. Het is allemaal nog zo nieuw en er zijn

zoveel ogen op ons gericht.”

Boetes uit het verledenThijs: “Een ding moet me nog van het hart. We merken

namelijk dat als iemand eindelijk een eigen dak boven zijn

hoofd heeft, hij direct wordt geconfronteerd met de boetes

die tijdens het straatleven zijn opgestapeld. En als iemand

vanwege die boetes drie maanden moet zitten, dan moet

hij zijn huis uit. In de nabije toekomst hoop ik dat we dit

probleem kunnen ondervangen. Want ik vind het erg dat

ze om die reden hun huis weer kunnen kwijtraken.”

Iedereen een eigen dak“Naast onze eigen groep hebben we nog 25 mensen op

onze lijst staan”, vertelt Mariëlle. “In de toekomst willen

we meer tijd in hen gaan steken. Al zal het lastig zijn om

iedereen op korte termijn onder een eigen dak te brengen.

Vooralsnog hebben we daarvoor te weinig plekken. Maar

we hopen dat die vanzelf gaan komen als de gemeente

en woningcorporaties zien dat Housing First werkt.”

Sanne, Fouad en Mariëlle in een spaceboxwoning.

Page 15: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

1313

Bas van Drooge, directeur van DZB, en Mischa Prinsenberg,

manager re-integratie bij DZB, proberen mensen met een

afstand tot de arbeidsmarkt zoveel mogelijk weer te laten

participeren op de arbeidsmarkt. Ook cliënten van De

Binnenvest zijn welkom.

Wat is DZB?

“DZB is een gemeentelijke instelling, die werkt voor vijf

gemeenten, waarvan Leiden de grootste is. We helpen

mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt met als doel

ze te plaatsen in het reguliere arbeidscircuit. Wij doen dit

voor ruim 2400 mensen.”

Doen al deze 2400 mensen hetzelfde bij u, of zijn hierin

groepen te onderscheiden?

“Er zijn drie groepen te onderscheiden bij DZB: een deel van

de mensen werkt in de sociale werkvoorziening, vroeger ook

wel de sociale werkplaats genoemd. Zij zijn bij ons in dienst.

Daarnaast begeleiden wij mensen die in de bijstand zitten

via leer-werktrajecten naar werk toe en hebben wij een

speciaal programma voor Wajong jongeren 1.”

Wat is de kracht van DZB?

“Wij hebben een groot werkgeversnetwerk, waardoor we

mensen zoveel mogelijk bij een reguliere werkgever kunnen

plaatsen. Wij geven mensen een steuntje en handvatten

om in een bedrijf aan de slag te gaan en zo voor zichzelf

te kunnen zorgen. De groep mensen die niet ‘naar buiten’

kan, werkt bij ons intern, bijvoorbeeld op de montage- of

inpakafdeling.”

Wanneer komt DZB De Binnenvest tegen?

“In het kader van het Regionaal Kompas2 zijn wij betrokken

bij de werkgroep activering. Voor cliënten van De Binnenvest

zijn we in dit kader ruim twee jaar geleden met een

activeringsproject gestart. Deze samenwerking liep in het

begin goed, al kwam er daarna even een ‘dip’ in het aantal

cliënten. Inmiddels hebben we de samenwerking weer nieuw

leven ingeblazen.

Wij zijn natuurlijk geen zorginstelling, dus het is belangrijk

dat cliënten die bij ons komen nog een stukje zorg van De

Binnenvest krijgen. Al vangen we de cliënten natuurlijk wel

goed op. We brengen de bijzonderheden van alle mensen die

hier aan de slag gaan in kaart en houden daar rekening mee.

Dat is ons vak. Het is cruciaal dat we allebei (De Binnenvest

en DZB) energie in de samenwerking blijven steken. Zo

bouwen we kennis over elkaar op. En we moeten dingen

durven ondernemen met elkaar. Misschien kunnen we in

de toekomst kijken of we voor cliënten van De Binnenvest

werkzaamheden apart kunnen organiseren.”

Wat is jullie mening over De Binnenvest?

“Wij vinden het een bevlogen organisatie, waar mensen

professioneel aan de slag zijn. We vinden ook dat De

Binnenvest goede faciliteiten in huis heeft. We werken

graag met hen samen.”

1 Mensen die op jonge leeftijd een

ziekte of handicap hebben gekregen,

krijgen ondersteuning van de overheid.

Dit gebeurt via de Wet Wajong.

2 Het Regionaal Kompas van de gemeente

Leiden is in 2008 gestart en heeft

– kort gezegd – als doelstellingen:

het drastisch verminderen van het

aantal daklozen in onze regio en

dakloosheid in de toekomst zoveel

mogelijk voorkomen.

Durven ondernemen met elkaar

Interview met Bas van Drooge en Mischa Prinsenberg van DZB

4

Page 16: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

Marianne en Victor* zitten in het eerste Housing First huis

in Leiden. Victor leefde daarvoor zestien jaar op straat en

Marianne twee jaar. Het team Bijzondere Woonvormen

van De Binnenvest begeleidt hen.

”Pas op dat je niet op de katjes gaat staan“, roept Marianne

als we binnenkomen in haar appartement. En inderdaad,

meteen springen twee piepkleine poesjes op de schoenen van

Mariëlle de Block, een van de begeleiders van Marianne en

Victor vanuit het team Bijzondere Woonvormen.

“Oh, wat zijn ze schattig”, zegt Mariëlle vertederd. “Wat zal

Victor het geweldig vinden als hij morgen thuiskomt! Heb je

al iets van hem gehoord?” “Ja, ik kreeg zaterdag een brief van

hem en ’s middags belde hij ook nog”, antwoordt Marianne.

“Willen jullie wat drinken?”

Een licht en gezellig appartementAls we eenmaal op de bank zitten, kunnen we rondkijken.

Het appartement is licht, schoon en gezellig ingericht, met

mooie meubels, tv, fotolijstjes aan de muur en planten op

de vensterbank. In een hoek staat alles voor de poezen:

etens- en drinkbakjes, een kattenbak en een slaapplek.

“Al slapen ze daar nog niet”, vertelt Marianne. “Ik slaap nu

zelf een paar dagen met ze op de bank. Ze moeten nog erg

wennen. Als ik ze alleen laat, gaan ze hard piepen.”

“Er komen niet meer poezen, he?”, vraagt Mariëlle. Nee

hoor, zegt ze. “Dat lijkt me geen goed idee.”

Hollandse pot en gevulde eitjes“Sinds 1 september zitten we in dit huis”, vertelt Marianne.

“Als ik ’s ochtends de gordijnen opendoe en druppels op

na jaren op straat te hebben geleefd

“Dit is ons thuis, van Victor en mij”

6

Page 17: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

het raam zie, dan ben ik zo blij dat ik hier woon. Victor

moet helaas op het moment zijn bekeuringen uitzitten in

de gevangenis, dus hij kan het niet zelf vertellen, maar hij

is ook heel blij.”

“Victor heeft zestien jaar op straat geleefd en is een echt

buitenmens. Toch was hij snel gewend in dit appartement.

Als hij thuiskomt trekt hij eerst zijn pyjama en badjas aan.

Daarna maken we samen een Hollandse pot of kaasfondue.

En ’s avonds staan we regelmatig om half 12 nog iets lekkers

klaar te maken, bijvoorbeeld gevulde eitjes of een kaasplankje

met lekkere stinkkaas. Ik ben al kilo’s aangekomen. We zijn

eigenlijk best burgerlijk! Dat had niemand verwacht.”

Verliefd op straatkrantenverkoper“Ik heb Victor een aantal jaar geleden leren kennen. Ik had

een man en drie kinderen. Ik was dol op mijn kinderen, maar

had geen gelukkig huwelijk. Toen de kinderen ouder waren,

ben ik verliefd geworden op Victor. Hij verkocht straatkranten

bij het centraal station. Hij intrigeerde me. Ik vond dat hij

zo’n markant hoofd en mooie stem had.”

Victor en Marianne sliepen de eerste tijd overal en nergens.

Dat ging niet goed. Het kostte Marianne veel moeite om zo

te leven. Ze brak tijdelijk met Victor en ging door met een

andere man. Hij had een huis, maar mishandelde Marianne.

“Victor bleef me in die periode in de gaten houden. Ik ben

naar hem teruggegaan. Vervolgens hebben we nog twee jaar

samen op straat geleefd. Dat ging wonder boven wonder

goed.”

Eerste Housing First huis in leiden“En nu zit je in het eerste Housing First huis in Leiden”, zegt

Mariëlle. “In het voorjaar van 2011 was het duidelijk dat we

Marianne en Victor een huis in het kader van Housing First

aan konden bieden. Het duurde daarna echter nog erg lang

voordat zij erin konden. Onder andere omdat tijdens het

opknappen asbest in de vloer bleek te zitten.”

“Ik hoopte zó dat we in september in het huis konden, want

dan ben ik jarig. Dat is gelukkig gelukt. Nog elke dag voel

ik me thuis. Dit is ons thuis, van Victor en mij. Hij zegt vaak

tegen mij: ‘Misschien zijn er wel mooiere vrouwen, maar

voor mij ben jij de mooiste’. Dat meent hij. Victor is mijn

prins op het witte paard, zonder het paard, gelukkig. We

hebben genoeg aan elkaar, de twee katjes en dit dak

boven ons hoofd!”

Housing First in de praktijkMariëlle de Block, een van de begeleiders

uit het Team Bijzondere Woonvormen, geeft

antwoord op een aantal vragen.

Wie hebben het appartement van

Marianne en Victor geregeld?

“Het management van De Binnenvest,

woningcorporatie Portaal en de gemeente

hebben het appartement van Victor en

Marianne geregeld. De facilitaire dienst van

De Binnenvest heeft de woning opgeknapt en

ingericht.”

Wanneer komen cliënten van het team

Bijzondere Woonvormen in aanmerking

voor een Housing First woning?

“Cliënten komen bij het team Bijzondere

Woonvormen als verschillende andere

trajecten niet succesvol zijn gebleken. Om in

aanmerking te komen voor een Housing First

woning zijn de voorwaarden dat cliënten zich

begeleidbaar opstellen en dat zij zich houden

aan de voorwaarden zoals gesteld in de

verblijfsovereenkomst.”

Betalen Marianne en Victor huur?

“Nee, zij betalen geen huur, maar de kosten

worden betaald uit de AWBZ. Beiden hebben

een verblijfsindicatie. Zij werken allebei nog

niet, omdat ze nog aan het bijkomen zijn van

de tijd op straat. Maar in de toekomst willen

ze wel aan het werk gaan.”

In hoeverre maken Marianne en Victor

gebruik van hun eigen kracht?

“Marianne en Victor zijn allebei heel

zelfstandig. Vaak regelen zij hun zaken zelf,

zoals een uitkering aanvragen, rekeningen

betalen en afspraken maken. Beiden kunnen

erg goed het huishouden runnen.”

* In verband met de privacy zijn de namen

van Marianne en Victor gefingeerd.

Page 18: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

16

“Wij willen onze cliënten bed, bad en brood blijven bieden,

maar dan in een moderne jas. Onze missie richting 2020

is om zoveel mogelijk cliënten onder eigen dak ambulant

te begeleiden, en dat te doen in nauwe samenwerking

met onze ketenpartners”, zegt Wim van ’t Veer. In dit

interview vertelt hij hoe De Binnenvest wil inspelen op

alle politieke veranderingen.

“De inhoud van ons beleid laat zich op het moment kleuren

door de actualiteit. De politieke veranderingen gaan snel.

Wij willen én moeten hierin mee, want we willen graag

‘preferente partner’ blijven van gemeente Leiden en onze

ketenpartners. Het uitgangspunt is natuurlijk dat we goede

– of nog betere – zorg blijven leveren, maar dan sneller,

handiger en goedkoper.”

Regie in handen van de gemeente“Welke politieke veranderingen spelen er? In de eerste plaats

hebben wij voor de financiering van onze hulpverlening

steeds meer te maken met de gemeente, omdat de landelijke

overheid wil dat steeds meer zorgtaken lokaal worden

uitgevoerd. Een groot deel van de financiering van de

maatschappelijke zorg gaat dan ook de komende jaren van

de landelijke volksverzekering AWBZ 1 naar de gemeentelijke

participatiewet WMO 2. Dit betekent dat de regie steeds meer

in handen van de gemeente komt en zij trekken de teugels

strakker aan, met name omdat de gemeente minder geld

krijgt om de zorgtaken uit te voeren.

Wij hebben dit al gemerkt omdat de gemeente het afgelopen

jaar het dagbestedingscentrum De Zaak van Brijder

verslavingszorg heeft gesloten. Vervolgens heeft de gemeente

ons gevraagd om nauwer samen te gaan werken met de

re-integratiepartner Visie-R en meer te ondernemen om

cliënten te activeren en door te verwijzen naar hen. Verder

wil de overheid dat cliënten zoveel mogelijk zelfstandig gaan

wonen en daar ambulante zorg ontvangen (‘Housing First’).

Dat is goedkoper én beter voor cliënten, omdat zij onder een

eigen dak sneller en beter herstellen dan in een instelling

als bijvoorbeeld de Crisisopvang. Daar zijn wij het trouwens

helemaal mee eens.

Ook vraagt de gemeente ons om het effect van onze zorg

inzichtelijker te maken: Breng in beeld hoe het gaat met de

cliënt op 1 januari en waar hij wat betreft zorg en welzijn

staat en laat door het jaar zien of de kwaliteit van zijn leven

verbeterd is en of hij is doorgestroomd qua wonen.”

Regionaal Kompas“Ik vind het belangrijk om samen met de ketenpartners te

reageren op wat de politiek formuleert. Met het Regionaal

Kompas 3 zijn we daar in 2008 al mee begonnen, samen

met ketenpartners Kwadraad, Rivierduinen en Brijder

Inspelen op politieke veranderingen

Interview met Wim van ’t Veer, directeur van De Binnenvest

Page 19: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

17

Verslavingszorg. Dit Regionaal Kompas was in feite de eerste

fase waarin gemeente meer regie kreeg. Het Regionaal

Kompas heeft ons geleerd hoe we wonen, zorg, activering en

werk met elkaar kunnen organiseren in een persoongerichte

aanpak. Wel moeten we het nog voor elkaar krijgen dat

we gezamenlijk in één dossier kunnen werken.“

Beleid voor de komende jaren“Wij zien de nieuwe wetgeving en bezuinigingen als een

kans om nieuwe wegen in te slaan en hebben in 2011

een zevental doelstellingen geformuleerd om onze missie

‘Iedereen onder dak’ in 2020 te bereiken.

Op het moment zijn we bezig om deze doelstellingen in

concreet beleid voor de komende drie jaar te vertalen. Dit

doen we in samenwerking met de – via het ‘In voor Zorg’

project – toegewezen verandercoach Jan van der Braak.

In totaal spelen er op moment ruim twintig beleidsmatige

processen. Ik zal hier de belangrijkste noemen.

Zo gaan we in de dag- en nachtopvang Nieuwe Energie

doorstroomplekken creëren, een nieuwe trede op de

woonladder. Cliënten krijgen een eigen kamer, waar ze

een woontraining krijgen, waarna ze na een periode van

maximaal een half jaar kunnen doorstromen naar

beschermd of begeleid zelfstandig wonen.

Om onze Housing First plannen te realiseren (cliënten

zoveel mogelijk zelfstandig laten wonen en daar ambulante

zorg verlenen) zijn we met de woningcorporaties in gesprek

om naast de woningen die zij elk jaar beschikbaar stellen

extra woningen af te nemen, die wij huren en inrichten.

De ketensamenwerking is natuurlijk van groot belang, want

we hebben de corporaties nodig voor voldoende woningen,

zowel voor de eerste opvang als voor een volgende woning,

als het weer beter gaat.

Overigens zijn we voor cliënten die niet passen in de reguliere

opvangmogelijkheden van De Binnenvest al voorzichtig bezig

om hen onder te brengen volgens het Housing First principe.

Verder willen we – maar dat is nog toekomstmuziek – een

Stadshotel realiseren, waarin we de – sterk verkleinde –

Crisisopvang en dag- en nachtopvang van Nieuwe Energie

onderbrengen. De opvang van cliënten die in dit Stadshotel

komen, zal erop gericht zijn om hen zo snel mogelijk terug

te brengen onder een eigen dak. En voor cliënten met een

hoge ZZP willen we dat er bedden beschikbaar blijven in

een verkleind Sociaal Pension op een andere locatie.”

Opvangen in een moderne jas“Daarnaast speelt er intern veel op beleidsmatig gebied.

We zijn van 2005 naar nu sterk gegroeid: de omzet is van

3 miljoen naar 9 miljoen gegaan en het aantal medewerkers

van 75 naar 150. Hierdoor moeten we soms formeler naar

de bedrijfsvoering en interne dienstverlening kijken.

Tenslotte zijn we bezig met het invoeren van Herstelwerk 4:

een methodiek die gebruik maakt van de kracht en

mogelijkheden van cliënten zelf. Maar we willen ook de

organisatie meer krachtgericht maken (‘casus gestuurd’ zegt

professor Judith Wolf). Woonmaatschappelijk werkers staan

aan het roer en teamleiders en managers moeten goede

voorwaarden scheppen zodat zij hun werk zo goed mogelijk

kunnen doen.

Ons uitgangspunt was en is bed, bad, brood bieden aan

mensen die dat nodig hebben. Die opvangrol willen we

houden, maar dus in een moderne jas, waar mogelijk onder

een eigen dak en in samenwerking met onze ketenpartners.”

1 AWBZ is een individuele rechtenwet en wordt op indicatie betaald

uit landelijke middelen. 2 WMO is een participatiewet, gericht op alle burgers en gefinancierd

uit gemeentelijke middelen.3 Het beleidsprogramma Regionaal Kompas in de regio Zuid-Holland-

noord van de gemeente Leiden heeft – kort gezegd – als doelstellingen:

‘het drastisch verminderen van het aantal daklozen in onze regio en

dakloosheid in de toekomst zoveel mogelijk voorkomen’.

Dit programma is in 2008 gestart en loopt tot 2013. 4 Herstelwerk is de naam van een nieuwe methodiek, ontwikkeld

binnen de academische werkplaats, waaraan De Binnenvest

deelneemt o.l.v. prof Judith Wolf, UMC St. Radboud, Nijmegen.

5

Page 20: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

18

Ben Noorlander, directeur van woningcorporatie Ons Doel,

is in gesprek met De Binnenvest om Housing First woningen

te realiseren. “Bij de woningcorporaties is de wil zeker

aanwezig, maar we moeten goed bedenken hoe we een en

ander gaan doen.”

“Sinds kort ben ik met De Binnenvest aan het bekijken of we

met alle woningcorporaties Housing First1 huizen beschikbaar

kunnen stellen”, vertelt directeur Ben Noorlander van

woningcorporatie Ons Doel in zijn werkkamer.

“Maar ik ken De Binnenvest al langer, omdat de stichting

sinds 2009 een pand aan de Sparrenrode en aan de

Lammenschansweg van Ons Doel huurt.” Daarnaast heeft Ben

Noorlander met De Binnenvest te maken omdat hij in het

bestuur van de Vereniging van Woningcorporaties van Holland

Rijnland (VWHR) zit en de werkgroep sociale agenda in zijn

portefeuille heeft.

toewijzing aan bijzondere doelgroepen“De werkgroep sociale agenda van de VWHR houdt zich

bezig met de toewijzing van woningen aan stichtingen die

zorg verlenen aan bijzondere doelgroepen, zoals GGZ, De

Haardstee, Rosa Manus én De Binnenvest. In totaal gaat het

om zo’n twintig stichtingen, die allemaal regelmatig cliënten

hebben die terug moeten keren naar zelfstandig wonen.”

De werkgroep sociale agenda wijst de woningen jaarlijks

toe via de zogenoemde ‘contingentregeling’. “We hebben

als corporaties voor deze regeling zo’n 150 woningen ter

beschikking. Maar de laatste jaren gaat het in de praktijk om

zo’n 120 woningen, omdat de woningmarkt door de crisis

aan alle kanten stagneert.”

“De Binnenvest krijgt van deze 120 woningen 28 toegewezen,

dat is bijna een kwart dus. Het komt erop neer dat bínnen

Interview met Ben noorlander, directeur van woningcorporatie Ons Doel

Huisvesting is basisvoorwaarde om leven weer op orde te krijgen

1

Page 21: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

19

Leiden de meeste woningen door de corporaties aan De

Binnenvest worden geleverd. Hoewel De Binnenvest op het

moment ook minder afneemt dan zij mogen. Het lukt ons

kennelijk niet om voldoende passende woningen beschikbaar

te stellen en De Binnenvest doet minder aanvragen.”

Housing First met woningen CrisisopvangAls Housing First van de grond komt dan zal De Binnenvest

- naast de ‘contingentwoningen’ - op nog meer woningen

van de woningcorporaties een beroep doen. Actueel zijn de

vijftien extra woningen die de wethouder in december 2011

beschikbaar heeft gesteld om de uitstroom uit de Crisisopvang

en de omvorming van de huidige Crisisopvang mogelijk te

maken.

Wim van ’t Veer (directeur) en Ellen Molenaar (programma-

manager De Binnenvest) zijn in gesprek met Karima Smit

(Portaal) en Ben Noorlander om de uitgifte van de vijftien

woningen verder vorm te geven. Deze woningen komen in

plaats van de huidige Crisisopvang.

“In 2012 zal hiermee eerst een experiment worden

uitgevoerd. Als alle inhoudelijke zorgvoorwaarden2 zijn

gegarandeerd, kunnen we starten met de feitelijke

omvorming.”

“Het idee van deze ‘ambulante crisisopvang woningen’ is dat

mensen in de veiligheid van een eigen huis een kortdurende,

intensieve begeleiding krijgen. Daarna gaan zij naar een

ander huis, dat binnen de contingentregeling valt. Daar

krijgen zij dan nog twee jaar begeleiding, zodat ze in die

periode kunnen terugkeren naar maatschappij.”

Kortdurende, intensieve begeleiding “De nieuwe woningen voor ambulante crisisopvang zijn

volledig ingericht en stralen uit dat je er tijdelijk te gast bent.

De opvang in deze huizen moet kortdurend zijn (maximaal

drie maanden). Dat heeft met kosten te maken, maar

natuurlijk ook met hospitalisering. Als je lang in een huis

met intensieve begeleiding zit, wordt het steeds moeilijker

om de draad zelf weer op te pakken.”

Pilot met vijf woningen“We hebben gesproken over een pilot met vijf woningen,

zodat we kunnen kijken of het werkt. Wat mij betreft zijn er

wel wat mitsen en maren. In eerste plaats onttrekt dit plan

woningen aan de voorraad, terwijl de markt al schaars is.

Bovendien moet het niet een soort sluiproute worden. De

gemiddelde wachttijd voor een woning is zeven jaar.

De Binnenvest moet bij de intake voor de Crisisopvang nog

strenger selecteren en voorkomen dat mensen misbruik

maken van deze opvangvoorziening.”

“Daarnaast kan het lastig zijn om deze mensen met een vlekje

tussen gewone huurders te plaatsen. Ze zijn soms verslaafd,

of hebben een wooncarrière met overlast achter de rug. Van

bewonersgroepen hoor je wel eens, dat het verzadigingspunt

bereikt is.”

“Tenslotte zijn er meer bijzondere doelgroepen, zoals

asielzoekers met status en mishandelde vrouwen. De opvang

van deze groepen concentreert zich allemaal in Leiden. Dat

is ingewikkeld.” Ben Noorlander wil dan ook graag dat de

Crisisopvang in stand blijft zolang de pilot loopt: “De wil is

er, maar we moeten gedurende de pilot alle mitsen en maren

goed bespreken.”

Huisvesting is een basisvoorwaarde“Ik vind dat bij De Binnenvest het hart op de goede plek

zit. Dat valt op bij alle medewerkers. Het is niet zomaar

een bedrijf, maar een instelling die mensen ‘zonder

dak’ een fatsoenlijk leven wil bieden. Huisvesting is een

basisvoorwaarde om het leven weer op orde te krijgen.

Daarna komt er ruimte om zorg te verlenen en een eventuele

verslaving onder controle te krijgen. Daarom vind ik het

belangrijk om mee te werken aan dit plan voor Housing

First.”

1 De Binnenvest wil cliënten zoveel mogelijk – en zo snel mogelijk –

onder eigen dak brengen (‘Housing First’) en daar ambulante zorg geven.2

Zorgvoorwaarden: kwaliteit van zorg gelijk of hoger, voorwaarden voor

structurele toewijzing van woningen, samenwerking met Rosa Manus

voor tijdelijke crisisopvangplekken

Ben Noorlander Geboren te:

Rotterdam

Een dak boven mijn hoofd betekent voor

mij:

Het is je thuis waar je steeds naartoe terug kunt.

Het is de ‘materialisering’ van alles dat van betekenis

is, je kinderen, familie, vrienden.

Mijn favoriete plek in huis is:

De eettafel. Daar zitten we altijd, om te eten, de

krant te lezen, radio te luisteren of te werken.

Thuis kook ik graag:

Als ik kook is het pizza met verse ingrediënten.

Een dierbare herinnering aan mijn jeug

d:

De barbecues in de tuin van mijn ouderlijk huis.

Buitenshuis voel ik me thuis:

In Friesland in een vakantiehuisje, waar we vaak

komen. Heerlijk om daar in de tuin uit te kijken over

de zeilboten op het meer en de bossen erachter.

Page 22: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

20

naar ambulante begeleiding in eigen huis

Omvorming van de Crisisopvang

2

Lia Vermeulen geboren te:

Delft

Een dak boven mijn hoofd betekent voor

mij:

Veiligheid.

Mijn favoriete plek in huis is:

Het hele huis, ik heb geen speciale favoriete plek.

Thuis kook ik graag:

Gevulde paprika.

Een dierbare herinnering aan mijn jeug

d:

Op zaterdagavond met z’n allen op de bank

televisie kijken, Swiebertje, en een mergpijpje eten.

Buitenshuis voel ik mij thuis bij:

Heel veel mensen.

Page 23: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

21

gaat goed. Mensen die acuut dakloos raken zijn eerder

passief dan agressief en zorgen dus meestal niet voor

overlast. En verder geldt dat cliënten met zware psychische

of verslavingsproblematiek niet bij de Crisisopvang

terechtkomen.

Rotterdam heeft trouwens ervaring met een Stadshotel

waar zowel ‘gewone’ hotelgasten als cliënten verblijven.

Daar blijken hotelgasten voor meer overlast te zorgen dan

cliënten!”

Wat betekent deze omvorming van de Crisisopvang voor

de medewerkers?

“Voor de medewerkers op de Crisisopvang betekent dit heel

veel, omdat ze al lang met elkaar werken in hetzelfde pand,

onder leiding van Jannet Labots. Straks zit het team niet meer

bij elkaar en moet iedereen op pad naar cliënten toe.

Een belangrijk voordeel vind ik overigens dat persoonlijk

begeleiders weer het werk kunnen gaan doen waarvoor ze

zijn opgeleid, namelijk zorg verlenen. Nu zijn ze ook bezig

met hotelmatige taken, zoals ‘Is er voldoende brood en

wat eten we vanavond?’”

Wat verwacht je zelf dat de ambulante crisisopvang oplevert?

“Mijn doel is dat de ‘Crisisopvang nieuwe stijl’ uiteindelijk

voor iedereen winst oplevert. We hebben nu vaak geen

plek voor mensen in nood. Ik hoop dat we in 2013 voor

hetzelfde geld meer cliënten kunnen opvangen. Verder vind

ik het belangrijk om de medewerkers goed naar deze nieuwe

situatie toe te begeleiden. Ik ben van de zorg voor het

personeel. Ik wil met ze uitzoeken waar ze goed in zijn en

dat uitbouwen. Dat heb ik bij het SPIL ook gedaan.

Een aantal jaar geleden begon ik als intaker bij De Binnenvest

en kwam ik bij de Crisisopvang met cliënten. Nu kom ik binnen

in een andere rol. Dat is even wennen en natuurlijk spannend.

Maar het gaat lukken, we gaan het gewoon doen.”

Lia Vermeulen begon bij De Binnenvest als intaker. Nu is

ze nu nog teamleider van het Service Punt Informatie en

Leren (SPIL), maar binnenkort begint ze als teamleider

projecten. Eén van haar projecten wordt de reorganisatie

van de Crisisopvang van een instelling met 25 bedden naar

ambulante begeleiding van cliënten in een eigen huis.

Lia: “Ik hoop dat de ‘Crisisopvang nieuwe stijl’ uiteindelijk

voor iedereen winst oplevert.”

De Binnenvest is van plan om de Crisisopvang in de

Rembrandtstraat op te heffen en cliënten in eigen huis te

gaan begeleiden. Waarom wil De Binnenvest dit?

“In de Crisisopvang vangen we al ruim 25 jaar mensen op

die acuut dakloos zijn geraakt. Maar hoe goed bedoeld ook,

deze dure manier van opvang is niet meer van deze tijd.

Via nieuwe wet- en regelgeving stimuleert de overheid ons

dan ook om cliënten zo snel mogelijk onder een eigen dak

onder te brengen en daar ambulante zorg te bieden.

Als Binnenvest staan we achter deze nieuwe manier van

hulpverlening, die we ‘Housing First’ noemen. Want

begeleiden onder eigen dak is goedkoper en - minstens

zo belangrijk - mensen herstellen daar sneller en beter.

Dit blijkt zowel uit onderzoek als in de praktijk.”

Hoe gaat de Crisisopvang er in de praktijk uitzien?

“We moeten goed gaan samenwerken met andere instanties

om ons heen. Nu meldt iemand zich bij ons en kunnen we

zeggen: ‘Ga maar naar de Crisisopvang, daar is een kamer

voor je.’ Dat kan straks niet meer.

We zullen de eerste opvang op een andere manier moeten

gaan regelen, bijvoorbeeld in speciale Housing First woningen

van de woningcorporaties of in een gewoon hotel. We

zijn met de woningcorporaties in gesprek* om een aantal

woningen voor dit doel beschikbaar te stellen. Deze huizen

zijn ingericht en bedoeld voor een kort verblijf.

Hotels zijn overigens wel voor dit plan te porren. We

plaatsen nu al regelmatig mensen in een hotel en dat

* Zie ook het interview met

Ben Noorlander, pag 18.

CrisisopvangDe Crisisopvang van De Binnenvest, nu nog gevestigd in de Rembrandt-

straat in Leiden, is bedoeld voor mensen die acuut dakloos zijn geraakt.

Vaak vormen relatieproblemen, financiële zaken, verslavingen of

psychiatrische problemen de oorzaak van hun dakloosheid. Samen

met een woonmaatschappelijk werker gaan cliënten aan de slag om

hun problemen op te lossen. Doorgaans schakelt De Binnenvest daarbij

andere instanties in. De Binnenvest ondersteunt cliënten bij het op

orde brengen van financiële en administratieve zaken en bij het beter

organiseren van hun sociale omgeving.

Page 24: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

22

geen meerderheid te vinden in de raad.

Zoals bekend vonden harddrugsgebruikers vervolgens

noodgedwongen een plek op de lange toegangsroute naar

het gebouw van de 24-uurs opvang van Nieuwe Energie. Een

stukje niemandsland. In 2010 werd ik wethouder en heb ik

besloten aan deze onwenselijke situatie een einde te maken.

Harddrugsverslaafden hebben een plek nodig waar ze tot rust

kunnen komen, humaan kunnen gebruiken en bereikbaar zijn

voor hulpverlening. Er is veel over gezegd en gedebatteerd.

Uiteindelijk zijn we er gelukkig uit gekomen met de

gemeenteraad.

Ik heb bij het voorstel aan de gemeenteraad ook de

doorstroomkamers ingebracht, omdat deze kamers een eerste

stap weg zijn van dakloosheid. En dat past in de visie, waarbij

wonen en dagbesteding voor dak- en thuislozen voorop

staan. Zo bied je mensen perspectief.

De praktijk moet uitwijzen wat wel en niet werkt voor beide

voorzieningen. Ik vind het belangrijk om de Cliëntenraad

van De Binnenvest hierbij te betrekken. Zij kunnen als

ervaringsdeskundigen belangrijke tips en ideeën inbrengen.”

Roos van Gelderen is wethouder Jeugd, Zorg en Welzijn

in Leiden. Daarvoor heeft ze lang in de zorg en welzijn

gewerkt. Deze sector ligt haar dan ook na aan het hart:

“Steeds stel ik mezelf de vraag: Doen we het goede?

En doen we het goede nog wel goed?”

We zitten in de werkkamer van Roos van Gelderen in het

stadhuis aan een lange tafel, voorzien – heel huiselijk – van

een grote kan koffie en thee. De wethouder neemt de tijd

om de vragen van De Binnenvest uitgebreid te beantwoorden.

Dit voorjaar heeft de gemeente Leiden een plan

goedgekeurd voor een harddrugsgebruikersruimte en

doorstroomkamers in de dag- en nachtopvang in Nieuwe

Energie. U heeft een grote rol gepeeld bij de totstandkoming

hiervan. Hoe heeft u dit traject ervaren?

“Het is een lang traject geweest. Ik zat in de gemeenteraad

toen de 24-uurs opvang voor dak- en thuislozen in Nieuwe

Energie in gebruik werd genomen. We wilden hierin graag

een gebruikersruimte voor alcohol- en harddrugsverslaafden.

De alchoholgebruikersruimte lukte, maar voor harddrugs was

nauw betrokken bij zorg en welzijn

Interview met wethouder Roos van gelderen

7

Page 25: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

23

U heeft De Binnenvest ‘gekoppeld’ aan re-integratiebedrijf

Visie-R voor het organiseren van de dagbesteding van

cliënten van De Binnenvest. Waarom wilt u graag dat

beide partijen samenwerken?

“De samenwerking van De Binnenvest met Visie-R is een

gevolg van de sluiting van dagbestedingscentrum De Zaak een

jaar geleden. Mede in het licht van de bezuinigingen vonden

we dit een te dure instelling die te weinig effect bereikte

wat betreft het weer laten participeren van mensen in de

maatschappij.

De sluiting van De Zaak betekende niet dat de gemeente

niets meer wilde doen aan dagbestedingsactiviteiten. Net

als doorstroomkamers biedt dit mensen perspectief. Maar

het kon in onze ogen beter en flexibeler. Daarom hebben

we De Binnenvest gevraagd samen te werken met Visie-R.

Visie-R is een kleine, slagvaardige club, die werkervarings-

trajecten ontwikkelt voor mensen met afstand tot de

arbeidsmarkt. Zij doen dit volgens een aanpak waar ik in

geloof. Deelnemers knappen klussen op in klein teams,

onder leiding van ervaren werkmeesters, die ook fungeren

als coach. Zij weten mensen te goed te motiveren. Ook

bijvoorbeeld als iemand niet komt opdagen. Dan belt

de werkmeester diegene uit zijn bed!

Ik heb gemerkt dat de samenwerking wat stroef liep. Het

heeft wat tijd nodig voordat de doorstroom van cliënten van

De Binnenvest naar Visie-R soepel loopt. Ik vind het niet erg

dat het aantal geplaatste mensen nog niet op het gewenste

aantal zit. Het wordt anders als het over een jaar nog zo is.

Voor dit moment vind ik het veel belangrijker dat een kleine

groep inmiddels een stapje verder is. En ik ga er vanuit dat

in de loop van het jaar steeds meer cliënten de weg naar

Visie-R zullen vinden.”

De rol van de gemeente groeit, nu het rijk wil dat steeds

meer zorgtaken van de landelijke en provinciale overheden

lokaal worden uitgevoerd. Wat vindt u hiervan?

“Ik kijk er genuanceerd tegen aan. Ik vind het een goed

idee dat taken lokaal in één hand komen. Ik maak me wel

zorgen over de manier waarop. De redenatie is dat het

lokaal efficiënter kan, dus wordt er vijf procent van het geld

ingehouden bij overgang van landelijk naar lokaal. Maar

daarnaast krijgen we voor de persoonsgebonden budgetten

geen geld, de korting kan bijgevolg oplopen tot 15 à 20%.

We zullen creatief moeten zijn om de voorzieningen in stand

te houden. De doelgroep is breed, van dubbelgehandicapte

kinderen tot dak- en thuislozen. Als gemeente zitten we nu

in de fase: Wat betekent dit? Wat houdt de begeleiding in?

Een heikel punt is dat de taken die uit de AWBZ komen,

niet veel goedkoper kunnen. Dus blijft er minder geld over

voor mensen met psychiatrische, chronische aandoeningen

en dak- en thuislozen. Vanaf de Haagse tekentafel is het

makkelijk gezegd dat een psychiatrisch patiënt wel in een

buurthuis terecht kan. Maar dat werkt niet in de praktijk.

Mijn idee is, wil je het goed uitvoeren, dan heb je eerst

extra geld en tijd nodig voor de aanpassingen, om het

daarná inderdaad goedkoper en beter te kunnen doen. Want

natuurlijk is verbetering mogelijk. Nu moet een persoon vaak

meerdere trajecten doorlopen bij de gemeente, daar gaat veel

werk en tijd inzitten. Het is goed als er een integrale intake

komt voor inkomen, wonen, WMO en hulpverlening.

Ook voor organisaties als De Binnenvest biedt dit overigens

mogelijkheden. Als er één intake is, hoef je minder tijd te

besteden aan administratieve rompslomp en heb je meer

tijd om het werk te doen waarvoor je bent opgeleid.”

U heeft informele werkbezoeken aan het SPIL en de

Crisisopvang gebracht. Hoe heeft u deze bezoeken ervaren?

“Tijdens deze werkbezoeken kan ik zien en voelen hoe

het gaat op de werkvloer. Ik kom zelf uit het zorg- en

welzijnswerk en kan het dus redelijk snel goed plaatsen.

Wat was de sfeer? Hoe worden cliënten opgevangen?

Ik heb meegegeten en geluisterd bij een teamoverdracht

bij de Crisisopvang. En in het SPIL heb ik bij een

intakegesprek 1 van een jongere gezeten. Fijn om te zien

dat er gemotiveerde professionals aan de slag zijn.

Dat mag wel wat meer waardering krijgen!

Ik vraag me altijd af: Doen we het goede? En doen we

het goede goed? Door mee te lopen, krijg ik een zo volledig

mogelijk beeld. Dat helpt me uiteindelijk bij nemen van

moeilijke beslissingen.”

Wat is uw algemene indruk van De Binnenvest?

“De Binnenvest zit in een fase van verandering. Ik merkte

tijdens de werkbezoeken dat de komende veranderingen

onzekerheid met zich meebrengen. Het is goed om dat van

de medewerkers te horen. Deze onzekere situatie mag niet

te lang voortduren, dat realiseer ik me.

Ik vind dat De Binnenvest toekomstgericht bezig is. Ze

omarmen de nieuwe inzichten van Housing First en

Herstelwerk 2. Het is een organisatie waar mensen met

hart en ziel werken. En ondanks de lastige omstandigheden

lukt het ze om veel voor elkaar te krijgen. Dat is mooi om

te zien.”

1 Er wordt gekeken naar de situatie waarin iemand zich

bevindt. Is de cliënt bij De Binnenvest op de juiste plek?2 Housing First, zie kader pag 11, Herstelwerk, zie pag 31.

Roos: “Mijn favoriete plek in huis is: De eettafel, niet alleen om te eten,

maar ook om lekker aan te zitten, de krant te lezen en te praten.”

Page 26: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

24

24-uurs opvang in nieuwe Energie in verandering

Van groepsgerichte naar een individuele cliëntbenadering

2

De aanpak van de opvang van daklozen in Nieuwe Energie

is flink aan het veranderen. Mirsad Strojil, teamleider,

en Han Werz, groepswerker: “Het motto is nu ‘binnen

is begeleiden’. Dat doen we op een warme, persoonlijke

manier, uitgaande van de kracht van de cliënt zelf.”

“De opvang van Nieuwe Energie is altijd groepsgericht

geweest”, vertellen Mirsad Strojil en Han Werz. “Van alle

cliënten werd hetzelfde verwacht. Vorig jaar mei zijn wij

begonnen met de werkgroep Herstel. Dat was direct de start

met een nieuwe manier van werken volgens de methodiek

van Herstelwerk. Uitgangspunten van deze methodiek zijn

de kracht van de cliënt zelf en het bieden van persoonlijke

aandacht en maatwerk aan de cliënt.”

Opschonen van de postadressenMirsad: “Het motto is nu ‘binnen is begeleiden’. Voor nieuwe

cliënten betekent dit dat zij bij binnenkomst meteen een

gesprek met een medewerker krijgen. We toetsen iemand

aan een aantal criteria zoals: Dakloos? Uit de regio? Leeftijd?

Inkomen? En we brengen de hulpvraag van iemand in kaart.

Vervolgens vinden steeds tien minutengesprekken plaats, als

iemand zijn post komt halen.”

Han: “Een mooi voorbeeld van de nieuwe manier van werken

is de aanpak van de postadressen. Tot voor kort hadden zo’n

460 mensen hier een postadres. Maar die mensen kenden we

lang niet allemaal en vaak was het onduidelijk waarom zij

een postadres bij ons hadden. Dit bestand is door ons flink

geschoond. Nu hebben nog zo’n 170 cliënten een postadres

bij ons. En die kennen we allemaal persoonlijk.”

Meewerken voorwaarde voor verblijfMirsad: “De volgende stap is dat de groepswerkers zich meer

bezig gaan houden met het daadwerkelijk verlenen van

hulp aan cliënten en de coördinatie van de dagelijkse gang

van zaken – zoals schoonmaak en maaltijden - overlaten

aan de baliemedewerkers. Eigenlijk is de functienaam

van groepswerker met deze nieuwe manier van werken

achterhaald, omdat we ons gaan richten op de individuele

cliënt. We denken nu dus na over een passender naam voor

deze functie.”

Mirsad: “Een dierbare herinnering aan mijn jeugd is

spelen op straat voor de deur.”

Page 27: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

25

* Brijder Verslavingszorg richt zich op het voorkomen en

behandelen van verslaving met de bijbehorende problematiek.

24-uurs opvang in nieuwe Energie in verandering

Han: “Bovendien gaan we meer klussen bij de cliënten

neerleggen. Denk aan het serveren van maaltijden,

schoonmaak van het pand, de was, de Veegploeg of kleine

industriële werkzaamheden. Voor het laatste krijgen we twee

nieuwe ruimtes. Het is de bedoeling dat cliënten eerst voor

ons en later voor andere bedrijven aan de slag gaan.”

Mirsad: “Verschillende huishoudelijke taken zijn trouwens

al in beheer van de cliënten. Dat gaat goed. Op deze manier

bieden we mensen weer een gevoel van werkritme, met

een begintijd, pauzes en een eindtijd. We gaan ook drie

maaltijden per dag aanbieden. Dat benadrukt eveneens de

structuur van de dag.”

Han: “Een dagdeel werken wordt een voorwaarde voor krijgen

van eten en slapen. Nu krijgen cliënten een vergoeding als

zij een klus doen. Daar staat tegenover dat cliënten vier euro

betalen om in de nachtopvang te slapen. Die geldstromen

gaan dus verdwijnen. Overigens kunnen cliënten wat extra

verdienen, als zij naast de ‘verplichte klus’ nog meer werk

verrichten.”

nieuwe voorzieningenMirsad: “In de toekomst gaan we onze hulpverlening

verder uitbreiden met een harddrugsgebruikersruimte en

doorstroomkamers. Deze gebruikersruimte zal leiden tot een

gecontroleerde manier van gebruiken en de toegangsroute

naar Nieuwe Energie ontlasten. Daarnaast is het een manier

om in gesprek met de cliënt te komen.”

Han: “In de harddrugsgebruikersruimte werken we – net

als in de alcoholgebruikersruimte – samen met Brijder*

verslavingszorg. Zij zorgen voor medische ondersteuning.

De doorstroomkamers zullen mensen een eerste stap

bieden naar weer zelfstandig wonen.”

You’re great! Mirsad: “We zijn allebei mee geweest met de studiereis

naar de Verenigde Staten (pag. 24-25) en zitten in een

denktank. De opdracht is om de inspiratie die we daar

hebben opgedaan toe te passen in ons nieuwe beleid.”

Han: “De attitude naar de cliënt is daar anders. Tegen elke

cliënt roepen ze: ‘You’re great!’ Dat past niet in de Nederlandse

cultuur, daarom vertalen we dat hier naar een warme

ontvangst, je welkom voelen als cliënt in Nieuwe Energie. We

waren al bezig met deze warme, individuelere benadering.

Tijdens onze reis werd bevestigd dat het werkt.”

Mirsad: “In Amerika maken ze meer gebruik van de eigen

kracht van de cliënt. Laat hem of haar zoveel mogelijk zelf

doen. Dat werkt beter dan van bovenaf opleggen. Het kan

allemaal vrijer en opener, dat hebben we daar gezien.”

Han: “We gingen erheen als Klein Duimpje, omdat onze

nieuwe manier van werken nog zo in de kinderschoenen

staat. Maar halverwege werd voor ons duidelijk dat we

gelukkig zelf ook op goede weg zitten.”

Mirsad: “Ik was nog nooit in de Verenigde Staten geweest.

Ik had verwacht dat wij verder zouden zijn qua sociale

verzorgingsstaat, maar in New York bleken de sociale

voorzieningen eveneens goed geregeld. Han had trouwens

zo persoonlijk begeleider kunnen worden van een aantal

daklozen daar. Hij had in no time goede contacten.”

Han: “Dat was inderdaad bijzonder. Aan het einde van

onze reis had ik de mooiste ervaring in New Orleans. Ik

besloot tijdens de laatste vrije uurtjes naar de Mississippi te

wandelen. Ik zag mensen aan de rivier zitten, die ik meteen

herkende als onze doelgroep. Ik heb de laatste uren daar

doorgebracht, in gesprek met hen.”

Mirsad: “Het was een intensieve reis. Veel dingen gaan zo

anders daar. Ik ben nog steeds bezig om dat te verwerken.

En de goede dingen, die pikken we mee voor De Binnenvest.”

Han: “Een dak boven mijn hoofd betekent voor mij

comfort, geborgenheid, leven, liefde.”

Page 28: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

Elf medewerkers van De Binnenvest en Hans de Kinderen,

straatadvocaat bij de stichting ZON, hebben in maart 2012

een studiereis naar de Verenigde Staten gemaakt.

Het doel van de reis was om te zien hoe in de Verenigde

Staten Housing Fist, Herstelwerk en Consumer Run initiatieven

in de praktijk werken. Hiervoor werden onder andere

‘Housing First programs’ in New York en Philidelphia bezocht,

een miniconferentie waar ervaringsdeskundigen vertelden

over hun herstel en een grote Housing First conferentie in

New Orleans.

De samenstelling van de studiegroep was gericht op het

creëren van draagvlak en betrokkenheid voor het nieuwe

beleid ‘Iedereen onder dak’. Vooral de medewerkers die

bij de uitvoering van dit nieuwe beleid betrokken zijn,

zijn daarom met de reis meegegaan.

26

Reis naar de Verenigde Staten

Page 29: Jaarbericht 2011 De Binnenvest
Page 30: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

28

4

Page 31: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

29

“Activering is onze verantwoordelijkheid. Bij elke cliënt

vragen wij ons af: Wat kan een cliënt nog, wat is zijn

behoefte en hoe kunnen we daarop inspelen?” vertellen

Rob Verdoorn en Ronald de Vos, respectievelijk begeleider

en coördinator activiteitenbegeleiding bij de 24-uurs

opvang van Nieuwe Energie. In opdracht van de gemeente

houden zij zich op het moment bezig met het uitbreiden

van het activeringsaanbod en de splitsing van de Veegploeg.

Rob vergelijkt de dag- en nachtopvang in Nieuwe Energie

soms met een wachtkamer: “Mensen wachten hier totdat er

iets geregeld wordt, met name huisvesting. En dat wachten

leidt helaas vaak tot verveling, narigheid en hospitalisatie.

Door mensen een zinvolle dagbesteding aan te bieden,

houden we de verveling zoveel mogelijk buiten de deur.”

Uitbreiding van het activeringsaanbodHet aanbod van activeringsactiviteiten in de dag- en

nachtopvang van Nieuwe Energie is op het moment vrij

beperkt, zeker sinds de gemeente De Zaak sloot. De Zaak

was het dagbestedingscentrum van Brijder verslavingszorg,

dat naast de dag- en nachtopvang zat.

Ronald: “We hebben natuurlijk al jaren ons meest succesvolle

activeringsproject, de Veegploeg, die de straten van Leiden

schoon houdt. Sinds kort doen cliënten huishoudelijke taken

in de opvang zelf, zoals de schoonmaak van het gebouw en

het wassen van het beddengoed.”

Een brede werkgroep, waar Ronald ook inzit, is druk bezig

om het aanbod uit te breiden, zodat zij cliënten binnenkort

meer activiteiten aan kunnen bieden. Naast de Veegploeg

en huishoudelijke klussen komen er straks de volgende

activeringsmogelijkheden bij: catering (serveren van

maaltijden in Nieuwe Energie), licht industrieel werk

(zoals inpakken en licht montagewerk), muziek en sport.

Meer regelmaat en minder gebruikRonald is ruim zeven jaar geleden begonnen met de Veeg-

ploeg. In het begin wilden cliënten vooral meedoen vanwege

de verdiensten, vertelt hij. “Maar al vrij snel zag je een

kentering. Mensen begonnen zelf ook andere voordelen

te zien: dat ze meer regelmaat in de dag hadden en dat

zij overdag minder alcohol of drugs gebruikten.”

Bovendien levert de Veegploeg andere leermomenten op.

Zo mogen cliënten alleen met de Veegploeg mee als zij

er verzorgd uitzien en normaal sociaal gedrag kunnen

vertonen op straat.

Ronald: “Bij muziek en sport lijken de leermomenten

misschien vergezocht. Maar door samen muziek te maken

of te sporten, moet je rekening houden met elkaar,

samenwerken en initiatieven nemen. En het is natuurlijk een

geweldige opsteker als je met voetbal een keer scoort!”

Rol van de gemeenteRob en Ronald snappen dat de gemeente op een gegeven

moment heeft besloten De Zaak te sluiten. De gemeente

vond dit dagbestedingscentrum – mede in het licht van de

bezuinigingen – een te dure instelling, die te weinig effect

bereikte. Ronald en Rob beamen dit: “Het lukte inderdaad

onvoldoende om mensen in actie te krijgen.”

Daarnaast heeft de gemeente De Binnenvest verzocht om

de Veegploeg op te splitsen in twee onderdelen: één met

cliënten uit de 24-uurs opvang en één met cliënten die in

het Sociaal Pension of de Crisisopvang van De Binnenvest

of een RIBW-woning zitten.

De laatste groep is verder in het herstelproces. De bedoeling

is dat De Binnenvest deze cliënten na drie maanden

Veegploeg stimuleert om een vervolgstap te maken naar

zelfstandig werk, als dat kan. En dat doet De Binnenvest in

samenwerking met ketenpartners DZB en Visie-R.

te snelle overdrachtRob: “Op zich vonden wij deze opsplitsing een goed idee,

maar we hebben er een kritische noot bij. We moeten

nu te snel cliënten uit de ‘gevorderde’ groep aanleveren

bij de reïntegratiebedrijven, terwijl het om een complexe

doelgroep gaat met ieder zijn of haar eigen individuele

gebruiksaanwijzing.”

“Wij vinden het belangrijk dat we cliënten zorgvuldig

overdragen aan een reïntegratiebedrijf”, zegt Ronald.

“Bovendien zouden zij ter plekke ook nog coaching moeten

krijgen, die rekening houdt met de individuele situatie van

een cliënt. Nu zien we te vaak cliënten gedesillusioneerd bij

ons terugkomen. Met een goede overdracht en coaching ter

plekke hoeft dat niet te gebeuren, denken wij.”

Dit werk past bij onsRonald en Rob realiseren zich dat ze zo zelf in Nieuwe Energie

zouden kunnen zitten: “Je hoeft je baan maar te verliezen

en je kan je huis zomaar kwijtraken. Wij zijn niets meer of

minder dan onze cliënten. We behandelen hen zoals wij zelf

ook behandeld zouden willen worden. En als coach staan we

naast hen. Dat maakt dit werk ook zo leuk, dat past bij ons.”

Verveling buiten de deur houden

Uitbreiding van activeringsaanbod in 24-uurs opvang van nieuwe Energie

Ronald (l): “Door mijn werk realiseer ik me hoe blij ik met mijn huis mag

zijn.” Rob (r): “Ik voel me thuis op de motor in Amerika en Canada.”

Page 32: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

30

Gebruik maken van de krachten van de cliënt. Dat is de

kern van de methodiek Herstelwerk die De Binnenvest op

het moment invoert. Marion Welling is projectleider van dit

grootschalige project. Remco Gottenbos, cliënt en lid van de

Cliëntenraad, en Janneke Oude Groen, zijn maatschappelijk

werker, hebben er vanuit hun functie ook mee te maken.

Janneke: “Iedereen is positief, al vinden de meesten het

formulieren invullen wel wennen.”

Als Remco en Janneke elkaar begroeten in de vergaderzaal

van het SPIL is haar eerste vraag, wijzend op zijn PostNL-

kleding: “En? Kom je nu van je nieuwe huis of van je werk?”

“Ik kom van huis”, antwoordt Remco met een stralende

lach. Vervolgens vertelt Remco dat hij sinds twee weken in

zijn nieuwe flat zit en hoe hij bij De Binnenvest terecht is

gekomen.

Alles tegelijk“Een jaar of zes geleden is het misgegaan. Mijn leven was

hectisch, ik had een vrouw, twee jonge kinderen en een

drukke baan. Op een gegeven moment ben ik overspannen

geraakt en tegen de tijd dat ik weer zou re-integreren,

hebben ze me ontslagen. Terwijl ik er zeventien jaar had

gewerkt! Die baan was mijn ziel en zaligheid. Vlak daarna

ging mijn relatie kapot en overleed ook nog eens mijn vader.”

“Ik ben van alles wat er gebeurde vreselijk in de knoop

geraakt, had geen werk of uitkering en ben drie keer mijn

huis uitgezet vanwege een huurschuld. De eerste keren kon

ik terecht bij mijn moeder. Maar de derde keer zei ze: ‘Het

is genoeg. Je mag niet meer thuiskomen. Ik ga er zelf aan

onderdoor.’ Toen pas heb ik hulp gezocht en ben ik naar

De Binnenvest gegaan.”

“Eerst heb ik in de opvang van Nieuwe Energie gezeten

en ben na een intake bij het SPIL in de Crisisopvang

terechtgekomen. Daar heb ik tien maanden gezeten. Vorig

jaar ben ik naar een RIBW-woning gegaan en sinds twee

weken heb ik dus mijn eigen driekamerflat én werk.”

Wat heeft jou geholpen?Na het verhaal van Remco zegt Janneke: “Jij bent eigenlijk

het ‘schoolvoorbeeld’ van dat het iedereen kan overkomen

door een opeenstapeling van nare gebeurtenissen.” Marion

Welling, projectleider Herstelwerk, is benieuwd wat Remco

Invoering methodiek Herstelwerk

Remco: “Een dak boven mij hoofd betekent voor mij

veiligheid en een eigen plek.”

6

Maak gebruik van kracht van cliënt

Page 33: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

31

heeft geholpen om uit de ellende te komen.

Remco: “Dat ik een plek kreeg om te wonen en dat mijn

woonmaatschappelijk werker Victoria* met mij de problemen

heeft aangepakt. Zij is met mij meegegaan om mijn uitkering

te regelen, dat lukte me zelf niet. En eigenlijk heeft mijn

moeder me ook geholpen door te zeggen: ‘Nu is het genoeg’.”

Invoeren van HerstelwerkIn augustus 2011 is De Binnenvest begonnen met het

invoeren van de methodiek van Herstelwerk. Deze methodiek

maakt gebruik van de kracht en mogelijkheden van de

cliënt zelf om te herstellen. Het is een wetenschappelijk

gefundeerde methode, die landelijk al veel wordt gebruikt.

Alle medewerkers van De Binnenvest – en binnenkort ook de

Cliëntenraad - hebben een training gekregen om met deze

methodiek te werken.

Ook al loopt het hulpverleningstraject van Remco al langer,

als cliënt én inmiddels als lid van de Cliëntenraad van De

Binnenvest heeft hij te maken met de invoering van deze

methodiek. Het tweede deel van het gesprek gaat dan ook

over de ervaringen van alle drie tot nu toe.

Krachteninventarisatie en actieplanMarion vertelt hoe de methodiek in de praktijk werkt:

“Eerst maken een hulpverlener en een cliënt samen een

krachteninventarisatie. Vervolgens stel je samen een actieplan

op met de langetermijndoelen, waar in kleine stapjes

aan wordt gewerkt. Deze krachteninventarisatie en het

actieplan worden vastgelegd op een formulier, waarmee de

hulpverlener en cliënt aan de slag gaan. Overigens wordt de

krachteninventarisatie ook gebruikt in de teambesprekingen.”

Janneke: “Ik heb nu een paar keer volgens de nieuwe

methodiek gewerkt en vind het leuk om met een cliënt zijn

of haar krachten te inventariseren en een actieplan op te

stellen. En ik merk dat er tijdens de teambesprekingen ruimte

is om van gedachten te wisselen met collega’s. Dat leidt soms

tot hele verrassende ideeën.”

Remco heeft samen met Victoria een krachteninventarisatie

ingevuld en een actieplan gemaakt: “Lastig om te bedenken

wat je sterke punten zijn, maar samen met Victoria lukte het

wel om dat te doen. En Janneke en ik pakken het actieplan

nu bij elk gesprek erbij, omdat het heel concreet is.”

Marion: “Het actieplan is inderdaad een soort actielijst en

een agenda waar alle afspraken en actiepunten in staan,

bijvoorbeeld van een bezoek aan de woningcorporatie of

de tandarts. Zonder ellenlange verhalen.”

Soms nog even wennen“Iedereen is heel positief over Herstelwerk, al vinden de

meesten het formulieren invullen wel wennen”, vertelt

Janneke. “En verder zijn er net nieuwe teams samengesteld,

waarin ook ambulante groepswerkers zijn opgenomen. Ook

dat is wennen, maar ook prima, want daardoor zijn de

lijntjes korter.”

Marion: “Het is een veranderproces en dat is altijd even

wennen. De hele organisatie moet erop ingericht worden

en het is heel belangrijk dat het de cliënten goed bevalt.

Gelukkig is de methode in ieder geval warm ontvangen,

met z’n allen werken we nu aan de goede invoering.”

* Victoria is momenteel afwezig, daarom is Janneke

nu zijn woonmaatschappelijk werker.

HerstelwerkMethodiek Herstelwerk ondersteunt kwetsbare

mensen in hun proces tot volwaardig burger in

de samenleving. Deze herstelondersteunende

basismethodiek voor de maatschappelijke opvang

maakt gebruik van de kracht en mogelijkheden van

cliënten en helpt ze de regie over hun leven terug

te krijgen of te houden.

De methodiek is ontwikkeld in de Academische

werkplaats Opvang x Oggz, onderdeel van het

Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg van

het UMC St Radboud Nijmegen.

Page 34: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

32

Bijna vier jaar coördineert Ingrid van Loo inmiddels het

maatjesproject van De Binnenvest. Haar werk breidt zich

ondertussen uit met andere vrijwilligersactiviteiten,

zoals het formulierenloket. “En samen met andere

hulpverlenende organisaties willen we een vrijwilligerscafé

beginnen.”

“Het opzetten van het maatjesproject was mijn eerste taak

toen ik eind 2008 bij De Binnenvest kwam. Inmiddels is het

een steady, goedlopend project. Gelukkig vinden vrijwilligers

het nog steeds leuk om een jaar lang elke twee weken iets

met een cliënt te ondernemen.

Naast de individuele maatjeskoppelingen organiseren we

ook groepsactiviteiten voor maatjes. Meerdere cliënten en

vrijwilligers doen samen iets leuks, zoals een boottocht of

een museumbezoek. De organisatie hiervan is inmiddels in

handen van twee vrijwilligers.

Het gastvrouw- en gastheerproject bij het Service Punt

Informatie en Leren (SPIL) is helaas minder succesvol

verlopen. Vrijwilligers ontvingen cliënten, schonken koffie

en thee en hielpen met computervragen. Maar in de praktijk

bleek dat dit niet goed aansloot bij het werk van

de medewerkers. Hier zijn we dus onlangs mee gestopt.”

Het formulierenloket“Toch wilden we iets blijven doen voor vrijwilligers die het

maatjesproject te intensief vinden. We zijn verder gaan

denken en kwamen uit op het formulierenloket, waarbij

vrijwilligers cliënten helpen met het invullen van lastige

formulieren.

Dit loket neemt woonmaatschappelijk werkers werk uit

handen, waardoor zij tijd in hun drukke takenpakket krijgen,

die zij anders kunnen gebruiken. Het is dan ook belangrijk

dat zij aan ons doorgeven welke mantelzorgtaken door een

vrijwilliger kunnen worden gedaan.

Voor vrijwilligers is dit een functie met een duidelijke taak

en structuur. Op bepaalde uren komen cliënten in het SPIL

en gaan zij met een vrijwilliger aan de slag. Bovendien is dit

contact tussen cliënt en vrijwilliger een aanvulling op de zorg.

Vorig jaar zijn we in oktober begonnen met het werven van

Van het maatjesproject tot het formulierenloket en het vrijwilligerscafé

Vrijwilligers zijn belangrijk

Ingrid: “Een dak boven mijn hoofd betekent voor mij een thuis,

waar je thuis komt, de basis.”

Page 35: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

33

vrijwilligers voor het formulierenloket. Al snel hadden we

meer aanmeldingen dan we in deze opstartfase kunnen

inzetten. We hebben nu dus zelfs een wachtlijst! Begeleider

Josine Steenvoorde weet hoe cliënten en vrijwilligers het

tot nu toe ervaren (zie kader).”

Inzetten van ervaringsdeskundigen“Verder zijn we bezig met nieuwe plannen. Zo zitten we in de

oriënterende fase voor het inzetten van ervaringsdeskundigen

als maatje. Dat heeft voordelen, maar natuurlijk ook

valkuilen.

Als ervaringsdeskundige sta je dichterbij een cliënt. Je

herkent signalen en kan makkelijker inschatten wat ze nodig

hebben. Een valkuil is dat je je maatje teveel met je eigen

geschiedenis belast. Dat kan voor beiden nadelig uitpakken.

Maar ik vind het idee mooi en hoop dat we deze bijzondere

maatjeskoppelingen van de grond kunnen krijgen.”

Een vrijwilligerscafé“Tenslotte zit ik op het moment om de tafel met andere

hulpverlenende organisaties, zoals Activite, Radius en Exodus.

We bekijken hoe we kunnen samenwerken om gezamenlijk

vrijwilligers te benaderen die in de zorg- en welzijnsector

aan de slag willen.

Vroeger waren vrijwilligers jarenlang aan dezelfde club

verbonden. Je merkt nu echter dat mensen projectmatiger

en voor kortere periodes aan de slag willen. Ze vinden het

bijvoorbeeld leuk om een jaar lang maatje te zijn, maar

daarna willen ze weer wat anders gaan doen voor een

andere organisatie. Dat is prima, daar is niets op tegen.

Het is wel belangrijk rekening te houden met deze ‘nieuwe

vrijwilliger’ om onze werving op peil te houden. Dat kan

mooi samen met andere hulpverlenende organisaties. We

denken aan een vrijwilligerscafé, waar mensen zich kunnen

oriënteren op de verschillende soorten vrijwilligerswerk.

En we willen een vrijwilligersacademie opstarten, waar we

samen trainingen kunnen organiseren.

Ik denk dat we met deze aanpak steeds meer mensen

aanspreken, waardoor we in een steeds grotere vijver van

vrijwilligers kunnen ‘vissen’. Bovendien binden we ze zo

misschien niet zozeer aan onze eigen club, maar wél op een

goede manier aan de zorg- en welzijnsector. En dat willen

we graag. De inzet van vrijwilligers is onontbeerlijk.”

Praktijk Formulierenloket Josine Steenvoorde is baliemedewerker bij het SPIL en zit

in de werkgroep die het formulierenloket heeft opgezet.

Sinds het loket van start is gegaan, begeleidt zij de cliënten

en vrijwilligers die voor het loket naar het SPIL komen.

Wat is het formulierenloket?

“Cliënten kunnen bij ons terecht voor hulp bij het

invullen van lastige formulieren en het ordenen van hun

administratie. De hulp wordt gegeven door vrijwilligers.”

Hoe werkt het in de praktijk?

“Een cliënt wordt door zijn of haar maatschappelijk

werker bij ons aangemeld. De cliënt komt vervolgens op

donderdagmiddag naar het SPIL. Ik introduceer de cliënt bij

een vrijwilliger, waarna zij samen aan de slag gaan in een

aparte ruimte om samen lastige formulieren in te vullen of

de administratie te ordenen.”

Hoe loopt het?

“Redelijk. ‘De loop’ zit er nog niet helemaal in. Ik denk dat

maatschappelijk werkers het nog niet zo gewend zijn om

cliënten voor het formulierenloket naar ons door te sturen.”

Hoe ervaren cliënten de hulp?

“Ze zijn tevreden. Ze worden praktisch geholpen en krijgen

even alle aandacht. Volgens mij vinden ze dat laatste ook

wel prettig! Soms zijn er zelfs twee vrijwilligers beschikbaar

om met ze aan de slag te gaan.”

Wat vinden vrijwilligers ervan?

“Ze vinden het leuk om te doen, al mag het van hen ook

nog wel wat drukker worden.”

Wat vind je zelf?

“Ik vind het formulierenloket heel nuttig: Cliënten worden

zonder al teveel gedoe praktisch geholpen en het werk van

de maatschappelijk werkers wordt erdoor verlicht. Ik hoop

dat iedereen binnenkort de weg naar deze extra service

weet te vinden.”

Page 36: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

Het Sociaal Pension is voor Wim al dertien jaar zijn thuis:

“Het liefst ben ik boven, op mijn eigen kamer. Alleen als

het ’s avonds rustig is, zit ik weleens beneden, bijvoorbeeld

om televisie te kijken.”

”Ik weet niet of ik dit wel wil”, zegt Wim argwanend. “Zij

gaat natuurlijk vragen of ik hier weg wil gaan.” “Nee Wim,

dat is juist niet de bedoeling”, zegt Frank Vincenten, zijn

persoonlijk begeleider (pb’er). “Kom nou maar mee, dan

leggen we het je uit.”

Als we eenmaal in een rustig kantoor van het Sociaal Pension

zitten, lukt het Frank Wim gerust te stellen. Hij vertelt dat

het gesprek met hem juist is bedoeld om het belang van het

Sociaal Pension voor mensen zoals hij aan te geven. Wim

ontdooit zichtbaar, pakt even de arm van Frank vast en lacht:

“Wat ben ik blij dat jij mijn pb’er bent!” Frank: “Ik werk hier

nu bijna vijf jaar en vanaf het begin begeleid ik Wim. Het

klikte inderdaad meteen goed tussen ons.”

Ieder mens heeft een huis nodigVolgens Wim heeft ieder mens een huis nodig, ook een

psychiatrisch patiënt zoals hij zichzelf noemt. “Dus, nee, ik

wil niet weg, wat de plannen mogen zijn. Mijn huis is boven,

in mijn eigen kamer. Het is fijn dat ik de rest van het Sociaal

Pension mag gebruiken, maar mijn kamer is mijn huis. Zo

voel ik dat.”

Een nieuwe kamer“Mijn pb’ers – dat zijn Frank en Ellen – helpen mij met van

alles. Zij zorgen ervoor dat ik ga douchen, zodat ik schoon

blijf en dat ik eet, want anders word ik te mager. Toen Frank

hier kwam, zat ik op een kamer waar het heel druk was op

de gang. Frank heeft geregeld dat ik een hoekkamer kreeg,

Wim is thuis in het Sociaal Pension

“Mijn huis is mijn eigen kamer”

34

3

Page 37: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

die veel rustiger lag. Hij heeft de kamer geschilderd en me

een nieuw dekbed en een nieuw raam gegeven. Het raam

had ik per ongeluk kapot gemaakt.”

“Al was er gisteravond voor jouw deur ook een hoop rumoer,

he?”, vraagt Frank. “Ja, de politie was boven voor iemand

anders. Dat gaf veel lawaai, daar kan ik niet goed tegen”,

beaamt Wim. “Maar dat gebeurt niet vaak en de politie is

wel mijn vriend, ik mag ze graag. Ze zijn er voor je. En ze

hebben me ooit gezegd: ‘Jij bent een ereburger van Leiden’.

Daar heb ik verder niet veel van gemerkt, maar toch leuk

dat ze het zeiden.”

Moeite met veranderingFrank geeft aan dat het voor Wim lastig is als er iets

verandert, zoals die interne verhuizing. “Dat gold ook voor de

nieuwe afspraken die we met Wim maakten over zijn zakgeld.

Eerst kreeg hij een groot bedrag in één keer, maar dat was

steeds in een dag op. We hebben de afspraak gemaakt dat

hij ’s ochtends vijf euro krijgt als hij de avond ervoor heeft

meegegeten en vijf euro ‘s middags als hij die dag aardig

tegen anderen is geweest. Dat is soms moeilijk voor hem.

Want als hij stemmen in zijn hoofd hoort, dan gaat hij

wel eens schreeuwen.”

Ik kan inderdaad beter een klein bedrag per dag krijgen,

knikt Wim. “Al was dat wel even slikken. Van het geld dat

Frank mij geeft koop ik wel eens iets te eten als ik buiten

loop. Bijvoorbeeld een lekkere bami, een stuk rookworst of

een slaatje.” Frank: “Leuk om te horen dat je er niet alleen

drugs van koopt.”

Wim eet overdag niet altijd mee: “Maar ’s avonds wel, zo krijg

ik mijn vitamines binnen.” Frank: “Maar áls je bij ons ontbijt,

dan kun je echte gebakjes maken van je boterhammen, met

een hele dikke laag pindakaas en hagelslag.”

Blij in het Sociaal PensionWim vertelt dat hij blij is dat hij uiteindelijk 13 jaar geleden

in het Sociaal Pension terecht is gekomen: “Ik ben een

gevoelige jongen en ben na een zelfmoordpoging al heel

lang aan het sukkelen. In mijn puberteit ben ik met drugs

in aanraking gekomen. Nadat ik was afgekickt heb ik twaalf

jaar zelfstandig gewoond. Ik had een vriendin en leuk werk.

Maar mijn vriendin ging weg en mijn werk kon ik niet houden

omdat ik weer verslaafd was geraakt. Uiteindelijk is mijn flat

in de brand gegaan. Ik was vergeten een kookplaatje uit te

zetten. De buurt was daarna wantrouwend. Ik heb het huis

achter me gelaten en ben ik ‘overal’ gaan slapen. Eigenlijk

had ik geen moed meer om verder te gaan.”

De moeder van Wim is lang geleden overleden, zijn vader

vorig jaar zomer. Tot zijn dood kwam hij elke week op

bezoek bij Wim: “Mijn ouders hielden van mij. In mijn kamer

staat een foto van mijn moeder en vader op de kast en van

mezelf als baby, liggend op een matje. Verder heb ik nog een

fotoboek met jeugdherinneringen, dat is het enige wat ik nog

heb van vroeger. De rest is allemaal verloren gegaan in de

brand.”

Frank: “Toen de vader van Wim overleed, wilde Wim stoppen

met zijn medicijnen, maar dan krijgt hij meteen weer

psychoses. Wij hebben hem geholpen in die lastige tijd toch

regelmatig zijn medicijnen én zijn methadon in te nemen.”

Een broodnodig dakWim kan zich niet voorstellen dat hij ooit naar een eigen

huis gaat: “Dan komen jongens naar me toe om me kaal

te plukken.” Frank denkt ook niet dat Wim zelfstandig zou

kunnen gaan wonen. “Hij is heel zachtaardig en kan geen

‘nee’ zeggen als mensen hem om geld vragen”, zegt hij aan

het einde van het gesprek als Wim weg is. “Hij hoort bij de

kwetsbaren in het Sociaal Pension, daar hebben we er een

aantal van. Deze instelling biedt hen een broodnodig dak

boven hun hoofd.”

Sociaal PensionIn het Sociaal Pension kunnen mensen terecht die het niet

in hun eentje redden, bijvoorbeeld vanwege een verslaving

of psychische problemen. In het Sociaal Pension kunnen

zij beschermd wonen in een eigen woning. Gezamenlijke

huiskamer en keuken worden gedeeld.

Medewerkers bieden cliënten begeleiding en zijn

verantwoordelijk voor de veiligheid. Iedere cliënt heeft

bovendien een woonmaatschappelijk werker en een

persoonlijk begeleider. Samen met de cliënt stellen zij een

begeleidingsplan op. De cliënt voert dit plan uit en krijg

waar nodig ondersteuning. Indien mogelijk wordt de stap

gezet naar het begeleid wonen. Cliënten die in het Sociaal

Pension willen wonen dienen een AWBZ indicatie voor

Verblijf te hebben.

De huisvesting van het Sociaal Pension aan de Haagweg moet

verdwijnen vanwege de sloop van het ROC aldaar. Op die plek

komt in de nieuwe situatie woningbouw en een moskee.

Al vanaf 2006 is De Binnenvest – samen met de gemeente

en de woningcorporaties – op zoek naar een vervangende

locatie voor het Sociaal Pension. Tot nu toe zonder succes.

35

Page 38: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

Zijn er andere uitdagingen te benoemen?

“Een van de belangrijkste uitdagingen is zonder meer de

huisvesting. Want als er geen opvang is voor een cliënt, dan

wordt het hele behandeltraject lastig. En verder blijft het

belangrijk om onze krachten zodanig te bundelen dat we er

bij problemen eerder bij zijn, zodat we kunnen voorkomen

dat mensen bij De Binnenvest terecht komen.”

Wat is tot slot uw mening over De Binnenvest?

“De Binnenvest is een bevriende ketenpartner voor ons. De

doelgroep van De Binnenvest vormt een klein deel van onze

totale doelgroep, maar als we met elkaar van doen hebben,

dan verloopt het contact op alle niveaus in de organisatie

goed. Overigens verwacht ik dat onze samenwerking de

komende jaren alleen maar intensiever gaat worden, nu

steeds meer landelijke taken op het gebied van maat-

schappelijke zorg bij de gemeente worden neergelegd.”

René Verkuylen is bestuurder van Kwadraad Maatschappelijk

Werk. Samen met De Binnenvest en andere ketenpartners

spant Kwadraad zich in om dakloosheid zoveel mogelijk

te voorkomen. “Hoe eerder we problemen signaleren en

aanpakken, hoe beter het is.”

Wat is Kwadraad Maatschappelijk Werk?

“Kwadraad Maatschappelijk Werk is een aanbieder van

maatschappelijke dienstverlening in veertig gemeentes

van Zuid-Holland.”

Welke diensten biedt Kwadraad aan?

“Wij bieden burgers verschillende diensten en hulp aan

op het psychosociale, materiële en sociaaljuridische vlak.

Denk aan hulp bij werkgerelateerde, financiële, relatie-

of opvoedproblemen. En daarnaast komen burgers ons

tegen op scholen en in wijk- en gezondheidscentra.

Naast deze laagdrempelige hulp leveren wij intensieve

dienstverlening aan een groeiende groep mensen met

meervoudige problematiek. Deze mensen begeleiden we

achter de voordeur, bijvoorbeeld in geval van huiselijk

geweld, verslaving of bij dreiging van huisuitzetting

vanwege schulden.”

Wanneer komt Kwadraad De Binnenvest tegen?

“We komen De Binnenvest vooral tegen bij het stukje

intensieve dienstverlening. Samen zitten we – met

Rivierduinen en Brijder Verslavingszorg – in het programma

Regionaal Kompas van de gemeente Leiden. Dit programma

is in 2008 gestart en heeft - kort gezegd - als doelstellingen:

het drastisch verminderen van het aantal daklozen in

onze regio en dakloosheid in de toekomst zoveel mogelijk

voorkomen.

Onderdeel van het Regionaal Kompas is het project

Persoonsgerichte Aanpak. De bedoeling hiervan is om een

analyse van de problematiek van een cliënt te formuleren en

vervolgens een integraal, gezamenlijk hulpverleningstraject

op te stellen. Zo gaan we met z’n allen rond een cliënt

staan en bieden we hem van a tot z goede begeleiding en

behandelafspraken aan. Het integrale hulpverleningstraject

is nog niet rond. Wel hebben we al veel gemeenschappelijke

protocollen opgesteld, die de samenwerking hebben

verbeterd.”

“Wim van ’t Veer en ik worden regelmatig gewezen op dingen

die niet goed gaan in het project Persoonsgerichte Aanpak.

De doelgroep is natuurlijk niet de makkelijkste en soms

hebben onze medewerkers de neiging om te lang hun

eigen gang te gaan, terwijl we er beter aan doen om eerder

ketenpartners met specialistische kennis in te schakelen.”

36

Samen dakloosheid voorkomen 5

René: “Een dierbare herinnering aan vroeger: samen met ons gezin

én opa en oma opgroeien in één huis.”

Page 39: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

37

Maandagochtend half 9. Hans de Kinderen staat buiten en

ontvangt bij de voordeur van stichting ZON op de Hooigracht.

“De koffie is klaar”, zegt hij. Als iedereen er is, gaan we het

gebouw in en de trap op naar de vergaderruimte.

Het gesprek komt tijdens het inschenken van de koffie vanzelf

op gang. Mart Meeuwsen, manager zorg bij De Binnenvest,

en Hans de Kinderen, straatadvocaat bij Stichting ZON, waren

mee met de studiereis van De Binnenvest naar de Verenigde

Staten 1. Zij vertellen over hun ervaringen aan Bart Smith,

directeur bij stichting ZON. Daarna komt het inzetten van

ervaringsdeskundigen bij de hulpverlening uitgebreid aan bod.

De Binnenvest wil ervaringsdeskundigen meer gaan

betrekken bij de hulpverlening. In de Verenigde Staten

gebeurt dit veel, zagen Mart Meeuwsen van De Binnenvest

en Hans de Kinderen, straatadvocaat bij stichting ZON* tijdens

een studiereis. Ook ZON heeft al ervaringsdeskundigen

in dienst, waaronder Hans zelf. Hoe gaat dat? En wat

is de meerwaarde van ervaringsdeskundigheid voor De

Binnenvest? Mart en Hans praten hierover met Bart Smith,

directeur van stichting ZON, een belangenorganisatie voor

mensen met psychische problemen, dak- en thuislozen

en mensen met verslavingsproblemen in de regio Leiden,

Rijnstreek en Duin en Bollenstreek.

De Binnenvest doet inspiratie op in de Verenigde Staten en bij stichting ZOn

Inzet van ervaringsdeskundigheid

Vlnr: Mart Meeuwsen, Bart Smith en Hans de Kinderen.

* ZON: Zorgvragers Overleg Noordelijk Zuid-Holland

6

Page 40: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

Een persoonlijke en correcte houdingAllereerst gaat het over de persoonlijke en correcte houding

van medewerkers naar cliënten toe in de Verenigde Staten.

“Hoe komt dat?”, vraagt Bart. Mart meent dat het ingebakken

zit in de cultuur: “Het was overal waar we kwamen zo.”

Mart: “We waren bijvoorbeeld op een congres. Op mijn

naamkaartje stond ‘Mart’ extra groot. Al snel stapte een

wildvreemde op me af die zei: ‘Hi Mart, how are you doing

today?’ En tijdens een ritje met een gewone bus, midden

in de nacht, vertelde de buschauffeur eerst haar naam en

zei: ‘Ik ga ervoor zorgen dat jullie veilig op je bestemming

komen.’ Dat zie ik hier niet snel gebeuren.”

Hans vindt dat die mentaliteit ook een schaduwzijde heeft:

“Het contact is vriendelijk en persoonlijk maar ook heel

oppervlakkig. In de metro hoor je soms in tien minuten

het levensverhaal van een onbekende, dat is voor ons

bevreemdend.”

Dutch Approach“In Amerika staat tegenover vrijheid de eigen

verantwoordelijkheid. Dat is voor mensen die minder

makkelijk kansen kunnen pakken wel moeilijk”, zegt Mart.

“We gingen op bezoek bij een cliënt thuis, die negen jaar

geleden vanuit het ziekenhuis naar een flat was gegaan.

Die flat was nog steeds bijna helemaal leeg! Wij zouden de

flat samen met hem inrichten. Maar in de VS bemoei je je

daar niet mee, tenzij de cliënt dat wil, want die vrijheid

én verantwoordelijkheid heeft hij zelf.” Hans vertelt dat

de Nederlandse ‘bemoeizucht’ al snel de ‘Dutch Approach’

werd genoemd.

Meerwaarde van ervaringsdeskundigenIn de Verenigde Staten maakt de hulpverlening veel

gebruik van ervaringsdeskundigheid. Mart vertelt hoe hij in

Philadelphia op pad ging met een outreachend werker, die

crackdealer was geweest: “Hij komt dus uit de doelgroep,

heeft een op maat gemaakte cursus gevolgd en is nu een

‘certified peer specialist’. Hij is trots op zijn diploma en zijn

geschiedenis. We kwamen trouwens in hele slechte buurten,

maar met hem erbij voelde ik me volkomen veilig. Hij was

echt goed in zijn vak en betrokken naar de cliënten toe.”

Bart: “Ook bij ZON werken we sinds de oprichting in 2007 met

ervaringsdeskundigen en dat werkt goed. De meerwaarde van

een ervaringsdeskundige is dat je minder uitleg nodig hebt

om de cliënt te begrijpen. En dat begrip klinkt al door in je

vraagstelling. Het is overigens wel belangrijk dat je niet je

eigen ‘verhaal’ met de cliënt deelt. Ervaringsdeskundigheid

zet je meer impliciet in.”

Hans was ooit cliënt bij De Binnenvest omdat hij verslaafd

en dakloos was. Nu is hij straatadvocaat bij ZON. “Als

straatadvocaat onderhoud ik onder andere contact met

mensen in verslavingsklinieken.” Hij beaamt dat hij in het

begin graag zijn verhaal vertelde, maar nu niet meer. Zijn

verhaal wordt steeds korter. Hans: “Je trekt samen met een

cliënt op, dáár merkt een cliënt je ervaring aan. “

toepassing bij De Binnenvest Bart is benieuwd hoe De Binnenvest het voor zich ziet om

ervaringsdeskundigheid in de praktijk toe te passen.

Mart verwacht dat het grote meerwaarde kan hebben aan

de voordeur.

Mart: “Net als bij ZON kan het helpen bij het eerste contact.

Een ervaringsdeskundige herkent dan het verhaal van

iemand beter dan bijvoorbeeld een psycholoog. Daarnaast

kan iemand die verslaafd is geweest makkelijker de juiste

personen vinden bij bepaalde instellingen. Ook zouden

ervaringsdeskundigen een rol kunnen spelen in het beheer

van de dag- en nachtopvang.”

Hans oppert om ervaringsdeskundigen een cliënt te laten

begeleiden tijdens een verhuizing of bij een sterfgeval van

een naaste. “Een cliënt kan in zo’n periode makkelijk van

het pad raken, en dat begrijpt een ervaringsdeskundige

vaak beter dan een professional.”

Speciale cursussen?Mart: “De Binnenvest is tot nu toe voorzichtig met het

inzetten van ervaringsdeskundigheid. Struikelblokken zijn

bijvoorbeeld angst voor terugval en het opleidingsniveau.

Een outreachend werker heeft een HBO-opleiding. Misschien

moeten we wel een speciale opleiding ontwikkelen, zoals

Brijder verslavingszorg ook doet.”

Bart stelt voor om een Outreachend Team samen te stellen

met een mix van professionals met kennis van de theorie en

methodiek en ervaringsdeskundigen. “Maar zou je die dan

ook hetzelfde betalen?”, vraagt hij aan Mart. Mart vindt dat

je iedereen moet honoreren naar verantwoordelijkheid.

Een serieuze baanIedereen is het over eens dat het belangrijk is om

ervaringsdeskundigen goed op te leiden en een serieuze baan

aan te bieden. Bart noemt een voorbeeld van hoe het niet

moet: “We hebben een hele groep cliënten, die bij gebrek

aan regulier werk een werkplek binnen de GGZ krijgen. Maar

zonder duidelijk doel en heldere functieomschrijving is er

veel kans op mislukking. Zij blijven een status aparte

houden en bungelen ergens tussen personeel en cliënten.”

Dan is het een mislukte Melkertbaan, vindt Mart. “In de

Verenigde Staten zag ik dat er veel vertrouwen was in de

ervaringsdeskundigen. En dat hun werk goed georganiseerd

was. Dát moeten we kopiëren.”

Bart: “We merken trouwens wel dat mensen die na lange

tijd terugkomen uit het arbeidsproces de neiging hebben tot

38

Page 41: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

overpresteren. Dat gaat drie maanden goed op de adrenaline

flow. Het is belangrijk om iemand in het begin goed te

begeleiden in het werk en ze daarbij vooral af te remmen.

Consumer runBart vraagt zich ten slotte af of een instelling gerund

door cliënten niet de ultieme vorm van gebruikmaken van

ervaringsdeskundigheid is. Mart vertelt dat in Amsterdam

het Je Eigen Stek Huis 2 bestaat, waar cliënten het hele

huishouden zelf runnen. Dat huis is een voorbeeld voor de

Cliëntenraad van De Binnenvest, die hiermee aan de slag

wil in Leiden.

“Waarom gebeurt er op dit vlak toch nog zo weinig in

Nederland?”, vraagt Bart. Mart: “Ik denk dat het komt omdat

we in Nederland snel naar de overheid kijken om dingen te

regelen. Bovendien zijn we gericht op controle. Daarom zijn

we ook voorzichtig met de inzet van ervaringsdeskundigen.

Terwijl ze zeker een aanvulling kunnen betekenen voor onze

hulpverlening, dat is duidelijk. Ik zou de combinatie van de

inzet van professionals en ervaringsdeskundigen dan ook

het mooiste vinden.”

39

1 Meer over studiereis naar de Verenigde Staten, zie pag 26-27.

2 Meer over het Je Eigen Stek Huis: zie pag 42.

Stichting ZONHet Zorgvragers Overleg Noordelijk Zuid-Holland (ZON)

is de belangenorganisatie voor mensen met psychische

problemen, dak- en thuislozen en mensen met

verslavingsproblemen in de regio Leiden, Rijnstreek en

Duin en Bollenstreek. ZON signaleert knelpunten vanuit

de achterban en adviseert de aanbieders, verzekeraars

en gemeenten hierover vanuit het cliëntenperspectief.

ZON organiseert projecten en activiteiten voor en met

zorgvragers.

Bart Smith is directeur bij stichting ZON. Hij vertelt wat

zijn indruk is van De Binnenvest: “Ik vind dat ze in

beweging zijn met bijvoorbeeld dit initiatief voor inzet van

ervaringsdeskundigheid. De reis naar de Verenigde Staten

heeft een goede impuls gegeven aan die ontwikkeling. Soms

vind ik het jammer dat er weinig samenwerking is tussen

verslavingszorg en maatschappelijk werk, terwijl de overlap

enorm is. Daar valt vanuit cliëntenperspectief nog wel veel

winst te behalen.”

De taak van Hans de Kinderen, straatadvocaat

Hans de Kinderen is straatadvocaat bij de stichting ZON. Als

straatadvocaat werkt hij voor mensen die om uiteenlopende

redenen dakloos zijn of dreigen te worden en voor wie de

weg naar reguliere instanties niet makkelijk is.

Het is zijn taak hen hulp en ondersteuning te bieden, hen

te helpen de weg naar de betrokken instanties te vinden

en de juiste procedures in gang te zetten.

Hans is ervaringsdeskundige en ex-cliënt van De Binnenvest.

Hij is lang voorzitter geweest van de Cliëntenraad van

De Binnenvest.

Page 42: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

40

Lia Vermeulen was tot voor kort* teamleider van het SPIL.

De laatste jaren ontwikkelde zij allerlei cursussen en

ondersteuningsactiviteiten voor cliënten. “Een medewerker

stelde een cursus ontspanningsoefeningen voor. Daar was

ik niet meteen enthousiast over. Gelukkig hebben we de

cursus wél aangeboden, want het was een groot succes bij

de cliënten.”

”Onlangs vierde het SPIL zijn vijfjarig bestaan. SPIL staat

voor Service Punt Informatie en Leren. Vanaf het begin lukte

het goed om cliënten van de juiste informatie te voorzien.

Maar het ‘leer-aspect’ van het SPIL kwam in de eerste jaren

helaas niet van de grond, met name vanwege geldgebrek en

personeelstekort.

Twee jaar geleden hebben we medewerkers en vrijwilligers de

vraag gesteld: ‘Hoe kan het SPIL toch invulling geven aan het

‘leren’, ondanks de beperkte middelen?’ Zowel medewerkers

als vrijwilligers kwamen met mooie voorstellen om cliënten

cursussen en ondersteuning aan te bieden. Sommige

voorstellen zitten nog in de ontwikkelfase, andere plannen

zijn inmiddels in activiteiten omgezet.”

Het formulierenloket“Zo hoorden we van de woonmaatschappelijk werkers

dat veel cliënten moeite hebben met het invullen van

formulieren. We hebben toen het formulierenloket bedacht,

waarbij vrijwilligers cliënten helpen met het invullen van

formulieren. Doordat vrijwilligers hier uitgebreid de tijd

voor nemen, verwachten we dat cliënten leren om dit op

termijn zelf te kunnen doen. Met dit loket zijn we inmiddels

voorzichtig begonnen. De eerste geluiden zijn positief

(zie ook kader pagina 33).”

Adem in, adem uit“Daarnaast bleek een vrijwilliger het leuk te vinden om

Nederlandse les te geven en bood een medewerker van De

Binnenvest een cursus ontspanningsoefeningen aan. De

cursus Nederlands vond ik een goed idee, maar ik zag niet

direct het nut in van een ontspanningscursus.

Hoewel de cursus Nederlands zeker goed loopt, blijkt in de

praktijk vooral de ontspanningscursus een groot succes! Deze

cursus - met de naam ‘Adem in, adem uit’ - zat tot mijn

verrassing binnen de kortste keren vol en alle cliënten bleven

trouw komen. We willen deze cursus dan ook graag blijven

aanbieden. Net als de cursus Nederlands overigens.”

Creatieve en muzikale cliënten“Soms komen cliënten trouwens ook met leuke ideeën

voor cursussen. Zo wil één cliënt graag een cursus mozaïek

organiseren. Ik vind het een goed idee als cliënten dergelijke

initiatieven nemen. Dat is gunstig voor zijn of haar herstel-

proces. En onder onze cliënten zijn veel vaardigheden en

kwaliteiten aanwezig, zeker op het creatieve en muzikale

vlak.”

Digitale flyer en een strippenkaart“Verder willen we een digitale flyer maken, die cliënten

op onze computers kunnen downloaden. Deze flyer bevat

bijvoorbeeld informatie over hoe je een uitkering aanvraagt

of waar je allemaal aan moet denken als je zelfstandig gaat

wonen.

Tenslotte hebben we het plan om een strippenkaart te

ontwikkelen voor cliënten die bijna weer zelfstandig

functioneren. Zij kunnen dan – bijvoorbeeld voor hulp bij de

financiën - met deze strippenkaart in het SPIL terecht bij een

woonmaatschappelijk werker die hier een spreekuur houdt.

Ik zou nog veel meer kunnen bedenken om aan te bieden

aan cliënten. Met de inzet en ideeën van onze medewerkers,

vrijwilligers én cliënten zelf kan dat naar mijn idee ook, zelfs

met beperkte financiële middelen. Maar het ontwikkelen

hiervan, dat laat ik over aan de groepsmedewerkers van

het SPIL, zij zijn wat dat betreft de drijvende kracht!”

leren in het SPIl nieuwe cursussen en activiteiten

* Lia is teamleider projecten geworden, zie pagina 20.

Veroniek van Lieshout is de nieuwe teamleider van het SPIL.

Foto rechts Agnes Harmsma maakte kunstwerken ter gelegenheid van het vijfjarig

bestaan van het SPIL. Agnes: “Ik was vrij in mijn keuze en heb zelf een thema

bedacht. Ik heb een Europees, een Aziatisch en een Afrikaans portret geschilderd.

Dat staat symbool voor de kleurrijke verscheidenheid aan mensen die bij De

Binnenvest komen. Daarnaast heb ik op oud, kromgetrokken laminaat karikaturen

geschilderd. En er staat een vitrine met mijn beelden van schelpen en bloemen.”

Page 43: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

41

Wat doet het SPILCliënten kunnen bij het SPIL terecht voor informatie

over huisvesting, verslavingszorg of een uitkering.

Al deze en nog veel meer informatie vinden ze bij

het Service Punt Informatie en Leren (SPIL) van De

Binnenvest.

Een SPIL-medewerker ontvangt cliënten en helpt

hen bij het zoeken naar informatie. Daarnaast

helpt een medewerker cliënten, bijvoorbeeld bij

het aanmelden op woning- of jobsites, het invullen

van formulieren of het schrijven van brieven.

Bovendien kan het SPIL als postadres fungeren voor

jongeren van 18 tot en met 26 jaar.

Vanuit het SPIL worden in 2012 meer activiteiten

ontwikkeld in het kader van groepsaanbod

voor cliënten. Het Zorgkantoor heeft hiervoor

intensiveringsmiddelen ter beschikking gesteld.

Page 44: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

42

Een eigen stek voor cliënten

Wat doet de Cliëntenraad?De Cliëntenraad van De Binnenvest is het

inspraakorgaan van en voor cliënten van Stichting

De Binnenvest. De Cliëntenraad adviseert gevraagd

en ongevraagd de directeur over alles wat de

cliënten aangaat. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om

privacy, hygiëne, voeding en klachtenbehandeling.

Ook onderhoudt de Cliëntenraad contact met

andere organisaties die raakvlakken hebben met

het werk van De Binnenvest, zoals het Zorgvragers-

Overleg Noordelijk Zuid-Holland (ZON) en andere

cliëntenraden. Als er daarnaast iets gebeurt in

de stad of regio wat de cliënten raakt, zoals in

de politiek of met de stadsbank, reageert de

Cliëntenraad ook.

Cliëntenraad onderzoekt mogelijkheden huisvesting

Page 45: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

43

Een huis waar daklozen in een groep wonen en zelf het

huishouden doen. In Amsterdam bestaat het al en heet

het huis Je Eigen Stek. Abel Cazemier en Remko Trompetter

willen in Leiden graag ook zo’n ‘eigen stek’ voor cliënten

van De Binnenvest. “Het is een mooie tussenstap naar weer

zelfstandig wonen.”

Twee jaar geleden is Abel Cazemier als vrijwilliger bij de

Cliëntenraad begonnen. Binnen drie maanden was hij

voorzitter. Abel: “Alles was nieuw voor mij, maar gelukkig

ondersteunt Remko Trompetter mij én de hele Cliëntenraad. Hij

helpt ons bijvoorbeeld met het opstellen van brieven

en notulen.”

De taak van Abel is vooral om naar buiten te treden.

Inmiddels zit hij in allerlei adviesraden, bijvoorbeeld de

cliëntenraad van Sociale Zaken van de gemeente Leiden en

het maatjesproject van De Binnenvest. Ook heeft hij veel te

maken met de Leidse politiek.

Abel: “Het leukste van het werk vind ik dat ik zoveel andere

mensen leer kennen. En dat mensen mij leren kennen!” Abel

is inmiddels in allerlei media geweest: op tv en in kranten.

Je Eigen Stek in AmsterdamOp het moment houden Abel en Remko zich onder andere

bezig met de vraag: wat kunnen cliënten vanuit hun eigen

kracht doen en hoe? Daarvoor zijn ze op bezoek geweest bij

Je Eigen Stek in Amsterdam.

Abel: “Dat vonden we geweldig. Zestien cliënten wonen

daar in één huis. Ze doen zoveel mogelijk zelf, bijvoorbeeld

boodschappen, koken en schoonmaken. In feite is het een

woongroep. Er zijn overdag twee personeelsleden aanwezig,

maar zij zijn er met name voor coaching en ondersteuning.”

“Soms gaat het mis bij wonen”, zegt Remko. “Dan gaan

cliënten vanuit de opvang naar een eigen huis zonder

sociaal netwerk en woonvaardigheden. Dit huis is een soort

tussenstap. De voorwaarden zijn wel dat je bezigheden

overdag hebt en dat je niet zwaar verslaafd of een

psychiatrisch patiënt bent. Bovendien bepalen de mensen die

er al wonen wie erbij mag komen en krijg je aan het begin

een proeftijd.”

Remko vindt het mooie ook dat mensen die uitstromen,

terug kunnen komen bij een terugval: “Een kamer wordt

net zolang voor je vastgehouden, totdat je zelf zegt: ‘nu

gaat het goed in mijn eigen huis’.” Tenslotte noemt hij het

voordeel dat de kosten beperkt zijn vergeleken met dure

opvangvoorzieningen.

gebruik van eigen ervaringenJe Eigen Stek is ruim 2,5 jaar geleden begonnen. De eerste

bewoners zijn inmiddels allemaal succesvol uitgestroomd.

Ze hebben een eigen huis en werk. Remko en Abel zouden

het mooi vinden als er ook een dergelijk huis in Leiden komt.

Ook het management van De Binnenvest vindt dit een goed

idee. Remko is bezig om voor hen een voorstel te schrijven.

Remko is ook dakloos geweest en kwam uiteindelijk via

kraakpanden in een woongroep terecht. Toen dit pand

gesloopt dreigde te worden, hebben de bewoners het

voormalig schoolgebouw met de grond gekocht en er

tien woningen in gerealiseerd. Remko vertelt dat het een

langdurig project is geweest: “Ik ben een expert geworden

in wonen met een groep. Ik vind het leuk om die kennis

nu te kunnen gebruiken om in Leiden ook een dergelijk

huis te beginnen. Lege panden genoeg in Leiden!”

Wat heb je nodig? Het Je Eigen Stek huis past in de methodiek van Herstelwerk:

maak meer gebruik van de krachten van een cliënt. Abel en

Remko staan hier volledig achter. In het huis in Amsterdam

stellen de hulpverleners zich meer op als coach en vragen

aan cliënten: ‘Wat heb je nodig?’. Remko en Abel hopen dit

ook te bereiken met een ‘eigen stek’ huis in Leiden.

Remko Trompetter en Abel Cazemier in overleg.

Abel: “Een dak boven mijn hoofd betekent voor mij lekker droog

zitten, niet hele dag zwerven, erbij horen, zoals iedereen.”

Page 46: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

Het Outreachend team nu zelf in transitie

Het Outreachend Team zit in een fase van transitie,

verandering. Het team gaat onder Begeleid Wonen vallen

en gaat naast outreachend werk ook woonmaatschappelijk

werk doen. Lia Vermeulen, teamleider van het Outreachend

Team: “Zo blijft een outreachend medewerker langer bij

een cliënt die net ‘binnenkomt’ betrokken.”

“Voor de hele Binnenvest geldt dat we de transitiemomenten –

bijvoorbeeld wanneer een cliënt van de Crisisopvang naar een

RIBW-woning gaat – zo soepel mogelijk willen laten verlopen.

Op zulke spannende momenten wordt een cliënt begeleid

door iemand die hem al kent en een goede band met hem

heeft. Alleen bij het Outreachend Team doen we dat nog

niet. De situatie is nu zo dat een outreachend werker contact

maakt op straat en een cliënt naar een intake begeleidt.

Maar daarna neemt een woonmaatschappelijk werker de

begeleiding van de cliënt over, op het moment dat de

financiering is geregeld en hij of zij bovenaan de wachtlijst

staat. En die overgang verloopt soms moeizaam.

Kortgeleden hebben we deze situatie geëvalueerd en

besloten om het Outreachend Team anders vorm te geven en

uit te breiden tot vier personen. Het team gaat nu onder de

teamleider Begeleid Wonen vallen en het takenpakket gaat

bestaan uit half outreachend, half woonmaatschappelijk

werk. Wel blijft het team in het SPIL zitten, dichtbij de

cliënten.

Ik vind het een goed idee dat de outreachend werkers nu ook

woonmaatschappelijke taken krijgen. Zij hebben een goede

band met een cliënt die net ‘binnenkomt’ en vinden het

zelf fijn om een cliënt wat langer te kunnen begeleiden. En

als een cliënt voldoende gewend is, gaat hij vervolgens over

naar een nieuwe woonmaatschappelijk werker. Door deze

‘transitie’ van het Outreachend Team gaat die overgang voor

een cliënt ook soepeler.”

Wat houdt outreachend werk in?

Niet alle daklozen vinden de weg naar de hulpverlening.

Soms omdat ze er geen behoefte aan hebben, soms omdat

ze niet weten wat er mogelijk is en soms omdat ze het nog te

moeilijk vinden. Een steuntje in de rug kan wonderen doen.

Het Outreachend Team van De Binnenvest gaat de straat op

om contact te leggen met deze mensen. Het team probeert

met daklozen in gesprek te komen en hen uit te leggen

waar ze hulp kunnen vinden. Zo voorkomt De Binnenvest

dat problemen onnodig groot worden.

Vrienden van De Binnenvest

Het project ‘Ontmoetingen met dak- en thuislozen’ wordt

ondersteund door Vrienden van De Binnenvest.

Stichting Vrienden van De Binnenvest bouwt aan draagvlak

voor de werkzaamheden van De Binnenvest. En ze werkt ook

aan een positievere beeldvorming over de dak- en thuislozen

zelf. Eén van de projecten waar ze in 2011 haar steun

verleende was de realisatie van een lesproject voor de jeugd:

‘Ontmoetingen met dak- en en thuislozen – Levenslessen voor

jou en mij’. Een uniek project dat jeugd een realistischer kijk

geeft op dak- en thuislozen.

Het project laat de schooljeugd en de dak- en thuislozen

elkaar ontmoeten. Het resultaat is tweeledig. Enerzijds leidt

het bij de schooljeugd tot het besef dat dak- en thuislozen

mensen zijn zoals jij en ik, onderworpen aan de willekeur

van het leven, anderzijds leidt het bij de dak- en thuislozen,

onder meer door interviews door de scholieren, tot een

moment van zelfreflectie. Bovendien heeft het project niet

alleen effect op de jeugd, maar heeft het ook een bredere

uitstraling en leidt het tot een respectvollere benadering

van dak- en thuislozen.

Wijze lessen

Voorjaar 2011 hebben leerlingen van het Visser ’t Hooft

Lyceum (vestiging zuid-west) dak- en thuisloze cliënten van

De Binnenvest geïnterviewd en in beeld gebracht met foto’s.

Daarmee hebben zij met woorden en beeld geschetst om

welke mensen het gaat, wat hun levensverhalen zijn en ook:

welke wijze lessen er te leren zijn! De leerlingen ontmoetten

cliënten van de dag- en nachtopvang en het Sociaal Pension

AnDER nIEUWS

Page 47: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

45

van De Binnenvest. Het boekje ‘Ontmoetingen met dak-

en thuislozen’ is een verzameling van de interviews en de

foto’s die zij maakten.

Opbouw van het project

Het project is opgebouwd uit een aantal ontmoetings-

momenten en echte leermomenten. De eerste ontmoeting

vond plaats op school tijdens de les: een ervaringsverhaal

van een ex-dakloze. Vervolgens kregen zij op school een

levendige praktijkgerichte les over het afnemen van een

interview. Daarna gingen de leerlingen ‘op interviewpad’.

Dat was voor hen – maar ook voor de medewerkers en

de cliënten van De Binnenvest – een leuke en spannende

ervaring. Het fysieke resultaat is een bijzonder boekje dat

stemt tot nadenken, en in ieder geval zowel de schooljeugd

als de dak-en thuisloze heeft laten stilstaan bij: ‘dak- en

thuisloos, het kan iedereen overkomen’.

Andere bijzondere projecten

Maar de Vrienden van De Binnenvest doen nog veel meer.

Ze zamelen geld en producten in voor bijzonder projecten.

Niet altijd zijn de reguliere middelen toereikend of flexibel

genoeg. Soms is er extra geld nodig en/of zijn er onorthodoxe

oplossingen nodig. Een kleine lening kan voor cliënten soms

net het verschil maken.

Wil je meer weten over De Vriendenof een donatie doen,

kijk dan even op www.debinnenvest.nl of neem contact

op met Wim van ’t Veer: telefoon 071 514 70 40, e-mail:

[email protected]

Dutch Street Cup in leiden

Sport als middel om te activeren

Sport is, volgens wethouder Roos van Gelderen (Jeugd, Zorg en

Welzijn), een goed middel om de mogelijkheden van mensen

te benadrukken. Directeur van stichting De Binnenvest Wim

van ’t Veer is dat grondig met haar eens. Sport ziet hij als

middel om te activeren. Samen met Roos van Gelderen deed

hij op zaterdag 19 mei 2012 op de Beestenmarkt in Leiden

de officiële aftrap van de twaalfde speelronde voor de Dutch

Street Cup 2012 – de landelijke straatvoetbalcompetitie voor

dak- en thuislozen en andere kwetsbare groepen.

Wethouder Roos van Gelderen en directeur Wim van ’t Veer

maakten duidelijk dat sport van grote betekenis is voor de

activering van diegenen die op de een of andere manier in

de knel zijn gekomen. “Het is zo belangrijk voor de mensen

die hier meedoen”, zei Roos van Gelderen. “Sporten past

helemaal in de huidige ontwikkelingen om de problematiek

rond dak- en thuislozen op een andere manier aan te

pakken. Gericht op werken en actief bezig zijn. Het motiveert

en tijdens het sporten kom je op een andere manier met

elkaar in aanraking.” Volgens de wethouder richt zij zich

met die aanpak niet alleen op de dak- en thuislozen maar

op alle inwoners van Leiden. “Want we weten dat iedereen

in zo’n situatie terecht kan komen. Dat gebeurt gewoon.

En degenen die dat overkomt zijn gewone mensen met alle

eigenaardigheden die jij en ik hebben. Maar ze hebben

ook talenten. Wij willen niet langer alleen de problemen

benadrukken, maar vooral ook de mogelijkheden. Sport kan

daar een heel goed middel voor zijn.”

Wim van ’t Veer is trots op ‘zijn’ team. “Sport is belangrijk”,

zegt hij. “We zetten meer en meer in op activering van onze

cliënten mede door het aanbieden van voetbal, maar ook

basketbal en hardlopen.”

Het project waarvan dit boekje het eindresultaat is werd mogelijk gemaakt

door steun van: KNR commissie PIN (Projecten in Nederland), de stichting

Kinderpostzegels NL en de Vrienden van De Binnenvest.

Page 48: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

46

Productie 2011 (doeluitkering, AWBZ, Forensische Zorg)

Kernactiviteiten

De Binnenvest is een Stichting voor maatschappelijke opvang in de regio

Zuid-Holland-noord. Er is een subsidierelatie met de Gemeente Leiden die toeziet op de

verdeling van de doeluitkering voor Maatschappelijke Opvang (VWS). Daarnaast is er voor

een aantal producten AWBZ financiering, vanaf 2009 is De Binnenvest ook aanbieder

van Forensische Zorg (DJI).

Stichting De Binnenvest kent de volgende werkterreinen en voorzieningen: Crisisopvang

Dag- en nachtopvang Nieuwe Energie

Actief onder Dak, activering cliënten (onder andere Bemiddelingsbureau en Veegploeg)

Zwerfzorg (in samenwerking met Activite)

Outreachend werk (onder andere gericht op zwerfjongeren)

Sociaal Pension en kleinschalig beschermd wonen (RIBW)

Begeleid Zelfstandig Wonen

Trajectbegeleiding uit de dag- en nachtopvang

SPIL (Servicepunt Informatie en Leren)

Ondersteuning Het Open Venster, Alphen a/d Rijn

Ontwikkeling van vormen van beschermd wonen in Katwijk en Alphen a/d Rijn

Ambulante begeleiding in Alphen a/d Rijn en Katwijk

Ontwikkelen van een passende opvang en begeleiding voor zwerfjongeren met een

LVG achtergrond, in samenwerking met Stichting De Haardstee

Productie, Personeel en Opbrengsten

Cliënten

2011 2010

Intake 64 46

WMW 349 314

OT 45 1 92

Postadres 233 2 477

Totaal 691 929

Aantal cliënten in zorg op 31 december 2011

1 Het aantal cliënten in zorg per ultimo 2011 was relatief laag, maar fluctueert sterk.

2 In 2011 is gestart met een opschoningstraject van de postadreshouders op het

Papegaaisbolwerk, de criteria voor toelating zijn aangescherpt. Vandaar de verlaging.

KERngEgEVEnS

Page 49: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

2011 2010

Capaciteit

Aantal bedden op 31 december 121 121

Waarvan dag- en nachtopvang 40 40

Waarvan voor crisisopvang 24 24

Waarvan beschermd wonen (erkenning RIBW = 57) 57 57

Productie AWBZ

Aantal verzorgingsdagen beschermd wonen 18.452 19.121

Aantal uren ambulante ondersteuning in verslagjaar 22.274 18.325

Kerngegevens DJI / Forensische zorg 2011

Aantal dagen verblijf 1.378 1.322

Uren gespecialiseerde begeleiding 2.740 2.638

Personeel

Aantal personeelsleden in loondienst op 31 december 149 149

Aantal FTE in loondienst op 31 december 97,5 96,1

Bedrijfsopbrengsten in euro’s 9.113.901 8.609.130

Waarvan wettelijk budget aanvaardbare kosten (AWBZ) 4.868.578 4.307.267

Waarvan subsidie gemeente Leiden (UVOK) 3.421.561 3.395.211

Waarvan DJI (Forensische Zorg) 404.238 386.530

Waarvan overige bedrijfsopbrengsten 419.524 520.122

NB Raadpleeg voor nadere verantwoording en

bedrijfsgegevens het Jaardocument Zorg op

www.debinnenvest.nl; de formele rapportage en

jaarrekening met de verantwoording aan VWS

en de financiers. U kunt ook een exemplaar van 2011

opvragen via [email protected].

Page 50: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

productie en eindredactie Pico Communicatie | Caroline Piet

tekst Pico Communicatie | Margot Lodewijk

fotografie Pico Communicatie | Rob Beurse

overige fotografie Flickr.com, Martine de Clerq (DZB en Kwadraad),

Han Werz (Amerika), Jan Kleingeld

ontwerp hakijk | Jan Kleingeld

druk Station Drukwerk, Katwijk

uitgave juni 2012

De Binnenvest | Postbus 11085 | 2301 EB Leiden

www.debinnenvest.nl | [email protected]

Centraal Bureau Morssingel 11 | 2312 AZ Leiden

SPIL + ZRB + OT Pelikaanstraat 5 | 2312 DW Leiden

Begeleid Wonen Pelikaanstraat 5 | 2312 DW Leiden

Crisisopvang Rembrandtstraat 12 | 2311 VW Leiden

Sociaal Pension Haagweg 156 | 2321 AH Leiden

Dag- en nachtopvang

Nieuwe Energie, Papegaaisbolwerk 25 | 2312 LX Leiden

Han Werz geboren te:

Sittard

Een dak boven mijn hoofd betekent voor

mij:

Comfort, geborgenheid, leven, liefde.

Mijn favoriete plek in huis is:

De tuin.

Thuis kook ik graag:

Ik kook bijna niet, dat doet Linda. Het lekkerste vind

ik het als zij Aziatische gerechten kookt.

Een dierbare herinnering aan mijn jeug

d:

Ook weer buiten, de mooie oude bomen in de tuin.

Buitenshuis voel ik me thuis:

Op het strand, ik ben helemaal strandgek, het water,

de golven, schelpen, duinen, helmgras, wind, wolken.

Page 51: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

Bas van Drooge geboren te:

Amsterdam

Een eigen huis betekent voor mij:

Geborgenheid.

Mijn favoriete plek in huis is:

De huiskamer.

Thuis kook ik graag:

Toetjes, zoals worteltjestaart, tiramisu en trifle.

Een dierbare herinnering aan vroeger:

Sinterklaasavond.

Buitenshuis voel ik mij thuis bij:

Bij De Zijl Bedrijven voel ik me ook thuis.

Mischa Prinsenberg geboren te: SpijkenisseEen eigen huis betekent voor mij: Veiligheid.Mijn favoriete plek in huis is: De bank in de huiskamer.Thuis kook ik graag: Pasta. Een dierbare herinnering aan vroeger: Met het hele gezin rond de kachel en daar een kip in braden. Buitenshuis voel ik mij thuis bij: Aan zee.

Remco Gottenloos geboren te:

Leiden

Een dak boven mij hoofd betekent voor

mij:

Veiligheid en een eigen plek.

Mijn favoriete plek in huis is:

De woonkamer, die is ook het meest ingericht!

Thuis kook ik graag:

Alles, behalve aardappelen, groente en vlees.

Een dierbare herinnering aan vroeger:

De warmte, feit dat je moeder er is als je thuiskomt.

Buitenshuis voel ik me thuis:

In de binnenstad van Leiden.

Ingrid van Loo geboren te:

Elsloo (Limburg)

Een dak boven mijn hoofd betekent voor

mij:

Een thuis, waar je thuis komt, de basis.

Mijn favoriete plek in huis is:

De bank in de woonkamer én de tuinbank.

Thuis kook ik graag:

Salades. Ter plekke bedenk ik wat ik er allemaal

in kan gooien.

Een dierbare herinnering aan mijn jeug

d:

Ik me herinneren dat ik als tweejarige ben gaan

wandelen in het bos. Het hele dorp heeft me

lopen zoeken...

Buitenshuis voel ik me thuis bij:

Dat heeft voor mij niet met een plek te maken.

Ik geniet van alles om me heen.

Bart Smith geboren te: Den Haag, eigenlijk ScheveningenEen dak boven mijn hoofd betekent voor mij: Ik kan me niet voorstellen dat ik het niet heb, een huis.Mijn favoriete plek in huis is: Mijn bed, zeker op maandagochtend.Thuis kook ik graag: Indisch.Een dierbare herinnering aan vroeger: Met een kopje thee en Verkade biscuitje tegen mijn moeder aanliggen en vertellen wat er op school was gebeurd.Buitenshuis voel ik me thuis bij: Het strand en de zee. Ik ben aan zee opgegroeid en het geluid en de geur van de zee maken me nog steeds gelukkig.

Mart Meeuwsen geboren te: RotterdamEen dak boven mijn hoofd betekent voor mij: Veiligheid, de basis.Mijn favoriete plek in huis is: De schuur, daar mag ik lassen. Ik verzamel van alles en maak dan praktische voorwerpen, die ik kunstzinnig vormgeef. Thuis kook ik graag: Vegetarische moussaka.Een dierbare herinnering aan vroeger: Sinterklaasavond was bij ons een jaarlijks hoogtepunt. Iedereen sloofde zich uit, nog steeds trouwens. Buitenshuis voel ik me thuis: In een tentje hoog in de bergen.

Hans de Kinderen geboren te:

Geffen

Een dak boven mijn hoofd betekent voor

mij:

Ik heb ervaren om geen huis te hebben, maar ben

inmiddels een echte huismus geworden. Heerlijk

om in mijn eigen huis naar muziek te luisteren,

dan ben ik intens gelukkig.

Mijn favoriete plek in huis is:

Op de bank.

Thuis kook ik graag:

Italiaans, mijn ossobuco is legendarisch.

Een dierbare herinnering aan vroeger:

De enorme gezelligheid bij mijn ouders thuis.

Kwamen altijd mensen binnen, echt Brabants.

Buitenshuis voel ik me thuis bij:

Ik voel me overal thuis waar de mentaliteit

gezond is.

René Verkuylen geboren te: VenloEen eigen huis betekent voor mij: Vrij zijn op je eigen plek.Mijn favoriete plek in huis is: De sauna.Thuis kook ik graag: Ik ben een echte hobbykok... Maar als ik een gerecht moet noemen: een uitgebreide Marokkaanse maaltijd met pastilla’s en couscous. Een dierbare herinnering aan vroeger: Samen met ons gezin én opa en oma opgroeien in één huis. Buitenshuis voel ik mij thuis bij: Vrienden, met een goed gesprek en een glas wijn.

Abel Cazemier geboren te: GroningenEen dak boven mijn hoofd betekent voor mij: Lekker droog zitten, niet hele dag zwerven, erbij horen, zoals iedereen.Mijn favoriete plek in huis is: De woonkamer en keuken.Thuis kook ik graag: Goulash of bami.Een dierbare herinnering aan vroeger: Vakanties met mijn familie in Oostenrijk, samen met mijn vader ging ik dan vaak vissen.Buitenshuis voel ik mij thuis bij: Bij mijn eigen familie.

Remko Trompetter geboren te:

Haarlem

Een dak boven mij hoofd betekent voor

mij:

Een basis, elementair.

Mijn favoriete plek in huis is:

Mijn tuin, toch weer buiten.

Thuis kook ik graag:

Als mijn vriendin er is, dan zet ik hapjes op tafel

die in een restaurant niet misstaan. Maar als

mijn oudste zoon langskomt - bijna topkok -

dan moet ik keuken uit.

Een dierbare herinnering aan vroeger:

Bezoeken aan mijn opa en oma in Bleiswijk.

Buitenshuis voel ik me thuis:

In het huis van mijn vriendin en in de bunker in

IJmuiden waar ik oefen met mijn band.

Page 52: Jaarbericht 2011 De Binnenvest

Cliënten en hulpverleners over

Thuisgevoel

BINNENJaarbericht 2011 De Binnenvest

Fouad geboren te:Oujda (Marokko)Een dak boven mijn hoofd betekent voor mij: Alles, het belangrijkste.Mijn favoriete plek in huis is: Mijn tuin, die ik mooi heb opgeknapt. Ik houd van barbecueën.Thuis kook ik graag: Arabisch.Een dierbare herinnering aan mijn jeugd: De vriendschap die ik had met mijn broer. Hij is teruggegaan naar Marokko.Buitenshuis voel ik me thuis bij: Mijn broer.

Niemand hoeft aan de kant te staan

BIN

NEN

Jaarb

eric

ht 2

011 D

e B

inn

envest