Inzake uw zaken Collectief ondernemen heeft de toekomst

12
www.inzakeuwzaken.nl 5 Een commissaris moet een proactieve invulling geven aan zijn of haar taak en meer aandacht besteden aan de haalplicht. 6 Marktleider Van Dijk Educatie ziet vooral groeikansen in de demografische statistieken van het lerarencorps. 8 Hoe de kleine speler Spectator Video Technology de wereldmarkt voor meldkamertechnologie in de security en zorg begint te veroveren. 10 iemand® biedt de gemeente Enschede kwalitatief betere ondersteuning bij de zorgtaken tegen een lagere kostprijs. Het verzekert ADG dienstengroep van een regelmatige afname van haar diensten. Vaste rubrieken 4 Nieuwsfeiten 6 Ondernemerszaken 8 Belastingnieuws.nl Inzake Prinsjesdag 2013 12 Keerzijde Statistiek Trainingsaanbod/ the Academy Publicaties Inzake uw zaken Collectief ondernemen heeft de toekomst Oktober 2013 #3

Transcript of Inzake uw zaken Collectief ondernemen heeft de toekomst

www.inzakeuwzaken.nl

5Een commissaris moet een proactieve invulling geven aan zijn of haar taak en meer aandacht besteden aan de haalplicht.

6Marktleider Van Dijk Educatie ziet vooral groeikansen in de demografische statistieken van het lerarencorps.

8Hoe de kleine speler Spectator Video Technology de wereldmarkt voor meldkamertechnologie in de security en zorg begint te veroveren.

10iemand® biedt de gemeente Enschede kwalitatief betere ondersteuning bij de zorgtaken tegen een lagere kostprijs. Het verzekert ADG dienstengroep van een regelmatige afname van haar diensten.

Vaste rubrieken

4Nieuwsfeiten

6 Ondernemerszaken

8 Belastingnieuws.nlInzake Prinsjesdag 2013

12KeerzijdeStatistiekTrainingsaanbod/the Academy Publicaties

Inzake uw zakenCollectief ondernemen heeft de toekomst

Oktober 2013 #3

2 inzake uw zaken #1 2013

3#3 2013 inzake uw zaken

Michael Braungart, de vader van cradle-to-cradle:‘We moeten niet minder slecht doen, maar juist méér dingen goed’

De kern van dit principe ligt in het concept; afval is voedsel. Alle gebruikte materialen zouden na hun leven in het ene product, nuttig kunnen worden ingezet in een ander product. De grondlegger hiervan voorspelt daardoor dat collectief ondernemen de toekomst heeft en dat de voorlopers van nu de winnaars zijn van morgen.

Het kostte Michael Braungart en zijn coauteur William McDonough achttien jaar voordat ze een vervolg op hun invloedrijke bestseller Cradle to Cradle (C2C) presenteerden. Maar de in Duitsland een van de best gelezen non-fictie-schrijvers en grondlegger van de kringlooptheorie haast erbij te zeggen dat het niet was omdat ze niet genoeg materiaal hadden. Integendeel zelfs. Nee, The Upcycle ligt pas dit najaar in een Nederlandse editie in de boekwinkels omdat het boek zelf het levende bewijs moet zijn van waar de boodschap om draait: een product of proces moet zo zijn ontworpen dat alle bestanddelen in een andere vorm of gedaante waarde kunnen blijven toevoegen in de bio- en technosfeer.Of om in de termen van de ooit als chemicus en process engineer opgeleide Braungart te blijven: ‘Waarom zou je een bos bomen opofferen om een boek te maken waarin je wilt uitleggen hoe de natuur werkt? We hebben gewacht tot alle technologie beschikbaar was om een boek af te leveren dat geen enkel onnodig toxisch element bevat, en waarvan zo veel mogelijk gebruikte micro- organismen een natuurlijke oorsprong hebben en straks dus weer moeiteloos kunnen worden ingepast in een volgende cyclus. De inkt is biologisch, het papier is gewonnen uit resthout en is volgens een natuurlijk fabricageproces vervaardigd. Dit is het eerste boek dat je risicoloos kunt verbranden, dus zonder dat er giftige stoffen vrijkomen. Mocht je dat willen, natuurlijk…’

Doorgeschoten ecologisme De inhoud van The Upcycle is het resultaat van voortschrijdend inzicht. Sinds de lancering van het begrip ‘C2C’ is Michael Braungart een veelgevraagd spreker, adviseur en wetenschapper. De Europese Commissie en de Nederlandse regering vragen hem raad over hoe ze de overgang naar een circulaire economie moeten vormgeven, in zijn ‘tweede thuisland’ Nederland is hij bijzonder hoogleraar C2C bij drie universiteiten (Delft, Twente en Rotterdam), en zijn beide advies-bureaus (EPEA International Umwelt-forschung en McDonough Braungart Design Chemistry) hebben grote namen als klant zoals Philips, Lego, Shell, Walmart en Unilever. De internationale status van Braungart in duurzaamheidsland blijkt ook wel uit het feit dat ex-president Bill Clinton het voorwoord schreef voor de Amerikaanse versie van zijn boek, waarin hij

uitgebreid de impact van het ideeëngoed op de internationale samenleving en economie prijst. De toon die Braungart en coauteur McDonough aanslaan in The Upcycle is opvallend en anders. Ze nemen in opmerkelijk scherpe bewoordingen stelling tegen wat ze ‘het doorgeschoten ecologisme’ noemen. ‘Veel ecologen stellen de natuur boven de mens’, verklaart Michael Braungart. ‘Daardoor is ons als consumenten, ondernemers, politici en beleidsmakers de afgelopen decennia een verlammend schuldgevoel aangepraat. Wij zouden er medeverantwoordelijk voor zijn dat zoveel roofbouw op onze planeet wordt gepleegd dat er na ons geen leven meer mogelijk is. Daarom moeten we minder slechte dingen doen, moeten we onze CO2-footprint reduceren of moeten we C2C gaan produceren. Dat werkt contraproductief. Dwang leidt tot cynisme en moedeloosheid.De voor mij belangrijkste boodschap in The Upcycle is daarom dat we de stress en schuldvraag van ons af moeten werpen. We moeten niet minder dingen slecht doen, maar juist méér dingen goed. Als we de natuur weer leren zien als bron van een rijker en welvarender leven, vergroten we onze ontwikkel- en ontplooiingsmogelijkheden in plaats van dat we ons erdoor laten beknotten. De natuur is onze leraar, niet onze moeder. Voorwaarde is wel dat we haar gebruiks-aanwijzing beter lezen en leren begrijpen. Doen we dit, dan blijkt dat de natuur oneindig veel rijker en innovatiever is dan we altijd dachten en ons door veel ecologen is voorgehouden. Sterker nog, dan moet je wel tot de conclusie komen dat we geen energie- of grondstoffenprobleem hebben, maar een designprobleem.’

Lees verder op pagina 4 >

‘De voor mij belangrijkste boodschap in The Upcycle is dat we de stress en schuld-vraag van ons af moeten werpen. Duurzaamheid gaat om innovatie en kwaliteit, niet om schuld en boete.’

4 inzake uw zaken #3 2013

Nieuwsfeiten Geef waardevolle techneuten een managerssalaris

Uit onderzoek van een detacheringsbureau blijkt dat de schaarste aan technisch

opgeleid personeel zich niet vertaald in een passende salariëring. Ruim de helft

is ronduit ontevreden met hun loonstrook. Ernstiger is dat ze ook in overgrote

meerderheid aangeven dat ze alleen een betere vergoeding kunnen krijgen door

op zoek te gaan naar een managementfunctie. Zo creëert menig bedrijf dus zijn

eigen peters principal; ze krijgen er een duurdere en mogelijk minder gemotiveerde

manager bij en verliezen een zeer moeilijk vervangbare technische kracht op de

werkvloer. Het zou beter zijn om deze het managementsalaris te betalen en te

bedingen dat hij of zij in de techniek blijft werken.

Accu is niet leeg - Leg uit. ‘De accu van de planeet is niet leeg en zal ook niet leegraken, ze wordt alleen verkeerd gebruikt. In de natuur is de zon een onuitputtelijke energiebron. Maar wat doen wij? We halen koolstof uit de grond, dat daar ligt opgeslagen als onze belangrijkste toekomstige bouwsteen, en we verbranden het. Daardoor komt het in de atmosfeer terecht en dit beperkt de zon in haar doelmatigheid. Zodat we weer méér koolstof zoals kolen en olie moeten verbranden. In onze ijver om daar iets aan te doen, nemen we vervolgens de verkeerde beslissingen. Neem de emissiehandel in Europa. Dat is een schijnoplossing, heb ik onlangs nog tegen de voorzitter van de Europese Commissie Barrosso gezegd. Het heeft ervoor gezorgd dat veel productie naar China en andere opkomende markten is verlegd en dat zij daar door hun verouderde installaties weer méér moeten verbranden. Het probleem is verlegd, de oorzaak niet weggenomen. Dit gebeurt met veel duurzaamheids-vraagstukken. Er wordt naar het eindresultaat gekeken en daarop wordt gestuurd. Hierdoor wordt niet langer gezocht naar de echte oorzaken. Dat bedoel ik als ik stel dat duurzaamheid begint in de ontwerp- en planfase; als we ons eerst de vraag stellen hoe een product of proces moet worden vormgegeven, zodat de bouwstenen ervan straks weer in de bio- of technosfeer kunnen worden opgenomen, dan voeg je waarde toe aan de keten en begrijp je oorzaak en gevolg beter. Duurzaamheid gaat om innovatie en kwaliteit, niet om schuld en boete.’

- U noemt nog wel een aantal andere basisvoorwaarden waaraan voldaan moet worden.

‘Natuurlijk. Ondernemers moeten af van de gedachte dat een product een eigen levenscyclus heeft en dat het na afloop ervan afval is, of dat een deel nog wel is te gebruiken en de rest niet. Bij het ontwerp moet al zijn nagedacht over hoe de verschillende bouwstenen worden ingezet tijdens een volgende fase. Dat vraagt om een beter inzicht in welke micro-organismen, en in combinatie met welke technologie, daarvoor het beste kunnen worden gebruikt. Het antwoord op deze vraagt ligt weer in de natuur zelf. Ik voorspel dan ook dat biomimicry (de wetenschap hoe het beste bij de natuur kan worden afgekeken, red.) de toekomst heeft.’ Lokaal produceren ‘Een andere voorwaarde is de noodzaak van zo veel mogelijk lokaal produceren. En dan niet om de redenen die altijd worden aangevoerd; helpen om een lokale gemeenschap te ontwikkelen of het voorkomen van onnodig vervuilend transport. Nee, door lokaal te produceren voorkom je verarming van de plaatselijke biotoop. Een voorbeeld. Maïs is een belangrijk exportproduct, daardoor is er in de productiegebieden zelf een gebrek aan. Dat zorgt ervoor dat te weinig restproduct op de velden achterblijft en dat er dus weer meer kunstmest moet worden gebruikt om de door het intensieve gebruik verschraalde grond te voeden. De toch al schaarse fosfaten worden zo aan de bodem onttrokken en voor de verkeerde doelen gebruikt. Door met een andere blik te leren kijken, worden zulke ketens van oorzaak en gevolg zichtbaar.’

- Om een vergelijkbare reden bent u ook een bewonderaar van de intensieve vorm van glastuinbouw in Nederland. Geen populair standpunt in duurzaamheidsland.

‘Ik vind glastuinbouw een prachtig voorbeeld van hoe je hedendaagse technologie kunt gebruiken om de natuur een handje te helpen. De opbrengst per vierkante meter grond ligt de helft hoger dan op de koude grond, zeker in Nederland. Ook maakt het de productie minder afhankelijk van klimatologische omstandigheden of bodemfactoren. Het is een van de antwoorden die ons in staat stelt een groeiende wereldbevolking meer en beter te blijven voeden. Denk daarbij ook aan de verwachting dat straks twee derde in verstedelijkte gebieden woont; dan is deze vorm van intensief verbouwen nog de enige uitweg. Als wij als mensen beschikken over technologie die de natuur een stukje verder kan helpen in de evolutie of het proces helpt versnellen, dan moeten we dat vooral doen.’

Material pooling Braungart heeft net een onderzoek afgerond naar het speelgoed van een bekende (Amerikaanse) fabrikant dat per onderzocht item tot vijfhonderd toxische elementen bevat. Dat is niet alleen slecht voor de gezondheid van de (meest jonge) gebruikers, het betekent volgens hem ook dat de overblijf-selen (met name de gebruikte plastics) geen herbestemming meer zullen vinden en ook nooit op natuurlijke wijze kunnen worden afgebroken. ‘De maatschappelijke en economische schade van dat ene stuk speelgoed is een veelvoud van wat de keten eraan verdient. Dát vind ik een onnatuurlijke situatie.’ Hoe het ook kan, bewijzen Philips en Lego. Braungart adviseert hen bij het opzetten van een gezamenlijk systeem voor material pooling: ontwerpers en ontwikkelaars van beide ondernemingen stemmen ontwerp en productie op elkaar af. In die zin dat waar mogelijk het restproduct van de één het basismateriaal vormt voor de ander en omgekeerd. Ook kopen ze gezamenlijk grondstoffen in en delen ze transportcapaciteit. ‘Collectief ondernemen heeft de toekomst. De voorlopers van nu, zijn de winnaars van morgen.’Overigens vindt Braungart dat Nederland in zulke ontwikkelingen internationaal het voortouw moet nemen als gidsland en zich daardoor kan onderscheiden. Achter hem hangt een kaart van Nederland waarop tientallen blauwe vlaggetjes de plekken markeren waar C2C-initiatieven worden ontplooid; aanzienlijk meer dan in zijn eigen Duitsland.

Tot slot wil hij nog wel een prikkelende observatie delen waarmee de Nederlandse beleidsmakers en politici hun voordeel kunnen doen in hun (moeizame) pogingen om onze CO2-voetafdruk echt duurzaam te verminderen. ‘Van de Nederlandse woonhuizen heeft 45 procent een door vocht veroorzaakt schimmelprobleem. Los dat eerst op voordat je extra subsidies geeft voor betere isolatie en duurzame energieopwekking. Ik voorspel dat je dan maar de helft aan kosten en tijd kwijt bent met een veel beter resultaat. Ook de gezondheid van de Nederlander is ermee gebaat, en dus zorgt het op termijn ook voor het beter in de hand houden van de zorgkosten. Zo zie je maar weer: als je terug gaat naar de bron, komt er altijd wel onvermoed voordeel boven water.’

Wilt u meer lezen? Medio oktober verschijnt de Nederlandse editie van The Upcycle –

beyond sustainability – designing for abundance – North Point Press –

ISBN: 978-0-86457-748-3.

Wilt u reageren? [email protected]

‘Als wij als mensen beschikken over technologie die de natuur een stukje verder kan helpen in de evolutie of het proces helpt versnellen, moeten we dat vooral doen.’

5#3 2013 inzake uw zaken

Hoe proactief is uw toezichthouder? De haalplicht van de commissaris

Door iedere nieuwe affaire die bekend wordt, neemt de kritiek op het toezicht toe. Vooral de rol van de commissaris ligt onder vuur. De afgelopen jaren zijn al maatregelen genomen om de leden van raden van commissarissen meer instrumenten in handen te geven om hun werk beter te kunnen doen; een corporate governance-code met duidelijke(r) richtlijnen, verruimde mogelijkheden om toezichthouders aansprakelijk te stellen, en een wet die een maximum stelt aan het aantal commissariaten van een (beroeps)toezichthouder. Misschien wel hierom was de kritiek op het commissariaat extra venijnig toen deze zomer andermaal enkele bewijzen werden gepresenteerd van onvoldoende slagvaardig toezicht. Zo bleek bij een beursgenoteerd bedrijf de interne controle niet op orde, waardoor frauduleuze handelingen bij enkele dochterbedrijven niet op tijd waren getraceerd. Extra pijnlijk was dat de zaak aanhangig werd gemaakt door een beursanalist die op basis van openbaar beschikbare gegevens concludeerde dat er ergens een probleem moest zijn, maar vervolgens door de directie werd weggehoond. ‘Achteraf rees de vraag of de commissarissen deze signalen wel voldoende serieus hebben genomen en waarom ze niet zelf meer onderzoek hebben gedaan’, becommen tarieert Ruud Kok van PwC. ‘Dat zie je wel vaker gebeuren.’

Haalplicht De druk op het commissariaat neemt toe. De tijd dat een raad van commissarissen werd beschouwd als een onfeilbaar instituut, bezet door heren die elkaar benoemen en (indien nodig) de hand boven het hoofd houden, ligt ver achter ons. Zo ze al ooit heeft bestaan. De commissaris van nu doet zijn of haar werk in een maatschappelijke en zakelijke context die een zo groot mogelijke transparantie van hem of haar vereist en steeds zwaardere verantwoordingseisen stelt. Daarmee nemen de risico’s voor de commissaris zelf ook toe. Was het nog geen decennium geleden not done een commissaris voor de rechter te slepen vanwege falend toezicht, tegenwoordig zijn zulke aansprakelijkheidsclaims heel gebruikelijk en lopen de premies van aansprakelijkheidsverzekeringen hoog op. Zo verklaarde onlangs de Ondernemingskamer in de procedures rond Landis en PCM de commissarissen medeaansprakelijk voor door derden geleden schade. De uitspraken waren in meer dan één opzicht kenmerkend voor de veranderende beeldvorming over wat een goede invulling van de toezicht-houdende rol hoort te zijn: omdat in beide gevallen de

toezichthouders volgens dit hoogste rechtscollege voor zakelijke geschillen ‘niet of slechts ten dele onderkende problemen hadden geadresseerd’ werd hen wanbeleid verweten. Met dit vonnis is een nieuwe eis toegevoegd aan het profiel van de hedendaagse commissaris, vindt Ruud Kok. ‘De commissaris moet een proactieve invulling aan zijn of haar taak geven’, legt de corporate governance-specialist uit, namens PwC onder meer voortrekker van een succesvol ontmoetingsprogramma voor toezichthouders en commissarissen. ‘Men kan niet langer volstaan met alleen het beoordelen van de informatie die door de raad van bestuur of directie wordt aangereikt. Van toezichthouders wordt nu ook verwacht dat ze zelf in de organisatie op onderzoek uitgaan, hun eigen bronnen van waarheid vinden of ontwikkelen, en zelfstandig analyses maken van hoe de zaken volgens hen ervoor staan. Dat vereist een radicaal andere manier van werken voor velen. Daar worstelen ze mee, zo blijkt wel uit de vertrouwelijke themagesprekken die we met commissa-rissen voeren over hun haalplicht. Sommigen twijfelen of ze daarvoor wel voldoende zijn toegerust.’

MeedenkenVeel commissarissen zullen hun instrumentarium dus moeten (leren) herzien en uitbreiden. ‘Dat zijn ze niet gewend. Vaak hebben ze een loopbaan als bestuurder achter de rug. Ze lieten de analyse van de stukken over aan hun medewerkers en gingen met een vergadermap vol post-its naar een vergadering. Nu moeten ze de analyse zelf doen. Dat is goed, maar het valt in veel gevallen niet mee. Als toezichthouder moet je niet alleen afhankelijk zijn van de informatie die je door de mensen op wie je toezicht houdt wordt aangereikt. De stakeholders, voor wie je als toezicht-houder immers waarneemt, mogen van je verlangen dat je ook zelf naar het waardescheppende vermogen van de onderneming in de toekomst kijkt en naar welke garanties er zijn om dit op een goede en zorgvuldige manier te realiseren. Toezicht moet meer zijn dan een judgement call, het moet meedenken over wat de organisatie nodig heeft om haar beloftes naar werknemers, zakenpartners, aandeelhouders en overheden waar te kunnen maken.’ Ruud Kok adviseert om de afhankelijkheid van de ‘traditionele informatiebronnen met voorrang te verminderen. Daarvoor is het noodzakelijk om eerst een vertrouwensrelatie met de in- en externe accountant op te bouwen. Roep deze niet alleen erbij als een probleem

dreigt, maar bespreek met hen op regelmatige basis de diverse risico’s waar de onderneming tegenaan loopt – of kan lopen – en of de interne organisatie in hun ogen wel daarop is berekend. Bij excessen blijkt vaak achteraf dat intern wel al waarschuwende signalen waren verzonden, maar dat deze nooit de hoogste beslissers en toezichthouders bereikten. Door als toezichthouder een luisterend oor te bieden aan de accountant – en ook aan alle andere mensen die op een positie zitten dat ze voor de gezondheidspositie van de organisatie waardevolle informatie zien passeren – sla je feitelijk twee vliegen in één klap. Je maakt een eigen risicoscan, én je maakt aan iedereen in de organisatie duidelijk dat er al in een vroeg stadium iets wordt gedaan als misstanden worden gesignaleerd. Dat verhoogt de alertheid en de wil om zaken aanhangig te maken.’Daarnaast vindt hij het verstandig dat een of meer commis -sarissen met enige regelmaat (en bij voorkeur onaan -gekondigd) vitale dochterbedrijven of bedrijfsonderdelen bezoeken. Ook hoorde hij van een commissaris dat deze eens een nepmelding heeft gedaan bij de klokkenluiderregeling van het bedrijf waarop hij toezicht houdt. Dit alleen om vast te stellen wat er daarna mee gebeurt. ‘Dit soort acties zorgt vaak voor verontruste reacties bij de gecontroleerde directie-leden; ze zien het al gauw als een vertrouwenskwestie. Maar dit soort preventieve acties is alleen maar bedoeld om te kunnen blijven vertrouwen, gaf één van de commissarissen in ons programma daarop als antwoord. Dat vond ik een goede.’

Leren kijken Ook moeten commissarissen beter leren kijken naar de gedragingen van de professionals op wie ze toezicht houden. ‘Uit de manier waarop mensen met macht met elkaar omgaan, kun je zovéél afleiden. Heb je het gevoel dat iedereen tijdens een discussie zijn zegje durft te doen, of kijken ze allemaal met een schuin oog naar de topman? Zou een ondergeschikte in deze omgangscultuur met slecht nieuws naar buiten durven komen? Wat weet ik eigenlijk van hoe de bestuursleden buiten de vergaderzaal zijn en hoe ze met elkaar omgaan? Kan die krachtige en besluitvaardige topman ook wel luisteren? Dat lijken open deuren, maar het zijn heel wezenlijke vragen die steeds weer gesteld moeten worden.’Als commissarissen meer tijd en energie besteden aan hun haalplicht, heeft dat per saldo ook weer voordelen voor de organisatie waarop ze toezicht houden, vindt Ruud Kok tot slot. Niet alleen om zo eerder problemen te traceren en een beter beargumenteerd oordeel te kunnen vellen bij belangwekkende beslissingen, maar ook om preventief te kunnen bijsturen. ‘Als je wacht tot een conflict uitbreekt, rest je meestal alleen de nucleaire optie: een of meer bestuurs-leden moeten opstappen. Zo ontstaat een nieuw probleem en ligt de zaak bovendien op straat. Nog afgezien van de constatering dat de commissaris bij zulk laat ingrijpen ook nog persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld. De proactieve commissaris is dus goed voor de organisatie én voor het commissariaat zelf.’

Voor meer informatie [email protected] of www.pwc.nl/corporategovernance

Toezichthouders worstelen met de door het grote publiek gestelde vraag naar een meer proactief toezicht en hoe daar invulling aan te geven. ‘De commissaris zal meer aandacht moeten besteden aan zijn haalplicht’, aldus Ruud Kok van PwC.

Administratieve lasten dalen minder snel dan gedacht Minder gezonde flexwerkers Nog lagere organisatiegraad vakbonden

Flexwerken kan een aanslag zijn op de gezondheid. TNO en

CBS hebben samen vastgesteld dat de gezondheidsrisico’s van

mensen die werken op een flexibel contract ‘aanzienlijk’ hoger

zijn dan van fte’s in een vast dienstverband. De verklaring: meer

werkdruk, grotere bestaansonzekerheid, weinig autonomie op

het werk en minder leer- en ontwikkelmogelijkheden om zich aan

deze neerwaartse spiraal te onttrekken. Omdat zestien procent

van de beroepsbevolking inmiddels op een flexcontract (via een

uitzendbureau of een jaarcontract) werkt en nog eens zeven

procent als zzp-er door het werkzame leven gaat, houdt dit dus

een groter gezondheidsrisico in voor bijna een kwart van de

beroepsbevolking.

De organisatiegraad van werknemers zakt steeds verder weg.

De grootste vakbond van Nederland, FNV Bondgenoten, maakte

bekend dat vorig jaar per saldo negenduizend leden minder

staan ingeschreven. Daarmee vertegenwoordigt FNV 7,5% van

de werknemers in de sectoren waarin ze actief is (2011: 7,7%).

De al langer dalende trend zet zich daarmee door (ook bij andere

bonden) en voedt de discussie of de vakbond nog wel voldoende

medewerkers vertegenwoordigt om als een volwaardige sociale

partner aan de onderhandelingstafel afspraken te maken voor

alle medewerkers in de betrokken sectoren.

Al jaren probeert de overheid de administratieve lasten (alle kosten

die een onderneming maakt om aan wetten, regels en (overheids-)

procedures te voldoen) terug te dringen en jaarlijks wordt daarover

gerapporteerd. Dat gebeurt ietwat te optimistisch, zo blijkt nu.

Terwijl Actal, het adviescollege toetsing regeldruk, over vorig jaar

6,5 miljard euro aan lasten turfde voor het gehele bedrijfsleven

(de helft van tien jaar eerder), komt onderzoeksbureau Panteia/EIM

nu tot de conclusie dat in 2012 middelgrote en kleinere bedrijven al

voor 8,2 miljard euro hebben uitgegeven aan administratieve lasten.

Daar komen de kosten van het grootbedrijf dus nog bij. Hoe deze

marge in waarneming kan worden verklaard, is intussen het

onderwerp van kamervragen.

6 inzake uw zaken #3 2013

Verdienen in het onderwijs De schoolstrijd van Van Dijk Educatie

Een rimpelloze opening van het onderwijsseizoen is voor Hans van der Wind en Jeroen de Swart het beste bewijs dat de boekencampagne van hun onderneming ook dit seizoen weer is geslaagd. En hoewel de uitlevering van de circa twintig miljoen schoolboeken en andere leer middelen voor vo-, mbo-, hbo- en wo-onderwijs-instellingen op het moment van het gesprek nog niet helemaal is afgerond, vertrouwen de beide bestuurders van Van Dijk Educatie erop dat het hen opnieuw is gelukt om hun projectgestuurde onderneming voor drie maanden om te toveren in een in ploegendiensten werkende product organisatie waar met bijna militaire tucht en precisie wordt gewerkt. ‘Noodgedwongen houden we hier een bijna schizofrene organisatiecultuur in stand’, lacht bestuursvoorzitter Van der Wind. ‘Alles in deze onderneming is erop gericht dat we in de drie zomermaanden, waarin we onze omzet moeten binnenhalen en ons bestaansrecht moeten waarmaken, geen fouten maken en kunnen omgaan met de enorme druk van mensen en tijd. In de rest van het jaar is de vaste kern bezig zich daarop voor te bereiden. De flexkrachten selecteren en voorbereiden op hun tijdelijke taak, de portal aanpassen en waar mogelijk verbeteren. Ook worden nieuwe contracten afgesloten met uitgevers en afnemers, de logistieke systemen getest en nieuwe oplossingen bedacht. Maar al deze activiteiten zijn ondergeschikt aan het primaire doel: een foutloze inname van de vele miljoenen gebruikte school- en studieboeken aan het eind van het school- en studiejaar en vervolgens weer een foutloze uitlevering van honderdduizenden verschillende titels als

Van Dijk Educatie is marktleider in een complexe markt door onder meer steeds veranderende regulering. De digitalisering van het onderwijsveld gaat minder snel dan vaak wordt gedacht. Het bedrijf volgt dit op de voet, maar ziet vooral nu groeikansen in de demografische statistieken van het Nederlandse lerarencorps.

het leerjaar op het punt staat van beginnen. Dat is waar Van Dijk Educatie tenslotte op wordt afgerekend. Want gaat er bij ons iets mis, dan merkt Lerend Nederland dit direct. Ik heb wel eens gezegd dat als er in juni of juli brand uitbreekt in een van onze vestigingen in Kampen en Emmen, driekwart van de kennisinstellingen voor voortgezet en hoger onderwijs ook wel even dicht kunnen blijven.’

Complex De schoolboekenmarkt is complex. De wetgever is daarvoor voor een belangrijk deel verantwoordelijk. In 2008 werd de Wet gratis studiemiddelen (Wgs) ingevoerd, die beoogt om studieboeken voortaan gratis ter beschikking te stellen. Sindsdien kopen de leerinstellingen met overheidsgeld in, een revolutionaire ommezwaai sinds de tijd dat ouders nog zelf de boeken moesten kopen voor hun leerplichtige kinderen. Voor Van Dijk Educatie pakte deze ontwikkeling goed uit, herinnert PwC-accountant Jan Boom zich. ‘De strategie om snel meer schaalgrootte te creëren en zo extra armslag te hebben om te investeren in een bredere dienstverlening en meer kostenefficiency, betaalde zich uit. Andere aanbieders konden deze slag niet maken en verloren marktaandeel aan Van Dijk Educatie. Overigens heeft het feit dat een groot deel van de omzet wordt behaald met gemeenschapsgeld ook gevolgen gehad voor de wijze waarop de onderneming haar corporate governance heeft ingericht. Ook op dat gebied zijn de laatste jaren – mede op ons advies – forse verbeterslagen gemaakt.’Maar helaas: eerder dit jaar viel het besluit om de wet na vijf jaar alweer in te trekken en werd in het regeerakkoord overeengekomen om in grote lijnen terug te gaan naar

Ondernemerszaken Duur datalek Nieuwe innovatieregeling

Een datalek kan niet alleen zorgen voor veel organisatorische

overlast en reputatieschade, het kan uw organisatie ook op

een forse boete komen te staan. Elke publieke en private

organisatie die persoonsgegevens verwerkt, is vanaf begin

volgend jaar verplicht om diefstal van of inbreuken op de

beveiliging van privacygevoelige gegevens direct te melden.

Laat een bedrijf dit na, om welke reden dan ook, dan kan het

College Bescherming Persoonsgegevens tot 450.000 euro per

overtreding aan boetes opleggen. De Tweede Kamer ging in

juni akkoord met een wet die beoogt om de bestrijding van

cybercriminaliteit een hogere prioriteit te geven, ook bij het

bedrijfsleven.

Sinds mei van dit jaar is het loket geopend van een nieuwe

stimuleringsregeling die innovatie door middelgrote en kleinere

bedrijven moet helpen bevorderen. Voor de MKB Innovatieregeling

Topsectoren is 22 miljoen euro beschikbaar. Aanvragende

bedrijven moeten nieuwe producten, processen of diensten willen

ontwikkelen die passen in het door dit kabinet overgenomen

topsectorenbeleid. Via de MIT-regeling worden vervolgens

kennisvouchers uitgereikt die bij kennisinstellingen kunnen

worden besteed als tegemoetkoming in de ontwikkelkosten. Ook

veronder stelt de verantwoordelijke staatssecretaris van EZ dat

deze handreiking ondernemingen helpt om de vaak hoge drempel

te nemen naar het kennisinstituut van een betreffende topsector.

‘Alles in deze onderneming is erop gericht dat we in de drie zomermaanden, waarin we onze omzet moeten binnen halen en ons bestaansrecht moeten waarmaken, geen fouten maken en kunnen omgaan met de enorme druk van mensen en tijd.’

de oude situatie. Een als een politieke keuze verpakte bezuinigingsingreep, noemt Hans van der Wind dit, maar wel één die andermaal de nodige organisatorische en procesmatige aanpassingen vraagt. ‘Lastig natuurlijk en je moet het als onderneming allemaal maar weer kunnen opbrengen. Maar we zijn er per saldo toch helemaal niet zo rouwig om. Feitelijk krijg je een situatie waarbij de verhouding tussen particuliere klanten (BtoC) en zakelijke klanten als kennisinstellingen (BtoB) weer zwaarder doorslaat naar de eerste categorie. Daar hebben we in het verleden altijd al mee gewerkt. Onze organisatie is dan ook op dit soort extra complexiteit ingericht. Zo weten we hoe het is om voor duizenden klanten een incassoprocedure te moeten opstarten. Ik denk niet dat ons marktaandeel onder druk komt te staan als het convenant straks in november van kracht wordt. Sterker nog, ik denk dat wij ervan zullen profiteren.’

Bijzondere plaats Van Dijk Educatie neemt een bijzondere plaats in in het onderwijsveld. Opgericht in 1937 was het Kampense familiebedrijf lang een van de vele aanbieders op de schoolboekenmarkt. Maar met de entree van Hans van der Wind (en zijn partners), nu meer dan een decennium geleden, raakte Van Dijk Educatie in een stroomversnelling. Van der Wind werd eerst gevraagd om als (ex-McKinsey-)adviseur zijn visie te geven op de verwachte ontwikkelingen rond leermiddelen en hoe het familiebedrijf daarop het beste zou moeten reageren. Maar na twee jaar was hij zo gegrepen door wat hij om zich heen zag, dat hij besloot te blijven. Ook omdat hem de kans werd geboden een substan-tieel belang in de onderneming te nemen. Vervolgens koos de nieuwe dga voor een agressieve overnamestrategie: in hoog tempo werden de afgelopen jaren in totaal 25 overnames gedaan, onder wie vroegere concurrenten als de VDO Groep, Stam, Brinkman, Selexyz, De Vries Haarlem, de Rotterdamse Schoolboekhandel, de Studieboekencentrale en de Nederlandse Boekonderneming. Daarnaast werd de eigen organisatie uitgebouwd en gereorganiseerd.

7#3 2013 inzake uw zaken

Om greep te kunnen houden op de bijzondere seizoens-invloeden werd voor elk afzetgebied een aparte businessunit opgezet; één om de klanten te bedienen in het voortgezet onderwijs, een tweede voor het hoger, middelbaar beroeps- en wetenschappelijk onderwijs en een derde voor de overige zakelijke markt. Inmiddels is er naast de hoofdvestiging in Kampen een vergelijkbaar groot distributiecentrum in Emmen bijgekomen, en heeft de onderneming bij vrijwel elke grotere kennisinstelling van naam wel een winkel om de eigen dienstverlening beter te kunnen ondersteunen. In totaal heeft Van Dijk Educatie nu zo’n 480 vaste krachten in dienst, en daarbovenop een paar duizend flexkrachten tijdens de seizoenspiek. ‘Gedurende twee maanden per jaar zijn we de grootste werkgever van de regio en ver daarbuiten’, lacht CFO Jeroen de Swart. ‘Ik geloof heilig in de toekomstkansen van deze markt’, vervolgt Hans van der Wind. ‘Nu al is dit een markt waarin jaarlijks 600 miljoen euro omgaat, en ik ben er zeker van dat er nog heel nieuwe vormen van dienstver-lening mogelijk zijn. Daarbij komt dat ik het als ondernemer een uitdaging vind om met enorme complexiteit om te gaan, zeker als de uitkomst ook nog eens maatschappelijk relevant is. En dat is hier het geval.’

Marktleider Van Dijk Educatie is met afstand marktleider. Hoewel men gezien de ondoorzichtigheid van de markt voorzichtig is met het geven van exacte marktaandelen, mag veilig worden aangenomen dat zeven op de tien studieboeken voor voortgezet en hoger beroepsonderwijs door Van Dijk Educatie worden ingenomen en weer worden gedistribueerd. En wat Hans van der Wind en Jeroen de Swart betreft zal het niet daarbij blijven. Zelfs de digitalisering van de leermiddelen zal de groei van het bedrijf niet kunnen stoppen, zo verwachten ze. ‘De digitalisering van het onderwijsveld gaat minder snel dan vaak wordt gedacht. Vijftien jaar geleden al waren er berichten dat binnen een paar jaar alleen nog met e-readers zou worden gewerkt. Maar nog altijd gebeurt maar vijf procent van de kennisoverdracht zo. Het conservatisme in de sector en het ontbreken van internationale standaarden voor digitale informatiedragers staan een echte doorbraak nog in de weg. Natuurlijk volgen we zulke ontwikkelingen op de voet, maar we denken ook zeker te weten dat we voldoende tijd krijgen om ons voor te bereiden op de situatie die dan ontstaat.’

Intussen dienen zich ruim voldoende andere interessante toekomstkansen aan. Zo volgt Hans van der Wind met meer dan gemiddelde belangstelling de demografische statistieken van het Nederlandse lerarencorps. Tussen nu en enkele jaren zwaait een grote groep pensioengerechtigden af zonder dat er voldoende vervangers klaarstaan, en deze uitholling gaat nog wel even door. ‘Dit biedt ons geweldige kansen. Intern denken we nu na over het aanbieden van een heel nieuwe vorm van dienstverlening. Als Van Dijk Educatie willen we op zeker moment zover zijn dat we een school kunnen aanbieden om een met leegloop bedreigde vakgroep geheel of gedeeltelijk over te nemen. Door een optimale inzet van digitale hulpmiddelen en de inzet van e-learning, een efficiëntere ondersteuning en een strakke organisatie kunnen we – samen met de nog resterende leerkrachten – een zeer volwaardig en concurrerend studiepakket aanbieden. We schuiven dus op in de keten en betreden zo een markt die veel groter is dan die van de leermiddelen. Van Dijk Educatie kan dus nog wel wat slagen maken in het onderwijs.’

Wilt u meer informatie? [email protected] of www.vandijk.nl

Deponeren alleen voorlopige jaarrekening risico Arrest: meer rechten voor oproepkracht

De laatste jaren neemt het aantal ondernemingen toe dat

– uit kostenoverwegingen of gewoon door laksheid of vergeet-

achtigheid – alleen een voorlopige jaarrekening deponeert bij de

KvK. Dat is om meerdere redenen een slechte zaak. Natuurlijk

omdat men niet volledig voldoet aan de verantwoordingsplicht.

Maar er is ook het risico dat een boete wordt opgelegd.

Daarnaast mogen deze vennootschappen geen slotrekening

uitkeren en kan in geval van een faillissement worden

gecon cludeerd dat niet aan de boekhoudplicht is voldaan.

En dat laatste kan een strafrechtelijke vervolging van de

bestuurders tot gevolg hebben en mogelijk zelfs een persoonlijke

aansprakelijkheidsstelling bij een boedeltekort.

De Hoge Raad heeft een arrest gewezen dat een oproepkracht

meer arbeidsbescherming biedt en zijn of haar inzet voor de

werkgever fors duurder kan maken. Er gold al dat een losse kracht

per oproep minimaal drie uur moet worden betaald. Maar daar-

naast was in veel cao’s (met name in de horeca, de retail- en de

uitvaartsector) overeengekomen dat als er even niet genoeg werk is

om deze drempel te halen en hij of zij binnen drie uur van de eerste

oproep teruggeroepen wordt, de oproepkracht nog altijd maar drie

uur hoeft te worden betaald.

De Hoge Raad heeft nu meer duidelijkheid verschaft in deze

complexe beloningskwestie. Als een oproepkracht na bijvoorbeeld

een uur wordt weggestuurd en later wordt gevraagd om alsnog te

komen werken, dan moet tweemaal de minimumtermijn van drie

uur worden betaald. Mits er tussen beide oproepen meer tijd is

verstreken dan een gangbare pauze in de bewuste onderneming

en wanneer de oproepkracht contractueel vijftien uur of meer per

week werkt. De dubbele betaling moet voor rekening van de

werkgever komen (en dus niet van de bemiddelaar), omdat de

hoogste rechter vindt dat ‘deze overlap als indicatie van een

slechte organisatie van de arbeid moet worden gezien’.

Jeroen de Swart en Hans van der Wind

8 inzake uw zaken #3 20138 inzake uw zaken #1 2013

Doorbraak in India De drietrapsinnovatie van Spectator Video Technology

De doorbraak van Spectator Video Technology in India bewijst dat het mogelijk is om met een onderscheidend concept en technologie een interessante marktpositie te veroveren in een land met een wereldwijd concurrerende ICT-industrie en lage loonkosten.

Belastingnieuws.nlinzake Prinsjesdag 2013

Particulier

HypotheekrenteaftrekVanaf 2014 wordt de maximale aftrek voor

de eigen woning geleidelijk teruggebracht naar

38 procent, in 28 jaarlijkse stappen van

0,5 procentpunt. De opbrengst van deze

maatregel wordt ingezet voor een verbreding

van de derde belastingschijf, zodat de hoogste

tariefschijf van 52 procent later ingaat.

Wijziging tariefschijvenIn 2014 verandert het tarief van de eerste schijf

in de loon- en inkomstenbelasting per saldo niet.

Wijziging heffingskortingenDe algemene heffingskorting bedraagt

volgend jaar 2.100 euro. Het maximum van de

arbeidskorting wordt verhoogd naar 2.097 euro.

Beide heffingskortingen worden tot en met 2017

geleidelijk verder verhoogd. Daarnaast wordt

de algemene heffingskorting met ingang van

1 januari 2014 in drie jaarlijkse stappen

inkomensafhankelijk afgebouwd en wordt

de arbeidskorting voor hoge inkomens in

drie jaarlijkse stappen verder afgebouwd tot

uiteindelijk nihil in 2016.

Belastingvrij schenken eigen woningDe schenkvrijstelling voor de eigen woning wordt

van 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015 tijdelijk

verhoogd van 51.407 euro tot 100.000 euro.

Deze vrijstelling geldt niet alleen als de schenking

wordt aangewend voor het kopen of verbouwen

van de eigen woning, of het aflossen van een

hypotheeklening, maar ook voor de aflossing van

een restschuld van een verkochte eigen woning.

Aan de relatie tussen schenker en verkrijger en

aan de leeftijd van de verkrijger stelt de wetgever

voor deze periode geen nadere eisen.

Van links naar rechts: Wim Kraaijeveld, Frans Hermes en Gaston van den Broek

9#3 2013 inzake uw zaken

Kort geleden tekende het uit Made afkomstige Spectator Video Technology een intentieovereenkomst met een groot (inkoop)conglomeraat voor Indiase banken voor de afname van haar interna-tionaal unieke meldkamertechnologie. ‘De aangesloten banken besparen straks tot twee derde van wat ze anders de komende jaren kwijt zouden zijn aan beveiligings-kosten’, licht directeur-grootaandeelhouder Frans Hermes toe.Dit voordeel wordt behaald omdat Spectator een platform heeft ontworpen dat letterlijk een dimensie toevoegt aan meldkamertoezicht. Traditionele systemen registreren alleen via videocamera’s wat er op de te beveiligen locatie gebeurt; hooguit kan de operator vanuit zijn meldkamer live meekijken, maar hij of zij kan niet preventief reageren op een incident of heeft niet voldoende mogelijkheden om te verifiëren wat er echt aan de hand is. Het Spectator Communication Platform (SCP) biedt de meldkamer wél tal van nieuwe functionaliteiten om daadwerkelijk ter plekke te verifiëren en in te grijpen. Zoals het aanspreken van overtreders en inbrekers tijdens de daad en het online uitvoeren van herstelacties. Ook is het platform in staat om juridisch houdbaar bewijsmateriaal realtime door te spelen naar de bevoegde instanties. Hierdoor kan het als bewijslast dienen in een eventuele latere procedure en versnelt het de reactietijd van de bevoegde opsporingsautoriteiten. Maar deze megaopdracht in India is vooral ook te danken aan een andere innovatie: de ontwikkeling van een zogeheten protocol converter. Hierdoor kunnen op verschillende standaarden opererende systemen aan elkaar worden gekoppeld en is het netwerk van de klanten, de banken in dit geval, extra goed beschermd. ‘Deze combinatie gaf de doorslag in India’, vinden operationeel directeur Gaston van den Broek en Wim Kraaijeveld, die als gepensioneerd PwC-accountant betrokken bleef bij het bedrijf en nu in deeltijd als financiële man opereert. ‘Elke aangesloten bank gebruikt door fusies en een gebrek aan standaardisatie verschillende systemen naast elkaar. We praten hier over banken met duizenden filialen en betaalpunten die allemaal moeten worden geobserveerd vanuit één centraal meldpunt. Met onze oplossing kan men de bestaande systemen naast elkaar blijven gebruiken. Er zijn geen vervangingsinvesteringen nodig.’

Kleine speler Op dit moment is het krap dertig medewerkers tellende Spectator Video Technology een kleine speler in een

bijzondere niche: de wereldmarkten voor meldkamertechnologie in de security en zorg. Acht jaar geleden kwam Frans Hermes in contact met het basisconcept van wat nu de ‘Spectatoroplossing’ is. Door zijn eerdere ervaringen in de toezich-tindustrie zag hij onmiddellijk de potentie ervan, nam een belang in de start-up en formeerde een ontwikkel- en directieteam om de technologische belofte in te lossen en een professio nele internatio nale (verkoop)organisatie op te bouwen. Een trouw groepje informal investors is bereid gevonden om te zorgen voor de aanvullende financiering van de aanloop- en ontwikkelkosten.

Spectator Video Technology staat nu op het punt winstgevend te worden, gelooft ook PwC’s belastingadviseur Winnie van Tiel. ‘Spectator is een typisch voorbeeld van een doorstartend technologiebedrijf waarin eerst het nodige moest worden geïnvesteerd om onderscheidend te zijn. Maar dat, nu de oplossing er ligt en operationeel is, snel kan groeien. Er zit veel verdienpotentieel in.’ Het bedrijf heeft inderdaad een interes-sante propositie. ‘Zonder ons nu al te zeer op de borst te willen kloppen, durf ik te zeggen dat we over een van de innovatiefste concepten van het moment beschikken voor meldkamers en hun klanten’, vertelt Frans Hermes. ‘Het speelt in op een allang bestaande vraag naar een meer geavanceerde meldkamertechnologie.’

VerificatieAllereerst is er behoefte aan een betere (en snellere) verificatie van meldingen of observaties. ‘Dat is een voorwaarde om de juiste vervolgacties te kunnen plannen. Het helpt ook om het aantal foutmeldingen terug te dringen. Zeker in de markt van particuliere alarmsystemen blijkt 95 procent van de meldingen achteraf onjuist te zijn. Dat betekent dus dat politie, brandweer en veiligheids- en zorgdiensten vaak tevergeefs uitrukken. Met alle kosten van dien en een verkies aan alertheid tot gevolg. Als de bediende van de meldkamer meer mogelijk-heden heeft om ter plekke te onderzoeken

wat er aan de hand is en vanachter zijn of haar monitor passende tegenmaatregelen kan nemen of overtreders preventief kan waarschuwen, is dat goed voor de effecti-viteit en slagvaardigheid van toezicht en hulpverlening. Een logisch gevolg is dat de complexiteit van het meldkamertoe-zicht toeneemt. De bediende moet dus kunnen terugvallen op een intelligente ondersteuning om de juiste respons te geven en te bepalen welke tegenacties het beste kunnen worden ondernomen, gelet op de aard van het object of de verlangens van de opdrachtgever. Daarnaast moet men in de meldkamer in staat zijn om de werkende

systemen van de diverse opdrachtgevers aan elkaar te koppelen en de uitwisseling van de gegevens zo veel mogelijk over de voor iedereen toegankelijke internetverbindingen te laten lopen. Dat is goedkoper en verruimt de mogelijkheden om van meer informatie-dragers gebruik te maken.’Het Spectatorplatform komt aan al deze wensen tegemoet. Door het gebruik van lage bandbreedtes en een protocol converter kan de meldkamer met elk IP-adres veilig informatie uitwisselen en verschillende systemen probleemloos met elkaar laten communiceren. ‘Dat levert op zich al een groot kostenvoordeel op. Men kan met de bestaande systemen blijven werken. Doordat we het internet veilig kunnen gebruiken en er slechts lage bandbreedtes nodig zijn, hoeven er ook geen (dure) extra glasvezelnetwerken te worden aangelegd.’ Ten slotte is de meldkamer met het Spectator Communication Platform in staat meer diensten aan te bieden. ‘Het helpt operators om volgens een van tevoren vastgelegd protocol te reageren en biedt hen op tal van terreinen ondersteuning. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk gedetail-leerde situatiekaarten of plattegronden en bouwtekeningen van objecten direct op te roepen. Bij een melding worden automatisch de contactpersonen geïnfor-meerd en gaat er ook een alert uit naar de hulpdiensten. En dat is nog maar een greep uit de vele functionaliteiten.’

DrietrapsinnovatieDe vraag naar deze drietrapsinnovatie blijkt groot. Niet alleen schakelen de grootste Indiase banken binnenkort over, ook de centrale meldkamer van de politie in het Duitse Noordrijn-Westfalen draait op Spectatortechnologie, net als het National Crisis Center in Qatar. Daarnaast is men op dit moment in onderhandeling met afnemers in Afrika, Zuid-Amerika en Rusland. Ook dient zich een andere perspectiefrijke afzetmarkt aan: de zorg. ‘De voordelen van onze meldkamertechnologie komen ook in de zorg – met hoge eisen aan zorgvuldigheid en slagvaardigheid van het toezicht op afstand – goed tot hun recht. Speciaal voor dit toepassingsgebied hebben we dan ook de BiDi-box ontwikkeld, een straks ook als App verkrijgbare applicatie waarmee individuele zorgklanten op elk moment contact hebben met een centraal meldpunt, en vice versa, en via een online visuele verbinding advies of hulp kunnen vragen. Ook hier geldt weer dat we de meldkamer zó kunnen ondersteunen dat die een heel palet aan extra diensten en preventieve acties kan aanbieden. Eenvoudige eerstelijnsdiagnoses kunnen via het systeem worden gedaan, zelfstandig wonende hulpbehoevenden kunnen actiever worden geobserveerd zodat het bijvoorbeeld eenvoudiger wordt voor een zorghulpverlener of mantelzorger om te zien of iemand wel de juiste medicatie heeft ingenomen. Ook kunnen eenvoudige handelingen op afstand worden gedaan, zoals in een noodgeval het sluiten van de gas- of waterkraan. En er zijn genoeg privacygaranties om niet bang te hoeven zijn voor Big Brother-toestanden.’ Ook verkent Spectator de mogelijk-heden om haar technologie samen met de al beschikbare infrastructuur in te zetten bij e-learningprojecten. Een eerste vingeroefening is al onderweg. In nauwe samenwerking met een missieorgani-satie zorgt Spectator voor de technolo-gische ondersteuning van een virtueel leerproject in West-Afrika. ‘Zo komen we op ongedachte plekken’, lachen Frans Hermes en Wim Kraaijeveld.

Voor meer informatie: [email protected] of

[email protected]

Op dit moment is het krap dertig medewerkers tellende Spectator Video Technology een kleine speler in een bijzondere niche: de wereldmarkten voor meldkamertechnologie in de security en zorg.

Werkgever / Werknemer

Crisisheffing werkgevers ook in 2014Hoewel de werkgeversheffing hoge lonen vorig

jaar was aangekondigd als eenmalige regeling,

wordt deze crisisheffing voor werkgevers met

één jaar verlengd. Inhoudelijk wijzigt de regeling

niet. Concreet betekent dit dat werkgevers

ook in 2014 een heffing van zestien procent

verschuldigd zijn over het loon uit tegenwoordige

dienstbetrekking dat zij in 2013 aan werknemers

hebben betaald, wanneer het loon hoger is dan

150.000 euro per werknemer. Ook dga’s kunnen

met deze extra heffing worden geconfronteerd.

Overgangsregime werkkostenregeling De verplichte overgang van het regime van

vrije vergoedingen en verstrekkingen naar

de werkkostenregeling wordt met één jaar

uitgesteld. Het regime van de werkkosten-

regeling is hierdoor pas verplicht met ingang

van 1 januari 2015.

Stamrechtvrijstelling vervaltDe stamrechtvrijstelling vervalt voor nieuwe

situaties. Dit betekent dat voor ontslag-

vergoedingen de stamrechtvrijstelling niet

langer kan worden toegepast.

Ontslagvergoedingen vallen bij uitbetaling

direct en volledig in de heffing van box 1.

Opname stamrechtfaciliteitVoor bestaande stamrechten vervalt de eis

dat deze in periodieke termijnen moeten

worden uitgekeerd. Dit betekent dat bestaande

stamrechten zonder heffing van revisierente

ineens uitgekeerd kunnen worden. Het maakt

hierbij niet uit of het stamrecht wordt onder -

gebracht bij een stamrecht-bv of bij een bank,

beleggingsinstelling of verzekeraar. Om

afwikkeling van bestaande stamrechten te

stimuleren, wordt een extra fiscale impuls

gegeven om deze in 2014 in één keer volledig

op te nemen. Het kapitaal wordt in dat geval

maar voor 80 procent in de heffing betrokken.

Deze maatregel geldt alleen voor een gehele

opname van het stamrecht in 2014. Indien vóór

2014 de stamrechtvrijstelling wordt toegepast,

geldt eveneens deze tegemoetkoming. Dit leidt

mogelijk tot een belastingvoordeel.

10 inzake uw zaken #3 2013

Drie jaar geleden koos de gemeentepolitiek van Enschede voor een uniek experiment: een deel van de wijkzorg uitbesteden aan de ADG dienstengroep uit het naburige Almelo. De reden was duidelijk: gemeenten krijgen steeds meer zorg- en arbeids-bemiddelingstaken toegeschoven door een terugtredende en bezuinigende Rijksoverheid. De stadsbestuurders oordeelden dat de gemeente Enschede voor een kwalitatief goede begeleiding van met name de bewoners van wijken met een grote zorgbehoefte en een lage(re) zelf -redzaamheid niet de menskracht, kennis en middelen had. Toen ze aan iemand® werden voorgesteld, was een meerderheid er direct vóór om deze innovatieve vorm van wijkzorg een kans te geven, herinneren projectleiders Karen Klein Douwel en Mark Dijksman zich. ‘Het bijzondere van dit project is dat het een integrale oplossing biedt voor alle denkbare problemen die zich in een wijk kunnen voordoen. Als iemand® helpen we mensen om een nieuwe of tijdelijke baan te vinden of om te herscholen. We verzorgen de thuiszorg voor ouderen en hulpbe -hoevenden en analyseren of en in hoeverre deze nodig is. Ook helpen we thuiswonende gehandicapten of bedlegerige mensen met zorgtaken, maken we schoon, doen we de klussen in en rondom het huis en nemen we het onderhoud van de openbare ruimte voor onze rekening. Dit levert alle betrokken partijen een win-winsituatie op. De gemeente is verzekerd van een kwalitatief goede ondersteuning tegen een lagere kostprijs. Want door beter te plannen, inzichtelijk te maken wat mensen in de wijk nu écht nodig hebben en nog zelf kunnen, én – heel belangrijk – door een strakkere regie

te voeren over de vaak langs elkaar heen werkende organisaties die in een wijk actief zijn, zijn grote kosten- en schaalvoordelen te behalen. Daar profiteren de wijkbewoners indirect ook weer van, omdat er méér budget overblijft voor andere zaken en hun eigen kracht beter wordt benut. Tegelijkertijd kunnen ze langer zelfstandig blijven wonen. Wij zijn op onze beurt verzekerd van een regelmatige afname van onze diensten.’

RisicospreidingVoor de ADG dienstengroep is iemand® de verpersoonlijking van de strategische heroriëntatie die de afgelopen jaren werd doorgevoerd. Tien jaar geleden al oordeelde bestuursvoorzitter Hans Kroeze van Asito (‘Alle Stof in Twente Opruimend’) dat de schoonmaakmarkt het familiebedrijf weinig doorgroeimogelijkheden meer biedt. Klanten besparen op schoonmaakkosten en gebruiken sowieso steeds minder te reinigen vierkante meters kantoorruimte. Door dit alles is de schoonmaakmarkt een verdringingsmarkt geworden met een hoge margedruk. Het risicoprofiel moest daarom worden verbreed. Uitzendorganisaties Timing en Zorgwerk werden aan de dienstengroep toegevoegd, en onder de merknaam TSN Thuiszorg bouwde het Almelose concern via overnames een sterke positie op in de niet-lijfgebonden thuiszorg (Wmo) en de zorg voor langdurig zieken (AWBZ). Om greep te blijven houden op de brede facilitaire keten die zo wordt bediend en om geïntegreerde producten te kunnen aanbieden, werd vervolgens AFFM Facility Management overgenomen van ingenieurs-bureau Arcadis (gespecialiseerd in facilitaire planning en management). De ADG

dienstengroep heeft nu zo’n 65.000 losse en vaste krachten op de loonlijst. ‘Het is een goed bewaard geheim dat dit familiebedrijf een van de grootste particuliere werkgevers van Nederland is’, aldus Diederik van Dommelen, vanuit PwC verantwoordelijk voor de fiscale advisering van de groep.Parallel hieraan speuren Hans Kroeze, de aandeelhoudster en de medebestuurs leden sindsdien naar proposities waarbij zo veel mogelijk activiteiten van deze groep naast elkaar kunnen worden ingezet. Dat is goed voor de risicospreiding en helpt de synergie te bevorderen.

De eerste contouren van iemand® ontwaarden Kroeze en collega-directie-bestuurder Charles Vinke op een lokale bijeenkomst van de regio Twente van VNO-NCW. Onderwerp was de aanbeveling van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) aan overheden en bedrijfsleven om samen op zoek te gaan naar nieuwe vormen van samenwerking bij het oplossen van grootstedelijke problemen. ‘Toen viel bij ons het kwartje. Steeds meer gemeenten zullen onder steuning nodig hebben van partijen die alle zorg- en beheerstaken kunnen bundelen en

iemand® is een vertrouwd gezicht in Enschede-West. Dit project biedt de gemeente een kwalitatief betere ondersteuning bij zorg- en arbeidsbemiddelingstaken tegen een lagere kostprijs. De ADG dienstengroep is met iemand® verzekerd van een regelmatige afname van haar diensten.

Met iemand® de wijk in Uniek strategieproject van de ADG dienstengroep

Belastingnieuws.nlinzake Prinsjesdag 2013

Meester-gezel

iemand® ging als een pilotproject van start in de Enschedese wijk Pathmos. Een vooroorlogse buurt met een relatief hoog werkloosheidscijfer en een bovengemiddeld zorgbehoevende bevolking. Als eerste werd een werkgelegenheidsproject opgezet, vertelt Karen Klein Douwel. ‘Daarbij is gekozen voor een meester-gezelbenadering, naar het voorbeeld van de oude gilden. We hebben lokale bedrijven benaderd en deze bereid gevonden om werkzoekenden een stageplaats te geven en een leertraject in de praktijk te laten doorlopen om zo werkervaring op te doen en een cv op te bouwen. Dat loopt prima. In een jaar tijd hebben we – samen met de gemeente – de zelfredzaamheid van zeshonderd mensen in kaart gebracht en zeker vijftig individuen naar werk begeleid. Bij de begeleiding van het traject doen we een beroep op de expertise en het netwerk van onze collega’s van de uitzendtak. Zij krijgen op deze manier ook weer nieuwe ingangen.’Vervolgens is een begin gemaakt met het opzetten van een reeks van wijkdiensten. Vanuit de iemand®-huiskamer in het hart van de wijk (die ook als ontmoetingscentrum voor bewoners dienst doet) worden steeds meer te leveren diensten gecoördineerd. Voor kleine klusjes kan men een beroep doen op het klusbedrijf van Asito, Klus2Fix, en via regisseur iemand® worden met TSN Thuiszorg nieuwe, toekomstbestendige dienstverleningsmodellen ontwikkeld en uitgerold. Inmiddels heeft iemand® zich als een inktvlek over de wijken in Enschede verspreid en is men ook landelijk actief. Vergelijkbare projecten zijn opgezet in Emmen en de Rotterdamse deelgemeente Delfshaven. Hans Kroeze: ‘We krijgen vanuit alle hoeken van het land verzoeken om informatie. Maar we willen beheerst groeien; het concept moet staan als een huis voordat we al te grote vervolgstappen zetten.’

DGA ANBI

Regeling vrijgestelde beleggingsinstellingen blijft ongewijzigdIn navolging van goedkeurend beleid wordt

wettelijk vastgelegd dat de regeling in de

vennootschapsbelasting voor vrijgestelde

beleggingsinstellingen (vbi’s) ongewijzigd blijft

voor dga’s. Nadat de Wet op het financieel

toezicht op 22 juli 2013 is gewijzigd, blijven

vbi’s met uitsluitend privévermogen van de

deelnemers zodoende gekwalificeerd als vbi.

Giftenaftrek culturele instellingenDe termijn voor het gebruik van de multiplier

voor giften aan culturele instellingen wordt

met één jaar verlengd tot en met 2017. De

Europese Commissie heeft de multiplier definitief

goedgekeurd. Hierdoor mogen particulieren

voor de inkomstenbelasting de aftrek van hun

giften met 25 procent verhogen (maar maximaal

met 1.250 euro) en bedrijven voor de vennoot-

schapsbelasting met 50 procent (maximaal met

2.500 euro). Aanvankelijk gold de multiplier voor

vijf jaar (2012-2016).

Uitbreiding integriteitsbepalingDe specifieke gronden voor weigering en

intrekking van de ANBI-status worden uitgebreid

met situaties waarin sprake is van een onherroe-

pelijke veroordeling wegens misdrijven die een

bedreiging vormen voor de algemene veiligheid

van personen of goederen. De dader moet de

misdrijven hebben gepleegd in de hoedanigheid

van bestuurder, feitelijk leidinggevende of

gezichtsbepalend persoon van de ANBI.

11#3 2013 inzake uw zaken

integreren. Zonder dat dit ten koste gaat van de vitaliteit van een leefgemeenschap. Als dienstengroep kunnen wij zo op veel onderdelen toegevoegde waarde bieden. Door nu een product te ontwikkelen voor een geïntegreerde dienstverlening op wijkniveau, slaan we twee vliegen in één klap: wij helpen bij de oplossing van een groot maatschappelijk probleem en creëren voor onszelf een blijvend groeiend, en heel goed planbaar afzetgebied.’ Men klopt met diverse vragen aan bij iemand®. Karen Klein Douwel: ‘Belangrijk is natuurlijk wel dat je als aanbieder scherp blijft op het leveren van de best denkbare kwaliteitszorg tegen een marktconforme prijs. Het succes van iemand® staat of valt met de bereidheid van de diverse partners binnen het concept om samen beter en

kostenbewuster te zijn dan in de versnip-perde oude situatie. Overigens, het is niet zo dat we nu het alleenrecht claimen op de zorg en de arbeidsbemiddeling in de wijken waarin we actief zijn. Ook andere partijen kunnen onder iemand® hun diensten aanbieden. Onze volgende verbreding van het dienstenpakket zal het leveren van gekwalificeerde zorg aan thuispatiënten zijn. Ook willen we een deel van het onderhoud van de wijk voor onze rekening nemen. Of het regelen van maaltijden voor alleenstaanden en wijkbewoners die niet meer zo goed voor zichzelf kunnen zorgen.’

DomeinenDe ADG dienstengroep investeert fors in het ontwikkelen van software. Deze moet op basis van de vele openbare data die al over

een wijk en haar bewoners beschikbaar zijn, een scherper beeld geven van de werkelijke zorgbehoefte. En hoe deze is verdeeld over de wijk, hoe deze zich de komende jaren nog zal ontwikkelen, en hoe het gesteld is met de zelfredzaamheid van de bewoners. ‘Daar is sowieso enorme behoefte aan’, constateert innovatiemanager Mark Dijksman. ‘Alle goede en efficiënte dienstverlening begint met het verzamelen van betrouwbare en inzicht biedende gegevens. Zo ook hier. Op basis van de laatste inzichten in dataver-werking en gebruikmakend van de nieuwste technologie, hebben we nu een intelligent systeem ontwikkeld dat een wijk op voor ons interessante domeinen inschaalt en verbete-ringen voorstelt. Per domein komt er een score uit op een schaal van 1 tot 5, zodat we in één oogopslag kunnen zien hoe de wijk

zich qua zelfredzaamheid en zorgbehoefte ontwikkelt en hoe het dienstenpakket kan worden ingezet. Ook wordt duidelijk wat de maatschappelijke effecten zijn van een interventie.’Hans Kroeze en Charles Vinke constateren tot slot dat de ADG dienstengroep ook zelf onder invloed van iemand® begint te veranderen. Vooral de synergie tussen de verschillende bedrijfsonderdelen heeft een impuls gekregen. ‘Collega’s van verschillende bloedgroepen raken met elkaar in gesprek en gaan samen op zoek naar oplossingen die binnen iemand® passen. Dat is extra rendement.’

Voor meer informatie: www.iemandgaathetdoen.nl of

[email protected]

Innovatie en investeringen

RDA en investeringsfaciliteitenHet percentage van de Research en

Development Aftrek (RDA) is voor 2014 voorlopig

vastgesteld op 60 procent. De extra aftrekpost

geldt voor ondernemers met kosten – behalve

de loonkosten – die direct toerekenbaar zijn

aan door eigen personeel verricht speur- en

ontwikkelingswerk.

Het minimuminvesteringsbedrag voor de

Energie-investeringsaftrek (EIA) wordt verhoogd

tot 2.500 euro per investering. De aftrek geldt

voor ondernemers die investeren in nieuwe

energie-efficiënte bedrijfsmiddelen die voldoen

aan de eisen van de Energielijst.

Het EIA-percentage blijft ongewijzigd 41,5

procent. De eerder voorgestelde verhoging naar

44 procent gaat niet door.

Ook het minimum investeringsbedrag voor

de Milieu-investeringsaftrek (MIA) wordt

verhoogd tot 2.500 euro per investering. De

aftrek geldt voor ondernemers die investeren

in nieuwe milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen

die voldoen aan de eisen van de Milieulijst. De

MIA-percentages blijven ongewijzigd 36, 27 en

13,5 procent. De eerder voorgestelde verhoging

naar 40, 30 en respectievelijk 15 procent gaat

niet door.

Toepassing van de MIA is voortaan ook mogelijk

bij kwalificerende investeringen in woonhuizen

en woonschepen, bijvoorbeeld bij het saneren

van asbest en het plaatsen van zonnepanelen.

De willekeurige afschrijving op milieu-bedrijfs-

middelen (Vamil) blijft beperkt tot 75 procent van

de investeringskosten. De eerder voorgestelde

verhoging naar 100 procent gaat niet door.

Karen Klein Douwel en Mark Dijksman

ColofonInzake uw zaken is het relatieblad

van PwC en verschijnt vier keer per

jaar. Artikelen mogen alleen met de

toestemming van de redactie worden

overgenomen. Bronvermelding is

verplicht. Deze publicatie is uitsluitend

opgesteld als algemene leidraad voor

relevante kwesties en dient niet te worden

geïnterpreteerd als professioneel advies.

U dient niet te handelen op basis van de in

deze publicatie vervatte informatie zonder

nader professioneel advies te hebben

ingewonnen.

PwC verwijst naar de Nederlandse

firma en kan soms naar het PwC-netwerk

verwijzen. Elke aangesloten firma is een

afzonderlijke juridische entiteit. Kijk op

www.pwc.com/structure voor meer

informatie.

© 2013 PricewaterhouseCoopers

B.V. (KvK 34180289). Alle rechten

voorbehouden. 2013.10.01.20.67

Redactieadres PwC

Erik Poolman

Postbus 90351

1006 BJ Amsterdam

T 088 792 54 09

F 088 792 96 07

Hoofdredactie

Hans Kops

Eindredactie

Erik Poolman

Redactieraad

Jan Boom (voorzitter)

Dieter van den Bemt

Joris van de Kerkhof

Erik Poolman

Jan-Hendrik Schretlen

Adriaan Smits

Beeldredactie

Mireille Capiau

Corrector

Wim Don

Opmaak

Richard Volbeda

Fotografie

Amke

Roger Cremers

Gerry Hurkmans

Jean-Pierre Jans

Druk

Verweij Printing Mijdrecht

Heeft u naar aanleiding van de inhoud

van deze uitgave vragen, dan kunt u

een e-mail sturen naar de redactie:

[email protected].

Adres onjuist?

Bij fouten in de tenaamstelling, adressering

of bij wijzigingen, stuurt u de adresdrager

met de verbeterde gegevens aan:

PwC

Antwoordnummer 46440

1060 WD Amsterdam

Volg PwC

www.pwc.nl/actueel

http://twitter.com/pwc_Nederland

LinkedIn: onder Groups: PwC NL

12 inzake uw zaken #3 2013

[FSC logo][ruimte open laten wordt door drukker erin gezet]

Belastingvereenvoudiging ten koste van uw ondernemingsvermogen?

Keerzijde

De voorstellen van de commissie-Van Dijkhuizen kunnen wel eens een groot effect hebben op uw belastingpositie als ondernemer. Gevraagd om voorstellen te doen om méér inkomsten uit box 2 te genereren en tegelijkertijd een belastingvereenvoudiging te realiseren, kwam de commissie met een reeks van aanbevelingen die – mits ze op een politieke meerderheid kunnen rekenen – inderdaad een nuttige bijdrage zullen leveren aan een robuuster en eenvoudiger belastinguitvoering. Maar een deel van de plannen legt de prijs van de hervorming wel erg eenzijdig neer bij u, de ondernemer. Wat zal u als dga merken van de plannen van de commissie? In ruil voor een verlaging van de belastingdruk in box 2 (van 25 naar 22%) en een verlaging van het fictief rendement in box 3 (van 4% via 3% naar een gemiddelde rente over vijf jaar), wordt de korting op gebruikelijk loon van de dga beperkt (van 30 naar 10%) en wordt een forfaitaire aanslag van 2,4% op vermogen in de onderneming ingevoerd. Dit betekent dat de belasting, die nu nog moet worden betaald over het vermogen op het moment van liquidatie of overname van de vennootschap, straks naar voren zal worden gehaald. De opstellers gaan er kennelijk vanuit dat alle ondernemers in hun bv over vermogen beschikken en dat ze daarbij ook ‘onbedoeld gebruik’ maken van de fiscale mogelijkheden die de bv hen biedt als ze daartoe de kans hebben. Dat is om meer dan één reden een onjuiste aanname. Allereerst omdat in deze crisistijden veel bv’s worden geconfronteerd met verliezen of zeer beperkte zwarte cijfers weten te schrijven. De riante vermogenspositie, die de commissie voor ogen had toen ze haar voorstellen opschreef, bestaat in veel gevallen niet. Daarnaast wordt er (te) makkelijk vanuit gegaan dat dga’s elke mogelijkheid zullen aangrijpen om hun maatschappelijke verantwoordelijkheden te ontlopen. Dit gaat voorbij aan de trend dat ondernemers zich juist steeds bewuster zijn van hun maatschappelijke rol en daaraan ook invulling willen geven. Het voorstel lijkt in de praktijk daarom niet de ingecalculeerde 200 miljoen euro extra op te leveren voor de schatkist en is bovendien onnodig grievend voor juist die groep ondernemers die Nederland van nieuwe initiatieven en een nieuw elan moet voorzien. Daar wil ik graag nog aan toevoegen dat de nu voorgestelde techniek ook beter kan. De uitvoering treft in zijn huidige vorm alle bv’s en heeft daardoor het effect van een schot hagel – velen worden getroffen, maar het echte doel blijft vaak buiten schot. De meeste ondernemers hebben namelijk helemaal geen beleggingsvermogen. Om dit euvel te verhelpen, zou bij de winstbelasting een winstbox en een beleggingsbox moeten worden ingevoerd. Alle inkomsten uit beleggingen worden dan verrekend via de beleggingsbox, alle overige via de winstbox. Dat is eenvoudiger, goedkoper én eerlijker tegenover dga’s.

door Peter Jongerius, accountant en

lid Assurance Board van PwC in Nederland

Ontwikkel jezelf bij the Academy

Publicaties

Statistiek

Entertainment & Media outlookIn de 13e editie kijken we naar bestedingen in alle onderdelen van de entertainment- en mediasector gedurende de afgelopen vijf jaar en geven we onze visie op de komende vijf jaar. Centraal thema van dit jaar is de voortdurende digitale transformatie. Deze transformatie heeft grote machtsverschuivingen tot gevolg. Consumenten hebben meer macht dan ooit, maar worden ook voortdurend verleid door de steeds groter wordende keuzemogelijkheden. Slimmere data-analysetools maken het

adverteerders mogelijk een steeds diepere een-op-een-relatie met hun doelgroepen te ontwikkelen en de effectiviteit van hun advertenties te meten. Deze factoren leiden tot steeds meer advertentiebestedingen op digitale platformen en minder op traditionele mediaplatformen. Kijk voor meer informatie op www.pwc.nl/outlook.

Jaarbericht 2012/2013Op een open en heldere manier willen wij graag laten zien hoe we het afgelopen boekjaar hebben gewerkt. Dit jaar zijn ons jaarverslag van de Raad van Bestuur en ons maatschappelijke verslag opgesteld volgens integrated reporting. Om zo te laten zien hoe wij denken waarde te creëren voor onze stakeholders.

U kunt het jaarbericht bekijken en bestellen via www.pwc.nl.

Bent u op zoek naar stimulerende, praktische trainingen en cursussen over een veelheid aan relevante, actuele onderwerpen? Hier vindt u een selectie van de geplande trainingen in de komende maanden.

Voor data, meer informatie en het verdere trainingsaanbod verwijzen wij u naar: www.pwc.nl/academy.

Onrustiger op de arbeidsmarkt Een belangrijke verworvenheid van ons poldermodel, de rust op de arbeids-markt, stond vorig jaar onder druk. Het aantal stakingsdagen benaderde dat van 2002, het jaar waarin als nasleep van de dotcomcrisis het aantal bedrijfssluitingen (en de protesten ertegen) een recordhoogte bereikten. In de schoonmaaksector (143.000) en in het onderwijs (53.000) legden mensen het meest het werk neer.

Jaren aantal geregistreerde stakingsdagen (x 1.000)

2002 246

2008 121

2011 22

2012 219

Bron: CBS 2013

2462002 219

2012

• Pensioenakkoord 28 en 30 oktober • Het optimale projectresultaat behalen? 29 oktober en 14 november • IFRS 13 for financial instruments -

hedge accounting and CVA/DVA 5 november • Integrated Reporting training 11 november • Schatbewaarders in de zorg 18, 25 november en 2 december• Wegwijs worden in de

bekostiging Care-sector 28 november • Dutch GAAP 21 november • Kwantificering van niet-financiële risico’s 2 december