Interaction Design - Design research and use context
25
Design research and use context Jessy Bak 0868672 CMD1H 12 november 2012 Jantien Slob Hogeschool Rotterdam Communicatie & Multimedia Design
description
Â
Transcript of Interaction Design - Design research and use context
Design research and use context
Jessy Bak 0868672 CMD1H
12 november 2012 Jantien Slob
Hogeschool Rotterdam Communicatie & Multimedia Design
2
Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................................................................ 3 Interview ........................................................................................................................................................... 4 Analyse interviews ......................................................................................................................................... 7 Het gebruikersprofiel ................................................................................................................................ 15 Selectie van de belangrijkste kenmerken ............................................................................................................... 15 Verantwoording ................................................................................................................................................................. 15
Gebruikscontext .......................................................................................................................................... 17 Framing the problem ................................................................................................................................. 21 Scenario .......................................................................................................................................................... 22 Schetsen .......................................................................................................................................................... 23 Bronnen .......................................................................................................................................................... 24
3
Inleiding De opdracht was om een interactieve versie van het leerboek “Designing for Interaction” van Dan Saffer te creëren voor de toekomstige studenten. Deze interactieve versie moet goed aansluiten bij de module en de studenten die er aan hebben deelgenomen. Om dit doel te bereiken heb ik verschillende activiteiten stap voor stap uitgevoerd die in de lessen zijn behandeld. In dit verslag staan de uitkomsten van de verschillende activiteiten. Om te beginnen met het interview dat ik heb gedaan met een medestudent. Daarna de analyse van alle interviews van mijn klasgenoten. Deze interviews zijn uitgevoerd om erachter te komen wat de gedachten en gewoontes zijn van de toekomstige gebruikers van de interactieve versie van het boek. Uit deze analyses heb ik een gebruikersprofiel opgesteld met de terugkerende kenmerken uit de interviews. Daarna staat het gebruikscontext en Framing the Problem uitgewerkt. Tot slot een scenario met de daarbij hordende schetsen.
4
Interview Datum: 12-‐10-‐12 Tijdstip interview (begin -‐ einde):10:32 Naam docent: Jantien Slob Gegevens onderzoeker / interviewer Voor-‐ en achternaam: Jessy Bak Studentennummer: 0868672 Klasnummer: CMD1H Gegevens respondent Voor-‐ en achternaam: Eize Velinga Studentennummer: 0859597 Klasnummer:CMD1H Activiteiten 1. Lees je voor je studie? Ja, ik lees natuurlijk mijn schoolboeken. Maar dit is nog niet vaak voorgekomen, omdat we pas net klaar zijn met het project en nu pas les krijgen. We hebben ook maar twee boeken om te lezen. 2.Vind je het wel leuk om te lezen? Ik hou wel van lezen, maar ligt eraan welke boeken dit zijn. Schoolboeken zijn best wel saai, maar als ik boeken lees zijn dit meer fantasieboeken. 3.Wat is je favoriete boek? Ik kan niet meer op de naam komen, maar het is een Engels boek en ik heb dit een paar jaar geleden gelezen. Het is meer sience fiction, het ging over een persoon die moest ergens naartoe, het was een krijger. En er kwamen veel draken in voor enzovoort. 4.Wat doe je buiten je studie? Sporten, werken en film kijken. 5.Wat doe je voor sport? En op welk niveau? Judo. Al 6 jaar en ik heb de zwarte band. Ik deed mee op het aller hoogste niveau, ik ga proberen om weer op dat niveau te komen. Ik train nu twee keer in de week, dat was voorheen 5 keer. Ik ga weer proberen om vier keer in de week te trainen. 6.Hoe komt het dat je weer op lager niveau bent gaan judoën? Blessures. Twee jaar geleden dachten ze dat ik een scheurtje in m’n meniscus had. Daardoor ben ik minder gaan trainen, ik had ook niet veel vertrouwen meer in mijn trainer, want hij had mij gepasseerd voor het team toernooi en dit was nog het NK ook. In het begin van dit jaar heb ik mijn kaak gebroken, hierdoor was ik er weer twee maanden uit en heb ik niet kunnen trainen en geen wedstrijden doen. Ik had er wel zin in en had ook kampioen kunnen worden.
5
7.Wat doe je voor werk? En bevalt het? Hoevaak werk je? Ik werk achter de bar als barman. Bij m’n sportschool. Ik doe dit nu al drie jaar. Het bevalt me goed. Ik werk een keer in de week op vrijdag avond. Ik werkte twee keer maar toen moest ik schoonmaken, dat doe ik nu niet meer. 8. Van wat voor films houd je? Van actiefilms, sci-‐fi en avonturen films. 9.Wat is je favoriete film? En waar gaat deze over? Dat veranderd telkens, maar dan kies ik toch voor Stardust. Het gaat over een jongen in een dorp, en in dat dorp heb je een stadsmuren, daarin zit een gat. En aan de andere kant van het gat zit een fantasiewereld. Die jongen ziet dat er een ster aan de andere kant van de muur valt. En dit blijkt dan uiteindelijk ook een vrouw te zijn. Houding 1.Wat vind je van de leerboeken en andere materialen? Interessant? Nuttig? Juist niet? Waarom? Ik heb er nog niet echt ingekeken dus ik heb nog niet echt een idee, maar een schoolboek is nooit leuk. Ik vind het wel interessant maar ik leer het liever via praktijk. Als je een boek leest dan weet je de maand erna niet alles meer, daarom vind ik boeken niet altijd even nuttig. 2.Wat vind je van de lessen algemeen? Vind je het interessant? Sommige lessen zijn wel saai. Maar we hebben nog maar 3 vakken gehad. Ik vind het wel interessant, maar de hoorcolleges zijn saai. 3.Wat vond je dan van het project? Ging het samenwerken goed? En heb je nu een beter idee over de opleiding? Dat was wel een leuk project. Het samenwerken met Remick ging goed, met de rest niet zo. Iedereen deed een beetje zijn eigen ding. Ik heb een beter idee van de opleiding gekregen en ik ben er zeker van dat ik het wil blijven doen. 4.Wat vindt jij het fijner om te leren, digitaal of uit een boek? Digitaal vind ik fijner. Aanleg 1.Welke kennis of ervaring had je met design of interaction design voordat je hier kwam studeren? Niet veel, ik kom net van de HAVO af dus ik heb hier nog niks over geleerd. 2.Hoezo ben je deze opleiding gaan volgen? Ik hou wel van design, ik vind media techniek te technisch en te moeilijk. Motivatie 1. Ben je gemotiveerd om leermaterialen te lezen? Nee, niet in mijn vrije tijd. Dat komt omdat ik een hekel heb aan leerboeken. Voor mijn examen heb ik eigenlijk ook geen boeken gelezen en ben ik gewoon geslaagd met zevens.
6
2.Wat moet er dan aan leerboeken veranderd worden dat je ze wel interessant zal vinden? Als de leerboeken worden omgezet in luisterboeken. Dat is makkelijker, dan hoor je het en als je aan het lezen bent dan voel je je ogen steeds zwaarder worden. Dan neem ik de tekst minder goed op. En als ik dan luister neem ik het veel makkelijker op, dit kost minder inspanning. 3.Luister je vaker naar luisterboeken? Normale boeken lees ik gewoon, maar vroeger luisterde ik wel naar luisterboeken voor het slapen gaan. Vaardigheden 1.Welke vaardigheden vind je het belangrijkst voor succesvol leren? Goed aan de planning houden, het moet allemaal goed georganiseerd zijn. En je moet nee kunnen zeggen. Dus als je iets moet leren maar een vriend vraagt of je mee naar buiten gaat, moet je nee kunnen zeggen omdat je moet leren. Prioriteiten stellen. 2.Kan je goed plannen? Ik kan wel plannen, maar ik houd mij hier nooit aan. 3.Wat zijn je beste kwaliteiten? Dat weet ik niet van mezelf, ik vind dat ik wel goed kan luisteren naar mensen en hun mening respecteren. Overige 1.Woon je op kamers, of thuis? Ik woon thuis in Hoogvliet en in Rotterdam. 2.Gebruik je veel mobiele apps? Wat voor het meest? Ja, facebook, twitter, whatsapp en een app om manga’s te lezen gebruik ik het meest. Google Chrome, muziekplayer en 9292 gebruik ik elke dag. 3.Wat voor app zou je zelf willen ontwikkelen, die je nu nog mist in jou dagelijks leven? Dat weet ik eigenlijk niet. Ik heb er wel over nagedacht maar het zijn niet echt concrete dingen. Dat was vorig jaar bij mij op school. Dat je bijvoorbeeld een app voor de roosterwijzigingen had. Deze kon je alleen op het internet bekijken en dat was irritant. 4.Heb je broertjes en zusjes? Ga je hier goed mee om? Twee broertjes, een zusje, drie stiefzussen en een pleegzus. Ja met mijn jongste broertje wel, want we wonen samen bij mijn vader. Ga je veel uit? Nee, hier hou ik niet van. Maar ik ga wel veel naar de bios met vrienden.
7
Analyse interviews Activiteiten Beschrijving van groep uitspraken (kenmerk)
Uitspraken Namen van respondenten
Overige opmerkingen
Leest voor studie als het noodzakelijk is
“Ja, maar niet meer dan moet.”
Lennart van Kasterop
“Ja, alleen als het aanbevolen wordt.”
Sanne Kloot
“Ja, als het moet. Maar niet echt boeken, vooral opdrachten.”
Jelle Drooger
“Ja, alleen de opgegeven hoofdstukken die bij het vak horen.”
Marcelino Playfair
“Alleen als het moet.” Iris Heemkerk “Ja, maar alleen als het moet.
Bijvoorbeeld voor huiswerk en tentamens.”
Cynthia Risse
Maakt samenvattingen
“Eerst alles helemaal doorlezen. Dan de belangrijke dingen eruit halen en die zet ik allemaal op een rijtje, een soort samenvatting.”
Jelle Drooger
“..Ja van alle leerstof..” Sanne Kloot “..Ik haal vaak informative
overal vandaan en ik vat ze dan samen..”
Kevin Biegel
“..Soms als het heel moeilijk is doe ik het zelf, omdat ik dan gelijk leer..”
Cynthia Risse
8
Houding Beschrijving van groep uitspraken (kenmerk)
Uitspraken Namen van respondenten
Overige opmerkingen
Vind leerboeken interessant
“Ik vind de leerboeken interessant omdat mijn interesses hierbij liggen en ik er graag meer van zou willen weten.”
Bryan Simonis
“ de leerboeken zijn prettig en interessant om te lezen.”
Remick Reina
“De leerboeken zijn interessant maar nog niets meegedaan.”
Wendel Felius
“..ik vind het interessant omdat het over onderwerpen gaan die mij interesseren..”
Cynthia Risse
“..ik vind het gewoon interessant om meer te lezen over games en gadgets..”
Kevin Biegel
Hebben al in de leerboeken gekeken
“..Ik heb ze nog niet allemaal doorgelezen, maar toch heb ik bepaalde stukken gelezen waarvan ik weet dat ik er wat aan zal hebben..”
Geraldo Solisa
“..alle boeken heb ik doorgekeken alle boeken die we hebben gekregen zagen er leuk uit..”
Romy Herrewijn
“..Ik heb het een paar keer doorgekeken..”
David van der Lende
Vind visuele voorbeelden handig
“..Vooral door videomateriaal, PowerPoint waar het kort en bondig in beschreven staat, een soort van samenvatting.”
Jelle Drooger
“..ik neem plaatjes beter in me op dan tekst..”
Cynthia Risse
9
“..Om dingen te leren vind ik video tutorials wel heel fijn, (hoezo dan?) Met photoshop en dergelijke. In een boek staat je moet die doen enz. Als je geluk heb leggen ze het uit. Maar in een boek zie je niet wat er gebeurt. In een video tutorial wordt het heel duidelijk hoe je het moet doen en ze laten het ook zien..”
Martijn Verleg
“..leerboeken vind ik niet erg interessant, tenzij er heel veel plaatjes in staan..”
Dalince Bilgic
10
Aanleg Beschrijving van groep uitspraken (kenmerk)
Uitspraken Namen van respondenten
Overige opmerkingen
Had geen ervaring met design of interaction design voordat hij/zij begon met de opleiding
“..Maar als het op de opleiding aankomt heb ik nog niet veel ervaring..”
Lennart van Kasterop
“..geen ervaring, maar wel dat elk interactief product op een andere doelgroep is afgesteld..”
Iris Heemskerk
“.. geen ervaring of kennis.” Dominic Lugthart
“Tot nu toe helemaal geen ervaring.”
Angelo Verbeek
“Helemaal niks, ik heb geen opleiding hier voor met deze vakken gedaan.”
Robin Krijgsman
“..dus ik heb niet echt ervaring met interaction design..”
Kevin Biegel
Houd ervan om creatief bezig te zijn
“..Omdat ik dan hier creatief bezig kan zijn. Dat aspect bevalt me wel..”
David van der Lende
“..Ja ik fotografeer graag,!ik vond dat het in principe best wel aansluit op de aanleiding omdat dit creatief inzicht creëert..”
Romy Dotters
“..ik ben altijd een creatief geweest..”
Angelo Verbeek
“Ik ben altijd creatief geweest. De kunstacademie was veels te zweverig voor mij. Toch moest ik een alternatief vinden waarbij ik alsnog mijn creativiteit kon uiten.”
Sanne Kloot
“..Ik vind het leuk om op zo’n manier creatief bezig te zijn..”
Dalince Bilgic
11
Motivatie Beschrijving van groep uitspraken (kenmerk)
Uitspraken Namen van respondenten
Overige opmerkingen
Niet gemotiveerd om het lesmateriaal te lezen
“..nee niet echt. Meer omdat het moet, omdat ik m’n studie wil halen..”
Lennart van Kasterop
“..Bijna geen..” David van der Lende
“..Ja, nou nee eigenlijk... Het is meer omdat je er een toets over krijgt dat je het ook echt moet doen..”
Jelle Drooger
“..Niet heel erg gemotiveerd om te lezen, maar als het moet wel..”
Dominic Lugthart
“..de dikte van de boeken demotiveren mij. Hierdoor ben ik niet geneigd om het te lezen..”
Robin Krijgsman
“..niet echt, ik vind niet zo interessant om leerboeken te lezen..”
Kevin Biegel
“..Nee, ik hou niet echt van lezen. Ik vind het leuker om dingen te doen. Veel dingen in praktijk brengen..”
Bryan Simonis
Haalt informatie van internet
“..via filmpjes en infortmatie van internet leer ik mezelf dingen aan..”
David van der Lende
“Als ik iets niet snap dan zoek ik op internet bronnen of voorbeelden zodat ik het wel begrijp.”
Marcelino Fairplay
“..en ik zit op internet te zoeken naar dingen die belangrijk zijn in verband met de studie.”
Robin Krijgsman
“..Ik haal informative van Bryan Simonis
12
Internet, ik lees hier af en toe dingen op die ik kan toepassen in de studie..”
“..Meestal ga ik op zoek naar totorials en interviews, en dit doe ik dan vooral op het internet.”
Wansing
Vind het fijn om dingen in praktijk uitte voeren
“..Wat het ook leuk maakt is dat je die leerstof in praktijk toepast.."
Iris Heemskerk
“..ik kan goed leren als er veel afwisseling zit tussen praktijk en theorie, dan onthoud ik het beter.”
Robin Krijgsman
“..ik hou niet echt van lezen. Ik vind het leuker om dingen te doen. Veel dingen in praktijk brengen..”
Bryan Simonis
“.. het liefst zoveel mogelijk praktijkopdrachten te doen..”
Matthijs van Oeveren
“..er zit een verschil tussen weten hoe je iets moet doen en het echt kunnen doen. Daarbuiten vind ik praktijk ook veel leuker.’
Wendel Felius
13
Vaardigheden Beschrijving van groep uitspraken (kenmerk)
Uitspraken Namen van respondenten
Overige opmerkingen
Vinden concentratie een belangrijke vaardigheid om succesvol te leren
“.Concentratie vind ik een belangrijk punt om goed te leren.”
David van der Lende
“..goed kunnen concentreren..”
Romy Dotters
“..Concentratie, doorzettingsvermogen en motivatie..”
Iris Heemskerk
“..je moet je wel goed kunnen concentreren..”
Sigmar Sommer
“..Rustige omgeving, interesse voor de lesstof, interessante leraar en concentratie op de les..”
Dominic Lugthart
Hebben moeite om zich te concentreren
“..mijn Concentratie is slecht..”
Iris Heemskerk
“..mijn concentratie verslapt snel (..) door Afleiding een tv, computer of telefoons.”
Sanne Kloot
“.. snel afleiding door bijvoorbeeld een telefoon, computer..”
Cynthia Risse
“..Concentratie. Ik heb hier zelf heel veel moeite mee.”
Mike Ekkel
14
Woonomgeving Beschrijving van groep uitspraken (kenmerk)
Uitspraken Namen van respondenten
Overige opmerkingen
Woont nog thuis bij zijn/haar ouders
“..Ik woon thuis..” Lennart van Kasterop
“..ik woon nog thuis ..”
Romy Dotters
“..Ik woon nog thuis..”
Jelle Drooger
“..Ik woon thuis..” Iris Heemskerk “..Ik woon thuis bij
mijn ouders..” Wansing
“..Ik woon nog thuis..”
Martijn Verleg
15
Het gebruikersprofiel Selectie van de belangrijkste kenmerken Activiteiten: 1.1 Lezen voor studie als het noodzakelijk is 1.2 Maken samenvattingen Houding: 2.1 Vinden visuele voorbeelden handig Aanleg: 3.1 Houden ervan om creatief bezig te zijn 3.2 Hadden geen ervaring met interaction design voordat hij/zij begon met de opleiding Motivatie: 4.1 Niet gemotiveerd om het lesmateriaal te lezen 4.2 Halen informatie van internet 4.3 Vinden het fijn om dingen in praktijk uitte voeren Vaardigheden: 5.1 Vinden concentratie een belangrijke vaardigheid om succesvol te leren
Verantwoording Activiteiten: 1.1 Lezen voor studie als het noodzakelijk is De studenten lezen alleen voor de studie als het noodzakelijk is. Het komt erop neer dat zodra de studenten beoordeeld worden over de gelezen stof, zij zich er pas toe zetten om de stof te lezen. Ze zijn dus niet tot weinig gemotiveerd om te gaan lezen. Dit kan bijvoorbeeld opgelost worden door in de interactieve versie van het boek na elk gelezen hoofdstuk van het boek een kleine overhoring vrij te geven. Zo kunnen de studenten ook testen of zij de stof goed hebben begrepen. En als je de studenten in verbinding met elkaar brengt doormiddel van de app, zou je punten kunnen scoren met de overhoringen. Zo wordt het een wedstrijdje en zal het voor de studenten interessanter en leuker worden om te gaan lezen. 1.2 Maken samenvattingen De studenten maken samenvattingen van hun gelezen leerstof. Dit kan een handige functie in het interactieve boek zijn. Je kan dan bijvoorbeeld tijdens het lezen de tekst selecteren en markeren. De gemarkeerde tekst wordt automatisch opgeslagen in de functie ‘samenvattingen’ bij het juiste hoofdstuk. Zo kunnen de studenten tijdens het lezen belangrijke begrippen of stukjes tekst opslaan in een duidelijke samenvatting die zij later kunnen terug zien onder het kopje samenvattingen. Hier kan je de samenvattingen verder bewerken zoals de student dat wilt. Zo heeft de student een duidelijk overzicht van wat hij/zij nog wilt doornemen zonder dat hij heel de tekst weer moet lezen. Als de studenten
16
door middel van de app met elkaar inverbinding staan, kunnen zij de samenvattingen bekijken. Houding: 2.1 Vinden visuele voorbeelden handig Veel studenten vinden visuele voorbeelden erg handig bij het begrijpen van teksten. Het wordt dan met beeldmateriaal verduidelijkt zodat studenten kunnen zien hoe de stof toegepast wordt. Dit is handig voor de interactieve versie van het boek, omdat je tijdens het lezen van teksten dan per belangrijk onderwerp makkelijk visuele voorbeelden kan toevoegen. Zo kan je ook een functie maken met filmpjes per onderwerp. Aanleg: 3.1 Houden ervan om creatief bezig te zijn De studenten vinden het leuk om creatief bezig te zijn, dit kan je toepassen in het interactieve boek zodat zij hun creativiteit kwijt kunnen. Zo kan je bijvoorbeeld een functie maken dat werkt als een dummy, waar zij tijdens het lezen snel naar hun dummy kunnen voor als er een idee in hun omkomt tijdens het lezen of iets willen uitproberen, zo zou je kunnen tekenen en schrijven in de dummy. 3.2 Hadden geen ervaring met interaction design voordat hij/zij begon met de opleiding De studenten hadden nog geen ervaring met interaction design voordat zij begonnen met de opleiding, dat betekent dus dat het interactieve boek dus makkelijk gebruikbaar moet zijn waarbij zij een duidelijk beeld krijgen van het vak. Zo kun je een inleiding maken voor het eerste keer openen van de interactieve versie van het boek, waarin op een korte en enthousiaste manier het vak duidelijk wordt gemaakt, zodat de leerlingen weten waar zij mee bezig zijn en zich ook voor het vak zullen gaan interesseren. Motivatie: 4.1 Niet gemotiveerd om het lesmateriaal te lezen De studenten zijn niet gemotiveerd om het lesmateriaal te lezen. Het interactieve boek kan de studenten motiveren om op een leuke manier de stof toe te passen. Dit kan met functie voor leuke spelletjes bijvoorbeeld. Waarin de gelezen stof toegepast moet worden. Hier kan je met de studenten onderling ook een spel van maken wie de meeste punten heeft en wie bijvoorbeeld de “king” van hoofdstuk 1 is geworden. 4.2 Halen informatie van internet Veel studenten halen informatie van het internet voor uitleg, samenvattingen of voorbeelden. In de app kan dit toegepast worden; stel je wilt over een woord in de gelezen tekst een filmpje of informatie vinden op het internet, dan kan je het woord selecteren en daarna zoekt de app op youtube en google informatie over de zoekterm . Er wordt dan een lijstje vrijgegeven die je door stuurt naar de link. 4.3 Vinden het fijn om dingen in praktijk uitte voeren De studenten vinden het fijn om dingen in de praktijk uitte voeren. Zo zou de app opdrachten vrij kunnen geven die je moet uitvoeren in de praktijk. Het zijn dus toepassingen op de gelezen lesstof. Je kan daarna met de app fotos maken van jouw uitvoering en deze
17
met andere studenten waarmee je in verbinding staat delen. Zo kan je ook van elkaar leren omdat je elkaars uitvoeringen ziet en ideeën krijgt hoe je het ook had kunnen doen. Vaardigheden: 5.1 Vinden concentratie een belangrijke vaardigheid om succesvol te leren De studenten vinden concentratie een belangrijke vaardigheid om succesvol te leren, jammer genoeg zijn er veel prikkels die studenten snel afleiden. Deze prikkels worden vooral veroorzaakt door Social Media. Als de studenten hun interactieve versie van het boek gebruiken zal er dus ook veel concentratie verloren gaan door deze stoorzender. Social Media maakt vaak gebruik van “pop-‐up” berichtjes, door deze berichtjes ben je vaak benieuwd wat het nieuws is en gaat toch snel je aandacht weer naar de Social Media. Om dit te voorkomen terwijl je met het interactieve boek aan de slag bent, kan er een functie worden toegevoegd die pop-‐up berichten en geluidjes blokkeerd. De app zal een inkomende oproep wel toelaten, omdat deze meestal wel van belang zijn. Doordat de pop-‐up berichtjes worden geblokkeerd kan je je beter concentreren.
Gebruikscontext 1.1 DIGITAAL VS. ANALOOG 1. Welke voor-‐ en nadelen hebben analoge (papieren) en interactieve versies ten opzichte van elkaar? Wat kan een digitale versie dat een analoge niet kan, en andersom? Wat zijn de belangrijkste algemene verschillen? Een groot voordeel van een analoge versie van een boek is dat je niet afhankelijk bent van stroom. Het heeft geen batterijen nodig, dus het maakt niet uit als je telefoon of laptop leeg is, je bent daar niet afhankelijk van. Maar bij een analoge versie wordt in het algemeen weinig gebruik gemaakt van visuele voorbeelden, dit maakt het minder aantrekkelijk om het boek te lezen. Bij een interactieve versie is het vooral de snelheid waarmee je dingen kunt opzoeken of bij de hand kunt houden makkelijk. Stel je hebt een interactieve versie van het boek op je telefoon, dan heb je het altijd bij de hand. Nog even snel een stukje doornemen in de rij voor de kassa tijdens het boodschappen doen, of tijdens een drukke busreis naar school. Het is compact en niemand heeft las van je als je het pakt. Je kan je boek niet overal mee naartoe nemen, het is niet compact. Je kan je interactieve versie letterlijk in je broekzak meenemen. Maar bij een interactieve versie heb je snel last van afleiding door bijvoorbeeld Social Media. En personen die nog geen product hebben waar de interactieve versie van het boek op weergegeven kan worden moet nog zo’n product aanschaffen, digitale producten zijn vaak erg prijzig en dit kan dus een belemmering zijn voor sommige personen. Maar de studenten die CMD studeren zijn verplicht een laptop in hun bezit te hebben, alleen zij die dan geen smartphone bezitten kunnen dan daarop niet de app gebruiken. 2. Moet het hele leerboek interactief / digitaal zijn? Of zouden bepaalde onderdelen ook analoog kunnen blijven? Of zowel in analoge als digitale vorm kunnen worden aangeboden? Wat is de ideale combinatie om leeractiviteiten te ondersteunen? Het hele leerboek hoeft niet interactief te zijn. Al zou het wel onduidelijkheid schelen als het allemaal interactief zal zijn. Maar je zou het analoge boek kunnen bewerken met daarin verwijzingen naar links waar filmpjes te zien zijn over het onderwerp bijvoorbeeld. Maar het
18
zou ook kunnen dat je twee versies hebt, een standaard analoge versie en een interactieve versie, zodat de studenten zelf kunnen kiezen wat zij fijn vinden om leren. Maar omdat de meerderheid van de studenten graag werkt met visuele voorbeelden en interactieve programma’s zou dit het beste zijn. 1.2 OMGEVING 1. In welke situaties zal het leerboek gebruikt worden? Het boek zal op veel verschillende locaties gebruikt worden. Zoals in de les, thuis en tijdens het reizen. het interactieve boek kan gebruikt worden op de smartphone of laptop. De laptop is handig in de lessen, het is groot weergegeven en de toepassingen kunnen gemaakt worden in andere programma’s die zich op de laptop bevinden. De studenten brengen ook een lange tijd op een dag door in het openbaar vervoer, hier is het dus makkelijk dat de studenten de tijd goed kunnen besteden aan school. Dit is op een makkelijke manier via de interactieve versie op de smartphone, zo kunnen de studenten hun tijd goed benutten. het is hierbij wel van belang dat de smartphone ondaks het kleine scherm ook overzichtelijk moet zijn, zo zou er een onderscheid kunnen zij voor de app tussen een laptop en een smartphone. De interactieve versie van het boek moet dus gesynchroniseerd zijn via een account, dit zorgt ervoor dat je alle voortgangen op al je apparaten gelijk zijn. 2. In welke fysieke omstandigheden? Welke beperkingen en / of voordelen brengen deze situaties met zich mee? De smartphone of laptop moet opgeladen zijn. Maar in verschillende lokalen van het gebouw zijn stopcontacten in en rondom de tafels verwerkt waardoor de smartphone of laptop toch nog opgeladen kan worden wanneer dit nodig is in de les. Een andere beperking is dat de studenten hun laptop mee naar school moeten nemen, maar door de opleiding zal dit vaker het geval zijn dus dan is het een voordeel dat je geen boek mee hoeft te nemen als je sowieso al een laptop die dag nodig hebt. Voor sommige studenten kan het een beperking zijn dat zij geen smartphone in bezit hebben, maar dit kan opgelost worden door de interactieve versie alleen op de laptop te gebruiken, die verplicht is voor de opleiding CMD. 1.3 DOELEN 1. Wat zijn de concrete doelen waarvoor het boek gebruikt zal worden? Om welke leerdoelen te bereiken? De interactieve versie van het boek zal verschillende functies bevatten zoals; samenvatten, zoektermen opzoeken, markeren, overhoren, toepassen, hulp vragen aan medestudenten tijdens het leren. Het gaat tenslotte allemaal hoe je zo goed en zo snel mogelijk de stof goed weet te beheersen, en dat gaat niet vanzelf. Buiten de lessen om zal er veel tijd in de stof moeten worden gestoken om het eigen te maken, de interactieve versie zal de studenten stimuleren om het boek te leren. 2. Op welke manier wordt het bij leeractiviteiten betrokken? De docent kan overhoringen of opdrachten opgeven die in de interactieve versie van het boek verwerkt zijn, om deze overhoringen vrij te krijgen moet je eerst de tekst hebben gelezen. De overhoringen worden nagekeken en deze moeten in de les getoond worden, zo kan ook de docent zien waar je nog moeite mee hebt of dat je de stof onvoldoende beheerst. Ben je ontevreden met de uitslag kan je wel je overhoring herkansen en de nieuwe
19
resultaten bewaren. De opdrachten kunnen ook als huiswerk worden opgegeven of in de les worden uitgevoerd. 1.4 LEZEN 1. Wat houdt 'lezen' eigenlijk in? Wat doet het met de ogen en hersenen? Wat gebeurt er concreet als iemand leest? Lezen is tekst dat is weergeven op papier of digitaal waar te nemen met je ogen en de woorden te begrijpen met je hersenen. 2. Wat is het verschil tussen lezen voor afleiding en lezen om te leren? Welke rol speelt lezen bij het onthouden van de stof? Lezen voor afleiding verschilt met lezen om te leren omdat het je voor afleiding gaat om tot rust te komen. Vaak is lezen om te leren op een andere niveau geschreven dan lezen voor afleiding, je moet meer nadenken en komt niet tot rust. Om de stof te onthouden moet je het vaker lezen, dit komt omdat je hersenen niet alles opslaan wat je leest. Pas als je hersenen het vaak zijn tegen gekomen zullen ze het goed onthouden, er wordt gezegd dat na 7 keer aandachtig lezen het goed onthouden wordt. 3. Welke handelingen onderneemt iemand die aan het lezen is om te leren? Het begint bij concentratie, als je goed wilt lezen om te leren is concentratie erg belangrijk. Anders lees je de tekst maar dringt het niet door en zal je de gelezen tekst ook niet opslaan. Je moet tijdens het lezen als het ware overhoren, je moet jezelf vragen stellen of het begrijpt en belangrijk is om te onthouden. Zie je iets dat je niet begrijpt, lees het nog een keer en nog een keer tot je het begrijpt. Het belangrijkste om iets op te slaan tijdens het lezen is dat je de gelezen tekst begrijpt. Ook maken sommige mensen tijdens het lezen aantekeningen zodat ze daar nog eens extra aandacht aan moeten besteden. 1.5 LEREN 1. Wat houdt 'leren' in? Wanneer beschouwen we het doel van het lezen als behaald? Leren is de stof goed begrijpen en goed op te nemen dat je het later zelf kan toepassen. We beschouwen het doel als behaald als de gelezen tekst goed na verteld of toegepast kan worden. 2. Wat zijn bekende manieren om te leren door middel van lezen (van een boek)? De tekst wordt helemaal geconcentreerd doorgenomen. Tijdens of na het lezen wordt er een samenvatting gemaakt. Hierin kan je ook kijken of je de gelezen tekst goed begrijpt omdat je het zelf moet inkorten en in je eigen woorden moet schrijven. Als je het in je eigen woorden kan schrijven betekent dat ook dat je de stof eigen hebt gemaakt. Daarna wordt de samenvatting vaak doorgenomen en overhoord. 3. Wat is de stof die geleerd moet worden? De stof die geleerd moet worden is de stof die gevraagd wordt op een tentamen of in opdrachten moet worden toegepast. 1.6 BOEK 1. Welke aspecten van de traditionele vorm van een boek kunnen behouden blijven?
20
Veel dingen uit een traditioneel boek kunnen behouden blijven, zoals een inhoudsopgave, tekst, hoofdstukken en eventuele afbeeldingen. Zo zou het boek alleen uitgebreider worden met visuele voorbeelden erin. En overbodige tekst kan weggelaten worden. Bij de interactieve versie gaat het er vooral om dat het er aantrekkelijk uit ziet en leuk is om te gebruiken, het plezier tijdens het leren kan al door bijvoorbeeld kleuren en filmpjes veroorzaakt worden. 2. Welke vorm kan een digitaal 'boek' hebben? Wat is de optimale vorm om te gebruiken bij het leren? De vorm kan verschillen van laptops, tablets en smartphones. De interactieve versie zal voor elk soort aangepast zijn en op elk soort te gebruiken zijn. Zodat je het naar eigen behoeften kan gebruiken. 3. Welk apparaat of apparaten zouden de 'drager' moeten worden van de nieuwe, interactieve versie? Laptops, tablets en smartphones. Zo heeft elk apparaat zijn eigen voordelen, zo kan een samenvatting makkelijker gemaakt worden op een laptop door zijn toetsenboord. De smartphones zijn compact en dus overal te gebruiken. De tablet is ook compacter dan de laptop maar heb je meestal ook niet altijd bij je, al is het scherm wel grooter als de iphone, dit kan voordelen hebben bij markeren van tekst of tekeningen maken voor de opdrachten. 4. Hoe onderscheiden leerboeken zich van andere types boeken? Een leerboek zorgt niet voor ontspanning, er staat feiten in die je moet leren en toepassen. Een ander soort boek is in het algemeen voor ontspanning en dit zijn vaak fantasie verhalen zonder begrippen of uitleg. 1.7 STAKEHOLDERS 1. Welke stakeholders zijn betrokken bij het gebruik van het leerboek, behalve de student? De docenten die het vak geven. Zij krijgen te maken met het interactieve boek omdat de studenten vragen zullen hebben of resultaten van hun geleerde stof. De student zal ook betere resultaten van de tentamens krijgen omdat de studenten gemotiveerder zijn om de lesstof te leren. 2. Wat is het perspectief en wat zijn de doelen en eisen van deze stakeholders? Welke invloed heeft dit? De doelen en de eisen van de stakeholders zijn betere resultaten en dat de studenten hun nodige leerstof leren. De docenten zullen zich dus bemoeien met de activiteiten van de studenten en willen controleren of dat er geleerd wordt. Dit kan door de overhoringen in de interactieve versie op te geven en van de studenten eisen dat zij de overhoring net zo lang overdoen tot er een voldoende is gehaald. 1.8 TIJD 1. Wanneer zal het interactieve leerboek gebruikt worden? Thuis, tijdens de lessen en tijdens het reizen. 2. Voor welke tijdsduur zal het gebruikt worden? Het boek kan al gebruikt worden voor elke minuut, maar ook voor langdurig gebruik zoals in
21
de lessen. Maar als een student even snel wat wil terug kijken kan het snel, of voor een half uurtje in het openbaarvervoer terug naar huis. 3. Hoe is het gebruik in de tijd georganiseerd? Er zal een functie aanwezig zijn waarin de student kan plannen wanneer je wat wilt lezen. Er zal dan een pop-‐up berichtje opspringen wanneer de student hebt ingedeeld om te gaan lezen. 1.9 SMAAK / LEVENSSTIJL 1. Is er een heersende smaak, levensstijl, merkbeleving waar het product deel van zal uitmaken? Waar het bij moet passen? Het boek moet aantrekkelijk en vernieuwend zijn en met een mooi design, dat is tenslotte waar de leerlingen voor leren, het moet er aantrekkelijk uitzien zodat de studenten zin krijgen om ook te gaan leren over design. Hierbij is het ook belangrijk dat het overzichtelijk is en snel te gebruiken moet zijn, studenten hebben naar eigen zeggen geen tijd om te leren en zullen even snel hun tekst door willen lezen. 1.10 ANDERE KENMERKEN Welke andere kenmerken van de externe gebruikscontext heb je ontdekt door je onderzoek? Studenten zijn niet snel geïnteresseerd in de leerboeken, dit komt omdat de grote lappen tekst hen ervan weerhoudt om het door te nemen en zij stellen het uit. Het is dus belangrijk dat het boek interessant wordt en dat zij het wel interessant lijken om het boek door te nemen.
Framing the problem Voor framing the problem heb ik gekozen voor het kenmerk “Houden ervan om samenvattingen te maken”. Ik vind dit een belangrijk kenmerk omdat het maken van een samenvatting het onthouden van leerstof goed ondersteund. In de interactieve versie van het boek zit een functie om samenvattingen te maken. Als je de tekst aan het lezen bent en je ziet woorden/zinnen die je in je samenvatting wilt hebben, houd je je vinger op de zin en scrol erover heen, hij wordt nu gemarkeerd en er komt een optiebalk boven. Hier kan je de kleur van de markering wijzigen, verwijderen en de gemarkeerde tekst naar je samenvatting verplaatsen. De functie ziet in welk hoofdstuk je bezig bent en maakt automatisch een lijst met hoofdstukken aan zodat je samenvattingen niet door elkaar heen lopen. In het hoofdmenu heb je weer een kopje “samenvattingen”. Hier kan je je gemaakte samenvattingen terug vinden en verder bewerken, met verschillende opties zoals dikgedrukte, cursief, onderstreepte, gekleurde en verschillende lettertypes. Ook kan je plaatjes toevoegen en de gemaakte samenvattingen delen met mede studenten waarmee je in contact staat.
22
Scenario Dylan is student op de opleiding Communicatie en Multimedia design. Hij heeft zijn eerste les Interactive Design gehad. Hij heeft huiswerk op gekregen om thuis hoofdstuk 1 door te lezen. Hij heeft de interactieve versie van het boek Designing for Interaction gedownload op zijn Iphone. Dylan is uitgeput van zijn lange dag op school, hij zit ertegen op om zijn huiswerk te doen. Toch is hij ook benieuwd naar de interactieve versie van het boek, het is weer eens wat anders dan die saaie leerboeken. De metro komt pas over tien minuten dus hij heeft toch niks te doen, hij opent de app. Er springt een inlogscherm op, hier moet hij zijn HR gebruikersnaam en wachtwoord inloggen. Het beginscherm opent zich, het is een menu met veel opties, maar wel overzichtelijk weergeven en de kleuren zijn vrolijk. Hij is benieuwd naar wat alle functies inhouden en klikt op de functie “Spelletjes”. Er komt een menu waar je kan kiezen welk hoofdstuk je wilt, Dylan klikt hoofdstuk 1 aan. Er komt een slotje tevoorschijn met de melding; Lees hoofdstuk 1. Deze functie is pas bruikbaar als je een hoofdstuk hebt doorgelezen. Dylan gaat weer terug naar het hoofdmenu en klikt de functie “Boek” aan. Hier heeft hij keuze welk hoofdstuk hij wilt gaan lezen, Dylan kiest voor hoodstuk 1. Hij ziet de tekst van hoofdstuk 1, maar het ziet er interessant uit, hij ziet plaatjes en filmpjes en Dylan wordt nu geïnteresseerd. Dan komt de metro, Dylan zoekt snel een plekje en begint hoofdstuk een te lezen, hij houd zijn vinger op een woord en neemt dit in zich op, hij merkt op dat het woord wordt gemarkeerd. Ook is boven het gemarkeerde woord een optiebalk met functies, hij klikt ze een voor een aan. Bij de eerste optie is een rondje met de kleur rood weergeven, hij klikt erop en er wordt een balk met meer kleurtjes weergeven. Hij kan hier een kleur uitkiezen voor zijn markering. De volgende optie waar hij opklikt is een wit rondje met een rode streep erdoor heen, zijn markering verdwijnt. Hij markeert het woord opnieuw en kiest voor de optie met het vierkantje en het pijltje, er komt een lijst inbeeld met het woord als zoekterm en resultaten daarvan van youtube en google. Dylan gaat weer terug naar het boek en klikt op een andere optie, een tekstballon, Dylan ziet niks gebeuren. Hij gaat weer terug naar het hoofdmenu en kiest voor de optie samenvattingen, hier vindt hij zijn gemarkeerde stukje tekst terug onder hoofdstuk 1. Ook ziet hij dat hij de tekst kan bewerken en dingen kan toevoegen. Weer terug bij het hoofdmenu kiest Dylan voor de functie “overhoringen”. Er komt een bericht inbeeld met een slotje dat nog niet alle bladzijde zijn doorgenomen van hoofdstuk 1. Dylan neemt zich voor om hoofdstuk 1 door te nemen. Voordat hij het doorheeft bereikt zijn metro een half uur later zijn halte, Dylan heeft zijn tijd nu goed benut met het lezen van het huiswerk. Als Dylan thuis komt gaat hij verder de functies bekijken, hij heeft door dat hij nu de functies overhoringen en spelletjes kan gebruiken. Dylan maakt zijn overhoring en haalt een voldoende. Tenslotte maakt hij een samenvatting van hoofdstuk 1, daarna deelt hij deze met zijn mede studenten.
23
Schetsen
24
Bronnen www.interactiondesign101.com Saffer, Dan (2007), Designing for Interaction: Creating Smart Applications and Clever Devices, Berkeley, CA, USA: New Riders.
25
