Inhoudsopgave - dynamopeuters.nldynamopeuters.nl/.../26/2016/12/...oosterpark.docx · Web viewDe...

Pedagogisch werkplan

Voorschool /peuteropvang:

Voorschool Oosterpark

schooljaar 2016-2017

Vastgesteld mei 2016, laatst gewijzigd februari 2017, geldig tot februari 2018 1

Inhoud

Algemene informatie...................................................................................................3Visie........................................................................................................................3Ambitieniveau.........................................................................................................4Voorschoolprogramma............................................................................................4De vier ontwikkelingsdomeinen...............................................................................4

De praktijk...................................................................................................................8Rooster pedagogisch medewerkers, stagiair en vrijwilliger.....................................8Dagritme Pas aan voor jullie locatie........................................................................8Wennen Pas aan voor jullie locatie..........................................................................9Feesten en rituelen..................................................................................................9Inrichting van binnen en buitenruimte..................................................................10Voorschools programma........................................................................................11De ontwikkelingsdomeinen...................................................................................11

Organisatie................................................................................................................12Individueel profiel..................................................................................................12Groepsprofiel.........................................................................................................12Ontwikkeling van het kind volgen.........................................................................13Samenwerking intern en extern............................................................................14Samenwerking met ouders....................................................................................14Vierogenprincipe...................................................................................................15Achterwacht bij calamiteiten.................................................................................16


Algemene informatieVoorschool/peuteropvang Oosterpark hoort bij Dynamo, een brede welzijnsorganisatie in Amsterdam. Dynamo heeft verschillende soorten speelzalen: voorschool1 en peuteropvang. Oosterpark is een…. Dit pedagogisch werkplan beschrijft de werkwijze van peuteropvang Oosterpark en is gebaseerd op het pedagogisch beleid van Dynamo. In het pedagogisch beleidsplan worden de ontwikkelingsgebieden genoemd waaraan de speelzalen een bijdrage leveren. Deze zijn in dit werkplan nader uitgewerkt. Daarnaast heeft elke speelzaal een eigen identiteit en sfeer.

De medewerkers van de speelzalen van Dynamo zijn erop gericht kinderen te laten opgroeien tot zelfstandige, evenwichtige, sociale mensen met veel zelfvertrouwen en verantwoordelijkheidsgevoel voor zichzelf en hun omgeving, rekening houdend met de eigenheid, de mogelijkheden en het ontwikkelingstempo van elk kind.

De speelzalen zijn binnen en buiten zo ingericht dat peuters maximale ruimte krijgen om op allerlei manieren te bewegen, te spelen en zich te ontwikkelen. Er wordt een zekere vrijheid geboden maar begrensd door omgangsvormen, normen en waarden.De volgende uitgangspunten liggen ten grondslag aan de dagelijkse gang van zaken op de speelzalen.

Visie

De opvoeding is gericht op de ontplooiing van een kind tot een zelfstandig, evenwichtig en sociaal persoon en op het aanleren van sociale vaardigheden.Elk kind heeft het recht om onvoorwaardelijk geaccepteerd te worden. Kinderen worden met respect benaderd en krijgen de ruimte voor hun eigen ontwikkeling.Bij beslissingen over de vorm en werkwijze van de speelzaal staat het welzijn van het kind centraal.Het is belangrijk dat een kind zich veilig en geborgen voelt, een kind moet bekend zijn met de plaats en de manier van opvang. Het streven is dat er steeds vertrouwde volwassenen en kinderen aanwezig zijn. Een veilige en vertrouwde omgeving stimuleert de ontwikkeling van zelfvertrouwen.Een kind heeft recht op individuele aandacht en zorg, rekening houdend met de belangen van het individuele kind en die van de groep als totaal. De speelzalen bieden ook voor chronisch zieke kinderen en kinderen met een handicap ruimte voor opvang. De verschillende belangen vragen om maatwerk in zorgvuldig overleg met ouders en andere betrokkenen.

1 Een voorschool is een peuterspeelzaal verbonden aan een basisschool met een educatief programma, het zogeheten VVE-programmaVastgesteld mei 2016, laatst gewijzigd februari 2017, geldig tot februari 2018 3

Ambitieniveau

Het ambitieniveau van oosterpark is B. Dit betekent dat het een VVE-peuterspeelzaal is. Bij dit ambitieniveau staat spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen, educatie en monitoring centraal. Dit betekent:--- Onder begeleiding veilig spelen met andere kinderen.--- Aandacht voor primaire sociale vaardigheden zoals luisteren naar elkaar, rekening

houden met elkaar en omgang met regels.--- Aandacht voor de sociale vaardigheden en sociaal-emotionele ontwikkeling,

identiteitsontwikkeling en zelfredzaamheid--- Aandacht voor de emotionele veiligheid, de ontwikkelen van taal en rekenen, de

ontwikkeling van de motoriek, de creatieve ontwikkeling en de morele ontwikkeling.

--- Signaleren van eventuele ontwikkelingsachterstanden.--- Ondersteunen van ouders met opvoedingsvragen.--- Geven van effectieve aandacht aan kind met een (dreigende)

ontwikkelingsachterstand.--- Het bijhouden van een dossier waarin de doorgaande leerlijn van het kind

bijgehouden is en relevante acties gedocumenteerd zijn.

Voorschoolprogramma

Wij werken op de voorschool met een integraal educatief programma (VVE-programma) dat de ontwikkeling stimuleert op het gebied van taal, rekenen, sociaal-emotionele en motorische ontwikkeling.Dit is een methode om de ontwikkeling van peuters en jonge kleuters optimaal te stimuleren. Door betekenisvolle activiteiten kunnen kinderen zich ontwikkelen en groeien. Wij kiezen de activiteiten die bij onze doelgroep passen. Binnen dit voorschoolprogramma kan op onderdelen beredeneerd worden afgeweken op basis van observatiegegevens van onze pedagogisch medewerkers. De accenten liggen op voorwaarden voor een optimale ontwikkeling (veiligheid, geborgenheid, zelfvertrouwen) op sociale en communicatieve competenties, op taalontwikkeling, beginnende geletterdheid en het leren van Nederlands (als tweede taal). Veel aandacht gaat dan ook naar spelactiviteiten waarbij we de ontwikkeling van het kind kunnen observeren en stimuleren. We doen dit door interactie met spel, voorlezen en aan te sluiten bij de belevingswereld van de peuters. De pedagogisch medewerkers stimuleren de ouders om die activiteiten ook thuis uit te voeren met hun kinderen. We streven naar een doorgaande leerlijn met de basisschool. Een doorgaande lijn bereiken we door samen met de school af te stemmen over de visie op VVE en het pedagogisch klimaat, op ouderbeleid, op zorgbeleid, op overdracht kind

gegevens, op gezamenlijk overleg & evaluatie en op opleiding/nascholing. Indien er sprake is van zorg en als een kind doorstroomt naar de basisschool waarmee intensief wordt samengewerkt, zorgen we voor een warme overdracht plaats (dit is een gesprek én observatieformulier).


De vier ontwikkelingsdomeinen

De vroeg- en voorschoolse educatie (VVE) heeft als doel om via kindgerichte activiteiten kinderen te stimuleren om zich te ontwikkelen. Op de speelzaal werken we met het Amsterdams groepsprofiel. Dit Amsterdams groepsprofiel is gericht op de kwaliteit van de groep; we werken aantoonbaar en opbrengstgericht aan de brede ontwikkeling van het jonge kind. Dit gebeurt vanuit een holistische kijk op de ontwikkeling van kinderen en is in de praktijk herkenbaar specifiek gericht op de vier ontwikkelingsdomeinen zoals beschreven door SLO (taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling en motorische ontwikkeling).De ontwikkeling van een kind verloopt via bepaalde stappen in de ontwikkeling. Deze ontwikkeling is in vier ontwikkelingsgebieden onder te verdelen. Voor elk gebied is een (ontwikkelings-)lijn bestaande uit verschillende stadia en einddoelen. Deze einddoelen zijn competenties die de meeste kleuters bij start op de basisschool beheersen. Op de voorschool werken wij aan deze einddoelen vanuit de competenties die het kind al heeft. Wij stemmen de activiteiten hierop af om het kind te stimuleren een volgende stap in zijn/haar ontwikkeling te maken.

TaalontwikkelingDe taalontwikkeling bestaat uit: mondelinge taalvaardigheid, ontluikende en beginnende geletterdheid en taalbeschouwing. De taalontwikkeling wordt op vele manieren gestimuleerd. Eigenlijk zijn we de hele dag met taal bezig. We lezen veel voor uit prentenboeken. Tijdens het lezen stoppen we regelmatig om de plaatjes te laten zien en de reacties van de kinderen te vragen. Ook gaan we in op wat er gebeurd. In de kring houden we elke dag een kringgesprek. Kinderen worden gestimuleerd om te vertellen over hun eigen ervaringen en gebeurtenissen. In de thema hoek worden er rollenspellen gespeeld aan de hand van het thema. Dit kan bijvoorbeeld de kapper, de bakker, de dokter of de kinderboerderij zijn. Vanuit de huishoek wordt de themahoek bezocht en ook in de andere hoeken wordt ingegaan op het thema. In de leeshoek worden steeds nieuwe en leuke prentenboeken neergelegd die kinderen zelf kunnen pakken. We gaan zoveel mogelijk in op vragen van kinderen om voorgelezen te worden. We benoemen gedrag, emoties en wensen van de kinderen.

RekenontwikkelingDe rekenontwikkeling van het jonge kind bestaat uit: getallen (omgaan met de telrij, omgaan met hoeveelheden, omgaan met getallen), meten (algemeen, lengte, omtrek en oppervlakte, inhoud, gewicht, geld, tijd) en meetkunde (oriënteren en lokaliseren, construeren, opereren met vormen en figuren). Kinderen ontdekken spelenderwijs de wereld om zich heen. In het begin leert het kind alleen van concrete materialen en na verloop van tijd vormen zich beelden en woorden in de gedachten van een kind. Door te spelen met materialen en mee te doen aan activiteiten, doen kinderen ervaring op met rekenaspecten, zoals vergelijken, meer en minder, groot en klein, tellen, ordenen, meten tijdsbesef en construeren. Ook leren kinderen praten over concrete voorwerpen die niet zichtbaar


zijn en vertellen over gebeurtenissen in het verleden.Wij creëren een omgeving die prikkelend en uitdagend is. We stimuleren het kind de materialen te gebruiken dat bij de ontwikkelingsfase past. We leren de kinderen spelenderwijs bepaalde begrippen bij, zoals onder, boven, groot, klein, dik en dun.We laten het kind vooral zelfstandig oplossingen bedenken voor problemen.In de voorschool zijn heel veel puzzels en ook spelletjes als lotto, domino en andere denkspelletjes. Kinderen kunnen veel van deze materialen zelf pakken en aan tafel maken. Vaak is er wel een groepje aan tafel bezig en zit een van de pedagogisch medewerkers erbij om de kinderen te stimuleren en te helpen als het niet (meer) lukt of als er instructie gegeven moet worden. Ook stimuleren we het spel op verschillende manieren te gebruiken of het spel steeds moeilijker te maken.

Sociaal-emotionele ontwikkeling De sociaal-emotionele ontwikkeling bestaat uit: zelfbeeld/ontwikkeling van identiteit, ontwikkeling van zelfstandigheid, sociaal gedrag/ontwikkeling van sociale vaardigheid, werkhouding en concentratie.We gaan uit van het kind als individu. Door observatie en meespelen volgen we de ontwikkeling van het kind en stimuleren het kind een volgende stap in de ontwikkeling te maken. We krijgen kinderen in de voorschool met allerlei verschillende achtergronden en uit allerlei verschillende culturen. Wij stimuleren de kinderen om op een goede manier met elkaar om te gaan.De emotionele ontwikkeling van het kind heeft betrekking op het herkennen van gevoelens bij zichzelf en anderen en het leren daarmee om te gaan.Er is een veelheid aan gevoelens die eigenlijk allemaal terug te voeren zijn op vier basisemoties: blij, boos, bedroefd en bang. Belangrijke voorwaarden voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen zijn: continuïteit binnen de groep, het stimuleren van contact tussen kinderen onderling en met de medewerkers, duidelijkheid geven over de geldende regels, het scheppen van een veilig klimaat, openstaan voor de emoties van anderen, ingaan op emoties van kinderen.Bij sociale ontwikkeling horen de volgende begrippen: leren delen, wachten op elkaar, samenwerken, elkaar helpen, leren meningsverschillen op te lossen, vragen als je iets wilt hebben, of hulp nodig hebt, leren opkomen voor jezelf, luisteren naar elkaar en behoefte leren uitstellen. Wij stimuleren het sorry zeggen tegen elkaar. Wij leren het kind in te zien wanneer het een ander kind pijn heeft gedaan of dat hij niet iets mag afpakken. Een time out zetten we in om een kind even uit de situatie te halen als het ons met woorden niet lukt om het kind te bewegen tot ander gedrag. Het kind kan kort (1-3 minuten) op een andere plek gaan zitten samen met de pedagogisch medewerker of zonder de pedagogisch medewerker. We geven aan welk gedrag we wel willen zien.Wij proberen de kinderen zelfredzaam te maken, door kinderen te stimuleren zoveel mogelijk handelingen zelf uit te voeren. Dit gaat stapje voor stapje.Wij leren de kinderen om gezamenlijk en zelfstandig op te ruimen. Wij respecteren en erkennen ieders persoonlijke achtergrond, cultuur en godsdienst en we verwachten dit ook van anderen en dragen dit over aan de kinderen.De wereld van het kind wordt steeds groter. Het leert dat niet iedereen hetzelfde denkt, vindt, doet en zegt. Niet alleen proberen we respect bij te brengen voor waarden en normen, we proberen ook vooroordelen te voorkomen.


We laten het kind in zijn waarde. We wijzen het kind niet af, we benaderen kinderen altijd positief en we gaan uit van respect voor elkaar. Wel reageren wij op ongewenst gedrag.Het doel is dat kinderen zich later bewust worden van hun eigen waarden en normen en die van anderen respecteren.

Motorische ontwikkelingDe motorische ontwikkeling bestaat uit: de grote motoriek, de kleine motoriek en de tekenontwikkeling. De lichamelijke ontwikkeling gaat eigenlijk voor een groot deel vanzelf. Het kind groeit en kan door toenemende spierontwikkeling steeds moeilijker oefeningen uitvoeren. De lichamelijke ontwikkeling hangt sterk samen met andere ontwikkelingsterreinen. Zo kan bijvoorbeeld het maken van nieuwe combinaties van bewegingen leiden tot een nieuw cognitief inzicht en ook kan een ontwikkeling op cognitief gebied weer leiden tot nieuwe motorische vaardigheden.Deze ontwikkeling wordt gestimuleerd door goed te eten en te rusten en het kind de ruimte en de stimulansen te geven om zich op allerlei gebieden te ontwikkelen.Belangrijke aspecten van de lichamelijke ontwikkeling zijn de grote en de kleine motoriek.Peuters maken een grote motorische ontwikkeling door in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. De motorische ontwikkeling is met 2 jaar voornamelijk nog grof en zij wordt steeds fijner naarmate het kind ouder wordt.Het is belangrijk dat peuters veel kunnen oefenen in de motoriek en steeds nieuwe uitdagingen krijgen, zowel in de grote als in de kleine motoriek. De fijne motoriek is belangrijk voor de coördinatie en voor het latere lezen en schrijven.

Creatieve ontwikkelingNaast deze vier ontwikkelingsdomeinen vinden wij het ook belangrijk om de creatieve ontwikkeling en de fantasie te stimuleren.Als kinderen spelen ontwikkelen ze hun mogelijkheid zichzelf vorm te geven en zich uit te drukken. Fantasie helpt kinderen om verschillende emoties te verwerken.


De praktijkAdres: : 3de oosterparkstraat 159 1092CW AmsterdamBereikbaar:020 4620344Naam vaste pedagogisch medewerker(s): Femke de Jongh en Janneke SommersOpeningstijden: Oosterpark is van maandag t/m vrijdag geopend. (alleen woensdag gesloten)Groepsgrootte: er kunnen maximaal 16 kinderen per dagdeel op de groepLeeftijd: de leeftijd van de kinderen is tussen 2,5 en 4 jaar

Rooster pedagogisch medewerkers, stagiair en vrijwilliger

Bi zijn twee vaste pedagogisch medewerkers (pm-ers) werkzaam en op maandag een invaller.

maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdagpm-er

JannekeFemkeJanneke

FemkeJanneke

FemkeJanneke

stagiairvrijwilligervoorleesoma

Dagritme Voorschool Oosterpark

Op de groep is een vaste dagindeling. Met dit vaste dagritme en rituelen bieden wij de kinderen veiligheid. Op de dagritmekaarten van de Puk/VVE methode kunnen de kinderen zien waar we mee bezig zijn en wat ze nog kunnen verwachten voor de hele ochtend. Breng uw kind op tijd zodat u nog even met uw kind kunt spelen en wij op tijd met ons programma kunnen starten. -In de hal is een kapstok, waar de jasjes van de kinderen opgehangen kunnen worden. Binnen staat een kast met voor ieder kind een lade, voor persoonlijke spulletjes (reserve kleertjes, luiers, of andere spulletjes). Het meegebrachte fruit gaat op de fruitschaal. De broodtrommel op de ladekast. Voor de buggy’s is ruimte in de tuin onder het afdakje, dus niet in de gang in verband met de brand veiligheid. Hieronder staat dit uitgewerkt.

08:30 – 09:00 uur Aankomst en spelmoment met ouder(s) De peuters komen met hun ouder(s) binnen en kunnen doen wat zij willen: puzzelen, tekenen, kleien, spelen in een hoek, ‘alles’ mag. Tijdens de inloop is er tijd voor een kopje koffie of thee en kunt u zich informeren over de lopende zaken op de groep. Welke thema’s we behandelen en welke woorden we gebruiken. Samen met uw kind Vastgesteld mei 2016, laatst gewijzigd februari 2017, geldig tot februari 2018 8

kunt u even een puzzeltje maken of spelen in een van de hoeken. U heeft de mogelijkheid om met de pm-er over van alles en nog wat te praten. Ouders maken kennis met elkaar, wisselen ervaring en tips uit. Ouders ontdekken waarmee (en met wie) hun kind graag speelt.

9.00 uur-10.00 uur

Afscheid van de ouder. We starten de kring met het groeten van elkaar. In de kring zingen we liedjes, vertellen iets om de beurt, spelen een spelletje, doen een toneelstukje of lezen een boek. Soms introduceren we een thema of activiteit of bespreken we een regel van de groep of een emotie. Daarna gaan we spelen en/of werken met een klein groepje kinderen. Naast het vaste programma is er veel mogelijkheid tot eigen initiatief en keuze van de kinderen. Het thema is de rode draad van de activiteiten en de verschillende hoeken die we aanbieden. Door spel te stimuleren, activiteiten en een rijke speelleeromgeving aan te bieden ondersteunen wij kinderen in hun ontwikkeling. Goed naar de kinderen kijken en ontdekken wat ze nodig hebben om de volgende stap te maken in hun ontwikkeling te maken is de basis van onze plannen. Zien waar hun interesses liggen en plezier in beleven is het belangrijkste om de betrokkenheid van kinderen te stimuleren.

10.00- 10.30 uur toilet/ fruit eten en water drinken

Na het werken en opruimen gaan de kinderen naar het toilet en wassen ze hun handen. Elk kind krijgt een bakje fruit en een glas water. Samen zingen we het liedje eet smakelijk. Aan tafel praten we over wat ons bezighoudt, wat we gedaan hebben of lezen we een boek v

10:30 - 11:30 uur Spelen

Daarna gaan we spelen en/of werken met een klein groepje kinderen om de ontwikkeling van het kind te stimuleren. Het spel gaat meestal over het thema waarmee de voorschool op dat moment werkt. Het samen spelen is een belangrijk aandachtspunt. De andere pedagogisch medewerker observeert en houdt de rest van de groep in de gaten. We doen verschillende activiteiten, zoals plakken verven, knippen. De kinderen mogen op het kleed met duplo, dieren of Nopper spelen. Er worden veel foto’s gemaakt. Door het bekijken van de deze foto’s kunnen kinderen makkelijker terugdenken/kijken naar wat er gebeurt. Het denkvermogen wordt “geprikkeld” We hebben een telefoon app waar we meteen de gemaakte foto’s door sturen aan de ouders. Maar natuurlijk zijn de foto’s ook gewoon leuk aan ouders te laten zien en te bewaren mee naar huis te nemen en voor het afscheidsmap.

11:30 -12:00 uur Opruimen, Toilet, Brood eten.

Als het opruimliedje wordt opgezet moet er worden opgeruimd. De pm-er geeft het voorbeeld en spelenderwijs wordt het speelgoed gesorteerd, gelokaliseerd en ook de spraak/taal ontwikkeling wordt aangewakkerd door het benoemen van datgene waar we mee bezig zijn. De kinderen gaan in de rij staan om te plassen. Kinderen met luiers worden verschoond en dan gaan we handen wassen. De kinderen mogen hun


broodtrommel en de beker water boven de kast pakken en aan tafel gaan zitten. Zo bevorderen we hun zelfredzaamheid. Aan tafel praten we over wat ons bezighoudt en zingen we liedjes of lezen een boekje aan de hand van het thema. We eindigen altijd met het liedje smakelijk eten en daarna gaan we brood eten en drinken.

12:00 – 12:45 Naar buiten/gymzaal/speellokaalAfhankelijk van het weer gaan we buiten spelen in onze eigen tuin. Deze speelplaats ligt op een afgeschermde binnenplaats van het buurthuis. De kinderen trekken hun jasjes zelf aan. De kinderen die het nog niet kunnen helpen we . Zo wordt de spraak/taal ontwikkeling aangewakkerd door het benoemen van datgene waar we mee bezig zijn.De kinderen mogen met de fietsjes, ballen en met stoepkrijt spelen enz. Een belangrijk punt is het leren rekening houden met elkaar. Elkaar helpen als dat nodig is en het delen van speelgoed. Mocht het geen mooie weer zijn blijven we binnen doen we andere activiteiten zoals : keien ,mozaïeken, hamer tik en puzzelen enz. We mogen gebruik maken van de gymzaal in het buurthuis. We gebruiken de gymzaal als het echt slecht weer is en de kinderen hebben echt behoefte aan beweegspelletjes. We gaan met de lift naar boven. We nemen balletjes mee om te voetballen. De kinderen kunnen rennen ,rollen en springen enz.

13:00 uur Kinderen worden opgehaald

De kinderen worden weer opgehaald. let u er op dat om 13.00 uur de voorschool sluit, kinderen moeten dan echt opgehaald zijn! tijdens het ophalen vertelt de leidster over hoe de dag is verlopen.heeft een ouder meer tijd nodig voor een gesprek kan altijd een afspraak worden gemaakt.

Wennen

De eerste keer naar de voorschool is vaak een ingrijpende gebeurtenis voor zowel de ouders als voor het kind. Het ene kind kent de speelzaal al en kan bijna niet wachten, het andere kind vindt het allemaal nog wat spannend. In beide gevallen moet het kind wennen. Als het kind op de voorschool komt, houdt de pedagogisch medewerker een kennismakingsgesprek met de ouder(s). In dit gesprek vertelt ze de algemene zaken en manier van werken van de voorschool. Ook vragen we naar bijzonderheden van het kind en waar het graag mee speelt om zo het kind beter te leren kennen en te begeleiden bij het wennen.Wij spreken af dat de ouder er de eerste ochtend bij blijft. Daarna maken we afspraken met de ouder over de wenperiode. Het wennen gaat stapsgewijs. Het uitgangspunt bij het afspreken van de duur van de wenperiode, is dat we kijken hoe het kind zich voelt en hoeveel tijd het kind nodig heeft. Als de pedagogisch


medewerker merkt dat een kind te lang verdrietig is en zich niet fijn voelt, neemt ze contact op met de ouder. Als een ouder ongerust is, kan die uiteraard altijd even de pedagogisch medewerker bellen op de groep, zodat de zorgen kunnen worden weggenomen.We vertellen ouders dat het heel belangrijk is om duidelijk afscheid te nemen van het kind en niet stiekem weg te gaan. Het kind weet dan niet waar het aan toe is. Als een ouder bijvoorbeeld zegt dat het een boodschap gaat doen, is dit voor het kind duidelijk te overzien en kan de pedagogisch medewerker het kind hieraan herinneren als het kind erom vraagt.We vertellen aan ouders dat kinderen het voelen als zij twijfelen omdat ze zelf moeite hebben met afscheid nemen. Kinderen worden hier onzeker van.Kinderen die nieuw zijn en moeite hebben met afscheid nemen (en huilen) proberen we gerust te stellen door hen op schoot te nemen en te troosten. Dit doen we alleen als het kind dit zelf wil en hiervoor openstaat. Sommigen kinderen willen dit niet. Deze kinderen proberen we toch op hun gemak te stellen door rustig tegen hen te praten en speelgoed te laten zien dat bij hun interesse past en het kind uit te lokken om (samen) te gaan spelen.We hebben oog voor verdriet en besteden hier altijd aandacht aan. We praten met het kind, troosten het, nemen het op schoot, geven een aai over de bol. Zo voelt het kind zich door ons gezien en begrepen.We vinden het belangrijk dat er een veilige en ontspannen sfeer in de voorschool is..

Feesten en rituelen

Bij …..Oosterpark hebben we verschillende feesten en rituelen. Wij hebben respect voor ieders culturele achtergrond en willen daarom de kennis laten maken met de feesten en vieringen van andere culturen, geloven en achtergronden.Zo vieren wij: Sinterklaas, Kerst, het Suikerfeest, Pasen, het Offerfeest en Sint Maarten.

Wij maken knutselwerkjes in het thema, leren de kinderen de bijbehorende liedjes en er wordt gezamenlijk voor een maaltijd gezorgd. Vaak vragen wij de ouders om kleine hapjes mee te nemen. Bij het Sinterklaasfeest benadrukken we dat het gaat om een kinderfeest met bijbehorende cadeautjes. Sint en Piet zijn maatjes, vorm of kleur is niet aan de orde. Het kerstdiner vieren we (als de groep niet te groot is ) samen met de ouders. We vragen ouders om mee te helpen met de organisatie, de hapjes, opruimen of iets anders. Ook kan het voorkomen dat we een feest gezamenlijk met de school vieren. Sinterkaasfeest, Pasen en Sint Maarten. Alle feestelijkheden worden versierd door de kinderen met allerlei knutselwerkjes.


Verjaardag

We vinden het belangrijk om hier aandacht aan te besteden op de groep. De jarige mag op de verjaardag stoel zitten. Krijgt een mooie feestmuts op en wordt toegezongen door de andere kinderen. We zingen verjaardagliedjes in verschillende talen. De kinderen beleven veel plezier aan het herkennen van de moedertaal. Omgangsnormen als feliciteren, handje geven enz. worden besproken en aangeleerd. Een ander kind in de groep mag het cadeautje aan de jarige geven. Na het uitpakken is het de beurt aan de jarige om uit te delen. We vragen de ouders om te denken aan een gezonde traktatie. De PM-er kan als dat nodig is ideeën geven. Een klein speelgoedje wordt ook erg gewaardeerd door de kinderen.

Afscheid

Als een kind de voorschool verlaat omdat het naar de basisschool gaat of gaat verhuizen, wordt er aandacht aan besteed. Als de kinderen 4 jaar worden en naar de basisschool gaan, wordt ook het afscheidsmap meegegeven. Dit boek zit vol met knutselwerkjes en foto’s van het kind en is daardoor een leuke herinnering aan de tijd op de voorschool. Ook als een kind voortijdig (verhuizing) de voorschool verlaat, is er een cadeautje en een werkmapje.

Ritueel tijdens het zindelijk worden

Het zindelijk worden is een belangrijke gebeurtenis in de kindertijd .Kinderen komen vaak nog met een luier en gaan als ze vier zijn zindelijk van de speelzaal. Zodra ouders aangeven dat ze thuis bezig zijn met het zindelijk worden, stimuleren we de kinderen om zelf naar het toilet te gaan. We helpen ze eraan te herinneren, ondersteunen bij de handelingen als sluitingen openen en dicht maken, zitten, doorspoelen en na afloop handen wassen en drogen. We geven complimentjes en doen niet moeilijk over ongelukjes. We vragen ouders om wat extra kleren in het laadje van het kind te doen.

Ritueel voor het naar buiten gaan

Na het eten gaan we meestal naar buiten. Na een tijd rustig aan tafel is het voor veel kinderen fijn om weer even lekker te bewegen. Eerst moeten de broodtrommels weer in de laadjes opgeruimd worden en dan is het tijd om de jas aan te trekken.De kinderen worden aangemoedigd om zelf de jas aan te doen. De handige truc om de jas onderste boven op de grond neer te leggen wordt voorgedaan. Met de sluitingen is meestal nog hulp nodig. Ook moedigen we de kinderen aan om elkaar te helpen zodat we dan snel naar buiten kunnen. We gaan pas naar buiten als de pm-er de deur open gedaan heeft.


Inrichting van binnen en buitenruimte

Wij creëren een rijke speelleeromgeving, die tegemoet komt aan verschillende interesses en ontwikkelingsstadia van kinderen en bijdraagt aan een brede ontwikkeling. De speelleeromgeving is overzichtelijk en gestructureerd ingericht zodat de ontwikkelgebieden (taal, rekenen, sociaal–emotionele ontwikkeling en motoriek) verkend en onderzocht kunnen worden. De speelleeromgeving is zo ingericht dat kinderen zoveel mogelijk zelfstandig kunnen ontdekken en spelen en dat er een balans is tussen uitdaging en veiligheid. De ruimte wordt steeds aangepast aan het betreffende thema. We zorgen voor uitdagend materiaal dat op meerdere manieren bruikbaar moet zijn. Ook maken wij gebruik van materialen van buiten en kosteloos materiaal. We letten hierbij op de samenstelling van de groep. Kinderen kunnen en mogen hier zelfstandig spelen. Zo leren ze zelf initiatieven te nemen en te ontdekken.

BinnenruimteDe binnenruimte is ingericht in verschillende hoeken:De huishoek: . Er is een huishoek met een kookgedeelte, een tafel met stoelen. Een verkleedkast met spiegel en een baby bedje en een oranje bankjes waar kinderen even bij kunnen kletsen.

De bouwhoek: er is een bouwhoek waar gespeeld kan worden met de dieren en de boerderij, de Duplo, auto’s ,Noppen en de treinrails.De leeshoek: er is een leeshoek, waar de kinderen zich even terug kunnen trekken om een boekje te lezen op een grote groene bank.

De knutselhoek(atelier): Een knutselhoek of atelier met aan de muur een schilderbord. Al het materiaal staat niet op kind hoogte. Ze mogen het vragen of wij bieden het aan om te knutselen. Er staan bakken met kosteloos materiaal en emmers met verschillende kleuren klei en bijbehorende materiaal

Algemene tafel: Bij de algemene tafel staat en kast vol met puzzels. De kinderen kunnen zelf ook een puzzel pakken. Deze puzzels worden gemaakt aan deze tafel. Aan de algemene tafel eten we fruit en eten brood samen met de kinderen. Bij deze tafel staat nog een ladekast waar spullen van de kinderen zitten als ze werkjes willen meenemen mogen ze het in hun laadjes zetten.

Door de speelhoeken te labelen en van de verschillende voorwerpen is het ook weer overzichtelijk voor de kinderen( en de inval) om op te ruimen. De verschillende hoeken kunnen desgewenst worden aangepast aan het thema. Zo kan de huishoek er uitzien als een ziekenhuis of de bouwhoek versierd worden als een subtropisch paradijs bij het thema: oef wat warm. In de ruimte hangen de dagritme kaarten. Het tijdsbesef wordt door deze afbeeldingen gestimuleerd. Voorbeeld: Een kind wil naar huis en vraagt “Wanneer komt mama?” De p.m.-er kan dan de afbeeldingen van het programma laten zien. Na het eten buitenspelen en dan is het weer tijd


Buitenspeelplaats / Gymzaal Deze speelplaats ligt op een afgeschermde binnenplaats van het buurthuis. Er is een schuur waar fietsen, ballen, bolderkaren, skippyballen en stoepkrijt nog veel meer buienspeelgoed. Voor de veiligheid van de kinderen en van de p.m.-er mogen de kinderen zelf geen fietsen pakken dat mag alleen de p.m.-er doen. De kinderen mogen met de fietsjes, ballen en met stoepkrijt spelen enz. Een belangrijk punt is het leren rekening houden met elkaar. Elkaar helpen als dat nodig is en het delen van speelgoed. Mocht het geen mooie weer zijn mogen we gebruik maken van de gymzaal in het buurthuis. We gebruiken de gymzaal als het echt slecht weer is en de kinderen hebben behoefte aan bewegen. We gaan met de lift naar boven op de tweede verdieping. We nemen balletjes mee om te voetballen. De kinderen kunnen rennen ,rollen en springen enz.Er zijn geen anderen materialen waar de kinderen mee kunnen spelen.

Op andere momenten verlaten we de school bij de jaarlijkse brandoefening. (ontruimingsplan ter inzage op de locatie) en bij uitstapjes naar het park of naar Artis. Bij deze uitstapjes hanteren we het protocol uitstapjes. We zorgen voor voldoende begeleiding. We vragen ouders mee als ondersteuning.

Voorschools programma

Bij Oosterpark werken we met het voorschoolprogramma ko-totaal. Dit programma kenmerkt zich door het speelse en uitdagende karakter. Ko-totaal is een programma voor voorschoolse en vroegschoolse educatie (VVE) voor peuters en kleuters met een taalachterstand. Het programma werkt met de poppen Puk en Ko en richt zich naast taal en rekenen op de sociaal-emotionele ontwikkeling en motoriek.Ko-totaal wordt uitgevoerd op voorscholen, kinderdagverblijven en scholen.Ko-totaal is thematisch opgebouwd. Een thema duurt drie tot vier weken, waarin verschillende activiteiten rond het thema worden uitgewerkt. Pop Puk en Pop Ko staan centraal bij de programma’s van Ko-Totaal. De thema’s zijn niet naar toenemende moeilijkheidsgraad of ontwikkelingsniveau opgebouwd. Alleen tussen het peuterprogramma en het kleuterprogramma is een duidelijk verschil. De leidster, leider of leerkracht kan het programma aanpassen aan het niveau van het kind. Hiervoor worden duidelijke aanwijzingen gegeven. Omdat er veel in kleine groepjes wordt gewerkt, gaat Ko-totaal uit van twee pedagogische medewerker op een groep.

De ontwikkelingsdomeinen

TaalontwikkelingDe taalontwikkeling bestaat uit: mondelinge taalvaardigheid, ontluikende- en beginnende geletterdheid, taalbeschouwing. Op onze locatie werken we hieraan door: De mondelinge taalvaardigheid wordt op vele manieren gestimuleerd. Al tijdens het binnenkomen van de peuters zorgen we ervoor dat er een gesprekje komt. Goede morgen, wat fijn dat je er bent, enz. enz. Om een goede interactie te waarborgen zorgen we er voor dat er vragen gesteld worden op het individuele niveau van het


kind. In de kring worden de kinderen gestimuleerd om te vertellen uit eigen ervaringen en gebeurtenissen. Tijdens de activiteiten in de kleine groepjes is er nog meer gerichte aandacht voor de taalstimulering. Het meespelen, meepraten van de p.m.-er lokt uit tot een gesprek.Een hulpmiddel bij de taalontwikkeling zijn de woordkaarten. Deze kaarten maken de woorden die bij een bepaald thema horen visueel. De ouders kunnen de kaarten eventueel mee naar huis nemen om de woorden te oefenen.Ook tijdens het eten aan tafel wordt er gewerkt aan taalstimulering. De jonge peuters zullen in het begin alleen met woorden als appel, banaan enz. kenbaar maken wat ze willen eten maar na verloop van tijd is er spraken van een vraagstelling: mag ik asjeblieft een …….?Op voorschool Oosterpark wordt veel voorgelezen. Om de ontluikende en beginnende geletterdheid te bevorderen vinden we een uitdagende leeshoek erg belangrijk. We zorgen voor leuke prentenboeken die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. De kinderen kunnen zelf een boekje pakken en we gaan indien mogelijk altijd in op vragen om samen te lezen. In de voorschool worden materialen en deuren kasten de wc’s enz. gelabeld zo word de beginnende geletterdheid bevordert.

RekenontwikkelingDe rekenontwikkeling van het jonge kind bestaat uit: getallen (omgaan met de telrij, omgaan met hoeveelheden, omgaan met getallen), meten ( algemeen, lengte, omtrek en oppervlakte, inhoud, gewicht, geld, tijd), meetkunde (oriënteren en lokaliseren, construeren, opereren met vormen en figuren).Op onze locatie werken we hieraan door: Het meten leren we de kinderen aan door te bouwen in de bouwhoek. Een hoge toren, een lage. We knippen stroken papier en vergelijken de lengte. We gebruiken de water om de kinderen te laten ervaren wanneer iets vol of leeg is. De getallen leren we spelenderwijs door middel van de verschillende telliedjes zoals bv 1,2,3,4, hoedje van papier of alle vingers tellen. Zo is het eenvoudig om de telrij aan te leren. In de kring worden de kinderen geteld. Zijn we er allemaal of zijn er een paar kinderen niet? Voor de oudere kinderen gaan we een stapje verder en gebruiken we ook getal symbolen 1, 2, 3, 4 en 5. We leren ze dat de getallen een hoeveelheid betekenen. Bij een afbeelding van een 2 horen twee autootjes etc. etc. Zo zijn er ook telkaarten tot en met 10 die op deze manier gebruikt worden.

Sociaal-emotionele ontwikkeling van het jonge kindDe sociaal-emotionele ontwikkeling bestaat uit: zelfbeeld/ontwikkeling van identiteit, ontwikkeling van zelfstandigheid, sociaal gedrag/ ontwikkeling van sociale vaardigheid, werkhouding en concentratie.Op onze locatie gaan we uit van het kind als individu. We kijken waar een kind staat in zijn ontwikkeling en zorgen zo voor begeleiding op maat. Op voorschool Oosterpark komen kinderen met verschillende achtergronden bepaald door cultuur of


scholing ouders. We vinden het belangrijk dat de kinderen op een leuke manier met elkaar omgaan. Dit houd in dat:

1. We aandacht besteden aan het naar elkaar luisteren, iedereen mag iets vertellen.

2. We moedigen de kinderen aan om elkaar te begroeten, dankjewel of sorry te zeggen.

3. We stimuleren het wachten op je beurt of op elkaar. We beginnen met eten als iedereen zijn trommeltje heeft en gaan pas naar buiten als iedereen zijn jas aan heeft.

4. We zullen de kinderen altijd aanmoedigen om elkaar te helpen.5. We geven de kinderen handvatten zodat ze voor zichzelf kunnen opkomen.

Motorische ontwikkelingDe motorische ontwikkeling bestaat uit: de grote motoriek, de kleine motoriek en de tekenontwikkeling. De ontwikkeling van motorische vaardigheden begint bij de grote motoriek. Aan de hand van de verschillende voorbeelden hieronder stimuleren wij de kinderen hun vaardigheden te vergroten.

1. We zingen de liedjes: zo gaat de molen, helikopter, hoofd schouder knie en teen, “enz. Tijdens deze liedjes moeten de kinderen hun armen, benen, voeten veel bewegen. De coördinatie wordt gestimuleerd.

2. Tijdens de kring maken we tijd voor gymnastiek. Daar kunnen we verschillende spelletjes doen zoals gooien en vangen met de bal. Natuurlijk is er ook veel ruimte om te springen en te dansen.

3. We beschikken ook over een buitenspeelplaats. Daar bestaat de mogelijkheid om te fietsen, te rennen, balanceren op de loopklossen en te voetballen.

4. We spelen actief mee met de kinderen. We doen groepsspelletjes als tikkertje, verstoppertje enz.

5. Om de vaardigheden betreffende de kleine motoriek te stimuleren wordt er op de groep veel gepuzzeld, geknutseld, getimmerd (hamertje tik) enz.

6. Bij het puzzelen starten we met de insteekpuzzels. We begeleiden de kinderen door steeds een stapje verder te gaan totdat ze uiteindelijk zelfstandig een legpuzzel kunnen maken van een flink aantal stukjes.

7. De kinderen kunnen bouwen met verschillend materiaal. Niet alleen Duplo, Nopper en andere blokken, maar ook kosteloos materiaal als piepschuim, kartonnen dozen of wc. rollen.

8. Een goede pengreep is erg belangrijk. Als voorbereiding op de basisschool oefenen we met de kinderen het vasthouden van pen of potlood en stiften.

Creatieve ontwikkelingWanneer kinderen spelen ontwikkelen ze hun mogelijkheid zichzelf vorm te geven en zich uit te drukken. Fantasie helpt kinderen verschillende emoties te verwerkenOp onze locatie werken wij hieraan door hen zoveel mogelijk de ruimte te geven in hun spel. Tijdens de inloop, maar ook op andere momenten gedurende de dag kunnen de kinderen ongeremd hun fantasie kwijt. Ze kunnen gebruik maken van een hoop verkleedkleren om een andere rol te spelen. Ook kunnen ze gebruik maken van het atelier (de knutselhoek). Daar kunnen ze al hun fantasieën op papier zetten. Een mooi schilderij maken op het verfbord of een draak en hartjes maken van klei.


OrganisatieIndividueel profiel

Dynamo zorgt ervoor dat er op elke groep twee pedagogisch medewerkers werken. Dit zijn beroepskrachten die op minimaal pw-4 niveau opgeleid zijn en een taalcertificaat en een startcertificaat vve hebben. Pedagogisch medewerkers zijn daarmee startbekwaam. Startbekwaam wil zeggen dat pedagogisch medewerkers minimaal het niveau beheersen zoals dat beschreven staat in het competentieprofiel Basistraining VVE voor vaste medewerkers. Daarnaast worden pedagogisch medewerkers elk jaar bijgeschoold. Dynamo vindt het belangrijk om de vakkennis van de pedagogisch medewerkers bij te houden, omdat het vakgebied altijd in ontwikkeling is.Hiervoor wordt jaarlijks een opleidingsplan gemaakt. Vaste onderdelen hierin zijn de herhaling EHBO, de herhaling RIE, basis en daarna verdieping Kinderen die Opvallen. Zij worden (of zijn indien zij al ervaring hebben bij aanname) vakbekwaam door de opleidingen en begeleiding (zie groepsprofiel) die wij bieden.Op elke locatie is één van de pedagogisch medewerksters op hbo-niveau geschoold. Zij heeft een hbo-opleiding of een evc-traject gevolgd om tot het hbo-niveau te komen. Alle hbo-ers op de groep hebben vervolgens een éénjarige opleiding Hbo-er op de groep gevolgd van het NJI.

Groepsprofiel

De beroepskrachten worden ondersteund door een pedagogisch coach die hen vakinhoudelijk op individueel niveau en/of groepsniveau ondersteund door coaching op de werkvloer.De beroepskrachten worden ook ondersteund door de intern begeleider; zij zorgt er mede voor dat ons zorgbeleid uitvoering krijgt. De pedagogisch medewerkers signaleren, betrekken de ouders en de intern begeleider erbij en de intern begeleider legt contacten met externe ondersteunende organisaties zoals Okido. De intern begeleider kan ook ondersteunen in gesprekken met ouders en zorgt eventueel voor doorverwijzing naar bv het NSDSK of het Kabouterhuis.De pedagogisch medewerkers worden op de groep ook ondersteund door Okido beroepskrachten. Dit zijn mensen die in dienst zijn van Dynamo met een opleiding die geschikt is om speciale aandacht te kunnen geven aan zorgkinderen.Aan elke locatie is ook een oudercontactmedewerker/functionaris verbonden. Zij zorgt zorg voor de verdieping in de ouderbetrokkenheid samen met de pedagogisch medewerkers. Dit is uitgewerkt in het ouderwerkplan.De logopediste komt regelmatig op de groep om vanuit haar vakgebied te observeren. De pedagogisch medewerkers kunnen ook een observatie aanvragen in het kader van vroegsignalering.


Ontwikkeling van het kind volgen

ObserverenWij volgen de ontwikkeling van ieder kind en van de groep als geheel door dagelijkse observaties. We gebruiken de observaties onder andere om te bepalen hoe we het kind kunnen stimuleren om naar het volgende stadium in de ontwikkeling te gaan, welk kind extra aandacht nodig heeft en hoe we dat in de praktijk gaan uitvoeren. Drie keer per anderhalf jaar vindt er oudergesprek plaats over het welbevinden en de ontwikkeling van het kind op basis van deze observaties.Als het kind naar de basisschool gaat, heeft de pedagogisch medewerker een gesprek met de contactpersoon van de samenwerkende school. In dit gesprek geven we het overdrachtsformulier met de laatste observatie mee. Gaat het kind naar een andere basisschool dan zorgen we ervoor dat het overdrachtsformulier en de observatie meegaan, we houden geen gesprek. We volgen hierin het Overdrachtsprotocol Amsterdam.

In de tijd dat een kind naar de voorschool gaat, worden de gegevens van het kind bewaard in een map in een kast die op slot kan. Dat doen we om ervoor te zorgen dat we adequaat omgaan met de kindgegevens die privacygevoelig zijn. Een gedeelte van de kindgegevens wordt gebruikt voor de overdracht naar de basisschool. Er wordt altijd een kopie bewaard van die overdracht. Alle kindgegevens worden bewaard tot een jaar na het verlaten van de voorschool bewaard, daarna worden ze vernietigd.

Signaleren van eventuele ontwikkelingsachterstand Wanneer wij ons zorgen maken over een kind, zullen wij dit allereerst bespreken met onze collega’s en vervolgens met de teamleider en met de intern begeleider van Dynamo. Wanneer de teamleider en de intern begeleider onze zorg delen, nemen we contact op met de ouder(s). In een oudergesprek spreken we onze zorg uit, kijken we of ouders die zorg delen en indien nodig bespreken we welke stappen er worden ondernomen. We volgen hierbij ons Zorgprotocol (zie oudermap voor het hele protocol). Waar nodig kan de intern begeleider van de basisschool en/of een externe instantie ingeschakeld worden. De ingeschakelde instantie neemt contact op met ons en/of de intern begeleider om het vervolgproces te bespreken en te evalueren. In sommige situaties is het nodig dat ouders een toestemmingsformulier tekenen. Tijdens het hele proces kan het zo zijn dat wij contact opnemen met de externe hulpverlenende instanties zonder eerst de ouders daarvan op de hoogte te brengen. Wij kunnen bij deze instanties terecht voor tips en advies. Dit gebeurt anoniem (dus zonder kindgegevens te geven).

Alle pedagogisch medewerkers van Dynamo hebben vaardigheden en kennis opgedaan om met deze zorgsituaties om te gaan o.a. bij de opleiding, stages en de aanvullende cursussen die Dynamo heeft aangeboden. Denk daarbij aan: EHBO, Hoe om te gaan met kinderen die opvallen, training Veilig thuis. Alle stappen die genomen moeten worden voor zorgkinderen, staan beschreven in het protocol Zorgkinderen met bijbehorend actieplan. Medewerkers van Dynamo werken volgens de Meldcode en het protocol Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. Pedagogisch medewerkers kennen deze protocollen. Voor het doorverwijzen van ouders naar Vastgesteld mei 2016, laatst gewijzigd februari 2017, geldig tot februari 2018 18

passende instanties kan de pedagogisch medewerker gebruikmaken van de Sociale kaart van Amsterdam en de Verwijswijzer.

Samenwerking intern en extern

BasisschoolWe zorgen voor een intensieve samenwerking met school waarin we de doorgaande lijn met de basisschool vormgeven door de volgende onderwerpen af te stemmen met elkaar: de visie op de voor- en vroegschoolse educatie (vve), het pedagogisch klimaat, het ouderbeleid, het zorgbeleid, de overdracht kind gegevens, het gezamenlijk overleg, evaluatie en de opleiding/nascholing. Het overdrachtformulier wordt bij de overgang naar groep 1 aan school overhandigd. Hierin wordt alle relevante informatie over het kind beschreven. Zo kan de leerkracht aansluiten bij de huidige ontwikkeling van het kind en van daaruit verder gaan.

Samenwerking met partners in de buurtWij zoeken verbinding met de buurt waarin de kinderen opgroeien en zorgen voor aansluiting tussen de verschillende leefdomeinen.

Ouder- en kindadviseur (OKA)Op elke basisschool is een ouder- en kindadviseur (OKA); zij geeft adviezen aan ouders op initiatief van ouders en /of de pedagogisch medewerkers.

TeamleiderCora Geijtenbeek is de teamleider van voorschool Oosterpark. De taken van de leidinggevende zijn vooral organisatorisch van aard. De teamleider is het eerste aanspreekpunt voor de pedagogisch medewerkers in geval van calamiteiten. Ook bij problemen van praktische aard nemen de pedagogisch medewerkers eerst contact op met hun teamleider.Ouders kunnen contact met haar opnemen wanneer daar behoefte aan is. De contactgegevens van de teamleider zijn na te vragen bij de pedagogisch medewerkers.

Intern begeleider Pedagogisch medewerkers kunnen bij zorgen over een bepaald kind advies vragen aan de intern begeleider van Dynamo of de intern begeleider van de betreffende basisschool. Hierbij wordt het zorgprotocol gevolgd.

Externe hulpverlenende instantiesWij werken samen met organisaties zoals: GGD (o.a. verpleegkundige /arts/VTO-Team), Okido, Spel aan huis, Veilig Thuis, logopedie en de ouder- en kindadviseur van de samenwerkende basisschool. Indien de pedagogisch medewerker zich zorgen maakt over een kind, kan zij externe hulpverlenende instanties inschakelen. Welke stappen in zo’n situatie worden genomen en hoe de pedagogisch medewerker is toegerust om adequaat te handelen, staat beschreven onder het punt ‘Signaleren van eventuele ontwikkelingsachterstanden’.


Samenwerking met ouders

ContactmomentenVoor het welbevinden van de kinderen en om de ontwikkeling te kunnen stimuleren is goed contact tussen de ouders en de pedagogisch medewerkers van groot belang. Wij beschouwen onszelf als partner in de opvoeding en educatie. Zowel de pedagogisch medewerker als ouders hebben een gemeenschappelijk belang om het kind zich zo goed mogelijk te laten ontwikkelen. Dit vraagt om een investering van zowel de voorschool als van de ouders. Dus wij verwachten van ouders dat zij naar de ouderbijeenkomsten komen, af en toe mee doen op de groep en dat ouders thuis activiteiten doen met hun kind om hun ontwikkeling te stimuleren. De pedagogisch medewerkers kunnen hierbij ondersteunen in de vorm van ideeën en suggesties.

Het eerste contact is uiteraard het kennismakingsgesprek. Hierbij wordt de basis gelegd voor het vertrouwen in elkaar als educatief partner. Daarna zijn er regelmatig contacten aan het begin of eind van de ochtend, als de kinderen gebracht en gehaald worden. Deze contacten zijn belangrijk voor de uitwisseling van informatie over het kind. Als er behoefte is aan een aparte afspraak dan kunnen beide partijen een oudergesprek aanvragen.

Na ongeveer zes weken is er een evaluatie. En er vindt, binnen de anderhalf jaar dat het kind op de voorschool is, op drie momenten een observatie plaats (wanneer het kind 2 jaar en 9 maanden oud is, 3 jaar en 3 jaar en 10 maanden). Na elke observatie vindt er een oudergesprek plaats. Naast de individuele contacten worden er ook minimaal 1 x per jaar ouderbijeenkomsten georganiseerd.Voor ons als pedagogisch medewerkers is het van belang om een goede band met de ouders op te bouwen. De basis hiervoor is respect, een open houding en gelijkwaardigheid.

Ondersteunen van ouders met opvoedingsvragenWaar mogelijk ondersteunen wij de ouders met opvoedingsvragen en verwijzen eventueel door. Dit kan bij de pedagogisch medewerker en bij de oudercontactfunctionaris. Ook is de ouder- en kindadviseur van school beschikbaar voor opvoedingsvragen van ouders.

OudercontactmedewerkerWij stimuleren ouders om naar de bijeenkomsten van de oudercontactmedewerker te gaan. Zij organiseert bijeenkomsten over verschillende educatieve onderwerpen, de thema’s met de bijbehorende activiteiten op de groep en welke activiteiten de ouder daarop aansluitend thuis kan doen. Zij maakt daarbij gebruik van het programma VVE Thuis.

Vierogenprincipe

Peuterlocaties (halve dagopvang en voorscholen) van Dynamo moeten voldoen aan het vierogenprincipe. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt in navolging van de commissie Gunning: 'Een situatie waarin een groep kinderen op Vastgesteld mei 2016, laatst gewijzigd februari 2017, geldig tot februari 2018 20

kinderdagverblijven lang alleen kan zijn met één volwassene, is uit oogpunt van veiligheid niet acceptabel. De halve dagopvang en de voorscholen van Dynamo moeten dus voorkomen dat beroepskrachten/volwassenen zich met één of een aantal kinderen kunnen isoleren.

De manieren waarop Dynamo het vierogenprincipe realiseert is als volgt: --- Er is altijd meer dan één pedagogisch medewerker aanwezig op de groep, tenzij

het aantal kinderen het toelaat dat de groep geleid kan worden door één pedagogisch medewerker (beroepskracht Kind Ratio). Dit gebeurt alleen op die locaties waar de beroepskracht gezien en/ of gehoord kan worden door andere volwassenen

--- De tweede volwassene op de groep is pedagogisch medewerker of Okido-begeleider, intern begeleider, oudercontactmedewerker/functionaris, leidinggevende, coach, stagiair, meedraaiouder of vrijwilliger.

--- Onder bepaalde voorwaarden is het toegestaan dat één persoon op stap gaat met peuters. Deze voorwaarden zijn:- het betreft de vaste pedagogisch medewerker van de eigen vaste groep (niet

Okido-medewerker, niet invaller, niet stagiair, niet vrijwilliger etc.)- de vaste pedagogisch medewerker gaat met maximaal twee peuters op stap- de afspraken uit het document Regels op stap met peuters worden nageleefd- op de groep blijven we voldoen aan de Beroepskracht Kind Ratio- op de groep blijven we voldoen aan het vierogenprincipe d.w.z. er moet een

tweede volwassene zijn- het uitstapje mag alleen naar drukke gebieden waar de pedagogisch

medewerker gezien of gehoord kan worden door anderen (omstanders)- het uitstapje mag niet leiden tot afzondering binnen dan wel buiten, dus naar

buiten in een rustig gebied of naar binnen in een huis is niet toegestaan. --- Pedagogisch medewerkers lopen (onaangekondigd) elkaars groepsruimtes binnen

wanneer er met een groepje ‘alleen’ gewerkt wordt (mits de Beroepskracht Kind Ratio dit toelaat).

--- Er is een geen afscheiding tussen groepsruimtes en verschoonruimte. --- Deuren en ramen zijn deels transparant (doorkijkraam, vrij van glasbedekking).--- Regelmatig staan de deuren van groepsruimtes open.--- Er wordt gezamenlijk gebruikgemaakt van gemeenschappelijke ruimtes (denk aan

gymzaal, buitenspeelplaats, toilet/verschoonruimte).--- Als wij met kinderen alleen zijn, laten we deuren open staan en zijn we ons

bewust dat we gezien en gehoord worden (voorbeeld: een kind helpt fruit schillen in de keuken, een kind moet naar het toilet terwijl we buiten spelen).

--- Wij zorgen ervoor dat het onderwerp (minimaal) één keer per jaar tijdens een oudercommissievergadering besproken wordt.

Achterwacht bij calamiteiten

Er kunnen zich situaties voordoen waarbij de pedagogisch medewerker onverwacht ondersteuning nodig heeft van een volwassene. Bij voorschool Oosterpark is dit geregeld met een afspraak dat ‘altijd’ een beroep gedaan kan worden op onderstaande persoon. Deze persoon kan snel aanwezig zijn, aangezien hij /zij werkzaam is in hetzelfde gebouw/werkzaam is in een naburig pand.


Naam : Beheerder. Hendrik GillichTelefoonnummer : 020 - 4628426 , intern 926Werkplek : buurtcentrum Oosterpark 159

Te bereiken/te vinden: Teamleider Cora Geijtenbeek is te bereikenTelefoon : 06 17 59 15 61Werkplek : s Gravesandeplein 19’


Inhoudsopgave - dynamopeuters.nldynamopeuters.nl/.../26/2016/12/...oosterpark.docx · Web viewDe...

Documents

Transcript of Inhoudsopgave - dynamopeuters.nldynamopeuters.nl/.../26/2016/12/...oosterpark.docx · Web viewDe...