INHOUDSOPGAVE VEILIGHEIDS RELAIS SIEMENS …induteq.nl/bestanden/lesmodel/noodstop_siemens.pdf ·...
-
Upload
truongmien -
Category
Documents
-
view
224 -
download
0
Transcript of INHOUDSOPGAVE VEILIGHEIDS RELAIS SIEMENS …induteq.nl/bestanden/lesmodel/noodstop_siemens.pdf ·...
INHOUDSOPGAVE VEILIGHEIDS RELAIS SIEMENS Versie 1 voorlopige uitgave datum juni 2005 ONDERZOEKSFASE 1.1 Inleiding 1.2 Verschillende normen 1.3 Veiligheids categorie 1-2-3-4 in beeld 1.4 Veiligheids componenten 1.5 Schema’s met veiligheids relais 1.6 Display en foutcodes PRACTICUM MODEL 2.1 Het practicum model noodstop 2.2 Opbouw practicum model-1 2.3 Opbouw practicum model-2 2.4 Opbouw practicum model-3 2.5.Materialen PRACTICUM OEFENINGEN 3.1 Noodstop met relais 3.2 Noodstop met veiligh.cat 1 en stop cat 0 3.3 Noodstop met veiligh.cat 2 en stop cat 0 3.4 Noodstop met veiligh.cat 3 en stop cat 0 3.5 Noodstop met veiligh.cat 4 en stop cat 0 3.6 Hekbewaking + noodstop veiligh.cat 2 3.7 PLC besturing met veiligh.relais 3.8 Kermis attractie met PLC en veiligheidsrelais 3.9 Brug met PLC en veiligheidsrelais
Veiligheids relais
PLV1
C1
C2
T
SIEMENS
SYMBOLEN BLAD
B3 B4 B1 K5 K5 K5 K5
B4
1.1 INLEIDING
PLC
VEILIG-HEIDS-
Naarmate industriële automatiserings processen sneller gaan verlopen, zal steeds meer de nadruk komen liggen bij de veiligheid van mens en machine. Dit kan door een mechanische afscherming zoals onderstaand hekwerk om de bewegingen van een robot. Maar alleen een afscherming is onvoldoenden denk maar aan het met de hand ingrijpen bij eventuele storingen.
Bij bovenstaande machine heeft men een hekwerk geplaatst om de robot. Bij de schuifdeur heeft men een deur-contact geplaatst en aangesloten op de ingangen van een zogenaamd veiligheids relais. Bij het openen van het hek zal de machine stil vallen. Als extra veiligheids maatregel heeft men ook een lichtscherm geplaatst. Verbreekt men de lichtstraal bij het binnenlopen van de ruimte, dan zal de machine zeker stoppen als onverhoeds het deur-contact niet zou hebben gewerkt. Ook de extra noodstop kan de machine stoppen. De machine stopt door de twee magneetschakelaars K1 en K2 die gestuurd worden vanuit het veiligheids relais. De derde magneetschakelaars K3 is de uiteindelijke magneetschakelaar die het proces stuurt vanuit de PLC. Het plaatsen van de dubbele magneetschakelaars K1 en K2 noemt men redundantie Over het wanneer en hoe een machine op verschillenden manieren moet stoppen en weer starten gaat dit project met het veiligheidsrelais of ook wel genoemd veiligheids controller met eventuele software.
DEURCONTACT
LICHTSCHERM
NOODSTOP
K1
K2
K3
1.2 VERSCHILLENDE NORMEN. Machines en installaties moeten voldoen aan de machine richtlijnen en zijn ook voorzien van ’n CE -teken Het zal duidelijk zijn dat voor kermis attracties andere veiligheidsnormen gehanteerd worden dan voor landbouwwerktuigen. Het gebied van de industriële automatisering waar het hier over gaat voltrekt zich hoofdzakelijk in de machinebouw. Om echter overal met dezelfde veiligheideisen te werken , is er een Europese geharmoniseerde normering gekomen, met als gevolg een waar festijn aan normen. Om echter een juiste keuze te maken van een beveiligings categorie is enig inzicht in die verschillende normen noodzakelijk, want niet iedere machine is even gevaarlijk
Type A/B/C/ normen Bij de type A normen worden de basis ontwerp richtlijnen en basistermen voor machines gegeven. Bij de type B normen worden onder B1 de algemene veiligheidsaspecten gegeven en onder B2 de verwijzingen naar speciale beschermende componenten. Bij de type C normen volgen de specifieke veiligheidsaspecten voor individuele machine groepen.
Veiligheidsmaatregelen volgens EN 292. Deze norm omschrijft welke maatregelen door de ontwerper al moeten worden geïmplementeerd zoals: - Het ontwerp zo maken dat vooraf al de risico worden geminimaliseerd - Een aantal technische beschermingsmiddelen aanbrengen zoals sensoren. - De gebruiker informeren, trainingen geven over veilige werkmethoden bewakingstechnieken. Risico analyse volgens EN 1050. Door de grote verscheidenheid van machines zal van elke machine afzonderlijk een risico analyse gemaakt moet worden met daarin omschreven welk letsel en zelfs de aard van het letsel. Vanuit deze analyse kan de ontwerper extra maatregelen nemen.
Zo zijn er nog veel meer verschillende normen die voor ons niet direct toepasbaar zijn. De twee volgende zijn wel belangrijk, zij vertellen ons iets over twee verschillende categorieën: VEILIGHEIDS CATEGORIE 1-2-3-4 of (RISICO CATEGORIE) STOP CATEGORIE 0 – 1 - 2
STOP CATEGORIE 0 - 1 - 2 volgens EN60204-1 Deze categorie geeft aan hoe en onder welke omstandigheden een noodstop op ‘n machine moet werken. En is er een noodstop geweest, volgens welke procedure mag de machine weer worden ingeschakeld. Of mogen bij een noodstop wel direct alle motoren en pneumatische cilinders stil vallen of moeten ze juist in zo’n nood situatie juist terug schuiven naar de begin stand dus bijvoorbeeld klemmen open. Daarom zijn op de veiligheidsrelais directe uitgangen en vertraagde uitgangen die bij een stop blokkeren. Soort stop categorie Omschrijving Stop categorie 0 Een niet bestuurde stop, de voeding wordt onmiddellijk onderbroken Stop categorie 1 Een bestuurde stop, voeding pas onderbreken als de machine geheel stil staat. Stop categorie 2 Een bestuurde stop, voeding blijft aanwezig, ook na het stoppen van de machine
B 1 2 3 4 O O O O O O O
S1 lichte verwondingen S2 zware verwondingen F1 kort verblijf in gevaren zone F2 continu verblijf in gevaren zone P1 gevaar kan men elimineren P2 gevaar nauwelijks te elimineren
VEILIGHEIDS CATEGORIE 1-2-3-4 volgens EN 954-1. Deze veiligheids categorie, die weer volgt uit een analyse volgens onderstaande tabel, bepaald het soort sensor en of deze sensor met een enkel of dubbelpolig contact moet worden uitgevoerd. Categorie volgens EN954-1
S1
S2
F1
F2
P1 P2 P1 P2
VEILIGH. CAT 1 VEILIGH. CAT 3 Zonder feedback VEILIGH. CAT 2 VEILIGH. CAT 4 Met feedback
Enkelpolig uitvoeren
Dubbelpolig uitvoeren
1.3 VEILIGHEIDS CATEGORIE 1-2-3-4 IN BEELD
Positie schakelaar lichtscherm
Noodstop drukker eindschakelaar
Sleutel schakelaar veiligheids relais
Hulprelais veiligheids circuit noodstop
Eindschakelaars deurcontact
1.4 VEILIGHEIDS COMPONENTEN
1.5 SCHEMA’S MET VEILIGHEIDSRELAIS Veiligheid relais of veiligheids controllers zijn er speciaal om de veiligheid van mens en machine te waarborgen. Sensoren en actuatoren die betrekking hebben op de veiligheid worden alleen op deze relais aangesloten buiten de uiteindelijke PLC besturing van de machine om. Daar het aantal in en uitgangen van zo’n relais beperkt zijn, worden ook modulaire controllers toegepast d.w.z. men kan bij een eventuele uitbreiding blokken aanbouwen. Enkele veel voorkomende fabrikaten zijn Siemens, Schneider en Pilz. Hieronder volgt de afbeelding van het toegepaste veiligheidsrelias in het model (zonder delay time ) met nog twee veel gebruikte schema voor veiligheids categorie 2 en categorie 4
Siemens siguard 3TK2845-1BB41 met delay time
Siemens siguard 3TK2845-1BB40 zonder delay time
Schema volgens Stop cat 0 en
Schema volgens Stop cat. 0 en Veiligh. cat. 4
Let op de stuur magneetschak. zijn niet opgenomen in’ t schema
Let op, de stuurmagneetschak. Zijn niet opgenomen in ‘t schema
1.6 DISPLAY EN FOUT CODES
Op het veiligheidsrelais zijn 4 leds aanwezig.. Deze led’s geven de status aan van de in en uitgangen en de aanwezige storingen. De soort van storing wordt via een knippercode via het FAULT ledje aangegeven. De tweede tabel geeft de verschillende codes aan en hoe men ze moet lezen, met daarachter beschreven de oorzaak en de eventuele actie die men mioet ondernemen.
naam Led’s betekenis Spanning aan POWER Spanning uit
RUN 1 Uitgangsblokken 1 en 2 zijn actief (14 en 24) Uitgangsblokken 1 en 2 niet actief Uitgangsblok 1 of 2 is actief
RUN 2 Uitgangsblokken 3 en 4 zijn actief (34 en 44) Uitgangsblokken 3 en 4 niet actief Uitgangsblok 1 of 2 is actief
Ingangssensor open FAULT
Led is aan Led is uit Led knippert
code oorzaak Actie Code 40
Wijzigingen in het aan-sluit circuit
Bedrading ingangen controleren en restart
Code 81
Feedback kring Y64 niet gesloten
Bedrading uitgangen controleren en restart
Code 52
Onderbrekeing bij noodstopkring of servicekring
Code 84
2.1 HET PRACTICUM MODEL NOODSTOP
B1 NOODSTOP Drukknop voor stilzetten bij noodsituaties B2 RESET Om na het stilzetten opnieuw te starten S1 SLEUTELSCHAKELAAR Voor onderhouds werkzaamheden M1 ROBOTMOTOR 12 V DC motor onder de robot ES1 DEURSCHAKELAAR Boj openschuiven deur verbreekt hij B3 IN DRUKKNOP Om proces besturing (robot) te starten B4 UIT DRUKKNOP Om proces besturing (robot) te stoppen H1-2-3 PROCESLAMPEN 3 procestappen bij een SFC in de PLC H4-5-6 VEILIGHEIDS LAMPEN Machine lampen V1 VEILIGHEIDS RELAIS Siemesn veiligheids relais T1 TRANSFORMATOR 24V=voor V1,C1,C2,C5,C6 12V=vooM1 F1-F2 GLASZEKERINGEN F1 voor 24V DC en F2 voor 12V DC K1 MAGNEETSCHAKELAAR 24V DC Hoofdstroom onderbreking cat 2 K2 MAGNEETSCHAKELAAR 24V DC Hoofdstroom onderbreking cat 2-4 K5 MAGNEETSCHAKELAAR 24V DC Voor de besturing van de robotmotor K6 MAGNEETSCHAKELAAR 24V DC Voor de besturing van de robotmotor
De onderdelen op het noodstop model zijn gecodeerd zoals ze op de tekening zijn aangeven. De functie van de onderdelen staan omschreven in de tabel. Het proces dat beveiligd moet worden is de robot. Om deze te laten bewegen is er een gelijkstroommotor ingebouwd. In het linker onderblok is aangegeven hoe men de motor moet aansluiten met of zonder omkeer en volgens categorie 2 of categorie 4. Door ruimtegebrek zijn de magneetschak K3
Aangesloten volgens Veiligh. categorie 4 Motor een richting
Aangesloten volgens Veiligh. Categorie 2 Motor met 2 richtingen
Hoofdstroom contacten slechts 2 polig uitgevoerd voor het schakelen van een
K1 24V=
K2 24V=
K5
12V
F2
K1 24V=
K5
12V
F2
M1 robotmotor
B1 B2 S1 H1-2-3 B3 B4 M1 ES1 H4–5-6 TR K1 K2 K5 K6
B1 B2 S1 ES1 M1 B3 B4 H123 H456 V1 24=12= ------K1----- ------K2------- ----K5---- ----K6----
V1
K1 K2 K5 K6 T
F1 F2
2.2 OPBOUW PRACTICUM MODEL-1
De project plaat van trespa 6mm dik is verdeeld in drie velden nl: Procesveld (motor en veiligh.comp ) Schakelkast (veiligh.relais + magn.sch)
We beginnen met het in potlood aftekenen van het aansluitveld. Teken over de volle lengte van het paneel de hulplijnen voor de aansluitbussen en de hulplijnen voor het tekenen van de symbolen.
297
1000
75
Aansluit
Het proces is noodzakelijk voor de ver-schillende functies van veiligheid. Bouw het proces op als een losse module be-staande uit een aluminium chassis en een schuifdeur van PMMA die men kan beveiligen, een kleine
Plaats het procesmodel op het bord en leg voor de maatvoering de beveiligings componenten om het model, zoals een noodstop, eindschakelaars, deurcontact, sleutelschakelaar enz Teken nu in het
Plaats de noodzakelijke onderdelen in de schakelkast zoals veiligheidsrelais, trafo, 2 stop magneet schakelaars, 2 proces-magneet schakelaars. Breng daarna de hulplijnen aan voor de aansluitbussen. Op de volgende blz
Aansluit veld
proces schakelkast
50 30
10
2.3 OPBOUW PRACTICUM MODEL-2
Alle componenten zijn nu gekoppeld aan aansluitbussen uitgezonderd de controller zie hiervoor blad 2.1 het practicum model””.Vergeet vooral de start en stop drukknop niet van het uiteindelijke proces. Projecteer alleen de bussen volgens de hulplijnen
De contactbezetting magneetschakalaar K1-K2 stop magneetschak met verbreek Contact voor feedback sp.sp 24= K5-K6 proces magneetschakelaar
K1 K2 K5 K6
Bij de veiligh contr is n moduul voeding Bij ‘t veiligh relias’, voeding zelf maken. Beide werken op een spanning van 24= Via een trafo gelijkríchter en
We gaan nu het aansluitveld verder uit-werken. De symbolen staan in potlood al getekend. Boor nu de gaten voor de bussen, boor eventueel voor met een boortje van 3mm. Zorg bij het boren in trespa voor een onderlegplaat om uit-breken te voorkomen. Boor nauwkeuring zodat de klemmen ook in lijn staan
Aansluit
Aansluit
Teken met een permanente stift de symbolen van de componenten netjes over de porlood lijnen. Plaats bij elk symbool een code letter, die straks terug komt in de schema’s. Plaats bij de aansluitbussen voor het veiligheidsrelais de aansluitnummers van het relais
7824 220/24
2.4 OPBOUW PRACTICUM MODEL-3
Monteer en leg de bedrading in de losse proces module. Plaats de schakel com-ponenten op een DIN-rail. Monteer de bussen in een logische kleur. Leg als laatste de bedrading en monteer deze af met tyre raps
Om het model ook plat op een tafel te kunnen gebruiken lijmen we onder de trespa plaat 2 houten of aluminium profieltjes van 35x10mm hoog. Hierdoor kan men eenvoudig bedraden en blijft de plaat ook vlak. Let op hij moet ook in de
Boor de bevestigingsgaten voor de componenten. Teken de gaten af waar langs de bedrading naar de onderzijde voor de bussen gaat. Gebruik ook hier weer een onderleg plaat ter voorkoming van het
2.5 MATERIALEN De materialen met bestelnummers en prijsindicatie zijn terug te vinden onder: De site www.projectintech.nl Onder het kopje: lesmodellen 3.1 NOODSTOP MET RELAIS
Een veel gebruikt noodstop schema is hiernaast gegeven. Met B4 start men via magnschak K5 de motor, en met B3 stopt hij. Stopt men de motor met de nood-stop B1, dan moet men voor een hernieuwde start eerst de noodstop ontgrendelen en met B4 opnieuw starten. In het tweede schema heeft men het noodstop circuit gescheiden van het stuurcircuit met de magn.schak. K1 en op 24V = aangesloten. Nu kan men het noodstop contact in
Om de bedrijfszekerheid te vergroten plaatst men onder de noodstop twee magn.schakelaars parallel. Bij een weigering of verkleving van K1 of K2 zal er nog altijd een onderbreking zijn bij een noodstop. Men noemt dit dubbel plaatsen redundantie In het model is i.p.v. een echte draaistroommotor een kleine gelijkstroommotor geplaatst. Daarom teken we twee hoofdstroom schema’s een voor een echte draaistroommotor en
In bovenstaand schema is de dubbele onderbreking aange-bracht in het stuurstroomschema Om de veiligheid nog meer te vergroten onderbreekt men ook nog eens de hoofdstroom men de contacten van de magneet- schak K1 en K2. OPDRACHT Teken hiernaast het hoofdstroom schema en het
B1
B4
B3
K5
K5 K5
K5
K1
B1
B4
B3
K5
K5
K1
B4
B3
K5
K5
K1
K2
K1
B1
K2
K5
K5
B4
B3 K5
K1
K2
B1
Stuurstr sch. (24V=) hoofdstr.sch. stuurstr.sch.
Stuurstr.sch. (24V=) stuurstr.sch. (24V=) hfdstr.sch
Stuurstr.sch.(24V=) stuurstr.sch.(24V=) hfdstr.sch. vereenv.
B1 B3 B4 M1 TR K1 K2 K5 K6
B1 M1 B3 B4 V1 24=12= ------K1----- ------K2------- ----K5---- ----K6----
V1
K1 K2 K5 K6 T
F1 F2
Volg blok 1, 2 en 3 aandachtig, en maak vervolgens de opdracht in blok 3
3.2 NOODSTOP met VEILIGH. CAT.1 en STOP CAT.0 B1 B2 B3 B4 M1 TR K1 K2 K5 K6
B1 B2 M1 B3 B4 V1 24=12= ------K1----- ------K2------- ----K5---- ----K6----
V1
K1 K2 K5 K6 T
F1 F2
Volg blok 1 en 2, en maak vervolgens de opdracht in blok 2
Veiligheids categorie 1 of ook wel genoemd risico categorie 1 is de laagste catgorie. Hiervoor wordt op het veiligh relais een noodstop drukker aangesloten en een stop magneetschakelaar K1 die onmiddellijk uitschakeld. Bij deze categorie wordt niet gecontroleerd door een feedback of een reset drukknop. De hoofdcontacten van de stopmagneet-schakelaar worden opgenomen in de hoofdstroom in serie met de contaten van de proces magneetschakellaar K5
B4
B3
K5
K5
K1
Bovenstaand schema van het veiligheidsrelais is niet compleet. Bestudeer de schema’s op blz. 1.5 “schema’s met veiligheids relais” en denk om de omschrijving van veilig cat 1. Het proces zelf wordt bediend door drukknop B3 en B4 OPDRACHT Teken de aansluitingen van het veiligheidsrelais. Steek de bedrading uit, van het veiligh.relais en vereenv hfd.str.sch. voor het gelijkstroom motortje Test de werking en de foutcontrole van het veiligh. relais
Str.str.sch.24V= 3f hfd.str.sch verv hfd sch12V=
str.str.sch 24V~ 3f hfd.str.sch. verv.hfd.str.sch12V=
K5
K1
K5
K1
A1 Y41 Y42 Y65 Y52 Y52 1 Y11 Y12 Y35 Y21 Y22
13 14 24 Y72 Y82 A2 33 34 44 Y34 Y64 52
K1
B1
???????
A1 Y41 Y42 Y65 Y52 Y52 1 Y11 Y12 Y35 Y21 Y22
13 14 24 Y72 Y82 A2 33 34 44 Y34 Y64 52
K1
B1
B4
B3
K5
K5
K1
K5
K1
3.3 ONDERHOUD MET VEILIGHEIDS RELAIS B1 B2 B3 B4 M1 TR K1 K2 K5 K6
B1 B2 M1 B3 B4 V1 24=12= ------K1----- ------K2------- ----K5---- ----K6----
V1
K1 K2 K5 K6 T
F1 F2
Volg blok 1 en 2, en maak vervolgens de opdracht in blok 2
Bij Veiligheids categorie 1 gaat men bij een noodstop een extra controle uitvoeren middels een feedback verbreek contact K1 en een extra reset drukknop B2. Men controleert op contact verkelving bij de stop magneetschak K1. Men kan pas het veiligheidrelais terug in een start positie brengen door op drukknop B1 te drukken die op zijn beurt het feedback contact heeft gecontroleerd. Is het contact niet “terug gekomen” dan kan men niet opnieuw starten
B4
B3
K5
K5
K1
Bovenstaand schema van het veiligheidsrelais is niet correct. Bestudeer de schema’s op blz. 1.5 “schema’s met veiligheids relais” en denk om de omschrijving van veilig cat 2. Het proces zelf wordt bediend door drukknop B3 en B4 OPDRACHT Teken de aansluitingen van het veiligheidsrelais. Steek de bedrading uit, van het veiligh.relais en vereenv hfd.str.sch. voor het gelijkstroom motortje Test de werking en de foutcontrole van het veiligh. relais
Str.str.sch.24V= 3f hfd.str.sch verv hfd sch12V=
str.str.sch 24V~ 3f hfd.str.sch. verv.hfd.str.sch12V=
K5
K1
K5
K1 B4
B3
K5
K5
K1
K5
K1
A1 Y41 Y42 Y65 Y52 Y52 1 Y11 Y12 Y35 Y21 Y22
13 14 24 Y72 Y82 A2 33 34 44 Y34 Y64 52
K1
B1
A1 Y41 Y42 Y65 Y52 Y52 1 Y11 Y12 Y35 Y21 Y22
13 14 24 Y72 Y82 A2 33 34 44 Y34 Y64 52
K1
B1
Niet correct zie
B1 B2 B3 B4 M1 TR K1 K2 K5 K6
B1 B2 M1 B3 B4 V1 AC DC ------K1----- ------K2------- ----K5---- ----K6----
V1
K1 K2 K5 K6 T
F1 F2
Volg blok 1 en 2, en maak vervolgens de opdracht in blok 2
OPDRACHT Teken de aansluitingen van het veiligheidsrelais. Teken t stuurstroom schema. Teken 3-f hoofdstr.schema. Teken het vereenv.hoofdstr schema Steek de volledige bedrading uit. Test de werking en de foutcontrole van het relais
A1 Y41 Y42 Y65 Y52 Y52 1 Y11 Y12 Y35 Y21 Y22
13 14 24 Y72 Y82 A2 33 34 44 Y34 Y84 32
A1 Y41 Y42 Y65 Y52 Y52 1 Y11 Y12 Y35 Y21 Y22
13 14 24 Y72 Y82 A2 33 34 44 Y34 Y84 32
3.4 NOODSTOP met VEILIGH. CAT.3 en STOP CAT.0 B1 B2 B3 B4 M1 TR K1 K2 K5 K6
B1 B2 M1 B3 B4 V1 24=12= ------K1----- ------K2------- ----K5---- ----K6----
V1
K1 K2 K5 K6 T
F1 F2
Volg blok 1 en 2, en maak vervolgens de opdracht in blok 2
Bij veiligheids cat 3 gaat men de veiligheid verhogen door de beveiligings componenten dubbelpolig uit te voeren, echter nu zonder feedback. Lees hiervoor nog eens blz 1.2 “verschillende normen. Ook de stop magneet schakelaars zijn dubbel uitgevoerd op het veiligheids relais en in de hoofdstroom. De motor stopt nog steeds volgens stop cat 0 een niet
B4
B3
K5
K5
K1
Bovenstaand schema van het veiligheidsrelais is niet correct. Bestudeer de schema’s op blz. 1.5 “schema’s met veiligheids relais” en denk om de omschrijving van veilig cat 3. Het proces zelf wordt bediend door drukknop B3 en B4 OPDRACHT Teken de juiste aansluitingen van het veiligheidsrelais. Teken de 3 schema’s verder af. Steek vervolgens de bedrading uit van het veiligh.relais en het vereenv hfd.str.sch voor het motortje. Test de werking
Str.str.sch.24V= 3f hfd.str.sch verv hfd sch12V=
str.str.sch 24V~ 3f hfd.str.sch. verv.hfd.str.sch12V=
K5
K2
A1 Y41 Y42 Y65 Y52 Y52 1 Y11 Y12 Y35 Y21 Y22
13 14 24 Y72 Y82 A2 33 34 44 Y34 Y64 52
K1
B1
A1 Y41 Y42 Y65 Y52 Y52 1 Y11 Y12 Y35 Y21 Y22
13 14 24 Y72 Y82 A2 33 34 44 Y34 Y64 52
K1
B1
K1 Niet correct zie opdracht
K1
K5
K1
B4
B3
K5
K5
K1
K5
K1
3.5 PLC BESTURING MET VEILIGHEIDS RELAIS B1 B2 B3 B4 M1 TR K1 K2 K5 K6
B1 B2 M1 B3 B4 V1 24=12= ------K1----- ------K2------- ----K5---- ----K6----
V1
K1 K2 K5 K6 T
F1 F2
Volg blok 1 en 2, en maak vervolgens de opdracht in blok 2
Bij de hoogste veiligh categorie 4 gaat men weer alles dubbelpolig uit voeren maar past men tevens feedback toe met de bekende reset drukknop B2. Met dit laatste kan men een controle uit oefenen op contact verkleving .Het stoppen zelf gebeurd nog volgens stop cat.0
B4
B3
K5
K5
K1
Bovenstaand schema van het veiligheidsrelais is niet correct. Bestudeer de schema’s op blz. 1.5 “schema’s met veiligheids relais” en denk om de omschrijving van veilig cat 4. Het proces zelf wordt bediend door drukknop B3 en B4 OPDRACHT Teken de juiste aansluitingen van het veiligheidsrelais. Teken de 3 schema’s verder af. Steek vervolgens de bedrading uit van het veiligh.relais en het vereenv hfd.str.sch voor het motortje. Test de werking
Str.str.sch.24V= 3f hfd.str.sch verv hfd sch12V=
str.str.sch 24V~ 3f hfd.str.sch. verv.hfd.str.sch12V=
K5
K2
A1 Y41 Y42 Y65 Y52 Y52 1 Y11 Y12 Y35 Y21 Y22
13 14 24 Y72 Y82 A2 33 34 44 Y34 Y64 52
K1
B1
A1 Y41 Y42 Y65 Y52 Y52 1 Y11 Y12 Y35 Y21 Y22
13 14 24 Y72 Y82 A2 33 34 44 Y34 Y64 52
K1
B1
K1 Niet correct zie opdracht
K1
K5
K1
B4
B3
K5
K5
K1
K5
K1
B2 K1
K2 Niet correct zie opdracht
B1 B2 S1 B3 B4 M1 TR K1 K2 K5 K6
B1 B2 S1 ES1 M1 B3 B4 H1 V1 24=12= ------K1----- ------K2------- ----K5---- ----K6----
V1
K1 K2 K5 K6 T
F1 F2
Volg blok 1 en 2, en maak vervolgens de opdracht in blok 2
Het veiligheidsrelais heeft eigenlijk twee uitgangen die met elkaar intern zijn gekoppeld tot een vaste functie. De robot M1 draait met een proces H1 achter een hek met deurschakelaar ES1 en een noodstop B1. Als de noodstop en/of hekschakelaar worden bediend dan stopt robot en proces door stopmagneetschak. K1 en K2
Bovenstaand schema van het veiligheidsrelais is niet correct. Bestudeer de schema’s op blz. 1.5 “schema’s met veiligheids relais” Het proces zelf wordt bediend door drukknop B3 en B4 OPDRACHT Teken de juiste aansluitingen van het veiligheidsrelais. Teken het vereenv hfd sch. Steek de bedrading uit, van het veiligh.relais en vereenv hfd.str.sch. voor het motortje en de lamp.Test de werking en de foutcontrole van het veiligh.
Str.str.sch.24V= 3f hfd.str.sch
str.str.sch 24V~ verv.hfd.str.sch12V=
K5
K1
K5
K 1
A1 Y41 Y42 Y65 Y52 Y52 1 Y11 Y12 Y35 Y21 Y22
13 14 24 Y72 Y82 A2 33 34 44 Y34 Y64 52
K1
B1
ES1
A1 Y41 Y42 Y65 Y52 Y52 1 Y11 Y12 Y35 Y21 Y22
13 14 24 Y72 Y82 A2 33 34 44 Y34 Y64 52
K1
B1
K2
B2 K1
K2
S1
Niet correct Zie opdracht
B4
B3
K5
K5
K6
K6
K2
Robot transport
B4
B3
K5
K5
K6
K 2
K 6
B1 B2 B3 B4 M1 TR K1 K2 K5 K6
B1 B2 S1 ES1 M1 B3 B4 H123 H456 V1 AC DC ------K1----- ------K2------- ----K5---- ----K6----
V1
K1 K2 K5 K6 T
F1 F2
Volg blok 1 en 2, en maak vervolgens de opdracht in blok 2
Op deze machine zit een noodstop en een deurcontact . Met de noodstop moet de robotmotor direkt stilvallen. Met het deurcontact stopten de 3 banden maar moet wel weer starten met die band die juist was stilgezet. OPDRACHT Programmeer eerst het programma in de PLC en sluit de PLC aan zonder veiligheidscircuit. Teken de aansluitingen van het veiligheidsrelais. Teken het vereenv.hoofdstr schema Steek de volledige bedrading uit. Test de werking.
A1 Y41 Y42 Y65 Y52 Y52 1 Y11 Y12 Y35 Y21 Y22
13 14 24 Y72 Y82 A2 33 34 44 Y34 Y84 32
A1 Y41 Y42 Y65 Y52 Y52 1 Y11 Y12 Y35 Y21 Y22
13 14 24 Y72 Y82 A2 33 34 44 Y34 Y84 32
K5 K6
B3 B4
H1 H2 H3
PLC
TR 24V~ ROBOT TRANSPORTBAND 1-2-3 ROBOTMOTOR
K5 K6
De robot M1 en de 3 lopende banden H1-2-3 zijn aangesloten op een PLC. De gelijkstroommotor in de robot wordt op 24V= aangesloten en de lampjes op de 24V~ zoals het schema aangeeft. Het programma in de PLC is als volgt de motor draait continu 5sec linksom en 5 sec rechtsom, en de lopende banden draaien op volgorde H1 5sec daarna H2 5sec, en dan h3 5sec. vervolgens begint h1 weer enz. Het programma wordt gestart met B3 en gestopt met B4.
PLC K5 K6
3.6 KERMIS ATTRACTIE MET VEILIGHEIDS RELAIS B1 B2 B3 B4 M1 TR K1 K2 K5 K6
B1 B2 M1 B3 B4 V1 AC DC ------K1----- ------K2------- ----K5---- ----K6----
V1
K1 K2 K5 K6 T
F1 F2
Volg blok 1 en 2, en maak vervolgens de opdracht in blok 2
OPDRACHT Teken de aansluitingen van het veiligheidsrelais. Teken t stuurstroom schema. Teken 3-f hoofdstr.schema. Teken het vereenv.hoofdstr schema Steek de volledige bedrading uit. Test de werking en de foutcontrole van het relais
A1 Y41 Y42 Y65 Y52 Y52 1 Y11 Y12 Y35 Y21 Y22
13 14 24 Y72 Y82 A2 33 34 44 Y34 Y84 32
K5 K6
PLC
K5 K6
PLC
Het model wordt nu gebruikt als kermis attractie
B3 START ATTRACTIE B4 STOP ATTRACTIE K5 SCHOMMELMOTOR L K6 SCHOMMELMOTOR R H1 MOTOR DRAAIPLATEAU H2 REM SCHOMMEL H3 REM DRAAI PLATEAU
3.7 BRUG MET VEILIGHEIDS RELAIS
B1 B2 B3 B4 M1 TR K1 K2 K5 K6
B1 B2 M1 B3 B4 V1 AC DC ------K1----- ------K2------- ----K5---- ----K6----
V1
K1 K2 K5 K6 T
F1 F2
Volg blok 1 en 2, en maak vervolgens de opdracht in blok 2
A1 Y41 Y42 Y65 Y52 Y52 1 Y11 Y12 Y35 Y21 Y22
13 14 24 Y72 Y82 A2 33 34 44 Y34 Y84 32
K5 K6
PLC
K5 K6
PLC
B3 START BRUGPROCES B4 STOP BRUG PROCES H3 LANDVERKEERSEIN ROOD H1 SLAGBOMEN NEER H2 SLAGBOMEN OPEN K5 BRUG OPHALEN K6 BRUG STRIJKEN
H1 H2 H3
B3 B4
Het model wordt nu gebruikt als een brug. De robotmotor is de brug en de lampjes H 1-2-3 krijgen de functies van de landverkeersseinen en de slagbomen zoals in de nevenstaande tabel is aangegeven. Men start het proces met B3. Het proces moet volledig automatisch lopen. Eindschakelaars worden vervangen door timers. Maak hiervoor een SFC met als volgorde landverkeersein aan, slagboom neer, brug open even wachten brug neer slagbomen open landverkeersseinen uit. In het tweede blok bekijken we de veiligheid op de brug.