inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu-...

18
LESSTOF Formuleren

Transcript of inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu-...

Page 1: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

LESSTOF

Formuleren

Page 2: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

2 Lesstof Formuleren

Page 3: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

Lesstof Formuleren 3

INHOUD

INLEIDING....................................................................................................................... 4

STRUCTUUR .................................................................................................................... 4

INHOUD........................................................................................................................... 8

TOT SLOT ........................................................................................................................ 18

Page 4: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

4 Lesstof Formuleren

INLEIDING Muiswerkprogramma’s zijn computerprogramma’s voor het onderwijs. De

programma’s draaien onder Windows en zijn eenvoudig te gebruiken. Het

belangrijkste principe van Muiswerkprogramma’s is dat een diagnostische

toets de leerling stuurt naar oefenmateriaal dat aansluit bij de gemaakte

fouten. De toets kan herhaald worden en eventueel leiden tot opnieuw oefe-

nen. De begeleidingsmogelijkheden van Muiswerk komen het best tot hun

recht wanneer het programma en de bestanden geïnstalleerd zijn in een net-

werk. De docent heeft dan extra mogelijkheden om leerlingen te sturen en te

volgen.

Het Muiswerkprogramma Formuleren is gemaakt voor leerlingen in de eerste

fase van het voortgezet onderwijs (basisvorming) en voor snelle leerlingen

van de basisschool. De taal is eenvoudig gehouden; vaktermen worden zo

weinig mogelijk gebruikt. In het volwassenenonderwijs en de basiseducatie

kan het programma gebruikt worden voor remediërende doeleinden. Het is

geschikt voor zowel autochtone als allochtone leerlingen.

In een aantal oefeningen wordt aandacht besteed aan de grammaticale basis

die nodig is voor het bouwen van correcte zinnen. U kunt de leerlingen op

verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu-

leren sluit aan bij elke lesmethode.

Leerlingen hoeven geen specifieke voorkennis te hebben om met het pro-

gramma te kunnen werken.

STRUCTUUR Muiswerkprogramma's vormen een oefenomgeving voor computeronder-

steund onderwijs. Het basisprincipe van Muiswerkprogramma's is dat een

diagnostische toets de leerling stuurt naar oefenmateriaal dat aansluit bij de

fouten die hij maakte. De toets kan herhaald worden en eventueel leiden tot

opnieuw oefenen. Ook Muiswerk Formuleren is zo gestructureerd. Er kan op

verschillende manieren gedifferentieerd mee gewerkt worden (zie de sectie

DIDACTIEK)

Page 5: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

Lesstof Formuleren 5

In Muiswerk Formuleren wordt aandacht besteed aan de belangrijkste stof die

in de eerste klassen van het voortgezet onderwijs veelal aan de orde komt:

verdelen in zinsdelen

onderscheiden van soorten zinnen

congruentie

voornaamwoord als verwijswoord

voorzetselcombinaties

gebruik van synoniemen

volgorde in zinnen

overbodigheden

koppelen van korte zinnen

splitsen van lange zinnen

OMVANG Het lesbestand Formuleren bestaat uit 3 toetsen (zie bladzijde 7). Er is één

uitgebreide toets waarin alle onderwerpen aan de orde komen en er zijn twee

deeltoetsen waarin een deel van de onderwerpen getoetst wordt. Er zijn 59

oefeningen (zie stofoverzicht op bladzijde 16). De oefeningen zijn onderver-

deeld naar onderwerp. Veel oefeningen en toetsen kunt u ook op op papier af-

drukken. In totaal zijn in dit lesbestand 971 vragen in 1376 variaties, en 20

teksten verwerkt.

De computerbestanden van Formuleren: 59 oefeningen die onderver-

deeld zijn naar probleemgebied; 1 uitgebreide toets waarin alle onder-

werpen aan de orde komen en 2 deeltoetsen waarin een deel van de stof

behandeld wordt. De meeste oefeningen en toetsen kunt u ook op papier

afdrukken.

Een uitgebreide helpfile in zogenaamd 'hypertekstformaat'.

Een overzichtelijke handleiding op papier.

DIAGNOSE Muiswerk kent toetsen en oefeningen. Oefeningen beperken zich altijd tot een

deel van de stof, leggen uit, laten voorbeelden zien, laten de leerling oefenen

en laten hem weten wat hij goed en fout doet. Toetsen laten nooit zien of het

antwoord goed was en dekken een breder deel van de stof. De toetsen van

Page 6: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

6 Lesstof Formuleren

Muiswerk kunnen een diagnose stellen. Alle onderdelen van de stof komen

gelijkmatig in elke toets aan bod; veelgemaakte fouten worden als het ware

uitgelokt. De foute en goede antwoorden, die gecodeerd zijn, worden opge-

vangen en gerubriceerd. Zo komt de diagnose tot stand. Met behulp van de

diagnose wordt een oefenprogramma op maat samengesteld. Dat wil zeggen:

rubrieken waarin fouten werden gemaakt, worden vertaald in oefeningen die

de oefenstof uit die rubriek aanreiken, waarmee ze de leerling laten oefenen.

Deze vult daarmee de zwakke plekken in zijn kennis aan. Na het oefenen kan

hij opnieuw een diagnostische toets doen en opnieuw oefenen. Net zolang tot

de score hoog genoeg is. Door het grote bestand aan zinnen, woorden en

teksten waaruit geput wordt, is een toets nooit twee keer hetzelfde.

Beginscherm van Formuleren met één knop waaronder zich de toetsen (Wat weet je al?) en één knop waaronder zich alle oefeningen bevinden. De knop met het persoonlijk oefenprogramma ‘Jouw oefe-ningen’ verschijnt pas na het maken van een toets.

Page 7: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

Lesstof Formuleren 7

TOETSEN De toetsen in een Muiswerkprogramma zijn een afspiegeling van de inhoud.

Formuleren heeft 3 toetsen. Deze worden zowel voor diagnose als voor eva-

luatie gebruikt. De toetsen zijn elke keer anders, maar bevragen wél steeds

dezelfde problemen.

De toets Formuleren Totaal bestaat uit 44 variabele meerkeuzevragen en alle

onderwerpen van het bestand komen aan de orde: verdelen in zinsdelen, on-

derscheiden van soorten zinnen, congruentie, voornaamwoord als verwijswoord,

voorzetselcombinaties, gebruik van synoniemen, volgorde in zinnen, overbodig-

heden, koppelen van korte zinnen, splitsen van lange zinnen.

De toets Formuleren 1 heeft 20 variabele meerkeuzevragen en gaat over

verdelen in zinsdelen, onderscheiden van soorten zinnen, congruentie, voor-

naamwoord als verwijswoord, voorzetselcombinaties.

De toets Formuleren 2 heeft 20 variabele meerkeuzevragen en gaat over

gebruik van synoniemen, volgorde in zinnen, overbodigheden, koppelen van

korte zinnen, splitsen van lange zinnen.

UITLEGSCHERMEN Bij elke oefening horen een of meer uitlegschermen. In totaal bevat het be-

stand 126 korte uitlegschermen. Daarin wordt met behulp van regels en voor-

beelden uitgelegd wat de bedoeling is. Een voorbeeld van zo'n uitlegscherm

ziet u verderop.

Page 8: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

8 Lesstof Formuleren

Een van twee uitlegschermen over de persoonsvorm voorafgaand aan de eerste oefening A1.

INHOUD Muiswerk Formuleren behandelt een aantal belangrijke regels voor het bou-

wen van zinnen. Er zijn ondersteunende grammaticaoefeningen die de leerling

bewustmaken van de systematiek die daarbij aan de orde is. In een aantal

gevallen, bijvoorbeeld bij het gebruik van synoniemen en bij het construeren

van korte of lange zinnen, wordt een stijladvies gegeven. Als een leerling zich

daar niet aan houdt, is dat niet perse fout, maar wel minder fraai of minder

gewenst. De stof wordt voor de leerling uitgelegd in de uitlegschermen met

voorbeelden. Deze vormen altijd het begin van de oefeningen. Tijdens het

oefenen kan de uitleg op elk gewenst moment opnieuw nagelezen worden.

Hier volgt een beschrijving van de afdelingen van het lesbestand.

ZINSDELEN Rubriek A gaat over het verschijnsel ‘zinsdelen’. De stof is simpel gehouden.

De basis wordt gevormd door de persoonsvorm. Alles wat vóór de persoons-

vorm kan staan, is een zinsdeel. Er zijn vier oefeningen in oplopende moeilijk-

heid en met vier verschillende oefenvormen.

Page 9: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

Lesstof Formuleren 9

Oefening A2 is van het type ‘Wijs aan in tekst’. De leerling moet de persoonsvormen in de tekst aanwij-zen. Deze komen in de lijst rechts te staan. Het zijn zowel enkelvoudige als samengestelde zinnen.

SOORTEN ZINNEN In deze rubriek (rubriek B) wordt aandacht besteed aan de verschillende

soorten zinnen: mededelende zinnen, gebiedende zinnen, vraagzinnen met

vraagwoord vooraan en vraagzinnen met persoonsvorm vooraan. De leerling

moet ze niet alleen herkennen, maar ook zelf maken. Bij de rubriek horen vier

oefeningen in oplopende moeilijkheid en met drie verschillende oefenvormen.

CONGRUENTIE Rubriek C gaat over de overeenstemming in getal tussen onderwerp en per-

soonsvorm. Het woord ‘congruentie’ wordt daarbij niet gebruikt. De eerste

stap voor het toepassen van congruentie is dat men niet alleen de persoons-

vorm, maar ook het onderwerp moet herkennen. Ook moeilijke, lange onder-

werpen komen daarbij aan bod. Vervolgens moet de leerling zijn kennis over

onderwerp en persoonsvorm toepassen bij het zelf typen of wijzigen van

werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-

den vijf verschillende oefenvormen gebruikt.

Page 10: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

10 Lesstof Formuleren

Oefening C4 is van het type ‘Vul in in zin’. De leerling moet de juiste vorm van een werkwoord typen en daarbij rekening houden met het getal van het onderwerp.

VOORNAAMWOORDEN In rubriek D komt het gebruik van voornaamwoorden aan bod. In eerste

instantie afzonderlijk: persoonlijk, bezittelijk, aanwijzend en in tweede instan-

tie gemixt. Kwesties als het gebruik van ‘jou’ of ‘jouw’, en het gebruik van ‘zij’

of ‘hun’ worden geoefend. Er zijn zeven oefeningen in vijf verschillende oefen-

vormen.

Page 11: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

Lesstof Formuleren 11

Oefening D2 is van het type ‘Rijen’. De leerling moet aangeven of het woord bezittelijk is of niet. Afhankelijk daarvan krijgt het voornaamwoord al dan niet een extra letter.

VOORZETSELCOMBINATIES Het gebruik van de juiste voorzetsels levert nog wel eens problemen op, voor-

al als het gaat om vaste voorzetsels, die geen letterlijke betekenis hebben. In

deze rubriek leert men eerst wat voorzetsels zijn en vervolgens krijgt men

informatie over het bestaan van vaste combinaties. Wie overigens vaak twij-

felt over het juiste voorzetsel, heeft een goed woordenboek nodig. Er zijn in

deze rubriek vier oefeningen in oplopende moeilijkheid, in drie verschillende

oefenvormen.

Page 12: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

12 Lesstof Formuleren

Dit is een van de invoerschermen van Oefening E2. De oefening bevat – zoals meestal – verschillende teksten. De leerling wijst aan welk voorzetsel op de open plaats hoort en dit woord wordt geplaatst. Hij moet zo nodig zijn woordenboek gebruiken.

SYNONIEMEN GEBRUIKEN In rubriek F staat het gebruik van synoniemen centraal. Eerst leert men wat

synoniemen zijn. Vervolgens leert men dat synoniemen handig zijn om te veel

woordherhaling te voorkomen. Er is ook wat aandacht voor het verschijnsel

‘register’, en men leert dat niet elk synoniem op elke plaats past. Er zijn zeven

oefeningen in vijf oefenvormen.

Page 13: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

Lesstof Formuleren 13

In de laatste oefening van een afdeling komt altijd alle stof van de rubriek aan de orde. Bij deze vraag gaat het over de keuze van het juiste synoniem in deze context.

VOLGORDE Rubriek G behandelt het verschijnsel dat in het Nederlands zinnen een varia-

bele volgorde kunnen hebben. Alleen de persoonsvorm moet (in een medede-

lende zin) altijd op een vaste plaats staan. De rubriek bestaat uit drie actieve

formuleringsoefeningen in oplopende moeilijkheid en er zijn twee verschil-

lende oefenvormen.

Page 14: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

14 Lesstof Formuleren

In oefening G2 moet de leerling de volgorde van een zin veranderen.

OVERBODIGHEDEN In rubriek H aandacht voor het pleonasme, de dubbelzegging en de dubbele

ontkenning. Deze termen worden overigens niet gebruikt. Men werkt van

klein (woordgroep) naar groot (tekst). De stof wordt behandeld en geoefend

in drie oefeningen in oplopende moeilijkheid, waarbij twee verschillende

oefenvormen voorbij komen.

In meerkeuzeoefening H2 moet de leerling telkens de zin aanwijzen waarin iets dubbel staat.

Page 15: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

Lesstof Formuleren 15

ZINNEN KOPPELEN Rubriek I gaat over het koppelen van korte zinnen, liefst mét een verbin-

dingswoord. In vijf oefeningen wordt de stof behandeld en geoefend. Ze lopen

op in moeilijkheid en er zijn vier verschillende oefenvormen.

Oefening I1 is van het type ‘Koppels’. De leerling moet bij elk begin het juiste vervolg kiezen.

ZINNEN SPLITSEN Rubriek J gaat over het tegenovergestelde van rubriek I. De leerling moet hier

langere zinnen splitsen in korte. Eigenlijk gaat het hier om twee vaardigheden:

het herkennen van incomplete zinnen en het afbakenen van zinnen in een

tekst. Er zijn vier oefeningen, met vier verschillende oefenvormen.

Page 16: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

16 Lesstof Formuleren

In oefening J4 moet de leerling weer zelf formuleren. De lange zin moet worden omgebouwd in twee kortere. De eerste korte zin is al gegeven, evenals het eerste woord van de tweede zin.

OVERZICHT OEFENINGEN EN TOETSEN FORMULEREN Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven

Z Toetsen 1 Formuleren 1 (A t/m E) Meerkeuze 1 20

2 Formuleren 2 (F t/m J) Meerkeuze 1 20

3 Formuleren Totaal Meerkeuze 1 44

A zinsdelen 1 Persoonsvorm kiezen Kies woord in zin 2 10

2 Persoonsvormen in tekst Wijs aan in tekst 2 19 .. 20

3 Zinnen verdelen Slepen 1 8

4 Zinsdeel of niet Meerkeuze 2 10

5 Zinsdelen afbakenen Meerkeuze 2 20

B soorten zinnen 1 Mededelende zinnen maken Volgorde 1 8

2 Vraagzinnen maken Volgorde 1 8

3 Gebiedend of niet Rijen 1 20

4 Drie soorten zinnen Meerkeuze 2 10

5 Soorten zinnen Meerkeuze 3 12

C congruentie 1 Onderwerp aanwijzen Wijs aan in zin 2 10

2 Moeilijke onderwerpen Meerkeuze 3 9

3 Kernwoord aanwijzen Wijs aan in zin 1 10

4 Juiste vorm typen Open vraag 3 12

5 Werkwoorden wijzigen Wijzig tekst 3 14 .. 17

6 Juiste vorm kiezen Meerkeuze 2 12

D voornaamwoorden 1 Voornaamwoorden gebruiken Wijzig tekst 2 9

2 Bezittelijk of niet Rijen 1 20

3 Aanwijzend woord typen Open vraag 2 12

Page 17: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

Lesstof Formuleren 17

4 Voornaamwoorden plaatsen Plaats woord 3 11 .. 12

5 Zij of hun Rijen 1 20

6 Voornaamwoord invullen Open vraag 4 10

7 Voornaamwoord kiezen Meerkeuze 5 18

E voorzetselcombinaties 1 Voorzetsels aanwijzen Wijs aan in tekst 3 20 .. 22

2 Voorzetsels plaatsen Plaats woord 3 9 .. 15

3 Vast voorzetsel typen Open vraag 1 10

4 Voorzetsels invullen Open vraag 3 10

5 Voorzetsels Meerkeuze 2 16

F synoniemen gebruikers 1 Synoniemen Koppels 2 15

2 Mopperpot Plaats woord 2 8

3 Michael Jackson Wijzig tekst 2 10

4 Deftig of niet deftig Rijen 1 20

5 Synoniem kiezen Meerkeuze 1 10

6 Omgaan met synoniemen Meerkeuze 2 10

7 Herhaling en synoniem Meerkeuze 2 12

G woordvolgorde 1 Een ander begin Open vraag 1 8

2 Mededelend en vragend Open vraag 1 10

3 Zin ombouwen Open vraag 2 10

4 Scheel Wijzig tekst 2 4

5 Achtbaan Wijzig tekst 2 4

6 Schoolreis Wijzig tekst 3 5

7 Vervolg kiezen Meerkeuze 3 12

H overbodigheden 1 Dubbeling aanwijzen Wijs aan in zin 1 10

2 Dubbeling kiezen Meerkeuze 2 10

3 Dubbeling in tekst Meerkeuze 2 8

4 Overbodigheden herkennen Meerkeuze 3 12

I zinnen koppelen 1 Zinnen koppelen Koppels 1 10

2 Verbindingswoord kiezen Meerkeuze 3 10

3 Langere zinnen maken Open vraag 3 8

4 Kiezen uit twee Meerkeuze 2 8

5 Zonder vader Wijzig tekst 3 7

6 Vuurtoren Wijzig tekst 3 6

7 Kiezen uit drie Meerkeuze 3 12

J tekst indelen 1 Compleet of niet Rijen 1 20

2 Twee zinnen Wijs aan in zin 1 10

3 Aantal zinnen raden Meerkeuze 2 9

4 Kortere zinnen maken Open vraag 2 9

5 Adoptie Wijzig tekst 3 19

6 Tekst indelen Meerkeuze 1 10

Page 18: inhoud van muiswerk boek · verschillende manieren met het programma laten werken. Muiswerk Formu- ... werkwoorden in een tekst. Er zijn in deze rubriek zes oefeningen en er wer-den

18 Lesstof Formuleren

TOT SLOT

LITERATUUR

Boogaart, P. C. Uit den (red.) (1975), Woordfrequenties in geschreven en gesp-

roken Nederlands. Oosthoek, Scheltema en Holkema, Utrecht.

Coenen, M. en A. Vermeer (1998). Nederlandse woordenschat allochtone kin-

deren. Tilburg: Zwijssen.

Verhallen, S en M. Verhallen (1994). Woorden leren, woorden onderwijzen.

Handreiking voor leraren in het basis- en voortgezet onderwijs. Hoevelaken:

CPS.