INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger...

32
INDONESIË Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt

Transcript of INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger...

Page 1: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

INDONESIË

Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt

Page 2: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

COLOFON Tekst: Henk van Kaathoven Illustraties: CMO en haar licentiegevers, Factbook: Wonderful Indonesia NL, Wikipe-dia, Flickr.

II

De Scriptieservice Nieuwe Stijl is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Kerk en Wereld en door een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via de commissie PIN. © Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 2013

Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail: [email protected] http://www.cmo.nl

De inhoud is met zorg samengesteld. Mocht u van mening zijn dat inbreuk is gedaan op uw auteursrechten of beeldrechten, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met ons op te nemen via [email protected].

Page 3: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

III

INHOUD Indonesië pag. 1 Inleiding pag. 1 Natuurrampen pag. 2 Klimaat en natuur pag. 2 Geschiedenis pag. 3 Het oude Indonesië pag. 3 Indonesië als kolonie pag. 3 Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 Oost-Timor pag. 5 Politiek en mensenrechten pag. 6 De periode Soeharto pag. 6 Transmigratie pag. 7 Dua anak cukup—Twee kinderen is genoeg! pag. 7 Na Soeharto pag. 8 Economie pag. 9 Crisis? pag. 9 Corruptie pag. 9 Landbouw en bosbouw pag. 9 Industrie en mijnbouw pag. 10 Kunstnijverheid pag. 10 De economie van de Molukken pag. 10 Samenleving pag. 11 Grote verschillen in Jakarta pag. 12 De 3 in 1-jockey pag. 12 Verdwijnen de sloppenwijken? pag. 12 Religie pag. 12 Onderwijs pag. 13 Gezondheidszorg pag. 13 Papoea’s pag. 14 Communicatie en vervoer pag. 15 Sociale media pag. 15 Vervoer, supermodern naast traditioneel pag. 16 Natuur en milieu pag. 17 Tropisch regenwoud pag. 17 Fauna pag. 19 Flora pag. 19 Bedreigingen van flora en fauna pag. 20 Kan de suikerpalm het regenwoud redden? Pag. 20 Cultuur en toerisme pag. 21 Typisch Indonesisch pag. 21 Wajang en gamelan pag. 23 Balinese dans pag. 23 Toerisme pag. 24 Belangrijkste attracties pag. 24 Aantekeningen pag. 25 Meer op internet pag. 27

Page 4: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

IV

Page 5: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

1

INDONESIË

Inleiding Rond de evenaar, in het zuidoosten van Azië, ligt het groot-ste eilandenrijk ter wereld: Indonesië. Uit satellietfoto's blijkt dat Indonesië uit 18.585 eilanden bestaat. Hiervan zijn er ongeveer 6.000 bewoond. Het eilandenrijk is meer dan 5.000 kilometer lang en maximaal 2.000 kilometer breed. Op een oppervlakte van 190 miljoen km² (55 keer de op-pervlakte van Nederland) wonen ruim 240 miljoen mensen, verdeeld over meer dan 300 verschillende volkeren. Min-derheden zijn afkomstig uit de Arabische landen, Europa, India en China. De verdeling van de bevolking over Indonesië is erg onge-lijk. Op Java, 7% van het grondgebied, woont tweederde van de bevolking. De bevolkingsdichtheid is er tweemaal zo hoog als in Nederland. Op Papoea en Kalimantan zijn gebie-den waar bijna niemand woont.

Indonesië is de grootste moslimstaat van de wereld. Ruim 85% van de bevolking staat geregistreerd als moslim. Ongeveer de helft hiervan leeft volgens de regels van de islam. Op de Molukken en op Sulawesi wonen veel christenen. Bali heeft een eigen godsdienst: het Balinees hindoeïsme. Sinds de onafhankelijkheidsverklaring van 1945 is het Bahasa Indonesia de officiële taal. Iedereen leert het Bahasa Indonesia op school. Dit is om het gevoel van natio-nale eenheid groter te maken. In het dage-lijks leven spreken de Indonesiërs liever hun eigen streektaal. Moskee van Banda op Atjeh

Page 6: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

2

is het droger. Veel eilanden bestaan voor een groot deel uit tropisch regenwoud. Dat er ook een verschil is in het klimaat zie je aan de begroeiing. In de bergen en in het oosten is de begroeiing anders. Daar vindt men bladverliezende bomen (vooral eiken en kas-tanjes) en grassen. In de moerassen en langs de kust komen mangrove-bossen voor. In het tropisch regenwoud vormen hoge bo-men (woudreuzen) samen met de lagere planten een uniek natuursysteem.

Natuurrampen Indonesië ligt in een gebied waar grote breuken in de aardkorst voorkomen. Er zijn vaak aardbevingen en vulkaanuitbarstingen in dit gebied. De Toba, de Tambora en de Krakatau behoren tot de grootste en gevaarlijkste vulkanen op aarde. In 1994 en 1995 zijn er zware aardbevin-gen op Sumatra geweest. In 2004 was er een zeer zware zeebeving. Hierbij ontstond een vloedgolf of tsunami die zich in ver-schillende richtingen over de Indische Oce-aan verplaatste met een snelheid tot 900 km per uur. Waar de vloedgolf op land stuitte kon deze een hoogte van 10 meter bereiken. In Indonesië kwamen hierdoor 237.000 mensen om het leven. In oktober 2010 werd het land getroffen door twee natuurrampen: de aardbeving en tsunami bij de Mentawai-eilanden en de uit-barsting van de vulkaan de Merapi op Mid-den-Java. Er vielen in totaal 735 doden. Uitbarsting van de Merapivulkaan.

De wortels van de mangrove houden het zand en de modder van de kust vast.

Klimaat en natuur Het grootste deel van Indonesië heeft een tropisch regenwoudklimaat: warm en voch-tig. Het is er gemiddeld 28° C. Per jaar valt er gemiddeld 250 cm regen. In de bergen is het wat koeler. Van oktober tot maart brengt een noordwest-moesson veel regen. (Moesson: een wind die constant uit de zelfde richting komt.) In de rest van het jaar is

Tot de lagere planten behoren slingerplanten, lianen, varens, mossen en orchideeën. Deze planten houden het water vast en geven voedingsstoffen door aan de bomen. In het tropisch regenwoud leven grote zoogdieren. Bijvoorbeeld olifanten, neushoorns, orang-oetangs en tijgers. Ook leven er veel bijzondere vogelsoorten en reptielen zoals varanen en krokodillen.

Veel planten en dieren worden door ingrijpen van de mens bedreigd. Er worden stukken bos weggekapt of afgebrand voor de landbouw. Ook verdwijnen stukken bos door de handel in tropisch hardhout. Door de jacht worden en-kele diersoorten in hun voortbestaan be-dreigd. De Indonesische regering probeert de unieke planten- en dierenwereld te bescher-men. Zo heeft zij 400 gebieden tot natuurge-bied verklaard.

Page 7: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

3

GESCHIEDENIS Het oude Indonesië Vóór de komst van de Europeanen bestaat het gebied dat nu Indonesië heet uit tien-tallen grote en kleine vorstendommen. De grond en de boeren die er leven zijn eigen-dom van de vorst. De boeren moeten een deel van de oogst aan hun vorst afstaan. De vorst en zijn hofhouding leven in grote rijkdom, terwijl de boeren erg arm zijn. Er zijn vaak oorlogen tussen de vorstendommen. De vorstendommen leven verder van han-del en visserij. Handelaren uit China en India brengen vanaf de 7de eeuw het boed-dhisme en het hindoeïsme mee. Via handelaren uit Perzië (het huidige Iran) en India dringt de islam tot het gebied door (14de eeuw).

Indonesië als kolonie In 1596 komen de eerste Hollandse sche-pen in de Indische archipel aan. Vanuit een kleine nederzetting op Java overwinnen zij de Portugezen in de strijd om de specerij-eilanden (de Molukken). In 1602 verenigen de Nederlandse handelshuizen zich in de VOC (Verenigde Oostindische Compagnie). De VOC sluit handelscontracten af met de inheemse vorsten. De vorsten krijgen mili-taire steun en een deel van de winst. Als tegenprestatie moeten de vorsten de in-heemse bevolking dwingen tot het verbou-wen van bepaalde producten.

Niet-landbouwers moeten éénderde deel van het jaar werken voor de Nederlandse overheid (bijvoorbeeld meewerken bij de aanleg van wegen en kanalen). Nederland maakt met dit stelsel veel winst. De bevolking heeft het moeilijk onder dit stelsel. Mul-tatuli beschrijft in zijn boek ‘Max Havelaar' (1860) de wantoe-standen die ontstaan. Vanaf 1870 wordt het cultuurstelsel gelei-delijk afgeschaft. Nederlandse ondernemers krijgen met hulp van de Nederlandse overheid en de inlandse vorsten grond in pacht, voor grote plantages. Deze verandering brengt voor de boeren geen verbetering.

Aanvankelijk zijn dat peper en nootmuskaat, later komen daar koffie, suiker en indigo (een kleurstof voor textiel) bij. Er is in die tijd veel vraag naar deze producten in Euro-pa, waardoor de VOC er goed aan verdient. De Nederlandse staat neemt in 1798 de VOC over. Vanaf 1830 voert Nederland het cultuurstelsel in. De boeren moeten één-vijfde deel van hun grond verbouwen met producten die de Nederlandse overheid in Europa met winst kan verkopen.

VOC-schepen

Rond 1900 ziet Nederland in dat het een ‘Eereschuld’ heeft aan haar kolonie. Neder-land wil niet langer alleen maar profiteren van Nederlands–Indië. Onderwijs en zieken-zorg worden verbeterd. Er komen bestuursraden met enkele zorgvuldig uitgekozen Indiërs. De nieuwe politiek brengt niet veel verbetering in het leven van de Indische bevolking. Ook in het onderwijs zijn de resultaten mager. Hoewel bijna de helft van de kinderen naar school gaat, zijn er in 1940 slechts 240 inlandse eindexamenkandi-daten op de middelbare scholen (op een bevolking van 60 miljoen). In 1943 waren er 221 artsen en 230 andere academici. De nieuwe onderwijspolitiek heeft wel een on-verwacht en onbedoeld gevolg: het nationalisme neemt er door toe.

Page 8: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

4

De Japanners bezetten Nederlands-Indië in 1942. Ze sluiten alle Nederlanders op in concentratiekampen. Alles wat westers en vooral wat Nederlands is wordt verboden. Zo mag er geen Neder-lands meer gesproken worden. De Japanners beloven het land te bevrijden van de Nederlanders. Ook doen ze vage beloften over onafhankelijkheid. Na de overheersing van Japan over Nederlands-Indië tijdens de Tweede Wereldoorlog, wil Nederland de heer-schappij over Nederlands-Indië herstellen. Enkele nationalisten gaan met de Japanse bezetters samenwerken. Daaronder zijn Soe-karno en Hatta. Op 17 augustus 1945, kort na de Japanse overga-ve, verklaren zij dat Indonesië voortaan een onafhankelijk land is.

Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en Molukkers In 1830 wordt het KNIL opgericht. Dit leger bestaat voor een groot deel uit Molukkers. Tussen 1945 en 1949 vechten zij samen met de Nederlanders tegen de Indonesische ‘opstandelingen'. Na een bloedige strijd roept Nederland in 1949 zijn soldaten terug. Indonesië wordt een zelfstandige republiek. Alle eilanden, ook de Molukken, gaan deel uitmaken van die republiek. De Molukkers zijn het daar niet mee eens. Ze willen een eigen zelfstandige re-publiek. In 1950 roepen zij op Ambon de Republiek van de Zuid-Molukken uit. Na de onafhankelijkheid van Indonesië kunnen de Molukse KNIL-militairen kiezen: of soldaat worden in het Indone-sische leger of zich helemaal uit het leger terugtrekken.

Van verzet naar onafhan-kelijkheid In de 19e eeuw zijn er in diverse gebieden opstanden tegen de Nederlanders. Bij oorlogen op de Molukken, West-Sumatra, Java en Aceh(Noord-Sumatra) vallen tien-duizenden doden. Na de laatste oorlog in Aceh (1909) hebben de Nederlanders alle gebieden onder controle.

Er is dan één grote kolonie ontstaan: Nederlands-Indië. De Nederlanders bepalen wat goed is voor de kolonie. De Indiërs die westers onderwijs gevolgd hebben, ergeren zich aan de bevoogdende houding van Nederland. Ze willen dat het land politiek zelfstandig wordt. Rond 1930 zijn er kleine opstan-den. De Nederlanders arresteren daarbij de leiders van de verzetsbeweging. Eén van hen is Soekarno, de latere presi-dent. Al in 1928 voorspelt hij de komst van de Japanners. Veertien jaar later krijgt hij gelijk. Partij van Sukarno

De nationalisten richten op verschillende plaatsen in Indonesië legers op. De Nederlan-ders zijn bang dat ze de kolonie gaan verliezen. Tussen 1945 en 1949 probeert Neder-land tweemaal zijn gezag te herstellen. Bij deze politionele acties bestrijdt Nederland de nationalistische legers. De VN roepen beide keren op tot een staakt-het-vuren en willen hierbij bemiddelen. Onder druk van de V.S. erkent Nederland op 27 december 1949 de Indonesische onafhankelijkheid. Nieuw-Guinea blijft een deel van het Konink-rijk der Nederlanden.

Page 9: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

5

De meeste Molukse soldaten willen zich niet bij hun vroegere vijand aansluiten. Ze vinden dat Nederland hen nu niet in de steek kan laten en vragen hulp aan Nederland. Na moeizame onderhande-lingen besluit de Nederlandse regering de Molukse KNIL-soldaten met hun ge-zinnen tijdelijk in Nederland op te van-gen. De Nederlanders denken dat de Molukkers al na een half jaar terug kunnen keren. Ze worden lange tijd gehuisvest in kampen in Nederland, waaronder voormalig kamp Westerbork en kamp Vught.

In 1969 wordt dit 'referendum' gehouden. Een gese-lecteerde en onder druk gezette groep Papoea's kiest 'unaniem' voor de aansluiting bij Indonesië. De internationale gemeenschap protesteert, maar legt er zich bij neer. Daarmee wordt Nieuw-Guinea offici-eel een Indonesische provincie. Het kreeg de naam Irian Jaya. De hoofdstad Hollandia werd omgedoopt tot Jayapura. Irian Jaya kreeg na de val van Soehar-to de naam Papoea. In 2003 werd het 'Vogelkop'-schiereiland van de provincie afgesplitst: het werd een afzonderlijke provincie, West-Papoea, met als hoofdstad Biak. Verzet tegen de Indonesische over-heersing wordt met veel geweld neergeslagen.

Nieuw–Guinea/Papoea Na de onafhankelijkheidsoorlog maakt Nieuw-Guinea tot 1962 deel uit van het Konink-rijk der Nederlanden. In 1956 slaan Nederlandse mariniers de Obano-opstand in het Wisselmerengebied neer. Hierbij vallen meer dan honderd doden. Vanaf 1961 intensi-veert Indonesië zijn campagne om Nieuw-Guinea in te lijven. De VS en de VN willen dat Nederland hieraan toegeeft. Volgens de Nederlanders kan in 1962 het Indonesi-sche leger ieder ogenblik Nieuw-Guinea binnenvallen en in bezit nemen. Nederland stuurt daarom in 1962 bijna 10.000 militairen naar Nederlands Nieuw-Guinea. Uiteindelijk wordt de kwestie door diplomatiek overleg opgelost. Op 15 augus-tus 1962 ondertekenen Nederland, Indonesië en de VN in New York een vredesak-koord. In 1963 wordt na een korte periode van bestuur door de VN het bestuur over-gedragen aan Indonesië. De voorwaarde is dat er een volksraadpleging gehouden zal worden, waarin de bevolking zich over een eigen toekomst mag uitspreken.

Oost-Timor Op 28 november 1975 wordt Oost-Timor onafhankelijk van Portugal. Ruim een week later valt Indonesië Oost-Timor binnen. Na een bloedige strijd wordt Oost-Timor in 1976 een provincie van Indonesië. Na de overwinning van Indonesië werd Oost-Timor het toneel van bloedige gevechten, executies, martelingen en hongersnood. In 1999 stemde bijna 80% van de bevolking voor onafhankelijkheid. Direct na het bekend wor-den van de uitslag, trokken het Indonesische leger en Indonesisch gezinde milities plunderend, moordend en brandstichtend door de straten. Pas na tussenkomst van een VN-troepenmacht werd Oost-Timor in 2002 onafhankelijk van Indonesië.

De Nederlandse Molukkers vroegen herhaaldelijk aandacht voor hun wens voor een vrij Zuid-Molukken en voor de eerder gedane Nederlandse beloftes. In de jaren zeven-tig kwam dit tot een uitbarsting van geweld. Om aandacht te krijgen, gaan Molukkers over tot gewelddadige gijzelingsacties bij de Punt en Wijster (in Drenthe), waarbij en-kele gijzelaars en de meeste treinkapers de dood vonden.

Lunetten: voormalig Kamp Vught

Papoea-strijders met Papoea-vlag

Page 10: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

6

POLITIEK EN MENSENRECHTEN

De regering krijgt te maken met diverse opstanden en verdeeldheid onder de leger-commandanten. Om politieke wanorde te voorkomen wordt na 1957 de ‘geleide demo-cratie' ingesteld. Soekarno trekt steeds meer macht naar zich toe. Hij slaagt erin de nationalisten, de islamitische partijen en de communisten samen te laten werken. De communistische partij (PKI) krijgt steeds meer invloed. De kritiek van het leger op Soekarno neemt toe. In 1965 worden zeven generaals gekidnapt en later vermoord. De overgebleven legerleiders denken dat de PKI achter de moorden zit. Ze zien hierin een poging van Soekarno en de PKI om de macht in handen te krijgen. Het leger be-gint daarom een ware heksenjacht op leden en sympathisanten van PKI. Tussen de 500.000 en 1 miljoen mensen werden gedood. Het hoofd van het leger, generaal Soe-harto, maakt gebruik van de politieke zwakte van Soekarno en wordt in maart 1968 tot president benoemd. De periode Soeharto Soeharto voert een andere politiek dan zijn voorgan-ger Soekarno. Hij noemt zijn politiek beleid de ‘Orde Baru' (‘Nieuwe Orde'). Een snelle groei van de econo-mie is zijn belangrijkste doel. Dit doel wil hij bereiken door een strak geleid centraal bestuur. Dit bestuur werkt met Repelitas (Vijfjarenplannen). Door allerlei maatregelen moet van het land een eenheid gemaakt worden. Veel van deze maatregelen zijn in strijd met de mensenrechten.

De periode Soekarno Indonesië is na de onafhankelijkheid van Nederland omgevormd tot een republiek. De eerste president van Indonesië, Soekarno, regeerde vanaf die tijd tot aan 1967. Van 1950 tot 1957 is Indonesië een parle-mentaire democratie. De regering slaagt er in deze periode niet in om van het land een hechte eenheid te maken. Er zijn ruim veertig politieke partijen, die elkaar bestrijden.

Bhinneka Tunggal Ika. Dit is het motto van de Indonesische staat. Het betekent: ‘eenheid in verscheidenheid'. De ideeën van de eerste president Soekarno vormen de basis voor de grondwet. Hij laat deze grondwet sa-mengaan met een staatsfilosofie. Deze staatsfilosofie heet de Pancasila (De vijf Zuilen). Hierin gaat het om de volgende principes: het geloof in één God, een rechtvaardige mensheid, gemeenschappelijk overleg, sociale rechtvaar-digheid en het streven naar nationale eenheid. De vijfjarenplannen zijn steeds gebaseerd op de Pancasila.

Een van de eerste maatregelen van Soeharto is het beperken van het aantal politieke partijen tot drie: de partij die Soeharto zelf heeft opgericht (Golkar), een islamitische partij (PPP) en een com-binatie van christelijke partijen met de nationale partij (PDI). Alleen de partij van Soeharto (de partij van de ambtenaren en het leger) mag in de regering zitten. Bij verkiezingen behaalt de Gol-kar-partij steeds een ruime overwinning. De verkiezingen zijn niet echt vrij. De bevolking wordt door de ambtenaren en militairen onder druk gezet om op de Golkar-partij te stemmen. De ambte-naren krijgen een loonsverhoging als in ‘hun’ district de Golkar wint. Bij verlies worden ze overgeplaatst naar een andere functie, waarin ze minder voorrechten hebben en minder verdienen.

Golongan Katrya: de partij van de functionele groepen: werkgevers, werkne-mers en beroepsor-ganisaties

Soeharto

Page 11: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

7

Transmigratie De overbevolking op Java leidt vooral daar tot werkloosheid. Daarom lieten de Nederlanders vanaf 1904 Javaanse gezinnen verhuizen naar andere eilan-den om de bevolkingsdruk te verlichten en die eilanden door de kennis van de migranten economisch te ontwikkelen. De Soeharto-regering neemt dit beleid van transmigratie weer op.

Dua anak cukup - Twee kinderen is genoeg! Om de groei van de bevolking flink af te remmen voert Soeharto een programma voor gezinsplan-ning in. Langs de wegen staan enorme borden met daarop: ‘Dua anak cukup’, (twee kinderen is genoeg). De slogan was bedoeld om de opvattin-gen van de echtparen flink te veranderen. Indo-nesiërs hadden tot dan toe een heel andere leus: Banyak anak banyak rezeki (veel kinderen bren-gen welvaart). Het programma van gezinsplan-ning was zogenaamd vrijwillig. Zo waren er speci-ale veldwerkers die bij echtparen langs gingen om

Tot 1998 houdt Soeharto Indonesië is zijn greep. Als er in 1997 een Aziatische economische crisis uitbreekt, wordt zijn positie on-houdbaar. De roep om democratisering wordt steeds luider. We-gens zijn slechte gezondheid weet hij te ontkomen aan processen die in 2000 tegen hem worden aangespannen. Het blijkt dat hij en zijn familie zich tijdens zijn leiderschap enorm hebben verrijkt. Na zijn regime komt er meer openheid en democratisering in Indone-sië. Maar corruptie en de grote macht van het leger blijven.

In 1989 kreeg Soeharto voor dit beleid een hoge VN-onderscheiding (de UN-Population Award). Hij had toen al de meest ernstige mensenrechtenschendingen op zijn geweten, maar dat bleef buiten beschouwing. De dictator had zich een doelmatige probleemoplosser getoond, en dat moest bekroond en gevierd worden.

De regering belooft die mensen een betere toekomst in de zogenaamde buitengebie-den. Ze krijgen daar een stuk grond. Andere mensen verhuizen omdat de overheid hulp belooft bij het beginnen van een eigen winkel of bedrijfje. De transmigratie was niet zo succesvol: de bevolking op Java neemt niet af (door migratie naar Java vanuit andere eilanden) en de kennisverspreiding gebeurde onvoldoende. Veel migranten vertrokken weer. Vooral op Papoea ontstonden conflicten tussen de oude en de nieuwe bevolking. In 1999 is het ministerie van Transmigratie afgeschaft.

hen ‘te adviseren’. Familiehoofden moesten rapporteren over het aantal zwanger-schappen binnen hun familie. Soms werd er bij gezinnen gedreigd met transmigratie. De campagne had effect, hoewel er natuurlijk méér factoren een rol speelden: uit cij-fers van de Wereldbank blijkt dat het aantal kinderen per vrouw daalde van 5,7 in 1960 (in Nederland 3,1) naar 4,4 in 1980 en verder naar 2,2 in 2008. En dat is niet veel hoger dan in Nederland (1,8).

Page 12: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

8

De nieuwe regering krijgt te maken met de kwestie Oost-Timor. In een referendum spreekt bijna 80% van de Oost-Timorezen zich uit voor onafhankelijkheid. De reactie van het Indonesische leger was gruwelijk: de infrastructuur werd volkomen vernield en voorstanders van onafhankelijkheid werden vermoord. Daarop kwam de VN in ac-tie. Met grote tegenzin liet Indonesië Australische VN-militairen toe op Oost-Timor. Andere regio’s voelden zich gesterkt door de ontwik-kelingen op Oost-Timor en kwamen ook in verzet tegen het centrale gezag. Het kwam tot bloedige conflicten in Aceh, Irian Jaya (nu Pa-poea geheten) en op de Molukken.

Na Soeharto De gekozen opvolger van Soeharto is Habibie. Hij is niet erg populair onder de Indonesiërs. Hij weigert het bewind van zijn voorganger en mentor Soeharto te veroordelen. Tegen de zin van veel Indonesiërs en het Indonesische leger besluit hij tot een referendum in Oost-Timor, waarin de bevolking daar zich mag uitspreken over onafhan-kelijkheid. Bij verkiezingen in maart 1999 wint de oppositiepartij van Megawati Soekarnoputri (dochter van Soekarno) de meeste zetels. Maar dit is onvoldoende voor een meerderheid in het parlement. De partij van Habibie (Golkar) werd tweede, derde werd de islamitische PKB van de gematigde Wahid. Om de patstelling te doorbreken ver-kiest het Volkscongres tot veler verrassing Wahid tot president. Deze bijna blinde islamitische leider is populair onder de bevolking. Mega-wati wordt vice-president.

Bij de eerste rechtstreekse pre-sidentsverkiezingen in 2004 werd Megawati dan ook ruim verslagen door de voormalige generaal Susilo Bambang Yud-hoyono. In de media wordt hij vaak SBY genoemd.

SBY bezoekt het door de tsunami ernstig getroffen Aceh.

De nieuwe president wordt kort na zijn aantreden geconfron-teerd met een ramp. Op Tweede Kerstdag 2004 is er een zware zeebeving voor de kust van Su-matra. Grote delen van Azië worden getroffen door een vloedgolf. Er vallen veel doden. Yudhoyono reageerde alert op de ramp en dat leverde hem een goede naam op. Ook sluit hij een vredesverdrag met de rebellen op het zwaar getroffen Aceh. In 2009 wordt hij verkozen voor een tweede termijn als president.

Habibie

Wahid

Megawati

Page 13: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

9

Landbouw en bosbouw Landbouw is nog steeds erg be-langrijk voor Indonesië. Ongeveer 45% van de bevolking verdient een inkomen in de landbouw. Circa 25% van de totale export van Indonesië bestaat uit agrarische producten (rubber, kopra, palmolie, thee, koffie, rijst, cacao, tabak, specerijen). Rijst wordt het meest verbouwd, maar die is vooral be-stemd voor eigen gebruik. Export van hout is een van de belangrijk-ste inkomstenbronnen.

ECONOMIE

Crisis? Terwijl de crisis in de EU voortduurt heeft Indonesië nauwelijks last van de crisis. In-donesië exporteert niet veel naar de EU. De Indonesische afzetmarkt ligt veel meer in Azië. Bovendien is de binnenlandse markt groot en groeiend. De groei (gemiddeld 6%) wordt wel tegengewerkt door de traditie van corruptie en vriendjespolitiek. Er is ook nog veel armoede. Zo zijn er grote sloppenwijken aan de rand van Jakarta. Be-langrijkste inkomstenbronnen zijn industrie, landbouw, mijnbouw en toerisme.

De economische opbouw van Indonesië na de onafhankelijkheid begint pas goed onder president Soeharto. Hij begint met vijf-jarenplannen en geeft ruim baan aan buitenlandse investeer-ders. Tussen 1980 en 1995 groeit de economie fors. Daar komt een eind aan door de Aziatische financiële crisis in 1997. Indo-nesië wordt hard getroffen door die crisis, waardoor uiteindelijk (in 1998) president Soeharto wordt gedwongen af te treden. Na enkele ‘tussenpausen’ doet de huidige president Yudhoyono er vanaf 2004 alles aan Indonesië economisch te ontwikkelen. Het land wordt gezien als een ‘slapende tijger’, die in de komende jaren wellicht kan wedijveren met opkomende grootmachten als China en India. Maar dan moet er wel iets gebeuren aan de ‘hoge kosten’ van ondernemen in Indonesië. De corruptie en bureaucratie moeten teruggedrongen worden. Ook kunnen veel bedrijven efficiënter georganiseerd worden.

Corruptie Jaarlijks betalen burgers en bedrijven in Indonesië voor honderden miljoenen euro’s aan steekpenningen. Amb-tenaren, parlementsleden en zelfs de rechtspraak zijn gevoelig voor corruptie. Burgers betalen bijvoorbeeld extra voor een snelle medische behandeling, een rijbe-wijs, een diploma, alsmede voor toelating aan een uni-versiteit en banen bij de overheid. Bedrijven geven steekpenningen voor bouwvergunningen, kapvergunnin-gen en opdrachten voor de overheid. President Yudhoy-ono heeft gezegd dat de wijdverbreide corruptie in het land de groei van de economie bedreigt.

Vruchten van de palmolieplant

Page 14: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

10

Kunstnijverheid Op Bali heb je een bloeiende kunstnij-verheidsindustrie. Deze producten zijn voornamelijk voor het toerisme en de export. De producten komen uit gespecialiseerde dorpen. Bali is een belangrijke markt voor goederen die op andere eilanden worden ge-maakt. Je hebt ambachten als goud- en zilversmeden, steenbewerking, houtsnijwerk en weven. De kunstnij-verheid is vooral huisindustrie. Ze biedt werk aan duizenden gezinnen

Industrie en mijnbouw De meeste industrie, ± 70 % ervan, is geconcentreerd op Java en bestaat voorname-lijk uit kleine- en middelgrote bedrijven. Indonesië bezit grote grondstoffenvoorraden: vooral aardolie en aardgas, maar ook bauxiet, tin, koper, nikkel, diamant en goud. In-donesië is met Rusland, Colombia, Australië en Zuid-Afrika de grootste producent van steenkool ter wereld. Maar inefficiëntie en corruptie staan de exportgroei van deze grondstoffen in de weg. Zo moest Indonesië in 2004 zelfs overgaan tot het invoeren van olie, omdat de eigen productie onvoldoende was. Sinds de jaren '90 is het belang van de industrie toegenomen. Vooral de textiel-, kleding- en schoenenfabrieken dra-gen bij aan de totale export. Daarnaast exporteert het land voedingsmiddelen, auto’s en auto-onderdelen, elektrische apparatuur en houtproducten. Deze fabrieken zijn vaak gedeeltelijk eigendom van buitenlandse investeerders.

De economie van de Molukken De dorpen liggen op de Molukken meestal aan zee. Op de hellingen achter de dorpen liggen kruidnagel-, klapper- en sagotuinen. Het menu bestaat uit zelfgevangen vis en sago uit eigen tuin. De mensen die niet zelf vissen, kopen vis op de markt. Hierdoor kunnen de vissers af en toe wat luxe spullen kopen. Buren helpen elkaar bij het oogsten van de kruidnagels. De plaatselijke, meestal Chinese, winkelier koopt deze kruidnagels op. Met zijn speedboot vaart hij regelmatig naar Ambon om de kruidnagels met winst te verkopen en om voorraden voor zijn winkel in te slaan. In sommige Molukse dorpen staan opvallend mooie huizen. Deze zijn gebouwd door familieleden uit Nederland die de huizen af en toe als vakantiehuis gebruiken. Naar schatting 40% van de inwoners op de Moluk-ken is christelijk en de rest is moslim. Dorpen en/of wijken zijn meestal of christelijk of islamitisch. In het begin van deze eeuw zijn er ernstige con-flicten geweest tussen deze geloofsgroepen. De laatste jaren gaan christenen en moslims min of meer vredig met elkaar om.

die niet meer van de landbouw kunnen leven. De kwaliteit is erg hoog. Sommige handwerkslieden verkopen hun producten aan huis in een zogenaamde Artshop. Ande-ren verkopen hun werk via Fair Trade.

Kruidnagel: Syzygium aromaticum

Page 15: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

11

SAMENLEVING

Op de Indonesische eilanden wonen honderden vol-keren met een eigen traditie en cultuur. Er is een wereld van verschil tussen de in de VS opgeleide manager in Jakarta en de junglebewoner uit Papoea. Toch zijn er wel enkele algemene dingen over de Indonesiërs te zeggen. Voor veel mensen in Indone-sië is hun familie erg belangrijk. Als een familielid ergens mee geholpen moet worden, gaat dat altijd voor. Er zijn geen sociale voorzieningen in Indone-sië, als iemand ziek is of geen werk heeft, probeert de familie te helpen. Bijna iedereen gelooft in bo-vennatuurlijke krachten en geesten.

Grote verschillen in Jakarta Op Java ligt de enorme stad Jakarta, de hoofdstad van In-donesië. Officieel wonen er 10 miljoen mensen. Met de inwo-ners uit de buitenwijken en de niet-geregistreerde inwoners erbij kom je boven de 30 mil-joen uit. Jakarta is het zakelijke cen-trum van het land. Er zijn enorme ultraluxe winkelcen-tra, vele exclusieve hotels en luxe restaurants, musea, een moderne luchthaven en een groot aantal stations waarvan-daan treinen naar alle delen van Java vertrekken.

Jakarta is een stad met zeer grote tegenstellingen. Op straat rijden dure westerse auto's met getinte ramen die worden ingehaald door honderden brommers en moto-ren. Bij een rood stoplicht komen bedelaars de weg op lopen, in de hoop een aalmoes van de wachtenden te krijgen. Vreemd genoeg wordt er vaak geld gegeven aan de bedelaars, en niet alleen door de allerrijksten. Bij de ingang van de winkelcentra lopen groepjes hippe, rijke jongeren met dure tas-sen en exclusieve kleding, terwijl ernaast bedelaars de vuilnisbakken doorspitten op zoek naar lege blikjes om die voor wat roepia’s in te kunnen leveren. De rijke inwo-ners profiteren van de arme bewoners door ze voor weinig geld allerlei werk laten doen. Zo hebben ze een ‘security man’, een bediende, een tuinman, een oppas, een chauffeur enz.. Maar toch zijn die ‘knechten’ blij dat ze werk hebben.

De mensen in Indonesië komen bijna altijd glimlachend en vriendelijk over. Ze vinden het onbeschaafd om ‘nee' tegen iemand te zeggen. Men wil tegen de ander niet zeg-gen dat hij of zij ongelijk heeft. In Indonesië is het zeer onbeschaafd om iemand rechtstreeks te beledigen. Iemand die schreeuwt heeft in Indonesië al bij voorbaat on-gelijk. In Indonesië is het tonen van respect voor ouderen en mensen met gezag erg belangrijk. Gewoontes en gebruiken die door de voorouders zijn overgeleverd (‘adat') spelen nog steeds een rol in het dagelijks leven.

Spitsuur in Jakarta

Page 16: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

12

De 3 in 1 - jockey Tijdens de spitsuren ontstaan enorme files in Jakarta. De wegen kunnen het aantal voertuigen niet aan. Soms sta je urenlang in de file. Door al dit verkeer hangt er een enorme smog in de stad. Om files te verminderen, geldt voor een aantal belangrijke wegen in Jakarta de “drie in één”-regel. Tij-dens de spitsuren moeten er mini-maal drie personen in een auto zitten. Door deze regels is er een nieuw beroep ontstaan: de 3 in 1 - jockey.

Verdwijnen de sloppenwijken? Inwoners van krottenwijken aan de Ciliwung-rivier zullen worden ver-plaatst naar door de overheid gesub-sidieerde appartementen. Het pro-ject moet in 2014 van start gaan. Uiteindelijk moet de Ciliwung-rivier een vrij stromende rivier worden. Voor 2012 is hier 754 miljard roepia (zo'n 60 miljoen euro) voor vrijge-maakt. Bijna de helft van dit bedrag kan in Jakarta worden besteed. In 2019 moet zo'n 30 procent van de Indonesische steden vrij zijn van sloppenwijken.

Religie De religieuze vrijheid is vastgelegd in de Indonesische grondwet. Er worden zes religies officieel erkend. Dat zijn de islam, het protestantisme, het rooms-katholicisme, het hindoeïsme, het boeddhisme en het confucianisme. Hoewel het geen islamitische staat is, is Indonesië het land met het grootste aantal moslims in de wereld. Tijdens de telling van 2010 bleek dat 87% van de Indonesiërs zichzelf moslim noemden. Protestanten maken 7% van de be-volking uit, 3% is katholiek, 2 % hindoe en 1 % boeddhist of iets anders. De meeste Indonesische hindoes zijn Balinezen en de meeste boeddhisten en confucianisten zijn van Chinese afkomst. Alle religies vieren hun eigen feest-dagen.

Deze jockeys verdienen geld door te liften. Voor een bedrag van rond de 2 euro rij-den ze mee in auto’s waar minder dan drie mensen in zitten.

Bijzonder is Real Jakarta Tours. De tours gaan langs het ‘echte’ Jakarta, de wijken waar je de lokale bevolking zult ontmoeten. Een gids leidt toeristen door de sloppen-wijken van de stad, en slaat twee vliegen in een klap: de toeristen zien een deel van Jakarta dat ze normaal nooit zien, en de bevolking in de sloppenwijken verdient er ook nog iets aan.

Er zijn in Indonesië ongeveer 8 miljoen families zonder geschikte huisvesting. Met de bouw van ongeveer een half miljoen huizen per jaar door de staat zou dit probleem pas over 16 jaar opgelost zijn.

Page 17: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

13

De Istiqlal-moskee van Jakarta telt zes verdiepin-gen en is de grootste moskee van Zuidoost-Azië en de op een na grootste ter wereld. De gigantische witte koe-pel is al op een afstand van 15 km waarneembaar en na de ramadan verza-melen zich hier meer dan 200.000 gelovigen. Het was een van de prestige-projecten van de vroegere president Soekarno.

Onderwijs De scholen in Indonesië zijn heel anders dan die in Nederland. Het lijkt een beetje op hoe het er bij ons vroeger aan toeging. De meester of juf praat, de kin-deren moeten luisteren. En als je niet luistert, kun je een flinke tik krijgen. Of de juf of meester zet je flink voor gek. Alle kinderen dragen een uniform. Op vrij-dag hebben de meisjes vaak ook een hoofddoek om, want om twaalf uur gaan alle kinderen naar de mos-kee om te bidden. Kinderen nemen geen eten mee naar school, maar kopen meestal iets bij een van de vele eetstalletjes. Voor omgerekend 10 cent kun je al lekker eten.

Gezondheidszorg De gezondheidszorg is de laatste 40 jaar sterk verbeterd. De gemiddelde levensverwachting liep op van 45 in 1960 tot bijna 70 in 2013. De sterf-te onder de vijf jaar daalde in die periode van 220 tot 32 kinderen per 1000. In Nederland is dit 4 per 1000, in China 14. Er valt er nog veel te verbeteren aan de gezondheidszorg. Nog steeds kunnen arme mensen de dokter niet betalen. Terwijl de rijken zich in het buitenland (Singapore of de V.S) laten behandelen.

Voor veel ouders is het schoolgeld moeilijk op te brengen. Daardoor blijven vooral de middelbare school en het beroepsonderwijs of de universiteit voor veel jongeren onbe-reikbaar. Dat betekent dat kinderen van arme ouders minder kans hebben op een goede toekomst dan kinderen van rijke ouders.

De toegang tot gezondheidszorg door geheel Indonesië varieert enorm. Steden heb-ben vaak voldoende medische voorzieningen. Voor arme mensen zijn er zogenaamde puskesmas (volksgezondheidscentra). Hier krijgt men goedkope medische hulp en gratis medicijnen. Toch loopt dit niet altijd goed. De gratis medicijnen worden doorverkocht naar de apotheken en voor betere medi-sche hulp moet extra (zwart) betaald worden. In dunbevolkte gebieden zoals Papoea doet een arts er vaak enkele dagen over om een patiënt te bereiken.

Schooluniform is verplicht

Page 18: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

14

Papoea’s In Papoea en West-Papoea(twee provincies van Indonesië) wo-nen 3,6 miljoen mensen: 1,7 miljoen Papoea’s en 1,9 miljoen andere Indonesiërs. De Pa-poea’s zijn de oorspronkelijke bevolking. Er zijn meer dan 230 verschillende stammen, die 200 verschillende talen en 800 dia-lecten spreken. Hun manier van leven wordt bedreigd door transmigratie, mijnbouw en houtkap. Verzet tegen de Indo-nesische politiek wordt hard-handig neergeslagen.

Vanwege klimaat en natuur leven de Papoea's in het berggebied op een heel andere manier dan aan de kust. In de bergen is het hoofdvoedsel zoete aardappelen of cassa-ve met varkensvlees. Aan de kust leeft men van sago en vis. Om met mankracht per prauw (een kleine boot) naar hun viswater in zee en de sagobossen te varen kost veel energie. Daarom kopen sommige vissers buitenboordmotoren. Om die te kunnen be-talen, gaan ze een tijd in de koper-en goudmijnen werken van PT Freeport Indonesia. Als ze genoeg hebben verdiend, gaan ze weer terug naar hun dorp.

De boomhuizen staan in groepjes van maxi-maal vijf, en zijn meestal op een hoogte van 8 tot 12 meter. Er is een mannenkamer en een vrouwenkamer in zo’n boomhuis. In gebieden stroomopwaarts komen enkele huizen op 45 meter hoogte voor. De boom-huizen beschermen families tegen de lager vliegende zwermen muggen, en tegen lasti-ge buren en boze geesten.

Ongeveer 150 kilometer landinwaarts vanaf de Arafura Zee, leeft het volk van de Koro-wai. Zij zijn oorspronkelijk jagers-verzamelaars. Ze zijn bekend als bouwers van bijzonder hoge boomhuizen. Tot circa 1975 hadden de Korowai nauwelijks con-tact met de rest van de wereld. Enkele clans die dichtbij een dorp wonen, hebben hun traditionele gebruiken opgegeven en ontvangen toeristen op uitnodiging. Ook documentairemakers hebben veel belang-stelling voor dit volk.

De Korowai leven van wat hun tuinen en de omringende natuur opleveren: sago van de sagopalm in hun tuinen, vis uit de rivier, wilde varkens uit het bos. Als huisdieren hebben ze tamme varkens en honden. Deze varkens zijn zeer waardevol en worden alleen gegeten bij feesten en rituelen. Honden worden ingezet bij de jacht en hun tan-den worden beschouwd als zeer waardevol. Op wilde varkens wordt gejaagd met pijl en boog.

Page 19: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

15

Sociale media Na de Verenigde Staten wordt Facebook wereldwijd het meest gebruikt in Indone-sië. De inwoners van Indonesië behoren tot de meest actieve twitteraars ter we-reld. Indonesiërs nemen geen blad voor de mond (meer) op sociale media (vooral op Twitter en op blogs) wat betreft de politie-ke situatie. Ze gebruiken sociale media om politieke misstanden aan de kaak te stellen en het volk hierover te informeren.

Persvrijheid Pas sinds het einde van het Soeharto-tijdperk in 1998 is er volgens de grondwet persvrijheid in Indonesië. Nieuws is ruim voorhanden, maar zaken als religie en sek-sualiteit blijven taboe. Aanhangers van de radicale islam laten journalisten soms heel duidelijk weten dat ze niet kritisch over de islam mogen schrijven. Video’s, tijdschrif-ten of foto’s met blote mensen zijn in de ogen van die moslims absoluut verboden. De persvrijheid staat in Indonesië niet op een hoog peil. Journalisten riskeren nog steeds gevangenisstraf als ze openhartig schrijven over seksualiteit of als ze kritiek op de islam hebben.

COMMUNICATIE EN VERVOER

Ook kunnen ze beter niet kritisch schrijven over milieuvervuiling, de presidentiële fa-milie en de eenheid van Indonesië. Journalisten die berichten over onrust op Sumatra of Kalimantan lopen grote kans om opgepakt te worden. Ook berichten over de onaf-hankelijkheidsstrijd op Papua zijn taboe. Daar komt bij dat de pers vaak in handen is van rijke politici die belang hebben bij po-sitieve berichten over hun partij en negatieve berichten over andere partijen. Journa-listen verdienen niet veel in Indonesië. Soms laten ze zich omkopen om een positief verhaal over een bedrijf of een politieke partij te schrijven.

Politieke kopstukken, politieke partijen en bewegingen zijn op Twitter ruim ver-tegenwoordigd, maar de overheidsin-stanties zijn er nauwelijks te vinden. Er vinden van tijd tot tijd heftige discussies en twit wars plaats. Er is veel vrijheid maar sommige dingen kunnen echt niet volgens de Indonesi-sche rechters. Een 33-jarige man kreeg bijvoorbeeld 2,5 jaar cel voor het op Fa-cebook plaatsen van de tekst ‘God be-staat niet’ en het beledigen van de pro-feet Mohammed op sociale media.

Kompas De grootste Indonesische krant

Facebookpagina van een presidentskandidaat

Page 20: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

16

Vervoer, supermodern naast traditioneel Er zijn ruim 10 miljoen auto’s en ruim 70 miljoen motoren en brommers in Indonesië. Ieder jaar neemt dit aantal flink toe, met respectievelijk 1 en 6 miljoen. De regering is al een tijd be-zig om het wegennet flink uit te breiden. Maar dit gaat te lang-zaam. In de grote steden komt het verkeer tijdens de spits bijna niet vooruit.

Vervoer over water speelt in Indonesië, net als vroeger, nog altijd een belangrijke rol. Veerboten varen dagelijks meerdere malen tussen de grotere eilanden. De boten heb-ben verschillende klassen: van goedkope oncomfortabele plekjes op het dek tot luxe tweepersoonshutten. En zoals overal in Indonesië is er eten aan boord te koop. De boten die onder het openbaar vervoer vallen zijn niet erg snel. Er zijn ook snelle ferryboten van privébedrijven die vele malen duurder zijn. Op Java en Sumatra kun je je ook in het binnenland over water verplaatsen. Op Kalimantan is de rivier vaak de enige manier is om door het dichtbegroeide binnenland te reizen.

Door de uitgestrektheid van het eilandenrijk is het vliegtuig een belangrijk vervoer-middel in Indonesië. Zo is het vanaf Jakarta op Java mogelijk om naar ieder ander ei-land te vliegen, maar ook Sumatra en Bali hebben goede binnenlandse verbindingen. Op de kortere routes wordt nog met vrij oude toestellen gevlogen. De prijzen van de regionale luchtvaartdiensten zijn door de concurrentie laag. De passagiers kunnen meestal tot het laatste moment boeken.

Bussen verzorgen het vervoer over de hoofdwegen en belangrijke zijroutes. De bussen rijden een vaste route, waar je overal kan in– en uitstappen. De kleurrijke bis biasa bussen hanteren het systeem 'vol is vertrekken'. Het vervoer in en rond de steden en dorpen wordt door minibusjes verzorgd. In sommige plaatsen rijden de busjes geen vaste routes. De chauffeurs laten zich leiden door de wensen van de passagiers. Taxi’s, brommers en fietsen zijn veel gebruikte individuele vervoermiddelen. Bijzonde-re vervoermiddelen zijn de dokar, de becak en de bemo. (zie onder)

Er rijden alleen treinen op Java en Sumatra. Het spoornetwerk is aangelegd door de Nederlandse kolo-nisten. Er zijn luxe en minder luxe treinen.

Soms zijn de treinen overvol en nemen passagiers/waaghalzen plaats op het dak van de trein.

dokar becak bemo

Page 21: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

17

NATUUR EN MILIEU Ongeveer 60 procent van het totale op-pervlak van Indonesië bestaat uit tro-pisch regenwoud. Alleen Brazilië heeft een groter oppervlak aan regenwoud. In het Indonesische regenwoud komt 17% van alle dier– en plantensoorten ter we-reld voor. Sommige daarvan komen nergens anders voor. Indonesië kent een enorme verschei-denheid aan landschappen. De eilanden in het westen zijn bedekt met dichte tropische regenwouden.

Tropisch regenwoud Een tropisch regenwoud is een woud dat gelegen is in de tropen, waar het warm en vochtig is. Er leven vele planten- en diersoorten. Het tropisch regenwoud wordt bedreigd door hout-kap en andere menselijke activiteiten. Het regenwoud is het soortenrijkste natuurgebied ter wereld, en ook het oudste. Sommige Aziatische wouden zijn meer dan 100 miljoen jaar oud, en stammen daarmee uit de tijd van de dinosauriërs.

Fauna De bekendste en meest zeldzame apensoort in Indonesië is de orang-oetan, die in het wild alleen op Sumatra en Kali-mantan voorkomt. Deze vriendelijke mensaap behoort tot één van de meest bedreigde diersoorten. Er leven er nog maar ongeveer vijfduizend in het wild. De grappigst uitzien-de apensoort van Indonesië is de neusaap van Kalimantan. De rode neus van het mannetje kan wel vijftien centimeter lang worden(zie rechts).

In het oosten is het heel droog, hier komen vooral savannelandschappen voor. Op bijna ieder eiland zijn bergen of vulkanen. Op Java is in het laagland al het bos ver-dwenen. Op het eiland Papoea komt nog wel een groot regenwoud voor. Het is het grootste van Zuidoost-Azië.

Savannelandschap bij de Rinjani-vulkaan

Het regenwoud bestaat uit drie verschillende lagen. De benedenlaag is de bosvloer, waar bladeren en gevallen takken liggen en de zon nooit doordringt. Op de bosvloer groeien mossen en varens. De middenlaag is samengesteld uit jonge bomen, struiken en lianen. De bovenlaag bestaat uit de kroonlaag van reuzenbomen die veertig meter en hoger worden. Dat is de droogste etage uit het regenwoud. De meeste dieren leven in de kroonlaag en komen nooit op de grond: apen, boomslangen, leguanen en veel vogels. Boomkikkers, eekhoorns en apen zitten op de middenlaag en op de begane grond leven olifanten, krokodillen, varkens, katachtigen en hertensoorten. Al die krij-sende en brullende dieren veroorzaken een oorverdovend lawaai, ook ´s nachts.

Page 22: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

18

Er leven nog veel andere apensoorten in Indonesië, waaronder een aantal soorten gib-bons. Op Sumatra komen zo’n dertig soorten bladapen voor, die relatief veel bladeren en zaden eten. In het westelijke deel van het eilandenrijk komen halfapen als spook-diertjes en lori’s voor. Naast apen leven nog allerlei andere gro-te zoogdieren in Indonesië. Op Sumatra en in Noord-Kalimantan leven nog olifan-ten. De eenhoornige Javaanse neushoorn komt alleen nog voor in het Ujung Kulon National Park op West-Java. De twee-hoornige Sumatraanse neushoorn leeft alleen nog op Kalimantan. Een van de bekendste en meest legendarische roof-dieren is de Sumatraanse tijger. Deze is heel zeldzaam en leeft alleen in de regen-wouden van Sumatra. Op het Amanwana Moyo Eiland komen rusa-herten voor.

Vogels Vogels zijn met 1500 soorten rijk vertegen-woordigd in Indonesië. Prachtig zijn de kake-toes, allerlei papegaaiensoorten en ruim veertig soorten paradijsvogels die alleen op de Noord-Molukken, de Aru-eilanden en op Papoea leven. Andere bijzondere soorten zijn de argusfazanten, trogons, bladvogels, kroonduiven en de baardvogels.

Komodovaraan In het midden van de zeestraat tussen Sumbawa en Flo-res ligt Pulau Komodo. Hier leeft de komodovaraan, de grootste en wellicht bekendste hagedissensoort ter we-reld. Deze varaan vind je ook nog op de eilanden Padar, Rinca, Gili Motong en een deel van (het vasteland van) West-Flores. De Komodovaraan is één van de oudste nog levende diersoorten en stamt uit het Eoceen, 60 miljoen jaar geleden. De varaan wordt gemiddeld zo’n 2 tot 3 me-ter lang. Het is een vleeseter en heeft op de mens na geen natuurlijke vijanden.

Paradijsvogels

Koraalriffen Indonesië is rijk aan koraalriffen, waar veel tropische vissoorten leven. Zeker de koraalriffen in het oosten van de archipel behoren tot de rijkste ter wereld. Zeeschildpadden en doopvontschelp Helaas worden veel zeeschildpadden gedood om hun schilden als souvenirs te kunnen verkopen. Ook de eieren van de schildpadden zijn geliefd. In de zeeën rond Indonesië komt de zeldzaamste schelp ter wereld voor: de doopvontschelp. Deze zachte schelp kan wel 250 kilo wegen. Koraalrif bij Bali

Sumatraanse neushoorn

Trogon

Page 23: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

19

Flora In de oostelijke gebieden tref je heel andere planten en bomen aan dan in het westen, door-dat er verschillen bestaan in bodem en klimaat. In Indonesië komen meer dan 45.000 planten-soorten voor. Dat staat gelijk aan 10 procent van alle plantensoorten op aarde. Er groeien ook 250 bamboesoorten en 150 soorten pal-men. Op het eiland Borneo zijn zo’n 3000 boomsoorten geteld. Ook op Sumatra, en Pa-pua vind je nog dicht tropisch regenwoud. Eén van de vele mammoetbomen die hier groeien, is de ijzerhoutboom die hoogtes van 40 meter kan bereiken. Daarnaast groeien er in de oer-wouden bijzondere bomen, zoals de waringin. De waringin is een vijgenboom die dankzij een groot netwerk van luchtwortels een enorme omvang kan hebben. Langs de kusten groeien vaak mangrovebossen. Ook bijzonder zijn de insectenetende beker-planten. Deze plant is volop te vinden in de bossen van Papoea. Datzelfde geldt voor orchi-deeën. Er groeien op het eiland meer dan 2500 soorten orchideeën, waaronder de grootste soort ter wereld: de tijgerorchidee. Deze bij-zondere plant beschikt over een 3 meter lange sleep van bloemen. Op Sumatra groeit de Rafflesia Arnoldii, met een bloem met een doorsnee van één meter en een gewicht van 11 kilo. In Indonesië is hij zeer geliefd: samen met de Arabische jasmijn en de maanorchidee mag hij het land verte-genwoordigen als een van de drie nationale bloemen.

Bedreigingen van flora en fauna Veel van de mooie natuur in Indonesië wordt be-dreigd. Vissen sterven door watervervuiling, onder andere veroorzaakt door het vele gebruik van land-bouwgiffen. Ook de mijnbouw, oliewinning en de af-valresten van de palmolieteelt veroorzaken plaatse-lijk veel vervuiling. Vooral tinmijnen laten diepe spo-ren achter in de wouden en beschadigen de koraal-riffen van Bangka en Belitung. Een ander gevolg van het vuile water is het afsterven van mangrovebos-sen. Ontbossing is de belangrijkste bedreiging voor de Indonesische natuur. Bossen worden niet alleen ge-kapt voor de houthandel maar ook voor landbouw en veeteelt, aanleg van mijnen en uitbreiding van dor-pen en steden. Door het verdwijnen van het bos dreigen onder andere apen en tijgers uit te sterven. Ze hebben geen ruimte meer om te leven en geen voedsel.

Tijgerorchidee

Rafflesia Arnoldii

Page 24: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

20

Andere gevolgen van de ontbossing zijn: erosie en daardoor overstromingen, meer CO2-uitstoot en klimaatverandering. Op de kaalgekapte of platgebrande bo-dem worden oliepalmen en gewassen zo-als soja verbouwd. Hiervan worden pro-ducten gemaakt die in onze supermark-ten liggen: van shampoo tot vleesvervan-gers. Ook wordt veel grond gebruikt om gewassen voor biobrandstof te telen. Uit de oliepalm en sojaplant wordt biodiesel gemaakt, uit de suikerpalm ethanol.

Kan de suikerpalm het regenwoud redden? Suikerpalmen mag je niet verwarren met oliepal-men. Suikerpalmen groeien alleen in een divers regenwoud, dat wil zeggen samen met vele ande-re planten- en diersoorten. Voor oliepalmplanta-ges worden enorme oppervlakten kostbaar re-genwoud gekapt en op deze plantages kunnen de oorspronkelijke planten en dieren niet leven. De suikerpalm heeft een aantal unieke eigen-schappen. Een aantal jaren nadat de boom is ge-plant, kan er dagelijks sap uit afgetapt worden door een dun plakje van een tak af te snijden. Dit sap komt in grote hoeveelheden uit de boom (volwassen bomen produceren 20 tot soms 50 liter per dag) en bevat een suikerconcentratie van ongeveer 11%. De palm groeit op allerlei arme bodemsoorten en tegen steile hellingen die niet als landbouwgrond gebruikt kunnen worden.

Om de unieke natuur te beschermen is de Indonesische regering in 1980 begonnen met het oprichten van vijf Nationale Parken. Nu zijn het er vijftig en maken er zes deel uit van het Werelderfgoed. Jammer genoeg vindt er nog steeds illegale houtkap plaats in die beschermde gebieden, en wordt er ook gejaagd. Zowel Greenpeace en Wereld-natuurfonds (WNF) als particuliere initiatieven doen er alles aan om zeldzame dieren te ‘redden’. Het meest bedreigd zijn de Sumatraanse tijger, de Javaanse neushoorn, de orang-oetan en diverse schildpadsoorten.

Gunung Merbabu National Park

Door zijn diepe wortelsysteem vormt de suikerpalm een uitste-kende bescherming tegen erosie en ook is hij brand- en overstro-mingsbestendig. In totaal levert de boom wel zestig verschillende producten: naast biobrandstof en suiker, oersterke vezels voor dakbedekking, medicijnen en een goede kwaliteit hout (aan het eind van zijn leven). Het oogsten van het waardevolle sap van de boom wordt met de hand gedaan en zorgt voor veel banen voor kleine boeren (zo’n boer heeft ongeveer zes bomen). Het inkomen van deze palm-tappers is veel hoger dan dat van 'gewone' kleine boeren. Door een beter inkomen kunnen de kinderen van deze palmtappers verder studeren en kunnen ze aan de armoede ontsnappen.

Page 25: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

21

CULTUUR EN TOERISME

Voeten gelden als onrein en het is beledigend om met de voetzolen naar iemand te wijzen, bij voor-beeld bij het over elkaar slaan van de benen.

Het hoofd is daarentegen het reinste deel van het lichaam, andermans hoofd mag je niet aanraken.

Het is niet gebruikelijk met je rechterwijsvinger te wijzen naar plaatsen, dingen of personen. Gebruik in plaats daarvan je rechterduim, met je andere vier vingers gesloten.

Iets aangeven doe je met je rechterhand omdat de linkerhand als onrein wordt gezien. Deze gebruik je op het toilet.

Hand in hand of gearmd lopen en kussen in het openbaar is ongewenst.

Topless zonnen aan het strand of bij het zwembad bij de hotels wordt oogluikend toegelaten, maar zeker niet op prijs gesteld.

Omdat 85 procent van de Indonesische bevolking moslim is, is het drinken van alcohol niet gebruike-lijk en is het uitbrengen van een toast dus ook geen gewoonte in Indonesië.

Verder dien je altijd je schoenen uit te doen alvo-rens je iemands huis binnengaat. Ook is het de ge-woonte om iets te drinken aan gasten aan te bie-den en is het beleefd om dit aan te nemen.

Als je een bezoek brengt aan een tempel of mos-kee, doe dan altijd je schoenen uit alvorens je naar binnen gaat. Sommige moskeeën bieden gewaden en hoofddoeken voor vrouwelijke bezoekers om hun hoofd te bedekken voordat ze de moskee be-treden.

De bevolking van Indonesië staat bekend vanwege haar vriendelijkheid en gastvrij-heid. Respect is enorm belangrijk in de Indonesische cultuur. Het wordt gewaardeerd als je met respect reageert en je je emoties zo min mogelijk laat blijken. In het dage-lijks leven houden de Indonesiërs zich aan een aantal ‘regels’. Het wordt gewaardeerd als toeristen zich aan deze regels houden.

Typisch Indonesisch De batikstoffen uit Indonesië zijn wereldberoemd. Batik is een versie-ringstechniek waarbij met een tjan-tik (waspen) of tjap (stempel) vloei-bare was in patronen op textiel wordt aangebracht. Als het stuk stof in een verfbad wordt ondergedom-peld, hecht de verf zich aan de blootgestelde delen. Met behulp van herhalingen van dit procedé is men in staat een veelkleurig doek te ver-vaardigen.

Page 26: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

22

Op het overbevolkte Java heeft de bevolking geen ruimte om vee te weiden en eet men veel plantaardig voedsel als tahoe en tempé. De Molukkers serveren vis en sago, want die heb-ben zij voorhanden. De religie van een streek heeft ook invloed op de bestanddelen. De hindoeïstische Baline-zen eten varkensvlees, terwijl rundvlees, popu-lair in de rest van de archipel, voor hen ta-boe is. Ook het gebruik van kruiden is per regio verschillend. Niet alleen

Indonesiërs zijn heel trots op dit erfgoed. Er zijn overigens veel meer technieken om stof te bewerken, zoals ikat, songket en endek. Batik werd tot voor kort gezien als saai en werd door oudere mensen gedragen. Sinds een paar jaar maakt batik een geweldige come-back. Sommige kantoren voeren zelfs vrijdag in als batikdag. Werknemers verschijnen dan op kantoor in batikkleren.

De Indonesische keuken Het is eigenlijk verbazend dat we kunnen spreken van dé Indonesische keuken in een land van meer dan 13.000 eilanden. Toch kan dat wel. De basis van elke maaltijd, van Noord-Sumatra in het westen tot Papoea in het oosten, is gekookte witte rijst (nasi putih). Zelfs bij het ontbijt wordt rijst gegeten. Meestal zijn dit restjes die opgebakken worden. Wat de eilanden ook gemeenschappelijk hebben is het gebruik van kokos, chilipepers en inheemse kruiden. In geen enkel ander land ter wereld worden zoveel verschillende specerijen verbouwd als in Indonesië. Rijst is dan wel de basis van elke maaltijd, maar de bijgerechten variëren zowel in de bestanddelen als in de mate van gekruidheid per eiland of regio. Hoe verder weg van het centraal gelegen Java en hoe minder ontwik-keld een eiland is, hoe minder bestanddelen er verkrijgbaar zijn. En hoe minder ver-fijnd de kookgewoonten zijn. Verblijf je in Kalimantan, dan zal je geregeld pens, hart en darmen op het menu vinden.

de hoeveelheid, maar ook de diverse soorten. Gerechten uit Midden-Sumatra, uit de zogeheten Padangkeuken, zijn doorgaans zeer heet en bevatten veel gember. Op Java wordt veel milder gekookt, hier en daar zelfs zoetig, onder meer door het gebruik van gula jawa, Javaanse suiker.

Batik-mode

Page 27: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

23

Wajang en gamelan Een bekende Indonesische kunstvorm is de wajang. Vooral op Java is dit poppenspel een belangrijk onderdeel van de cultuur. Het wordt soms met houten poppen of ook wel door acteurs met maskers gespeeld. De oorspronkelijke vorm, de wajang kulit, is het bekendst. Hierbij wordt met platte leren poppen een schimmenspel opgevoerd. De wajang kulit bestaat al sinds de negende eeuw. De poppen werden toen gebruikt om ge-storven voorouders uit te beelden. Door een priester werden de schimmen van voorouders weer tot leven gebracht. Een wajang kulitvoorstelling begint meestal ‘s avonds rond acht uur. De dalang, de vertoner, is nu het medium tussen de voorouders en de levenden. Het toneel is erg eenvoudig. In een raam van hout of bamboe wordt een wit laken gespannen. Met een lamp projecteert de dalang de poppen op het laken.

Achter hem zit een gamelanorkest. Dit is een typisch Indonesisch orkest met veel slaginstrumenten. Een volledig gamelan-orkest bestaat uit 75 trommels, xylofoons en bronzen keteltrommels, een snaarin-strument, een fluit, solozangeressen en –zangers en een koor. De instrumenten worden door ongeveer dertig personen bespeeld. Onder begeleiding van dit orkest laat de dalang de poppen bewegen en spreken. Voor iedere voorstelling heeft hij onge-veer veertig poppen nodig. Deze poppen beelden onder andere helden, prinsessen, geesten en monsters uit.

Gamelan

Wajangpop

Kenmerkend voor de Balinese dans zijn de indrukwekkende met goudverf beschilderde kostuums en bloemenkronen, en een manier van kijken die heel veelzeggend is. De acteurs dansen met heel vloeiende en ingetogen bewegingen, afgewisseld met krachti-ge en felle bewegingen van hoofd, nek, schouder, arm, vingers en tenen. Gamelanmu-ziek begeleidt de dansers. Er zijn veel soorten dansen: verhalende dansen, masker-dansen, krijgsdansen, leerzame dansen en grappige dansen. Er zijn zowel groeps- als solodansen.

Balinese dans Balinezen geloven in twee werelden. Een zichtbare en tastbare wereld, een wereld die je kunt voelen en zien. De andere wereld is de onzichtbare en niet tastbare wereld. Het doel van de Balinese dans is deze twee werelden met elkaar in even-wicht te brengen. Hierdoor ontstaan geluk en har-monie in het leven van de Balinezen. De training van dansers op Bali begint al op jonge leeftijd. In de wijkgebouwen zie je regelmatig kin-deren en volwassenen oefenen. Er zijn vaak meer-dere dansdocenten aanwezig en de meest begaaf-de leerlingen staan vooraan.

Page 28: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

24

Toerisme Zoals je in het voorafgaande hebt kunnen lezen heeft Indonesië een zeer rijke cultuur en natuur. Per jaar komen er ruim 7 miljoen toeristen, waarvan bijna 200.000 uit Ne-derland. In veel plaatsen is het toerisme de belangrijkste bron van inkomsten. Het is echter wel van groot belang dat de lokale bevolking meeprofiteert van het toerisme. Helaas is dit op dit moment niet altijd het geval. Grote internationale bedrijven verdie-nen veel aan het toerisme. De plaatselijke bevolking blijft vaak achter met de overlast en de vervuiling. Hierbij kun je denken aan waterschaarste, afvalproblemen, geluids-overlast, landschapvernietiging en verlies aan biodiversiteit. Sommige toeristen willen dat de plaatselijke bevolking meer profiteert van het toerisme. Ze huren een lokale gids in, eten in kleine lokale restaurants, en slapen bij particulieren.

Belangrijkste attracties Het eiland Bali is populair onder toeristen. Dat is onder meer vanwege de stranden, het eten, het natuurschoon met sierlijke terrasvormige rijstvelden (sawa's) en vul-kanen, de vele monumenten, waaronder de duizenden Balinese hindoetempels (Pura) en de eigen Balinese cultuur. De cultuur biedt de tempelspelen, gamelan-muziek en de danskunst. Door een bom-aanslag in 2002 heeft de toerismesector op het eiland een ernstige inzinking moe-ten verwerken. Deze begon net op te krabbelen toen er in 2005 weer bomaan-slagen plaatsvonden. Na wederom een inzinking, steeg het aantal toeristen weer.

De grootste attractie van Java, de Borobudur, ligt ten noordwesten van Yogyakarta. Deze boeddhisti-sche tempel werd gebouwd tussen 778 en 825. Het gigantische bouwwerk ligt op een heuvel en bestaat uit boven elkaar liggende terrassen. De eerste zijn vierkant en symboliseren de wereld. De bovenste terrassen zijn rond, dat is de wereld van de goden. Op die ronde terrassen staan zogeheten stoepa’s, opengewerkte torentjes met in het midden een beeld van Boeddha. Op het hoogste punt staat een grote stoepa.

Andere attracties waar veel toeristen op afkomen, zijn de natuurparken, de stranden, festivals, religi-euze rituelen en de bijzondere architectuur.

Strand op Bali

Page 29: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

25

AANTEKENINGEN

Page 30: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

26

Page 31: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

MEER OP INTERNET Op de website van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs vind je nog meer informatie die je kan helpen bij je werkstuk of spreekbeurt. Je vindt daar tips over hoe je het beste een werkstuk kunt opzetten of hoe je het beste je spreekbeurt kunt inkleden. Ga naar www.cmo.nl of www.maak-een-werkstuk.nl.

27

Page 32: INDONESIË - CMO · Van verzet naar onafhankelijkheid pag. 4 Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) en Molukkers pag. 4 Nieuw Guinea/Papoea pag. 5 ... Op 17 augustus 1945, kort

SCRIPTIESERVICE De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de reeks zijn meer dan 85 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu en Mensenrechten. Elk pakket bestaat uit 24 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en/of cartoons. Op de website van het CMO staat een handleiding voor het maken van een scriptie/werkstuk.

De uitgave op papier is te bestellen bij: Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail: [email protected] http://www.cmo.nl