Imperfectum en perfectum
description
Transcript of Imperfectum en perfectum
Imperfectum en perfectum
Door:E.Mos-Burgers
‘Donald Duck schilderde gisteren
een mooi schilderij.’
Zie jij een verschil in tijd?
Nederlands
Donald Duck schilderde, hij was aan het schilderen (hij was toen bezig)
In het Latijn zou dit een imperfectum heten (iets was aan de gang, de handeling is nog niet voltooid)
Donald Duck schilderde, hij heeft geschilderd (en het schilderij is nu af)
Dit is een perfectum in het Latijn (de handeling is voltooid)
De tijdlijn:
NU
De tijdlijn:
NU toekomst
Latijnse tijden
De tijdlijn:
NU toekomstVerleden
Latijnse tijden
De tijdlijn:
NU toekomstVerleden
Nog niet gehad!
Nieuw: verleden tijd
De tijdlijn:
NUverleden
praesensimperfectum _____ perfectum . . . . . .
Werkwoord: praesens
Dit werkwoord staat in het praesens.
Praesens wil zeggen: tegenwoordige tijd.
werkwoord betekenis tijd _
clamo = ik roep praesens = tegenwoordige
tijd
dicimus = wij zeggen praesens = tegenwoordige
tijd
Praesens
praesens:Voc-oVoc-a-sVoc-a-tVoc-a-musVoc-a-tisVoc-a-nt
Vertalen als:tegenwoordige tijd:ik roep
Twee soorten verleden tijd
Imperfectum: apart rijtje (vergelijk griekse imperfectum)
Perfectum: apart rijtje (vergelijk griekse aoristus)
Het is te leren en je kan de vormen gemakkelijk herkennen.
Het imperfectum: stam
Het imperfectum heeft dezelfde stam als
het praesens.
stam praesensstamimperfectumstam
a-stam narra- narra-
i-stam audi- audi-
e-stam terre- terre-
mk-stam dic- dic-
Onvoltooid verleden tijd: nadruk op voortduring
of herhaling
imperfectum: BAvoca-ba-m
voca-ba-s
voca-ba-t
voca-ba-mus
voca-ba-tis
voca-ba-nt
Vertalen als:onvoltooid verleden tijd:ik riep / ik was aan het roepen
Esse en posse imperf.
De imperfectum van esse en posse is onregelmatig en moet je dus leren
eram -ik was pot-eram – ik koneras pot-eraserat pot-erateramus pot-eramuseratis pot-eratiserant pot- erant
Het imperfectum: rijtjes
a-stam e-stam i-stam * mk-stam *
ev ik
jijhij/zij/
het
voca-ba-m voca-ba-s voca-ba-t
terre-ba-m terre-ba-s terre-ba-t
audi-e-ba-m audi-e-ba-s audi-e-ba-t
dic-e-ba-m dic-e-ba-s dic-e-ba-t
mv wij
julliezij
voca-ba-mus voca-ba-tis voca-ba-nt
terre-ba-mus terre-ba-tis terre-ba-nt
audi-e-ba-mus audi-e-ba-tis audi-e-ba-nt
dic-e-ba-mus dic-e-ba-tis dic-e-ba-nt
infinitivus geen aparte infinitivusvormen
* De i-stam en de mk-stam krijgen een tussenklinker -e- tussen stam en -ba-.
Het perfectum: stam
Het perfectum heeft een andere stam dan het
praesens.
stam praesensstam perfectumkenmerk perfectumstam
a-stam narra- -v- achter stam narrav-
i-stam audi- -v- achter stam audiv-
e-stam terre- -e- -u- terru-
mk-stam dic- -s- achter stam dix-
Voltooid Verleden tijd: Perfectum
perfectum:
-i
-isti
-it
-imus
-istis
-erunt
Perf.stam +
De stam bij een perfectum is anders: je moet deze kunnen herkennen en kennen.
Een perfectumstam eindigt vaak op een –v-, -u- of –s- (c+s =x)
perfectum:
voca-v-i ik heb geroepen
voca-v-isti
voca-v-it
voca-v-imus
voca-v-istis
voca-v-erunt
Vertaal als: Ik riep
Ik heb geroepen
Het perfectum: rijtjes
a-stam e-stam i-stam mk-stam
ev ik
jijhij/zij/het
errav-i errav-isti errav-it
terru-i terru-isti terru-it
audiv-i audiv-isti audiv-it
dix-i dix-isti dix-it
mv wij
julliezij
errav-imus errav-istis errav-erunt
terru-imus terru-istis terru-erunt
audiv-imus audiv-istis audiv-erunt
dix-imus dix-istis dix-erunt
infinitivus errav-isse terru-isse audiv-isse dix-isse
Rijtje + betekenis
errav-i errav-isti errav-it
ik dwaalde / heb gedwaald *jij dwaalde / hebt gedwaaldhij dwaalde / heeft gedwaald
errav-imus errav-istis errav-erunt
wij dwaalden / hebben gedwaaldjullie dwaalden / hebben gedwaaldzij dwaalden / hebben gedwaald
errav-isse te hebben gedwaald* Het maakt niet veel verschil of je met ‘heb gedwaald’ of ‘dwaalde’ vertaalt.Kijk wat het beste past in de zin.
Rijtje van ‘esse’
Perfectum Perfectumstam: fu-
fu-i fu-isti fu-it
ik was; ik ben geweestjij was; jij bent geweesthij was; hij is geweest
fu-imus fu-istis fu-erunt
wij waren; wij zijn geweestjullie waren; jullie zijn geweestzij waren; zij zijn geweest
fu-isse te zijn geweest
Praesens
sumesest
ik benjij benthij is
sumusestissunt
wij zijnjullie zijnzij zijn
esse te zijn
Verschil?
!!!! MAAR WAT IS DAN HET VERSCHIL TUSSEN HET IMPERFECTUM
EN HET PERFECTUM?!!!
ImperfectumIk was aan het skaten
Ik skatete
- Handeling die voortduurde. Tijdlijn: __________
- Herhaling- achtergrondbeschrijvingen
Omstandigheden, toestanden, situatie (in verl.tijd)
PerfectumIk heb geskatet/Ik skatete
- De handeling is afgesloten in het verleden (het begin, verloop en eind v.d. handeling is samengevat)
- In een verhaal: een opeenvolging van belangrijke gebeurtenissen
- De ene actie wordt gevolgd door de andere actie:Ik skatete, ik liep, ik zat, ik keek tv (Tijdlijn: . . . . Elke stip is een afgesloten handeling)
Imperfectum of perfectum?
Imperfectum of perfectum?
Samengevat
IMPERFECTUM =De handeling is nog niet klaar
of herhaalt zich
Ik was aan het lopen/ik liep
Vaak: achtergrondinformatiePERFECTUM:
De handeling is klaar
Ik heb gelopen (= ik loop nu niet meer)
Vaak: voorgrondinformatie, belangrijk moment in het verhaal
Hij heeft geschilderd. (HET SCHILDERIJ IS KLAAR!
BELANGRIJK MOMENT!)
Allebei als ‘ik liep’ vertalen
IMPERFECTUM =De handeling is nog niet klaar
Ik was aan het lopen
Vaak: achtergrondinformatie PERFECTUM:De handeling is klaar
Ik heb gelopen (= ik loop nu niet meer)
Vaak: voorgrondinformatie, belangrijk moment in het verhaal
Maar je mag ze in een verhaal vaak allebei
als “ik liep” vertalen.
IMPERFECTUM =De handeling is nog niet klaar
Ik was aan het lopen
Vaak: achtergrondinformatie PERFECTUM:De handeling is klaar
Ik heb gelopen (= ik loop nu niet meer)
Vaak: voorgrondinformatie, belangrijk moment in het verhaal
Het Latijn is nu eenmaal preciezer met tijden dan het Nederlands!
Samenvatting Het imperfectum is een verleden tijd van het
Latijn.
Je vertaalt met ‘ik liep’.
Het imperfectum heeft
de stam van het praesens
met evt. een tussenklinker -e-
gevolgd door ipf-kenmerk -ba-
en uitgangen van het praesens
- ba - m ik - ba - s jij - ba - thij/zij/het - ba - mus wij - ba - tisjullie - ba - nt zij
Rijtje van ‘esse’
Imperfectum
era-m era-s era-t
ik wasjij washij was
era-mus era-tis era-nt
wij warenjullie warenzij waren
geen infinitivus
Perfectum Perfectumstam: fu-
fu-i fu-isti fu-it
ik was; ik ben geweestjij was; jij bent geweesthij was; hij is geweest
fu-imus fu-istis fu-erunt
wij waren; wij zijn geweestjullie waren; jl. zijn geweestzij waren; zij zijn geweest
fu-isse te zijn geweest
Rijtje van ‘posse’
Imperfectum
pot-era-m pot-era-s pot-era-t
ik konjij konhij kon
pot-era-mus pot-era-tis pot-era-nt
wij kondenjullie kondenzij konden
geen infinitivus
Perfectum Perfectumstam: potu-
potu-i potu-isti potu-it
ik kon; ik heb gekundjij kon; jij hebt gekundhij kon; hij heeft gekund
potu-imus potu-istis potu-erunt
wij konden; hebben gekundjullie konden; hebben gekundzij konden; zij hebben gekund
potu-isse te hebben gekund
Verschil imperfectum en perfectum
Overeenkomst: het is allebei verleden tijd.
Maar wat is het verschil?
Als het gaat om een verhaal, dan wordt
het imperfectum (meestal) gebruikt om
- een toestand of situatie te beschrijven.
- achtergrondinformatie te geven.
het perfectum (meestal) gebruikt om
- de ontwikkeling in het verhaal te beschrijven.
Verschil imperfectum en perfectum
(1) Verschillende stam
(2) Verschillende uitgangen
(3) Verschillend gebruik
Voorbeelden perfectum
Veni, vidi, vici – Ik kwam, ik zag, ik overwon
Pater me adiuvit- Vader heeft me geholpen (ik ben nu al klaar en dan ga ik iets anders doen)
Vixerunt- zij hebben geleefd (maar zijn nu dood)
Oefening
1. Marcus ambulabat.
2. Aemilia audivit.
3. Marcus et Lucius de Aemilia narrabant.
Bij het perfectum zijn verschillen op te merken tussen de verschillende stammen.
a/i-stam: stam krijgt een –v- (vocare wordt voca-v-i)
e-stam: stam krijgt een –u- (tacere wordt tac-u-i, tacuisti, tacuit...)
Een medeklinker stam krijgt een –s- (manere wordt man-s-i)
Let op: als een medeklinker stam eindigt op een –c- of een g c of g + s = x
Dicere--Dic-s-i dixiregere -- Reg-s-I rexi
B + s = ps scribere scripsi
Voorbeelden van stam op -v
Vocav-i vocare roepen
Audivi audire horen, luisteren
Petivi petere gaan naar, vragen,
Quaesivi quaerere zoeken
Explevi explere vervullen
Amavi amare liefhebben
Pugnavi pugnare strijden
Voorbeelden van stam op –u-
Tacui tacere zwijgen
Deserui deserere verlaten
Fui esse zijn
Potui posse kunnen
Monui monere waarschuwen
Habui habere hebben
Tenui tenere houden
Stam op -s
Mansi manere blijven, wachten
Risi ridere lachen
Cessi cedere verlaten
Clausi claudere sluiten
Lusi ludere spelen
Plausiplaudere klappen
Protexi protegere beschermen
Evasi evadere ontsnappen