iMinds insights over gezondheidsempowerment

40
GEZONDHEIDS- EMPOWERMENT Het potentieel en de uitdaging van de ‘Doe-Het-Zelf-Dokter’ INZICHTEN ROND DE MEEST ACTUELE DIGITALE ONTWIKKELINGEN - WWW.IMINDS.BE/INSIGHTS WE MOETEN OP ZOEK GAAN NAAR ZORGMODELLEN WAARBIJ MENSEN NIET ZOMAAR NAAR ZORGINSTELLINGEN GESTUURD WORDEN. WIJ ZORGEN ERVOOR DAT MENSEN MAKKELIJKER THUIS KUNNEN BLIJVEN. Geert Houben, CEO Aristoco (Cubigo)

Transcript of iMinds insights over gezondheidsempowerment

GEZONDHEIDS-EMPOWERMENT

Het potentieel en de uitdaging van de ‘Doe-Het-Zelf-Dokter’

INZICHTEN ROND DE MEEST ACTUELE DIGITALE ONTWIKKELINGEN - WWW.IMINDS.BE/INSIGHTS

WE MOETEN OP ZOEK GAAN NAAR ZORGMODELLEN WAARBIJ MENSEN NIET ZOMAAR NAAR ZORGINSTELLINGEN GESTUURD WORDEN. WIJ ZORGEN ERVOOR DAT MENSEN MAKKELIJKER THUIS KUNNEN BLIJVEN.

Geert Houben, CEO Aristoco (Cubigo)

04 SAMENVATTING

06 HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’

18 GEZONDHEIDS- EMPOWERMENT IN EEN KUBUSGeert Houben, Aristoco (Cubigo)

24 VIRTUELE COACHING, TASTBARE RESULTATENClaudia Put en Steven De Peuter, BrandNewHealth

28 EEN GEZONDHEIDS-APP MET EEN HARTKarin Coninx en Eva Geurts, iMinds - EDM - UHasselt

34SLIMME TOESTELLEN OM PATIËNTEN BETER TE KUNNEN OPVOLGENPieter Vandervoort, Ziekenhuis Oost-Limburg

INHOUDSOPGAVE

SAMENVATTING

GEZONDHEIDSEMPOWERMENT: HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’

HOE TECHNOLOGIEBEDRIJVEN MENSEN KUNNEN HELPEN OM BEWUSTER MET HUN GEZOND-HEID OM TE GAAN

Mensen leven langer dan ooit tevoren; chronische ziekten komen steeds vaker voor; onze gezond-heidszorg wordt steeds zwaar-der op de proef gesteld. Om die druk op onze gezondheidszorg te verlichten, moeten we mensen ertoe aanzetten gezonder te gaan leven – in plaats van louter te inves-teren in het behandelen van zieke mensen. Het is daarvoor echter wel noodzakelijk dat mensen beter geïnformeerd worden (en meer controle krijgen) over hun gezond-heid - een proces dat we ‘empower-ment’ noemen.

Digitale technologieën zullen in dat proces een sleutelrol spelen. Dankzij de inzet van digitale technologieën kunnen mensen immers makkelijker toegang krijgen tot hun persoonlijke gezondheids-informatie; en bovendien leggen die nieuwe technologieën de basis voor de oplossingen en inzich-ten die mensen nodig hebben om bewuster met hun gezondheid om te gaan.

Om dat waar te maken, moeten er echter nog een aantal fundamen-tele vragen beantwoord worden; vragen omtrent technologische standaardisatie en integratie bijvoorbeeld, en het inpassen van deze nieuwe concepten in onze overkoepelende gezondheidszorg (en principes voor terugbetaling). Maar ook vragen over hoe je gebrui-kers (zowel artsen als patiënten) aan boord kan krijgen én houden door te focussen op aansprake-lijkheids- en privacyvraagstukken, gebruiksgemak en motivatietech-nieken, enz. En tenslotte moeten technologiebedrijven er op kunnen vertrouwen dat hun oplossingen voor gezondheidsempowerment effectief ook inkomsten zullen genereren.

INTEGRATIE EN GEBRUIK

De complexiteit van onze gezond-heidszorg en het feit dat vele gezondheidstechnologieën exclu-sief door één bedrijf of organisa-tie worden ontwikkeld, maken het erg uitdagend om tot gestandaar-diseerde oplossingen te komen die onderling kunnen samenwer-ken. Toch zijn interoperabiliteit en standaardisering noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de oplos-singen in kwestie ook effectief gebruikt worden: interoperabiliteit zorgt ervoor dat systemen kunnen

samenwerken – onafhankelijk van de fabrikant, waar de data vandaan komen, of waar ze naartoe gaan; standaarden zijn in deze context een set van technische specifica-ties gebaseerd op een consensus tussen de verschillende partijen, die ervoor zorgen dat systemen gekalibreerd kunnen worden, zodat metingen equivalent zijn over toepassingen en platformen heen.

iMinds werkt nauw samen met de overheid om interoperabiliteit en standaardisering te stimuleren. Het technische testcentrum van iMinds en het recent opgerichte iMinds Health Lab focussen bijvoorbeeld op kwesties rond interoperabiliteit en bieden een omgeving voor het testen van use cases en business cases – gebaseerd op nationale en internationale standaarden. Ze organiseren ook testsessies voor functionele en technische integra-tie, controleren of toepassingen en diensten de specificaties voor inter-operabiliteit volgen, en ondersteu-nen sessies voor co-creatie waarin de feedback van de verschillende betrokkenen centraal staat.

Maar interoperabiliteit is slechts één vereiste om digitale oplossin-gen in onze gezondheidszorg te integreren; dokters overtuigen van de waarde van zulke oplossingen is een tweede vereiste. Dokters

04 | iMinds insights

SAMENVATTING

schrikken er immers voor terug om hun patiënten apps of elektronische toestellen voor te schrijven, zonder bewijs van hun voordelen, richtlijnen voor het gebruik ervan, of de zeker-heid dat er op een veilige manier met de persoonlijke informatie van de patiënt wordt omgegaan. verze-keringsinstellingen en gezond-heidsprogramma’s van werkgevers zijn ook vragende partij voor een duidelijk bewijs van die voordelen. Door de grote verscheidenheid aan belangengroepen in de gezond-heidszorg moet het onderzoek dus erg breed gaan om te bewijzen dat de voorgestelde oplossingen inderdaad tegemoetkomen aan de noden van alle gebruikers.

GEBRUIKERS AAN BOORD KRIJGEN (EN HOUDEN)

iMinds weet dat het cruciaal is om de eindgebruikers bij het innova-tieproces te betrekken — niet enkel tijdens piloot- en bèta-testen, maar zelfs al tijdens de conceptuele fase om op die manier een beter zicht te krijgen op de noden van de gebruikers en de problemen die opgelost moeten worden. Even belangrijk is dat de technologieën over ingebouwde mechanismen beschikken die mensen moeten stimuleren om niet op te geven en hun levensstijl op langere termijn te verbeteren.

Mensen zullen enkel meer controle over hun gezondheid kunnen krijgen als de beschikbare oplossingen praktisch en makkelijk te gebruiken zijn. Daarom is het belangrijk om ze zorgvuldig te ontwerpen. Mensen hebben bovendien hulp nodig bij het interpreteren van hun persoon-lijke gezondheidsinformatie; een bepaalde vorm van (automatische) vertaling zal dus noodzakelijk zijn.

Een andere fundamentele overwe-ging is privacy. In een toekomst waarin mensen meer grip krijgen op hun gezondheid, zal de manier waarop informatie gedeeld wordt mogelijk leiden tot een nieuwe definitie van ‘privacy’. Er zal daarbij een nieuw evenwicht gezocht en gevonden moeten worden tussen persoonlijke gezondheid en maatschappelijke voordelen enerzijds, en de bescherming van individuele data anderzijds. In het licht daarvan herziet de EU momenteel het juridische kader rond gegevensbescherming, en onderzoekers van iMinds zijn actief betrokken bij het identificeren en beantwoorden van relevante vragen.

OPLOSSINGEN NAAR DE MARKT BRENGEN

De complexiteit van onze gezond-heidszorg vormt een hinderpaal

voor ondernemers die nieuwe oplossingen in dit domein willen introduceren en nuttige, op maat gemaakte diensten willen aanbie-den. iMinds helpt hen om succes-volle technologieën te bouwen en assisteert hen door middel van businessanalyse, kosten- / batenanalyse, strategisch advies en een proeftuinaanpak die hen helpt om hun technologische oplossin-gen te verfijnen op basis van de input van gebruikers.

WAT BRENGT DE TOEKOMST?

Uiteindelijk draait gezondheid-sempowerment niet om technolo-gie, hoewel technologie zeker een drijvende kracht is. Het gaat erom gezondheid op een nieuwe manier te benaderen, met focus op het individu, en waarbij de burgers meer grip krijgen op hun gezond-heid.

“VOOR MEER INFORMATIE

over de samenwerking tussen de gezondheidssector en iMinds, contacteer :Birgit [email protected] +32 9 331 48 08

Dr. Patrik Vankrunkelsven,directeur Cebam

PATIËNTEN TOEGANG GEVEN TOT HUN PERSOONLIJKE GEZONDHEIDSDATA BIEDT EEN AANTAL BELANGRIJKE VOORDELEN. PATIËNTEN DIE GOED GEÏNFORMEERD ZIJN, KUNNEN BETERE GESPREKKEN VOEREN MET HUN DOKTER. WE DENKEN OOK DAT HET EENVOUDIGER IS VOOR EEN HUISARTS OM TOT EEN CORRECTE DIAGNOSE EN THERAPEUTISCHE OPLOSSING TE KOMEN WANNEER PATIËNTEN DUIDELIJKERE VERWACHTINGEN HEBBEN EN BETER GEÏNFORMEERD ZIJN.

iMinds insights | 05

HOE TECHNOLOGIEBEDRIJVEN MENSEN KUNNEN HELPEN OM BEWUSTER MET HUN GEZONDHEID OM TE GAAN

Mensen leven langer dan ooit tevoren; chronische ziekten komen steeds vaker voor; onze gezond-heidszorg wordt steeds zwaar-der op de proef gesteld. Om die druk op onze gezondheidszorg te verlichten, moeten we mensen ertoe aanzetten gezonder te gaan leven – in plaats van louter te inves-teren in het behandelen van zieke mensen. Het is daarvoor echter wel noodzakelijk dat mensen beter geïnformeerd worden (en meer controle krijgen) over hun gezondheid — een proces dat we ‘empowerment’ noemen.

De Wereldgezondheidsorganisatie definieert ‘gezondheidsempower-ment’ als een proces dat mensen helpt om meer grip te krijgen op hun gezondheid door ‘initia-tief te nemen, problemen op te lossen en beslissingen te nemen.’ Digitale technologieën spelen daarin een sleutelrol. Dankzij de

inzet van digitale technologieën kunnen mensen immers makkelijker toegang krijgen tot hun persoonlijke gezondheidsinformatie; en boven-dien leggen die nieuwe technolo-gieën de basis voor de oplossin-gen en inzichten die mensen nodig hebben om bewuster met hun gezondheid om te gaan.

Volgens de voorstanders van gezondheidsempowerment moet die empowerment uitmonden in een individueel gezondheidsdash-board, gebaseerd op persoonlijke data. Het is een visie die gelinkt is aan het ‘quantified self’-feno-meen, het meten en opslaan van grote hoeveelheden lichamelijke parameters (gaande van hartslag tot gewicht), samen met contex-tuele en sociale informatie zoals luchtvochtigheid, luchtkwaliteit, of zelfs Twittergebruik. Die kwanti-tatieve aanpak wordt mogelijk gemaakt door consumentenelek-tronica en de slimme objecten die deel uitmaken van het snelgroei-ende Internet der dingen. Daardoor kunnen mensen meer informatie

GEZONDHEIDSEMPOWERMENT: HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’

NIEUWE TECHNOLOGIE

LIGT AAN DE BASIS OM BEWUST MET GEZONDHEID OM

TE GAAN. “

06 | iMinds insights

verzamelen en delen, en een beter idee krijgen van de verschillende factoren die hun (wel)zijn dag in dag uit beïnvloeden.

Voor we zover zijn, moeten er echter nog een aantal fundamen-tele vragen beantwoord worden. Niet alleen vragen rond de integratie van de diverse techno-

logieën onderling, maar ook wat de integratie met de overkoepe-lende gezondheidszorg betreft. Ook over validatie en adoptie is het laatste woord nog niet gezegd, en tenslotte moeten technologiebe-drijven er zeker van zijn dat hun oplossingen effectief door mensen gebruikt zullen worden en geld zullen opbrengen.

iMinds werkt samen met alle betrokken actoren in Vlaande-ren — waaronder ICT-bedrijven, formele en informele zorgverle-ners, verzekeringsmaatschappijen en de overheid — om op die vragen een antwoord te formuleren en gezondheidsempowerment echt te laten doorbreken.

>>

DE PATIËNT ZAL EEN BELANGRIJKEREROL SPELEN IN BESLISSINGEN OMTRENT ZIJN GEZONDHEID

IN DE TOEKOMST

ROL VAN BETALER EN ARTS IN EVENWICHT

NU

CENTRALE ROL VOOR DE ARTS

VROEGER

In het verleden besliste de arts tot welke medische info een patiënt toegang had, en welke behandeling opgestart moest worden.

Betalers hebben vandaag de dag de meeste invloed op de behandel-ing van patiënten, en de evaluatie ervan.

Dankzij de komst van het Internet is medische info makkelijker toegankelijk; patiënten kunnen zich beter informeren en zelf bewuste keuzes maken wat hun gezondheid betreft.

iMinds insights | 07

DE TOON IS ALVAST GEZET

Gezondheidsempowerment — waarbij we focussen op de gezond-heid van mensen in plaats van louter het genezen van zieken — vraagt om de juiste tools en oplossingen. En nieuwe digitale technologieën liggen aan de basis ervan.

Als we het aantal gezondheids-apps voor consumenten in de App Store van Apple bekijken, kunnen we daaruit alvast afleiden dat er een brede interesse is voor die techno-logieën. Uit een studie die in 2013 door het IMS Institute for Health-care Informatics werd uitgevoerd, bleek immers dat van de 23.682 apps in de Apple Store die specifiek op gezondheidszorg gericht waren, meer dan twee derde (16.275) ontwikkeld waren voor consumen-

ten en patiënten. 1

Maar apps zijn uiteraard niet de enige digitale tools die voor een doorbraak van gezondheidsempo-werment moeten zorgen. Databan-ken, communicatietechnologieën, sensoren, wearables, intelligente algoritmen, enz. dragen daar allemaal toe bij.

Een recent project van iMinds om het risico op vallen te verkleinen — wereldwijd de tweede belang-rijkste toevallige doodsoorzaak onder senioren — toonde bijvoor-beeld aan hoe het combineren van verschillende soorten sensoren de nauwkeurigheid van oplossin-gen voor valdetectie kan verho-gen, en de kost ervan verlagen. Terwijl conventionele systemen complex en duur zijn, en regelma-

tig vals-positieven en vals-negatie-ven genereren, werd er tijdens het FallRisk-project gebruik gemaakt van data afkomstig van verschil-lende akoestische en visuele senso-ren om op een kostenefficiënte manier meer accurate en complete informatie aan te leveren. Boven-dien was FallRisk uniek omdat het niet alleen detecteert wanneer iemand is gevallen; FallRisk schat ook het risico in dat iemand loopt om überhaupt te vallen, en helpt zo valincidenten en verwondingen te vermijden. FallRisk maakt gebruik van de cloud om data te verwer-ken en gebruikt algoritmen om alle inputs te analyseren; alarmen worden op een dynamische manier naar formele en informele zorgver-leners gestuurd – zodat zij tijdig tussenbeide kunnen komen.

GEZONDHEIDSEMPOWERMENT: HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’

GEZONDHEIDS-APPS VOOR CONSUMENTEN EN PROFESSIONELE ZORGVERLENERS

16.275Consumenten

7.407Professionele zorgverleners

IMS analyse van alle apps in de Apple Store tot juni 2013 toont dat er in totaal 23.682 apps waren, gerelateerd aan gezondheidszorg

Meer dan 2/3 van deze apps zijn bedoeld voor consumenten

Bron: IMS Health analyse van beschikbare gezondheidszorg apps

1 IMS Institute for Healthcare Informatics. (2013). Patient apps for improved healthcare: From novelty to mainstream. 08 | iMinds insights

Maar hoe nuttig zulke technolo-gieën ook mogen zijn, ze hebben weinig kans op slagen als ze allemaal op een eilandje opere-ren; als ze niet in staat zijn om samen te werken en bij te dragen tot de creatie van ons persoonlijk gezondheidsdashboard.

WERK MAKEN VAN INTEROPERABILITEIT EN STANDAARDISERING

De complexiteit van onze gezond-heidszorg — met actoren zoals de overheid, verzekeringsinstel-lingen, zorginstellingen, dokters en patiënten — maakt het creëren van gestandaardiseerde oplos-singen die kunnen samenwerken erg uitdagend; zeker omdat al die actoren hun eigen doelstellin-gen en agenda’s hebben: dokters focussen op de kwaliteit van de zorg; verzekeraars willen kosten verminderen. Het kan erg moeilijk zijn om daarover een consensus te bereiken.

En de inbreng van technologie-bedrijven maakt de situatie nog ingewikkelder, omdat zij zich vaak specialiseren in de ontwik-keling van één bepaald product-type (displays, oplossingen voor dataverwerking, enz.) – waardoor gesloten, op zichzelf staande technologieplatformen gecreëerd worden. En laat dat nu net een belangrijke hinderpaal zijn voor een succesvolle implementatie van gezondheidsempowerment – niet enkel omwille van gebruiks-vriendelijkheid, maar ook omdat een gesloten systeem de vrijheid

van dokters beperkt om de meest geschikte apps en tools te kiezen voor hun patiënten. Vandaag wordt hun keuze vaak gedicteerd door het platform.

Een gebrekkige standaardisering heeft zelfs gevolgen tot op het niveau van de consument. Laat ons het voorbeeld nemen van een product zoals Fitbit, dat onder meer stappen telt; verschillende toestellen meten een ‘stap’ op verschillende manieren, zodat hun meetresultaten vaak niet overeen-komen. Het is daarom erg belang-rijk om een accurate baseline te definiëren.

iMinds werkt nauw samen met de overheid om interoperabiliteit en standaardisering te stimuleren. Het technische testcentrum van iMinds en het recent opgerichte iMinds Health Lab focussen bijvoorbeeld op kwesties rond interoperabiliteit en bieden een omgeving voor het testen van use cases en business cases gebaseerd op nationale en internationale standaarden. Ze organiseren ook testsessies voor functionele en technische integra-tie, controleren of toepassingen en diensten de juiste specificaties volgen, en ondersteunen co-crea-tiesessies waarin de feedback van de verschillende actoren centraal staat.

GEBRUIKERS AAN BOORD KRIJGEN (EN HOUDEN)

Om gezondheidsempowerment echt te laten doorbreken, zijn niet >>

MOBIELE MONITORING VAN HET HART

Qompium, een startup gefinan-cierd door iMinds, legt zich toe op het ontwikkelen van gezond-heids-apps voor de smart-phone. Hun eerste product, Fibricheck, kan een onregel-matig hartritme detecteren en zo hartfalen en hartaanval-len voorkomen. Op basis van krachtige algoritmen levert de app snelle, gebruiksvrien-delijke diagnoses die in real time over mobiele netwerken naar zorgverleners verstuurd worden.

Interoperabiliteit betekent dat systemen data kunnen uitwis-selen en met elkaar kunnen communiceren en samenwer-ken — onafhankelijk van de fabrikant, van waar de data vandaan komen, of waar ze naartoe gaan. Standaardise-ring betekent in deze context het ontwikkelen van een set technische specificaties, gebaseerd op een consensus tussen alle betrokkenen, die ervoor zorgen dat systemen gekalibreerd kunnen worden zodat hun metingen equiva-lent zijn over toepassingen en platformen heen.

iMinds insights | 09

alleen interoperabiliteit en standaar-disering noodzakelijk. Mensen moeten ook worden gestimuleerd om actief de tools te gebruiken die beschikbaar zijn. In sommige landen, waaronder België, zal dat een cultuuromslag vereisen. Waar burgers (door de afwezigheid van terugbetaling of stimulansen van verzekeringsinstellingen) een lage betalingsbereidheid hebben voor preventie en producten of diensten waarvan het effect pas na verloop van tijd te zien is, zal het besef moeten groeien dat ze waarschijn-lijk zelf moeten instaan voor de kosten van dergelijke diensten.

Door de explosieve toename van het aantal gezondheids-apps, diensten en producten, en de druk op de beschikbare middelen, lijkt het trouwens niet erg realistisch om op die terugbetaling te rekenen. Het is zelfs zo dat verzekeraars vrij wantrouwig kunnen staan ten opzichte van gezondheidsempo-werment omwille van de mogelijke gevolgen voor hun winstgevend-heid.

Naast de vraag wie wat betaalt, moeten de verschillende actoren ook voor de aanvaarding van deze tools en technologieën zorgen. iMinds heeft in het verleden onder-vonden dat het cruciaal is om de

eindgebruiker bij het innovatie-proces te betrekken — niet enkel tijdens piloot- en bèta-testen, maar zelfs al tijdens de concep-tuele fase – om beter te begrijpen welke noden en problemen precies moeten worden aangepakt.

Tijdens het FallRisk-project, waar we eerder al naar verwe-zen, werden bijvoorbeeld diverse betrokkenen (ouderen, formele en informele zorgverleners) geconsul-teerd om een beter zicht te krijgen op de noden van de gebruikers en de context waarin de FallRisk-tech-nologie gebruikt zal worden. Dat leidde tot een aantal interes-sante — en soms onverwachte — vaststellingen. Zo stelden de zorgverleners zich bijvoorbeeld meer vragen over privacy dan de ouderen. Een aantal senioren — de doelgroep — vond dan weer dat de voorgestelde oplossing hun mogelijkheden onderschatte. Dankzij zulke gebruikerstesten kon de FallRisk-interface stap voor stap verbeterd worden, en konden die functionaliteiten worden ingebouwd die idealiter zullen bijdragen tot een vlotte commer-ciële adoptie.

Oplossingen in het domein van gezondheidsempowerment moeten trouwens niet alleen voldoen aan

GEZONDHEIDSEMPOWERMENT: HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’

IK MONITOR MEER DAN 600 PATIËNTEN OP AFSTAND. ALS IK EEN PATIËNT HEB

MET VIER TOESTELLEN, MOET IK VIER VERSCHILLENDE WEBSITES OPENEN EN

INFORMATIE VERWERKEN DIE OVERAL ANDERS WORDT

WEERGEGEVEN. DAT IS INGEWIKKELD, OMSLACHTIG EN TIJDROVEND. WAAROM ZOU JE AL DIE KLINISCHE DATA NIET IN ÉÉN PLAATS SAMENBRENGEN?

Dr. Pieter VandervoortMedevoorzitter van de Mobile Health Unit, Universiteit Hasselt;Projectleider van het iMinds Neutral Mobile Health Platform (NEMO)

10 | iMinds insights

de eisen van de gebruikers; ze moeten ook een duidelijke toege-voegde waarde hebben voor de andere betrokken partijen (medisch personeel, coaches, enz.). Enkel op die manier kunnen ze een duide-lijke ‘win-win’ creëren. Een goed voorbeeld wat dat betreft, is het NEMO-project (zie verder in deze iMinds Insights), dat gezondheids-professionals van één gestroom-lijnde interface voorziet om de gezondheidsgegevens van verschil-lende patiënten te monitoren.

GEBRUIKERS MOTIVEREN

Natuurlijk staan niet alle mensen in gelijke mate open voor empower-ment, of het nemen van een grotere verantwoordelijkheid voor hun eigen gezondheid. Sommigen zullen onmiddellijk mee zijn, terwijl anderen wat meer aanmoediging nodig hebben; en nog anderen zullen misschien verkiezen om helemaal geen gebruik te maken van de voordelen van gezond-heidsempowerment omdat ze er gewoonweg geen voorstander van zijn, slecht met technologie overweg kunnen of geen toegang hebben tot digitale tools.

Daarnaast is er ook de vraag van volharding. Iedereen die ooit een

dieet heeft gevolgd, weet hoe moeilijk het kan zijn om een nieuwe routine aan te leren, en vooral ook vol te houden.

Om al die redenen zijn onder-zoekers actief op zoek naar zogenaamde ‘persuasive techno-logies’, technologieën die mensen motiveren om hun levensstijl te veranderen. In het specifieke geval van gewichtsverlies hebben een aantal partners zich achter het iMinds ‘b-SLIM’-project geschaard. b-SLIM onderzoekt de ontwikke-ling van een digitale ‘Super Coach’ die gezond eten en lichaams-beweging zal promoten door complexe gedragspatronen op te splitsen in kleinere componenten. Op die manier worden gebruikers geholpen om haalbare, incremen-tele doelstellingen te definiëren. b-SLIM ging in de lente van 2014 van start met co-creatiesessies, interviews met de verschillende actoren, en laboratoriumtests om het initiële concept om te zetten in een productontwerp. Echte testen en validatieproeven zijn gepland voor de herfst van 2015.

Ervoor zorgen dat mensen er een gezonde levensstijl op nahouden, is echter maar één uitdaging. Een andere vraag die beantwoord moet worden, is hoe informatie – >>

TECHNOLOGIE KAN MENSEN

MOTIVEREN HUN LEVENSSTIJL TE VERANDEREN. “

iMinds insights | 11

EEN PERSOONLIJKE COACH, WAAR JE OOK BENT

Lieven Maesschalck, fysiotherapeut en oprichter van de revalida-tiepraktijk Move to Cure, werkte samen met iMinds aan een draag-baar therapeutisch coachingsysteem dat topatleten overal mee naartoe kunnen nemen. Met behulp van geavanceerde cameratech-nologie kunnen Maesschalck en zijn team vaststellen hoe bepaalde bewegingspatronen lichamelijke problemen veroorzaken. Op basis daarvan worden dan persoonlijke revalidatieoefeningen voorgesteld.

In plaats van een beroep te doen op een live coach, ontwikkelt Maesschalck een avatar die de bewegingen van gebruikers vastlegt en in real time correcties kan voorstellen. Vooruitgang wordt op afstand opgevolgd door een echte therapeut. De therapie kan dus zelfs worden verder gezet wanneer de cliënt en de therapeut zich in verschillende werelddelen bevinden.

die tools eenvoudig, praktisch en gebruiksvriendelijk zijn, en moeten ze een duidelijke en onmiddel-lijke meerwaarde bieden. Mensen mogen er niet door gehinderd worden, en hoeven evenmin gediplomeerde specialisten te worden om meer grip te krijgen op hun gezondheid.

Die nadruk op gebruiksvrien-delijkheid zit ingebakken in de iMinds aanpak — gaande van het betrekken van potentiële eindge-bruikers bij elke stap in de innova-tiecyclus, tot de ontwikkeling van de kleinste technologische details. Gebruiksvriendelijkheid speelde bijvoorbeeld een cruciale rol toen iMinds-onderzoekers een fiets-app voor hartpatiënten ontwikkel-den. Niet alleen de interface en de functionaliteit van de app moesten gebruiksvriendelijk zijn, er moest bijvoorbeeld ook rekening gehou-den worden met de bruikbaarheid van het beeldscherm in de volle zon.

GEZONDHEIDSINFORMATIE BETEKENISVOL MAKEN

Omdat ze geen medische oplei-ding hebben gehad, kunnen maar weinig mensen hun persoonlijke gezondheidsdata echt interpre-teren. Een vorm van automati-sche vertaling of interpretatie is dus noodzakelijk; als burgers echt empowered willen worden om voor

GEZONDHEIDSEMPOWERMENT: HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’

op een continue basis, maar toch op een vlotte manier – verzameld kan worden.

Dankzij het gebruik van digitale technologieën kan immers een completer en accurater beeld worden gegenereerd van de gezondheid van een persoon. Als gebruikers hun gegevens echter manueel moeten ingeven, kan hun motivatie en de accuraatheid van die gegevens daar op langere termijn onder gaan lijden — en sommige gebruikers zullen het niet eens willen doen. In plaats daarvan moeten we bekijken hoe we aan passieve, automatische gegevens-verzameling kunnen doen, om ervoor te zorgen dat dashboard-metingen compleet, accuraat en gedetailleerd zijn. Dat wordt onder

meer onderzocht in m-Resist, een nieuw Europees project met iMinds als partner waarin data gegene-reerd worden door mobiele toestel-len en wearables om patiënten met schizofrenie te helpen om zelf hun ziekte te managen. In deze klinische studie zullen hartslaggegevens, mobiliteitspatronen en andere data patiënten op de hoogte houden van hun toestand. Onderzoekers van iMinds leiden zowel het gebrui-kersonderzoek in het project als de ontwikkeling van een prototype voor de mobiele app.

GEBRUIKSVRIENDELIJKHEID IS EEN MUST

Als we ervoor willen zorgen dat mensen digitale gezondheid-stools blijven gebruiken, moeten

12 | iMinds insights

hun welzijn te zorgen, moeten de gezondheids-apps met andere woorden zelf een deel van die kennis bevatten.

MyHealthData, een iMinds-project dat werd gelanceerd in januari 2015, wil patiënten toegang geven tot hun gezondheidsdata in een formaat dat ze kunnen begrijpen. Dat gaat verder dan het aanbie-den van definities van technische termen; het betekent dat de tool patiënten helpt om de implicaties van bepaalde data te begrijpen, en wat de impact van een bepaalde afwijking precies is. Dat begrip ontbreekt vandaag bij mensen die via Google op zoek gaan naar medische informatie: ze zoeken generieke symptomen op, vergelij-ken die met hun eigen symptomen en trekken vaak ondoordachte conclusies.

MyHealthData gebruikt duizenden elektronische dossiers om gezond-heidsdata in het juiste perspectief te plaatsen. Er moet immers een ‘professioneel oordeel’ ingebouwd worden om ervoor te zorgen dat gebruikers de relatieve betekenis van veranderingen in hun gegevens goed begrijpen.

En dat geldt niet enkel voor MyHealthData. Bepaalde data kunnen sterk afwijken van het gemiddelde zonder veel gevol-gen, terwijl een kleine stijging of daling van een andere parameter

een reden tot bezorgdheid kan zijn. Dat onderscheid, waarvoor je input van specialisten nodig hebt, is essentieel om ervoor te zorgen dat burgers op de juiste manier naar hun gegevens kijken. Anders zou de angst dat ‘er iets mis is’ ertoe kunnen leiden dat mensen op zoek gaan naar zorg die ze eigen-lijk niet nodig hebben — waardoor het principe van gezondheidsem-powerment zijn doel (het ontlas-ten van de gezondheidszorg) compleet zou voorbij schieten.

AANDACHT VOOR PRIVACY

In een toekomst waarin mensen meer grip krijgen op hun gezond-heid zal de manier waarop infor-matie gedeeld wordt mogelijk leiden tot een nieuwe definitie van ‘privacy’. Er zal daarbij een nieuw evenwicht gezocht en gevonden moeten worden tussen persoon-lijke gezondheid en maatschap-pelijke voordelen enerzijds, en de bescherming van individuele data anderzijds.

Dat is niet zo radicaal als het klinkt. Privacy is tenslotte geen alleen-staand recht; het bestaat in een sociale context. Dankzij massale DNA-analyse, bijvoorbeeld, kunnen we heel wat leren over bepaalde ziekten en preventieve therapieën. Maar het zal niet altijd mogelijk - of zelfs zinvol - zijn om die data anoniem te behandelen. >>

PATIËNTEN TOEGANG GEVEN TOT HUN PERSOONLIJKE GEZONDHEIDSDATA BIEDT EEN AANTAL BELANGRIJKE VOORDELEN. PATIËNTEN DIE GOED GEÏNFORMEERD ZIJN, KUNNEN BETERE GESPREKKEN VOEREN MET HUN DOKTER. WE DENKEN OOK DAT HET EENVOUDIGER IS VOOR EEN HUISARTS OM TOT EEN CORRECTE DIAGNOSE EN THERAPEUTISCHE OPLOSSING TE KOMEN WANNEER PATIËNTEN DUIDELIJKER VERWACHTINGEN HEBBEN EN BETER GEÏNFORMEERD ZIJN.

Dr. Patrik Vankrunkelsven,directeur Cebam

““

iMinds insights | 13

Dat zijn afwegingen die door de maatschappij in haar geheel moeten worden gemaakt. Zo’n beslissing kan niet alleen genomen worden door de industrie of beleidsmakers. Ook burgers moeten geïnformeerd en betrokken worden. Het huidige model van ‘geïnformeerde instem-ming’, dat er vaak op neerkomt dat je op ‘Ik ga akkoord’ klikt nadat je door een lange juridische tekst bent gescrold zonder die te lezen, volstaat hier niet. Er is een grotere betrokkenheid en een vorm van privacy-geletterdheid nodig.

In het licht daarvan herziet de EU momenteel het juridische kader rond gegevensbescherming – niet met de bedoeling om iets volle-dig nieuws te creëren, maar om de bestaande concepten (die terug-gaan tot 1995) in het licht van de huidige technologische evoluties te updaten.

Maar gezondheidsempowerment leidt niet enkel tot juridische vragen; ook op ethisch vlak moet er een maatschappelijk debat worden gevoerd. Om nog even terug te grijpen naar ons voorbeeld rond DNA-analyse: DNA-analyse leidt niet alleen tot meer inzichten over je eigen gezondheid, maar is ook erg relevant voor je ouders, broers, zussen en kinderen. Toch kan, onder de huidige wetgeving, die informa-tie niet met hen worden gedeeld zonder expliciete toestemming.

Dat is omslachtig en zou mensen in nood zelfs de juiste behandelingen en therapieën kunnen ontzeggen.

Onderzoekers van iMinds zijn actief betrokken bij het identificeren en beantwoorden van zulke vragen – en dragen bijvoorbeeld concreet bij tot het juridische en ethische kader van projecten zoals MyHealthData.

OPLOSSINGEN VOOR GEZONDHEIDSEMPOWERMENT VALIDEREN

Mensen aan boord krijgen die de nieuwe oplossingen willen gebrui-ken, is één ding. Het is daarnaast ook de bedoeling om digitale tools aan te raden of formeel voor te schrijven als onderdeel van de zorgpraktijk. Ondanks de uitdagin-gen die we eerder schetsten rond interoperabiliteit en standaardise-ring, gebeurt dit nu soms al – zij het vooral op een ad-hoc basis. Om dat meer systematisch te laten gebeu-ren, moeten zorgverleners meer vertrouwen krijgen in die digitale tools, en moet er klinisch bewijs van hun nut geleverd worden.

Over het algemeen schrikken dokters ervoor terug om hun patiënten apps of elektronische toestellen voor te schrijven zonder bewijs van hun voordelen, richtlijnen voor het gebruik ervan, of de zeker-heid dat er op een veilige manier met de persoonlijke informatie

van de patiënt wordt omgegaan. En ook verzekeringsinstellingen en gezondheidsprogramma’s van werkgevers zijn vragende partij voor een duidelijk bewijs van de voordelen voordat ze kosten terug-betalen of het gebruik van digitale oplossingen stimuleren.

Beleidsmakers zijn nog maar net begonnen met aan die noden tegemoet te komen. Een paper die in 2013 gepubliceerd werd in het European Journal of ePractice concludeerde dat:

De toezichthouders in de EU en de VS moeite hebben om gelijke tred te houden met de recente technologische ontwikkelingen… Beide toezichthouders zijn gestart met programma’s om feedback te krijgen van de gebruikers en om de regelgeving te updaten. De [United States Food and Drug Administration (FDA)] wil haar macht gebruiken om mobiele medische apps te reguleren, wat gevolgen zal hebben voor heel wat industrieën die mobiele gezond-heidsproducten ontwikkelen, op de markt brengen en verkopen. Het is echter nog niet duidelijk hoe ver de regelgeving van de FDA zal gaan. [...] Fundamentele veranderingen in de regelgeving voor [de Europese standaard CE-markering] worden verwacht rond 2015/2016. 2

GEZONDHEIDSEMPOWERMENT: HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’

>>

2 Papadopoulos, H., Sheth, V.B., & Wurst, M. (2013). “Comparison of US and EU regulatory approaches to mobile health apps: Use cases of myVisionTrack and USEFIL.” European Journal of ePractice, 21. Gedownload van:

https://joinup.ec.europa.eu/community/epractice/og_page/european-journal-epractice.

pg16

14 | iMinds insights

DE VRAAG VAN ÉÉN MILJOEN:

HOE HOU JE GEBRUIKERS

OOK OP LANGERE TERMIJN AAN

BOORD?

Gezondheidsempowerment is gebaseerd op een volledig nieuw referentiekader, zowel voor artsen als patiënten. En dat kader moet juridisch en ethisch onderbouwd worden als we beide groepen ook op langere termijn aan boord willen houden.

Een voorbeeld: in het klassieke zorgmodel is de zorgverstrekker verantwoordelijk én aansprakelijk

voor de beslissingen die hij of zij neemt – op basis van directe interactie met een patiënt. Maar wat als die patiënt niet fysiek aanwezig is en dus ook niet als dusdanig geïdentificeerd kan worden?

Wat we in dit geval sowieso moeten vermijden, is dat artsen het hele concept van gezondheidsempower-ment overboord zouden gooien omdat zij aansprake-lijk gesteld kunnen worden voor een foute diagnose op basis van foute data of een verkeerde identificatie. En tegelijkertijd lopen we ook het risico dat een grotere persoonlijke verantwoordelijkheid bepaalde patiënten zal afschrikken.

“In vele gevallen is ons bestaand recht nochtans al goed toepasbaar op deze nieuwe vraagstukken, maar we moeten toch eens goed bekijken of er nergens hiaten zitten,” zegt Prof. Dr. Anton Vedder, juridisch en ethisch expert van iMinds - KU Leuven. “Het is de bedoeling dat we tot een wetgeving komen die technologie-onafhankelijk is, zonder daarvoor de wet helemaal te herschrijven. Dat proces is al volop bezig, zowel nationaal als Europees.”

Ook rond privacy en ethiek is het debat gaande. De Europese Unie werkt momenteel aan een nieuwe verordening rond de bescherming en verwerking van persoonsgegevens – die bijvoorbeeld ook betrekking zal hebben op medische data.

“Zoals het er nu naar uitziet, zal die EU-verordening vrij streng zijn,” zegt Prof. Vedder. “Maar eigenlijk moeten we als maatschappij eens goed nadenken over de weg die we willen opgaan: misschien willen we wel een stuk privacy opgeven voor een betere gezondheidszorg?”“Een open, publiek debat is daarvoor absoluut noodzakelijk. Recent werd in het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld een nieuw elektronisch patiëntendos-sier ingevoerd met soepeler voorwaarden rond het ter beschikking stellen van medische gegevens voor onderzoek. Dat concept kon echter niet op de steun van de artsen rekenen, met alle problemen vandien,” besluit hij.

iMinds insights | 15

Maar naast die wettelijke goedkeu-ring moet dus ook de waarde van digitale gezondheids- technologieën nog worden bewezen alvorens dokters ze aan hun patiënten zullen aanraden. En dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, omdat vele onderzoeks-projecten in dit domein — waaron-der de iMinds-projecten — nog niet lang genoeg lopen om voor zulke empirisch onderbouwde evaluaties te zorgen. Wat echter wel duidelijk is, is dat gezien het grote aantal betrokken partijen in de gezond-heidszorg, het onderzoek erg breed moet gaan om te bewijzen dat de voorgestelde oplossingen effectief tegemoetkomen aan de noden van alle betrokkenen. In het kader van het iMinds ‘A Touch of Memory’ (AToM)-project werden bijvoorbeeld zowel mensen die aan dementie lijden als hun partners, vrienden, zorgverleners en zelfs lokale winkeliers betrokken bij de ontwikkeling van een app die de

voedselkeuzes van patiënten kan volgen, om hen op die manier te helpen om zelfstandig te wonen.

OPLOSSINGEN NAAR DE MARKT BRENGEN

Onze gezondheidszorg steunt op een complex netwerk van overhe-den, zorgverleners, verzekeringsin-stellingen, patiënten, familieleden, enz. Die complexiteit vormt een hinderpaal voor ondernemers die nieuwe oplossingen in deze sector willen introduceren, en nuttige, op maat gemaakte diensten willen aanbieden aan eindgebruikers. Het is immers niet altijd meteen duide-lijk wie de vruchten zal plukken — of wie voor deze tools zal betalen.

Dat laatste punt is bijzonder belangrijk omdat innovatie in de gezondheidszorg een dure zaak kan zijn, wat het debat over andere vormen van financiering, zoals crowdfunding, verder aanwakkert.

(Wat gezondheidsempowerment betreft, is crowdfunding eigenlijk een logische stap omdat iedereen zo mee kan beslissen over welke digitale oplossingen het meest noodzakelijk zijn.)

Hoewel in sommige regio’s mensen nu al een stuk ‘empowered’ zijn doordat ze bijvoorbeeld zelf hun huisarts kunnen kiezen (en dus doelbewust een huisarts kunnen kiezen die consultaties op afstand aanbiedt), is dat zeker niet overal in Europa zo. Op andere plaat-sen werden (onbewust) obstakels gecreëerd die gezondheidsempo-werment in de weg staan — door bijvoorbeeld regels voor terug-betaling op te leggen waarbij de klemtoon ligt op zieke mensen, of waarbij enkel persoonlijke dokters-bezoeken in rekening gebracht kunnen worden (versus zorg op afstand of online consultaties).

GEZONDHEIDSEMPOWERMENT: HET POTENTIEEL EN DE UITDAGING VAN DE ‘DOE-HET-ZELF-DOKTER’

HET MATURITEITSMODEL VAN APPS

MATU

RITE

ITSNI

VEAU

VAN

HET

VOO

RSCH

RIJV

EN V

AN A

PPS

TOENEMEND BEWIJS VAN DE VOORDELEN

TIJD

PROM

OTIE

VAN

ADOP

TIE

IMPL

EMEN

TATIE

ERKENNING VAN HET BELANG VAN APPS

BEVEILIGINGS- EN PRIVACY-RICHTLIJNEN

CURATIE EN EVALUATIE VAN APPSINTEGRATIE MET IT-SYSTEMEN IN DE GEZONDHEIDSZORG

AANBEVELING DOOR INDIVIDUELE ARTSENEen klein aantal progressieve artsen raadt apps aan hun patiënten aan

SYSTEMATISCH GEBRUIK VAN MOBIELE APPS IN DE GEZONDHEIDSZORGBeleid en systemen zijn klaar om een breder gebruik van apps in de gezondheidszorg te faciliteren

VOLLEDIGE INTEGRATIE VAN APPS IN DE GEZONDHEIDSZORGApps zijn volledig geïntegreerd in de dagelijkse gezondheidszorg

Bron: IMS Health analyse van beschikbare gezondheidszorg apps

16 | iMinds insights

Daarnaast wordt het verkoop-praatje voor consumentenapps en andere elektronische gezondheids-diensten ondermijnd door het feit dat er voorlopig weinig bewijs is voor het nut van dergelijke oplos-singen. Meer onderzoek is nodig — op het vlak van kostenefficiën-tie, gebruikservaring, enz. — om de voordelen van digitale gezondheid-stechnologieën te kwalificeren en kwantificeren.

Proeftuinen (living labs) zijn een mogelijke manier om voor derge-lijk bewijs te zorgen. Op basis van haar proeftuinwerking helpt iMinds ondernemers om succesvolle technologieën te bouwen die recht-streeks zijn gebaseerd op de input van de gebruikers.

De proeftuinmethodologie van iMinds streeft naar brede piloot-testen in de echte wereld. De Zorg Proeftuinen, bijvoorbeeld, dienen als een testbed voor nieuwe

technologieën en concepten zoals Cubigo, een online platform voor zorg dat uitgaat van de kracht van lokale gemeenschappen.

Andere onderzoeksgroepen binnen iMinds analyseren het potenti-eel voor onze stakeholders om betrokken te worden bij innovatie in de gezondheidszorg, genereren business cases, berekenen kosten en potentiële returns on invest-ment, en bedenken go-to-mar-ketstrategieën.

Tot slot: de complexiteit van onze gezondheidszorg betekent dat gezondheidsempowerment meerdere potentiële businessmo-dellen kan hebben; maar het is goed om weten dat deze allemaal nood zullen hebben aan samen-werking tussen de verschillende spelers in de innovatienetwerken om oplossingen op de markt te brengen.

WAT BRENGT DE TOEKOMST?

iMinds werkt samen met alle betrokken partijen om oplossin-gen te ontwikkelen, te testen en te commercialiseren die gezond-heidsempowerment echt kunnen laten doorbreken. De specifieke rol van iMinds bestaat erin voor onderzoek en bedrijfsondersteu-ning te zorgen, en via haar proef-tuinwerking mogelijkheden voor co-creatie met gebruikers aan te bieden. Tenslotte zetten de iMinds onderzoekers ook in op de juridi-sche en ethische vragen die nog beantwoord moeten worden.

Uiteindelijk draait gezondheidsem-powerment niet om technologie — hoewel technologie zeker een drijvende kracht is. Het gaat erom gezondheid op een nieuwe manier te benaderen, met focus op het individu, en waarbij burgers meer grip krijgen op hun gezondheid.

IMINDS LIVING LABS IN DE SCHIJNWERPERS

iMinds Living Labs is een toonaangevende organisatie binnen het European Network of Living Labs (ENoLL). De iMinds proeftuinmethodologie gebruikt state-of-the-art tools en wetenschappelijk gevalideerde R&D-methoden om onderzoek in digitale technologie te stimuleren. De iMinds Living Labs betrekken gebruikers bij elke stap van het innovatieproces, en bieden een: • Verkenningslab voor innovatieprocessen in een vroeg stadium• Experimenteel lab om de grenzen van oplossingen te verkennen en

eerste prototypen te maken en testen• Evaluatielab om de interesse van gebruikers in een innovatie en/of het

businessmodel erachter te valideren

iMinds insights | 17

GEZONDHEIDS-EMPOWERMENT

GEERT HOUBEN, CEO Aristoco (Cubigo)18 | iMinds insights

ZELFZORG MET EENVOUDIGE BLOKJES

Steeds meer babyboomers kiezen er bewust voor om niet naar een rusthuis te verhuizen, maar hun gouden jaren thuis door te brengen. Om die evolutie te ondersteunen en ouderen meer controle te geven over hun gezondheid en welzijn, ontwikkelde softwarebedrijf Aristoco ‘Cubigo’, een platform dat verschillende apps en programma’s voor gezondheidszorg samen-brengt in één eenvoudige interface. We spraken met GEERT HOUBEN, CEO van Aristoco, over hoe zijn bedrijf technologie gebruikt om ‘zorgzame gemeenschappen’ voor ouderen te creëren.

Q: Bekijken de ouderen van vandaag gezondheidszorg anders dan vorige generaties?

Geert Houben: Absoluut. Zij denken helemaal anders over hun gouden jaren dan hun ouders dat deden. We stellen vast dat vele babyboo-mers beslissen om de stap naar een rusthuis of begeleid wonen zo lang mogelijk uit te stellen. Als software-bedrijf bekijken we die trend vanuit een technologisch perspectief, en proberen we hulpmiddelen te ontwikkelen waardoor ouderen beter voor zichzelf kunnen zorgen. Dat is niet alleen wat vele ouderen willen; het zorgt er ook voor dat de overheid minder moet uitgeven aan ouderenzorg, waarvan de kosten in

België en de rest van de wereld de pan uit rijzen. We moeten op zoek gaan naar zorgmodellen waarbij mensen niet zomaar naar instel-lingen gestuurd worden vol met diensten die ze vaak niet ten volle gebruiken. Wij proberen ervoor te zorgen dat mensen makkelijker thuis kunnen blijven.

Q: Hoe past het idee van een ‘zorgzame gemeenschap’ hierin?

Geert Houben: Als je zorg decen-traliseert, en die zorg van rusthui-zen en ziekenhuizen naar de mensen thuis verplaatst, worden de buurt en de lokale omgeving erg belangrijk. Dat is de zorgzame gemeenschap — een gemeenschap >>

iMinds insights | 19

die voor jou helpt zorgen, met verschillende spelers in verschil-lende rollen; jij maakt er natuur-lijk zelf deel van uit, samen met je familie en je buren. De buurt is enorm belangrijk omdat je mogelijk ver van je familie woont — je kinderen wonen misschien 50 kilometer verder, zodat je buren een belangrijke bron van hulp worden. Dat concept van een zorgzame gemeenschap willen we graag versterken, door te voorzien in de juiste hulpmiddelen. Q: Hoe werkt Cubigo precies?

Geert Houben: Cubigo is een dashboard dat een aantal gezond-heidszorg- en sociale apps samen-brengt in één eenvoudige gebrui-kersinterface. Elke app wordt grafisch voorgesteld door een kubus. Met behulp van de gebruiks-vriendelijke interface kan je bijvoor-beeld online maaltijden bestellen, je buren een bericht sturen of een videochat opzetten met je verple-ger. Je logt gewoon één keer in met één enkel paswoord, of je nu je laptop, iPad, smartphone of digitale televisie gebruikt, en klaar is Kees.

Q: Waar komt het idee vandaan?

Geert Houben: We merkten dat steeds meer organisaties en bedrijven in de gezondheidszorg hun eigen online programma’s en apps maken. Het probleem is echter dat daardoor een heleboel ‘losse’ stukjes technologie ge- creëerd worden; denk maar aan een website om online een doktersaf-spraak te maken, of om mensen er via mail aan te herinneren hun voorraad geneesmiddelen opnieuw aan te vullen. Voor ouderen kan zoiets moeilijk zijn. Als ze techno-logie gebruiken, willen ze dat die betrouwbaar, makkelijk toeganke-lijk, en vooral eenvoudig te gebrui-ken is. Cubigo wil dat makkelijker maken, een beetje zoals het creëren van een universele afstandsbedie-ning: als je een TV koopt van één fabrikant, een DVD-speler van een andere en een Blu-rayspeler van een derde, heb je drie verschillende afstandsbedieningen met groten-deels dezelfde knoppen maar in een verschillende volgorde. Wij maken de universele afstandsbediening en we zorgen ervoor dat die heel erg makkelijk te gebruiken is. Zo geven we mensen de kans om hun eigen

WIJ MAKEN DE UNIVERSELE

AFSTANDSBEDIENING EN WE ZORGEN

ERVOOR DAT DIE HEEL ERG MAKKELIJK

TE GEBRUIKEN IS. “

ZELFZORG MET EENVOUDIGE BLOKJES

20 | iMinds insights

gezondheidszorg zo veel mogelijk van thuis uit te managen.

Q: Welke soorten apps worden door Cubigo ondersteund?

Geert Houben: We hebben door middel van een uitgebreid onder-zoek geprobeerd te achterhalen welke hulpmiddelen mensen nodig hebben om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. De resultaten konden in drie categorieën onderverdeeld worden: sociale hulpmiddelen, comfortdiensten, en veiligheid en zorg. Het sociale aspect draait om het vermijden van eenzaamheid. Mensen moeten in contact blijven met vrienden en familie. Cubigo biedt daarom een manier aan om via het dashboard berichten te versturen die rechtstreeks naar de Facebook-pagina van je kinderen gaan, zonder dat die zelf Cubigo hebben. We hebben ook een tool waarin je activiteiten en interes-ses kan aanduiden, en mensen in de buurt kan vinden met gelijkaar-dige interesses. Als ik bijvoorbeeld van schaken houd, kan ik makkelijk buren vinden met wie ik kan spelen. Dat sociale aspect is voor Cubigo erg belangrijk.

Q: Je sprak ook over comfort-diensten en veiligheid?

Geert Houben: Comfortdiensten draaien om het vinden van hulp voor dingen die moeilijker worden wanneer je ouder wordt. Tuinie-ren, bijvoorbeeld, of inkopen doen, of koken en poetsen. We willen ervoor zorgen dat plaatse-lijke bedrijven op een eenvoudige manier diensten kunnen aanbieden die ouderen online kunnen bestel-len. De derde pijler is veiligheid en zorg. Als ik val en mezelf bezeer, wil ik iemand kunnen waarschuwen — niet noodzakelijk de hulpdien-sten of mijn kinderen, maar misschien een buur die onmid-dellijk kan komen helpen. Cubigo maakt dat soort contact mogelijk. We willen ook graag weegschalen, bloeddrukmeters en gelijkaardige toestellen met het platform verbin-den. De resultaten van hun metin-gen kunnen dan naar verplegers of dokters gestuurd worden, die een afspraak kunnen maken als er iets mis is, in plaats van elke week met patiënten af te spreken wanneer dat niet nodig is.

Q: Stemmen app-ontwikkelaars ermee in dat hun apps op deze manier samengebracht worden?

Geert Houben: Absoluut. Uitein-delijk gebruiken we hun diensten, en brengen we klanten aan. Ze moeten inderdaad hun eigen inter-face opgeven, maar Cubigo kost hen geen extra werk. Ze bouwen en verdelen hun app nog steeds zoals vroeger, ze hebben er gewoon een nieuw kanaal bijgekregen.

Q: Hoe is de voorlopige respons?

Geert Houben: Die is erg goed. We zijn actief in België, Nederland, Spanje en de Verenigde Staten; op het vlak van gezondheidszorg zijn dat erg verschillende markten. In België, bijvoorbeeld, beheert de federale overheid het budget voor gezondheidszorg, terwijl dat in Nederland door de gemeen-ten gebeurt, zodat zorg er meer gelokaliseerd is. Die tweede optie werkt erg goed voor ons model, omdat we het platform dan aan de gemeenten kunnen verkopen, en zij kunnen de verschillende lokale dienstverleners vragen om hun diensten via Cubigo aan te >>

iMinds insights | 21

bieden. We werken ook recht-streeks samen met organisaties die bijvoorbeeld begeleid wonen aanbieden. Een woon-zorgcentrum met pakweg 50 appartementen kan het platform aan iedereen in het gebouw aanbieden, zodat de bewoners een knop krijgen om een verpleger te roepen, een maaltijd te bestellen, enzovoort.

Q: Wat was de rol van iMinds?

Geert Houben: iMinds is de programmacoördinator voor de Zorg Proeftuinen, waar we actief bij betrokken zijn. In de Proeftuinen zetten we gebruikers in — natuurlijk met hun toestemming en volgens de regels van de Proeftuinen — om onderzoek te doen naar nieuwe producten, diensten en manie-ren om zorg te verlenen. In plaats van deze dingen in een gesloten omgeving te testen, kunnen we ze in de echte wereld uitprobe-ren. Dankzij de Zorg Proeftuinen kunnen we testen of een goed idee of concept vertaald kan worden in succesvolle producten of diensten. Vele organisaties missen vandaag die stap. In de toekomst hopen we

via iMinds in contact te komen met universiteiten en andere acade-mische instellingen voor verder onderzoek.

Q: Tenslotte ook gefeliciteerd met jullie toelating tot het Black-box-programma van Google. Hoe is jullie dat gelukt?

Geert Houben: In 2013 namen we deel aan het ‘Go Global’-pro-gramma van iMinds, waardoor we toegang kregen tot de Amerikaanse markt. Zo raakten we betrokken bij Aging2.0, een organisatie die focust op innovatie op het vlak van ouder worden. Zij nodigden ons uit om deel te nemen aan hun wereld-wijde top, als een mooi interna-tionaal voorbeeld. Ze maakten een shortlist van startups uit hun netwerk als mogelijke kandidaten voor het Blackbox-programma, en voor onze sector werden wij gekozen om deel te nemen. We zijn daar erg trots op, net als op het feit dat we het eerste Vlaamse bedrijf zijn dat voor het Blackbox-pro-gramma wordt uitgenodigd.

ARISTOCO

De Cubigo-software van Aristoco is een online ‘app’-platform met diensten waardoor mensen zo lang en zo comfortabel mogelijk in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen. Er worden kubussen ontwikkeld in de drie belangrijkste pijlers: sociale contacten (Cubigo Social), zorg (Cubigo Care) en comfort (Cubigo Servi-ces). Cubigo laat mensen kiezen welke zorg en diensten ze nodig hebben, zodat ze zo lang mogelijk de controle over hun leven kunnen behouden.

ZELFZORG MET EENVOUDIGE BLOKJES

22 | iMinds insights

DANKZIJ DE ZORG PROEFTUINEN KUNNEN

WE TESTEN OF EEN GOED IDEE OF CONCEPT

VERTAALD KAN WORDEN IN SUCCESVOLLE PRODUCTEN OF DIENSTEN. VELE

ORGANISATIES MISSEN VANDAAG DIE STAP.

““

GEERT HOUBEN, CEO Aristoco (Cubigo)

iMinds insights | 23

VIRTUELE COACHING, TASTBARE RESULTATEN

De obesitas-epidemie grijpt snel om zich heen, zowel in Europa als in Noord-Amerika. Professionals in de gezondheidszorg zijn dan ook volop op zoek naar manieren om mensen te helpen betere keuzes te maken wat voeding en fysieke activiteit betreft. In het kader van het iMinds ‘b-SLIM’-project wordt daarom gewerkt aan de ontwikkeling van een ‘Super Coach’; een digitale app die mensen moet helpen om blijvend gewicht te verliezen. We spraken met BrandNewHealth-onderzoeker DR. STEVEN DE PEUTER en oprichtster DR. CLAUDIA PUT over de app en het potentieel ervan.

GEZONDHEIDS-EMPOWERMENT

24 | iMinds insights

Q: Waarom is het voor veel mensen zo moeilijk om gewicht te verliezen?

Steven De Peuter: Het probleem is niet zozeer om gewicht te verliezen, maar wel om nadien niet opnieuw bij te komen. Met een crashdieet kan je wel snel kilo’s verliezen, maar de kans is erg klein dat je dat gewicht kan behouden. Blijvend, gezond gewichtsverlies vraagt tijd en een voortdurende inspanning - zeker bij obese mensen, die meer tijd nodig hebben om een gezond gewicht te bereiken.

Claudia Put: Uiteindelijk kan je enkel succes boeken door je gedrag te veranderen. Dat kan best moeilijk zijn. Het is vaak niet eenvoudig om ongezonde gewoonten te doorbre-ken, zeker als het om voeding gaat. Voor vele mensen maakt eten immers een essentieel deel uit van wie ze zijn, wat ze doen en hoe ze zich voelen. Eten is vaak ook een soort van troost. Als je je slecht voelt, is het eenvoudig om naar een zoete of zoute snack te grijpen. Die gewoonte doorbreken, kan op korte termijn negatieve gevolgen hebben voor je stemming.

Q: Op welke manier verschilt de ‘Super Coach’-app van andere programma’s?

Steven De Peuter: Wat onze aanpak uniek maakt, is dat de app de gebruiker niet voorschrijft wat hij of zij moet doen. De app geeft suggesties en advies; over hoe mensen hun gedrag kunnen veranderen en hoe ze zelf hun gewicht, fysieke activiteit en dieet kunnen managen. We willen unieke, gepersonaliseerde plannen aanbieden die nauw aansluiten bij het nieuwe gedrag dat de gebrui-ker zich probeert eigen te maken.

Claudia Put: In feite komt het erop neer dat we complexe gedragspa-tronen opsplitsen in kleinere, meer haalbare stappen met tussentijdse doelstellingen. We willen gebrui-kers ook helpen om te anticiperen op hindernissen of tegenslagen. Bij elke stap en bij elke kleine verbete-ring moedigt de app hen aan.

Q: Hoe zal de app de data verzamelen die nodig zijn om die persoonlijke plannen op te stellen?

>>

VIRTUELE COACHING, TASTBARE RESULTATEN

WE WILLEN GEBRUIKERS HELPEN OM TE ANTICIPEREN OP HINDERNISSEN OF TEGENSLAGEN. BIJ ELKE STAP EN BIJ ELKE KLEINE VERBETERING MOEDIGT DE

APP HEN AAN.

iMinds insights | 25

Steven De Peuter: Veel gegevens worden door de gebruiker zelf ingegeven. Om de app zo toegan-kelijk mogelijk te maken, werken we zowel aan een web- als aan een mobiele versie. Wanneer gebrui-kers zich registreren, vullen ze een vragenlijst in over hun belangrijk-ste gedragspatronen, wat ze graag eten, hoe vaak ze aan sport doen, en dergelijke. Mogelijk vragen we hen ook welke factoren een blokke-rende werking kunnen hebben: misschien vinden ze fruit en groen-ten niet lekker, bijvoorbeeld. En we zullen uitzoeken wat hen motiveert, waarbij we een onderscheid maken tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie — iets doen om jezelf beter te voelen, of omdat het leuk is — werkt veel beter dan extrinsieke motivatie, waarbij mensen iets doen omdat ze dat moeten, of omdat ze dan een beloning krijgen.

Q: Gebruikt de app enkel data die de gebruiker zelf ingeeft?

Steven De Peuter: Neen, we zullen ook objectieve gegevens verzame-len. Zo integreren we een accele- rometer (een toestel dat beweging registreert), en de app zal ook het koopgedrag van de gebruikers opvolgen om veranderingen door de tijd te kunnen detecteren. Eén

van de interessante dingen aan dit project is dat we de objectieve data zullen kunnen vergelijken met de gegevens die de gebrui-ker zelf ingeeft. Zo kunnen we zien hoe accuraat mensen hun gedrag rapporteren. Bovendien zullen we ook kunnen onderzoeken of het objectief meten van fysieke activi-teit überhaupt nodig is, of gewoon een leuke bijkomstigheid. We zullen dit gedeeltelijk doen met behulp van een klinische studie.

Q: Wat hoop je nog te onder-zoeken met de klinische studie?

Steven De Peuter: We willen de effectiviteit van digitaal coachen beter begrijpen. We zullen de resultaten van mensen die enkel de app gebruiken — zonder recht-streeks contact met dokters en onderzoekers — vergelijken met die van mensen die meer traditio-nele methoden volgen om gewicht te verliezen, zoals het consulteren van een diëtist of een sportcoach. We zullen ook werken met uitge-breide 3D-modellering om mensen te helpen hun gewichtsverlies en de veranderingen aan hun lichaam te visualiseren. We hopen dat we op die manier een gedetail-leerd model van gewichtsverlies bij obese mensen kunnen ontwik-kelen. Zoiets bestaat momenteel

WE WILLEN DE EFFECTIVITEIT VAN DIGITAAL

COACHEN BETER BEGRIJPEN.

VIRTUELE COACHING, TASTBARE RESULTATEN

26 | iMinds insights

nog niet. Er bestaat onderzoek naar verschillende lichaamstypes, zoals ‘peervormige’ of ‘appelvor-mige’ lichamen, maar we willen daar graag een model voor obese mensen aan toevoegen.

Q: Dit project heeft een aantal partners. Wat is hun rol?

Claudia Put: iMinds speelde een belangrijke rol in het samenbrengen van alle partners, en voert ook een groot deel van het onderzoek uit. Het iMinds Vision Lab van de Univer-siteit Antwerpen werkt samen met het iMinds Medical Imaging onder-zoekscentrum van de KU Leuven om de 3D-scans van de gezichten en lichamen van gebruikers te maken. Via een reeks interviews zal het iMinds Center for Usability Research aan de KU Leuven de hindernissen en moeilijkheden onderzoeken die gebruikers kunnen ondervinden, en peilen naar de verwachtingen die ze hebben rond een app voor gewichts-verlies. iMinds-STADIUS aan de KU Leuven werkt aan de data-analyse, datamining en voorspellende en visuele analyses. De Departemen-ten voor Bewegingswetenschap-pen en Klinische en Experimentele Endocrinologie aan de KU Leuven nemen dan weer het voortouw in de klinische studie en geven advies over voeding en fysieke activiteit.

Q: Klopt het dat jullie ook met in-dustriële partners samenwerken?

Claudia Put: Zeker. Er is BrandNew- Health, wij dus, maar ook YorBody Belgium dat de activiteitstracker ontwikkelt, de database, en de algoritmen om de data te interpre-teren. De Delhaize Groep zal ons helpen om boodschappenlijstjes voor te stellen en het koopgedrag van gebruikers te volgen, zodat we kunnen zien of hun gedrag door de suggesties van de app beïnvloed wordt.

Q: Wanneer willen jullie de app lanceren?

Steven De Peuter: Het project is gestart in april 2014; de klinische studie begint in oktober 2015. We hopen de app ten laatste tegen september 2015 volledig ontwikkeld te hebben, zodat de ongeveer 100 obese mensen in de klinische studie hem kunnen gebruiken. Omdat iMinds zo’n divers team heeft verza-meld, met expertise in verschillende domeinen, zijn we ervan overtuigd dat we iets zullen kunnen bouwen dat obesitas tegengaat en mensen helpt om met vertrouwen en op een gezonde manier blijvend gewicht te verliezen.

OVER B-SLIMHet ‘b-SLIM’-project van iMinds onderzoekt de ontwik-keling van een digitale app die voeding, fysieke activiteit en motivatie in kaart brengt van gebruikers die blijvend gewicht willen verliezen. De app zal verschillende datastromen integreren, en advies en ondersteuning op maat voorstellen. Lees meer online: http://www.iminds.be/en/projects/2014/03/20/b-slim.

OVER BRAND-NEWHEALTHBrandNewHealth is een pionier in kosteneffectieve digitale gezondheidscoa-ching, die psychologie, gezondheidswetenschap-pen, ICT en communicatie samenbrengt om persoonlijke ondersteuning te bieden aan grote groepen mensen.

iMinds insights | 27

GEZONDHEIDS-EMPOWERMENT

EVA GEURTS en KARIN CONINX, iMinds - EDM - UHasselt28 | iMinds insights

Q: Er bestaan al een aantal apps op het gebied van gezondheid en welzijn die lichaamsbeweging promoten en meten. Wat maakt jullie app zo nuttig voor hart- patiënten?

Eva Geurts: De gebruikers zijn vertrouwd met de technologie: een smartphone en smartwatch om hun hartslag te meten. Het verschil tussen onze app en fiets-apps voor gezonde mensen is dat onze app ontwikkeld is om hartpatiënten op een veilige manier te laten bewegen. Voor mensen die een hartaanval hebben gehad, is lichaamsbewe-ging erg belangrijk. Maar eenmaal ze het revalidatiecentrum verlaten — typisch na drie maanden van

begeleid oefenen — aarzelen veel patiënten om te blijven bewegen. Ze vrezen dat ze te ver zullen gaan en zichzelf zo in gevaar zullen brengen. Dat zorgt ervoor dat veel patiënten niet voldoende bewegen.

Karin Coninx: Dit geldt zeker voor fietsen, een uitstekende vorm van lichaamsbeweging voor hartpatiën-ten. In Limburg is er een uitgebreid netwerk van populaire fietsroutes waarmee mensen flexibel fietstoch-ten kunnen uitstippelen. Maar voor een patiënt die niet weet of hij of zij zo’n fietstocht wel volledig kan afwerken, kan het intimiderend zijn om aan die tocht te beginnen, zeker als er op het parcours dan ook nog eens hellingen liggen. Onze app

EEN GEZONDHEIDS-APP MET EEN HARTVoor patiënten die herstellen van een hartaanval is regelmatige lichaams-beweging een belangrijk onderdeel van het revalidatieproces. Eenmaal die patiënten het ziekenhuis verlaten, is het echter vaak moeilijk om gemoti-veerd te blijven. Daarom ontwikkelde de Universiteit Hasselt — in samen-werking met het Jessa Ziekenhuis — een app die hartpatiënten niet alleen aanzet om te bewegen, maar hen ook de hulpmiddelen biedt om dat op een veilige en efficiënte manier te doen. Als onderdeel van haar master-proef Informatica hielp EVA GEURTS deze app mee ontwikkelen. Samen met professor DR. KARIN CONINX van het iMinds Expertisecentrum voor Digitale Media (EDM) aan de UHasselt legt ze ons uit hoe de app levens kan redden.

>>

iMinds insights | 29

kan die mensen vertellen wanneer ze moeten vertragen of versnellen, of wanneer ze beter de motor van hun elektrische fiets inschakelen. Het gaat erom mensen vertrouwen te geven. Een deel van dat vertrou-wen is gebaseerd op het feit dat de app samen met een ziekenhuis werd ontwikkeld.

Q: Waarom fietsen?

Karin Coninx: Vele bewegings-apps focussen op wandelen, vaak met behulp van stappentellers of accelerometers om stappen en activiteit te meten. Maar veel mensen, en vooral ouderen, fietsen liever. Wij willen het voor patiënten eenvoudiger maken om op verschil-lende manieren te bewegen, afhan-kelijk van waar ze op dat moment zin in hebben.

Q: Wat waren de uitdagingen bij het ontwikkelen van deze app?

Eva Geurts: De meeste fitness-apps zijn gemaakt voor gezonde mensen. Die van ons werd ontwikkeld voor mensen die ziek zijn geweest —

mensen met een hartziekte die revalideren — en voor gezonde mensen die bewust gezondheidsri-sico’s willen vermijden wanneer ze aan lichaamsbeweging doen. We moesten dus in staat zijn om speci-fiek, gepersonaliseerd advies te genereren, iets wat gewone fitness-apps niet doen.

Q: Dat leidt tot een interessante vraag. Hoe bepaalt de app welke hartslag veilig is?

Eva Geurts: Dat is volledig geperso-naliseerd. Elke patiënt ondergaat een medisch onderzoek in het revalidatiecentrum, en die gegevens worden gebruikt om de parame-ters in te stellen. Patiënten weten dus dat de gegevens specifiek zijn voor hun noden, hun programma en hun lichaam. Dat geeft extra vertrouwen.

Q: Waren er nog andere uitda-gingen?

Karin Coninx: Een tweede uitdaging had te maken met de algemene gebruikerservaring, een domein

EEN DEEL VAN HET VERTROUWEN IS GEBASEERD OP HET FEIT DAT DE APP SAMEN MET EEN ZIEKENHUIS

WERD ONTWIKKELD.

EEN GEZONDHEIDS-APP MET EEN HART

30 | iMinds insights

waarin EDM onderzoek doet. Als je ervoor wil zorgen dat iedereen deze app kan gebruiken, moet je met vele praktische elementen rekening houden. Omdat de app tijdens het fietsen gebruikt wordt, hebben we bijvoorbeeld goed nagedacht over hoe informatie op een leesbare en duidelijke manier kan worden voorgesteld. Het scherm moet in één oogopslag leesbaar zijn, zodat de fietsers niet van hun omgeving worden afgeleid. We vonden het ook belangrijk om gegevens op een onopvallende manier te verzame-len. Daarom gebruiken we bijvoor-beeld een smartwatch in plaats van een borstband om de hartslag te meten. Bovendien willen we gebruikers niet lastig vallen met technisch gedoe: het horloge en de smartphone staan via de app automatisch met elkaar in verbin-ding om gegevens uit te wisse-len. Naast hartslag worden ook andere gegevens, zoals verbrande calorieën of afstand, verzameld of berekend. En ten slotte moet je de relevante informatie op een duide-lijke manier aan de patiënt tonen.

Q: Wat doet de app nog, naast het meten van gezondheid en inspanning?

Eva Geurts: De app bevat lokale fietsroutes, -paden en -trajecten. We hebben interessante stopplaat-sen toegevoegd, en plekken waar je elektrische fietsen kan opladen. Gebruikers kunnen zelf routes aanmaken door stopplaatsen te verbinden, en we kunnen nieuwe routes voorstellen op basis van hun conditie en vorderingen in het revalidatieprogramma. We kunnen ook trajecten variëren, afhanke-lijk van hoe lang of hoe ver de gebruiker wil fietsen. We willen de inspanning zo aangenaam mogelijk maken.

Karin Coninx: Momenteel werken we samen met een grafisch desig-ner in onze human-computer inter-actiegroep om ervoor te zorgen dat onze interface niet alleen eenvoudig te gebruiken is, maar er ook mooi en leuk uitziet. Het is niet de bedoeling er een video-game van te maken, maar de app moet wel speels en aangenaam in

gebruik zijn — ook op die manier willen we mensen ertoe aanzetten om veilig te bewegen.

Q: De app biedt duidelijk veel voordelen voor patiënten. Wat met zorgverleners en gezond-heidsprofessionals?

Karin Coninx: Dat is de volgende stap. Momenteel werken we aan het aanbod voor zorgverleners, zoals een dashboard dat het mogelijk maakt om de app te voeden met de individuele trainingsparame-ters van patiënten. Maar daarnaast willen we ook de gegevens analy-seren die door de app werden verzameld, en die inzichten gebruiken om nieuwe oefeningen aan te maken. Voor zorgverleners is het ook erg belangrijk om een beknopt overzicht te krijgen van de gegevens van verschillende patiënten naast elkaar, en om die gegevens te integreren in de dagelijkse praktijk van het revali-datiecentrum.

>>

iMinds insights | 31

Q: Hoever staan jullie nu met de app?

Eva Geurts: We hebben testen gedaan met gezonde gebruikers en een aantal patiënten, en de respons was erg positief. Wanneer we met meer patiënten testen, willen we in eerste instantie bewijs leveren voor het nut van deze app, door de aard en de grootte van de gedragsver-anderingen aan te tonen.

Q: Is de markt voor de app breder dan enkel hartpatiënten?

Karin Coninx: We zijn erg geïnteres-seerd om de groep gebruikers uit te breiden. Momenteel ligt de focus op revalidatie, maar bij hartpatiën-ten is het verschil tussen revalidatie en preventie erg klein. Het vermij-

den van een tweede hartaanval is eigenlijk vrij gelijkaardig aan preventief gebruik van de app door patiënten of gezonde mensen. Dit soort app zou dus nuttig zijn voor hartpatiënten, mensen met diabe-tes, obese mensen, of gebrui-kers die gewoon gewicht willen verliezen en gezond willen blijven. Omdat de basisinfrastructuur en de interface al klaar zijn, is de app erg flexibel en zien we zeker mogelijk-heden voor verschillende groepen mensen. Dat is niet enkel goed voor de gebruikers, maar ook voor ons, omdat een grote gebruikers-basis kan helpen om extra midde-len te verzamelen voor de verdere ontwikkeling van onze app en een mogelijke marktintroductie.

OVER IMINDS - EDM - UHASSELTHet Expertisecentrum voor Digitale Media (EDM) is het instituut voor ICT-onderzoek van de Universiteit Hasselt, en maakt deel uit van de onderzoeksgemeenschap van iMinds. EDM doet sinds 1987 onderzoek in informatica. Het focust daarbij op twee kerncompetenties: ‘visual computing’ en ‘human-com-puter interaction’. EDM doet fundamenteel onderzoek, maar ook basis-, toegepast en contractonderzoek. EDM wil een toonaangevend onder-zoeksinstituut worden in human-computer interaction, computer graphics, multi-media netwerken, computer vision en virtuele omgevin-gen.

EEN GEZONDHEIDS-APP MET EEN HART

32 | iMinds insights

MOMENTEEL LIGT DE FOCUS OP

REVALIDATIE, MAAR BIJ HARTPATIËNTEN IS HET VERSCHIL TUSSEN

REVALIDATIE EN PREVENTIE ERG KLEIN. ““

KARIN CONINX, iMinds - EDM - UHasselt

iMinds insights | 33

Patiënten op afstand opvolgen maakt onze gezondheidszorg efficiënter, omdat het dokters toelaat om gegevens van hun patiënten te verza-melen zonder dat die naar de dokterspraktijk of het ziekenhuis moeten gaan. De alomtegen-woordigheid van smartphones, stappentellers en accelerometers betekent dat dokters meer potentiële gegevensbronnen hebben dan ooit tevoren, zodat ze de meer traditionele data die worden aangeleverd door pacemakers en gluco-semeters in de juiste context kunnen plaatsen.

Dr. Pieter Vandervoort, Cardioloog Ziekenhuis Oost-Limburg

GEZONDHEIDS-EMPOWERMENT

34 | iMinds insights

Q: Kan je kort beschrijven wat NEMO precies is?

Pieter Vandervoort: NEMO brengt telemonitoring-gegevens van verschillende leveranciers en toestellen samen, analyseert ze, en presenteert ze in één dashboard voor klinisch gebruik.

Q: Wat is de toegevoegde waarde van jullie oplossing?

Pieter Vandervoort: Stel je eens voor: ik monitor meer dan 600 patiënten op afstand. De meeste van deze patiënten lijden aan gevorderd hartfalen. Ze kregen allemaal toestellen als resynchro-nisatie-pacemakers of defibrilla-toren ingeplant, gemaakt door vier of vijf verschillende fabrikan-ten. Dat betekent verschillende standaarden, databanken, proto-collen en algoritmen. Veel van deze

patiënten gebruiken daarenboven ook nog andere toestellen zoals bloeddrukmeters, weegschalen en activiteitstrackers waarvan de informatie verwerkt wordt door verschillende visualisatietools. En de resultaten worden voorgesteld op verschillende websites. Als ik een patiënt heb met vier toestellen moet ik vier verschillende websites openen, en informatie verwerken die overal anders wordt weergege-ven. Dat is ingewikkeld, omslach-tig en tijdrovend. Waarom zou je al die klinische data niet in één plaats samenbrengen?

Q: Welke soorten gegevens zal NEMO samenbrengen?

Pieter Vandervoort: We willen data integreren van klinische toestellen, maar ook van consu-mentenproducten zoals smart- phones, smartwatches, of activiteits-

SLIMME TOESTELLEN OM PATIËNTEN BETER TE KUNNEN OPVOLGENHet Limburgse iMinds-project ‘neutral mobile health platform’ (NEMO) onderzoekt de bouw van een platform dat de telemonitoring-gegevens van een brede waaier aan technologieën en producten samenbrengt, analy-seert en weergeeft. We spraken met de initiatiefnemer van het project, DR. PIETER VANDERVOORT — cardioloog aan het Ziekenhuis Oost-Limburg in Genk, en medevoorzitter van de Mobile Health Unit aan de UHasselt — over hoe NEMO kan helpen om telemonitoring opnieuw uit te vinden.

>>

iMinds insights | 35

trackers zoals Withings, Fitbit of de Nike FuelBand. Onze uiteinde-lijke doelstelling is om gegevens van klinische apparaten en consu-mentenelektronica te combineren, en om beide soorten data klinisch relevant te maken. Alles draait om de context; we willen een volledi-ger beeld van de patiënt krijgen.

Q: Kan je een voorbeeld geven van hoe dat zou werken?

Pieter Vandervoort: Neem nu een patiënt met een pacemaker. Die pacemaker kan je informatie geven over de hartslag van de patiënt, maar vertelt je niet wat die patiënt aan het doen is. Een activiteitsme-ter zoals een accelerometer doet dat wel, en kan de context van die hartslag geven. Als de hartslag stijgt, maakt het immers een verschil of die persoon aan het fietsen is, of in de zetel televisie kijkt. Ook glucosemetingen kunnen een andere betekenis krijgen als we ze in verband brengen met de activiteiten van die dag. Door de gegevens van verschillende sensoren samen te brengen en naast elkaar te bekijken, kan je een hoop relaties ontdekken die je anders niet zou opmerken. Eén plus één wordt op die manier meer dan twee. NEMO maakt dat soort dingen mogelijk.

Q: Aan welke andere voordelen denk je nog?

Pieter Vandervoort: NEMO zal zeker telemonitoring in de klini-sche praktijk faciliteren; zo zullen zorgverleners, huisdokters, verple-gers en thuisverplegers makkelij-ker gegevens kunnen vinden en interpreteren die worden verza-meld buiten de dokterspraktijk of het hospitaal. Daarnaast zijn er ook een aantal directe voordelen voor de patiënt. Mensen zijn tenslotte geïnteresseerd in hun eigen gezondheid. Daarom kopen ze de toestellen waarover we het hier hebben. NEMO zal het ook voor hen eenvoudiger maken om één beeld te krijgen van al hun gegevens, in de juiste context, en hen zo toelaten hun activiteit of gedrag in real time aan te passen.

Bovendien kunnen er ook voorde-len zijn wat primaire preventie betreft. Als we een groot aantal patiënten met verschillende activi-teitssensoren kunnen volgen — en alle gegevens op dezelfde plaats beschikbaar maken — kunnen we echt de impact van bepaalde activi-teiten op een eenvoudige parame-ter, zoals gewicht, meten. We weten dat, als we bijvoorbeeld het gewicht van een populatie met één kilo verminderen, we dan minder patiënten zullen hebben met diabe-tes, hypertensie, hartaandoeningen, hartaanvallen, beroertes, enzovoort. Dat zal ons echt helpen om voorde-len op populatieniveau in kaart te brengen.

Q: Waar staat het NEMO-project, en wat is de rol van iMinds?

Pieter Vandervoort: We bevinden ons nog in de conceptuele fase. We hebben heel wat voorbereidend onderzoek verricht naar het visua-liseren van verschillende databron-nen, en hebben gewerkt aan de analysesoftware door gegevens van glucosemeters te combine-ren met bloeddrukgegevens en data van accelerometers. Dat zijn allemaal verschillende onderde-len van wat uiteindelijk NEMO zal worden, maar NEMO zelf staat nog in zijn kinderschoenen. iMinds Health is net gestart, en zij brengen al dit onderzoek en de medische ervaring samen op één plek, om zo de samenwerking tussen de ziekenhuizen en de UHasselt te bevorderen. Bovendien helpt iMinds ons om de financiering te vinden die NEMO een niveau hoger zal tillen.

Q: Voor welke onderzoeksuitda-gingen staan jullie momenteel?

Pieter Vandervoort: Er zijn zeker technische uitdagingen, door de verscheidenheid aan protocollen en methoden voor gegevensver-zameling. Maar die kunnen we wel de baas. Verbeteringen in wi-fi, in de beschikbaarheid van 3G en 4G, en in protocollen voor gegevens-overdracht lossen dat wel op. We monitoren nu al vier of vijf jaar

SLIMME TOESTELLEN OM PATIËNTEN BETER TE KUNNEN OPVOLGEN

36 | iMinds insights

patiënten op afstand, en hebben in die periode een enorme vooruit-gang gezien op technisch vlak, zoals de evolutie van pacemakers. Daar maak ik me dus weinig zorgen over. We staan echter wel voor uitdagingen op het gebied van gegevensidentificatie en privacy.

Q: Welke zoal?

Pieter Vandervoort: Met een toestel als een pacemaker weten we zeker op welke patiënt de gegevens betrekking hebben. Maar als we bijvoorbeeld infor-matie van een smartphone of een draadloze weegschaal verzame-len, weten we technisch gespro-ken niet wie het toestel gebruikt — iemand kan zijn telefoon uitlenen aan zijn echtgenote, bijvoorbeeld. Daarnaast zorgt ook privacy voor grote uitdagingen. We willen zeker zijn dat de data enkel toegankelijk zijn voor mensen die in een thera-peutische relatie met de patiënt staan. Dat is ook belangrijk voor de fabrikanten van de toestellen. Zij zullen immers nooit toelaten dat hun gegevens verzameld worden op het platform van een concur-rent. Daarom wordt ons platform onafhankelijk of ‘neutraal’, zoals we dat noemen. We tekenen met de fabrikanten een overeenkomst waarin de regels omtrent de uitwisseling van gegevens worden vastgelegd — specifiek voor dit project.

Q: Welke respons verwacht je van zodra NEMO klaar is voor gebruik?

Pieter Vandervoort: De voordelen van het project zullen volgens mij duidelijk zijn. Het kan aanvanke-lijk wel moeilijk zijn om gebrui-kers te vinden, vooral omwille van het systeem van vergoedingen. Momenteel worden dokters in België en het grootste deel van Europa — zelfs in de VS — enkel door de verzekering betaald wanneer er een fysieke ontmoeting met de patiënt heeft plaatsgevon-den. Er is nog geen vergoeding voor raadplegingen op afstand. Dat kan de klinische toepassing in de nabije toekomst beperken. Maar veranderende technologieën beïnvloeden het beleid voortdu-rend, en de overheid en verzeke-ringsmaatschappijen zullen wel moeten volgen. Ik hoop dat NEMO deel kan uitmaken van die evolu-tie; dat we kunnen starten met een kleine groep believers en pioniers en zo kunnen bewijzen dat het concept werkt voor patiënten en dokters, en zo uiteindelijk verzeke-ringsmaatschappijen en overheden kunnen overtuigen om het systeem te veranderen.

OVER NEMO

Het neutrale mobiele gezond-heidsplatform (NEMO) van iMinds geeft een eengemaakt overzicht van telemonito-ring-data op basis van ‘tradi-tionele’ medische toestellen (zoals pacemakers en gluco-semeters) en van consumen-tenelektronica (zoals smartp-hones met stappentellers en accelerometers). Het concept wordt momenteel getest, gevalideerd en geïntegreerd in de workflow van partnerzie-kenhuizen. De eerste experi-menten worden verwacht in het derde kwartaal van 2015.

iMinds insights | 37

BIRGIT MORLIONProgrammadirecteur iMinds Health

EXPERTS DIE HEBBEN BIJGEDRAGEN AAN DEZE EDITIE VAN IMINDS INSIGHTS(in alfabetische volgorde):

ANN ACKAERTPostdoctoraal OnderzoekeriMinds - IBCN - UGent

JAN AERTS Docent iMinds - Stadius - KU Leuven

LAURA BELENGUER QUEROLDirecteur Strategie & Innovatie iMinds Medical Information Technologies Department

KARIN CONINXHoogleraar iMinds - EDM - UHasselt

STEVEN DE PEUTEROnderzoeker BrandNewHealth

EVA GEURTSOnderzoeker iMinds - EDM - UHasselt

GEERT HOUBENCEO Aristoco (Cubigo)

AN JACOBSHoogleraar iMinds - SMIT - VUB

LIEVEN MAESSCHALCKOprichter en KinesitherapeutMove to Cure

BIRGIT MORLIONProgrammadirecteur iMinds Health

CLAUDIA PUT CEO BrandNewHealth

KARIN SLEGERSDocent iMinds - CUO - KU Leuven

ERIC VAN DER HULSTProgrammamanager iMinds Health

PIETER VANDERVOORTCardioloog Ziekenhuis Oost-Limburg

FREDERIC VANNIEUWENBORGOnderzoeker iMinds - IBCN - UGent

JAN VAN OOTEGHEMOnderzoeker iMinds - IBCN - UGent

ANTON VEDDERHoogleraar iMinds - ICRI - KU Leuven

GRIET VERHENNEMANOnderzoeker iMinds - ICRI - KU Leuven

iMinds Insights redactieteam: Sven De Cleyn, Koen De Vos, Thomas Kallstenius, Els Van

Bruystegem, Wim Van Daele, Stefan Vermeulen

Tekst: Ascribe Communications

Ontwerp: Coming-Soon.be

Fotografie: Lieven Dirckx, Nils Blanckaert

©2015 iMinds vzw - CC-BY 4.0. Je bent vrij om het werk te delen en te bewerken met

naamsvermelding van iMinds.

Meer updates op www.iminds.be/insights

VOOR MEER INFORMATIE

over de samenwerking tussen de gezondheidssector en iMinds, contacteer Birgit Morlion, [email protected], +32 9 331 48 08

OP ZOEK NAAR MEER INZICHTEN?BEKIJK DE ANDERE EDITIES VAN IMINDS INSIGHTS OP WWW.IMINDS.BE/INSIGHTS