Houtwegen, Waterwegen En Westertuinen - …...uitbreiding. De eerste nieuwbouw was in het...
Transcript of Houtwegen, Waterwegen En Westertuinen - …...uitbreiding. De eerste nieuwbouw was in het...
Houtwegen, Waterwegen En WestertuinenGemeente HeemskerkvastgesteldProjectnr. 234792Revisie 02Datum 26 maart 2013
Auteur(s):R.A.E. MartensK.E. van Dijk
datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave26 maart 2013 vastgesteld mr. drs. K.E. van Dijk drs. A. van Dongen
Copyright © 2012 Ingenieursbureau Oranjewoud B.V.Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk,fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming va n de auteurs.
Houtwegen, Waterwegen En WestertuinenGemeente HeemskerkvastgesteldProjectnr. 234792Revisie 02Datum 26 maart 2013
Auteur(s):R.A.E. MartensK.E. van Dijk
datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave26 maart 2013 vastgesteld mr. drs. K.E. van Dijk drs. A. van Dongen
Copyright © 2012 Ingenieursbureau Oranjewoud B.V.Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk,fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming va n de auteurs.
Houtwegen, Waterwegen En WestertuinenGemeente HeemskerkvastgesteldProjectnr. 234792Revisie 02Datum 26 maart 2013
Auteur(s):R.A.E. MartensK.E. van Dijk
datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave26 maart 2013 vastgesteld mr. drs. K.E. van Dijk drs. A. van Dongen
Copyright © 2012 Ingenieursbureau Oranjewoud B.V.Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk,fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming va n de auteurs.
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Inhoudsopgave Toelichting
Toelichting 5
Hoofdstuk 1 Inleiding 7
1.1 Aanleiding 7
1.2 Ligging plangebied 7
1.3 Vigerende bestemmingsplannen 8
1.4 Planvorm 8
1.5 Leeswijzer 8
Hoofdstuk 2 Gebiedsvisie 9
2.1 Bestaande situatie 9
2.2 Verkeer 13
2.3 Groen- en waterstructuur 14
2.4 Uitgangspunten 15
Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving 19
3.1 Inleidende regels 19
3.2 Bestemmingsregels 19
3.3 Algemene regels 22
3.4 Overgangs- en slotregels 22
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid 23
4.1 Overleg 23
4.2 Ontwerp 24
4.3 Economische uitvoerbaarheid 24
Hoofdstuk 5 Ruimtelijk beleid 25
5.1 Inleiding 25
5.2 Rijksbeleid 25
5.3 Provinciaal en regionaal beleid 27
5.4 Gemeentelijk beleid 28
Hoofdstuk 6 Onderzoek 33
6.1 Bodem 33
6.2 Archeologie 34
6.3 Water 35
6.4 Ecologie 38
6.5 Luchtkwaliteit 41
6.6 Geluid 42
6.7 Externe veiligheid 43
6.8 Milieuhygiënische aspecten bedrijven 47
6.9 Duurzaamheid 49
6.10 Planologisch relevante leidingen 49
Bijlagen
Bijlage 1 Nota van zienswijzen
blad 3 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
blad 4 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Toelichting
blad 5 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
blad 6 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
De gemeente Heemskerk wil de bestaande bestemmingsplannen in vier tranches
actualiseren en reduceren tot tien bestemmingsplannen, die voldoen aan de eisen van de
Wet ruimtelijke ordening (Wro). Het doel van de actualiseringoperatie is vóór 1 juli 2013
over digitale bestemmingsplannen te beschikken. Het voorliggende bestemmingsplan maakt
onderdeel uit van de derde tranche: bestemmingsplan 'Woongebied II', bestemmingsplan
'Noorderveld' en voorliggend bestemmingsplan 'Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen'.
1.2 Ligging plangebied
Het plangebied van bestemmingsplan 'Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen' ligt in het
westelijk deel van de bebouwde kom van Heemskerk. Op figuur 1.1 is de ligging en
begrenzing van het plangebied globaal weergegeven. Het bedrijventerrein De Houtwegen is
in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld en telt circa 125 bedrijven,
voornamelijk midden-en kleinbedrijf. Bedrijventerrein De Waterwegen is van recenter
datum (vanaf 2000 aangelegd). Ten slotte maakt het woongebied De Westertuinen onderdeel
uit van het plangebied.
Figuur 1.1: Globale begrenzing plangebied (bron: googlemaps).
blad 7 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
1.3 Vigerende bestemmingsplannen
Voor het plangebied gelden momenteel de bestemmingsregels zoals opgenomen in de
onderstaande bestemmingsplannen.
De Houtwegen 1e wijziging (1981);
Westertuinen globaal (1976);
Westertuinen Uitgewerkt (1977);
Waterakker-Lunetten (1999);
Waterakkers-Lunetten Noord 2000 (2003);
Westelijke Randweg (2007).
1.4 Planvorm
Het op te stellen bestemmingsplan is consoliderend van aard. Nieuwe ontwikkelingen
worden alleen in de regels en verbeelding opgenomen wanneer de planologische,
maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid in voldoende mate zijn aangetoond en
hierover bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden. Andere mogelijke of gewenste
ontwikkelingen worden enkel in de toelichting beschreven. Een uitzondering hierop vormen
de bebouwingsstroken langs de Kleine Houtweg en de Rijksstraatweg. Voor beide stroken
geldt dat het bestaande gebruik is bestemd. In hoofdstuk 2 wordt het plan nader afgebakend
en worden de uitgangspunten nader toegelicht.
De geactualiseerde bestemmingsplannen van de gemeente Heemskerk bieden een eenduidige
en samenhangende juridisch-planologische regeling, met voldoende waarborging voor het
behoud van de ruimtelijke kwaliteit, maar bieden ook ruimte voor (beperkte) gewenste
ontwikkelingen.
1.5 Leeswijzer
Het bestemmingsplan bestaat uit drie onderdelen, te weten: regels, verbeelding en
toelichting. De verbeelding vormt samen met de regels het juridisch bindende deel van het
bestemmingsplan. De toelichting heeft geen juridische status, maar dient ter motivering en
verduidelijking van hetgeen in de verbeelding is geregeld.
In de toelichting wordt achtereenvolgens ingegaan op het plangebied (hoofdstuk 2).
Vervolgens wordt de koppeling gemaakt naar het juridisch bindend deel van het
bestemmingsplan, de verbeelding en de regels (hoofdstuk 3). De economische en
maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan worden besproken in hoofdstuk 4. In
hoofdstuk 5 wordt het plan getoetst aan de verschillende beleidskaders. Hoofdstuk 6 bevat
de toetsing van het plan aan de verschillende omgevingsaspecten, zoals bodem, archeologie
en ecologie.
blad 8 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Hoofdstuk 2 Gebiedsvisie
2.1 Bestaande situatie
2.1.1 Historie
Ontstaan van Heemskerk
De eerste vermelding van Heemskerk is gevonden in een oorkonde uit 1063, waarin de naam
Hemezenkyrica voorkomt in het verband met de overdrachtskwestie van een aantal kerken.
De nederzetting is ontstaan op de oostelijke rand van een hoger gelegen zandgedeelte waar
de kerken het hoogst gelegen land kregen toebedeeld. Heemskerk is vervolgens gegroeid in
een eskransdorp. De boerderijen zijn rondom de hogere gronden en de kerk gebouwd. De
kerk had een duidelijke centrumfunctie, niet alleen fysiek maar ook sociaal. De opbouw van
Heemskerk is sinds jaar en dag gehandhaafd en kan als grondlegger worden gezien van de
huidige structuur.
Figuur 2.1: Heemskerk 1869 (bron: heemskerkanders.nl)
Heemskerk tot 1945
Heemskerk was eeuwenlang een dorp met akkerbouw als voornaamste bestaansbron. In de
19de eeuw komt de industrialisatie op gang in de Zaanstreek. In Heemskerk komt geen
industrie tot ontwikkeling en al gauw ontstaat een armoedeprobleem. Pas in 1850 brengt de
bollenteelt geld en daarmee een verhoogde levensstandaard in het dorp. De bollenvelden
blad 9 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
bepalen sterk het beeld rond en tot dicht bij het centrum. Er worden grote gebouwen
geplaatst zoals het (oude) raadhuis, een katholieke kerk, de meisjesschool en de
jongensschool aan de rand van het centrum. Er ontstaat een duidelijk middelpunt in
Heemskerk met de bijbehorende centrumfuncties voor de 4000 inwoners van Heemskerk.
Ontwikkelingen na 1945
In 1955 verschijnt het streekplan IJmond-Noord. Men verwacht een sterke groei voor de
regio, zowel fysiek als economisch (door de groei van Hoogovens). In 1956 telde Heemskerk
6000 inwoners en verdere planvorming en prognoses stonden in het teken van groei en
uitbreiding. De eerste nieuwbouw was in het Zaalbergkwartier (1947). Verdere uitbreiding
geschiedt met de oude dorpskern als middenpunt.
Het oude centrum werd in de 60er jaren bijna geheel vervangen door nieuwbouw. Men wilde
het centrum een modern uiterlijk geven en het goed functioneren voor de komende jaren
waarborgen. De sterke groei bleef nog uit en de opvatting over stadssanering veranderde in
de jaren '70. Het centrum is dan reeds vrijwel geheel gesaneerd. Er zijn slechts enkele
objecten overgebleven die het oude Heemskerk vertegenwoordigen. Het toenmalige centrum
voldeed niet aan de eisen die aan een groter dorp worden gesteld. Een ingrijpende
verandering was hoe dan ook nodig. Heemskerk is uitgegroeid tot een woongemeente. Het
centrum werd voornamelijk gebruikt voor de dagelijkse boodschappen.
Vanaf de 70er jaren wordt veel gebouwd om aan de groeiende vraag naar woonruimte te
voldoen. Hierbij wordt vrijwel geen rekening gehouden met de historische achtergrond van
Heemskerk of de nog aanwezige oude bebouwing. Planning en uitvoering blijken over de
volgende jaren fragmentarisch te zijn. Hierdoor is in de loop der tijd een onsamenhangend
centrumbeeld ontstaan.
Sanering van de dorpskern is heden ten dage onder de oudere bewoners nog een veel
besproken onderwerp. Een groot deel van de karakteristieke bebouwing is verloren gegaan,
maar enkele oude kenmerken van Heemskerk zijn nog steeds te vinden. Naast enkele
historische panden is ook de wegenstructuur behouden gebleven.
Houtwegen / Waterwegen
Het bedrijventerrein De Houtwegen is in de jaren zeventig en tachtig ontwikkeld en telt 125
bedrijven, voornamelijk midden-en kleinbedrijf. Dit bedrijventerrein is ca. 22 hectare groot
en goed te bereiken via de Rijksstraatweg en de nieuw aangelegde Westelijke Randweg. Het
bedrijventerrein is ontstaan om te voldoen aan de groeiende behoefte aan bedrijventerrein.
In het bijzonder is het terrein ontwikkeld voor bedrijven, die in het stedelijk woongebied
ongewenst zijn, voornamelijk ambachtelijk bedrijven / lichte industrie. Daarnaast is in het
oostelijk deel het bedrijventerrein De Waterwegen ontwikkeld. Op De Waterwegen zijn
hoofdzakelijk autobedrijven gevestigd en vormen van perifere en grootschalige
detailhandel. De Kleine Houtweg (westelijk deel) is één van de oorspronkelijke linten van
Heemskerkerduin en ligt op de grens van het bedrijventerrein De Houtwegen en
tuinbouwgebied Heemskerkerduin.
De Westertuinen
Westertuinen is een uitbreidingswijk die gedeeltelijk op grondgebied van de gemeente
Beverwijk en gedeeltelijk op het grondgebied van de gemeente Heemskerk ligt. Voorliggend
bestemmingsplan heeft alleen betrekking op het deel binnen het grondgebied van
Heemskerk. Het betreft een ruim opgezette wijk, met veel groen, die overwegend bestaand uit
eengezinswoningen in eigendom van de bewoners. De wijk is in de jaren 70 - 80 gebouwd op
voormalig tuinbouwgebied.
blad 10 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
2.1.2 Functionele structuur
Het plangebied bestaat uit de Bedrijventerreinen De Houtwegen (westzijde Rijksstraatweg)
en de Waterwegen (oostzijde Rijksstraatweg) en woonwijk De Westertuinen.
De Houtwegen
Op bedrijventerrein De Houtwegen staat bedrijvigheid centraal. Hier zijn lichte en
middelzware bedrijven gevestigd (t/m milieucategorie 3.2). Ten behoeve van de
bedrijvigheid zijn ook enkele bedrijfwoningen aanwezig en/of bijbehorende kantoorruimte.
In het noordelijk deel van het bedrijventerrein is een maatschappelijke functie gevestigd
(postduivenvereniging). Kenmerkend voor de Houtwegen is dat het gebied aan beide zijden
wordt omsloten door woonbebouwing (zijde Kleine Houtweg) en gemengde bebouwing (zijde
Rijksstraatweg). Dit hangt samen met de omstandigheid dat het bedrijventerrein later is
gerealiseerd dan de bebouwing aan de Kleine Houtweg en de Rijksstraatweg. Beide wegen
zijn historische ontsluitingsassen. Ten slotte is op enkele plaatsen sprake van zelfstandige
detailhandel of aan een bedrijf gerelateerde detailhandel.
De Waterwegen
Bedrijventerrein De Waterwegen onderscheidt zich van De Houtwegen. In de eerste plaats
heeft De Waterwegen een duidelijk thema. Hier zijn overwegend autobedrijven gevestigd
(autoboulevard) en enkele grootschalige detailhandelsvestiging. In verband met de ligging
nabij woonwijk De Waterakkers zijn hier uitsluitend lichte bedrijven toegestaan (t/m
milieucategorie 2).
De Westertuinen
De Westertuinen is een ruimte opgezette en groene woonwijk en bestaat vooral uit
eengezinswoningen in eigendom van de bewoners. Aan de rand van de wijk, aan de
Rijksstraatweg, is een autobedrijf gevestigd.
2.1.3 Ruimtelijke structuur
De welstandsnota 2009 geeft een overzichtelijk beeld van de stedenbouwkundige structuren
binnen de gemeente Heemskerk. De volgende welstandgebieden vallen geheel of gedeeltelijk
binnen de grenzen van het plangebied:
Westertuinen;
Bedrijventerreinen (Houtwegen);
Bedrijventerreinen (Waterwegen);
Rijksstraatweg;
Westertuinen
De wijk wordt gekenmerkt door veel richtingsveranderingen, zeer korte zichtlijnen en een
weelderige begroeiing. Typerend zijn de samengestelde lessenaarkappen en het donkere
materiaalgebruik (zowel metsel- en houtwerk als dakpannen zijn van oorsprong
donkerbruin van kleur).
blad 11 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Figuur 2.2: Ligging welstandsgebied
Bedrijventerrein De Houtwegen
Bedrijventerrein De Houtwegen heeft een sterk op de functie gericht karakter. Dit betekent
onder meer dat er in de inrichting van de openbare ruimte veel aandacht is besteed aan de
functionaliteit, en minder aan de uitstraling. In enkele gevallen vertaalt dit zich in de
kwaliteit en uitstraling van de bebouwing. De bebouwing op het terrein is enigszins terug
gelegen ten opzichte van de weg, met tussen de rijbaan en het bedrijfspand parkeerruimte of
privaat groen, veelal afgeschermd met stalen hekwerken. De bebouwing is in het algemeen
relatief klein van schaal, hoewel ook grote bedrijfsloodsen voorkomen. De kleinschalige
bedrijfspanden staan onderling in ongeveer dezelfde rooilijn, de grotere loodsen zijn
meestal iets verder terug gelegen op de kavel gesitueerd. Rondom de bedrijfspanden zijn de
diverse functies, zoals parkeren, opslag en laden en lossen, wisselend gesitueerd en
vormgegeven.
Figuur 2.3: Ligging welstandsgebied
Bedrijventerrein Waterwegen
Veel van de bedrijven hebben een publieksfunctie, in de vorm van verkoopruimte of
toonzaal. Daarnaast ligt het bedrijventerrein op een zichtlocaties langs de Rijksstraatweg
(zie het navolgende). Bedrijventerrein Waterwegen is een (nog gedeeltelijk te ontwikkelen)
bedrijven boulevard, die aansluit op woonwijk Waterakkers-Lunetten. Tussen de bedrijven
en de woonwijk wordt een houtwal aangelegd, om overlast te voorkomen.
blad 12 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Figuur 2.4: Ligging welstandsgebied
Rijksstraatweg
De Rijksstraatweg is onderdeel van de ‘Binnenduinrandroute’, die als een langgerekt
bebouwingslint langs de binnenduinrand door Kennemerland loopt. Langs de gehele route is
er sprake van wisselende bebouwing doch voor het grootste gedeelte kleinschalige
vrijstaande bebouwing, wisselend met een agrarisch of een meer stedelijk karakter.
Figuur 2.5: Ligging welstandsgebied
2.2 Verkeer
Ontsluiting
De huidige ontsluitingsstructuur van het onderhavige plangebied is weergegeven in figuur
2.6. Binnen het plangebied zijn de Rijksstraatweg (ten noorden van de westelijke randweg)
en de westelijke randweg aangewezen als gebiedsontsluitingsweg type 1. Dit type
ontsluitingsweg heeft als doel het verkeer in Heemskerk te ontsluiten. De Rijksstraatweg (ten
zuiden van de westelijke randweg) is aangewezen als gebiedsontsluitingsweg type 2. Dit type
ontsluitingsweg heeft de functie van wijkontsluitingsas. De overige wegen in het plangebied
zijn erftoegangswegen.
blad 13 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Figuur 2.6: Huidige ontsluitingsstructuur plangebied conform Verkeersstructuurplan
2009-2015 (bron: Verkeersstructuurplan)
Snelheid
De wegen in en rondom het industriegebied (behoudens de Kleine Houtweg) zijn 50 km/u
wegen. De wegen in het woongebied en de Kleine Houtweg, het deel langs de woningen,
betreffen 30 km/u wegen.
Openbaar vervoer
Langs de westrand van het plangebied lopen diverse buslijnen waarvan in totaal 3 haltes in
het plangebied liggen. Ook in de nabijheid van het plangebied lopen diverse buslijnen. I
Parkeren
Binnen het plangebied wordt zowel langs de straat als op eigen terrein geparkeerd. Diverse
woningen hebben de beschikking over een eigen garage. De parkeerdruk op delen van
bedrijventerrein is hoog. Dit blijkt uit parkeertellingen die in het voorjaar van 2010 zijn
uitgevoerd (Mobycon, 11 mei 2010, kenmerk: 3932). In verband met de hoge parkeerdruk
wordt ook op relatief veel plaatsen 'fout' geparkeerd.
2.3 Groen- en waterstructuur
Binnen het plangebied zijn verschillende groenstructuren aanwezig. De groenzone aan de
zuidzijde van de westelijke randweg maakt onderdeel uit van de bovenwijkse groenstructuur
(figuur 2.7). De bovenwijkse groenstructuur heeft een belangrijke functie, zowel voor de
ontsluiting naar het buitengebied als voor natuur en ecologie. In het zuidelijk deel van de
wijk Westertuinen is veel water en groen aanwezig.
blad 14 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Figuur 2.7: Bovenwijkse groenstructuren en groene elementen
2.4 Uitgangspunten
In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste uitgangspunten voor dit
bestemmingsplan. Daarbij wordt tevens aangegeven op welke wijze het beleid van hogere
overheden in dit bestemmingsplan is vertaald.
2.4.1 Handhaven bestaande zonering
Het bestemmingsplan laat zich kwalificeren als een conserverend bestemmingsplan.
Hiermee wordt bedoeld dat de bouw- en gebruiksmogelijkheden uit de geldende
bestemmingsplannen als basis gelden. In aansluiting op dit algemene uitgangspunten is
ervoor gekozen de bestaande zonering opnieuw over te nemen. Concreet betekent dit dat op
De Houtwegen bedrijven tot en met categorie 3.2 zijn toegestaan en op De Waterwegen
(autoboulevard) bedrijven tot en met categorie 2. Voor dit laatste is gekozen, omdat dit deel
van het bedrijventerrein direct grenst aan woonwijk De Waterakkers.
Een belangrijk verschil met de geldende regeling is de bij de bestemming gevoegde Staat van
Bedrijfsactviteiten. Aan de bebouwingsstrook tussen de Rijksstraatweg en de Lijnbaan is een
Staat van Bedrijfsactiviteiten Functiemenging toegekend. Hiervoor is gekozen, omdat deze
zone een hoge mate van functiemenging kent, met onder meer wonen, dienstverlening,
kantoren en bedrijven. In deze zone wordt het geaccepteerd dat bedrijvigheid en gevoelige
blad 15 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
functies zoals woningen door elkaar heen zitten. Voor het overige deel van de De Houtwegen
geldt juist het principe van functiescheiding. Bedrijvigheid en wonen moeten van elkaar
gescheiden zijn, dit tegen de achtergrond om hinder voor woningen (als gevolg van de
bedrijvigheid) te voorkomen en bedrijven niet te beperken.
2.4.2 Bedrijfswoningen
Op het bedrijventerrein worden geen nieuwe bedrijfswoningen toegestaan. De bestaande
bedrijfswoningen worden positief bestemd door middel van een aanduiding op de
verbeelding. De gemeente kiest ervoor om geen afwijkingsbepaling voor bedrijfswoningen
op te nemen. De belangrijkste redenen hiervoor zijn dat bedrijfswoningen de bedrijfsvoering
van omliggende bedrijven kunnen beperken en de noodzaak voor een bedrijfswoning
doorgaans ontbreekt.
2.4.3 Perifere detailhandel / ondergeschikte detailhandel
In de geldende bestemmingsplannen is binnen de bedrijfsbestemming geen detailhandel
toegestaan, met uitzondering van:
1. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen;
2. detailhandel in volumineuze goederen (uitsluitend auto's, boten, caravans en
landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen).
Genoemde vorm van detailhandel zijn niet rechtstreeks toegestaan, maar pas nadat
hiervoor vrijstelling was verleend.
In het voorliggende bestemming is ervoor gekozen perifere detailhandel niet rechtstreeks toe
te staan, behoudens bestaandedetailhandelsvestigingen. Daarmee sluit het nieuwe
bestemmingsplan in hoofdlijnen aan op de nu geldende regeling, zoals hiervoor besproken.
Onder perifere detailhandel wordt verstaan:
a. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten ,motoren, caravans,
brommers, fietsen, keukens, sanitair, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en
daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires,
onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen;
b. grootschalige meubelbedrijven inclusief woninginrichting en stoffering met een
minimum vloeroppervlakte van 1000m2;
c. tuincentra;
d. bouwmarkten;
e. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen.
De bestaande vormen van perifere detailhandel zijn aangeduid op de verbeelding. Voor
nieuwvestiging van perifere detailhandel is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen. Een
omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien een nieuwe vestiging ten minste een
verkoop vloeroppervlak heeft van 1.000 m2 en er voldoende parkeergelegenheid op eigen
terrein wordt gerealiseerd. Uit het oogpunt van deregulering wordt het niet noodzakelijk
geacht specifieke zones aan te wijzen waar deze afwijkingsbevoegdheid kan worden
toegepast.
Tevens bevat het plan een afwijkingsbevoegdheid voor ondergeschikte detailhandel bij een
bedrijf. Voorbeelden van ondergeschikte detailhandel zijn de glutenwinkel op de
Ambachtsring en de ijzerwaren op de Strengweg. Bij deze bedrijven, die niet geschikt en
blad 16 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
gewenst zijn om zich te vestigen in het centrum of een woonwijk, is sprake van een
ondergeschikte detailhandel. De definitie hiervan is: detailhandel vanuit
vestiging/voorziening die als hoofdactiviteit geen detailhandel hebben en waarvan de
detailhandelsfunctie aantoonbaar ondergeschikt en gelieerd is aan de hoofdfunctie, een en
ander tot een maximum van 20% van de totale omzet en/of maximaal 20% van het totale
bedrijfsvloeroppervlak met een maximum winkelvloeroppervlak (WVO) van 100 m2.
2.4.4 Kantoren
Op een aantal plekken in het plangebied zijn (zelfstandige) kantoren gevestigd. De
bestaande kantoren zijn positief bestemd, door middel van een aanduiding of zelfstandige
bestemming. Nieuwe zelfstandige kantoren worden niet toegestaan, dit tegen de achtergrond
dat er momenteel een overschot aan kantoorruimte is in de Randstad. Wel is een
afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor kantoorruimte behorende bij een bedrijf. De
gemeente heeft ervoor gekozen dit niet als recht in het bestemmingsplan op te nemen, dit
tegen de achtergrond dat de parkeersituatie op De Houtwegen onder druk staat. De
oppervlakte van bijbehorende kantoren mag niet meer dan 25% van het vloeroppervlak van
het bedrijf bedragen.
Wat betreft de Waterwegen zijn de accenten anders gelegd. In aansluiting op de voorheen
geldende bestemmingsplan zijn in deze zone wel zelfstandige kantoren toegestaan. Dit geldt
zowel voor het noordelijk als het zuidelijk deel van de Waterwegen. Op de verbeelding heeft
deze zone de bestemming Gemengd gekregen, dit omdat er twee gelijkwaardige functies zijn
toegestaan: bedrijven en kantoren.
2.4.5 Dienstverlening
Onder dienstverlening wordt verstaan het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het
publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen,
waaronder kappers, schoonheidssalon etc, maar ook de belwinkel en het internet café. Op
een aantal plaatsen in De Houtwegen is sprake van dienstverlening kapsalon en
schoonheidssalon. Deze functie is niet in overeenstemming met het vigerende
bestemmingsplan. Het is niet gewenst om dienstverlening op De Houtwegen en De
Waterwegen te gaan toestaan. Immers bedrijven en dienstverlening zijn moeilijk
verenigbaar naast elkaar en daarnaast wordt dan bedrijvengrond voor een lichtere functie
onttrokken die elders ook kan plaatsvinden. Wel is het zo dat bij sommige bedrijven een
kleine component dienstverlening aan burgers aanwezig is. Voor dergelijke situatie is een
afwijkingsbevoegdheid in het bestemmingsplan opgenomen. Daarbij wordt onder andere
getoetst of voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.
2.4.6 Beperkte verruiming bebouwingspercentage
Een belangrijke doelstelling voor het bedrijventerrein is om het aantrekkelijk te houden voor
bestaande en toekomstige gebruikers. Om dit doel te bereiken is het noodzakelijk dat het
bestemmingsplan voldoende flexibel wordt ingericht. Indien ondernemers plannen hebben
voor uitbreiding of herstructurering dient dit in beginsel mogelijk te zijn. Het is niet gewenst
dat voor uitbreidingen of wijzigingen direct een procedure nodig is. In dat kader is besloten
het bebouwingspercentage te verruimen van 75% naar 90%. Deze verruiming geldt niet voor
de bebouwingsstrook langs de Rijksstraatweg. Om te voorkomen dat hier een dichte wand
ontstaat is het bebouwingspercentage hier op 75% gesteld. Ten slotte is de bouwhoogte op
De houtwegen verruimd tot 8 meter. Dit biedt de mogelijkheid voor meervoudig en intensief
ruimtegebruik.
blad 17 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
2.4.7 Bebouwingsstrook Kleine Houtweg
Aan het merendeel van de bebouwing aan de Kleine Houtweg is een woonbestemming
toegekend Wonen - 1). De bestemming is hiermee afgestemd op het feitelijk gebruik. In het
voorheen geldende bestemmingsplan had de bebouwingsstrook aan de Kleine Houtweg een
agrarische bestemming, waarbij vrijstelling kon worden verleend voor de bouw van
woningen ten behoeve van ex tuinders uit het tuinbouwgebied Heemskerkerduin-Noorddorp.
De omzetting van de agrarische naar de woonbestemming heeft hiermee een formeel
karakter. Er is geen sprake van nieuwe woningen of situaties waarbij nog geen sprake was
van een gebruik als woning.
2.4.8 Bebouwingsstrook Rijksstraatweg
De bebouwingsstrook aan de Rijksstraatweg (globaal tussen nummer 13 en 95) heeft een
sterk gemengd karakter, bestaande uit onder meer woningen, bedrijven en vorm van
detailhandel en dienstverlening. In verband met deze gebiedskarakteristiek is besloten de
achterliggende bebouwingsstrook op de Dte voorzien van een specifieke Staat van
Bedrijfsactiviteiten (SvB functiemenging).
blad 18 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving
In dit hoofdstuk wordt een koppeling gemaakt tussen de in hoofdstuk 2 beschreven
elementen en de verbeelding met bijbehorende regels. De verbeelding en de regels vormen
samen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan.
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat een bestemmingsplan digitaal en analoog
beschikbaar moet zijn. De Wro en de onderliggende regelgeving stellen eisen waaraan
digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevat de Standaard Vergelijkbare
Bestemmingsplannen (SVBP2008) bindende afspraken waarmee bij het maken van
bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden. De SVBP2008 kent (onder meer)
hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen,
gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de planregels en het renvooi.
Conform de SVBP2008 bestaat de juridische regeling uit vier hoofdstukken. In de
onderstaande paragrafen wordt per hoofdstuk de inhoud van de verschillende artikelen
toegelicht.
3.1 Inleidende regels
Het eerste hoofdstuk bevat de definities van begrippen (artikel 1), die voor het algemene
begrip, de leesbaarheid en de uitleg van het plan van belang zijn, en de wijze van meten
(artikel 2). Een aantal begrippen en wijzen van meten is in de SVBP2008 voorgeschreven en
overeenkomstig overgenomen in dit plan.
3.2 Bestemmingsregels
In hoofdstuk twee 'Bestemmingsregels' wordt op de bestemmingen en hun gebruik ingegaan.
Op de verbeelding zijn alle functies zodanig bestemd dat het mogelijk is om met behulp van
het renvooi direct te zien welke bestemmingen aan de gronden binnen het plangebied zijn
gegeven en welke regels daarbij horen. Uitgangspunt daarbij is dat de verbeelding zoveel
mogelijk informatie geeft over de in acht te nemen maten en volumes. De regels geven
duidelijkheid over de bestemmingsomschrijving, de bouwregels en de specifieke
gebruiksregels. In de bestemmingsregels zijn enkele afwijkingsbevoegdheden opgenomen.
Begrenzing van de bebouwingsmogelijkheden vindt plaats door het hanteren van
bouwvlakken met eventueel bijbehorende bebouwingspercentages, bouwvolumes en/of
aanduidingen. Verticale begrenzing van de bouwmogelijkheden geschiedt door het aangeven
van de maximale goot- en bouwhoogte.
Onderstaand volgt een toelichting per bestemmingsartikel.
Artikel 3 Agrarisch
Ter plaatse van de agrarische gronden aan de Kleine Houtweg is een Agrarische bestemming
opgenomen. Deze gronden zijn niet voorzien van een bouwvlak, enkel schuilgelegenheden en
bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan op deze gronden.
blad 19 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Artikel 4 Bedrijf
Deze bestemming wordt gebruikt voor solitaire bedrijven en is bedoeld voor bedrijven voor
zover deze behoren tot milieucategorie C van de bij de regels behorende Staat van
Bedrijfsactiviteiten voor functiemenging, alsmede daarmee naar aard en milieu-invloed
vergelijkbare bedrijven of inrichtingen.
Artikel 5 Bedrijventerrein - 1
Deze bestemming is toegekend aan de zone van bedrijventerrein De Houtwegen ingeklemd
tussen de Rijksstraatweg en de Lijnbaan. Hier zijn bedrijven toegestaan tot en met categorie
C van de bij de regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten voor functiemenging,
alsmede daarmee naar aard en milieu-invloed vergelijkbare bedrijven of inrichtingen.
Bebouwing dient binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken te zijn gesitueerd.
Per bouwperceel mag maximaal 90% worden bebouwd, met dien verstande dat voor de
bebouwingsstrook aan de Rijksstraatweg het bebouwingspercentage op 75% is gesteld.
Bedrijfswoningen zijn slechts toegestaan, indien dit middels een aanduiding op de
verbeelding is aangegeven.
Artikel 6 Bedrijventerrein - 2
Deze bestemming wordt gebruikt voor het resterende deel van bedrijventerrein de Den is
bedoeld voor bedrijven tot en met milieucategorie 3.2 van de bij de regels behorende Staat
van Bedrijfsactiviteiten, alsmede daarmee naar aard en milieu-invloed vergelijkbare
bedrijven of inrichtingen. Voor het overige gelden dezelfde regels als binnen de bestemming
Bedrijventerrein - 1.
Artikel 7 Detailhandel
Aan de detailhandelsvestigingen aan de oostzijde van de Rijksstraatweg is de bestemming
detailhandel gegeven. Ook is bij detailhandel, indien aangeduid, een bedrijfswoning
toegestaan. De gebouwen zijn voorzien van een bouwvlak waarvoor een aantal bouwregels
geldt.
Artikel 8 Gemengd
Deze bestemming is toegekend aan bedrijventerrein de Waterwegen (oostzijde
Rijksstraatweg). De Waterwegen is onder te verdelen in twee delen. Het noordelijk deel
wordt onder meer gebruikt voor perifere- en grootschalige detailhandelsbedrijven (Welkoop
/ Albert Heijn XL). Op het zuidelijk deel is de autoboulevard gevestigd. Om enige flexibiliteit
te bieden is zowel bedrijvigheid toegestaan alsmede kantoren. Bestaande afwijkende
functies zijn aangeduid. Omdat het gebied grenst aan woonwijk de Waterakkers is relatief
lichte bedrijvigheid toegestaan (t/m categorie 2).
Artikel 9 Groen
Groenstroken en speelvelden vallen binnen de bestemming Groen. Er gelden enkele
bouwregels voor kleine gebouwtjes, bijvoorbeeld voor nutsvoorzieningen, en bouwwerken,
geen gebouwen zijnde.
Artikel 10 Kantoor
Aan de kantoorlocatie aan de Rijksstraatweg is de bestemming Kantoor toegekend. Ook is
bij Kantoor indien aangeduid een bedrijfswoning toegestaan. De gebouwen zijn voorzien
van een bouwvlak waarvoor een aantal bouwregels geldt. Er zijn enkele functies die
blad 20 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
aangemerkt worden als strijdig gebruik.
Artikel 11 Maatschappelijk
Deze bestemming is opgenomen voor gronden voor het verenigingsleven, te weten de
postduivenvereniging. Hiervoor geldt een aantal bouwregels.
Artikel 12 Tuin - 1
De voortuinen van de woningen in een deel van het plangebied zijn bestemd als Tuin - 1. Ter
plaatse van deze bestemming zijn uitbouwen, luifels, erfafscheidingen en overige
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. Voor deze bouwwerken zijn bouwregels
opgenomen.
Artikel 13 Verkeer
Deze bestemming is opgenomen voor de doorgaande wegen in het plangebied. Er zijn
bouwregels opgenomen voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Artikel 14 Verkeer - Verblijfsgebied
De gronden op de verbeelding aangewezen voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' zijn bestemd voor
verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen. Er zijn
bouwregels opgenomen voor kleine gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Artikel 15 Water
Deze bestemming staat water, oevers en groenvoorzieningen toe. Daarnaast zijn de gronden
bestemd voor water ten behoeve van recreatief gebruik. Op deze gronden zijn uitsluitend
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
Artikel 16 Wonen - 1
De gronden binnen Wonen - 1 zijn bestemd voor diverse type woningen inclusief de
mogelijkheid om een aan huis gebonden beroep uit te oefenen. Voor garages zijn specifieke
aanduidingen opgenomen. Ten aanzien van hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden diverse bouwregels. Voor dakopbouwen en
zonnecollectoren is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen. Bijgebouwen mogen niet
gebruikt worden als woonruimte. Mantelzorg is enkel met een omgevingsvergunning
toegestaan. In de specifieke gebruiksregels is een regeling opgenomen voor aan huis
gebonden beroepen. Het is mogelijk hiervan af te wijken.
Artikel 17 Leiding - Leidingstrook
Door het plangebied (zuidzijde) loopt een leidingenstrook. Deze is aangeduid middels de
dubbelbestemming Leiding - Leidingstrook. Er mag beperkt of alleen met een
omgevingsvergunning gebouwd worden. Om de leiding te beschermen is er een
omgevingsvergunningstelsel opgenomen voor werken en werkzaamheden.
Artikel 18 Waarde - Archeologie - 1Artikel 19 Waarde - Archeologie - 4
Ter bescherming van de archeologische waarden in het plangebied is de bestemming
Waarde- Archeologie opgenomen. In paragraaf 6.2 wordt uitgelegd waarom voor bepaalde
gronden een beschermingsregeling is opgenomen. De dubbelbestemmingen Waarde -
blad 21 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Archeologie - 1 en Waarde - Archeologie - 4 zijn gebaseerd op de gemeentelijke
archeologische waardenkaart. Bouwen ten behoeve van samenvallende bestemmingen is
slechts onder voorwaarden toegestaan. Voor diverse werken en werkzaamheden geldt een
omgevingsvergunningplicht voor werken en werkzaamheden. De bestemming 'Waarde -
Archeologie' kent evenals het gemeentelijk archeologisch beleid, onderscheid in
verschillende waardendubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie - 1' (voor de beoogde
monumenten) en 'Waarde - Archeologie - 4' (voor de grijze zone).
3.3 Algemene regels
Flexibiliteit
Ten behoeve van de flexibiliteit en bruikbaarheid in de praktijk, is in hoofdstuk 3 van de
regels voorzien Het betreft de anti-dubbeltelregel (artikel 20), de algemene bouwregels
(artikel 21), algemene gebruiksregels (artikel22), algemene aanduidingsregels (artikel 23),
algemene afwijkingsregels (artikel 24), algemene wijzigingsregels (artikel 29) en de overige
regels (artikel 26).
De algemene bouwregels bestaat uit de leden 'toegelaten bouwwerken met afwijkende
maten' en 'overschrijding bouwgrenzen'. In de algemene gebruiksregels is opgenomen wat
onder strijdig gebruik verstaan wordt. In de algemene aanduidingsregels is een regel ten
aanzien van de geluidzone - industrie opgenomen. Met de algemene afwijkingsregels kan het
bevoegd gezag diverse afwijkingen toestaan. De algemene wijzigingsregels bevatten regels
omtrent het wijzigen van de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 4.
Parkeren
Voorts zijn in het bestemmingsplan regels opgenomen ten aanzien van parkeerplaatsen die
gerealiseerd moeten worden bij nieuwbouw, wijziging van een functie of bij uitbreiding van
gebouwen. Op deze manier wordt voorzien in een parkeerbehoefte om te voorkomen dat een
parkeerprobleem onstaat. In artikel 26 zijn de betreffende parkeernormen opgenomen. Ten
slotte zijn in genoemd artikel regels opgenomen voor in- en uitritten, laden en lossen en
fietsparkeren.
3.4 Overgangs- en slotregels
In artikel 3.2.1 Bro zijn standaardregels opgenomen met betrekking tot het overgangsrecht
voor bouwwerken en gebruik. Deze zijn overeenkomstig opgenomen in artikel 27.
Ook is een slotregel opgenomen (artikel 28) overeenkomstig de Standaard Vergelijkbare
Bestemmingsplannen 2008.
blad 22 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
4.1 Overleg
Het voorontwerp bestemmingsplan is verzonden aan een aantal instanties. Eventuele
reacties worden in deze paragraaf samengevat en beantwoord. Het voorontwerp is ook
toegezonden aan PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, maar hiervan is geen reactie
ontvangen.
1. Brandweer Kennemerland
Reactie
De Brandweer Kennemerland omschrijft het onderhavige bestemmingsplan als
hoofdzakelijk conserverend van karakter. Het plan is onderzocht op externe
veiligeheidsaspecten. Na de beschouwing van vijf risicoscenario's adviseert de Brandweer
Kennemerland, in verband met een beperkte afstand tussen het plangebied en
risicobronnen, bepaalde maatregelen te nemen om mogelijkheden tot zelfredzaamheid en
hulpverlening te vergroten. In het plangebied op zich hoeven geen wijzigingen aangebracht
te worden, maar er kunnen wel voorzorgsmaatregelen genomen worden. Voor de in het
plangebied aanwezige (specifieke) objecten waar noodplannen voor opgesteld dienen te
worden, dienen deze mede op basis van de externe veiligheidsrisco's opgesteld te worden.
Verder wordt geadviseerd te zorgen voor een goede informatievoorziening voor de
aanwezige personen, zodat zij weten hoe er gehandeld moet worden in geval van een
calamiteit. Een voorbeeld hiervan is een publieke voorlichtingscampagne als 'Denk Vooruit'.
Beantwoording
In verband met een beperkte afstand tussen plangebied en risicobronnen wordt geadviseerd
voorzorgsmaatregelen te nemen. Enerzijds hebben deze betrekking op objecten waar
noodplannen voor opgesteld dienen te worden (hierin dienen exteren veiligheidsrisico's
meegenomen te worden), anderzijds hebben deze te maken met een goede
informatievoorziening en bewustwording met betrekking tot externe veiligheidsrisico's. Deze
maatregelen kunnen buiten het bestemmingsplan om, in overleg met de gemeente
Heemskerk, genomen worden. In het plan op zich behoeven geen wijzigingen aangebracht te
worden.
2. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Reactie
Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier omschrijft het bestemmingsplan als
consoliderend van aard, waardoor het geen mogelijkheden biedt voor grootschalige
ontwikkelingen. Daarmee vindt zij dat het aspect water voldoende is gewaarborgd. Wel geeft
zij een tekstuele aanvulling op de waterparagraaf, die een meer uitbgebreide weergave biedt
van de in het plangebied aanwezige peilgebieden en waterpeilen
Beantwoording
De tekstuele aanvulling op de waterparagraaf is overgenomen in het bestemmingsplan.
blad 23 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
3. Kamer van Koophandel
Reactie
De Kamer van Koophandel (KvK) geeft aan content te zijn met de globale bestemming van
bedrijventerreinen en de flexibiliteit die daarmee gepaard gaat. Daarnaast heeft de KvK een
opmerking over de parkeernorm: deze dient voor het ontwerp ter inzage ligt afgestemd te zijn
met de werkgroep herstructurering/revitalisering bedrijventerrein de Houtwegen, voor zover
dat nog niet is gebeurd.
Beantwoording
De parkeernormen vloeien voort uit het parkeerbeleidsplan, dat ter visie heeft gelegen.
Hierin wordt uitgegaan van de toekomstige situatie. Ten aanzien van de Houtwegen zijn
destijds geen opmerkingen gemaakt. Nadere afstemming wordt daarom niet nodig geacht.
4.2 Ontwerp
Met ingang van 23 november 2012 heeft het ontwerpbestemmingsplan Houtwegen,
Waterwegen en Westertuinen op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening
gedurende zes weken ter inzage gelegen. In deze periode is een ieder in de gelegenheid
gesteld om te reageren op het ontwerpbestemmingsplan.
In deze periode zijn 4 zienswijzen ingediend. De zienswijzen zijn samengevat en van een
reactie voor zien. Per zienswijze is de reactie van de gemeente aangegeven en is
concluderend aangegeven of de zienswijze aanleiding geeft tot aanpassing van het
ontwerpbestemmingsplan.
Daarnaast is het plan op een aantal punten aangepast als gevolg van nieuwe of gewijzigde
inzichten.
De Nota van zienswijzen is opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze toelichting.
4.3 Economische uitvoerbaarheid
In het bestemmingsplan worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De gemeente heeft
geen kosten, anders dan de kosten voor het opstellen van dit bestemmingsplan. Hiervoor
zijn structurele financiële middelen gereserveerd op de gemeentelijke begroting. Het
bestemmingsplan is economisch uitvoerbaar.
blad 24 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Hoofdstuk 5 Ruimtelijk beleid
In dit hoofdstuk wordt het relevante beleidskader voor ontwikkelingen binnen de gemeente
Heemskerk beschreven. Achtereenvolgens wordt ingegaan op relevant rijksbeleid,
provinciaal beleid, regionaal beleid en gemeentelijk beleid.
5.1 Inleiding
Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Deze gaat uit van
een scheiding tussen beleid en normstelling (juridische verankering). Het beleid wordt
opgenomen in structuurvisies. Normstelling vindt plaats in het bestemmingsplan en/of in
algemene regels die overgenomen moeten worden in bestemmingsplannen.
Streekplannen en planologische kernbeslissingen zijn vanaf 1 juli 2008 gelijkgesteld aan
structuurvisies. Het overgangsrecht van de Wro regelt dat concrete beleidsbeslissingen van
Rijk en provincie overgenomen moeten worden in bestemmingsplannen. De Nota Ruimte
bevat geen concrete beleidsbeslissingen. De inhoud van het bestemmingsplan moet echter
nog steeds in overeenstemming zijn met het nationale en provinciale ruimtelijk beleid. In dit
hoofdstuk wordt voor dit bestemmingsplan hierop nader ingegaan.
Het Rijk en de provincie werken momenteel aan een vertaling van hun beleid in algemene
regels. Voor het Rijk is dit de AMvB Ruimte en voor de provincie is dit de provinciale
verordening.
5.2 Rijksbeleid
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. Daarmee
is het nieuwe ruimtelijke en mobiliteitsbeleid van kracht geworden. In de structuurvisie is
aangegeven dat het Rijk drie hoofddoelen heeft:
a. Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de
ruimtelijk economische structuur van Nederland;
b. Het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zeker stellen van de bereikbaarheid
waarbij de gebruiker voorop staat;
c. Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en
cultuurhistorische waarden behouden zijn.
Uit deze drie hoofddoelen komen onderwerpen voort die van nationaal belang zijn.
Structuurvisies hebben geen bindende werking voor andere overheden dan de overheid die
de visie heeft vastgesteld. De nationale belangen uit de structuurvisie die juridische borging
vragen, worden daarom geborgd in de Amvb Ruimte. Deze Amvb wordt aangeduid als het
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Deze Amvb is gericht op doorwerking
van nationale belangen in gemeentelijke bestemmingsplannen en zorgt voor sturing en
helderheid van deze belangen vooraf. Bij de inwerkingtreding van de SVIR en het Barro zijn
de Nota Ruimte en de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid komen te vervallen.
Op 30 december 2011 is het Barro in werking getreden. In het Barro zijn bepalingen
opgenomen ten aanzien van:
a. Rijksvaarwegen;
b. Project Mainportontwikkeling Rotterdam;
c. Kustfundament;
blad 25 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
d. Grote rivieren;
e. Waddenzee en waddengebied;
f. Defensie;
g. Hoofdwegen en hoofdspoorwegen;
h. Elektriciteitsvoorziening;
i. Buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen;
j. Ecologische hoofdstructuur;
k. Primaire waterkeringen buiten het kustfundament;
l. IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte);
m. Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde.
Vertrouwen in medeoverheden is de basis voor het decentraliseren van
beslissingsbevoegdheid. Om die reden bevat deze structuurvisie een beperkter aantal
nationale belangen dan voorheen. Het Rijk gaat er vanuit dat de nationale ruimtelijke
belangen die via wet- en regelgeving aan andere overheden opgedragen worden door hen
goed worden behartigd. Waar de Amvb Ruimte bepalingen bevat aangaande gemeentelijke
bestemmingsplannen gaat het Rijk er vanuit dat deze doorwerking krijgen. Het Rijk zal de
bestemmingsplannen dan ook niet (tijdens de vaststellingsprocedure) toetsen op een
correcte doorwerking van nationale ruimtelijke belangen. Wel zal het Rijk door middel van
systeem- of themagerichte onderzoeken achteraf nagaan of bestemmingsplannen aan
nationale wet- en regelgeving voldoen. Geen van de op dit moment in het Barro geregelde
onderwerpen, waarvoor de regelgeving nu in werking is getreden, dit zijn de letters a t/m f,
heeft invloed op het voorliggende bestemmingsplan.
AMvB Ruimte
De "nieuwe" AMvB Ruimte komt in de plaats van de eerdere ontwerp-AMvB Ruimte uit 2009.
De nieuwe AMvB Ruimte heet ook wel het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
(Barro) en gaat over nationale belangen in gemeentelijke bestemmingsplannen. In de AMvB
zijn de nationale belangen die juridische borging vereisen opgenomen.
Met de AMvB Ruimte maakt het rijk duidelijk waar provinciale verordeningen en
gemeentelijke bestemmingsplannen aan moeten voldoen. De AMvB Ruimte omvat alle
ruimtelijke rijksbelangen uit eerder uitgebrachte planologische kernbeslissingen die
juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. In de AMvB Ruimte zijn de
volgende nationale belangen vastgelegd:
rijksvaarwegen;
project Mainportontwikkeling Rotterdam;
kustfundament;
grote rivieren;
Waddenzee en waddengebied;
defensie;
ecologische hoofdstructuur;
erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde.
Conclusie
Voorliggend plan is een conserverend bestemmingsplan voor bestaand stedelijk gebied. Het
plan is van dien aard dat nationale belangen niet worden geschaad.
blad 26 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
5.3 Provinciaal en regionaal beleid
Structuurvisie Noord-Holland 2040. Kwaliteit door veelzijdigheid
Sinds de in werking treding van de Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 zijn de twee
streekplannen van Noord-Holland Noord en Noord-Holland Zuid niet langer geldig. De
structuurvisie is de wettelijke opvolger van het streekplan. Op 21 juni 2010 is de
structuurvisie aangenomen door Provinciale Staten van Noord-Holland.
Visie
Noord-Holland is een mooie provincie om in te wonen, te werken en om te bezoeken. De
provincie is veelzijdig met een aantal belangrijke economische motoren van Nederland,
bruisende steden, natuurparken, het strand en open grasland vol weidevogels. Dit
bijzondere karakter wil de provincie bewaken. Tegelijkertijd zijn er ontwikkelingen als
globalisering, klimaatverandering en trends zoals vergrijzing en krimp die een grote
ruimtelijke impact hebben. In de structuurvisie beschrijft de provincie hoe en op welke
manier ze met deze ontwikkelingen en keuzes omgaat en schetst ze hoe de provincie er in
2040 moet komen uit te zien.
De provincie kiest ervoor vooral de bestaande kwaliteiten verder te ontwikkelen.
Noord-Holland moet aantrekkelijk blijven in wat het is: een diverse, internationaal
concurrerende regio, in contact met het water en uitgaande van de kracht van het
landschap.
Voor het plangebied is het volgende van belang:
de provincie gaat voorzichtig om met uitleg buiten bestaande kernen, vanwege de
bevolkingskrimp op langere termijn;
realiseren duurzame energie op eigen grondgebied ten behoeve van de CO2-reductie;
versterken waterkeringen en aanleggen van calamiteitenbergingen tegen wateroverlast.
Bestaand bebouwd gebied
Het plangebied is door de provincie aangeduid als 'bestaand bebouwd gebied'. Dit betekent
dat de provincie mogelijkheden ziet voor:
innovatief ruimtegebruik;
intensiveren en herstructureren;
mengen wonen en werken;
kwaliteitsverbetering;
kennisintensieve en creatieve milieus.
Groen om de stad (Duinzone)
Het plangebied is door de provincie daarnaast aangeduid als 'Groen om de stad' (duinzone).
De Provincie Noord-Holland vindt een goede toegankelijkheid van recreatief groen voor
haar bewoners en bezoekers belangrijk. De verstedelijkingsdruk op het groen rond de steden
moet daarom zoveel mogelijk worden opgevangen door binnenstedelijke verdichting. Ook
zorgt de provincie ervoor dat de groene gebieden waar mogelijk niet alleen worden
behouden, maar worden ontwikkeld en uitgebreid. De specifieke kwaliteiten van de
verschillende landschappen zijn bij deze verdere ontwikkeling het uitgangspunt. Verder
draagt de provincie zorg voor de bereikbaarheid van recreatiegebieden. I
Provinciale Ruimtelijke Verordening
Voor de doorwerking van het in de structuurvisie vastgelegde beleid staan de provincie,
blad 27 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
naast de bekende bestuurlijke middelen als subsidies, overleg, convenanten en dergelijke,
diverse juridische instrumenten ter beschikking, zoals de provinciale ruimtelijke
verordening.
De provinciale verordening is het aangewezen instrument als het gaat om algemene regels
omtrent de inhoud van gemeentelijke bestemmingsplannen of projectbesluiten. Hierbij gaat
het in het algemeen om onderwerpen in zowel het landelijke als het bestaand bebouwd
gebied van Noord-Holland waar een provinciaal belang mee gemoeid is. Uiteraard moet
altijd het provinciale belang de inzet van de verordening rechtvaardigen.
Het plangebied ligt binnen Bestaand Bebouwd Gebied (BBG, zie afbeelding 5.1). Binnen BBG
vallen feitelijk bestaande bebouwing en geprojecteerde bebouwing waarvoor een procedure
met succes is doorlopen. Het beoogde bestemmingsplan voldoet aan de provinciale
verordening.
Figuur 5.1 - Uitsnede kaart Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie.
Conclusie
Voorliggend plan is een conserverend bestemmingsplan voor bestaand stedelijk gebied. Het
plan is van dien aard dat de provinciale belangen niet worden geschaad.
5.4 Gemeentelijk beleid
Structuurvisie Heemskerk 2020, Kiezen voor Kwaliteit
Conform de Wet ruimtelijke ordening dient de structuurvisie digitaal raadpleegbaar te zijn.
Om deze reden en de gewijzigde ruimtelijke inzichten binnen de gemeente is de
structuurvisie uit 2003 geactualiseerd. De structuurvisie is op 26 januari 2012 door de
gemeenteraad vastgesteld.
Het plangebied is grotendeels aangeduid als Bedrijventerrein en deels als bebouwde kom
(zie figuur 5.2). De delen in de bebouwde komen maken onderdeel uit van zowel 'van Acker
tot Burcht' als 'Duin tot Dorp'. Woningbouw en de realisatie van voorzieningen zullen in de
toekomst vooral binnenstedelijk en op herstructureringslocaties moeten plaatsvinden. Voor
het bedrijventerrein geldt dat wordt ingezet op regionale samenwerking in vraag en aanbod.
Dit resulteert in de herstructurering van De Houtwegen. De zuidzijde van het bedrijventerrein
mag worden herontwikkeld. Het gebied 'De Houtwegen Noord' mag ingericht worden als
wonen/werken met een bufferzone naar het landelijk gebied. Hiervoor is een goed
blad 28 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
onderbouwd plan nodig dat recht doet aan de gewenste ruimtelijk-functionele kwaliteiten.
Verduurzaming is op alle bedrijventerrein een ambitie voor de komende jaren.
Figuur 5.2 - Integrale structuurvisiekaart Heemskerk
Dit bestemmingsplan is een conserverend plan, wat inhoudt dat nieuwe
bebouwingsmogelijkheden niet zijn opgenomen. Op het moment dat afgeweken wordt van dit
bestemmingsplan, zal de structuurvisie handvatten kunnen bieden. Als een bepaalde
ontwikkeling passend is, kan een nieuw bestemmingsplan worden opgesteld. Wel zijn in het
bestemmingsplan flexibiliteitsbepalingen opgenomen waarmee beperkte functionele
wijzigingen in het gebied kunnen worden gefaciliteerd.
Plan van Aanpak revitalisering De Houtwegen
Omdat het bedrijventerrein kampte met verouderingsverschijnselen heeft de gemeente
Heemskerk samen met het bedrijfsleven het 'Plan van Aanpak Revitalisering De Houtwegen'
gemaakt. De doelstelling van het project is het verbeteren van de kwaliteit van het
bedrijventerrein De Houtwegen op zo kort mogelijke termijn en het behoud van deze
kwaliteit in de toekomst. Gestreefd wordt naar een bedrijventerrein met een aantrekkelijk
vestigingsklimaat voor gevestigde en toekomstige bedrijven dat de concurrentie met andere
soortgelijke bedrijventerreinen in de omgeving nu en in de toekomst aan kan. Dit
bestemmingsplan is in hoofdzaak een conserverend plan, wat inhoudt dat nieuwe
bebouwingsmogelijkheden niet zijn opgenomen. Op het moment dat afgeweken wordt van dit
bestemmingsplan, kan het plan van aanpak handvatten bieden. Wel zijn in het
bestemmingsplan diverse afwijkingsmogelijkheden opgenomen waarmee beperkte
functionele wijzigingen in het gebied kunnen worden gefaciliteerd.
Welstandsnota Heemskerk 2009
De Welstandsnota Heemskerk 2009 is door de gemeenteraad vastgesteld op 18 december
2008. Een belangrijke pijler van de welstandnota is het gebiedsgerichte welstandsbeleid.
Het gemeentelijk grondgebied is daartoe onderverdeeld in gebieden met een grote
blad 29 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
samenhang en gelijkenis in bebouwing, functie en openbaarheid. In paragraaf 2.1.2 is een
beschrijving van het plangebied opgenomen, zoals beschreven in de Welstandsnota van
2009.
Groenbeleidsplan Heemskerk 2009
Het groenbeleidsplan Heemskerk is door de gemeenteraad van Heemskerk op 28 mei 2008
vastgesteld. Gemeente Heemskerk heeft het credo: 'Heemskerk, mooi groen in de IJmond'.
Heemskerk is een groene gemeente. De gemeenteraad heeft dan ook uitgesproken dat ze dit
zo wil houden.
Het rijk heeft gesteld dat het in het stedelijk gebied wenselijk is dat het 'stand-still' principe
gehanteerd wordt. Dit houdt in dat er geen achteruitgang mag plaatsvinden van de kwaliteit
en kwantiteit van het groen.
De gemeente Heemskerk geeft in haar beleidsplan aan hoe invulling wordt gegeven aan dit
'stand-still principe'. Voor het weghalen van openbaar groen binnen het stedelijk gebied,
bijvoorbeeld voor het realiseren van bebouwing, wegen of parkeerplaatsen, is het
uitgangspunt dat dit op of in de directe nabijheid van de locatie gecompenseerd moet
worden.
In de nota wordt de lijn Westelijke randweg beschreven als een groene verbinding binnen de
gemeente Heemskerk (zie ook paragraaf 2.3).
Parkeerbeleidsplan 2010
Op 23 september 2010 heeft de gemeenteraad van Heemskerk het parkeerbeleidsplan
vastgesteld. Het plan kent een aantal gebiedstypen, waarvoor afzonderlijk beleid is
ontwikkeld. In het parkeerbeleid worden de volgende gebieden onderscheiden:
1. nieuwe woongebieden;
2. bestaande woongebieden;
3. bedrijventerreinen;
4. winkelgebied: centrum en wijk winkelcentra;
5. overige voorzieningen.
Het plangebied is een bestaand woongebied en bedrijventerreinen. Over bestaand
woongebied wordt het volgende gemeld.
Bestaande woongebieden
De bestaande woongebieden zijn over het algemeen met lagere parkeernormen ontworpen
dan de nieuwbouw. De samenstelling van de bestaande woongebieden is echter ook anders
en het autobezit is veelal lager. De parkeer behoefte per wijk kan als gevolg van verschillen
in leeftijd van de wijk, bevolkingssamenstelling en ruimtelijke opbouw sterk variëren.
Eventuele parkeervraagstukken in bestaande wijken kunnen daarom niet worden benaderd
door een simpele toetsing aan parkeernormen. Er is derhalve maatwerk nodig, maar wel
volgens vaste spelregels, zodat in gelijke situaties ook gelijk gehandeld wordt. Hiertoe is een
'stroomschema' opgesteld, waaruit precies blijkt welke acties ondernomen moeten worden
in verschillende gevallen. Het stroomschema bestaat uit twee hoofdonderdelen, te weten:
1. toetsing van de geconstateerde parkeerproblemen;
2. inventarisatie van mogelijke oplossingen (indien daadwerkelijk sprake blijkt te zijn van
een structureel parkeerprobleem).
Het komt ook voor dat bewoners zelf hun parkeerprobleem in de buurt oplossen door een
parkeerplaats op eigen terrein te realiseren. In sommige gevallen is dit een wenselijke
blad 30 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
ontwikkeling, maar in andere gevallen niet, bijvoorbeeld als de bijbehorende inrit naar de
parkeerplaats op eigen terrein ten koste gaat van één of meer parkeerplaatsen op de
openbare weg.
Bedrijventerreinen
Het uitgangspunt is dat bedrijven hun parkeerbehoefte op eigen terrein oplossen. De
parkeernormen voor bedrijventerreinen zijn gerelateerd aan het oppervlak (m2 bruto
vloeroppervlak) en niet aan het aantal arbeidsplaatsen, aangezien dit aantal bij nieuwbouw
van bedrijven vaak nog niet bekend is en vaak ook in de loop van de tijd toeneemt. Naast
parkeerrnormen staat de parkeerkwaliteit centraal. De parkeerkwaliteit is afhankelijk van
de ligging van de parkeerplaatsen en de inpassing in de omgeving. In de regels van dit
bestemmingsplan (artikel 26) zijn de parkeernormen waaraan moet worden voldaan
vastgelegd.
Verkeersstructuurplan 2009-2015
In 2009 is het Heemskerks Verkeersstructuurplan 2009-2015 opgesteld. De doelstelling van
dit verkeersstructuurplan is het optimaliseren van het verkeersnetwerk ten behoeve van een
goede leefbaarheid, verkeersveiligheid en bereikbaarheid. Er wordt ingegaan op de huidige
en toekomstige situatie en het vigerend beleid ten aanzien van verkeer. Er wordt uitgebreid
ingegaan op het principe Duurzaam Veilig. Dit principe staat centraal bij de aanpak van de
verkeersonveiligheid. In dat kader is de categorisering van wegen in erftoegangswegen,
gebiedsontsluitingswegen en stroomwegen van belang. De (veilige) inrichting van wegen
wordt afgestemd op de categorie van een weg.
Voor de diverse wegen in Heemskerk is de categorisering uitgewerkt. Hierin is rekening
gehouden met de verwachte mobiliteitsgroei en de mogelijke aanleg van de verbinding
A8-A9. In paragraaf 2.2 is hier al op ingegaan inzake het plangebied Woongebied II.
Vervolgens is een visie op de verkeersstructuur gegeven die gevisualiseerd is in een
visiekaart (zie figuur 5.3). Voor het plangebied betekent dit dat de Jan Ligthartstraat Zuid,
Starweg en Rijksstraatweg gezien worden als wegen die van belang zijn voor de
hoofdstructuur voor autoverkeer. De Rijksstraatweg is tevens belangrijk als onderdeel van
het Sternet voor fietsverkeer. De Jan Ligthartstraat Zuid maakt deel uit van het Regionet.
Regionet heeft voorrang op alle andere verkeersstromen in de gemeente Heemskerk. Dit om
de dienstverlening van Regionet de mogelijkheid te geven zo snel en comfortabel mogelijk
het hoogwaardig openbaar vervoer in Heemskerk te faciliteren.
blad 31 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Figuur 5.3 - Visiekaart verkeersstructuur
De uitvoering van het beleidskader uit het Verkeersstructuurplan is geregeld in het
Uitvoeringsprogramma Verkeersstructuurplan Heemskerk, dat als afzonderlijk rapport is
opgesteld (januari 2010). In het Uitvoeringsprogramma zijn bijvoorbeeld de herinrichting
van de Rijksstraatweg Zuid, de Starweg, de Jan Ligthartstraat Zuid en de Jonkheer Geverslaan
genoemd als relevante projecten voor het plangebied Woongebied II.
Conclusie
Het voorliggende bestemmingsplan betreft een conserverend bestemmingsplan voor
stedelijk gebied. Binnen het bestemmingsplan worden geen ontwikkelingen mogelijk
gemaakt. Het plan is van dien aard dat het voldoet aan het gemeentelijk beleid.
blad 32 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Hoofdstuk 6 Onderzoek
6.1 Bodem
Algemeen
De tijd dat elke vervuiling moest worden aangepakt ligt achter ons. Belangrijkste criterium
hierbij is of de vervuiling zodanig is dat er sprake is van risico's voor gezondheid of milieu.
In de praktijk blijken er vrijwel nooit risico's te zijn voor de gezondheid van mensen.
Milieurisico's (verspreiding en ecologie) komen wel voor, maar meestal gaat het erom dat
eventuele vervuilingen afstemming vereisen met bepaalde ontwikkelingen.
Op dit moment is er sprake van een omslag van saneren naar beheren en behoeven alleen
de zogeheten "ernstige vervuilingen" in meer of mindere mate aangepakt te worden. De
maatregelen worden daarbij afgestemd op de functie.
Regelgeving
Het nationale bodembeleid is geregeld in de Wet bodembescherming (Wbb). Het doel van de
Wbb is om te voorkomen dat nieuwe gevallen van bodemverontreinigingen ontstaan. Voor
bestaande bodemverontreinigingen is aangegeven in welke situaties (omvang en ernst van
verontreiniging) en op welke termijn sanering moet plaatsvinden. Hierbij dient de
bodemkwaliteit tenminste geschikt te worden gemaakt voor de functie die erop voorzien is,
waarbij verspreiding van verontreiniging zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Het beleid gaat uit van het principe dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde
functie. De gewenste functie bepaalt als het ware de gewenste bodemkwaliteit. Voorliggend
bestemmingsplan regelt de bestaande situatie, uitvoering van bodemonderzoek is derhalve
niet noodzakelijk. Omdat er wel een signaalfunctie van het onderzoek uit kan gaan, wordt
een onderzoek naar de kwaliteit van de bodem in het plangebied uitgevoerd.
Onderzoek
Het voorliggende plan is een conserverend bestemmingsplan. De bodem zal hierdoor niet
geroerd worden wat betekent dat er geen actueel bodemonderzoek benodigd is. Wel is een
bodemtoets uitgevoerd. Het doel van de bodemtoets bij ruimtelijke plannen, projectbesluit,
bestemmingsplannen is de bescherming van de bodem. Een bodemonderzoek moet worden
uitgevoerd om te kunnen beoordelen of de bodem geschikt is voor de geplande functie en of
sprake is van een eventuele saneringsnoodzaak. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro)
bepaalt dat in het bestemmingsplan rekening moet worden gehouden met de bodemkwaliteit
ter plaatse. De reden hiervoor is dat eventueel aanwezige bodemverontreiniging van groot
belang kan zijn voor de keuze van bepaalde bestemmingen en/of voor de uitvoerbaarheid
van het bestemmingsplan. De bodemtoets moet worden uitgevoerd bij het wijzigen of
opstellen van een bestemmingsplan of projectbesluit.
Voor het plangebied is een bodemkwaliteitskaart en bodembeheerplan opgesteld die de
algemene bodemkwaliteit ter plaatse van het gehele plangebied als schoon aanmerkt.
Conclusie
Het betreft een conserverd bestemmingsplan. Bodemonderzoek is op dit moment niet nodig.
Op basis van de bodemtoets is de grond in het plangebied schoon.
blad 33 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
6.2 Archeologie
Regelgeving
In de Monumentenwet 1988 is opgenomen dat de gemeenteraad bij vaststelling van een
bestemmingsplan en bij de bestemming van de in het plan begrepen grond rekening moet
houden met de in de grond aanwezig dan wel te verwachten monumenten. In het
bestemmingsplan dient dus de archeologische waarden te worden beschreven.
Onderzoek
Door de gemeente Heemskerk is de beleidsnota Archeologie Heemskerk opgesteld. De nota
en bijbehorende kaart geven aan waar zich archeologische verwachtingswaarden bevinden
en in welke omstandigheden onderzoek nodig is. In het plangebied dient bij ruimtelijke
ontwikkelingen waarbij de ondergrond wordt geroerd, te worden aangetoond dat de
eventueel aanwezige archeologische waarden niet worden aangetast. Afhankelijk van de
verwachtingswaarde in een gebied dient bij ontwikkelingen inventariserend veldonderzoek
te worden verricht.
De verwachtingswaarden binnen het plangebied bestaan uit:
Gemeentelijk archeologisch monument dan wel archeologisch waardevol gebied van de
eerste categorie (rood).
Archeologisch waardevol gebied van de vierde categorie - plan groter dan 2500 m2 en
dieper dan 40 cm (grijs).
De "rode" gebieden behoeven geen bescherming in het bestemmingsplan, omdat bij
werkzaamheden een monumentenvergunning nodig is. Bescherming vanuit het
bestemmingsplan is niet noodzakelijk.
Het grijze gebied heeft een bescherming gekregen middels de dubbelbestemmingen Waarde -
Archeologie - 4 (art. 19).
Figuur 6.1: Beleidskaart archeologie, gemeente Heemskerk
blad 34 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Conclusie
Het voorliggende bestemmingsplan is grotendeels consoliderend van aard. Archeologisch
onderzoek is in dit stadium niet nodig. Ter bescherming van de aanwezige waarden is een
dubbelbestemming opgenomen.
6.3 Water
Algemeen
Mede ten gevolge van de waterproblemen die in een aantal winters aan het eind van de 20e
eeuw in Nederland optraden ten gevolge van hevige regenval, is het besef gegroeid dat water
een belangrijke plaats verdient in toekomstige ruimtelijke plannen. Om het hoofd te kunnen
bieden aan zeespiegelstijging, toenemende neerslag en rivierwaterafvoer en verdergaande
bodemdaling, nu en in de toekomst, is het van essentieel belang dat het waterbeheer een
belangrijke plaats inneemt in de ruimtelijke ordening. Sleutelbegrippen hierbij zijn: meer
ruimte voor water en waterbewust bouwen en inrichten.
Regelgeving
Directe aanleiding voor het kabinetsstandpunt 'Anders omgaan met water, waterbeleid in de
21e eeuw' (WB21)', is de zorg over het toenemende hoogwater in de rivieren, wateroverlast
en de versnelde stijging van de zeespiegel. Het kabinet is van mening dat er een
aanscherping in het denken over water dient plaats te vinden. Nadrukkelijker zal rekening
moeten worden gehouden met de (ruimtelijke) eisen die het water aan de inrichting van
Nederland stelt.
Het Watertoetsproces is verankerd in het Besluit op de ruimtelijke ordening (2003). Met de
invoering van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in 2008 is de wettelijk verplichte
werkingsfeer van het Watertoetsproces beperkt tot bestemmingsplannen,
inpassingsplannen, projectbesluiten en buitentoepassingsverklaringen. Bij landelijke,
provinciale en gemeentelijke structuurvisies is het Watertoetsproces geen voorgeschreven
onderdeel meer, maar in de praktijk zal daarbij ook de inbreng van de waterbeheerder
gevraagd worden.
Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. In de Waterwet zijn alle
vergunningen betreffende 'water' opgenomen. Met de Waterwet zijn rijk, waterschappen,
gemeenten en provincies beter uitgerust om wateroverlast, waterschaarste en
waterverontreiniging tegen te gaan. Ook voorziet de wet in het toekennen van functies voor
het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en
recreatie. Afhankelijk van de functie worden eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting
van het watersysteem.
Waterschapsbeleid
In het Waterbeheersplan 2010-2015 beschrijft het Hoogheemraadschap Hollands
Noorderkwartier de doelstellingen voor de periode 2010-2015 voor de drie kerntaken:
veiligheid tegen overstromingen, droge voeten en schoon water. Hiermee wil het
hoogheemraadschap anticiperen op de voorspelde extra wateroverlast, droogte en het
verhoogde overstromingsrisico en het bewerkstelligen van een betere waterkwaliteit. In de
Keur van het Waterschap staan de, voor werkzaamheden in de buurt van onder andere
watergangen en keringen, geldende gedoogplichten, geboden en verboden.
Gemeentelijk beleid
In het Regionaal Waterplan Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest staan maatregelen die
wateroverlast beperken en de waterkwaliteit verbeteren. Hoogheemraadschap Hollands
blad 35 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Noorderkwartier heeft het plan samen met de gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest
opgesteld. De gemeenten en het hoogheemraadschap hebben samengewerkt aan een
waterplan waarin het hele watersysteem onderzocht is. Voor de komende tien jaar staan
maatregelen in het plan die het systeem moeten verbeteren zodat wateroverlast beperkt
wordt, de waterkwaliteit wordt verbeterd, schoon duinwater beter wordt benut en het
aanwezige water een natuurlijke inrichting krijgt. Een klankbordgroep met
vertegenwoordigers van belangengroepen, agrariërs en natuurorganisaties hebben een rol
gespeeld bij het tot stand komen van het plan.
De Watertoets
De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over
een ruimtelijk planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in
strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied Woongebied II ligt binnen het
beheersgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, verantwoordelijk
voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit
bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf.
Huidige situatie
Algemeen
Het gebied Houtwegen ligt aan de westkant van Heemskerk en bestaat voornamelijk uit
bebouwing.
Bodem en grondwater
Conform de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit klei op fijn zand.
Binnen het plangebied komen verschillende grondwatertrappen voor. Er is lokaal sprake
van grondwatertrap IV. In de onderstaande tabel zijn de bijbehorende grondwaterstanden
weergegeven. De maaiveldhoogte varieert van globaal NAP +1,9 m ter hoogte van
watergangen tot NAP +2,4 m in hoger gelegen delen van het plangebied.
Waterkwantiteit
Het plangebied is gelegen binnen vier peilgebieden van de (polder) Uitgeester- en
Heemskerkerbroek. Het bedrijventerrein Houtwegen ligt binnen peilgebieden 04310-25 en
04310-26 waarin een (zelfde) waterpeil wordt gevoerd van hoger dan NAP +0,90 m. De
woonwijk Westertuinen ligt binnen peilgebied 04310-27 waarin een waterpeil wordt
gevoerd van hoger dan NAP +1,00 m. De aanduiding "hoger dan" wordt gehanteerd in
(enigszins) hellende gebieden waar overtollig regen- en kwelwater vrij afstromen naar de
Schermerboezem of de benedenstrooms gelegen vlakke polder. In dergelijke gebieden zijn de
waterpeilen nooit exact vast te leggen. Het bedrijventerrein Waterwegen tenslotte ligt
binnen peilgebied 04310-21 waarin een vast peil wordt gevoerd van NAP +0,90 m
Het gebied wordt doorsneden door een drietal beken die globaal van west naar oost
stromen. Deze beken zorgen een groot deel van het jaar voor aanvoer van water vanuit het
blad 36 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
duingebied. In droge zomers kan deze aanvoer echter verminderen en kan het water in het
hele plangebied tot onder het streefpeil uitzakken. Als alternatief is er dan een
aanvoermogelijkheid vanuit de polder.
De Bollanderbeek en de Kerkbeek zijn door het hoogheemraadschap beide aangewezen als
hoofdwaterloop. Verder is het watersysteem in het plangebied voldoende ruim
gedimensioneerd om eventuele pieken in de afvoer te kunnen verwerken.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
Binnen het plangebied komen geen KRW-waterlichamen voor. In het regionaal Waterplan
zijn maatregelen opgenomen om de waterkwaliteit te verbeteren, onder andere door het
beter benutten van het aanwezige schone duinwater.
Veiligheid en waterkeringen
Binnen het plangebied zijn geen waterkeringen gelegen.
Afvalwaterketen en riolering
Binnen het plangebied is in het noordelijk deel (Commandeurs) een gemengd stelsel
aanwezig en in het zuiden (Waterakkers-Lunetten) een verbeterd gescheiden stelsel.
Toekomstige situatie
Algemeen
Het betreft een consoliderend bestemmingsplan, er zijn dus geen nieuwe ontwikkelingen
voorzien.
Riolering
In het Gemeentelijk Rioleringsplan van Heemskerk (looptijd 2009 t/m 2013) is bepaald dat
bij vervanging een verbeterd gescheiden rioolstelsel wordt aangelegd. De gemeente bepaalt
als rioolbeheerder welk type stelsel wordt aangelegd. Het hoogheemraadschap heeft daarbij
een adviserende rol en ziet toe op de kwaliteit en kwantiteit van het aangeboden afvalwater.
Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:
hemelwater vasthouden voor benutting,
(in-) filtratie van afstromend hemelwater,
afstromend hemelwater afvoeren naar oppervlaktewater,
afstromend hemelwater afvoeren naar AWZI.
Daarnaast is het van belang om bij een ontwikkeling diffuse verontreinigingen te voorkomen
door het gebruik van duurzame, niet-uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en
PAK's-houdende materialen), zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.
Waterbeheer
Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het hoogheemraadschap
vergunning te worden aangevraagd op grond van de "Keur". Dit geldt dus bijvoorbeeld voor
het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van
hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een onderhoudszone
voor watergangen in acht dient te worden genomen. Deze onderhoudszone is variabel en
bedraagt maximaal 3 meter vanaf de insteek. In de regels van de woonbestemmingen is
opgenomen dat de afstand tussen de bestemming 'Water' en aanbouwen, uitbouwen,
bijgebouwen en overkappingen ten minste 1 m dient te bedragen (zie lid 16.2.2). Dit betekent
dat binnen de onderhoudszone niet zonder ontheffing van het hoogheemraadschap
gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen
dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid worden aangetast, de aan- of afvoer en/of
blad 37 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
berging van water worden gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het
onderhoud gelden bepalingen uit de "Keur". Het onderhoud en de toestand van de
(hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.
Water in het bestemmingsplan
In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'.
Conclusie
Vanwege de consoliderende aard biedt het bestemmingsplan geen mogelijkheden om het
watersysteem en -beheer te verbeteren. Evenmin is er sprake van grootschalige
ontwikkelingen die een (negatief) effect kunnen hebben op de waterhuishouding. Het aspect
water is voldoende gewaarborgd in dit bestemmingsplan.
6.4 Ecologie
Algemeen
Natuur en groen wordt over het algemeen positief gewaardeerd. Zowel in als buiten de stad
vertoeven veel mensen in hun vrije tijd graag in de bossen en de parken in en rond de stad.
De aanwezigheid van voldoende groen op een bereikbare afstand bepaalt voor een
belangrijk deel de leefbaarheid van een woongebied. Ook de aanwezigheid van dieren,
bijvoorbeeld vogels, in de stad wordt over het algemeen als positief ervaren. De
aanwezigheid van voedsel-, nest- en rustgebied is voor deze dieren van essentieel belang.
Regelgeving
De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de
Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking
van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Daarnaast vindt beleidsmatig
gebiedsbescherming plaats door middel van de ecologische hoofdstructuur (EHS), die is
geïntroduceerd in het 'Natuurbeleidsplan' (1990) van het Rijk en op provinciaal niveau in de
structuurvisie is vastgelegd.
Natuurbeschermingswet 1998
Uit een oogpunt van gebiedsbescherming is de Natuurbeschermingswet 1998, die op
1 oktober 2005 in werking is getreden, van belang. Deze wet onderscheidt drie soorten
gebieden, te weten:
a. door de minister van LNV aangewezen gebieden, zoals bedoeld in de Vogel- en
Habitatrichtlijn;
b. door de minister van LNV aangewezen beschermde natuurmonumenten;
c. door Gedeputeerde Staten aangewezen beschermde landschapsgezichten.
De wet bevat een zwaar beschermingsregime voor de onder a en b bedoelde gebieden (in de
vorm van verboden voor allerlei handelingen, behoudens vergunning van Gedeputeerde
Staten of de minister van LNV). De bescherming van de onder c bedoelde gebieden vindt
plaats door middel van het bestemmingsplan. De speciale beschermingszones hebben een
externe werking, zodat ook ingrepen die buiten deze zones plaatsvinden verstoring kunnen
veroorzaken en moeten worden getoetst op het effect van de ingreep op soorten en habitats.
Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan moet worden onderzocht of de
blad 38 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Natuurbeschermingswet 1998 de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Dit is het
geval wanneer de uitvoering tot ingrepen noodzaakt waarvan moet worden aangenomen dat
daarvoor geen vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998 zal kunnen worden
verkregen.
Speciale beschermingszones maken onderdeel uit van een samenhangend Europees
ecologisch netwerk: Natura 2000. Dit netwerk is vergelijkbaar met de Nederlandse
Ecologische Hoofdstructuur, echter op Europees niveau.
Ecologische Hoofdstructuur
De Nota Ruimte geeft het beleidskader voor de duurzame ontwikkeling en een verantwoord
toekomstig grondgebruik in de vorm van onder andere de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuurgebieden. Het
netwerk wordt gevormd door kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en ecologische
verbindingszones.
Flora en fauna
Op 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Deze wet regelt de
bescherming van wilde dier- en plantensoorten. In de wet zijn de voormalige Jacht- en
Vogelwet opgenomen, alsmede de soortbeschermingsparagrafen uit de
Natuurbeschermingswet. Tevens is een deel van de verplichtingen op grond van de Europese
Vogel- en Habitatrichtlijn opgenomen. De Flora- en faunawet verbiedt om dieren te doden of
hun rust- of verblijfplaats te verstoren. Ook legt de wet de zorgplicht van de burger voor de
flora en fauna vast. Er zijn vrijstellingsbepalingen, onder andere in verband met de jacht en
de schadebestrijding. Afwijkingen van de verbodsbepalingen zijn mogelijk indien geen
afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort.
Gebiedsbescherming
De bescherming van natuurgebieden wordt geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998 en
de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Ruimtelijke projecten kunnen niet zonder meer worden
gerealiseerd in beschermde natuurgebieden. Projecten die in de nabijheid van beschermde
natuurgebieden worden geprojecteerd, dienen te worden getoetst op de mogelijke negatieve
effecten die zij op deze gebieden kunnen hebben en of zij verstoring zullen veroorzaken
(externe werking). Als sprake is van externe werking dan kan het noodzakelijk zijn dat bij de
provincie (bevoegd gezag) een vergunning volgens artikel 19d van de
Natuurbeschermingswet aangevraagd moet worden.
blad 39 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Figuur 6.2: Plangebied (rode cirkel) met omliggend Natura 2000-gebied Noordhollands
Duinreservaat (gele begrenzing).
Soortbescherming
Soortbescherming wordt geregeld in de Flora- en faunawet. In deze wet is een aantal planten
en dieren aangewezen als beschermd. Deze beschermde organismen mogen niet zonder
reden in hun bestaan worden aangetast. Belangrijk is het feit dat beschermde organismen
ook buiten natuurgebieden voorkomen. De wet maakt een onderscheid tussen licht en zwaar
beschermde soorten. Indien sprake is van bestendig beheer, onderhoud of gebruik dan wel
van ruimtelijke ontwikkeling of inrichting, gelden voor sommige, licht beschermde soorten,
de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet niet. Als negatieve effecten op zwaar
beschermde soorten optreden, dient een ontheffing volgens art. 75 van de flora- en faunawet
te worden aangevraagd bij het ministerie van LNV. Voor de zwaar beschermde soorten wordt
deze ontheffing slechts verleend, indien:
er sprake is van een wettelijk geregeld belang (groot maatschappelijk belang, in
sommige gevallen ook ruimtelijke inrichting en ontwikkeling);
er geen alternatief is;
geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort.
Beoordeling plan
In het plangebied zijn geen Natura-2000 gebieden aanwezig of gebieden die onderdeel
uitmaken van de EHS. Wel bevindt zich op circa 1,5 km van het plangebied het Natura
2000-gebied Noordhollands Duinreservaat. Gelet op het conserverende karakter van het
bestemmingsplan zijn effecten op dit gebied uitgesloten. Het plan is in overeenstemming met
de natuurwetgeving.
blad 40 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
6.5 Luchtkwaliteit
Algemeen
Door de uitstoot van uitlaatgassen door onder andere de industrie en het verkeer komen
schadelijke stoffen in de lucht. Vooral langs drukke wegen kunnen de concentraties van
verschillende stoffen zo hoog zijn dat deze de gezondheid kunnen aantasten. Om te
voorkomen dat de gezondheid wordt aangetast door luchtverontreiniging dient bij nieuwe
ruimtelijke ontwikkelingen rekening gehouden te worden met de luchtkwaliteit ter plaatse.
Regelgeving
De belangrijkste bepalingen over luchtkwaliteitseisen zijn opgenomen in hoofdstuk 5 van de
Wet milieubeheer. Titel 5.2 Wet milieubeheer handelt over luchtkwaliteit, daarom staat deze
ook wel bekend als de 'Wet luchtkwaliteit'. Met de 'Wet luchtkwaliteit' en bijbehorende
bepalingen en hulpmiddelen, wil de overheid zowel de verbetering van de luchtkwaliteit
bewerkstelligen als ook de gewenste ontwikkelingen in ruimtelijke ordening doorgang laten
vinden.
De 'Wet luchtkwaliteit' voorziet onder meer in een gebiedgerichte aanpak van de
luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het Rijk,
provincies en gemeenten werken in het NSL-programma samen aan maatregelen om de
luchtkwaliteit te verbeteren tot de normen, ook in gebieden waar nu de normen voor
luchtkwaliteit niet worden gehaald (overschrijdingsgebieden). De programma-aanpak zorgt
voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen.
In artikel 4 van het 'Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' en de
bijlagen van de 'Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' is voor
bepaalde categorieën projecten met getalsmatige grenzen vastgesteld dat deze 'niet in
betekenende mate (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder
toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Dit geldt onder andere
voor woningbouwlocaties die ingeval van één ontsluitingsweg niet meer dan 1.500 nieuwe
woningen mogen omvatten. Bij twee ontsluitingswegen mogen uitbreidingslocaties niet meer
dan 3.000 woningen bevatten. Voor kantoorlocaties gelegen aan één ontsluitingsweg geldt
een bruto vloeroppervlak van niet meer dan 100.000 m².
Wanneer projecten wel in betekenende mate bijdragen aan de luchtkwaliteit dient
luchtonderzoek uitgevoerd te worden, waarbij getoetst wordt aan de normen.
Het plan betreft hoofdzakelijk een conserverend plan. De bouwmogelijkheden op het
bedrijventerrein worden in beperkte mate verruimd en er zijn diverse
afwijkingsmogelijkheden (functieverbreding) opgenomen. Deze ontwikkelingen vallen echter
onder de bovengestelde criteria waardoor er niet hoeft te worden getoetst aan de
luchtkwaliteitsnormen. In verband met een goede ruimtelijke ordening wordt opgemerkt dat
in de gehele gemeente Heemskerk ruimschoots kan worden voldaan aan de
luchtkwaliteitsnormen.
Conclusie
In het plangebied kan ruimschoots worden voldaan aan de normen van de Wet
luchtkwaliteit. De conclusie is dat de Wet luchtkwaliteit geen knelpunt vormt voor de
realisatie van het plan.
blad 41 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
6.6 Geluid
Algemeen
Geluid is één van de factoren die de beleving van de leefomgeving in belangrijke mate
bepalen. Door de toename van het verkeer en de bedrijvigheid wordt de omgeving in steeds
sterkere mate belast met geluid. Dit leidt tot steeds meer klachten. In een aantal gevallen
wordt de gezondheid beïnvloed door geluid. Hoge geluidsniveaus kunnen het gehoor
beschadigen en ook de verstoring van de slaap kan op de lange duur slecht zijn voor de
gezondheid. Door de toename van het geluid in de omgeving, wordt de behoefte aan stilte
steeds meer als een noodzaak gevoeld.
Regelgeving
De Wet geluidhinder, de Luchtvaartwet en de Wet milieubeheer zijn in het kader van
geluidhinder van belang.
Bij nieuwe ontwikkelingen van geluidgevoelige bestemmingen dient de geluidssituatie in
beeld gebracht te worden. De geluidsniveaus op de gevels van de nieuwe gebouwen worden
getoetst aan de geluidsnormen. Er dient gekeken te worden naar vier bronnen van geluid,
namelijk:
wegverkeerslawaai;
spoorlawaai;
industrielawaai;
vliegtuiglawaai.
Het juridisch kader voor wegverkeerslawaai, spoorlawaai en industrielawaai wordt
gevormd door de Wet geluidhinder. Vliegtuiglawaai wordt geregeld in de Luchtvaartwet.
Onderzoek
In het kader van de Wet geluidhinder liggen er zones rond wegen en spoorlijnen en
gezoneerde industrieterreinen. Wegen op een woonerf of met een maximumsnelheid van 30
km/uur hebben geen zone. Binnen een zone moet voor het realiseren van nieuwe
geluidsgevoelige bestemmingen onderzoek worden gedaan naar de optredende
geluidbelasting. Woningen, scholen en gezondheidsgebouwen zijn volgens de Wet
geluidhinder geluidgevoelige bestemmingen.
Als de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde van een geluidsbron overschrijdt, kan een
hogere waarde procedure worden gevoerd. Een hogere waarde kan, onder voorwaarden,
worden vastgesteld tot de maximale ontheffingswaarde voor de betreffende geluidsbron.
Wegverkeerslawaai
Voor het wegverkeerslawaai is de Wet geluidhinder (Wgh) het wettelijke kader. In deze wet
is onder ander vastgelegd welke geluidniveaus op de gevel van nieuwe woningen, ten
gevolge van wegverkeer, maximaal toelaatbaar zijn. In beginsel geldt dat de
geluidsbelasting op nieuwe woningen niet meer mag bedragen dan de
voorkeursgrenswaarde (48 dB). Op grond van artikel 76, lid 1 van de Wet geluidhinder
dienen bij de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan de grenswaarden van de
Wet geluidhinder in acht te worden genomen. Volgens artikel 76, lid 3 geldt deze
verplichting niet voor situaties waarin op het tijdstip van de vaststelling van het
blad 42 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
bestemmingsplan de weg en de woningen en/ of andere geluidgevoelige gebouwen aanwezig
zijn (bestaande situatie). Dit houdt in dat bij zogenaamde conserverende
bestemmingsplannen geen toetsing aan de grenswaarde hoeft plaats te vinden.
Het bestemmingsplan is conserverend van aard. In het plan worden geen nieuwe
geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt dan wel nieuwe geluidsbronnen. Het uitvoeren
van een akoestisch onderzoek is hierdoor niet noodzakelijk en de Wet geluidhinder staat de
uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan dan ook niet in de weg.
Railverkeerslawaai
Binnen het plangebied ligt geen zone vanwege een spoorlijn.
Industrielawaai
Binnen het plangebied bevinden zich geen zones vanwege een gezoneerd industrieterrein.
Luchtvaartlawaai
Het plangebied ligt niet binnen het beperkingengebied van het Luchthaven indelingsbesluit
voor de luchthaven Schiphol.
Conclusie
Geluid vormt geen knelpunt voor dit bestemmingsplan.
6.7 Externe veiligheid
Algemeen
In het kader van de bestemmingsplanprocedure moet het aspect externe veiligheid
onderzocht worden. Hierbij dienen de risico's in beeld gebracht te worden die het gevolg zijn
van opslag, vervoer of verwerking van gevaarlijke stoffen. Risicobronnen zijn bijvoorbeeld
vervoersassen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd, buisleidingen en risicovolle
inrichtingen.
Externe veiligheidsbeleid bestaat uit twee onderdelen: het plaatsgebonden risico en het
groepsrisico. Het plaatsgebonden risicobeleid bestaat uit harde afstandseisen tussen
risicobron en (beperkt) kwetsbaar object. Het groepsrisico is een maat die aangeeft hoe
groot de kans is op een ongeval met gevaarlijke stoffen met een bepaalde groep slachtoffers.
Hoe hoger het groepsrisico, hoe groter deze kans.
Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven in de vorm van contouren rond een
risicobron. Het groepsrisico wordt weergegeven in een grafiek: de fN-curve. Deze curve geeft
aan hoe groot de kans is op een ongeval met een bepaald aantal slachtoffers. De
plaatsgebonden risicocontouren en de fN-curve zijn weergegeven in afbeelding 11.
blad 43 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Figuur 6.3: Plaatsgebonden risicocontouren en fN-curve
Binnen de plaatsgebonden risicocontouren bestaat een bepaald risico te overlijden als
gevolg van een calamiteit. Binnen deze contouren gelden harde bouwrestricties. Deze
restricties kunnen per risicobron verschillen.
De hoogte van het groepsrisico wordt niet alleen bepaald door de aard van de risicobron,
maar ook door het aantal aanwezige personen binnen het invloedsgebied daarvan. Bij veel
ruimtelijke besluiten moet de hoogte van dit groepsrisico verantwoord worden. Dit noemt
men de verantwoordingsplicht van het groepsrisico.
Regelgeving
Besluit externe veiligheid
Sinds 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van kracht. Het
beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de
omgeving vanwege activiteiten met gevaarlijke stoffen. Het Bevi is gericht aan het bevoegd
gezag inzake de Wet milieubeheer en de Wet ruimtelijke ordening en heeft onder meer tot
doel om bij nieuwe situaties toetsing aan de risiconormen te waarborgen. Het Bevi is van
toepassing op vergunningsplichtige risicovolle bedrijven en de nabijgelegen al dan niet
geprojecteerde (beperkt) kwetsbare objecten. In artikel 2, lid 1 van het Bevi is opgesomd wat
wordt verstaan onder risicovolle bedrijven en wat wordt verstaan onder (beperkt)
kwetsbare objecten.
Uit het Bevi en de richtlijnen voor vervoer gevaarlijke stoffen vloeit de verplichting voort om
in ruimtelijke plannen in te gaan op de risico's in het projectgebied ten gevolge van
handelingen met gevaarlijke stoffen. De risico's dienen te worden beoordeeld op het
plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Voor elke verandering van het groepsrisico (af- of toename) in het invloedsgebied moet een
verantwoording worden afgelegd, over de wijze waarop de toelaatbaarheid van deze
verandering in de besluitvorming is betrokken. Samen met de hoogte van het groepsrisico
moeten andere aspecten worden meegewogen in de beoordeling van het groepsrisico. Onder
deze aspecten vallen zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid.
Onderzoek
In het kader van onderhavig bestemmingsplan dient een inventarisatie van mogelijke
blad 44 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
risicobronnen (zowel bedrijven als vervoer van gevaarlijke stoffen) plaats te vinden en dient
bepaald te worden wat de gevolgen/consequenties van de aanwezigheid van mogelijke
risicobronnen/Bevi-inrichtingen zijn. Indien noodzakelijk dient een
beschrijving/verantwoording van het plaatsgebonden en het groepsgebonden risico te
worden opgenomen.
Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten
te worden gekeken, namelijk:
bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe
veiligheid;
vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor en water;
vervoer van gevaarlijke stoffen via leidingen.
Op de provinciale risicokaart staan de risico's die bij een ongeval mogelijk meerdere
slachtoffers maken. Op de kaart is te zien of er gebouwen in een risicocontour staan. Ook
zijn locaties aangegeven waarin zich veel mensen bevinden die bij een ramp hulp nodig
hebben. Onderstaand is een uitsnede van de risicokaart voor het plangebied afgebeeld.
Figuur 6.4: Uitsnede risicokaart
Inrichtingen
In het plangebied of in de nabijheid van het plangebied zijn meerdere inrichtingen gelegen
die vallen onder het Bevi. Het betreft:
1. Film Eye Insituut (Achterweg, Heemskerkerduin);
2. LPG tankstation Welp (Rijksstraatweg 89);
3. Grafisch Centrum Onroerend Goed Heemskerk (Lijnbaan 21)
Ad 1. Film Eye Insituut
Deze inrichting is gelegen aan de Achterweg in het heemskerkerduin (buiten het plangebied).
In de voormalige bunker worden, onder geconditioneerde omstandigheden, oude
nitrocellulose films opgeslagen. In geval van een calamiteit kan een toxische wolk ontstaan.
De 1% letaliteitscontour van dit scenario ligt over het plangebied.
blad 45 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
Plaatsgebonden risico
Het plangebied valt buiten de 10-6/jaar contour. Het plan voldoet hiermee aan het BEVI.
Groepsrisico
Bij de verlening van de revisievergunning (12-2010) voor Eye Film Instituut is onderzocht of
er risico reducerende alternatieven realiseerbaar zijn. De mogelijkheden om het risico aan
de bron te beperken zijn zeer divers en tegelijk weer zeer beperkt. In de door TNO opgestelde
reportages zijn naar mening van het bevoegd gezag alle redelijke en relevante
mogelijkheden onderzocht. De voorgestelde risico reducerende maatregelen en de door de
regionale brandweer geformuleerde adviezen zijn als voorschriften aan de vergunning
verbonden.
De overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico is een factor twee. Dit is
een relatief kleine overschrijding. Dit neemt echter niet weg dat intensief naar
mogelijkheden tot verlaging hiervan is gezocht. De onderzochte maatregelen zijn om diverse
redenen niet haalbaar gebleken. Bij het verlenen van de revisievergunning in december 2010
is gemotiveerd besloten een overschrijding van het groepsrisico toe te staan.
De hoogte van het groepsrisico wordt niet in betekenende mate beïnvloed aangezien hat
aantal personen binnen de 1% letaliteitscontour niet toeneemt. Het bestemmingsplan wordt
derhalve aanvaardbaar geacht.
Ad 2. LPG tankstation Welp
Aan de Rijksstraatweg 89 is tankstation Welp gelegen, waar ook LPG wordt verkocht. In
verband hiermee valt de inrichting onder het BEVI. Hoewel het tankstation niet binnen het
plangebied is gelegen, wordt er in deze paragraaf toch aandacht aan besteed, omdat het
meest noordelijke deel binnen het invloedsgebied (groepsrisico) is gelegen.
Plaatsgebonden risico
Het plangebied valt buiten de 10-6/jaar contour. Voor het vulpunt bedraagt deze 45 m / voor
het reservoir 25 m en voor de afleverinstallatie 15 m. Het plan voldoet hiermee aan het BEVI.
Groepsrisico
Twee woningen vallen binnen het invloedsgebied verantwoording groepsrisico. Het betreft
de woningen aan de Rijksstraatweg 149 en 151. Aangezien het om een zeer beperkt aantal
woningen gaat en er geen nieuwe ontwikkelingen zijn voorzien, is het niet zinvol het
groepsrisico te berekenen.
Ad 3. Grafisch Centrum Onroerend Goed Heemskerk
Het Grafisch Centrum Onroerend Goed Heemskerk valt onder de werking van het BEVI, omdat
hier gevaarlijke stoffen worden opgeslagen.
Plaatsgebonden risico
De PR 10-6/jaar contour bedraagt 20 m en valt geheel binnen de inrichtingsgrens. Het plan
voldoet hiermee aan het BEVI.
Transport
Het plangebied ligt in het invloedsgebied van een weg waarover vervoer van gevaarlijke
blad 46 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
stoffen plaatsvindt. Het betreft de Rijksstraatweg die het college b&w en de gemeenteraad
van Heemskerk in 2003 hebben aangewezen als route voor het vervoer van gevaarlijke
stoffen. De Rijksstraatweg wordt gebruikt om het LPG tankstation Welp te bevoorraden.
De gemeentelijke routering voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is recent geactualiseerd,
maar dit heeft geen veranderingen voor dit bestemmingsplan tot gevolg.
Overige risicobronnen
Het plangebied is niet gelegen binnen het invloedsgebied van het spoor.
Het plangebied is niet gelegen in de omgeving van een vaarweg waarover vervoer van
gevaarlijke stoffen plaatsvindt.
Het plangebied is niet gelegen in het invloedsgebied van buisleidingen waardoor
gevaarlijke stoffen worden vervoerd.
Conclusie
Voor het bestemmingsplan zoals deze nu wordt vastgesteld vormt externe veiligheid geen
beperking.
6.8 Milieuhygiënische aspecten bedrijven
Algemeen
De aanwezigheid van bedrijven kan de kwaliteit van de leefomgeving beïnvloeden. Bedrijven
kunnen geur, stof, geluid en gevaar ten gevolg hebben. Voorkomen moet worden dat
bedrijven hinder veroorzaken naar de omgeving, vooral indien het woongebieden of andere
gevoelige bestemmingen betreft. Daarnaast moeten bedrijven zich kunnen ontwikkelen en
eventueel uitbreiden. Om dit te bereiken is het van belang dat bedrijven en gevoelige
bestemmingen ruimtelijk goed gesitueerd worden zodat de bedrijven zo min mogelijk
overlast opleveren en woongebieden de bedrijven zo min mogelijk beperken in hun
bedrijfsuitvoering.
Beleid
In de uitgave "Bedrijven en milieuzonering" is per bedrijfstype een globale indicatie gegeven
van het invloedsgebied voor de aspecten geur, stof, geluid en gevaar. Op basis van het
aspect met de grootste afstand zijn de bedrijven in de categorieën ingedeeld. Voor het
bepalen van de afstand tot woningen kan het gebied in twee typen worden ingedeeld, te
weten 'rustige woonwijk / rustig buitengebied' of 'gemengd (buiten)gebied'. Bij gemengde
gebieden wordt de hinder één categorie teruggebracht. In onderstaande tabel is een
overzicht opgenomen van de categorisering ten opzichte van de twee typen gebieden.
Tabel 6.1: richtafstanden
Milieucategorie Richtafstanden tot gemengd
gebied
Richtafstanden tot rustige
woonwijk
1 0 10
2 10 30
3.1 30 50
3.2 50 100
4.1 100 200
4.2 200 300
blad 47 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
5.1 300 500
5.2 500 700
De afstanden in bovengenoemde uitgaven moeten als indicatief gezien worden. Doordat de
omvang van bedrijven kan verschillen en omdat bedrijven maatregelen kunnen nemen om
de invloed te beperken kan de invloedssfeer in werkelijkheid afwijken van bovengenoemde
afstanden. De uiteindelijke afstemming tussen de hinder van het bedrijf en de omgeving
wordt geregeld in het kader van de Wet milieubeheer. De afstanden gelden in principe
tussen de perceelsgrens van het bedrijf (bij een gangbare perceelsgrootte en -indeling) en
anderzijds de gevel van een woning. De richtafstanden ten opzichte van de omgevingstypen
gaan uit van het principe van functiescheiding. Voor de in het plangebied aanwezige
bedrijfsactiviteiten wordt gebruik gemaakt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Deze lijst is
gebaseerd op de uitgave van VNG 'bedrijven en milieuzonering' (2009). Aanwezige
bedrijfsactiviteiten worden in voorliggend bestemmingsplan ingeschaald volgens deze
staat.
Binnen gemengde gebieden (zoals een deel van voorliggend gebied) gelden andere
richtafstanden. De gemengde gebieden (de bedrijven langs de diverse woningen) zijn
ingedeeld volgens de staat van bedrijfsactiviteiten functiemenging. Hierbij wordt uitgegaan
van 3 categorien:
Categorie A: Bedrijfsactiviteiten die direct naast of beneden woningen/andere gevoelige
functies zijn toegestaan, desgewenst in daarvoor omschreven zones binnen rustige
woongebieden. De activiteiten zijn zodanig weinig milieubelastend dat de eisen uit het
Bouwbesluit toereikend zijn.
Categorie B: Bedrijfsactiviteiten die in een gemengd gebied kunnen worden uitgeoefend,
echter met een zodanige milieubelasting voor hun omgeving dat zij bouwkundig
afgescheiden van woningen en andere gevoelige functies dienen plaats te vinden.
Categorie C: Activiteiten genoemd onder categorie B, waarbij vanwege relatief grote
verkeersaantrekkende werking een directe ontsluiting op hoofdinfrastructuur gewenst
is.
Onderzoek
Op basis van de richtafstanden is aan de rand van het bedrijventerrein aan de
Rijksstraatweg zijde een milieucategorie toegestaan passend bij functiemenging (tot
categorie C, immers bouwkundig gescheiden en goed ontsloten op infrastructuur). Naar
mate de afstand tot de omliggende woonbebouwing de zone hierachter (minimaal 50 meter)
zijn bedrijven tot categorie 3.2 toegestaan.
Bedrijfswoningen
Op het bedrijventerrein ligt een beperkt aantal bedrijfswoningen. In het kader van de
milieusituatie worden deze woningen op het bedrijventerrein gezien als bedrijfswoningen.
Deze woningen bezitten een minder gevoelige geluidsstatus dan de woningen buiten het
bedrijventerrein. De regelgeving op basis van de Wet Milieubeheer biedt voor deze
bedrijfswoningen afdoende bescherming.
Conclusie
Door de wijze van bestemmen van de in het plangebied aanwezige en te vestigen bedrijven,
zoals hiervoor uiteengezet, is er sprake van een goede afstemming met de woonomgeving.
blad 48 van 50
vastgesteld bestemmingsplan Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Gemeente Heemskerk Projectnummer 234792
6.9 Duurzaamheid
Gemeentelijk beleid voor duurzaam bouwen
Gemeente Heemskerk en de Milieudienst IJmond hebben ter ondersteuning en invulling van
deze beleidsdoelstellingen een lokaal beleid geformuleerd in “Kwaliteit en duurzaam
bouwen” en in het milieubeleidsplan 2008-2012.
Landelijk beleid
Op landelijk niveau gelden de kabinetsdoelstellingen en hieruit voortvloeiende de gemaakte
afspraken. De volgende drie punten gelden als landelijk kader:
1. In Schoon en Zuinig (voormalige kabinet) staan de volgende beleidsdoelen genoemd:
a. een reductie van de uitstoot van broeikasgassen van 30% in 2020 ten opzichte van
1990,
b. een energiebesparingspercentage van 2% energiebesparing per jaar en
c. een aandeel van 20% duurzame energie in 2020.
Op basis van Schoon en Zuinig hebben het Rijk en de gemeenten in 2007 het Klimaatakkoord
ondertekend. Hierin staan ook afspraken over energiebesparing en de overgang naar
duurzame energie.
2. Het nieuwe kabinet hanteert het aandeel duurzame energie 14% in 2020 i.p.v. 20% in
2020.
3. Om resultaten te boeken en om innovatie te stimuleren is de energieprestatie-
coëfficiënt voor nieuwe woningen in het Bouwbesluit (wettelijk kader) in 2011
aangescherpt van 0,8 naar 0,6 en wordt deze in 2015 aangescherpt naar 0,4.
GPR Gebouw® 4
Om inzicht te krijgen in de duurzaamheid van nieuwbouw- en renovatieprojecten
stimuleert de Milieudienst IJmond en de gemeente Heemskerk het gebruik van GPR Gebouw®
4. GPR Gebouw® 4 is een relatief eenvoudig instrument waarmee prestaties gemeten kunnen
worden, compleet met rapportcijfers van 1 tot 10. Een score van 6.0 is representatief voor
het wettelijk niveau van het Bouwbesluit. Dit instrument kijkt breder dan alleen energie. De
GPR-lijst kan online ingevuld worden. De kosten van het gebruik van GPR Gebouw® 4 worden
gedragen door de Milieudienst IJmond. De ambitie van de gemeente is een 7.0 te scoren op
het thema energie en gemiddeld een 7.0 voor de thema's milieu, gezondheid,
gebruikskwaliteit en toekomstwaarde.
Conclusie
Overeenkomstig het beleid van de gemeente dient duurzaam te worden gebouwd en
gerenoveerd in het gebied. Van belang is dat duurzaamheid / energiebesparing vroeg in het
bouwproces wordt meegenomen en dat daarvoor in de realisatie fase budget beschikbaar
wordt gesteld. Het gebouw is afhankelijk van de maatregelen dan comfortabeler en in de
gebruiksfase worden veelal besparingen bereikt.
Bij toekomstige bouw aanvragen wordt een GPRS berekening verlangd door de gemeente
Heemskerk.
6.10 Planologisch relevante leidingen
Binnen het plangebied zijn geen planologisch relevante leidingen gelegen.
blad 49 van 50