Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog?...

23
Pincode 5 de editie, GT 4 antwoorden leerboek © Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs Hoofdstuk 5: Aan de slag! Werk aan de winkel. a Voorbeelden zijn: tekst van de liedjes moet geschreven worden, muziek moet worden gecomponeerd (samengesteld), liedjes moeten opgenomen worden, op de cd worden gezet, er moeten meerdere cd’s worden gemaakt (geperst), het hoesje moet worden ontworpen en gemaakt, de cd moet naar de muziekwinkel worden vervoerd. b Life Records kan proberen de plaat op de radio te laten draaien. De cd kan worden verkocht bij live optredens van Fix-Up. Ze kunnen ook op de site van de platenmaatschappij of de website van de band zelf reclame maken voor de cd. c Voorbeelden zijn: uit hoeveel uur een volledige werkweek bestaat, het minimum aantal vakantiedagen, de vaste vrije dagen, welk salarissen bij welke functies horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter 1.460,00 = Omzet 3.737.600,00 2 A Omzet 947.175,00 / afzet 1.095 = 865,00 3 Voorbeelden van bedrijfskosten zijn: lonen, kosten van het gebouw, reclamekosten, verzekeringspremies, rentekosten voor een lening en afschrijvingskosten. 4 a juist b onjuist (inkoopt moet zijn verkoopt) 5 Het geld dat je ontvangt door producten te verkopen, is je (a) omzet. Daarvan moet je eerst de (b) inkoopwaarde van de producten aftrekken. Je houdt dan de (c) brutowinst over. Daarvan gaan de (d) bedrijfskosten af. Wat uiteindelijk overblijft is de (e) nettowinst. 6 D 7 a Omzet – inkoopwaarde = brutowinst. 15.271.000,00 14.410.000,00 = 861.000,00 b Brutowinst totale kosten = nettoverlies. 861.000,00 – (934.000,00 + 1.982.000,00) = (- !!!) 2.055.000,00 c Dit is nettoverlies.

Transcript of Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog?...

Page 1: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

Hoofdstuk 5: Aan de slag! Werk aan de winkel. a Voorbeelden zijn: tekst van de liedjes moet geschreven worden, muziek moet worden gecomponeerd (samengesteld), liedjes moeten opgenomen worden, op de cd worden gezet, er moeten meerdere cd’s worden gemaakt (geperst), het hoesje moet worden ontworpen en gemaakt, de cd moet naar de muziekwinkel worden vervoerd. b Life Records kan proberen de plaat op de radio te laten draaien. De cd kan worden verkocht bij live optredens van Fix-Up. Ze kunnen ook op de site van de platenmaatschappij of de website van de band zelf reclame maken voor de cd. c Voorbeelden zijn: uit hoeveel uur een volledige werkweek bestaat, het minimum aantal vakantiedagen, de vaste vrije dagen, welk salarissen bij welke functies horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet € 947.175,00 / afzet 1.095 = € 865,00 3 Voorbeelden van bedrijfskosten zijn: lonen, kosten van het gebouw, reclamekosten, verzekeringspremies, rentekosten voor een lening en afschrijvingskosten. 4 a juist b onjuist (inkoopt moet zijn verkoopt) 5 Het geld dat je ontvangt door producten te verkopen, is je (a) omzet. Daarvan moet je eerst de (b) inkoopwaarde van de producten aftrekken. Je houdt dan de (c) brutowinst over. Daarvan gaan de (d) bedrijfskosten af. Wat uiteindelijk overblijft is de (e) nettowinst. 6 D 7 a Omzet – inkoopwaarde = brutowinst. € 15.271.000,00 – € 14.410.000,00 = € 861.000,00 b Brutowinst – totale kosten = nettoverlies. € 861.000,00 – (€ 934.000,00 + € 1.982.000,00) = (- !!!) € 2.055.000,00 c Dit is nettoverlies.

Page 2: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

8 Voorbeelden zijn:

• goedkoper of minder personeel (eventueel uitzendkrachten), • minder of anders reclame maken, • kijken welke verzekeringsmaatschappij de goedkoopste verzekeringen heeft.

9 Nettowinst + bedrijfskosten = brutowinst. € 45.696,00 + € 76.512,00 = € 122.208,00 Brutowinst + inkoopwaarde = omzet. € 122.208,00 + € 219.743,00 = € 341.951,00. 10 € 1,74 + € 0,10 (= 6% van € 1,74) = € 1,84

Of:

€ 1,74 x 1,06 = € 1,84

11 Inkoopprijs + winst = verkoopprijs exclusief BTW € 74,50 + € 18,63 (25% van € 74,50) = € 93,13 Of: € 74,50 x 1,25 = € 93,13 Verkoopprijs excl. BTW + BTW = winkelprijs. € 93,13 + € 17,69 (19% van € 93,13) = € 110,82 Of: € 93,13 x 1,19 = € 110,82 12 a Voorbeelden zijn: advocaat, tandarts, huisarts, opticien, leraar. b Voorbeelden zijn: tuinbouwmedewerker, vuilnisophaler, koerier, vakkenvuller, reclamebladbezorger. 13

Leidinggevende functie Uitvoerende functie Bedrijfsleider bank Administratief medewerker Facilitair leidinggevende Apothekersassistent Filiaalmanager Baliemedewerker Hoofd informatie Logistiek medewerker Logistiek teamleider Onderwijsassistent Pedagogisch medewerker Verkeersspecialist

Page 3: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

14 Werk in je eigen huishouden en vrijwilligerswerk. 15 a Mensen willen in deeltijd werken om tijd over te houden om andere dingen te doen. b De werknemer is niet altijd aanwezig en dat kan met het plannen van de werkzaamheden lastig zijn.

Page 4: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

5.1 Hoeveel kost het? 1 Afzet 990.000 x verkoopprijs € 1,40 = € 1.386.000,00 2 De afzet kan zijn gestegen of de prijs per cd is hoger geworden. 3 a 22% = 990.000 cd’s, 1% = 45.000 cd’s, 100% = 4.500.000 cd’s Of:

CD’s 990.000 45.000 4.500.000 % 22% 1% 100%

b Zowel Track’m als Mediamultus hebben 10% marktaandeel (het kleinste marktaandeel). 1% = 45.000 cd’s, 10% = 450.000 cd’s Of: 0,10 x 4.500.000 (totale markt) = 450.000 cd’s 4!!! De totale afzet daalde met 14% van 4.500.000 = 630.000 cd’s. Dus de totale afzet werd 4.500.000 – 630.000 = 3.870.000. Het marktaandeel van CDTrack was 22% stel er was geen stijging van het marktaandeel dan zou de hoeveelheid 0,22 x 3.870.000 = 851.400 zijn. Echter er is een stijging met 9%. Dus CDTrack behaalt een afzet van 1,09 x 851.400 = 928.026 De afzet van CDTrack is dus met 990.000 – 928.026 = 61.974 cd’s gedaald. 5 a € 623.310,00 / 39.450 = € 15,80 b € 15,80 - € 10,30 = € 5,50 c 39.450 x € 5,50 = € 216.975,00 6 a De omzet exclusief BTW: € 584.409,00 - € 93.309,00 = € 491.100,00 De inkoopwaarde exclusief BTW: € 386.512,00 - € 61.712,00 = € 324.800,00 Brutowinst: € 491.100,00 - € 324.800,00 = € 166.300,00 b Brutowinst – nettowinst = bedrijfskosten € 166.300,00 – € 36.124,00 = € 130.176,00

Page 5: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

7 Omzet € 77.231.700,00 5.382.000 x € 14,35 Inkoopwaarde -/- € 52.474.500,00 -/- 5.382.000 x € 9,75 Brutowinst € 24.757.200,00 Bedrijfskosten -/- € 18.700.000,00 -/- 8 + 1,7 + 9 miljoen Nettowinst € 6.057.200,00

8 C

9 Consumentenprijs € 19,90 (consumentenprijs, prijs incl. BTW) BTW € 3,18 Prijs excl. BTW € 16,72 Inkoopprijs € 12,80 Brutowinst € 3,92 Bedrijfskosten € 3,45 Nettowinst € 0,47 a € 19,90 - € 3,18 = € 16,72 € 16,72 - € 12,80 = € 3,92 brutowinst per cd b € 3,92 - € 3,45 = € 0,47 nettoresultaat (=winst) per cd 10 a Als de bedrijfskosten stijgen en de winkelier kan de verkoopprijs niet verhogen, zal zijn nettowinst lager worden. b De consument kan er voor kiezen het product in een andere winkel te kopen waar het goedkoper is. 11 a € 8.300,00 - € 1.500,00 = € 6.800,00 : 8 = € 850,00 afschrijving per jaar b € 1.500,00 c € 8.300,00 – (4 x € 850,00) = € 4.900,00 waarde na 4 jaar. 12 a De technische levensduur van een machine is voorbij als de machine versleten is. De economische levensduur loopt tot het moment dat de machine vervangen wordt, omdat een nieuwe, modernere machine goedkoper (en sneller) kan produceren. b Je kunt niet precies zeggen hoeveel een kapitaalgoed nog waard is na een bepaald aantal jaren. c Je weet niet hoeveel geld het nieuwe kapitaalgoed kost dat je wilt aanschaffen over een paar jaar.

Page 6: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

13 a Inkoopprijs + brutowinstmarge = verkoopprijs excl. BTW € 425,00 + € 148,75(35%) = € 573,75 b verkoopprijs excl. BTW + BTW = consumentenprijs € 573,75 + € 109,01(19%) = € 682,76 14 a € 15,15 - € 11,65 = € 3,50 b (€ 3,50 / € 11,65) x 100% = 30% 15 a € 16,85 = 119% à 1% = € 0,14 à 100% = € 14,16 b € 19,50 = 106% à 100% = € 18,40 € 18,40 + € 3,50 (19%) = € 21,90

Page 7: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

5.2 Kun je meer produceren? 16 Er wordt steeds meer muziek gedownload en dus minder cd’s gekocht. Dit heeft als gevolg dat er minder cd’s worden gemaakt, omdat er minder vraag naar is. 17 Onderbezet. De volledige productiecapaciteit wordt niet benut of gebruikt. 18 Fabrieken maken tegenwoordig veel meer gebruik van machines (mechanisering, automatisering en robotisering). Deze machines kunnen in een bepaalde periode meer, sneller en beter produceren dan dat mensen dat kunnen.

19 Foto 1: Bestaat over twintig jaar nog, omdat er altijd mensen zijn die cd’s willen kopen. Bestaat over twintig jaar niet meer, omdat dan alle muziek wordt gedownload. Foto 2: Bestaat over twintig jaar nog, omdat mensen foto’s willen laten afdrukken en pasfoto’s willen laten maken. Bestaat over twintig jaar niet meer, omdat dan alle foto’s zelf worden afgedrukt. Foto 3: Bestaat over twintig jaar nog, omdat videofilms dan nog gehuurd worden. Bestaat over twintig jaar niet meer, omdat films alleen nog worden gedownload. 20!!! D 21 a Iedereen de taak laten doen waar hij/zij goed in is en wat hij/zij leuk vindt om te doen. b Je zoekt informatie op via internet. Je kunt het verslag en de presentatie op de computer uitwerken. Je presenteert het via de beamer / digibord / smartboard aan de klas. c Als je een presentatie wilt maken in PowerPoint is het handig dat je een cursus hebt gedaan en weet hoe je dat het best kunt doen. d Wil je een hoger cijfer (beloning) dan kun je beter je best doen. e Als de sfeer goed is in de groep wordt er goed samengewerkt. Iedereen krijgt de kans de werkzaamheden te doen waar hij goed in is. Er is regelmatig overleg over het werkstuk, zodat het eindresultaat goed is.

Page 8: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

22 a Bijvoorbeeld de receptie, keuken, restaurant en administratie. b Receptionist, kok, kelner en administratief medewerker. 23 a Mogelijke antwoorden:

§ werknemers wordt steeds beter in hun werk, § het werk wordt sneller en beter gedaan dan wanneer werknemers

steeds moeten overschakelen naar andere taken, § de werkgever betaalt een laag loon voor eenvoudig werk en alleen

een hoog loon voor moeilijk of verantwoordelijk werk. b Mogelijke antwoorden:

§ werknemers worden steeds beter in hun werk, § werknemers die moeilijk of verantwoordelijk werk doen krijgen een

hoog loon. c Het werk kan na verloop van tijd saai en eentonig zijn. 24 a Bijvoorbeeld directeur, teamleider en (directie)secretaresse. b Bijvoorbeeld docent, administratief medewerker, conciërge en schoonmaker. 25 a 4.900 / 10 = 490 cd’s per uur b 50 uur + 8 = 58 uur per week 58 uur x 490 cd’s = 28.420 cd’s per week c De productiekosten zullen dalen. d De loonkosten en energiekosten zullen stijgen. 26 a 50.000 / 1.000 (50) x € 1.994,00 = € 99.700,00 totale productiekosten. € 99.700,00 x 35,8% = € 35.692,60 loonkosten b De productiekosten per cd in 2009 bedroegen € 1.994,00 : 1.000 = € 1,99. De productiekosten in 2010 stegen met € 0,10 naar € 2,09 per cd. 55.000 x € 2,09 = € 114.950,00 c Voorbeelden: goedkoper personeel in dienst nemen, op zoek gaan naar goedkopere grondstoffen en energiebesparende maatregelen nemen.

Page 9: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

5.3 Heb je werk? 27 Fokke en Sukke zijn werkzoekend. Zij bieden arbeid aan. 28 Mensen die op zoek zijn naar werk, maar waarbij arbeidsplaatsen bezet worden door mensen die zwart werken. 29 a De werkgelegenheid blijft gelijk. b De werkloze beroepsbevolking blijft gelijk. 30 Vraag naar producten daalt à 2 à 3 à 1 à werkloosheid neemt toe. 31 a Wanneer de consumenten meer vertrouwen hebben in de economie gaan ze meer geld uitgeven. Er komt meer vraag naar producten en diensten. Om aan deze vraag te voldoen zullen er meer producten gemaakt moeten worden en hier zijn extra werknemers voor nodig. Hierdoor daalt de werkloosheid. b Hier is sprake van conjuncturele werkloosheid, omdat deze daling van de werkloosheid het gevolg is van schommelingen in de economie. c Dit leidt tot structurele werkloosheid. 32 a De werknemer kan zich laten omscholen. (bijscholen) b De werkgever kan mensen aannemen die binnen het bedrijf worden geschoold voor het werk dat gedaan moet worden. 33 a Frictiewerkloosheid duurt maar kort. Het is geen probleem dat een werkzoekende een korte tijd zonder werk zit. b Bijvoorbeeld horeca medewerker, medewerker in een pretpark, aardbeienplukker en campingmedewerker. c Groningen, Drenthe, Limburg. 34 a 4,1% x 601.000 = 24.641 werklozen in de provincie Utrecht. b (15.200 / 210.000) x 100 = 7,2% c In verhouding tot de totale beroepsbevolking is de werkloosheid hoog. Er wonen minder mensen in Groningen dan in Zuid-Holland, dus het aantal werklozen is lager in Groningen.

Page 10: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

35 a € 1.312,00 x 70% = € 918,40,00 b Zij heeft te weinig geld om in haar behoeften te voorzien. Ze mist de sociale contacten. 36 Vrouwen zijn vaker op zoek naar een baan voor een bepaald aantal uren. Als ze (jonge) kinderen heeft wil een vrouw graag onder schooltijden werken. Het opleidingsniveau van vrouwen is gemiddeld lager dan dat van mannen. 37 a Een werkzoekende kan voor alle informatie over werk terecht bij het UWV WERKbedrijf. b Het UWV WERKbedrijf kan werkgevers in contact brengen met werkzoekenden. 38 a Nee. Jim staat niet ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf. b Ja. De tante van Jim staat ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf en zoekt een baan van ten minste 12 uur per week. c Nee. Aniek zoekt geen werk, maar een stageplaats. d Nee. De buurman van Jim is niet werkloos. Hij zoekt een andere baan.

Page 11: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

5.4 Is er werk? 39 Bij omscholing krijg je meer (andere) kennis en kun je in meer sectoren kans maken op een baan. 40 a Bij horecabedrijven (HOtel-REstaurant-CAfe) zal de omzet meer toenemen. Bij stijging van de koopkracht hebben mensen geld om uit te geven aan extraatjes. Men gaat dan bijvoorbeeld meer uit eten. b De werkgelegenheid stijgt bij de horecabedrijven. 41 1e Het neerzetten van de productiehal zorgt voor werkgelegenheid bij een bouwbedrijf. 2e Er moeten mensen aangenomen worden die in de nieuwe productiehal gaan werken. 42 Het verhogen van de Afsluitdijk wordt gedaan door een bedrijf. Bij dit bedrijf zorgt dit voor werkgelegenheid. 43 Als het consumentenvertrouwen stijgt gaan consumenten meer geld uitgeven. Er worden meer producten gekocht en er wordt meer gebruik gemaakt van diensten. Dit zorgt voor stijging van de werkgelegenheid (afname conjuncturele werkloosheid). 44 a Als de lonen in de horeca flink stijgen, stijgen de prijzen ook. Loonkosten worden doorberekend in de prijs van goederen en/of diensten. b De kans is groot dat de afzet (verkochte hoeveelheden) dan gaat dalen. 45 a de loonkosten voor de werkgevers blijven gelijk. b de nettolonen van de werknemers stijgen. c de prijzen van producten hierdoor niet stijgen en de werknemers kunnen dan meer kopen.

Page 12: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

46 a Een groot deel van de 15 tot en met 25 jarigen gaat nog naar school. b

Leeftijdsgroep Arbeidsdeelname mannen Arbeidsdeelname vrouwen

35-45 jaar 94,2 % (1145/1215 * 100%) 78,6% (949/1208 * 100%) 45-55 jaar 91,7% (1133/1235 * 100%) 72,9% (891/1223 * 100%) 55-65 jaar 64,3% (694/1080 * 100%) 38,1% (410/1075 * 100%)

c In de leeftijdsgroep 55-65 jaar is het verschil tussen mannen en vrouwen het grootst nl. 64,3% - 38,1% = 26,2% d In de leeftijdsgroep 55-65 jaar is het verschil tussen mannen en vrouwen het grootst. Dit komt doordat vrouwen vroeger minder opleiding hadden en minder vaak gingen werken. Bij oudere vrouwen is dit nog te merken. Over 25 jaar is dit verschil waarschijnlijk verdwenen. 47 Vrouwen die een hogere opleiding hebben kunnen makkelijker een baan vinden. 48 a (2.727 / 7.187) x 100% = 37,9% b (541 / 1.607) x 100% = 33,7% c Deeltijd in handel en horeca: (574 + 312) 1.607 x 100% = 55,1% Deeltijd totaal: (2.727 + 1.283) 7.187 x 100% = 55,8% Veel mensen die in deeltijd werken, werken in de handel of horeca. 49 a Je werkt bij verschillende bedrijven en moet steeds weer wennen aan nieuwe collega’s en nieuw werk. b Het is afwisselend. 50 € 302,00 + € 443,00 + € 160,00 = € 905,00 (€ 160,00 / € 905,00) x 100% = 17,7% 51 a 18 x 40 = 720 uur b 20 fulltime banen c Door de arbeidstijdverkorting is de werkgelegenheid uitgedrukt in uren gelijk gebleven. d De werkgelegenheid uitgedrukt in personen is toegenomen.

Page 13: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

52 1 Klanten en werknemers kunnen makkelijker en sneller bij het bedrijf komen en er is minder transport nodig voor grondstoffen en producten. Daardoor kunnen bedrijven hun producten makkelijker verkopen en maken ze meer winst. Bedrijven hoeven minder uit te geven aan reiskostenvergoedingen voor werknemers en maken minder transportkosten. Daardoor hebben bedrijven lagere bedrijfskosten. Door de hogere omzet en de lagere bedrijfskosten houden bedrijven meer geld over om te investeren en de productie uit te breiden. Daarvoor is extra personeel nodig. 2 Het is goedkoper een bedrijf te starten. Nieuwe bedrijven leveren banen op. 3 Dit betekent minder kosten voor het bedrijf. Producten en diensten worden daardoor goedkoper. Er worden meer producten gekocht en er wordt meer gebruik gemaakt van diensten. Hier is extra personeel voor nodig.

Page 14: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

Test 1 € 552.912.000,00 / € 0,04 = 13.822.800.000 koekjes 2 a € 207.985,00 - € 134.551,00 = € 73.434,00 brutowinst b € 73.434,00 - € 56.847,00 = € 16.587,00 nettoresultaat 3 (€ 8.770,00 - € 1.250,00) = € 7.520,00 4 jaar 4 = € 1.880,00 jaarlijkse afschrijving

4 € 464,00 + € 162,40 (35%) = € 626,40 verkoopprijs excl. BTW 5 € 31,00 + € 13,95 (45%) = € 44,95 € 44,95 + € 8,54 (19%) = € 53,49 consumentenprijs 6 Bij specialisatie doet iedereen het werk waar hij/zij goed in is. Dit betekent dat er meer wordt geproduceerd. De arbeidsproductiviteit (= de productie per persoon in een bepaalde tijd) stijgt. 7 Het gevolg hiervan is dat de werkzame beroepsbevolking gelijk blijft en de werkloze beroepsbevolking stijgt. 8 a juist

b juist

9 Dit heeft gevolgen voor de vraag naar arbeid, want de vraag naar arbeid komt van werkgevers. De dierenwinkel is een werkgever.

10 Dit heeft geen gevolgen voor de vraag naar arbeid. Het aanbod van arbeid wordt hierdoor wel groter. Het aanbod van arbeid komt o.a. van werkzoekenden en

Marvin zoekt werk.

Page 15: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

11 Conjuncturele werkloosheid: werkloosheid die het gevolg is van een daling van de vraag naar goederen en diensten, doordat het minder goed gaat met de economie. Structurele werkloosheid: werkloosheid die ontstaat doordat bedrijven blijvend op een andere manier gaan produceren. Frictiewerkloosheid: nadat je ontslagen bent, heb je even tijd nodig om een nieuwe, passende baan te vinden. Seizoenswerkloosheid: werkloosheid die ontstaat doordat bepaald werk slechts gedurende een deel van het jaar verricht kan worden. Regionale werkloosheid: in sommige gebieden is er meer werkloosheid dan gemiddeld in het land. 12 Als de lonen stijgen, hebben werkgevers hogere kosten. Deze kosten worden doorberekend in de prijzen van de producten. De kans is groot dat de afzet gaat dalen. Dat brengt de werkgelegenheid in gevaar. 13 D

14 a Voorbeeld: de overheid kan de belastingen, die de ouderen moeten betalen over hun brutosalaris, verlagen. De overheid kan zorgen dat ouderen meer vakantiedagen kunnen opnemen. b Voorbeelden: werkgevers kunnen de arbeidsomstandigheden voor ouderen verbeteren. Werkgevers kunnen ouderen minder uren in de week laten werken. 15 a Autochtonen: (6.061 : 8.766) x 100 = 69,1% Westerse allochtonen: (689 : 1.019) x 100 = 67,6% Niet-westerse allochtonen: (650 : 1.157) x 100 = 56,2% b Van de groep niet-westerse allochtonen is de arbeidsdeelname het laagst.

Page 16: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

Herhalingsopgaven Paragraaf 5.1 H1 D H2 a De afzet was 750 fietsen. b De omzet was 750 x € 615 = € 461.250,00. c De brutowinst per fiets was € 615,00 - € 420,00 = € 195,00. Dit is in procenten van de inkoopwaarde (€ 195,00 / € 420,00) x 100 = 46,4% d De nettowinst per fiets = € 195,00 – (€ 55.000,00 / 750 = ) € 73,33 = € 121,67 H3 a Wat / waarvan x 100% = (€ 117 miljoen - € 148 miljoen) / € 148 miljoen x 100 = 20,9% daling b Wat / waarvan x 100% = (€ 4,9 miljoen - € 10,2 miljoen) / € 10,2 miljoen x 100 = 52% daling c De inkoopwaarde en/of de bedrijfskosten waren hoger dan in 2010. H4 (€ 8.600,00 - € 830,00) = € 7.770,00 7 jaar 7 = € 1.110,00 afschrijving per jaar H5 C € 140.420.000,00 - € 22.420.000,00 = € 118.000.000,00 omzet excl. BTW € 106.148.000,00 - € 16.948.000,00 = € 89.200.000,00 inkoopwaarde excl. BTW € 118.000.000,00 - € 89.200.000,00 = € 28.800.000,00 brutowinst € 28.800.000,00 - € 26.750.000,00 = € 2.050.000,00 nettowinst H6 De afschrijving bereken je aan de hand van de economische levensduur. H7 € 39,95 - € 6,38 = € 33,57 - € 27,97 = € 5,60 (€ 5,60 / € 27,97) x 100 = 20% H8 € 69,95 = 119% à 1% = € 0,5878 à 100% = € 58,78 verkoopprijs excl. 19% BTW.

Page 17: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

Paragraaf 5.2 H9 a Wat / waarvan x 100% = (225.000 – 189.500) : 189.500 x 100 = 18,7% b (225.000 : 300.000) x 100 = 75% H10 € 203.000.000,00 / 3.800 = € 53.421,05 H11 Als je goed opgeleid bent, kun je je werk beter en sneller doen dan zonder opleiding. H12 a 8.500 + 850 (= 10% van 8.500) = 9.350 scooters b Door de bedrijfstijd te verlengen maak je beter gebruik van je kapitaalgoederen. Met dezelfde machines kun je in een week meer produceren. Het gevolg daarvan is dat de productiekosten lager worden.

Page 18: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

Paragraaf 5.3 H13 a Annelies werkt wel, maar heeft geen betaalde baan. Zij werkt als vrijwilligster. b Verborgen werklozen zijn werkzoekenden die zich niet hebben ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf. H14 a juist b onjuist c onjuist H15 a Internetboekingen doen mensen zelf thuis. Dit betekent dat ze niet naar het reisbureau gaan om daar een reis te boeken. Reisbureaus hebben daardoor minder werk en er is dus minder werkgelegenheid. b Deze verandering is structureel. H16 a seizoenswerkloosheid b regionale werkloosheid c structurele werkloosheid

Page 19: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

H17 (37.000 : 1.681.818) x 100 = 2,2% werkloosheidspercentage 2009 (61.000 : 1.648.649) x 100 = 3,7% werkloosheidspercentage 2010 H18 a onjuist b onjuist c onjuist

Page 20: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

Paragraaf 5.4 H19 a bedrijfsleider – eerste verkoopmedewerker – verkoopmedewerker b bedrijfsleider. c eerste verkoopmedewerker en verkoopmedewerker H20 a – 4 b – 3 c – 1 d – 2 H21 a onjuist b onjuist c juist H22 a

Aantal % Totaal aantal werkenden 7.400.000 100,0% Basisonderwijs 347.000 4,7% Vmbo 1.347.000 18,2% Havo/vwo/mbo 3.212.000 43,4% Hbo 1.592.000 21,5% WO 906.000 12,2%

b Voorbeelden: kassamedewerker, vulploegmedewerker, tuinbouwmedewerker en vuilnisophaler. H23 a Voorbeeld: de overheid kan de belastingen, die de ouderen moeten betalen over hun brutosalaris, verlagen. De overheid kan zorgen dat ouderen meer vakantiedagen kunnen opnemen. b Voorbeelden: werkgevers kunnen de arbeidsomstandigheden voor ouderen verbeteren. Werkgevers kunnen ouderen minder uren in de week laten werken.

Page 21: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

H24 a 2010 Totale bevolking 45 – 65 jaar: 1.202 + 1.109 + 1.124 + 825 = 4.260.000 2010 Beroepsbevolking 45 – 65 jaar: 961 + 819 + 658 + 163 = 2.601.000 (2.601.000 / 4.260.000) x 100 = 61,1% 2000 Totale bevolking 45 – 65 jaar: 1.162 + 515 + 441 + 373 = 2.491.000 2000 Beroepsbevolking 45 – 65 jaar: 842 + 609 + 325 + 80 = 1.856.000 (1.856.000 / 2.491.000) X 100 = 74,5% b 2000 Arbeidsdeelname 60 - 65 jaar: (80.000 / 373.000) x 100 = 21,5 % 2010 Arbeidsdeelname 60 – 65 jaar: (163.000 / 825.000) x 100 = 19,8% Daling van 1,7%. 2000 Arbeidsdeelname 45 – 50 jaar: (842.000 / 1.162.000) x 100 = 72,5% 2010 Arbeidsdeelname 45 – 50 jaar: (961.000 / 1.202.000) x 100 = 80% Stijging van 7,5%.

Page 22: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

Examenopgaven E1 B E2 Omzet totaal bedrijfsleven: € 1.394,6 miljard – omzet MKB € 817,2 miljard = omzet grootbedrijf € 577,4 miljard. Aantal bedrijven totaal 786.000 – aandeel MKB (783.642) 99,7% = aandeel Grootbedrijf 2.358 (0,3%). Gemiddelde omzet per bedrijf: € 577,4 miljard / 2.358 = € 0,244868532 miljard = € 245 miljoen. E3 Het grootbedrijf kan grotere hoeveelheden kopen en krijgt daardoor kortingen. Het kleinbedrijf krijgt die kortingen niet waardoor het moeilijker kan concurreren met de prijs. E4 B E5 A E6 Voorbeeld van een juist argument: Door lagere (minder sterk gestegen) lonen kunnen de prijzen gaan dalen (of minder sterk gaan stijgen). Door loonmatiging verbetert de concurrentiepositie en dus de werkgelegenheid van Nederland. E7 A

Page 23: Hoofdstuk 5: Aan de slag! · horen, welke vergoedingen de werkgever moet betalen. Weet je het nog? 1 Afzet 2.560 x prijs scooter € 1.460,00 = Omzet € 3.737.600,00 2 A Omzet €

Pincode 5de editie, GT 4 antwoorden leerboek

© Noordhoff Uitgevers bv Aangepast door A.L.W. Leurs

E8 Voorbeeld van een juist argument indien eens met de president van de Nederlandsche Bank (één van de volgende): Bij structurele werkloosheid is loonmatiging doorgaans goed voor de economie, omdat hierdoor de arbeid minder duur wordt en de werkloosheid minder zal groeien/zal afnemen. of Voorbeeld van een juist argument indien eens met de andere economen (één van de volgende): Bij conjuncturele werkloosheid is loonmatiging doorgaans slecht voor de economie, omdat hierdoor de bestedingen nog meer zullen teruglopen en de werkloosheid kan toenemen. E9 € 520.000,00 + € 18.000,00 + € 57.000,00 = € 595.000,00 € 595.000,00 / 10,5 = € 56.666,67 E10 B E11 De apk-keurmeester werkt 50%. Dat is 0,5 x 230 = 115 dagen. Hij keurt 180 caravans in 90 dagen (180 x 0,5). Hij heeft 115 dagen - 90 dagen geen werk. Dat is 25 dagen per jaar. E12 stijging omzet keuring: 525% x € 18.000,00 = € 94.500,000 daling omzet schade-auto’s: 20% x € 520.000,00 = € 104.000,00 (In euro's is de omzetdaling bij schade-auto's groter dan de omzetstijging bij apk- keuringen, daarom zal per saldo de omzet dalen.) E13

• afspraken maken met verzekeringsmaatschappijen en/of de wegenwacht/sleepdiensten om klanten door te sturen

• afspraken maken met autodealers om werk over te nemen • onder de prijs van de autodealers gaan zitten • service-uitbreiding door bijvoorbeeld schade-auto's op te halen en weer thuis

te brengen of gratis leenauto’s aan te bieden • aanbiedingen

E14 B E15 Het percentage werklozen met alleen VMBO-TL is (49 / 513) x 100 = 9,6%. Het percentage werklozen met MBO is (146 / 2.594) x 100 = 5,6%.