Hoofdstuk 4.7

98

description

 

Transcript of Hoofdstuk 4.7

Page 1: Hoofdstuk 4.7
Page 2: Hoofdstuk 4.7

De vorige keer...

De vorige keer flipte Roxy toen ze Romeo en Ruby samen zag. Milan, Lily en Josef moesten er even aan wennen, maar maakten er verder geen probleem van. Roxy daarentegen werd woedend en doordat ze de kinderen zo aanviel en daarna ook

nog eens lelijke dingen zei over homoseksualiteit, heeft Milan haar de deur gewezen.

En verder hoef ik niet meer te zeggen dan Lis + Ella + Knuppel, denk ik?

Als je dat niets zegt, kijk dan even terug naar het vorige hoofdstuk.

Weet je wel waar het over gaat? Dan kan je verder. ->

Page 3: Hoofdstuk 4.7

Na het gedoe met Roxy, was het even heel zwaar voor iedereen. Niemand had verwacht dat Roxy zo zou kunnen doen, maar de jongens hadden hun vrienden en Milan kreeg ook alle steun van zijn familie. Ilse moest flink overtuigd worden om niet achter Roxy aan te gaan om haar eens flink de waarheid te zeggen.

Het was nog niet allemaal over, maar met de steun die hij had, voelde het voor Milan al een stuk makkelijker.

Page 4: Hoofdstuk 4.7

Maar dat er problemen zijn betekent niet dat het leven in Challengefields niet doorgaat. Vooral als er kleine kinderen in je leven zijn, staat het leven geen dag stil. En dus is Britt bij Tim op bezoek om de verjaardag van Thomas te vieren.

Challengefields 2

Page 5: Hoofdstuk 4.7

En Thomas? Hij groeit op tot een hele vrolijke peuter.

Page 6: Hoofdstuk 4.7

Samen met Lieffie kijkt Britt naar Tim en Thomas. Thomas kan alleen wat brabbelen, maar Tim praat gewoon vrolijk tegen hem door. Het is duidelijk dat hij hartstikke trots is en zijn ogen niet van Thomas af kan houden.

Page 7: Hoofdstuk 4.7

‘Jullie hebben echt een prachtige zoon, Lieffie,’ zegt Britt.

‘Weet ik,’ antwoordt Lieffie. ‘Hij lijkt best veel op mij.’

Page 8: Hoofdstuk 4.7

‘...Ja, best wel,’ zegt Britt. Elke keer dat ze met Lieffie praat wordt Britt er weer aan herinnerd dat ze de andere vrouw echt niet zo mag. Iets meer dan een tikje te arrogant voor Britt. Als ze zo’n vrouw ergens anders zou tegen komen, zou Britt haar mond niet houden, maar voor Tim blijft ze tenminste beleefd. ‘Ik vind het ook prachtig om te zien hoe Tim met hem is. Hij is echt een geweldige vader.’

‘Dat is hij zeker,’ beaamt Lieffie. ‘Mijn mannen zijn top.’

Page 9: Hoofdstuk 4.7

Dat is ook iets wat Britt tegenstaat, bedenkt ze zich terwijl Lieffie bij haar schoonfamilie gaat zitten. Iedere keer dat Britt in de buurt is, legt Lieffie de nadruk erop dat Tim en nu ook Thomas van haar zijn. Alsof Britt ze van haar wil afpakken.

Page 10: Hoofdstuk 4.7

Alsof ze dat zou doen. Zelfs als ze gevoelens zou hebben voor Tim zou ze dat niet doen, niet wanneer ze ziet hoe gelukkig Tim is met hoe hij nu in het leven staat.

‘Hij is echt prachtig,’ zegt ze ook tegen Tim wanneer ze bij hem en Thomas gaat zitten.

Page 11: Hoofdstuk 4.7

‘Dank je,’ zegt Tim. ‘Ik moet ook zeggen dat ik nu wel heel erg trots ben. Maar hoe kan het ook anders, met zo’n vrolijk ventje?’

‘Dat kan niet anders,’ is Britt met hem eens en ze krijgt een grote glimlach op haar gezicht. ‘Zijn vrolijkheid is aanstekelijk.’

‘Ik kan ook niet stoppen met glimlachen,’ zegt Tim.

Page 12: Hoofdstuk 4.7

‘Zou je er nu eigenlijk nog een willen?’ vraagt Britt nieuwsgierig.

‘Misschien wel,’ zegt Tim. ‘De keus ligt natuurlijk niet alleen bij mij en voor nu wil ik gewoon van Thomas genieten, maar misschien in de toekomst... Dat zou best wel eens een optie kunnen zijn.’

‘Ik weet zeker dat je een geweldige vader zult zijn voor ieder kind dat je ook maar mag krijgen.’

Tim glimlacht naar haar. ‘Dank je, Britt.’

Page 13: Hoofdstuk 4.7

‘Wijs is wise. Verontschuldiging is apology. Mening is opinion. Nieuwsgierig is curious.’ Hardop zit Rick zijn woordjes voor Engels te oefenen. ‘Zeker is sure. Kijker is viewer.’ Dan wordt hij afgeleid door Rachel, die in haar handjes klapt.

Challengefields 1

Page 14: Hoofdstuk 4.7

Rick kijkt op van zijn boek en ziet dat Mark zijn gezicht achter zijn handen verstopt. Rachel kijkt gespannen en met grote ogen toe. En wanneer Mark zijn handen weghaalt, wiebelt Rachel van plezier.

Page 15: Hoofdstuk 4.7

Rick grinnikt even en kijkt dan weer naar zijn boek. ‘Weet je zeker dat je het niet ook moet leren?’

‘Ja, ik weet het zeker,’ zegt Mark. ‘Echt, ik ken het. Die toets wordt een eitje.’

‘Oké, als jij het zegt.’ Rick blijft wel doorgaan met het leren. ‘Voorwaarde, condition. Mededelen, to inform.’ Dan klinkt er een schreeuw en gemopper vanuit de kamer ernaast. ‘Gaat het allemaal wel goed?’ vraagt Rick.

Page 16: Hoofdstuk 4.7

‘Super!’ roept Chris met een grijns. ‘Ik maak ze helemaal in.’

‘Ja, je reed me gewoon van de baan, zo kan ik het ook,’ moppert Sterre terwijl ze op de knopjes mept. ‘Wacht jij maar.’

‘Ik wacht wel wanneer ik over de finish ben,’ zegt Chris.

‘Dan moet je eerst mij ook verslaan,’ zegt Fiona en dan grijnst zij als ze Chris voorbij gaat. ‘Dat gaat zo makkelijk niet!’

Page 17: Hoofdstuk 4.7

‘Fanatiek zijn ze wel,’ zegt Mark voor hij weer van achter zijn handen tevoorschijn komt en Rachel laat lachen.

‘Waren ze maar half zo fanatiek over hun schoolwerk,’ zegt Rick met een zucht.

Mark schudt zijn hoofd. ‘Maak je niet zo’n zorgen, dat komt heus wel goed. En als ze een onvoldoende halen, leren ze daar van.’

Page 18: Hoofdstuk 4.7

‘Dat is ook wel zo,’ zegt Rick. Met een lach op zijn gezicht kijkt hij een tijdje naar Rachel. ‘Het is echt prachtig om haar zo vrolijk te zien. Ik hoop dat ze zo vrolijk zal blijven als ze ouder wordt.’

‘Ik hoop het ook,’ zegt Mark. ‘Het zou gewoon zonde zijn als ze niet zo’n vrolijk meisje zou blijven.’

‘Ik maak me er best wel zorgen om,’ geeft Rick toe. ‘Mijn ouders en grootouders ook, ik heb er met ze over gepraat. Rachel is een slim meisje. Ze pakt de gebarentaal goed op en ze ontwikkelt zich prima. Maar kinderen kunnen zo gemeen zijn tegen degenen die anders zijn.’

Page 19: Hoofdstuk 4.7

‘Het zal ook niet altijd even makkelijk voor haar zijn,’ beaamt Mark. ‘Maar ze is een sterk meisje en ze heeft een hele familie die er voor haar is. Jullie zullen er voor haar zijn, dus wat er ook gebeurt, ze staat er niet alleen voor.’

‘We zullen er inderdaad voor haar zijn,’ zegt Rick. ‘Je bent trouwens wel heel goed met haar.’

‘Dat mag ik toch wel hopen,’ zegt Mark. ‘Familiesim, remember? En kijk, ik ken mijn Engels prima!’

Page 20: Hoofdstuk 4.7

Daar moet Rick om lachen. ‘Oké, oké, daar zul je me niet meer over horen.’

‘Goed zo, want ik kan het echt,’ zegt Mark.

‘Maar je wil zelf dus ook kinderen?’ vraagt Rick.

‘Ja, heel graag,’ zegt Mark. ‘Ik denk wel drie, of misschien zelfs vier. Dat lijkt me geweldig.’

Page 21: Hoofdstuk 4.7

Rick kijkt glimlachend toe hoe Mark overeind komt om Rachel te kietelen. ‘Nou, zoals het er nu uitziet zal jij op een dag een geweldige vader zijn.’

Mark glimlacht terug. ‘Thanks.’

Lachend schudt Rick zijn hoofd en richt hij zich weer op zijn Engels boek. ‘Ja, ja, je kent het.’

Page 22: Hoofdstuk 4.7

Zachtjes neuriënd breekt Ginny een paar eieren om in de beslagkom te doen, bij de andere ingrediënten. ‘Die kruiden ruiken erg lekker,’ zegt ze tegen Jairo.

Jairo knikt. ‘Vind ik ook,’ zegt hij. ‘Het is een van de redenen dat ik koken zo leuk vind.’

Studenten- vereniging van Velds

Page 23: Hoofdstuk 4.7

‘Ik vind het vooral leuk om anderen te zien genieten van wat ik maak,’ zegt Ginny.

‘Dat is ook het leukste,’ is Jairo het met haar eens. ‘En samen koken maakt het ook gezelliger.’

Page 24: Hoofdstuk 4.7

‘Het geeft echt een huiselijk gevoel,’ zegt Ginny. ‘En in zo’n groot studentenhuis heb je dat niet snel.’

‘Ik moet zeggen dat ik dat hier wel eens mis,’ zegt Jairo. ‘Thuis was het toch bijna altijd met ons zessen. Het avondeten was echt het moment van de dag dat we samen waren, nog veel meer dan het ontbijt. Zo vroeg op de dag waren we allemaal veel te druk en opa sliep dan nog vanwege zijn late werktijden. Maar het avondeten waren we er meestal allemaal.’

‘Dat was echt jullie familiemoment.’

Page 25: Hoofdstuk 4.7

‘Ja, dat was echt gezellig samen,’ zegt Tyler vanaf waar hij aan tafel zit. ‘Hmm, dat ruikt lekker. Daar krijg je trek van.’

‘Je hebt altijd trek, jij,’ zegt Gyselle met een plagende toon, maar Tyler knikt.

‘Dat is zo,’ zegt hij. ‘Maar hier krijg ik nog meer trek van.’

Page 26: Hoofdstuk 4.7

‘Ik hoop dat je veel trek hebt, want zo samen maken we flink wat,’ zegt Ginny.

‘Al heeft Ginny geen hulp nodig om veel eten te maken,’ zegt Gaby. ‘Ze maakt altijd te veel. Het is nooit een probleem als een van ons onverwacht iemand meeneemt, eten is er toch wel voor een half weeshuis.’

Page 27: Hoofdstuk 4.7

‘Dat valt wel mee,’ zegt Ginny, maar Gaby schudt haar hoofd.

‘Je kan het niet ontkennen, we hebben altijd genoeg om de volgende dag mee te nemen voor de lunch of zo.’

Page 28: Hoofdstuk 4.7

‘Maar dat is wel een teken dat ze het lekker maakt, als je het de volgende dag ook eet,’ zegt Jairo.

‘Dat is zo,’ beaamt Gyselle.

‘Maar het eten is klaar, ik hoop dat het jullie zal smaken,’ zegt Jairo.

Ginny zet ondertussen de taart in de oven. ‘En het toetje staat te bakken.’

Page 29: Hoofdstuk 4.7

‘En, smaakt het?’ vraagt Ginny nieuwsgierig wanneer haar zussen en Tyler als eerste een paar happen nemen.

‘Zeker!’ zegt Tyler enthousiast en ook Gyselle knikt.

‘Heel goed,’ zegt zij.

‘Erg lekker,’ zegt ook Gaby.

Page 30: Hoofdstuk 4.7

Wanneer iedereen haar wat aarzelend aankijkt trekt Gaby een wenkbrauw op. ‘Wat?’ vraagt ze dan ook.

‘Nou, meestal komt er een rotopmerking achter aan, wanneer je iets vriendelijks zegt,’ merkt Gyselle op.

Gaby rolt met haar ogen. ‘Nou, deze keer niet. Het is gewoon echt lekker.’

Page 31: Hoofdstuk 4.7

‘Goed, want dat is het ook,’ zegt Ginny met een glimlach naar Jairo.

‘Ja, je hebt een goede kerel uitgekozen,’ zegt Gyselle.

‘Hé, ik kan ook koken!’ zegt Tyler.

‘Maar niet zo goed als je broer,’ zegt Ginny.

Page 32: Hoofdstuk 4.7

‘Maar jij kan het ook geweldig goed,’ zegt Jairo tegen haar en blozend kijkt Ginny weg.

‘Dank je.’

Page 33: Hoofdstuk 4.7

‘Dus dan doe ik... Die 7 zet ik boven een 1 en dan... Dan doe ik 1A en dan... Wat doe ik dan?’

Challengefields 6

Page 34: Hoofdstuk 4.7

‘Ja, dat heb je goed, eigenlijk heb je hem al bijna. Kijk maar. Dan doe je inderdaad 1A, en dan ook 7 haakje open, 2t min 3, en haakje sluiten, en dat werk je verder uit naar A is 14t min 21,’ legt Kay uit.

‘Aha,’ zegt Ruby. ‘Ja, ik denk dat ik hem snap.’

‘Dan doe je de volgende zelf.’

Page 35: Hoofdstuk 4.7

‘Oké... Dus bij deze zet ik ook de 7 boven de 1. Dan is het 1T is 7 haakje open, 5q min 8, haakje sluiten. En dat wordt dan...’Met een glimlach die eindelijk wat zelfverzekerd is schrijft ze op T = 35q - 40 op. ‘Zo, toch?’

‘Ja, helemaal goed!’ zegt Kay enthousiast. ‘Je hebt hem door.’

Page 36: Hoofdstuk 4.7

‘Ja, klaar!’ roept Ruby enthousiast na nog een paar sommen gemaakt te hebben. Grijnzend kijkt ze naar haar klasgenoot op. ‘Zo snel ben ik nog nooit klaar geweest met wiskunde.’

‘Je moet het gewoon even doorhebben,’ zegt Kay.

Page 37: Hoofdstuk 4.7

‘Bedankt voor de hulp, Kay,’ zegt Ruby terwijl ze opstaat en haar pen in haar tas dropt. ‘Op deze manier heb ik zelfs een kans op een voldoende voor wiskunde.’

Kay fronst even. ‘Ik zou willen dat Meneer Koppens góéd deed uitleggen. Voor mij is wiskunde geen probleem, maar als je er wat meer moeite mee hebt...’

Page 38: Hoofdstuk 4.7

‘Dan is Koppens ellendig,’ beaamt Ruby. ‘Ik kom er de helft van de tijd gewoon niet uit. Gelukkig ben jij er dan die het me wilde uitleggen.’ Dan grijnst Ruby. ‘Zeg, kan jij de klas geen les gaan geven?’

‘Nóg niet,’ zegt Kay, tot Ruby’s verbazing. ‘Ik wil eigenlijk wiskunde docent worden,’ vertelt hij. ‘Juist door docenten als Meneer Koppens. Ik wil het wél goed uitleggen en anderen echt iets leren.’

Page 39: Hoofdstuk 4.7

‘Nou, als je zo doorgaat, moet dat wel goedkomen,’ zegt Ruby. Ze pakt haar tas op en klopt Kay op zijn schouder. ‘Dat meen ik. Je kan goed uitleggen en je bent er goed in. Nou, ga zitten, ik gooi even mijn stuff in mijn kamer.’

‘Dank je, Ruby,’ hoort ze Kay zeggen wanneer ze de kamer uitloopt.

Page 40: Hoofdstuk 4.7

Wanneer ze terug komt, duikt ze meteen de koelkast in. ‘Wil je wat drinken?’ vraagt ze aan Kay.

‘Is prima,’ zegt hij.

‘En wat wil je dan drinken?’

‘Maakt niet uit,’ zegt Kay. ‘Doe maar wat jij ook neemt.’

Page 41: Hoofdstuk 4.7

Ruby schenkt twee glazen in en zet er een voor Kay op tafel. ‘Perzikdrink. Klinkt misschien vreemd, maar ik vind het heerlijk. Smaakt een beetje naar danoontje.’

‘Danoontje?’ vraagt Kay. ‘Lekker! Daar heb ik me toen ik jonger was klem aan gegeten.’

‘Ik ook!’ roept Ruby. Dan gaat ze zitten en kijkt ze Kay even bedenkelijk aan. ‘Hmm...’

Page 42: Hoofdstuk 4.7

‘Wat is er?’ vraagt Kay. Wanneer Ruby weer begint te grijnzen, slikt hij. ‘Waarom heb ik het idee dat ik bang moet worden?’

‘Nergens voor nodig,’ zegt Ruby vrolijk. ‘Maar ik adopteer je.’

‘Wat?!’

Page 43: Hoofdstuk 4.7

‘Weet je zeker dat je niet even had moeten bellen of het goed was of ik meekwam? Ik bedoel, in mijn familie sleept ook iedereen allerlei mensen mee, maar niet iedereen vind dat geweldig,’ zegt Kay terwijl hij met Ruby de straat oversteekt en naar de voordeur van de overburen loopt.

Challengefields 7

Page 44: Hoofdstuk 4.7

‘Geen zorgen,’ zegt Ruby. ‘Hier doen we dat niet zo vaak, maar dat is vooral omdat hier in Challengefields niet zo veel leeftijdsgenoten wonen. De meeste vrienden en vriendinnen die geen deel van de familie uitmaken komen uit Legacy Park, zoals Fred, of uit Blauwwater, zoals jij. Maar als we dan iemand meenemen is dat ook geen probleem.’

Page 45: Hoofdstuk 4.7

‘Oké, dan is het goed,’ zegt Kay. ‘En ik moet zeggen dat ik best benieuwd ben naar je vrienden. Want wie zijn er nou gek genoeg om vrijwillig zoveel tijd met je door te brengen?’ plaagt hij.

‘Geen zorgen, ze zijn net zo getikt als ik,’ zegt Ruby vrolijk. ‘Maar jij kan het met veel mensen wel vinden, heb ik gezien. Dus dan zal dit je ook geen problemen geven.’

‘Daar ben ik ook niet bang voor,’ zegt Kay.

Page 46: Hoofdstuk 4.7

Dan gaat de deur open en Ruby springt even een beetje op en neer. ‘Hallo oom Jasper!’ roept ze enthousiast. ‘Hoe is het met een van mijn favoriete ooms?’

Jasper schudt even zijn hoofd, zoals hij wel vaker doet als de vrienden van zijn dochter langskomen. ‘Goedemiddag, Ruby. Met mij is het prima. En jij bent een beetje hyper?’

Page 47: Hoofdstuk 4.7

‘Ach, dat valt toch wel mee?’ vraagt Ruby met een onschuldige grijns.

‘Niet echt,’ zegt Jasper droog en hij schudt zijn hoofd nog maar eens. ‘Kom erin.’

Page 48: Hoofdstuk 4.7

Ruby trekt Kay met zich mee en doet de deur achter hen dicht. ‘Oom Jasper, dit is Kay. Hij zit bij mij in de klas en als het aan mij ligt zal je hem ook veel vaker gaan zien.’

Jasper grinnikt. ‘En heeft Kay daar zelf ook wat over te zeggen?’

‘Nope!’ zegt Ruby zelfverzekerd.

Page 49: Hoofdstuk 4.7

Kay stapt naar voren en steekt zijn hand uit. ‘Kay de Bof, meneer,’ zegt hij beleefd en Jasper schudt zijn hand.

‘Jasper Andersen,’ zegt Jasper. ‘En welkom, denk ik, als ik Ruby mag geloven.’

Kay grinnikt. ‘Ik denk niet dat ze genoegen neemt met een “nee”, of wel?’

‘Nope, je komt niet meer van me af,’ zegt Ruby.

Page 50: Hoofdstuk 4.7

‘Loop maar door,’ zegt Jasper voor hij de keuken inloopt en Ruby neemt Kay mee naar de kamer van Victoria.

‘Hallo, ik ben er!’ roept Ruby wanneer ze de kamer binnenstapt. Victoria en Fred kijken even op, rollen met hun ogen en kijken elkaar dan weer aan, zoals ze deden voor Ruby binnenkwam. Romeo daarentegen springt enthousiast overeind.

Page 51: Hoofdstuk 4.7

‘Eindelijk!’ roept hij uit en hij vliegt Ruby om de nek. ‘Die twee zitten maar aan elkaar geplakt, verschrikkelijk. Maar nu ben ik niet meer het derde wiel.’

‘Nou kunnen Fred en Vicky samen fietsen en gaan wij als een driewieler ofzo. Of een bakfiets. Die zijn hip,’ zegt Ruby.

Page 52: Hoofdstuk 4.7

‘Oeh, nieuw vlees in de kuip,’ zegt Romeo met een grijns.

‘Jup! Dit is Kay, hij is degene die me met wiskunde ging helpen en daar is hij ongelofelijk goed in. Kay, dit is Romeo, een van mijn twee beste vrienden en hij zit een klas hoger dan wij,’ stelt Ruby hen aan elkaar voor.

‘Leuk je te leren kennen,’ zegt Kay.

Page 53: Hoofdstuk 4.7

‘Ja, jij ook,’ zegt Romeo. ‘En fijn dat je Ruby hebt kunnen helpen. Ik heb het geprobeerd, maar ik haal zelf maar net mijn voldoendes voor wiskunde dus echt veel hulp was ik niet.’

‘Ach, iedereen heeft zijn eigen sterke punten,’ zegt Kay. ‘En dat ik anderen kan helpen met mijn sterke punt vind ik alleen maar fijn.’

Page 54: Hoofdstuk 4.7

‘Ik vind het toch tof van je, want niet iedereen wil zomaar anderen helpen,’ zegt Romeo. Dan draait hij zich om. ‘Hé tortelduifjes, doe eens niet zo onbeleefd, we hebben een nieuweling!’

Page 55: Hoofdstuk 4.7

Fred en Victoria kijken op en wanneer ze Kay zien, staan ze zelf ook op. ‘Oeps, sorry,’ zegt Victoria voor ze Kay de hand schudt. ‘Ik ben Victoria en dit is mijn vriendje Fred,’ stelt ze zich voor.

‘En ik ben Kay,’ antwoordt Kay. ‘Leuke kamer heb je.’

‘Dank je,’ zegt Victoria trots.

Page 56: Hoofdstuk 4.7

‘En Kay is net zo’n wiskunde wonder als jij, Vicky,’ zegt Ruby plagend.

Heel kort knijpt Victoria haar ogen samen in de richting van Ruby, maar dan glimlacht ze naar Kay. ‘Jij bent ook gek op wiskunde?’

‘Ja, het is mijn favoriete vak,’ zegt Kay en Victoria klapt even enthousiast in haar handen, waar duidelijk te zien is dat ze inderdaad familie is van Romeo en Ruby.

‘O god, ze zijn over wiskunde begonnen,’ zegt Fred met een zucht.

Page 57: Hoofdstuk 4.7

‘Oeps,’ zegt Ruby, maar ze kijkt toch tevreden van Kay naar Victoria, blij dat Kay meteen al een beetje bij de groep past. En oké, al boeit het gebabbel over wiskunde haar geen zak, het is wel fijn dat Victoria misschien nu iemand heeft met wie ze over haar voorliefde voor cijfertjes kan praten.

‘Ik heb geprobeerd om Ruby te helpen,’ vertelt Victoria. ‘Maar twee klassen verschil is toch iets te veel van het goede.’

Kay grinnikt. ‘Dat kan ik me voorstellen,’ zegt hij. ‘Vooral omdat de bovenbouw écht een heel stuk lastiger is dan de onderbouw. Ik moet eindelijk een beetje moeite doen voor wiskunde.’

Page 58: Hoofdstuk 4.7

‘Huh, ik snap ineens waarom je hem mag, Ruby,’ zegt Romeo. ‘Als hij de smaak te pakken heeft kan hij net zo ratelen als jij.’

‘Sorry,’ zegt Kay. ‘Maar als het over iets gaat waar ik gek op ben, dan kan ik er inderdaad wat van. Zoals dus wiskunde, en cijfertjes. Het is gewoon zo lekker om met iets bezig te zijn wat gewoon logisch is. Geen rare uitzonderingen zoals je in iedere taal hebt, nee, gewoon simpele logica.’

Page 59: Hoofdstuk 4.7

‘Inderdaad,’ zegt Victoria blij. ‘Zolang je gewoon simpel de regels volgt, kom je altijd waar je wezen moet.’

‘Je hebt me helemaal door,’ zegt Kay.

‘Nou, ik niet,’ bekent Fred. ‘Economie vindt ik nog wel leuk, maar wiskunde... Ik kan het wel, maar daar is ook alles mee gezegd.’

Page 60: Hoofdstuk 4.7

‘Het is gewoon mooi doordat als je snapt wat de bedoeling is en je let op bij wat je doet je altijd uitkomt bij waar je zijn moet. Zoals ik al zei, simpel logica,’ zegt Kay en Victoria knikt.

‘Twee plus twee is vier en dat blijft zo, daar verandert niks aan. Niet zoals met Nederlands dat woorden die we op de basisschool al hebben geleerd opeens anders geschreven woorden door de “nieuwe spelling” of zo.’

Romeo laat zich op de leuning van de bank zakken. ‘Daar heb je flink over nagedacht, hmm?’

Page 61: Hoofdstuk 4.7

‘Natuurlijk heeft ze daar over nagedacht,’ zegt Ruby voor Victoria zelf kan antwoorden. Ruby hijst zich op het halve muurtje en rekt zich uit. ‘Het is Vicky waar je het tegen hebt. Ze denkt altijd goed na over dit soort stuff.’

‘Noem me nou toch geen Vicky,’ zegt Victoria met een zucht. ‘Het is niet mijn naam. Maar ja, daar denk ik over na, ja.’

Page 62: Hoofdstuk 4.7

‘En dat maakt je wie je bent, het meisje waar ik gek op ben,’ zegt Fred. Romeo maakt een kotsgeluid, maar dat negeren ze.

‘Dank je,’ zegt Victoria, ligt blozend.

Dan kijkt Fred Kay aan. ‘Ik snap alleen niet, waarom wiskunde? Ik bedoel, iets als scheikunde is dan toch veel leuker? Daar krijg je tenminste een paar praktische opdrachten mee, niet alleen maar theorie, theorie en nog meer theorie.’

Page 63: Hoofdstuk 4.7

‘Als je echt van de cijfertjes houdt, is de theorie juist het leukste,’ vindt Kay. ‘Al moet ik zeggen dat ik het nog het mooiste vind als ik het aan anderen kan uitleggen. Zoals vandaag aan Ruby.’

‘Volgens mij hebben we hier een leraar in de dop,’ zegt Romeo met een zucht.

‘Klopt,’ zegt Kay simpel.

‘Zolang je maar niet gaat mopperen dat we ons huiswerk moeten doen.’

Page 64: Hoofdstuk 4.7

‘Nee hoor,’ stelt Kay hem gerust. ‘Dat doe ik pas over een jaar of tien wanneer ik zelf hopelijk voor de klas sta.’

‘Wel tof, dat je ook echt wat met je wiskundetalent wil gaan doen,’ zegt Victoria. ‘De meesten van ons weten wel al een beetje welke kant we op willen, maar precies wat, geen idee. Heel gaaf dat jij het wel al weet.’

‘Geef het even wat tijd, jullie komen er ook wel uit,’ zegt Kay, en het is duidelijk dat hij dat ook meent.

Page 65: Hoofdstuk 4.7

Marnix ging al steeds meer weer van de “andere aspecten” van het leven genieten met het ouder worden van zijn drie kinderen en nu ook Sterre een tiener is neemt hij het er steeds meer van.

Challengefields 4

Page 66: Hoofdstuk 4.7

Natuurlijk vergeet hij zijn dochter niet. Nee, hij brengt nog steeds een hoop van zijn tijd door met zijn kleine meisje. Zowel Sterre als hij vinden het gezellig om in de koude winter samen film te kijken.

Page 67: Hoofdstuk 4.7

Maar wanneer haar vrienden en vriendinnen bezig zijn en haar vader uit is, heeft Sterre wel eens momenten dat ze zich verveelt. Op zulke dagen is het toch wel prettig dat haar grootouders ook in hetzelfde huis wonen.

‘Hoi oma,’ zegt Sterre wanneer ze de woonkamer inkomt.

‘Hallo Sterre. Iedereen druk vandaag?’ vraagt Larissa. Ze heeft haar kleindochter aan de telefoon gehoord en dacht zoiets op te vangen.

Page 68: Hoofdstuk 4.7

‘Jup,’ zegt Sterre. ‘Mark en Fiona mogen vandaag niet weg, Rick en Chris en Sapphire brengen allemaal hun dag met hun opa door en Lynn sms’te dat ze druk aan het kibbelen was met Laurence en Liam.

Larissa grinnikt. ‘Wees maar blij dat jouw broers zo’n stuk ouder zijn, anders zou je dat ook hebben.’

‘Ben ik ook,’ zegt Sterre. ‘Al mis ik ze wel veel, we kunnen nu niet continu ruziën.’

‘En dat er geen geruzie is vind ik wel heel fijn,’ zegt Larissa en ze staat op van haar stoel. ‘Nou, kom. Als je niks te doen hebt, zal ik je eens wat leren.’

Page 69: Hoofdstuk 4.7

Ze laat Sterre op haar stoel zitten en legt haar uit hoe het naaimachine werkt. De eerste steken lijken helemaal nergens op en Sterre giechelt als ze het stukje stof in de lucht houdt. ‘Dat ziet er niet uit.’

Larissa lacht ook. ‘Dan doen we gewoon nog een poging.’

Page 70: Hoofdstuk 4.7

Het duurt nog een paar pogingen meer, maar dan krijgt Sterre het goed door. ‘Zo, toch oma?’

‘Ja, zo gaat het er heel netjes uitzien.’

Page 71: Hoofdstuk 4.7

Dan is een tijdje het enige wat er gehoord kan worden het geluid van het naaimachine en bij de hoekjes een paar tips van Larissa.

Page 72: Hoofdstuk 4.7

En uiteindelijk heeft Sterre een mooi resultaat. ‘Huh, het is me nog gelukt ook,’ zegt Sterre, lichtelijk verrast over de pannenlap in haar hand. ‘Ik had eigenlijk gedacht dat het moeilijker zou zijn.’

Larissa schudt haar hoofd. ‘Zo lastig is het niet, je moet het alleen even doorhebben.’

Page 73: Hoofdstuk 4.7

‘Dat blijkt,’ zegt Sterre. ‘Dit was eigenlijk best leuk om te doen. Dat had ik niet verwacht, maar het is echt tof om zo het resultaat van je werk te zien.’

‘Wil je nog wat maken?’ vraagt Larissa met een grijns.

‘Ja, graag,’ zegt Sterre enthousiast en samen met haar oma gaat ze weer aan de slag.

Page 74: Hoofdstuk 4.7

Ook in huize van Velds wordt in de koude winter regelmatig film gekeken. Deze keer is het De Leeuwenkoning. Als het alleen de tieners zijn, zetten ze meestal een actiefilm op, maar met Joëll en Rachel erbij gaan ze voor Disney. En hoewel ze natuurlijk niet heel enthousiast deden toen hun opa de film uitkoos, de oudere kinderen vinden een keertje Disney helemaal niet erg.

‘Ik was bijna vergeten wat een creep die Scar eigenlijk is,’ zegt Chris. ‘Ik weet nog dat ik nachtmerries van hem heb gehad.’

Challengefields 1

Page 75: Hoofdstuk 4.7

‘Aww, durf je nu vanavond wel te gaan slapen?’ vraagt Ruby plagend. Ze grinnikt als ze ziet dat Chris zijn middelvinger wil opsteken, maar zich dan herinnert dat Luuk ook in de kamer zit en alleen zijn tong uitsteekt.

‘Pff, ik ben geen kleuter meer. Toen vond ik het eng, nu niet meer,’ zegt Chris.

‘Weet je dat wel zeker? Je protesteert wel heel veel, mietje.’

Page 76: Hoofdstuk 4.7

‘Hé, ik huil tenminste niet om Disneyfilms,’ zegt Chris. ‘Dus wie is er dan het mietje?’

‘Jij,’ vindt Ruby. ‘Dat jij nou stoer moet doen. Huilen om films is niks mis mee.’

‘Dat zeg jij,’ zegt Chris. ‘Rick, zij is het mietje, toch?’

Page 77: Hoofdstuk 4.7

‘Nou, eigenlijk ben ik het met Ruby eens,’ begint Rick. ‘Dat jij nou niet door hebt dat ik soms aan het eind van een film niet alleen maar in mijn ogen wrijf van vermoeidheid...’

‘Maar... Maar...’ hapert Chris. Dan schudt hij zijn hoofd en kijkt hij maar weer naar de film, waardoor hij niet ziet dat Luuk zachtjes zit te lachen om zijn kleinkinderen.

Page 78: Hoofdstuk 4.7

‘Waarom zou het erg zijn als je huilt om een film?’ vraagt Joëll zachtjes aan Sapphire. ‘Of als je nachtmerries krijgt?’

‘Daar is niks mis mee,’ antwoordt Sapphire. ‘Maar sommige tieners willen graag stoer zijn, dus dan gaan ze zo doen.’

‘Dat is stom,’ vindt Joëll.

‘Is het ook,’ zegt Sapphire. ‘Wees maar blij dat je nog lekker op de basisschool zit, daar doen ze nog niet zo raar.’

Page 79: Hoofdstuk 4.7

‘Yeah!’ roept Romeo en hij slaat met zijn vuist in de lucht.

Achter hem grinnikt zijn vader, die net binnen komt lopen. ‘Lukt het?’

‘Jup, een nieuw record op deze baan,’ zegt Romeo. Dan kijkt hij even over zijn schouder naar zijn vader, voor hij een nieuwe race start. ‘Hoe was het bij opa?’

Challengefields 8

Page 80: Hoofdstuk 4.7

‘Wel goed,’ zegt Milan. ‘Hij is nog een beetje stil, maar het helpt een hoop dat hij Sil, Lonneke en de drieling om zich heen heeft. Daardoor is hij niet alleen.’ Dan grijnst hij. ‘En Lindsay was er ook met Dennis. Dat is zo’n lief ventje. Hij vrolijkte je grootvader ook heel goed op.’

‘Fijn om te horen,’ zegt Romeo. ‘Oh, trouwens, Quinten is al netjes naar bed. Een kwartier nadat hij zijn kamer inging heb ik even gecheckt en toen was hij al in slaap. En ik heb de post en de krant binnengehaald en op het bureau neergelegd.’

Page 81: Hoofdstuk 4.7

‘Bedankt, knul,’ zegt Milan en hij loopt naar het bureau. Hij kijkt even tussen wat er allemaal ligt, natuurlijk de krant, en ook een tijdschrift, wat reclame, rekeningen, de gebruikelijke post. Maar er zit ook een envelop tussen waarvan hij niet aan de buitenkant kan zien wat het is. ‘Hmm...’

Page 82: Hoofdstuk 4.7

Die envelop maakt hij voorzichtig open en hij haalt er een brief uit. Nieuwsgierig vouwt Milan hem open en begint hij te lezen. De brief begint met een ‘Geachte Heer Dekker’. Na de eerste paar zinnen verschijnt er een denkrimpel op Milan’s voorhoofd.

Page 83: Hoofdstuk 4.7

Hoe verder Milan in de brief komt, hoe meer zijn gezicht vertrekt in een frons. ‘Verdomme,’ mompelt hij met een diepe zucht wanneer hij de brief uit heeft.

‘Wat is er?’ vraagt Romeo zonder zijn ogen van het scherm af te wenden.

‘Een brief van de advocaat van Roxy,’ zegt Milan en de toon waarop hij dat zegt zorgt dat Romeo snel zijn spel afsluit en zijn aandacht op zijn vader richt.

‘Wat voor een brief?’ vraagt hij.

Page 84: Hoofdstuk 4.7

Even twijfelt Milan, maar dan loopt hij naar Romeo toe en steekt hij de brief naar hem uit. ‘Het liefst zou ik jou en Quinten overal buiten laten, maar dit maakt het duidelijk dat ik die kans niet krijg. En dan kom je toch overal achter, dus ik denk dat ik beter open kaart met je kan spelen. Dan weet je ook waar je aan toe bent.’

‘Waar gaat de brief dan over?’ vraagt Romeo bezorgd.

‘De voogdij. En het spijt me, maar dit zal niet leuk zijn om te lezen.’

Page 85: Hoofdstuk 4.7

Even kijkt Romeo zijn vader onderzoekend aan, maar van Milan’s gezicht is niks meer af te lezen en dus pakt hij de brief aan. Snel begint hij te lezen.

Geachte Heer Dekker,Ik schrijf u als de advocaat van Mevrouw Dekker-Meulendijk ten aanzien van uw scheiding.

Mevrouw Dekker-Meulendijk heeft mij ingelicht over uw situatie en hoewel ze ervan is overtuigd dat de materiale zaken geen problemen zullen vormen, is zij ook van mening dat een overeenkomst over uw kinderen niet complecaties gemaakt kan worden.

Page 86: Hoofdstuk 4.7

Mevrouw Dekker-Meulendijk wil de volledige voogdij over uwer beiden jongste zoon, Quinten Dekker en wil niet settelen voor minder. Zij heeft mij geïnformeerd dat u daar niet mee akkoord zal gaan. Zodoende heeft zij mij gevraagd een rechtzaak aan te vragen in de hoop de voogdijzaak zo snel mogelijk te settelen, om op deze manier zo min mogelijk onrust in het leven van uw zoon te veroorzaken.

U zal dus hopelijk spoedig bericht krijgen van de rechtbank met informatie over de komende rechtzaak. Met deze brief hoop ik u voldoende geïnformeerd te hebben. Heeft u nog vragen, dan kunt u of uw advocaat contact opnemen via onderstaand telefoonnummer. Wij hebben dat u gelieve geen persoonlijk contact opneemt met Mevrouw Dekker-Meulendijk-

Page 87: Hoofdstuk 4.7

Met een frons stopt Romeo met lezen en kijkt hij op naar zijn vader. ‘Ze wil Quinten.’

Milan knikt. ‘Ja, ze wil hem inderdaad. En volgens mij kan ik hieruit opmaken dat ze hem echt permanent wil, geen bezoek, geen contact.’

‘En er komt dus een rechtzaak?’

‘Daar ziet het wel naar uit.’

Page 88: Hoofdstuk 4.7

Met een diepe, sombere zucht legt Romeo de brief naast zich neer en verbergt hij zijn gezicht met een hand. ‘Maar ze wil alleen Quinten... In de brief staat niets over mij.’

Milan slaakt een zucht. ‘Dat is de conclusie die ik ook trok,’ zegt hij zachtjes. Dan ziet hij dat de handen van Romeo beginnen te trillen. ‘Hé, kom hier.’

Page 89: Hoofdstuk 4.7

Romeo staat op en probeert zich sterkt te houden, maar dan barst hij toch in tranen uit. ‘Ze... Ze wil me niet meer...’

De aanblik van zijn oudste zoon in tranen maakt Milan in eerste instantie woedend en hij haalt een paar keer diep adem. Het liefst wil hij nu uitzoeken waar Roxy heen vertrokken is en haar flink de waarheid zeggen. Maar hoewel het hem flink zou opluchten, het zou niks goeds doen voor zijn jongens. En zijn jongens zijn het belangrijkste van alles.

Page 90: Hoofdstuk 4.7

Na een paar secondes slaat hij zijn armen om Romeo heen. ‘Oh jongen,’ zegt hij met nog een zucht. ‘Ik zou zo graag willen dat het anders was.’

‘Ik ook,’ mompelt Romeo met zijn gezicht tegen Milan’s vest aangedrukt. ‘Eigenlijk had ik het al een beetje verwacht, maar...’

‘Maar om het bevestigd te krijgen doet nog steeds heel veel pijn,’ zegt Milan en snikkend knikt Romeo. Milan houdt hem nog wat steviger vast. ‘Ik ga er alles aan doen om jou en je broertje bij me te houden. Want wat er ook gebeurt, ik hou van jullie allebei. Jullie zijn mijn zoons, jij bent mijn zoon. En dat zal nooit veranderen, oké?’

Page 91: Hoofdstuk 4.7

Romeo slaat bij die woorden zijn armen ook stevig om zijn vader heen. ‘Ik hou ook van jou, pa,’ mompelt hij. ‘En het doet pijn, ja, dat ze me niet meer moet, maar ik wil hier ook echt niet weg.’

‘Dat weet ik toch,’ zegt Milan. ‘En echt, ik ga er alles aan doen om jullie bij me te houden. Ik wil jullie geen van beiden kwijt.’

‘Bedankt, pa.’

Page 92: Hoofdstuk 4.7

‘Nee,’ zegt Milan en hij zorgt dat Romeo hem aankijkt. ‘Daar hoef je me niet voor te bedanken. Je bent mijn zoon en ik hou van je. Dus dit is alleen maar vanzelfsprekend, oké?’

‘Oké,’ zegt Romeo en hij veegt nog een paar tranen weg. ‘Wat ga je nu doen?’

‘Het is nu te laat op de avond, maar morgenochtend ga ik meteen op zoek naar een goede advocaat. Ik denk dat een van je tantes wel ergens goede connecties zal hebben, dus die bel ik als eerste en vanaf daar kijk ik weer verder. Het enige wat ik zeker weet is dat ik voor jullie ga vechten.’

Page 93: Hoofdstuk 4.7

*piep – piep – piep*

*piep – piep – piep*

Page 94: Hoofdstuk 4.7

*piep – piep – piep*

‘...zijn stab... ...elijk g... .....s’

*piep – piep – piep*

Page 95: Hoofdstuk 4.7

*piep – piep – piep*

‘..nden gene... ...d’

*piep – piep – piep*

Page 96: Hoofdstuk 4.7

*piep – piep – piep*

‘..sschien sn.. .akk.. meer re..t..’

*piep – piep – piep*

‘...rouw?’

Page 97: Hoofdstuk 4.7

*piep – piep – piep*

‘Mevrouw? Kunt u mij horen?’

‘Ugh...’

‘Mevrouw?’

Page 98: Hoofdstuk 4.7

En dat was de update.