Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader...

36
Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 1 Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Deze structuur wordt gevolgd : lesdag 4.1 Algemeen juridisch kader 4.2 Rechten, plichten, schulden en schuldenaren 4.2.1. Verbintenissen en schulden 4.2.1.1. Inleiding 4.2.1.2. Soorten (schulden ten gevolge) verbintenissen 4.2.1.3. Geldigheid van de verschillende soorten verbintenissen 4.2.1.4. Modaliteiten van verbintenissen 4.2.1.5. Interesten en laattijdige betaling van schulden 4.2.2. Schuldendelging en uitdoving van schulden 3 4.2.2.1. Betaling 4.2.2.2. Uitstel van betaling 4.2.2.3. Kwijtschelding 4.2.2.4. Einde van de verbintenis 4.2.2.5. Dading 4.2.2.6. Subrogatie of indeplaatsstelling 4.2.2.7. Verjaring 4.2.2.8. Partijen 4.3 Meer (online) informatie en het handboek schuldbemiddeling 4.4 Meer vorming volgen? 4.5 Voorbeeldvragen 4.6 Bijlagen

Transcript of Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader...

Page 1: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 1

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het

onderzoek van de gegrondheid van schulden

Deze structuur wordt gevolgd :

lesdag

4.1 Algemeen juridisch kader

4.2 Rechten, plichten, schulden en schuldenaren

4.2.1. Verbintenissen en schulden

4.2.1.1. Inleiding

4.2.1.2. Soorten (schulden ten gevolge) verbintenissen

4.2.1.3. Geldigheid van de verschillende soorten verbintenissen

4.2.1.4. Modaliteiten van verbintenissen

4.2.1.5. Interesten en laattijdige betaling van schulden

4.2.2. Schuldendelging en uitdoving van schulden 3

4.2.2.1. Betaling

4.2.2.2. Uitstel van betaling

4.2.2.3. Kwijtschelding

4.2.2.4. Einde van de verbintenis

4.2.2.5. Dading

4.2.2.6. Subrogatie of indeplaatsstelling

4.2.2.7. Verjaring

4.2.2.8. Partijen

4.3 Meer (online) informatie en het handboek schuldbemiddeling

4.4 Meer vorming volgen?

4.5 Voorbeeldvragen

4.6 Bijlagen

Page 2: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 2

4.1 Algemeen juridisch kader

De rode draad vinden ...

• Veelvoud aan wetten, regels... die aan bod kunnen komen in de praktijk; niet zelden complexe juridische vraagstukken

• Hiërarchie tussen de verschillende wetten

➢ Internationaal en Europees recht vs. nationaal recht ➢ De Grondwet vs. specifieke wetten (het Grondwettelijk Hof kan wetten

toetsen aan de Grondwet); ➢ Bijzondere wetten vs. algemene wetten ➢ Wetten vs. uitvoeringsbesluiten en maatregelen genomen door een bestuur ➢ Opmerking: hiërarchie sluit gelijktijdige toepassing bijzondere wetten niet

uit (bv. telefoniecontract tussen operator en consument = toepassing Wetboek Electronische Communicatie (Telecomwet) én Wetboek Economisch Recht boek VI, en aanvullend het Burgerlijk Wetboek)

• Regels van aanvullend recht, van dwingend recht of van openbare orde

➢ Vrijheid contracteren … ➢ Wetten/regels van aanvullende aard ➢ Wetten/regels van dwingend recht ➢ Wetten/regels van openbare orde.

Vragenlijst bij het behandelen van schuldendossiers

• Het Handboek Schuldbemiddeling (en deze cursus); opmerking: meermaals moet op verschillende plaatsen gezocht worden voor het (volledige) antwoord én telkens opnieuw, aangezien veel wetten wijzigen doorheen de tijd

• Zie handboek Leidraad, Hoofdstuk 2, onderdeel 3: Vragenlijst bij het behandelen van schuldendossiers

Actuele bedragen en tarieven

Zie Handboek Schuldbemiddeling – Juridische handleiding – I. Leidraad – hoofdstuk 3

‘Actuele bedragen en tarieven’ (roze pagina’s) – worden jaarlijks geactualiseerd

Page 3: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 3

4.2 Rechten, plichten, schulden en schuldenaren

4.2.1 Verbintenissen en schulden

4.2.1.1. Inleiding

Verbintenis = de juridische band tussen één of meer personen, waarbij de ene partij een (afdwingbare) verplichting heeft tegenover de andere partij. Deze verplichting kan bestaan uit iets geven, een daad stellen of zich van iets onthouden. Uit een verbintenis ontstaat dus een schuld.

4.2.1.2. Soorten (schulden ten gevolge) verbintenissen

➢ Verbintenissen buiten een overeenkomst: ➢ Eenzijdige wilsovereenkomst ( bv schuldbekentenis) ➢ Onrechtmatige daad (bv verkeersongeval) ➢ Misdrijf (bv betalen van een boete) ➢ wet (bv onderhoudsplicht / belasting )

➢ Verbintenissen uit een overeenkomst (vb. huur / koop)

➢ Verbintenissen uit oneigenlijke contracten (vb. zaakwaarneming)

4.2.1.3. Geldigheid van de verschillende soorten verbintenissen

➢ Geldigheid van verbintenissen uit de wet :

➢ Conform het onderliggende wetsartikel / vonnis / (dwang)bevel ➢ Met respect voor de hiërarchie van de wetten ➢ Opmerking: interpretatie van wetten (rechtspraak en rechtsleer)

Vb.: belastingschulden, onderhoudsschulden, …

Page 4: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 4

➢ Geldigheid van verbintenissen uit overeenkomst (art. 1101 – 1386 B.W.)

➢ Algemeen

- Wederkerig (verbintenissen in hoofde van alle partijen vb. koop) vs.

eenzijdig (verbintenissen in hoofde van één partij vb. lastgeving)

- De ‘wilsautonomie’ of ‘contractsvrijheid’; principiële vrijheid voor

partijen om aan hun overeenkomst de inhoud te geven die zij wensen

- Art. 1134 B.W.: “Alle overeenkomsten die wettig zijn aangegaan,

strekken degenen die deze hebben aangegaan, tot wet.”

➢ 4 (inhoudelijke) voorwaarden:

1. De toestemming van de partijen (art. 1109 tot 1122 B.W.):

- Uitdrukkelijk maar kan ook stilzwijgend gebeuren

- Wilsgebreken (+nietigheid): dwaling, geweld, bedrog of benadeling

2. De bekwaamheid van de partijen (art. 1123 tot 1125 B.W.):

- Principe: al wie door de wet niet onbekwaam is verklaard, kan contracten

aangaan

- Onbekwaam door de wet: de minderjarigen, personen die onder

bewindvoering staan

3. Voorwerp en inhoud van een contract (art. 1126 tot 1130 B.W.):

- Voorwerp = datgene waartoe men zich verbindt

- Moet bestaan of kunnen bestaan

Page 5: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 5

- Moet bepaald of bepaalbaar zijn

- Moet in overeenstemming zijn met de openbare orde en de goede zeden

4. Oorzaak van een contract (art. 1108 en 1131 B.W.):

- Oorzaak = de reden waarom men zich verbindt

- Moet in overeenstemming zijn met de openbare orde en de goede zeden

➢ Vorm van de overeenkomst:

- Principe = contracten zijn vormvrij tenzij dit wettelijk anders bepaald is en

contracten kunnen dus in principe geldig schriftelijk of mondeling worden

aangegaan

- Voorbeelden van uitzonderingen op het principe van vormvrijheid:

o Art. 1325 B.W.: Wederkerige overeenkomsten zijn slechts geldig voor zover zij opgemaakt zijn in zoveel originelen als er partijen zijn die een onderscheiden belang hebben. In elk origineel dient bovendien vermeld hoeveel originelen er zijn opgemaakt.

o Art. 1326 B.W.: Een onderhands geschrift waarbij een partij zich verbindt een geldsom te betalen (vb. schuldbekentenis) moet geheel met de hand geschreven zijn of minstens bij de handtekening een handgeschreven ‘goed voor … ‘ of goedgekeurd voor …‘ hebben waarbij de som voluit in letters is uitgedrukt.

- Opmerking: de geldigheid van een verbintenis is niet hetzelfde als de

kwestie of een verbintenis (nadien) (in rechte) bewezen kan worden:

Art. 1341 en 1347 B.W.: Verbintenissen met een waarde van meer dan

375 euro dienen in principe in een notariële of onderhandse akte te

zijn vastgelegd, om ze te kunnen bewijzen, omdat bewijs door

Page 6: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 6

getuigen of vermoedens dan niet toegelaten is. Uitzondering wordt

gemaakt wanneer er een ‘begin van bewijs door geschrift’ is, elke

mogelijke akte die uitgegaan is van de schuldenaar (vb. brief).

Wet van 29 april 2013 voerde de “advocatenakte” in. Hierbij wordt een bijzondere

bewijswaarde verleend aan een onderhandse akte door de medeondertekening door de

advocaat van de partijen.

Hieruit volgt het bewijs

• van het geschrift en de handtekening van de partijen

• dat de partijen instemmen met de rechtsgevolgen van hun overeenkomsten die gelden

zowel tussen de partijen als tegenover hun erfgenamen of rechtverkrijgenden.

De medeondertekening door de advocaat houdt in dat deze aansprakelijk is in die zin, dat

hij zijn cliënt volledig heeft ingelicht over de rechtsgevolgen van de overeenkomst.

➢ Nuancering van de contractvrijheid:

- Inleiding

o Theorie (in 1804) = gelijkheid tussen (en gelijkwaardigheid van) de contractspartijen die eigen belang nastreven, kunnen onderhandelen…

o Praktijk = vaak een structurele ongelijkheid tussen de contractspartijen of heeft de ene zelfs een positie als monopolist (vb. watermaatschappij)

o Gevolg: meer en meer werden nuances door rechtspraak en wetgever aan de absolute contractsvrijheid aangebracht

- Handelaars / niet-handelaars:

Handelaars (na afwezigheid protest) en niet-handelaars (na ondubbelzinnige

aanvaarding) zijn niet op dezelfde wijze gebonden door de (algemene)

verkoopvoorwaarden.

Page 7: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 7

- Toetredingscontracten:

Bij toetredingscontracten waarbij de consument quasi geen

onderhandelingsmogelijkheid heeft om de contractvoorwaarden mee te

bepalen werden gemengde commissies geïnstalleerd (vb. controlecommissie

Gas en Elektriciteit).

➢ Dwingend recht:

Bepaalde materies worden dwingend geregeld met de bedoeling de

(zwakkere) consument te beschermen (vb. huurwetgeving, het Wetboek

Economisch Recht- boeken VI en VII).

➢ Marginaal toetsingsrecht:

De rechter heeft vaak een marginaal toetsingsrecht om de bepalingen van het

contract te onderzoeken op hun wettelijkheid. Zo bepaalt het Burgerlijk

Wetboek sinds 1998 dat een hoge contractuele intrest kan worden herleid tot

de wettelijke intrest en dat een strafbeding teruggebracht kan worden tot de

vergoeding van de in werkelijkheid geleden schade.

➢ Goede trouw / rechtsverwerking / rechtsmisbruik :

o De overeenkomsten moeten steeds ‘te goeder trouw’ worden aangegaan, geïnterpreteerd en worden uitgevoerd: met name van belang als een overeenkomst (en de wet) niets zeggen over een bepaalde kwestie.

o Rechtsverwerking is het gedurende lange tijd niet gebruikmaken van

zijn recht ondanks de mogelijkheid daartoe, waardoor men dit recht verliest. De figuur van de rechtsverwerking is nauw verwant met de verjaring doch wordt in de praktijk moeilijk aanvaard (indien niet tegelijkertijd rechtsmisbruik kan worden ingeroepen).

o Rechtsmisbruik kent 3 varianten waarbij desgevallend de rechter een

‘normale’ of ‘niet-abusieve’ uitoefening kan opleggen dan wel een (vervangende) schadevergoeding kan bepalen:

Page 8: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 8

✓ Het uitoefenen van een recht met het uitsluitend oogmerk

te schaden ✓ Wanneer men zijn recht op verschillende wijzen kan

uitoefenen, kiezen voor de voor de andere (meest) schadelijke rechtsuitoefening

✓ Uitoefenen van een recht wat ‘kennelijk’ de grenzen te

buiten gaat van de normale uitoefening van dat recht door een voorzichtige en vooruitziende persoon

✓ Toepassing: rechtsmisbruik bij uitvoerend beslag?

➢ Tegenstelbaarheid:

➢ De bindende kracht van de overeenkomst geldt enkel tussen de partijen die de overeenkomst hebben gesloten.

➢ Een overeenkomst heeft in principe geen bindende waarde ten opzichte van derden.

• Geldigheid van verbintenissen uit strafrechtelijke inbreuken:

➢ Inleiding

- Schulden uit strafrechtelijke inbreuken = schulden die voortvloeien uit verbintenissen uit de wet

- Worden uit praktische overwegingen afzonderlijk behandeld

➢ Strafrechtelijke veroordeling:

➢ Het openbaar ministerie waakt in het algemeen belang over de naleving van de strafwet

➢ Het parket beschikt over verschillende mogelijkheden gaande van:

Page 9: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 9

o Seponering (‘zonder gevolg geklasseerd’) o Minnelijke schikking (betaling van een geldsom)

o Bemiddeling in strafzaken (herstel schade, therapie, maatschappelijke

dienstverlening, vorming)

o Gerechtelijk onderzoek (o.l.v. de onderzoeksrechter)

o Strafvordering (strafrechtbank)

- Afhankelijk van de ernst van het misdrijf worden de straffen in 3 categorieën ingedeeld:

OVERTREDING Politiestraf - gevangenisstraf 1 dag tot 7 dagen

- geldboete 1 tot 25 euro

- werkstraf 20 u tot 45 u

WANBEDRIJF correctionele

straf

- gevangenisstraf 8 dagen tot 5 jaar

- geldboete vanaf 26 euro

- werkstraf vanaf 46 u

MISDAAD criminele

straf

opsluiting tijdelijk of levenslang

- OPMERKINGEN:

o De geldboete kan als hoofdstraf of als bijkomende straf worden opgelegd.

o Om de geldboeten aan te passen aan de evolutie van de muntontwaarding worden ze verhoogd met opdeciemen - voor feiten gepleegd vanaf 01 januari 2012 x 6, voor feiten gepleegd vanaf 01 januari 2017 x 8.

o De rechter is verplicht om een vervangende gevangenisstraf uit te spreken telkens hij een geldboete oplegt.

Page 10: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 10

o De straffen (gevangenisstraf, geldboete en werkstraf) gaan teniet door de dood van de veroordeelde.

➢ Burgerrechtelijke veroordeling:

➢ Schadevergoeding:

o Om als slachtoffer een schadevergoeding te verkrijgen, dient men zich burgerlijke partij te stellen. Een aangifte doen, een klacht indienen of een verklaring van benadeelde afleggen (waarbij men op de hoogte gehouden wordt van wat er gebeurt met het proces-verbaal) volstaan dus niet om vergoed te worden voor de geleden schade.

o Een burgerlijke partijstelling gebeurt door middel van een eenvoudige verklaring voor de onderzoeksrechter, voor de raadkamer of voor de strafrechter/burgerlijke rechter.

o Er moet aangetoond worden dat de schade geleden werd door een

fout van de dader. De schade kan bestaan uit materiële/economische schade , fysieke/lichamelijke schade (kwetsuren) en psychische/morele schade (leed).

o De rechter kan de schadevergoeding definitief (schade staat vast en

bedrag kan worden bepaald), provisioneel/voorlopig (schade staat vast maar bedrag kan nog niet bepaald) of onder voorbehoud (schade staat nog niet vast) toekennen.

o Bij niet-vrijwillige betaling dient de burgerlijke partij zelf te zorgen

voor de uitvoering van het vonnis via betekening door de gerechtsdeurwaarder.

o Opgelet: alle burgerrechtelijke gevolgen van de veroordeling

(schadevergoeding, registratierechten, gerechtskosten, verbeurdverklaring, bijzondere bijdragen) blijven bestaan na de dood van de veroordeelde en kunnen worden verhaald op de erfgenamen!

➢ Registratierechten:

o Wanneer de schadevergoeding meer dan 12.500,00 euro bedraagt, heft de staat registratierechten van 3 %.

Page 11: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 11

o De invordering van deze rechten gebeurt door het registratiekantoor (waar het vonnis werd geregistreerd).

o Opgelet: alle burgerrechtelijke gevolgen van de veroordeling (schadevergoeding, registratierechten, gerechtskosten, verbeurdverklaring, bijzondere bijdragen) blijven bestaan na de dood van de veroordeelde en kunnen worden verhaald op de erfgenamen!

➢ Gerechtskosten:

o Ieder vonnis uitgesproken tegen de beklaagde en tegen de personen die voor het misdrijf burgerrechtelijk aansprakelijk zijn, verwijst hen tevens in de kosten.

o De gerechtskosten bestaan uit de kosten van het geding (vb. kosten

dagvaarding, getuigenverhoor, …) alsook uit de (forfaitaire) rechtsplegingsvergoeding (zie verder in deze cursus ook … voor o.a. omstandigheden waarin een ‘verlaagde’ rechtsplegingvergoeding kan worden bepaald door de rechter aan bv. personen met een laag inkomen)

o Opgelet: alle burgerrechtelijke gevolgen van de veroordeling

(schadevergoeding, registratierechten, gerechtskosten, verbeurdverklaring, bijzondere bijdragen) blijven bestaan na de dood van de veroordeelde en kunnen worden verhaald op de erfgenamen!

➢ Bijdrage bijzonder fonds tot financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden.

o Sinds 1985 kunnen slachtoffers van opzettelijke gewelddaden een

verzoek indienen bij de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden. Dit verzoek om financiële hulp dient ingediend binnen drie jaar na de beslissing van de rechtbank. De tussenkomst is subsidiair en beperkt tot een bedrag van 62.000,00 euro.

o Het fonds wordt gespijsd door een bijdrage van 200,00 euro (25,00 euro x 8) opgelegd aan elke veroordeelde tot een correctionele of criminele straf.

Page 12: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 12

➢ Bijdrage Fonds voor Juridische tweedelijnsbijstand

o Vanaf 1 mei 2017: iedereen die strafrechterlijk wordt veroordeeld moet 20 € betalen aan het Fonds. Dit Fonds werd opgericht om het systeem van juridische tweedelijnsbijstand betaalbaar te houden.

➢ Uitvoering van de strafrechtelijke geldboeten en gerechtskosten/ bijdragen

Fondsen

Door FOD Financien - Algemene Administratie Inning en Invordering – NFI

kantoren

Betalingsfaciliteiten zijn mogelijk, doch beperkt. Indien geen akkoord:

vereenvoudigd derdenbeslag.

Indien geen betaling mogelijk: eventueel vervangend rijverbod – wordt door

dienst uitvoeringen beslist.

CSR: geen kwijtschelding van penale boetes Cass., 21/11/2016

4.2.1.4. Modaliteiten van verbintenissen

• Algemene regel: deelbaarheid: ➢ Indien meerdere schuldeisers/schuldenaars zich tot eenzelfde schuld

verbonden hebben, wordt de verbintenis verdeeld. ➢ Elke schuldeiser/schuldenaar is slechts gebonden door zijn deel (in principe

voor gelijke delen).

• Ondeelbare verbintenissen: ➢ Een verbintenis is ondeelbaar als de te verrichten prestatie niet vatbaar is

voor verdeling

➢ Dit is de uitzondering op de algemene regel van de deelbaarheid.

Page 13: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 13

• Hoofdelijke verbintenissen:

➢ Een hoofdelijke verbintenis is een verbintenis met meerdere

schuldeisers/schuldenaars die gemeen is elk voor het geheel.

➢ Er is sprake van passieve hoofdelijkheid ingeval er één schuld, één schuldeiser maar meerdere schuldenaars zijn waarbij gelijk welke schuldenaar kan worden aangesproken voor het geheel van de schuld.

➢ Er is sprake van actieve hoofdelijkheid ingeval er één schuld, één schuldenaar

maar meerdere schuldeisers zijn waarbij elke schuldeiser de schuld kan verhalen op de schuldenaar en de schuldenaar zijn schuld kan aflossen bij een schuldeiser naar keuze.

➢ Hoofdelijkheid wordt niet vermoed. Zij heeft een wettelijke basis (vb. alle

plegers van een misdrijf zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schade aan het slachtoffer) of een contractuele basis (vb. kredietovereenkomst: ‘hoofdelijk en ondeelbaar gehouden’).

• Verbintenissen in solidum : ➢ Hoofdelijkheid kan enkel bij wet of contract worden gevestigd. ➢ Het Hof van Cassatie erkende een ‘soort van solidariteit voortspruitende uit

de aard der omstandigheden’ verbintenissen in solidum genoemd.

➢ Voorbeeld: meerdere personen die een buitencontractuele fout hebben begaan met lichamelijke schade als gevolg: het slachtoffer kan op alle foutplegers de volledige schadevergoeding verhalen

• Hoofdelijk versus ondeelbaar : ➢ Een belangrijk verschil is dat de ondeelbaarheid zich ook uitstrekt tot de

erfgenamen van de schuldenaar. ➢ Bij hoofdelijkheid doet zich onder de erfgenamen een verdeling van de schuld

voor volgens het erfdeel. Om dit vermijden wordt vaak bedongen dat elke schuldenaar hoofdelijk en ondeelbaar gehouden is zodat de erfgenamen kunnen aangesproken worden tot betaling van de volledige schuld.

Page 14: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 14

4.2.1.5. Interesten en laattijdige betaling van schulden

• Indeling volgens de aard van de intresten:

➢ Moratoire intresten (ook wel nalatigheidsintresten of verwijlintresten genoemd) hebben betrekking op een geldschuld. Ze vergoeden de schade wegens laattijdige betaling van een geldschuld. De rentevoet is meestal de wettelijke rentevoet. Ze zijn verschuldigd vanaf de dag van de aanmaning.

➢ Compensatoire of vergoedende intresten hebben betrekking op een waardeschuld. Ze vergoeden de schade die het gevolg is van het tijdsverloop tussen het ogenblik waarop de schade intreedt en het ogenblik van de vaststelling van de schade door de rechter.

• Indeling volgens de rechtsgrond op basis waarvan de intresten verschuldigd zijn:

➢ Conventionele intresten worden bij overeenkomst vastgelegd. De rentevoet wordt in principe vrij bepaald.

➢ Wettelijke intresten zijn door de wet bepaalde intresten waarbij een wettelijke rentevoet wordt toegepast. (zie ook: Handboek Schuldbemiddeling – Juridische handleiding – I. Leidraad – hoofdstuk 3 ‘Actuele bedragen en tarieven’ (roze pagina’s))

➢ Gerechtelijke intresten zijn intresten die door de rechter toegekend worden en lopen vanaf de dag van de inleidende akte tot op het ogenblik van de betaling.

Page 15: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 15

4.2.2 Schuldendelging en uitdoving van schulden

4.2.2.1. Betaling

• Begrip:

➢ Schuldendelging bestaat essentieel uit het nakomen van een verbintenis om iets te geven, te doen of niet te doen.

➢ Betaling van een geldsom is de meest voorkomende wijze van schuldendelging.

• Onverschuldigde betaling:

➢ Betaling veronderstelt het bestaan van een schuld. ➢ Wanneer gepresteerd wordt wat niet verschuldigd is, kan dit teruggevorderd

worden.

➢ De objectief onverschuldigde betaling (geen geldige verbintenis)

➢ De subjectief onverschuldigde betaling (geldige verbintenis doch de betaler is niet de schuldenaar of de ontvanger is niet de schuldeiser).

• De natuurlijke verbintenis:

➢ Een natuurlijke verbintenis is een bestaande verbintenis die juridisch niet kan opgevorderd worden (vb. betaling verjaarde schuld / betaling onderhoudsgeld tussen feitelijk samenwonenden).

➢ Opgelet! Komt een ‘schuldenaar’ een natuurlijke verbintenis vrijwillig na, kan

men de geleverde prestaties in principe nadien niet terugvorderen.

Page 16: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 16

• Toerekening van (deel)betalingen:

➢ Het contract heeft voorrang …

➢ … en anders geldt volgende regeling (= niet-dwingend of aanvullend recht):

- Geen recht op deelbetalingen (art. 1244, 1e lid B.W.) In principe moet de schuldenaar betalen zoals contractueel of

wettelijk voorzien, en is de schuldeiser niet verplicht

deelbetalingen te aanvaarden!

- Keuzerecht van de schuldenaar (art. 1253 B.W.): In principe heeft de schuldenaar van meerdere schulden het recht

te verklaren welke schuld hij wil voldoen.

- Beperking keuzerecht (art. 1254 B.W.): Het keuzerecht wordt beperkt bij schulden die intrest opbrengen.

In dat geval wordt de betaling eerst toegerekend op de intresten

en nadien op het kapitaal.

- Afwijkingen op art. 1254 B.W. :

→ Bedongen afwijkingen:

Partijen kunnen afwijken van art 1254 B.W. en bepalen dat

eerst het kapitaal wordt afbetaald en nadien de intresten.

→ Wettelijke afwijkingen:

Soms wordt er in specifieke wetsbepalingen afgeweken van

art. 1253 – 1254 B.W. (vb. art. VII.106 WER)

Page 17: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 17

- Toerekening in een kwijting is bindend: Wanneer de schuldenaar van verscheidene schulden een kwijting

heeft aangenomen waarbij de schuldeiser datgene wat hij

ontvangen heeft op één van de schulden toerekent, is dit bindend,

en verliest hij dus zijn keuzerecht.

- Wanneer geen keuze door schuldenaar en geen vermelding van toerekening in de kwijting: Wanneer in de kwijting geen sprake is van enige toerekening,

moet de betaling toegerekend worden op de schuld die de

schuldenaar alsdan, onder alle vervallen schulden, het meeste

belang had te voldoen; anders, op de vervallen schuld, hoewel

deze minder bezwarend is dan die welke niet vervallen zijn. Indien

de schulden van gelijke aard zijn, geschiedt de toerekening op de

oudste; alles gelijkstaande, geschiedt zij op alle schulden naar

evenredigheid.

• Betaling na ingebrekestelling:

➢ Met de ingebrekestelling herinnert de schuldeiser de schuldenaar formeel aan zijn verplichting tot betalen. Hier dient een onderscheid gemaakt tussen handelaars en niet-handelaars.

➢ Art. 25 WKH stelt dat koop en verkoop kan bewezen worden door middel van een aanvaarde factuur. De handelaar die niet akkoord gaat met de inhoud van een factuur moet dus zo snel mogelijk reageren.

➢ Deze regeling geldt niet voor niet-handelaars. Het is echter aan te raden om ook als particulier zijn bezwaren schriftelijk te melden. Een gebrek aan reactie na meerdere ingebrekestellingen kan immers door de rechtspraak beschouwd worden als een instemming met de factuur.

Page 18: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 18

• Betaling aan de schuldeiser zelf of aan een gemachtigd persoon:

➢ Algemeen: Art. 1239 B.W. bepaalt dat de schuldenaar moet betalen aan de schuldeiser

of aan diegene die beschikt over een mandaat tot invordering van de

schuldeiser (vb. advocaat, gerechtsdeurwaarder, incassobureau, enz.)

➢ Betaling aan derden via indeplaatsstelling/subrogatie: De indeplaatsstelling veronderstelt dat de schuldenaar aan een derde

betaalt. Dit gebeurt op basis van de wet of op basis van een overeenkomst

(vb. kredietverzekeraar). De schuldenaar krijgt een nieuwe schuldeiser en

heeft geen enkele verplichting meer t.o.v. de oorspronkelijke schuldeiser.

• Betaling via borgakte: Een borg is een persoon die zich t.o.v. een schuldeiser verplicht om aan een verbintenis

van een schuldenaar te voldoen indien deze laatste er zelf niet aan voldoet. De borg

die betaalt, bekomt een vordering ten overstaan van de schuldenaar.

• Betaling door overdracht van loon: Loonoverdracht is een vorm van gedwongen uitvoering die vaak gekoppeld is aan een

kredietovereenkomst. Bij loonoverdracht verklaart de kredietnemer zich

voorafgaandelijk akkoord om het voor beslag vatbaar gedeelte van zijn loon over te

dragen aan de kredietgever in geval van wanbetaling. Loonoverdracht dient te

gebeuren in een ‘onderscheiden’ authentieke of onderhandse akte. Loon overdracht

dient duidelijk onderscheiden van loondelegatie (bevoegdheid om een deel van het

loon te innen wordt gedelegeerd aan een derde vb. in het kader van dringende en

voorlopige maatregelen) en loonbeslag.

• Betaling via schuldvergelijking: Bij schuldvergelijking compenseren wederzijdse schulden elkaar ten bedrage van

hun wederkerig bedrag.

Page 19: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 19

4.2.2.2. Uitstel van betaling

• Overeenkomstig art. 1244 B.W. heeft de rechter de mogelijkheid om de schuldenaar die ‘ongelukkig en te goeder trouw’ is een uitstel van betaling te verlenen.

• Ook specifieke wetten zoals de wet consumentenkrediet, de wet hypothecair krediet en de wet collectieve schuldenregeling voorzien uitdrukkelijk in de mogelijkheid van betalingsfaciliteiten.

4.2.2.3. Kwijtschelding

• Kwijtschelding is de rechtshandeling waarbij de schuldenaar ontslagen wordt van zijn verplichtingen en waardoor de schuld tenietgaat.

• Kwijtschelding kan worden verleend door de rechter of door de schuldeiser zelf.

• Het is aangewezen om bij een kwijtschelding door de schuldeiser deze overeenkomst schriftelijk te bevestigen hetzij per gewone brief hetzij via een door beide partijen ondertekende dadingovereenkomst (bij substantiële kwijtschelding).

4.2.2.4. Einde van de verbintenis

• Bepaalde verbintenissen kunnen uitdoven of vervallen wanneer zich een welbepaald feit voordoet.

• Een beëindiging van de verbintenis is alleen mogelijk indien de wet (vb. onderhoudsplicht vervalt in principe bij meerderjarigheid, tenzij nog geen opleiding voltooit) of de overeenkomst (vb. beding in akte onderlinge toestemming dat persoonlijk onderhoudsgeld vervalt bij nieuw huwelijk van de onderhoudsgerechtigde) daarin uitdrukkelijk voorziet.

Page 20: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 20

4.2.2.5. Dading

• Een dading is een overeenkomst waarbij partijen door wederzijdse toegevingen een bestaande of toekomstige betwisting wensen te beëindigen of te voorkomen.

• Partijen zijn door een dergelijke overeenkomst definitief gebonden (en ze kunnen bijv. voor hetzelfde conflict in principe niet meer naar de rechtbank gaan).

4.2.2.6. Subrogatie of indeplaatsstelling

Subrogatie veronderstelt dat een derde die de schuldeiser betaalt krachtens de wet of een

overeenkomst eigenaar wordt van de schuldvordering. Hij treedt als het ware in de plaats

van de oorspronkelijke schuldeiser (vb. borg).

4.2.2.7. Verjaring

• Algemeen:

➢ De verjaring heeft in eerste instantie tot doel de rechtszekerheid te garanderen. De verjaring is dan ook een middel om door verloop van een zekere tijd en onder bepaalde voorwaarden, een recht te verkrijgen (= verkrijgende verjaring) of van een verbintenis bevrijd te worden (= bevrijdende verjaring).

➢ De bevrijdende verjaring tast het bestaan van de schuld niet aan maar wel haar opeisbaarheid. De verbintenis blijft bestaan maar is niet langer opeisbaar. De betaling van een verjaarde schuld kan dan ook niet zomaar worden teruggevorderd!

➢ De verjaring kan worden ingeroepen door elke belanghebbende tegen een

fysieke persoon, rechtspersoon, publiek/privaat en dit zowel buiten een procedure als tijdens een rechtsgeding. Uitz.: minderjarige, onbekwamen

Page 21: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 21

➢ Verjaringsregels zijn niet van openbare orde. Gevolg: indien de verjaring niet door de schuldenaar wordt ingeroepen, zal de rechter deze niet toestaan.

• Berekening van de termijn:

➢ De verjaring begint te lopen vanaf het ogenblik dat de vordering opeisbaar is

geworden en wordt berekend bij dagen.

➢ De dag waarop de verbintenis opeisbaar is geworden (=‘dies a quo’) wordt

niet meegerekend.

➢ De laatste dag van de verjaringstermijn (=‘dies ad quem’) wordt wel

meegerekend.

• Afstand van de verjaring:

➢ De verjaring is van dwingend recht, doch niet van openbare orde.

➢ Men kan vooraf geen afstand doen van een verjaring.

➢ Wel kan men afstand doen van een reeds voltrokken verjaring. ( vb

afbetalingsplan waarin wordt vermeld dat er toch zal betaald worden,

niettegenstaande de schuld is verjaard)

➢ Uitdrukkelijk, stilzwijgend -> kan aanleiding geven tot betwistingen

• Stuiting van de verjaringstermijn:

➢ Door stuiting van de verjaring wordt de lopende verjaringstermijn definitief stopgezet en begint een nieuwe termijn (in principe dezelfde als de oorspronkelijke) te lopen

➢ Startdatum van de nieuwe verjaringstermijn: de dag na de stuitingsdatum

Einddatum: de laatste dag van de verjaringstermijn

Page 22: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 22

Voorbeeld: 01-01-2016: verjaringstermijn van 2 jaar begint te lopen en zou eindigen behoudens stuiting of schorsing op 01-01-2018 – stuitingsdaad op 01-01-2017 – nieuwe termijn van 2 jaar begint te lopen waardoor deze schuld nu ten vroegste 01-01-2019 zal kunnen verjaren.

➢ Stuiting moet gebeuren voor de verjaring is verstreken

➢ Cumulatief en voor herhaling vatbaar: kan meerder keren na elkaar ( vb bij

elke afbetaling)

➢ Stuitingsdaden zijn een dagvaarding, betekening mét bevel tot betalen, een schuldbekentenis, een betaling, een beslag, een minnelijke schikking of een tegeneis ingesteld tijdens een gerechtelijke procedure, aangifte schuldvordering, opname schuld in een verzoekschrift CSR

➢ Zijn geen stuitingsdaden: een (aangetekende) ingebrekestelling (behoudens

wettelijke uitzondering zoals vb. bij terugvordering maatschappelijke dienstverlening door ontvanger/financieel beheerder van een OCMW), een aanmaning door een gerechtsdeurwaarder in het kader van een minnelijke invordering, oproeping in verzoening, een betekening zonder bevel tot betalen

Opgelet: Vanaf 30 december 2016 kan de fiscus, voor de inkomstenbelastingen,

de verjaring stuiten met een aanmaning tot betalen, per aangetekende brief.

➢ Artikel 2244 § 2 B.W.: Ingebrekestelling “stuit” de verjaring mits aan strikte

voorwaarden is voldaan:

➢ Aangetekende ingebrekestelling met ontvangstbewijs uitgaande van

advocaat, gerechtsdeurwaarder, afgevaardigde van een

representatieve organisatie en afgevaardigde OCMW

➢ Oorspronkelijke verjaringstermijn van minstens 1 jaar: nieuwe

verjaringstermijn van 1 jaar (maar de vordering kan niet vóór de

vervaldag van de initiële verjaringstermijn verjaren)

➢ enkel bij verjaringstermijn van 1 jaar geldt een nieuwe

verjaringstermijn met dezelfde duur als de oorspronkelijke

verjaringstermijn!

Page 23: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 23

➢ Oorspronkelijke verjaringstermijn van minder dan 1 jaar: duur

verlenging verjaring is dezelfde als deze van de oorspronkelijke

verjaringstermijn.

➢ Kan slechts 1 maal

➢ Gevolgen stuiting:

o Nieuwe verjaringstermijn begint te lopen voor dezelfde

periode

o Uitz.: schuldhernieuwing

➢ Relatieve werking: enkel ten aanzien van de persoon die heeft

opgeworpen

• Uitz.: hoofdelijkheid, ondeelbare schuld

• Uitz.: ingebrekestelling of schulderkenning hoofdschuldenaar:

stuit ook de verjaring ten aanzien van de borg

• Schorsing van de verjaringstermijn:

➢ Door schorsing van de verjaring wordt de lopende verjaringstermijn tijdelijk stopgezet. Zodra de schorsing ophoudt, loopt de termijn verder vanaf het punt tot waar ze reeds was gelopen. De termijn van de verjaring wordt verlengd met de duur van de schorsing.

➢ De verjaring loopt niet tegen minderjarigen en tussen echtgenoten.

➢ Voorbeeld: 01-01-2016: verjaringstermijn van 2 jaar begint te lopen en zou eindigen behoudens stuiting of schorsing op 01-01-2018 – schorsing van de verjaring tussen 01-01-2017 en 31-12-2017 – de rest van de oorspronkelijke termijn van 2 jaar (1 jaar) begint verder te lopen vanaf 01-01-2016 waardoor deze schuld nu ten vroegste 01-01-2019 zal kunnen verjaren.

Page 24: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 24

• Algemene verjaringstermijnen:

➢ Art. 2266bis B.W.: de verjaringstermijn bedraagt 10 jaar voor ‘persoonlijke rechtsvorderingen’ (en 5 jaar voor vorderingen inzake schadevergoedingen)

➢ Opmerking: de verjaringswet van 10 juni 1998. Door deze wet werd de 30-

jarige verjaringstermijn van persoonlijke rechtsvorderingen teruggebracht naar 10 jaar. De datum van inwerkingtreding 27 juli 1998 is van cruciaal belang. Vroegere verbintenissen die onder het oude 30-jarige stelsel nog niet waren verjaard, liepen vanaf 27 juli 1998 verder onder de nieuwe verjaringstermijn zonder dat deze de oorspronkelijke termijn kan overschrijden. Dit noemt men de eerbiedigende werking van de nieuwe verjaringswet.

➢ Voorbeeld: een schuld ontstaan uit een verbintenis van juni 1986 was

verjaard op 27 juli 2008 (nl. een nieuwe verjaringstermijn van 10 jaar die start op 27 juli 1998) (behoudens stuiting of schorsing) i.p.v. in 2016 (in toepassing van de vroegere 30-jarige verjaringstermijn).

• Bijzondere verjaringstermijnen:

➢ De verschillende verjaringstermijnen worden behandeld in het Burgerlijk Wetboek en tal van bijzondere wetten

➢ Er dient opgemerkt dat de vorderingen die betrekking hebben op de

uitvoering van een rechterlijke beslissing (‘actio iudicati’) verjaren na verloop van 10 jaar ongeacht de grondslag van deze beslissing (vb. een ziekenhuisfactuur verjaart na 2 jaar - de rechtsvordering op basis van een vonnis met betrekking tot een ziekenhuisfactuur verjaart na 10 jaar).

➢ De ‘korte’ verjaringstermijnen van 1 jaar en van 6 maanden vallen onder een

bijzonder regime. Er wordt verondersteld dat de betaling onmiddellijk of kort na de totstandkoming van het contract heeft plaats gehad en dat partijen geen geschrift hebben opgesteld. Er geldt dus een vermoeden van betaling. Bij het inroepen van deze verjaring mag dus nooit worden erkend dat er nog niet is betaald! Van zodra er een schriftelijk bewijs is opgesteld, zullen deze verjaringstermijnen worden omgezet in 10 jaar of 5 jaar (periodiek weerkerende schuld).

➢ Zie (powerpoint en) handboek voor overzicht van de meest voorkomende termijnen en wanneer ze (niet) van toepassing zijn

Page 25: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 25

4.2.2.8. Partijen

➢ Schuldenaar ➢ Contractspartij

➢ Medeschuldenaar

➢ Cfr. principe van deelbaarheid

➢ Cfr. ondeelbaarheid, hoofdelijkheid, in solidum

➢ Persoonlijke zekerheidsteller

➢ De borg

- Gewone borg (‘voorrecht van uitwinning) vs. de solidaire borg

- Cfr. Subrogatie

- Bijzondere regels in het Wetboek Economisch Recht boek VII

o Termijn beperkt tot 5 jaar / informatieplichten / enkel

nalatigheidsintresten o Betalingsfaciliteiten door schuldeiser: gelden ook voor de borg

o Betalingsfaciliteiten door de rechter: gelden niet ook voor de

borg

➢ De medeschuldenaar als persoonlijke zekerheidsteller

➢ De kosteloze persoonlijke zekerheidsteller: zie onderdeel collectieve schuldenregeling en faillissement

➢ De kosteloze borg: sinds 2007 bijzondere regels in het Burgerlijk Wetboek

opgenomen (art. 2043bis tot 2043 octies B.W.)

Page 26: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 26

➢ De zakelijke zekerheidsteller ➢ Hypotheek

➢ Pand

➢ De minderjarige

➢ Aansprakelijkheid ouders krachtens de wet

➢ Handelingsonbekwaamheid

➢ Onderhoudsplichten / onderhoudsgeld tot jongere over eigen inkomen

beschikt of kan beschikken

➢ DAVO: werking – aanvraagformulier online.

➢ Het gehuwde paar

➢ Wettelijk stelsel

➢ Scheiding van goederen

➢ Samenwonenden

➢ Feitelijke samenwoning

➢ Wettelijke samenwoning

- Verklaring bij ambtenaar burgerlijke stand

- Geen interne vermogensrechtelijke gevolgen / geen

onderhoudsverplichting

- Eventueel samenlevingscontract bij notaris

Page 27: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 27

- Geen erfrecht uitz. vruchtgebruik gemeenschappelijke

verblijfplaats (eventueel beding van aanwas)

- Dringende en voorlopige maatregelen (beperkte geldigheidsduur)

- Beëindiging : overlijden, huwelijk, verklaring ➢ Erfgenamen

➢ Aangifte nalatenschap

- Verplichting binnen de 4 maanden bij registratiekantoor (van de laatste fiscale woonplaats) of bij Vlabel (indien laatste fiscale woonplaats in het Vlaams Gewest)

- Mogelijkheid van vrijstelling

- Inhoud

- Erfbelasting ( Vlabel)

➢ Aanvaarding :

o geen formaliteiten , wel aangifte nalatenschap doen o attest erfopvolging: bij notaris/registratiekantoor

➢ Verwerping: dit kan niet meer (zoals vroeger) met een verklaring bij de griffie van de rechtbank eerste aanleg – het kan enkel nog met een notariële actie, bij de notaris (dit kan gratis indien de nalatenschap minder dan 5000 euro bedraagt)

➢ Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving: via authentieke akte opgesteld door de notaris

➢ Altijd, ook na verwerping, te betalen schulden door de erfgenamen: kosten

laatste ziekte en begrafeniskosten

➢ Bankrekening: deblokkering via akte of attest van erfopvolging aangaande de helft van het saldo van de rekening (max. 5.000,00 euro)

Page 28: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 28

➢ Onbeheerde nalatenschap: aanstellen curator onbeheerde nalatenschap

➢ Aanstelling Sekwester ( vb vrijmaken woning, verkoop inboedel) ➢ Onderhoudsplichtige (zie de minderjarige)

➢ Persoon die goederen niet zelf kan beheren

➢ nieuwe wetgeving van toepassing vanaf 1 september 2014: Wet 17 maart

2013 tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuw beschermingsstatuut die strookt met de menselijke waardigheid

➢ Toepassingsgebied: ➢ elke meerderjarige wiens gezondheidstoestand geheel of gedeeltelijk, of

tijdelijk niet in staat is om zonder bijstand of beschermingsmaatregel zijn belangen ( zowel vermogensrechtelijke als niet-vermogensrechtelijke) zelf waar te nemen

➢ mogelijk om verzoek in te dienen vanaf 17 jaar

➢ Buitengerechtelijke bescherming (BGB) : enkel van toepassing op goederen van de BP

- via onderhandse/notariële akte – algemeen/bijzonder -> zorgvolmacht - lastgever(s) worden aangesteld - = maatwerk - tussenkomst vrederechter mogelijk: bij aanvang van de BGB, tijdens verloop van de BGB (vb belangenconflict of geschillen tussen verschillende lasthebbers) + alarmbelprocedure - einde ingeval lastgever zich niet meer bevindt in een toestand die bescherming rechtvaardigt, overlijden lastgever/lasthebber - geen vorm van controle, geen publicatievereisten - beschermt niet voldoende

➢ Gerechtelijke bescherming (GB): basis is systeem van voorlopig bewind

- kan zowel op persoon als op goederen betrekking hebben van de BP - cumul mogelijk, verschillende BV mogelijk - slechts mogelijk indien BGB niet volstaat - onbekwaamheid

o vrederechter: persoonlijke omstandigheden en gezondheidstoestand : lijst met pathologieën

o 7 regimes mogelijk: regel is bijstand, indien dit niet volstaat: vertegenwoordiging

Page 29: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 29

o hoogstpersoonlijke rechtshandelingen: machtiging vrederechter nodig

- procedure o op vraag van BP, elke belanghebbende, PK o verzoekschrift + attest woonplaats en omstandig

geneeskundig verslag

- werking - bezoldiging BV: 3% van de inkomsten - informatie en verslag - administratief dossier - vertrouwenspersoon - einde - sancties - www.meldpuntbewindvoering.be

Overgangsperiode voorzien voor de oude statuten. Oude systemen: ➢ Voorlopig bewind:

- Door de vrederechter te beslissen na indiening verzoekschrift

(ongeacht beschermde persoon hiermee instemt)

- Op vraag van beschermde persoon, familie… of een andere ‘belanghebbende partij’

- Mits geneeskundig attest

- Enkel wanneer wegens gezondheidstoestand men niet in staat is

om het vermogen te beheren

- De voorlopig bewindvoerder

- De vertrouwenspersoon

- De bezoldiging van de voorlopig bewindvoerder (3% van de inkomsten)

- Opdracht: in principe algemeen, soms beperkt, afhankelijk van het

vonnis van de rechter

- Jaarverslag

Page 30: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 30

➢ Onbekwaamverklaring, verlengde meerderjarigheid en de toevoeging van een gerechtelijk raadsman

➢ Opmerking: budgetbeheer (= principes lastgeving, door een bekwame persoon, waarbij de ‘lasthebber’ optreedt ‘in naam en voor rekening’ van de ‘lastgever’ en ten aanzien van hem, en diens erfgenamen, aansprakelijk is, wat te allen tijde kan worden beëindigd) en collectieve schuldenregeling/faillissement (= onbeschikbaarheid vermogen doch geen handelingsonbekwaamheid)

➢ De schuldeiser

➢ De chirografaire of gewone schuldeiser

➢ De bevoorrechte schuldeiser

➢ De hypothecaire schuldeiser

➢ De pandhoudende schuldeiser

➢ De kredietverzekeraar

➢ Overeenkomst tussen kredietgever en een verzekeringsmaatschappij

➢ Subrogatie in rechten en plichten van oorspronkelijke kredietgever

➢ Kredietnemer kan in principe dezelfde argumenten tegen kredietverzekeraar

inroepen als tegen oorspronkelijke kredietgever

➢ De advocaat

➢ Organisatie

➢ Vrije keuze – pleitmonopolie

Page 31: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 31

➢ Erelonen en betwistingen: bemiddeling, arbitrage, rechtbank btw 21% op het ereloon

➢ Cfr. Rechtsplegingvergoeding

➢ Tucht

➢ Ombudsdienst Geschillen advocatuur ( www.Ligeca.be)

➢ Kosteloze rechtsbijstand (gratis eerstelijns juridische advies vs. tweedelijns bijstand oftewel de ‘pro deo advocaat’) – zie hervorming 01/09/2016

o onderzoeksbevoegdheden van het BJB o Verschillende categorieën die in aanmerking komen voor pro deo o remgeld per aanstelling van 20 € / remgeld per aanleg van 30 € ( +

btw??) o aanvraagformulier met bijlagen : www.advocaat.be o terugvordering mogelijk van pro deo-vergoeding die werd betaald aan

de advocaat o collectieve schuldenregeling en recht op een pro deo-advocaat

➢ Kosteloze rechtspleging (= gerechtskosten) : moet aangevraagd worden bij de rechtbank

➢ Het incassokantoor

➢ Mandaat tot invordering in naam schuldeisers

➢ Geen overdracht van schuldvordering

➢ Wet Minnelijke invordering (zie later)

➢ De gerechtsdeurwaarder

➢ Organisatie

Page 32: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 32

➢ Taken en bevoegdheden:

- Opstellen en betekenen van exploten

- Vaststellen van materiële feiten

- Gerechtelijke invordering

- Minnelijke invordering

➢ Tarieven: wettelijk bepaald KB 30-11-1976 (index) ➢ Tucht

➢ De notaris

➢ Organisatie

➢ Ereloon

➢ Taken: o.a. koop / verkoop van onroerende goederen + rangregeling, opmaak

huwelijkscontracten, samenlevingscontracten, testamenten, oprichting vennootschappen, vereffening-verdeling huwelijksvermogensrecht,…

➢ De schuldbemiddelaar

➢ bemiddeling m.b.t. consumentenkredieten: gratis (maar CAW’s kunnen ‘onkosten’ aanrekenen vb. postzegel)

➢ Collectieve schuldenregeling: vergoedingen volgens een K.B. vastgelegd

➢ Beroepsgeheim

➢ Beroepsaansprakelijkheid: 5 jaar

Page 33: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 33

4.3 Meer (online) informatie en het handboek schuldbemiddeling

Zie Handboek Schuldbemiddeling, Juridische handleiding:

- Tabblad I. Leidraad, Hoofdstuk 1 en 2

- Tabblad II. Partijen in de schuldbemiddeling

- Tabblad III. Verbintenissen en schulden

- Tabblad IV. Schuldendelging

Zie ook voor actuele bedragen en tarieven (vb. wettelijke intrest) Handboek

Schuldbemiddeling, Juridische handleiding, Tabblad I. Leidraad, Hoofdstuk 3 (afgedrukt op

roze pagina’s, voor een grotere herkenbaarheid)

4.4 Meer vorming volgen ?

Meer informatie omtrent alle opleidingen die SAM, steunpunt Mens en Samenleving (waarin

het Vlaams Centrum Schuldenlast opgenomen is) organiseert, zijn (voorlopig nog) te vinden

via www.vlaamscentrumschuldenlast.be. Later worden deze allemaal opgenomen op de

nieuwe site www.samvzw.be.

Zo is er in het verleden een thematische opleiding georganiseerd die je kon volgen, na het

afronden van de basisopleiding schuldbemiddeling, met als titel ‘Verjaring, een gemakkelijke

uitweg voor schuldenaars ?’.

Page 34: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 34

4.5 Voorbeeldvragen

Hieronder is telkens eerst de vraag opgenomen met de mogelijke antwoorden waaruit

gekozen moet worden. Best is hierover eerst even na te denken.

Vervolgens kan er gekeken worden naar het juiste antwoord (en de foute antwoorden) die

eronder opgenomen zijn.

Het juiste antwoord is in het vet weergegeven. De argumenten waarom het ene antwoord

juist is en het andere niet, is ook opgenomen.

1. Welke stelling is correct: A. Elke gedeeltelijke afbetaling van een schuld heeft een schorsing van de verjaring tot

gevolg.

B. Als mijn cliënte een verjaarde schuld betaalde, kan zij steeds terugbetaling eisen.

C. De verjaringstermijn voor een schuld t.a.v. een ziekenhuis is 5 jaar.

D. Geen van bovenvermelde stellingen is juist.

En hier is het juiste antwoord, met argumentatie:

A. Elke gedeeltelijke afbetaling van een schuld heeft een schorsing van de verjaring tot

gevolg.

➔ Heeft stuiting tot gevolg

B. Als mijn cliënte een verjaarde schuld betaalde, kan zij steeds terugbetaling eisen.

➔ Dat kan niet als de betaling wordt aanzien als een ‘afstand van de verjaring’.

C. De verjaringstermijn voor een schuld t.a.v. een ziekenhuis is 5 jaar.

Page 35: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 35

➔ Betreft een termijn van 2 jaar, in de mate het over geneeskundige verstrekkingen, diensten en goederen gaat (+ bijkomende kosten), en zolang er geen uitvoerbare titel middels een definitief vonnis voorhanden is waardoor de termijn 10 jaar wordt

D. Geen van bovenvermelde stellingen is juist. ➔ Zie voorgaanden foute antwoorden/stellingen

2. Jouw cliënt is een zware alcoholist en maakt constant nieuwe schulden. Zijn moeder vraagt zich af of er een bewindvoerder kan aangesteld worden. Welke stelling is correct: A. Zware alcoholproblemen rechtvaardigen steeds de aanstelling van een bewindvoerder

B. Zware alcoholproblemen rechtvaardigen enkel de aanstelling van een bewindvoerder

indien de alcoholist er zelf mee instemt. C. Zware alcoholproblemen rechtvaardigen nooit de aanstelling van een bewindvoerder

D. Geen enkele van bovenvermelde stellingen is juist.

En het juiste antwoord is, met argumentatie:

A.Zware alcoholproblemen rechtvaardigen steeds de aanstelling van een bewindvoerder ➔ Hangt er van af of deze alcoholproblemen de ‘gezondheidstoestand’ dermate

aantasten dat deze persoon niet meer in staat is zijn vermogen te beheren en/of de mate waarin men van een ‘verspiller’ kan spreken

B.Zware alcoholproblemen rechtvaardigen enkel de aanstelling van een bewindvoerder indien de alcoholist er zelf mee instemt.

➔ Voor de aanstelling van een bewindvoerder behoeft men niet de toestemming van

de te beschermen persoon C.Zware alcoholproblemen rechtvaardigen nooit de aanstelling van een bewindvoerder

➔ Hangt er van af of deze alcoholproblemen de ‘gezondheidstoestand’ dermate

aantasten dat deze persoon niet meer in staat is zijn vermogen te beheren en/of de mate waarin men van een ‘verspiller’ kan spreken.

D.Geen enkele van bovenvermelde stellingen is juist. ➔ Zie voorgaande foute antwoorden/stellingen.

Page 36: Hoofdstuk 1 : Algemeen juridisch kader – juridische ... · Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina

Hoofdstuk 4 : Algemeen juridisch kader – juridische handleiding voor het onderzoek van de gegrondheid van schulden Pagina 36

4.6 Bijlagen