Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van...

23
& Historische briefhoofden: niet meer dan een marketing tool voor de ijdele ondernemer? Van Maison de Confiance tot Grand Bazar Historische evolutie winkelpuien stadsgezicht Veldstraat

Transcript of Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van...

Page 1: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

&Historische briefhoofden:

niet meer dan eenmarketing toolvoor de ijdele ondernemer?

VanMaison de Confiance totGrand Bazar

Historische evolutiewinkelpuienstadsgezicht Veldstraat

Page 2: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

2

Twee briefhoofden uit de pionierstijd van de industrialisering van de electriciteit in België. Boven:briefhoofd jaren anno 1880 voor het “Au Magasin d’Horlogerie de Genève” van Charles Van Lancker,dynamische opvolger van Charles Nolet, eerste horloger de la ville, eigenaar van een fabrique d’horlogespubliques, d’appareils électriques, montres controleur, compteurs pour machines à vapeur, bancs àbroches, etc. Nolet was de uitvinder van de eerste electrische openbare uurwerken, waarvan er alvanaf 1853 een honderdtal overal binnen Gent zijn geplaatst. Onder: briefhoofd uit dezelfde periode,van één der oudste buitenlandse fabrikanten van electrische motoren en installaties in België geves-tigd - de (Belgian) Thomson-Houston Electric Company.(Verzameling MIAT, Gent)

Page 3: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

Inleiding

De vaak mooi versierde briefhoofden van handel en nijverheid roepennostalgie op en spreken tot de verbeelding, niet alleen van de klant aanwie ze in eerste instantie gericht waren, maar vooral van de onderzoekerdie geïnteresseerd is in de geschiedenis van een bepaald bedrijf. Bin-nen de industriële archeologie en techniekgeschiedenis worden brief-hoofden al lang gebruikt als onderzoeksmateriaal bij het ontrafelen vande ontwikkelingsgeschiedenis van fabrieksgebouwen1.Waar bedrijfsgebouwen al lang uit het omgevingslandschap zijn verdwe-nen, geeft een briefhoofd vaak nog de enige informatie over het visueleaspect van een bedrijf in het verleden. Ze maken het ook mogelijk weer-gevonden relicten te toetsen aan onderzoeksmateriaal. Niet zozeer ligtde betekenis van deze briefhoofden in de esthetische kwaliteit ervan,maar heel bijzonder in de daadwerkelijke documentaire en informatievewaarde. Briefhoofden laten verder toe de evolutie van een fabriekscom-plex te reconstrueren.

Historische briefhoofden:

De hiernavolgende bijdragehandelt over briefhoofden vanWest-Vlaamse bedrijven uit hetlaatste kwart van de 19de eeuw ende eerste helft van de 20ste eeuw.De Provinciale Archiefdienst West-Vlaanderen bezit een rijke verza-meling historische briefhoofden.De hierna beschreven speciminavan West-Vlaamse briefhoofdenmaken deel uit van de archief-reeks ‘vergunningen betreffendede gevaarlijke, ongezonde enhinderlijke bedrijven’2.

Laatstgenoemde archiefreeksbestaat uit vergunningsdossiersvoor het oprichten en uitbreidenvan bedrijven, ateliers, werkplaat-sen, opslagplaatsen, machines entoestellen.Aangezien het gaat om meer danalleen maar bedrijven, gebruiktmen de term ‘inrichtingen’.De wetgeving gaat terug tot 15oktober 1810 wanneer Napoleoneen uniforme vergunningplichtinvoert voor op te richten bedrij-ven3. De inrichtingen worden

daarbij ingedeeld in drie klassennaargelang de graad van hinderdie ze veroorzaken.Finale doelstelling van de wetge-ving bestond erin de hinder,schade en ongemak van deomliggende inrichtingen voor debewoners tot een minimum teherleiden.Doorheen de 19de en 20ste eeuwwerd de wetgeving herhaaldelijkaangepast en gemoderniseerd. Zekent haar huidige toepassing in deVlarem-decreten.

niet meer dan eenmarketing toolvoor de ijdele ondernemer?

1 A. Linters, De wortels van Flanders’ Technology. Industrieel Erfgoed - industriële archeologie in Vlaanderen, Leuven, Kritak,1987, p. 264.

2 Sinds februari 2003 loopt aan de Provinciale Archiefdienst West-Vlaanderen en de Universiteit Gent het Max-Wildiersproject(FWO Vlaanderen) ‘ontsluiting en valorisatie van de dossiers aangaande de hinderwetgeving als basis voor de studie van deindustrialisering en industriële vervuiling in West-Vlaanderen, 1863-1970 (projectnummer G.0197.03N). De stadsarchieven Brug-ge en Roeselare participeren eveneens mee in het project.

3 Pasinomie, 1810-1811, 15 oktober 1810, 183.

Page 4: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

4

De archiefreeks ‘gevaarlijke,ongezonde en hinderlijke inrichtin-gen’ bevat vervallen vergunnings-dossiers van de grootste en meestvervuilende bedrijven (klasse 1)van West-Vlaanderen die zijnafgeleverd tussen 1875 en 1970.Deze bronnenreeks telt diverseinteressante documenten diekunnen gebruikt worden voor destudie naar het industriële verle-den4. In dit artikel concentrerenwe onze aandacht op één aspecteruit, de briefhoofden. Briefhoof-den vinden we overwegend terugin bedrijfsarchieven en overheids-archieven. Beide archieftypesbevatten doorgaans grote collec-ties correspondentie. Briefhoofdenkomen overwegend voor opfacturen, offertebrieven, verzend-brieven, e.d. Een aantal briefhoof-den uit deze bronnenreekswerden al opgenomen in decatalogus die verschenen is naaraanleiding van de tentoonstelling(1998) ‘Goed garen gesponnen?Industrialisatie in de provincieWest-Vlaanderen, 1800-1940’5.

In 1975 wees Van den Abeelen alop het belang van deze briefhoof-den voor de studie van de indus-triële archeologie6. Over deontstaansgeschiedenis en typolo-gie van het briefhoofd is in hetalgemeen maar weinig relevanteliteratuur voorhanden. De meesteliteratuur die voorhanden is, komtvan onze Noorderburen. In hetbijzonder werden de briefhoofdenvan textielbedrijven van naderbijonderzocht7.Giel Van Hooff geeft in zijn artikelover het briefpapier van deHelmondse textielnijverheid eengoed overzicht van de veleaspecten die er aan de briefhoof-den vastzitten8. In Vlaanderenwaagden Van Belle en Linterszich aan een typologie van debriefhoofden9. In dit artikel wordtaan de hand van een aantalgeselecteerde briefhoofden detypologische benadering verfijnd.Hoe zien briefhoofden er door-gaans uit? Welke informatiegeven de geïllustreerde briefhoof-den? Hoe presenteerden West-Vlaamse ondernemers zich methun briefhoofd? Zijn de historischebriefhoofden slechts te beschou-wen als een marketing tool van de19de en 20ste-eeuwse ondernemerof vormen ze daarentegen een

belangrijke bron voor de studievan de industriële geschiedenis.Andere mogelijke onderzoeksvra-gen, zoals de werkwijze van dedrukker en de kostprijs van eenbriefhoofd, blijven grotendeelsbuiten beschouwing.

Tijdwinst

Onder een briefhoofd verstaan we het gedrukte opschriftbovenaan het briefpapier, uiteenlopend van een eenvou-dige tekst tot en met een afbeelding van het bedrijf om-ringd door versiering. Briefhoofden mogen niet verwardworden met reclame- en adreskaarten. Deze porseleinkaar-ten mogen als de voorloper van het briefhoofd wordenbeschouwd10. De meest bewaarde reclame- en adreskaart-jes van West-Vlaamse ondernemingen dateren uit het mid-den van de 19de eeuw11. Het briefhoofd is in feite een in-troductie tot het geschreven woord en bevat heel dikwijlseen pompeuze voorstelling. De gewoonte om een brief-hoofd te gebruiken is er enerzijds gekomen uit praktischeoverwegingen en anderzijds om reden van herkenbaar-heid en duidelijke communicatie naar externen (klanten,overheid) toe.

Midden de 19de eeuw raaktvoorbedrukt papier in opgang.Goedkopere, vaak gekleurdepapiersoorten worden vanaf danvervaardigd. Tot die tijd werdgewoon, geheel met de handbeschreven schrijfpapier voorzakelijke correspondentiesgebruikt.Het was wel een gebruik om ineen hoek van het papier eenmonogram of stilistisch fraaieinitialen in reliëf aan te brengen.Voorts was het ook gebruikelijk deenveloppe te stempelen met defirmanaam.Het plaatsen van een afbeeldingvan het bedrijf op briefpapier iseen gewoonte die pas omstreeks1850 wordt geïntroduceerd.Hoewel dit procédé aanvankelijkduur zal zijn geweest, was hetveel efficiënter. De klerkenhoefden voortaan niet telkensweer dezelfde bedrijfsgegevensover te schrijven of te typen.De opkomst van de industrialisatiein de provincie West-Vlaanderengaat gepaard met een toenemen-de vraag naar handelsdrukwerk.Het is ook aan de toename van deleesvaardigheid van een brederpubliek toe te schrijven dat inzakelijke correspondentie devraag groeide naar gedrukte

informatie zoals reclamemateriaal,prijslijsten, verkoopcatalogi enbrochures, maar eveneensadministratief drukwerk zoalsfacturen, correspondentiekaartenen bedrukt briefpapier.Briefhoofden waren niet alleen inadministratief opzicht veel prakti-scher en efficiënter, men kon erook mee uitpakken bij de geadres-seerde. Dit was vooral het gevalwanneer een imposante afbeel-ding van het bedrijf in opdruk wasafgebeeld. Briefhoofden fungeer-den als visitekaartje, ze diendenom te imponeren. De indruk diede fabrikant naliet, was dan ookbelangrijk. Het briefhoofd diendeook om het vertrouwen van deklant te winnen. Mede daarom dathet briefhoofd aan de onderne-ming een dynamisch, energiek enbetrouwbaar imago moest meege-ven. De overdreven zwarterookpluimen die uit de fabrieks-schoorstenen komen, zijn eenteken van intense activiteit,voorspoed, werkgelegenheid enwelvaart. Als vertegenwoordigervan de onderneming was ditbriefhoofd in zekere mate deweerspiegeling ervan. In die zin ishet als historicus van belang teweten in welke mate het brief-hoofd de realiteit weergeeft.

Page 5: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

Het uitzicht van een briefhoofdevolueerde mee met de tijd: vaneenvoudige belettering, over eenmeerkleurendruk tot prachtigebriefhoofden op basis van fotogra-fische procédés. Welke procédéswerden gebruikt? Tot 1850 werdde tekst als boekdrukwerk ver-zorgd en werden de afbeeldingenin houtgravure toegevoegd. Eind18de eeuw werd de lithografieuitgevonden door de Duitser AloysSenefelder12. Lithografie raakte inde loop van de 19de eeuw sterk ingebruik en werd veelvuldigtoegepast voor het drukken vanpubliciteits- en handelsdrukwerk.Dit drukprocédé verdreef detraditionele reproductiemethodenvoor drukwerk zoals ets, houtsne-de of de kopergravure. Lithografiehad bijvoorbeeld ten opzichte vanetsen het voordeel dat het toelietop grote oplage te produceren.Bovendien was het mogelijk meteen litho een tekening doordrin-gend in de steen aan te brengendie tijdens het productieproceseven scherp bleef. Letters enillustraties konden op een vrijewijze op het papier samen wordengeplaatst, wat uitermate geschiktwas voor briefhoofden. Nog beterwerd het toen omstreeks 1850 dekleurenlithografie algemeen werd.Een met litho bedrukt papier bleekbovendien uitermate geschikt voorbriefwisseling en (standaard)formulieren13.

Modetrends

Het is niet bekend wanneer in West-Vlaanderen het com-merciële briefhoofd in gebruik is geraakt in handelscor-respondentie. Het oudste briefhoofd uit de reeks ‘hinder-lijke inrichtingen’ dateert uit 188914. Tot 1900 gaat het omsobere briefhoofden, die zich beperken tot een eenvoudi-ge, maar uitvoerige belettering van de bedrijfsnaam en deproducten.Erna groeit het briefhoofd uit tot een prachtige meer-kleurendruk waarop de fabrieksgebouwen en de omgevingworden afgebeeld. Veel bedrijven beeldden graag de ei-gen fabrieksgebouwen op hun briefpapier af. Daarbij werdoverdrijving niet geschuwd.Elke ondernemer wilde dat zijn patrimonium zo gunstigmogelijk werd weergegeven. Vooral wanneer grotere fa-briekscomplexen ontstaan, wordt het aantrekkelijker omdoor middel van een fabriekslandschap een panorama metspoorlijnen en fabrieksschoorstenen af te beelden.

4 Mestdagh J., ‘Ontsluiting en valorisatie van archiefreeks over hinderwetgeving: een pilootproject in Vlaanderen’, Bibliotheek-& Archiefgids, 2004, 5,pp. 22-27; Mestdagh J., ‘Hinderwetvergunningen: een multidisciplinaire bron’, Erfgoed voor Industrie en Techniek [ter publicatie].

5 Vannieuwenhuyse J. (red.), Goed garen gesponnen? Industrialisatie in de provincie West-Vlaanderen 1800-1940, Provincie West-Vlaanderen -Archiefdienst, Brugge, 1998, 240 p.

6 Van den Abeelen G., ‘Industriële archeologie’, in: En toen kwam de machine. Ontmoeting met de industriële archeologie, Brussel, 1975, p. 18.

7 P.J.M. Van Gorp en R. Peeters, Textielfabrieken op briefhoofden 1866-1956, Tilburg, 1981; Giel van Hooff, ‘Helmonds textielnijverheid in de 19de

eeuw op briefhoofden’: De Vlasbloem. Historisch jaarboek voor Helmond (1984), p. 135-155; H. Muntjeweff, ‘Een fabriek in vogelvlucht. De presentatievan de firma Pieter van Dooren op haar bedrijfsdrukwerk’, Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, VIII (1990), 1, pp. 12-19.

8 Giel van Hooff, op.cit., p. 135-155.

9 J. Van Belle, ‘Commercieel briefpapier: een weinig bekende bron voor de historisch topografie van de steden. Een poging tot typologie’, Tijdschrift vanhet Gemeentekrediet, 47 (1993), nr. 1, pp. 43-60, A. Linters, Febelgra bestaat 10 jaar. Briefhoofden in Limburg 1850-1914, Febelgra Brussel, 1989, s.p.10 M. Baert,, ‘Ikonografische studie van de 19de-eeuwse lithografische adres- en reclamekaarten in verband met metaalwaren’, in Oostvlaamse Zanten,LIII, 1978, 3-4, pp. 91-121.

11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf, Brugge.

12 Aloys Senefelder bedacht in 1798 het principe van de steendruk en de meerkleurenlithografie. Zie D. van Lente, Illustratietechnieken, in: H. Lintzen,Geschiedenis van de techniek in Nederland: de wording van een moderne samenleving 1800-1900 (deel II), Zutphen, 1993, p. 261.

13 Ibidem, p. 263.

14 Provinciale Archiefdienst West-Vlaanderen, reeks ‘Vergunningen betreffende gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen’.

15 J. van den Bogaard, ‘De archiefschat van J. Van den Boogaard’, Archievenblad, februari 2005, jrg 109, nr. 1, p. 3.

De lithograaf maakte daarvoorgebruik van het zogenaamde‘kikvorsperspectief’ om de fa-brieksgebouwen groter, imposan-ter en omvangrijker te doen lijken.Naast het kikvorsperspectief werdhet vogelvluchtperspectieftoegepast. Vanuit een hogergele-gen standpunt werden de be-drijfsgebouwen weergegeven.Vanaf 1920 bereikt men met detoepassing van de luchtfotografiehetzelfde effect15. Muntjeweffonderscheidt twee types brief-hoofden: met afbeelding en

Page 6: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

6

zonder afbeelding van de bedrijfs-gebouwen16. De eerste categoriekan opgedeeld worden naarge-lang de fabriek in kikvorsperspec-tief (portret/ voor- en zijaanzicht)of vogelperspectief (landschap) isafgebeeld. Indien de ondernemingniet wordt afgebeeld, komen ofwelletters met medailles ofwel lettersmet machineafbeeldingen in deplaats. Briefhoofden met letters enmedailles dateren uit de beginpe-riode van de industrialisatie, toenvooral in kleine fabriekjes werdgeproduceerd. Het onderscheid inbriefhoofden gaat mee met deevolutie van de tijd. Het ontwerpvan de briefhoofden kan immersniet los gezien worden van dekunststromingen. Ze volgenmodetrends.

De tekening wordt vanuit éénstandpunt gemaakt. De façadevan de fabriek of het gebouwen-complex werd schuin op devoorgrond op het beeldvlakgeplaatst om de omvang ervan tebenadrukken. Alle techniekenmaken bewust gebruik van deperspectivische vertekening vande landschapsomgeving rond hetfabriekscomplex om het bedrijfs-gebouw zo positief mogelijk voorte stellen. In sommige gevallenwerd de landschapsomgevinggewoon weggelaten om hetbedrijfsgebouw(en) nog meer teaccentueren. Een aantal drukkersvoegden op vraag van de fabri-kant een gefantaseerde, idyllischeomgeving (bv. parkachtige tuinenof overdreven rokende schoorste-nen) rond het bedrijf toe. Dewerkelijkheid werd geweld aangedaan ten gunste van de fabri-kant. In die zin werden ook demensen en dieren minuscuul ophet briefhoofd afgebeeld om hetbedrijf nog majestueuzer te doenlijken. Heel dikwijls zijn symboli-sche verwijzingen in een brief-hoofd verwerkt.

Werkelijkheid of bedrog?

De briefhoofden verschaffen de historicus diverse inlich-tingen.Vooreerst levert het briefhoofd de naam van de onderne-ming, het adres en de vermelding van de producten.Wanneer de productie vele vormen begon aan te nemen,werden meestal enkel de ‘pronkstuk(ken)’ weerhouden.Daarnaast vinden we op een briefhoofd nog enkele nutti-ge gegevens terug, zoals het telefoonnummer, de post-of de bankrekening, de vermelding van de juridische vormen eventueel de openingsuren van het kantoor.Als geschreven vermelding vinden we verder terug ‘Mai-son fondée en …’.Niet alleen geeft ons dat informatie over de oprichtings-datum van de onderneming, maar tegelijk vormde het eenbewijs van degelijkheid en kwaliteit.

Op briefhoofden figureren nogandere elementen. Van Belleomschrijft deze categorie elemen-ten als ‘verkoopbevorderendetekens’17. Volgens deze Vlaamsehistoricus maakt de morfologievan letters en tekens onderdeel uitvan ‘verborgen verleiders’. Ver-schillende schriftbeelden werdengebruikt: het Engelse, het ronde,het half schuinschrift, Romeinseletters, cursiefdruk, …vetjes,gewoon, meer of minder geaccen-tueerd. Vooral aan de initialen vande eigennamen (lees bedrijfsna-men) werd met heel veel accura-tesse gewerkt. Deze aandachtvoor detail is enkel vanuit marke-ting standpunt te verklaren.Diezelfde nauwkeurigheid treffenwe aan bij de afbeelding vanbedrijfsgebouwen. De fabrieksge-bouwen lijken steeds in perfectestaat te verkeren. Orde en eenharmonie van lijnen voeren hierde boventoon. Zoals eerder alaangeven, wenste de opdrachtge-ver vaak dat ook de directeentourage mee op het briefhoofdwerd geplaatst, zoals verbindings-wegen (spoorwegen, waterlo-

pen,…), de groene omgeving enhet binnenhof. Alles straalt eensfeer van orde, rust en sereniteituit, ook wanneer de afbeeldinggestoffeerd werd met mensen(werklui, klanten,…). Geenwanordelijke groepen vaklui, geenmassa in beweging die de aan-dacht opeist. In zekere zin vrolijktdeze afgewogen activiteit ondermensen het beeld op. Van Belleziet hierin een weergave van hetgeïdealiseerd universum, eengedeeltelijk opnieuw samengestel-de wereld zonder enig spoor vande strijdende arbeidersklasse.Briefhoofden als getuigenis vanmaatschappelijke structuren enverhoudingen.Naast de fabrieksgebouwen zietmen op sommige briefhoofden dearbeiderswijken.18.

Oog voor detail, harmonie en ordebetekent nog niet dat de afbeel-dingen ook waarheidsgetrouwzijn. Een kritisch oog van dehistoricus is hierbij noodzakelijk,in het bijzonder wat de omvangvan het bedrijfscomplex betreft.Zaagdaken werden veelvuldig

16 H. Muntjeweff, op.cit., p. 15.

17 J. Van Belle, op.cit., p. 44.

18 Ibidem, p. 45.

Page 7: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

gebruikt om de indruk te wekkenvan een ruim gebouw. Dezeindrukwekkende volumes metzaagdaken bieden het voordeeldat een ruimte wordt opgevuld.Het gebruik van een schuinperspectief versterkte deze illusiealleen maar. Alles stond in hetteken van verkopen en ‘imagebuilding’ naar de klant toe, alstreelde het ook de ijdelheid vande ondernemer. Weerspiegelendeze afbeeldingen nu de werkelij-ke situatie? Ja en neen. In iedergeval moet men omzichtig te werkgaan bij het voor waar nemen vandeze illustraties. Muntjeweff steldezich deze vraag ook en ging opzoek naar een antwoord. Hijtoetste de briefhoofden van deTilburgse wolspinnerij Piet vanDooren aan ander historischonderzoeksmateriaal (o.a. platte-grond brandverzekering, oudeluchtfoto) en kwam tot de vaststel-ling dat het briefhoofd vrij goedovereenstemde19. Van Doorenstelde het zelf op prijs dat defabriekpanorama’s in hoge mate‘natuurgetrouw’ werden afge-beeld. Van Dooren bood weer-stand aan de gewoonte van dedrukker om de fabriek grootser enmooier voor te stellen dan ze inwerkelijkheid was. Hij stelde hogeeisen inzake detail, nauwkeurig-heid, compositie en waarheidsge-trouwheid. Een wijziging in deomgeving van het bedrijf of aanhet fabriekscomplex zelf beteken-de meteen een nieuw briefhoofd20.Van Dooren mag echter welbeschouwd worden als de uitzon-dering op de regel21, al steltJ. D’Hondt dat de afbeelding opeen briefhoofd van de katoenspin-nerij Felix Dujardin (Assebroek),om zeer realistisch beeld gaat22.De (grond)plannen uit de archief-reeks ‘gevaarlijke, ongezonde enhinderlijke inrichtingen’ vormeneen geschikt instrument om de

objectieve visuele waarde van debriefhoofden te gaan toetsten.Slechts sporadisch bevatten deplannen ook een vooraanzicht vande bedrijfsgebouwen. Maar ookop basis van de grondplannen kaneen oordeel geveld worden overde werkelijke waarde van debriefhoofden. Uit de confrontatievan een beperkte selectie brief-hoofden en grondplannen kunnenwe twee opmerkelijke conclusiesafleiden. Ten eerste stellen wevast dat de omvang van defabrieksgebouwen zoals afge-beeld op de briefhoofden nietcorrespondeert met die weergege-ven op de plannen. We hebbeneerder in deze bijdrage aangeduidwelke technieken de lithograaf terdienste nam om de onderneminggroter af te beelden dan in werke-lijkheid het geval was. Ten tweedekunnen we uit onze bevindingenopmaken dat de structuur van hetbedrijf zoals voorgesteld op hetbriefhoofd niet overeenkomt metde indeling die we aantreffen opde grondplannen.

Naast zaagdaken, waren hogeschoorsteenfabrieken een anderinstrument om illusies te creëren.De overdreven rokende fabriek-schoorstenen fungeren als bewijsvan een goed draaiend bedrijf.Sommige firma’s hebben in dezeroetkringels die door de windworden meegenomen hun naamaangebracht. Ze stralen eenzekere trots uit en vormen eenherkenningspunt in het landschap.Mede daarom dat de ontwerper zevaak te pas en te onpas gebruiktom evenwicht te krijgen in decompositie. Schoorstenen, werk-plaatsen en andere elementen uitde landschapsomgeving warengemakkelijk te verplaatsen en teverwisselen, dus is het een zaakom met de nodige omzichtigheidte handelen. Een nauwgezet

onderzoek waarbij briefhoofdenvan één bepaald bedrijf over eenlange termijn worden gevolgd engetoetst aan ander bronnenmate-riaal, kan wel doeltreffend zijn.Soms bleef een briefhoofd hééllang geldig, ondanks wijziging aanhet fabriekscomplex en verande-ringen in de productie. Ofwel wasde voorraad zo groot dat menverplicht was jarenlang hetzelfdebriefhoofd te gebruiken ofwel werdbij een herdruk heel vaak de oudelithografie overgenomen. Eenander teken van voorspoed enontwikkeling is de aanwezigheidvan grote vervoermiddelen (trein,schip,…) en transportwegen(water, spoorweg,…).

Op briefhoofden worden niet enkelde fabrieksgebouwen afgebeeld.Uit de typologie van Van Belle,blijken heel wat andere aspectencentraal te staan23. Op het briefpa-pier van sommige ondernemingenstaat de toeleveringsactiviteitafgebeeld. In de meeste gevallengaat het dan om activiteiten uit demijnbouwindustrie. Op anderebriefhoofden wordt het afgewerktproduct - en meestal het pronk-stuk uit de collectie - voorgestelden de gebruiksmogelijkhedenervan weergegeven. Andereondernemingen beelden dediverse productiefasen af. Kleineondernemingen opteren er vaakvoor om zowel de werknemer alshet product voor te stellen. In delijn met de wapenschilden uit deheraldiek, kiezen fabrikantenervoor de naam van hun merkweer te geven. Deze laatstetoepassing merken we bijvoor-beeld sterk op bij de Izegemseschoen- en borstelfabrieken.Iedere volwaardige fabrikant heeftzijn eigen productnaam, bv.luxeschoenen ‘L’Aigle’ (P. Vander-meulen-Debosschere - Emelgem)of borstels van het merk

19 H. Muntjeweff, op.cit., passim.

20 Ter illustratie hiervan het volgende: ‘Nadat in 1887 het kantoor, de paardenstal en het wolmagazijn door brand waren verwoest, vond nieuwbouw engelijktijdig uitbreiding daarvan plaats. Op het briefhoofd uit 1888 zien we die nieuwe situatie duidelijk weergegeven, met een schitterende aangelegdetuin ernaast, en op die achtergrond hangen de wollen lakens te drogen. (…)’.

21 P.J.M. Van Gorp en R. Peeters, op.cit., passim

22 J. D’Hondt, De iconografie van de katoenspinnerij Dujardin (1848-1878), Het Brugs Ommeland, 31 (1998), pp. 272.

23 J. Van Belle, op.cit., pp. 55-60.

Page 8: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

8

‘L’Hirondelle’ (A. Devolder -Izegem)24. In het ene geval wordteen arend (‘aigle’) afgebeeld, inhet andere geval een zwaluw(‘l’hirondelle’).

Briefhoofd van de Izegemse schoenfabriek P. Vandermeulen-Debosschere (1943)

Kwaliteitslabel

De ondernemer wilde via de briefhoofden een dynamischimago en vertrouwen creëren bij de klant. Daarbij is hetvan belang dat de klant weet dat de onderneming kwali-teitsproducten aanbiedt. Van Belle onderscheidt driesoorten van ‘bewijzen’: (1) de tijd, (2) de officiële erken-ning en (3) de koninklijke erkenning26.

De tijd staat garant voor kwaliteit.Slecht draaiende bedrijvenhouden het niet lang vol. Hetopschrift ‘Maison fondée en…’ of‘Sinds…’ verwijst naar deugdelijk-heid, kwaliteit en een langetraditie. Een tweede ‘bewijs’ vankwaliteit is de erkenning van eeninternationale jury, van wie magaangenomen worden dat zecompetent waren. Wat kan eenbetere referentie zijn dan een prijsvan een internationale jury moestde klant denken. Veelvuldigfigureren tal van medailles enandere beloningen behaald tijdenstentoonstellingen en allerhandesalons op de briefhoofden. Naastde internationale erkenning

pronkten veel bedrijven met hunkoninklijke erkenning. Wie wasstrenger inzake kwaliteitsvereistendan de Koning zelf? Het etiket vanhofleverancier als ultieme bewijsvan superkwaliteit.

te maken. Het bedrijf moest snelherkenbaar zijn. Er werdendiverse procédés gebruikt om deonderneming te identificeren.

Briefhoofden hadden niet alleende functie van visitekaartje voorde onderneming, ze dienden ookde identiteit van de firma kenbaar

Ten eerste werden, zoals eerderbeschreven, de gebouwen afge-beeld te midden van hun omge-ving. Hiervoor gebruikte de drukkerhet schuin perspectief. Ondankshet feit dat heel wat ondernemershun fabriekscomplex graag watfraaier en ruimer zagen voorge-steld in de briefhoofden, was hetniettemin belangrijk dat het de(potentiële) klant in staat stelde hetbedrijf en de omgeving te herken-nen wanneer hij ter plaatse kwam.Het briefhoofd moest dus vrijdegelijk representatief zijn, in hetbijzonder wat de voorgevel van hetgebouw betrof en de topografischeherkenningspunten (straten,bomen, transportmiddelen- enwegen, plein,…). Enkel in werke-lijkheid bestaande herkennings-punten zorgden ervoor dat de klantde plaats herkende.

Het vertrouwende aspect werdnog versterkt door de vermelding‘gedeponeerd handelsmerk’, wateen officieel erkend statuutverleende aan het merk. Erbestonden een hele resemtechnieken die de klant moestovertuigen van de kwaliteit endegelijkheid van het product.

In het briefhoofd van de Kortrijksewolwasserij en matrassenfabriekAlbert Corneille wordt de grond-stof, het schaap, afgebeeld (zieverder)25.

Page 9: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

Het briefhoofd van de Veurnseboterfabriek van de Samenwer-kende Maatschappij Veurneam-bacht uit 1908 is in dit verbandillustrerend27. Het landschap wordtals achtergrond gebruikt.Op briefhoofden figureren spora-disch landschapselementen uit deomgeving of eigen aan de ge-meente waarin de onderneming isgevestigd. Op het briefhoofdprijken naast de afbeelding van deboterfabriek, ook afbeeldingenvan bekende Veurnse historischegebouwen (Sint-Walburga, deSint-Niklaaskerk en het belfort). Opvallend bij dit briefhoofd is detweetaligheid waarin alle vermel-dingen en opschriften voorkomen.

Briefhoofden waren in die periodeoverwegend in het Frans opge-steld, de taal van de bourgeoisieof de heersende taal in Vlaande-ren. Het thema van de heraldiek(wapenschild) is eveneens pre-sent in dit briefhoofd.Om de klant te overtuigen van dekwaliteit van het product, verwijstmen zowel naar de degelijkheidvan de grondstoffen, naar heteigenlijke productieproces alsnaar het eindproduct: ‘Fijnste room boter bewerkt naarhet laatste gezondheids enwetenschappelijk stelsel voortko-mende van de beroemde vetteweiden van veurneambacht mengelast zich voorraden te bereiden’.

24 Provinciale Archiefdienst West-Vlaanderen, reeks ‘Vergunningen betreffende de gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrich-tingen’, A.3./A.5./A.7.-G.B./2000/4 e en A.3.-G.B./1998/83 m

25 Provinciale Archiefdienst West-Vlaanderen, reeks ‘Vergunningen betreffende de gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrich-tingen’, A.3./A.5./A.7.-G.B./1998/30 f

27 J. Van Belle, op.cit., pp. 47-49.

Briefhoofd van de Veurnse boterfabriek van de Samenwerkende Maatschappij Veurneambacht (1908)

Page 10: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

10

West-Vlaamse briefhoofden

De hier gepresenteerde selectie van brief-hoofden uit de 19de eeuw werd gemaaktomdat ze informatief en representatief zijnvoor de besproken periode en navenanteontwikkeling. Sommige onder hen mogenomwille van hun illustratieve waarde on-getwijfeld tot de pronkstukken uit de col-lectie worden gerekend. Het oudste brief-hoofd dateert uit 1889. In de archiefreeksbevinden zich een aantal briefhoofden uitdat jaartal.

Na dit scharnierjaar neemt hetaantal briefhoofden opmerkelijktoe. In sommige delen van Neder-land kwam het gebruik vanbriefhoofden na 1850 veelvuldigvoor; in andere delen blijkt na1880 het aantal gebruikers vanbriefhoofden toe te nemen28. Deeerste briefhoofden uit de provin-ciale archiefreeks ‘hinderlijkeinrichtingen’, kenmerken zich doorhun decoratieve typografie. Hetaccent ligt duidelijk op de grafi-sche vormgeving van de belette-ring, zoals in de lijst van produc-ten die de firma J. De Jaegher,Ateliers de Construction, Forges &Fonderies de Bruges - gedateerd1889 - links in de marge over degehele lengte van het briefpapierlaat drukken in meer dan 20verschillende lettertypes29. Vol-gens J. Van den Boogard weer-spiegelt de stilering van de meestgebruikte lettertypen uit dezeperiode de voorkeur voor overda-dig versierd fin de siècle deco-rum30. De vernieuwing op grafischgebied, de stilistische versoberingdie kenmerkend is voor de ArtNouveau of de Jugendstil en zijnintrede maakt in deze periode, isnog niet te zien.Wellicht oordeel-

de zowel drukker als ondernemerdat het veiliger was aan te sluitenbij de heersende bourgeoisie-smaak. Aan die eerste briefhoof-den is in geen enkel geval eenillustratie toegevoegd. Dat wasuiteraard duurder dan een louterebelettering. Van den Bogaard steltdat het merendeel van de vroegebriefhoofden van Limburgsebedrijven afkomstig zijn vanhandelsondernemingen, transport-bedrijven en winkels. Industriëleondernemingen zouden pas laterop de trend inhaken31. Gezien hetbeperkt aantal briefhoofden uit dearchiefreeks ‘hinderlijke inrichtin-gen’ voor de beginperiode is hetweinig evident deze uitspraak tebevestigen voor wat de West-Vlaamse bedrijven betreft.

Het briefpapier blijft duidelijkzakelijk: de naam van het bedrijfstaat centraal en de producten ofactiviteiten er omheen zijn ofwellinks of rechts in de marge in eenkleiner en verschillend lettertypegedrukt. Er bleef bijna geen ruimtemeer over om te schrijven. Dedrukker of ontwerper werdenzelden vermeld. Op het briefhoofdvan de firma J. De Jaegher enhaar opvolger ‘Ateliers de Con-struction, Forges et Aciéries deBruges’ staat links onderaan inminuscule letters de naam van degraveur vermeld. In het eerstegeval gaat het om de vermaardeFranse briefhoofdendrukkerArnaud die actief was in Lyon enParijs; in het tweede geval gaathet om Jules Strickaert-Descham-ps uit Brussel32. Het blijft de vraagof de drukkerij of het bedrijf voorhet ontwerp van het briefhoofd eenkunstenaar onder de arm nam. Inelk geval zijn de afbeeldingen,zoals verder in deze bijdrage nog

28 Provinciale Archiefdienst West-Vlaanderen, reeks ‘Vergunningen betreffende de gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen’, A.3.-G.B./1997/23 d.

29 P.J.M. Van Gorp en R. Peeters, op.cit., p. 135-155, H. Muntjeweff, op.cit., pp. 12-19.

30 Provinciale Archiefdienst West-Vlaanderen, reeks ‘Vergunningen betreffende de gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen’, A.3.-G.B./1997/4 a

31 J. van den Boogaard, ‘Ter attentie van…negentiende-eeuwse briefhoofden uit de collectie van het SHCL’, in: Regionale geschiedenis zondergrenzen. Opstellen aangeboden aan prof. Dr. J.C.G.M., Maastricht, 1998, p. ? nazien…

32 Ibidem, p. 187.

zal blijken, met heel veel grafischevakkennis vervaardigd.

Het oudste briefhoofd uit decollectie is dus van het Brugsemetaalbedrijf J. De Jaegher -Ateliers de Construction, Forges &Fonderies de Bruges (cfr. supra).Centraal staat de naam van hetbedrijf. Het opschrift neemt bijnaeen kwart van de ruimte weg.Links staat een volledige lijst van‘producten’ in verschillend letterty-pe, van boven tot onder. Bij ditbriefhoofd ligt het accent duidelijkop de decoratieve typografie. Wevinden tal van nuttige gegevensterug met betrekking tot hetbedrijf: de naam, de juridischevorm, adres en de core businessvan het bedrijf. Korte tijd laterfusioneert deze firma met ‘UsinesFerd Feldhaus’ en wordt omge-doopt tot Ateliers de Construction,Forges & Aciéries de Bruges. Vandit ‘nieuwe’ bedrijf vinden we eenbriefhoofd terug dat dateert uit1895. Opnieuw ligt de nadruk opde grafische vormgeving van debelettering. Er zijn geen illustratiesaanwezig. Centraal staat de naamvan het bedrijf, zij het wat minderuitgesponnen dan het vorigebriefhoofd. In de koptekst zit heelwat informatie vervat: de juridi-sche vorm van het bedrijf, denaam (waarbij nader toegelichtwordt dat het gaat om een fusievan twee bedrijven) en het maat-schappelijk kapitaal. De ‘produc-ten’ zijn opnieuw opgesomd ineen lijst van boven naar onder. Openkele kleine wijzigingen na, isdeze lijst dezelfde. De volgordewaarin deze ‘producten’ zijnopgesomd, komen exact overeen.Alleen de belettering verschilt, alis wel voor eenzelfde stramien tezijn gekozen.

Page 11: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

Briefhoofd van het Brugse metaalconstructiebedrijf J. De Jaegher, Ateliers de Construction, Forges & Fonderies deBruges (1899), later verandert de naam van het bedrijf in La Brugeoise. De huidige naam van het bedrijf is Bombardier.

Page 12: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

12

Er is nog ander briefhoofd uit1889, dat van het Willebroeksebedrijf De Naeyer en Cie33.Opvallend verschilpunt is het feitdat alles links is gecentreerd.Zowel de naam van het bedrijf,het adres, de ‘producten’, dezusterondernemingen als deinternationale erkenningen vullende volledige linkerkant van depagina. De belettering is héélsober, weinig verschillendelettertypes, alleen de lettergrootteverschilt. Vanaf 1895 lijken deeerste illustraties bescheiden hunplaats op te eisen naast debelettering. Bij wijze van illustratiehet briefhoofd (1899) van de N.V.Handelsvereniging (Nieuwpoort),gespecialiseerd in de import enexport van cokes en steenkool34.Op het briefhoofd wordt eendriemaster afgebeeld tussen deswingende golven, een ‘weelderig’rokende schoorsteen en hetopschrift ‘Stad Nieuwpoort’. Debelettering en de illustratie staanin de linker bovenhoek. Watopvalt, zijn de bijkomende nuttigegegevens die we uit het briefhoofdkunnen afleiden: de verkoopsmo-daliteiten, de naam van de be-drijfsleider en de telefoon. Op heteerste zicht lijkt het alsof doortoevoeging van illustraties deruimte die het briefhoofd inneemtop het briefpapier vermindert. Eengelijkaardig, maar opmerkelijkdecoratiever briefhoofd is dat vanhet Oostendse visbedrijf HenriHaspeslagh35. In de tekstvakjesen -banderol is duidelijk meerfrivoliteit en ornament aanwezig.Patronen, ranken en tal vanversieringen zijn op de achter-grond aanwezig.

De overgang van de 19de naar de20ste eeuw blijkt een héél duidelij-ke trendbreuk te zijn. Illustratief ishet briefhoofd van de Zwevegem-se draadtrekkerij St. Antoine,Léon Bekaert uit 190236.De afbeelding van het bedrijven-complex en de omgeving wordtoverduidelijk geaccentueerd. Eenduidelijke breuk met de decoratie-ve typgrafie waar de nadrukeerder lag op de grafische vorm-geving van de belettering. Hetschuin perspectief, de zaagdakenen de ontelbare ramen en deurtjesworden ook hier weer gebruikt omde indruk te wekken van een ruimgebouw.

33 Provinciale Archiefdienst West-Vlaanderen, reeks ‘Vergunningen betreffende de gevaarlijke, ongezondeen hinderlijke inrichtingen’, A.3.-G.B./1997/4a en 17 j.

34 Provinciale Archiefdienst West-Vlaanderen, reeks ‘Vergunningen betreffende de gevaarlijke, ongezondeen hinderlijke inrichtingen’, A.3.-G.B./1997/2 l

35 Provinciale Archiefdienst West-Vlaanderen, reeks ‘Vergunningen betreffende de gevaarlijke, ongezondeen hinderlijke inrichtingen’, A.3.-G.B./1997/28 gg

36 Provinciale Archiefdienst West-Vlaanderen, reeks ‘Vergunningen betreffende de gevaarlijke, ongezondeen hinderlijke inrichtingen’, A.3.-G.B./1997/19 s

Briefhoofd van de Société Anonyme Handelsvereeniging, Nieuwpoort (1899)

Page 13: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

Briefhoofd van het Willebroeksebedrijf De Naeyer en Cie (1899)

Page 14: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

14

De vier hoge rokende fabriek-schoorstenen - links twee enrechts twee - moeten voor eenevenwicht zorgen in de composi-tie. Het hele complex is keurigomheind en lijkt wel te middeneen parkachtige omgeving teliggen. De mensen en de dierenzijn minuscuul afgebeeld inverhouding tot het fabriekscom-plex, alweer om de illusie tewekken van een ruime oppervlak-te. Een teken van voorspoed engunstige ontwikkeling vormen denabijheid van transportmiddelenen -mogelijkheden. Rechts vanhet bedrijvencomplex valt eengoederentrein waar te nemen,even verder twee transportsche-pen. Naast deze elementen, moetde vermelding L.B. ‘trade mark’(gedeponeerd handelsmerk) hetvertrouwen van de (potentiële)klant nog versterken.Een vertrouwen dat nog aange-scherpt wordt door vermelding

van de internationale prijzen enbrevetten.

Briefhoofd van het Oostendse visbedrijf Henri Haspeslagh (1898)

Een nog recenter voorbeeld datduidelijk de trendbreuk aanduidt,is het briefhoofd van de bekendeKortrijkse brouwerij ‘Emile Lust-Verscheure’ (1897)37. Een bunde-ling van interessante elementenkomen voor op het briefhoofd,illustratief voor de typekenmerkenvan een briefhoofd. Links wordthet product afgebeeld, een flesbier met daarboven in grote lettersde productnaam, ‘Stout’. Dat hetbier goed is voor de gezondheidstaat volgens dit briefhoofd buitenkijf. Er wordt zelfs verwezen naardé Franse wetenschappers uit de19de eeuw: Louis Pasteur en EmileDuclaux. Geen betere referentiedan dit, moet de bedrijfsleidergedacht hebben. De kwaliteit vanhet product wordt nog eens extrain de verf gezet door het opschrift:‘Cette bière d’une fabrication touteparticulière se recommande par

ses propriétés spéciales. Elle estsurtout bienfaisante et nutritivepour les enfants et personnesd’une santé débile. Prise entre lesrepas, elle possède le grandavantage de procurer une diges-tion facile et régulière. Plusieursfois déjà son efficacité a étéproclamée par des médecins’.Verder opvallend zijn de frivoletekstvakjes en -banderol en deafbeelding van de brouwerij ineen ovaal medaillon. Een tendensblijkbaar in deze periode om hetbedrijfsgebouw (of schip) in eenovalen ring af te beelden. Dezelf-de techniek hebben we opge-merkt bij het briefhoofd van hetvisbedrijf van Henri Haspeslagh(cfr. supra).

37 Provinciale Archiefdienst West-Vlaan-deren, reeks ‘Vergunningen betreffendede gevaarlijke, ongezonde en hinderlijkeinrichtingen’, A.3.-G.B./1998/64 c

Page 15: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

Briefhoofd van de Zwevegemse draadtrekkerij St. Antoine Léon Bekaert (1902)

Briefhoofd van de Kortrijksebrouwerij ‘Emile Lust-Verscheu-re’ (1897)

Page 16: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

16

Dezelfde elementen en technie-ken komen steeds weer terug.Wel evolueren briefhoofden metde tijd, gaan alsmaar meer tot deverbeelding spreken en wordeneen prachtige meerkleurendruk.De Brugse haringrokerij enrolmopsfabriek Em. Van denAbeele-D’Hoore gebruikt eenprachtig briefhoofd (1909) metzowel de voorgevels van degebouwen als een panoramischzicht vanuit schuin vogelperspec-tief38. Er heerst een intensemenselijke activiteit aan devoorzijde van de onderneming. Debedrijfsgebouwen lijken wel eenvolledige straat in te palmen. Letook op de binnenplein(en) en dehoge bomen die voor evenwichten symmetrie zorgen. Bomen tervervanging van de rokendefabrieksschoorstenen? De tekst-vakjes en -banderol kenmerkenzich door frivoliteit en ornament.

Het bedrijf bevindt zich als hetware in een zeehaven, volledigvrijstaand. De werkelijkheid wasanders. De haringrokerij wasgelegen aan de Coupure, nietmeer dan een tiental meter breed.Het bedrijf was zowel links alsrechts omgeven door anderegebouwen en was bijlange niet zoomvangrijk (ondanks het feit dathet vier huisnummers in beslagnam) als afgebeeld op het brief-hoofd. De bomen stonden er weldegelijk, en driemasters ankerdengeregeld aan wal. We krijgen deindruk dat de haringrokerij tenmidden een ‘groene’ omgeving(de bomen achteraan de bedrijfs-gebouwen) is ingeplant, terwijl hetin realiteit in het stadscentrumwas gevestigd. Foto’s uit dieperiode tonen aan dat de omge-ving er héél anders uitzag39. Debedrijfsgebouwen zijn intussenverdwenen.

Een vergelijkbaar briefhoofdvinden we terug van de Zand-voordse steenbakkerij enpannenfabriek H. Maria-H.Antonius (1913)40. Vanuit vogel-perspectief hebben we panora-misch zicht op de voorgevelsvan het bedrijvencomplex en deentourage. Alle handelsactiviteitvindt opnieuw plaats aan eenkaai. De twee fabrieksschoorste-nen zorgen voor een perfectebalans.

38 Provinciale Archiefdienst West-Vlaanderen, reeks ‘Vergun-ningen betreffende de gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke in-richtingen’, A.3.-G.B./1997/20 k

39 Provinciale Archiefdienst West-Vlaanderen, reeks ‘Vergun-ningen betreffende de gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke in-richtingen’, A.3.-G.B./1997/68 b

40 Zie beeldenbank van de stad Brugge.

41 Provinciale Archiefdienst West-Vlaanderen, reeks ‘Vergun-ningen betreffende de gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke in-richtingen’, A.3.-G.B./1997/104 qq

Briefhoofd van de Brugse haringrokerij Em. VanDen Abeele-D’Hoore (1909)

Page 17: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

De goederentrein rijdt dwars doorhet fabriekscomplex en lijkt zichwat verderop wel door eenrotsachtig landschap te moetenbegeven. Helemaal in de verte -de verhoudingen in perspectiefkloppen niet helemaal - bevindtzich het station. Dat de fabriekuit diverse afdelingen bestaat,wordt nog eens geaccentueerddoor de vermeldingen ‘hangars’en ‘bureel’.Het vogelperspectief, de zaagda-ken en het panoramisch zichtwekken het idee op van eenomvangrijk gebouwencomplex.Bij dit briefhoofd vinden weechter nog een element terug datdoet denken aan een briefhoofduit de 19de eeuw. De ‘specialiteitvan het huis’, de productenworden opgenomen in een lijst.Nieuw is echter dat de algemenekoopvoorwaarden wordenvermeld op het briefpapier.

Hieruit blijkt de dubbele bandvan het briefpapier met deeigenlijke verkoop. Aan de enekant wordt het voor de verkoopgebruikt om de verkoopsvoor-waarden en de prijzen bekend temaken. Aan de andere kantwordt het gebruikt om de ver-koop af te ronden en de factuurop te maken.

Toepassingen op basis vanfotografische procédés beteke-nen een nieuwe stap in deevolutie van briefhoofden. Hetbriefhoofd van het bekendeIzegems schoenbedrijf ‘Eperond’Or’ (1938) is al van een heelandere orde dan de tot dusverbesproken types en is eentoepassing van dit fotografischprocédé41.De technieken en de doelstellingom de indruk te wekken van eenomvangrijk bedrijf zijn gebleven.

Briefhoofd van de Zandvoordse steenbakkerij en pannenfabriek H. Maria-H. Antonius (1913)

Page 18: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

18

De kenmerkende informatievegegevens eveneens, bv. hetopschrift ‘Maison fondée en…’,adres, telefoon, specialiteit, denationale en internationale erken-ning, de ‘titel’ van hofleverancier.Briefhoofden veranderen duidelijkvan karakter vanaf de jaren 1930.Twee types van briefhoofdenhalen in deze periode de boven-hand. Ofwel wordt het fabrieksge-bouw via een fotografischeweergave afgebeeld op hetbriefhoofd, ofwel beperkt men zichtot een sobere belettering. Inbeide gevallen blijven de gege-vens die eigen zijn aan de onder-neming, zoals de bedrijfsnaam, deproducten, het adres, telefoon-nummer behouden. Een nogbetere toepassing van het fotogra-fisch procédé vinden we terug inhet briefhoofd (1944) van hetmetaalbedrijf (ijzergieterij) MichelVan de Wiele uit Marke42.

Een ander briefhoofd uit hetInterbellum, dat van de Brugse enGentse brouwerijen ‘Aigle Belgica’(1938) vertoont nog sterk eenaantal kenmerken die typerendzijn voor de briefhoofden uit deeerste twee decennia van de20ste eeuw: de overdreven roken-de fabriekschoorstenen, hetpanoramische zicht, het schuinperspectief, etc43. Het concept isbij dit briefhoofd niettemin anders.Hier kiest de firma ervoor om aande ene kant de brouwerij inBrugge te tonen en aan de anderekant die in Gent. Beide brouwe-rijen lijken wel onderdeel uit temaken van één en dezelfdelandschapsomgeving. Briefhoof-den zijn ook een getuigenis vande technologische evolutie. Hetbriefhoofd van de matrassenfa-briek ‘Etablissements AlbertCorneille’ is in dit kader treffend.Paard en kar zijn verdwenen en

Briefhoofd van de Izegemse schoenfabriek Eperon d’Or (1938)

42 Provinciale Archiefdienst West-Vlaan-deren, reeks ‘Vergunningen betreffendede gevaarlijke, ongezonde en hinderlijkeinrichtingen’, A.3.-G.B./1997/8 o

43 Provinciale Archiefdienst West-Vlaande-ren, reeks ‘Vergunningen betreffende degevaarlijke, ongezonde en hinderlijke in-richtingen’, A.3./A.5./A.7.-G.B./1998/37 e

44 Provinciale Archiefdienst West-Vlaan-deren, reeks ‘Vergunningen betreffendede gevaarlijke, ongezonde en hinderlijkeinrichtingen’, A.3./A.5./A.7.-G.B./1998/A.3./A.5./A.7.-G.B./1998/30 f

Page 19: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

vervangen door wagens envrachtwagens. Dit briefhoofd staatvol van evenwicht en symmetrie.Zowel links (de grondstof, hetschaap) als rechts (de bedrijfsge-bouwen) staat een afbeelding. Ende ruimte tussenin wordt opgevulddoor tekst (de ‘specialiteiten vanhet huis’), de ene kant in hetFrans, de andere kant in hetNederlands. Briefhoofden warenbijzonder frequent in het Fransopgesteld.Dat men met de afbeeldingen opbriefhoofden omzichtig moet zijn,blijkt uit de confrontatie van tweebriefhoofden van hetzelfde bedrijf.Het net besproken briefhoofd vande matrassenfabriek uit 1936wordt vergeleken met een brief-hoofd van dezelfde onderneminguit 1931. In een tijdspanne vannog geen 5 jaar zien de bedrijfs-gebouwen en de omgeving ertotaal verschillend uit.

De spoorweg is gebleven, evenalsde fabriekschoorsteen, al staatdeze de ene keer in het middenvan het fabriekscomplex en deandere keer erachter. De gebou-wen zijn totaal verschillend. Indeze tussenperiode is het bedrijfwel uitgebreid met een wolwasse-rij, maar dit kan mijns inziensonmogelijk deze metamorfosevolledig verklaren. Het omge-vingslandschap is anders.Op het ene briefhoofd lijkt zichweinig (bijna geen gebouwen,behalve de Leie en een spoor-weg) in de onmiddellijke omtrek tebevinden; op het andere brief-hoofd is de directe omgevingvolgepropt met huizen en bedrijfs-gebouwen. Briefhoofden zijntijdens de jaren 1940-1950duidelijk op de terugweg, alkomen ze sporadisch nog voor, zijdat ze minder tot de verbazingspreken dan voorheen.

Briefhoofd van het metaalbedrijf (ijzergieterij) Van de Wiele uit Marke (1944)

Page 20: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

20

Besluit

Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw nemen handelsondernemingen enindustriële bedrijven de gewoonte aan om op hun handelsdrukwerk (cor-respondentie, facturen, brochures,…) voorgedrukte ‘reclameboodschap-pen’ aan te brengen. Dit gebeurt zowel vanuit administratief, praktisch alsvanuit marketing standpunt. Briefhoofden variëren van een decoratievetypografie tot prachtige meerkleurendrukken waarop het fabriekscomplexte midden van een idyllische omgeving wordt weergegeven. Briefhoofdenhebben hun nut voor de historicus, maar ze dienen met de nodige reservete worden behandeld. De lithograaf toverde in opdracht van de ijdele on-dernemer tal van technieken uit zijn hoed om de indruk te wekken van eenomvangrijk fabrieksgebouw. De briefhoofden fungeerden bovenal als eenmarketing tool die de potentiële klant diende te overtuigen van de kwali-teit en degelijkheid van de ‘producten’. Om de historische bruikbaarheidvan briefhoofden in te schatten, moeten ze getoetst worden aan andermateriaal (kadasterplans, plannen uit de reeks hinderlijke inrichtingen ofinventarissen van inboedel bij faillissementen).

Briefhoofd van Gentse en Brug-se brouwerij ‘Aigle Belgica’(1938)

Page 21: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,
Page 22: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

22

Bibliografie

Baert M.,Ikonografische studie van de 19de-eeuwse lithografische adres- en reclamekaarten in verband metmetaalwaren, in Oostvlaamse Zanten, LIII, 1978, 3-4, pp. 91-121.

Baetens R., Industriële archeologie in Vlaanderen. Theorie en praktijk, Antwerpen, De Standaard, 1988,271 p.

Coppejans-Desmedt H., Industriële archeologie en archief, in En toen kwam de machine. Ontmoeting metde industriële archeologie …., Brussel, 1975, pp. 70-77.

D’Hondt J., De iconografie van de katoenspinnerij Dujardin (1848-1878), Het Brugs Ommeland, 31 (1998),pp. 262-275.

David J., Beeldmateriaal en technieken. Richtlijnen bij het gebruik van de afbeeldingen als bron voor degeschiedenis van de technieken, in Oostvlaamse zanten, LXIV, 1989, 3, pp. 135-192.

Deweerdt A., Rond een briefhoofd van de pianofabriek Lieven Fonteyne te Roeselare, Rollarius. Bulletinvan het geschied- en oudheidkundig genootschap van Roeselare en Ommeland, 31 (2002), pp. 119-129.

Giel van Hooff, Helmonds textielnijverheid in de 19de eeuw op briefhoofde: De Vlasbloem. Historisch jaar-boek voor Helmond (1984), p. 135-155.

Linters A., De wortels van Flanders’ Technology. Industrieel Erfgoed - industriële archeologie in Vlaande-ren, Leuven, Kritak, 1987, 320 p.

Linters A., Febelgra bestaat 10 jaar. Briefhoofden in Limburg 1850-1914, Febelgra Brussel, 1989, s.p.

Muntjeweff H., Een fabriek in vogelvlucht. De presentatie van de firma Pieter van Dooren op haar bedrijfs-drukwerk, Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, VIII (1990), 1, pp. 12-19.

Pyncket M., Briefhoofden uit de Franse periode (1794-1815), ’t Wingheroen. Kontaktblad van de heemkun-dige kring dr. Rembry-Bath te Menen, 14 (1990), pp. 33-37.

Van Belle J., ‘Commercieel briefpapier: een weinig bekende bron voor de historische topografie van desteden. Een poging tot typologie’, Tijdschrift van het Gemeentekrediet, 47 (1993), nr. 1, pp. 43-60.

Van den Boogard J., De archiefschat van Jac Van den Boogard, Archievenblad. Uitgave van de KoninklijkeVereniging van Archivarissen in Nederland, 109, februari 2005, nr. 1, p. 3.

Van den Boogard J., Ter attentie van…negentiende-eeuwse briefhoofden uit de collectie van het SHCL, in:Regionale geschiedenis zonder grenzen. Opstellen aangeboden aan prof. Dr. J.C.G.M., Maastricht, 1998,pp. 173-196.

Van Effelterre J., Desmedt M., Briefhoofden tijdens de Franse revolutie en bezetting (1794-1814), Gestellakrantje: driemaandelijks tijdschrift voor familiekunde, heemkunde en geschiedenis van Gistel en omgeving,21 (1999/2000), pp. 37-43.

Van Gorp P.J.M. en Peeters R., Textielfabrieken op briefhoofden 1866-1956, Uitgave Nederlands Textiel-museum, Tilburg, 1981.

Van Lente D., Illustratietechniek, in: H. Lintzen, Geschiedenis van de techniek in Nederland: de wordingvan een moderne samenleving 1800-1900, deel II, Zutphen, 1993, p. 261-275.

Van Troostenberghe C., Oude briefhoofden uit Middelkerke. Graningate: een driemaandelijks tijdschrift vande heemkring van Middelkerke, 31 (1983), pp. 171-178.

Vannieuwenhuyse J. (red.), Goed garen gesponnen? Industrialisatie in de provincie West-Vlaanderen,1800-1940, Provincie West-Vlaanderen - Archiefdienst, Brugge, 1998, 240 p.

Page 23: Historische briefhoofden - Proximususers.skynet.be/VIATvzw/tic92one.pdf · 11 Een groot deel van deze porseleinkaarten wordt bewaard in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Biekorf,

Lijst Ereleden 2005

Vervaet Jean Ketelboetstraat 6 9250 WaasmunsterLevis E. Knotwilgenlaan 26 9032 GentVan Den Bavière André Daknammolenstraat 2 9160 LokerenLacroix Eric J. Kluyskensstraat 25 bus 6 9000 GentScherre Georges Zink 70 9820 MerelbekeVan Elsen-Coppens Jan Johannes Hartmannlaan 21 9040 GentBirnie-Van Deveegaete Elyzeese Velden 16 9000 GentWaeytens Jacqueline Harelbekestraat 7 9000 GentHanet Jacques Eenbeekstraat 34 9070 DestelbergenPlasschaert Jean Kortrijksesteenweg 663 9000 GentBeelaert Aster Pieter Cieterslaan 4 9032 Gent

Lijst Steunende leden 2005

Fransen Thomas Losweg 29 9030 GentVoortman Michel H. Frère Orbanlaan 57 9000 GentDe Schrijver Willem Jacob van Maerlantstraat 8 9000 GentVanhuffel Armand Hundelgemsesteenweg 39 9050 GentHoeree J. Hof Ter Beuken 12 9090 MelleVerhofstadt Frans Pannestraat 52 9000 GentWyns Dimitri Com. Neyskenslaan 100 3290 DiestRummens Mark Sportstraat 143 9000 GentDe Meyer B. Warande 5 9971 LembekeDe Vlaminck Marc Buizemontstraat 136 9500 GeraardsbergenFranklin L.L. Tombeur Brusselsesteenweg 420 9050 GentRooms Jean-Paul Schoolstraat 63 9040 GentVlerick Walter Stropstraat 150 9000 GentCoppejans-Desmedt Vagevuurstraat 1 9270 LaarneErauw Peter Galgenberglaan 11 9070 DestelbergenVerhoeyen-Weitjens Montenaken 121 3202 RillaarFidelis Felix Bazelstraat 150 9150 KruibekeVan Olmen Françoise Nieuwbrugkaai 3 9000 GentWissaert Roland Keuzekouter 14 9031 GentDuthoit Christine Paul Fredericqstraat 46 9000 GentPuttevils Christian Willem Wenemaerstraat 7 9000 GentWarie Albert Galglaan 14 9000 GentDu Pre-Everaert Johan Kleine Zuidstraat 13 9970 KaprijkeVan Vlaenderen-Van Heddegem Etienne August Van Geertstraat 74 9040 GentPlatteeuw Erik Vogelzangdreef 29 8200 Sint-Michiels (Brugge)Mennens Claudine Damaststraat 19 9030 GentDe Loof-Bral Regenboog 7 9030 GentBeke Koekelberg 62 1082 BrusselHebbelynck J. Goedingenstraat 4 9051 Sint-Denijs-WestremDubrulle M. Patijntjestraat 123 9000 GentLebbe Marc Dobbelslot 59 B 9000 GentGansbeke Willy Rijsenbergstraat 4 9000 GentMoeykens Yves Kon. Elisabethlaan 77 9000 GentHublet M. Goudbrokaatstraat 21 9030 GentMaesschalck-Verschueren Sparappellaan 25 9032 GentDurnez Hilde Meersstraat 59 9000 GentNerinckx Marc A. Rodenbachstraat 156 9040 GentLauwereins Raoul Lambrechtshoekenlaan 209/L6 2170 Merksem