HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat...

19
1 HILVERSUM 3 LUDGERIAANSE NIEUWSBRIEF van de LICHTING 1962-1967 nr. 21 september 2016 redactie: harrie de valk, frits le roux en hennie bouwhuis In dit nummer valt te lezen: Blz. 2: Dat de redactie weer goed nieuws te melden heeft Blz. 2: Waarom Cees Wessels zijn petje af neemt voor Theo Grömmel Blz.4: Dat er zelfs op sneeuw gegolfd kan worden Blz. 7: Waardoor Herman Jansen zo teleurgesteld was Blz. 8: Dat Story’s er zijn om verteld te worden Blz.10: Hoe opmerkelijk het taalgebruik van moeders kan zijn Blz.12: Dat Herman Verweij niet voor niets stadsdichter van Venlo was Blz.13: Over het opmerkelijke leven van een Arubaanse Ludgeriaan Blz.16: Hoe het met de ‘puissance’ van Frits Le Roux gesteld is Blz.18: Dat er in postvakh3 vuurwerk op stapel staat (Ctrl + klikken op dikgedrukt woord voor koppeling)

Transcript of HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat...

Page 1: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

1

HILVERSUM 3 LUDGERIAANSE NIEUWSBRIEF van de LICHTING 1962-1967

nr. 21

september 2016

redactie: harrie de valk, frits le roux en hennie bouwhuis

mail: [email protected]

In dit nummer valt te lezen:

Blz. 2: Dat de redactie weer goed nieuws te melden heeft

Blz. 2: Waarom Cees Wessels zijn petje af neemt voor Theo Grömmel

Blz.4: Dat er zelfs op sneeuw gegolfd kan worden

Blz. 7: Waardoor Herman Jansen zo teleurgesteld was

Blz. 8: Dat Story’s er zijn om verteld te worden

Blz.10: Hoe opmerkelijk het taalgebruik van moeders kan zijn

Blz.12: Dat Herman Verweij niet voor niets stadsdichter van Venlo was

Blz.13: Over het opmerkelijke leven van een Arubaanse Ludgeriaan

Blz.16: Hoe het met de ‘puissance’ van Frits Le Roux gesteld is

Blz.18: Dat er in postvakh3 vuurwerk op stapel staat

(Ctrl + klikken op dikgedrukt woord voor koppeling)

Ctrl + klikken voor snelkoppeling

Page 2: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

2

REDACTIONEEL

Met genoegen maken wij bekend dat de redactie opnieuw is uitgebreid. Op ons verzoek heeft Ton Boogmans zich bereid verklaard de taak van redacteur op zich te nemen. In het verleden deden wij al vaker een beroep op hem, waarop hij steeds enthousiast reageerde. Al is hij maar 2 jaar Ludgeriaan geweest, hij heeft zich vanaf het begin erg betrokken getoond bij onze activiteiten. Hij aarzelde ook deze keer niet lang om zijn medewerking te verlenen. Met ingang van het volgende nummer gaat Ton als hoofdtaak op interview-achtige wijze mensen benaderen. Hij beraadt zich momenteel nog op de beste wijze waarop hij dat kan invullen. We heten hem natuurlijk van harte welkom in onze redactie en wensen hem veel succes in die nieuwe functie.

Het gebruik van onze website www.postvakh3.nl blijft aangenaam verrassen. Zo waren er in augustus bijv. nog 96 bezoeken van 51 mensen! Voor alle duidelijkheid vermelden we hier nogmaals: De bij-dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen ook eens moeten lezen, kunnen worden ingestuurd! Dus: wat let je. Ook verheugd zijn we door de toenemende participatie van andere lichtingen Ludgerianen. In dit num-mer treffen jullie bijdragen aan van Eddy Marchena en Herman Verweij ( beiden lichting ’61 - ’66 ).

CEES WESSELS in gesprek met THEO GRÖMMEL

TWEE OLLE GRIEZEN AAN DE VOET VAN DE OLLE GRIEZE!

Kort geleden heb ik, Cees Wessels, Theo Grömmel een interview afge-nomen. Beiden zijn we geboren 'Grunningers' en dat schept toch een band. Bij onze hernieuwde kennismaking bleek Theo nog lang niet grijs te zijn. Toch ging hij akkoord met bovenstaande titel. Voor de niet Gröningers onder jullie: de Olle Grieze is de trots van Gro-ningen: de Martinitoren. Er gaat inderdaad niets boven Groningen.

Theo begroette mij moeizaam lopend en ondersteund door een stok. Ik dacht dus: laat ik maar eens luchtig beginnen:

Wat is er gebeurd Theo? Ik ben een verwoed wielrenner. Met vrienden ging ik zeven weken geleden een flinke fietstocht maken. In Den Ham ging het mis: ik kwam met mijn voorwiel in het natte gras terecht, gleed uit en kwam met een harde klap met mijn heup op het beton. Voelde ge-lijk: dit is foute boel. Ik werd met een ambulance naar het ziekenhuis in Groningen gebracht, waar uit de foto bleek dat mijn heup gebroken was. Er zitten twee grote scheuren in en er is een pen in mijn heup geplaatst. Binnenkort krijg ik te horen of deze verwij-derd kan worden. In sommige gevallen kan dat niet.

Zeven weken ben ik nu aan huis gekluisterd en besteed mijn tijd aan lezen, computeren en fysiotherapie om de spieren te versterken.

Op de fiets naar Verona

Page 3: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

3

(leek mij een hele opgave voor een sportman pur sang die Theo in het vervolg van het interview bleek te zijn )

Vertel eens iets over je lagereschoolperiode. Ik kom uit een katholiek arbeidersgezin bestaande uit vader, moeder en een zus. Mijn pa was onderaannemer: timmerman.

Mijn kleuterschool stond in Hoogkerk: openbaar onderwijs. Toen het echt menens werd, moest ik met de bus naar een katholieke lagere school in Groningen. Deze werd geleid door nonnen en die konden behoorlijk streng zijn. Daar heb ik geen trauma’s van overgehouden: die tucht bleek voor mij wel goed! Na de lagere school volgde ik MULO B en kon dat succesvol afronden.

Maar hoe kwam jij als katholieke jongen uit Hoogkerk in Hilversum terecht? (Ik had al zo’n vermoeden van het antwoord en dat bleek juist te zijn) Ik was al ingeschreven bij een openbare kweekschool in Groningen. Twee weken daarna ging de bel: meneer pastoor! De pastoorskopjes en de sigaren kwamen, zoals gebruikelijk in die tijd, te voorschijn. Me-neer pastoor sprak vermanend tot mijn vader: "Theo hoort als katho-lieke jongen in Hilversum thuis". Steenwijk kwam niet ter sprake: vol! Mijn vader meldde de pastoor dat hij dat absoluut niet kon betalen. De pastoor bood toen een kerkelijke bijdrage aan, zodat ik naar Hil-versum kon.

Het 1e en 2e jaar vond ik geen pretje. Komend uit een klein, rustig gezin met nu ineens dag en nacht een groep jongens om me heen, werd ik, vooral op die slaapzaal, geconfronteerd met een totaal gebrek aan privacy! Vanaf groep 3 ging het stukken beter en wist je waarvoor je op de kweekschool zat. Ik ging stage lopen en op scholen werken. Wel miste ik als 17-18 jarige jongen het stappen en achter de meiden aan. Dansen op het meisjesinternaat gaf mij onvol-doende bevrediging. In ‘t weekend ging ik vaak naar Utrecht, waar 2 neven van mij woonden.

Elma (mijn vrouw) en ik hebben een zoon, een dochter en twee kleinkinderen. Die wonen in Nijmegen. Een tijd hebben we elke vrijdag opgepast bij de kleinkinderen. Elke morgen vroeg weg en ’s avonds laat weer terug. Dat werd op een gegeven moment te veel.

Waar ik eigenlijk heel nieuwsgierig naar ben: Waarom heb je de Ludgeruskweekschool vroegtijdig verlaten? Na het onderwijzersexamen had ik een studiedip; had er genoeg van steeds naar de pijpen van anderen te moeten dansen. Uiteindelijk ging ik toch naar de kweekschool in Groningen. Daar heerste een geheel ander systeem en had ik twee jaar nodig om de hoofdakte te halen. Na het eerste jaar ben ik vier maanden gaan varen op een bescheiden coaster van 450 ton. Zodoende kwam ik in Engeland, Bel-gië, Denemarken, Noorwegen en zelfs Riga. We vervoerden o.a. kolen , hout en granen. Mijn functie aan boord werd in het monsterboekje omschreven als 'dekjongen' ( Jiskefet: retejong ), een term die gemakkelijk verkeerd kon worden uitgelegd! Eenmaal terug in Groningen en na het 2e jaar geslaagd voor de hoofdakte, heb ik tien jaar op de katholieke Martinusschool in Groningen gewerkt. Toen werd ik door een collega gevraagd te komen werken bij het speciaal onderwijs. Zo kwam ik terecht op de Bekenschool: een open-bare school voor speciaal onderwijs.

Page 4: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

4

Daar heb ik enkele akten gehaald, m.n. akte speciaal onderwijs en akte J. Mijn specialisatie was toch handvaardigheid.

Na verloop van tijd deed de computer zijn intrede in onze school. Ik was de eerste die een computer kreeg en nam de organisatie van het computergebeuren op me. Intussen beschikt de hele school over moderne computers en digitale schoolborden. Werken in het speciaal onderwijs vraagt een enorm incasserings-vermogen. Vaak kwam ik bekaf thuis, maar vond de remedie hier tegen: SPORTEN.

Tot slot even een greep uit zijn vele sportieve aktiviteiten: Hij zit o.a. in de organisatie van:

De monnikenloop op Schiermonnikoog ( nee Cees, niet rennen in pijen, maar gewoon in sportkleding! )

De beroemde 4-mijlloop

De Bommen Berendloop t.g.v. het ontzet van Groningen op 28 augustus

De plantsoenenloop

Technische commissie van de Groninger Atletiekvereniging

Hij heeft inmiddels twintig (!) marathons op zijn naam staan, waar-onder Berlijn, New York, Hamburg en Rotterdam. Zijn beste tijd tot nu toe: 3 uur en 14 minuten !!

Theo, ik ben even zo vrij om namens alle klasgenoten te zeggen: PETJE AF !

EVEN TERUG IN DE TIJD….

door Jos Peters

Een rubriek onder supervisie van Hennie Bouwhuis

Redacteur Hennie Bouwhuis benadert jaargenoten om te achterhalen of hobby’s en activiteiten die zij in hun Ludgerusperiode beoefenden nog een vervolg hebben gekregen in de jaren erna.

Als ik dit schrijf, zijn de Olympische Spelen net afgelopen. Ik heb veel gekeken, zelfs de wekker gezet voor Dafne en Bolt. Waarom vooral die twee? Juist..! De 100 m. was mijn favoriete num-mer bij de HIOS atletiekclub tijdens het Ludgeriaanse tijdperk. Atletiek werd toen nummer één. Voetbal werd naar de tweede plaats verdreven.

Als gelouterd voetballer, 16 jaar en na al een half jaar in het eerste van Ajax B gevoetbald te hebben, kwam ik in Hilversum bij EMM terecht. Voetbal kwam al gauw op de tweede plaats, alhoewel ik als A-junior wel geselecteerd werd voor een districtstoernooi van de provincie Utrecht.

Speaker bij de stadsparkloop

Page 5: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

5

Sport was belangrijk op onze school. Tussen de middag werd handbal gespeeld, klas tegen klas. HIOS (Hoog is ons streven) had verschillende takken van sport. Ik koos voor atletiek. Dat

wilde ik altijd al. Sprint en hoogspringen waren mijn beste nummers, maar ook de andere onderdelen kwamen aan bod. Bij mij rijst nu nog wel eens de vraag: heb ik op de Ludgerus meer tijd besteed aan de studie of aan de sport? Anderhalf jaar secretaris en drie jaar voorzitter en trainer van de club. En dan die vele uren trainen. ’s Avonds om tien uur suf van de studie nog even een uur (zo’n 15 km.) hard- lopen over de Hilversumse heide met o.a. Jan Vroonhof en Martin Linthorst als vaste maatjes. In de weekenden een trainerscursus volgen bij de bondstrainer in het chique KNVB-centrum in Zeist. En dan die vele wedstrijden, meer weekenden wel dan niet. ‘s Zomers baanwedstrijden en in de winter crosswedstrijden. Van elke wedstrijd maakte ik n ver- slag. Alles werd bijgehouden:per-soonlijke records, clubrecords en zelfs een Nederlands schoolre-cord op de 4 x 100 m. Ja, we de- den elk jaar mee aan de Neder-landse schoolkampioenschappen voor HTS’en, UTS’en en kweekscholen ( de zgn. CCSA-wed-strijden ). We wonnen nooit, altijd 2e achter Oudenbosch. Daar liep de toenmalige Nederlands kampioen 100 m. mee, veel sneller dan ik. Maar met zijn lange benen had hij ook start-problemen, net als Dafne. En ik met mijn korte beentjes was juist een superstarter. Na 60 m. had hij me pas ingehaald. Daar ben ik nog steeds trots op. Mijn snelste tijd is 11,3 sec. Maar je had in die tijd ook alleen maar trage sintelbanen en grasbanen. Niet te vergelijken met het huidige tartan.

Na de kweekschoolperiode ben ik nog even in Gaanderen bij atletiek geweest, maar die club stelde niet veel voor. Ik werd weer gestrikt door mijn oude voetbalclub. Ik was daar de on-houdbare rechtsbuiten. Wat wil je 100 m. in praktisch 11 seconden. Ik heb o.a. tegen de Graaf-schap en Guus Hiddink gespeeld. Tot mijn 35e heb ik op het veld gespeeld, daarna nog 15 jaar zaalvoetbal.

Toen ging het mis. Door een fout in het ziekenhuis in Helmond kreeg ik een zeer ernstige alvleesklierontsteking. Ik heb de lichttunnel naar de eeuwige jachtvelden gezien. Tien dagen op het randje en drie maanden in het ziekenhuis, operaties en twee jaar revalideren. Mijn conditie was gedaald tot 0,0. Ik heb een paar maanden halve dagen proberen te werken, toen mocht ik van de ARBO-dienst niet meer. Ga maar wandelen en als het lukt wat in de tuin doen.

Ik ben langzaam weer wat gaan tennissen, eerst op een privébaan, daarna bij een club in As-ten. Later zelfs weer seniorencompetitie en toernooitjes gespeeld.

Page 6: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

6

Tot op een dag een collegatennisser tegen me zei: ”Ga je mee golfen?”. Ik zei: “Ben je gek, ik moet strijd hebben. Dat is niks voor mij!.” Toch gedaan en ik was meteen verkocht.

Ik heb bij Rob Mouwen, de huidige puttingtrainer van Joost Luiten, de kunst van het golfen geleerd. Dat doe ik nu al 15 jaar. Echt gaaf, weg van de jachtige wereld, een met de natuur, geen geluid van verkeer en helemaal op jezelf aangewezen. En dat is nodig. Golf is moeilijk: 80% concentratie. En probeer dat maar eens 4 à 5 uur vast te houden.

Ik heb handicap 18 gehad, nu 22. Maar de Stippelberg in Gemert-Bakel is ook erg moeilijk, maar wel mooi, dit jaar uitgeroepen tot de beste van Nederland. Ik heb een enorme rij birdies en een eagle op de kast staan. En nog een hole-in-one-prijs: drie dagen golfen in Duitsland. Ik heb op heel veel banen in het buitenland gespeeld: België, Luxemburg ,Turkije, Spanje, Por-tugal en zelfs in Maleisië (Kuala Lumpur). Maar de mooiste ervaring was golfen op sneeuw in Finland, bij de poolcirkel. Na een sneeuw-scootersafari ( In 4 dagen 500 km crossen over de Noordpool ) kwam ik bij de laatste over-nachting in Villa-golf terecht. Ik keek naar buiten en zag daar een vlag in de sneeuw staan. Wordt hier gegolfd? Ja, hier wordt gegolfd op een geprepareerde baan op sneeuw, inclusief fairways en greens (hier dus whites!). Ik had gelukkig nog één dag. s’Morgens om 10 uur werd

ik vriendelijk ontvangen, alles stond klaar, inclusief rode ballen. Lekker zonnetje bij -3 gr. Ik heb toen samen met de plaatselijke winterkampioene een formidabele wedstrijd gespeeld (drie boven par, voor insiders).

In het onderwijs heb ik natuurlijk ook mijn steentje bijgedragen. Ik heb veel gym- sport- en zwemlessen gegeven en veel sportdagen georganiseerd. Zelfs een megasportdag voor 5 VSO-scholen uit de regio. Dat kostte me een jaar voorbereiding.

Sport was en is mijn grootste hobby. Ik wilde aan elke sport wel ruiken en proeven. Ik heb ook nog zo’n 10 jaar gevolleyd en getennist. Elke winter ging ik met het gezin een week skiën. En was er ijs: schaatsen. In de zomer heel veel surfen en in de vakanties bergbeklimmen. Dat laatste deed ik ook nog eens op de racefiets. Geweldig, tot in de sneeuw op 3000 m.. Het vlakke Nederland vond ik eigenlijk maar saai.

Alles moest avontuurlijk zijn. Dus parachutespringen (A-brevet gehaald), vele avontuurlijke reizen gemaakt, vulkanen beklommen in IJsland en Ecuador (de Chimbarazo tot 5500 m.), jun-gletochten in Afrika, Nieuw-Zeeland en een overlevingstocht met een indiaan in het Amazo-negebied. Paragliding in Nieuw-Zeeland, gletsjertochten in Frankrijk en IJsland, zwemmen en snorkelen in Egypte, in Mexico en bij de Galapagos eilanden tussen zeeleeuwen, haaien en zeeschildpadden. Als het maar spectaculair was! Een maand geleden heb ik nog een dagje zweefvliegen gedaan. Leuk! De laatste vlucht mocht ik zelf vliegen, uitgezonderd landen. Wel een luie sport, evenals biljarten wat ik al 25 jaar doe.

Page 7: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

7

Doe je ook nog wat anders in het dagelijks leven? Jazeker..!! Ik ben geregeld oppasopa (vijf kleinkinderen). Ik ben voorzitter van de Vve en tuinman van ons appartementencomplex. Ik ben al 12 jaar bij een schildersgroep (Artastique). Dan heb ik ook nog een latrelatie met Fenny. We gaan regelmatig e-biken in den lande. Ik heb last van artrose. Begin november krijg ik een nieuwe knie: helemaal versleten. Geen nood, een paar maanden revalidatie en een paar maanden overwinteren in de gezondste streek van Spanje en ik sta begin april weer op de golfbaan. Daar ben ik van overtuigd!

KORTE BERICHTEN verzameld door Harrie de Valk

TELEURGESTELD Omdat mijn zoon Bas in Amsterdam woont en wij daar, ook vanwege de kleinkinderen, regelmatig vertoeven, ga ik af en toe op de koffie bij Marcel Schrage of Herman Jansen. Zij wonen niet zo ver van de wijk waar mijn zoon een huis heeft.

Een paar weken geleden belde ik weer eens aan bij Herman, omdat ik na mijn bezoek met Marcel aan zijn expositie (zie H3 nr.16, juli 2015) niets meer van hem gehoord had. Hoewel die bijeenkomst uitermate gezellig was verlopen, had ik het vemoeden dat de oorzaak van zijn stilzwijgen lag in de iets te kritische feedback die wij hem toen gegeven hadden. Gelukkig gaf Herman aan dat hij dat alleen maar gewaardeerd had. Wel was hij uitermate teleurgesteld over het totale gebrek aan belangstelling van zijn oud-klasgenoten voor de opening van zijn tentoonstelling destijds. Na de tijdige aankondiging en de officiële uitnodiging in H3, had hij toch minstens een paar van zijn jaargenoten verwacht. Hoewel de expositie een succes was, had het hem toch zeer gestoken dat er totaal niemand van de Ludgerianen was verschenen ( Marcel en ik bezochten de geëtaleerde werken pas achteraf ). Als reactie had hij het hele Ludgerusgebeuren een tijdlang helemaal van zich afgezet, kon hij niet eens de moeite opbrengen om de Nieuwsbrieven te lezen. Ook de website had hij nog nooit bekeken. Ik kon me zijn reactie voorstellen. De gedachte: als jullie zó weinig belangstelling hebben voor mij, waarom zou ik dan nog belang stellen in jullie, lag natuurlijk voor de hand. Maar twee koppen koffie verder kreeg ik toch het idee dat zijn interesse en nieuwsgierigheid weer begonnen op te leven. Na een geanimeerd gesprek van enkele uren over gezondheid, klein-(kinderen), onze weder-

zijdse Frieslandconnectie en zijn schilder-werk, waarin hij bezig is een nieuwe richting te zoeken, nam ik afscheid in de hoop hem toch weer wat positiever gemaakt te heb-ben. Later liet Herman mij weten dat hij daar toch iets meer tijd voor nodig had. Laten we hopen dat hij die tijd gebruikt om tot zich te laten door dringen dat onze band te uniek is om verloren te laten gaan en onze tijd te kort voor teleurstelling.

Herman in zijn atelier met enkele portretstudies

WIJZIGING E-MAILADRES

Hennie Bouwhuis liet weten niet meer tevreden te zijn met zijn oude e-mailadres. Om hem

te bereiken moet voortaan het volgende adres gebruikt worden: [email protected]

Page 8: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

8

VERHALEN

Amsterdam, 25 aug 2016 -- Gerard B.Kosse

ONZE UNIEKE VERHALEN

Ons alumni clubblad Hilversum 3 en de eraan gekoppelde website Postvakh3.nl bieden ons een uniekei mogelijkheid om ons te uiten en anderen te boeien en te inspireren. Daarmee komen die twee media tegemoet aan de oermenselijke behoefte om je werkelijkheid, je eigen leven en dat van anderen te be-grijpen door woorden te plakken op wat je mee-maakt door je eigen initiatieven en door hetgeen je onder-gaat door andermans handelingen in een van persoon tot persoon verschillende omgeving. Met onze woordenplakkerij krijgen we letterlijk grip op ons bestaan in onze specifieke, nooit meer terugkerende beleving van onszelf in een ook al weer steeds wisselende tijd en ruimte. Zonder overdrijving is het enige wat echt telt voor onszelf datgene wat we bewust en halfbewust ervaren. Anders gezegd: ons bestaan speelt zich hoofdzakelijk af in ons koppie dat gevuld en gevoed wordt met wat ons lichaam aan prikkels opvangt en verwerkt via onze zeven zin-tuigenii in omstandigheden die ver-schillend zijn voor ieder van ons, en ook nog eens voor onszelf verschillen van moment tot moment. In de afbeelding van de begripswolk van die constante verandering zie je hieronder

eigenlijk je eigen leven in kernbegrippen weergegeven. In de zeer nuchtere Boeddhis-tische kijk op ons fluctuerend bestaan en het besef ervan, gebruikt men daarom het beeld van een zeer snel voor-bijstromende rivier: de rivier lijkt een constant en stabiel iets, maar de triljarden afzon-derlijke waterdruppels die de-ze rivier tezamen maken tot wat zij is, zijn geen seconde dezelfde. En zo is het ook met ons eigen leven en de verhalen die we er

over kunnen vertellen.

VERSCHILLENDE TYPES VERTELLERS Eerst even een open deur intrappen: Er zijn verschillende types mensen. In onze Lud-gertijd kreeg mijn klas daarom van frater Reinaldus een paar lessen over de Persoonlijk-heidstypologie van Alfred Adler. Ik herinner me dat ik dan om me heen keek om te zien wie ik kon onderbrengen in zijn vier hoofdcategorieën: de dominante energieke overheersers, de

Page 9: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

9

gevoelige onderzoekende leerders, de zwijgzame introverte passievelingen, en de energieke sociaalvaardige ondernemers. Maar ik besefte al gauw dat Herr Adler onze prachtige werke-lijkheid wel erg versimpeld weergaf.

Tegenwoordig doen we dat een ietsiepietse beter. Voor onderwijsmensen is de indeling in vier types zintuigelijke prikkelverwerkers handig en interessant. Sinds Winnie Dunn in 1997 aandacht vroeg voor de manier waarop onze hersenen zintuigelijke prikkels verwerken, kun-nen we ons beter verplaatsen in de gevoels-, handelings- en belevingswereld van de ander. Eindnoot II geeft je toegang tot een eerste indruk van de gedragsgevolgen van de manier waar-op we de binnenkomende levensprikkels verwerken. Misschien wordt het daarmee ook in-zichtelijker waarom de ene Ludgerjaargenoot wél een verhaaltje over zijn eigen leven aan-levert en de ander niet. We verschillen immers niet alleen in de mate van openheid, durf en bewustwording van ons eigen bestaan. Maar ook nog eens in de ermee samenhangende ge-woonte, behoefte en vaardigheid om iets te verwoorden.

Ons clubblad illustreert dat duidelijk: de een verzint en plakt meer woorden dan de ander. Zo heb je de categorie woordenpoepers, waartoe ikzelf behoor. En aan de andere kant van onze belevings- en uitingsmedaille heb je de zwijgzamen die nergens een woord aan vuil maken en die we vaak ten onrechte aanzien voor droogkloten en binnenvetters. Alleen goede inter-viewers kunnen die stille geesten hun unieke levensverhaal ontfutselen!

GELIJKELIJKE INTERESSE IN ANDERMANS VERHALEN Alhoewel onze interesses enorm uiteen lopen, kun je ervan uitgaan dat onze belangstelling in het wel en wee van de jaargenoten van onze Ludgerjaargang 1962-1967 gelijkelijkiii aanwezig is. Dat komt vooral door het zelden meer voorkomende feit dat de meesten van ons in inter-naatsverband vijf adolescentenjaren deelden en toen samen nagenoeg dezelfde levensprikkels ondergingen…!

DUS, VOORMALIGE JAARGENOTEN: Blijf schrijven of laat je interviewen. Je vindt een goed gehoor!

---------------------------------------

i OVER HET UNIEKE VAN ONZE ALUMNI-MEDIA kun je meer lezen in de bijdrage HET ZOMERS LEZEN op onze website: http://www.postvakh3.nl/hetzomerslezen.pdf

ii ZEVEN OF NOG MEER ZINTUIGEN OM ONSZELF EN ONZE OMGEVING TE ERVAREN! Lees er meer over op internet en begin met een leesbaar overzichtje als http://7zintuigen.nl/7-zintuigen-en-hun-prikkels/ Ikzelf voeg er aan toe dat er GROTE RACIALE VERSCHILLEN zijn. In Afrika merkte ik bijvoorbeeld dat men zich beter en soepeler beweegt dan wij, vooral omdat men daar over betere bewegingszintuigen (=propriocepsis) beschikt. Geen wonder dat Zwarten op mondiaal gebied zo veel invloed hebben op moderne dans en de eraan gelieerde vele moderne jazz- en muziekstijlen. iii GELIJKELIJK is een begrip dat je niet moet verwarren met <hetzelfde aantal leesminuten> of <de-zelfde passie en empathie> tijdens het lezen van bijdragen aan ons Clubblad en onze Website. Bekijk daarom even de begripswolk van ‘gelijkelijk’: http://synoniemen.net/index.php?zoekterm=gelijkelijk

Page 10: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

10

PERSOONLIJK ALS ZODANIG GESPROKEN

door Harrie de Valk

MIJN MOEDERS OPMERKELIJK TAALGEBRUIK

Al eerder maakte ik gewag van de uitbundige viering van het Sinterklaasfeest binnen ons gezin. Dat uitte zich niet alleen in poëtische hoogstandjes, ook voor het bedenken van originele surprises werd alles uit de kast getrokken. Vooral staken we graag de draak met gewoontes of eigenaardigheden van de diverse gezinsleden. Zo had mijn moeder de hebbelijkheid eigenaardige woorden of uitdrukkingen te gebruiken die voor de gezinsleden bekend, maar voor buitenstaanders niet direct duidelijk en soms ronduit onbegrijpelijk waren. Een van mijn zussen had daarom als Sinterklaassurprise een compleet boekwerkje samengesteld getiteld: Moeders Verbazend Woordenboek, waarin de bijzondere taal-uitingen van mijn moeder in alfabetisch volgorde waren verzameld. Jammer genoeg was mijn moeder geen bewaarderig type, want bij het opruimen van de inboedel na het overlijden van mijn ouders hebben we dit unieke boekwerkje niet meer kunnen terugvinden.

Maar tijdens familiebijeenkomsten kwam moeders opvallende taalgebruik nog regelmatig ter sprake. Uit nostalgische overwegingen en uit nieuwsgierigheid naar de herkomst van sommige woorden en uitdrukkingen uit haar vocabulaire heb ik, met behulp van mijn zussen en broer, opnieuw een lijst samengesteld van al die bijzondere taaluitingen van mijn moeder. In onderstaande tekst laat ik jullie delen in een aantal van de meest opmerkelijke.

'Ons moe' kwam uit een eenvoudig gezin. Haar vader was rijksambtenaar en werkzaam als brug-wachter in Malden (Gld). Na 6 jaar Lagere School en 2 vervolgklassen, waar ze wat Frans en Engels leerde, moest ze gaan werken. Ze 'diende' een aantal jaren bij een deftige familie in de omgeving van Gouda, waar ze geboren was, en pikte daar, zowel in taal als gedrag, het nodige van mee. Dat kwam goed van pas toen ze mijn vader, onderwijzer en later hoofd van een BLO-school, aan de haak had ge-slagen. Voor haar was dat een stap omhoog op de maatschappelijke ladder. Voor de buitenwereld kon ze zich dan ook zeer deftig gedragen of geaffecteerd praten. Als kinderen keken wij wat vreemd aan tegen dat toneelspel, want thuis kwam ze soms heel wat minder sjiek uit de hoek. Ze bediende zich moeiteloos van volks taalgebruik als verrekte klootzolder (krachtterm), Dat zal me m’n reet roesten (kan me niks schelen) of Die laat zich niet in zijn zak schijten (die laat niet met zich sollen). Hadden wij onze spullen weer eens laten rondslingeren dan riep ze: Als je kont niet vast zat, dan lag die hier ook nog te stinken!

Mijn moeder gebruikte ook regelmatig tamelijk onalledaagse woorden. Wie kent bijv. de betekenis van daldeejen (lol maken met een hoop kabaal), gesmiervel (kleine stukjes, van etenswaren), kreuske (remsporen in je onderbroek), in een zwoenk (oogwenk), konterefoor (van het Franse contrefort: hielversterking in een schoen), klotteren (inkopen doen voor Sinterklaas, een woord dat alleen in Tilburg en omgeving bekend is) of huujen (opjagen)? "Zit me toch niet zo te huujen!", zei ze dan, als we haar eens vroegen om op te schieten.

Wanneer we nieuwsgierig in de keuken kwamen vragen wat we zouden eten, scheepte ze ons vaak af met antwoorden als: wasem met een vurk, stront met stripkes of de variant husse, met de neus ertussen. Op de vraag welke kleur iets had, kreeg je te horen: pimpelpaars met ’n wit stripke of pimpelpaars met een groen randje. Ze had er trouwens een handje van met dat soort dooddoeners aan te komen, als ze geen zin had in het juiste antwoord of vond dat wij dat niet hoefden te weten. Als er bijv. iemand in het dorp was overleden en wij nieuwsgierig vroegen waaraan, was haar bondig antwoord: Gebrek aan asem. Ging mijn moeder ergens naar toe en wilden wij weten waarheen, dan was haar reactie steevast: Naar Bobbeskonten. En als we aandrongen met de vraag waar dat dan lag, reageerde ze met: Derde straatje achter Nimwegen. En daar moesten we het dan mee doen.

Page 11: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

11

Ze had weinig op met mannen die zich niet masculien gedroegen. Bemoeiden ze zich met vrou-wenzaken of waren ze te verwijfd gekleed, dan werden ze door haar weggezet met: Jan Hen. Ballet-dansers in strakke broeken ‘waarin je alles zag’, noemde ze denigrerend aangespitste kerels. Over mannen bij wie de broek wat te ruim om de billen zat, merkte ze kritisch op: Kijk nou, ’n pond boks en een ons kont! Ook kon ze weinig waardering opbrengen voor wulps of schaars geklede dames. Die is de Breeveertien opgegaan,1 was dan haar commentaar. Destijds wisten wij niet precies wat ze daar mee bedoelde, al hadden wel ‘n vermoeden.

Van spreekwoorden en zegswijzen maakte ze haar eigen varianten. Wanneer iemand uit ons gezin iets gehoord had, maar er niet het fijne van wist, reageerde ze schamper met: Je hebt de klok horen luiden, maar je weet niet waar Van Balveren woont. Van Balveren was destijds de koster van onze dorpskerk. Werd moeder kwaad, omdat er weer iemand stierlijk vervelend was, dan riep ze: Ik kan je wel achter ’t behang plekken! Héél boos voegde ze er dan soms aan toe: en dan sla ik de bobbels plat! Als een van de kinderen weer eens kattenkwaad had uitgehaald, haalde ze uit met: Ben je nou helemaal van God verlaten of ga je met vragenboekjes? De uitdrukking van God verlaten heb ik nog wel kunnen thuisbrengen, maar waar die vragenboekjes nou toch vandaan kwamen?

Het uitdelen van complimenten was niet haar sterkste kant. Als je een pluim verdiend had, zei ze hooguit: Je bent de bovenste beste… om daar, na een korte pauze, meteen ontnuchterend aan toe te voegen… van de onderste plank! Of ze kwam met: Als we jou toch niet hadden….. en de voordeur niet, dan moesten we altijd achterom. Van dezelfde strekking gebruikte ze ook: Als ik jou niet had…. en allebei m’n ogen niet, was ik hartstikke blind. Bepaald oncomplimenteus werd ze, als je in huis een bepaalde plaats opeiste, omdat jij daar altijd zat: Jouw plaats? Hoezo jouw plaats? Jouw plaats is (achter) op het kerkhof!

Al heb ik grote waardering voor de liefdevolle manier waarop 'ons moeder' een groot gezin van 9 kinderen bestierde, het viel natuurlijk niet altijd mee om de orde te handhaven. En dan vielen er wel eens klappen. In die tijd beschouwde men een stevige, corrigerende tik trouwens nog als volledig pedagogisch verantwoord. Het adagio Wie zijn kinderen lief heeft, kastijdt ze! vierde nog hoogtij. Wie zich niet gedroeg, kon van ons moeder een wats om zijn oren krijgen. Als je het erg bont maakte, kon ze dat heel plastisch aankondigen: Als je nou niet ophoudt, zal ik je een suja verkopen dat je kop achterstevoren staat! Beide woorden blijken afkomstig uit het Nijmeegs en Noord-Limburgs dialect. Als er steviger gestraft diende te worden, liet ze dat wijselijk aan vader over. "Wacht maar als vader straks thuis komt, dan zal je kontje kermis houen! Die zal je voor drie stuivers geven! Verdoriealtnogestoe!", voegde ze daar dan nog als krachtterm aan toe.

Bij ons thuis zaten we ’s zondags in ploegen te kaarten en dan werd er soms stevig geruzied over verkeerd gespeelde troeven. Met ‘n "Hou op met dat gebekvecht, verrekte strijkloten!" probeerde moeder dan de rust te herstellen. Aan oneerlijk spel had ze een hekel. Als ze dat merkte, viel ze uit: "Niet van dat achterbakse gekonkelfoes! (stiekeme afspraken ) Jullie zitten weer te foezelen!" (vals te spelen). Speelde een tegenstander haar in de kaart dan was haar verheugde reactie: Precies in zijn gat gepollepeld! Maar wat ze nu bij het kaarten bedoelde met de uitdrukking: Mijn poes, ook ’n visje? is me nooit helemaal duidelijk geworden.

Voor mij is het bovenstaande een waardevolle en amusante verzameling herinneringen die ik maar snel heb vastgelegd voordat ik, net als ons moeder als ze iets vergeten was, moet gaan zeggen: Ik kan niet langer onthouden dan van 12 uur tot middag! Een deel van mijn taalgevoel heb ik zeker van haar meegekregen en daar ben ik haar nog steeds dankbaar voor, persoonlijk als zodanig gesproken!

1 De Breeveertien was vroeger een grote zandbank voor de Nederlandse kust van 14 vadem diep. De uitdrukking betekende aanvankelijk uitvaren en kreeg later de figuurlijke betekenis er vandoor gaan. Nog later ontstond de betekenis een zedeloos leven leiden, vooral van vrouwen.

Page 12: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

12

POËZIE van HERMAN VERWEIJ ( lichting ‘61/’66 )

Introductie: Sedert 1970 woon ik in Venlo. Mijn passie voor poëzie is vooral de laatste twintig jaar tot volle wasdom gekomen. Op meerdere fronten ben ik nu actief (zie website: www.hermanverweij.nl).

Van 2011 tot 2013 was ik stadsdichter van Venlo. Recent heb ik de bundel Zolderbrieven uitgegeven, een postuum eerbetoon aan een vader en een moeder die door een oorlog van elkaar werden geschei-den. Op 17 september is de presentatie in de bibliotheek van Hilversum. Iedereen is welkom. (zie web-site).

Mijn bijdrage bestaat uit een drietal stadsgedichten, waarvan hieronder de eerste, in de periode van mijn stadsdichterschap geschreven en gepubliceerd in dagblad ‘De Limburger’. (Red: de resterende 2 publiceren we in de volgende nummers.)

No picture, Sir Neergestreken bij de vijver langs het oude kerkhof in Zuid. Geen lust in vogeltrek met elke dag een grasmaaltijd.

Van niemand iets te vrezen, dons en lever niet te koop. Ze zijn zoals ze zijn, gewoon om naar te kijken.

Scharrelen rond onder een plataan of staan roerloos op één poot, verscholen snavel tussen veren.

Afgeschud de haast. Helder wit, door licht geraakt hun kleed. Een schilder krijgt het niet op zijn palet.

Ik tel er drie, ze klitten bij elkaar. Synchroon waggelend door de dagen, de traagheid geeft hun iets voornaams.

Aarzelend het drietal aangesproken. ‘No picture Sir!’. Een ganzenveer valt mij ten deel; hiermee is dit portret geschreven.

Page 13: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

13

EDDY MARCHENA: de Arubaanse Ludgeriaan

( lichting ‘61/’66 )

Het was begin 1959. Het echtpaar Clovis en Enriqueta Marchena, in gezelschap van 9 kinderen, ging per schip vanuit Aruba naar Neder-land. Vader Clovis was van beroep douaneambtenaar en had als zo-danig om de zes jaar recht op 6 maanden betaald buitenlands verlof. Voor zover ik het me kan herinneren, was dit de tweede keer dat mijn vader het hele gezin meenam op vakantie. De eerste keer was Costa Rica het vakantieland.

Aan de Berkenlaan in Hilversum verbleef het gezin in een villa. De kinderen die op Aruba op het voortgezet onderwijs zaten, gingen naar school. Ikzelf kwam terecht op de St. Aloysius MULO, vlakbij de Vituskerk, een oudere zus van mij op de meisjes MULO op de Groest. In die tijd zat er een aantal Antillianen, waarvan drie Arubanen, op de St. Ludgerus Kweek-school. Eén ervan zou later zeer bekend worden, misschien wel de bekendste Arubaan ooit: Betico Croes. ( red: Vooral deze politicus heeft de status aparte van Aruba bewerkstelligd. )

Natuurlijk werd het snel bekend dat er een Arubaans gezin in Hilversum was, want de rood-witte Amerikaanse Desoto was een zeer in het oog springende wagen in de straten van het Gooi. Het duurde dan ook niet lang of de Antillianen, maar met name de Arubanen, kwamen bij ons over de vloer. Waarschijnlijk is mede daardoor mijn belangstelling voor het beroep van onderwijzer gegroeid. De interesse was er al een beetje, omdat twee van mijn oudere zussen al in het vak zaten.

Toen de familie aan het eind van de zomer terugging naar Aruba, bleef ik achter om mijn MULO af te maken en daarna de kweekschool te doen. Op het St. Louis Pensionaat in Amers-foort maakte ik kennis met de kostschool. Toen ik twee jaar later op de Ludgerus kwam, was ik dus al enigszins gewend aan het leven op een internaat.

Hoe je het ook draait of keert, het waren vijf leuke jaren. Dat kwam door de toch wel inter-essante opleiding, gegeven door vakmensen. En daar waren menige flamboyante types bij. Sport had een belangrijke plaats in het leven op het internaat en er werd behoorlijk gesport op de Ludgerus. Ik was er dol op.

Voor mij als Caribisch mens was het ook nog eens zo, dat ik een heleboel leerde van het leven. Op Aruba was de olieraffinaderij het allerbelangrijkste bestaansmiddel en er was ook mond-jesmaat toerisme. Maar dat was het zo’n beetje. En op de kweek waren er jongens uit alle regio’s van Nederland. En af en toe mocht ik een weekendje mee met de jongens en zo leerde ik het leven buiten kennen en nog veel meer. En als ik niet met iemand meeging, ging ik naar mijn kosthuis in Hilversum, op de Geuzenweg, bij oma en opa Van de Mast. Zij hadden een zoon die politieagent op Aruba was. In de vakan-ties (en als ik weekendverlof kreeg) woonde ik daar. In Hilversum en omstreken kon je best leuk uit gaan: de Karseboom in Hilversum, Van Dijk in Loosdrecht. En Amsterdam was ook niet ver weg, drie kwartiertjes liften.

De Ludgerusjaren waren, achteraf gezien, een belevenis op zich. Ik was een eilandbewoner van een Nederlandse kolonie van vlak na WO II. Het was toen niet goed gesteld met de econo-

1977

Page 14: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

14

mische situatie op Aruba. De enkele tienduizenden mensen die er woonden, werkten als ze geluk hadden bij de olieraffinaderij of bij de overheid. En de anderen moesten maar zien hoe ze rond kwamen. Wij woonden in Oranjestad en waren stadsmensen. De anderen waren van het platteland, van de campo. Verder was er weinig verscheidenheid van mensen. Daarin groeide ik op. En op de kweek had je een behoorlijke diversiteit van afkomst. Er kwam best heel wat op me af en het was maar goed ook dat ik een soort “schakeljaren” op Saint Louis in Amersfoort had meege-maakt, een soort pre-ontgroening voor de Ludgerus. Ik kan me herinneren dat ik vooral in het begin, maar ook later vele malen in mijn chambrette lag te denken over wat ik die dag allemaal weer voor nieuwe dingen had vernomen of meege-maakt. En achteraf gezien mag ik wel zeggen dat ik best geluk heb gehad dat men mij niet als een vreemde zag en behandelde. Natuurlijk, je was jong, wij waren jong en flexibel, en je past je vrij snel aan. De jongens waren ook soepel en vingen je “als vanzelfsprekend” op.

En ook met de docenten, leraren indertijd, mocht ik van geluk spreken. Ik werd weliswaar nog al eens aangesproken op mijn gedrag dat misschien ietwat anders was, maar de meesten waren coulant en behulpzaam bij mijn integratie en studie. Wiebe vond me altijd wel een rare kwiebes, maar dat vond ik ook van hem en wij konden het tegen elkaar zeggen. Meinardus

daarentegen zag me niet zitten en vond, misschien wel terecht, dat ik het anders zijn een beetje teveel uitbuitte. Celestinus en ik werden later toch ook een beetje maatjes, wat in het begin allerminst zo was. Mijn herinneringen aan Reinaldus, Olav, Crispi-nus, Verbraak, Roelofsen, enz. waren niet negatief. Ik vond Reinaldus zelfs tof. Maar ja, hem maakte ik ook mee met de reisjes naar Londen en daar was hij niet de natuurkun-dige. En ik heb best veel lol gehad met Suasso en die rare snuiter Sweers. De andere

fraters en leraren staan me wel voor de geest, maar de namen ben ik zo’n beetje kwijt. Toen Gijs een aantal jaren geleden een mini-reünie organiseerde in Hilversum, kwamen al die namen weer voorbij en de daarbij behorende verhalen. Maar ja, ondertussen zijn we 72 en dan kan het gebeuren dat je het een en ander alweer kwijt bent. Ik heb bewondering voor jongens als Gijs (Eijsink) en Matthieu (Robeerst), die alles nog zo goed weten. Ik kan lang en graag naar ze luisteren.

Tot en met de vierde klas kweekschool ging het redelijk goed met de studie. Ik slaagde en ging voor het eerst sinds 1959 terug naar Aruba. Op vakantie. Ik had geen tijd om na te denken over het verschil in leven. Ik wilde met volle teugen genieten. Ik had verkering in Nederland, maar op Aruba waren er zoveel leuke meisjes .... Na een paar maanden keerde ik moe terug in Hilversum en merkte ik dat er iets veranderd was in me. Ik wilde vaker uitgaan, deed dat ook, kwam mijn latere echtgenote tegen en was verkocht. Het ging minder met het studeren en op een gegeven moment wilde ik niet terug naar mijn eiland, althans nog niet. Ik wilde niet weg bij Ellen. En toen besloot ik middels een list mijn vertrek met 6 maanden uit te stellen: een 'her' halen bij het hoofdakte-examen. Het plannetje mislukte faliekant. Ik zakte als een baksteen en ik kon mijn boeltje pakken en met de staart tussen de benen naar Aruba afdruipen. Want ik voelde niets voor de andere optie: dienstplicht.

Page 15: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

15

Het moment van de afgang op Ludgerus was in menig opzicht cruciaal. Ik heb daardoor bijv. niet fatsoenlijk afscheid kunnen nemen van mijn studiegenoten en vrienden. Dat is iets dat ik mezelf tot de dag van vandaag kwalijk neem. Toen ik later dat jaar terugkwam naar Nederland en op de Jonkerweg op de Rijkskweek mijn hoofdakte ging halen, moest ik hard werken en studeren tegelijk (en ik had mijn vriendin), waardoor er weinig tijd overbleef om op zoek te gaan naar mijn schoolvrienden. Ik wilde toen alleen maar werken (in de late avond- en nacht-uren), studeren om te slagen en met mijn vriendin terug naar Aruba.

Zo gebeurde het ook. Alleen ging het niet zoals we het ons hadden voorgesteld. We trouwden en gingen ongeveer anderhalf jaar daarna alweer scheiden. Gelukkig zonder ruzies en drama's, althans heel beperkt.

Ongeveer vijf jaar later trouwde ik weer. Nu met Stella, een 10 jaar jongere pittige, autochtone Arubaanse, moeder van onze dochter en zoon, waarmee ik nu alweer 39 jaar getrouwd ben. Vanessa en Edward John hebben beide in Nederland (Rotterdam) gestudeerd en daardoor bleef mijn contact met Holland in tact. Wij gingen minimaal één keer per jaar naar Vanessa en later ook EJ. Ondertussen zijn wij gelukkige grootouders van een kleinzoon en is een tweede in aantocht.

Na meer dan 30 jaar in het onderwijs ben ik in 1999 de "business" in gegaan. Samen met twee broers zijn wij macro-distributeurs van Shell smeeroliën op Aruba. EJ is zo'n 7,5 jaar werkzaam in het bedrijf en heeft zo'n beetje de "operations" in handen, en met succes, al zeg ik het zelf. Vanessa werkt op de juridische afdeling van de grootste commerciële bank van Aruba. En Stella is de gelukkigste oma op het eiland.

Ik mag gelukkig en tevreden zijn met het leven, met de vele contacten en vrienden, ook in Nederland, waar ik met veel genoegen zo'n kleine 10 jaar van mijn leven heb mogen doorbren-gen. Hopelijk lukt het nog een keer een reünie mee te maken om velen van jullie weer te mo-gen ontmoeten.

2012: Eddy met gezin: doop van zijn kleinzoon Met Vanessa (l), Stella (m) en Edward John (r)

2015: met 3-jarige kleinzoon

Page 16: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

16

VIAGRA ?

door Frits Le Roux

En hoe is het met de potentie Het was de dokter die dat zei En ik met mijn pretentie Trok daar rimpels bij

Ik had een nieuwe dokter, mijn oude was ermee gestopt. Die was ook nooit over mijn potentie begonnen. Dat weet ik zeker, die begon nergens over, die had nog een kaartenbak waaruit hij je mapje viste dat bol stond met gegevens van jarenlange visites. Mijn oude huisarts hoefde geen computer, want hij wist alles van je. Een hele goede dokter zeiden ze in het dorp, vooral als je al bijna dood was. Maar ik kon het heel goed met hem vinden, we praatten meestal over kunst en dan kreeg ik daarna het recept voor mijn bloeddrukpillen. Mijn vrouw had na haar eerste bezoek meteen een andere dokter gezocht. Een dorp verderop, bij hem was ik nu ook. “Met mijn puissance??” Daar was niks mis mee: ik kon nog makkelijk vele kruiwagens grond verzetten, alleen ging ik het dak niet meer op. Dat zei ik hem. “Puissance sexuelle,” lichtte hij toe. Oh ja, dat. Ja, dat was wel wat minder geworden. Maar daar kwam ik niet voor. Ik had hem opgezocht, omdat ik in een van mijn borsten verhard weefsel had gevoeld en ook omdat mijn vrouw volhield dat steeds meer mannen borstkan-ker kregen. Het was mijn tweede bezoek aan hem en hij had me meteen doorge-stuurd naar een specialist waarvan hij nu de gegevens had binnengekregen. “Er is niets aan de hand met u, alleen uw hormonenspiegel is verstoord. U maakt te veel vrouwelijke hormonen aan en dat veroorzaakt weefselvorming, dat komt wel meer voor bij mannen op uw leeftijd.” Als ik er geen last van had, hoefde ik het niet te laten weghalen. Maar hoe is het nu met uw ‘puissance’ wilde hij nog eens weten. Ik hakkelde wat, verstopte me achter gebrekkig Frans, en zei hem dat ik het heel normaal vond dat het met die ‘puissance’ wat minder gesteld was. Alles was immers minder geworden, toch heel gewoon op mijn leeftijd? De man, begin veertig, keek me een flink moment aandachtig aan. Hij haalde zijn schouders op en zei dat ik het zelf moest weten. “Maar u heeft geen hartproblemen, dus viagra kan geen kwaad bij u. Ik heb patiënten die er baat bij hebben.”

Page 17: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

17

Laat ik nu toch nooit aan het gebruik van viagra gedacht hebben! Maar ter plekke werd ik opeens heel erg nieuwsgierig! “Het kan geen kwaad, zei u?” “Nee, sommige mannen hebben lichte bijverschijnselen, zoals hoofdpijn, maar dat is dan ook alles. De verzekering vergoedt het niet, als u wilt schrijf ik u een vervangend medicijn voor, dat is goedkoper. Met een half pilletje komt het meestal wel goed.” Dus kwam ik thuis met een viagra-recept en deed mijn vrouw eerst de heuglijke mededeling dat mij niets mankeerde; alleen wat te veel hormonen van haar geslacht. Ik meldde haar dat die ongewenste hormonen van invloed waren op mijn afnemende ‘puissance’, en liet haar het recept zien. Het woord potentie had ik maar meteen afgeschaft. Ze moest lachen toen ze het recept zag. Op doktersvoorschrift moest ik haar nu te lijf gaan. Dat leek haar wel een gedoe te gaan worden, maar we zouden wel zien.

Heel burgerlijk benauwd wilde ik naar een apotheek die mijn gezicht niet kende. Er had zich juist een grote farmacie in het nabijgelegen provinciestadje geves-tigd, dus dat kwam goed uit. De jonge assistente gaf geen krimp, ze keek niet naar me als naar een oude geile bok die zo nodig nog moest wippen. Misschien hield ze er zelf wel erg van, dat weet je maar nooit als je met zo’n recept voor de balie staat. “U moet het twee uur van tevoren innemen,” zei ze met een doktersblik. Mijn huisarts had me dat ook al gezegd. Het vrijen moest dus nu vooraf gepland worden. Dat waren we niet gewend, maar ik dacht wel om te kunnen gaan met een aankondiging, althans dat hoopte ik.

Ik moet hier even melden Dat lusten ons niet kwelden En dat we heus jarenlang Genoegen namen met behang

Alles went, ook het vooraf slikken van viagra, en ook de zweem van hoofdpijn die lang kan blijven hangen. Maar wat niet went, en dat is maar goed ook, is het lijfelijke plezier dat je aan en met elkaar kunt beleven. Ik was bijna vergeten dat je de afwezigheid daarvan absoluut niet voor lief moet nemen! Er is niets mooier dan dat de krachten van een man in je lijf omhoogkomen, en te ervaren dat je vrouw zich daar wel bij voelt. En elke keer voor nog geen ‘euro-tje’!

Dat we het met viagra doen, hoefde ik van mijn vrouw niet aan de grote klok te hangen, dat voelde voor haar maar ongemakkelijk. Echter een klein belletje laten rinkelen op onze oude jongens website kon misschien geen kwaad, dacht ze. Dus kom op zeventigplussers, het kan nog, geloof me maar; ik heb dit stukje geschreven nadat ik vanochtend een viagrafeestje heb meegemaakt.

Page 18: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

18

EEN INTERVIEW MET GERARD KOSSE ??

Onze hoofdredacteur Harrie mailde me dat ik in staat zou moeten zijn Gerard

Kosse te interviewen. Ik zou het verbale en intellectuele geweld van de man

kunnen weerstaan. Gerard had mijn boek gelezen en daar spontaan een aantal

analyses aan gewijd. We raakten daarover in correspondentie en ik vroeg hem

of hij mijn nieuwe verhaal als close reader wilde volgen. Hij was een Afrikakenner

en mijn verhaal speelde zich daar gedeeltelijk af. Dat zegde hij zondermeer toe,

met als gevolg dat ik hem een paar maanden later uitnodigde voor een vriend-

schappelijk werkbezoek in Frankrijk. Dat had ik Harrie verteld, vandaar Harries

vraag om Gerard te interviewen.

Nu moest ik gaan nadenken over de man die ik door zijn teksten een beetje had

leren kennen. Op het internaat meed ik hem vaak, hij was mijn type niet, wel had

ik waardering voor zijn welbespraaktheid en zijn scherpe geest. Maar omgaan

met elkaar deden we niet. Nu, door onze samenwerking werd hij opeens belang-

rijk voor me. Maar hoeveel wist ik eigenlijk van hem?

Als juist aangeworven redactielid werd ik destijds geconfronteerd met vragen

over het schrijversfenomeen ‘Ludje’. De lengte van zijn bijdragen werd door

Harrie ter discussie gesteld, evenals zijn toonzetting, die door sommigen beledi-

gend werd gevonden. Gerard pareerde die kritiek, maar uiteindelijk verdween

Ludje, niet nalatend de spot te drijven met zijn criticasters (Nieuwsbrief 16). Ge-

lukkig bleef hij onder eigen naam verder schrijven en kwam met ontboezemin-

gen die soms de lucht deden trillen.

Ik wist dus al wat over Gerard Kosse: over zijn gehechtheid aan de jaren op het

internaat, over zijn strijd als homomens, over zijn betrokkenheid bij de minst

bedeelden had hij ons deelgenoot gemaakt. Met zichtbaar gemak had hij over

zijn liefdes en zijn hang naar erotiek geschreven. Wat waren zijn drijfveren om

zich zo persoonlijk te uiten? Daar zou ik vragen over stellen, ook wilde ik weten

of hij nog hechtte aan geloof en religie en wat ik me moest voorstellen bij zijn

arbeidsverleden. Door zijn vele reizen door de Derde Wereld was die oud klasge-

noot een gewaardeerde hotemetoot geworden die acht talen sprak. Was zijn in-

tellect en onuitputtelijke energie daar de oorzaak van? Daarover en over nog

veel andere dingen zou ik hem het hemd van het lijf vragen.

Begin september vond een bijzonder vriendschappelijk driedaags werkbezoek plaats waarbij

vele uren vraaggesprek zijn opgenomen. Al dat materiaal is nog lang niet verwerkt. Begin

oktober zal het eerste deel van het interview met GBK op Postvakh3 te lezen zijn.

Frits Le Roux

Page 19: HILVERSUM 3 - Postvakh3dragen voor postvak H3 hoeven niet door jezelf geschreven te zijn. Alles wat je raakt, interesseert of boeit en waarvan je denkt: Dat zouden mijn mede-Ludgerianen

19

Hilversum 3 verschijnt minstens 4 keer per jaar

DE VOLGENDE NIEUWSBRIEF VALT TE VERWACHTEN IN DECEMBER 2016

Teksten graag aanleveren in lettertype Calibri, lettergrootte 12, tekstbreedte 16 en regelafstand 1.

Artikelen liever niet langer dan 2 pagina’s, hoewel de redactie daarvan kan afwijken.