Hij is geen God van doden, maar van levenden (32ste zondag C)
description
Transcript of Hij is geen God van doden, maar van levenden (32ste zondag C)
Kom in mijn klein bestaan,
ga niet mijn deur voorbij
breng licht en warmte aan,
maak mij van doodsangst vrij
ontdooi mijn binnenkant,
mijn ingevroren geest
en schep een nieuw verband
zodat mijn ziel geneest
Kom in mijn kleine droom,
verbreed mijn horizon
dat ik niet langer schroom
te zien naar mensen om
genees mijn angst voor pijn,
mijn vrees voor zelfverlies
zodat ik mens kan zijn
en voor de minsten kies.
(va
n O
pb
erg
en
Ja
n / V
ale
riu
s)
(Hofland Jan / van de Velde Jan
Aanbidt en dankt de Vader
(Wyllin José)
Het woord van God,
tot hiertoe doorverteld,
is niet te hoog of veel te ver gegrepen.
Het is niet door een vreemde opgesteld,
die ons met wet en orde af wil schepen.
Het komt van iemand
die ons kent en telt,
een God die ons
uit nood en dood wil slepen.
Hij wil dat wij elkaar tot leven zijn,
de aarde maken tot het land van allen.
Hij roept ons weg uit elke doodswoestijn,
daar waar uit haat en hebzucht
lijken vallen.
Hij hoopt dat wij
toch ooit zijn schepping zijn
en niet zijn vreugde om de mens
vergallen.
(va
n O
pb
erg
en
Ja
n / V
an
de
Ve
lde
Ja
n-W
illem
)
Pr.
Ik geloof
in de goede bedoelingen
van elke mens.
Geloofsbelevenis
Al.
Ik geloof in elke mens
die eerlijk zijn weg zoekt in het leven,
die openstaat voor anderen
en niet bekommerd is om zichzelf alleen.
Pr.
Ik geloof
dat ik pas ten volle kan groeien als mens
als ik kan afstappen van mijn eigen gelijk
en durf openstaan
voor andere volkeren en culturen,
voor andere visies en overtuigingen.
Al.
Ondanks alle andere meningen
en tegenslagen
die ieder mensenleven kunnen tekenen,
wil ik blijven geloven
in de goede bedoelingen
van alle mensen.
Pr.
Ik geloof
dat wij meer moeten zoeken
naar wat ons samenbindt,
dan naar wat ons scheidt.
Al.
Ons geloof verenigt ons.
Ik weiger te geloven dat onze inzet
slechts een druppel op een hete plaat is,
maar ik ben ervan overtuigd
dat die vele druppels water
zelfs de hardste steen doen splijten.
(Taizé)
(Taizé)
Speciaal voor Sint Maarten:
Zie ginds komt Gods droom al,weer iets dichterbij,in woorden en klank
maar daar blijft het niet bij.Straks zie je ons wroeten,
we pogen steeds weerdie droom waar te maken,
en ‘t lukt min of meer.
De Sint was weer bij onshij roept ons weer toe:
blijf samen geloven,hou stand, word niet moe,
Durf delen je mantel,en warm je bij mij,
dan rijdt God niet stilletjesons hartje voorbij.
(Pe
ter
Bie
sb
rou
ck / ‘Z
ie g
ind
s k
om
t d
e s
too
mb
oot)
)