Het vuur van het evangelie doorgeven - SOFAK · actie, waarin de fakkel van het evangelie...

2
Toen ik rond de 50 jaar oud was, werd er in Den Haag de ‘Torchrun’ gehouden. Het was een actie, waarin de fakkel van het evangelie symbolisch werd doorgegeven aan de volgende gene- ratie. Eerlijk gezegd was ik een beetje gekwetst toen ze mij vroegen om als ‘oudere’ de fakkel door te geven aan een jongere. Ik heb het toen gedaan met de opmerking: ‘Ik hoop toch ook zelf nog een poosje het licht van het evangelie uit te mogen dragen. De afgelopen jaren heb ik dat voornamelijk mogen doen in het Evangelisch Werkverband. In die periode had ik ook regel- matig contact met mevrouw Spoor en mocht ik zo SOFAK helpen bij het vormen van een nieuw bestuur. Ook mijn zoon Huub werd actief in dit bestuur. Maar zoonlief heeft een vrouw ge- trouwd en een huis gekocht: hij heeft het druk en ik ging als 65 jarige met pensioen. Dus ik mocht de fakkel van hem overnemen en sinds kort voorzitter zijn van het bestuur van SOFAK: een jong en enthousiast bestuur. Migranten kunnen een belangrijke rol spelen bij de vernieuwing van de kerk: ze zijn vurig in hun geloof en dat heeft ons kille landje nodig! Ze zijn ook vaak zeer beperkt in hun middelen. Zo ontmoette ik de laatste tijd verschillende voorgangers van migrantenkerken die van een abso- luut minimum moeten rondkomen. De kerk heeft meestal niet de middelen om hen een salaris te betalen. Zelfs de huurprijs van een zaal of een gebouw is soms al teveel om op te brengen. Het belang van SOFAK is dan ook tweeledig: financiële steun geven waar nodig, maar ook Ne- derlandse kerken en migrantenkerken verbinden, zodat ze als partners van elkaar kunnen leren, elkaar inspireren en samen tot zegen zijn voor elkaar en voor de samenleving. In mijn nieuwe rol ontdek ik, dat er mensen in de achterban van SOFAK zijn, die hartelijk steu- nen met gebed en middelen. Fantastisch. Voor ons als bestuur is de uitdaging om de ons toe- vertrouwde middelen zo verantwoord mogelijk te investeren in de migrantenkerken. Ook dat is niet altijd simpel. Want in het prachtige bos van migrantenkerken groeit ook onkruid. Daarom ben ik dankbaar, dat we als team in het bestuur onze steun zorgvuldig toetsen en evalueren. Een extra voordeel is dat in het bestuur van SOFAK ook migrantenvoorgangers een plaats hebben. Eerlijk gezegd: ik leer enorm veel van hen. Dank u wel voor uw betrokkenheid en steun. Ds. Hans Eschbach Nieuwsbrief, December 2013 Stichting Ondersteunings Fonds Allochtone Kerken Afgelopen september vond in Utrecht een conferentie plaats van de Oromo Christelijke Kerk (Oromo zijn de grootste etnische groep in Ethiopië). Opgezet vanuit de Unie van OCK in Euro- pa waren 2 dagen gevuld met aanbidding, genezing, gebed en onderwijs. Nederland mocht deze conferentie organiseren om hun kerk te introduceren, maar ook om elkaar te motiveren om als Christen te leven in Nederland vanuit een Oromo cul- tuur en om elkaar te motiveren voor evangelisatie. Er waren ongeveer 70 deelnemers. Namens hen dank ik ook u als trou- we gevers voor uw bijdrage. Het is zoals B. Ayana, de coördina- tor van de kerk, schrijft onderaan zijn verslag: ‘We thank SO- FAK for their help. We thank God for the success’. Voor mij, als kersvers bestuurslid van SOFAK, was de Oromo conferentie mijn eerste real-life kennismaking met het werk Wildenburg 1 3085 ZT Rotterdam www.sofak.nl Telefoon: 06-45362489 Stichting Ondersteunings Fonds Allochtone Kerken KvK nr: 41190406 Rek:1026333 Het vuur van het evangelie doorgeven Conferentie Ethiopische kerk in Utrecht Hannah Gunnink, secretaris SOFAK We thank SOFAK for their help. We thank God for the success

Transcript of Het vuur van het evangelie doorgeven - SOFAK · actie, waarin de fakkel van het evangelie...

Page 1: Het vuur van het evangelie doorgeven - SOFAK · actie, waarin de fakkel van het evangelie symbolisch werd doorgegeven aan de volgende gene-ratie. Eerlijk gezegd was ik een beetje

Toen ik rond de 50 jaar oud was, werd er in Den Haag de ‘Torchrun’ gehouden. Het was een actie, waarin de fakkel van het evangelie symbolisch werd doorgegeven aan de volgende gene-ratie. Eerlijk gezegd was ik een beetje gekwetst toen ze mij vroegen om als ‘oudere’ de fakkel door te geven aan een jongere. Ik heb het toen gedaan met de opmerking: ‘Ik hoop toch ook zelf nog een poosje het licht van het evangelie uit te mogen dragen. De afgelopen jaren heb ik dat voornamelijk mogen doen in het Evangelisch Werkverband. In die periode had ik ook regel-matig contact met mevrouw Spoor en mocht ik zo SOFAK helpen bij het vormen van een nieuw bestuur. Ook mijn zoon Huub werd actief in dit bestuur. Maar zoonlief heeft een vrouw ge-trouwd en een huis gekocht: hij heeft het druk en ik ging als 65 jarige met pensioen. Dus ik mocht de fakkel van hem overnemen en sinds kort voorzitter zijn van het bestuur van SOFAK: een jong en enthousiast bestuur. Migranten kunnen een belangrijke rol spelen bij de vernieuwing van de kerk: ze zijn vurig in hun geloof en dat heeft ons kille landje nodig! Ze zijn ook vaak zeer beperkt in hun middelen. Zo ontmoette ik de laatste tijd verschillende voorgangers van migrantenkerken die van een abso-luut minimum moeten rondkomen. De kerk heeft meestal niet de middelen om hen een salaris te betalen. Zelfs de huurprijs van een zaal of een gebouw is soms al teveel om op te brengen. Het belang van SOFAK is dan ook tweeledig: financiële steun geven waar nodig, maar ook Ne-derlandse kerken en migrantenkerken verbinden, zodat ze als partners van elkaar kunnen leren, elkaar inspireren en samen tot zegen zijn voor elkaar en voor de samenleving. In mijn nieuwe rol ontdek ik, dat er mensen in de achterban van SOFAK zijn, die hartelijk steu-nen met gebed en middelen. Fantastisch. Voor ons als bestuur is de uitdaging om de ons toe-vertrouwde middelen zo verantwoord mogelijk te investeren in de migrantenkerken. Ook dat is niet altijd simpel. Want in het prachtige bos van migrantenkerken groeit ook onkruid. Daarom ben ik dankbaar, dat we als team in het bestuur onze steun zorgvuldig toetsen en evalueren. Een extra voordeel is dat in het bestuur van SOFAK ook migrantenvoorgangers een plaats hebben. Eerlijk gezegd: ik leer enorm veel van hen. Dank u wel voor uw betrokkenheid en steun. Ds. Hans Eschbach

Nie

uwsb

rief,

Dece

mb

er

201

3

St

ic

ht

in

g

On

de

rs

te

un

in

gs

F

on

ds

A

ll

oc

ht

on

e

Ke

rk

en

Afgelopen september vond in Utrecht een conferentie plaats van de Oromo Christelijke Kerk (Oromo zijn de grootste etnische groep in Ethiopië). Opgezet vanuit de Unie van OCK in Euro-pa waren 2 dagen gevuld met aanbidding, genezing, gebed en onderwijs. Nederland mocht deze conferentie organiseren om hun kerk te introduceren, maar ook om elkaar te motiveren om als Christen te leven in Nederland vanuit een Oromo cul-tuur en om elkaar te motiveren voor evangelisatie. Er waren ongeveer 70 deelnemers. Namens hen dank ik ook u als trou-we gevers voor uw bijdrage. Het is zoals B. Ayana, de coördina-tor van de kerk, schrijft onderaan zijn verslag: ‘We thank SO-FAK for their help. We thank God for the success’. Voor mij, als kersvers bestuurslid van SOFAK, was de Oromo conferentie mijn eerste real-life kennismaking met het werk

Wildenburg 1

3085 ZT Rotterdam

www.sofak.nl

Telefoon: 06-45362489

St icht ing

Ondersteunings Fonds

A l lochtone Kerken

KvK nr: 41190406

Rek:1026333

Het vuur van het evangelie doorgeven

Conferentie Ethiopische kerk in Utrecht Hannah Gunnink, secretaris SOFAK

”We thank SOFAK

for their help. We

thank God for the

success”

Page 2: Het vuur van het evangelie doorgeven - SOFAK · actie, waarin de fakkel van het evangelie symbolisch werd doorgegeven aan de volgende gene-ratie. Eerlijk gezegd was ik een beetje

Comité van AanbevelingComité van AanbevelingComité van AanbevelingComité van Aanbeveling

Ds. Atze van den Broek

Ds. Jan Eerbeek

Drs. K. Ferrier

Ds. H. Gijsen

Drs. Dick Koning

Ds. Ing. Klaas van der Kamp

Dhr. J-P. Samsom

Ds. Anne de Vries

Ds. Dick Westerkamp

Korte Missie Missie Missie Missie

SOFAK werkt aan de groei van jonge migrantenkerken in Nederland tot

een zichtbare plek binnen hun gemeenschap en bekendheid in christelijk

Nederland.

van SOFAK. Met Petra de Nooy informeerden we bij de balie van een verzorgingshuis in Kanaleneiland naar de samen-komst van de Oromo gemeente. ‘Oh ja, die zijn al de hele dag bezig, de gang door, een deur door en dan aan je rechterhand’. En inderdaad, in een theaterzaaltje in het verzorgingshuis wordt vol passie gepreekt en geluisterd. We krijgen een plekje en regelmatig vertaling bij wat er gebeurt. Achteraf horen we dat we precies op tijd zijn binnengeko-men, want we hebben van alle onderdelen een stukje meegemaakt: ‘zingen, gebed, onderwijs, en gebed om genezing’. En niet te vergeten, we moeten natuurlijk blijven eten. Met een pannenkoek als bestek krijgt iedereen een fantastische maaltijd voorgezet. Drie uur later staan we weer buiten. Een mooie ervaring rijker van hoe God gediend wordt in een totaal andere cultuur van mensen die tegelijk je broers en zussen zijn. En voor mij ook gelijk zichtbaar waar SOFAK zich sterk voor maakt. Zelf ben ik 25 jaar oud, net een jaar afgestudeerd, en woon sinds een paar maanden in Tilburg. Ik ben daar begonnen op de universiteit met een onderzoek naar stigmatisering van mensen met een verstandelijke beperking. Een andere tak van sport, maar niet minder boeiend. Volgend jaar ga ik trouwen met mijn vriend en we sluiten ons samen aan bij de ontmoetingskerk in Tilburg. Het leek me mooi om nu ik be-gin aan het burgerleven met baan en huis, ook bewust tijd en energie opzij te zetten voor de groei van Gods koninkrijk. Toen kreeg ik de mogelijkheid om voor SOFAK aan de slag te gaan. Dat leek me super mooi. Ondertussen heb ik twee bezoeken aan kerken en twee boeiende vergaderingen ach-ter de rug. Ik kijk uit naar de dingen die gaan komen.

Leven in gemeenschap met christen immigranten Jan A.B. Jongeneel, Emeritus hoogleraar ‘Missiologie’, Universiteit Utrecht

Sinds 1945 hebben niet alleen honderdduizenden moslims zich in Nederland gevestigd, maar ook hon-derdduizenden christenen. Sommigen zijn van een be-staande Nederlandse kerk lid geworden, anderen heb-ben eigen kerken gesticht. Alle van overzee komende rooms-katholieken zijn lid van de Rooms-katholieke Kerk in Nederland geworden; vele uit Suriname komen-de protestanten hebben zich bij de Evangelische Broe-dergemeente alhier aangesloten. Maar andere protes-tanten hebben eigen kerken gesticht: Koreanen, Mo-

lukkers, Ghanezen, enz.

De gevestigde kerken in Nederland dienen als gast-vrouw van alle van elders komende christenen op te treden. Immers zij maken ook deel uit van het ene li-chaam van Christus, dat aan geen tijd of plaats gebon-den is. Nederlandse christenen kunnen niet met gese-culariseerde landgenoten, maar wel met geïmmigreer-de christenen samen Bijbel lezen, samen zingen en samen bidden. Het is een van de hoopvolle eigenaar-digheden van onze tijd, dat elke zondag op Nederland-se bodem God in tientallen talen geloofd en gedankt

wordt.

Samen met Rudy Budiman en Hans Visser heb ik Ge-meenschapsvorming van Aziatische, Afrikaanse en Midden- en Zuid-Amerikaanse christenen in Nederland (1996) gepubliceerd. Deze uitgave is nu nog slechts tweedehands verkrijgbaar. Hoewel recente ontwikkelin-gen daarin niet verdisconteerd zijn, blijft zij toch het

enige handboek dat wij nu bezitten. De publicatie van een opvolger van Gemeenschapsvorming is dringend nodig. Maar zolang dit niet beschikbaar is, blijft Ge-meenschapsvorming het enige overzichtsplaatje van

de tientallen migrantenkerken in Nederland.

Mijn aanbeveling dat Nederlandse christenen het initia-tief nemen tot het leggen van contact met van overzee gekomen christenen, be-tekent niet dat ik een voorstander van eenrich-tingsverkeer ben. Autoch-tone Nederlanders ken-nen de situatie in Neder-land weliswaar beter dan pas gearriveerde allochto-nen, maar dit maakt hen niet tot betere christenen. Ik heb op vaderlandse bodem menige christen immigrant ontmoet wiens geloof het mijne overtreft. Bij velen van hen is het gebedsleven intensiever dan bij de doorsnee Nederlandse christen. Als autoch-tone christenen de christen immigranten uitnemender gaan achten dan zichzelf, zal in Nederland de geloofs-gemeenschap over de grenzen van talen en culturen heen opbloeien – tot eer van God en tot heil van alloch-

tone en autochtone christenen en kerken gezamenlijk.

“Het is een van de

hoopvolle

eigenaardigheden

van onze tijd, dat

elke zondag op

Nederlandse bodem

God in tientallen

talen geloofd en

gedankt wordt”