HET RIJEXAMEN
Transcript of HET RIJEXAMEN
�HET RIJEXAMEN V1.2015.08.07
Dirk Duynslaeger � CODRIVE RIJBEGELEIDING � 8-7-2015
IN DIT DOCUMENT KRIJGT U INFORMATIE OVER DE MANIER VAN TOELEVEN NAAR HET RIJEXAMEN. DAARENBOVEN WORDT UITLEG VERSCHAFT OVER DE INHOUD VAN HET EXAMEN EN DE MANIER VAN BEOORDELEN. CODRIVE RIJBEGELEIDING BLOEMSTRAAT 19 _ 2.8 B-2140 BORGERHOUT WWW.CODRIVE.BE GSM 0032 472 788 605 MAIL [email protected]
� HET RIJEXAMEN
� Pagina 1
HET
RIJEXAMEN
WAAROM EEN RIJEXAMEN
Gezien de stijgende chaos op de openbare weg, is
het tijd om een nieuwe generatie van bestuurders
op te leiden.
Deze bestuurders, waar u bij hoort, zullen het
goede voorbeeld moeten geven aan de vorige /
bestaande generatie. We weten allemaal dat velen
de verkeersregels niet al te nauw nemen. Het is de
bedoeling dat u dat wel doet, en dus als voorbeeld
fungeert.
� HET RIJEXAMEN
� Pagina 2
HOE SUCCESVOL ZIJN
De beste manier om succesvol een examen af te
leggen, is een combinatie van een goede technische
voorbereiding met een open aandacht tijdens het
rijexamen zelf.
Een goede technische voorbereiding bestaat uit het
oefenen op de openbare weg, het liefst met een
begeleider met kennis van zaken. Deze persoon zal
u perfect op de hoogte brengen van hoe het echt
moet, en zal dezelfde beoordelingsnormen
hanteren als de examinatoren, waardoor u niet
voor verrassingen komt te staan.
Echter, zonder een open geest tijdens het
rijexamen zelf, zal u geen succes ervaren.
Hieronder vindt u tips om deze mentale staat te
bereiken.
POSITIEVE GEDACHTEN
STIMULEREN
• Ik ben realistisch en beschouw een
rijexamen als een leermoment.
• Ik kijk uit naar het rijexamen, omdat ik wil weten waar ik mijn rijgedrag nog kan verbeteren, ik kijk uit naar de feedback van de collega van mijn instructeur.
• Ik weet dat ik niet perfect rijd, maar dat hoeft ook niet. Ik kan me gerust een paar foutjes permitteren, wat een ander daarvan denkt, laat me koud.
• De examinator is een sympathieke persoon, die open en eerlijk zijn analyses maakt. Ik accepteer zijn professioneel oordeel, uiteindelijk is het zijn vak. Hij heeft er ook totaal geen baat bij om mij te doen slagen of zakken.
• Als ik een grote fout maak terwijl ik de auto bestuur, kan dat zware gevolgen hebben voor mijn eigen veiligheid, en die van andere weggebruikers. In dat geval verdien ik mijn rijbewijs ook niet, vind ik, en dan wil ik het ook niet.
• Ik heb tijdens de lessen best wel veel geleerd, en het meest leer ik uit mijn fouten. Het zou best kunnen dat ik die fouten herhaal tijdens het examen, maar misschien ook niet. Ik probeer gewoon mijn best te doen, en we zien wel waar we uitkomen.
• Ik kan best wel wat foutjes maken tijdens het rijexamen, maar er zijn ook een heleboel dingen die ik echt goed onder de knie heb. Ik heb best wel wat lessen genomen, en dan kan ik gewoon niet wegsteken, dat ziet mijn instructeur, en de collega van mijn instructeur ook.
• De grootste kans op succes heb ik, als ik me kan concentreren op de weg. Ik hou me onderweg niet bezig met wat ze allemaal opschrijven over mij. Er zal altijd wel iets zijn, niemand rijdt perfect.
• Als ik tijdens het rijden zie dat ik een vrij grote fout heb gemaakt, bvb geen voorrang gegeven, dan accepteer ik mijn fout. Maar ik geef het niet op. Na die fout komen er nog gelegenheden genoeg om te laten zien wat ik in mijn mars heb.
• Ik laat me niet opjagen door andere bestuurders. Ik rijd aan de snelheid waar ik me comfortabel bij voel. Ik zal nooit een kruispunt op- of afrijden als ikzelf niet zeker ben dat het veilig kan. Blijkt achteraf dat ik niet slaag omdat ik hinderlijk traag rijd, dan is dat maar zo. Ik wil niet lopen als ik nog maar amper kan wandelen.
• Het is mij niet om het papiertje te doen, maar ik wil mezelf veilig op de weg kunnen voortbewegen. Dat is mijn doel.
• De examinator, collega van mijn instructeur, heeft het beste met me voor. Hij wil een veilige bestuurder van me maken.
• Ik mag tijdens het examen altijd een vraag stellen aan de examinator, we zijn allemaal mensen.
• Als ik de instructie niet opvolg, en een andere richting kies, is dat echt niet erg. Ik krijg gewoon nieuwe instructies.
� HET RIJEXAMEN
� Pagina 3
NEGATIEVE GEDACHTEN BANNEN
• Psychologisch is het niet verantwoord om
veel aandacht te besteden aan negatieve
gedachten, dus hier gaat u geen
voorbeelden vinden. U zal er zelf wel
voldoende kunnen verzinnen over de
examinator, de omstandigheden (weer,
verkeer,..), de uitslag, het type voertuig,
kostprijs,…
• Mocht u veel last hebben van dit soort
gedachten, neem dan deze brochure terug
bij u, en lees luidop de positieve gedachte
keer na keer na keer. Dat is de enige
remedie.
� HET RIJEXAMEN
� Pagina 4
WAT HOUDT HET EXAMEN IN
OPENBARE WEG-PROEF
De examinator zal u na de begroeting en voor dat
u in de wagen plaats neemt, de volgende uitleg
geven (letterlijk):
Wij gaan zo dadelijk een ritje doen op de openbare
weg, dat zal minimaal 40 minuten duren, inclusief
de manoeuvres. Belangrijk daarbij is dat u
• Aan een normale, aangepaste snelheid
rijdt, dat wil zeggen niet te snel, maar ook
niet te traag. U krijgt geen extra punten
als u te traag rijdt.
• Een correcte bediening van het voertuig
laat zien.
• Het verkeersreglement toepast.
• Veilig rijdt (het allerbelangrijkste)
Wat betreft de te volgen weg:
• Als er niets wordt gezegd, volgt u gewoon
de rijbaan rechtdoor, tenzij er borden of
wegmarkeringen een verplichte richting
aanduiden, dan moet u dat zelf zien. Als er
meerdere richtingen mogelijk zijn, en u
niet rechtdoor kan, dan wordt u gezegd
welke richting te volgen.
• In alle andere gevallen, wordt de
richtingsverandering tijdig gemeld, en er
zijn géén valstrikken: u wordt niet in een
straat gestuurd waar u niet in mag rijden.
o Vb: “Op het kruispunt met de
verkeerslichten, rechtsaf”
o Vb: “aan de tweede
verkeerslichten linksaf”
Tijdens de rit, zijn wij doorgaand (en dus geen
plaatselijk) verkeer. Komt u dus aan een bord C1
(verboden toegang) uitgezonderd plaatselijk
verkeer, dan mag u daar niet inrijden.
We gaan ook twee manoeuvres uitvoeren:
Bij het parkeren, kies ik een voertuig uit dat reeds
aan de rechterkant van de weg geparkeerd staat,
en waar veel plaats achter is. Het is de bedoeling
dat u naast dat voertuig stopt, en in een vloeiende
S-bocht achter dat voertuig parkeert, mooi naast
de stoeprand (max. 30 cm afstand). Belangrijk
daarbij is dat u niet op het voetpad rijdt, want dan
wordt het examen stopgezet.
Lukt het niet van de eerste poging, dan is het de
bedoeling dat u er terug uit rijdt, en volledig
opnieuw begint. U mag in totaal 3 keer opnieuw
beginnen. Echter, indien u meer dan 2 pogingen
nodig hebt, komt er wel een opmerking op uw
uitslag, maar dat wil daarom niet zeggen dat u niet
geslaagd bent voor uw examen.
U mag altijd kleine correcties uitvoeren, dus als u
een beetje schuin staat op het moment dat u de
stoeprand raakt met uw achterband (wat
toegelaten is), mag u een voorwaartse correctie
toepassen.
Als u klaar bent met parkeren, dan zegt u dat, en
dan krijgt u de volgende opdracht:
Gelieve nu veilig uit te stappen en u veilig naar het
voetpad te begeven, en dan terug in te stappen. Er
wordt hierbij verondersteld dat u alleen in de
wagen zit, en u de wagen op een veilige manier
dient achter te laten.
Voor het keermanoeuvre, duid ik een straat aan,
en u zoekt in die straat een goede plaats om het
voertuig te keren. U maakt hierbij geen gebruik van
het voetpad, fietspad, opritten, kruispunten of
rotondes. U blijft binnen de randen van de rijbaan.
Parkeerstroken mag u ook gebruiken. U voert het
keermanoeuvre in zo weinig mogelijk bewegingen
uit.
Indien u een instructie niet goed begrepen heeft,
mag u uiteraard vragen om deze te herhalen. Volgt
u een instructie niet op, dan krijgt u nieuwe
instructies, het examen wordt dan niet stopgezet.
� HET RIJEXAMEN
� Pagina 5
VOORAFGAANDE CONTROLES
Na deze uitleg, begint het rijexamen met de
voorafgaande controles:
• Controle bandenspanning
• Controle bandenslijtage
• Motorkap openen en aanduiden
vloeistoffen
• Zithouding en controles “cockpit”
• Lichten testen
o Dimlicht
o Mistlicht
o Faren of grootlichten
o Richtingaanwijzers
o Stand -of parkeerlichten
o Remlicht
• Ruitenwisser vooraan + achteraan
• Claxon
• Voorruitontwaseming –of verwarming
• Achterruitverwarming
Na deze voorafgaande controles begint de rit op
de openbare weg.
� HET RIJEXAMEN
� Pagina 6
MANIER VAN BEOORDELEN
CODRIVE hanteert hetzelfde systeem van
beoordelen als de examinatoren. We gebruiken
een protocol, dat bestaat uit een 11-tal categorieën
betreffende autorijden. Deze zijn :
1. Bediening voertuig
2. Plaats op de openbare weg
3. Bochten
4. Inhalen / kruisen
5. Richtingsverandering
6. Voorrang
7. Verkeerslichten en bevelen
8. Snelheid en verkeersinzicht
9. Gedrag t.o.v. andere weggebruikers
10. Defensief rijden
11. Manoeuvres
Indien er fouten gebeuren, worden deze fouten in
de desbetreffende categorie ingedeeld. Hoe
zwaarder uw fout of overtreding, hoe zwaarder we
dit doorrekenen op het protocol. Het kan dus zijn
dat u maar één fout maakt, maar toch direct
gebuisd bent op uw examen. Langs de andere kant
kan het zijn dat u 4 fouten maakt, maar toch
geslaagd bent voor uw examen. Sommige
kandidaten begrijpen niet dat ze niet geslaagd zijn,
omdat ze “niets geraakt” hebben. Daar zijn we
uiteraard al blij om, maar de normen liggen echt
wel hoger.
Per categorie krijgt u dus een beoordeling:
• GOED
• VOORBEHOUD
• ONVOLDOENDE
• SLECHT
U ben niet geslaagd, als u:
• op minstens 1 categorie “slecht” scoort
• op minstens 2 categorieën “onvoldoende”
scoort
• op minstens 4 categorieën “voorbehoud”
scoort
• op 1 categorie “onvoldoende” scoort, én
op minstens 3 categorieën “voorbehoud”
scoort
Hieronder een opsomming van de meest
voorkomende fouten per categorie.
BEDIENING VOERTUIG
U wordt geacht uw voertuig correct te bedienen.
Als de manier waarop u uw voertuig bedient, voor
direct gevaar zorgt, en tot onveilige situaties leidt
of kan leiden, krijgt u “slecht” als beoordeling:
• Remtechniek : structureel onnodig
intrappen van de koppeling
• Schakelen : structureel fout schakelen
• Stuurtechniek : de controle over het stuur
verliezen
PLAATS OP DE OPENBARE WEG
U wordt geacht uw plaats op de weg te kennen en
toe te passen. De meest voorkomende fout, die
direct leidt tot stopzetting van het rijexamen (dus
beoordeling “slecht”):
• Te veel rechts rijden (gevaarlijk dicht bij
geparkeerde wagens rijden)
• Buiten de rijbaan (onnodig tegen de
borduur, op het fietspad of trottoir rijden)
• Onnodig over een volle witte lijn rijden
• Volledig links rijden op een rijbaan met
tweerichtingsverkeer
• Een straat inrijden waar u niet in mag
rijden (verboden richting, of enkel
plaatselijk verkeer toegelaten)
• De richting van de pijlen op de rijstroken
niet volgen
BOCHTEN
U wordt geacht uw bochten op een correcte wijze
uit te voeren. Volgende fouten leiden regelmatig
tot beoordeling “slecht”:
Als u structureel uw bochten veel te
� HET RIJEXAMEN
� Pagina 7
• Breed neemt bij rechtsaf
• Kort neemt bij linksaf
INHALEN / KRUISEN
Wij verwachten dat u veilig en vlot kan inhalen.
Kruisen ook veilig en met aangepaste snelheid waar
het moet.
Beoordeling “slecht” indien
• U andere weggebruikers zwaar hindert of
in gevaar brengt bij het inhalen of kruisen
RICHTINGSVERANDERING
Deze categorie is heel populair betreffende fouten!
Wij verwachten een vlotte maar veilige manier om
van richting te veranderen (linksaf, rechtsaf,
voorsorteren,…)
Beoordeling “slecht” indien
• U andere weggebruikers zwaar hindert
• Structureel fout “uitwijkt”, dus uw
richtingsverandering fout voorbereidt
• U structureel geen of te weinig
veiligheidscontroles uitvoert alvorens de
richtingsverandering aan te vatten
(spiegels, dode hoek…)
VOORRANG
Voorrangsregels dienen gerespecteerd te worden.
Ook hier worden regelmatig fouten gemaakt;
Beoordeling “slecht” indien
• U 2 keer of meer geen voorrang aan
rechts verleent
• U geen voorrang verleent aan de
bestuurders op de voorrangsweg die u wil
oprijden, of hen zwaar hindert
Beoordeling “onvoldoende” indien
• U 1keer geen voorrang aan rechts
verleent
• Niet stopt voor een “STOP”-bord
VERKEERSLICHTEN EN BEVELEN
Beoordeling “Slecht” indien u:
• Een rood licht of rode pijl negeert
• Onnodig een oranje licht of pijl negeert
• Bevelen van een bevoegd persoon negeert
SNELHEID EN VERKEERSINZICHT
U wordt geacht te rijden met een normale,
aangepaste snelheid, niet te snel, niet te traag, en
uw rijstijl moet van verkeersinzicht getuigen.
Beoordeling “slecht” :
• Structureel veel te traag rijden, het
verkeer zwaar hinderen
• Sneller rijden dan 40 km/h in een zone 30
• Sneller rijden dan 40 km/h op een
verhoogde inrichting
• Sneller rijden dan 55 km/h in de
bebouwde kom
• Sneller dan 75 km/h rijden waar maar 70
km/h is toegelaten
• Met een niet-aangepaste snelheid rijden in
tal van situaties zoals
o Kruispunten met voorrang van
rechts
o Oversteekplaatsen
o Verhoogde inrichtingen
o Smalle doorgang
o Scherpe bochten
• Vaak plots remmen, en structureel een
gebrek aan overzicht hebben aan
kruispunten, oversteekplaatsen,…
doordat je enkel voor je uit “staart”
� HET RIJEXAMEN
� Pagina 8
GEDRAG TEN OPZICHTE VAN
U mag andere weggebruikers niet in gevaar
brengen. Beoordeling “slecht”:
• Voetganger in gevaar brengen (te dicht, te
hoge snelheid)
• Minstens 2 keer geen voorrang geven aan
een voetganger bij een oversteekplaats
• Fietser in gevaar brengen (minder dan 1
meter zijdelingse afstand bij het inhalen)
DEFENSIEF RIJDEN
Defensief rijden wil zeggen dat u op een dusdanige
manier rijdt, dat u altijd gepast kan reageren op
fouten die andere weggebruikers maken.
Beoordeling “slecht” indien:
• Verkeerssituaties structureel fout worden
ingeschat, en u totaal geen blijk van
verkeersinzicht laat zien.
MANOEUVRES
U dient 2 manoeuvres uit te voeren tijdens het
rijexamen, keren in een straat en parkeren achter
een voertuig.
Beoordeling “slecht” indien :
• De wagen bij het parkeren op het trottoir
belandt met 1 of meer wielen
• U er na 4 pogingen niet in slaagt te
parkeren
• U de controle over het voertuig verliest
• U veel te dicht langs het reeds
geparkeerde voertuig rijdt, risico’s neemt
• U geen rekening houdt met de
doorstroming van andere wagens, en hen
dus hindert tijdens uw manoeuvre
• U de handrem niet optrekt alvorens het
voertuig te verlaten
• U bij het keermanoeuvre risico’s neemt
en te dicht bij geparkeerde wagens rijdt
• U andere weggebruikers hindert of in
gevaar brengt tijdens uw keermanoeuvre
• U niet in staat bent het keermanoeuvre
veilig en vlot uit te voeren
Beoordeling “onvoldoende” indien u
• 4 pogingen nodig heeft om te parkeren
• Meer dan 50 cm van de stoeprand
geparkeerd staat
• Op een heel moeizame manier uw wagen
keert
• De wagen niet op slot doet na het
uitstappen
• Veel te veel bewegingen nodig hebt om te
parkeren
Beoordeling “voorbehoud” indien u
• Tussen 30 cm en 50 cm van de stoeprand
geparkeerd staat
• 3 pogingen nodig hebt om uw voertuig te
parkeren
• De richtingaanwijzer niet tijdig gebruikt
• Op een onveilige manier naar het voetpad
wandelt
� HET RIJEXAMEN
� Pagina 9
BENODIGDE DOCUMENTEN,
VOERTUIG, BEGELEIDER & TOLK
DOCUMENTEN
U moet de originele documenten voorleggen,
kopies worden nooit aanvaard!
1. Autopapieren:
• Geldig inschrijvingsbewijs
• Geldig verzekeringsbewijs (groene kaart)
• Geldig keuringsbewijs (enkel nodig voor
wagens ouder dan 4j)
Indien u met de leswagen komt, wordt dit geregeld
door de instructeur die u vergezelt.
2. Persoonlijke documenten:
Indien u in bezit bent van een voorlopig
rijbewijs, dient u volgende
persoonsdocumenten bij te hebben:
• Belgische identiteitskaart of verblijfkaart
(reispas wordt NIET geaccepteerd)
• Geldig voorlopig rijbewijs
Indien de geldigheid van uw voorlopig rijbewijs
is verstreken:
• Belgische identiteitskaart of verblijfkaart
(reispas wordt NIET geaccepteerd)
• Bijlage 4
• Attest rijschool 6H
Indien u in het bezit bent van een buitenlands
rijbewijs (nog geldig of niet):
• Belgische identiteitskaart of verblijfkaart
• Buitenlands rijbewijs
• Bewijs slagen theorie (minder dan 3j
geleden)
In het geval u het rijexamen aflegt op basis van
een voorlopig rijbewijs, dient u vergezeld te
worden door een begeleider (ook bij
VRB18M). Deze dient volgende documenten
voor te leggen:
• Belgische identiteitskaart of verblijfkaart
(reispas wordt NIET geaccepteerd)
• Geldig Belgisch of Europees rijbewijs
In het geval u het rijexamen aflegt op basis van een
buitenlands rijbewijs, is een begeleider niet
toegelaten.
VOERTUIG
Het examen kan enkel doorgaan wanneer het
voertuig voorzien is van:
• 4 wielen en ten minste 3 plaatsen;
• een L- teken (tenzij voertuig van de
erkende rijschool, of buitenlands
rijbewijs);
• een cabine;
• veiligheidsgordels;
• niet worden
verwijderd vóór het starten van het
praktijkexamen). hoofdsteunen vooraan
(indien er hoofdsteunen achteraan
aanwezig zijn in het voertuig, mogen deze
• Het voertuig moet een snelheid van 100
km/u kunnen bereiken op horizontale
weg.
Voor een kandidaat, houder van een voorlopig
rijbewijs 36 maanden:
• dient het examenvoertuig uitgerust te zijn
met een tweede achteruitkijkspiegel
binnenin het voertuig. De oorspronkelijk
aangebrachte spiegeltjes die zich
achteraan op de zonneklep bevinden,
worden niet aanvaard. Indien het gaat om
een voertuig met gesloten koetswerk,
moet het voertuig voorzien zijn van
rechterbuitenspiegels (één voor de
kandidaat en één voor de begeleider);
� HET RIJEXAMEN
� Pagina 10
• mag het examenvoertuig voorzien zijn van
een dubbele bediening, op voorwaarde
dat de vereiste geluidssignalisatie
eveneens aanwezig en functioneel is;
• dient het examenvoertuig niet verplicht
uitgerust te zijn met een parkeerrem die
bereikbaar is voor de begeleider.
• De voertuigen die uitgerust zijn met
peilmeters voor de vloeistoffen op het
dashboard, zullen toegelaten worden. In
dit geval zal u in staat moeten zijn om de
gevraagde indicator op het dashboard aan
te duiden.
• Speciaal aangebrachte tekens om u te
helpen tijdens het examen, verhinderen
het afleggen van het examen.
• Het examen mag niet afgenomen worden
met een voertuig met handelaarsplaat,
proefrittenplaat of transitplaat van korte
duur, noch met een voertuig ingeschreven
als oldtimer.
• De tijdelijke kentekenplaten van lange
duur, ook wel internationale
kentekenplaten genoemd, zijn wél
toegelaten (o.a. kentekenplaten voor
Shape en NAVO). Buitenlandse
nummerplaten zijn in sommige gevallen
ook toegelaten. Indien u het
praktijkexamen wenst af te leggen met
een dergelijk voertuig, gelieve dan het
examencentrum hiervan op de hoogte te
brengen bij het maken van de afspraak
voor het praktijkexamen.
• Voertuigen uitgerust met spijkerbanden
worden niet toegelaten.
• Parkeerhulpsystemen, camera’s en
prisma’s bedoeld om u te helpen bij de
manoeuvres zijn wel toegelaten. De
hulpsystemen moeten origineel op het
voertuig voorzien zijn.
• Alle stoplichten dienen te werken tijdens
het examen, inclusief het derde stoplicht
indien uw voertuig hiermee is uitgerust.
• Om toegelaten te worden tot het
praktijkexamen moet het voertuig
technisch en administratief in orde zijn. Het
examenvoertuig moet de uitvoering van
de voorafgaande controles en de
manoeuvres toelaten.
BEGELEIDER
Indien u met een begeleider dient te komen, dient
deze vermeld te staan op uw voorlopig rijbewijs,
tenzij uw begeleider een gebrevetteerd instructeur
is.
De begeleider moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
• ingeschreven zijn in België en houder en
drager zijn van een identiteitsdocument,
afgegeven in België;
• sedert ten minste 8 jaar houder en drager
zijn van een Belgisch of Europees rijbewijs
geldig om een voertuig van de categorie B
te besturen (de bestuurder die enkel een
speciaal aan zijn handicap aangepast
voertuig mag besturen, mag niet als
begeleider bij de scholing optreden,
behalve indien de kandidaat aan dezelfde
handicap lijdt en eveneens een speciaal aan
deze handicap aangepast voertuig
bestuurt);
• niet vervallen zijn of, gedurende de laatste
3 jaar niet vervallen geweest zijn, van het
recht om een motorvoertuig te besturen
en voldaan hebben aan de examens en
onderzoeken die hem eventueel door de
rechter zijn opgelegd;
• behalve voor dezelfde kandidaat, niet op
een ander voorlopig rijbewijs als
begeleider vermeld geweest zijn binnen
� HET RIJEXAMEN
� Pagina 11
het jaar vóór de datum van afgifte van uw
voorlopig rijbewijs. Dit verbod is niet van
toepassing voor de begeleiding van eigen
kinderen, kleinkinderen, zussen, broers of
pleegkinderen of die van zijn/haar
wettelijke partner.
TOLK
Indien u de Nederlandse taal onvoldoende machtig
bent, dient u beroep te doen op een beëdigd tolk.
Uw begeleider mag nooit als tolk fungeren.
De instructeur zal de reservatie van de tolk doen
indien u met hem de examenbegeleiding doet.
Indien u alleen gaat, hier zijn de gegevens :
• Marc Dierckx (ENG – SP)
GSM 0475 65 74 12
• Robert May (ENG)
GSM 0496 27 73 74
• Van Hove Steven (ENG – RUS)
GSM 0486 61 53 82
• Dahlia Irom Rabber (HEBR – JIDDISCH)
GSM 0478 22 55 93
� HET RIJEXAMEN
� Pagina 12
RESERVATIE & AFZEGGING EXAMEN
Doorgaans zal CODRIVE (of de tolk) de reservatie
regelen. Indien u dit echter zelf wenst te doen, kan
dit op 3 manieren:
• Internet : www.av-btc.be
• Telefonisch : 0902 / 88 259 (2€ / minuut
via GSM ; vaste lijn 1€ / minuut)
• Aan het loket
Sinds april 2015 mag u kiezen in welk
examencentrum u het praktijkexamen wenst af te
leggen.
Het examen kan kosteloos worden afgezegd als u
dit ten minste 3 werkdagen op voorhand doet.