Het Bouwbesluit 2012 toegepast in de praktijk - TVVLuuid:58ad2a11...1 Roel Geys GBB b.v. Lindenplein...
Transcript of Het Bouwbesluit 2012 toegepast in de praktijk - TVVLuuid:58ad2a11...1 Roel Geys GBB b.v. Lindenplein...
1
Roel Geys
GBB b.v.
Lindenplein 1
6225 EP Maastricht
043 363 3593
06 1509 4071
Het Bouwbesluit 2012
toegepast in de praktijk
Mei 2016
2
Programma
- verschil in Bouwbesluit:
- bestaande bouw
- verbouw incl. begrip rechtens verkregen niveau
- nieuwbouw
- van toepassing zijnde voorschriften / normen
- waarschuwingsplicht
- doorvoeringen
- praktijkvoorbeelden
3
Bouwbesluit
vereist kwaliteitsniveau (per afdeling omschreven)
- Bouwbesluit nieuwbouw
- Bouwbesluit bestaande bouw
en sinds 1 april 2012
- Bouwbesluit verbouw
4
Kwaliteitsniveau nieuwbouw
Alle nieuw te bouwen bouwwerken dienen te voldoen aan
kwaliteitsniveau nieuwbouw als opgenomen in het
Bouwbesluit 2012
Kwaliteitsniveau bestaande bouw
Alle bestaande bouwwerken dienen minimaal te voldoen aan
kwaliteitsniveau bestaande bouw als opgenomen in het
Bouwbesluit 2012
5
Bouwbesluit bestaande bouw
Uitgangspunt indien sprake is van strijd met Bouwbesluit
bestaande bouw:
“Het is verboden een bestaand bouwwerk, te laten komen of te
houden die niet voldoet aan de op de staat van dat bouwwerk,
open erf of terrein van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in
Bouwbesluit bestaande bouw”.
Strijd met het kwaliteitsniveau Bouwbesluit bestaande bouw levert
een directe aanschrijvingsgrondslag op voor de gemeente.
Het feit dat een vergunning de situatie wel toestaat doet hier niets
aan af !
6
Voorbeelden strijd met BB bestaande bouw bouwkundig
7
Te hoge opstap vluchtroute
Vanaf 22 cm opstapmogelijkheid vereist
8
Vluchten via ladders
Vluchten via (kooi/jomy)ladder niet (meer) toegestaan
9
Deur in vluchtrichting niet te openen
Niet functioneren van vluchtdeuren
10
Brandscheidingen zijn niet 20 min. brandwerend
(te veel draadglas, deur niet zelfsluitend, geringe aanslag)
Aandeel draadglas in brandscheiding
11
Ontbreken brandwerende constructies
Toegangsdeuren van woningen moeten brandwerend zijn indien
deze grenzen aan een trappenhuis. Niet indien deze grenst aan de
buitenlucht (een galerij bijvoorbeeld).
12
Brandoverslagtrajecten
Met brandoverslag wordt vaak geen rekening gehouden
13
Brandoverslagtrajecten
Bouwbesluit bestaande bouw:
deuren moeten 20 minuten brandwerend zijn
14
Gebrek aan brandwerendheid wand of plafondconstructies
betekent dat branddoorslag kan plaatsvinden.
kabelgoot triplex
Brandschotten en doorvoeringen
15
In bijna alle bestaande gebouwen zijn doorvoeringen te vinden
die in strijd zijn met Bouwbesluit bestaande bouw
Doorvoeringen
16
Doorvoeringen
Deuren moeten incl. doorvoeringen 20 min. brandwerend zijn
17
Stookruimte
Doorvoeringen
18
Materialen voldoen niet aan brand-/rookklasse
(zachtboard, PVC schroten, PS, kurk e.d.)
Brand- en rookklasse materialen
19
Brand- en rookklasse materialen gevels
20
Ook als dakbedekking voor een uitbouw / aanbouw mogen
geen materialen toegepast worden dat te snel brand
verspreidt of bij brand druppelt (perspex, polycarbonaat).
Brand- en rookklasse materialen gevels
21
Onvoldoende ventilatie
Alleen draairaam in verblijfsruimte aanwezig
22
Te geringe borstweringshoogte
23
Ontbreken doorvalbeveiliging
24
Verschil Bouwbesluit bestaande bouw / nieuwbouw
onderdeel installaties
Een absoluut verschil met bouwkundige voorschriften.
In hoofdstuk 6 Bouwbesluit is er namelijk geen onderscheid
gemaakt tussen Bouwbesluit bestaande bouw en nieuwbouw.
Echter, wél een verschil in toe te passen normen!!
Verder kan veelal een waarde worden gehecht aan bestaande
vergunningen / geaccepteerde meldingen en zijn er voor
installaties in algemene zin verbouwvoorschriften gedefinieerd.
25
In Regeling Bouwbesluit zijn delen van normen aangestuurd,
uitgesloten of gewijzigd
Bijv NEN 1010
a. De volgende onderdelen blijven buiten toepassing:
132.2.5: speciale aansluitvoorwaarden van de netbeheerder;
134.1.1: vakmanschap bij uitvoering van elektrische
installatiewerkzaamheden;
134.2: eerste inspectie;
313.2: aanwezigheid van installaties voor veiligheidsdoeleinden;
340.1: raadplegen toekomstige gebruiker;
412.2.1.1: toegepast elektrisch materieel;
422.3.5: leidingen die niet geheel zijn ondergebracht in niet-
brandbaar materiaal;
…………
…………
26
Bijv NEN 1010
Bedoeld is onderdeel 710.56.101 van de NEN 1010
710.6: inspectie van elektrische installaties in medisch gebruikte
ruimten;
711.6: inspectie elektrische installaties van tentoonstellingen,
shows en stands;
713: elektrische installaties in meubilair;
717: elektrische installaties voor verrijdbare of verplaatsbare
eenheden;
718.55.3: noodverlichting in bijeenkomst-, sport- en
stationsgebouwen;
…………
27
Aanvullende regels opgenomen in Regeling Bouwbesluit
Artikel 2.2:
Een in een logiesgebouw gelegen logiesfunctie, niet zijnde een
logiesfunctie met 24-uurs bewaking, heeft een
ontruimingsalarminstallatie als bedoeld in artikel 6.23 van het
(Bouw)besluit, waarvan het ontruimingssignaal direct en in het
gehele gebouw in werking wordt gesteld bij het activeren van de
automatische melder of handbrandmelder.
28
Aanvullende regels opgenomen in Regeling Bouwbesluit
Artikel 5.3a:
Bij de toepassing van NEN 2535 en NEN 2575 is het in die
normen bedoelde akkoord van de bevoegde autoriteit verkregen
met een vergunning voor het bouwen of voor brandveilig gebruik
of een melding als bedoeld in artikel 1.18, eerste lid, van het
besluit.
NB in 1.18 is noodzaak tot het hebben van een
gebruiksmelding gedefinieerd.
29
Aanvullende regels opgenomen in Regeling Bouwbesluit
Bestaande bouw: artikel 5.9a
Bij de toepassing van NEN 2535 is het in die normen bedoelde
akkoord van de bevoegde autoriteit verkregen met een
vergunning voor het bouwen of voor brandveilig gebruik of een
melding als bedoeld in artikel 1.18, eerste lid, van het besluit.
30
Aanvullende regels opgenomen in Regeling Bouwbesluit
Bestaande bouw: artikel 5.9b
1. Bij de toepassing van NEN 2575 is het in die normen
bedoelde akkoord van de bevoegde autoriteit verkregen met
een vergunning voor het bouwen of voor brandveilig gebruik
of een melding als bedoeld in artikel 1.18, eerste lid, van het
besluit.
31
Bestaande bouw: artikel 5.9b
2. Waar in artikel 6.23 van het besluit wordt verwezen naar
NEN2575 geldt het volgende:
a. het in onderdeel 4, tabel 1, onder algemeen, bedoelde minimaal
toelaatbaar geluidniveau van toonsignalen van 65 dB geldt
alleen voor verkeersruimten. Voor verblijfsruimten geldt alleen
het in die tabel bedoelde geluidsniveau toonsignaal dat minimaal
6 dB boven het gemiddelde omgevingsgeluid uitkomt;
b. het in onderdeel 4, tabel 2, onder algemeen, bedoelde minimaal
toelaatbaar geluidniveau van gesproken berichten van 60 dB
geldt alleen voor verkeerruimten. Voor verblijfsruimten geldt
alleen het in die tabel bedoelde geluidsniveau toonsignaal dat
minimaal 6dB boven het gemiddelde omgevingsgeluid uitkomt;
c. onderdeel 12.4.2 Specificatie Luidsprekers is niet van
toepassing;
d. onderdeel 17 Bekabeling is niet van toepassing.
32
Bestaande bouw: artikel 5.9b
3. Het tweede lid is niet van toepassing op een
ontruimingsalarminstallatie die behoort bij een
brandmeldinstallatie met doormelding als bedoeld in artikel
6.20 van het besluit, en op een ontruimingsalarminstallatie die
behoort bij een brandmeldinstallatie zonder doormelding die
na 1 november 2008 is opgeleverd of gewijzigd.
33
Overgangsrecht opgenomen in hoofdstuk 9 Bouwbesluit
9.1 en 9.2
Artikel 9.1, leden 1, 2 en 4:
indien een aanvraag bouwvergunning, gebruiksvergunning en
indienen gebruiksmelding is gedaan vóór de inwerkingtreding van
Bouwbesluit 2012, blijven de voorschriften Bouwbesluit 2003,
Gebruiksbesluit en bouwverordening van toepassing zoals deze
luidden op het tijdstip dat de vergunning werd aangevraagd cq
melding werd gedaan.
34
Voorschriften in geval van verbouw
35
Verlangde kwaliteit bij verbouw
Tot de inwerkingtreding van Bouwbesluit 2012 gold dat verbouw
in beginsel aan de nieuwbouweisen moest voldoen, maar dat
van burgemeester en wethouders in veel gevallen ontheffing
verkregen kon worden tot een lager niveau (maximaal niveau
Bouwbesluit bestaande bouw)
In Bouwbesluit 2012 zijn in geval van het geheel of gedeeltelijk
vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk
de voorschriften van een te bouwen bouwwerk van toepassing
(voldoen aan nieuwbouweisen = hoofdregel), tenzij in de
desbetreffende afdeling voor een voorschrift anders is
aangegeven.
En dat is in de meeste artikelen ‘het rechtens verkregen niveau’.
36
Kwaliteitsniveau verbouw vaak rechtens verkregen niveau.
Wat is verbouw??
Van verbouw is sprake bij het geheel of gedeeltelijk vernieuwen,
of veranderen of het vergroten van een bestaand bouwwerk
- geheel vernieuwen: bijv. op de fundering een gebouw
herbouwen
- gedeeltelijk vernieuwen: gebouw wordt bijv. tot op casco
gestript en opnieuw opgebouwd. Herbouw hoeft daarbij niet
identiek te zijn
- veranderen: aanpassing van een (gedeelte van) het
bouwwerk waarbij de contouren van het bouwwerk
ongewijzigd blijven
- vergroten: bouwwerk neemt in omvang toe en contouren
worden daarbij gewijzigd.
37
Verbouwvoorschriften?
vergroting?
38
Verbouwvoorschriften?
vergroting ?
39
Definitie rechtens verkregen niveau =
niveau dat het gevolg is van de toepassing op enig moment van de
relevante op dat moment van toepassing zijnde technische
voorschriften en dat gelegen is tussen het kwaliteitsniveau
Bouwbesluit bestaande bouw en Bouwbesluit nieuwbouw.
Van rechtmatigheid zal in de regel sprake zijn:
- wanneer het bouwwerk destijds overeenkomstig de ten tijde
van de oprichting van toepassing zijnde voorschriften is opgericht
- nadien uitgevoerde bouwvergunningplichtige activiteiten
overeenkomstig de verleende bouwvergunning(en) zijn verricht
- bouwvergunningsvrije ingrepen overeenkomstig de ten tijde van
de uitvoering geldende voorschriften zijn verricht
40
Niveau dat ‘het gevolg is van de toepassing……’
Betekent dat het kwaliteitsniveau in negatieve zin kan afwijken van
het niveau dat ten tijde van realisatie gold cq genoemd is in
bouwvergunning(en)
Kwaliteitsvermindering door:
- veroudering / slijtage
NB Wetgever stelt dat overheid eigenaar niet kan verplichten tot
het uitvoeren van onderhoud
- wijzigingen bepalingsmethode / toetscriteria
(vergelijk doorvoeringen, brandwerendheid draadglas)
Uiteraard moet wel voldaan worden aan de absolute minimale
kwaliteitseis: Bouwbesluit bestaande bouw
41
DUS:
Bij vergroting, verandering of vernieuwing gebouw moet de
vergroting, verandering of vernieuwing in beginsel voldoen aan het
kwaliteitsniveau van het bestaand gebouw indien dat gebouw
tijdens de uitvoering aan de toen geldende eisen heeft voldaan.
Bestaand gebouw 1960: vergroting, verandering nu moet voldoen aan
kwaliteitsniveau huidig gebouw, er van uitgaande dat in 1960 aan de
toen geldende voorschriften werd voldaan.
Dit TENZIJ het betreffend artikel uit het Bouwbesluit een ander
(hoger) niveau voorschrijft.
42
Voorbeeld
uitbreiding loods 1970 met ziekenhuis via verbindingsbrug.
Vereist kwaliteitsniveau Bouwbesluit bestaande bouw!!
43
Functieverandering
bij functieverandering gelden voor de nieuwe gebruiksfunctie(s) de
voorschriften die voor een bestaande gebruiksfunctie gelden als
absolute ondergrens.
In geval van verbouw geldt dat bij invulling van een hoger
kwaliteitsniveau, dit nieuwe niveau voortaan rechtens verkregen
niveau is.
Indien de verbouwvoorschriften een specifiek niveau voorschrijven
geldt dat specifieke niveau als het minimaal in te vullen
kwaliteitsniveau, ook indien dit lager is dan het rechtens verkregen
niveau !!
44
Uit infoblad verbouw en functiewijziging
nee
ja
45
Bij zeer veel voorschriften is in geval van oude panden
Bouwbesluit bestaande bouw uitgangspunt.
Voor bepaalde voorschriften stelt het Bouwbesluit echter hogere
eisen.
46
vb gezondheidszorg
+bedgebied
BB nieuwbouw BB bestaand BB verbouw
hoogte vloerafsch. 1 m 0,9 m 0,9 m
opening vloerafsch. 0,5 m !
hellingbaan 0,25 m 1:12 1 m 1:20 1 : 10 1 : 10
ventilatie 12 l/s per persoon 3,44 l/s pp 3,44 l/s pp
geluidisolatie tussen ruimten geen geen eis geen eis
geluid van buiten geluidsniveau 35 dB 10 dB lager 10 dB lager
thermische isolatie epc 2,6 en RC 3,5 RC 0 RC 1,3
brandcompartiment 1000 m2 2000 m2 2000 m2
brandscheiding 60 minuten 20 minuten 30 minuten
loopafstand rook 30 m 75 m 75 m !!
vluchtbreedte 90–135 pers. per m ± 200 pers per m 200 pers per m
noodverlichting 75 personen 75 personen 75 personen
hoogte 2,6 m 2,1 m 2,1 m
47
Aansprakelijkheid / waarschuwingsplicht
48
§ 12. aansprakelijkheid van de aannemer na de oplevering
Na de dag, waarop het werk overeenkomstig het bepaalde in § 10,
eerste of tweede lid, als opgeleverd wordt beschouwd, is de
aannemer niet meer aansprakelijk voor tekortkomingen aan het werk.
2. Het in het eerste lid bepaalde lijdt uitzondering indien sprake is
van een gebrek:
(a) dat toe te rekenen is aan de aannemer en
(b) dat bovendien ondanks nauwlettend toezicht tijdens de
uitvoering dan wel bij de opneming van het werk als bedoeld
in § 9, tweede lid, door de directie redelijkerwijs niet
onderkend had kunnen worden en
(c) waarvan de aannemer binnen een redelijke termijn na de
ontdekking mededeling is gedaan.
49
Conclusie:
Bij directievoering zal directievoerende partij al snel mede
aansprakelijk worden gesteld bij ontstaan van schade.
Een toezichthoudende persoon moet dan ook voldoende
verstand van zaken hebben en duidelijk verslag maken van
geconstateerde gebreken / tekortkomingen.
50
§ 6. Verplichtingen van de aannemer
lid 14:
Indien de constructies, werkwijzen, orders en aanwijzingen,
dan wel de bouwstoffen of hulpmiddelen, klaarblijkelijk
zodanige fouten bevatten of gebreken vertonen, dat de
aannemer in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid
zou handelen door zonder de directie daarop te wijzen tot
uitvoering van het desbetreffende onderdeel van het werk over
te gaan, is hij voor de schadelijke gevolgen van zijn verzuim
aansprakelijk.
51
Vergelijk artikel 7:754 Burgerlijk Wetboek
De aannemer is bij het aangaan of het uitvoeren van de
overeenkomst verplicht de opdrachtgever te waarschuwen
voor onjuistheden in de opdracht voor zover hij deze kende
of redelijkerwijs behoorde te kennen.
Hetzelfde geldt in geval van gebreken en ongeschiktheid
van zaken afkomstig van de opdrachtgever, daaronder
begrepen de grond waarop de opdrachtgever een werk laat
uitvoeren, alsmede fouten of gebreken in door de
opdrachtgever verstrekte plannen, tekeningen,
berekeningen, bestekken of uitvoeringsvoorschriften.
52
Gewijzigd in Bouwbesluit: definitie opstapmogelijkheid
Tot laatste wijziging Bouwbesluit was een radiator geen
opstapmogelijkheid, nu is dit wel het geval.
Wie is hiervoor aansprakelijk?
54
In bijna alle bestaande gebouwen zijn doorvoeringen te vinden
die in strijd zijn met Bouwbesluit bestaande bouw
55
Ook in recent opgeleverde gebouwen blijkt vaak niet aan
Bouwbesluit bestaande bouw te worden voldaan
figuur 3: doorsnede te beoordelen situatie
56
Statische bepaling brandoverslag daken naar opgaande gevels
NEN 6068:2011
Brandoverslag verticale vlak
Brandoverslag??
Daksituaties
57
optie 1: opgaande gevels 4 m¹ hoog 30 minuten WBDBO
58
optie 2) 30 minuten WBDBO in dak en controleren of
openingen dak ver genoeg van opgaande gevels
verwijderd zijn met formule:
4x (Oppervlak/Omtrek) + 2; met een maximum van 10 m¹
59
Waar dienen doorvoeren aan te voldoen?
Klasse E: ‘integriteit’ of het vermogen van het
element om vlammen tegen te houden
Klasse EW: ‘integriteit en beperkte warmtestraling’ of
het vermogen vlammen tegen te houden
en warmtebegeleiding door het element
te beperken
Klasse EI: ‘integriteit en isolatie’ of het vermogen
van het element om vlammen tegen
te houden en de warmtebegeleiding
door het element te blokkeren
60
Niet alleen het aantal minuten WBDBO is van belang
tussen brandcompartimenten EI branduitbreiding beperken
tussen brandcompartiment en
extra beschermde vluchtroute
EW ontwikkeling brand in beschermde
vluchtroute is beperkt
rondom beschermd
subbrandcompartiment
EW geeft voldoende tijd voor vluchten
tussen subbrandcompartimenten E rookverspreiding voorkomen
deurconstructies EW zijlicht tot 1500 mm in EI wand:
voor glaspaneel EW+EI 15 min.
Indien PGS-ruimte EI1
langer wachten of langs vluchten EW+EI15 t.b.v. veilig vluchten
tussen onafh. vluchtroutes EI/EW afhankelijk van de situatie
vluchtroute in vluchtrichting E rookverspreiding voorkomen
doorvoeringen, naden, schachten EI ook boven plafond en onder vloer
61
BC
SBC
BSBC
60 WBDBO
30 WBDBO
20 WBDBO criterium
vlamdichtheid mbt afdichting
60 EI
60 EW30 E
30 EW
30 EW60 EW 30 E
60 EI
vloer tussen BC-en 60 EI
62
1. vlamdichtheid betrokken op afdichting
a. maximale openingen
Doorvoeringen: criteria NEN 6069
‘opening’ ≥ 25 mm niet toegestaan
sleuf met doorsnede 6 mm ≥ 150 mm
niet toegestaan
b. vlammen mogen aan de niet-verhitte zijde max 10 sec
zichtbaar zijn
c. watten mogen aan niet-verhitte zijde op afstand van 30 mm
van de scheur of spleet niet gaan gloeien of ontvlammen
63
Brandwerende wand en vloer
of
64
2. Thermische isolatie betrokken op warmtestraling
- bij brand mag op een afstand van 1 m, ter plaatse van de
compartimentscheiding aan de niet verhitte zijde de
stralingsintensiteit maximaal 15 KW/m2 bedragen
warmtestraling
max 15 KW/m2
1 m
1 m
65
Voorbeelden van de gemeten warmtestraling op 1 m afstand
15 KW/m2
10 KW/m2
5 KW/m2
0 KW/m2
spiegeldraadglas 6 mm (2,4 m2 in houten kozijn na 30 min. nog net < 15 KW/m2)
speciaal thermisch voorgespannen glas 6 mm
gecoat speciaal thermisch voorgespannen glas 6 mm
gelaagd glas met gietharsvulling 7 mm
gelaagd glas met opschuimende silicaatvulling 7 mm (straling na 30 min. 3 kW/m2
66
Tussenlaag bij glas met opschuimende silicaatvulling schuimt
tijdens brand op en isoleert tegen de warmtestraling
67
3. Thermische isolatie betrokken op (oppervlakte)temperatuur
- bij brand mag de compartimentscheiding (vloer / wand)
aan de niet-verhitte zijde gemiddeld geen grotere
temperatuurstijging hebben dan 140 °C en maximaal niet
meer dan 180 ° C.
NB voor ventilatiekanalen en brandkleppen op 325 mm afstand
van wand- of vloerdoorvoer gemeten
- ∆ T gem ≤ 140 °C
- ∆ T max ≤ 180 °C
68
Indien max. volumestroom 15 m3/m2 per uur criteria opgenomen
in NEN 6069:
Indien grotere volumestroom naast vlamdichtheid betrokken op
afdichting en thermische isolatie betrokken op
oppervlaktetemperatuur aanvullend eisen aan gasdichtheid van
de brandklep.
De luchtstroom door de klep mag na 5 minuten niet groter zijn
dan 360 m3/h per m2 bij een onderdruk van 300 Pa in het kanaal
NEN 6077 luchtkanalen met brandkleppen
na 5 minuten ≤ 360 m3 /h per m2
69
Brandwerend afdichten van doorvoeringen
Alle doorvoeringen moeten dezelfde brandwerendheid
bezitten als de eis die aan de wand / vloer gesteld wordt.
Dit geldt zowel voor nieuwbouw als een bestaand gebouw.
70
brandwerendheid kunststof doorvoeringen zonder maatregelen
Kunststof doorvoeren
type wand type kunststof diameter wanddikte brandwerendheid
metalstud, dubbele
gipsplaat, dikte 100 mm
PVC 110 mm 3,5 mm 5 minuten
cellenbeton 100 mm PP
PE
PE
PE
110 mm
50 mm
75 mm
110 mm
3,8 mm
3,5 mm
3,5 mm
3,8 mm
6 minuten
8 minuten
6 minuten
5 minuten
71
Te treffen voorzieningen bij kunststof leidingen
1. bij verhitting opschuimende kit (tot maximaal ± Ø 50 mm)
in combinatie met afdichting van de voeg met speciale
afdichtingsstrook (bijv. op basis van calciumsilicaatvezels).
1. bij verhitting
opschuimende kit
2. rugvulling
3. wand
4. kunststof leiding
vrije ruimte rondom de leiding cq 20 mm.
Kleinere sparingsgrootte niet toegestaan!
72
opbouw tot ± 400 mm inbouw tot ± 160 mm
Te treffen voorzieningen bij kunststof leidingen
2. toepassen brandmanchetten (werking bij 100 – 150 °C)
1. manchet
2. wand
3. kunststof leiding
4. brandwerende afdichting
1. manchet
2. kunststof leiding
3. grondplaat
4. bevestiging
73
Te treffen voorzieningen bij kunststof leidingen
3. toepassen bij verhitting opschuimende band/firewrap
Omliggende vloer / wand moet tegendruk geven.
Dit stelt hoge eisen aan met name de sparingswand
74
4. Toepassen isolatieschalen
Bijvoorbeeld Conlit 150 U
75
Altijd letten op verwerkingsvoorschriften !!
Conlit 150U bij 30 / 60 minuten brandscheiding
soort leidingen:
- Metalen leidingen met als medium warmwater, koudwater, cv,
stoom en condens en niet verluchte brandbare leidingen, dwz
kunststof leidingen gevuld met vloeistof door wanden en
vloeren
soort scheiding:
- Massieve wand en lichte scheidingswand met een dikte vanaf
100 mm (vloeren 150 mm).
- Voor het afdichten van openingen kunnen de Conlit 150 U
schalen in combinatie met de doorvoeringenplaat Conlit
Penetration Board worden toegepast.
76
Om de doorvoeringen rookdicht af te werken restopeningen
tussen de Conlit 150U schaal en de wand opvullen
opening tussen 5 en 30 mm opening tussen 5 en 30 mm opening groter dan 30 mm
opvullen met Conlit Kit opvullen met Rockwool Loose Fillen opvullen met betonmortel
Conlit kit
77
Te treffen voorzieningen bij metalen (stalen) leidingen
bij verhitting opschuimende kit
Endotherme kit = kit die warmte absorbeert. Oplossing voor lage
brandwerendheid (tot 30 minuten) in combinatie met kleine stalen
leidingdoorvoeringen (tot ± 60 mm).
Stelt hoge eisen aan sparingsvorm en grootte.
Indien opening volledig gevuld met kit vrije ruimte rondom de
doorvoering max 20 mm. Indien opening gevuld met kit op
rugvulling vrije ruimte max 40 mm.
Sparing bij voorkeur boren.
78
Bij verhitting opschuimende kit mogelijk tot 30 minuten
1. steenachtige wand ≥ 100 mm 2. sparing A: tot max 20 mm + Ø buis
B: sparing tot 40 mm + Ø buis 3. stalen buis tot Ø 60,3 mm, koper tot 28 mm en gietijzer tot 118 mm 4. A. bij verhitting opschuimende kit over volledige diepte.
B. diepte kit minimaal 20 mm en rugvulling (steenwol 50 kg/m3) 5. ophangconstructie: eerste beugel tot 300 m van de wand
NB. indien testrapport andere waarden kent, deze aanhouden!
79
Bij verhitting opschuimende coating (tot 60 minuten)
1. steenachtige wand ≥ 100 mm 2. sparing tot max 60 mm + Ø buis 3. stalen buis tot Ø 60 mm 4. A. ruimte tussen buis ≤ 10 mm: brandwerende kit
B. ruimte tussen buis tussen 10 en 30 mm: mortelIndien ≥ 30 mm steenwolafdichtingsplaat in opening
5. bij verhitting opschuimende coating l 250 mm op buis 100 mm op wand 6. ophangconstructie: eerste beugel op 300 mm van wand
NB. indien testrapport andere waarden kent, deze aanhouden!
80
Toepassing isolatieschalen (tot 60 minuten)
1. steenachtige wand ≥ 100 mm 2. A: sparing Ø buis + isolatie B. 30 – 80 mm groter dan Ø buis 3. Wicu tot 54 mm, koper tot 108 en staal, RVS en gietijzer tot 326 mm 4. A. steenwolisolatieschaal 20-50 mm, 100 kg/m3, l=1000 mm tot Ø 76 mm
en l = 2000 mm indien > Ø 76 mm; B: 2 x ≥ 1000 mm 5. A: afdichting bij passende kernboring geen, tot 30 mm brandwerende
mortel of brandwerende kit. B: steenwol ≥150 kg/m3, dikte 15-40 mm 6. ophangconstructie: eerste beugel op 500 mm van wand
NB. indien testrapport andere waarden kent, deze aanhouden!
tot 30 minuten tot 60 minuten
81
Toepassing AF/Armaflex t.b.v. gekoeld water
Promaseal-MG kit, breedte voeg 15 mm, diepte
voeg 25 mm. Deze afdichting wordt aan beide
zijden van de wand geplaatst
Stalen leiding, getest in verschillende diameters en
wanddiktes. Alleen toepasbaar bij buizen loodrecht
op de wand.
Isolatie Armaflex AF13 over een lengte van > 300
mm aan weerszijden van de wand.
Wand. De doorvoering is getest in een lichte scheidingswand. Dit betekent dat de
constructie ook voldoet in een betonnen of steenachtige wand.
Wanddikte ten minste 100 mm. Niet toepasbaar op een wand van sandwichpanelen
en op wanden waar de verticale of horizontale stijlen niet worden afgedekt.
De Promaseal-MG wordt uit de kitkoker aan weerszijden van de doorvoering aangebracht in
voegen van maximaal 15 mm breed en minimaal 25 mm diep op de Armaflex. Als in een lichte
scheidingswand de plaatdikte aan iedere zijde minder is dan 25 mm, kan de benodigde
voegdiepte niet worden behaald. De wand moet dan worden opgedikt met Pomatect-100 dat
minimaal 50 mm breed om de doorvoering wordt bevestigd met schroeven
83
Toepassing Promat promastop CSP kabelgootdoorvoering
Promastop-CSP, brandwerende verf, dikte
ca. 2 mm (droog) bij brand opschuimend.
Steenwol platen, dikte 60 mm, volumieke
massa ca. 150 kg/m3 (Promastop-CB).
Kabelgoten.
Afhanging kabelgoten (500 mm uit de wand).
Kabels en kabelbundels.
Steenachtige wand of lichte scheidingswand
met een brandwerendheid van tenminste 60
minuten
Bij een lichte scheidingswand worden de randen van de sparing voorzien
van extra C-profielen. In de dag van de sparing wordt een strook
Promatect-H dikte 15 mm aangebracht
84
Kabelgoten
> 100 mm figuur 2: opbouw brandscheiding in geval van lichte scheidingswandconstructie.
gipsplaat 12,5 mm igv 30 minuten en 2 x 12,5 mm aan elke zijde indien 60 minuten raveling (hout / C profiel) Promatect H 15 mm Promatect CB Kabelgoot afsmeren met Promatect CSP
86
Te treffen voorzieningen bij kabels / kabelgoten
kabelbox (of sleeve of CT-unit)
koker waardoor kabels kunnen worden gevoerd.
Naast bij hitte opschuimend materiaal ook goede afdichting tbv
koude rook. Ook hier kunnen kabels gemakkelijk verwijderd of
bijgeplaatst worden.
87
Te treffen voorzieningen bij ventilatiekanalen
1. brandventiel of vlinderklep (NEN-EN 1366-2 + CE
gemarkeerd)
brandventiel vlinderklep
88
Te treffen voorzieningen bij ventilatiekanalen
vlinderklep goed geplaatst?
of
89
Te treffen voorzieningen bij ventilatiekanalen
vlinderklep goed geplaatst?
of
90
Te treffen voorzieningen bij ventilatiekanalen
2. Toepassen brandklep
aandacht voor wijze van afdichting en monteren
91
Montage brandkleppen: let op verwerkingsvoorschriften!
92
Brandklep met veerretourmotor
1. verlengstuk 1. wandaanbouwflens
2 + 4. brandwerende coating 2. schroefbevestiging
3. vooraf gecoate minerale wol 3. verlengdeel
> 140 kg/m3
93
Let met name in lichte scheidingswanden op de juiste
verwerking van brandkleppen !
Oplossing uiteraard afhankelijk van de omvang van het
kanaal (zie verwerkingsvoorschriften)
94
Brandklep in metal stud constructie
□ A = nominalegrootte brandklep + 80 bis 120 mm
95
Zorgvuldige plaatsing brandkleppen in metal studwanden!
96
Plaatsing brandklep op afstand van de brandscheiding
97
Te treffen voorzieningen bij ventilatiekanalen
brandmanchet bij ventilatiekanaal is hier wel akkoord aangezien
het kanaal zal wegbranden waardoor de luchtstroming wegvalt.
98
Te treffen voorzieningen bij cv kanalen
99
Materiaal en afmetingen RGA en VLT leidingen 30/60 min.
bij metalen kanalen brandwerende kit toepassen.
Te treffen voorzieningen bij cv kanalen
100
Materiaal en afmetingen RGA en VLT leidingen 30/60 min.
bij RVS kanalen bij brand opschuimende kit toepassen.
Te treffen voorzieningen bij cv kanalen
101
bij kunststof en aluminium kanalen brandmanchetten toepassen
Materiaal en afmetingen RGA en VLT leidingen 30/60 min.
Te treffen voorzieningen bij cv kanalen
102
bij kunststof en aluminium kanalen brandmanchetten toepassen
Materiaal en afmetingen RGA en VLT leidingen 30/60 min.
Te treffen voorzieningen bij cv kanalen
103
vragen / praktijkvoorbeelden
104
Voorbeeld 1
Brandweerlift zonder brandwerend voorportaal op tekening
aangegeven.
In vergunning voorwaarde opgenomen dat lift moet voldoen
aan de nieuwe Europese norm.
Bij oplevering wordt geconstateerd dat niet aan deze norm
voldaan wordt in die zin dat een sluis vóór de lift niet
uitgevoerd is en in alle realiteit ook niet meer uitgevoerd kan
worden.
Tegen de voorwaarden opgenomen in de vergunning is geen
bezwaar aangetekend.
En nu??
105
Voorbeeld 2
In opslagloods > 4000 m2 kan het overgrote deel als lichte
industrie aangemerkt worden.
Voor een deel (300 m2) is echter sprake van een
industriefunctie.
Tussen industrie- en lichte industrie is geen fysieke
scheiding aanwezig.
Wel of geen niet automatische brandmeldinstallatie vereist?
108
Voorbeeld 3
In een pand vergund in 2010 is doodlopend eind detectie
aanwezig cf. het Gebruiksbesluit, d.w.z. dat “in een besloten
ruimte waarop een verblijfsruimte is aangewezen van
waaruit slechts in een richting kan worden gevlucht” een BMI
met ruimtebewaking cf. NEN 2535:1996 incl. wijzigingsblad
A1:2002 aanwezig moet zijn.
Nu staat in Bouwbesluit 2012 in artikel 6.20 lid 5 te lezen dat
detectie vereist is: “buiten de te ontvluchten ruimten
waardoor de vluchtroute voert ALSMEDE aan die ruimten
grenzende verblijfsruimten en ruimten met een verhoogd
brandrisico”.
Moet de installatie uitgebreid worden??
109
Detectie bij te plaatsen in verblijfsruimten en
ruimte met verhoogd brandrisico??
110
Voorbeeld 4
Verbouw oude kantoor (1963) naar low budget hotel.
Aanwezig aan ventilatie omgerekend per persoon 8 dm3/s.
Nieuwbouweis = 12 dm3/s per persoon.
Zou huidige ventilatiecapaciteit volstaan??
Indien oude fabriekshal (1954) naar low budget hotel
getransformeerd zou worden en er is géén ventilatie
aanwezig.
Wat is dan de minimale eis??
111
Bouwbesluit nieuwbouw
Op het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een
bouwwerk zijn de artikelen 3.29 tot en met 3.34 van overeenkomstige
toepassing, waarbij in plaats van het in die artikelen aangegeven niveau
van eisen wordt uitgegaan van het rechtens verkregen niveau
Bouwbesluit bestaande bouw
Bouwbesluit verbouw
112
Voorbeeld 5
Eigenaar van woonfunctie voor zorg (groepszorgwoning met
zorg op afroep) wenst gelet op de onderhoudskosten de
vergunde brandslanghaspels, noodverlichtingsarmaturen,
doormelding en certificering van de BMI weg te laten halen
aangezien deze getuige de huidige regelgeving niet (meer)
voorgeschreven zijn.
Mag hij dit zonder meer doen?
114
Voorbeeld 6
U hebt een opdracht om boven een brandwerende
deurconstructie werkzaamheden een kabelgoot aan te
brengen en brandwerend uit te voeren.
U ziet dat het gerealiseerde brandschot niet voldoet aan de
minimaal vereiste WBDBO.
Dient u hiervoor te waarschuwen?
116
Voorbeeld 7
U wordt er 2 maanden na oplevering op aangesproken dat
brandkleppen niet op de juiste wijze zijn aangebracht ?
Er blijkt geen raveling in de metalstud wand aangebracht te
zijn en er zijn onvoldoende bevestigingsbeugels
aangebracht.
Kunt u de aansprakelijkheid ter zijde leggen gelet op het feit
dat het gebouw reeds opgeleverd is?
117
Voorbeeld 8a
Studentenhuisvesting aanwezig sinds 2002.
Hiervoor is ook een gebruiksvergunning verkregen.
Gemeente komt 2016 controleren.
In de aanschrijving wordt onder meer gemeld dat ondanks
het feit dat elke kamer 30 minuten brandwerend
afgescheiden is, in elke kamer een geluidsniveau van 75 dB
aanwezig moet zijn. Indien niet het geval moeten in de
kamers aanvullend signaalgevers worden geinstalleerd.
De eigenaar beroept zich op het feit dat er op basis van de
aanwezige installatie een vergunning is verleend.
Heeft hij gelijk?
118
Overgangsrecht opgenomen in hoofdstuk 9 Bouwbesluit
9.1 en 9.2
Artikel 9.1, leden 1, 2 en 4:
indien een aanvraag bouwvergunning, gebruiksvergunning en
indienen gebruiksmelding is gedaan vóór de inwerkingtreding van
Bouwbesluit 2012, blijven de voorschriften Bouwbesluit 2003,
Gebruiksbesluit en bouwverordening van toepassing zoals deze
luidden op het tijdstip dat de vergunning werd aangevraagd c.q.
melding werd gedaan.
119
Van belang de van toepassing zijnde norm
NEN 2555: 2002 met wijzigingsblad 2006 schrijft voor:….een
geluidsniveau van minimaal 85 dB(A) op 3,0 meter afstand
van de rookmelder…...
(geldig onder vigeur van Bouwbesluit 2003! c.q.
Gebruiksbesluit 2008)
NEN 2555: 2008 schrijft voor:…. Een geluidsniveau van
minimaal 75 dB(A) in elke (studenten)kamer (omdat hier
geslapen wordt)…...
(aangestuurd door Bouwbesluit 2012)
120
Voorbeeld 8b
Studentenhuisvesting aanwezig sinds 2002 wordt verbouwd.
Daarbij moet de NEN 2555 installatie gedeeltelijk uitgebreid
worden.
Mag nu nog de ‘oude norm’ worden gehanteerd of dient de
installatie te worden aangepast?
121
Artikel 1.12 Bouwbesluit (verbouw)
1. Op het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of
het vergroten van een bouwwerk zijn wat betreft de
hoofdstukken 2 tot en met 5 de voorschriften van een te
bouwen bouwwerk van toepassing tenzij in de
desbetreffende afdeling voor een voorschrift anders is
aangegeven.
2. Op het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het
vergroten van een installatie is wat betreft hoofdstuk 6 het
rechtens verkregen niveau van toepassing.
3. Op het geheel vernieuwen van een installatie zijn wat
betreft hoofdstuk 6 de voorschriften van een te bouwen
bouwwerk van toepassing.
122
Voorbeeld 9
Artikel 6.20 lid 1 jo bijlage 1 / artikel 6.23 schrijft een niet
automatische brandmeldinstallatie / ontruimingsalarminstallatie
voor in een voetbalkantine met een oppervlakte groter dan 500 m2.
Kan ik installatie voorkomen met motivatie dat ‘sprake is van een
overzichtelijke situatie?’
kantine 520 m2
max bezoekers 220
2 uitgangen capaciteit 350 personen
kantine is niet ingedeeld (één ruimte)
vanuit elk punt minimaal één uitgang
binnen 20 m te bereiken.
123
Voorbeeld 10
Kantoorgebouw met bijeenkomstfunctie beschikt over
automatische brandmeldinstallatie met gedeeltelijke
bewaking en de vereiste ontruimingsalarminstallatie.
Installatie voldoet niet aan de NEN 2535 resp. 2575.
Denk aan aspect geluidsniveau in elke verblijfsruimte en aan
functiebehoud bekabeling.
Eigenaar beroept zich bij afkeuring op het feit dat
hij de installatie altijd naar behoren onderhouden heeft en er
geen sprake is van oneigenlijke meldingen.
Verder stelt dat zelfs zonder installatie het gebouw binnen
7 minuten ontruimd zal zijn.
Moet hij de installatie aanpassen?
124
Toelichting bij artikel 6.20
Bij brandmeldinstallaties kan de gelijkwaardigheid een
belangrijke rol spelen. Bij overschrijding van de in de tabel
opgenomen grenswaarden is een brandmeldinstallatie in
beginsel verplicht. Soms kan een gebouw zo overzichtelijk zijn
en zulke goede vluchtmogelijkheden hebben, al dan niet met
behulp van een goede ontruimingsorganisatie, dat het beoogde
veiligheidsniveau ook met een minder zware installatie of zelfs
zonder installatie is een dergelijk geval kan een beroep op
gelijkwaardigheid als gewaarborgd. In bedoeld in artikel 1.3
worden gedaan. Het bevoegd gezag moet dit beroep
honoreren, wanneer de aanvrager aantoont dat de kwaliteiten
van het bouwwerk in samenhang met de getroffen maatregelen
garanderen dat alle personen zich tijdig in veiligheid kunnen
brengen dan wel in veiligheid kunnen worden gebracht.
125
Toelichting bij artikel 6.23
Vergelijkbaar met hetgeen hierboven bij artikel 6.20 over
gelijkwaardigheid bij de brandmeldinstallatie is beschreven, kan
ook bij de ontruimingsalarminstallatie een beroep worden
gedaan op de gelijkwaardigheidsbepaling bedoeld in artikel 1.3.
Bij bijvoorbeeld een situatie die zowel overzichtelijk is als een
goede akoestiek heeft met weinig omgevingsgeluid kan een
adequate alarmering ook plaatsvinden zonder een
ontruimingsalarminstallatie.
Wanneer met een beroep op gelijkwaardigheid is vastgesteld
dat geen brandmeldinstallatie is vereist, betekent dit dat ook
geen ontruimingsalarminstallatie is vereist
126
Roel Geys
Roel Geys
GBB b.v.
Lindenplein 1
6225 EP Maastricht
043 363 3593
06 1509 4071