Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal...

47
1 Reader spreken Havo 4 Het betoog

Transcript of Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal...

Page 1: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

1

Reader spreken

Havo 4

Het betoog

Page 2: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

2

Inhoudsopgave Les 1: Het betoog 4

Les 2: Toetsanalyse en spreekangst 6

Les 3: Het onderwerp 9

Les 4: Het spreekplan 14

Les 5: Verschillende bronnen van informatie 18

Les 6: De documentatiemap 22

Les 7: De documentatiemap 22

Les 8: Overtuigen 24

Les 9: Argumenteren 28

Les 10: Structuur 31

Les 11: Presentatiehulpmiddelen 33 Les 12: Presentatietechnieken 39 Les 13: Voorbereiden toetsbetoog 47

Page 3: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

3

Inleiding

Voor je ligt de reader spreken voor havo 4. Aan het eind van deze periode houd je een mondeling

betoog. Dit betoog houd je voor je docent en voor een aantal klasgenoten. Je hebt de vorige periode

al veel geleerd over de tekstsoort betoog. Die kennis kun je deze periode ook inzetten voor je

mondelinge betoog.

Spreken is een vaardigheid en om goed te worden in een vaardigheid, moet je oefenen. Daarom

zullen we in de lessen verschillende spreekoefeningen doen. Het is de bedoeling dat iedereen

minstens eenmaal voor de klas een spreekoefening doet. Natuurlijk krijg je feedback op je spreken,

die je kunt gebruiken om je spreekvaardigheid te verbeteren. De spreekoefeningen in het begin zijn

wat minder uitgebreid, maar je kan ze vaak ook minder goed voorbereiden. Je moet improviseren.

Spreekoefeningen aan het einde van de periode kun je beter voorbereiden, maar je moet dan ook op

meer dingen letten. Je docent bepaalt of je een spreekoefening voldoende hebt afgerond.

Naast de mondelinge toets moet je deze periode ook een handelingsdeel inleveren. Je maakt een

documentatiemap. Dit heb je in de vierde klas ook al eens gedaan. Het onderwerp van je

documentatiemap is ook het onderwerp van je betoog.

Veel succes deze periode!

Page 4: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

4

Les 1 Het betoog

Opdracht 1 Verschil schriftelijk en mondeling betoog

Veel theorie over het betoog is al bekend uit de vorige periode. Wat weet je nog van onderstaande

onderdelen? Noteer in de tweede kolom.

tekstdoel

Stijl

Inhoud

Opbouw Inleiding: Kern: Slot:

Toch is een mondeling betoog weer net even anders. Wat zou er anders zijn bij spreken? Noem

minimaal drie factoren. Denk aan structuur, inhoud en presentatie.

1.

2.

3.

Page 5: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

5

Opdracht 2 Een voorbeeld

Je gaat nu kijken naar leerlingen uit havo 5 die een betoog houden.

Beantwoord tijdens het kijken de vragen hieronder.

1. Waarom is dit een betoog? 2. Wat is de hoofdgedachte? 3. Welke argumenten gebruikt de spreker? 4. Worden er tegenargumenten weerlegd, welke? 5. Wanneer komt de conclusie? 6. Wat is de conclusie? 7. Wat vind je van het gebruik van de presentatiemiddelen? 8. Wat in de houding of lichaamstaal van de spreker komt overtuigend over? 9. Wat in het stemgebruik of het taalgebruik van de spreker komt overtuigend over? 10. Kon je het betoog makkelijk volgen? Hoe komt dat?

Noteer de antwoorden hieronder:

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

Page 6: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

6

Les 2 Toetsanalyse en spreekangst

Opdracht 1 Analyseren van je fouten op de toets

De toets leesvaardigheid en argumenteren is een belangrijke toets in havo 4. Hij heeft voorspellende

waarde voor je eindexamen. Daarom is het belangrijk dat je goed oplet tijdens de bespreking van je

toets en de tabel hieronder invult. Je krijgt dan inzicht in waar je nog meer aandacht aan moet

besteden voor je eindexamen en eventueel voor je herkansing.

Soort vragen Te behalen punten Door jou behaalde punten

Theorievragen

Toepassingsvragen

Open vragen

Multiple Choice vragen

Vragen die je fout had:

Waarom had je die vraag fout?

A. Ik snapte woorden/uitdrukkingen in de vraagstelling niet.

B. Ik kende de theorie niet, waardoor ik de vraag/antwoordmogelijkheden niet begreep.

C. Ik heb niet goed gekeken waar het antwoord moest staan in de tekst.

D. Anders, namelijk….

Nr. foute vraag Soort fout (A,B,C,D)

Toelichting

Page 7: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

7

Opdracht 2 Sprekerstest

Wat voor soort spreker ben jij?

1. Geef bij elk van de onderstaande punten aan of je het ermee eens bent of niet mee eens

bent. Omcirkel je keuze.

2. Bespreek je antwoorden met klasgenoten. Je docent beslist of jullie in groepen overleggen of

met de hele klas. Noteer van elk punt dat is genoemd bij opdracht 1a hoeveel mensen uit je

groep het ermee eens of oneens zijn.

3. Bespreek met elkaar de genoemde punten waarover de meningen verschillen.

4. Je docent geeft je nu de typering die bij jou zou moeten passen. Klopt het?

TEST

A Een spreekbeurt moet je goed voorbereiden, als je niet wilt afgaan voor de klas.

Mee eens / niet mee eens

B Als ik een spreekbeurt moet houden, ben ik erg zenuwachtig.

Mee eens / niet mee eens

C Spreken voor de klas: dat kun je of dat kun je niet. Daar valt niets aan te leren.

Mee eens / niet mee eens

D Als je zenuwachtig bent, kun je nooit een hoog cijfer scoren voor een spreekbeurt.

Mee eens / niet mee eens

E Als je een leuke klas hebt, is het gemakkelijker om een spreekbeurt te houden.

Mee eens / niet mee eens

Opdracht 2

Bekijk het filmpje Ga er allemaal maar eens lekker voor zitten van Cabaretier Hans Teeuwen. In deze

sketch heeft de cabaretier last van spreekangst. Noem minstens drie zaken waaraan je kunt merken

dat de spreker bang is.

Opdracht 3

Lees op de volgende bladzijde de tekst over spreekangst en beantwoord de volgende vragen.

1. Wat is het ergste dat je kan overkomen?

2. Hoe groot is die kans (kan je die kans zelf verkleinen)?

3. Hoe erg is dat eigenlijk als dat dan toch gebeurt?

4. Wat zou je kunnen doen om het te voorkomen?

5. Hoe los je het op als het toch gebeurt?

Page 8: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

8

Spreekangst

Trillende handen, een rood hoofd en niet meer uit je woorden kunnen komen. Overkomt je dat als je een presentatie moet houden? Of bij een sollicitatiegesprek of belangrijke vergadering? Waarschijnlijk heb je dan last van spreekangst. Je kunt natuurlijk deze situaties zoveel mogelijk vermijden, maar beter en effectiever is het om je spreekangst proberen te verminderen.

Wat is spreekangst?

Bijna iedereen vindt het eng om te spreken in het openbaar. En zenuwachtig zijn voor een sollicitatiegesprek is meer dan normaal. Een beetje spreekangst of plankenkoorts kan er zelfs voor zorgen dat je beter presteert. Maar als je spreekangst te groot wordt, kan dit leiden tot concentratieverlies en zelfs een black-out.

Spreekangst is vaak een vorm van faalangst. Misschien is een presentatie of spreekbeurt een keer

niet zo goed gegaan. Die herinnering blijft hangen. Een vervelende opmerking van een docent of klasgenoot kan ervoor zorgen dat je bij een volgende spreekopdracht extra zenuwachtig wordt.

Verminderen van spreekangst

Bedenk dat er met een goede voorbereiding eigenlijk niets mis kan gaan. Als je je tekst kwijt bent,

pak je je tekst erbij. Als je begint met stotteren, neem je even een slokje water en begin je weer opnieuw. Als je toch nog allerlei rampscenario's voor je ziet, stel jezelf dan de volgende vragen:

Wat is het ergste wat me kan overkomen?

Probeer te achterhalen waar je eigenlijk bang voor bent. Wat is het ergste rampscenario dat je kan overkomen? Dat je een black-out krijgt? Dat je je tekst kwijt bent of dat je geen enkele vraag kunt beantwoorden?

Hoe groot is de kans dat dat gebeurt? Heb je zo'n ramp al eens meegemaakt in het verleden? Zo ja, hoe lang geleden was dat? Was dat een vergelijkbare situatie? Had je je toen ook al goed voorbereid? Zijn er dingen die je nu anders zou kunnen doen?

Als die ‘ramp' toch gebeurt, hoe erg is dat eigenlijk? Wat vind je zelf van mensen die een black-out krijgen tijdens een spreekopdracht? Of mensen die stotteren tijdens een vergadering? Dom, of juist dapper dat ze het toch proberen? Waarschijnlijk dat laatste. Bedenk dat de meeste mensen helemaal niet zo streng over je zullen oordelen.

Tips

Veel oefenen Hoe vaker je je presentatie of belangrijk gesprek oefent, hoe zekerder je je zult voelen.

Ontspanningstechnieken

Ga voor je presentatie even rustig zitten en let goed op je ademhaling. Adem langzaam en diep, vanuit je buik. Na een tijdje zul je je rustiger voelen, je hartslag gaat bijvoorbeeld langzamer.

Relativeren Relativeer het belang van je presentatie. In het algemeen, maar vooral ook voor je publiek. Bedenk dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen.

Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons opstellen en gedragen. Hierover kun je meer lezen in het volgende boek: IJzermans. Theo, e.a. (2005). Beren op de Weg, spinsels in je hoofd. Zaltbommel: Thema.

Page 9: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

9

Les 3 Het onderwerp

Opdracht 1 onderwerp en stelling

Het is nu zaak om zo snel mogelijk een onderwerp te bedenken waar je je betoog over wil doen.

Bedenk dat je een betoog moet houden, dus je moet een onderwerp verzinnen waar je een stelling

bij kan maken. De ervaring leert dat het het beste werkt, als je een onderwerp kiest waar je je

persoonlijk bij betrokken voelt.

Om een idee te krijgen is het verstandig om bijvoorbeeld eens een krant door te bladeren of op de

website van een krant te kijken. Kijk dan ook vooral naar de opiniepagina’s. Ook op

www.debatinstituut.nl kun je verschillende stellingen vinden, of op vakkenweb.

Heb je een onderwerp gevonden? Lees dan hieronder hoe je er een goede stelling van maakt.

Laat je stelling keuren door je docent. Het is zonde als je er bij je toets pas achter komt dat je stelling

niet in orde is.

Werkwijze om stellingen te maken

Het is goed om te weten aan welke voorwaarden een goede stelling moet voldoen. Hieronder volgen tips voor het formuleren van stellingen. 1. Voor een goede stelling geldt de gulden regel: een stelling bestaat uit één zin, zonder bijzinnen. 2. Een stelling is nooit in vraagvorm (moeten harddrugs gelegaliseerd worden?), maar kan wel weer een citaat zijn (Bolkestein: 'Het smoel is belangrijker dan het doel!'). 3. Een belangrijke eis is dat de stelling in beginsel gelijke kansen aan voor- en tegenstanders biedt. Er zijn gewichtige argumenten voor én tegen de stelling te bedenken. De stelling is - in vaktermen - debatable. 4. Om verwarring te voorkomen is het raadzaam om een ontkenning (niet, nooit en dergelijke) in de stelling te vermijden (bijvoorbeeld: Nederland moet niet meer investeren in alternatieve energiebronnen). De kans is namelijk groot dat de tegenstanders zich ontpoppen als voorstanders en andersom. De stelling wordt dan: Nederland moet meer investeren in alternatieve energiebronnen. Concretiseringen Het is aan de bedenker van de stelling of en hoeveel nuances in de stelling worden aangebracht.

Een voorbeeld van gradatie in concreetheid: 1. Nederland moet een sociale dienstplicht invoeren.

2. Nederland moet een sociale dienstplicht invoeren voor werklozen.

3. Nederland moet een sociale dienstplicht invoeren voor langdurig werklozen.

Page 10: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

10

Ludiek?

Het is niet gezegd dat een betoog alleen over serieuze stellingen gaat. Een serieus onderwerp kan ludiek ('Een echte vent strijkt zijn eigen overhemd') verwoord zijn. Een ludieke stelling is misschien wat gewaagd voor je echte betoog, maar kan wel prima dienen om bijvoorbeeld te gebruiken in een oefenbetoog.

Voorbeelden van stellingen

De Arabische nieuwszender Aljazeera is gevaarlijk voor de publieke opinie.

Middelbare scholieren moeten gratis openbaar vervoer krijgen.

Genetische manipulatie is een zegen voor de mensheid.

Internet doet meer kwaad dan goed voor je opvoeding.

Het onderscheid tussen zwarte en witte scholen moet worden bestreden.

Voorbeelden van ludieke stellingen

De mobiele telefoon is een dieptepunt voor de mensheid.

Eén week per jaar moeten scholieren het land regeren.

Willem-Alexander moet afstand doen van de troon.

Actuele stellingen

Het illegaal downloaden van muziek en films moet harder worden aangepakt Ouders moeten zelf betalen voor schoolboeken Nederland moet weg uit Uruzgan De basisbeurs voor studenten moet afgeschaft worden Nederland moet haar ontwikkelingshulp terugbrengen naar het Europees gemiddelde Er moet een internettaks komen om kranten te helpen De pensioengerechtigde leeftijd moet omhoog Vrijheid van meningsuiting moet onbegrensd zijn voor politici

Eenvoudige stellingen

Plastic tasjes in supermarkten moeten worden verboden

Lantaarnpalen moeten ’s nachts uit worden gezet

Milieugroeperingen die de wet overtreden moeten worden verboden

Nederland moet opnieuw de autovrije zondag invoeren

Schiphol mag niet groter worden als dat ten koste gaat van het milieu

Jongeren moeten verplicht een deel van hun middelbare schooltijd in een andere lidstaat doorbrengen

Alle lidstaten van de EU moeten het homohuwelijk legaliseren

Er moet een Europese belasting komen op kerosine

De EU moet lidstaten verplichten om een minimum aan onderwijs uit te geven

Europa moet een direct door het volk gekozen president krijgen

Nederland moet een gekozen premier krijgen

De stemgerechtigde leeftijd moet omlaag naar 16 jaar Of: Je moet kunnen stemmen als je 16 bent

Page 11: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

11

Nederland moet een stemplicht invoeren Of: Iedereen moet verplicht stemmen

Mensen die veel belasting betalen, moeten meer stemrecht krijgen

Nederland moet stemmen per internet of sms mogelijk maken

Uitdagende stellingen

Om ontwikkelingshulp te krijgen moet een ontwikkelingsland milieuvriendelijk beleid voeren

Het ontkennen van de klimaatcrisis moet strafbaar worden gesteld

Nederland moet meer kerncentrales bouwen

Patenten op klimaattechnologie moeten worden vrijgegeven

De handel in emissierechten moet worden vervangen door een forse uitstoottaks

Europa moet alleen nog subsidie geven aan boeren als ze milieu- en diervriendelijk werken

De EU moet een verbod afkondigen op generaal-pardonregelingen

Griekenland moet uit de Euro worden gezet

Er moet een Europees leger komen

Inwoners van de EU moeten in elk ander land kunnen werken

Het volk moet de mogelijkheid krijgen om nieuwe verkiezingen af te dwingen

Nederland moet een tweepartijenstelsel invoeren

Nederland moet het onmogelijk maken de democratie af te schaffen, zelfs als een overgrote meerderheid dit steunt

Nederland moet bij de Tweede-Kamerverkiezingen een kiesdrempel van vijf zetels invoeren

Democratie is voor ieder land de beste staatsvorm (waardestelling)

Klassieke clichés:

Het testen van cosmetische producten op dieren moet verboden worden

Iedereen moet verplicht DNA-materiaal afstaan

Gewelddadige games moeten verboden worden

Nederland moet juryrechtspraak invoeren

Nederland moet meer kerncentrales bouwen

Bij concrete terroristische dreigingen is martelen geoorloofd

Ontwikkelingshulp moet afgeschaft worden

Alle Nederlanders moeten verplicht orgaandonor worden

Veroordeelde pedofielen mogen pas vrijgelaten worden na chemische castratie

Er moet een volledig verbod op prostitutie komen

Nederland moet de doodstraf herinvoeren

De publieke omroep moet afgeschaft worden

Nederland moet vaker referendums organiseren

Nederland moet een republiek worden

Er moet een stakingsverbod komen voor noodhulpdiensten

De overheid moet topinkomens harder aanpakken

Turkije mag geen lid worden van de Europese Unie

Kinderen moeten verplicht gevaccineerd worden

Wietteelt moet gelegaliseerd worden

Wie ongezond leeft, moet meer zorgpremie betalen

De overheid moet een minimum stellen voor vrouwen aan de top

Page 12: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

12

Gewelddadige dictators vermoorden is geoorloofd

Westerse landen hebben de morele plicht om democratie te verspreiden

Criminelen die levenslang hebben gekregen moeten kunnen kiezen voor euthanasie

Kinderen moeten recht krijgen op een rookvrije thuisomgeving

Uitkeringsfrauders moeten tien jaar lang het recht op alle uitkeringen verliezen

Verplicht euthanasie moet worden toegepast op langdurige comapatiënten

Het auteursrecht moet beperkt worden tot 10 jaar

Ook harddrugs moeten worden gelegaliseerd

Alcoholreclame moet verboden worden

Bij ernstig huiselijk geweld moet een huwelijk verplicht ontbonden worden

Actiegroeperingen die de wet overtreden moeten verboden worden

Het Suikerfeest moet een nationale feestdag worden

Er moet een verplichte abortus komen bij jeugdzwangerschappen

Hoofddoekjes moeten op school verboden worden

Alleen democratieën mogen voortaan de Olympische Spelen organiseren

Vrouwen moeten het recht krijgen op pepperspray

Wedstrijdstellingen van het Lagerhuis

1. Het salaris van een docent moet afhankelijk worden van zijn kwaliteit

2. Nederland moet terug naar één publieke zender

3. Kernenergie is een goed alternatief voor het gebruik van fossiele brandstoffen

4. Geld voor ontwikkelingssamenwerking moet alleen bij vrouwen terecht komen

5. Social media als Hyves, Facebook en MSN zijn een groot gevaar voor jongeren

6. Op alle basis - en middelbare scholen moet het schooluniform worden ingevoerd

7. IVF-behandelingen moeten geheel voor eigen kosten zijn

8. Het "ja, tenzij" donorsysteem moet worden ingevoerd

9. De toenemende macht van China is goed voor de wereld

10. Religieuze uitingen als keppeltjes en hoofddoekjes op scholen moeten verboden worden

Page 13: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

13

Opdracht 2 SPREEKOPDRACHT: Luchtballon

Voordat je aan deze spreekopdracht gaat beginnen lees je eerst de tekst evalueren hieronder.

Voor de spreekopdracht vorm je een groep van vijf personen. Stel je voor dat je met z’n vijven in een

luchtballon boven zee zweeft. De ballon dreigt neer te storten en kan alleen blijven zweven als er vier

mensen uitspringen. Ieder van jullie moet straks betogen waarom jij moet overleven.

1. Kies een karakter dat je aanspreekt: een persoon uit het nieuws of een popzanger, je vader

of desnoods Sinterklaas of Donald Duck. (Je neemt jezelf in deze opdracht niet als

voorbeeld.)

2. Bedenk in drie minuten hoe je gaat beargumenteren dat jij in de mand moet blijven.

3. Ieder van jullie krijgt één minuut om te vertellen welke persoon

je bent en waarom je moet blijven.

4. De klas jureert: de twee verliezende ballonvaarders moeten

springen.

5. De drie achterblijvers beargumenteren elk in één minuut waarom

de andere twee juist wel moeten springen. Je valt ze dus aan op

hun eigen argumenten.

6. De klas wijst de winnaar aan.

7. Evalueer de sprekers en geef ze commentaar op hun spreekbeurt.

Evalueren

Van fouten kan je leren. Het is een cliché maar wel waar. Om te kunnen leren van fouten is er één

belangrijke voorwaarde: je moet niet alleen gewezen worden op je fouten, maar vooral ook

gestimuleerd worden om het beter te doen.

Commentaar krijgen is niet altijd even gemakkelijk, sterker nog het is wellicht een stuk moeilijker dan

commentaar geven. Belangrijk is dat je niet direct in de verdediging gaat. Het moeilijkste aspect van

commentaar krijgen, is goed luisteren. Luister dus naar wat er wordt verteld en probeer er je

voordeel mee te doen. Hieronder een paar aandachtspunten voor commentaar krijgen en geven:

Commentaar geven:

- Geef opbouwende kritiek, zodat je de ander verder helpt;

- Noem positieve en negatieve punten; formuleer deze als ‘tops’ en ‘tips’.

- Wees objectief; wees dus niet te mild omdat het om een goede vriend gaat;

- Geef serieuze kritiek; maak geen flauwe opmerking

Commentaar krijgen:

- Neem commentaar en commentator serieus en doe er je voordeel mee, leer er iets van;

- Leg commentaar alleen naast je neer als kunt uitleggen waarom.

Page 14: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

14

Les 4 Het spreekplan

Als het goed is heb je nu een stelling voor je betoog.

Opdracht 1 SPREEKOPDRACHT: Lullepot

1. Voor je liggen twee witte papiertjes.

2. Bedenk wat je stelling is voor het toetsdebat. Schrijf nu op ieder briefje een kernwoord uit de

stelling op. Bijvoorbeeld, je stelling is: een de vergoeding voor een diëtist moet in het

basispakket. Dan schrijf je op je eerste briefje ‘diëtist’ en op het andere briefje ‘basispakket’.

Lever de briefjes in bij je docent.

Deze opdracht wordt vaak gebruikt in het debating-onderwijs. Je oefent met spreken in het

openbaar. Het is een soort spel, waarbij je geen hoogwaardige prestatie hoeft te leveren. Een goede

oefening om je spreekangst te overwinnen.

3. De eerste leerling komt naar voren en pakt twee briefjes. De leerling leest de woorden voor

zichzelf en krijgt één minuut bedenktijd. In deze minuut moet een logisch, fictief en boeiend

verhaal worden voorbereid, dat begint met het ene woord en eindigt met het andere. Het

verhaal moet ongeveer één minuut duren.

4. Nadat de bedenktijd is verstreken vertelt de leerling het verhaal aan de klas. Intussen is een

tweede leerling naar voren gekomen die twee woorden heeft getrokken en zich voorbereidt

in een hoek van het lokaal.

5. Bespreek na afloop (met de hele klas of in kleinere groepen) welk verhaal inhoudelijk het

beste was en welke presentatie het meest boeide. Leg ook uit waarom je dat vindt.

Page 15: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

15

Opdracht 2 Het spreekplan

Voor een mondeling betoog maak je een spreekplan. Dat is een plan waarin je vastlegt wat je gaat

zeggen en welke argumenten je gaat gebruiken. Lees hieronder uit welke onderdelen het spreekplan

is opgebouwd. Kijk vervolgens nog eens naar een voorbeeldbetoog uit havo 5. Maak nu naar

aanleiding van dat betoog het spreekplan. Je kan het plan op de volgende bladzijde gebruiken om in

te vullen.

Spreekdoel

Stel ten eerste vast wat het doel is van je betoog. Het doel is natuurlijk overtuigen, maar we willen

dat je preciezer bent. Noteer je doel zo concreet mogelijk. Schrijf bijvoorbeeld niet: ‘Het doel is een

overtuigend betoog houden voor donorregistratie’. Maar: ‘Ik hoop dat aan het eind van mijn betoog

een aantal klasgenoten zich laat registeren als donor. Formuleer je spreekdoel als volgt: Na mijn

betoog wil ik dat mijn luisteraars……

Hoofdgedachte

De volgende staf in je voorbereiding is het vaststellen van de hoofdgedachte. De hoofdgedachte is

het belangrijkste wat je over je onderwerp wil vertellen. Bij een betoog komt dit overeen met jouw

stelling / mening. Bijvoorbeeld: Ik vind dat iedere scholier na zijn examen een jaar vrijwilligerswerk

moet doen. Formuleer de hoofdgedachte voor jouw betoog.

Publiek

Formuleer je publiek zodat je de toon en inhoud aan je publiek kan aanpassen.

Inleiding

Bedenk hoe je je betoog wil inleiden. Geef dit in een aantal steekwoorden weer. Misschien heb je

bronnen nodig om je verhaal goed in te leiden. Noteer dan achter de steekwoorden een sterretje.

Kern

Welke argumenten ga je gebruiken om je stelling te onderbouwen? Zorg voor minimaal drie

argumenten. Je kan ook gebruik maken van een tegenargument met weerlegging. Misschien heb je

hier en daar nog meer informatie nodig. Noteer dan een sterretje achter het argument.

Slot

Bedenk hoe je in je betoog kan aansluiten op de inleiding. Geef dit in een aantal steekwoorden weer.

Wat wordt jouw conclusie? Hoe ga je het betoog afsluiten. Misschien heb je bronnen nodig om je

verhaal goed in te leiden. Noteer dan achter de steekwoorden een sterretje.

Opdracht 3 Je eigen spreekplan

Je gaat nu al beginnen aan je eigen spreekplan. Je kan alles natuurlijk nog maar heel globaal invullen.

Je moet immers nog informatie zoeken en je zult nog het een en ander leren over hoe je een goede

inleiding en een goed slot maakt. Dit is niet erg. Het is een eerste plan. Dit plan kun je gedurende

deze periode nog aanpassen. Gebruik het schema om je spreekplan in te vullen. Uiteindelijk is het

wel de bedoeling dat iemand anders met jouw spreekplan jouw betoog zou kunnen houden, zo

duidelijk moet het worden.

Page 16: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

16

Spreekplan – voorbeeldbetoog

Stelling

Spreekdoel

Hoofdgedachte

Publiek

Inleiding

Kern

Argument 1

Argument 2

Argument 3

Argument 4

Argument 5

Slot

Page 17: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

17

Je eigen spreekplan – eerste versie

Stelling

Spreekdoel

Hoofdgedachte

Publiek

Inleiding

Kern

Argument 1

Argument 2

Argument 3

Argument 4

Argument 5

Slot

Page 18: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

18

Les 5 Verschillende bronnen van informatie

Voordat we ons spreekplan verder kunnen invullen, moeten we eerst op zoek gaan naar informatie.

Je hebt vast wel eens op internet gezocht naar bronnen voor een spreekbeurt of een onderzoekje. Je

vindt dan vaak schriftelijke bronnen, bijvoorbeeld artikelen. Het is echter ook mogelijk dat je een

filmpje, een interview of een televisieprogramma als bron wil gebruiken. In deze les ga je leren hoe je

een dergelijke bron moet verwerken.

Daarnaast zal je ook vaak een website als bron willen gebruiken. Je moet dan wel nagaan of die

website betrouwbaar genoeg is om als bron te gebruiken. Hoe je dat doet, leer je ook in deze les.

Wat is goed luisteren?

Als je wat zit te zappen langs de tv-zenders, maakt het niet zoveel uit wat je ziet en hoort. Maar er

zijn momenten waarop je veel gerichter kijkt en luistert. Naar een documentaire die je kunt

gebruiken voor je profielwerkstuk, bijvoorbeeld. Of als een klasgenoot een voordracht houdt. In die

gevallen kijk en luister je met een duidelijk doel.

Als je voorafgaand aan het luisteren precies opschrijft wat je te weten wilt komen, kun je tijdens het

luisteren proberen deze luistervragen te beantwoorden. Informatieve vragen zijn de beste

luistervragen. Overigens is de vraag: ‘Welke argumenten voert de spreker aan?’ ook informatief. Het

is niet erg zinvol om in luistervragen naar details te vragen.

Sprekers helpen hun luisteraars vaak met allerlei opbouwsignalen: ze kondigen aan wat ze gaan

vertellen, ze geven samenvattingen en gebruiken signalen voor opsommingen, oorzaken of

argumenten. Daardoor kun je je optimaal concentreren op de passages die van belang zijn. Verder zal

een goede spreker belangrijke woorden nadrukkelijk uitspreken of herhalen. Ook met armgebaren

en mimiek ondersteunt een spreker de opbouw.

Soms zal blijken dat jouw luistervragen niet (volledig) zijn beantwoord. Misschien was de

informatiebron minder geschikt dan je vermoedde. Als je hebt geluisterd naar een ‘levende’ spreker,

kun je gelukkig vragen stellen. Natuurlijk stel je oprechte vragen en probeer je niet de spreker

belachelijk te maken.

Opdracht 1 Gericht kijken en luisteren

Op school maak je al heel wat jaren aantekeningen. Je hebt een eigen manier ontwikkeld om

hoofdzaken te noteren en inhoudelijke verbanden weer te geven. Hierna test je je eigen methode en

bekijk je of die methode misschien nog verbeterd kan worden.

Je gaat straks een aflevering van het televisieprogramma Puberruil bekijken. In deze KRO-serie ruilen

steeds twee pubers voor een week hun leven met elkaar. Op deze manier leren ze elkaars leven

beter begrijpen.

1. Wat tekstdoel verwacht je bij dit programma? Licht je antwoord toe.

Page 19: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

19

In de aflevering ‘Velp-Kaapstad’ van Puberruil XTRA ruilen de Nederlandse Kiki en de Zuid-Afrikaanse

Melissa. Het eerste deel werd uitgezonden op 27 november 2006. Je ziet straks het tweede en

laatste deel, dat werd uitgezonden op 4 december 2006. De aflevering duurt ongeveer 35 minuten.

Kiki en Melissa zetten zich allebei in voor de bestrijding van aids. Je zou de uitzending als bron

kunnen gebruiken voor documentatiemateriaal bij een betoog over de rol van jongeren in de strijd

tegen aids.

Bekijk het tekstvak hieronder.

2. Voor stap 1 en 2 uit. Noteer je antwoorden bovenaan een leg vel.

3. Bekijk het lijstje met symbolen hieronder. Maak op dezelfde manier een lijst met symbolen

die jij gebruikt in je aantekeningen. Misschien is jouw lijst korter of juist langer dan het

voorbeeld. Als je deze lijst op de laatste pagina van je schrift noteert, kun je hem in de loop

van het jaar aanvullen als je nieuwe symbolen gaat gebruiken.

4. Bekijk nu de aflevering van Puberruil. De uitzending begint met een korte samenvatting van

het eerste deel. Maak aantekeningen aan de hand van de luistervragen die je bij vraag 2 hebt

genoteerd.

AANTEKENINGEN MAKEN

Stappenplan

1. Bedenk wat je al weet over het onderwerp en noteer luistervragen.

2. Noteer de datum, naam enz.

3. Bepaal de hoofdzaken.

- Noteer opbouwsignalen en nummer de verschillende onderdelen.

- Noteer de deelonderwerpen met een korte uitwerking.

- Houd je luistervragen goed voor ogen.

4. Controleer je aantekeningen als de spreker samenvat.

5. Stel vragen ter aanvulling of verduidelijking.

6. Werk de aantekeningen binnen enkele dagen uit.

Enkele symbolen

→ Gevolg 1,2,3, opsomming

↔ tegenstelling a,b,c, opsomming

≠ is niet gelijk aan ≈ is ongeveer gelijk aan

> verandert in vb voorbeeld

≥ conclusie […] terzijde, eigen commentaar

: verklaring ? nog een vraag over stellen

Page 20: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

20

Opdracht 2 Aantekeningen beoordelen

1. Controleer je aantekeningen.

2. Geef jezelf een score (--,-, +/-, +, ++) op de volgende vijf onderdelen:

- Mijn luistervragen waren gericht op hoofdzaken.

- Ik kan mij goed concentreren tijdens het kijken en luisteren.

- Mijn aantekeningen bevatten hoofdzaken en geen onnodige details.

- In mijn aantekeningen gebruik ik symbolen om verbanden overzichtelijk weer te geven.

- Mijn aantekeningen zien er overzichtelijk uit.

- Mijn aantekeningen zijn – ook voor anderen en ook na enkele weken voor mijzelf –

achteraf goed te begrijpen.

3. Als je jezelf bij de vorige vraag ergens een matige of onvoldoende score hebt toegekend,

noteer er dan meteen een verbetertip bij.

4. Maak nu een groepje van vier. Vergelijk jullie aantekeningen. Wie heeft de beste

aantekeningen gemaakt? Hoe komt dat?

Betrouwbaarheid van bronnen

Er is natuurlijk niets mis met documenteren via internet; internet is een uitgebreid venster op de

wereld. Maar leerlingen zijn vaak te snel tevreden. Of ze weten niet goed hoe ze websites moeten

beoordelen. Als je wilt bepalen of een website een geschikte en betrouwbare bron is, moet je op

dezelfde dingen letten als bij een schriftelijke bron:

- Autoriteit

- Objectiviteit

- Actualiteit

Autoriteit

Het medium zegt veel over de waarde van de informatie. Kwaliteitskranten als NRC Handelsblad, de

Volkskrant, Het Parool en Trouw hebben een naam hoog te houden. Hetzelfde geldt voor

opiniebladen als HP/De Tijd, Vrij Nederland en Elsevier. Artikelen in de Telegraaf, het Algemeen

Dagblad en regionale kranten zijn vaak leesbaarder, maar graven minder diep. Regionale bladen,

radio en tv kun je vooral goed gebruiken als je een lokaal onderwerp onderzoekt. Bladen als Story of

Nieuwe Revue en op sensatie beluste tv-programma’s geven onvolledige of zelfs partijdige

informatie. Gebruik zulke bronnen alleen als je er andere tegenover kunt zetten.

Naast het medium moet je ook de auteur beoordelen op autoriteit. Is de schrijver van een aanklacht

tegen het belastingstelsel econoom van beroep? Is hij een veelgevraagd deskundige op tv? Dan stijgt

de geloofwaardigheid.

Schrijvers die met behulp van bronvermeldingen vertellen hoe ze aan informatie komen, mag je ook

serieus nemen. Ze zeggen eigenlijk: kijk het zelf maar na als je me niet gelooft.

Page 21: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

21

Objectiviteit

Je kunt de auteur ook beoordelen op objectiviteit. Politici belichten vaak maar één kant van de zaak,

namelijk het standpunt van hun partij. Ook kun je soms te maken hebben met verkapte

reclameboodschappen.

Je moet extra alert zijn als je beschouwingen leest. Daarin presenteren journalisten vaak visies

zonder er kritisch commentaar op te geven. Ze informeren de lezer immers vooral over een

standpunt of visie en geven soms geen kritische opmerkingen. Je hebt er dan niet zoveel aan om de

schrijver van het stuk te beoordelen. Wees in zulke gevallen vooral alert op de vragen: Wie is hier aan

het woord? En wat wil die persoon? Beschouwingen waarin verschillende visies op een onderwerp

worden gepresenteerd zijn uiteraard ideaal als bron.

Actualiteit

Tot slot is het van belang hoe recent de gegevens zijn. Wat ‘oud’ is, hangt af van het onderwerp.

Kijkcijfers worden elke maand ververst. Een onderzoek naar alcoholconsumptie onder jongeren mag

niet veel ouder zijn dan drie tot vier jaar. Maar een enquête over het leesgedrag van jongeren kun je

na tien jaar nog prima gebruiken: er zal weinig veranderd zijn.

Meerdere bronnen gebruiken

Over de site Wikipedia bestaan gaan veel verhalen de ronde. Sommige leerlingen vinden deze site

volstrekt onbetrouwbaar, omdat iedereen er alles op kan zetten en kan verwijderen. Anderen vinden

de site overzichtelijk en je kan er alles op vinden. Je kan Wikipedia prima gebruiken als bron, maar

zoek dan wel een andere bron die hetzelfde beweert. Voor alle beweringen geldt: als je een

bewering in meerdere bronnen aantreft, stijgt de betrouwbaarheid.

Opdracht 3 Websites beoordelen op betrouwbaarheid

eventueel mee beginnen in de eerste les van het leerplein

Wat hierboven geschreven staat over het beoordelen van schriftelijke bronnen, geldt ook voor

websites. Waar je dan precies op moet letten wordt uitgelegd in de cursus op www.webdetective.nl.

1. Je gaat naar deze site en je klikt steeds op verder totdat je de cursus hebt voldoende hebt

afgerond. Het cijfer dat je hebt behaald, vul je hier in:

2. In het submenu vind je het woord Checklist. Ga daar eens naartoe. Waartoe dient de checklist?

Lijkt je dat handig om te gebruiken?

Page 22: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

22

Les 6 en 7 De documentatiemap Leerpleinopdracht

In een documentatiemap verzamel je artikelen of andere bronnen, documentatie, over jouw

onderwerp. In deze les ga je bedenken welke informatie jij nodig hebt om je argumenten te

ondersteunen. Bovendien leer je hoe een documentatiemap eruit moet zien. Een documentatiemap

kun je voor ieder onderzoek maken. Of dat nu een betoog is, mondeling of schriftelijk, een debat een

PO voor geschiedenis of je profielwerkstuk. Het maken van een documentatiemap zorgt ervoor dat je

de gevonden informatie ordent, zodat je het kan gebruiken voor je eindproduct.

Opdracht 1 De documentatievragen

Bij het maken van je spreekplan heb je wellicht gemerkt dat je informatie nodig hebt. Je gaat echter

niet lukraak op zoek naar informatie door je stelling in te typen in Google. Je gaat je eerst afvragen

welke informatie je nodig hebt.

Stel, je hebt als stelling dat de vergoeding voor een diëtist in het basispakket moet worden

opgenomen. Dan wil je misschien wel gegevens zoeken die bewijzen dat mensen met overgewicht

die bij een diëtist komen blijvend gewicht verliezen. Bovendien wil je een kostenplaatje maken.

Hoeveel kost een diëtist en hoeveel kost een persoon met overgewicht aan zorg? Oftewel, je

formuleert vragen waarop je antwoorden wil vinden. Dit noem je documentatievragen. Bij het

voorbeeld zouden de documentatievragen kunnen zijn:

1. Hoe succesvol zijn diëtisten?

2. Wat kost een behandeling bij een diëtist?

3. Welke gezondheidsklachten hebben mensen met overgewicht?

4. Wat kost het om de klachten van mensen met overgewicht te behandelen?

Kijk eens terug naar je spreekplan. Waar heb je meer informatie voor nodig? Bedenk minimaal vier

documentatievragen.

Opdracht 2 De documentatiemap

1. Je bent inmiddels een echte webdetective. Heb je de cursus nog niet af, dan moet je dat nu

eerst alsnog doen. Ga naar www.webdetective.nl en klik steeds op verder, totdat je de cursus

hebt afgerond met een cijfer. (zie opdracht 3 van de vorige les)

2. Nu je vragen hebt geformuleerd kan je op zoek gaan naar de antwoorden. Natuurlijk kun je

hierbij gebruik maken van internet. Denk ook aan de krantenbank. Op school heb je gratis

toegang tot de krantenbank. Thuis heb je dat niet. Je kan op de krantenbank komen door

gebruik te maken van de link op vakkenweb. Zorg dat je minimaal vijf betrouwbare artikelen

hebt gevonden en noteer zorgvuldig de bron. Let op: scholieren.com is niet toegestaan als

bron. Gebruik de checklist op www.webdetective.nl om een website te controleren op

betrouwbaarheid.

3. Copy-paste de geschikt bevonden artikelen naar een Word-document.

Page 23: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

23

4. Vervolgens moet je de informatie ordenen. Dat doe je door iedere documentatievraag een

kleur te geven. Vraag 1 is geel, vraag 2 is rood etc. Lees de artikelen goed door. Als je een

antwoord op je vraag vindt, dan markeer je de regels in de kleur van de vraag. Je kan in een

artikel dus makkelijk het antwoord op meerdere vragen vinden. Maar het kan ook andersom.

Je hebt verschillende artikelen waarin het antwoord wordt gegeven op vraag 1 bijvoorbeeld.

5. Als je klaar bent met markeren, ga je de informatie per vraag ordenen. Je neemt voor iedere

documentatievraag een nieuw A4-tje. Je noteert de vraag bovenaan de pagina. Vervolgens

verzamel je alle antwoorden op die vraag onder elkaar. Bij vraag 1 zijn dat dus alle gele

antwoorden. Bij vraag 2 alle rode antwoorden etc.

6. Tot slot maak je een voorblad en doe je alles in een snelhechter. Je docent heeft enkele

voorbeelden van goede documentatiemappen. Hierin kan je zien hoe het moet.

7. In het kort is de documentatiemap als volgt:

- Bedenk minimaal 4 documentatievragen en geef ze een

kleur.

- Zoek minimaal 5 artikelen en noteer de bron.

- Zoek in de teksten naar de antwoorden op de vragen en

markeer deze (per vraag kunnen er meerdere antwoorden

zijn)

- Zet alle antwoorden per vraag onder elkaar.

- Pak een snelhechter en doe erin:

a. een voorblad met je naam, klas, docent, datum, stelling en

documentatievragen.

b. De A4-tjes met vragen en antwoorden

c. De volledige teksten met kleurmarkeringen en bronvermelding (zie boven)

Je werkt aan je documentatiemap in het leerplein. Spreek met je docent af wanneer de

documentatiemap ingeleverd moet zijn. Het is een handelingsdeel.

Page 24: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

24

Les 8 Overtuigen

In de jaren ’90 van de twintigste eeuw was het Westen in de ban van een geruchtmakende zaak

tegen een van de populairste presidenten van de Verenigde Staten, Bill Clinton. Uiteindelijk gaf hij in

een televisietoespraak (17 augustus 1998) toe dat hij seksueel contact had ehad met zijn stagiaire

Monica Lewinsky. Clinton keek recht in de camera en zei: ‘I know that my public comments and my

silence about this matter gave a false impression. I misled peaple, including even my wife.’ En met

brekende stem: ‘I deeply regret that.’

De uitglijder kostte de president net niet zijn baan. Hij slaagde er zelfs in het vertrouwen van vele

Amerikanen te (her) winnen, zo bleek uit de peilingen. Hij stelde zich kwetsbaar op en toonde

gevoelens: hij liet zijn menselijke kant zien.

Betogen is meer dan argumenteren. Dat geldt zeker voor het mondelinge betoog, waarin sprekers

contact hebben (of via televisie lijken te hebben) met hun publiek. Ze moeten een band opbouwen

met hun toehoorders, opdat ze geloofd worden. Betogende sprekers zullen zich daarom minder

zakelijk opstellen dan tijdens een informatieve voordracht. Als je zelf een betoog voorbereidt, kun je

daar tijdens het selecteren en formuleren van je argumenten al rekening mee houden.

De volgorde van de argumenten, hangt af van je publiek: hoe denken zij waarschijnlijk over jouw

stelling? Het is een goed idee om dicht bij de belevingswereld van je toehoorders te beginnen. Als je

verwacht dat men het met je oneens is, kun je bijvoorbeeld beter beginnen met het weerleggen van

tegenargumenten. Hieronder zie je nog eens de twee typen argumenten die je kent.

Objectieve argumenten (bewijzen) Subjectieve argumenten

Feiten Geloof

Wetenschappelijke gegevens Vermoedens, persoonlijke indrukken, voorspellingen

Algemeen geldende waardeoordelen Gevoelens, emoties

Niet algemeen aanvaarde waardeoordelen

Als je iemand wilt overtuigen, moet je eerst jezelf ‘verkopen’ voor je je boodschap verkoopt. Als mensen voelen dat je niet redelijk bent of rationeel, heb je geen enkele kans. Je moet betrokken zijn bij/overtuigd zijn van de doelstelling, de idee en de doelen van je toespraak en de woorden die je uitspreekt. Zeg nooit dingen als ‘misschien’, ‘wellicht’, ‘eventueel’ – gebruik positieve woorden als ‘zal’ en ‘moet’ en ‘zeker’.

Als je wilt overtuigen, en dat wil je, besef dan dat jij daar staat als autoriteit. Zorg er dus voor dat je beschikt over meer dan genoeg achtergrond informatie om je punten te onderbouwen. Je publiek heeft het snel door als je niet volledig in je onderwerp ‘zit’. Zorg daarnaast ervoor dat je geloofwaardig overkomt – zelfs als je een pijnlijk of ingewikkeld onderwerp aansnijdt. Als je niet geloofwaardig overkomt, ook al is je boodschap voor 100% waar, zal je publiek twijfelen aan je woorden.

Page 25: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

25

Opdracht 1 Aanpassen spreekplan

Je hebt nu een documentatiemap gemaakt en je hebt iets gelezen over hoe je moet overtuigen. Pak nog eens de eerste versie van je spreekplan erbij. Beantwoord dan de volgende vragen:

1. Welke type argumenten heb je? Vooral objectief of vooral subjectief? Is het verstandig om daar nog iets aan te veranderen?

2. Heb je voldoende informatie in je documentatiemap verzameld over het onderwerp? 3. Hoe denk je dat je publiek tegen jouw stelling aankijkt? 4. In welke volgorde kan je de argumenten het beste aanbieden? 5. Kun je de inleiding gebruiken om ‘jezelf’ te verkopen? 6. Sta je 100% achter je spreekdoel of moet je daar nog iets aan veranderen?

Maak nu een tweede versie van je spreekplan. Je kunt argumenten verplaatsen, aanvullen, schrappen etc. Je kan natuurlijk ook je spreekdoel, je inleiding of andere onderdelen aanpassen.

Page 26: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

26

Opdracht 2 Kijken en leren

Je docent laat je drie filmpjes zien. Door goed te observeren wat anderen doen, kun je veel leren. Het

zijn sprekers op een congres genaamd Tedxyouth. Je docent kan de filmpjes vinden op Youtube.

Zoekterm: tedxyouth amsterdam – Thijl Klerkx (1), Jip Maathuis (2), Robert van Hoesel (3)

1. Noteer bij ieder filmpje wat ervoor zorgt dat de spreker overtuigend is. Als je vindt dat de

spreker juist niet overtuigend is, noteer dan waar dat volgens jou door komt.

2. Maak een groepje van 4. Drie personen bespreken met elkaar wat ze vinden en maken een

top 3 van de filmpjes.

3. De vierde persoon is verslaglegger. Hij of zij doet niet mee aan de bespreking, maar probeert

te ontdekken wat de criteria zijn die de andere drie hanteren.

4. De verslaglegger noteert aan de hand van de criteria minimaal drie tips waar iedereen bij zijn

of haar betoog op zou moeten letten en schrijft deze op het bord.

Opdracht 3 SPREEKOPDRACHT: De overtuigende verkoper

Je docent heeft een aantal voorwerpen bij zich.

1. Een aantal leerlingen krijgt een voorwerp. Op de gang hebben de leerlingen een paar

minuten de tijd om zich voor te bereiden.

2. Iedereen in de klas heeft een euro gekregen. Daar kan je iets van kopen.

3. De leerlingen komen terug en proberen hun product zo overtuigend mogelijk te verkopen.

Elk voorwerp kost precies één euro.

4. De rest van de klas levert zijn euro in bij de verkoper van het product dat ze willen hebben.

5. De verkoper met de meeste euro’s heeft gewonnen.

6. Bespreek met de klas waarom deze verkoper zo goed was. Heeft hij/zij gebruik gemaakt van

de tips die op het bord stonden?

Page 27: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

27

Spreekplan – tweede versie

Stelling

Spreekdoel

Hoofdgedachte

Publiek

Inleiding

Kern

Argument 1

Argument 2

Argument 3

Argument 4

Argument 5

Slot

Page 28: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

28

Les 9 Argumenteren

Je krijgt van je docent de documentatiemap in deze les terug. Misschien moet je nog wat

verbeteren? Maak een goede afspraak over wanneer je de verbeterde versie weer inlevert.

Deze les gaan we wat dieper in op de theorie achter het argumenteren. Je hebt nagedacht over de

argumenten. Je hebt minimaal drie argumenten geformuleerd en je hebt ook weerleggingen bedacht

bij tegenargumenten. Je gaat nu kijken hoe goed jouw argumentatie is.

Aanvaardbaarheid argumentatie

Waar let je op bij de beoordeling van je argumentatie?

1. Controleer of argumenten inhoudelijk correct zijn.

2. Beoordeel of argumenten inhoudelijk voldoende zijn uitgewerkt.

3. Ga na of de argumenten daadwerkelijk het standpunt ondersteunen.

Voorbeelden beoordelen aanvaardbaarheid

a) Is de argumentatie inhoudelijk correct?

Niet zo: Nederland is te vol, want er wonen dertig miljoen mensen.

Maar: Nederland is te vol, want er wonen ruim zestien miljoen mensen.

b) Is de argumentatie inhoudelijk voldoende uitgewerkt?

Niet zo: Het is zeer aannemelijk dat het Zelfportret met ringkraag in het Mauritshuis niet

niet van Rembrandts hand is, omdat de stijl afwijkt van zijn andere werk.

Maar: Het is zeer aannemelijk dat het Zelfportret met ringkraag in het Mauritshuis niet van

Rembrandts hand is, omdat de stijl afwijkt van zijn andere werk. Zo is het lichtaccent

in de iris laag gepositioneerd, zijn de ogen van de geportretteerde te dicht bij elkaar

geplaatst en is de overgang tussen ooglid en schaduw te abrupt.

c) Ondersteunen de argumenten het standpunt?

Niet zo: De proefpersoon heeft een hekel aan roken. Ze begon te huilen toen ze haar vader

een sigaret op zag steken.

Maar: De proefpersoon heeft een hekel aan roken. Dit heeft zij benadrukt in ons gesprek.

Page 29: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

29

Drogredenen

Onjuist beroep op causaliteit

Er wordt gedaan alsof A altijd B tot gevolg heeft. Maar wellicht zijn er ook andere oorzaken te

noemen voor het vervelende gevolg. Voorbeeld: Het was veel te onrustig in het lokaal, daardoor zal

ik wel weer een onvoldoende voor Frans gehaald hebben.

Verkeerde vergelijking

De vergelijking blijkt bij nader inzien toch op belangrijke punten te verschillen. Voorbeeld: Ik vind het

veel te gevaarlijk jou alleen te laten beslissen. Kleine kinderen laat je ook niet alleen oversteken.

Vals autoriteitsargument

De aangehaalde autoriteit is geen autoriteit op dit gebied, of is partijdig, of wordt door anderen niet

gezien als een autoriteit. Voorbeeld: Morgen wordt het slecht weer. Mijn opa, die het aan zijn

likdoorns kan voelen, heeft het zelf gezegd.

Overhaaste generalisatie

Bijna alle vooroordelen berusten op de drogreden overhaaste generalisatie. Op grond van één (of

enkele) trek je een conclusie. Voorbeeld: Freddy heeft weer een onvoldoende gehaald. Die Valken zijn

ook geen studiehoofden.

Cirkelredenering

Bij een cirkelredenering is het argument inhoudelijk gezien hetzelfde als het standpunt. Voorbeeld:

Dit is een saai boek, want ik vind er niks aan.

Ontduiken van bewijslast

De spreker weigert argumenten bij een standpunt te geven. Vaak legt men dan de bewijslast bij de

tegenpartij: die moet bewijzen dat het standpunt niet klopt. Voorbeeld: Ik mag thuiskomen wanneer

ik wil. Moet ik daar nog een reden voor geven?

Opdracht 1

Wissel je spreekplan uit met een klasgenoot. Beoordeel de aanvaardbaarheid van zijn argumenten en

controleer of er geen drogredenen in staan. Begrijp je het argument niet? Vraag dan aan je

klasgenoot of hij het spreekplan aanpast, zodat je weet wat het argument is.

Page 30: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

30

Opdracht 2

Werk in groepjes.

Iemand leest de stelling voor.

De volgende noemt een signaalwoord en een argument.

De leerling die daarnaast zit noemt een signaalwoord en een tegenargument.

De anderen luisteren of de toevoegingen kloppen.

Daarna gaan jullie door met de volgende stelling, enzovoort.

Voorbeeld:

Invoeren van statiegeld op plastic flesjes en blikjes is nodig, want het voorkomt dat er in Nederland

jaarlijks 50 miljoen blikjes en flesjes op straat belanden. Helaas kost de invoering van statiegeld wel

veel geld.

1. Tieners moeten elke dag minimaal een half uur intensief bewegen.

2. Een verbod op ritueel slachten is niet effectief.

3. Online communiceren bevordert je sociale ontwikkeling.

4. Gamen beïnvloedt je oplossingsvaardigheid op een positieve manier.

5. Leerlingen vinden de schoolexamens gemakkelijker dan het eindexamen.

6. ADHD is een verzinsel van de farmaceutische industrie om medicijnen te kunnen verkopen.

7. Maatschappelijke stage verruimt je blik op de samenleving.

8. De prijs van een kaartje voor de schouwburg is voor jongeren te hoog.

9. Bezuinigingen op het middelbaar onderwijs zijn een vorm van kortetermijndenken.

10. Via een roman leer je niets over het echte leven.

Opdracht 3 SPREEKOPDRACHT: Engel en Duivel

Maak drietallen.

Discussieer over onderstaande stellingen.

Iedere leerling speelt een rol. Engel, Duivel en Rechter.

De engel is voor de stelling, de duivel is tegen de stelling.

De engel en duivel gaan over de stelling discussiëren,

Als de rechter echter in zijn handen klapt, dan wisselen engel en duivel van rol. Je moet je dus in een keer inleven in de ander.

Bij de volgende stelling is iemand anders Rechter.

Stellingen

1. Docenten zijn niet in staat om les te geven aan de jeugd van tegenwoordig.

2. Klikken op school moet beloond worden.

3. Zwakbegaafden mogen geen kinderen krijgen.

4. Alle dierentuinen moeten dicht.

5. Geld maakt niet gelukkig.

Page 31: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

31

Les 10 Structuur Er zijn belangrijke verschillen tussen lezers en luisteraars. Als lezer kies jezelf wat je wel leest, wat je

overslaat en wat je nog een keer leest. Als luisteraar ben je afhankelijk van hetgeen er gepresenteerd

wordt. Dat betekent dat jij als presentator bepaalt wat die luisteraar hoort en je moet ervoor zorgen

dat de luisteraar alles in één keer begrijpt. Om dit makkelijker te maken, maak je gebruik van

herhalingen: je bepaalt wat het belangrijkste is van je presentatie en komt daar verschillende keren

op terug, zodat je zeker weet dat de kern van je presentatie overkomt en blijft hangen bij je publiek.

Met de indeling inleiding-kern-slot geef je je betoog een structuur die jou steun biedt bij het

opbouwen van je betoog. Deze structuur wordt ook wel de kop-romp-staartstructuur genoemd. En

die structuur is ook onmisbaar voor je luisteraar. Meer dan een lezer heeft de luisteraar behoefte aan

structuur Een lezer kan immers vooruit bladeren en terugkijken, een luisteraar niet. Dus is het

belangrijk dat jij vertelt wat komen gaat en nu en dan samenvat wat er al geweest is.

Zo geef je de voordracht structuur:

KOP Inleiding Zeg wat je gaat zeggen

Trek de aandacht van de lezer

Introduceer het onderwerp.

Label je argumenten (geef ze een of twee kernwoorden)

Nummer je argumenten (ten eerste, ten tweede, ten derde)

ROMP Kern Zeg wat je te zeggen hebt

Gebruik je labels om aan te geven bij welk argument je bent.

Gebruik signaalwoorden en structurerende zinnen als markering van de deelonderwerpen.

Vat zo nu en dan samen.

STAART Slot Zeg wat je hebt gezegd

Herhaal je labels.

Geef een conclusie.

Sluit aan bij je inleiding.

Opdracht 1 SPREEKOEFENING: structuurmonoloog

Doel van de oefening: Oefenen structuur en labelen

Iedere leerling schrijft een willekeurige stelling op een papiertje. Deze worden verzameld en

vervolgens in willekeurige volgorde weer uitgedeeld. Iedereen krijgt 15 minuten om een monoloog

van 3 minuten voor te bereiden waarin je de stelling verdedigt. De bedoeling is dat je de kop-romp-

staart structuur gebruikt en je argumenten goed labelt. In groepen van 5 leerlingen houdt iedereen

zijn presentatie. Na afloop van een groep oordeelt de groep welke van de sprekers de beste structuur

en labels had. Deze persoon gaat door naar de finale waarin de beste sprekers van alle groepen het

tegen elkaar opnemen. Voor deze sprekers worden door de rest van de klas nieuwe stellingen

bedacht.

Page 32: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

32

De opening van je presentatie

Het is nodig dat het publiek weet dat je gaat beginnen. De aandacht van het publiek moet op het

onderwerp gericht worden. Denk maar aan de dirigent: door zijn armen te heffen maakt hij duidelijk

te willen beginnen. Het geroezemoes van het publiek verstomt terstond, de aandacht van iedereen

gaat naar het podium. Ook jij kunt de aandacht van het publiek dirigeren, door gebruik te maken van

een goede aandachtstrekker, die aansluit bij het doel van je toespraak of bij je publiek. Neem niet

zomaar iets. Met een goede opening heb je namelijk meteen de aandacht van het publiek op je

gevestigd. Het is dus belangrijk om veel aandacht te besteden aan de opening van je presentatie. Je

kan kiezen uit drie verschillende soorten openingen. Zo is er bijvoorbeeld:

De actuele opening

Je sluit aan bij een recente gebeurtenis waarvan je bijna zeker weet dat je publiek er ook van op de

hoogte is. Dit kan een krantenbericht zijn, een gebeurtenis die aan bod is gekomen op het nieuws op

televisie, etc.

De anekdotische opening

Je begint met een illustratief verhaal. Dat verhaal kan gebaseerd zijn op iets wat jij zelf of iemand

anders heeft meegemaakt, maar het mag ook verzonnen zijn.

De geciteerde opening

Waarom zelf een geweldige openingszin bedenken als er in het verleden al genoeg wijze uitspraken

zijn gedaan? Zoek een citaat van een bekend persoon en leg een link naar het onderwerp van je

presentatie. Je kunt ook een heel kort stukje tekst van niet meer dan 1 à 2 alinea’s voorlezen.

Opdracht 2

Je docent geeft een kort hoorcollege over de essentiële eerste minuut. Bekijk het stappenplan voor

het maken van aantekeningen nog eens op blz. 19. Noteer luistervragen en maak aantekeningen bij

het college van je docent.

De afsluiting van je presentatie

Wat je het laatste vertelt, blijft het langst hangen bij het publiek. Daarom is het van belang om ook

over de afsluiting van je presentatie goed na te denken. Voor de luisteraar moet aan het eind van de

kern al duidelijk worden dat je naar de afsluiting gaat. Geef aan dat je gaat afronden. Geef een

duidelijke samenvatting en trek je conclusies. Kom eventueel nog met aansprekende bewijzen,

argumenten, voordelen of nadelen. Het is meestal verstandig om de aandacht nog eens op de

hoofdgedachte te vestigen. Vraag je bijvoorbeeld af: waar moet mijn publiek nog even over

nadenken? Probeer kernachtig en speels te eindigen, waarbij je zo mogelijk terugkomt op de

inleiding, bijvoorbeeld door terug te grijpen op het daar gebruikte beeld of anekdote. Bedenk je

slotzin net zoals je een pakkende opening hebt bedacht. En gebruik geen clichés als: ‘Ik storp er nu

maar mee…’ of ‘Dit was het…’of: ‘Mijn tijd is op dus…” Dat is heel slecht!

Opdracht 3

Je docent geeft een kort hoorcollege over de kunst van het afronden. Maak aantekeningen. Gebruik

het stappenplan.

Page 33: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

33

Les 11 Presentatiehulpmiddelen

Je gaat presenteren met behulp van een presentatieprogramma. Hoewel we vroeger alleen bekend

waren met het programma Powerpoint, heeft een nieuw presentatieprogramma aan terrein

gewonnen. Het programma heet Prezi. Je docent laat je een voorbeeld zien van een presentatie die

ondersteunt wordt door Prezi. Hieronder staan drie bronnen over het gebruik van Powerpoint

versus Prezi.

Opdracht 1 Prezi of PowerPoint

Maak een drietal. Ieder leest één van de drie onderstaande bronnen. Vervolgens ga je met elkaar

strijden, door middel van argumenten. Ben je voor Prezi of voor PowerPoint? Het gaat om

ondersteuning van je toets, je betoog! Bepaal aan het eind of je je betoog gaat ondersteunen met

PowerPoint of Prezi.

BRON 1: 15 redenen om te presenteren met Prezi

Ben jij toe aan een vernieuwende manier van presenteren? Wil jij niet altijd standaard een presentatie maken in PowerPoint? Dan is Prezi de tool voor jou. Prezi wordt ook wel de PowerPoint-killer genoemd en dat is niets voor niets!

Waarom Prezi? Dat lees je in dit artikel. Prezi is vernieuwend, innovatief en interactief.

Waarom Prezi?

Dit zijn mijn 15 redenen om je presentaties te maken in Prezi.

1. Prezi is GRATIS. De meeste ondernemers worden daar erg blij van. :-) PowerPoint daarentegen is onderdeel

van het Microsoft Office-pakket en kost toch algauw 300 euro (Microsoft Office-pakket voor Zelfstandigen).

2. Prezi is ONLINE. Dat betekent dat waar ik ook ben, ik kan werken aan mijn presentatie.

3. Een ander groot voordeel t.o.v. PowerPoint is - doordat Prezi online is - dat er met meerdere mensen aan de

Prezi-presentatie gewerkt kan worden. Zelfs op HETZELFDE moment! Je zou het eigenlijk eens moeten zien en

ervaren om hier een groot voordeel in te zien. Maar dat het een reden is om Prezi te gaan inzetten mag duidelijk

zijn.

4. Je kunt je Prezi-presentatie downloaden op je pc, zodat je deze offline kunt presenteren.

5. Prezi is eenvoudig te leren. Ook wanneer je niet zoveel ervaring hebt met computers. Met slechts een aantal

basistools kun je meest indrukwekkende en interactieve presentaties maken. Al doende word je er steeds

handiger in.

6. Sommigen zien het als nadeel van Prezi t.o.v. PowerPoint maar ik zie het als enorm groot voordeel. In Prezi heb

je namelijk de beschikking over een aantal basistools en een beperkt aantal lettertypen. In mijn ogen is het

nadeel van het gebruik van PowerPoint dat het meer om de opmaak gaat dan om de inhoud van je presentatie.

Veel mensen gebruiken verschillende lettertypen door elkaar heen, laten woorden en beelden al draaiend en met

(geluid)effecten binnenvliegen en zetten grote lappen tekst en opsommingen neer op het scherm. De basistools

Page 34: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

34

van Prezi laten je vanaf het eerste moment nadenken over de inhoud van je presentatie om je boodschap te

ondersteunen en te versterken!

7. PowerPoint kent een vaste volgorde van dia's. Je hebt het vast wel eens meegemaakt dat iemand uit het publiek

je een vraag stelde en dat het onderwerp van die vraag pas verderop in je presentatie aan de orde komt. Wat

doe je dan? 1. Je geeft antwoordt en moet later in je presentatie bij de betreffende dia vertellen dat je het hier al

over hebt gehad. 2. Je laat weten dat de vraag op een later moment beantwoord wordt. In Prezi kun je een

(onzichtbaar) pad aanbrengen en daarmee behoud je een verhaallijn in je presentatie. Maar je kunt ook

eenvoudig schakelen tussen onderwerpen. En dit geeft mogelijkheid tot interactie met je publiek.

8. Prezi is VISUEEL en biedt overzicht. De beelden en de woorden versterken en ondersteunen je presentatie.

Je hebt geen programma of inhoudsopgave nodig om te laten weten waar je het over gaat hebben. Je verhaal

staat visueel op een canvas.

9. Prezi is een oneindig groot canvas waarop je tekst, afbeeldingen, hyperlinks, grafieken, PDF's en zelfs

eenvoudig (YouTube) video's kunt plaatsen. Je presentatie kun je zo groot en zo klein maken als wenselijk is.

10. Je herkent vast wel dat je zelf een presentatie bijwoont en dat je je aanvraagt: “Hoe lang duurt dit nog?”

“Hoeveel dia's gaan er nog komen?” Wij hebben behoefte aan overzicht. Ook jouw publiek heeft behoefte aan

overzicht. Een Prezi biedt overzicht! Je werkt namelijk op een groot canvas. Je hele verhaal staat visueel op

het canvas. Vanaf het begin van je presentatie is het voor je publiek duidelijk wat er op het programma staat en

wat de verhaallijn is.

11. Met Prezi kun je (ook handmatig) in- en uitzoomen. Je kunt woorden of beelden die echt belangrijk zijn onder

de aandacht brengen door deze heel groot te maken. Dit kun je vooraf in je verhaallijn vastleggen of tijdens je

presentatie handmatig met je muis doen.

12. Prezi geeft je creatieve vrijheid. Je kunt je presentatie ontwerpen zoals jij dat wenst.

13. Als je wel eens aan MindMappen doet voelt Prezi heel natuurlijk. Door de inzet van Prezi begrijpt je publiek de

context en de relatie tussen onderwerpen. Prezi biedt de mogelijkheid om te communiceren wie je bent

(gedachten/ ideeën / visie). Dat is meer dan alleen maar de inhoud die je wilt overbrengen. Een Prezi zet je

publiek in beweging. Je neemt ze mee in je verhaal en je laat ze onderdeel zijn van het verhaal en je

presentatie.

14. Je kunt je Prezi op je website plaatsen waarin je bijvoorbeeld je product of dienst presenteert op een

dynamische wijze. Het is toegankelijker dan een video en je websitebezoekers kunnen er in hun eigen tempo

naar kijken.

15. Deelbaar. Het voordeel van Prezi is dat het online te bekijken is. Je hoeft deze dus niet apart te uploaden. Je

kunt de link gewoon delen en mensen kunnen op hun manier jouw presentatie terug kijken.

PowerPoint nu passé?

Nee, PowerPoint is niet per definitie nu passé. Ook PowerPoint is een geweldige tool om presentaties mee te

maken. Prezi biedt wel meer mogelijkheden tot interactie met je publiek en is vernieuwend. Maar in de kern gaat

het erom dat je een dergelijke presentatie-tool ziet als hulpmiddel. Wanneer je een presentatie geeft gaat het om

je publiek, je onderwerp en om jou! Zowel PowerPoint als Prezi is slechts een hulpmiddel.

Wil je eens zien hoe een Prezi-presentatie eruit ziet? Bekijk dan onderstaande Prezi door op de pijl naar

rechts te klikken onder het beeld. Ook kun je Prezi in volledige schermgroote bekijken door op 'more – fullscreen' te klikken. Door op 'more – autoplay' te klikken zal de Prezi automatisch afspelen en zal der verhaallijn doorlopen zoals deze door de maker is bedacht.

Bron: www.ivendo.nl/OveriVendo/Kennisbank/tabid/154/articleType/ArticleView/articleId/64/15-redenen-om-te-presenteren-met-Prezi.aspx

Page 35: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

35

BRON 2: 3 Redenen waarom Prezi absoluut geen PowerPoint-Killer is

Prezi wordt alom geprezen als dé tool voor ‘Het Nieuwe Presenteren’ en als ‘de PowerPoint-killer’.

Prezi-fanatici roepen om het hardst dat Prezi the only way to go is als je serieus met presentaties

bezig bent.

Het is de hoogste tijd om korte metten te maken met die beweringen. Prezi is nieuw, in zekere mate

innovatief, maar voor een goede presentatie is het absoluut niet hét aangewezen middel. Sterker

nog: het werkt vaak averechts.Er zijn minstens drie redenen om niet met Prezi aan de slag te gaan.

1. Prezi en de onzin van non-lineair presenteren

Een krachtige presentatie die je publiek in beweging zet, kent een perfecte spanningsboog, zoals een

high-budget Hollywood-film. Een constant puntje-van-je-stoel-gevoel dat het publiek van begin tot

eind doet snakken naar meer. Het publiek hangt aan je lippen en praat nog weken na over jouw

boodschap.Dat kan alleen bij een verhaal met opbouw. Lineair dus.

Prezi-aanhangers prijzen het non-lineair presenteren dat Prezi mogelijk maakt: bespreken wat er op

dat moment in iemand opkomt. Meestal vroeger of later gevolgd door opmerkingen als “Maar nu

moeten we echt weer verder, anders zijn we niet op tijd klaar!”

Non-lineair presenteren is vraaggestuurd informeren. En dat is een gemiste kans. Want je informeert

je publiek wel, maar enthousiasmeren en aanzetten tot actie? Ho maar! Als je je publiek wilt

overtuigen, motiveren of beïnvloeden heb je timing en opbouw nodig. Leidend tot een snaarstrakke

spanningsboog. Lineair presenteren.

Bovendien kun je alleen bij een lineaire presentatie een afstandsbediening gebruiken. Bij non-lineair

presenteren sta je onherroepelijk te prutsen met een muis terwijl je naar je laptop staart. Weg

contact met je publiek! Overigens is non-lineair presenteren niets nieuws van Prezi. Met PowerPoint

kun je ook non-lineair presenteren. Via hyperlinks tussen dia’s kun je naar subonderdelen springen

en terug.

Kortom: Laat je niets wijs maken. Prezi is verre van uniek in het non-lineair presenteren en

daarnaast wil je waarschijnlijk juist wel lineair presenteren. Wantrouw een ieder die anders beweert.

2: Prezi – spreker: 1 – 0 Prezi kent een grote valkuil. En dat is nu net datgene wat Prezi zo hip en nieuw maakt: de zoomende en draaiende effecten. Met deze typische Prezi-effecten staat jouw presentatie in het middelpunt van de belangstelling. Ze trekt alle aandacht naar zich toe. Met als gevolg dat jouw publiek zich aan de glijdende en draaiende Prezi-presentatie zit te vergapen en jou een vervelende stoorzender vindt.

Maar draait een presentatie niet in eerste instantie om de boodschap van de spreker aan zijn of haar

publiek? Het contact tussen spreker en publiek moet daarvoor optimaal zijn. Prezi concurreert met

jou om de aandacht van je publiek en hindert zo de effectiviteit van je presentatie. Je hebt op

voorhand verloren: je publiek praat wel na over je presentatie, maar niet over de inhoud ervan.

3: Prezi opmaak? Een kleitablet in het digitale tijdperk! Prezi’s opmaakmogelijkheden staan nog in de kinderschoenen. Lettertypes, verduidelijkende

Page 36: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

36

animaties, gebruik van afbeeldingen en video’s, het is allemaal nog verschrikkelijk beperkt. Voor creativiteit en een eigen stempel is (nog) bitter weinig ruimte.

Conclusie Ja, Prezi is nieuw en innovatief. Maar het wordt helaas maar lukraak toegepast. Prezi-evangelisten lopen voorop in het roepen dat je als jezelf respecterend spreker niet meer zonder Prezi kunt. Onzin. Je kunt prima zonder Prezi. Sterker nog, als je echt effect wilt bereiken ben je zeer waarschijnlijk beter af zonder Prezi maar met good old PowerPoint.

Doe jezelf en ons een plezier: presenteer, maar Prezi met mate.

Bron: http://www.presentatieblog.nl/3-redenen-waarom-prezi-absoluut-geen-powerpointkiller/

BRON 3: Wanneer gebruik je Prezi, wanneer PowerPoint?

Op 25 mei ben ik naar PreziDay van Via Milia geweest. Een erg leuke en leerzame dag die helemaal in het teken van, je raadt het al, Prezi stond. De organisatrice, Hedwyg van Groenendaal, geeft o.a. Prezi-workshops en heeft er zelfs een boek over geschreven.

Dan moet het wel een heel bijzonder programma zijn, zou je zeggen. En dat is het ook. Ik ben zelf ook een “Prezi-fan”. Het werkt totaal anders dan een lineair programma als PowerPoint en je kunt er veel creativiteit in

kwijt.

Toch hebben beide presentatie-programma’s voor- en nadelen. De keuze van je programma is afhankelijk van het doel en het publiek van je presentatie.

De volgende vragen kunnen je wellicht helpen om een keuze te maken tussen Prezi en PowerPoint. De antwoorden zijn mijn mening, uiteraard kun jij er anders over denken.

Wil je je publiek verrassen en blijven boeien door bewegende beelden? Kies dan Prezi. Is je presentatie puur en alleen bedoeld voor informatie-overdracht d.m.v. veel tekst? Ga dan

voor PowerPoint. Wil je tijdens je presentatie de kijker een overzicht geven van wat er nog gaat komen? Dat

kan met Prezi. Maak je veel gebruik van bulletpoints? Kies dan PowerPoint. Wil je tijdens een presentatie naar een ander onderwerp in je presentatie kunnen springen?

Gebruik dan Prezi. Wil je kunnen kiezen uit veel verschillende lettertypes? Dan kun je het beste PowerPoint

gebruiken. Wil je online op afstand kunnen presenteren? Dat kan met Prezi-Meeting van Prezi. Deel je vaak hand-outs van je presentatie uit voor notities? Dat kan het gemakkelijkst in

Powerpoint. Gebruik je filmpjes in je presentatie? Dat kan heel gemakkelijk in Prezi. Wil je dat elk beeld van je presentatie dezelfde achtergrond heeft? Gebruik dan PowerPoint. Wil je flash-animaties toevoegen in je presentatie? Kies dan voor Prezi.

Page 37: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

37

En zo kan ik nog wel even doorgaan….Als jij andere redenen hebt om voor Prezi of PowerPoint te kiezen lees ik dat graag in een reactie hieronder. Ik ben benieuwd naar jouw mening!

Bron: onlinesuccesmetjuist.wordpress.com

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Kijk het filmpje Life after Death by powerpoint en Death by Prezi op Youtube.

Opdracht 2

Bedenk naar aanleiding van het filmpje een aantal regels waar jouw presentatie aan moet voldoen

om een goede presentatie te zijn. Bespreek met je docent.

1. …

2. ….

3. …

4. …

5. …

6. …

Opdracht 3

Maak nu een ontwerp voor jouw eigen presentatie. Let op. Het moet wel een hulpmiddel blijven bij

je betoog. Het moet niet de overhand nemen. Op de volgende pagina zie je een aantal lege slides.

Die kan je gebruiken voor je ontwerp. Let op de regels die je bij opdracht 2 hebt bedacht.

Opdracht 4 SPREEKOPDRACHT: De powerpointpresentatie

Bij deze opdracht moet je improviseren en je presentatie voortzetten bij slides die je nooit eerder

hebt gezien.

1. Vier leerlingen komen naar voren.

2. Je docent geeft alle leerlingen een stift twee lege A4-vellen.

3. De leerlingen tekenen iets op de blaadjes, maar laten dit nog niet zien aan de spreker.

4. De spreker komt naar voren. Hij begint met zijn presentatie.

5. Telkens draait nu een leerling een blaadje om, alsof het een slide van de

Powerpointpresentatie is.

6. De spreker voor de klas moet nu een lopend verhaal maken en de slides hierin verwerken.

Page 38: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

38

Page 39: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

39

Les 12 Presentatietechnieken

Bij een mondeling betoog moet je natuurlijk niet alleen weten aan welke eisen een betoog moet

voldoen, maar ook hoe je het betoog het beste overbrengt, het beste presenteert aan het publiek.

Opdracht 1

Bekijk op Youtube het filmpje van Phil Davison, de Stark County Treasurer Speech. Wat vind je van

zijn lichaamstaal en stemgebruik?

Opdracht 2

Werk in tweetallen. Hieronder staan twee teksten. De ene leerling leest De stem als betrouwbaar

instrument en de andere leerling leest Waar laat ik mijn handen?.

Als je klaar bent, presenteer je de inhoud van het artikel aan elkaar. De persoon die luistert maakt

aantekeningen en geeft feedback op de presentatie.

Opdracht 3

Noteer hieronder welke tips jij meeneemt voor je eigen betoog.

1….

2….

3….

Opdracht 4

Op internet zijn heel veel sites te vinden die tips geven over hoe je moet presenteren. Zoek een site

met goede tips. En noteer hieronder drie tips die je nog niet eerder hebt gehoord, maar die je wel

heel nuttig vindt.

1….

2….

3….

Page 40: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

40

Opdracht 4 SPREEKOEFENING: Goede doelen betoog

Neem een goed doel in gedachten waarvan je vindt dat iedereen voor dit doel geld zou moeten

geven. Het kan van alles zijn, als je er maar wat over kunt vertellen.

Bereid een kort betoog voor om leerlingen over te halen dit goede doel te steunen.

Je docent vraagt je om je korte betoog voor de klas te houden. Ben jij nog niet aan de beurt geweest,

dan is dit je kans!

De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 let vooral op inhoud, Groep 2 op stemgebruik en

Groep 3 op houding en non-verbale communicatie. Vervolgens geeft de klas feedback aan de

spreker.

Page 41: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

41

DE STEM ALS BETROUWBAAR INSTRUMENT

C’est le ton qui fait la musique. Hoewel deze uitdrukking door veelvuldig citeren bijna versleten is,

lijken sprekers zich van deze wijsheid weinig aan te trekken. Schaars zijn dan ook de toespraken met

een overtuigende toon, met een stem die de boodschap tot zijn recht laat komen. Talrijk zijn de

presentaties waarin een inhoudelijk aardig verhaal verpakt wordt in eentonig gemompel. Dat is

jammer, want we luisteren graag naar een duidelijke, enthousiaste stem waaruit zelfvertrouwen

spreekt. Naar een natuurlijk geluid dat niet te verkrampt is.

Waarom worden bezoekers van studiedagen, conferenties en colleges dan toch zo vaak op rantsoen

gesteld? Voor de schaarsheid van goed klinkende, muzikale sprekers zijn minstens vier oorzaken aan

te wijzen.

- Spanning op de stem: veel sprekers voelen zich nu eenmaal niet op hun gemak tijdens een

presentatie voor een groter publiek, en dat is aan hun stem te horen.

- Eenzijdige voorbereiding: bij veel sprekers speelt de stem geen rol in de voorbereiding van

hun toespraak. Alle aandacht gaat uit naar de inhoud van de presentatie.

- Fysieke oorzaken: sommige mensen hebben nu eenmaal een bouw waardoor de stem neuzig

of zacht klinkt, of hoog zoals bijvoorbeeld bij Maarten ’t Hart. De een heeft korte, de ander

lange stembanden. Ook de grootte van de longen en van de bouw van de keel-, neus- en

mondholte beïnvloeden het geluid. Vaak is er weinig te doen aan stemproblemen ten

gevolge van die fysieke oorzaken, hoewel langdurige stemtherapie verbeteringen kan

opleveren.

Stemproblemen

Het belangrijkste stemprobleem is ongetwijfeld te zacht praten. Het publiek denkt al snel dat

fluisteraars en mompelaars niet in hun eigen boodschap geloven en verliest snel de aandacht. Zelfs

de beste tekst wordt om zeep gebracht als die onverstaanbaar wordt uitgesproken.

Te zacht spreken is veel schadelijker dan te luid spreken, wat ook veel minder voorkomt. Een te groot

volume schept wel afstand tussen spreker en publiek: het gehoor voelt zich beschreeuwd en niet

serieus genomen.

Menig spreker heeft last van een ‘koude start’. Zodra hij begint te spreken hapert en kraakt de stem.

Met een paar keer krachtig de keel schrapen hoopt de spreker de stem op gang te brengen. Het

duurt vaak enkele zinnen voordat de stem goed klinkt. Zo´n valse start maakt geen sterke eerste

indruk.

Sommigen spreken met een snelheid alsof ze in het Guinness Book of Records terecht willen komen.

De aanvangsspanning die elke spreker voelt wordt voornamelijk omgezet in een hoog spreektempo,

dat vaak gepaard gaat met een vlakke intonatie en dus eentonigheid. Het gevolg is dat het publiek

onrustig wordt en de informatie minder geconcentreerd verwerkt.

Overigens wordt ook een slepend spreektempo, zoals dat van de resident van Bantam in Multatuli´s

Max Havelaar, niet gewaardeerd: ‘M´nheer. Havelaar. Heeft. Gezegd. Dat. Het. Goed. Was.’

Voetballer Frank de Boer lijdt aan de vorm van stemmalaise die ‘slecht articuleren’ heet. De precisie

Page 42: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

42

en souplesse die hij in zijn voetbalspel legt, zijn niet echt terug te horen in zijn stemgebruik. Hij

spreekt met luie tong en mondhoeken, waardoor klanken te onprecies worden gemaakt.

Sprekers kunnen lettergrepen uitspreken met te weinig, maar ook met te veel nadruk.

Maanpulaasreestensie: als de lettergrepen te veel in elkaar geschoven of ingeslikt worden, is een

spreker moeilijker te verstaan. Ma-ni-pu-la-tie-re-sis-ten-tie: Als alle lettergrepen los van elkaar

uitgesproken worden neemt de verstaanbaarheid toe, maar klinkt de test gemaakt, onnatuurlijk,

keurig.

Er bestaan nog lastiger spreekstoornissen, zoals stotteren en geknepen of nasaal (neuzig) spreken.

Deze kunnen meestal slechts verbeteren onder langdurige begeleiding van een stempedagoog of

logopedist. Bij minder ernstige stemproblemen kunnen cursussen stemvorming en zingen hun nut

bewijzen.

Adviezen voor de voorbereiding

De onderstaande adviezen kunnen u helpen over uw stem te beschikken als over een betrouwbaar

instrument.

- Weet wat u wilt zeggen. Een zwakke stem wordt soms veroorzaakt door een zwak verhaal.

Een goed doortimmerd betoog waar u echt achter staat, lokt eerder overtuigend

stemgebruik uit dan een matig voorbereid verplicht nummer.

- Rook en drink weinig. Als u de voorbereiding op uw toespraak echt serieus wilt aanpakken, is

het raadzaam zo min mogelijk te roken en (alcohol) te drinken. Alcohol en nicotine geven

ontspanning, maar ook irritatie van het slijmvlies en ze veroorzaken heesheid. Andere

geheide stemverpesters zijn: hard fluisteren, gillen, ‘conversatie’ in een discotheek en –

helaas – zoute drop eten.

- Maak uw stem los. Wie een sportieve prestatie wil leveren, begint altijd met een warming-

up. Hiermee kunnen blessures worden voorkomen. Met de stem is het niet anders: zorg dat

het spraakorgaan een beetje opgewarmd is, voordat u onder spanning uw stem een tijd lang

gaat belasten. Zo kunt u voorkomen dat uw stem al in de eerste minuut van de toespraak

hees wordt. Drie beproefde oefeningen zijn: briesen, uitrekken en spreekzingen. Briesen als

een paard is een mooie oefening om het hele stemgebied los te maken: klapper met uw

lippen. Bries eerst zonder toon; daarna met toon – ook van hoog naar laag en andersom.

Uitrekken: rek uzelf uit, zet uw mond goed open en laat al doende het geluid ‘naar binnen’

komen: aaaaaah. Geen kracht zetten.

- Spreekzingen ofwel uw vaste Pavarotti-act onder de douche. Probeer bijvoorbeeld de

beginzin van uw presentatie (‘Drinkt u, dames en heren, wel genoeg?’) met verschillende

emoties uit te spreken en te zingen: boos, vrolijk, verdrietig, licht geamuseerd. Deze oefening

brengt de dynamiek en variatie van de stem op peil.

- Probeer de akoestiek van de zaal even uit. Het is prettig om uw eigen stem even te laten

klinken in de zaal, zodat u enigszins een idee hebt hoe luid, nadrukkelijk en snel u moet

spreken. Stel u alvast voor hoe het publiek er straks zit.

- Zoek ontspanning. Ontspan uw spieren (vooral de kaken, schouders en nek). Wees bewust

dat u zit (of staat). Voel uw eigen gewicht, zodat uw adem laag in de buik zakt.

Page 43: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

43

Adviezen voor tijdens de toespraak

- Zorg voor een goede houding: stevig en ontspannen. Wandel rustig naar de plaats waar u zult

spreken. Geef dan even aandacht aan uw houding. Verdeel het lichaamsgewicht over beide

voeten, ga rechtop staan maar blijf ontspannen.

- Adem laag en rustig. Hap niet van tevoren naar adem, neem een rustig tempo. Het tempo

moet lager liggen dan bij een gemiddeld gesprek, ook al lijkt dat misschien voor uzelf wat

overdreven. Als de zaal wat meer nagalm heeft, is het beter rustiger en met nadruk te

spreken.

- Spreek zo luid dat u achterin de zaal goed te horen bent. Varieer uw stemgeluid als er

belangrijke of minder belangrijke passages in uw verhaal zijn, maar laat uw stem nooit zover

wegzakken dat u nauwelijks meer verstaanbaar bent. Zet geen kracht. Vul niet de zaal, maar

uzelf met klank.

- Breng variatie aan in de zinsmelodie. Voorkom slaapverwekkende eentonigheid door

verschillen in toonhoogte te maken en die verschillen vaak toe te passen. Iets meer drama

maakt een voordracht levendiger. Ook het inlassen van spraakpauzes valk na belangrijke

uitspraken, of om aan te geven dat u een nieuw punt aansnijdt, kan effectief zijn. Probeer

tussenvoegsels, stopwoorden en stereotypen te vermijden (eh, a, dus, nou, zeg maar,

zalkmaarzeggen…)

Overigens, uw eigen stemgeluid hoort bij u. en als u het al zou willen, u kunt dat niet met een

paar oefeningen veranderen. Een eigenaardig geluid hoeft ook helemaal niet erg te zijn: denk

aan Bob Dylan met zijn neuzel- en raspklank. Niemand zou die toch anders wensen? En Drs. P?

Jacques Klöters heeft de stem van deze vermaarde zanger en spreker ooit getypeerd als ‘een

stem als oud en kostbaar parket’. Maar de stemeigenaardigheid kan mensen ook in de weg staan

bij het luisteren naar de inhoud van uw verhaal. Dan doet u er zeker goed aan werk van uw

stemgeluid te maken, zodat het een bruikbaar instrument wordt, waar u blindelings op kunt

vertrouwen.

WAAR LAAT IK MIJN HANDEN?

‘Ik heb géén seksuele relatie gehad met die vrouw, miss Lewinsky!’ Toen Clinton deze

roemruchte – en op tv eindeloos herhaalde – woorden voor de camera’s uitsprak, volgde hij een

media-advies op. Zijn vriend Harry Thomasson, producent in Hollywood, had hem geïnstrueerd

hierbij een geforceerde beweging met de kaak te maken. Daarmee zou Clinton innerlijke woede

suggereren. Het media-advies was effectief, want heel veel mensen vonden Clintons ontkenning

eind januari overtuigend. Dat de openbare aanklager het daar niet bij liet en dat er vervolgens

toch een zipper-gate is ontstaan, heeft andere oorzaken. Feit is dat de manier waarop een

mededeling wordt gedaan, van doorslaggeven belang kan zijn voor het effect ervan. Een ander

feit is dat de meeste onervaren sprekers zo in beslag genomen zijn door de inhoud van hun

verhaal, dat ze te weinig aandacht besteden aan de presentatie ervan: hun oogcontact, houding

en gebaren.

Page 44: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

44

De suggestie van eerlijkheid

De spreekleraren in de klassieke oudheid doceerden het al: wil je een voorstel overtuigend

maken dan moet je zekerheid en vertrouwen uitstralen. Quintilianus waarschuwde dan ook

tegen onbeheerst schreeuwen, wild om je heen zwaaien, spuwen, om jezelf grinniken en het

publiek niet aankijken.

Demosthenes en Cicero adviseerden zelfs als leermeester een goede acteur te nemen. Maar zij

zagen ook dat dat niet zonder risico was. Immers, de spreker zou in de verleiding kunnen komen

zijn betoog theatraal en kunstmatig te presenteren, wat natuurlijk schadelijk is voor de

geloofwaardigheid. Het kwam daarom aan op ars artem celare de kunst om de kunstgrepen te

verbergen. Quintilianus beschrijft hoe je natuurlijkheid kunt leren presenteren: ‘Al is de rede

helemaal uitgeschreven en geoefend, door trucs moet de spreker de indruk wekken te

improviseren: door te pauzeren als om na te denken, te aarzelen, licht te stotteren. Improvisatie

doet eerlijker aan dan de duidelijk voorbereide toespraak en eerlijkheid, of de suggestie daarvan,

is het beste middel tot overtuiging.’

Tot ongeveer 1800 bestond er een grote verzameling van in detail wel wisselende maar

hoofdzakelijk gelijkblijvende adviezen, gebaseerd op het idee dat bij een bepaalde emotie altijd

een bepaald gebaar hoort. Gebaren mochten bovendien niet te wijd, maar ook niet te eng zijn,

niet boven de ogen, niet beneden de maag, niet te vaak en niet te zelden gemaakt worden. In die

adviescultuur is vorige eeuw de klad gekomen.

Vanaf 1800, met de opkomst van de Romantiek, groeide de afkeer van het oververzorgde,

gecoiffeerde gebaar. Bewondering voor de ongekunstelde welsprekendheid van het gewone volk

en de behoefte aan persoonlijke expressie plaveiden de weg voor ‘het natuurlijke gebaar’.

Sprekers moesten volgens de handboeken hun eigen intuïtie volgen. Dit leidde onder meer tot de

opkomst van gebalde vuisten en uitgestoken wijsvingers en het einde van de verfijnde

conventionele gesticulaties.

Afleren

In moderne cursussen presentatietechniek worden dus geen elegante vingerballetten meer

aangeleerd. Toch bevat het hoofdstuk non-verbaal gedrag wel meer dan het romantische

adagium: ‘Volg je intuïtie.’ De meeste trainers maken een video-opname van hun cursisten en

wijzen hen op hun sterke kanten en vooral op de persoonlijke tics en het afleidende non-verbale

gedrag. In mijn trainingen aan TU-studenten (maar ook elders) kom ik de volgende tien

houdingen tegen:

Te statisch:

- de leuner: het spreken lijkt zoveel moeite te kosten dat de spreker het evenwicht bij het staan

alleen lijkt te behouden door met een of twee handen op de tafel voor zich te leunen;

- de stayer: twee handen op de rug, de houding voor de langeafstandsschaatser;

- het muurtje: zoals een voetballer zijn edele delen beschermt als hij zich bij een vrije trap in een

muurtje de bal probeert tegen te houden;

- het Zeeuws meisje: twee handen in de zij geplant;

- de boer: twee handen stevig in de broekzak gestoken;

Page 45: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

45

- de kozak: de armen gekruist over elkaar. Een stevige houding maar op den duur nogal eenzijdig

defensief.

- de onthande: deze houding werkt het best met een slobbertrui aan. De spreker laat de handen

tot aan de vingertoppen in de lange mouw verdwijnen.

Te beweeglijk:

- de wroeter: de spreker lijkt voortdurend jeuk te hebben op onhandige plaatsen;

- de controleur: neus, oor, haar, kin: de spreker heeft tijdens de toespraak de behoefte

voortdurend met de hand te controleren of alles er nog zit;

- de ijsbeer: rustig staan is voor deze spreker een lastige opgave, hij probeert wat energie kwijt te

raken met rusteloos heen en weer lopen.

Door gericht te oefenen zijn deze houdingen meestal wel af te zwakken of helemaal af te leren.

Aanleren

Oogcontact. Met goed oogcontact kunt u duidelijk maken dat u uw verhaal wilt delen met de

individuele luisteraars en dat u benieuwd bent naar hun persoonlijke reactie. Het gaat u beter af

als u uw verhaal goed kent en het echt graag wilt vertellen. Probeer mensen verspreid over de

hele zal aan te kijken, niet te schichtig, niet te lang en te strak. Laat uw blik drie seconden rusten

op een persoon en verleg uw blik dan langzaam naar een andere hoek van de zaal. Kijk daarbij

niet te somber: een glimlach helpt u om contact te leggen.

Meer gebaren. In een ontspannen dagelijkse conversatie maken mensen allerlei gebaren: drie tot

vier per honderd woorden, zo bleek dit jaar uit een onderzoek van Jan-Pieter de Ruiter onder 35

proefpersonen. Maar de spanning maakt de meeste beginnende sprekers tot houten klazen.

‘Waar moet ik mijn handen laten?’

Belangrijk is te leren ontspannen. Demosthenes leed aan het krampachtig omhoogkomen van de

schouders. Hij bestreed dit vrij drastisch door tijdens het oefenen een speer op minieme afstand

boven zijn schouder te hangen zodat hij gewaarschuwd werd als het weer eens fout ging. Een

iets minder omslachtige manier is om vlak voor en aan het begin van de presentatie bewust even

de nek en armspieren aan te spannen en het daarna ontstane gevoel van ontspanning proberen

te blijven behouden. Verder helpt het om de armen los naast het lichaam te laten hangen. Dan

zijn ze vrij om er allerlei gebaren mee te maken. Van al die soorten gebaren maakte de

Amerikaanse psycholinguïst McNeill de volgende indeling:

- Wijsgebaren die een bepaalde plaats of richting aangeven (boven, links, hier);

- Emblemen, deze gebaren hebben een voor de gebruikers van een taal bekende betekenis. De

hand achter een vooruitgestoken oor brengen, betekent: ‘Harder, ik versta je niet.’ Dat deze

emblemen taal- en cultuurgebonden zijn blijkt bijvoorbeeld uit onze OK-duim; in Griekenland

is dit namelijk een obsceen gebaar.

- Iconische gebaren. De spreker geeft uitleg bij wat hij zegt door het in de lucht uit te tekenen.

Hij maakt met de wijsvinger een spiraalvormige beweging als hij praat over een wenteltrap.

- Beats of ritmische bewegingen van de hand, zonder duidelijk betekenis. Deze gebaren komen

het meest voor. Ze lijken de spreker te helpen bij het produceren van zijn tekst; daarnaast

kunnen ze helpen nadruk te leggen op bepaalde delen van de tekst.

Page 46: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

46

Hoewel deze gebaren (en zeker de beats) doorgaans onbewust gemaakt worden, kan het bewust

plannen van gebaren in een voordracht de statische sprekers helpen meer dynamiek in hun

presentatie te brengen. In uw aantekeningen voor uw toespraak kunt u passages markeren waar

u ter verduidelijking wijsgebaren, emblemen en iconische gebaren kunt maken. Oefening – al of

niet voor de spiegel – baart in het begin voornamelijk ongemak en frustratie. Pas na een tijdje

lijkt er ook kunst van te komen. Bedenk dat ook acteurs vaak heel lang oefenen op bepaalde

gebaren of houdingen voordat die er natuurlijk uit gaan zien.

Het kan nuttig zijn om uzelf te dwingen van uw plaats af te komen door met een pen bepaalde

punten op de overhead projector aan te wijzen en dit af te wisselen met een tok op het scherm.

Als u daarnaast de flip-over gebruikt om iets op te schrijven en een voorwerp of model

meeneemt om aan het publiek te tonen, dan is er in ieder geval een minimum aan beweging en

gebaren. Wees in het begin tevreden met een paar gebaren die goed uit de verf komen. Meestal

ontspant u in de loop van de presentatie zodanig dat u ontdooit en uw natuurlijke gebaren weer

terug komen.

Minder gebaren. Sprekers kunnen ook te bewegelijk zijn. Zij zetten hun nerveuze energie om in

allerlei ongecontroleerde gebaren en bewegingen die de luisteraars afleiden van het verhaal. Zij

kunnen baat hebben bij het oefenen van een stevige basishouding. Ga rechtop staan, met uw

voeten recht onder u: niet tegen elkaar aan en niet te wijd uit elkaar. Als u de knieën ontspant,

zult u minder de neiging hebben uw gewicht van de ene naar de andere voet te bewegen.

Houd de armen en handen kalm door enkele rustige uitgangsposities te oefenen: twee handen in

elkaar op de buik; wee handen losjes aan het katheder; een hand aan het katheder en de andere

langs het lichaam; beide armen langs het lichaam. Door ze veel te oefenen voelt u vanzelf welke

houdingen het beste bij u passen. Probeer vele snelle kleine bewegingen te vervangen door

enkele langzame grote. Zeker als u voor grote zalen spreekt, is dat wenselijk. Achterin zien kleine

bewegingen eruit als onmachtig gewriemel; rustige grote gebaren komen daar beter tot hun

recht. Beperk het maken van gebaren tot passages waarbij ze inhoudelijk op hun plaats zijn. Hebt

u zojuist een groot gebaar gemaakt of betrapt u uzelf op loze gebaren, breng uw handen dan tot

rust door een van de uitgangsposities aan te nemen. Doe dit wel zo onopvallend mogelijk, want

het blijft de kunst om kunstgrepen voor uw publiek verborgen te houden.

-

Page 47: Het betoog - Vakkenweb · dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons

47

Les 13 Voorbereiden toetsbetoog

De afgelopen lessen heb je al veel nagedacht over je toetsbetoog. Je hebt de inhoud bepaalt, je hebt

nagedacht over je structuur, over en inleiding, een slot. Je hebt tips meegenomen voor het gebruik

van je stem en over welke houding je het beste kan aannemen. Ook heb je al een idee voor het

gebruik van PowerPoint of Prezi bij je presentatie.

Het is nu tijd voor de laatste proef op de som.

In het eerste deel van de les ga je je betoog zo goed mogelijk voorbereiden, zonder PowerPoint of

Prezi.

In het tweede deel van de les ga je je betoog houden voor je groepje. Jullie houden om de beurt je

betoog en geven elkaar dan commentaar. Wat zou jouw klasgenoot nog kunnen verbeteren?

Opdracht 1 SPREEKOEFENING: Oefenen met betoog

Houd je betoog voor je groepje. Spreek met je docent af waar en hoe je dat gaat doen. De rest

beoordeelt jou met het beoordelingsformulier dat je krijgt van je docent.

Houd rekening met bovenstaande bij je beoordeling en zorg voor bruikbare feedback.

DE TOETS

De toets is het houden van een mondeling betoog. Je onderwerp moet zijn goedgekeurd door je

docent en er moet een documentatiemap van zijn gemaakt. Het publiek zijn enkele klasgenoten en je

docent. Je maakt groepjes van 5 en daarmee probeer je met je docent een afspraak te maken over

een datum en tijd van je betoog. Je krijgt natuurlijk een individueel cijfer.

Denk na over de volgende punten:

1. Heb je alle materialen geregeld die je nodig hebt? Denk aan beamer, video/DVD, cd-speler,

Powerpoint of Prezi etc. Je bent hier zelf verantwoordelijk voor. Je docent kan natuurlijk wel

het een en ander reserveren, maar daarmee moet je wel op tijd zijn.

2. Je toets gaat altijd door, dus bedenk wat je doet als blijkt dat je de presentatie toch niet

helemaal goed hebt opgeslagen en andere problemen.

3. Voor het mondeling betoog gelden dezelfde regels als voor een schriftelijke toets. Denk dus

aan het PTA en de examenreglementen voor wat betreft ziekmelden bijvoorbeeld.