Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu,...

65
Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken

Transcript of Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu,...

Page 1: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

Handreiking

Veiligheid ondergrondse bouwwerken

Page 2: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

1

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Co

lofo

n

HandreikingVeiligheid ondergrondse bouwwerken

Ita Luten Oscar KoebruggeBart DuijvestijnCharlotte Boschloo

Page 3: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

2

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Co

lofo

n

Colofon

SamenstellingIta Luten, Ita Luten Advies (Auteur)

Oscar Koebrugge, IFV (Projectleider)

Bart Duijvestijn, Arcadis/COB (Voorzitter Werkgroep V14)

Charlotte Boschloo, Arcadis (Adviseur)

Werkgroep V14Mari Baauw, Royal Haskoning

Martje Bolle, DHV

Peter van de Leur, DGMR

Stefan Lezwijn, COB

Nils Lundgren, Movares

Ita Luten, Movares/Royal Haskoning

Mirjam Nelisse, TNO

Thijs Ruland (COB)

Aryan Snel, Witteveen en Bos

VormgevingInstituut Fysieke Veiligheid

FotografieZie bijschriften bij de foto’s

Foto omslag: ArtEZ hogeschool voor de kunsten Arnhem.

Bierman Henket arhitecten. Foto: Michel Kievits

www.kennisdocumenten.nlDeze uitgave is ook te downloaden op www.kennisdocumenten.nl

Voor vragen over de inhoud van dit document kunt u terecht bij Infopunt

Veiligheid, onderdeel van het IFV. Op www.infopuntveiligheid.nl kunt u

direct uw vragen stellen.

1e druk, 1e oplage, april 2013

© Instituut Fysieke Veiligheid

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enigerlei andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV).

Ondanks de aan de samenstelling van de tekst bestede zorg kan de samensteller geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade, die zou kunnen voortvloeien uit enige fout of onzorgvuldigheid, die in deze handreiking zou kunnen voorkomen.

Instituut Fysieke VeiligheidPostbus 70106801 HA ArnhemT 026 355 24 00 www.ifv.nl

ISBN 978-90-5643-449-6

Page 4: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

3

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Vo

orw

oo

rd

Voorwoord

Page 5: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

4

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Vo

orw

oo

rd

Fietsenstalling WTC Amsterdam. Foto: SVOB, Maarten van den Haak

Page 6: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

5

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Vo

orw

oo

rd

Voorwoord

Deze proceshandreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken vervangt de

leidraad Veiligheid in ondergrondse bouwwerken uit 1999.

Het initiatief voor deze nieuwe handreiking is genomen door de Redactie-

raad Brandweer & Crisisbeheersing van het Instituut Fysieke Veiligheid

(IFV). Voor de uitwerking heeft het IFV in samenwerking met het Centrum

voor Ondergronds Bouwen (COB) een werkgroep in het leven geroepen, die

op basis van actuele inzichten de oorspronkelijke leidraad heeft geactuali-

seerd. De werkgroep heeft haar (deel)producten intensief getoetst aan actu-

ele kennis en ervaring uit het veld. Zo is afgestemd met vertegenwoordigers

van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland,

Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR), Politie en de

Vereniging voor Bouw- en Woningtoezicht Nederland.

Sinds het verschijnen van de leidraad in 1999 zijn in Nederland en Europa

veel ontwikkelingen geweest die van invloed zijn op de veiligheid in en

rondom ondergrondse bouwwerken. Een aantal incidenten in ondergrondse

bouwwerken heeft de noodzaak om extra aandacht te besteden aan de

veiligheid benadrukt. Ondergrondse bouwwerken onderscheiden zich van

bovengrondse bouwwerken omdat de mogelijkheden om het bouwwerk te

betreden en verlaten meer beperkt zijn. Bijvoorbeeld in geval van brand,

zal rook en hitte de vluchtroute en toetredingsroute voor hulpverleners

mogelijk belemmeren. Een zorgvuldige analyse van de risico’s en de

gevolgen van branden en ongevallen, vormt de basis voor het treffen van

adequate veiligheidsmaatregelen. Wat adequaat inhoudt, is vaak onder-

werp van discussie. Deze handreiking geeft in dit opzicht gestructureerd

richting aan het proces voor de totstandkoming van ondergrondse bouw-

werken, toegespitst op de veiligheid. Tevens worden handvatten aangereikt

hoe concreet kan worden omgegaan met aspecten van (brand)veiligheid in

de besluitvorming.

In ondergrondse ruimtes zijn gebruikers vaak kwetsbaarder dan in boven-

grondse bouwwerken. Om hetzelfde veiligheidsniveau te bereiken en te

houden, moet in ondergrondse bouwwerken daarom vaak meer worden

gedaan dan in bovengrondse gebouwen. Die veiligheid verdient al in de

vroege fases van het ontwerpproces aandacht. Meer voorzieningen, evenals

extra voorzieningen achteraf, leiden vaak tot significant hogere kosten,

terwijl een optimaal resultaat niet altijd meer mogelijk is.

Page 7: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

6

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Vo

orw

oo

rd

Door het schaarser worden van locaties voor de ontwikkeling van

gebouwen en de sterk toegenomen vraag naar transportcapaciteit, vormen

ondergrondse bouwwerken meer en meer een alternatief voor boven-

grondse bouwwerken. Omdat deze ontwikkelingen als complex worden

ervaren en er veel partijen betrokken zijn, verdient dit proces speciale aan-

dacht. Vanaf het ontstaan van een idee tot en met het feitelijk gebruik van

een ondergronds bouwwerk, zullen tussen de belanghebbenden afspraken

over veilig gebruik moeten worden gemaakt. Deze handreiking geeft moge-

lijkheden om in het gehele proces - van initiatief tot en met beheer van een

ondergronds bouwwerk - deze communicatie gestructureerd en effectief te

laten verlopen.

De inhoudelijke vaststelling van deze handreiking door de Redactieraad

Brandweer & Crisisbeheersing én de bestuurlijke vaststelling door de

managementraden van de kolommen Brandweer NL en GHOR NL geeft

betrok kenen een gedragen basis voor het inrichten van het proces. De

politie heeft toegezegd te zullen meewerken bij het gebruik van de handrei-

king in de praktijk.

Speciale dank gaat uit naar de grote betrokkenheid van prof. dr. B.J.M. (Ben)

Ale, die op verschillende conceptversies zijn constructieve reacties heeft

gegeven en de noodzaak voor een nieuwe handreiking heeft ondersteund.

Gezien het belang van het advies van de brandweer bij de verlening van ver-

gunningen voor - in casu ondergrondse - bouwwerken, zijn wij Brandweer

Nederland zeer erkentelijk voor haar constructieve reacties bij de totstand-

koming van deze handreiking.

Tot slot: ik vertrouw erop dat deze handreiking zijn weg vindt naar alle

belanghebbenden die een rol spelen bij de veiligheid van ondergrondse

bouwwerken. Dat een zorgvuldig proces ook moge leiden tot weloverwogen

beslissingen en het veilig gebruiken van ondergrondse bouwwerken.

G.K. SwillensVoorzitter Redactieraad Brandweer & Crisisbeheersing

Page 8: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

7

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

In

ho

ud

Inhoud

Page 9: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

8

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

In

ho

ud

Rijksmuseum Amsterdam. Foto: BAM Civiel, Jane van Raaphorst

Page 10: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

9

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

In

ho

ud

Inhoud

Colofon 2

Voorwoord 5

Inleiding 15

1. Begrippen 211.1. Ondergrondse bouwwerken 211.2. Veiligheid 221.3. Fysieke en sociale veiligheid 26

2. Besluitvorming 352.1. Risicoanalyse 352.2. Maatregelen 412.3. Veiligheidsdossier 46

3. Proces 533.1. Initiatief 543.2. Ontwerp 563.3. Bouw 583.4. Gebruik en beheer 60 Samenvatting 62

Webitems 64

Page 11: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

10

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

In

ho

ud

Page 12: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

11

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

In

leid

ing

Inleiding

Page 13: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

12

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

In

leid

ing

Page 14: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

13

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

In

leid

ing

Parkeergarage Museumpark Rotterdam. Foto: Centrum Ondergronds Bouwen

Page 15: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

14

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

In

leid

ing Station Alphen aan den Rijn. Foto: Arcadis, Tineke Dijkstra

Page 16: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

15

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

In

leid

ing

Inleiding

De handreiking Veiligheid Ondergrondse Bouwwerken gaat over het proces

van ontwikkelen, ontwerpen, realiseren, gebruiken en beheren van vei-

lige ondergrondse bouwwerken. Het betreft ondergrondse bouwwerken

met een publieks-, opslag- en/of arbeidsfunctie en combinaties van deze

functies. Deze functies kunnen zijn gecombineerd met een transport-

functie (tunnel) zoals bij een ondergronds station. De handreiking is niet

primair bedoeld voor bouwwerken met uitsluitend een transportfunctie

(weg- en spoortunnels).

Voor gebouwen tot circa vier verdiepingen boven maaiveld zijn de veilig-

heidsrisico’s algemeen bekend en zijn veel veiligheidseisen voorgeschreven

in onder andere het Bouwbesluit. Voor ondergrondse bouwwerken zijn vei-

ligheidsrisico’s minder bekend en ontbreekt expliciete regelgeving. Zo heeft

het Bouwbesluit 2012 geen specifieke prestatievoorschriften voor gebouwen

waarvan de laagste vloer onder de 8 meter beneden maaiveld ligt.

Bij ondergrondse bouwwerken is sprake van andere risico’s en veiligheids-

aspecten dan bij bovengrondse bouwwerken:

1. Naar ‘buiten’ is vrijwel altijd naar ‘boven’. Dat geeft problemen bij het

vluchten en de hulpverlening. Het is moeilijker en gevaarlijker doordat

warme rook opstijgt en daardoor de vluchtweg naar buiten (=boven) kan

belemmeren. Bovendien is op maaiveld meestal slechts beperkte ruimte

voor vluchtvoorzieningen vanuit de ondergrond.

2. De gevolgen van een overstroming kunnen ernstiger zijn in een

ondergrondse ruimte.

3. Mensen kunnen zich onveiliger voelen in ondergrondse – donkere en

omsloten – ruimtes.

Aan veiligheid in ondergrondse bouwwerken moet dus extra aandacht wor-

den besteed. Dat moet zorgvuldig gebeuren, want:

1. Een ondergronds bouwwerk is doorgaans lastig te wijzigen. Dat geldt

voor de geometrie van het bouwwerk en voor de technische installaties.

2. Daarbij zit het bouwwerk ‘voor de hele levensduur’ in/onder de grond.

Een ondergronds bouwwerk eventueel slopen is namelijk niet makkelijk.

3. Vergissingen en/of beperkingen uit kostenoogpunt in de ontwikkeling,

bijvoorbeeld in programma en ontwerp, hebben bij uitstek grote gevol-

gen en zijn achteraf lastig te corrigeren. Meestal zijn hoge beheers-

kosten het gevolg en/of zijn ingrijpende bouwkundige/installatietech-

nische (kostbare) aanpassingen nodig.

Page 17: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

16

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

In

leid

ing

Doel De handreiking heeft als doel een gestructureerde en concrete aanpak te

bieden voor het borgen van veiligheid in ondergrondse bouwwerken, van

initiatief, ontwerp en bouw tot en met het gebruik en beheer. Een subdoel

is dat de handreiking ook als leerstof gebruikt kan worden voor bijvoor-

beeld opleidingen in veiligheidskunde, ondergronds bouwen of facility

management.

DoelgroepDe handreiking is specifiek bedoeld voor:

De handreiking is daarnaast ook bedoeld voor andere partijen die

betrokken zijn bij de planvorming, de uitvoering, het gebruik en het beheer

van ondergrondse bouwwerken, zoals: vergunningverleners, operationele

hulpdiensten, financiers, exploitanten, verzekeraars, beveiligingsdiensten

en belangengroeperingen. Tenslotte wordt de handreiking ook aanbevolen

voor studenten van de genoemde beroepsgroepen.

ClassificatieDe voorliggende handreiking is informerend en adviserend. Het is een

publicatie met een toepassingsgerichte methodiek voor het borgen van vei-

ligheid in een ondergronds bouwwerk. Het is verstandig deze hand reiking

gedurende het hele proces van initiatief tot en met beheer van een onder-

grondse bouwwerk te gebruiken.

IndelingDe handreiking is ingedeeld in drie hoofdstukken:

1. Begrippen: wat is veiligheid?

2. Besluitvorming: hoe kan een gewenst veiligheidsniveau worden bepaald

en vastgelegd?

3. Proces: wie moet/kan wanneer wat doen aan een veilig ontwerp en veilig

beheer?

Tenslotte volgt een samenvattend overzicht met aanbevelingen per

procesfase.

Aanvulling en actualisatie op www.infopuntveiligheid.nlDeze papieren handreiking is zo beknopt mogelijk. Daarnaast is op

www.infopuntveiligheid.nl (dossier Ondergronds Bouwen) van het

Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) de handreiking aangevuld met

digitale informatie over:

- de meest relevante literatuur en publicaties

- actuele wet- en regelgeving

- begrippen en definities

- hulpmiddelen voor de besluitvorming.

Achter in de handreiking staat een overzicht van de webitems in het dossier

Ondergronds Bouwen.

Page 18: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

17

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 1

Hoofdstuk 1 Begrippen

Page 19: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

18

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 1

Page 20: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

19

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 1

Metrostation Rotterdam CS. Foto: Rick Keus

Page 21: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

20

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 1

Delft CS. Beeld: Benthem Crouwel Architekten

Page 22: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

21

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 1

Delft CS. Beeld: Benthem Crouwel Architekten

1. BegrippenHet begrip ‘ondergronds’ is breed: een ondergrondse ruimte kan een wijn-

kelder zijn, een winkelcentrum, een grot of goudmijn. Deze handreiking

gaat over ondergrondse bouwwerken: een gebouwde ruimte, geheel of voor

een substantieel deel in/onder de grond.

Veiligheid is ook een ruim begrip, een containerbegrip. Het omvat alle soor-

ten van veiligheid: brandveiligheid, verkeersveiligheid, gebruiks veiligheid,

arboveiligheid, constructieve veiligheid, fysieke veiligheid, sociale

veiligheid, tunnelveiligheid, interne veiligheid, externe veiligheid,

et cetera. Het begrip ‘integrale veiligheid’ biedt een paraplu over al deze

veiligheidsdisciplines. Het woord integraal verwijst naar de gewenste

samenhang en samenwerking in beleid en aanpak binnen en tussen de

verschillende veiligheidsdisciplines en -dimensies. Binnen elke veiligheids-

discipline worden diverse en uiteenlopende begrippen gehanteerd die elk

hun eigen definities hebben.

Op www.infopuntveiligheid.nl (dossier Ondergronds Bouwen, webitem 03)

worden de meest voorkomende begrippen uit de veiligheidsterminologie in

relatie met de gebouwde (ondergrondse) omgeving gegeven.

Wat ‘ondergrondse bouwwerken’ specifiek zijn wordt beschreven in

paragraaf 1.1. In paragraaf 1.2. wordt het begrip veiligheid gedefinieerd

binnen het kader van deze handreiking. Vervolgens wordt in paragraaf 1.3.

nader ingegaan op de begrippen fysieke en sociale veiligheid.

1.1. Ondergrondse bouwwerkenHet begrip ondergronds bouwwerk laat zich niet exact definiëren. Over

een aantal bouwwerken is iedereen het wel eens: het Metrostation

Amsterdam Centraal is ondergronds, evenals het Metrostation Rotterdam

Centraal. Over veel andere bouwwerken, zoals de Beurstraverse (Koopgoot) in Rotterdam, verschillen de meningen. Het gaat dan vaak over de discus-

sie tussen open en besloten ruimtes, omdat aan besloten ruimtes in het

Bouwbesluit zwaardere eisen worden gesteld dan aan open ruimtes.

Een karakteristiek kenmerk van een ondergronds bouwwerk is dat de

vluchtrichting naar een veilige plaats buiten het bouwwerk naar boven is,

dit in tegenstelling tot de vluchtrichting bij een bovengronds bouwwerk.

Of een bouwwerk of een gedeelte daarvan als ondergronds geclassificeerd

wordt, hangt dus per project af van de feitelijke situatie. Souterrains zullen

meestal niet als specifiek ondergronds worden aangemerkt, kelders met

een gebruiksfunctie (fietsenstalling, parkeren) wel.

Page 23: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

22

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 1

In relatie met veiligheid wordt gesteld dat (een deel van) een bouwwerk

ondergronds is, als (een deel van) de vluchtroute, die voert vanaf de ver-

blijfplaats, in dat deel van het bouwwerk naar een (langdurige) veilige

plaats hoger ligt dan de laagste verblijfsruimte. Een heel bouwwerk kan als

ondergronds worden betiteld, maar ook delen van een gebouw kunnen als

ondergronds worden geclassificeerd. Per project zal dit nader moeten

worden bepaald. Op www.infopuntveiligheid.nl (dossier Ondergronds

Bouwen, webitem 04) staan voorbeelden en kenmerken van ondergrondse

bouwwerken.

1.2. VeiligheidVeiligheid betreft de bescherming of het zich beschermd voelen tegen

risico’s die worden veroorzaakt door fysieke en/of sociale bedreigingen.

Kenmerken van het begrip veiligheid

-

BedreigingenEen bedreiging is een gevaarlijke gebeurtenis. Het gevaar kan zowel

van buiten komen (extern), als besloten liggen in het bouwwerk of in de

organisatie zelf (intern). Bedreigingen kunnen van fysieke en/of sociale

aard zijn, of een natuurlijke oorzaak hebben (storm, regen, aardbeving,

e.d.). Fysieke bedreigingen zijn (combinaties van) mechanische, chemische,

biologische of fysische incidenten, ongevallen of gebeurtenissen.

Sociale bedreigingen zijn (combinaties van) asociale of criminele

– door mensen gepleegde – daden zoals agressie/geweld (verbaal, fysiek,

seksueel), beroving, brandstichting, diefstal, graffiti, inbraak, intimidatie,

vandalisme, verval en vervuiling.

ArtEZ hogeschool voor de kunsten Arnhem. Foto: Gijs Dragt

Page 24: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

23

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 1

Bedreigingen van fysieke aard

Bedreigingen van sociale aard

Gevolgen

Page 25: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

24

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 1

Samenhang tussen bedreigingen en gevolgenBedreigingen en gevolgen van fysieke en/of sociale aard houden op diverse

manieren verband met elkaar:

en gevolgen van incidenten kunnen weer nieuwe bedreigingen vormen

(mechanische schade kan bijvoorbeeld wateroverlast/inundatie geven als

het bouwwerk onder de grondwaterspiegel ligt).

bij risicovolle arbeidsomstandigheden, vervuiling en verval).

bij terrorisme).

In bijgaand diagram wordt de complexiteit van deze samenhang in beeld

gebracht.

Bedreigingenexterne aard

Bedreigingeninterne aard

Bedreigingen van fysieke aard Bedreigingen van sociale aard

Agressie

Geweld

Terrorisme

Brandstichting

Brand

Rook

Inundatie

Gevaarlijkestoffen

Fysi

sch

/Ch

emis

ch/B

iolo

gis

chTe

mp

erat

uu

r/St

ralin

g/K

ort

slu

itin

g

Instorting

Explosie

Mechanish

Ver

keer

Inti

mid

atie

Bo

mm

eld

ing

On

bed

oel

d g

ebru

ik

Van

dal

ism

e

BerovingVerval

Vervuiling

Inrichting

Arbo

Inbraak

DiefstalGraffiti

Veiligheidsbedreigingen

Page 26: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

25

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 1

Instorting supermarkt. Foto: IFV

RisicoHet risico is de kans op een bedreiging, vermenigvuldigd met de gevolgen

daarvan.

Een grote kans op een bedreiging hoeft dus nog geen groot risico te bete-

kenen. Als de kans op een bedreiging tamelijk groot is, maar het nadelige

gevolg ervan heel klein, dan is het risico beperkt. Dit is bijvoorbeeld het

geval als een lamp stuk gaat (te midden van veel andere lichtbronnen), of

als een roltrap af en toe buiten dienst is.

Bij extreem ernstige gevolgen kan worden afgeweken van de formule. Bij-

voorbeeld bij een gasexplosie in een parkeergarage. Dan wordt een formule

gebruikt waarbij het gevolg zwaarder weegt.

Als bepaalde gevolgen onacceptabel worden geacht onafhankelijk van de

kans van optreden – zoals het geval kan zijn bij de ondergrondse opslag van

nucleair afval waarbij incidenten nationaal bedreigend kunnen zijn –

wordt de formule niet gebruikt.

Risico Kans Gevolgen

Page 27: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

26

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 1

1.3. Fysieke en sociale veiligheidDe meest gangbare indeling van veiligheid is de indeling in fysieke en

sociale veiligheid. Binnen fysieke veiligheid wordt onderscheid gemaakt

tussen interne en externe veiligheid.

Fysieke veiligheidFysieke veiligheid betreft de bescherming of het zich beschermd voelen

tegen gevaar dat veroorzaakt wordt door fysieke bedreigingen.

Fysieke bedreigingen ontstaan uit (combinaties van) mechanische, chemi-

sche, biologische of fysische gevaren. Deze gevaren kunnen schadelijke

gevolgen hebben voor mensen en bouwwerken. Vaak is de letaliteit en het

aantal gewonden een maat voor fysieke onveiligheid.

Bijvoorbeeld:

Hulpkast Tramhalte Sijtwende. Foto: Arcadis, Bart Duijvestijn

Page 28: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

27

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 1

Interne veiligheidInterne veiligheid gaat over de veiligheid van gebruikers van ondergrondse

bouwwerken tijdens de aanwezigheid in deze ruimtes. Voor interne veilig-

heid wordt een indeling gemaakt naar het plaatsgebonden risico en groeps-

risico:

onafgebroken en onbeschermd op een plaats verblijft, komt te overlijden

als gevolg van een incident.

van een bepaalde grootte (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen) tegelijk

slachtoffer wordt van een incident. Het groepsrisico wordt weergegeven

in een curve waarin het aantal personen is afgezet tegen de kans per

jaar op (tegelijk) overlijden.

Externe veiligheidExterne veiligheid betreft de (on)veiligheid die verband houdt met risico’s

voor mensen die in de omgeving van een bepaald object/bouwwerk (bijvoor-

beeld een ondergrondse parkeergarage of station) wonen of verblijven, die

getroffen kunnen worden door de gevolgen van incidenten in dat bouw-

werk. Evenals bij interne veiligheid is ook bij externe veiligheid sprake van

een groepsrisico (GR).

Normstelling externe en interne veiligheid.Voor externe veiligheid worden vaak strengere eisen gehanteerd dan voor

interne veiligheid. Dat heeft te maken met de mate van vrijwilligheid. Bij

externe veiligheid kunnen mensen ‘onvrijwillig’ slachtoffer zijn van een

incident in een bouwwerk waar ze op dat moment niet zijn: ze nemen niet

deel aan een specifieke activiteit die samenhangt met het risico. Een norm

voor externe veiligheid staat bijvoorbeeld beschreven in de Circulaire risico-normering vervoer gevaarlijke stoffen.

Zie verder www.infopuntveiligheid.nl (dossier Ondergronds Bouwen,

webitem 05).

Page 29: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

28

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 1

Sociale veiligheidSociale veiligheid is onderdeel van de totale veiligheid van een omgeving.

Een sociaal veilige omgeving is een omgeving zonder dreiging van geweld

of confrontatie met geweld. Het gaat daarbij om ongewenst gedrag door

mensen en om zowel de feitelijke criminaliteit als de onveiligheids-

gevoelens. Aandacht voor sociale veiligheid richt zich op het beperken

van de kans dat mensen slachtoffer worden van een asociale daad en op

het verminderen of wegnemen van angstgevoelens bij mensen dat dit zou

kunnen gebeuren.

Bij sociale veiligheid gaat het altijd om bescherming tegen door mensen

veroorzaakte bedreigingen en criminaliteit. In paragraaf 1.2. staat een

lijstje met voorbeelden.

De gevolgen van sociale bedreigingen kunnen overigens fysiek van aard

zijn, zoals bij brandstichting en terrorisme.

In objectieve zin betekent sociale veiligheid dat de omgeving vrij is van de

genoemde bedreigingen en criminaliteit. In subjectieve zin betekent

sociale veiligheid dat mensen zich veilig voelen.

Ondergrondse ruimtes hebben een ander risicoprofiel dan bovengrondse

ruimtes. Ze zijn bijvoorbeeld aantrekkelijk om in ‘rond te hangen’, omdat

het er relatief warm en droog is. Mensen zijn ondergronds sneller bang,

zeker als de openheid of overzichtelijkheid gering is. Het is dan ook niet

verwonderlijk dat een ondergrondse ruimte vaak hoog scoort als risicoplek:

ondergronds heeft het imago van ‘donker’, ‘eng’ en ‘benauwd’. Daarom is

het zeker in ondergrondse ruimtes heel belangrijk om sociale bedreigingen

te voorkomen, te signaleren, te beheersen en te beperken.

Vuistregels voor sociale veiligheidSociale veiligheid kan relatief makkelijk worden beïnvloed door het

ontwerp, de bouw, de inrichting en het beheer. Dit door een beperkt aantal

richtlijnen in samenhang met elkaar te hanteren. Die richtlijnen worden

‘vuistregels’ genoemd met de volgende kernwoorden (ZETA):

voor onbedoeld gebruik

gebruik.

Zie verder www.infopuntveiligheid.nl (dossier Ondergronds Bouwen,

webitem 06).

Page 30: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

29

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 1Station Alphen aan den Rijn. Foto: Arcadis, Tineke Dijkstra

Page 31: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

30

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 1

Page 32: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

31

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

Hoofdstuk 2 Besluitvorming

Page 33: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

32

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

Page 34: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

33

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

Station Apeldoorn. Foto: SVOB, Maarten van den Haak

Page 35: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

34

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

Vluchtroute. Foto: Arcadis, Bart Duijvestijn

Brandweer. Foto: IFV

Page 36: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

35

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

2. BesluitvormingBesluitvorming over veiligheid en veiligheidsprocessen in een ondergronds

bouwwerk vraagt maatwerk. Naast de ondergrens van wet- en regelgeving

moeten per project maatregelen maatregelen worden genomen om veilig-

heid te waarborgen. Bij het bepalen van de nodige en gewenste maatregelen

en voorzieningen voor veiligheid kan een aantal methodieken, modellen

en instrumenten, zoals de Veiligheids Effect Rapportage (VER) of het Model

Integrale Brandveligheid Bouwwerken (IBB-model) helpen.

Op www.infopuntveiligheid.nl (dossier Ondergronds Bouwen, webitems 07,

08 en 09) zijn ze beschreven, met daarbij aanbevelingen voor wanneer en

hoe ze te gebruiken.

Wat altijd – het liefst zo vroeg mogelijk in het ontwikkelingsproces – moet

worden uitgevoerd is een risicoanalyse (paragraaf 2.1). Op basis van de

risicoanalyse kan namelijk het effect van maatregelen en voorzieningen

worden bepaald (paragraaf 2.2.). Het is ten slotte verstandig om de complexe

afwegingen en besluitvorming over maatregelen vast te leggen in een vei-

ligheidsdossier (paragraaf 2.3.).

2.1. RisicoanalyseMet een risicoanalyse worden risico’s inzichtelijk gemaakt voor individuele

personen, bevolkingsgroepen, eigendommen en de omgeving. Risico’s

kunnen op twee manieren worden geanalyseerd:

analyse).

Scenarioanalyses zijn stapsgewijze kwalitatieve beschrijvingen van

ongewenste gebeurtenissen die voorstelbaar en voorspelbaar zijn. Per

project zijn altijd meerdere scenario’s denkbaar, de keuze van de te

analyseren scenario’s zijn onder andere afhankelijk van het soort bouw-

werk en het voorziene gebruik.

Voorbeelden van scenario’s zijn: brand, vandalisme of een bommelding.

Kwantitatieve risicoanalyses geven een berekende kans op bedreigingen

en de daaraan gekoppelde gevolgen uitgedrukt in bijvoorbeeld aantallen

slachtoffers. De resultaten van deze analyses zijn uit te drukken in risico-

maten, zoals een plaatsgebonden risico en een groepsrisico.

Page 37: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

36

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

Beurstraverse Rotterdam (Koopgoot). Foto: Claire Droppert, Image Bank

Rotterdam

Page 38: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

37

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

Scenarioanalyse (SceA)De scenarioanalyse (SceA) is een analyse die de mogelijke scenario’s

beschrijft, zonder deze te kwantificeren. Bij een scenarioanalyse wordt

gekeken naar mogelijke bedreigingen, het verloop daarvan en de daaraan

gekoppelde processen van zelfredding en hulpverlening. Het gaat om de

ontwikkeling van een gebeurtenis, de relatie tussen de opeenvolgende

stappen in die ontwikkeling en de benodigde maatregelen voor zelfred-

zaamheid en hulpverlening.

In een scenarioanalyse worden oorzaken en gevolgen van bedreigingen op

een systematische manier in kaart gebracht. Het verloop van de scenario’s

wordt stapsgewijs beschreven. De scenario’s geven inzicht of het beschik-

bare voorzieningenniveau voldoende is voor zelfredzaamheid, ondersteu-

ning van de eigen organisatie in geval van calamiteiten en de benodigde

inzet van de operationele hulpdiensten.

Een scenarioanalyse is een instrument dat goed te gebruiken is om te

toetsen of de beoogde veiligheidsprocessen zoals zelfredding en hulp-

verlening adequaat afgehandeld kunnen worden.

De scenarioanalyse maakt het mogelijk om vanuit verschillende invals-

hoeken na te gaan hoe een scenario verloopt. Het toetsen van de scenario-

analyse aan de vooraf gestelde doelen geeft de mogelijkheid om ‘zwakke’

plekken in het bouwwerk, de organisatie en/of het voorzieningenniveau te

inventariseren. Dit geldt ook specifiek voor het afwikkelen van incidenten.

Het opstellen van gedetailleerde scenarioanalyses is arbeidsintensief en

dient om praktische redenen beperkt te blijven tot de voorstelbare en voor-

spelbare scenario’s die worden uitgewerkt. Daarmee kan de veiligheid en de

robuustheid van het gebruik van een ondergrondse ruimte worden getoetst.

Op zijn minst moeten de volgende scenario’s worden uitgewerkt:

A. Een aantal fysieke bedreigingen: brand (kleine brand, grote brand).

Afhankelijk van de aard en het gebruik van het bouwwerk:

constructieve technische problemen (verzakking, instorting),

overstroming, explosie.

B. Een aantal sociale bedreigingen: een bommelding, graffiti, vernieling,

vandalisme, onbedoeld gebruik.

Voorafgaand aan de start van een scenarioanalyse is het goed om vast te

stellen wie moet worden betrokken en met welk mandaat de leden van

een in te stellen scenarioanalyseteam deelnemen. Toetsing van het onder-

grondse bouwwerk levert een advies op van dit team aan de eigenaar/

initiatiefnemer.

Aanpak Scenarioanalyse:

-

Page 39: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

38

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

Kwantitatieve risicoanalyse (QRA)Een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) geeft van alle relevante scenario’s

aan wat de kans van optreden is en wat de omvang van de gevolgen zijn.

Voor een scenario kan het risico worden berekend door de kans van

optreden te vermenigvuldigen met het gevolg. De sommatie van al deze

risico’s levert het totale risicoprofiel op.

De benodigde kwantitatieve informatie is doorgaans lastig te achterhalen.

Enerzijds komt dat doordat de (ongewenste) gebeurtenissen weinig voor-

komen, anderzijds omdat die informatie vaak niet wordt vastgelegd. Toch

is een QRA is ook bruikbaar in de afweging van varianten als er weinig

data beschikbaar zijn. Naast de vastgelegde informatie kan informatie

ook worden afgeleid uit boven- of naastliggende informatie. Soms is een

kengetal beschikbaar uit een vergelijkbare sector, en soms is een kengetal

beschikbaar van een groter geheel. Wanneer geen informatie beschikbaar

is, kan gebruik worden gemaakt van inschattingen van experts. Zo is voor

verschillende typen ondergrondse bundelingen van kabels en leidingen een

QRA model ontwikkeld. Dit is vrijwel volledig gevuld door expert opinions

over de kansen en de gevolgen van ongewenste gebeurtenissen, zoals het

breken van een leiding. Zie verder www.infopuntveiligheid.nl

(dossier Ondergronds Bouwen, webitem 11).

Brandweer. Foto: IFV

Page 40: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

39

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

RisicomatrixHet aantal en de classificatie van risico’s kan in een risicomatrix worden

weergegeven, gebruikmakend van de definitie van het begrip risico:

risico = kans x gevolg. De faalkans en de ernst van de gevolgen kunnen

worden gekwalificeerd in: groot (G), middel (M), klein (K) en nihil (N). Met

een kleurencode kan het risico vervolgens worden geïdentificeerd: rood

(hoog risico, grote kans: niet accepteren), oranje (gemiddeld risico), geel

(laag risico), groen (zeer laag risico met een klein gevolg: accepteren). Het

maken van een risicomatrix is een goede methode om grote risico’s

(catastrofes met excessieve schade) in beeld te brengen: die zitten in het

rode gebied.

Als voorbeeld is in deze matrix te zien dat in totaal 33 risico’s zijn geïnven-

tariseerd, waarvan 9 zich in het hoge risicogebied bevinden (rood), 17 in het

gemiddelde risicogebied (oranje), 6 in het lage risicogebied (geel) en 1 in het

te accepteren risicogebied (groen).

Afweging tussen scenarioanalyse en risicoanalyseIn de huidige wetgeving zijn voor ondergrondse bouwwerken geen

toetscriteria voor kwantitatieve risicoanalyses beschikbaar. Daarom ligt

het meer voor de hand het bouwwerk te toetsen aan de hand van de

kwalitatieve scenarioanalyse. Op onderdelen kan dit worden uitgebreid met

kwantitatieve analyses.

Gegeven de resultaten van de scenarioanalyse kan worden beoordeeld of

het bouwwerk, de inrichting, de installaties en de organisatie in samen-

hang met de gekozen veiligheidsmaatregelen en de beoogde mogelijkheden

voor zelfredzaamheid en hulpverlening voldoen aan de eisen. Hierbij gaat

het in eerste instantie om de eisen voor het maximale aantal dodelijke

slachtoffers (plaatsgebonden risico, groepsrisico), waarbij ook het aantal

gewonden en constructieve schade kunnen worden betrokken. Eisen aan

de scenarioanalyse zijn niet algemeen vastgesteld en moeten per situatie

worden vastgesteld. Indien niet aan de eisen wordt voldaan zal gezocht

moeten worden naar andere maatregelen en moet het effect daarvan op de

scenario’s en de uiteindelijke risico’s worden doorberekend.

N K M G

0 0 5 9

G

0

M

0 1 0 3

K

0 0 0 0

Nkan

s va

n o

ptr

eden

ernst van het gevolg

Legenda

N: nihilK: kleinM: middelG: groot

groen: zeer laag risicogeel: laag risicooranje: gemiddeld risicorood: hoog risico

0 3 12

Page 41: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

40

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

Station Hilversum. Foto: Arcadis, Michel Kievits

Page 42: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

41

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

2.2. MaatregelenVoor de geïdentificeerde risico’s wordt nagegaan in hoeverre risico-

reducerende maatregelen mogelijk zijn. Maatregelen kunnen kansgericht

en/of gevolggericht zijn. Allebei dragen ze bij aan een reductie van het

uiteindelijke risico:

1. De kansreducerende maatregelen richten zich op het normale

gebruik van het bouwwerk. Ze reduceren de kans op ongewenste

gebeurtenissen.

2. De gevolgreducerende maatregelen hebben een ‘vangnet’-functie

(back-up), ze beperken de gevolgschade zoveel mogelijk.

Een risico met een grote kans en een relatief beperkt gevolg (nummer 1 in

de grafiek) kan het beste worden gereduceerd met een kansreducerende

maatregel. Een risico met een relatief kleine kans en een groot gevolg

(nummer 2 in de grafiek) kan beter worden gereduceerd met een gevolg-

reducerende maatregel. Is zowel het gevolg als de kans relatief groot

(nummer 3 in de grafiek), dan kan een keuze worden gemaakt tussen kans-

of gevolgreducerende maatregelen of een combinatie van beide.

Als voorbeeld (zie kader volgende pagina) wordt een overzicht gegeven van

mogelijke maatregelen tegen een aantal bedreigingen.

De maatregelen zijn ingedeeld naar:

Per project kan een dergelijk schema worden gemaakt, afhankelijk van de

bedreigingen en gewenste maatregelen.

Op www.infopuntveiligheid.nl (dossier Ondergronds Bouwen, webitem 12)

staat meer informatie over mogelijke maatregelen.

kans verkleinen

kan

s

gevolg

1 groot risico(niet accepteren)

3

2

gevolg verkleinen

klein risico(accepteren)

Page 43: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

42

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

Mogelijke maatregelen

Page 44: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

43

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

VluchtgedragVoor een goede afweging van alle mogelijke maatregelen is begrip van

menselijk gedrag in gebouwen van belang. Het gaat om zowel kansredu-

cerende als gevolgreducerende maatregelen. Preventief, maar vooral als

ondersteuning bij de zelfredzaamheid na een incident.

Het gedrag van slachtoffers in een ondergrondse besloten ruimte vraagt

bijzondere aandacht, vooral bij brand. Mensen zijn in het algemeen

geneigd ‘niet te willen vluchten’, als ze bijvoorbeeld geen snelle, duidelijke

en coherente informatie hebben over de vluchtmogelijkheden, de bron van

het gevaar en als anderen ook niets doen. Als ze uiteindelijk wel vluchten

kunnen ze te maken krijgen met specifieke problemen: oriëntatie (waar is

de vluchtroute?), te overbruggen hoogteverschillen, ‘volgebouwde’ ruimtes,

gebrek aan licht en lastige deuropeningsmechanismen. Deze problemen

spelen overigens ook een rol in bovengrondse bouwwerken, maar vragen

bij ondergrondse bouwwerken speciale aandacht omdat de vluchtmogelijk-

heden vaak beperkt zijn.

Brandblusapparaat. Foto: IFV

Page 45: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

44

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

ZelfredzaamheidZelfredzaamheid betreft het vermogen van mensen om zichzelf te redden

bij een calamiteit. Parameters voor de zelfredzaamheid van gebouwen bij

brand staan in bijgaande figuur. De parameters voor menskenmerken en

gebouwken merken zijn vrijwel hetzelfde voor het optimaliseren van zelf-

redzaamheid bij een aantal sociale bedreigingen (geweld, bommeldingen,

intimidatie, vandalisme).

Zie ook www.infopuntveiligheid.nl, Dossier zelfredzaamheid, Rapporten en publicaties: Analysemodel vluchtveiligheid, systematische analyse van vluchtveiligheid van gebouwen (IFV, afdeling onderzoek, 10-9-2010).

mate van zelfredzaamheid

menskenmerken gebouwkenmerken brandkenmerken

PersoonskenmerkenProfielKarakterKennis en ervaringWaarnemingsvermogenBeoordelingsvermogenVerplaatsingsvermogen

Sociale kenmerkenOnderlinge sociale relatieTaakcommitment

Rol/verantwoordelijkheidSituatiekenmerkenOpmerkzaamheidFysieke positieBekendheid met lay-out

Technische kenmerkenLay-outInstallatiesMaterialenCompartimenteringOmvang/hoogte gebouw

Situatie kenmerkenFocuspuntBezettingsdichtheidGemak van wayfindingBedrijfshulpverleningHandhaving

Waarneembare kenmerkenZichtbare kenmerkenRuikbare kenmerkenHoorbare kenmerkenVoelbare kenmerken

Snelheid van de brandontwikkeling

Rookdichtheid

Toxiciteit

Hitte

Page 46: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

45

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

Bouwkundige en installatietechnische maatregelenHet aantal mogelijke maatregelen voor een veilig ontwerp van bouwwerken

is in feite oneindig. Elk bouwkundig ontwerp is maatwerk. Het interieur en

de installaties zijn daarbij sterk tijdgevoelig. Het interieur is mode/trendge-

voelig en installatietechnische maatregelen kunnen snel verouderen door

technische ontwikkelingen.

Organisatorische maatregelenOrganisatorische maatregelen zijn in te delen naar: operationeel manage-

ment, crowdmanagement en facilitair management.

Operationeel managementOperationeel management betreft het ontwikkelen en het uitvoeren van

een calamiteitenbestrijdingsplan en een ontruimingsplan met:

In het calamiteitenplan zijn de verantwoordelijkheden in geval van nood

vastgelegd. Het moet duidelijk zijn wie wat doet en hoe de communicatie

met de nood- en hulpdiensten verloopt.

Het gaat om het geheel aan maatregelen die beogen de gevolgen van een

incident te beperken, escalatie te voorkomen en de afhandeling snel en

adequaat te laten verlopen.

Crowd- en voidmanagementCrowdmanagement is het sturen en beheersen van grote mensenmassa’s.

zou voidmanagement genoemd kunnen worden.

Door toezicht, eventueel ondersteund met telsystemen, kan de hoeveelheid

personen in een ondergrondse ruimte worden begrensd. Hoge dichtheden

in de spitstijden en bij manifestaties en evenementen moeten actief worden

bewaakt om te voorkomen dat mensen worden verdrongen en om een

beheerste evacuatie mogelijk te maken: crowdcontrol.

In stille uren kunnen voetgangersstromen gebundeld worden door bepaal-

de delen van de ruimte af te sluiten, waardoor onderlinge sociale controle

wordt vergroot. Dergelijke afsluitingen moeten wel zorgvuldig worden

bepaald aan de hand van functionele routes en ze mogen een ontruimings-

plan niet belemmeren. Ook voor de veiligheid van personeel is voidmanage-

ment nodig bij het afsluiten van winkels na sluitingstijd bijvoorbeeld. Ook

dan moet bewaking en toezicht zijn geregeld.

Facilitair managementFacilitair management betreft onder andere:

Page 47: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

46

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

2.3. VeiligheidsdossierHet is verstandig om vanaf de start van een project voor de realisatie van

een ondergronds bouwwerk een veiligheidsdossier bij te houden. In een

veiligheidsdossier worden de relevante overwegingen en keuzes over vei-

ligheidszaken gedurende de projectontwikkeling en tijdens het gebruik en

beheer opgenomen. Het wordt in de loop van de tijd steeds verder gevuld,

waarmee overwegingen en besluiten over het gewenste en gerealiseerde

veiligheidsniveau, over ontwerpbeslissingen, maatregelen en voorzieningen

worden vastgelegd en voor toekomstige afwegingen bekend blijven. Het

dossier moet gedurende de looptijd van het gebruik van het ondergrondse

bouwwerk bewaard en bijgehouden worden, zodat ook op langere termijn

kennis behouden blijft over maatregelen, achtergronden en overwegingen.

In het dossier wordt minstens vastgelegd:

-

In de loop van het proces wordt het dossier gevuld met de resultaten van

veiligheidsstudies, besluitvorming over wijzigingen en informatie over

maatregelen en voorzieningen.

Mogelijke inhoud van een veiligheidsdossier

Page 48: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

47

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

Amfora. Beeld: Strukton

Page 49: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

48

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 2

Page 50: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

49

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 3

Hoofdstuk 3 Proces

Page 51: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

50

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 3

Page 52: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

51

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 3

Nieuwe vleugel Drents Museum. Foto: J. Collingridge

Page 53: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

52

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 3

Hilversum Station. Foto: Arcadis, Michel Kievits

Page 54: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

53

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 3

3. ProcesGedurende de gehele levenscyclus van een ondergronds bouwwerk worden

besluiten genomen over veiligheidszaken. Bij nieuwbouw gebeurt dit vanaf

de eerste planvorming, bij bestaande bouwwerken gebeurt dit bijvoorbeeld

bij wijzigingen in het gebruik en beheer. Het is verstandig om veiligheid zo

vroeg mogelijk op de agenda te zetten en te starten met het aanmaken van

een veiligheidsdossier, ook vooral vanwege de bijzondere veiligheidsrisico’s

en specifieke bedreigingen in ondergrondse bouwwerken. Als veiligheid

geen aandacht krijgt in de initiatief- en ontwerpfase blijkt achteraf vaak

dat problemen, bewust of onbewust, zijn doorgeschoven naar een latere

fase. Het resultaat kan zijn dat tijdens de bouw en - nog later - tijdens het

gebruik dure en onbevredigende ‘achteraf-oplossingen’ moeten worden

gezocht om toch te kunnen voldoen aan het gewenste veiligheidsniveau.

Het is daarbij belangrijk dat alle betrokkenen op het juiste moment invul-

ling geven aan hun taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden om

tot een evenwichtige besluitvorming te komen. De verantwoordelijkheid

voor een veilig bouwwerk ligt wettelijk, maar ook sociaal-maatschappelijk,

primair bij de initiatiefnemer/eigenaar.

Bij ondergrondse projecten zijn vaak veel stakeholders (belanghebbenden)

betrokken, waarbij het uiteindelijke veiligheidsniveau van het bouwwerk

een resultante is van alle randvoorwaarden, eisen en wensen van de stake-

holders.

Dit hoofdstuk beschrijft schematisch wat, wanneer en door wie wat moet/

kan worden gedaan in de onderscheiden fases: initiatief en programma,

ontwerp, bouw, gebruik en beheer.

Bij de start is het nodig de eisen voor de organisatie en het gebruik vast te

stellen. In de loop van de procesfases worden deze eisen verder uitgewerkt

naar eisen voor het bouwwerk, maatregelen en voorzieningen en de organi-

satie van, beheer en onderhoud. Binnen en tussen de fases moeten veilig-

heidsaspecten telkens worden geverifieerd en gevalideerd:

Page 55: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

54

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 3

3.1. InitiatiefEen initiatiefnemer zal een verkenning naar de ligging, functie en moge-

lijkheden van een benodigde ondergrondse ruimte doen. Locatieonderzoek

en onderzoek naar het bestemmingsplan zal één van de eerste stappen zijn

naar de haalbaarheid van het initiatief. Veiligheid moet daarbij een afwe-

ging zijn.

Page 56: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

55

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 3

Leidraden, handreikingen, kennispublicaties

Voorschriften, normen en richtlijnen

Wet- en regelgeving

De genummerde onderdelen in het schema worden toegelicht.

1. Wettelijk kader, voorschriften, richtlijnen.

-

-

-

-

-

2. Krachtenveldanalyse

3. Inventarisatie procesmethodieken

-

-

4. Programma van Eisen-

Page 57: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

56

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 3

3.2. OntwerpHet ontwerp moet in de diverse ontwerpstadia worden getoetst aan de

eisen en specificaties voor het gewenste veiligheidsniveau. Na afronding

van het ontwerpproces wordt de Omgevingsvergunning om te mogen bou-

wen aangevraagd. Omdat voor ondergrondse bouwwerken geen

prestatie-eisen voor veiligheid zijn voorgeschreven in het Bouwbesluit, zal

vaak moeten worden aangetoond dat veiligheidsmaatregelen ‘gelijk-

waardig’ zijn (zie www.infopuntveiligheid.nl, dossier Ondergronds Bouwen,

webitem 15). Twee praktijkvoorbeelden, over het Stadshart Almere en over

het Souterrain Den Haag, zijn beschreven op www.infopuntveiligheid.nl

(dossier Ondergronds Bouwen, webitem 17).

Page 58: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

57

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 3

Stationspassage Eindhoven.

Beeld: Arcadis, Luc Veeger

Page 59: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

58

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 3

3.3. BouwTijdens de bouw en bij de oplevering van het ondergrondse bouwwerk moet

het resultaat regelmatig worden getoetst aan het gewenste veiligheids-

niveau. Voor de bouw zelf zal een Veiligheids- en Gezondheidsplan (V&G-

plan) moeten worden opgesteld en vastgelegd (NB: de veiligheid van de

arbeidsomstandigheden tijdens de bouw is géén onderdeel van deze hand-

reiking).

In een BLVC-plan (Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communi-

catie) kan worden vastgelegd hoe tijdens de bouw de veiligheid van omwo-

nenden en passanten wordt gewaarborgd. Zie www.infopuntveiligheid.nl

(dossier Ondergronds Bouwen, webitem 16).

Page 60: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

59

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 3

Bouwplaats. Foto: IFV

Page 61: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

60

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 3

3.4. Gebruik en beheerBij de ingebruikname van het bouwwerk wordt informatie overgedragen

aan de beheerder en/of de exploitant(en). Het feitelijke gebruik en het

gerealiseerde veiligheidsniveau kunnen worden vastgesteld door perio-

dieke registratie en evaluatie van incidenten en bijna-incidenten en door

regelmatige beoordeling en toetsing van de veiligheidssituatie.

Tijdens het gebruik kunnen de eisen voor het veiligheidsniveau worden

gewijzigd:

-

seerd. Bijvoorbeeld: de verlichting valt vaker uit dan was voorzien, of de

ruimte wordt oneigenlijk gebruik door zwervers.

In dat geval wordt in feite het proces geheel of gedeeltelijk weer opnieuw

doorlopen (programma, ontwerp, verbouw, gebruik).

Page 62: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

61

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Ho

ofd

stu

k 3

Stadshart Almere.

Foto: SVOB, Maarten van den Haak

Page 63: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

62

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Sam

enva

ttin

g

SamenvattingVoor het ontwikkelen, ontwerpen, beheren en gebruiken van een veilig

ondergronds bouwwerk wordt hier per fase een samenvattend overzicht

gegeven met aanbevelingen.

Page 64: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

63

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Sam

enva

ttin

g

De overzichten kunnen worden gebruikt als checklist om alle

noodzakelijke stappen te doorlopen. Duidelijk wordt waaraan - per fase -

moet worden gedacht, wat er moet gebeuren en welke actoren hierbij zijn

betrokken.

Page 65: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken · van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR),

64

Han

dre

ikin

g V

eilig

hei

d o

nd

erg

ron

dse

bo

uw

wer

ken

Web

item

s

WebitemsDe (papieren) handreiking is zo beknopt mogelijk.

Ter aanvulling worden specifieke items uitgediept en actueel gehouden op

www.infopuntveiligheid.nl (Dossier Ondergronds Bouwen).

01. Literatuur en publicaties

02. Actuele wet- en regelgeving

03. Begrippenlijst

04. Vormen/functies Ondergrondse bouwwerken

05. Fysieke Veiligheid

06. Sociale Veiligheid

07. Veiligheidseffectrapportage (VER)

08. Model Integrale Brandveiligheid Bouwwerken (IBB-model)

09. Het Integraal Plan Brandveiligheid (IPB)

10. Scenarioanalyse (SceA)

11. Semikwantitatieve risicoanalyse

12. Mogelijke maatregelen en voorzieningen

13. Kennisdocumenten

14. Stakeholdersanalyse

15. Gelijkwaardigheid

16. BLVC-plan

17. Twee praktijkvoorbeelden: Stadshart Almere en Souterrain Den Haag