HANDLEIDING – BASIS INDESIGN CC - Kantoor Kolos€¦ · rechthoekig om randen zoeken. 14 TEKST X...
Transcript of HANDLEIDING – BASIS INDESIGN CC - Kantoor Kolos€¦ · rechthoekig om randen zoeken. 14 TEKST X...
INDESIGN CCHANDLEIDING – BASIS
CREATIVE CLOUD
I N H O U D
STARTSCHERM 2
WERKRUIMTE 3 Toepassingsbalk 4 Tools 4
GEREEDSCHAPSSET 5
SNELTOETSEN VOOR BEWERKINGEN 6
EEN NIEUW DOCUMENT MAKEN 7
INSTELLINGEN 8Voorkeuren instellen 8Pagina deelvenster 8
TEKST 9Regelpaneel tekstkenmerken 9Tekstkenmerken regelpaneel 10Paragraafkenmerken regelpaneel 11Tekst plaatsen 12Tekst laten doorlopen 12Speciale tekens plaatsen 13Tekst om een object laten lopen 13Basislijnraster instellen 14Alinea stijlen 15Teken stijlen 15Bewerken 16Tekstkenmerken kopiëren 16Tekst op een pad maken 16Eigenschappen van een tekstkader wijzigen 17Werken met kolommen 17
POSITIONEREN 18Regelpaneel 18Objecten positioneren 18Positioneren 19Hulplijnen gebruiken 19
AFBEELDINGEN 20Een afbeelding plaatsen 20Vergroten/verkleinen 20Beeld plaatsen in een frame 20Inhoudgrijper 20Koppelingen naar afbeeldingen beheren 21
KLEUR 23Swatches 23Vlakken en tekst vullen met kleur 24
OBJECTEN 25Elementen lijnen 25Afgeronde hoeken 25Transparante kleurvlakken 26Schaduw 26Object stijlen 26
PARAGRAAF EN TAB 27Paragraaf Onderlijnen 28TAB-instellingen 29
INDESIGN CC
2
STARTSCHERM
Kies een toepassing
Kies een standaard formaat
CREATE > NEW
3
WERKRUIMTE
MENUBALK
GEREEDSCHAPSSET/tools
DEELVENSTERS
TOEPASSINGSBALKREGELPANEEL
Klik op het pictogram rechtsboven om de opties in het deelvenster weer te geven.
opties voor het geselecteerde gereedschap
Alle deelvensters kan je openen vanuitWindow (menu)
4
WERKRUIMTE WEERGEVEN
Een document groter of kleiner weergeven inzoomen: ctrl+ klikken of slepen met vergrootglas uitzommen: ctrl- klikken of slepen met vergrootglas + alt-toets
Weergave instellingen onder View (menubalk)
In-/uitzoomenView options
Screen Mode
dubbel klikken = 100% schermweergave
dubbel klikken = pagina volledig op scherm
weergave zonder hulplijnen
normale weergave met hulplijnen
X Tools
X Toepassingsbalk
5
GEREEDSCHAPSSET
Tools Window > Tools
6
Selecteren (V) tekst + vlakken verplaatsen
Escape-toets om over te schakelen
naar selectie-gereedschap
Direct Selecteren (A)framelijnen veranderen + inhoud van frame selecteren
Gereedschapsset: weergave wijzigen
Tekst (T)Tekstmaken of tekst selecteren:
lettertype + regelafstand, paragraaf.
Dubbelklik om over te schakelen
naar tekst-gereedschap
Rechthoek - Ovaal - Veelhoek
Vullen met kleur voor tekst en object
Contourlijn van tekst of vlak vullen met kleur
GEREEDSCHAPPEN
Tools Window > Tools
SNELTOETSEN VOOR BEWERKINGEN
ctrl c kopiërenctrl v plakkenctrl x knippenctrl alt duplicerenctrl a alles selecterenctrl z ongedaan makenctrl r Rulers - linialen zichtbaarctrl p Print - afdrukkenctrl s Save - bewarenctrl b tekstkader optiesctrl g Group - groeperenctrl l Lock - vast zetten
7
EEN NIEUW DOCUMENT MAKEN
File > New > Document
1 Intentie van het documentPrint - Web - Digital Publishing
2 Pagina’s naast elkaar Schakel deze optie in als de linker- en rechterpagina naast elkaar worden weergegeven
3 PaginaformaatA4 - A5 - ..., standaardafmetingen of Breedte en Hoogte zelf bepalen
4 Stand: staand of liggend
5 Tussenruimte
6 Marges
7 AfloopgebiedWanneer objecten geplaatst worden tot op de buitenste rand van de pagina. Objecten (met inbegrip van tekstkaders) die in het afloopgebied zijn geplaatst, worden gedrukt maar verdwijnen als het document wordt bijgesneden tot het paginaformaat.
8 Witruimte rond pagina Bevat afdrukinformatie, informatie over aangepaste kleurbalken of andere instructies over het document.
1
2
3
4
5
6
7
8
8
INSTELLINGEN
X Pagina deelvenster Window > Pages
plaats op de Master-page enkel elementen die op iedere pagina voorkomen.
een nieuwe pagina toevoegeneen pagina verwijderen
X Voorkeuren instellen Edit > Preferences (Windows) Indesign > Preferences (Mac) bv. Units & Increments om eenheid (mm) aan te passen.
9
TEKST
X Regelpaneel tekstkenmerken
1 Font – lettertype
2 Style – schriftsoortDe schriftsoort is afhankelijk van de grootte van de lettertypefamilie, hoe groter de familie hoe meer schriftsoorten. Meestal behoren regular, bold, italic en bold italic tot de mogelijkheden. De benamingen durven wel eens verschillen zo kunnen plain, book, black en oblique, maar ook andere termen voorkomen.
3 Size – corpsgrootteDe grootte van het gebruikte lettertype wordt hier bepaald aan de hand van een kapitaal.
4 Leading – regelafstandDe regelafstand wordt bepaald door de afstand te meten tussen twee opeenvolgende basislij-nen uit eenzelfde alinea. De regelafstand is meestal uitgedrukt in punten.
5 Case – hoofdlettergebruikHiermee verandert de tekst in Kapitalen (Caps) of Kleinkapitalen (Small Caps). In een normale situatie staat de tekst in onderkastletters.
6 Position - positieDe positie van de letter(s) worst hiermee bepaald. Een letter staat in ‘superscript’ vb: m2 of in ‘subscript’ positie, vb: H20.
7 underline – onderstrepen
8 strikethrough – doorhalen
1
2
3
4
5 6 7
8
karakter icoon
10
X TEKST kenmerken regelpaneel
9 Kerning – aan- of afspatiërenMet kerning wordt de individuele afstand tussen letters geregeld. Kerningparen zijn lettercom-binaties waarvan de aan- of afspatiëring voorgeprogrammeerd is in het lettertype en automa-tisch toegepast wordt wanneer voor de optie Metrics is gekozen, voorbeelden zijn: Aw, Vo,Ta, We, enz. Bij de optie Optical gaat InDesign zelf oordelen op basis van de lettervormen, vaak levert deze laatste optie het mooiste zetsel op.
10 Tracking – spatiëringBij spatiëring wordt de afstand tussen letters en woorden in een regel geregeld. De 0-waarde levert een zetsel op met een normale spatiëring, hoe groter de gekozen waarde hoe losser het zetsel, hoe kleiner de waarde hoe krapper het zetsel.
11 Vertical Scale – verticaal schalenHiermee kunnen de letters in verticale richting vergroot of verkleind worden. Elke andere waarde dan 100 % houdt een vervorming van het lettertype in.
12 Horizontal Scale – horizontaal schalenHiermee kunnen de letters in horizontale richting verbreed of versmald worden. Elke andere waarde dan 100 % houdt een vervorming van het lettertype in.
13 Baseline Shift – afwijken van de basislijnHiermee kan tekst boven of onder de basislijn geplaatst worden.
14 Skew – hellenDe letters kunnen hiermee naar links of naar rechts hellen. Daardoor worden de letters elek-tronisch schuin gezet, dit is niet te vergelijken met ‘Italic’.
15 Color – tekstkleurHier wordt de kleur van de tekst bepaald, zowel voor de vulling als de lijn.
16 Language – taalIn dit vak wordt het woordenboek voor de alinea bepaald: Dutch, French, English UK, No Language, enz. Zonder bepaling van het woordenboek heeft een spellingscontrole geen zin.
16 Tekenstijlen – overzicht van de karakterstijlen
9
10
11 12
13 14 16
15
TEKST
17
11
X PARAGRAAF kenmerken regelpaneel
1 Alignment – uitlijning left, center, right, justify last line left, justify last line centered, justify last line right of justify all lines.Daarnaast zijn er nog twee uitlijnmogelijkheden: towards spineen away from spine. Je geeft ermee aan hoe de tekst ten opzichte van de rug(bv. van een magazine) moet staan.
2 Indents – insprongenInsprongen kunnen bepaald worden op drie niveaus: links, rechts en eerste regel. Ook een hangende insprong wordt hier bepaald.
3 Space – witruimteAan een alinea kan witruimte voor en/of na toegewezen worden. Vaak wordt de maateenheid van de witruimte uitgedrukt in punten (zoals de corpsgrootte).
4 Drop Caps – initiaalHier wordt bepaald hoeveel lijnen het initiaal moet beslaan en hoeveel karakters het telt.
paragraaf icoon
1 2 3
4
5 List – lijstLijst met opsommingstekens of -nummers
6 Baseline Grid – basislijnrasterHet basislijnraster staat voor de regelafstand voor platte tekst in een document. Tekst kan lijnen op dit raster of niet. Als de basislijnen van tekst in meerdere kolommen of aangrenzende tekstkaders moeten lijnen, komt het van pas om ‘Align to baseline grid’ aan te klikken.
7 Hyphenation – woordafbrekingDe woordafbreking, kan aan of uit staan. Verder wordt hier ook bepaald hoeveel letters een woord minimum moet tellen om het te kunnen splitsen, waar er mag gesplist worden, hoe groot de afbreekzone is en hoeveel opeenvolgende afbreekstreepjes mogen voorkomen in het zetsel.
5 6
7
TEKST
12
TEKST
X Tekst plaatsen
File > Place Selecteer T-gereedschap en plaats Tekts. Zorg ervoor dat er niets geselcteerd is.
Sleep een tekstkader of
klik in een tekstkader.
Selecteer Importopties tonen indien je tekst zonder vreemde opmaak wil. Show Import Options
Tekst zal geplaatst worden zonder stijl-
instellingen van vb. Word.
X Tekst laten doorlopen
klik op de inpoort, om een kader toe te voegen vóór de
geselecteerde kader
klik op de uitpoort, om een kader toe te voegen na de geselecteerde kader
13
X Speciale tekens plaatsen
Type > Glyphs (met T-tool actief) Kies het font Dubbelklik op het teken dat je wil invoegenGlyphs is de verzamelnaam voor alle lettervormen en symbolen.Het is ook een handig instrument om een preview van een lettertype te zien.
X Tekst om een object laten lopen
Selecteer het object waarrond de tekst moet lopen (een kader, een foto, ...) Window > Tekst Wrap
Tekst mag niet omlopen Object > Tekst Frame Options Klik aan – Ignore Text Wrap
TEKST
Kies het font
tekst volgt de contour van het object
afstand tekst tov het object
tekst loopt rechthoekig om
randen zoeken
14
TEKST
X Basislijnraster instellen (baseline grid)
Een basislijnraster is een onafdrukbaar raster dat tekst zal uitlijnen van meerdere tekstko-lommen
1. Stel de voorkeuren voor het document in op basis van de regelafstand voor je platte tekst (bv. 14pt) Edit > Preferences > Grids Indesign > Preferences > Grids (MAC)
2. Selecteer tekst en klik in regelpaneel paragraafkenmerken icoon aan: Align to Baseline Grid.
3. View > Grids & Guides > Show Baseline Grid
geef hier de regelafstand in
15
X Alinea stijlen (Paragraph Styles)
Window > Styles > Paragrah Styles van toepassing voor een volledige paragraaf
Geef tekst de gewenste instellingen.Selecteer de tekst.Klik in Pargraph Styles vensteropties aan:New Paragraph StyleGeef de stijl een naam.Klik OK
ctrl + enter = Quick Apply
X Teken stijlen (Character Styles)
Window > Styles > Character Styles enkel van toepassing voor geselecteerde tekst Opgelet: geef nooit dezelfde namen aan Alina en Teken Stijlen !!!
nieuwe alinea-stijl:alt+ klik
dubbelklik om de stijl te wijzigen
nieuwe teken-stijl:alt+ klik
dubbelklik om de stijl te wijzigen
TEKST
16
TEKST
X Bewerken (Edit) ctrl C= copie ctrl V = plakken ctrl X = knippen alt + slepen = dupliceren ctrl Z = een stap ongedaan maken
Paste in Place - plakt op dezelfde plaats Step and Repeat - meermaals herhalen
X Tekstkenmerken kopiëren (Pipet)Selecteer met het gereedschap Pipet de tekst die je wil veranderen.Klik op de tekst die is opgemaakt met de kenmerken die je wil kopiëren.De geselecteerde tekst neemt de tekstkenmerken uit het pipet over.
Het gereedschap Pipet verandert van richting en lijkt vol te zijn.Klik op Alt om de opmaakkenmerken te wissen.
X Tekst op een pad makenSelecteer het gereedschap PadtekstPlaats de aanwijzer op een paden tik of kopieer tekst.
17
X Eigenschappen van een tekstkader wijzigen
Object > Text Frame Options (ctrl B)of houd Alt ingedrukt en dubbelklik met een selectiegereedschap op het tekstkader.
Inzetafstand instellen:tekst springt in tov kaderrand
Verikaal plaatsen tov tekstkader
X Werken met kolommenSelecteer T-tool.Teken een tekstkader. Voor je de muis lost. + page-up-pijltje klikken – aantal kolommen vermeerderen+ page-down-pijltje – aantal kolommen verminderen
+ rechts-pijltje – aantal tekstkaders in de hoogte vermeerderen+ links-pijltje – aantal tekstkaders in de hoogte verminderen.
Kolommen instellen voor iedere paginaGa naar master page – selecteer de 2 pagina’s indien dubbelepagina-stramien.
Lay-out > Margins & Columns Stel aantal kolommen in ook de gutter (tussenruimte) in.
TEKST
Aantal kolommen + tussenruimte per tekstkader instellen
18
breedte
hoogte verschalen in verhouding (breedte en hoogte moet gelijke waarde zijn)
X Regelpaneel (control panel)
roteren
flip
POSITIONEREN
X Objecten positioneren
De positie van de rechthoek kan je exact bepalen door x- en y-waarde in te geven van bv. hoekpunt links boven.
X-as
Y-as
Nulpunt
19
POSITIONEREN
NulpuntKlik en sleep = nulpunt verleggen
Dubbelklikken op kruispunt =nulpunt terug in linker bovenhoek
(standaardpositie)
X Hulplijnen gebruiken
Klik met rechter muisknopop de liniaal om eenheid te wijzigen
Klik en sleep een hulplijn uit de liniaan,zowel horizontaal als verticaal.
Zet hulplijnen vast:rechtermuiskop: Lock (ctrl L)of View > Grids & Guides > Lock Guides
ctrl + Klik: sleep een hulplijn over de volledige spread.
20
AFBEELDINGEN
X Een afbeelding plaatsen
Window > Mini Bridge Selecteer een afbeelding en sleep op de pagina. Klik om het beeld in ware grootte (100%) te paatsen.
of
File > Place (ctrl D) Klik = afbeelding plaatsen 100% Klik en sleep (rechts onder verschijnt %)
X Vergroten/verkleinen
Kik met ctrl + shift in een hoekpunt en sleep open om te vergrotendicht slepen om te verkleinenofKies scale-toolKlik met shift in een hoekpunt. !!! Shift-toets is nodig om in verhouding te verschalen.
X Beeld plaatsen in een frameObject > Fitting (of rechtermuisknop) of via regelpaneel
De inhoudgrijper wordt weergegeven wanneer je met de muis over een afbeelding beweegt.
Klik op de inhoudgrijper om de inhoud te selecteren.
Klik buiten de inhoudgrijper om het kader (frame) te selecteren.
Met het gereedschap Direct Selection kan je de inhoud van een container selecteren.
X Inhoudgrijper
Fill frame proportionally Fit content proportionally Fit frame to content Fit content to frame
Klik met op het beeld - check in transform-palet of het beeld in verhouding geplaatst is.
21
X Koppelingen (Links) naar afbeeldingen beheren– Gekoppelde afbeeldingen zijn verbonden met het document maar staan daar niet in,
zodat het Indesign-bestand klein blijft.– Ingesloten afbeeldingen worden met behoud van de resolutie in het document
geplaatst, waardoor het Indesign document groter wordt.
Window > Links of alt + klik op ketting van de afbeelding
Afbeelding is gewijzigdKies: update Link
Link ontbreekt:Kies: Relink
Info van de geselecteerde afbeelding
X Het verschil tussen en
met Een tekstkader selecteren en verplaatsen Een tekstkader open trekken (bv. tot op de margelijnen) Een beeld/vlak/lijn selecteren en verplaatsen Een kaderlijn rond een beeld naar binnen slepen = een stuk knippen van de afbeelding Een vlak selecteren om vlak en contourlijn te vullen met een kleur
met Een kaderlijn veranderen van vorm (met shift-toets een hoekpunt selecteren en verslepen) De inhoud van een kader selecteren (bv. een foto), verplaatsen tov kader en vergroten/verkleinen zonder dat kader van grootte wijzigt Tekstomloop verplaatsen Een curve (gebogen lijn) wijzigen
AFBEELDINGEN
22
X Een beeld vrijstaand maken van achtergrondBeeld selecterenObject > Clipping path > Options Type: Detect Edges (preview aanklikken)
Om een goed vrijstaand beeld te maken ga je Photoshop gebruiken. In Indesign kan je deze tool gebruiken in de ontwerpfase, niet voor een defintief drukwerk.
23
KLEUR
X SwatchesLeg kleuren vast in Swatches (kleurstalen)
nieuwe swatchalt + klik
verwijder swatch
toont alle swatchentoont enkel de volle kleurentoont enkel Gradients Swatchestoont kleur groepen
TintenSelecteer een kleur uit de swatches.Geef een percentage in achter Tint.Wanneer je nu het icoon voor nieuwe swatch aanklikt dan leg je de tint vast in een swatch.
Een Gradient Swatch makenKies new Gradient Swatch in de Swatch Options.Kies LINEAIR of RADIAALStop color: kies NAMED COLOR om de bestaande swatches te zien.
Swatch Opties
Een steunkleur makenKlik Swatch options (zwart pijltje) aan.Kies bij COLOR MODE: Pantone ...Kies een Pantone kleurColor type: spot
nieuwe kleur groep
steunkleur (spot)
process-kleur
CMYK-kleur
RGB-kleur
24
X Vlakken en tekst vullen met kleur
Open het Swatches-deelvenster
Selecteer een vlak
Tekst een kleur geven: selecteer met TKlik vlakvulling aan om tekstvlak een kleur te geven, klik contourlijn om de tekstcontour te kleuren.!!!! Standaard heeft tekst geen gekleurde contourlijn. Contourlijn rond tekst enkel gebruiken voor titels, koppen, groot geplaatste tekst.
vul het vlak met een kleur (kleur aanklikken in Swatches-venster)
contourlijn een kleur geven
geen kleur ! ( = doorzichtig)
KLEUR
25
X Elementen lijnenTwee elementen selecteren (met shift) bv. 2 tekstblokken, tekstblok + afbeelding, ....Klik in transform-venster:
ofWindow > Object & Layout > Align (F7)
Links lijnen - Centreren - Rechtslijnen
Boven lijnen - Centraal lijnen - Onder lijnen
OBJECTEN
X Afgeronde hoekenObject > Corner effects Selecteer effect en grootte
Afstand tussen objecten gelijk plaatsen
Klik geel vlak aan en versleep de gele vlakken om de afronding te wijzigen.
Klik de ketting los om elk hoekpunteen andere instelling te geven.
26
X Transparante kleurvlakken
Window > Effectsof Object > Effects > Transparency Opacity: geef een percentage in hoe kleiner het getal hoe meer de kleur transparant wordt
Opgelet: Gebruik Tint indien je een kleur wil verlichten. Gebruik transparantie indien je een kleur doorzichtig wil maken.
X Schaduw
Object > Effects > Drop Shadow Selecteer tekst of object waaraan je een schaduw wil geven met de zwarte pijl
kies de kleur van de schaduw
afstand van de schaduw tot het object
grote van de schaduw
opaciteit van de kleur
X Object stijlen
Window > Styles > Object Styles Lijn- en vulkleuren - Text frame options - Effecten - ... kan je vastleggen in een Object stijl.
nieuwe tekenstijlalt+ klik
dubbelklik om de stijl te wijzigen
OBJECTEN
27
PARAGRAAF INSPRONG (INDENT)
Linker marge insprong = 4 mm
4 mm
Eerste regel insprong = 4 mm
4 mm
Linker marge insprong = 4 mm
Behalve de eerste regel = -4 mm(springt 4 mm terug)
4 mm
-4 mm
Rechter marge insprong
Aantal mm wit boven de paragraaf
Aantal mm wit onder de paragraaf
Laatste regel Rechter insprong
TAB op 4 mm
Initiaal:aantal regels
Initiaal:aantal letters
28
PARAGRAAF ONDERLIJNEN (RULES)
X Tekst onderlijnen met paragraaf lijnen
1. Activeer een paragraaf met T.2. Open Paragraph Rules in Paragraaf menu (opties volledig rechts in paragraafbalk)
Een paragraaf onderlijnen
Lijn boven of onder de regel
Lijntype
Afstand van de lijn tov de tekst
29
TAB-INSTELLINGEN
Kies TYPE > Show Hidden Characters
Selecteer de tekst met de T-tool
Kies TYPE > Tabs Plaats de tekst goed door de tabs te wijzigen.
Magneet aanklikken: de tabregel gaat op 0-punt liggen van de tekstregel
Sleep een pijltje op de bovenkant van de liniaal en verplaats het pijltje om de TAB te verplaatsen
Kies een linkslijnend, centrale, rechtslijnende of decimale TAB afstand in mm
Repeat TAB:om op een gelijke afstandte herhalen
Om een herhalend teken te plaatsen tot de TABbv. Jan . . . . . . . 65O Piet ---------- 1050
Om een TAB te laten lijnen op een aanwezig elementbv. D45-600 F2-35Kies voor de decimale TAB en lijnen op -
Een paragraaf eindigen met een rechts uitlijnende TAB
directeur Van Eysendeyk. ‘En dat in een overdekte ruimte zodat de mensen ook wanneer het Belgische weer het laat afweten, kunnen blijven ontdekken.’ S. Smedts
Shift TAB
directeur Van Eysendeyk. ‘En dat in een overdekte ruimte zodat de mensen ook wanneer het Belgische weer het laat
afweten, kunnen blijven ontdekken.’ Shift TAB
Bron:ADOBE® INDESIGN®
HELP EN ZELFSTUDIEShttp://helpx.adobe.com/nl/pdf/indesign_reference.pdf
ONLINE HELPhttps://helpx.adobe.com/nl/indesign.html