H4 Zouten
description
Transcript of H4 Zouten
H4 Zouten
*Moleculaire stoffen
Drie soorten bindingen:
*VanderWaals
*Waterstofbruggen
*Atoombinding
*Alleen niet- metaalatomen
Zouten
*Binding tussen een metaal en een niet- metaal
*Hoog smeltpunt (vast bij kamertemperatuur)
*In gesmolten en opgeloste toestand geleiden zouten stroom
*Een zout is een stof die is opgebouwd uit positieve en negatieve ionen.
Streven naar de edelgasconfiguratie
*Ladingen van enkelvoudige ionen
*Uit de elektronenconfiguraties zijn de ladingen van de ionen uit de groepen 1,2,3,14,15,16 en 17 af te leiden
*Samengestelde ionen
*Om te oefenen
Zouten bestaan uit negatieve en positieve ionen
De positieve ionen staan altijd voorop.
Omdat metaal ionen positief zijn, staan deze dus altijd voorop.
Zoutformules
Zouten zijn neutraal, dat wil zeggen dat er evenveel negatieve als positieve lading is.
Naamgeving zouten
*1. enkelvoudige positieve ionen naam van het metaal+ ion
*2. enkelvoudige negatieve ionen eindigen in de naam altijd op ..ide.
*2. samengestelde negatieve ionen eindigen altijd op ..iet of ..aat.
Enkelvoudige positieve ionen en hun namen:
1+
1+
2+
2+
3+
zilver-ion
natrium-ion
barium-ion
magnesium-ion
aluminium-ion
Wat doe je met deze twee enkelvoudige ionen?
3+2+
Het zijn beide ijzer-ionen, maar ze hebben een verschillende lading, de eerste is 2+ en de laatste 3+.
Die verschillende lading zal in de naam van het zoutworden opgenomen. Dit doen we met cijfers.romeinse
Een (I)--Twee (II)-Drie (III)
-Vier (IV)-Vijf (V)-Zes (VI)
IJzer(II) IJzer(III)
Wat doe je met deze twee enkelvoudige ionen?
3+2+
Een (I)--Twee (II)-Drie (III)
-Vier (IV)-Vijf (V)-Zes (VI)
IJzer(II) IJzer(III)en
2+1+
Koper(I) Koper(II)
LET OP:Alleen bij enkelvoudige POSITIEVE ionende romeinse cijfers gebruiken.
Enkelvoudige negatieve ionen en hun namen:Enkelvoudige negatieve ionen krijgen een anderenaam. De uitgang wordt –IDE.
1-
1-
1- 3-
2-
3-
2-
1-
Fluoride-ion
Chloride-ion
Bromide-ion
Jodide-ion
Oxide-ion
Sulfide-ion
Nitride-ion
Fosfide-ion
*De naam van een zout:
natrium-ionenchloride-ionen
wordt:
natriumchloride
Zo nu gaan we beginnen. Denk eraan dat je de namenvan de enkelvoudige ionen moet kennen.
1+
We gaan formules van de zouten maken en er de juiste naam aan geven.
1-1+ 1-
Ladingen zijn gelijk.
Zo nu gaan we beginnen. Denk eraan dat je de namenvan de enkelvoudige ionen moet kennen.
We gaan formules van de zouten maken en bij de formule de juiste naam zoeken.
1-
Ladingen zijn gelijk.
Je hebt dus één natrium-ion en één chloride-ion nodigom het zout te maken. De formule wordt dus;
1+
NaClen de naam van NaCl is natuurlijk:
natrium chloride
Wat moet je doen als de ladingen niet gelijk zijn?Kijk maar eens hoe makkelijk het is.
2+ 1-2+ 1-
1-1-
2-
Ladingen zijn gelijk.
Wat moet je doen als de ladingen niet gelijk zijn?Kijk maar eens hoe makkelijk het is.
1-
1-
2+
Je hebt dus één magnesium-ion en twéé bromide-ionennodig om het zout te maken. De formule wordt dus;
MgBr2en de naam van MgBr2 is natuurlijk:
magnesium bromide
Maar het kan nog moeilijker.
3+ 2-3+ 2-
Aan de zijde met de kleinste lading voeg je nog eendeeltje toe. Blijf dit herhalen tot de ladingen gelijkzijn.
2-2-
4-
Maar het kan nog moeilijker.
3+ 2-3+
2-
4-3+
3+3+
6+
2-2-
6-
Ladingen zijn gelijk.
Maar het kan nog moeilijker.
2-
2-
3+
3+
2-Je hebt dus twee aluminium-ionen en drie oxide-ionennodig om het zout te maken. De formule wordt dus;
Al2O3en de naam van Al2O3 is natuurlijk:
aluminium oxide
Nog even wat extra aandacht aan de naamgeving.
2+ 3-
2+ 3-
2+
4+
3-
6-
2+
6+
Ladingen zijn gelijk.
Nog even wat extra aandacht aan de naamgeving.
2+ 3-
2+ 3-
2+
Je hebt dus drie ijzer(II)-ionen en twee nitride-ionennodig om het zout te maken. De formule wordt dus;
Fe3N2en de naam van Fe3N2 is natuurlijk:
ijzer(II) nitride
Zo nu gaan we zelf aan de slag, stel de formule samenen geef er de juiste naam aan.
1+ 1-en AgCl
zilverchloride
2+en
2-ZnS
zinksulfide
1+en
2-Na2O
natriumoxide
2+en
1-CuI2
koper(II)jodide
Maar je moet ook uitgaande van de naam, de formule kunnen afleiden en de ionen in de formule kunnen geven.
SnStinsulfide2+
en2-
ijzer(III)oxide enFe2O3
3+ 2-
loodnitride enPb3N22+ 3-
enBaCl2bariumchloride2+ 1-
Zo nu nog de samengestelde ionen. Er is maar een positief samengesteld ion, het ammonium-ion.
= (NH4)1+ ammonium-ion
1+
Maar ook de vijf negatieve samengestelde ionen moetje van buiten leren. Het makkelijkste is het hydroxide-ion.
1-
= (OH)1- hydroxide-ion
2-
2-
3-
1-
=
=
=
= (NO3)1-
(SO4)2-
(CO3)2-
(PO4)3-
nitraat-ion
sulfaat-ion
carbonaat-ion
fosfaat-ion
Nu de zouten met de samengestelde ionen. Je zult merken dat het niet veel anders is.
2+1-
2+ 1-
1-
2-
Ladingen zijn gelijk.
Nu de zouten met de samengestelde ionen. Je zult merken dat het niet veel anders is.
2+1-
1-
Ca(NO3)2 = calciumnitraat
Nog een voorbeeld:
1+ 3-
1+ 3-
1+
2+
1+
3+
Ladingen zijn gelijk.
Nog een voorbeeld:
1+ 3-
1+
1+
(NH4)3(PO4) = ammoniumfosfaat
Zo nu gaan we weer zelf aan de slag, stel de formule samen en geef er de juiste naam aan.
2+en
2-
Fe(SO4)ijzer(II)sulfaat
2+en
3-
Mg3(PO4)2magnesiumfosfaat
1+ 1-
en (NH4)(NO3)ammoniumnitraat
Ik begrijp erniets van. Zal ik
extra werk vragen?
Als je het niet begrijpt, vraag dan die extra opgaves.