H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd....

18

Transcript of H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd....

Page 1: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal
Page 2: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal

H21 p4

InhoudstafelInh. p4

H 1 ontwerP en Partners1 Partners 1 – 2

2 Bouwstijlen 1 - 6

3 Slim ontwerpen 1 - 8

4 Voorzieningen 1 - 12

R - 5 Architect inschakelen? 1 - 15

R - 6 Verbouwen met een interieurarchitect 1 – 15

H 2 energiezuinig en duurzaam (Ver)bouwen1 Duurzaam bouwen 2 - 2

2 Energiezuinig bouwen 2 - 3

R - 3 Energiezuinig verbouwen 2 - 13

H 3 geld en Verzekeringen1 Hypothecaire leningen 3 - 2

2 Verzekeringen 3 - 4

3 Belastingen 3 - 6

4 Premies en subsidies 3 - 7

5 Btw 3 - 8

R - 6 Lening op afbetaling bij renovatie 3 - 9

R - 7 Premies bij renovatie 3 - 9

R - 8 Fiscale verplichtingen 3 – 10

H 4 nieuwbouwwijzer

H 5 renoVatiewijzer1 Staat van de woning opmaken 5 - 4

2 Vergunningen 5 - 4

3 Expert inschakelen? 5 - 5

4 Plan uitwerken 5 - 5

H 6 ruwbouw1 Voorbereidende werken 6 - 2

2 Fundering 6 - 3

3 Kelder 6 - 4

4 Vloerelementen (welfsels) 6 - 6

5 Bouwmethodes 6 - 7

6 Dragende bouwstenen 6 - 13

7 Gevelmaterialen 6 - 15

R - 8 Ruwbouw bij renovatiewerken 6 -20

H 7 isolatie1 Begrippen en termen 7 - 2

2 Verschillende isolatiematerialen 7 - 3

3 Dakisolatie 7 - 5

4 Muurisolatie 7 - 5

5 Vloerisolatie 7 - 7

6 Akoestische isolatie 7 - 8

R - 7 Bestaande woning isoleren 7 – 9

H 8 dakwerken1 Soorten daken 8 - 2

2 Dakhout 8 - 4

3 Onderdak en dakisolatie 8 - 5

4 Dakpannen 8 - 7

5 Leien 8 - 8

6 Dakpanplaten 8 - 9

7 Bitumenleien 8 - 10

8 Bedekkingsmaterialen 8 - 10

9 Dakgoten 8 - 11

10 Dakramen 8 - 12

11 Geprefabriceerde dakkapellen 8 - 13

R - 12 Dakrenovatie 8 – 14

H 9 Ventileren1 Waarom ventileren? 9 - 2

2 Hoe ventileren? 9 - 2

3 Het ventilatiealfabet 9 - 2

4 A, C of D? Wat moet ik nu kiezen? 9 - 4

5 Verwarmen en koelen met je ventilatie 9 - 5

6 Integratie en installatie 9 - 6

7 Oplevering en gebruik 9 - 6

R - 8 Ventilatie bij renovatie 9 - 7

H 10 buitenscHrijnwerk, beglazing en zonwering 1 Soorten buitenschrijnwerk 10 - 2

2 Beglazing 10 - 6

3 Voor- en achterdeur + schuifsystemen 10 - 9

4 Beveiliging 10 - 10

5 Koepels 10 - 11

6 Zonwering en rolluiken 10 - 11

7 Garagepoort 10 - 16

8 Veranda 10 - 18

R - 9 Isolerend glas bij renovatie 10 - 20

R - 10 Aandachtspunten bij integratie ramen

in bestaande woning 10 - 20

R - 11 Beglazing renoveren met glasfolies 10 - 21

R - 12 Garagepoort renoveren 10 – 21

Page 3: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal

H21 p5

InhoudstafelInh. p5

H 11 Verwarming en koeling1 Centrale verwarming 11 - 2

2 Verwarmingstechnieken 11 - 10

3 Hernieuwbare warmtebronnen 11 - 17

4 Schoorsteensystemen 11 - 19

5 Airconditioning 11 - 20

R - 6 Buitengebruikstelling van stookoliereservoirs 11 - 22

R - 7 Schouw 11 - 22

H 12 sanitair, regen- en afValwater1 Aansluiting op het waternet 12 - 2

2 Hoofdleiding 12 - 2

3 Toevoerleiding 12 - 2

4 Afvoerbuizen 12 - 3

5 Septische put 12 - 4

6 Vetafscheider 12 - 5

7 Regenwater 12 - 5

8 Afvalwater 12 - 6

9 Waterbehandeling 12 - 6

10 Warmwaterproductie 12 - 7

R - 11 Renovatie 12 - 10

H 13 elektriciteit1 Aansluiting op het net 13 - 2

2 Elektrische installatie 13 - 2

3 Veiligheid 13 - 5

4 Leveranciers en tarieven 13 - 5

5 Fotovoltaïsche panelen 13 - 7

6 (Micro-)Warmtekrachtkoppeling 13 - 7

R - 7 Oude installatie moderniseren 13 - 9

R - 8 Bestaande elektrische installatie uitbreiden 13 - 9

R - 9 Bestaande elektrische installatie verzwaren 13 - 9

H 14 VerlicHting1 Soorten verlichting 14 - 2

2 Lampen 14 - 2

3 Armaturen 14 - 3

4 Lichtschakelaar 14 - 4

R - 5 Verlichting bij renovatie (relighting) 14 – 5

H 15 domotica en communicatie1 Opbouw en basisprincipes 15 - 2

2 Technische installatie 15 - 2

3 Comfort 15 - 2

4 Veiligheid 15 - 3

5 Energie 15 - 3

6 Videofonie 15 - 3

7 Thuisnetwerk 15 - 3

8 Home entertainment 15 - 5

R - 9 Renovatie 15 - 7

H 16 VeiligHeid en alarm1 Hoe creëer je een veilige woonomgeving? 16 - 2

2 Alarminstallatie 16 - 3

R - 3 Installatie in een bestaande woning 16 - 5

H 17 wanden en Plafonds1 Pleisterwerk 17 - 2

2 Plafondbekleding 17 - 3

3 Wandbekleding 17 - 4

R - 4 Pleisterwerk bij renovatie 17 - 5

Page 4: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal

H21 p6

InhoudstafelInh. p6

H 18 Vloeren1 Vloeropbouw 18 - 2

2 Natuursteen 18 - 3

3 Keramische tegels 18 - 6

4 Parketvloeren 18 - 9

5 Laminaat 18 - 12

6 Linoleum 18 - 13

7 Vinyl 18 - 13

8 Bamboe 18 - 13

9 Kurk 18 - 14

10 Recuperatievloer 18 - 14

11 Tapijt 18 - 15

12 Steentapijt - korrelvloer 18 - 16

13 Granito (terrazzo) 18 - 17

14 Betonvloeren 18 - 17

15 Gietvloeren 18 - 18

16 Glazen en stalen vloer 18 - 19

R - 17 Vloer uitbreken 18 - 19

R - 18 Dekvloer egaliseren 18 - 19

R - 19 Natuurstenen vloer renoveren 18 - 19

R - 20 Renovatie van parket 18 - 19

H 19 binnenscHrijnwerk1 Trap 19 - 2

2 Binnendeuren 19 - 5

3 Plinten 19 - 8

4 Dressings, muur- en schuifdeurkasten 19 - 9

R - 5 Traprenovatie 19 - 10

R - 6 Gaten vullen met kneedbare houtpasta 19 - 10

H 20 keuken en HuisHoudtoestellen 1 Planning en indeling 20 - 2

2 Ergonomie 20 - 3

3 Kasten en laden 20 - 3

4 Werkblad 20 - 5

5 Spoelbak 20 - 7

6 Keukenkraan 20 - 8

7 Kookplaat 20 - 8

8 Afzuigkap (dampkap) 20 - 10

9 Oven en luxefornuizen 20 - 13

10 Microgolfoven 20 - 14

11 Koelkast 20 - 15

12 Diepvriezer 20 - 16

13 Vaatwasmachine 20 - 17

14 Wasmachine 20 - 18

15 Droogkast (linnendroger) 20 - 18

R - 16 Open keuken maken 20 - 20

R - 17 Opfrisbeurt 20 - 20

R - 18 Grondige renovatie 20 – 20

H 21 badkamer en wellness1 Kranen 21 - 2

2 Lavabo 21 - 3

3 Toilet 21 - 4

4 Douche 21 - 5

5 Bad 21 - 7

6 Meubels 21 - 9

7 Wellness 21 - 10

R - 8 Badkamerrenovatie 21 – 11

H 22 kacHels en Haarden 1 Luchtaanvoer en -afvoer 22 - 2

2 Brandstoffen 22 - 2

3 Kachels 22 - 5

4 Warmteaccumulerende kachels 22 - 6

5 Open haarden en inbouwcassettes 22 - 8

6 Sierschouwen 22 - 9

R - 7 Inzethaard 22 - 10

R - 8 Cv-haarden 22 – 10

H 23 interieurafwerking1 Behangen 23 - 2

2 Schilderwerken 23 - 3

3 Interieurstickers 23 - 6

R - 4 Behangpapier verwijderen 23 - 7

R - 5 Roetdoorslag verhelpen 23 - 7

H 24 rondom Het Huis 1 Tuin 24 - 2

2 Terras en oprit 24 - 3

3 Gazon 24 - 7

4 Beregening 24 - 7

5 Tuinafsluiting 24 - 8

6 Carport 24 - 9

7 Tuinverlichting 24 - 10

8 Vijver 24 - 10

9 Zwembaden 24 - 11

10 Bijgebouwen 24 - 12

11 Genieten in de tuin 24 - 13

12 Brievenbus 24 - 14

R - 13 Renovatie 24 - 15

liVios

colofon

trefwoordenlijst

adVertentielijst

Page 5: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal

Ontwerp en partnersEen nieuwe woning begint bij een visie, een idee, het ontwerp. Hoe moet

ze eruit zien? Of nog belangrijker: welke praktische eigenschappen moet

ze hebben? Met hoeveel mensen ga je erin wonen? En welke technieken

wil je eventueel later nog integreren? Geen overbodige vraag, want met

een slim ontwerp, dat hier rekening mee houdt, bespaar je later heel wat

geld uit. Ook de bouwpartners die je woning bouwen, zijn natuurlijk

bepalend voor het eindresultaat. Neem de tijd om een architect te vinden

en ga niet over één nacht ijs als je aannemers kiest.

1

Nieuwbouw

• Vinddebouwformulediebijjepast p2

• Zokiesjeeenarchitect p2

• Watalserproblemenopduikenbijdebouw? p6

• Welkebouwstijl? p6

• Stastilbijdeoriëntatievanjewoning p8

• Zokanjegeluidsoverlastbeperken p10

R ReNovatie

• Renoverenmetarchitectofinterieurarchitect p15

+ eHbo-kit Ruwbouw

• Eerstehulpbijslechtebouwgronden p9

In dIt hOOfdstuk

Page 6: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal

H21 p2

Ontwerp en partnersH1 p2

1 PaRtneRs

(Ver)bouwen doe je niet alleen, en gelukkig

maar. Afhankelijk van welke bouwformule

je kiest, kom je in aanraking met een aantal

specialisten die elk hun eigen stempel

drukken op het eindresultaat. Neem daarom

de tijd om te beslissen met wie je in zee gaat.

1.1 Bouwformules

Zelf bouwen?Af en toe kom je mensen tegen die trots

vertellen dat ze hun huis zelf gebouwd

hebben. Het grootste voordeel van deze

keuze, is dat je enorm veel uitspaart op

arbeidsuren, de duurste kostenpost, goed

voor tienduizenden euro’s. Maar het plaatje

ziet er net iets minder rooskleurig uit als

je ook je eigen uren in rekening brengt.

Want denk eraan: zelf bouwen kost naast

bloed, zweet en tranen gigantisch veel

tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan

over de technische kant van de zaak. Om

helemaal zelf te bouwen, moet je al een goed

geïnformeerde techneut zijn met een flinke

dosis zelfvertrouwen. Hou er rekening mee

dat je zelf (mee) verantwoordelijk bent bij

ongevallen tijdens de bouwwerken of bij

constructieproblemen achteraf. Helemaal zelf

bouwen is daarom voor weinigen weggelegd.

Wat meestal wel haalbaar is en ook tot een

flinke besparing leidt, is hier en daar een

handje toesteken, of alleen bepaalde posten

voor je rekening nemen, zoals de vloer- of

elektriciteitswerken.

Bouwen met een architect en meerdere aannemersZo doen de meeste (ver)bouwers het. Je

laat een architect een plan uittekenen en

gaat daarna op zoek naar verschillende

aannemers voor ruwbouw, dakwerken, chape,

elektriciteit… Omdat je voor elke post een

aparte aannemer kan kiezen, kom je in de

meeste gevallen goedkoper uit dan wanneer

je met een sleutel-op-de-deurfirma of

algemene aannemer zou werken. Opgepast:

het kost veel tijd om elke keer verschillende

offertes op te vragen en jezelf te verdiepen in

de specifieke materialen en technieken die

de verschillende aannemers voorstellen. Een

andere uitdaging is het op elkaar afstemmen

van de verschillende werken. Normaal

gezien is de architect hierbij een belangrijke

steunpilaar. Hij kent aannemers uit de regio

en heeft een goed zicht op hoe de werken in

de tijd evolueren. Bespreek deze praktische

kant op voorhand, zodat je weet in hoeverre

je architect deze coördinerende taak op zich

wil nemen en wat je daarvoor eventueel moet

betalen.

Door de vele betrokken partijen, met elk hun

eigen agenda, is bij deze bouwformule het

risico groter dat werken wat langer duren

dan gepland. Hou ook het bouwbudget in de

gaten. De architect stelt wel een raming van

de kosten op, maar de praktijk leert dat deze

vaak te optimistisch is.

Nog iets om bij stil te staan, zijn mogelijke

problemen met de constructie. Het kan

gebeuren dat de verschillende aannemers de

verantwoordelijkheid dan in elkaars schoenen

willen schuiven. Iets wat je alvast nooit aan

de hand hebt met de volgende bouwformule

die we bespreken.

Bouwen met een algemene aannemerHeb je geen zin in de kopzorgen die komen

kijken bij het zoeken van aannemers en het

coördineren van alle werken, dan kan je

de uitvoering overlaten aan één algemene

aannemer. Hij is je enige aanspreekpunt. Het

is aan hem om onderaannemers te zoeken

en te waken over het eindresultaat. Duiken

er later constructieproblemen op, dan is de

algemene aannemer verantwoordelijk. Deze

manier van werken verloopt vlotter dan met

verschillende aannemers en ook de kans op

budgetoverschrijding is geringer. Weet dat

de algemene aannemer net als sleutel-op-de-

deurfirma’s in principe onderworpen is aan

de wet-Breyne (zie kader p.3).

De taak van de architect is bij deze manier

van bouwen iets beperkter. Hij blijft

verantwoordelijk voor het ontwerp en de

controle van de werken, maar moet minder

coördineren.

Bouwen met een sleutel-op-de-deurfirmaDeze bouwformule ligt in het verlengde

van bouwen met een algemene aannemer.

Het verschil is dat sleutel-op-de-

deurfirma’s beschikken over uitgebreid

documentatiemateriaal en meestal in een

kijkwoning laten zien wat je mag verwachten.

Ook de rol van de architect is anders.

Normaal gezien stap je met een uitgetekend

plan naar één algemene of naar verschillende

aannemers. Maar hier is het omgekeerd. Je

gaat eerst naar de sleutel-op-de-deurfirma

en die verwijst je dan door naar een

architect met wie ze samenwerkt. Bovendien

vertrekken sleutel-op-de-deurfirma’s dikwijls

vanuit standaardplannen, waardoor de

inbreng van de architect beperkter is dan bij

andere formules.

Een strikte timing en budget zijn de

belangrijkste troeven van bouwen met

een sleutel-op-de-deurfirma. Je weet op

voorhand hoeveel je precies moet betalen,

tenzij je extra’s wenst die niet in het

standaardlastenboek opgenomen zijn.

De belangrijkste nadelen zijn de doorgaans

hogere prijs en de beperktere eigen

inbreng, hoewel tegenwoordig steeds meer

sleutel-op-de-deurbedrijven afstappen van

standaardplannen.

Elke sleutel-op-de-deurfirma is in principe

onderworpen aan de wet-Breyne.

1.2 architect

Tenzij je kiest voor een sleutel-op-de-

deurfirma, begint het echte bouwavontuur

bij de keuze van de architect. Probeer

een architect te zoeken die volledig op je

golflengte zit en op wie je niet alleen kan

rekenen voor een doordacht ontwerp, maar

ook voor een goede opvolging en controle

van de werken. Wil je er zeker van zijn

dat het contract met de architect volledig

en correct opgesteld is, dan kan je een

typedocument downloaden via

www.livios.be/typedocumenten.

Referenties wijzen de weg(Ver)bouwen kan op zo veel verschillende

manieren, dat veel architecten ervoor

kiezen om zich te specialiseren. Als je

zelf al enigszins weet wat je wil, kan je

dus veel doelgerichter naar een architect

zoeken. Bijvoorbeeld voor een uitgebreid

renovatieproject, een typische stadswoning,

de renovatie van een loft, de bouw van

een vrijstaand huis. Behalve de aard van

het project (nieuwbouw, renovatie…),

kan ook de stijl helpen bij het vinden van

een architect. Op basis van referenties

kan je meestal goed inschatten wat je

van een architect mag verwachten. Maar

opgelet: sommige architecten zijn echte

allrounders, die zich niet in een hokje laten

steken. Via de databank van de Vlaamse

Architectenorganisatie NAV

(www.livios.be/zoekeenarchitect) kan je

Page 7: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal

H21 p3

Ontwerp en partnersH1 p3

alvast zoeken naar een architect op basis van

referenties die je kan selecteren aan de hand

van categorieën als functie, type en stijl.

Deze databank is heel uitgebreid, maar niet

volledig, want niet alle Vlaamse architecten

zijn NAV-lid.

Architecten met aandacht voor energieEnergiezuinig bouwen is de toekomst (zie

hoofdstuk 2 Energiezuinig en duurzaam (ver)

bouwen). Sommige architecten profileren

zich echt als specialisten op dit vlak. Als je

hier zelf ook een prioriteit van maakt, kan

je gericht zoeken naar een energiebewuste

architect op de website

www.energiebewustarchitect.be. De

site is een initiatief van de Vlaamse

Architectenorganisatie NAV en het Vlaams

Energieagentschap VEA.

Van voorontwerp tot bouwplanNa één of meer gesprekken waarin je zo

duidelijk mogelijk vertelt welke je wensen

zijn en over welk budget je beschikt, maakt

de architect een voorontwerp. Dat kan een

schets, een plan, een computerbeeld of zelfs

een maquette zijn. Vind je het maar niks, zeg

dat dan eerlijk. Bijsturen heeft geen zin als

het ontwerp je totaal niet aanspreekt. Je kan

dan ofwel de architect een nieuw plan laten

maken, ofwel de overeenkomst stopzetten.

Zie je het voorontwerp wel zitten, dan kan

de architect het waar nodig nog aanpassen

en een bouwaanvraag indienen. Als de

vergunning binnen is, stelt de architect

een uitvoeringsdossier op. Dat omvat naast

gedetailleerde plannen ook een lastenboek

en een meetstaat waarin de hoeveelheden

van alle materialen beschreven staan. Niet

elke architect maakt zo’n meestaat of een

lastenboek op, maar probeer er toch voor te

zorgen dat dit gebeurt, omdat de aannemers

dan een veel nauwkeurigere offerte kunnen

opstellen.

EreloonMaak duidelijke afspraken met je architect

over zijn ereloon. Bij nieuwbouw schommelt

dat meestal rond 7 % van de totale

aannemingssom, bij renovaties rond 12 %. Je

kan beter een vaste prijs afspreken dan een

percentage. Zo is er minder kans op discussie.

Wet-Breyne beschermt de bouwheerDe woningbouwwet of wet-Breyne beschermt je tegen de bouwfirma als je een sleutel-

op-de-deurwoning of een woning op plan koopt. De wet is alleen van toepassing als

de opdracht toevertrouwd is aan één aannemer of aan een bouwpromotor. Nog een

voorwaarde is dat de bouwfirma je verplicht om één of meer stortingen te doen voor de

voltooiing van de werken. Als je pas op het einde van de rit alles moet betalen, is de wet

niet van toepassing. Dat is evenmin het geval als het gebouw niet voor minstens 50 %

bestemd is voor bewoning.

De belangrijkste bepalingen in de wet-Breyne:- De aannemer moet de uitvoeringstermijn en het afgesproken budget respecteren.

- Het voorschot mag niet hoger zijn dan 5 % van de totale kostprijs van de woning.

- Er moet een duidelijk contract opgesteld worden met een aantal verplichte elementen. Om

er zeker van te zijn dat het contract volledig en correct opgesteld is, kan je gebruik maken

van het modelcontract dat je vindt via www.livios.be/typedocumenten.

- De woningbouwfirma mag op geen enkel moment meer factureren dan de waarde van de al

uitgevoerde werken.

- Er moeten een voorlopige en een definitieve oplevering plaatsvinden.

- De aannemer moet een 100 % voltooiingswaarborg geven of, als hij erkend is, een waarborg

van 5 % van de bouwprijs storten in een consignatiekas. Dit is jouw bescherming in geval

van een faillissement.

Page 8: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal

H21 p4

Ontwerp en partnersH1 p4

1.3 epb-verslaggever

De epb-verslaggever brengt de energie-

prestaties van je woning in kaart en slaat ze

op in de Energieprestatiedatabank. Hij houdt

tijdens de werken nauwkeurig alle parameters

bij die een invloed kunnen hebben op het

E-peil.

Dikwijls neemt de architect deze functie

op zich, maar de epb-verslaggever kan ook

iemand anders zijn met het diploma van

architect of ingenieur, die zich heeft laten

registreren bij het Vlaams Energieagentschap

(VEA). Op de website

www.epb-verslaggever.be kan je een epb-

verslaggever vinden.

Meer over de epb-regelgeving in hoofdstuk 2

Energiezuinig en duurzaam (ver)bouwen.

1.4 aannemer

Ga niet over één nacht ijs bij de keuze

van je aannemer. De prijs is belangrijk,

maar ook de kwaliteit die hij levert. Vraag

daarom referenties op. Je architect kan

je hierin eventueel adviseren. Voor een

waterdichte overkomst met je aannemer, kan

je gebruikmaken van het typedocument op

www.livios.be/typedocumenten.

Via www.livios.be/zoekeenvakman kan je

zoeken naar een aannemer in de databank

van de Confederatie Bouw, de grootste

bouwsectororganisatie van België (met meer

dan 14.000 leden).

PrijsEr zijn verschillende mogelijkheden om een

prijs af te spreken. Bij een vaste prijs ken

je op voorhand de bedragen die je moet

betalen voor elk onderdeel en dus ook de

uiteindelijke totaalsom voor de volledige

woning. Maar sommige posten zijn moeilijk

op voorhand te begroten. Dan maakt de

aannemer een raming en wordt achteraf een

min- of meerprijs berekend.

Bij een opdracht tegen prijslijst of bij werken

in regie wordt op voorhand geen totaalprijs

afgesproken, maar berekent men pas een prijs

na het beëindigen van de werken op basis

van de gepresteerde uren en de gebruikte

materialen.

Je kan eventueel zelf materialen aankopen.

Dit komt goedkoper uit omdat je dan geen

commissie betaalt aan de aannemer. Maar als

er ooit discussie ontstaat over een bepaald

werk, is het beter dat de aannemer de

materialen zelf heeft aangebracht, omdat hij

dan de schuld niet van zich kan afschuiven.

1.5 Handelaar

Laat je bij het vergelijken van offertes van

verschillende handelaars adviseren door

de architect. Reken als veiligheidsmarge

toch ongeveer 1.500 à 3.000 euro extra

voor materialen die je vergeten bent of voor

meerprijzen. Probeer het aantal in de mate

van het mogelijke te beperken. Eén keer

een lichting van tien ton zand laten komen,

kost je veel minder dan twee ladingen van

vijf ton. In principe betaal je de materialen

per overschrijving. De meeste handelaars

geven een korting van enkele procenten als

je de factuur onmiddellijk betaalt. Hou alle

facturen en bestelbonnen goed bij. Niet alleen

voor eventuele discussies, maar ook voor de

btw-aangifte van je woning.

1.6 Landmeter

Als er geen degelijk plan bij de verkoopakte

van je bouwgrond zit, doe je er goed aan een

landmeter te laten komen. Dikwijls wordt

onterecht aangenomen dat de perceelsgrenzen

en oppervlakten vastliggen bij het kadaster.

Deze kadastrale bepalingen hebben echter

geen juridische waarde. De oppervlakten zijn

dan ook geregeld onjuist. Maar ook als er wel

een plan bij de verkoopakte zit, kan het geen

kwaad om een landmeter het perceel te laten

nameten. Het is al meer dan eens gebeurd dat

grenspalen per ongeluk of zelfs moedwillig

verplaatst of verwijderd werden. Te dikwijls

gaan mensen ervan uit dat de perceelsgrenzen

sowieso overeenkomen met een haag of een

omheining die zich tussen de gronden van

twee buren bevindt.

Werk altijd met een erkend onafhankelijk

landmeter-expert. Als je door een foute

opmeting problemen krijgt, kan je de

landmeter daarvoor verantwoordelijk stellen.

Page 9: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal

Geld en verzekeringenBouwen is voor de meesten het grootste project in hun leven. Zeker op

financieel gebied. Jarenlang blijf je met je neus op de feiten gedrukt, als

er maand na maand geld van je rekening verdwijnt voor het afbetalen van

de lening. Anderzijds kan je een deel compenseren met verschillende

premies en fiscale tegemoetkomingen.

3

Nieuwbouw

• Welkeleningafsluiten? p2

• Sluitdegeschikteverzekeringaf p4

• Defiscaleconsequentiesvaneenwoning p6

• Profiteermaximaalvanpremies p7

R ReNovatie

• Hoerenovatiekostendrukken? p9

• Fiscaleverplichting p10

+ eHbo-kit

• Doemscenario:ikkanmijnleningnietafbetalen p2

• Help!Ikhebteweiniggeleend p3

• Geldgezocht:ikwileennieuwewoonstkopenen

dehuidigeverkopen p4

• Watdoennabrand,waterschadeofdiefstal? p7

In dIt hoofdstuk

Page 10: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal

H21 p2

Geld en verzekeringenH3 p2

1 HypotHecaiRe leningen

Ook al krijg je de beste voorwaarden

dikwijls bij de financiële instelling waar je al

geruime tijd klant bent, raadpleeg voor een

hypothecair krediet toch meerdere banken.

De grote concurrentiestrijd tussen banken

onderling en de stijgende populariteit van

kredietmakelaars maakt dat goede klanten

niet meer zo sterk beloond worden als

vroeger. Ga bij de vergelijking niet enkel

af op de interestvoet, maar ook op de

aflossingstabel. Alleen zo kan je zien welke

lening op het einde van de rit het voordeligst

is.

Hoeveel mag ik lenen? Hoeveel je mag lenen hangt niet alleen af van

je inkomen, maar ook van je fiscale situatie,

de grootte van je gezin, je levensstijl, enz. Laat

je bij voorkeur adviseren door een specialist.

We kunnen wel enkele vuistregels meegeven.

Eén daarvan zegt dat de maandelijkse

aflossing niet groter mag zijn dan 1/3 van je

netto-inkomen. Voor hogere inkomens mag

de afbetaling verhoudingsgewijs groter zijn.

Nog een regel stelt dat er na de betaling van

de maandelijkse vaste uitgaven nog ongeveer

1.000 euro moet overblijven.

Soorten rentevoeten We onderscheiden drie groepen hypothecaire

kredieten: leningen met een veranderlijke of

variabele rentevoet, met een vaste rentevoet

en met een beperkte variabele rentevoet. Wie

kiest voor een vaste rentevoet is zeker dat die

nooit zal stijgen. Je betaalt wel een hogere

interestvoet en je kan niet profiteren van

een mogelijke rentedaling. Deze formule is

vooral geruststellend voor wie tegen een lage

rentevoet leent tot aan zijn limiet.

Leningen met variabele rentevoet zijn het

goedkoopst en kunnen nog voordeliger

worden bij een rentedaling. Alleen heb je

minder zekerheid over het aflossingsbedrag.

De variabiliteit is wel begrensd. Meestal kan

de rentevoet met maximum 5 % stijgen of

dalen. Voor wie minder risico wil nemen,

kan een beperkte variabele lening uitkomst

bieden. Daarbij kan de rentevoet met

hoogstens 2 % stijgen of dalen.

Er zijn vele mogelijkheden tot herziening.

Een aanpassing van de rentevoet kan jaarlijks,

om de drie jaar, om de vijf jaar, een eerste

keer na tien jaar en daarna om de vijf jaar,

enz. gebeuren. Bij een jaarlijks herzienbare

rentevoet kan de stijging niet hoger oplopen

dan 1 % het eerste jaar, 2 % het tweede jaar

en 3 % het derde jaar.

Een vrij jonge formule is het accordeon-

krediet, dat de voordelen van een variabele

en een vaste rentevoet combineert. Je betaalt

elke maand hetzelfde bedrag, maar bij een

variabele rentevoet zal de afbetalingstermijn

verlengd of verkort worden. Deze formule is

erg in trek bij jonge kredietnemers.

Looptijd van het kredietVoor een hypothecair krediet is een

aflossingstermijn van 20 jaar het meest

gangbaar. Langere looptijden, soms tot 40

jaar, winnen wel aan populariteit, zeker bij

jonge gezinnen. Enerzijds is een langere

kredietduur fiscaal voordeliger, want eens je

lening betaald is, vallen fiscale premies weg.

Anderzijds mag je nooit uit het oog verliezen

dat je bij een langere looptijd uiteindelijk ook

meer afbetaalt.

+ ik kan mijn lening niet meer afbetalen. Wat nu?

Dit doemscenario is helaas niet uit te sluiten, ook al zijn de banken vandaag zeer streng

bij het toekennen van kredieten. Laat de zaak niet aanslepen en vraag zo snel mogelijk

een onderhoud met de bank aan. Probeer in een volgende fase uitstel of vermindering van

betaling te krijgen. Dit kan je doen via een aangetekende brief. Vermijd deurwaarders of

andere problemen door open kaart te spelen met je kredietgever. Als die weigert of niet

antwoordt binnen de maand, schakel je de vrederechter in. Dat doe je per aangetekend

schrijven of met een verzoekschrift. Voeg altijd een kopie van het kredietcontract bij je

brief.

Meestal zal de bank je een aanzuiveringsplan voorstellen. Als er een structureel probleem

is of de achterstand dreigt aan te groeien, bestaat de mogelijkheid tot collectieve

schuldenregeling. Een door de rechter aangestelde schuldbemiddelaar maakt dan een plan

op en legt dat voor aan alle schuldeisers. Het gebeurt dat de bank in dat geval het onroerend

goed niet mag verkopen. In tussentijd mag er geen nieuwe achterstand ontstaan.

Page 11: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal

Nieuwbouw-wijzerHoe verloopt een bouwproject stap voor stap? De nieuwbouwwijzer

geeft je daarop een antwoord. We gaan ervan uit dat je al beschikt over

het nodige budget en een bouwgrond. We schetsen het bouwproces

van een gemiddelde woning, gerealiseerd volgens de klassieke

bouwmethode, waarvoor je met één of meerdere aannemers in zee

gaat. Dit is vandaag nog altijd de meest gekozen manier van bouwen.

4De tijDslijn geeft een inDicatie van De bouwperioDe voor een gemiDDelDe woning. Hoe complexer

je project, Hoe meer tijD er uiteraarD noDig is. in ieDer geval moet je na Het eerste contact met De

arcHitect al snel rekenen op anDerHalf tot twee jaar vooraleer je jouw Droomwoning kan betrekken.1. Vo

orb

ere

idin

g

1.1 Grondwerken

1.1.1 Stabiliteitsonderzoek

1.1.2 Perceel bouwrijp maken

1.1.3 Grond aan- of afvoeren

1.2 Aannemer(s) zoeken

1.3 Voorlopige aansluitingen

2.1 Kelder (3 weken)

2.2 Fundering (1 tot 2 werkdagen)

2.3 Metselwerken (+ 50 werkdagen)

2.3.1 De dragende en binnenmuren

2.3.2 De isolatie (controle door epb-verslaggever)

2.3.3 De buitenmuren

± 1 MAAND± 3 MAANDeN

1

1 VoorbereiDiNg

1.1 Grondwerken

1.1.1 Stabiliteitsonderzoek

Een stabiliteitsonderzoek of sondering is niet verplicht, maar ten

zeerste aangeraden. Op basis hiervan bepaalt de architect in zijn

aanbesteding het vereiste aantal gewapende balken en dergelijke.

1.1.2 Perceel bouwrijp maken

De bomen op je bouwgrond mag je beginnen kappen zodra je

hiervoor een stedenbouwkundige vergunning hebt. Die heeft je

architect samen met de bouwaanvraag in orde gebracht.

1.1.3 Grond aan- of afvoeren

Als je voor de start van de ruwbouwwerken meer dan 250 m³

grond laat aanvoeren of weggraven en afvoeren (kelder), heb je een

bodembeheerrapport nodig van een bodemsaneringsdeskundige. Dit

kan enkele weken in beslag nemen.

1.2 Aannemer(s) zoeken

Min of meer gelijktijdig met de vorige punten ga je op zoek

naar de aannemer(s). Daartoe leg jij (of jouw architect) het

aanbestedingsdossier voor aan verschillende kandidaten. Op basis

van de prijs, de beschikbaarheid en andere criteria (kwaliteit,

referenties…) maak je een keuze.

1.3 Voorlopige aansluitingen

De architect heeft in zijn aanbestedingsdossier ruwbouw de

voorlopige aansluitingen aangevraagd. Water en elektriciteit (via de

werfkast) op de werf zijn er voorhanden.

Page 12: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal

H21 p2

nieuwbouwwijzerH4 p2

ARCHITECTEen hoofdrolspeler in je bouwproject is de architect. Voor je aan de grondwerken begint, heeft hij of zij al een hele rist belangrijke taken op

zich genomen: het ontwerp, de bouwaanvraag, het aanbestedingsdossier.

− Van voorontwerp tot definitief ontwerp (twee tot vier maanden). Weet je precies wat je wil of start je samen met de architect een uitgebreide

speurtocht naar de gepaste indeling, het uitzicht, de materialen…? Bij die tweede optie vreet het voorontwerp natuurlijk meer tijd. Een

architect maakt in principe trouwens een ontwerp op maat dat niet pasklaar staat te wachten op zijn harde schijf. De periode tussen

voorontwerp en definitief ontwerp kan nog eens enkele weken op zich laten wachten.

− Bouwaanvraag (maximaal vijf maanden). De gemeente heeft maximaal 14 dagen om het ingediende dossier volledig en ontvankelijk

te verklaren. Na maximaal 75 of 105 dagen volgt de goedkeuring. Welke van die twee periodes van toepassing is, hangt af van de

omstandigheden. Is er een openbaar onderzoek vereist? Moet de gemeente adviezen inwinnen? Is de gemeente ontvoogd en mag ze dus

zelf de stedenbouwkundige vergunning uitreiken? Als je de vergunning in handen hebt, moet je die uithangen op de bouwplaats en 35

dagen wachten voor je met de werken mag beginnen. In die periode is nog een administratief beroep mogelijk.

2. Gro

nd

we

rken

+ ruw

bo

uw

(inc

lusie

f da

k)

2.4 Sommige taken kunnen elkaar overlappen

2.4.1. De architect brengt tijdens de ruwbouwfase zijn aanbestedingsdossier

voor onder meer elektriciteit en sanitaire leidingen in orde

2.4.2 Binnenafwerking

2.4.3 Vul de aanvraagformulieren in van je netbeheerder voor de aansluiting

van de nutsvoorzieningen: water, elektriciteit, gas en kabeldistributie

2.5 Dakwerken (2 tot 3 weken)

2.6 Opmeten buitenschrijnwerk

2

2 groNDwerkeN + ruwbouw (inclusief dak: 60 tot 100 werkdagen). De uitvoeringstermijn hangt af van project tot project.

2.1 Kelder (3 weken)

Reken voor het uitgraven op twee werkdagen. Het gieten en drogen

van de betonnen kuip nemen snel twee tot drie weken in beslag.

Die termijn kan aanzienlijk oplopen naargelang het aantal muren

dat je wil laten optrekken.

2.2 Fundering (1 tot 2 werkdagen)

Geen kelder nodig? Het machinaal uitgraven van de fundering en

het opvullen met beton nemen een tot twee werkdagen in beslag.

2.3 Metselwerken (+ 50 werkdagen)

De grootste slokop inzake het aantal werkdagen zijn het optrekken

of aanbrengen van:

2.3.1 De dragende en binnenmuren,

2.3.2 De isolatie (controle door epb-verslaggever),

2.3.3 De buitenmuren.

2.4 Sommige taken kunnen elkaar overlappen

2.4.1

De architect brengt tijdens de ruwbouwfase zijn aanbestedingsdossier

voor onder meer elektriciteit en sanitaire leidingen in orde. Je kan

dit ook zelf doen, maar een lastenboek opstellen is allesbehalve

eenvoudig.

2.4.2 Binnenafwerking

Tijdens de ruwbouwfase kan je alleen of samen met de architect

bekijken welke vloeren, keuken, badkamer… je wil hebben.

2.4.3

Vul de aanvraagformulieren in van je netbeheerder voor de

aansluiting van de nutsvoorzieningen: water, elektriciteit, gas en

kabeldistributie.

2.5 Dakwerken (2 tot 3 weken)

Van onderdak tot dakbedekking. Het ideale scenario is dat

alle werken meteen op elkaar aansluiten. Helaas lukt dat

nagenoeg nooit, zeker niet als er gewerkt wordt met meerdere

onderaannemers die nog bezig zijn op een andere werf, daar

geconfronteerd worden met meerwerken, pech tijdens de bouw,

verloop van personeel et cetera. Geregeld ligt een bouwwerf dan

ook een aantal weken stil in afwachting van de volgende fase.

2.6 Opmeten buitenschrijnwerk

Als de ruwbouw klaar is en de dorpels geplaatst zijn, is het tijd

om het buitenschrijnwerk op te meten. Voor de productie daarvan

heeft de schrijnwerker 8 tot 10 weken nodig. Zorg in die periode

voor een goede werfafsluiting en controle door de buren, want

werfdiefstallen zijn tegenwoordig een echte plaag.

Page 13: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal

VentilatieDoor de evolutie naar energiezuiniger bouwen, komt er steeds meer

nadruk te liggen op isolatie en luchtdichtheid. Door die ontwikkeling

stijgt ook het belang van een goede ventilatie. Maar wat houdt dat

precies in, een ‘goede’ ventilatie? We overlopen de verschillende

ventilatiesystemen, bespreken hoe je verwarming en koeling kan

integreren in je ventilatieplan en sluiten af met enkele aandachtspunten

voor renovatie.

9

Nieuwbouw

• Hetbelangvanventilatie p2

• A,B,CenD:hetventilatiealfabet p2

• Welksysteemsluithetbestaanbijmijnproject? p4

R ReNovatie

• Moetikbijmijnverbouwingvoldoenaandeventilatie-eisen?p7

• Opzoeknaarhetgeschiktesysteemvoorrenovatie p7

+ eHbo-kit

• SOSgeluidshinder p5

• Hoehouikmijnventilatiesysteemproper? p6

In dIt hoofdstuk

Page 14: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal

H21 p2

VentilatieH9 p2

1 WaaRom ventileRen?

Doordat isolatie en luchtdichtheid een steeds

belangrijkere rol spelen bij nieuwbouw,

stijgt ook de nood aan een goede ventilatie.

Luchtcirculatie zorgt immers voor een gezond

binnenklimaat door ‘vervuilde’ lucht te

vervangen door nieuwe, verse lucht.

De lucht in een woning raakt vervuild

door blootstelling aan verschillende

vervuilingsbronnen: zweet, ademhaling,

huisdieren, onderhoudsproducten… Ook

bepaalde bouwmaterialen zoals verf en

lijm veroorzaken een beperkte afgifte van

schadelijke stoffen.

Vocht is eveneens een vervuilingsbron. Door

koken, wassen en poetsen kan de totale

vochtproductie oplopen tot 10 à 15 liter

per dag. Als deze verontreinigde lucht niet

wegraakt, zijn hoofdpijn, vermoeidheid,

duizeligheid of zelfs ademhalingsklachten

het gevolg. Daarnaast zijn er ook kwalijke

gevolgen voor het leefcomfort: geurhinder,

ongedierte, condensatie en schimmels.

Daarom is ventileren ook wettelijk verplicht.

De B in epb-eisen staat immers voor

‘binnenklimaat’. Deze binnenklimaateisen

houden in dat je het risico op oververhitting

in de zomer moet beperken en voor minimale

ventilatievoorzieningen moet zorgen.

2 Hoe ventileRen?

Waarom is het concept ventileren zo

belangrijk geworden dat het in de epb-eisen

werd opgenomen, terwijl er vroeger amper

aandacht werd aan geschonken? Dat komt

omdat in oudere woningen de ventilatie op

een ‘natuurlijke’ manier gebeurde via naden

en kieren. Door de matige luchtdichtheid

van oude gebouwen is er voldoende

luchtcirculatie zonder daar speciale

maatregelen voor te treffen. En als er intensief

moest verlucht worden, werden simpelweg de

ramen opengezet.

Deze verluchtingsmethodes hebben enkele

grote nadelen. Zo wordt er meestal veel te

veel ineens verlucht, heb je het raden naar de

richting van de luchtcirculatie, en is er geen

enkele vorm van regeling mogelijk. Een raam

openzetten, betekent ook energieverlies want

de verwarming moet extra werken om de

kamer weer op temperatuur te krijgen. Een

open raam geeft natuurlijk ook inbrekers en

insecten vrij spel.

2.1 Gecontroleerd ventileren

Nu de epb-eisen een betere isolatie en

strengere luchtdichtheid voorschrijven,

zijn luchtlekken in nieuwbouw (zo goed

als) verleden tijd. Om toch een gezond

binnenklimaat te garanderen, is het belangrijk

dat we op een andere manier gaan ventileren.

En zo komt gecontroleerde ventilatie op de

voorgrond: zelf bepalen waar, wanneer en

hoeveel lucht je aan- en afvoert.

De Belgische ventilatienorm hanteert enkele

vuistregels voor dat gecontroleerd ventileren.

Hoe en waar komt lucht de woning binnen?

Langs waar verlaat ze de leefruimtes? En

hoeveel lucht moet er minimaal ververst

worden om een gezond binnenklimaat te

creëren?

2.2 in = uit

De ‘richting’ van de luchtcirculatie ligt

vast. Toegevoerde lucht komt de woning

binnen via droge ruimtes als de woonkamer

en slaapkamer. Via doorstroomopeningen

verplaatst de lucht zich naar natte ruimtes

als badkamer, keuken en wc, waar ze wordt

afgevoerd.

In = uit. Dat wil zeggen dat de hoeveelheid

toegevoerde lucht gelijk moet zijn aan de

hoeveelheid afgevoerde lucht. Geen toevoer

zonder afvoer, en vice versa. Dat is zo voor

het hele huis, maar even goed voor de kamers

apart. Blaas je een bepaalde hoeveelheid lucht

je living in, dan zal die ook afgevoerd moeten

worden.

2.3 aanpassen aan de situatie

Verder is het verplicht om per uur per

vierkante meter vloeroppervlakte 3,6 kubieke

meter verse lucht toe te voeren en af te

voeren. 3,6 m³/h per m² is dus de absolute

minimumeis.

Per leefruimte is er ook een minimumdebiet

waaraan voldaan moet worden, zelfs al ligt

het berekende debiet aan de hand van de

3,6 m³/h per m²-formule lager.

De normen voor basisventilatie leggen

ook een maximumdebiet op: zelfs als de

berekeningen op een hoger getal uitkomen,

mag je het debiet tot dit maximum beperken.

Let op: voor de ruimte met de centrale

verwarming gelden er speciale eisen.

Dit minimum- en maximumdebiet creëren

wat bewegingsruimte om voor elke specifieke

leefsituatie een zo aangepast mogelijk

ventilatieplan te maken. Een grote leefruimte

in een huis met twee bewoners heeft immers

andere ventilatienoden dan een kleine

leefruimte van een gezin met drie kinderen.

Het is aan de architect om voor jouw woning

deze ventilatieberekeningen te maken. De

fabrikanten bieden trouwens online gratis

berekeningsprogramma’s aan waarmee je

architect die berekeningen vlot kan uitvoeren.

3 Het ventilatie- alfabet

Naargelang de luchttoevoer en -afvoer

natuurlijk of mechanisch gebeuren,

onderscheiden we vier verschillende

ventilatiesystemen: A, B, C en D.

De toevoer van verse lucht gebeurt in droge ruimtes zoals de woonkamer, de slaapkamer en het bureau. Via doorvoerroosters circuleert de lucht naar vochtige ruimtes waar hij vervolgens afgevoerd wordt.(Illustratie: Renson)

Page 15: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal

H21 p3p3

VentilatieH9

Systeem A: natuurlijke toe- en afvoerBij systeem A gebeurt de luchtcirculatie

op natuurlijke wijze aan de hand van

klimatologische drukverschillen. De lucht

komt de woning binnen via regelbare

toevoeropeningen (RTO’s) in ramen, muren

of dak. Deze RTO’s zijn regelbaar in die zin

dat je ze wat meer kan openen of sluiten. Zo

vermijd je dat je ventilatie in overdrive gaat

op winderige dagen. Bepaalde RTO’s zijn

zelfregelend: ze bepalen zelf hoeveel lucht ze

binnen laten.

Via doorvoeropeningen (DO) in de

vorm van kieren onder de deuren of

binnenmuurroosters, gaat de lucht vervolgens

richting natte ruimtes. Meestal volstaat

een kier van één centimeter voor een

goede doorstroming. In de natte ruimtes

verdwijnt de vervuilde lucht via regelbare

afvoeropeningen (RAO) in een verticaal

kanaal dat boven het dak uitmondt.

Systeem B: mechanische toevoer, natuurlijk afvoerDe afvoer gebeurt op dezelfde manier als bij

het voorgaande systeem, maar de toevoer

vindt ‘mechanisch’ plaats met behulp van

ventilatoren. Dit systeem wordt amper

toegepast in woningen en komt verder dan

ook niet meer ter sprake.

Systeem C: natuurlijke toevoer, mechanische afvoerDe toevoer vindt net zoals bij systeem A

plaats met RTO’s. De afvoer gebeurt echter

mechanisch via afvoeropeningen (AO) met

extractieventielen in de natte ruimtes. Zo’n

ventiel bestaat uit een filter die de lucht

zuivert en een geluidsdemper die het lawaai

van de installatie tot een minimum beperkt.

Binnen het systeem C is er ook een categorie

vraaggestuurde ventilatie. Daarbij gebeurt de

afvoer op een gecontroleerde manier en enkel

als het nodig is. Via ingebouwde sensoren

(vocht, temperatuur, beweging en CO2) in

de natte ruimtes wordt het extractiedebiet

aangepast aan de werkelijke woonsituatie.

Systeem D: mechanische toe- en afvoerBij systeem D gebeurt alles mechanisch.

Dat betekent dat er ook een dubbel

kanalennet nodig is: één voor de toevoer

met toevoeropeningen (TO) in de droge

ruimtes en één voor de afvoer in de natte

ruimtes met AO’s. Het grote voordeel is dat

het systeem volledig regelbaar is: je kan een

goed evenwicht bereiken tussen aan- en

toevoer. Daarom wordt het systeem D ook

wel ‘balansventilatie’ genoemd.

foto's: Ventiline

Page 16: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal

H21 p4

VentilatieH9 p4

4 a, C of D? Wat moet ik nu kiezen?

Nu je weet wat de mogelijkheden zijn, moet

je de knoop doorhakken: A, C of D? Weet

dat dé ideale keuze niet bestaat. Er zijn heel

wat criteria die je keuze kunnen beïnvloeden.

Bepaalde punten zullen, afhankelijk van

jouw concrete woonsituatie, bij jou harder

doorwegen dan bij andere bouwheren.

Algemeen kan je stellen dat hoe meer je

investeert in de isolatie en luchtdichtheid

van je woning, hoe meer het de moeite

loont om ook extra te investeren in een

duurder ventilatiesysteem. Het heeft immers

geen zin om een systeem D te integreren

in een woning die maar net voldoet aan de

energetische basiseisen, terwijl het omgekeerd

niet logisch is om een lage energiewoning of

passiefhuis uit te rusten met een systeem A.

Maar welke criteria zijn er nu om voor een

bepaald systeem te kiezen? Wij lijsten de

belangrijkste op per systeem. Aan jou en

je architect om de juiste keuze te maken

naargelang jouw ontwerp, wensen en

beschikbaar budget.

Omdat systeem D mechanisch werkt en

daarom volledig regelbaar is, haalt het

de hoogste score qua luchtkwaliteit en

temperatuurcomfort.

Vraaggestuurde C-systemen ventileren enkel

wanneer nodig en beperken bijgevolg de

aanvoer van koude verse lucht en de hiermee

gepaard gaande warmteverliezen. Vandaar

dat vraaggestuurde C-systemen een grotere

invloed op het E-peil hebben dan de klassieke

C-systemen.

Bij systeem C en vooral bij systeem A is de

kans groter dat je de luchtcirculatie ervaart

als tocht. Ook al zijn de RTO’s regelbaar,

toch heb je de luchttoevoer niet 100 % onder

controle, wat zijn gevolgen heeft voor de

debietregeling en het temperatuurcomfort.

4.1 lawaai van binnen en buiten

Wat in het nadeel speelt van systeem D, is

het gevaar dat de installatie lawaaihinder

veroorzaakt. De mechanische componenten

produceren door hun werking immers geluid

dat zich via het kanalennet kan verspreiden.

Lees in het kaderstuk ‘SOS geluidshinder’

waarop je moet letten om het akoestisch

comfort te maximaliseren.

Het omgevingslawaai kan bij systemen A en

C dan weer een struikelblok vormen. Deze

types werken immers met verschillende

RTO’s in muren, ramen of dak, waarlangs

extern lawaai de woning kan binnendringen.

Daarom is het aangeraden om deze

openingen zo ver mogelijk weg te houden

van lawaaibronnen én voor akoestisch

dempende roosters te kiezen. Bij systeem D

is er slechts één TO en AO, die in de meeste

gevallen op dakniveau worden weggewerkt.

Er zijn dus minder doorbrekingen van de

bouwschil en er is bijgevolg minder kans op

geluidshinder van buitenaf. Daarnaast treedt

de zolder ook op als een geluidsbuffer.

Aangezien systeem D de meeste mechanische

componenten bevat, is het logisch dat het

elektriciteitsverbruik ervan hoger ligt dan bij

de andere systemen. Om het energieverbruik

SySteem A SySteem C SySteem D

Volledig natuurlijk

mechanische afvoer

Volledig mechanisch

Luchtkwaliteit- en debieten +/- ++ +++

Temperatuurcomfort Risico op tocht Risico op tocht Goed

Lawaai van buiten - - +

Installatielawaai Geen +/- -

Mogelijke

warmterecuperatieNeen Warmtepompboiler WTW

Invloed op E-peil +/- + +++

Onderhoud € €€ €€€

Investering € €€ €€€

foto: Renson

nachtkoelingsroostersEen geval apart onder de ventilatieroosters zijn de nachtkoelingsroosters die meer gericht

zijn op koeling dan op ventilatie. De koelere nachtlucht is ideaal om op een energiezuinige

manier de binnenlucht af te koelen. Omdat de debieten van nightcooling hoger liggen dan

die van basisventilatie, worden andere types roosters gebruikt om die grotere luchtstromen

te garanderen.

Hierbij onderscheidt men opbouw- en inbouwroosters. Het eerste type, vergelijkbaar met

vliegenramen, wordt tijdelijk (bijvoorbeeld enkel tijdens de zomer) of permanent op het

raam geplaatst. Door het raam achter dit rooster ‘s nachts te openen, komt er frisse lucht

binnen zonder dat er insecten of inbrekers kunnen binnendringen.

Page 17: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal

Ventilatie R

R eNOVAtIe

H21 p7p7

Ventilatie

H9

9

8 ventilatie bij Renovatie

De criteria die meespelen bij de keuze voor

een ventilatiesysteem A, C of D werden al

besproken in punt 4. Maar specifiek voor

renovatie komt er een extra uitdaging bij: het

systeem in een bestaande woning integreren.

Waar je bij nieuwbouw het ontwerp hier en

daar kunt aanpassen aan de ventilatienoden,

hebben jij en je architect hier heel wat minder

bewegingsruimte. De keuze voor een bepaald

ventilatiesysteem zal dan ook sterk afhangen

van hoe makkelijk het is om het systeem in

de woning weg te werken.

De volgende vraag is dan hoe je dat praktisch

aanpakt. Samen met je architect zal je op

min of meer dezelfde manier moeten te werk

gaan als bij een nieuwe woning: analyse van

de huidige situatie, het concept en ontwerp

daarop afstemmen, om dan over te gaan

tot de eigenlijke integratie en installatie van

het systeem. Hou er ook rekening mee dat

bepaalde ventilatiekeuzes invloed zullen

hebben op ontwerpkeuzes in de renovatie.

8.1 a, C of D?

Een systeem A is het overwegen waard indien

de renovatie beperkt is en het schrijnwerk

sowieso aan vervanging toe is. Als je je

oude ramen vervangt, moet je er gewoon op

letten dat je kiest voor ramen met RTO’s. De

aanwezigheid van een verticaal afvoerkanaal

speelt natuurlijk in het voordeel van dit

ventilatiesysteem.

Een systeem C is eveneens aangewezen als

je toch van plan bent om het schrijnwerk

te vervangen. In tegenstelling tot systeem

A moet je natuurlijk wel de ruimte en de

mogelijkheid hebben om het kanalennet voor

de afvoer weg te werken. En die beschikbare

ruimte zal nog groter moeten zijn voor een

systeem D, want dan zit je natuurlijk met

een dubbel kanalensysteem. Balansventilatie

is trouwens enkel nuttig bij een ver

doorgedreven energetische renovatie. Zolang

het gebouw immers niet goed geïsoleerd en

luchtdicht is, heeft het geen zin om extra te

investeren in een duur ventilatiesysteem.

8.2 Decentraal

Naast het systeemtype, moet je ook een keuze

maken tussen een centraal of decentraal

systeem. Bij een decentraal systeem wordt

elke ruimte apart voorzien van een directe

toe- of afvoer naar buiten zonder dat er een

gemeenschappelijk kanalennet bij komt

kijken. Een interessante optie bij renovaties

omdat de woningindeling niet zo’n grote rol

speelt en je de renovatie kamer per kamer en

dus fase per fase kan aanpakken.

8.3 uitbreidingen

Als je je woning wil uitbreiden, moet het

aangebouwde deel voldoen aan de minimale

ventilatie-eisen. Voor het bestaande deel

gelden er dus geen verplichtingen.

Stel dat je de woonkamer wil uitbreiden door

een stuk aan het bestaande bouwvolume

bij te bouwen, dan zal de uitbreiding

moeten voldoen aan de minimale

ventilatievoorzieningen. Omdat het hier gaat

om een droge ruimte, zal je in een regelbare

toevoeropening moeten voorzien.

Een ander voorbeeld is als je aan de

keuken een zithoek wil bijbouwen. Dan

moeten er én een toevoeropening én een

doorstroomopening zijn aangezien je een

droge ruimte verbindt met een natte ruimte.

Als je de keuken wil uitbreiden, moet je enkel

een afvoeropening voorzien. De bedoeling

is om de bijbouw alvast voor te bereiden

als er later in de rest van de woning een

ventilatiesysteem wordt geplaatst.

Een ventilatiesysteem in een bestaande woning integreren, hangt

altijd samen met een groter renovatieplaatje. Want als je je woning

na-isoleert, de koudebruggen aanpakt en de luchtdichtheid verbetert,

werpt zich de vraag op hoe je ook je binnenklimaat een upgrade kunt

geven. En hoe zit dat nu precies als je niet wil renoveren, maar je

woning wil uitbreiden?

foto: Renson

Page 18: H21 p4 - Bouwinnovatie gids Verstandig Bouwen.pdf · bloed, zweet en tranen gigantisch veel tijd. Je mag bovendien niet te licht gaan over de technische kant van de zaak. Om helemaal