GO!Mobility Magazine nummer #3 2014
-
Upload
rai-vereniging -
Category
Documents
-
view
241 -
download
6
description
Transcript of GO!Mobility Magazine nummer #3 2014
GO!MOBILITY #3Magazine RAI Vereniging
JAARGANG 4 – JUNI 2014 – NR 3
THEMA: VAKMANSCHAP
UITLAATGELUID OP MAAT • E-TRUCKSKOELEN ALS HANDELSMERK • ELMER VANGRONDELLE • SEXY BAGAGEDRAGERS
GO!GO!
Dit magazine is gedrukt op duurzaam papier.
GO!Mobility een uitgave van RAI Vereniging, postbus 74800, 1070 DM Amsterdam, telefoon (020) 504 49 49,www.raivereniging.nl.
GO!Mobility verschijnt 5 keer per jaar en is o.a. bestemd voor politici, overheidsinstanties, de media en ledenvan RAI Vereniging.Verspreiding vindt plaats op basis vancontrolled circulation. Losse verkoopprijs: 9,95 euro.GO!Mobility is ook als digitaal magazine te lezen op www.raivereniging.nl
UitgeverAmsterdam RAI
RedactieMenno Timmer, hoofdredacteur
RedactieraadHarald Bresser, Cees Boutens, Jeroen van de Braak, Ilse Bartels, Mark van Dansik, Isabel Cloudt
RedactieadresGO!MobilityPostbus 777771070 MS AmsterdamBezoekadres:Europaplein1078 GZ AmsterdamTel. 020-549 12 12E-mail: [email protected]
COLOFON
KOELEN ALS HANDELSMERKDat er in Nederland volop bestaansrecht is voor ondernemingen die op
basis van vakmanschap in staat zijn om hoogwaardige specialistische pro-
ducten te produceren bewijst de Nederlandse Radiateuren Fabriek (NRF).
Deze vooraanstaande fabrikant van radiateuren, koelblokken, lucht- en
oliekoelers en airconditioningscomponenten ten behoeve van de zeevaart,
industriële toepassingen en de automotive markt, levert maatwerk aan
klanten over de gehele wereld.
UITLAATGELUID OP MAATEen motorgeluid dat beschaafd klinkt waar het moet en een fantastisch gevoel
van beleving oproept waar het kan. Dat uitgangspunt vormt de basis van het
elektronisch regelbare uitlaatsysteem van The Jekill & Hyde Company.
Dit Nederlandse bedrijf levert, onder de merknaam Dr. Jekill & Mr. Hyde,
deze innovatieve en in eigen beheer ontwikkelde uitlaatsystemen inmiddels
wereldwijd. Doelgroep is de ‘socially involved’ motorrijder. Die wil ultieme
beleving, maar niet ten koste van anderen.
RAI SOCIETYRuim 250 leden van RAI Vereni-
ging en BOVAG bezochten op 24
april het seminar ‘Visie Toekomst
Aftersales’.
PAGINA 18
UITGESPROKENRobert Kramer, directeur-eigenaar
van Clean Mat Trucks, geeft zijn
mobiliteitsvisie.
PAGINA 23
MARKTANALYSENederlandse gemeenten verwach-
ten dit jaar 660 miljoen euro op te
halen aan parkeerbelasting. Dat is
15 miljoen euro meer dan in 2013.
PAGINA 24
GO!FACTORFreelance (auto) journalist Gies
Aalberts met zijn GSA Club uit
1982.
PAGINA 27
ECO-TRENDSDeze band van Goodyear, zo
groot als een olifant, geldt als de
grootste band ter wereld.
PAGINA 20
6
16
MedewerkersSjoerd van der Linden, Elmer van GrondelleOntwerp: PWAD AmsterdamVormgeving:Van Munster & BosFotografie: Ton van Til, Johan Peter vander Stouwe, Maurits van HoutIllustraties: Onno KortlandDruk: W.C. den OudenISSN: 2212-8182
© 2014 Amsterdam RAI – alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen
in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen, of enige andere wijze, in elke vorm, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
--------------------
THEMA:
VAKMANSCHAP
--------------------
2INhoud
,
Vakmanschap is strategisch en high-tech
Vakmanschap, meesterschap, ambacht… woorden met
een onthaastende ondertoon, ingegeven door de notie
van de tijd nemen om iets heel goed te doen. In de auto-
wereld denken we bij vakmanschap al gauw aan exclu-
sieve merken. Romantische beelden van vakmensen bij
Aston Martin of Rolls Royce die zorgvuldig de mooiste
huiden selecteren, vanzelfsprekend van koeien uit een
pikkeldraadloze weide, om vervolgens in alle rust
interieurdelen te vervaardigen. Of die specialist bij
Lamborghini die feilloos de best passende zuiger en zui-
gerveren voor iedere cilinder selecteert, door ze op
gevoel in de cilinder heen en weer te schuiven.
Dat Lamborghini, Ferrari, De Tomaso en Maserati alle-
maal in dezelfde regio gebouwd worden is geen toeval.
De regio Modena kent een eeuwenoude ambachts tra -
ditie. Zadelmakers, wapensmeden en sieradenmakers
gingen de huidige ambachtslieden voor. In geen andere
regio op de wereld zijn ambachten zo veelvuldig en rijk
vertegenwoordigd. Het gaat dus naast tijd ook om
ambachtelijke kwaliteit. De trotse naam van de vakman
die de motor bouwde, op het gegraveerde plaatje op het
motorblok, vertaalt zich in de trots van de eigenaar van
de auto. Een perfect verhaal voor aan de bar met je auto-
sleutel nonchalant bungelend aan je pink. Maar de bete-
kenis van nostalgie is dat we het verleden idealiseren.
In de praktijk kan handbouw niet meer tippen aan de
werkelijkheid. De tegenwoordige ontwerptechnieken,
hoogwaardige materialen en de toleranties waarmee we
machinaal kunnen produceren zijn allang niet meer te
evenaren door menselijke zintuigen en gevoel.
De derde en bepalende factor, naast tijd en kwaliteit,
zijn de productieaantallen. Die bepalen het ontwerp, de
productietechniek en het productieproces. Een simpel
economisch vraagstuk waarin handgebouwd vooral nog
bestaansrecht heeft als het gaat om heel kleine series of
enkelstuks zoals Ginaf’s bijzondere voertuigen of Bever’s
aanpassingen aan bestaande voertuigen. En die bedrijven
moeten meer dan ooit, alle romantische voorstellingen ten
spijt, met de modernste ontwerp systemen en technieken
hun domein verdedigen om bedreigende ontwikkelingen
voor te blijven.
Of het nu om auto’s gaat, elektrisch gereedschap of kunst-
stof diepvriesdozen. We worden verrast door een kwaliteit
waarvan we eigenlijk dachten dat die was voorbehouden
aan premium merken. Hoogwaardige CAD gestuurde ont-
werpprocessen, materialen en productietechnieken hebben
kwaliteit gedemocratiseerd. Daar waar vakmanschap
impliciet stond voor kwaliteit moet de vakman nu bewijzen
‘fabriekskwaliteit’ te kunnen leveren.
Grote Italiaanse ontwerphuizen als Bertone en Pininfarina
zagen hun vakmanschap, het bouwen van kleine series,
zoals cabrio’s, als onvervangbaar. En kwamen in onover -
komelijke problemen toen de grote merken die kleine series
niet langer bij hen lieten bouwen, maar die op dezelfde lijn
gingen vervaardigen als hun eigen volume modellen.
Vakmanschap gaat dus meer dan ooit over vooruit zien en
voorop lopen: het beheersen van de nieuwste ontwerp-
methodes en technologieën en constante vernieuwing
staan centraal. Vakmanschap is strategisch en high-tech.
Elmer van Grondelle, MBA Ba Advanced Automotive
Design TU Delft
elmer van grondelle3
4
GO!
BRANCHE NIEUWS
Intensief overleg door RAI Vereniging en Amsterdam RAImet de auto-importeurs heeft er toe geleid dat AutoRAI2015 weer op de beursagenda staat. AutoRAI 2015 wordtgehouden van 16 tot en met 26 april in Amsterdam RAI.Vrijwel alle merken hebben zich inmiddels ingeschreven.
Autoliefhebbers kunnen een compleet overzicht van primeurs, speciale
uitvoeringen, supercars en klassiekers verwachten. Speciale aandacht is
er voor design, inclusief design iconen uit heden en verleden. Ook wordt
het mogelijk om zelf te rijden in de nieuwste modellen en de laatste
technologische ontwikkelingen te ervaren.
Onderdelen & accessoires zullen eveneens een belangrijke plek krijgen
op de beurs. “Met de ervaringen uit het verleden en de voorkeur vanuit
zowel bezoekers als importeurs voor merkenstands waren de randvoor-
waarden duidelijk. AutoRAI 2015 zal bezoekers zeker positief verrassen”,
reageert Olaf de Bruijn, directeur RAI Vereniging.
Een dag voordat de AutoRAI de deuren voor het publiek opent zal de
officiële Vakdag plaatsvinden. Deze dag, die alleen voor genodigden is,
wordt gecombineerd met Fleet Expo, het vakevenement voor fleet -
managers. Ook zal op die avond een Exclusieve Preview voor
genodigden plaatsvinden. Vanaf vrijdag 17 april zijn de publieksdagen
met op de doordeweekse dagen een avondopen -
stelling tot 22.00 uur. Meer informatie is te vinden
op www.autorai.nl of facebook.com/autorai.
De directeuren van beide Publiek-
Private Partnerschappen, Aletta
Koster en Nico Anten, constate-
ren dat er veel mogelijkheden zijn
om elkaars netwerken te verbin-
den en te versterken. Beide part-
nerschappen richten zich op
duurzame mobiliteit en stedelijke
bereikbaarheid.
De Dutch Cycling Embassy is een
onafhankelijk partnerschap voor
de buitenlandse vraag naar de
Nederlandse deskundigheid op
het gebied van de fiets en het fiet-
sen. Als stichting behartigt de
Dutch Cycling Embassy de belan-
gen van zowel publieke als private
organisaties die de fietsmobiliteit
internationaal willen promoten.
Met als doel bijdragen te leveren
aan internationale samenwerkin-
gen, exportbevordering en Hol-
land Branding. Door bundeling
van partijen, die beschikken over
kennis, expertise en producten
van de Nederlandse fietscultuur,
kan de Dutch Cycling Embassy de
fietsinclusieve mobiliteit interna-
tionaal positioneren om fietsen
voor iedereen mogelijk te maken.
Connekt is een onafhankelijk
netwerk van 125 bedrijven, over-
heden en kennisinstellingen dat
partijen verbindt om te werken
aan duurzame mobiliteit in
Nederland. Door slimme samen-
werking kunnen beide netwerken
meer invulling geven aan elkaars
projecten en activiteiten in
binnen- en buitenland.
AutoRAI terug van weggeweest
De Dutch Cycling Embassy en Connekt hebben tijdensIntertraffic in Amsterdam RAI een Memorandum ofUnderstanding getekend om het fietsgebruik nationaal eninternationaal niveau te bevorderen.
Samenwerking Dutch Cycling Embassy en Connekt
Vrijwel alle automerken doen mee aan AutoRAI 2015.
Aletta Koster (Dutch Cycling Embassy) en Nico Anten (Connekt) gaan samen de fiets als
mobiliteitsoplossing propageren.
5
Maatschappelijke schade fietsdiefstal 600 miljoen euro
Dalende omzetten, krappere marges, minder onder-houdsmomenten en dalende autoverkopen dwingen garagisten om hun business modellen nog eens goedtegen het licht te houden.
Hoe de automotive aftersales market er op termijn precies uit zal zien
blijft koffiedik kijken. Vast staat dat kostenbeheersing binnen de sector
in alle gevallen een dominante rol zal spelen, zo blijkt uit het rapport
‘Visie Toekomst Aftersales van RAI Vereniging en BOVAG.
Tijdens een speciaal After Sales Seminar in Eden, presenteerden RAI
Vereniging en BOVAG een viertal toekomstscenario’s die inzicht moe-
ten geven in de ontwikkelingen waarmee de branche richting 2025 te
maken kan krijgen. Dit zijn volgens Jeroen van de Braak, secretaris
afdeling Autovak van RAI Vereniging: de Ketenkaper, de Innovatieve
Intermediar, de Robuuste Retailer en de Mobiliteitsmaker. Bij de
Ketenkaper gaat het om intermediairs zoals Bookings.com en Groupon
die bemiddelen in producten als (aankoop)keuringen, onderhouds-
beurten, bandenwissels etc en die de consument op basis van prijs en
gemak onderhoudscontracten aanbieden. Bij de Innovatieve Inter -
mediair zijn het externe (technologie)concerns als Google, Microsoft,
maar ook Virgin, die hun eerste schreden zetten in de automotive
sector en mobiliteits-
diensten gaan aanbie-
den. Bij de Robuuste
Retailer staan met
name dealerholdings en
garageconcepten cen-
traal. Bij dit model ligt
de focus op transparan-
tie, gemak (halen en
brengen) en toeganke-
lijkheid. Bij de Mobili-
teitsmaker zijn het de
autofabrikanten zelf en
leasemaatschappijen
die nieuwe mobiliteits-
producten, zoals
private leasing en car sharing producten op de markt brengen. De
genoemde scenario’s hebben als doel om de verschillende spelers in
de automotive sector uit te dagen om na te denken over de kansen,
bedreigingen en opties voor het eigen bedrijf en na te gaan of hun
huidige strategie nog valide en toekomstbestendig is.
RAI Vereniging vindt dat fietsdiefstal hoger op de poli-tieke agenda moet komen. Op dit moment verwisselenjaarlijks in Nederland ongeveer 600.000 fietsen onvrij-willig van eigenaar.
Uitgaande van een gemiddelde verkoopprijs van 989 euro bij de vak-
handel veroorzaakt fietsdiefstal een economische schadepost van zo’n
600 miljoen euro. Onacceptabel vindt Quirijn Teunissen, die namens
RAI Vereniging binnen de Stuurgroep
Fietsdiefstal de fietsfabrikanten en
importeurs vertegenwoordigt.
Om het aantal gestolen fietsen de
komende jaren maximaal terug te drin-
gen heeft de Stuurgroep onlangs het
‘Raamplan Fietsdiefstal 2014 - 2017’
vastgesteld. Daarbij zet dit samen -
werkingsverband, waarin ook
RAI Vereniging participeert, in op een
driesporenbeleid. Dit raamplan omvat
drie centrale thema’s: fysieke preventie,
identificatie & registratie en opsporing en handhaving. “Het ultieme
doel is de aangiftebereidheid te vergroten en in het verlengde daarvan
het belang van een adequaat handhavingsbeleid nog meer op het
netvlies bij politici te krijgen”, vervolgt Teunissen. Hij wijst er in dit
verband op dat er indicaties zijn dat op locaal niveau weer sprake is van
een toename van fietsdiefstal. Teunissen: “het gaat daarbij niet, zoals in
het verleden, om eenlingen of opportunistische junks die snel geld
nodig hebben, maar om serieuze georganiseerde bendes die vele tien-
tallen fietsen tegelijkertijd stelen.”
Een gezamenlijke activiteit van de
Stuurgroep Fietsdiefstal die inmiddels
behoorlijk succesvol is gebleken is de
inzet van zogenaamde ‘lokfietsen’.
Vorig jaar werd de lokfiets in totaal 800
keer ingezet, wat in tweederde van de
gevallen tot een aanhouding leidde.
Een mooi resultaat, vindt Teunissen.
“Maar er valt nog meer winst te
behalen als fietsdiefstal meer prioriteit
krijgt bij de politiek.”
Automotive aftersales markt verandert fundamenteel
Jeroen van de Braak:
‘kostenbeheersing zal
binnen de sector een
belangrijke rol spelen’.
Fietsdiefstal zou meer politieke prioriteit moeten krijgen.
GO!
6
Devan het als handels
Nederlandse Radiateuren Fabriek
7
NRF, dat in 1927 werd opgericht, ontwikkelt en vervaar-
digt vanuit de fabriek in Mill de meest geavanceerde syste-
men voor warmtewisseling. Autofabrikanten, industriële
bedrijven, scheepswerven evenals de aftermarket behoren
tot de vaste klanten. Aangezien het bedrijf inmiddels
beschikt over vier fabrieken in Europa, tien distributiecen-
tra en meer dan 5.000 aftermarket artikelen op voorraad
houdt, is NRF in staat om snel en flexibel te voldoen aan de
wensen van afnemers. “We groeien flink tegen de stroom
in”, verklaart Toebes. Dat is volgens hem te danken aan de
bedrijfsfilosofie die geënt is op een super efficiënte supply
chain voor de aftermarket én op het leveren van een
maximale toegevoegde waarde voor industriele maatwerk
klanten, dat Toebes met een mooi woord ‘thermal
engineering’ noemt.
Indiaas dochterbedrijfDaarnaast heeft NRF als voordeel dat het onderdeel uit-
maakt van het in India gevestigde zusterbedrijf Banco met
vijf fabrieken. “Dit betekent dat wij, anders dan de concur-
rentie, voor de aankoop van bepaalde aftermarket produc-
ten, niet afhankelijk zijn van partijen in lage lonen landen.
Banco bouwt immers voor ons in India goedkope, hoog-
waardige koelingsproducten. Met als grote voordelen:
méér controle op de keten, kortere lijnen, grotere flexibili-
teit en scherpe prijzen.”
Dat er in Nederland volop bestaansrechtis voor onder nemingen die op basis vanvakmanschap in staat zijn om hoog-waardige specialistische producten teproduceren bewijst de NederlandseRadiateuren Fabriek (NRF). Deze voor-aanstaande fabrikant van radiateuren,koelblokken, lucht- en oliekoelers en air-conditioningscomponenten ten behoevevan de zeevaart, industriële toepassin-gen en de automotive markt, levertmaatwerk aan klanten over de gehelewereld. Concurrentie vanuit bijvoor-beeld lage lonen landen uit het VerreOosten hoeft NRF niet te duchten.“Want’, zegt Frank Toebes, directeurverkoop, “wij hebben Azië in eigen huis.”
Frank Toebes (r) en Frans Ackermans: ‘We willen
de aftermarket honderd procent efficiency bieden.’
merk
8
GO!
Toebes schat dat NRF van de omzet van 80
miljoen euro per jaar ongeveer 10 procent in
Nederland realiseert. De rest is afkomstig van
afzetmarkten in West- en Oost-Europa en in
toenemende mate uit de regio’s buiten de EU.
Van het totale productiepalet is ruwweg de
helft bestemd voor de automotive aftermar-
ket. De segmenten ‘marine’ (boten) en indu -
strie zijn ieder goed voor een kwart van de
productie.
Kleine seriesDe fabriek van NRF kent drie divisies: 1) de
productie van koper/messing radiateuren
voor industriële toepassingen. Denk aan
treinen, off shore koelsystemen, power gene-
ration; 2) aluminium radiateuren, lucht- en
oliekoelers voor de automotive markt en 3)
scheepskoelers. Meestal gaat het om kleine
series of enkele stuks waarbij veel handwerk
komt kijken, zegt productie manager Frans
Ackermans. Hij legt uit dat een radiateurblok
bestaat uit drie basiscomponenten: lamellen,
de pijpen (waarin de radiateurvloeistof gaat)
en de collecteur. “Vrijwel alles wordt op
klantspecificatie gemaakt. De maatvoeringen
zijn nagenoeg onbeperkt. In feite is alles
mogelijk. En ondanks dat is sprake van een
zeer ‘lean’ productieproces, want tachtig pro-
cent van de bestellingen bij de koper/messing
productie, die bijvoorbeeld vandaag binnen-
komen, gaat nog dezelfde dag – binnen drie
uur zelfs – de deur uit.”
Bar & PlateDat neemt niet weg dat de volumes op jaarba-
sis nog behoorlijk indrukwekkend zijn.
Ackermans becijfert dat per jaar zo’n 50.000
koelers de fabriek verlaten, voornamelijk voor
marine, eerste montage truck en industriele
toepassingen. Hij constateert wel dat de pro-
ductie in Nederland voor de automotive markt
onder druk staat. Om de terugval in die sector
te compenseren tracht NRF nieuwe niches aan
te boren. Zoals het bouwen van zogeheten
‘Bar & Plate’ koelsystemen voor industriële
toepassingen via de thermal engineering divi-
sie. Ackermans wijst op een groot langwerpig
aluminium blok. “Dit exemplaar is bestemd
voor een windmolen. Ook die moeten wor-
den gekoeld als ze energie opwekken. Meestal
gaat het om series van een of twee stuks en
ook hier gelden levertijden van maximaal drie
dagen.. Hierin gaat NRF flink investeren. Er
ligt een investeringsplan van 600.000 euro.
Dit is de toekomst voor onze fabrieken.”
Easy FitOm de positie op de aftermarket te versterken
heeft NRF onlangs een nieuw gamma artike-
len onder de naam ‘Easy Fit’ geïntroduceerd,
vertelt product manager Erik Wijnhoven.
Deze complete installatie kit maakt het inbou-
wen van radiateurs, compressors, condensors,
drogers en verdampers eenvoudiger. “De
klant krijgt zo een complete doos met oplos-
singen geleverd.”
Om de motorkoeling van zware bedrijfs -
wagens te verbeteren levert NRF sinds kort
ook zogeheten ‘fan clutches’. Wijnhoven:
“Deze productlijn, bestemd voor de vervan-
gingsmarkt van trucks, zorgt voor een
optimale, elektromagnetische en door het
motormanagementsysteem gestuurde koeling
op het moment dat het koelsysteem hier om
vraagt. Met als bijkomende voordelen minder
brandstofverbruik en een reductie van het
motorgeluid.”
Twee uiterstenVolgens Frank Toebes is het voor NRF telkens
weer een uitdaging ervoor te zorgen de meest
uiteenlopende klanten tevreden te kunnen
stellen. Niet alleen de professionele afnemer
met zijn koelsysteem voor een windmolen,
maar ook de eigenaar van een klassieke T-Ford
die op zoek is naar een nieuwe koper/messing
radiateur. “De eerste is uitsluitend geïnteres-
seerd in de druk die hij op het koelsysteem
kan zetten en de laatste wil gewoon een
visueel aantrekkelijke radiateur. Dan heb je te
maken met twee uitersten.”
Voor de komende jaren verwacht Toebes ver-
dere expansie en omzetgroei te kunnen reali-
seren. Niet zonder trots meldt hij dat NRF het
afgelopen jaar in is geslaagd dubbele groei -
cijfers te realiseren. “Die lijn gaan we voort-
zetten. Onder andere door meer kennis met
onze producten mee te geven gericht op niche
markten. Daarnaast willen we de aftermarket
honderd procent efficiency bieden. NRF
beschikt over grote magazijnen op strate -
gische locaties, zodat klanten kiezen voor
producten direct uit de fabriek, een hub of een
kleiner sattelietmagazijn. Op die manier zijn
er minder tussenschakels en is het mogelijk
om sneller, efficiënter en tegen de laagste
kosten te leveren. Daarmee willen we de
aftermarket voor ons winnen.”
Frank Toebes: ‘Het is een uitdaging om de meest uiteenlopende
klanten tevreden te kunnen stellen.’
‘NRF heeft Aziëin eigen huis’
9
Sterkere, lichtere en sexier bagagedragers
De uitdaging van Metaalwarenfabriek STECO:
Toch slaagt de onderneming daar opmerkelijk goed in. “Als ik al die
jonge meiden met onze dragers zie fietsen dan kun je moeilijk beweren
dat onze producten niet sexy zijn”, zegt directeur Gert Jan van den Top.
Van den Top geeft al 36 jaar leiding aan het familiebedrijf in Stroe dat
een fascinatie heeft voor het op een ambachtelijke wijze bewerken van
metaal. Iets dat volgens hem overigens geenszins betekent dat Steco
niet met zijn tijd is meegegaan. Integendeel, want met name het laatste
decennium is veel geïnvesteerd in scholing, automatisering en roboti-
Metaalwarenfabriek Steco, fabrikant van bagagedragers voor de fietsindustrie, staat voor deschier onmogelijke opgave om een kwalitatief hoogwaardig, mulitifunctioneel en modieus product op de markt te brengen dat ook nog eens allerlei tegenstrijdige eigenschappen in zichverenigt. Een bagagedrager dient immers tegelijkertijd stijlvol, licht, sterk én robuust te zijn.
Gert Jan van den Top (l) en zijn beoogde opvolger; zijn zoon Gerhard van den Top.
GO!
10
sering. “Dat is een must om aan de eisen van
de afnemers te kunnen voldoen. Die verlan-
gen een hoge mate van flexibiliteit, kwaliteit
en superkorte levertijden. Wij zijn bijvoor-
beeld in staat om een ‘oma- fietsdrager’ op
maat in 14 dagen te leveren. Fabrikanten kun-
nen zich met een fietsdrager bovendien
onderscheiden. Het is een essentieel onder-
deel om de fiets een eigen gezicht te geven.”
Tien gebodenSteco werd in 1928 opgericht. De naam is
afgeleid van de toenmalige grondlegger Van
der Steeg en zijn compagnon Van den Top, de
grootvader van de huidige directeur. Inmid-
dels staat Gerhard van den Top, de vierde
generatie, alweer in de startblokken om de
zaak binnen een jaar van zijn vader over te
nemen. Hij zal, nog veel meer dan in het ver-
leden het geval was, de wensen van afnemers
moeten vertalen in goed doordachte, crea-
tieve, innovatieve producten met een aantrek-
kelijke ‘look and feel’ factor. Want lag in de
vooroorlogse jaren het accent nog op met
name uit (holle) buizen vervaardigde bagage-
dragers die veel gewicht moesten kunnen tor-
sen, tegenwoordig voeren in het
productieproces aspecten als design en ron-
dere vormen de boventoon. Van den Top:
“vroeger stond een goed product synoniem
voor technisch hoogwaardig. Nu moet het
vooral leuk, sexy en jong zijn. Dat het tech-
nisch allemaal wel goed zit is in de branche
een vanzelfsprekendheid. Een onterechte aan-
name, want je zal alle containers maar moeten
betalen die gevuld zijn met producten die
‘bijna goed’ zijn. Gelukkig zijn fietsdragers
wel onderworpen aan Europese normen,
zodat onze concurrenten in ieder geval aan
minimale kwaliteitseisen moeten voldoen en
‘Als er een !etsenhemelis, dan moet die hier zijn’
11
wij in staat zijn eerlijke en betaalbare produc-
ten te leveren.”
Wat dat betreft zegt hij blij te zijn geen fiets-
lampjes te leveren, waarvoor geen eisen gel-
den. “Ik kom nog uit de tijd dat er normen
golden voor fietsverlichting. Die waren nog
strenger dan de tien geboden.”
InspiratiezolderJaarlijks verlaten enkele honderdduizenden
bagagedragers de fabriek. Een groot deel is
bestemd voor Nederland. Daarnaast vindt
export plaats naar Europa (België, Polen etc.).
Verder omvat het productieprogramma spat-
bordstangen en allerlei klemmen en beugels.
Een groot succes noemt Van den Top de ‘mee-
lijn’ die ooit is ontwikkeld vanuit de gedachte
‘hoe neem ik iets mee op mijn velocipé?’ Er
zijn tal van varianten, zoals de buggy-mee, de
peuter-mee, de baby-mee en zelfs een
Monkey-mee, bedoeld voor tassen van het
merk Kipling, dat te herkennen is aan een
aapje in het logo.
De productie spitst zich toe op de fietsfabri-
kanten en de aftermarket. En dan is er nog een
uit buis en draad vervaardigde categorie pro-
ducten voor derden(jobber). Wat die laatste
groep precies inhoudt is goed zichtbaar op de
‘inspiratiezolder ‘van Steco. Van den Top wijst
op een ‘baby mee-eetkrukje’, dat destijds op
verzoek van Toos van der Valk is ontworpen
om de allerkleinsten in het restaurant aan tafel
mee te kunnen laten eten. Verderop staat een
driewielig handwagentje voor postbestellers
dat in opdracht van de PTT ‘op basis van War-
chaupact-specificaties’ is ontwikkeld. En wat
te denken van allerlei inbraakwerende meta-
len sierconstructies die huishoudens achter de
ramen kunnen monteren.
Warme bakkerSteco is in staat om handmatig kleine series
(ca. 100 stuks) tot vele duizenden stuks geau-
tomatiseerd te vervaardigen. Hiervoor
beschikt de fabriek over uitgebreide produc-
tiefaciliteiten, waaronder buig-, zaag- en
stansmachines, lasrobots en een poedercoat-
lijn. Aan het eind worden de dragers aan uit-
puttende duurproeven onderworpen. Het is
een complex proces, vervolgt Van den Top.
“Omdat we een paar duizend verschillende
producten bouwen en er hoge eisen worden
gesteld aan snelheid en flexibiliteit. Wat dat
betreft zijn wij als het ware te vergelijken met
de warme bakker om de hoek. Om het alle-
maal betaalbaar te houden is de fabriek inge-
richt met productiestraatjes, waarbij
machines in een rij staan opgesteld voor het
uivoeren van bepaalde orders. Maar hoeveel
machines je ook opstelt, uiteindelijk hangt het
eindresultaat af van de kwaliteit en het vak-
manschap van de medewerkers. Het gaat toch
om ‘the man behind the gun’.”
FietsenhemelVeel vergelijkbare bedrijven die op min of
meer dezelfde leest zijn geschoeid als Steco,
kent Van den Top niet. Althans niet (meer) in
eigen land. “Die hebben het bijltje er bij neer
moeten leggen. Ooit waren er drie, nu is er nog
eentje overgebleven. En dat zijn wij”, zegt hij
met een lichte grijns. “Van die twee concur-
renten heeft Steco het complete machinepark
overgenomen onder het adagium: ‘je buurman
mag wel een wapen hebben, als de pal maar op
jouw nachtkastje ligt’.” Toch zegt hij goede
perspectieven te zien voor de langere termijn.
“De fiets heeft met de vervetting van de mens
en het dichtslibben van de steden, beslist de
toekomst. Mensen worden bovendien ouder
en gezondheid schrijft men tegenwoordig met
hoofdletters. En vergeet niet dat Nederland
meer fietsen telt dan inwoners. Als er al een
fietsenhemel is, dan moet die dus hier zijn!”
Gert Jan van den Top: ’Als het gaat om flexibiliteit en snelheid
zou je ons kunnen vergelijken met de warme bakker op de hoek’.
‘Onze dragers geven de!ets een eigen gezicht’
GO!
12
Sinds 1973 is Bever een van de pioniers op het gebied van autoaanpassin-
gen voor mensen met een lichamelijke beperking. Sinds die tijd is er ech-
ter veel veranderd en is de onderneming, waarvan de bedrijfsnaam
verwijst naar de gebroeders Ed en Willem Bever, de twee techneuten uit
de toenmalige kinderserie ‘De Fabeltjeskrant’, uitgegroeid tot een orga-
nisatie met 55 werknemers en een landelijk dekkend netwerk met vijf
vestigingen. Naast het hoofdkantoor in Andelst, dat tevens beschikt
over een eigen rijschool, een afdeling R & D en een handelsdivisie onder
de naam Bever Car Products, kunnen klanten voor alle Bever
(ombouw)oplossingen terecht in Bodegraven, Breda, Assen en Heeren-
veen. Naar schatting de helft van alle producten is bestemd voor Neder-
landse autoaanpasbedrijven (incl. de eigen vestigingen). De rest vindt
zijn weg naar buitenlandse autoaanpassers (Engeland, Duitsland en
Scandinavië).
Sociaal hartVolgens Van den Broek, die ook voorzitter is van de sectie Auto Aanpas-
sers Nederland (AAN) binnen afdeling Speciale Voertuigen van RAI
Vereniging, is Bever met circa 2.500 tot 3.000 aanpassingen per jaar, al
lange tijd marktleider in Nederland. “Dat komt”, legt hij uit, “doordat
wij, anders dan de meeste concurrenten die zich veelal alleen met inbou-
wen bezig houden, verschillende disciplines in eigen huis hebben: pro-
ductontwikkeling, productie én het modificeren van voertuigen. En
daar komt, geloof mij, veel bij kijken. Als het gaat om regelgeving en
veiligheid moet Bever in feite aan dezelfde eisen voldoen als autofabri-
kanten. Het grote verschil is alleen dat het bij ons meestal om zeer kleine
series of enkele stuks gaat. Bovendien is de betrokkenheid met de klant
groot. In feite is Bever een fabrikant met een sociaal hart.”
KrachtterugkoppelingHet gaat vervolgt hij, vrijwel altijd om complex handwerk. “Geen aan-
passing is hetzelfde. De verschillen zijn groot en variëren van relatief
simpele modificaties van een paar honderd euro tot een complete ver-
In der beschränkung zeigt sich erst der Meister, schreef Goethe al. Een uitspraak die BeverAutoaanpassingen op het lijf is geschreven. De onderneming slaagt er al ruim 40 jaar in omvoor de beperkingen van minder validen hoogwaardige, technische, innovatieve mobiliteits-oplossingen te ontwikkelen. Bever heeft dus het omgaan met beperkingen tot vakmanschap,of nog beter, tot meesterschap verheven. Want, zegt directeur Rien van den Broek, “in bijna100 procent van de gevallen slagen wij er in om mensen met een lichamelijke handicap weerachter het stuur te krijgen. De enige beperking zit in de regelgeving.”
Mobiliteit zonder beperkingenBever Autoaanpassingen
Rien van den Broek: ‘Dankzij dit gepatendeerde joystickbesturingssysteem (joysteer ®) krijgen wij
nagenoeg iedereen weer mobiel’
13
bouwing van een voertuig. Dat kan dan een klus van drie tot vier maan-
den zijn waaraan een prijskaartje van vele tienduizenden euro’s of meer
hangt.” Hij wijst in de werkplaats op een intern praktisch geheel ont-
mantelde nagelnieuwe Mercedes Sprinter. Eigenaar is een psychothera-
peute die is gehandicapt (Softenon) aan zowel armen als benen. De
wagen krijgt een compleet joystickbesturingssysteem (joysteer®
genaamd), een technisch hoogstandje van tenmin-
ste 80.000 euro (excl. btw). Van den Broek: “Als de
wagen gereed is kan zij via een afstandsbediening
de deuren van haar auto elektrisch bedienen, met
de lift in de wagen komen en met haar elektrische
rolstoel achter het ‘stuur’ plaatsnemen en met de
joystick alle functies bedienen.” Zo vanzelfspre-
kend als het misschien lijkt is het echter niet. Er is
jarenlange research en veel denkwerk aan vooraf
gegaan. Van den Broek wijst er op dat joysteer ®
samen met een Zwitsers bedrijf is ontwikkeld. Om
het voor de bestuurder werkbaar te maken is er een
zogeheten ‘krachtterugkoppeling’ aan het systeem
toegevoegd. “Dat was nodig, aangezien de berijder
bij elektronische joystickbesturing geen gevoel met
de weg heeft. De krachtterugkoppeling stelt de
bestuurder in staat het voertuig te beheersen. Voor
dit soort zaken werken wij nauw samen met het
C.B.R. Zij bepalen namelijk of een klant in een aan-
gepaste auto mag rijden en met welke systemen.”
SmartBrakeBever is van oudsher gespecialiseerd in het ontwik-
kelen van mechanische voorzieningen (handbedie-
ningen) én high-tech producten, zoals elektronische systemen om te
kunnen remmen, sturen of gas geven. Deze toepassingen komen overi-
gens niet alleen terecht in reguliere personenauto’s of – busjes, maar
ook met enige regelmaat in vrachtauto’s, vorkheftrucks, motoren of
golf wagentjes. “Er zijn veel meer en betere oplossingen mogelijk dan
vroeger”, benadrukt Van den Broek. “Alle functiebeperkingen zijn met
techniek op te lossen.” Hij schetst de ontwikkelingen in vogelvlucht:
“in het verleden ging het remmen hydraulisch, tien jaar geleden kwam
elektrisch remmen in zwang en onlangs heeft Bever onder de naam
‘SmartBrake’ een volledig nieuw stand-alone remsysteem geïntrodu-
ceerd, waarbij de software en de elektronica de bediening over nemen.
SmartBrake heeft als voordelen dat het eenvoudiger is in te bouwen,
beter instelbaar is voor de bestuurder, geschikt is voor hybride-auto’s en
lagere onderhoudskosten met zich mee brengt.”
Training en ondersteuningOmdat iedere beperking anders is en iedere klant andere wensen heeft,
vereist het vak van autoaanpasser, behalve veel expertise en techniek,
een grote mate van creativiteit en inventiviteit. “Er is geen opleiding
voor autoaanpassers”, stelt Van den Broek vast. “Het is toch een niche
markt, die om veel kennis en ervaring vraagt en een hoge mate van
scholing. Je kunt het slechts in de praktijk leren. Dat is precies de reden
waarom Bever veel aandacht besteedt aan het hele voortraject, teneinde
kennis die nodig is om systemen goed in te bouwen, goed over te dragen
aan aanpasbedrijven. Wij leveren dus niet alleen een product, maar
bieden ook de training en ondersteuning vooraf én de nazorg.”
Autonoom rijdenVan den Broek zegt zich er niet direct zorgen over te maken dat de
invoering van autonoom rijden een bedreiging vormt voor autoaanpas-
sers. “Ik verwacht niet dat ik dat nog meemaak. Er zijn nog veel ver -
zekeringstechnische en juridische hobbels te nemen. De bestuurder zal
uiteindelijk toch zelf verantwoordelijk blijven en moeten kunnen ingrij-
pen. Ik zie dat iemand met een ernstige beperking niet zo snel doen.”
De verschuiving van individueel naar collectief vervoer baart hem meer
zorgen. “De markt krimpt doordat de overheid ombouwsubsidies terug-
schroeft. Het prijsniveau staat onder druk en zal op termijn tot conso -
lidatie in onze sector leiden. Gelukkig is Bever in staat om ook andere
branches, zoals de transportwereld, goed te bedienen. Zolang er maar
wielen onder zitten, zeg ik altijd. Daar liggen voor ons de kansen.”
Het vak van autoaanpasser vereist veel expertise en techniek en kent geen specifieke opleiding.
GO!
14
“Wij excelleren in tractie en hebben alle disci-
plines van een vrachtwagenfabrikant in eigen
huis”, zegt marketing-directeur André
Molengraaf. In elektrische aandrijving voor
zwaar transport ziet GINAF een groeimarkt.
Want daar valt het hoogste rendement te
behalen. De eerste elektrische distributie-
trucks en trekkers verlaten nog dit jaar de
fabriek.
GINAF werd vlak na de Tweede Wereldoorlog
opgericht door de gebroeders Van Ginkel.
Behalve met de handel van trucks hielden zij
zich bezig met het ombouwen van overtollige
legervoertuigen voor civiele doeleinden. Pas
begin jaren zestig werd GINAF, met de oprich-
ting van Van Ginkels Automobiel Fabriek offi-
cieel truckfabrikant. De afzet groeide snel en in
1971 liep de duizendste GINAF van de band. In
jaren tachtig en negentig volgden nieuwe voer-
tuigtechnieken zich in hoog tempo op.
Molengraaf noemt als voorbeelden het hydro -
pneumatische veersysteem (HPVS) dat in 1986
werd ontwikkeld. Dit ‘denkend’ veersysteem
past zichzelf aan aan het type ondergrond en de
beladingsgraad. Een andere vinding die vanaf
1991 leidde tot een ‘ meervoudige verbetering
van het transportrendement’, betrof de intro-
ductie van het Elektronisch Voertuig Stuur-
systeem ((EVS). Dit zorgt er voor dat de wiel-
uitslag van de vooras elektronisch wordt door-
gegeven aan de starre gestuurde achteras. Met
als voordelen: een grotere wendbaarheid en
manoeuvreerbaarheid, een betere koersstabili-
teit en dus veiligheid en een optimalisatie van
de beladingsgraad. Stuk voor stuk zaken, ver-
volgt Molengraaf, waarmee GINAF zich als
niche-speler wil profileren en onderscheiden.
“Dankzij het hydropneumatische veersysteem
is de druk op iedere as gelijk en dit leidt in com-
binatie met EVS tot optimalisatie van de
lading.”
Nieuwe slagkrachtIn 2011 werd het toekomstperspectief en de
slagkracht van GINAF nieuw leven ingeblazen
toen de onderneming onder de vleugels kwam
van de Chinese CHTC-groep. Deze mondiale
speler, die zich tien jaar geleden eveneens ging
richten op de productie van bestelwagens,
motoren, tractoren en trucks (in het niche-seg-
ment), zag in GINAF een veelbelovende partij
om de eigen doelstellingen te realiseren en te
groeien in de automotive sector.
Molengraaf zegt zich, onder de vlag van de
CHTC-groep, te focussen op drie marktseg-
menten: 1) de traditionele Nederlandse con-
Met een productie van ongeveer 250 trucks per jaar staat GINAFvooral bekend als maatwerk fabrikant, gespecialiseerd op hetgebied van voertuigen met zeer hoge laadvermogens. Innovatief vermogen, flexibiliteit én vakmanschap in de volle breedte vormeneen belangrijke pijler in de bedrijfsvoering.
GINAF start productieelektrische trucks voorzwaar transport
Een derde binnenlands transport is geschikt voor elektrische tractie
15
structiesector; 2) de productie van voertuigen
met de allerhoogste laadvermogens tot 70 ton
ten behoeve van de internationale mijnbouw
markt; 3) productie van volle-
dig elektrisch aangedreven
trucks van 12 tot 80 ton.
Intelligent ladenMet name in die laatste catego-
rie ziet GINAF voor zichzelf
een dominante rol weggelegd. “in ieder deel-
segment willen wij uiteindelijk een aandeel
van circa 33 procent verwerven. En aangezien
er tot nu toe geen fabrikanten zijn die voor het
zware werk voertuigen met honderd procent
elektrische tractie leveren, liggen daar onze
mening grote kansen.” Hij wijst op een interne
studie waaruit blijkt dat 30 procent van het
Nederlandse binnenlandse vervoer zeer
geschikt is voor elektrische aandrijving.
“Veel binnenstedelijk zwaar vrachtvervoer
(distributievoertuigen) legt immers helemaal
niet zoveel kilometers af en daarvoor is een
beperkte actieradius geen enkel bezwaar.
Bovendien is het door de toepassing van com-
putertechnologie juist mogelijk om elektrisch
rijden bij zware voertuigen rendabel te maken.
En je moet natuurlijk wel voorkomen domweg
batterijen te gaan vervoeren, maar intelligent
laden.”
GINAF ziet goede mogelijkheden voor
elektrische tractie in de mijnbouw. Die voer-
tuigen zijn 24 uur per dag operationeel en
rijden voortdurend rond op een terrein van
maximaal 5 kilometer van de mijn naar de
dumpplaats. Inmiddels is de eerste elektrische
distributie truck in productie. De eerste elek-
trische trekker gaat na de zomer rijden en de
onderneming is in onderhandeling met een
aantal partijen voor de bouw van elektrische
‘mining trucks’.
Terugverdientijd E-truckDe overschakeling van conventionele naar
elektrische aandrijving is volgens Molengraaf
niet bijzonder complex. “Het meest lastige is
om de canbus technologie in zo’n voertuig te
integreren. De aansturing van de batterijen en
de canbus bepalen namelijk in welke mate een
voertuig efficiënt is. Daar ligt wel een uitda-
ging.” Voor Molengraaf staat vast dat juist in
het zware transport met elektrisch rijden de
meeste winst valt te behalen. “Grootverbrui-
kers in de mijnbouw hebben de extra investe-
ringskosten, inclusief de laadinfrastructuur,
binnen 2,5 jaar terugverdiend.” Hij rekent voor
dat een mijnbouwtruck gemiddeld 400 kilo-
meter per dag aflegt bij een verbruik van 130
liter brandstof per 100 kilometer. Dat komt
neer op zo’n 1,5 euro per kilometer. De energie-
kosten van een E-mijnbouwtruck, die 10 Kw
per kilometer verbruikt, liggen met 90 cent per
kilometer 60 cent lager. Dat scheelt 240 euro
per dag!
Modulair productieprocesIn 2015 denkt GINAF de jaarlijkse productie
verder te kunnen opvoeren tot meer dan 300
voertuigen. Een doelstelling die hoge eisen
stelt aan het vakmanschap van de in totaal 80
medewerkers. Zij moeten namelijk verstand
hebben van hydraulica, mechanica én elektro-
nica. Molengraaf: “Omdat bij ons assemblage
plaats vindt van de meest uiteenlopende toe-
passingen, moeten medewerkers overal ver-
stand van hebben.”
Om ook grotere volumes aan te kunnen is
GINAF sinds vorig jaar, voor een order van 200
mijnbouwtrekkers, met serieproductie gestart.
Dit gebeurt zoveel mogelijk met standaard
componenten. “In dit modulaire productiepro-
ces, in combinatie met hooggekwalificeerd per-
soneel, ligt de basis van onze toekomst.”
André Molengraaf: ‘Juist in het zware transport valt met elektrisch rijden de meeste winst te behalen.’
‘Wij excellerenin tractie’
GO!
16
The Jekill & Hyde Company is vernoemd naar
de legende van de arts met twee persoonlijkhe-
den. Het bedrijf startte ruim 14 jaar geleden
toen de toenmalige eigenaar een klep in een uit-
laat zag en op het idee kwam om daarmee een
mooi sonore en warme klank te creëren. Op
kleine schaal werd begonnen om voor geïnte-
resseerde consumenten aangepaste uitlaten,
zonder typegoedkeuring, op motoren te bou-
wen. Het beleid veranderde echter drastisch
toen de huidige managing director, Jacques van
de Kerkhof, eind 2007 eigenaar werd en zich
actief met de bedrijfsvoering ging bezighouden,
vertelt Schouten. “Hij wilde uitsluitend legale
uitlaatsystemen gaan ontwikkelen en bouwen,
die voorzien waren van een typegoedkeuring,
en besloot dat distributie alleen nog via dealers
zou mogen plaatsvinden.”
Daarna kwamen de ontwikkelingen in een
stroomversnelling. De eerste goedgekeurde
‘electronically adjustable exhaust systems’
bracht The Jekill & Hyde Company in 2010 op
de markt. Er werd gestart met de verkoop in
landen waar de wetgeving het strengste was,
zoals Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en de
Benelux. Werden aanvankelijk nog slechts
enkele honderden uitlaatsystemen verkocht,
vanaf dat moment nam zowel de omzet als het
volume met een factor dertig toe, vervolgt
Schouten. “Wij verkopen nu meer in een week
dan vroeger in een jaar.”
Twee modussenOver de hele wereld is volgens hem vraag naar
uitlaten die de facto beter klinken dan het origi-
neel. “Negen van de tien bezitters van een Har-
Een motorgeluid dat beschaafd klinkt waar het moet en een fantastisch gevoel van beleving oproeptwaar het kan. Dat uitgangspunt vormt de basis van het elektronisch regelbare uitlaatsysteem vanThe Jekill & Hyde Company. Dit Nederlandse bedrijf levert, onder de merknaam Dr. Jekill & Mr. Hyde, deze innovatieve en in eigen beheer ontwikkelde uitlaatsystemen inmiddels wereldwijd. De vraag naar uitlaten met zowel een diepe warme sound als een rustig geluid groeit volgens Marc Schouten, sales & marketing manager, exponentieel. De ‘socially involved’ motorrijder is,zegt hij, de belangrijkst doelgroep. “Die wil ultieme beleving, maar niet ten koste van anderen.”
The Jekill & Hyde Company geeft motorgeluid twee gezichten
Uitlaatgeluid op maat
17
ley-Davidson vervangen de uitlaat, waarvan,
afhankelijk van het land, 25 tot 50 procent kiest
voor een regelbaar systeem van ons.” Als reden
geeft hij aan dat Jekill & Hyde, anders dan
fabrikanten van ‘open uitlaten’, niet kiest voor
geluidsvolume, maar voor geluidskwaliteit. Dit
houdt in dat de hoge en middentonen zijn weg-
gefilterd. “Wij zijn van mening dat het geluid
fantastisch moet klinken. Het mag vooral geen
herrie zijn. Dat stelt de berijder in staat maxi-
maal te genieten van de beleving van het
motorrijden binnen de kaders van de wet,
terwijl onze uitlaten tegelijkertijd zowel de
berijder als de omgeving comfort bieden.”
De kern van het systeem bestaat uit een klep
midden in de uitlaat die, afhankelijk van de
positie, de luchtstroom en daarmee de akoes-
tiek beïnvloedt zonder dat dit vermogensverlies
veroorzaakt en het geluidsniveau binnen de
wettelijke normen blijft. De motorrijder kan
kiezen uit twee standen: automatisch of de
“silent mode”. In de “silent mode” blijft de klep
dicht en is het motorgeluid gedempt. In de
automatische stand is de geluidskarakteristiek
afhankelijk van de rijsnelheid.
Mondiaal netwerkThe Jekill & Hyde Company is inmiddels aan-
wezig in meer dan 25 landen en beschikt over
een uitgebreid mondiaal netwerk. Het Neder-
landse moederbedrijf in Belden, nabij Venlo,
bezit verkoopkantoren in Duitsland, Zwitser-
land, Singapore, Frankrijk en de V.S en is volop
bezig met de oprichting van nieuwe vestigingen
in diverse landen/werelddelen.
Kwaliteit zegt Schouten hoog in het vaandel te
dragen. Niet alleen als het gaat om het product -
de systemen voldoen aan de Europese type-
goedkeuring en er zijn aparte typegoedkeurin-
gen voor Zwitserland, Singapore en de V.S (incl.
Californië) – maar eveneens als het gaat om het
niveau van de dealers. “Wij selecteren de dea-
lers zelf en verzorgen voor hun alle technische
en commerciële trainingen die nodig zijn om de
systemen in te bouwen en te verkopen.”
Built-to-orderHij spreekt in dit verband van een gecontro-
leerde groei teneinde de kwaliteit en de service-
graad van het bestaande dealernetwerk te
kunnen handhaven.
Het hoofdkantoor is Belfeld is zo ingericht dat
het mogelijk is om alle dealers over de hele
wereld ‘built-to-order’ te kunnen leveren. Jekill
& Hyde levert de uitlaatsystemen voor alle
Harley-Davidson modellen vanaf 1984, als-
mede voor alle Victory motoren, de Suzuki
M1800 en alle Indian machines. De onderne-
ming assembleert de regelbare uitlaten voor de
verschillende merken per model, per type
motor (vermogen) op maat: handmade en
custom made. Dat niet voor alle motoren
uitlaatsystemen worden geproduceerd hangt
opnieuw samen met de strenge eisen en selec-
tiecriteria die Jekill & Hyde hanteert. Schouten:
“een merk moet bijvoorbeeld beleving en
emotie uitstralen en er moeten voldoende
exemplaren van rondrijden
TrendsetterDat laat onverlet dat het pand in Belfeld, waar
36 man werken, al bijna te krap dreigt te
worden. Schouten zegt tussen nu en vier jaar
een verviervoudiging van het verkoopvolume
te verwachten. Vandaar dat Jekill & Hyde al
volop bezig is met uitbreidingsplannen. Dat is
niet alleen nodig om aan de toekomstige vraag
te voldoen, maar tevens omdat in Belfeld alle
producten worden ontwikkeld, getekend,
getest en van een internationale typegoed -
keuring voorzien.
“Voor ons is het zaak de internationale
wet- en regelgeving op de voet te volgen en
volledig op de hoogte te zin van alle
technische ontwikkelingen binnen de motor-
merken”, besluit hij. “Wij willen namelijk
ook bij nieuwe technologieën voorop lopen
en ons blijven profileren als trendsetter en
niet als trendvolger.”
Negen van de tien Harley-Davidson rijders vervangen de uitlaat.
‘Onze doelgroep wil ultieme beleving,maar niet ten koste van anderen’
RAI SOCIETY18
GO!
Tot en met 13 juli kunnen motorliefhebbers op het ANWB Test & Training-
centrum in Leylystad tijdens de actie Ridestyle Kies je Fiets ongelimiteerd
proefritten maken op de nieuwste modellen motorfietsen. Ridestyle Kies je
Fiets is een samenwerkingsverband tussen ANWB Motor en de leden van
bij RAI Vereniging aangesloten motorfietsimporteurs die voor dit initiatief 35
motoren beschikbaar stelden. De actie heeft primair tot doel om potentiële
motorrijders die wel een rijbewijs A bezitten, maar nog geen motor hebben
aangeschaft, een duwtje in de rug te geven. Er kleven geen beperkingen aan
het maken van een proefrit, behalve dat de motor na afloop weer volgetankt
wordt ingeleverd en de rit binnen Nederland moet plaatsvinden. De animo
voor de actie is volgens Gemma Warmerdam, secretaris afdeling
Gemotoriseerde Tweewielers van RAI Vereniging, boven verwachting. “Al na
slechts één maand waren al meer dan 500 proefritten aangevraagd.” Zij legt
uit dat de naam van het evenement verwijst naar het nieuwe motormaga-
zine Ridestyle. Een gratis uitgave die in samenwerking met RAI Vereniging in
een oplage van 260.000 stuks wordt verspreid. Beide organisaties hopen op
die manier meer slapende motorrijders in het zadel te krijgen.
Motorrijden Unlimited
Transformatie aftersalesmarktWelke richting gaat de automotive aftersales markt de komende 15 jaar op
en welk toekomscenario zal rond 2025 de boventoon voeren? Deze vraag
stond centraal tijdens het seminar ‘Visie Toekomst Aftersales’ dat RAI Vereni-
ging en BOVAG op 24 april in Ede presenteerden. Ruim 250 leden kwamen
naar het evenement om, onder leiding van dagvoorzitter Rick van der
Kleij, te vernemen welke ontwikkelingen de aftersalesmarkt de komende
tijd gaan bepalen en of het business model van het eigen bedrijf nog toerei-
kend is. Gastspreker Guido van Woerkom noemde 2014 ‘het jaar van de
kentering’. Er vindt volgens hem een verschuiving plaats van een product-
economie naar een diensten- en belevingseconomie. Dit betekent, zo zei hij,
dat garagebedrijven meer gastheerschap moeten tonen. Garagisten zouden
meer service moeten bieden en de scheiding tussen sales en aftersales
moeten opheffen. De boodschap van Jeroen van de Braak, secretaris
afdeling Autovak van RAI Vereniging en Frans Kragten van de BOVAG
luidde dat geen markt aan grotere verandering onderhevig is als de auto-
branche. Zij schetsten een viertal scenario’s – de Ketenkaper, de Robuuste
Retailer, de Innovatieve Intermediairs en de Mobiliteitsmaker - die tot een
levendige interactie met de zaal leidde. ‘Ervaringsdeskundigen’ gingen ver-
volgens specifiek in op de
afzonderlijke modellen
en gaven met praktijk-
voorbeelden aan hoe
andere branches hier-
mee omgaan. Zo gaf
Jeroen Geelhoed,
auteur van het boek ‘Bril-
jante Businessmodellen’
een aantal sprekende
voorbeelden over hoe
retailers anticiperen op de toekomst.
Onder andere van een ‘gelukkige
tandarts’ die uitsluitend nog zijn eigen
patiënten koos en een Italiaans restau-
rant dat besloot dat het toch ook
mogelijk moest zijn om goedkope
maaltijden met een Michelin ster te
kunnen aanbieden voor mensen met
een kleine beurs. Een geslaagde missie
die een groot succes werd.
19
Aangepast op weg...De Auto Aanpassers Nederland (AAN), een sectie
van Afdeling Speciale Voertuigen van RAI Vereniging,
presenteerden zich van 7 tot en met 10 mei geza-
menlijk tijdens de Support Beurs in de Utrechtse Jaar-
beurs. Nadat rolstoeltennisster Anniek van Koot
het evenement officieel had geopend konden de in
totaal 17.439 bezoekers op de stands van B &S, Bever,
Bierman, Ellermeijer, Tripod Mobility en Welzijn Auto
op Maat, kennis nemen van hetgeen er op het gebied
van auto aanpassingen tegenwoordig allemaal moge-
lijk is.
De meest voorkomende aanpassing is, vertelt
Remco Tekstra, secretaris afdeling Speciale Voertui-
gen, de bediening van gas en rem aan het stuur. “AAN
zorgt daarbij, in overleg met de divisie rijgeschiktheid
van het Centraal Bureau Rijvaardigheden (CBR), voor de modificaties van het
voertuig. Op die manier kan iedereen weer maximaal mobiel zijn.”
Zelf proefrijden behoorde op Support eveneens tot de mogelijkheden. Dat
kon op het speciale parcours dat AAN in samenwerking met het CBR op
het binnenterrein van de Jaarbeurs had aangelegd. Op die manier konden
bezoekers zelf ervaren dat autorijden met een lichamelijke beperking ten
gevolge van een ongeval, spierziekte, dwarslaesie of MS net zo vanzelfspre-
kend kan zijn als dat voor alle andere automobilisten is.
Autovak voorjaarsdiner
Genieten, sfeer, passie, proeven, balans, smaken,
perfectie & Bib Gourmand! Dat waren globaal de
belangrijkste ingrediënten op de menukaart van
het traditionele voorjaars diner van afdeling Auto-
vak dat op 9 april werd gehouden. Plaats van
handeling was restaurant Sizzles in Apeldoorn.
Dat dit initiatief duidelijk in een behoefte voorziet
bleek opnieuw uit de grote belangstelling. Niet
minder dan 55 Autovakkers kwamen naar Apel-
doorn om te netwerken en om in een informele
sfeer bij te praten onder het genot van een gezel-
lige borrel en een uitstekend diner. Toch kreeg de
avond, na het welkomstwoord van afdelings -
voorzitter Dinno van Breugel, ook nog een
serieuzer karakter. Michiel de Vries van
advies/onderzoeksbureau Jester Strategy lichtte
namelijk alvast een tip van de sluier op met
betrekking tot het seminar ‘Visie Toekomst After-
sales’ dat eind april door RAI Vereniging en
BOVAG werd georganiseerd. Tijdens dit seminar
werden de uitkomsten van een viertal scenario’s
voor de automotive aftersales market richting
2025 belicht.
20
GO!
eco-trends
Het is rond, zwart en zo groot als
een olifant. Een enigszins
cryptische omschrijving voor
’s werelds grootste band, de
Goodyear RM- 4A+ Off The
Road in de maat 59/80R63.
Goodyear ontwikkelde deze
massieve band om meer dan
honderd ton te dragen als onder-
deel van het steengroevegamma
van het merk.
Deze gigantische band is met een
diameter van ruim 4 meter groter
dan de meeste semi-trailers in
Europa. De rubberen mastodont
van 5.400 kilo zit bovendien vol
met geavanceerde technologieën
op het gebied van materialen,
constructie en ontwerp en is in
staat een lading van 100.000 kilo
te vervoeren bij een snelheid van
50 km/u. De band is bedoeld
voor montage op de grootste
groeve- en grondverzetmachines
in rotsgroeves, steenkool-, goud-
en kopermijnen over de gehele
wereld.
Het ontwerp van de band kwam
tot stand met behulp van com -
putergestuurde simulatietools.
Hiervoor werkte Goodyear nauw
samen met eerste-montagepart-
ners om ervoor te zorgen dat
bandmaat en machine exact op
elkaar aansluiten. De 63 inch
band is beschikbaar in twee
maten: 53/80R63 en 59/80R63,
met drie verschillende variaties
in rubbersamenstellingen en met
twee profieldieptes.
Schoon in het kwadraat. Dat is waarschijnlijk
de beste omschrijving van deze Euro 6 kol-
kenzuiger, waarvan KOKS inmiddels het eer-
ste exemplaar heeft afgeleverd aan ROVA. Dit
reinigingsvoertuig zorgt niet alleen voor een
schoon milieu en leefomgeving, maar voldoet
tegelijkertijd aan de strengste emissienormen.
Het voertuig is voorzien van een hydraulisch
uitschuifbare en zwenkbare ‘uithouder’ met
een telescopische buis die geheel vanuit de
cabine bedienbaar is en dus garant staat voor
snel en ergonomisch werken. De opbouw van
de KOKS kolkenzuiger heeft een slibtankin-
houd van 5.700 liter, een spoelwatertank met
een inhoud van 1.800 liter, een vacuümpomp
met een vermogen van 2000 m3 per uur en
een hogedrukpomp van 70 liter per minuut bij
100 bar.
’s Werelds grootste band
Eerste Euro 6 kolkenzuiger van KOKS
63 inch band van Goodyear.
KOKS kolkenzuiger.
21
In 2013 werd 95,9 procent van het
gewicht van afgedankte Neder-
landse auto’s hergebruikt en nut-
tig toegepast. Met dit resultaat
heeft Auto Recycling Nederland
(ARN) vorig jaar al voldaan aan
de Europese recyclingdoelstelling
voor 2015, zo blijkt uit het duur-
zaamheidsverslag van de organi-
satie.
Het percentage van 95,9 procent
is opgebouwd uit twee compo-
nenten: 86 procent van het
gewicht van de Nederlandse
autowrakken is direct als product
of materiaal hergebruikt en van
9,9 procent betreft de energie
teruggewonnen door verbran-
ding. De Europese doelstelling
voor 2015 schrijft voor dat van de
95 procent doelstelling minimaal
85 procent van het gewicht van
de auto als product of materiaal
moet worden hergebruikt.
De stijging van het hergebruik-
percentage is direct terug te voe-
ren op de inzet van de
PST-fabriek. Het autoshredderaf-
val van de Nederlandse auto-
wrakken wordt hier gescheiden
in bruikbare materiaalstromen.
De PST-fabriek is in 2013 in volle
operatie gekomen. In de bereke-
ning van de recyclingrealisatie
over 2013 is het effect van de PST-
fabriek voor het eerst meegeno-
men.
Via ARN werden in 2013 in totaal
196.763 autowrakken milieuver-
antwoord gerecycled, dit is 82,9
procent van het totaal aantal van
237.207 in Nederland verwerkte
autowrakken.
Een lagere uitstoot van CO2 en PM10 deeltjes,
32 procent minder brandstofverbruik en een
geluidsniveau dat 4dBA lager ligt dan het
standaard model. Dar zijn de belangrijkste
kenmerken van de MOFFETT M4 ProFutu-
reTM meeneemheftruck van Hiab.
“Dankzij nieuwe technologie is het voertuig
aanzienlijk stiller, hetgeen gebruik s’ochtends
vroeg in stedelijke woongebieden mogelijk
maakt”, vertelt Ruud Schoorl, rayon manager
van Hiab. “Ook de bedrijfskosten liggen een
stuk lager. Toch werkt deze meeneemheftruck
sneller en schoner. En dat zijn grote pluspun-
ten in een dichtbevolkt land als Nederland.”
Hiab leverde onlangs het eerste exemplaar aan
het Brabantse bedrijf Van den Eerenbeemt
Fourage. Directeur Eric van den Eerenbeemt
legt uit dat de meeste van zijn klanten
beschikken over moderne boerderijen met
een volledig bestraat erf. “Maar het komt
eveneens voor dat we iets moeten afleveren
op een modderig veldje achter het woonhuis.
Een paardenveldje bijvoorbeeld dat alleen toe-
gankelijk is via een smalle doorgang tussen de
huizen. De MOFFETT meeneemheftrucks
kunnen in beide situaties uitstekend uit de
voeten. Veel van onze klanten hebben boven-
dien vee, vooral melkkoeien. Een stille truck is
van belang als je bij dieren in de buurt werkt,
want van herrie worden ze onrustig. Tevreden
koeien produceren bovendien meer melk.
Dus onze klanten zijn erg te spreken over het
lage geluidsniveau van deze meeneemhef-
truck”, aldus Van den Eerenbeemt.
ARN realiseert Europese recyclingdoelstelling
Diervriendelijke meeneemheftruck
MOFFETT ProFrutureTM meeneemheftruck.
ARN voldoet nu al aan de Europese
normen voor 2015.
22
GO!
RAI vintage
Fascinatie voor snelheidWaarom zou het verhaal over de invloed van auto & fiets op de beeldende kunstenaars in de negentiende eeuw moeten beginnen? Het stadsbeeld werd toen immers nog gedomineerd door de paardenkoets. En veel negentiende-eeuwse schilderijenwaarop een auto of fiets voorkomen zijn er evenmin. Zo begint het boek ‘Voertuigen van de verbeelding’ dat RAI Vereniging ter gelegen-heid van haar honderd jarige bestaan uitbracht. Dat neemt niet weg dat juist kunstenaars ruim 150 jaar geleden gefascineerd raakten doorhet moderne stadsleven en alle verschijnselen die daarmee samen hingen. Zij gaven er toen al blijk van open te staan voor de nieuwstetechnische ontwikkelingen. Hun fascinatie voor snelheid en beweging zou echter pas in een later stadium daadwerkelijk van invloed zijnop het uiterlijk van de kunst. Een mooi voorbeeld is dit schilderij van Grant Wood uit 1934, getiteld ‘Death on the Ridge Road’. In de V.S.,het land van de auto, schilderde deze Amerikaanse realist een incident uit het leven van alle dag. De symbolische lading van de voorstellingwordt benadrukt door de telegraafpaal, die weergegeven is als een altaarkruis.
23
In deze rubriek laten we personen aan het woord diebetrokken zijn bij of werkzaam in de mobiliteitswereld.Dit keer Robert Kramer, directeur-eigenaar van Clean Mat Trucks.
uitgesproken
Wat is uw favoriete vervoermiddel?
Dat is mijn Mercedes ML. Daarin zit je lekker hoog met een goed
overzicht op de weg. Het is mijn dagelijkse vervoermiddel: veilig en
comfortabel!
Wat vindt u van het mobiliteitsbeleid in Nederland?
Vergeleken met andere landen doet Nederland het beslist niet slecht.
Vergeet niet dat we met een grote massa op een klein oppervlakte
bivakkeren. En toch blijft alles redelijk doorstromen. Zelf kom ik vaak
in België. Daar is het aantal files veel groter dan bij ons. Alleen zou wat
mij betreft op wegen waar een maximum snelheid van 100 kilometer
geldt, die best kunnen worden verhoogd naar 120 kilometer.
Wat zou u als eerste veranderen als u het voor het zeggen had?
Zoals gezegd zou ik, waar het kan, de snelheden verhogen tot 120 kilo-
meter. Daar schaad je echt het milieu niet mee, wellicht verbetert het
ook de doorstroming en gevoelsmatig is het prettiger.
Vindt u dat het kabinet voldoende aandacht schenkt aan vervoers -
alternatieven, zoals de bus, de fiets of gemotoriseerde tweewielers?
De verkeersveiligheid voor ongemotoriseerd verkeer zou voor gebrui-
kers een drempel kunnen zijn om vaker de fiets, de brom/snorfiets of
de motor te pakken. Daar zou, zeker in de steden, nog meer aandacht
voor moeten komen. Over de hele linie daalt het aantal verkeersslacht-
offers. Behalve in de categorie fietsers en gemotoriseerde tweewielers.
Daar vallen helaas nog steeds relatief veel doden en gewonden.
Zou u zelf bereid zijn tenminste 1 keer per week de auto voor het
werk te laten staan?
Dat zou ik zeker kunnen en willen, aangezien ik een eigen bedrijf heb
en mijn dagindeling goed kan inplannen. Mijn woon-werk afstand is
bovendien slechts 12 kilometer. Een prima afstand om, als het zo uit-
komt de fiets te pakken. Maar, tussen droom en daad….. etc. Ik zeg er
eerlijk bij, ik weet niet of het er in de praktijk ook echt van komt.
Met welke politicus zou u wel eens van gedachten willen wisselen?
Met Mark Rutte. Niet omdat ik zijn beleid en visie zo geweldig vind,
maar omdat ik wel eens wil weten wat er nu echt achter die eeuwige
glimlach schuil gaat. Hij belooft weliswaar van alles, alleen blijkt er in
de praktijk niet veel van over. Veel geschreeuw en weinig wol, zo lijkt
het. Zijn beleid is zwabberig en opportunistisch.
Hoe ziet het Nederlandse verkeersbeeld er over tien jaar uit?
Meer en betere verbindingswegen zullen er toe leiden dat het verkeer,
ondanks het uitdijende wagenpark, redelijk in beweging blijft. De elek-
trificatie en hybridisering van het wegverkeer zal zich in een versneld
tempo voortzetten. Zelfs iconen als Bentley en Rolls Royce hebben
inmiddels besloten hun voertuigen van een elektrische aandrijving te
voorzien. In het verlengde daarvan zal Nederland er ongetwijfeld in
slagen het luchtkwaliteitsprobleem op te lossen. Ons land loopt nu al
voorop bij de reductie van CO2-uitstoot en schadelijke emissies. Dat
blijft ongetwijfeld zo!
Robert Kramer ‘Er zou meer aandacht moetenkomen voor de verkeersveilig-heid van tweewielers in steden’
24
GO!
De verkoop van dieselpersonenauto’s in Europa heeft vorig
jaar, ondanks de historisch lage personenautomarkt, opnieuw
het hoge niveau weten te handhaven. In totaal werden 6,2
miljoen zelfontbranders aangeschaft. Dit betekent dat 53,4
procent van alle in de EU verkochte personenauto’s in 2013
was uitgerust met een diesel motor. Dat is weliswaar een
fractie minder dan de 55,3 procent in 2012, maar daarbij zij
aangetekend dat consumenten in economisch mindere tijden
over het algemeen eerder kiezen voor goedkopere benzine-
aangedreven alternatieven. In feite is dit dus nauwelijks
gebeurd. Tot de koplopers op dieselgebied behoren landen
als Ierland (72,5%), Portugal (71,5%), Spanje (67,4%) en
Frankrijk (67,0). Nederland, dat geen fiscaal vriendelijk
dieselregime kent, sluit de ranglijst met 24,8 procent. Of de
populariteit van diesels de komende periode stand houdt is
de vraag. Mogelijk dat de invoering van de euro 6 norm, die
vanaf 1 september 2014 voor nieuwe modellen gaat gelden
en per 1 september 2015 voor alle nieuwe diesels geldt, de
markt (vanwege hogere prijzen) onder druk zet.
Diefstal lading uit vrachtwagens (aantal registraties)
2013 2012
Computerapparatuur 43 34
Voeding/genotmiddelen 32 40
Huishoudelijke artikelen 29 29
Kleding/schoeisel 30 11
Geluid/beeldapparatuur 25 11
Er treedt een verschuiving op van
diefstal van vrachtwagens naar lading-
diefstal, zo blijkt uit nieuwe cijfers
van de Stichting Aanpak Voertuig -
criminaliteit (AVc).
Volgens de Stichting AVc werd het
afgelopen jaar 287 keer aangifte
gedaan van (een poging tot) diefstal
van een vrachtwagen. Dat is 19 pro-
cent minder dan in 2012. Tegelijker-
tijd groeide het aantal aangiften van
lading uit voertuigen echter met
42 procent van 170 tot 242.
Deze cijfers vormen aanleiding om
het belang van preventieve maat rege-
len eens te meer te benadrukken,
stelt de stichting. Transportonder -
nemers wordt aangeraden diefstal -
gevoelige lading te vervoeren in
vrachtwagens waarvan het beveili-
gingsniveau overeenkomt met het
risiconiveau van de goederen. Bij pau-
zeren en stoppen onderweg bieden
parkeerplaatsen met gecertificeerde
beveiliging een betere bescherming
tegen diefstal. Nederland telt 28
gecertificeerde truckparkeerplaatsen.
De meeste in het zuiden van het land.
MARKTANALYsE
Meer ladingdiefstal uit vrachtwagens
Europa: verkopen dieselpersonenauto’s
markt-
2013 aandeel
Totaal 6.173.600 100%
w.v.
Duitsland 1.403.100 47,5%
Frankrijk 1.199.700 67,0%
Ver. Koninkrijk 1.127.400 49,8%
Italië 702.300 53,9%
Spanje 487.100 67,4%
Belg/Lux 349.600 65,6%
Oostenrijk 180.900 56,7%
Zweden 166.300 61,7%
Zwitserland 114.100 37,1%
Nederland 103.600 24,8%
Portugal 75.700 71,5%
Europese dieselmarkt behoudt momentum
Bron
: Auto
motiv
e Ind
ustry
Data
Bron
: Stic
hting
AVc
25
Nederlandse gemeenten verwachten dit jaar 660 miljoen euro op te halen aan
parkeerbelasting. Dat is 15 miljoen euro meer dan in 2013 en 94 miljoen meer
dan in 2010. Koploper is Amsterdam dat dit jaar 162 miljoen euro aan parkeer-
gelden verwacht te innen.
Voor de meeste gemeenten vormen inkomsten uit parkeergelden een belang-
rijke inkomstenbron. Voor Amsterdam vormt deze belasting ruim 27 procent
van alle inkomsten uit heffingen. Voor een kwart van alle gemeenten die
parkeergelden innen bedraagt de opbrengst hier-
van 10 procent of meer van de totale heffings -
inkomsten.
Inmiddels heffen 155 gemeenten parkeerbelasting.
Dit aantal is de laatste jaren stabiel. De opbrengst
uit parkeerbelasting vloeit vooral voort uit tarief-
verhogingen en de uitbreiding van zones voor
betaald parkeren. Op steeds meer plaatsen en
gedurende een steeds groter deel van de dag
moeten automobilisten voor parkeren betalen.
Opbrengst parkeer -belasting gemeenten naarrecordhoogte
Wegvervoer trekt transportsector uit het dal
Opbrengst parkeerbelasting in Nederland2014 660 mln euro
2013 645 mln euro
2012 610 mln euro
2011 590 mln euro
2010 566 mln euro
Omzetontwikkelingtransportsector(vierde kwartaal 2013)
Transportbranche totaal + 1,0%
w.v.
Expediteurs - 2,0%
Binnenvaart +1,2%
Zeevaartbedrijven +1,6%
Goederenwegvervoer +2,5%
Verhuisbedrijven +3,0%
Koeriers +5,0%
De omzet van de transportsector is vorig jaar met
bijna 1 procent toegenomen tot 75 miljard euro, zo
blijkt uit cijfers van het CBS. Motor achter deze
omzetverbetering waren de wegtransporteurs,
verreweg de grootste branche binnen de vervoers-
sector. Zij zagen in het laatste kwartaal van 2013
hun omzet voor het eerst weer
met 2,5 procent groeien. Het
goederenvervoer profi-
teerde onder andere van
het aantrekken van de
export. Hoewel de tarie-
ven op vrijwel hetzelfde
niveau lagen als een jaar eer-
der, zorgden grotere vrachtvolu-
mes voor stijgende opbrengsten, vooral bij
middelgrote bedrijven. Ondernemers uit de hele
transportsector oordelen per saldo positiever over
het toekomstige economische klimaat én over de
ontwikkeling van de kostprijzen.
Bron
: CBS
Bron
: CBS
26
GO!
DE Stelling
Wij willen aanjagerzijn van duurzaam-heid in de mobiliteit
Casper Dirks, VeiligheidNL
Het fietsen in Nederland wordt enorm
gestimuleerd. Allerlei bedrijven probe-
ren hun werknemers op de fiets te laten
gaan. Dat is natuurlijk goed, maar zorgt
ook voor veel meer drukte. Tussen 2010
en 2012 is het aantal fietsuren van
Nederlanders gestegen van 13,7 naar
14,8 miljard per jaar. Ruim 1 miljard
fiets uren er bij. Ook zie je dat veel wiel-
renners aangeven dat ongelukken die ze
hebben vooral op fietspaden gebeuren.
Bron: AD
Stevan Elfstrong, onderzoeker Volvo
We gaan een richting op waarbij de
auto ons steeds beter begrijpt en voor
ons zorgt. Wat we zouden kunnen
doen is de oogopening en het patroon
van de pupillen analyseren en zo
inschatten of de bestuurder ziek is.
Bron: Volkskrant
Huib de Vries, voormalig marketing directeur Volvo Cars
Wat Martin Bril en ik juist niet afspraken was dat hij Volvo zo vaak
mogelijk moest noemen in zijn columns. Natuurlijk niet. Dat is veel te
doorzichtig en bovendien een veel te vage afspraak voor een commer -
ciële onderneming als Volvo. Vanzelfsprekend vonden wij het prachtig
dat hij zijn fans liet weten dat hij Volvo reed. Maar dat deed hij altijd al!
Bron: Volkskrant
Kees van Luijk, RIVM
Het is maar de vraag of het helpt om op een dag van matige smog de snel-
heid tijdelijk te verlagen. Bij ons ligt de snelheid rond de steden structu-
reel lager. Bovendien is door belastingmaatregelen voor leasewagens en
roetfilters voor dieselauto’s de emissie van het Nederlandse wagenpark
lager dan in bijvoorbeeld België. Die maatregelen hebben meer effect.
Bron: NRC
Arjen Schreuder, redacteur NRC
Juist doordat de autofabrikanten hun zuinige modellen in Nederland
relatief goedkoop kwijtraken, kunnen ze in andere Europese landen hun
onzuinige slurpers blijven verkopen.
Bron: NRC
Leo Kusters, TNO
Het schrikbeeld dat ik mensen voorhoud, is dat de Google Car voor meer
files gaat zorgen. Dat is het verschil met onze auto: die gaat ons van een
paar grote maatschappelijke problemen afhelpen.
Bron: Financiële Telegraaf
Robert Dingemanse, directeur Pal-V
De huidige wet laat het toe om met een
Pal-V de weg op te mogen én de lucht
in te gaan.
Bron: AD
Arie de Jong, directeur ARN
In een veranderende maatschappij kan ARN
niet aan de kant blijven staan. Sterker nog,
wij willen een aanjager zijn van duurzaam-
heid in de mobiliteit- en recyclingbranche.
Bron: Duurzaamheidsverslag ARN
27
GO!factor
GIES AALBERTSComfortabel, non-conformistisch en avant-gardistisch zijn kwalificaties die kenmerkend zijn voor de
meeste modellen van Citroën. Wat dat betreft vormt deze Citroën GSA Club uit 1982 geen uitzon-
dering op de regel. Eigenaar is freelance (auto) journalist Gies Aalberts die zich, gelet op zijn
voorkeur voor ‘le double chevron’, met recht een ware citrofiel mag noemen. Met zijn klassieke auto’s
neemt Aalberts graag deel aan rally’s. “Er moet wel mee worden gereden, vind ik. Mijn eerste aankoop
was een CX Prestige. Daarna volgden een GS, DS, een SM en deze GSA Club sluit die reeks voorlopig
af. Mijn liefde voor dit Franse merk gaat zelfs zo ver dat ik jaarlijks ‘Le Citron Pressé’ organiseer, een
driedaagse rally in het noorden van Frankrijk waaraan in elke Citroën die niet meer in productie is kan
worden deelgenomen. Die naam is bedacht door Erik Verhaest, toenmalig directeur public relations
van Citroën Nederland. Verhaest heeft een essentiële rol in mijn professionele leven gespeeld, want
door hem ben ik in de journalistiek terechtgekomen. Deze GSA is in feite een doorontwikkeling van
de GS met als bijzonderheden de vijfde deur en een nog excentrieker dashboard. Verder is dankzij de
aerodynamische vormgeving de Cw waarde van 0,34 voor die tijd opmerkelijk laag. En omdat de GSA
is voorzien van het unieke hydropneumatische veersysteem is het een perfecte rallyauto. Het zorgt
voor extra bodemvrijheid op onverharde wegen. O ja, ik vergeet bijna nog te vermelden dat er slechts
24.000 kilometer op de teller stond toen ik ‘m kocht. Eigenlijk moet ik hem nog inrijden!”
Meer fietsen spaart levensAls in alle belangrijke Europese steden evenveelzou worden gefietst als in Kopenhagen, zou datjaarlijks 10.000 verkeersdoden schelen. Daarnaast zou dit werk opleveren voor 76.600mensen. Dat stellen de Wereld GezondheidsOrganisatie (WHO) en de UNECO in eennieuw rapport ‘Unlocking new opportunities’.
Voor het eerst benadrukt de WHO in deze studie niet
alleen het gezondheidsaspect , maar ook de economische
winst van ‘groen transport’. Daarbij denkt men onder meer
aan de extra werkgelegenheid in de fietsdetailhandel en
aan banen die het ontwerpen en aanleggen van fietsvoor-
zieningen oplevert.
Kopenhagen dat als maatstaf wordt gebruikt, is volgens
de WHO één van de koplopers op het gebied van fietsen.
In Kopenhagen wordt 26 procent van alle trips per fiets
afgelegd. Alleen Amsterdam kent meer fietsers.
Volgens de WHO zorgt transport voor banen en biedt het
mensen de mogelijkheid tot werken en recreëren. Aan de
andere kant lopen de kosten van transport die te maken
hebben met milieu en gezondheid op tot 4 procent van
het binnenlands nationaal product. Tenslotte is transport,
zo stellen de WHO en UNECO, verantwoordelijk voor
24 procent van de broeikasgassen en in de
gevallen waar vervoer fietsen en lopen
vervangt, is het medeverantwoordelijk
voor de jaarlijks 1 miljoen doden ten ge -
volge van te weinig lichamelijke activiteit.
Intelligent rijden
Verkeersongevallen kosten de Nederlandse samenleving jaarlijks meer dan 12 miljardeuro, ofwel 2,2 procent van het bruto binnenlands product (bbp), zo meldt hetSWOV-rapport Kosten van verkeersongevallen in internationaal perspectief.
In het rapport heeft de SWOV de Nederlandse kosten van verkeersongevallenvergeleken met die van acht andere landen. Hiervan gebruiken België, Oostenrijk,Zwitserland en de Verenigde Staten een vergelijkbare manier om de kosten te schat-ten. Ten opzichte van deze landen vormt de verkeersonveiligheid in Nederland hetkleinste aandeel van het bbp. De SWOV wijst er echter op dat als álle schadepostenzouden worden meegerekend, het bedrag van ruim 12 miljard euro hoger uitvalt. Datkomt doordat verschillende kostenposten nu niet, of niet geheel, worden mee -gerekend. Zoals bijvoorbeeld: immateriële schade van lichtgewonden, verlies vanonbetaalde productie zoals huishoudelijk en vrijwilligerswerk, afhandelingskosten vanzorg- en rechtbijstandsverzekeringen en schade aan de weg en wegmeubilair.De vraag is natuurlijk: kunnen de kosten die voortvloeien uit verkeersongevallen nogverder omlaag? Feit is dat het aantal verkeersdoden al jaren op rij een dalende lijn vertoont. Ook het afgelopen jaar was opnieuw sprake van een teruggang met 12,3procent tot 570 doden. De SWOV stelt zelf terecht in het rapport ‘De waarde vannul’ dat nul doden de verkeersveiligheidsambitie moet zijn, maar voegt hier welonmiddellijk aan toe dat deze doelstelling in ieder geval voorlopig niet realistisch is.Toch ben ik er van overtuigd dat er de komende jaren nog veel veiligheidswinst valt tebehalen. Auto’s gaan immers, dankzij de telematica aan boord, steeds meer commu-niceren met hun omgeving. Denk in dit geval alleen al aan eCall, dat per 1 oktober2015 in alle nieuwe auto’s in Europa wordt ingevoerd en waarbij het voertuig bij eenbotsing automatisch een sms bericht naar de 112-alarmcentrale stuurt. eCall zou inEuropa jaarlijks 2.500 levens per jaar kunnen sparen. Daarnaast werken auto -fabrikanten op dit moment hard aan systemen die waarschuwen wanneer een automobilist vermoeidheidsverschijnselen vertoont. Dat dit uiteindelijk tot minderongelukken en dus tot minder kosten moet leiden staat vast, want uit onderzoek isgebleken dat vermoeidheid bij ongeveer 15 procent van de verkeersongevallen eenrol speelt. Daarom zijn veel auto’s nu al voorzien van de nodige alarmbellen, zoalsgeluidssignalen, trillingen van het stuur die de chauffeur bij de les moeten houden,Lane Keeping Assist Systems of systemen die automatisch een vaste afstand tot devoorganger houden of zelfstandig remmen.En dan heb ik het nog niet over effecten van de autonoom rijdende auto die verschil-lende partijen zoals Google, VW en GM ontwikkelen. TNO werkt trouwens aan eenzelfrijdende auto die kan ‘praten’ met zijn omgeving. Sommige wetenschappers zijn ersceptisch over in hoeverre de mens in staat is om altijd adequaat in te grijpen als hetautomatische systeem faalt. Daarmee bevestigen zij in feite opnieuw dat de mens inalle gevallen de zwakke schakel is, zowel bij de gewone als de zelfsturende auto. Misschien is de discussie over een wel of niet honderd procent autonoom rijdendeauto niet eens zo relevant. Vast staat dat de auto steeds meer taken van de berijderzal overnemen. En dat alleen verhoogt de verkeersveiligheid substantieel. Ik zou in ditverband daarom liever spreken van intelligent rijden dan autonoom rijden. Ofteweleen auto die de bestuurder begrijpt en ingrijpt zodra dat nodig is.
Olaf de Bruijn, directeur RAI Vereniging
28
GO!
OLAF DE BRUIJN
Vaker de fiets pakken zou in Europa 10.000 verkeersdoden per jaar kunnen
schelen.
29
Men neme een personenauto leg een houten blok onderhet gaspedaal of zorg dat je niet hoger dan de derde ver-snelling kan schakelen. Laat de auto vervolgens keuren bijde RDW, krijg een bordje met 25 of 45 km op je spat-boord, en karren maar. Zo vrij als een vogeltje in Neder-land. Geen kenteken, geen belastingen, geen rijbewijs,geen APK meer, geen recycling, geen verkeersboetes, geenparkeergelden, helemaal niks.
“Nee”, hoor ik u denken, zegt Cees Boutens, manager Strategie en
Public Affairs van RAI Vereniging, “dat kan niet”. “Maar het kan wel.
Zelfs in een land waar alles zo goed is geregeld als in Nederland kunnen
dit soort dingen nog. Door de spreekwoordelijke mazen in de wet.
Vroeger werd er van de MMBS-regeling (Motorvoertuig Met Beperkte
Snelheid) gebruik gemaakt door de SRV-man voor
zijn SRV-wagen. Maar dat is inmiddels alweer lang
geleden.”
Tegenwoordig maken jongeren, vooral jongens, en
heel oude mensen volgens Boutens gebruik van
deze lacune in de wet. “Nog geen rijbewijs en toch
gespaard? Koop een autootje voor weinig pas hem
aan, laat hem keuren en hupsakee, daar staat jouw
bolide tussen de wagens van je leraren. Natuurlijk wel zo parkeren dat
dat bordje met 25 km uit het zicht is. Voor ouderen is het ook een uit-
komst: B-rijbewijs niet meer verlengd, auto aanpassen en laten keuren
als MMBS en je rijdt gewoon lekker door in je eigen auto.”
Minister Schultz heeft op vragen van PvdA kamerlid Attje Kuiken laten
weten dat het Trekker-rijbewijs dat in 2015 verplicht wordt, ook gaat
gelden voor MMBS-en, het probleem gaat oplossen. Boutens: “Wij
zetten daar grote vraagtekens bij, gewoon omdat de voordelen zo groot
zijn: gratis autorijden. Door de recente publiciteit is het aantal MMBS-
en spectaculair gestegen. In de eerste 9 weken van dit jaar zijn er al 200
procent meer MMBS-en geregistreerd dan vorig jaar in dezelfde peri-
ode.”
De vervoermiddelen die de leden van RAI Vereniging op de markt
brengen voldoen aan zaken als veilig, schoon, zuinig en stil, beklem-
toont Boutens. “Daar worden we ook door gebrui-
kers en door de overheid op aangesproken. MMBS
voldoet aan helemaal niets en brengt berijders en
andere verkeersdeelnemers in gevaar. Hoogste tijd
dus om deze maas in de wet snel te dichten. Het
Ministerie van Infrastructuur & Milieu is aan zet.
Aan de Tweede Kamer om te controleren of dat snel
genoeg gaat.”
Haagse wandelgangEN
Cees Boutens:“Motorvoertuigen Met Beperkte Snelheid (MMBS) voldoen nergens aan”
30
GO!
Moscow International Automobile Salon27 augustus t/m 7 september
IAA Hannover25 september t/m 2 oktober
Trucks, bussen, trailers, carrosserieën
en componenten
Mondial de l’Automobile2 t/m 19 oktober
Paris Expo, Parijs
BusTech11 & 12 november
Autotron Rosmalen
Los Angeles Auto Show19 t/m 30 november
Los Angeles Convention Centre
Bologna Motor Show6 t/m 14 december
AutoRAI16 t/m 26 april
Amsterdam RAI
BedrijfsautoRAI20 t/m 23 oktober
Amsterdam RAI
Mobiliteitskalender 2014 2015
Nul verkeersslachtoffers, dat zou de verkeersveiligheids-ambitie moeten zijn, stelt de SWOV in het rapport ‘Dewaarde van nul’. Nul slachtoffers onder auto-inzittendenof nul in 30 km/uur zones. Maar is het ook haalbaar?
Nulvisies voor verkeersveiligheid worden de laatste jaren in steeds
meer regio’s in Nederland en ook in andere Europese landen omarmd.
Met een nul visie wil men, zo schrijft de SWOV in het rapport, het
ambitieniveau aangeven en duidelijk communiceren dat taakstellingen
als ‘maximaal 500’ moreel niet acceptabel zijn. ‘De waarde van nul’ -
verschijnt precies op het moment dat bekend werd dat het aantal
verkeersdoden in 2013 opnieuw met 12,3 procent daalde tot 570. Met
name onder motorrijders, inzittenden van personenauto;s en fiet-
sers/voetgangers, vielen minder doden. De SWOV zegt zich te realise-
ren dat nul-verkeersdoden, uitgaande van de huidige situatie, niet erg
realistisch is. Het is volgens de organisatie echter wel mogelijk om ‘een
brug te slaan tussen de ethische discussie van de nul visie en gekwanti-
ficeerde doelstellingen.’Dat kan door op onderdelen te streven naar nul.
Bijvoorbeeld nul rijders onder invloed, nul doden onder kinderen,
100% gordelgebruik, nul slachtoffers in 30km/uur zones’
Spectaculaire dalingenHet onderzoeksbureau wijst op drie terreinen waar de afgelopen jaren
een spectaculaire daling van het aantal verkeersdoden is gerealiseerd.
Zo is sinds de jaren vijftig, het overlijdensrisico voor auto-inzittenden
met een factor 15 gedaald. Daarbij lijkt de daling de laatste jaren sneller
te gaan: in de laatste tien jaar is het aantal gehalveerd. Maximaal 100 in
2020 zou haalbaar moeten zijn.
Ook bij de jeugd onder de 18 is een grote afname van het aantal ver-
keersdoden te zien, vooral bij kinderen jonger dan 10, maar ook in de
andere leeftijdsgroepen. Voornamelijk door meer 30km/uur zones, ver-
beterde voertuigveiligheid, minder brommerrijders, en betere kinder-
zitjes.
Tenslotte is sinds de invoering van 30km/uur zones het overlijdensri-
sico binnen de bebouwde kom sterk gedaald. Dit kan, stelt de SWOV,
nog verder omlaag worden gebracht door bijvoorbeeld verplichte ISA
(intelligente snelheidsassistentie) in woonwijken en meer snelheids-
remmende maatregelen. Voor de drie bovengenoemde specifieke
groepen of gebieden zou een nulvisie kunnen gelden.
Het gaat om terreinen waar het aantal ernstige onge-
vallen al bijna nul is én waarbij we het maatschappe-
lijk onacceptabel vinden dat er nog doden en ernstig
verkeersgewonden vallen, aldus de SWOV.
EYE CATCHER
Naar nul verkeersslachtoffers?
Nul verkeersdoden onder kinderen zou volgens de SWOV haalbaar moeten zijn.
31
23 meiRAI Vereniging promoot scooterbewijs op Rijscholencongres
21 meiXenon-verlichting op motorfietsen niet in heel Europatoegestaan
20 meiRenault dealers sluiten aan op INDI-platform
5 meiAuto Aanpassers Nederland op Support beurs van 7 tot 10 mei in Jaarbeurs
1 meiEEA: CO2-reductie nieuwe auto’s twee jaar voor opschema
1 meiMotorbranche is criminalisering zat
18 aprilEU transport scorebord zegt: NL beste infrastructuur van Europa
18 aprilLokfiets laat dief in hoogste versnelling tegen delamp lopen
4 aprilMagazine en platform over motorrijden #Ridestylegelanceerd
Tweets RAI Vereniging
@raivereniging
GO!ROUND
Op zaterdag 24 mei ging opnieuw de traditionele
RAI Klassieker Rit van start. Zo’n 70 eq
uipes,
bestaande uit relaties van RAI Verenigin
g,
verzamelden zich bij gastheer Bentley in Leus
den
aan de start voor een memorabele rit. In dubb
el
opzicht want de opbrengst kwam volledig ten
goede aan de Cars for Charity Foundat
ion die
daarmee voor ernstig zieke kinderen de ‘Droo
mrit
voor het Leven’ organiseert.