GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn...

44
GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN www.zorgwelzijn.nl DECEMBER 2015 | JAARGANG 21 Verwarde personen: hoe moet dat nou? De tien dilemma’s van het wijkteam ‘Een vrijwilliger stelt makkelijker vragen’ Ondersteunt professionals in het sociaal domein 12 22 26 15ZNW012_pag 01_cover.indd 1 15ZNW012_pag 01_cover.indd 1 11/25/2015 1:30:36 PM 11/25/2015 1:30:36 PM

Transcript of GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn...

Page 1: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN

www.zorgwelzijn.nlDECEMBER 2015 | JAARGANG 21

Verwarde personen:hoe moet dat nou?

De tien dilemma’svan het wijkteam

‘Een vrijwilliger steltmakkelijker vragen’

Ondersteunt professionals in het sociaal domein

12 22 26

15ZNW012_pag 01_cover.indd 115ZNW012_pag 01_cover.indd 1 11/25/2015 1:30:36 PM11/25/2015 1:30:36 PM

Page 2: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

GGZ-agoog jobcoach

cliëntondersteuner

activiteitenbegeleider

Kennis ContextVisie Persoon

ouderenwerkeropbouwwerker

faciliteren ondersteunen interveniëren

jeugd- en jongerenwerker

sociaal raadsman/vrouw maatschappelijk werker schuldhulpverlener

LAAT JE ZIEN ALS SOCIAAL WERKER

EN WERK MEE AAN HET HUIS

Wat hebben sociaal werkers binnen Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening

(W&MD) nu gemeenschappelijk én wat is het specifieke van hun vak? Wat moet

iedere sociaal werker weten en kunnen? Wat geeft sociaal werk zijn unieke

karakter? Waarom is het handiger als sociaal werkers hun beroepsnaam delen?

Het huis van de sociaal werker geeft antwoord.

HET BEROEP VAN SOCIAAL WERKER

STAAT ALS EEN HUIS

LEES MEER OP WWW.PROFESSIONALISERENINWELZIJN.NL/HUIS

15ZNW012_pag 01_cover.indd 215ZNW012_pag 01_cover.indd 2 11/25/2015 1:30:39 PM11/25/2015 1:30:39 PM

Page 3: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

3december 2015

25

8

12

20

4 KORT

5 REDACTIONEEL

6 COLUMN #OMG

7 DRIE VRAGEN AAN…

8 INTERVIEW: JAN DE VRIES ‘Juist de meest kwetsbare mensen krijgen

onvoldoende passende ondersteuning.’

11 IN DE PRAKTIJK

12 VERWARDE PERSONEN Zelfstandig wonende mensen met ernstige

psychiatrische problemen missen de zorg

die ze nodig hebben. Vier deskundigen

over wat er moet gebeuren.

15 GOEDE DINGEN... Bryan Raphaël, jeugdwerker.

16 VENRAY IN VERANDERING De opbouwwerker die ook moeder is.

18 ONDERZOEK Leven in twee culturen maakt jeugd

psychisch kwetsbaar.

20 HET KEUKENTAFELGESPREK Patrick Konings (49) ontlast

mantelzorgers met logeervilla.

21 SPREKENDE MANTELZORGERS

22 INSTITUUT VOOR PUBLIEKE WAARDEN De tien dilemma’s van het sociaal

wijkteam.

24 ZO DOE JE DAT

25 GOEDE DINGEN... Monic Diks, coördinator informele zorg.

26 INFORMELE ZORG De hulpvraag in het informele circuit

neemt toe, evenals de zwaarte daarvan.

Is dat erg? Er zijn ook voordelen, zoals:

‘Een vrijwilliger kan veel makkelijker

vragen stellen.’

29 DIGITALIA

30 WIJ ZIJN HET WIJKTEAM Sociaal wijkteam Stad-Midden, Almere.

32 MEDIA

33 GOEDE DINGEN... Willem van Laar, kwartiermaker wijkteams.

36 MOVISIE MAAKT ZICH ZORGEN ‘Als we niet uitkijken, wordt de

mantelzorger de maatwerkvoorziening

van de cliënt.’

39 GOEDE DINGEN... Petra van Gurp, zorgmanager.

40 ZELFSTURENDE TEAMS Ze zijn de mode in het land van zorg en

welzijn, ‘maar het subtiele spel tussen

afstand nemen en ondersteunen ligt de

ene leidinggevende beter dan de andere.’

42 COLOFON

26

30

INHOUD

15ZNW012_pag 03_inhoud.indd 315ZNW012_pag 03_inhoud.indd 3 11/25/2015 7:37:30 AM11/25/2015 7:37:30 AM

Page 4: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

4 december 2015

De regeling is ingesteld na een zeer kritisch rapport van de commissie-Samson in 2012. Daarin stond onder meer dat kinde-ren die uit huis zijn geplaatst niet altijd de bescherming tegen seksueel misbruik kregen waar ze recht op hadden en dat overheid, instellingen en pleegzorg daarin zijn tekortgeschoten.

KORT

Voortdurende pgb-problemen

Niet iedereen krijgt op tijd de declaraties uitbetaald. Het gaat om zo’n vijf procent. Ook hebben nog niet alle gemeenten de inwoners met een pgb geïnformeerd over hun situatie komend jaar. Het aantal tele-foontjes naar de Sociale Verzekeringsbank (SVB), dat verantwoorde-lijk is voor de uitbetalingen, is in oktober weer toegenomen. De meeste gaan over tekorten.Dat heeft waarschijnlijk te maken met de die maand verstuurde brie-ven aan zo’n 10.500 mensen met een pgb waarin ze worden gewezen op het risico dat ze meer dreigen te besteden dan ze mogen volgens hun pgb. Zorgverleners krijgen geregeld te laat of helemaal niet uitbe-taald door de SVB. Het kabinet liet eerder weten tussen de 15 en 20 miljoen euro uit te trekken voor compensatie.

De blog ‘Verplicht: de Wmo-cursus’ van Petra van Leeuwen werd de afgelopen maand het meest gelezen op zorgwelzijn.nl:

‘Heb je je al ingeschreven voor de nieuwe Wmo-cursus? Deze is binnenkort verplicht voor alle inwoners van Nederland. De cursus beslaat vijf dagen, verspreid over twee maanden. Je eigen bij-drage van slechts 250 euro is

gelukkig fiscaal aftrekbaar. Vóór 1 januari 2016 moet iedereen de cursus afgerond hebben.’Lees de blog op www.zorgwelzijn.nl/wmocursus.

Stichting SPZ vroeg ABRI, Prisma Amster-dam en Movisie om de aparte inzendingen van de drie organisaties om te buigen naar een gezamenlijk project omdat deze zo goed op elkaar aansloten. Dit gezamenlijke project Van ontmoeting en dialoog naar

medezeggenschap en participatie wint de Pier de Boer-prijs 2015 bestaande uit een geldbedrag van 50.000 euro en een beeld.Het is de bedoeling dat de drie winnaars van de Pier de Boer-prijs 2015 aan de slag gaan met het prijzengeld om te komen tot een instrumentarium voor participatie en medezeggenschap van mensen met een verstandelijke beperking. Bestaande tools worden vernieuwd en aangepast tot een samenhangend geheel dat te kopiëren is naar andere locaties.

Gezamenlijke eettafels dienen als ontmoe-tingsplaatsen in de buurt waar generaties, cul-turen, religies en afkomst worden overbrugd

Meest gelezen blogDe problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december te komen met een actueel beeld van de betalingen.

Drie winnaars Pier de Boer Prijs

Resto VanHarte bestaat tien jaar

Misbruik in de zorg

De Pier de Boer-prijs 2015 is op 12 november uitgereikt aan het meest vernieuwende project dat leidt tot meer betrokkenheid en medezeg-genschap van mensen met een verstandelijke beperking in wijk en stad. Dit jaar zijn er drie winnaars.

Begonnen in Den Haag met één eettafel en tien stoelen is Resto VanHarte uitgegroeid tot een na-gevolgd initiatief In twintig steden en 35 wijken. Daar worden wekelijks honderden maaltijden ge-serveerd, gemaakt door en voor buurtbewoners.

Slachtoffers van misbruik in de zorg krijgen meer tijd om een schadeclaim in te dienen. De regeling zou dit jaar eindigen, maar het kabinet verlengt die termijn tot februari 2017.

Slachtoffers van misbruik in de jeugd-zorg krijgen nu 3,5 jaar om zich te melden. Voor die looptijd is gekozen, omdat die even lang is als de termijn voor het indie-nen van een claim na seksueel misbruik in de katholieke kerk.

door een goed gesprek, een lach en een traan. Voor Resto VanHarte is het na tien jaar tijd dat buurtbewoners dit overnemen met Resto VanHarte als aanjager, inspirator en coach. Onder de term ‘Buurtmobilisatie’ wil de stich-ting in alle middelgrote steden buurtbewoners mobiliseren om het heft in eigen handen te nemen en onder de vlag van Resto VanHarte nieuwe ontmoetingsplaatsen te creëren.

15ZNW012_pag 04-07_actueel.indd 415ZNW012_pag 04-07_actueel.indd 4 11/25/2015 7:38:43 AM11/25/2015 7:38:43 AM

Page 5: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

5december 2015

ven functioneren zoals ze al deden, aldus de woordvoerder. De twee sociaal wijkteams die in 2013 werden gestart, waren kleiner van omvang en speci-fiek gericht op zorgmijders. Doelen waren een betere signalering, betere hulpverlening en betere samenwerking tussen professionals. De gemeente gaat niet verder met deze pilot, maar gaat inzetten op zogenaamde ‘aanvoer-ders’. Die moeten het proces binnen de hulp-verlening bewaken. Ze bieden zelf geen hulp, maar moeten ervoor zorgen dat de hulpverle-ning adequaat verloopt.

rugstorten. Het veelkleurige monument is ont-worpen door de Sliedrechtse kunstenaar Johan Huijzer. Op verzoek van de moeder van de broertjes is het beeld bestemd voor alle kinde-ren die door huiselijk geweld om het leven zijn gekomen. Ieder jaar worden zeker twintig kinderen in Nederland omgebracht door hun eigen vader of moeder. Vaak pleegt de dader daarna zelfmoord en blijft een ouder alleen achter. Het kunstwerk staat in de nabijheid van Slot Zeist.

Deze vragenlijst is door HOOM ontwik-keld in opdracht van het ministerie van VWS en heeft tot doel om mantelzorgers bewust te maken van hun situatie.Daarnaast wordt een algemeen advies ge-geven over de mogelijke ondersteuning. Bij de ontwikkeling van de vragenlijst zijn mantelzorgers en hulpverleners betrokken geweest.

Sociaal wijkteams Zoetermeer stoppen

Monument voor vermoorde broertjes onthuld

Zicht op mijn mantelzorg

In Zoetermeer zijn al enkele jaren andere wijk-teams actief. Deze wijkteams bestaan uit ver-tegenwoordigers van de gemeente, woningcor-poraties, politie en welzijnsinstellingen. Zo’n wijkteam moet de kwaliteit van de woon- en leefomgeving bevorderen. Deze wijkteams blij-

Ruben (9) en Julian (7) uit Zeist werden in mei 2013 om het leven gebracht door hun vader, die daarna de hand aan zichzelf sloeg. Maar dat werd pas weken na die wanhoops-daad bekend. Het hele land leek in beweging gekomen tijdens de wekenlange zoektocht naar de twee kinderen. De lichamen van de jongetjes werden uiteindelijk door een toeval- lige passant in een sloot in Cothen gevonden. Direct na hun dood startte de speciaal opge-richte stichting RuJu een inzamelingsactie voor een gedenkteken. Dat leverde veel geld op, maar in 2014 bleek dat de voorzitter van de stichting een greep in de kas had gedaan. Hij kreeg een taakstraf en moest het geld te-

In het voorjaar van 2015 is de vragenlijst ‘Zicht op mijn mantelzorg’ ontwikkeld.

De gemeente Zoetermeer gaat niet verder met de sociaal wijkteams. Een pilot met twee wijkteams, die werd gestart in 2013, is defi-nitief afgesloten. Volgens een woordvoerder houdt de gemeente Zoetermeer wel de focus op wijkgericht werken.

Het monument voor de in 2013 omgebrachte broertjes Ruben en Julian is op 1 december in Zeist onthuld. Het monument is bedoeld voor alle kinderen die door huiselijk geweld om het leven zijn gekomen.

Het symposium Zicht op mijn mantelzorgvindt op 7 december plaats in Breda. Tijdens deze bijeenkomst wordt onder meer gekeken naar de eerste resultaten van de enquête, die mantelzorgers online kunnen invullen op www.zichtopmijnmantelzorg.nl.

MenselijkHet is, als ik dit redactioneel schrijf, de

zaterdagmiddag na de aanslagen in Parijs.

Er gaat op Twitter een spreuk rond van

Gandhi die ik niet kende. ‘You must not lose

faith in humanity. Humanity is an ocean; if

a few drops of the ocean are dirty, the ocean

does not become dirty.’ Ik vind de uitspraak

even troostrijk als hoopgevend.

Collega Alexandra Sweers besteedt haar

column even verderop in dit blad aan de

vraag of de journalistiek blind is voor dat

goede en, om bij de woorden van Gandhi te

blijven, alleen maar bezig is met ‘the few

dirty drops of the ocean’.

Goede vraag, denk ik.

U vindt in dit blad kleine verhalen van vier

collega’s van u. Voorbeelden van het zin-

volle werk dat professionals in het zo brede

sociaal domein doen. Bij mij bleef een

quote van jongerenwerker Bryan Raphaëla

hangen: ‘Ik doe normaal tegen de jongens.

De rest doen ze zelf.’

De afgelopen twee jaar beschreven ‘de

sprekende mantelzorgers’ in Z+W hun

soms wonderlijke, soms tot nadenken stem-

mende, soms lachwekkende ervaringen met

professionals en zorgsystemen. Dit nummer

nemen ze afscheid. Ze vertelden mij met

hun alledaagse, opgetekende ervaringen dat

het verschrikkelijk kan tegenzitten en dat je

dan nog anderen kunt helpen.

Menselijkheid. Ik denk dat ieder van u het

afgelopen jaar daar mooie voorbeelden van

heeft meegemaakt. Sterker nog, ik denk dat

het werk van sociaal professionals bijdraagt

aan menselijkheid. Het waren bijvoorbeeld

opbouwwerkers die na de moord van Theo

van Gogh de rust in bepaalde wijken terug-

brachten. Op een zinvol 2016.

PIET-HEIN PEETERS

Hoofdredacteur@pietheinpeeters

REDACTIONEEL

Volg Zorg+Welzijn online: @zorgenwelzijn www.facebook.com/zorgenwelzijn

15ZNW012_pag 04-07_actueel.indd 515ZNW012_pag 04-07_actueel.indd 5 11/25/2015 7:38:46 AM11/25/2015 7:38:46 AM

Page 6: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

6 december 2015

KORT

Diverse Nederlandse organisaties die zich in-zetten in de strijd tegen mensenhandel hebben een digitaal magazine gelanceerd vol informa-tie over mensenhandel.

Hiermee willen de organisaties een groter bewustzijn creëren rondom het onderwerp moderne slavernij. In ons land worden dagelijks duizenden kinderen, jongeren en volwassenen uitgebuit door hun mensen-handelaar. Ze werken gedwongen in de seksindustrie of tegen veel te lage lonen en in slechte omstandigheden in de horeca, bouw of land- en tuinbouw. Zelfs au pairs kunnen slachtoffer worden van mensen-handel. Stuk voor stuk bevinden deze slachtoffers zich in een situatie waar ze niet zomaar uit kunnen; ze zijn gevangen – soms zelfs letterlijk.

‘Toch weet niet iedere Nederlander in wel-ke mate mensenhandel in ons land een rol speelt’, zegt Ellen de Ruiter van Fier en het Centrum tegen Kinderhandel en Men-

senhandel, als een van de initiatiefnemers van het magazine. ‘Veel mensen denken dat mensenhandel iets is dat in anderewerelddelen plaatsvindt. Met dit magazine willen we bewustwording rondom dit on-derwerp creëren, laten zien dat mensen-handel dichterbij is dan je denkt. En we willen de lezers inspireren om een steentje bij te dragen in de strijd tegen mensen-handel.’

Het magazine is een product van Fier,het Centrum tegen Kinderhandel en Men-senhandel, Stop the Traffik, FairWork,CoMensha (Landelijk Coördinatiecentrum Mensenhandel), Home of Change, PerspectieF, International Justice Mission en International Organization for Migration.Genoemde organisaties zijn aangesloten bij het platform Stop Moderne Slavernij dat zich ten doel stelt de bewustwording rond-om mensenhandel in Nederland te vergroten. Het magazine is te bekijken via:www.stopmoderneslavernij.nl.

Magazine gelanceerd over mensenhandel

Een bewoonster van de Rivierenbuurt in Am-sterdam is een Facebookgroep gestart om de dakloze straatkrantverkoper Willem ten Cate (69) een dak boven het hoofd te geven, als het kan deze winter en zij verspreidde ook een brief in de buurt.

Manja Ressier gaat al jaren naar de Albert Heijn bij haar om de hoek in de Rivieren-

buurt, waar Ten Cate regelmatig de straat-krant verkoopt. ‘Mensen mogen hem ver-schrikkelijk graag. Hij is gewoon iemand die pech heeft gehad en op straat is be-land’, zegt Ressier. ‘Ik hoop dat iemand deze winter bijvoorbeeld een zolderkamer of tuinhuis kan missen.’ Eind november was echter nog steeds geen plek gevonden.

Een dak voor Willem

COLUMN#OMG

ALEXANDRA SWEERS is Z+W-redacteur

en verbaast zich regelmatig over het

sociaal domein. @lexieplex

WereldbeeldDe samenleving is behoorlijk verhufterd als

je het nieuws mag geloven. Een tsunami van

verkrachtende, banen inpikkende vluchtelin-

gen overstroomt ons land, terwijl we ouderen

mishandelen, bestelen en laten verpieteren. Na

een aflevering Opsporing Verzocht durf je nau-

welijks nog alleen over straat. Als je dat al

durfde, want al die ambulante gekkies lopen

daar natuurlijk ook vrij rond.

Eerlijk is eerlijk: soms zijn er dagen dat het lijkt

alsof er geen positief nieuws is te vinden op

onze website zorgwelzijn.nl. Ik weet wel hoe

dat komt. Wij journalisten zeggen maar al te

vaak: goed nieuws is geen nieuws. Als iets niet

goed is gegaan of iets dreigt uit te lopen op een

ramp, willen wij jullie daarover informeren als

‘waakhond van de samenleving’. Maar gezellig

is het natuurlijk niet.

Toch is het niet zo slecht gesteld met Neder-

land. Uit onderzoeken van bijvoorbeeld het

SCP en het CBS blijkt dat we veel voor elkaar

doen, behoorlijk gelukkig zijn en niet in de laat-

ste plaats welvarend. Bovendien is de binding

in de samenleving helemaal niet zoveel ver-

slechterd als wij denken. Keiharde cijfers dus.

Er gebeurt best veel goeds, maar het is zo al-

omtegenwoordig dat we het niet zien, schrijft

Rutger Bregman op decorrespondent.nl. Als je

erop gaat letten, zie je het volgens hem ineens

overal: de banaliteit van het goede. Mensen die

elkaar de weg wijzen, een dakloze geld geven,

een kinderwagen de trein uittillen, een vuurtje

aan een onbekende geven. Alleen, dat is niet

nieuwswaardig genoeg voor op tv, in de kran-

ten en eigenlijk ook niet voor onze site en dit

vakblad. Tenminste, wij journalisten denken

dat. Hierdoor komt wat wél goed gaat ons

mensen niet onder ogen en zo raakt ons we-

reldbeeld vertekend. Bregman bepleit meer

constructieve journalistiek die mensen bij

elkaar brengt, die een positiever mensbeeld

en daarmee goed gedrag stimuleert. Dat lijkt

mij een interessante opdracht om te bespreken

binnen onze redactie.

15ZNW012_pag 04-07_actueel.indd 615ZNW012_pag 04-07_actueel.indd 6 11/25/2015 7:38:59 AM11/25/2015 7:38:59 AM

Page 7: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

7december 2015

De documentaire Ger, Mijn Hoofd In Eigen Handgaat op 14 januari in première in Amsterdam.In de film wordt hoofdpersoon Ger van der Gaast, ex-docent verpleegkunde, gevolgd als kritische alzheimerpatiënt.

Dit fascinerende portret laat zien hoe Ger op een unieke manier de uitdaging aangaat om

zich, ondanks zijn ziekte, nuttig te maken voor de maatschappij. De film laat zien wat Gers wensen zijn, wat de impact van zijn dementie is op zijn leven, hoe hij praktische zaken heeft geregeld en hoe hij zijn huidige leven een zinvolle invulling geeft. De docu-mentaire geeft tevens de complexe situatie van Ger weer; met een achtergrond in de zorg heeft hij kritische noten aan het adres van deze zorg en het nieuwe zorgbeleid, tegelijk-tijd is hij er als patiënt afhankelijk van. De première van Ger is tijdens het congres Wie

neemt de regie bij dementie? op 14 januari in EYE Amsterdam. De dvd is vanaf eind januari voor €17,50 verkrijgbaar. Meer informatie: www.mijnhoofd.com.

Mijn Hoofd In Eigen Hand

Uit ruim 400 inschrijvingen zijn in drie categorie-en 18 vrijwilligersorganisaties, -projecten en vrijwilligers genomineerd voor de Meer dan han-den vrijwilligersprijzen 2015. Staatssecretaris Van Rijn van VWS maakt op 7 december, inter-nationale vrijwilligersdag, de winnaars bekend.

Er worden prijzen uitgereikt in drie cate-gorieën: landelijke vrijwilligersprojecten, lokale vrijwilligersprojecten en de VriendenLoterij Passieprijs, waarin een vrijwilliger van onschatbare waarde wordt beloond. In elke categorie wordt een winnaar gekozen door de jury en een

Goed omgaan met geld is voor vierhonderd-duizend jongeren in Nederland moeilijk omdat zij een licht verstandelijke beperking hebben. Zij missen inzicht en overzicht, en maken daar-door soms grote schulden.

Als gevolg van hun verstandelijke beper-king zijn de jongeren erg beïnvloedbaar. Verleidingen van bijvoorbeeld reclame zijn moeilijk te weerstaan en er wordt vaak misbruik van hen gemaakt op finan-cieel gebied. Dit wordt geprobeerd tegen te gaan door het geven van praktijklessen op scholen over omgaan met geld.

door het publiek dat tot en met 1 december via de speciale website een stem kon uitbrengen op zijn favoriete genomineerde.De Meer dan handen vrijwilligersprijzen

worden dit jaar voor de vijfde keer uitge-reikt. Plaats van handeling is Beeld en Geluid in Hilversum. De feestelijke avond wordt geleid door Leoni Jansen.De presentaties van alle genomineerden staan op vrijwilligersprijzen.nl.

Jelle Drost, directeur van het ‘Expertise-centrum jonge mensen met een licht ver-standelijke beperking’, zei in november bij Eenvandaag dat naast praktijkonder-wijs ook banken iets kunnen doen aan deze schuldenproblematiek. Zij kunnen een pinautomaat op school plaatsen, en de inzichtelijkheid ervan verbeteren door het gebruik van pictogrammen. Ook kun-nen zij voorkomen dat jongeren rood kunnen staan. Daarnaast kunnen bijvoor-beeld werkgevers anticiperen door het salaris één keer per week uit te betalen in plaats van één keer per maand.

Genomineerden landelijke vrijwilligersprijzen bekend

Lvb-jongeren en schulden

DRIE VRAGEN AAN...

Yolande de Best, van Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, over het vooraanmelden voor beroepsregistratie van jeugdprofessionals.

1Wie moeten zich vooraanmelden voor beroepsregistratie?

‘Professionals die zich nog niet kunnen regis-

treren omdat ze geen jeugdzorgwerker zijn,

maar wel jeugdhulp verlenen op een

hbo-functie, kunnen zich vóór 1 januari 2016

alvast vooraanmelden voor beroepsregistra-

tie. Het gaat om bijvoorbeeld maatschappe-

lijk werkers, jongerenwerkers, agogen in de

GGZ, begeleiders in de gehandicaptenzorg,

thuisbegeleiders en cliëntondersteuners.

Professionals die werkzaamheden uitvoeren

die volgens de Jeugdwet door geregistreerde

professionals moeten worden gedaan.’

2Waarom moet deze groep zich registreren?

‘Door de reorganisatie na de invoering van de

nieuwe Jeugdwet is er behoefte aan professi-

onals die hun werk op een andere manier

vormgeven. Een type professional met een

andere manier van denken, die meer zelfstan-

dig werkt en beslissingen kan nemen. Die

toegenomen verantwoordelijkheid vraagt om

een grotere professionaliteit. Wanneer je als

professional geregistreerd staat, laat je zien

dat je staat voor de kwaliteit van je vak. Je

houdt je aan de richtlijnen en beroepscode,

en je bent daarop aanspreekbaar. Beroepsre-

gistratie stimuleert professionals en hun werk-

gevers om te investeren in vakbekwaamheid.’

3De vooraanmelding is nog geen registratie. Hoe zit dat precies?

‘Professionals die zich vooraanmelden zijn

nog niet geregistreerd, maar sorteren vast

voor op latere beroepsregistratie. Het is een

eerste stap in de richting. Op dit moment

worden de registratie-eisen nog ontwikkeld.

Die zijn naar verwachting uiterlijk 1

januari 2018 klaar, zodat er een volwaardige

beroepsregistratie mogelijk is voor een groot

deel van de professionals die nu onder de

vooraanmelding vallen.’

15ZNW012_pag 04-07_actueel.indd 715ZNW012_pag 04-07_actueel.indd 7 11/25/2015 7:39:00 AM11/25/2015 7:39:00 AM

Page 8: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

8 december 2015

15ZNW012_Pag 08-10_interview.indd 815ZNW012_Pag 08-10_interview.indd 8 11/25/2015 7:39:26 AM11/25/2015 7:39:26 AM

Page 9: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

9december 2015

SpecialismeMaar dat ziet Jan de Vries dus echt te wei-nig. Hij ziet wel te veel wijkteams die min of meer een nieuw indicatieloket zijn ge-worden. Die slechts aanvragen beoordelen en dan ook nog met een dubbele opdracht. Enerzijds zeggen gemeenten hardop dat er ‘gedaan moet worden wat nodig is’, ander-zijds is er de wat minder luid klinkende, maar wel harde opdracht om toegang tot maatwerkvoorzieningen en gespecialiseer-de zorg te beperken. Dat werkt niet. ‘In veel gemeenten is er een soort front-office opgezet met weinig expertise om degene die zich met een vraag meldt te helpen bij het verduidelijken van die vraag. Dan haken dus veel kwetsbare mensen af. Die worden alleen maar gevoed in hun vaak toch al bestaande neiging zorg en instanties te mijden. En als ze wel door het keuzemenu komen, dan worden ze niet herkend als bijzondere zorgvrager met

Maak een lijst van vijf termen die het meest

gebruikt worden in het huidige sociaal domein. Geheide kans dat ‘wijkteams’, ‘generalisten’ en ‘extramuralisering’ erbij zitten. Het zijn kernwoorden in het hedendaagse jargon, het zijn ook begrip-pen die onlosmakelijk verbonden zijn met het welslagen van de transities. Immers, wijkteams met sterke generalis-ten zorgen er voor dat meer kwetsbare mensen langer uit intramurale voorzie-ningen wegblijven. In theorie dan. In de praktijk anno december 2015 maakt MEE-directeur Jan de Vries, binnenkort de nieuwe voorman van Actiz (zie kader, red.), zich stevig zorgen. ‘Wat ik nu helaas veel te vaak hoor, is dat mensen met psychosociale problematiek of een verstandelijke beperking onvoldoende snel en onvoldoende passende ondersteu-ning en zorg krijgen. Dat mensen daardoor

in de maatschappelijke opvang terecht-komen, op straat problemen geven, thuis vereenzamen.‘

Dan zou je kunnen zeggen dat van te

kwetsbare mensen wordt gevraagd

zelfstandig te leven.

‘Nee, dat gaat me te snel. Ik denk niet dat de vraag is: intramuraal of extramuraal? Het gaat volgens mij over mensen die voor-heen binnen de toenmalige AWBZ voldoen-de werden beschermd, en die nu onder verantwoordelijkheid van de gemeenten vallen. Het is een groep die te licht is voor de Wet langdurige zorg, maar tegelijkertijd te zwaar lijkt voor de Wet maatschappelijke ondersteuning. Deze mensen hebben case-management nodig, cliëntondersteuning, outreachende professionals die in wijk-teams zitten waarin wordt ingezet op zelfredzaamheid en op het versterken van sociale netwerken.’

Het moet echt en snel beter in het sociaal domein, vindt Jan de Vries, directeur

van MEE Nederland. ‘Die nadruk op generalisten vind ik geen goed idee.’

Jan de Vries

‘JUIST DE MEEST KWETSBARE MENSEN KRIJGEN ONVOLDOENDE PASSENDE ONDERSTEUNING’

INTERVIEWClaudia KamergorodskiPiet-Hein Peeters

15ZNW012_Pag 08-10_interview.indd 915ZNW012_Pag 08-10_interview.indd 9 11/25/2015 7:39:32 AM11/25/2015 7:39:32 AM

Page 10: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

10 december 2015

Pleit u voor een grotere rol van de landelijke

overheid?

‘Uiteindelijk is het ministerie van VWS sys-teemverantwoordelijk. Ik denk dat kennis-ontwikkeling, het toerusten van professionals in het sociaal domein niet alleen moet wor-den overgelaten aan individuele gemeenten. Dat is echt onverstandig. Nu is het te ondui-delijk wie deze verantwoordelijkheid oppakt.’

En wat zou het ministerie dan moeten

oppakken?

‘Het invullen van de kennisagenda, het in-vesteren daarin, het gesprek initiëren over de uitdagingen in de nabije toekomst. Gemeenten helpen bij hoe zij werkgevers en professionals kunnen faciliteren. Het gebeurt nu wel, maar echt mondjesmaat.’

Zou VWS ook nadrukkelijker moeten sturen

bij de invulling en organisatie van

wijkteams, bijvoorbeeld wanneer het

indicatieloketten zijn geworden?

‘VWS gaat niet over de inrichting van de wijkteams. Wat ik wel hoop, is dat het mi-nisterie niet wacht tot er over twee jaar een grote evaluatie klaar is. Als we nu al patro-nen zien die de ruimte voor professionals beperken, dan moet dat snel op de agenda komen. En dat vind ik ook de verantwoor-delijkheid van VWS.’

U bent wel erg vriendelijk voor professionals.

Als gemeenten en ministerie hun rol maar

beter invullen, gaat het goed komen met de

transities, zegt u?

‘Nou, ik vind wel dat sociaal professionals echt een sterkere professionele identiteit mogen ontwikkelen. Professionals zijn nu nog te veel speelbal van de systemen waar-binnen ze hun werk moeten doen.’

En dus?

‘En dus ben ik er blij mee dat er steeds meer sprake is van certificering, dat de be-roepsverenigingen in het sociaal domein sterker worden. Er is er nu bijvoorbeeld een van cliëntondersteuners. Ik zie geluk-kig bij veel MEE-medewerkers dat ze het lidmaatschap van zo’n vereniging bij hun beroepsopvatting vinden passen. Sociaal professionals in het algemeen hebben hier echt stappen in te maken. Vergelijk het maar eens met het zelfbewustzijn van medisch specialisten of huisartsen.’

specifieke problematiek omdat er te weinig specialistische expertise is.’

Ligt dit nou aan gemeenten die wijkteams

en de toegang ertoe verkeerd inrichten, of

ook aan professionals en wijkteams zelf?

‘Voor mij ligt het zwaartepunt bij gemeen-ten. Het ontbreekt vaak aan de juiste op-dracht. Ik snap het wel hoor, gemeenten zoeken naar beheersing, ook gezien de fi-nanciële verantwoordelijkheid. Ze willen heel graag de regie houden. Ze maken de wijkteams tot een nieuwe, gemeentelijke dienst. Dat gaat soms zo ver dat de band van professionals met hun oorspronkelijke werkgever wordt doorgesneden. Ze sturen op hoe medewerkers van wijkteams moe-ten werken. Terwijl je voor maatwerk, voor het stimuleren van zelfredzaamheid, ruimte aan professionals moet geven, moet durven vertrouwen op hun kennis en kunde, ook al bij de inrichting van de wijkteams.’

Vertrouwen aan generalisten met te weinig

specialistische expertise?

‘Nou ja, dat is wel een ander teer punt, vind ik. Ik denk dat we ons zo onderhand moeten afvragen of die nadruk op een wijkteam met allemaal generalisten wel zo’n goed idee is. Ik zou liever een genera-listisch werkend team zien met daarbinnen voldoende specialistische kennis. Met name de mensen met zwaardere problema-tiek hebben dat nodig.’

Zulke teams zijn er nu te weinig?

‘Er zijn natuurlijk sterke verschillen tussen wijkteams, maar ik ga dus niet mee in het idee dat iemand met een stevige verstande-lijk beperking ook door iedere willekeurige

Wmo-consulent die voorheen vanuit de ge-meente werkte, geholpen kan worden. Soms worden MEE-professionals belast met vecht-scheidingen of ouderen met relatief weinig beperkingen. Die werken dus steeds minder met onze traditionele doelgroep. Dan krijg je het kameleon-effect. Professionals die elkaars kleur aannemen, flets worden.’

Liever een kennis en kunde delend team

van specialisten dan een team met

generalisten?

‘Inderdaad. En dan heb je vervolgens te regelen dat die specialistische kennis up-to-date wordt gehouden. Dat vind ik de ver-antwoordelijkheid van gemeenten, maar ook van werkgevers en wijkteam-managers. In Amsterdam zien ze de noodzaak. De MEE-medewerkers die daar in de wijkteams zitten, krijgen een halve dag in de week om hun eigen, specifieke kennis te ontwikkelen en casuïstiek met elkaar te bespreken.’

VWSBijna een jaar na de roemruchte transitie-datum 1 januari 2015 blijkt Jan de Vries op essentiële punten flinke aarzelingen te heb-ben bij al te veel lokale vrijheid. Zoals dus bij ‘het borgen’ van de specialistische ken-nis van de leden van een wijkteam. Decen-tralisaties, prima, maar er zijn wel grenzen. ‘Ik vind dat bij de inkoop en inrichting van wijkteams door gemeenten veel te weinig rekening wordt gehouden met dat de ex-pertise van hun wijkteams op peil moet blijven. Waar die expertise verdwijnt, is dat zeer nadelig voor mensen voor wie meedoen toch al niet vanzelfsprekend is.’

Jan de Vries?

Geboren in 1965. Zat van 2002 tot 2010 in de Tweede Kamer voor het CDA en kreeg enige bekendheid als woordvoerder volksgezondheids- en welzijnsbeleid. Vanaf 2010 is Jan de Vries directeur van MEE Nederland. Per 1 januari wordt hij directeur van Actiz, de landelijke branchevereniging van zorgorganisaties.

‘Sociaal professionals mogen een sterkere identiteit ontwikkelen’

15ZNW012_Pag 08-10_interview.indd 1015ZNW012_Pag 08-10_interview.indd 10 11/25/2015 7:39:32 AM11/25/2015 7:39:32 AM

Page 11: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

11december 2015

Carolien StamIN DE PRAKTIJK

‘KINDEREN MOET JE WEL LASTIGVALLEN’

De cliënt spreekt

Kim van Solinge wist het als kind van acht al. Ze wilde helpen bij scheidingen. ‘Omdat het belangrijk is dat pro-fessionals die bezig zijn met scheidingen, ook leren kijken door de ogen van de kinderen die erbij betrokken zijn. Advocaten en mediators, maar soms ook hulpverleners in het sociaal domein. Het is nodig dat professionals werkelijk inzicht krijgen in de impact die een scheiding kan hebben op een kind.’Kim is 22 jaar, afgestudeerd in pedagogiek en trainer bij Villa Pinedo – ervaringsdeskundige –, de stichting voor kinderen met gescheiden ouders. Haar ouders kwamen in een scheiding terecht toen Kim 6 jaar was. Tot haar achtste heeft ze bij een orthopedagoog gelopen. Toen ze 16 jaar was, kwam Kim terecht bij een psycholoog. Twee jaar geleden is ze met haar vader en stiefmoeder bij een systeemtherapeut in therapie geweest. ‘Ik heb zelf toen nog psychotherapie gehad. Ik wilde nu alle problemen in één keer goed aanpakken.’‘Ik ben heel positief over alle hulp die ik heb gehad. Er speelde veel, ik kon bij de hulpverleners mijn ei kwijt, werd serieus genomen en dat heeft me geholpen om alles goed op een rij te zetten. Mijn werk als trainer heeft ook een belangrijke rol gespeeld. Ik krijg op trainingen van deelnemers gerichte vragen over wat ik zelf vind en hoe ik mij voelde bij gebeurtenissen in de scheiding en de nasleep ervan. Dat alles maakt dat ik nu begrijp hoe de scheiding van mijn ouders in elkaar heeft gezeten en hoe mij dat heeft gevormd.’‘Voor professionals is het belangrijk om te weten hoe het fout kan gaan tussen mensen die in een scheiding zitten. Maar ook om te weten dat ze – advocaten en mediators, hulpverleners – in staat zijn om ouders door elkaar te schudden en hen duidelijk te maken dat wat ze doen, een groot effect heeft op de kinderen. Dat is ook hun taak zou je zeggen. Jazeker, maar ze hebben dat inzicht lang niet altijd. Ze realiseren zich niet dat ze ook de kinderen moeten bijstaan.’‘Professionals gaan ervan uit dat ze het conflict moeten oplossen tussen twee echtelieden. Ze weten niet dat je kin-deren helpt door ze te betrekken, te luisteren en aan ze te vragen hoe jij ze kunt helpen. Dat gebeurt niet standaard,

het zou wel moeten. Als ik aan professionals vraag waarom kinderen niet aan het woord komen, dan antwoorden advocaten en ook mediators dat ze kinderen niet lastig willen vallen, ze maken al zoveel mee. Maar het is juist zo belangrijk dat je met kinderen praat in zo’n situatie en dat je hun stem serieus neemt. Zodat ze weten wat er aan de hand is en ermee om kunnen gaan.’Wat ik had willen inbrengen bij de scheiding van mijn ouders? Dat is moeilijk te beantwoorden. Ik herinner me dat het één grote chaos was, ik begreep niets van wat er gaande was. Maar ik had mijn orthopedagoog, ik mocht bij haar zitten en vertellen. Ik mocht neutraal zijn en mijn hart luchten.’

Kim van Solinge

15ZNW012_Pag 11_in de praktijk.indd 1115ZNW012_Pag 11_in de praktijk.indd 11 11/25/2015 7:40:06 AM11/25/2015 7:40:06 AM

Page 12: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

12 december 2015

Het is weer zo laat, commotie rond een ver-

warde man. In dit geval een die op het dak

van het Paleis op de Dam is geklommen.

15ZNW012_pag 12-14_Verwarde personen.indd 1215ZNW012_pag 12-14_Verwarde personen.indd 12 11/25/2015 12:58:30 PM11/25/2015 12:58:30 PM

Page 13: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

13december 2015

PSYCHIATRIE

Niels Mulder, hoogleraar ggz Erasmus MC en psychiater

in een FACT-team: ‘Een eigen risico van 375 euro moet je niet vragen aan mensen die helemaal niet staan te wachten op de bemoeienis van de ggz-professional. Ze vinden zelf dat er niets aan de hand is, maar moeten wel veel geld betalen voor hulp. Dat is echt een groot probleem. Het is dan een stuk moeilijker om deze mensen in behandeling te krijgen, terwijl de omge-ving vaak vindt dat behandeling dringend nodig is. Gezien de afbouw van bedden is er meer ruimte nodig in de specialistische ggz om mensen met een epa (ernstige psychiatri-sche aandoening, red.) ambulant en thuis te behandelen. De FACT-teams – specialisti-

sche hulpverleningsteams voor mensen met een epa – krijgen een steeds grotere en zwaardere doelgroep. We verwijzen nu al een deel van de mensen met epa naar lich-tere vormen van zorg, zoals de basis-ggz en de POH (Praktijk Ondersteuner van de Huisarts, red.). Voor patiënten die goed zijn opgeknapt in de specialistische ggz, pakt dat goed uit. Maar het vergroot ook de kans op recidieven omdat er weer een nieuwe behandelrelatie en nieuw vertrouwen moet worden opgebouwd. Daarbij hebben patiënten in de basis-ggz te maken met één hulpverlener, die eens per twee weken contact heeft. Raakt zo’n patiënt plotseling in een crisis, dan kost opschaling van zorg veel meer moeite dan wanneer een patiënt door een FACT-team

wordt behandeld. Omdat men in de basis-ggz meer solistisch werkt, moet men collega’s raadplegen en hulp organiseren. Dat kost tijd en daar kan een patiënt in crisis niet op wachten.Hulpverleners in de basis-ggz en de POH-ggz kunnen het beste nu een goed signale-ringsplan met de patiënt opstellen.Afspreken dat als er iets aan de hand is, de patiënt direct contact opneemt. En familie en naasten betrekken bij het signaleren van problemen.’

Frank van Hoof, wetenschappelijk mede-werker Trimbos-instituut, doet onderzoek naar het beleid voor mensen met een epa: ‘Er komt een nieuwe generatie ggz-patiën-ten aan die wil werken en participeren.

‘U VRAAGT OM HULP? DAN IS HET NOG NIET ERG GENOEG’Het wordt steeds duidelijker dat zelfstandig wonende mensen met ernstige

psychiatrische problemen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben.

Het landelijk werkend ‘Aanjaagteam verwarde personen’ lanceerde eind

oktober haar voornemens. Zorg+Welzijn vroeg vier deskundigen wat hoe

dan ook moet worden opgepakt.

ANP Foto/Evert ElzingaCarolien Stam

Verwarde personen

15ZNW012_pag 12-14_Verwarde personen.indd 1315ZNW012_pag 12-14_Verwarde personen.indd 13 11/25/2015 12:58:32 PM11/25/2015 12:58:32 PM

Page 14: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

14 december 2015

steuning aan mensen met een epa. Wijk-teamprofessionals komen deze mensen wel tegen in de wijk, maar de beginvraag moet zijn hoe je ggz-patiënten het beste onder-steunt.’

Nic Vos de Wael, beleidsmedewerker Lan-delijk Platform GGz, de koepel voor cliën-ten en familie in de ggz: ‘Grootste proble-men nu? Te weinig laagdrempelige hulp voor mensen die nog net niet in een crisis verkeren, maar met wie het psychisch wel steeds slechter gaat. En onvoldoende le-vensbrede ondersteuning aan ggz-patiën-ten. Ik bedoel ondersteuning bij alledaagse zaken zoals administratie, schulden, huis-vesting en participatie in de samenleving.Vaak worden de signalen van een aanko-mende crisis niet opgepakt door professio-nals, ondanks dat patiënten en familie het zelf aangeven. Mensen worden van het kastje naar de muur gestuurd. Omdat pro-fessionals denken: hier zijn wij niet voor. Of omdat mensen niet verzekerd zijn en professionals denken dat de hulp niet kan worden betaald. Of omdat er geen plek meer is in een voorziening, of dat er geen opvang is buiten kantooruren.

Uiteindelijk gaat het bij goede zorg om de instelling van de professional. Je gaat in op de hulpvraag, los van de manier waarop het wordt gefinancierd, door gemeente of zorgverzekering. Je mag mensen niet losla-ten als je zelf denkt: ik kan niets met deze hulpvraag. Ik denk dat de gemeente een re-gietaak heeft om het mogelijk te maken dat verschillende zorgvoorzieningen en hulp-verleners afspraken maken over individuele patiënten: wat is hier aan de hand en wel-ke hulp is nodig? Nu wordt eigenlijk pas gehandeld als iemand in crisis is. Wij krij-gen nog steeds van cliënten te horen dat ze door professionals worden weggestuurd met: als je nog om hulp kunt vragen, is het nog niet erg genoeg om acuut iets te doen.

Nynke Andringa, teamleider wijkteam Leeuwarden en omgeving: ‘Wij hebben veel te maken met mensen met een epa, maar niet meer dan vóór de overgang van een deel van de ggz-zorg naar de gemeen-te. Wij werken nauw samen met het FACT-team. De gemeente is nu bezig een speci-fiek team op te zetten voor “verwarde

De meeste mensen met een psychische aandoening wonen tussen ons in. Die zien we niet, behalve als zich iets voordoet. We moeten de samenwerking met de samenle-ving zoeken. Dat betekent vooral dat je met elkaar praat. Dan zie je dat de houding van bewoners in een wijk veel welwillender is.Er wordt geprobeerd om met FACT-teams mensen met een epa geïntegreerde zorg te bieden. Er is een maar… De werkregio is te groot en de caseload te hoog. De richtlijn is 150 patiënten voor een team van 10 fte. In de praktijk zijn het er meer dan 200. Dat betekent grofweg dat de patiënt één keer per week iemand van het team ziet. Ik heb de indruk dat de teams crises van ggz-pati-enten aardig kunnen keren. Maar aan meer komen ze vaak niet toe. Er is bijvoorbeeld te weinig tijd voor therapeutische hulp of ondersteuning om werk te vinden.

Ik denk dat het belangrijk is dat de FACT-teams verder ontwikkelen naar ggz-wijk-centra. Dan wordt het werkgebied kleiner en kan er beter met patiënten in de ge-meenschap worden gewerkt. In een kleiner netwerk kun je de zorg beter vormgeven, omdat professionals elkaar beter kennen, de klant beter kennen en ze elkaar beter weten te vinden. Een probleem is wel: wie heeft de verantwoordelijkheid en wie be-taalt? Je zit met zo’n ggz-wijkcentrum pre-cies op de grens van gemeente en zorgver-zekeraar.Sociaal wijkteams kunnen wellicht een brugfunctie vervullen naar een ggz-wijk-centrum. Maar op dit moment zijn de wijk-teams nog volop in ontwikkeling. Ik denk dat je de wijkteams niet de eindverant-woordelijkheid moet geven voor de onder-

PSYCHIATRIE

personen”. Uitgangspunt is hoe we grip krijgen op deze groep. Ze wonen in de wijk en we hebben ook te maken met bewoners die angstig zijn voor sommige van hen. Wij komen als wijkteam bij deze mensen ach-ter de voordeur. Omdat de gemeente zich juist richt op deze groep mensen, om ze mee te laten doen in de samenleving. Dat lukt eigenlijk verbazend goed. Het is echt een moeilijke groep, die zich opsluit in huis, niets meer wil en vaak in zeer slechte omstandigheden leeft. Wij komen bij hen binnen met de opdracht om ze te onder-steunen actief te worden. Dan moet je niet aankomen met de ggz, want dan ben je deze mensen direct weer kwijt. Zij zijn wars van organisaties.

Als er een melding komt van overlast van een bewoner met psychische problemen, dan gaat wel het FACT-team mee. Zij doen de screening, als er overlast is moet je di-rect door kunnen pakken. Dat kan beter met het FACT-team. Wij pakken alles op, leggen het contact, komen achter de voor-deur. Wij signaleren, het FACT-team on-dersteunt. Deze aanpak werkt bij ons goed; escalatie van problemen bij mensen met een psychische aandoening wordt voorkomen. We moeten als wijkteam goed geschoold zijn om problemen te signaleren bij men-sen met een psychische aandoening. Als de samenwerking met wie dan ook stagneert en de bewoner of zijn omgeving is hiervan het dupe, dan kunnen we aan de hand van het AVE-model opschalen, wordt de ge-meenten ingelicht, die direct contact op-neemt met het Veiligheidshuis. Dat is dan verantwoordelijk om alle betrokken partij-en bij elkaar te roepen om te overleggen hoe we het probleem aanpakken. Als wijk-team blijven wij betrokken, we houden vaak de regie over de casus.Het is goed dat de gemeente meer invloed heeft. Het grote voordeel is dat je een patiënt niet meer bij de ggz over de schut-ting kunt gooien en het dan los kunt laten. Met deze aanpak loopt iedereen een stapje harder om het probleem van de patiënt in zijn geheel aan te pakken.’

Kijk op de website voor het dossier ambulantisering ggz: www.zorgwelzijn.nl/ambulanteggzIn oktober verscheen bovendienVerwarde personen zijn het probleem niet. Over de echte vragen in de ambulante ggz van Zorg+Welzijn-hoofdredacteur Piet-Hein Peeters.

Meer weten?

15ZNW012_pag 12-14_Verwarde personen.indd 1415ZNW012_pag 12-14_Verwarde personen.indd 14 11/25/2015 12:58:32 PM11/25/2015 12:58:32 PM

Page 15: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

15december 2015

Anke Welten

‘Toen ik hier twee jaar ge-leden binnenkwam, ging

ik op tafel zitten, keek om me heen en zei: “Voor mij zijn jullie allemaal een tien. Jul-lie zitten in de leeftijd waarop je grenzen verkent, dat hoort. Val je door de mand, dan verlies je punten. Ik ga je niet verdedi-gen en betrap ik je, dan breng ik je per-soonlijk naar de politie.”Ik zag ze – vooral jongens, een kerngroep van ongeveer twintig – kijken van “zal wel”, totdat de eerste door de mand viel. Woninginbraak. Straffen is aan de politie, maar ik hield hem sindsdien in de gaten. Hij mocht blijven komen, zolang hij zelf dingen organiseert. Dat verwacht ik van ie-dereen, zeker als ze achttien of ouder zijn. Wij krijgen de shit over ons heen voor din-gen waar we niet bij waren, riepen ze, als iemand ze had aangesproken op hun ge-drag. Klopt, zij zijn de jongere broertjes van lui waar de wijk berucht om was – overigens een andere wijk dan waar de overvallers van de juwelier vandaan kwa-men. Mensen praten niet tegen ze, maar tieren. Toch zeg ik: je vertoont hetzelfde gedrag. Want zo is het ook: intimideren, schelden en een steen door de ruit als iemand er wat van zegt. Stel je voor dat je dat al tien jaar meemaakt? Zou jij dan kijken wie precies wat gedaan heeft?

Ze beseffen vaak niet welk effect hun ge-drag heeft.Meer incidenten volgden, maar ik begon gedragsveranderingen te zien. Ze gingen elkaar aanspreken op hun gedrag en initia-tieven te nemen. Ze draaien nu zelf de avondgroep. Het overlastmeldingen daalde van zestien in de week naar nul. Daarna steeg het weer, maar er is iets veranderd.Ook met Errol. Hij kwam hier vanwege een taakstraf, dus anders dan de anderen. Maar ik bouwde een band met hem op waar je u tegen zegt. Hij weet wat hij moet doen: vegen, stofzuigen en dweilen, werken in tuin. Maakt mij niet uit in welke volgorde, dus hij gaat gewoon zijn gang. Soms hoor ik hem fluiten. Een collega riep laatst: “Hij, vegen, dat mag in de krant!” Ik zei: “En hem het gevoel geven dat hij eigenlijk ho-peloos is?” Ik heb Errol voorgesteld om sa-men naar zijn cv te kijken, voor als hij straks gaat solliciteren. Dat zijn we gelijk gaan doen. Met de andere jongens werkt hij aan een plan voor een calisthenics-park. Omdat dat op zich laat wachten, kwam hij met een nieuw plan: binnenkort geeft hij hier zijn eerste thaiboksles.Laatst hadden we een buitenspeeldag voor tieners, waar jongeren vrijwilligerswerk de-den. Kortsluiting bij bewoners. Zijn dat die lui waar we al die jaren last van hadden?

We stonden op het punt te verhuizen, nu niet meer. Hoe heb je dat gedaan? Ik had geen antwoord. Ik doe normaal tegen de jongens, de rest doen ze zelf.’

(De naam Errol is gefingeerd uit privacy-

overwegingen.)

GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOENBryan Raphaëla (jeugdwerker bij Dynamo in Eindhoven)

PORTRET

15ZNW012_pag 15_Portrait Bryan.indd 1515ZNW012_pag 15_Portrait Bryan.indd 15 11/25/2015 7:42:02 AM11/25/2015 7:42:02 AM

Page 16: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

16 december 2015

DE OPBOUWWERKER DIE OOK MOEDER ISPer 1 januari 2015 veranderde er iets voor Karlijn Versteegen, lid van het

wijkteam in het Venrayse Landweert. ‘Heftig is de regel geworden.’

Pepernoten. Twee bakjes. Die zet opbouwwerker Karlijn

Versteegen op de hangtafels klaar voor de bewoners van Landweert. Het leek haar een goed idee in deze tijd van het jaar. Het is zes uur op een maandagavond in novem-ber. Het Wijkteam Landweert heeft zijn koffietent opgeslagen bij supermarkt PLUS.Niet dat veel wijkbewoners de kans krijgen om pepernoten te eten. Want de wijkteam-leden zijn van die types die de bewoners gewoon tegemoet lopen, pen en papier in de aanslag. ‘Woont u hier in de buurt? En hoe bevalt dat?’Ruim vier jaar geleden kwam Landweert – met 6500 inwoners en 2500 woningen de grootste wijk van Venray – negatief in het nieuws. Hangjongeren zorgden voor zoveel

overlast dat de uitbater van de snackbar de noodklok luidde. Grote artikelen in Peel en

Maas, het lokale weekblad.Maar die tijden zijn voorbij. Het gemeente-bestuur investeerde, Landweert werd de eerste plek in Venray met een eigen wijk-team. Nu is die donkere periode slechts een boze herinnering. Tijdens een bewoners-avond die het wijkteam organiseerde in 2013 ontstond het burgerinitiatief Stichting Landweert Leeft. Waar weer het project ‘Buren helpen buren’ uit voortkwam. Er werd een natuurbelevingstuin aangelegd en het hondenspeelveld werd een ontmoe-tingsplek voor honden én mensen. Het bankje op Bingelkruid, afgelopen zomer op initiatief van bewoners geplaatst, is een begrip in de buurt. Zo. En toen de koffietent op een middag in een van de Landweertse straten stond opge-steld, durfde een vrouw eindelijk haar huis te verlaten en contact te maken.Nu is ze een vaste bezoeker van het eet-punt en helpt ze wijkbewoners die hulp nodig hebben. Zo probeert het wijkteam voortdurend bewoners in beweging te krijgen. Als een vrouw bij de koffietent haar beklag komt

doen over een straatgenoot die zijn honden los laat lopen, doet het wijkteam haar een hypermodern voorstel: ‘Zou u samen met de Buitengewoon Opsporings Ambtenaar met deze man willen gaan praten? Dat maakt wellicht meer indruk dan als de BOA in zijn eentje gaat.’ Het is in elk geval een suggestie die indruk maakt op de vrouw: ‘Hier moet ik even over nadenken’, zegt ze beduusd.Het enthousiasme van de drie wijkteamleden bij de PLUS werkt aanstekelijk. Anderhalf uur lang spreken ze onvermoeibaar wijk-bewoners aan. Karlijn Versteegen voelt zich als een vis in het water. Ze zegt dat ‘eropaf’ haar motto is. En dat ze als wijkteam ‘ont-zettend veel afvangen’. Wat helpt, is dat het wijkteam Landweert een multidiscipli-nair team is. ‘We gaan zoveel mogelijk in duo’s op stap. Maatschappelijk werk gaat op pad met de politie, en met de woning-bouwvereniging. De samenstellingen wis-selen. Als je de kennis en ervaring van twee disciplines bundelt, weet je ontzet-tend veel. Dat werkt geweldig.’Wat ook goed werkt: het feit dat Karlijn Versteegen zelf in de wijk woont waar ze opbouwwerker is. Dus als een bewoner

Dik 400 gemeenten hebben hun handen vol aan de transities in het sociaal domein. Zorg+Welzijn volgt de ontwikkelingen op de voet. De vinger aan de pols van de participatiesamen-leving. Eerdere afleveringen zie www.zorgwelzijn. nl/Venray.

15ZNW012_pag 16-17_venray in verandering.indd 1615ZNW012_pag 16-17_venray in verandering.indd 16 11/25/2015 7:44:57 AM11/25/2015 7:44:57 AM

Page 17: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

17december 2015

vier ze met hen. Ik heb het leukste werk dat er is.’ Op de website van het wijkteam zegt ze: ‘Er is geen kracht groter dan de kracht van de gemeenschap.’ Poëzie van een opbouwwerker.

GerustMaar hier neemt dit verhaal een wending. Want er knaagt iets bij Karlijn Versteegen. In het wijkteam waarvan zij deel uitmaakt, komt ook de vrouw met twee criminele zoons ter sprake. En het meisje dat onge-wenst zwanger raakte. En de man die met een hakbijl over straat liep. Versteegen kent

vertelt dat op grasveld x achter straat y regelmatig jongeren rondhangen bij de tweede boom van links, dan weet Versteegen onmiddellijk om welke plek het gaat. En dat is knap, want de bedenkers van Land-weert hebben met succes getracht een wijk te ontwerpen waar zelfs de postbode verdwaalt. Karlijn werkt graag met mensen die graag zelf iets willen ‘aanpakken’ maar niet goed weten waar ze moeten beginnen, onvol-doende ‘netwerk’ hebben of gewoon even op weg geholpen moeten worden. ‘Ik werk met hen naar successen toe en

deze mensen. Vaak weet ze waar zij wonen. ‘Voorheen kreeg ik te maken met relatief lichte problematiek. Een burenruzie waar ik de gemoederen bedaarde. Een overbelas-te mantelzorger die bij mij haar verhaal kwijt kon. Slechts af en toe kwam er een heftige casus langs.’ Maar dat is veranderd. ‘Heftig is de regel geworden’, zegt ze. Ver-steegen kan exact aangeven wanneer heftig de regel werd: op 1 januari 2015. Toen gin-gen de decentralisaties van start, gingen de organisaties in het wijkteam intensief samenwerken, en kwamen ook de zware casussen ter tafel tijdens het wijkteamover-leg. ‘Mijn rol als opbouwwerker in die casussen is beperkt, want het zijn de zor-gorganisaties die ermee aan de slag gaan. Maar ik krijg het wel allemaal te horen.’En langzamerhand spreekt niet meer de opbouwwerker, maar de moeder van twee kinderen, die ’s middags om drie uur bij het schoolplein op haar kinderen staat te wachten. En die moeder wordt in de weg gezeten door de opbouwwerker die ze ook is. Die als opbouwwerker exact de buurtgenoten kan aanwijzen die in het wijkteam besproken zijn. ‘Zulke kennis ben ik als moeder eigenlijk liever kwijt dan rijk.’ Als voorbeeld noemt ze de man met de hakbijl (Zorg+Welzijn schreef er in deze serie afgelopen zomer over, red.). De na-bijgelegen school dirigeerde alle kinderen naar binnen; de politie nam de man mee en zette hem in de cel om af te koelen. ‘Die man woont bij mij in de buurt’, zegt Karlijn Versteegen. ‘Dus als mijn kinde-ren tegenwoordig buiten spelen, zit ik minder gerust op de bank.’Ze heeft een drastisch besluit genomen. Zodra elders meer uren beschikbaar ko-men, zegt Karlijn Versteegen Landweert vaarwel. Niet als moeder, wel als opbouw-werker en lid van het wijkteam. Nee, verhuizen is geen optie. Daarvoor heeft ze het te veel naar haar zin als inwoner van Landweert.

Half acht op die maandag. De koffietent wordt opgeruimd. De pepernoten zijnnauwelijks aangeraakt. Karlijn Versteegen neemt ze weer mee. Traktatie voor haar kinderen? ‘Ja!’, lacht ze. ‘Ik heb ze zelf betaald, hoor!’

Stan Verhaag

Midden met grijze sjaal: Karlijn Versteegen.

15ZNW012_pag 16-17_venray in verandering.indd 1715ZNW012_pag 16-17_venray in verandering.indd 17 11/25/2015 7:44:58 AM11/25/2015 7:44:58 AM

Page 18: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

18 december 2015

ONDERZOEK

Wat voegt jouw proefschrift toe aan andere

onderzoeken rondom dit onderwerp?

‘Eerder onderzoek was alleen gericht op etnische jeugd in de grote Randstad-steden. Wij hebben ook Marokkaanse en Turkse kinderen uit kleinere steden en dorpen in bijvoorbeeld Brabant en Limburg meegeno-men. Belangrijk omdat de plek waar een migrant terechtkomt van grote invloed kan zijn op het ontstaan van problemen. Ons onderzoek laat zien dat ook buiten de grote steden etnische minderheidsjongeren meer last hebben van psychische- en gedrags- problemen. Nu we dit weten, kunnen we vervolgstappen zetten: onderzoeken hoe je deze groep het beste kunt begeleiden.’

Waardoor ontstaan de gedrags- en

psychische problemen?

‘Door het leven in twee culturen ervaren kinderen discriminatie, hebben ze moeite hun eigen culturele identiteit te vormen en botsen hun normen en waarden soms met die op school of thuis. Ook traumatische ervaringen en het opgroeien in een groot gezin zijn risicofactoren.’

Kunnen psychotische ervaringen niet

gewoon erfelijk zijn?

‘Op zich is bij kinderen een psychotische

LEVEN IN TWEE CULTUREN MAAKT JEUGD PSYCHISCH KWETSBAARVergeleken met de Nederlandse jeugd hebben kinderen van etnische

minderheden meer gedragsproblemen en psychotische ervaringen. Psychiater

in opleiding Marcia Adriaanse, deed grootschalig onderzoek onder leerlingen

van basis- en middelbare scholen.

ervaring, zoals denken dat je stemmen hoort, niet vreemd. Vaak is het mild en voorbijgaand. Het is iets anders dan een psychose, want kinderen beseffen dat het “niet echt” is. Toch heeft zo’n ervaring een relatie met op latere leeftijd kwetsbaar zijn voor een psychose in volle omvang. Wij denken dat dit verhoogde risico op psycho-se niet erfelijk is, maar vooral door de soci-ale context wordt bepaald. Onderzoek geeft daar voldoende argumenten voor. Zo heeft de tweede generatie allochtonen meer pro-blemen dan de eerste generatie, terwijl zij dezelfde genen hebben.’

In het onderzoek staat ook dat etnische

jongeren minder emotionele problemen

hebben. Verrassend?

‘Op het eerste gezicht wel, maar het zit zo: etnische minderheidsjongeren uiten hun negatieve gevoelens vaker naar buiten, via één emotie: boosheid. Nederlandse kinde-ren richten hun gevoelens vaker naar bin-nen. Dat uit zich in verschillende emotio-nele problemen, zoals angst, somberheid, slecht slapen, passiviteit.’

Wat kunnen professionals doen?

‘Een aanbeveling in mijn onderzoek is vroegsignalering op scholen. Kinderen die

op bepaalde aspecten hoog scoren, kun je begeleiding aanbieden. Het liefst een alge-meen programma waarin aspecten als discriminatie en het ontwikkelen van een positieve culturele identiteit zijn verwerkt. VUmc en Parnassia Groep onderzoeken nu een interventie die onder meer aandacht besteed aan “denkfouten”. Een kind denkt bijvoorbeeld dat juf hem niet aan de beurt laat “omdat ik Marokkaans ben”. Verder is het allerbelangrijkste dat professionals veel persoonlijke aandacht aan kinderen geven. Hoe is dat nou voor jou, om in twee culturen te leven? Praat daar open over.’

Marcia Adriaanse promoveerde op

2 oktober. Het onderzoek is te lezen via

www.vumc.nl.

15ZNW012_pag 18-19_onderzoek.indd 1815ZNW012_pag 18-19_onderzoek.indd 18 11/25/2015 3:48:58 PM11/25/2015 3:48:58 PM

Page 19: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

19december 2015

Radicalisering wordt niet of nauwelijks be-invloed door de opvoeding en reacties van ouders, familie en andere opvoeders. Veel belangrijker is de zoektocht naar de identi-teit van de jongere. Dat stellen de Utrechtse pedagogen Micha de Winter en Stijn Sieckelinck. Onder hun leiding deden Nederlandse, Britse en Deense wetenschap-pers voor het eerst onderzoek onder gedera-dicaliseerde jongeren zelf én hun familie. Hieruit blijkt dat ouders maar zelden de rechtstreekse aanleiding voor radicalisering zijn. Ook hun rol bij deradicalisering is klein. Bij jongeren die radicaliseren, is vaak sprake van een vastgelopen zoektocht naar de eigen identiteit. De Winter: ‘Waar de opvoeders dan niet in kunnen voorzien, wordt geleverd door radicale groepen: een duidelijke identiteit, houvast, een duidelijk doel en het gevoel ergens bij te horen.’ De onderzoekers adviseren om de pedagogische coalities tussen ouders, scholen en andere betrokkenen te versterken. www.uu.nlHet beeld dat jongeren die veel online

zijn, zich op sociaal gebied minder actief opstellen, klopt niet. Alledaagse online- activiteiten zijn juist positief voor hun sociale cohesie, stelt Marjon Schols in haar promotieonderzoek. Jongeren die online veel doen, zijn sterker verbonden met hun sociale netwerken en participe-ren meer in de samenleving. Dit doen ze onder andere in vriendengroepen, op

Internetgebruik maakt jongere socialer

cultureel gebied en in de politiek. Vooral jongeren van niet-westerse afkomst par-ticiperen meer via internetactiviteiten. Dat is belangrijk omdat ze offline minder aanhaken aan georganiseerde vormen van vrijetijdsbesteding, zoals hobby-clubs en sport.Schols promoveerde op 29 oktober aan de Erasmus Universiteit. www.eur.nl

De landelijke Verwijsindex Risicojongeren past niet goed in de dagelijkse praktijk van beroeps-krachten in de jeugdhulp en werkt niet zoals bedoeld. Dat concludeert Inge Lecluijze in haar proefschrift, waarop ze in november pro-moveerde. Lecluijze sprak onder meer met be-roepskrachten in de jeugdhulp en met ouders en jongeren uit vier gemeenten. Hulpverleners interpreteren de term ‘risicokind’ verschillend, waardoor de index een uiteenlopende selectie van risicokinderen bevat. Daarnaast werkt de signaleerfunctie onvoldoende omdat niet alle hulpverleners een kind in de index melden. De Verwijsindex Risicojongeren werd in 2010 geïntroduceerd om vroegtijdig kinderen op te sporen die risico lopen op kindermishandeling of in hun ontwikkeling worden bedreigd. Ook zou de index de samenwerking tussen hulp- organisaties moeten bevorderen.

www.maastrichtuniversity.nl

Mensen die in hun jeugd zijn misbruikt of verwaarloosd, kampen later vaker met depressie en angst. Negatieve levensge-beurtenissen zoals echtscheiding of over-lijden van ouders hebben die vergrotende invloed niet. Vooral emotioneel misbruik (zoals kleineren en chanteren) en emotio-nele verwaarlozing (geen aandacht en liefde geven aan het kind) verhogen de kans op angstig of depressief worden. Dat concludeert psychiater Jacqueline Hovens

José van der Waerden Stock

Invloed familie op radicaliseren is nihil

Verwijsindex Risico-jongeren werkt niet

Echtscheiding leidt niet vaker tot depressie

van het Leids Universitair Medisch Cen-trum in haar promotieonderzoek. Ze stelt dat emotionele verwaarlozing nog te vaak onzichtbaar blijft en pleit voor meer be-wustwording en preventie.Jeugdtrauma’s zouden meer moeten wor-den besproken. Niet alleen door behande-laren, maar in het licht van preventie ook door leerkrachten, medewerkers jeugd-zorg en artsen. www.lumc.nl

15ZNW012_pag 18-19_onderzoek.indd 1915ZNW012_pag 18-19_onderzoek.indd 19 11/25/2015 3:49:00 PM11/25/2015 3:49:00 PM

Page 20: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

20 december 2015

‘OP EEN NIEUWE MANIER DENKEN IN DE ZORG’

HET KEUKENTAFELGESPREK

15ZNW012_pag 20-21_keukentafelgesprek.indd 2015ZNW012_pag 20-21_keukentafelgesprek.indd 20 11/25/2015 7:48:15 AM11/25/2015 7:48:15 AM

Page 21: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

21december 2015

COLUMNSPREKENDE MANTELZORGERS

WennenSINDS WIJ ONS ’sprekende mantelzorgers’ noemen,

hebben wij recht van spreken. Het lijkt alsof we ons heb-

ben geïnstitutionaliseerd. We horen ergens bij, en dat is

voor nogal wat mensen prettiger. Door onszelf een naam

te geven, hebben we status gekregen. Wonderlijk.

Maar, wij zijn helemaal geen organisatie. We zijn een aan-

tal individuele mantelzorgers die samen een website heb-

ben, waar we ons ieder individueel presenteren. Mensen

die ons vragen ergens een presentatie of een workshop

te geven, moeten zelf kiezen wie ze daarvoor het meest

geschikt vinden. Als iemand van ons per ongeluk gevraagd

wordt voor iets waar ie zich niet helemaal prettig bij voelt,

verwijst zij de vrager naar een andere ‘sprekende mantel-

zorger’ die meer thuis is op een bepaald terrein.

Soms worden we gevraagd voor een hele serie van work-

shops die we dan wel met zijn zessen doen. Dan treedt een

van ons op als contactpersoon, regelt de financiële zaken et

cetera. Het werkt prima. Eigenlijk zijn we een vraaggestuurd

zelfsturend team.

Hoe leuk is het dan ook dat organisaties die zelf graag met

zelfsturende teams vraaggestuurd werken ons vragen voor

een aantal workshops over samenwerking met mantelzor-

gers. We zijn van practice what you preach. Zelfsturend,

vraaggestuurd? Leuk! We beginnen dus met vragen zoals:

‘Met welke vragen zijn jullie hier naartoe gekomen?

Wat wil je graag weten over mantelzorgers?’ Verbaasde

gezichten kijken ons aan. Zo hadden ze het niet verwacht.

Ze zitten nog in hun vertrouwde afwachtende houding van

wat wij hen gaan bieden.

Dat we ze op deze manier zelf medeverantwoordelijk

maken voor de inhoud en het resultaat van de workshop is

blijkbaar wennen. Maar lieve mensen… het is precies de

manier waarop wij mantelzorgers medeverantwoordelijk

willen zijn voor de inhoud en het resultaat van wat profes-

sionals voor mantelzorgers (en zorgvragers) bedenken. Stel

ons vragen in plaats van dat je probeert ons te laten accep-

teren wat je voor ons bedenkt.

Dit is onze laatste column op deze plek. Maar jullie vragen

blijven zeer welkom.

Stel ze via: www.sprekendemantelzorgers.nl.

Carla Overduin

Patrick Konings (49) ontlast mantelzorgers met logeervilla

Door de schuifpui glinstert het riviertje de Alblas. Knotwilgen, een paar kuipstoeltjes aan het water, een bootje glijdt rustig

voorbij, de schipper warm aangekleed. Aan de moderne keukentafel van Maison Patrick in Bleskensgraaf zit Patrick Konings, de initiatiefnemer van dit logeerhuis voor vervangende mantelzorg. Konings is in België geboren, grotendeels in Nederland opgeleid en heeft ruime ervaring als verpleegkundige en zorgmanager. ‘Deze keuken voelt als thuis, omdat ik er zoveel tijd door-breng. Mijn vrouw heeft een rol als coördinator van de vijftien vrijwilligers op zich genomen om meer samen te kunnen zijn. Privé en werk zijn hele-maal verweven, ik werk zeventig uur per week, maar als het van jezelf is, vind je dat niet erg. We hebben nog wel een woning in Dordrecht, zodat we ons als gezin met onze negen jarige geadopteerde zoon kunnen terugtrek-ken.’ In zijn laatste baan als zorgmanager in een klooster/zorginstelling in Breda zag Konings de behoefte aan vervangende mantelzorg groeien. ‘Om ouderen langer thuis te laten zijn, moet je overbelasting van mantelzorgers zien te voorkomen. Meestal kwamen ouderen bij ons logeren als het thuis al te ver uit de hand was gelopen. Mantelzorgers lopen vaak op hun tandvlees, wat door de decentralisatie van de thuiszorg nu alleen maar verergert. In 2012 hebben we onze stichting opgericht. Ik ben begonnen met vervangende mantelzorg bij mensen thuis, terwijl we naar een huurpand zochten. In sep-tember dit jaar is deze logeervilla met zes kamers geopend in Residentie de Alblas, een luxe villa die is gerenoveerd met een lift en aangepast voor rol-stoelen en rollators. Maison Patrick is kleinschalig en flexibel, een tweede thuis. We zijn sinds de start goed bezet en we krijgen mooie feedback van mantelzorgers die blij zijn met die adempauze. Ze hoeven zich niet schuldig te voelen dat ze hun ouder in een instelling hebben gestopt; een verblijf hier voelt als een kleine vakantie. Gemiddeld blijft een gast een week, maar kor-ter of langer mag ook. We hadden bijvoorbeeld een echtpaar te gast; zij was van haar fiets gevallen en kon vanwege een enkelfractuur de mantelzorg voor haar man niet aan. Hij zou tijdelijk naar een zorginstelling gaan, maar dat is best triest als je al vijftig jaar samen bent. Hier delen ze een kamer. Maar vaker nog gaat het om alleenstaande ouderen, van wie de kinderen even tijd voor hun gezin willen of gewoon rust zoeken en thuis een boek wil-len lezen. De vergoeding valt onder de Wmo, “kort durend verblijf/vervan-gende mantelzorg”, waarbij de gemeente verantwoordelijk is. Helaas wordt dit niet goed gefaciliteerd, de vergoeding verschilt enorm per gemeente; Dor-drecht vergoedt €40 per dag, Molenwaard zo’n € 100 en Katwijk €150 per dag. Dat zou op één lijn moeten liggen. Onze all-inclusive verzorging kost dagelijks €125, dus de vergoedingen zijn in de regel onvoldoende. Soms vult de verzekering aan, meestal dragen mensen uit eigen middelen bij. Je neemt in principe je eigen thuiszorg mee, daarom werken we nauw samen met thuiszorgorganisaties in de regio. Af en toe hebben we gasten, die wat verder weg wonen en kan hun eigen thuiszorgmedewerker niet bij Maison Patrick aan huis komen vanwege de afstand. In dat geval kunnen wij die zorg hier in huis regelen. Het is tijd voor een nieuwe manier van denken over zorg. Denk vanuit de klant: wat heeft die nodig en organiseer dat zo goed mogelijk. Dat streven we na bij Maison Patrick.’

15ZNW012_pag 20-21_keukentafelgesprek.indd 2115ZNW012_pag 20-21_keukentafelgesprek.indd 21 11/25/2015 7:48:21 AM11/25/2015 7:48:21 AM

Page 22: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

22 december 201522 december 2015

EELKE BLOKKER, RENEEFRISSEN, HARRY KRUITER EN

ALBERT JAN KRUITERzijn het Instituut voor Publieke

Waarden. IPW realiseertoplossingen voor een betere

en goedkopere publieke zaak.Meer info op

www.publiekewaarden.nl.

De wijkteams vormen de spil van de verzorgingsstaat van

de toekomst. Er is geen probleem te com-plex of geen vraagstuk te uitdagend, of het wijkteam heet de oplossing te zijn. Volgens politici en beleidsmakers, onderzoekers en bestuurders. En in het wijkteam zitten de supervrouwen en -mannen die de last dragen van de verzorgingsstaat van de toekomst. Om aan anderen duidelijk te maken wat zij moeten kunnen, beschrijven wij hieronder de Top 20 van competenties die het afgelopen jaar op wijkteamleden zijn geprojecteerd. We presenteren ze als dilemma’s. Dilemma’s die we vooralsnog politiek, bestuurlijk en ambtelijk niet durven te beslechten zodat professionals er maar mee moeten werken.

1. Doen wat nodig is versus Eigen kracht bevorderen Wijkteamleden moeten pragmatisch zijn en ‘doen wat nodig is’. Ze moeten hands-on problemen oplossen en mensen laagdrem-pelig te woord staan. Ze moeten adminis-traties kunnen ordenen, opvoedvragen kunnen beantwoorden, de kans op een uit-kering kunnen inschatten, urgentiewoningen helpen aanvragen. Ze zijn de nieuwe ‘eer-ste overheid’, zou je kunnen zeggen. Tegelijkertijd moeten ze juist niet doen wat nodig is. Ze moeten mensen leren om zelf te doen wat nodig is. Ze moeten op zoek naar eigen kracht van mensen, en dat aanwakke-ren. Dus geen urgentie voor mensen aanvra-gen, maar mensen in staat stellen om zelf ur-gentie aan te vragen. Dus geen administratie

DE TIEN DILEMMA’S VAN HET WIJKTEAM

Vorig jaar december muntte het Instituut voor

Publieke Waarden, vaste columnisten van Z+W het

lexicon van de decentralisaties. Veertig termen uit

het nieuwe jargon van het sociaal domein werden

voorzien van eigenzinnige definities. Dit jaar fileert

IPW de missie van het wijkteam en komt, jawel,

met een oplossing.

VOOR OP HET PRIKBORD

15ZNW012_Pag 22-23_column_publieke waarden.indd 2215ZNW012_Pag 22-23_column_publieke waarden.indd 22 11/25/2015 7:48:56 AM11/25/2015 7:48:56 AM

Page 23: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

23december 2015 2323december 2015 23

op orde brengen, maar mensen helpen om zelf hun administratie op orde te brengen.

2. Maatwerk leveren versus Standaardiseren Ieder mens verschilt en heeft andere vra-gen en behoeften. Wijkteamleden moeten daarop inspelen door de belofte van de decentralisaties waar te maken: het leveren van maatwerk. Voor iedereen een oplossing die past. Maar mensen hebben ook vaak dezelfde vragen. En vragen die veel voorkomen, kan je op dezelfde manier oplossen. Boven-dien kost het veel tijd om voor iedereen een uniek plan te maken. Wijkteamleden moeten nieuwe standaarden, collectieve voorzieningen voor veel voorkomende problemen ontwikkelen.

3. Beleidslogica versus WijklogicaDankzij de decentralisaties werken wijk-teamleden in toenemende mate in de politiek bestuurlijke omgeving. Die is zeer gevoelig. Beleidsmakers, bestuurders, journalisten en raadsleden volgen hen met argusogen, inci-denten are waiting to happen. Wijkteams worden nadrukkelijk gepositioneerd in het verlengde van allerhande beleidsdoelen. Tegelijkertijd moeten ze de taal van de straat spreken. Ze moeten het vertrouwen winnen van bewoners. Ze moeten werken en handelen in het verlengde van de doe-len van burgers. Zowel individuele doelen, achter de voordeur, als collectieve doelen voor de wijk. Ook als die burgers geen ver-trouwen meer hebben in de politiek.

4. Preventief werken versus Oplossingsgericht werken Wijkteamleden moeten voorkomen dat mensen een beroep doen op zwaardere vormen van zorg- of hulpverlening. Door ze op hun eigen kracht te wijzen (zie dilemma 1) en creatief te zijn. Tegelijkertijd krijgen wijkteams te maken met mensen die worden afgewezen door andere partijen zoals de schuldhulpverle-ning, de sociale dienst of de woningbouw-corporatie. Preventief werken betekent dan vooral voorkomen dat mensen verder

afglijden zonder dat een echte oplossing nog voor handen is.

5. Generalistisch worden versus Specialisme behouden Wijkteamleden moeten generalist zijn. Dat betekent dat ze overal iets van moeten we-ten. Van financiën en jeugdzorg. Van uitke-ringen en volwassenen-ggz. Van wonen en overlast. Van autisme en strafrecht. Tegelijkertijd moeten generalisten hun speci-alisme behouden. Immers, wie moet doen wat nodig is, moet wel weten wat er te koop is in de wereld van bijvoorbeeld de jeugd-ggz. Zeker ook omdat zorgaanbieders moe-ten innoveren, ontstaan er steeds vaker en steeds meer nieuwe producten. Een goede generalist zou op de hoogte moeten zijn van de ontwikkelingen binnen de specialisaties. Om die op waarde te kunnen schatten als potentiële oplossing voor een burger. De wijkteamleden moeten specialist in alles zijn.

6. Tweede lijn ontlasten versus Wachtlijsten voorkomen Hoofddoel van de decentralisaties is om specialistische zorg te vervangen door alge-mene voorzieningen. Wijkteams moeten er dus voor zorgen dat niet te veel mensen een beroep doen op de tweede lijn. Wijkteams mogen niet te veel mensen doorverwijzen. Tegelijkertijd ontstaan er wachtlijsten als wijkteams te veel mensen zelf willen hel-pen. En als de decentralisaties leiden tot nieuwe wachtlijsten, ‘hadden we er net zo goed niet aan kunnen beginnen.’ Schippe-ren tussen doorverwijzen en nieuwe wachtlijsten is het gevolg.

7. Gezond verstand gebruiken versus Kwaliteitsbureaucratie respecteren‘Common Sense’ is het nieuwe toverwoord. Wijkteamleden moeten gezond verstand gebruiken in een wereld van irrationele po-litieke wensen en overtollige bureaucratie. Logisch nadenken moet oplossing bieden. Maar tegelijkertijd moeten ze wel de kwali-teit bewaken en voldoen aan de kwali-teitseisen die verantwoordingsnormen en rechtmatigheidstoetsen aan ze stellen. BIG-registraties en andere kwaliteitsregis-

ters staan niet zelden haaks op het gezon-de verstand. Maar vloeiden die registraties en registers niet voort uit gezond verstand?

8. Lef hebben versus het Protocol volgen Wijkteams moeten innoveren. Vernieuwen. Goedkoper en beter werken. Ze vormen de spil van de verzorgingsstaat van de toekomst. En die toekomst ziet er anders uit dan de afgelopen vijftig jaar. Dat bete-kent dat wijkteamleden ‘ruimte moeten pakken’ en ‘lef moeten hebben’. Tegelijkertijd kunnen ze zich niet alles veroorloven. Een uitkering aanvragen voor een zestienjarige, zodat een gezin bij elkaar kan blijven, is een beetje te veel van het goede. Sommige wettelijke eisen gaan boven ‘lef’ en ‘ruimte’.

9. Privacy respecteren versus Integraal werken Wijkteamleden moeten integraal werken en, daar is ie weer, doen wat nodig is. Om “één gezin, één plan” vorm te geven, moe-ten ze veel van het gezin weten. Tegelijkertijd mogen ze ook weer niet alles van het gezin weten. Laat staan hetgeen ze weten over het gezin delen met anderen, bijvoorbeeld collega’s met specialistische kennis. Dan komt de privacy van het gezin in het geding.

10. Bottum up versus Top downSamenvattend moeten wijkteamleden bot-tom-up werken, en wordt ze dat top-down opgedragen. Ze moeten maatwerk leveren, dat in beleidskaders past. Ze moeten inte-graal werken binnen kokers. Ze moeten leren innoveren, terwijl ze worden afgere-kend op beleidsdoelstellingen.

Hoe moet het dan wel? Professionaliteit in de publieke sector is omgaan met die di-lemma’s. En daar is niet zozeer mandaat, maar wel budget voor nodig. De oplossing in 2016? Het instellen van wijkteambudget-ten, waardoor teamleden op maat verant-woordelijkheid kunnen nemen en werkelijk zelf keuzes kunnen maken. De professio-nals van de wijkteams verdienen dat.

Instituut voor Publieke Waarden

15ZNW012_Pag 22-23_column_publieke waarden.indd 2315ZNW012_Pag 22-23_column_publieke waarden.indd 23 11/25/2015 7:48:57 AM11/25/2015 7:48:57 AM

Page 24: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

24 december 2015

Grote ophef, twee jaar gele-den, in een woonhofje van

RIBW Kennemerland. De organisatie had aangekondigd de gemeenschappelijke huis-kamer, waar twee betaalde krachten activi-teiten organiseerden, te sluiten. Tenzij be-woners de voorziening over een jaar zelf konden runnen. ‘Dat kan niet en dat mag niet’, was de reactie van de bewoners. Ben Venneman (bureau Onderboven) trainde hun woonbegeleiders. Belangrijke aanlei-ding om hem in te schakelen, was dat het team bewoners te afhankelijk en te weinig gericht op de buurt vond. Hoe doorbreek je dat? ‘Door ieder mens zelf te laten doen wat hij zelf kan’, aldus Venneman. Met diens ‘compasmodel’ als leidraad, startten enkele teamleden de pilot Op eigen kracht. De eerste stappen zette de teamleden zelf. ‘De meeste bewoners, 55’ers met een be-perking, woonden al jaren in het hofje en konden nog wel een zetje gebruiken. Het RIBW benaderde Stichting Welzijn Bever-wijk en de vrijwilligerscentrale. Bewoners richtten vervolgens een werkgroep op. Om behoeften van andere bewoners en omwo-nenden te inventariseren, organiseerden zij een open dag. Daar kwamen weinig men-sen op af – vrijwel niemand in de buurt wist dat de voorziening bestond. Een vol-

gende stap was daarom om de voorziening een officiële naam te geven – ‘De Huiska-mer’ – en met zitjes in de tuin wat toegan-kelijker te maken. Een eerste succesje was dat zij een bestaande activiteit – samen koken en eten voor bewoners - openstelden voor wijkgenoten.

Een paar maanden later besprak Venneman met enkele medewerkers de voortgang van de pilot. Woonbegeleiders vonden dat het te langzaam ging en dat het initiatief bij een te kleine groep bewoners lag. Ze wil-den bijspringen. ‘Stop’, zei Venneman daarop, ‘cliënten zeggen al gauw dat ze iets niet kunnen. Neem je het dan over, dan houd je hun afhankelijkheid in stand. Vraag daarom eerst: wat kun je wel? Maak van elke stap een leertraject, zodat iemand succesmomentjes opdoet. De momenten waarop iemand vervolgens vastloopt en aangeeft wat hij niet of juist wel kan, zijn de momenten waarop hij het meeste leert.’ De pilot kwam vervolgens in een versnel-ling. In de zomer van 2014 benaderden twee kunstenaars de bewoners met de vraag of zij tijdens de Kunstroute in de huiskamer mochten exposeren. Ruim drie-honderd Beverwijkers werden die dag door bewoners onthaald. Tijdens Burendag, kort

daarna, organiseerden zij, met vrijwilligers, een buurtbarbecue en filmvertoning.

Een echt buurtcentrum is De Huiskamer nog niet, maar de belangrijkste doelen zijn bereikt: bewoners beheren de gezamenlijke ruimte nu zelf, hebben aansluiting met de buurt en nemen ook in hun dagelijks leven het heft meer in eigen handen. Hun bege-leiders leerden juist om minder te helpen. Dat leverde een onverwacht probleem op: de organisatie maakte zich zorgen over het halen van de afgesproken productie-uren. Venneman: ‘Maar ook de professionals wer-den zelfstandiger. Ze brachten hun overleg-uren over cliënten terug en besteden nu bij-voorbeeld tijd aan het sociaal wijkteam. Zo wisten zij juist cliënten te vinden die meer hulp kunnen gebruiken.’

‘Onze cliënten zijn te afhankelijk’, vonden woonbegeleiders van een RIBW.

Hoe vind je het evenwicht tussen stimuleren van zelfstandigheid en hulp

bieden bij wat iemand echt niet zelf kan?

Anke Welten

ZELFSTURENDE CLIËNTEN

In ‘Zo doe je dat’ wordt een dilemma uit de dagelijkse praktijk in het sociaal domein bij de kop gepakt en van hope-lijk bruikbaar advies voorzien. Dit keer door Ben Venneman, vroeger psychia-trisch verpleegkundige, nu trainer en methodeontwikkelaar.

15ZNW012_pag 24_Zo doe je dat.indd 2415ZNW012_pag 24_Zo doe je dat.indd 24 11/25/2015 7:49:30 AM11/25/2015 7:49:30 AM

Page 25: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

25december 2015

Carla OverduinPORTRET

‘Bruggenbouwers is zo’n mooi project dat ik er

uren over kan praten. Bijvoorbeeld over Dewy, een Indonesische die nu 15 jaar in Nederland woont. Ze verloor in mei 2014 haar baan en ondervond hoe het is om van een klein inkomen te leven. We kozen Dewy vanwege haar sterke motivatie om kwetsbare vrouwen die in armoede en iso-lement leven, te bereiken en te activeren zodat ze hun eigen kracht en kansen in de maatschappij kunnen ontdekken. Ze deed de training Bruggenbouwers en geeft nu een workshop “Digitale communicatie”

voor senioren. Ze leert ouderen program-ma’s zoals Skype gebruiken, wat vooral voor allochtone senioren belangrijk is om voordelig contact te kunnen onderhouden met het thuisland. Dewy gaat ook in het flatgebouw waar ze woont een enquête houden om te zien of bewoners elkaar willen ontmoeten tijdens bijvoorbeeld een buurtfeest. Al deze activiteiten hebben het netwerk van Dewy enorm vergroot. Ze heeft meer zelfvertrouwen gekregen. Dat is de kern van Bruggenbouwers: ervarings-deskundigen zetten zich in voor hun lotge-noten en worden er zelf ook sterker van.

Samen met collega Güler Cumert heb ik de training ontwikkeld. We kiezen voor erva-ringsdeskundigen omdat zij weten hoe het is als je het niet breed hebt of in isolement leeft. Zij kennen de vragen, de zorgen en de belemmeringen, maar ook de kansen. De deelnemers krijgen een training van zestien ochtenden, waarbij we vooral de vonk aanblazen die er al is. We sluiten aan bij de talenten van mensen en leren hen vaardigheden zoals een groep toespreken, een netwerk opbouwen en een workshop opzetten. Vervolgens maken deze Bruggen-bouwers een plan. De eerste groep Brug-genbouwers, elf mensen met acht nationa-liteiten, is gecertificeerd en een volgende groep wordt nu getraind. De gemeente sub-sidieert drie jaar lang de training en bege-leiding en heeft als voorwaarde: een Brug-genbouwer moet binnen een jaar tien tot vijftig lotgenoten bereiken. Dat blijkt haal-baar. Het project heeft ook veel voordelen voor de Bruggenbouwer zelf. Uit een en-quête blijkt dat de deelnemers hun zelfver-trouwen, levensplezier en participatiekracht aanvankelijk gemiddeld een 6,4 gaven. Nadat ze hiermee aan de slag gingen, steeg dat gevoel tot een 8,2. Ik ben echt enorm blij met de resultaten; je ziet mensen uit hun isolement komen en anderen motiveren. Hoe mooi is dat?’ (De naam Dewy is gefingeerd uit privacy-

overwegingen.)

GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOENMonic Diks, coördinator informele zorg bij ZwolleDoet!

15ZNW012_pag 25_Portrait Monic.indd 2515ZNW012_pag 25_Portrait Monic.indd 25 11/25/2015 7:49:51 AM11/25/2015 7:49:51 AM

Page 26: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

26 december 2015

Stoc

k

15ZNW012_pag 26-28_Informele zorg.indd 2615ZNW012_pag 26-28_Informele zorg.indd 26 11/25/2015 7:50:26 AM11/25/2015 7:50:26 AM

Page 27: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

27december 2015

INFORMELE ZORG

Bij Stichting Vrijwillige Thuis-zorg Overijssel kregen ze

onlangs een aanvraag binnen voor een vrij-williger die een jongeman zou kunnen leren hoe hij het huishouden moet bestieren. Zijn ouders waren overleden en hij had nooit geleerd hoe hij een zelfstandig leven moet leiden. ‘Vroeger werd er wellicht ge-specialiseerde gezinshulp ingezet in deze situatie en ook nog wel een huishoudelijke hulp’, vertelt Annet Korbeld, ondersteuner beleid van de organisatie. ‘Tegenwoordig is dat niet meer aan de orde en wordt er een vrijwilliger voor gevraagd.’ Bij de organisatie kwamen de afgelopen jaren, en zeker na 1 januari 2015, steeds meer aanvragen binnen voor werkzaam- heden die voorheen nog door professionals werden gedaan. ‘We zien onder andere een duidelijke stijging van de vraag om de taken

van mantelzorgers van thuiswonende dementerende cliënten te verlichten’, zegt Korbeld. ‘Ook worden er meer maatjes in de ggz gevraagd, bijvoorbeeld om bood-schappen te doen met een psychiatrische patiënt. Ook dat werd vroeger vaker door professionals gedaan.’ De vrijwilligersorga-nisatie kreeg zelfs expliciet het verzoek van een formele zorgorganisatie om bepaalde taken over te nemen. ‘Maar met aanvragen gaan we heel secuur om’, licht Korbeld toe.

In behandeling‘Zo kregen we vorige week de vraag of een vrijwilliger met een cliënt met NAH (niet aangeboren hersenletsel, red.) zou kunnen gaan zwemmen. Omdat deze meneer in het zwembad een epileptische aanval zou kun-nen krijgen, hebben we deze aanvraag niet in behandeling genomen. Daarmee zou onze vrijwilliger zorg moeten verlenen, dan

wordt voor ons een grens overschreden.’ Ook andere vrijwilligersorganisaties zien zowel de vraag, als de zwaarte van de hulpvragen, toenemen. ‘Nieuwe groepen zijn bijvoorbeeld jong dementerenden en mensen met NAH’, zegt Irene Domburg, directeur van Handjehelpen in Utrecht. Ook Joost van Alkemade, directeur van de NOV (Nederlandse Organisaties Vrijwilli-gerswerk), hoort van de lokale organisaties dat er meer vrijwilligers worden ingezet bij mensen waar vroeger vooral professionals kwamen. VPTZ (Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Nederland) ziet het aantal aanvragen bijvoorbeeld toenemen. Oude-ren wonen immers langer thuis en overlij-den daar ook vaker. ‘Vaak zijn dit lastige, complexe zorgsituaties. In vele gevallen zijn mensen niet alleen terminaal maar ook dementerend, of er is sprake van psychia-trische problematiek. Vrijwilligers doen

‘EEN VRIJWILLIGER KAN VEEL MAKKELIJKER VRAGEN STELLEN’Boodschappen doen met een psychiatrische patiënt, de voeten van een termi-

nale patiënt masseren. Met de bezuinigingen in de zorg neemt het aantal

hulpvragen in het informele circuit toe, evenals de zwaarte daarvan. Is dat

erg? ‘De onderliggende kwestie is: wat is nou eigenlijk professioneel werk?’

Sigrid Starremans Stock

15ZNW012_pag 26-28_Informele zorg.indd 2715ZNW012_pag 26-28_Informele zorg.indd 27 11/25/2015 7:50:29 AM11/25/2015 7:50:29 AM

Page 28: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

28 december 2015

INFORMELE ZORG

in gezinnen met ernstige, complexe proble-men, denk aan schulden, ggz problema-tiek, huiselijk geweld en verslavingen, dient een professional de interventie te doen. Anders is er een grote kans dat het niet goed gaat.’

Betere scholingDe inzet van vrijwilligers is niet alleen ge-baseerd op noodzaak, vinden Domburg en Van Alkemade. Ze hebben hun eigen rol en meerwaarde in het hulpverleningsproces. Van Alkemade: ‘Een professional heeft de opdracht om volgens een bepaalde metho-diek van A naar B te komen. Juist omdat er geen vooraf omschreven resultaat geboekt hoeft te worden, kan een vrijwilliger veel makkelijker luisteren en vragen stellen.’ Volgens Domburg lukt het vrijwilligers soms beter om een band te krijgen met een cliënt. ‘Ook omdat ze vaak veel meer tijd hebben dan professionals.’ Handjehelpen werkt, net als Stichting Vrij-willige Thuiszorg Overijssel, samen met professionele organisaties. De afgelopen tijd draaide (en draait) de organisatie ook een aantal pilots om te bekijken welke ta-ken vrijwilligers kunnen overnemen van professionals en/of op welke manieren zij aanvullend kunnen zijn op de formele zorg. ‘Uit eerdere pilots bleek dat er in tachtig procent van de gevallen potentie is voor in- of aanvulling van de zorg door vrijwilligers’, licht Domburg toe. Belang-rijk is wel dat vrijwilligers (beter) worden geschoold. Bij Handjehelpen en Stichting Vrijwillige Thuiszorg Overijsel krijgen vrij-willigers sowieso een basiscursus waarin onder andere diverse ziektebeelden (bij-voorbeeld autisme en dementie) aan de orde komen, evenals hoe je als vrijwilliger je grenzen stelt. Beide organisaties zijn de afgelopen tijd om die reden ook met nieu-we gespecialiseerdere opleidingen voor vrijwilligers gestart, bijvoorbeeld voor de omgang met mensen met NAH en sociale netwerkcoaches die netwerken rondom cliënten leren opstarten.

Ander hoofdIs het risico van vrijwilligers niet dat ze minder continuïteit bieden en afspraken sneller afzeggen? Korbeld vertelt dat de meeste vrijwilligers een paar jaar actief zijn bij de organisatie. ‘Een vrijwilliger kiest

werk dat hij graag wil doen. Die afspraken worden echt niet zomaar afgezegd.’ ‘De in-formele inzet biedt juist continuïteit van gezichten’, voegt Domburg toe. ‘Bij de for-mele zorg kan het zijn dat cliënten iedere keer weer een ander hoofd zien.’ De taken die een vrijwilliger heeft, zijn in theorie helder en goed afgebakend. Een duidelijke grens is bijvoorbeeld het verrich-ten van verpleegkundige handelingen. Dat gebeurt niet. Maar bestaat er toch niet het gevaar dat vrijwilligers, langzaamaan, wor-den verleid tot het doen van meer en wel-licht ook professioneel werk? Volgens Domburg valt dat wel mee. ‘Wat je wel en niet doet, hangt ook af van de grens van die betreffende vrijwilliger. Soms gaat er wel eens iemand over de schreef, maar daarvoor hebben we intervisies en terug-koppelingen.’

CultuurveranderingKorbeld van Stichting Vrijwillige Thuiszorg Overijssel erkent dat er risico’s zijn. ‘Zo hadden we een vrijwilliger die was ingezet om te wandelen met de hond van een slechtziende mevrouw. Maar die mevrouw had ook allerlei andere proble-men. Ze sloot bijvoorbeeld allerlei telefoon-abonnementen af waarvan ze later niet meer afkwam. We kwamen er toevallig achter dat de vrijwilliger ook daarmee aan de slag was gegaan. Dat was niet de bedoe-ling, die taken hebben we toen teruggekop-peld naar de ambulant begeleider van de formele zorg. Inschatting van de situatie is belangrijk, maar we krijgen de casussen op papier binnen’, vervolgt ze. ‘We weten niet altijd dat er nog meer achter zit.’ Irene Domburg maakt zich eerder ergens anders zorgen over. ‘De timing en de snelheid waarmee is bezuinigd, vind ik ongelukkig. Een dergelijke cultuurveran-dering kost tijd. Dat merken we ook in de praktijk. De groei in de hulpaanvragen is vijfendertig procent, terwijl de aanwas van vrijwilligers nog maar tien procent is. Dat kan gaan wringen.’

hun werk dan naast betaalde professionals.’Zitten er risico’s aan deze ontwikkeling? Gaan vrijwilligers nou professioneel werk doen? Domburg en Alkemade denken dat het wel meevalt. Domburg: ‘Daar ligt een vraag onder, namelijk: wat is nou eigenlijk professioneel werk? Vroeger ging de pro-fessional mee boodschappen doen of met je wandelen als je in een rolstoel zat of blind was. Is dat nou werk voor een pro-fessional?’ Van Alkemade ziet het ook zo. ‘ Veel terminale patiënten vinden het fijn als hun voeten en handen worden gemas-seerd. Heb je daar een vakopleiding voor nodig? Dat is een taak die prima door een vrijwilliger kan worden gedaan.’ Hij bena-drukt wel dat vrijwilligers niet alle taken kunnen overnemen. ‘Vrijwilligers kunnen rust en aandacht geven in een gezin. Maar

‘Professionals moeten kennis delen’Cecil Scholten, expert informele zorg bij Vilans: ‘De relatie tussen professio-nals en vrijwilligers zou moeten wor-den verbeterd. Mijn wens is dat de formele zorg in staat en bereid is om bepaalde kennis te delen. Veel taken van vrijwilligers liggen op het welzijns-vlak. Maar omdat het om kwetsbare groepen gaat, komt daar ook een stukje zorg bij kijken. Als je een uit-stapje maakt met iemand die in een rolstoel zit, moet je wel met die rol-stoel kunnen omgaan en weten hoe je helpt met bijvoorbeeld toiletbezoek. Professionals zijn soms huiverig om instructies te geven, omdat zij denken dat ze verantwoordelijk zijn als het misgaat. Dat is overigens niet zo. Te-gelijkertijd zitten vrijwilligers ook niet altijd te wachten op contact met de formele zorg. Ze hebben hun eigen aanpak, en vaak een vertrouwensrela-tie met de cliënt. Ze zijn bang om een hele of halve hulpverlener te worden als ze worden gekoppeld aan de formele zorg. Omdat vrijwilligers nu meer en risicovollere taken gaan uit-voeren, zou ik ervoor pleiten om toch samen op te trekken.’

15ZNW012_pag 26-28_Informele zorg.indd 2815ZNW012_pag 26-28_Informele zorg.indd 28 11/25/2015 7:50:29 AM11/25/2015 7:50:29 AM

Page 29: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

29december 2015

DIGITALIANieuwe digitale ontwikkelingen, handige apps en gadgets voor

het sociaal domein. Heb je tips? Mail dan: [email protected].

Onlinedeelplatformen zorgen voor meer contacten in de buurt en dat mensen mak-kelijker hulp en zorg durven te vragen. Dat blijkt uit onderzoek onder 800 deelne-mers die zich begeven op platformen als Zorgvoorelkaar.com, Thuisafgehaald.nl en Peerby.com. Op deze sociale websites kunnen buren of stadsgenoten hulp vra-gen en aanbieden (Zorgvoorelkaar), koken voor anderen (Thuisafgehaald) en elkaar spullen uitlenen (Peerby). Het zijn goede

Diabetes onder controle

De app HealthQuest is gericht op het ge-drag van mensen met diabetes. Hij zegt bijvoorbeeld: maak deze week samen met je sidekick minimaal 30.000 stappen. Zo

Online delen

voorbeelden van de zogenaamde deel-economie en het do-it-yourself-denken. Onverwachte extra effecten van deze platformen zijn dat mensen bijvoorbeeld een nieuwe baan vinden omdat ze meer zelfvertrouwen krijgen. Ook doen ze meer contacten op en hebben zo vaker een praatje in de buurt.

Meer informatie: nieuwe rijkdommen in de wijk van www.stipo.nl

kan de gebruiker samen met vrienden op een leuke manier een gezondere levensstijl krijgen. De opdrachten gaan over beweging, goede voeding en genoeg slaap. Zij zijn aan-gepast aan de individuele gebruiker, want de app merkt wanneer je wel of niet beweegt. Zorgverleners kunnen ook meedoen en de gebruiker ondersteunen en coachen.

Meer informatie: sense-health.com

Zelfhulpsite Scouters

Een bewegingsbeper-king door een handi-cap, blessure of ouderdom vraagt om praktische en in-novatieve oplossingen.

Scouters.nl geeft een overzicht van alle hulpmiddelen om bijvoorbeeld beter te kun-nen aan- en uitkleden, naar bed, bad of wc te gaan en meer te kunnen blijven doen in het huishouden. Van kookgerei met betere grip, tot aan ritsverlengers en armbandsluiters.

Meer informatie: scouters.nl

Mijn Plan

Cliënten krijgen steeds vaker online toegang tot hun on-dersteuningsplan. Dat plan zou dan in de

eerste plaats begrijpelijk moeten zijn voor de cliënt, maar vaak staan er nogal wat af-kortingen en vaktaal in die onbegrijpelijk voor hem zijn. Stichting Driestroom heeft een digitaal ondersteuningsplan ontwikkeld met picto’s, foto’s en video’s. Stel: een jon-gere moet leren zijn kamer op te ruimen. Als dat is gelukt, maakt hij een foto als rap-portage voor het bereiken van zijn doel. Het visualiseren van het plan spreekt niet alleen jongeren aan, maar ook laaggeletterden en mensen met een verstandelijke beperking.

Meer informatie: symax.nl/visueel- ondersteuningsplan

DiverseAlexandra Sweers

15ZNW012_Pag 29_digitalia.indd 2915ZNW012_Pag 29_digitalia.indd 29 11/25/2015 7:53:42 AM11/25/2015 7:53:42 AM

Page 30: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

30 december 2015

15ZNW012_pag 30-31_Wijkteam.indd 3015ZNW012_pag 30-31_Wijkteam.indd 30 11/25/2015 7:54:18 AM11/25/2015 7:54:18 AM

Page 31: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

31december 2015

WIJ ZIJN HET WIJKTEAM

In het wijkteam werken gemeente en vijf partners samen. Drie leden

van het team, wijkwerkers, komen aan het woord: Dennis Tijms, Esmeralda Kort, en Annemieke Haks. Dennis: ‘Na een melding op het stadhuis ben ik op huisbezoek bij een man die na een hersenbloeding vanuit het ziekenhuis was thuisgekomen. Hij praat en beweegt slecht. Aan zijn echtgenote zag je dat zij behoorlijk overbelast was. Eerst heb ik de noodzakelijke voorzieningen geregeld, zo-als een scootmobiel, woningaanpassingen, en een huishoudelijke hulp.’ Annemieke vult aan: ‘De twee kinderen waren ook

overbelast. Die wilden ook voor papa zor-gen, met name de oudste, een meisje van twaalf. In een gesprek met het hele gezin zijn we gaan kijken naar twee dingen, sa-men met De Schoor en de vrijwilligers- en mantelzorgcentrale hier. We wilden een vrijetijdsbesteding voor de kinderen en een mogelijkheid om met andere kinderen te praten die in eenzelfde situatie zitten. Het meisje wilde graag paardrijden, dat hebben we kunnen regelen. Voor het jongetje zoch-ten we een plek waar hij leuk met andere kinderen kon spelen. We hebben hier Jeugdland waar kinderen hutten bouwen. Hij gaat daar nu iedere zaterdag naartoe. Een andere collega heeft voor de kinderen een programma voor jonge mantelzorgers ingezet, zodat ze gehoord worden. Naar omstandigheden gaat het goed.’ Dennis: ‘We zullen binnenkort evalueren. Kunnen deze mensen zo door, hebben ze een goede balans gevonden, of moeten we nog iets voor ze doen?’Esmeralda: ‘Met Annemieke ben ik bij een gezin terechtgekomen, omdat het gezins-hoofd financiële problemen had. Bij hem was kanker geconstateerd, hij werkte niet meer. Hij wilde weten waar hij recht op had als zijn inkomen straks minder zou worden. Dat hebben wij hem uitgelegd. Ook hebben we huishoudelijke hulp ingezet.’ Annemieke: ‘Het gaat om een Marokkaans gezin. Dat is belangrijk om te noemen, want moeder is nauwelijks geïntegreerd in de Nederlandse samenleving. Ze hebben twee jonge kinde-ren. We hebben maatjes ingezet voor de kin-

deren om leuke dingen te gaan doen, maar ook om mama en papa te ontzien.’ Esmeralda: ‘Na verloop van tijd kregen we van de huisarts en gezondheidszorg signalen dat het niet goed ging met het gezin.’ Anne-mieke: ‘Vader bleek al in een ziekenhuisbed in de kamer te liggen, aan de beademing, het ging steeds slechter. Toen overleed hij plotse-ling en bleek hij het gezin te hebben achter-gelaten met enorme schulden. Zijn vrouw wist hier niets van.’ Esmeralda: ‘Opeens had-den we een nieuwe casus. We moesten kij-ken waar mevrouw recht op had inzake de nabestaandenwet, schuldhulpverlening moest worden ingeschakeld. Mevrouw zit nu in een schuldhulptraject. We hebben hulp gezocht voor de kinderen inzake het rouw-proces. We hebben het gezin aangemeld bij het voedselloket en voor Sinterklaas is er een instelling gevonden die voor kadootjes zorgt.’ Annemieke: ‘We houden contact met maat-schappelijk werk, met de huisarts en de maatjes. Elke keer als we daar komen, is de casus weer anders. We moeten steeds de vin-ger aan de pols houden.’Esmeralda: ‘Als we er niet uitkomen met het team, kunnen we nog een expertteam om raad vragen, en eventueel kan tijdelijk een interventieteam worden ingezet’. Annemieke: ‘We zijn geen generalisten, maar specialisten, en samen ontwikkelen we het generalisme. We leren iedere dag.’Dennis: ‘Winstpunt is: we nemen de exper-tise mee van onze eigen organisatie. Zolang we die identiteit kunnen behouden, valt er heel veel te bereiken.’

‘WE LEREN IEDERE DAG’Wijkteam Stad-Midden Almere

Wijkteam Stad-Midden bestrijkt Kruidenwijk, Staatsliedenwijk en Centrum in

Almere. Niet de makkelijkste wijken. ‘Zolang we ons eigen specialisme

behouden, valt er veel te bereiken.’

Wijkwerkers, voorgrond v.l.n.r.: Youssef Bouazza (specialiteit: vrijwilli-gers/mantelzorg VMCA), Esmeralda Kort (cliëntondersteuning MEE IJssel-oevers). Midden v.l.n.r.: Annelies Zem-melink (Wmo gemeente Almere), Azar Jalali (algemeen maatschappelijk werk Zorggroep Almere), Annemieke Haks (opbouwwerk De Schoor), Dennis Tijms (Wmo gemeente Almere). Staand v.l.n. r.: Claudine Wielingen (linking pin Jeugdgezondheidszorg GGD Flevoland), Liesbeth van Vulpen (algemeen maatschappelijk werk Zorggroep Almere), Daniel Bootsma (algemeen maatschappelijk werk Zorggroep Almere) en Theo Kruisinga (opbouwwerk De Schoor).

Herman Keppy Eut van Berkum

15ZNW012_pag 30-31_Wijkteam.indd 3115ZNW012_pag 30-31_Wijkteam.indd 31 11/25/2015 7:54:21 AM11/25/2015 7:54:21 AM

Page 32: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

32 december 2015

MEDIA

De Britse wetenschapper en spraakma-kende beleidsmaker David Halpern deed zich al eerder opmerken. Zo schreef hij in 2005 Social capital, een toegankelijke inleiding op het denken rond sociaal kapitaal en wat ermee in (sociaal) beleid kon worden gedaan. En in 2009 schreef hij The hidden wealth of nations: er is meer dan bruto nationaal product om de vooruitgang van een land in beeld te brengen. Dit keer komt hij met Inside the

nudge unit, het pakkende relaas van zijn werk in een bijzondere beleidsafdeling van de Britse regering.

Nog als adviseur van Blair schreef Hal-pern een notitie over het werk van Tha-ler en Sunstein. Zij kwamen in 2008 met het begrip nudging (vertaling: iemand een duwtje geven). Kern daarvan: je kunt het liberale gedachtegoed van vrije keuze prima combineren met het zodanig vormgeven van keuzes dat maatschappe-lijke idealen op het gebied van gezond-heid, veiligheid en welzijn kansen krij-gen. Leg geen snoepgoed bij de kassa van de supermarkt, maar fruit. Iedereen blijft volledig vrij wat betreft het kopen van snoep of fruit, maar de keuze om fruit te kopen wordt wel veel makkelijker en die om snoep te kopen wat lastiger. De zogenaamde keuze-architectuur is nooit neutraal, dus kun je er maar beter bewust vorm aan geven. De nota die Halpern zo’n tien jaar gele-den in de tijd van Blair schreef, vond

weinig gehoor, maar bij de start van de regering Cameron werd hij wel uitge-daagd zijn ideeën in de praktijk vorm te geven. Ze gaven zichzelf twee jaar. Als er dan geen indrukwekkend resultaat lag, zouden ze er mee stoppen. Maar dat bleek niet nodig, er lag meer dan genoeg en meer dan indrukwekkend resultaat! Dit boek is het verslag van het succes van nudging.

Halpern begint met het schetsen van de geschiedenis van het begrip en de eer-ste pogingen om op basis van gedrags-inzichten met kleine wijzigingen grote effecten te bereiken. Maar al snel wor-den de voorbeelden en inzichten ingrij-pender. En ook voor de sociale sector relevant. Zo beschrijft Halpern hoe ze bij sociale activering resultaten bereik-ten door de standaardvraag (controle-rend) ‘waar heb je de afgelopen maand gesolliciteerd?’ om te draaien naar (uit-nodigend) ‘waar ga je de volgende tijd solliciteren?’ Marginale aanpassingen, maar wel één die zo’n 100 miljoen pond bespaarde door jongeren sneller aan werk te helpen!

Het boek staat boordevol met dergelijke voorbeelden. Als socioloog durf ik te stellen dat de sociale sector lang genoeg naar sociologen geluisterd heeft, en dit boek duidelijk maakt dat ook een keer naar psychologen luisteren meer dan nuttig is.

EEN DUWTJE IN DE GOEDE RICHTING

Inside the nudge unit

Jan Steyaert

AUTEUR David HalpernUITGEVER WH Allen PRIJS € 30.95 PAGINA’S 383 ISBN 978 07 53556535

15ZNW012_pag 32_media.indd 3215ZNW012_pag 32_media.indd 32 11/25/2015 7:54:48 AM11/25/2015 7:54:48 AM

Page 33: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

33december 2015

Carla OverduinPORTRET

‘Martin, een oudere man uit Lelystad,

werd weduwnaar en kampte met sterke ge-voelens van eenzaamheid. Hij had geen hechte vriendenkring, had het gevoel dat hij met niemand kon praten en greep naar de fles. Daardoor raakte hij steeds verder in

een isolement en op een bepaald moment ging het echt niet meer. Op aandringen van zijn familie ging Martin praten met zijn huisarts. Dat is vaak een eerste reactie. Ook al was het probleem niet medisch en had het vooral te maken met zijn welbevinden, hij stapte toch naar zijn dokter. De huisarts voelde goed aan wat er aan de hand was en verwees hem naar de welzijnsorganisa-ties die in MFA De Waterbever in Lelystad onder hetzelfde dak zitten. Martin ging als vrijwilliger klussen en begon zich langza-merhand stukken beter te voelen. Hij heeft nu weer sociale contacten, voelt zich nuttig in de samenleving en zijn drankprobleem lijkt onder controle. Dit is nu de kern van Welzijn op Recept. Er is een enorme zorg-consumptie in ons land. De wachtkamers van gezondheidscentra zijn deels gevuld met mensen die om zorg vragen, terwijl de oplossing vooral op het gebied van hun welzijn of levensplezier is te vinden. In MFA De Waterbever hebben we een samen-werking van de grond getild tussen wel-zijn, buurtcentrum en gezondheidscen-trum. We hebben een sociaal wijkteam opgezet met daarin onder andere MEE, ggz, een wijkverpleegkundige en een op-bouwwerker vanuit welzijn. Er zijn korte lijnen met de artsen en therapeuten van

het gezondheidscentrum, waardoor er nu vaker, sneller en persoonlijker wordt door-verwezen richting welzijn. De huisarts krijgt bovendien feedback van wat we rondom zijn patiënt ontwikkelen, zodat hij weet of dit helpt om de oorzaak van de klachten op te lossen. De Waterbever is een proeftuin geworden in Zuidoost Lelystad, waar ik enorm enthousiast over ben. Ik heb de sociaal wijkteams ontwikkeld en ben er echt trots op dat het sociaal wijk-team van Elleke Leijten met de manager en de huisartsen van het gezondheidscentrum Welzijn op Recept hebben neergezet. Het was best spannend; je kunt dit wel willen, maar kun je het ook waarmaken? Na een jaar mogen we concluderen dat het werkt. Mensen worden minder afhankelijk van medische zorg, terwijl artsen zien dat hun behandeling effectiever wordt. Kortom, een succesvol project, hoewel we nu wel met de vraag zitten hoe het blijvend gefinan-cierd moet worden. Dat lukt niet zomaar, omdat we medische problemen, die onder de zorgverzekeringswet vallen, aanpakken met welzijnsoplossingen die bij de Wmo thuishoren.’

(De naam Martin is gefingeerd uit privacy-

overwegingen.)

GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOENWillem van Laar, kwartiermaker sociaal wijkteams, Welzijn Lelystad

15ZNW012_pag 33_Portrait Willem.indd 3315ZNW012_pag 33_Portrait Willem.indd 33 11/25/2015 7:57:56 AM11/25/2015 7:57:56 AM

Page 34: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

Informatiebeveiliging in de zorg: de techniek is er klaar voor. Nu de mens nog.De stand van de techniek is zover dat iedere zorginstelling haar IT-omgeving naar be-horen zou kunnen inrichten en beheren. Het probleem is dat de mens dit moet doen.

Een interview met Anne-Minke Hilgenga, Lead auditor zorg, en Edo-Jan Koster, Lead auditor informatiebevei-liging bij DEKRA; zij beantwoorden de vraag hoe de ideale omgeving voor informatie-uitwisseling er bij een zorginstelling uitziet.

Technisch gezien is alles mogelijk, daar zijn beide ge-sprekspartners het over eens. De precieze inrichting van een IT-omgeving zal uiteraard verschillen per in-stelling, want al die organisaties hebben verschillende wensen, mogelijkheden, doelgroepen en software-leveranciers. Maar die factoren blijken ook niet heel relevant bij de beantwoording van de vraag hoe hun ideale omgeving eruitziet. “Een IT-omgeving is gemak-kelijk op maat in te richten, ook als je optimale infor-matiebeveiliging nastreeft. Iedere instelling kan er in principe voor kiezen om haar data in een Nederlandse cloud te zetten, zodat zij geen last heeft van buiten-landse veiligheidsdiensten die zich het recht toegeëi-gend hebben gegevens die op hun grondgebied staan te onderscheppen. Iedere organisatie kan er ook voor zorgen dat haar data redundant worden opgeslagen, op servers op meerdere fysieke locaties, die zich in ge-bouwen bevinden die beschermd zijn tegen overstro-mingen, bomaanslagen of andere calamiteiten”, aldus Koster. “De techniek kan zo ingericht worden, dat de risico’s tot een minimum beperkt worden.”

Al snel blijkt de mens een beperkende factor bij het opzetten van de optimale IT-omgeving. Dat heeft vol-gens de geïnterviewden enerzijds te maken met zijn gebrek aan vertrouwen in of zelfs angst voor ‘nieuwe’ technieken, zoals de cloud. ‘Ik wil mijn eigen server kunnen zien, zodat ik weet dat ik altijd bij mijn data kan’, is een uitspraak die ze nog steeds geregeld horen als ze bij zorginstellingen komen. Anderzijds heeft dat te maken met de interpretatie, autorisatie en juistheid van data.

Optimale versie van het Landelijk Schakelpunt Als ze dan toch moeten aangeven in welke richting ze denken bij de optimale omgeving, komen Hilgenga en

Koster uit bij een optimaal uitgevoerd Landelijk Scha-kelpunt, dat de ideale situatie het best benadert. Een dergelijk LSP voldoet immers aan drie voorwaarden die beide specialisten als basis zien voor een goed informatiebeleid:

1. de data zijn altijd beschikbaar2. de data zijn alleen toegankelijk voor mensen die

daartoe geautoriseerd zijn3. de data zijn juist.

Echter, achter die drie voorwaarden, die technisch ge-zien prima uitvoerbaar zijn, gaan nog een hoop mitsen en maren schuil. Hilgenga verduidelijkt: “Databeschik-baarheid is een kwestie van zorgen voor een ‘always on’ infrastructuur, waarin alle systemen met elkaar kunnen communiceren. Zover zijn onze instellingen om uiteenlopende redenen waaronder de eerder genoem-de angst nog niet, maar technisch gezien kan het.

Het toekennen van rollen is in principe ook een kwes-tie van het zetten van een vinkje. Maar op een dieper niveau moet je je de vraag stellen bij welke persoon dat vinkje moet staan. Je kunt je immers afvragen of een SEH-arts te allen tijde toegang moet hebben tot alle patiëntdata, inclusief die uit zijn mogelijke GGZ-verleden. De patiënt is uiteindelijk eigenaar van zijn eigen data. Het is goed dat hij inzicht heeft in de personen, die zijn gegevens kunnen inzien of dat hij wellicht zelf toestemming geeft voor toegang tot zijn gegevens. Maar dat kan weer tot problemen leiden als de patiënt niet meer in staat blijkt zijn behandelaars te autoriseren om zijn anamnese in te zien.”

Ook de derde voorwaarde, juistheid van de data, lijkt makkelijk te realiseren. Maar juist deze korte zin brengt een hoop denkwerk met zich mee. Met als belangrijk-ste vraag: welke data zijn leidend? Ook hier geldt weer dat de techniek kan ondersteunen bij de juiste invoer van de data, en ervoor kan zorgen dat ze met een aan zekerheid grenzende waarschijn-lijkheid correct geïnterpreteerd worden. Watson, de

15ZNW012_Dekra_p34-35_advert.indd 34 11/24/2015 4:31:38 PM 15ZNW012_Dekra_p34-35_advert.indd 35 11/24/2015 4:31:38 PM15ZNW012_pag 33_Portrait Willem.indd 3415ZNW012_pag 33_Portrait Willem.indd 34 11/25/2015 7:58:01 AM11/25/2015 7:58:01 AM

Page 35: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

15ZNW012_Dekra_p34-35_advert.indd 34 11/24/2015 4:31:38 PM

supercomputer van IBM, is hiervan het tastbare bewijs. Met zijn gigantische digitale denkkracht combineert Watson medische gegevens van patiënten met infor-matie van miljoenen pagina’s medische tijdschriften, tekstboeken en behandelrichtlijnen, waarna hij met grote zekerheid kan vertellen hoe een bepaalde pati-ent behandeld moet worden.

Stel nou dat Watson over tien jaar geperfectioneerd is en alle ziekten en behandelingen haarscherp in kaart heeft. Alle systemen communiceren goed met elkaar, over de autorisaties is nagedacht en de data zijn altijd beschikbaar. Hebben we dan de perfecte omgeving? “Dan nog geldt de vraag: welke van alle ongetwijfeld correcte gegevens zijn leidend?”, aldus Hilgenga. “Neem alleen al de medicatieveiligheid als voorbeeld. Wiens data moeten we als uitgangspunt nemen? De voorschrijver, de verstrekker van de medicijnen, de behandelaar in de GGZ-instelling waar de patiënt ver-blijft? En waar moet de interactie tussen de psychofar-maca en de andere geneesmiddelen bekeken worden? Het is met deze puzzel in het achterhoofd niet lastig te begrijpen dat zorginstellingen er op dit moment al twee jaar over doen voordat ze een goede interne overdracht hebben op het moment dat ‘Start aanvang zorg’ aan de orde is”, aldus Hilgenga. “Laat staan dat we in de buurt zijn van een systeem waarin alle soor-ten zorg en cliëntinformatie optimaal gekoppeld zijn.”

Daarmee is de vraag waar dit artikel mee begon he-laas nog steeds onbeantwoord: hoe ziet de ideale omgeving voor informatie-uitwisseling er nu uit? Voor

een totaalbeeld moeten we naast de techniek en de mens nog een component meenemen: regelgeving en normen. Of beter nog: de juiste toepassing ervan vanuit het besef dat het niet om de letter van de wet gaat, maar om de geest. Want net als de techniek zijn ook de normen in principe goed genoeg om informa-tiebeveiliging goed te regelen. Ze moeten alleen slim toegepast worden.

Koster licht toe: “De normen NEN 7510 en ISO 27001 bieden de juiste kaders, en schrijven bijvoorbeeld een ‘clear desk’ en een ‘clear screen’ voor om te voorko-men dat onbevoegden privégegevens van patiënten kunnen lezen in een papieren of digitaal dossier. Maar als de behandelaar na de papieren versie van dat dos-sier opgeborgen en zijn scherm vergrendeld te heb-ben, besluit een bestand vanwege de grootte niet via beveiligde mail of een gesloten systeem met zijn colle-ga te delen maar het in Dropbox te plaatsen, het naar zijn privé-adres bij Yahoo te mailen of het ziektebeeld van de patiënt via WhatsApp te bespreken, dan is de letter van de wet gevolgd maar is de geest van de wet alsnog geweld aangedaan.”

Vooralsnog is het antwoord op onze vraag dan ook: “De ideale omgeving voor informatie-uitwisseling wordt beheerd door mensen met verstand van zaken.”

Anne-Minke Hilgenga en Edo-Jan Koster zijn werkzaam bij expertiseorganisatie DEKRA.

15ZNW012_Dekra_p34-35_advert.indd 35 11/24/2015 4:31:38 PM15ZNW012_pag 33_Portrait Willem.indd 3515ZNW012_pag 33_Portrait Willem.indd 35 11/25/2015 7:58:01 AM11/25/2015 7:58:01 AM

Page 36: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

36 december 2015

MOVISIE

‘Ik zie signalen die erop wijzen dat de mantelzorger vergeten

wordt’, zo bijt Anita Peters het spits af. De onderzoeker en adviseur informele zorg, en zelf als mantelzorger ervaringsdeskundig, vindt dat er te weinig aandacht uitgaat naar de mantelzorger. ‘De professionals die zich met mantelzorgondersteuning bezig-houden, hebben die natuurlijk wel. Maar bij huisartsen en thuiszorgmedewerkers bijvoorbeeld is die aandacht er nog onvol-doende. Aandacht voor mantelzorgers moet er in de volle zorgbreedte zijn.’ Professionals moeten volgens Peters niet alleen kijken naar wat de mantelzorger allemaal kan doen. ‘De mantelzorger zit net als de degene die zorg nodig heeft in een proces en is niet alleen maar iemand die zorgtaken kan overnemen. Kijk ook naar hoe de mantel-zorger wordt geraakt door al die verande-ringen in zijn leven, dat hij daar mogelijk ondersteuning bij nodig heeft. Daar valt nog veel te winnen.’Peters krijgt bijval van collega Wilco Kruijswijk, projectleider informele zorg bij het kenniscentrum. ‘Als we niet uitkijken, wordt de mantelzorger de maatwerkvoor-ziening van de cliënt’, zo waarschuwt hij. ‘De mantelzorger is niet zomaar een instru-ment ten behoeve van de cliënt. Het kan niet zo zijn dat je als professional kijkt naar welke taken er zijn en dan een groot aantal van deze taken simpelweg toebe-

deelt aan de mantelzorger.’ Je moet volgens Kruijswijk de mantelzorger serieus nemen

als expert, hij of zij weet juist veel van de zorg. ‘De mensen bij wie je thuiskomt voor

ZORGEN OVER INFORMELE ZORGOnderzoekers en adviseurs van Movisie zijn kritisch over hoe

professionals omgaan met de mantelzorger. ‘Als we niet uitkijken,

wordt de mantelzorger de maatwerkvoorziening van de cliënt.’

Anita Peters

15ZNW012_pag 36-38_Movisie.indd 3615ZNW012_pag 36-38_Movisie.indd 36 11/25/2015 7:58:32 AM11/25/2015 7:58:32 AM

Page 37: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

37december 2015

het keukentafelgesprek zijn een eenheid. Mensen die natuurlijk iets voor elkaar kun-nen betekenen. Maar daar kom je niet bij wanneer je met het idee binnenkomt: welke taken kan jij doen? Dan kan ik die van mijn lijstje afstrepen.’ Want, voor je het weet is de mantelzorger je volgende cliënt, voorspelt Peters. ‘Stel, je komt bij een jong gezin met kinderen, waarvan de vader zorg nodig heeft. Natuurlijk, zijn jonge vrouw kan dan best wat doen. Maar als je zo iemand overbelast dan heb je over een jaar die vrouw ook als zorgvrager en mogelijk daarna die kinderen ook.’

Moeilijke positieMaar de individuele professional kan ook maar zoveel doen. In het nieuwe stelsel van zorg en welzijn zoals we dat december 2015 kennen, is de mantelzorg het kind van de rekening. ‘Iemand die het maar net redt in de samenleving is een volledig particulier probleem geworden, niet meer het probleem van de overheid’, constateert Peters.Collega Peter Rensen, projectleider effectie-ve sociale interventies, vindt het opvallend hoe iets als het Wmo-compensatiebeginsel is ‘gesneuveld’. ‘De Wmo ging ervan uit dat als iemand hulpbehoevend is, hij zo moet worden gecompenseerd dat hij zo goed mogelijk naar vermogen mee kan doen aan de samenleving. Dat is het compensatie- beginsel. Maar dat beginsel is weg en gemeenten bieden nu maatwerk waarbij het risico is dat de mantelzorgers het maat-werk uitvoeren. Kijken we wel echt naar wat iemand nodig heeft zodat hij weer zo goed mogelijk kan meedoen?’De professional zit in een moeilijke positie als het gaat om mantelzorgondersteuning. ‘Hij of zij krijgt de boodschap mee: jongens, het moet allemaal wel zo goedkoop moge-lijk’, zegt Peters. ‘In het keukentafelgesprek is het de bedoeling dat in afstemming met de mantelzorger wordt onderzocht welke maatwerkvoorziening er nodig is. Maar die professional zit daar ook met de opdracht van de gemeente om zo min mogelijk geld uit te geven. Zo hard is het.’ Kruijswijk: ‘Het is voor de professional echt moeilijk als je netwerkgericht moet werken, oog moet hebben voor wie de cli-ent en de mantelzorger zijn, maar dat de uitkomst uiteindelijk moet zijn: zij gaan meer doen en jij minder.’ Hij constateert

Wilco Kruijswijk

Alexandra Sweers Movisie

bovendien dat de keukentafelgesprekken nog te vaak onzorgvuldig worden gevoerd. ‘Het betekent niet dat alle gemeenten het fout doen, maar vaak wordt dit veel voor-komende probleem ontkracht met voor-beelden van gemeenten die het wel heel goed doen’, zegt Kruijswijk. ‘Het is belang-rijk om te benoemen wanneer het goed gaat, maar er is wel een toename van over-belaste mantelzorgers te zien. Dat vind ik zorgelijk. Ja, er is een grote groep mantel-zorgers waarbij het prima gaat, maar die groep slinkt wel.’

PionierenWe zitten natuurlijk in een transformatie, dus het kan niet van de een op de andere dag zijn geregeld, vindt Peter Rensen. ‘De overheid wil de informele zorg stimuleren binnen een nog steeds vrij stevige verzor-gingsstaat. Dan ga je pionieren.’ Maar tege-lijkertijd is er heel veel kennis over wat werkt op het gebied van informele zorg, weet Rensen als projectleider effectieve sociale interventies. ‘Er bestaan duidelijke

werkzame elementen voor het inzetten van informele zorg, bijvoorbeeld: kunnen, wil-len en gevraagd worden. Heel simpel eigen-lijk. Als mensen het niet kunnen en dus overvraagd worden. Als mensen eigenlijk niet willen, maar geen nee durven zeggen. Of juist niet gevraagd worden, omdat ze niet betrokken worden bij het keukentafel-gesprek. Dan gaat het niet goed. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat aan de keukentafel en in de wijkteams soms hier-aan tegendraads wordt gewerkt.’ Het is blijkbaar nog behoorlijk lastig om die kennis over het opzetten en ondersteu-nen van informele zorg op de juiste plek te krijgen, constateert Rensen. ‘Terwijl je er eigenlijk niet meer omheen kan om die be-schikbare kennis te betrekken in de profes-sionele besluitvorming binnen de wijk-teams. Op het juiste moment moet je de juiste aanpak weten te kiezen. Dat is niet alleen een verantwoordelijkheid van indivi-duele professionals, maar ook van de orga-nisatie waarvoor zij werken. De professio-nal krijgt nu niet het juiste gereedschap

15ZNW012_pag 36-38_Movisie.indd 3715ZNW012_pag 36-38_Movisie.indd 37 11/25/2015 7:58:34 AM11/25/2015 7:58:34 AM

Page 38: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

38 december 2015

wij wel van alles aanreiken om je profes-sionele aanpak te verbeteren. Maar als jij ook bezig bent met jouw veranderende rol, dan snap ik wel dat je niet meteen de juiste toon te pakken hebt in die samen-werking met informele zorgpartijen. Nu zit er veel druk achter de transformatie en moet alles in één keer. De mantelzorger is echter de dupe in de tijd dat we nog niet goed weten hoe we de bezuinigingsopga-ve koppelen aan de transformatieopgave. Meer vrijheid voor de professional, zou volgens Peters kunnen helpen. ‘Als profes-sional moet je ook regelvrij ondersteuning kunnen aanbieden zodat je snel kan rea-geren. Soms zijn er problemen die redelijk snel kunnen worden opgelost, waarna de zorgvragers weer verder kunnen. Nu is de realiteit zo dat een oplossing volgens de regels heel lang op zich laat wachten, waardoor de problemen verergeren. Ik ken professionals die een potje cash geld beschikbaar hebben voor als er snel iets moet worden gekocht om ruimte te schep-pen waardoor een gezin weer door kan.

Een kapotte fiets van een kind waar geen geld voor is, kan voor ouders een te groot obstakel zijn om andere problemen aan te pakken. Dichtbij de leefwereld zitten, ver-binding maken, dat werkt en dat maakt die transformatie mogelijk.’‘Organiseer dat mantelzorgers aanschuiven bij het gesprek, door te vragen wie er voor de zorgvrager belangrijk zijn en wie er be-trokken zijn bij deze situatie’, adviseert Kruijswijk. ‘Vraag ook: wat is hier aan de hand en wat hebben jullie nodig? Het gaat niet alleen om wat de zorgvrager nodig heeft en wat de mantelzorger kan doen.’ Kruijswijk vindt dat de keukentafelgesprek-ken op basis van gelijkwaardigheid moeten plaatsvinden. ‘Maar je kijkt wel naar elkaars kwaliteiten’, benadrukt hij. Dat nabij zijn, die manier van werken, kan uiteindelijk ook voor bezuinigingen zorgen, gelooft Rensen. ‘Door werkelijk dichtbij te zijn, doe je het beter en goedkoper.’

Meer lezen over de inzet van informele zorg? Ga

dan naar zorgwelzijn.nl/informelezorg.

mee en daar moeten we keihard aan wer-ken. Het betrekken van informele zorg is zo gericht op financiën dat het echte net-werkgericht werken het kind van de reke-ning wordt.’

Potje geldAnita Peters snapt wel dat niet alles in één keer goed gaat. Professionals spelen volgens haar een cruciale rol spelen in de transformatie. Tegelijkertijd zitten ze ook in een soort reorganisatie. ‘Dan kunnen

De inzet van maatjes voor begeleiding van complexe sociaal-maatschappelij-ke problemen heeft de afgelopen jaren een hoge vlucht genomen. Dat vergt ook iets van de sociaal professional. Die krijgt een nieuwe taak: een goede match maken tussen hulpvrager en maatje. En hij moet de vrijwilliger goed begeleiden. Lees verder op zorgwelzijn.nl/maatjesproject.

Netwerkgericht werken kun je op allerlei manieren doen. De keuze aan instrumenten en methoden is groot. Welke gebruik je en waarom? In de publicatie ‘Aan de slag met sociale netwerken’ zijn de 44 meest bekende methoden verzameld.Lees meer op movisie.nl/3-methoden.

In het keukentafelgesprek moeten de professional en de cliënt samen op zoek naar de werkelijke zorgvraag en naar eigen oplossingen. Klinkt mooi, maar is ook makkelijker gezegd dan gedaan. Lees hier de tips voor een helder gesprek: zorgwelzijn.nl/keukentafel.

De MantelScan is een instrument om samen met zorgvragers en mantel-zorgers een (mantel)zorgnetwerk in kaart te brengen, waarbij aandacht is voor de kracht en risico’s van dat netwerk. Lees meer op movisie.nl/publicaties/mantelscan.

Meer over informele zorg

Peter Rensen

MOVISIE

15ZNW012_pag 36-38_Movisie.indd 3815ZNW012_pag 36-38_Movisie.indd 38 11/25/2015 7:58:35 AM11/25/2015 7:58:35 AM

Page 39: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

39december 2015

Anke Welten

‘Alles wat nieuw is, is span-nend voor Pieter. Hij ziet

er volwassen uit, maar is verstandelijk be-perkt. Voelt hij spanning, dan wil hij men-sen aanraken. Eerst raakte hij brillen of neuzen aan. Dat kan bedreigend voelen, maar de kunst is om dan rustig te blijven. Schrik je, dan wordt het alleen maar span-nender. Nieuwe medewerksters schrokken vorig jaar van Pieters aanrakingen en zoch-ten elkaar op om over hem te praten. Heel menselijk, samen over een ander praten voelt prettiger dan vertellen dat je het moeilijk vindt om met moeilijk verstaan-baar gedrag van cliënten om te gaan. Maar dat hoort wel bij het werk.Toen raakte Pieter een kuit aan. Wij dach-ten medewerksters te helpen door hen bij Pieter uit de buurt te houden, maar dat had het tegenovergestelde effect. Hij probeerde billen te voelen. Algehele paniek brak uit. Ouders en partners kreeg ik aan de lijn: dit kán niet, die man moet weg. Ik wist dat dat niet aan de orde was, Pieter heeft juist begeleiding nodig. Maar hoe ik de span-ning moest doorbreken, wist ik niet.Ik vroeg Marianne Heestermans, specialist seksueel misbruik van het Centrum voor Consultatie en Expertise, om hulp. Zij on-derzocht Pieter en hield een presentatie over hem. Pieters gedrag blijkt niet seksu-eel te labelen, maar het gevolg van een dwangstoornis en hechtingsproblematiek.

Vind je het gek, hij is al zo vaak van de ene instelling naar de andere gegaan. Hij is altijd bang dat we hem niet aardig vinden. Maak hem chef-kok van de organisatie, adviseerde Marianne.Sindsdien stellen we nieuwe mensen altijd direct aan hem voor en vragen hem hen een stevige hand te geven. Dan wordt het veilig. Ook geven we hem klusjes die hij bijzonder vindt, zoals het maken van ver-geet-me-nietjes van vilt, voor de 4-meiher-denking in het dorp. Hij kwam daarmee op televisie. Gevraagd wat hij ervan vond, ging Pieter rechtop zitten, wreef druk met zijn handen over zijn benen en zei: “Dit was mijn lievelingswerk.” Chef-kok, op en top.We zijn medewerkers verloren onderweg. Praten over seksueel grensoverschrijdend gedrag vereist openheid en dat je stabiel bent. Dat kan niet iedereen. De medewer-kers die bleven, kijken nu anders naar hem. Hij is zelfs populair, ook al vliegen er nog wel eens materialen door de lucht. Vanoch-tend nog, toen hij zijn riem kwijt was. In plaats van versterking te vragen en zo de spanning op te voeren, vroeg zijn begeleid-ster rustig: “Wat doe je nou?” Ging achter hem staan, legde haar handen op zijn schouders en herinnerde hem, toen hij rus-tiger was, aan zijn werkje van deze week. Het is belangrijk om alert te blijven. Een aantal medewerkers wordt nu opgeleid om anderen te kunnen coachen. Met effect.

Zeg Pieter, hoor ik een jonge medewerkster soms vragen, ik heb een kastje, waar ik aan gehecht ben, dat moet worden opgeknapt. Zou jij misschien binnenkort tijd hebben..? Dan zie ik hem glunderen. Het gaat goed met Pieter. Dat is het allerbelangrijkste.’

(De naam Pieter is gefingeerd uit privacy-

overwegingen.)

GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFES SION ALS DOENPetra van Gurp, zorgmanager bij Sovak Terheijden

PORTRET

15ZNW012_pag 39_Portrait Petra.indd 3915ZNW012_pag 39_Portrait Petra.indd 39 11/25/2015 7:58:58 AM11/25/2015 7:58:58 AM

Page 40: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

40 december 2015

15ZNW012_pag 40-42_Zelfsturende teams.indd 4015ZNW012_pag 40-42_Zelfsturende teams.indd 40 11/25/2015 3:42:09 PM11/25/2015 3:42:09 PM

Page 41: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

41december 2015

ZELFSTURING

Claudia Groot werkt voor ge-handicaptenorganisatie Mid-

din op de locatie Binnenklingen, een woonvoorziening voor mensen die inten-sieve zorg nodig hebben. Ze is verantwoor-delijk voor drie teams. Daarnaast begeleidt ze de nachtdienst. Allemaal zelfsturende teams, hoewel ze bij Middin de omschrij-ving ‘zelfwerkende teams’ gebruiken. ‘De term “zelfsturing” zou kunnen betekenen dat medewerkers zichzelf alle kanten op kunnen sturen. In zelfwerkende teams draait het om eigenaarschap: het zelfstan-dig beslissingen kunnen nemen over het eigen werk’, aldus zorgmanager Groot.Een belangrijk verschil tussen een team dat wordt aangestuurd of dat zichzelf aan-stuurt is volgens Groot de omgang met pro-blemen. ‘In een team dat gewend is leiding te krijgen, zal een medewerker een pro-bleem benoemen en het vervolgens bij de leidinggevende neerleggen. Medewerkers uit een zelfwerkend team zullen (een deel van) de oplossing zelf aanreiken. Mensen worden creatiever.’ Sensire werkt vanaf 2009 met zelfsturende teams. Bij de Achterhoekse thuiszorgorga-nisatie noemen ze het ook weer net anders: ‘zelfstandige teams’. Als een van de laatste onderdelen heeft de jeugdgezondheidszorg (JGZ) van Sensire een jaar geleden zelf-standige teams ingevoerd. Wilma Heesen is als zorgmanager onder meer verantwoorde-

lijk voor de JGZ, de gezondheidszorg voor 0- tot 4-jarigen. Zij ondersteunt tien teams, bestaande uit jeugdverpleegkundigen, jeugdartsen en assistenten van evenzoveel consultatiebureaus.

Duidelijk kaderEen zelfsturend team kan volgens Heesen alleen goed functioneren als er een duide-lijk kader is waarbinnen het functioneert. ‘De JGZ-teams werken volgens protocollen die voortkomen uit de wet op de jeugdge-zondheid. Deze wet, het beschikbare bud-get en de kwaliteitseisen die elk team heeft geformuleerd vormen het kader. Binnen dat kader is er zeggenschap over de doelen die teamleden willen halen, de invulling van de extra taken en de manier waarop ze het werk plannen.’ Claudia Groot van Middin: ‘In de teams worden visie en doelen be-sproken over hoe het werk wordt gedaan en worden er concrete werkafspraken gemaakt. Maar over de invulling van de taken gaat het team zelf.’Het bespreekbaar maken van de onderlinge verhoudingen in de teams is volgens Groot een essentieel onderdeel van zelfsturing. ‘Mensen zijn verschillend. De een loopt voorop. De ander volgt. Die verschillende rollen heb je zelfs nodig. Maar het kan in een zelfwerkend team spanningen opleveren die erkend en uitgesproken moeten worden’. Beide zorgmanagers blijven op de hoogte

van wat er speelt in de zelfsturende teams door het voeren van ‘horizontale’ gesprek-ken met hun medewerkers. Heesen heeft elk kwartaal een resultaatgesprek met ver-tegenwoordigers van een team. ‘We kijken dan of de afgesproken kwaliteitseisen zijn behaald. Dat kunnen kwantitatieve gege-vens zijn: hoeveel dossiers zijn op tijd overgedragen? Maar ook kwalitatieve: zijn er fouten gemaakt in de verleende zorg? Het gesprek levert een agenda op voor het team en voor mij als zorgmanager.’ Claudia Groot is regelmatig aanwezig bij teamvergaderingen. Ze heeft bovendien jaarlijks met elke medewerker een zoge-naamd cyclusgesprek. ‘Daarin bespreek ik onder meer hoe medewerkers meer eige-naarschap kunnen ervaren.’Cyclusgesprekken met medewerkers met een hogere opleiding (mbo+ en hbo) hebben een ander karakter. ‘Zij hebben een coachende rol naar de medewerkers van een lager niveau toe. Ik leer hun dat je niet de oplossing, maar het probleem centraal moet stellen, dan komt de oplos-sing vaak vanzelf. Ook moeten we voor-komen dat de hoger opgeleide medewer-kers leiding gaan geven en “de nieuwe baasjes” worden.’ Medewerkers denken verschillend over zelfsturing. De een vindt het leuk en voelt zich uitgedaagd. De ander schiet in de weerstand. Groot: ‘Er zijn nu eenmaal altijd

‘KOMT HET GOED ZONDER MIJ?’Zelfsturende teams zijn de mode in het land van zorg en welzijn.

Dat is zoeken voor leidinggevenden. Het subtiele spel van afstand nemen en

ondersteunen ligt de ene beter dan de ander.

StockMariët Ebbinge

15ZNW012_pag 40-42_Zelfsturende teams.indd 4115ZNW012_pag 40-42_Zelfsturende teams.indd 41 11/25/2015 3:42:14 PM11/25/2015 3:42:14 PM

Page 42: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

42 december 2015

weer dezelfde mensen invielen. De teams zijn nu verantwoordelijk voor de formatie en dus ook voor een gelijkere verdeling van invaluren.’ Als de zorgmanagers de juiste balans heb-ben gevonden tussen ‘afstand nemen’ en ‘nabij zijn’, werkt dat door in de teams. Heesen: ‘Omdat er wederzijds vertrouwen is, komt er veel energie los.’Groot ervaart dat medewerkers haar min-der nodig hebben. ‘Medewerkers bedenken vaker zelf creatieve oplossingen voor de problemen die ze tegenkomen.’ En dat het soms andere oplossingen zijn dan zij zelf zou hebben bedacht, is alleen maar mooi. ‘Dan weet je dat het werkt.’ Heesen, lachend: ‘De beste feedback die ik heb ge-kregen, is dat medewerkers zeggen dat ze geen last meer van me hebben.’

mensen die graag werken binnen duidelijke – hiërarchische – kaders. Ik hoor nog steeds: “Zeg me nou wat ik moet doen!”’ Voor de zorgmanager van Middin is het in haar werk soms zoeken.‘Hoe nabij moet ik zijn en hoeveel afstand kan ik nemen? We gaan niet in drie maan-den van de oude situatie naar de nieuwe. Dat weet ik. Zo’n traject kost wel een jaar. Maar onze doelgroep is kwetsbaar. Ik heb soms moeite om erop te vertrouwen dat het goed komt zonder mijn tussenkomst.’ Heesen zegt beter te kunnen loslaten: ‘Ik heb het in me om mensen de ruimte te ge-ven hun werk zo goed mogelijk te laten doen.’ Maar het betekent soms ook dat Heesen te veel ruimte geeft.‘Soms zijn de kaders niet duidelijk genoeg. Zo bleek dat in bepaalde teams telkens

ZELFSTURING

Lenette Schuijt is zelfstandig organisatieadviseur, coach en gespecialiseerd op het gebied van zelfsturende teams. Zij vertelt: ‘Zulke teams vragen van zorgmanagers om een omschakeling. In plaats van achteraf te controleren, moeten ze nu vooraf de juiste randvoorwaarden stellen om de zelfsturende teams tot een succes te maken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de criteria die je stelt aan de begroting of aan de kwaliteitsdoelen die moeten worden gehaald.Maar het begint allemaal met een mentale verandering. Zowel bij de zorgmanagers als de medewerkers. Zorgmanagers moeten leren op hun handen te gaan zitten en erop te vertrouwen dat zelfsturende teams in staat zijn zelf hun beslissingen te ne-men. Ook moeten ze ruimte geven aan de teams om hun eigen fouten te maken.Ik generaliseer een beetje, maar vrouwen hebben de neiging om dingen niet recht-streeks uit te spreken. Ze gaan dan mopperen in de wandelgangen. Gelukkig kun je met conflict- en feedbacktrainingen mensen leren om elkaar aan te spreken op dingen die niet goed gaan.In zogeheten horizontale gesprekken zijn zorgmanager en medewerkers gelijk. Maar dat betekent niet dat er geen kritische vragen worden gesteld. Een zorgmanager moet doorvragen. “Jullie zouden een medewerkerstevredenheidsonderzoek houden afgelo-pen jaar, maar dat is niet gebeurd. Hoe komt dat en wat gaan jullie daaraan doen?”Dat er nieuwe baasjes ontstaan is volgens mij geen probleem. Zolang het team een collectieve verantwoordelijkheid heeft, is het geen probleem dat bepaalde mensen zich ontwikkelen tot informele leider. Medewerkers hoor je vaak zeggen: “Dat kan ik niet.” Of “Daarvoor ben ik niet inge-huurd.” Belangrijk is daarom dat zorgmanagers hun medewerkers van begin af aan laten meedenken over de nieuwe inrichting van de organisatie. En om ze steeds een beetje meer verantwoordelijkheid te laten ervaren. Je kunt ze bijvoorbeeld laten invallen in een ander team of je kunt ze nieuwe vaardigheden aanleren.Dat mensen in de weerstand schieten, gebeurt bij elke organisatieverandering. Het wordt een probleem als de medewerker blijft volharden in haar weerstand. De zorgmanager moet volstrekt duidelijk zijn: “We gaan sowieso deze kant op. Als het niets voor jou is, moet je daar uiteindelijk consequenties uit trekken.”’

Meer in hun mars Zorg+Welzijn Magazineis een uitgave van Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media B.V.Eenentwintigste jaargang, nummer 12,december 2015

REDACTIEAlgemeen hoofdredacteur Welzijn Marike VroomHoofdredacteur Piet-Hein PeetersEindredactie/coördinatie Herman KeppyRedactie Carolien StamWebredactie Alexandra SweersUitgever René Tijssen

ADVERTENTIESCross Media Nederland bv. e-mail: [email protected], Tel.: 010 7421021Aanleveren van advertentiemateriaal kan via [email protected], Mark Gerlich,030 6383742

ABONNEMENTENZorg+Welzijn verschijnt 10 keer per jaar.Abonnementsprijs: (print + online toegang) € 151,13 (incl. BTW), Studenten 50 % korting. Het abonnement kan elk gewenst moment ingaan en wordt automatisch verlengd tenzij twee maanden voor de vervaldatum schriftelijk is opgezegd.Klantenservice Bohn Stafleu van LoghumPostbus 246, 3990 GA HoutenTelefoon: 030 6383736 Wijzigingen doorgeven via formulier opwww.bsl.nl/contact.

VOORWAARDENOp leveringen en diensten zijn de bij de Kamer van Koophandel gedeponeerde algemene voorwaar-den van Springer Media B.V. van toepassing, te-vens raadpleegbaar op www.springermedia.nl. De voorwaarden worden op verzoek toegezonden.Het overnemen en vermenigvuldigen van artike-len en berichten uit dit tijdschrift is slechts geoor-loofd met bronvermelding en met schriftelijke toestemming van de uitgever. Het verlenen van toestemming tot publicatie in deze uitgave houdt in dat de Standaardpublicatievoorwaarden van Springer Media B.V., gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder dossiernum-mer 3210/635, van toepassing zijn, tenzij schrif-telijk anders is overeengekomen. De Standaard-publicatievoorwaarden voor tijdschriften zijn in te zien op www.bsl.nl/schrijven-bij-bohn-stafleu-van-loghum/auteursinstructies of kunnen bij de uitgever worden opgevraagd.www.bsl.nl

© 2015, Bohn Stafleu van Loghum

ISSN 1381-4664

COLOFON

15ZNW012_pag 40-42_Zelfsturende teams.indd 4215ZNW012_pag 40-42_Zelfsturende teams.indd 42 11/25/2015 3:42:14 PM11/25/2015 3:42:14 PM

Page 43: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

SCHITTER ALS PROFESSIONAL

LEERGANG: Krachtgericht werken vanuit een oplossingsgericht –netwerkperspectief.  

Een integrale leergang voor professionals in het sociaal domein, die zich verder willen bekwamen in hun vak vanuit de verwachtingen en eisen van deze tijd.  Kritisch, Vernieuwend en inspirerend.

Een initiatief van drie organisaties met een gezamenlijke missie: Mensen in staat stellen om vanuit eigen kracht en samen met de mensen om hen heen een plan te maken voor de toekomst zodat zij veilig en volwaardig kunnen participeren in de samenleving.

Deze leergang omvat drie modulen: Oplossingsgericht Werken, Sociale Netwerk Versterking en Veilig Samen Bouwen.

Duur van de leergang: 6 dagenUitvoering: in compagnie óf open inschrijving data: 11, 25 januari,15, 29 februari, 21 maart en 4 april 2016

Locatie: WaalwijkAanmelden en informatie via www.meek2.nl.

Deze leergang is geaccrediteerd bij het SKJ (8,70) en registerplein(8,7).

DEMENTIEZORG IN DE PRAKTIJK

BAANBREKEND. BETROUWBAAR.

Deel 1: Van Achterdocht tot Zwerfgedrag*Deel 2: Van Aanpassingproblemen tot Zingeving

Voor professionals in de zorg voor mensen met dementie• om beter om te gaan met stemming en gedrag• met profi elen, praktijksituaties en stappenplannen voor betere zorg• in de bijlagen vragenlijsten en onderwerpen over algemene

professionele vaardigheden * herziening van Praktijkboek dementiezorg - 2010

Nieuw!

Eigen regien n regieEig eregieegegeen egig

In MeXtra werken niet alleen zorgprofessionals, nee ook de cliënt/burger en/of zijn verwanten kunnen toegang krijgen tot het dossier.Er wordt niet langer alleen over, maar ook door de cliënt/burger geschreven.

Participatie die werkt Sociale Wijkteam Online Veilig appen met MeXtra

Direct in contact staan met cliënten/burgers, zowel face to face als online, blended dus.Alle betrokkenen altijd op de hoogte van de actualiteit, mogelijkheid om berichten als hoge prioriteit direct te laten bezorgen.

We zijn gewend aan het gebruik van WhatsApp, maar in de zorg is dat niet veilig. Nu is er de MeXtra App, net zo makkelijk, wel zo veilig en alles opgeslagen in het dossier.

Blended hulpverleningnded huended hulpv rleninglpver ening

Welzijn 2.0W 2.0n 2WelzijnzijnWelzijnn 2n 2.

Netw

erk

NeNNeetww

eeHealtheH leHealDialoogialoogDiialoogDDDDiaDi

1Gezin1Plannzin lan1G

www.symax.nl/zenw [email protected]

Plan-Do-Check-ActtDo-Check-k- ct

Symax - Nijmegen

15ZNW012_pag 40-42_Zelfsturende teams.indd 4315ZNW012_pag 40-42_Zelfsturende teams.indd 43 11/25/2015 3:42:16 PM11/25/2015 3:42:16 PM

Page 44: GOEDE DINGEN DIE SOCIAAL PROFESSIONALS DOEN · De problemen met de uitbetalingen van het pgb zijn nog steeds niet voorbij. Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde aan midden december

Wat zou u doen met

10 extra vrijwilligers?

NLdoet. 11 en 12 maart 2016.

Doe mee met de grootste vrijwilligersactie van ons land. Meld snel de klussen van uw organisatie aan op nldoet.nl

15ZNW012_pag 40-42_Zelfsturende teams.indd 4415ZNW012_pag 40-42_Zelfsturende teams.indd 44 11/25/2015 3:42:19 PM11/25/2015 3:42:19 PM